Surinaamsche Almanak Voor Het Jaar 1898
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 bron Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898. Erve J. Morpurgo, Paramaribo 1897 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_sur001189801_01/colofon.php © 2012 dbnl 5 L.S. Aangemoedigd door de voortdurende belangstelling, welke den Surinaamschen Almanak ten deel valt, wordt de elfde jaargang met vertrouwen in de welwillendheid van het publiek aanbevolen. Moge hij even als zijne voorgangers ook bijdragen om de belangstelling in en voor de kolonie op te wekken, en het doel, dat wij met de uitgifte beoogen, doen bereiken. Andermaal onzen dank aan allen, die ons bij de samenstelling behulpzaam zijn geweest. Erve J. Morpurgo. Paramaribo, October 1897. Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 8 FRANÇOIS LE VAILLANT 1753-1824 Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 9 François Le Vaillant in het jaar 1753 te Paramaribo in de kolonie Suriname geboren, is een dier Zonen van ons Land, die om zijne wetenschappelijke kennis en daardoor verkregene beroemdheid door het nageslacht met eere wordt genoemd. Met recht getuigt JULES VERNE in zijn ‘Histoire des grands voyages et des grands voyageurs’ van hem, dat hij reeds op jeugdigen leeftijd in de weelderige natuur van zijn geboorteland aanleiding heeft gevonden om met waren hartstocht de studie der natuurlijke historie, vooral die der insecten en der vogels, te beoefenen; ook voor het jachtvermaak had hij eene bijzondere liefde. Dewijl zijn vader een Franschman was, - de landaard zijner moeder is ons niet bekend, - wil Frankrijk waarschijnlijk daarom hem als een zijner Zonen zich toeeigenen, en Suriname het eigendomsrecht van dien beroemden man betwisten. In de hoofdstad der kolonie geboren, vertoefde hij er tot zijn 25e jaar, zich meestal in de bosschen ophoudende ter beoefening van de natuurlijke historie, en om er vogels te vangen en die op te zetten. In 1778 vertrok LE VAILLANT van daar naar Amsterdam, met zich nemende eene aanzienlijke hoeveelheid naturaliën, welke hij op zijne tochten in de bosschen had verzameld. Na een bezoek aan de stad Leijden, keerde LE VAILLANT naar Amsterdam terug, en maakte er kennis met den heer TEMMINK, een zeer vermogend man en thesaurier van de Oost-Indische Compagnie, in wien hij een' machtigen beschermer vond. Op eigen kosten rustte deze voor zijnen beschermeling een der schepen van de Oost-Indische Compagnie uit, met bestemming naar de Kaap de Goede Hoop voor wetenschappelijke onderzoekingen. Op 19 December 1780, juist één dag vóór de oorlogsverklaring van Engeland aan Nederland, vertrok LE VAILLANT te dien einde uit Texel; een Engelsche kaper viel zijn schip aan, doch werd spoedig daarna door een' Oostindievaarder genoodzaakt LE VAILLANT ongemoeid te laten. Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 10 Na eene reis van 3 maanden en 10 dagen bereikte hij behouden Kaap de Goede Hoop, en had alzoo de gelegenheid om zijne begeerte ter uitbreiding van zijne kennis der natuurlijke historie, in Zuid-Afrika, te bevredigen. Op zijn' eersten tocht door de binnenlanden gelukte het LE VAILLANT eene groote hoeveelheid naturaliën te verzamelen, welke aan boord van een schip ingeladen werden met bestemming naar het Moederland. Een der tegen Nederland oorlogvoerende schepen viel evenwel dat van den natuuronderzoeker aan, en maakte het met al de door hem daarin geborgen schatten tot een prooi der vlammen. Zijn tweede tocht van 1783-1785, die evenals de eerste met groote gevaren gepaard ging, werd echter met meer bevredigende resultaten bekroond: hoogst belangrijk waren zijne ontdekkingen voor de wetenschap. Aan LE VAILLANT danken wij het eerste grondig bericht omtrent de Kaffers en de Hottentotten. Genen rekende hij meer verstand en bevattelijkheid toe dan dezen, en voorspelde, - hetgeen later is bewaarheid, - dat de Kaffers de Hottentotten zouden verdringen. Op een zijner tochten maakte LE VAILLANT jacht op eene Giraffe, de eerste waarvan de huid in goeden staat in Europa is ontvangen. Het geraamte van het dier is later een sieraad geweest in het Kabinet van den Prins van Oranje, en na den dood van dezen van het Museum der stad Leijden. Ook van den Hippopotamus, het nijlpaard, gaf LE VAILLANT eene grondige kennis. Den Koraka's een bezoek brengende, vond hij onder dezen eene groote opschudding, veroorzaakt door den dood van hun Opperhoofd en de verkiezing van eenen opvolger. De verbazing der Koraka's bij het zien van eenen blanke deed hunnen toorn en opgewondenheid voor nieuwsgierigheid wijken. Met den hem eigen tact wist LE VAILLANT spoedig de achting en de genegenheid van dezen wilden stam in zoo hooge mate te winnen, dat zij hem verzochten hun Opperhoofd te worden. Hoewel gestreeld door deze eervolle onderscheiding, gevoelde hij evenwel niet den minsten lust die aan te nemen. Gebruik makende van het in hem gesteld vertrouwen, deed hij de Koraka's het voorstel een Opperhoofd voor hen te zullen kiezen, en wees daarvoor, na zich intusschen te hebben doen inlichten omtrent den door de meerderheid gewenschten kandidaat, zekeren HARIKA aan, die zonder eenige tegenspraak der Koraka's tot hun Opperhoofd werd benoemd. LE VAILLANT belastte zich met de kroning van het nieuwe Opperhoofd, dat getooid werd met eene Grenadiersmuts, waarop de koperen leeuwen met den pijlenbundel prijkten, met Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 11 koralen, kettingen, benevens andere versierselen, die een' grooten indruk op de Koraka's maakten, en hun van hunnen vreemden bezoeker een hoogen dunk gaven. Daarop besloot LE VAILLANT zijne gevaarvolle tochten te staken, en naar Nederland terug te keeren. Te dien einde vertrok hij op den 14n Juli 1785 met een der schepen van de retourvloot der Oost-Indische Compagnie, dat, in weerwil van doorgestane stormen zoowel aan de Kaap als in het Kanaal, behouden te Vlissingen arriveerde met de vele naturaliën welke LE VAILLANT in de binnenlanden van Afrika had verzameld, en later naar Amsterdam overbracht. Van daar ging hij naar Parijs, alwaar hij zich vestigde met het doel om met de hulp van letterkundigen zijne reizen te beschrijven; hij was van meening dat de uitgave van zijne werken in de Fransche taal hem grooter voordeel zoude opleveren. Zijn ‘Voyage dans l'intérieur de l'Afrique par le Cap de Bonne-Espérance pendant 1780-1783’ en zijn ‘Second Voyage dans l'intérieur de l'Afrique dans 1783-1785’ zijn later om hunne waarde door J.D. PASTEUR in het Nederlandsch overgebracht. LE VAILLANT was een goed teekenaar; eenige door hem mede uitgegeven vermeldingswaardige werken, zooals: ‘Histoire naturelle des oiseaux de l'Afrique’, ‘Histoire naturelle des perroquets’, ‘Histoire naturelle d'une partie des oiseaux nouveaux et rares de l'Amérique’, getuigen dit. Op 1 December 1824 maakte de dood te Seranne in Champagne (Frankrijk) een einde aan zijn leven dat hij voor de wetenschap zoo nuttig heeft besteed. C.J.H. Paramaribo, September 1897. Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 12 Verklaring omtrent den Almanak. De Maancirkel of het Guldengetal bestaat in een tijdkring van 19 jaren, na verloop van welken de nieuwe en volle manen weder bijna op dezelfde dagen van het jaar invallen. De Epacta is het getal, dat, volgens den Almanak, den ouderdom der maan bij den aanvang van het jaar aanwijst, waaruit volgt, dat, wanneer de nieuwe maan op den 1n Januari invalt, de Epacta van het jaar nul is, doch in het volgende jaar zij elf zal wezen, omdat het maanjaar slechts 354 dagen heeft en het Zonnejaar elf dagen meer telt. In het derde jaar daarna zou zij alzoo drie en dertig moeten zijn; doch men trekt, zoodra de Epacta dertig dagen of eene volle maan zou te boven gaan, van dit getal 30 af, en krijgt dus in het gesteld geval niet drie en dertig, doch drie dagen. Men kan door middel van de Epacta voor elke maand den dag der nieuwe maan en den ouderdom der maan op een bepaalden dag vinden. De Zonne-cirkel is een tijdkring van 28 jaren, na verloop van welken de dagen der week weder op denzelfden dag der maand invallen. Deze tijdkring heeft echter zijn naam niet ontleend aan den schijnbaren omloop der zon, maar aan den Zondag, of den dag aan de zon gewijd. De Zondagsletter is een der zeven eerste letters van het alphabet, om in elk de dagen, van af den 1n Januari, te noemen. De letter, welke de Zondagen van het jaar aanwijst, wordt Zondagsletter geheeten. Een schrikkeljaar heeft twee Zondagsletters, als: eene van 1 Januari tot 24 Februari, en eene andere van 25 Februari tot het einde des jaars. Daar nu de dagen der week, na een tijdsverloop van 28 jaren, met dezelfde dagnamen overeenkomen, zoo moeten na datzelfde tijdsverloop ook de Zondagsletters terugkeeren. Verklaring der Teekens van den Zodiak. ♈ Aries of Ram. ♉ Taurus of Stier. ♊ Gemini of Tweelingen. ♋ Cancer of Kreeft. ♌ Leo of Leeuw. ♍ Virgo of Maagd. ♎ Libra of Weegschaal. ♏ Scorpius of Schorpioen. ♐ Sagittarius of Schutter. ♑ Capricornus of Steenbok. ♒ Aquarius of Waterman. ♓ Pisces of Visschen. Chronologische Cirkels. Het Gulden-Getal 18 De Rom. Indictie 11 Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 De Epacta 7 De Zondagsletter B De Zonne-cirkel: het derde jaar van den 68sten zonne-cirkel. Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 13 Tijdtafel aantoonende den stand der uurwerken op hetzelfde oogenblik op verschillende plaatsen van den aardbol. Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1898 14 Tijdperken voor het jaar 1898. Sedert Jaren de Juliaansche periode 6511 de schepping der wereld 5658, en van 5659 17 Sept. 1898 de geboorte van Christus 1898 de verwoesting van Jeruzalem 1834 de jaartelling der Javanen 1823 de tijdrekening der Mahomedanen 1315 de ontdekking van Amerika door 406 Columbus de Christelijke Kerkhervorming 401 den Gregoriaanschen of nieuwen stijl 316 de inbezitneming van de Kust van 303 Guyana de bemachtiging van het eiland Curaçao 264 Karel II, Koning van Engeland, de kolonie 233 heeft weggeschonken, 2 Juni 1662 den vrede te Breda, waarbij Suriname 231 als bezit der Nederlanden vastgesteld wordt, 31 Juli 1667 de herneming der kolonie door A.