<<

Brabants Landschap najaar 2012 herfst 2012 BrabLaantndschaps

Jubileum 80 jaar

176 natuur dichtbij huis 1 Brabants Landschap natuur dichtbij huis Brabants Landschap

September 2012 nr. 176

Uitgave van de Stichting Het Noordbrabants Landschap

Verschijnt vier keer per jaar voor de contribuanten.

Adres Postbus 80, 5076 ZH Haaren Telefoon: 0411 62 27 75 Website: www.brabantslandschap.nl E-mail: [email protected]

BEZOEKAdres Kasteelboerderij van Nemelaer Kasteellaan 4, 5076 RE Haaren.

SAMENSTELLING & REDACTIE Thijs Caspers & Annelieke Kelderman

REDACTIECOMMISSIE Ing. J. Baan Mevr. drs. J.L.M. Baartmans Drs. W.N. van den Dries Prof. mr. P.C.E. van Wijmen

Aangesloten bij De 12 Landschappen

Brabants Landschap heeft het CBF-keurmerk. Jaarverslag is tegen vergoeding op te vragen. 2 Brabants Landschap najaar 2012 Inhoud

Redactioneel: 2

‘The making of’: 4 hoe kwam het boek tot stand?

Het landgoed als landschappelijk 25 fenomeen

Waar liggen ze? 29 Brabantse Wal 29 Tussen en 30 Rond Breda 30 Langstraat e.o. 32 Rond 32 Rond Den Bosch-Vught 34 Land van 36 De Peel 37 Rond 39 Nieuwe landgoederen 39

Voor landgoederen kenmerkende 41 planten en dieren

Bijlagen:

Jeugdblad

natuur dichtbij huis Brabants Landschap 3 Noot van de redactie: Ditmaal hebben we geen najaarsexcursieprogramma. Wél in het kader van ons 80-jarig jubileum extra activiteiten op onze landgoederen, op de 'Open Monumentendag' op 9 september, met als thema 'Het groen van toen'. Deze dag vormt tevens de start van een uitgebreide lezingencyclus over landgoederen in Brabant. Tot eind december reizen we kriskras door de provincie. Houd voor de precieze locatie, datum en tijd onze website in de gaten, dan weet u wanneer we bij u in de buurt komen. Een andere gelegenheid om ons te 'ontmoeten' is bij de opening van de ‘Week van het Landschap’ op 23 september op Fort Altena onder Werkendam. Al onze boswachters zijn daar present om zichzelf en hun werk voor te stellen. Dat is zo divers als onze provincie zelf. 4 Brabants Landschap najaar 2012 Hoera, het grote landgoederenboek is uit

Half september komt het lang verwachte landgoederenboek uit, waaraan we de afgelopen jaren zo hard gewerkt hebben. Het resultaat mag er zijn. Begunstigers die er via de voorintekenbon al één of meerdere hebben besteld, zullen opkijken van het resultaat. Wij zijn er in ieder geval uiterst tevreden over. Bij dit nummer van ons blad is trouwens wéér een intekenbon ingesloten, waardoor het boek nog steeds voor de (zeer democratische) prijs van n 29,50 besteld kan worden: een absolute aanrader voor liefhebbers van natuur en cultuurhistorie in Brabant.

Het uitbrengen van dit boek begon met een eenvoudig idee om een samenwer- kingsproject op te starten tussen Brabants Landschap en het Brabants Particulier Grondbezit. Het werd uiteindelijk een groots project om de verhalen van al die families van 151 landgoederen bijeen te brengen. Het heeft geleid tot een infor- matief en rijk geïllustreerd boek van bijna 500 pagina’s in atlasformaat.

Door de regionale indeling en de historische context van het boek, met een inlei- ding bij elk hoofdstuk, wordt het verhaal van de Brabantse landgoederen als ge- heel verteld. Ondanks het hoge aantal besproken landgoederen is het geen droge opsomming geworden. Elk verhaal biedt een inkijk in een stukje geschiedenis, dat uitnodigt tot veel meer. Het spoort je aan tot een wandeling om de ruimte- lijke neerslag daarvan eens met eigen ogen te aanschouwen.

Een landgoed is een ruimtelijke en historische entiteit. Het behoud daarvan is doorslaggevend. Bij fragmentatie houdt een landgoed op te bestaan. Het is dié overweging, die al die families inspireert om alles uit de kast te halen om hun landgoed in stand te houden. Het was en is ook de drijfveer van Brabants Land- schap om als een soort vangnet op te treden wanneer dat niet meer lukt. Centraal staat niet het bezit, maar het motief.

Het laatste hoofdstuk van het boek gaat over nieuwe landgoederen. Het is mooi te constateren dat er in deze tijd weer mensen opstaan die het lef hebben een nieuw landgoed te beginnen. Brabants Landschap en het Brabants Particulier Grondbezit werken gemotiveerd samen om die initiatieven een kans te geven.

Dit boek beoogt oude en nieuwe landgoederen hoop te geven voor de toekomst; en eendrachtige samenwerking te stimuleren, gericht op het voortbestaan van landgoederen in Noord-Brabant.

Jan Baan, directeur 5 ‘The making of’ '‘Scheppen gaat van au’ In dit artikel laten we de voornaamste personen aan het woord die bij het maken van dit boek betrokken waren.

Een pluim voor de samenwerking!

Arno de Schepper, coördinator, tevens vice-voorzitter van het Brabants Particulier Grondbezit (BPG)

erspreid over Brabant liggen, als wens de Brabantse landgoederen meer onder parels in het landschap, veel landgoede- de aandacht te brengen van het publiek, is het ren, het overgrote deel in handen van particu- voorliggende boek ontstaan. We gingen daar- lieren. Maar ook de terreinbeherende natuur- bij niet over één nacht ijs. Terwijl mijn eerste organisaties beheren er heel wat. In gelijke aantekeningen dateren van 2005, werd de mate zetten zij zich in voor de instandhouding samenwerking intensiever vanaf 2008. Thijs ervan, vervuld van dezelfde piëteit. Omdat de Caspers vormde het creatieve en artistieke Vklassieke economische peilers - landbouw, talent. Het groeperen van de landgoederen bosbouw en jacht - al lang niet meer voldoen per regio heeft het inzicht in hun ontstaansge- om de landgoedeconomie te dragen, moeten schiedenis en onderlinge samenhang ver- nieuwe worden ontwikkeld. Dit vraagt van de groot. Zijn vlotte schrijfstijl heeft de leesbaar- landgoedeigenaren om meer naar buiten te heid sterk bevorderd. Het zakelijke en organi- treden. Interesse en waardering van een bre- satorische brein was Annelieke Kelderman. der publiek is daarbij van groot belang. Voor Hobbels werden door haar met verve geno- de behartiging van hun belangen hebben de men en haar inspiratie zorgde ervoor dat het particulieren zich gebundeld in het Brabants lange traject uiteindelijk succesvol kon wor- Particulier Grondbezit. De samenwerking met den afgelegd. Zelf heb ik gaande het proces de terreinbeherende instanties is goed, waar- vooral veel mogen leren van de cultuurhistorie bij die met Brabants Landschap er nog boven- en mogen zien van de schoonheid van onze uit springt. Vooral dankzij directeur Jan Baan Brabantse landgoederen. Het is een schitte- en voorzitter Bert van Dijk is de samenwerking rend boek geworden: leesbaar, boeiend en met deze organisatie bijzonder prettig en prachtig geïllustreerd. Brabants Landschap: productief. Vanuit deze samenwerking en de proficiat en bedankt!

6 Brabants Landschap najaar 2012

7 A dream come true

Huub Smeding, Fotograaf

oorjaar 2009 werd mij gevraagd of het oorspronkelijke plan van de stichter te ik wilde meewerken aan een omvangrijk laten zien. Hetzelfde geldt als de relatie met boek over Brabantse landgoederen. Als foto- de omliggende landerijen is verdwenen en graaf met een sterke affiniteit met het buiten- het landhuis maar ‘gewoon’ een huis in het leven was dit natuurlijk een uitgelezen kans: bos werd. In het begin maakte ik door gebrek hier kon ik mijn ziel en zaligheid in leggen. aan kennis prachtige beelden die er evenwel VWat ik al snel ontdekte was dat een landgoed niet toe deden! Maar gaande het project om een andere fotografische benadering leerde ik het kaf van het koren scheiden. En vraagt dan het landschap in het algemeen. ondervond ik dat elk landgoed en kasteel zijn Speelt bij de laatste louter schoonheid een eigen - unieke - verhaal te vertellen heeft. De rol - en niet meer dan dat - bij het in beeld kunst bestaat eruit daarnaar te luisteren. Dan brengen van een landgoed gaat het er tevens voel je dat een barokke zijvleugel van een om de (vervaagde) samenhang tussen de monumentaal gebouw in het niet kan vallen verschillende componenten in beeld te bren- bij een nog nauwelijks leesbare inscriptie op gen. In dat verband was het voor mij nuttig een door mos overwoekerde hardstenen om eerst kennis te nemen van de landgoed- paal. Om het wezenlijke van het betrekkelijke beschrijvingen die er al lagen. Nogal wat te kunnen onderscheiden, is het van belang landgoederen bezaten in eerste aanleg bij- je te verplaatsen in de intenties van de (voor- voorbeeld ‘zichtassen’, corridors die dwars malige) eigenaren. Iedere stichter van een door het bos liepen en een onbelemmerde landgoed had zijn persoonlijke voorkeuren, blik boden op de horizon of een kerktoren. wilde zich onderscheiden of juist conforme- De meeste van die zichtlijnen raakten in de ren aan tradities. Sommige landgoederen zijn loop der tijd overwoekerd door opslag. Dan aangelegd om grandeur uit te stralen, andere wordt het voor mij als fotograaf moeilijk om bestaan bijna geheel uit bos met diep daarin

8 Brabants Landschap najaar 2012

verscholen een ‘eenvoudig optrekje’: zoveel met elke vorm van menselijke ijdelheid. Dan eigenaren, zoveel opvattingen van het ‘para- past zo’n ingestort landgoed binnen de kos- dijs’. Voor een fotograaf ligt de uitdaging erin mische cyclus van geboorte, groei, bloei en mooie beelden te maken die passen binnen uiteindelijk sterven. Soms overviel me een het eigene van het landgoed. Uiteraard is gevoel van triestheid wanneer ik, als laatste ‘mooi’ een relatief begrip. Opruimerige types restanten van een landgoed, stuitte op ver- bijvoorbeeld zullen weinig op hebben met de weerde, met mos begroeide beelden. Dan vervallen landgoederen onder Vught van bedacht ik dat iemand hier ooit vervuld van wijlen Ewald Marggraff; met de restanten van trots en grootse plannen rondliep, gelovend monumentale boerderijen die ooit landgoed dat geluk en weelde op zijn landgoed eeuwig Wilhelminapark een geheel eigen sfeer ga- zouden duren. Gelukkig kent Brabant van de ven. Het gaf mij een vreemd gevoel daar rond andere kant nog vele goed onderhouden te lopen in de verlatenheid, terwijl ik er als landgoederen die glorieus de tand des tijds kind de boerderijen in vol bedrijf zag, met hebben doorstaan. Als fotograaf is het een alle drukte van dien. Alom werd er het loeien feest om die pracht en praal te mogen vast- van koeien gehoord en ’s avonds klonk er de leggen. De foto’s in het boek vertellen een roep van de steenuil over de akkers. Toch is verhaal van mensen die zochten naar comfort aftakeling ook weer mooi, in die zin dat va- en wat de voortschrijdende tijd met hun dro- dertje tijd uiteindelijk korte metten maakt men en ambities heeft gedaan.

9 10 Brabants Landschap najaar 2012

11 Het maken van een boek is romantiek

Thijs Caspers, Schrijver

e schrijft geen boek, een boek schrijft naast je neer te leggen of er langsheen te zichzelf. Je bent slechts onderdeel van kijken. Beperking is geen optie. Anders krijg het proces en wórdt gedreven, door wie je gemankeerde teksten en dat kan nooit de of wat, dat mag Joost weten. Vroeger sprak bedoeling zijn, want zo’n boek moet er na- men van de Muze, terwijl ‘goddelijke vonk’ tuurlijk wel de eerste tijd stáán. (Over een jaar ook goed gekozen is. Scheppingen, waartoe of 10, 15 komen we met een herziene, ver- Jboeken behoren, komen slechts tot stand uit meerderde druk, beloofd.) Het behoort tot ‘enthousiasme’, Grieks voor ‘in God zijn’. Het de cultuur van Brabants Landschap om áls je schrijven van een boek laat je over je heen iets doet het goed te doen, anders had je net komen, veel meer dan bestuurder wórd je zo goed - of beter - in je nest kunnen blijven gestuurd. Je begint aan een karwei waarvan je liggen. Je doet dus iets goed of helemaal niet, van tevoren moeilijk kunt inschatten welke half werk is een gruwel. Gaandeweg het kar- omvang het aan gaat nemen. Dat is maar wei vielen de puzzelstukjes steeds meer op goed ook, anders was je er wellicht nooit aan hun plek, terwijl het puzzelbeeld dat zich begonnen. Het lijkt wel een lange dag op de geleidelijk ontrolde tot op het laatst verras- Efteling: je bent de ene achtbaan nog niet uit singen in zich bleef houden. Langzaam maar of wordt alweer de volgende in getrokken. zeker toonde het boek zijn gezicht dat je Het is door onbevangenheid dat we de zwaar- steeds meer aan ging staan, zoals het gelaat ste klussen kunnen klaren. Natuurlijk heb je van een geliefde, waarin je ook steeds weer op voorhand een lijst gemaakt van te be- nieuwe trekken ontdekt, waardoor je nóg schrijven landgoederen en van het beschik- meer van haar gaat houden. Bij het maken bare bronnenmateriaal. Daarmee begin je van dit boek zijn we van west naar oost door uiteraard. Maar gaande de rit ontdek je door- de provincie gegaan, zoals je ook een boek lopend nieuwe bronnen - en zelfs nieuwe begint te lezen bovenaan de meest linkse landgoederen - en je zou wel gek zijn die (westelijke) pagina om onderaan bij de meest

12 Brabants Landschap najaar 2012

rechtse (oostelijke) te eindigen. Al lang vóór met de hamer, al leek het daar soms wel op. het boek afkwam hebben we er doorheen Terwijl we ons het snot voor de ogen werkten, gebladerd, door concreet over landgoederen zagen we de contouren van het boek steeds te lopen. Omdat tekst en beeld op elkaar duidelijker vormen aannemen. Samen voel- moeten zijn afgestemd, werd het fotografe- den we ons onoverwinnelijk. Samen kún je ren overgelaten aan een gelijkgestemde ziel. ook meer: het geheel is meer dan de som der Huub heeft het meest van ons allen de land- delen. Het maken van een boek is verdorie goederen gezien en beleefd en zijn indrukken één brok romantiek! En heroïek! Tot slot een op de gevoelige plaat vastgelegd. Wanneer woord over de landgoedeigenaren. Kort sa- het even kon, trokken we er samen op uit. mengevat zijn het net mensen. De meesten Wat hebben we genoten en gelachen. Omdat zijn oké, sommigen buitengewoon hartelijk, je alleen samen een boek kunt maken, moet op het lieve af, maar je hebt er ook draken je elkaar op voorhand al liggen. Maar al doen- onder. Deze bevolkingsgroep vormt zeg maar de verdiepte de vriendschap zich nog, dat was een dwarsdoorsnede van de samenleving. ook het geval met Lieke, die de hele boel Maar wat zijn er een deuren voor ons openge- coördineerde, en Feike, de vormgeefster. Als gaan en wat zijn we ze daar dankbaar voor. maatjes kon niets ons tegenhouden om de Het heeft ons leven verrijkt. En dat rijke ge- klus - grandioos - te klaren, ook niet de man voel willen we u via dit boek doorgeven.

13 14 Brabants Landschap najaar 2012

15 Rotsen van onveranderlijkheid, maar ook dynamische motors

Huib Stam, Uitgever van historische atlassen

ude kaarten, en dan met name topo- gen in dit boek onder ogen ziet, moet opge- grafische, vertellen een klaar verhaal. Ze lucht constateren dat de landgoederen in zijn zo objectief als maar zijn kan, zeg maar bijna alle gevallen de dans zijn ontsprongen. gerust ‘eerlijk’, want ze liegen niet. Voor dit Hier geen landschappelijke degradatie maar boek is gebruik gemaakt van kaarten uit de continuïteit of juist (positieve) vernieuwing. periodes 1836-1843 en 1890-1910, grofweg de Daarvan wil ik er enkele uitlichten. Land- Otijd dat de meeste landgoederen er al net wél goederen die er begin negentiende eeuw al of nog net niét lagen. Steeds is ervoor geko- lagen, zoals de Oude Buissche Heide  bij zen de oude landschappelijke situatie te ver- , zijn de dans ontsprongen. Terwijl de gelijken met de huidige, waarvoor uiteraard omgeving door ontginning en herverkaveling gebruik is gemaakt van actuele topografische een metamorfose onderging, bleven zij on- kaarten. Meestal val je bij een vergelijking wrikbaar dezelfde, rotsen van onveranderlijk- tussen oud en nieuw kaartmateriaal van ver- heid. Maar ook verandering pakte in de mees- bazing - om niet te zeggen ontsteltenis - van te gevallen niet ongunstig uit. De vele in de je stoel. Hoe sterk heeft het landschap toch in negentiende eeuw gestichte landgoederen (betrekkelijk) korte tijd kunnen veranderen! deden weliswaar de oppervlakte woeste Als je op schoonheid valt bijna altijd ten na- grond afnemen - daar was er toen toch ge- dele, want het behoort tot de natuur van noeg van - maar brachten daar wel iets moois topografische kaarten om het landschap voor terug: bos en landbouwgrond in (speel- genadeloos te registreren. Ieder bosje, elke se) afwisseling met elkaar. Als voorbeeld mag houtwal, oneffenheid, perceelsscheiding of de Mattemburgh onder kikkerpoel wordt er immers op vastgelegd. En gelden. Hier maakten ten oosten van de grote als die verdwijnen uit het landschap zijn ze weg naar Antwerpen stuifzand en vennen ook van de kaart. Wie de 14 kaartvergelijkin- plaats voor productiebos, nu het oudste bos-

16 Brabants Landschap najaar 2012

reservaat van Nederland. En werd ten westen van een zee van heide, veranderde in een bos van die weg kostbare landbouwgrond omge- in een zee van bos. Het is duidelijk: om mooi zet in kostelijk parkbos. De verheffing van de gevonden te worden, hoeft een landschap Kampina onder tot landgoed heeft heus niet altijd statisch te blijven. Je mag wel heel apart uitgewerkt. De kaart uit 1838 gerust stellen dat het stichten van landgoede- laat zien dat de grote centrale heidevlakte ren over bijna de hele lijn voor landschappe- toen al was bebost. Gelukkig is het bos later lijke verrijking heeft gezorgd. Zo bezien zou- weer omgezet in heide, een zeldzame func- den er in de huidige tijd veel meer nieuwe tieverandering. Vermoedelijk hebben we die landgoederen bij mogen komen; en liefst van te danken aan de aankoop van dit gebied een veel grotere maat dan momenteel ge- door de Amsterdamse regentenfamilie Van beurt. Denk eens groot en pak eens uit met Tienhoven, als natuurbeschermers hun tijd een nieuwe Kampina of een nieuwe , ver vooruit. Maar bijna overal elders in de van 1000 of 3000 hectare. Nu uiteraard niet provincie gold de regel ‘heitje voor karweitje’ ten koste van woeste grond - die restanten - de sociaal-maatschappelijk zo belangrijke moeten we koesteren - maar op uitgeklede werkverschaffing - ook binnen landgoedaan- landbouwgrond waar geen kraak of smaak leg. Dat gold bij uitnemendheid voor De meer aan zit. Want daar hebben we inmiddels Utrecht onder Esbeek. De kaartvergelijking wel genoeg van. Het zou het landschap een laat zien dat de eeuwenoude nederzetting geweldige ‘boost’ geven. Tulder van een landbouwenclave te midden

17 

 18 Brabants Landschap najaar 2012

‘Look en Feel’ Feike de Keijzer, Vormgeefster (art director)

ktober 2009 komen wij bij de boek getekend starten we, om de ‘look en feel’ van presentatie van de ‘Meierij van ’s-Herto- het boek te bepalen, met het maken van een genbosch’ in contact met Jan Baan. Hij is aantal proefpagina’s. Welke ingrediënten zijn gecharmeerd van de wijze waarop het boek is er? Welk lettertype kiezen we? Welke corps- vormgegeven en vraagt ons te komen praten grootte, welke interlinie? Hoe breed worden over een publicatie die Brabants Landschap de tekstkolommen? Dat zijn allemaal belang- en Brabants Particulier Grondbezit willen rijke zaken voor de leesbaarheid. De vorm Ouitgeven. Bij onze eerste bijeenkomst worden groeit stap voor stap. Het eerste hoofdstuk is we meer in detail ingelicht over de opzet van maatgevend en zal de basis bepalen voor de het toekomstige boek. Het is de bedoeling vorm van het boek. Als we met Thijs en Anne- dat álle Brabantse landgoederen, zowel die in lieke tot overeenstemming zijn gekomen over particuliere handen als van de natuurbescher- de vorm, kunnen we beginnen met de pro- ming, erin worden beschreven en in beeld ductie. Tekst en beeld worden samenge- gebracht. De teksten en foto’s zijn voor een voegd. Het eerste hoofdstuk dat wordt opge- deel al gemaakt. Als uitgangspunt wordt ons maakt gaat over landgoed Mattemburgh. Stap ‘Meierijboek’ genomen, met hetzelfde royale voor stap groeit ons aller boekwerk. Het en- formaat van 24 bij 32 cm. De verhouding thousiasme neemt toe. Wat een heerlijke tekst-beeld wordt vastgesteld op 40-60. Het verhalen, Thijs raakt maar niet uitgepraat. En aantal pagina’s zal volgen uit de omvang van wat een mooie foto’s, het is moeilijk er een de tekst. Corné van Boek|Design komt met keuze uit te maken. Het liefst zou ik ze er Brabants Landschap tot een voor beide par- allemaal wel in willen zetten. Mag het boek tijen bevredigende overeenkomst en gaat nog dikker? De laatste weken hebben we zorg dragen voor de productie, opslag, distri- bijna dagelijks contact met Annelieke en butie en verspreiding. Als de overeenkomst is Thijs, ’s morgens, ’s middags en ’s avonds. De

19 deadline nadert en de tijd begint te dringen heen natuur. Een foto die uitnodigt om bin- terwijl er nog veel moet gebeuren. Corné nen te komen bij ‘het lief en leed dat land- benadrukt dat het boek nu ondertussen echt goed heet’. Het boek wordt nu, half augustus, naar de drukker moet, maar Thijs blijft maar gedrukt. De eerste vellen van het binnenwerk schrijven en aanvullen. ‘Thijs, je moet nu echt liggen al op de drukpers. Volgende week gaan stoppen anders hebben we in septem- wordt de omslag afgewerkt: drukken, om- ber wél een boekpresentatie, maar géén plakken en stempelen. Ondertussen worden boek’. Voor de drukker werken we nu eerst de drukvellen gevouwen en genaaid tot boek- het binnenwerk helemaal af, daarna volgt het blok. Het leeslintje wordt op de rug gelijmd. ontwerp voor de omslag, waarvoor we de Daarna gaat het boekblok in de band. De meest geschikte foto selecteren. champagne staat al koud en we kunnen haast Het is er een die alles in zich heeft waar het niet wachten om het eerste exemplaar in boek over gaat: een landhuis met daarom- handen te houden en te overhandigen aan Brabants Landschap.

20 Brabants Landschap najaar 2012

21 Onbekende beelden uit vaak verborgen collecties: een terugblik

Emy Thorissen, beeld- research, conservator Brabant-Collectie - Universiteitsbibliotheek Tilburg

istorisch beeldmateriaal visuali- onderschat. Als je het goed wilt doen, is uit- seert het verleden. Tekeningen, gravures, zoeken een tijdrovende klus. Verder is het aquarellen, foto’s en (prentbrief)kaarten zaak je collecties goed te kennen. Om het fungeren als historische bronnen. Ze brengen beeld te traceren moet je soms zelfs associa- oude tijden weer tot leven en roepen vaak tief te werk gaan. Thijs is namens Brabants Hnostalgische gevoelens bij ons op. Het land- Landschap al jarenlang een ‘grootgebruiker’ goederenboek is er rijkelijk mee geïllus- van de Brabant-Collectie, maar ook de sa- treerd. Ze zijn afkomstig van particulieren menwerking met uitgever Pictures Publishers maar vooral van erfgoedinstellingen, waarvan is meer dan vertrouwd. Voor dit boek is voor- de Brabant-Collectie wel de hofleverancier is. al geput uit tamelijk recent verworven collec- Ze staan op zichzelf of worden gecombineerd ties van prentbriefkaarten, die nog niet eer- met de foto’s van Huub Smeding die de actu- der waren beschreven en gedigitaliseerd; en ele situatie op landgoederen weergeven. Het dus niet waren terug te vinden in onze beeld- bij elkaar brengen van heden en verleden banken. Onze fotograaf Paul Slot maakte er levert een absolute meerwaarde op voor de ongeveer 400 digitale opnamen van. Bij de beleving van de kijker / lezer. In dit boek zult uiteindelijke keuze door de vormgeefster u niet de geijkte, overbekende afbeeldingen sneuvelde alsnog het een en ander. Hoewel van landgoederen aantreffen. In 2011 startten het dateren van prentbriefkaarten geen mak- Thijs en ik met het selecteren van uniek, oud kelijke opgave is, lukte dat bij de meeste toch beeldmateriaal waarvan veel nog nooit eer- wel. Aspecten die daarbij hielpen waren het der is gepubliceerd. Vaak werd er pas op het formaat en de afwerking, techniek, beeldvul- laatste moment, nadat de tekst al was vol- ling, opdruk op de achterzijde (uitgever, tooid, naar gezocht. Dit werk wordt vaak drukker, fotograaf, winkelier), en cijfercodes.

22 Brabants Landschap najaar 2012

Het is gevaarlijk om af te gaan op de voorstel- Mattemburgh, Wouwse Plantage en Vrede- ling, want oude opnames zijn vaak herge- rust, maar ook De Utrecht onder Esbeek bruikt en opnieuw uitgegeven. In dat geval waren dankbare onderwerpen om prachtig kon slechts het poststempel uitsluitsel geven. en royaal in beeld te brengen. Vooral de West Brabantse buitens, zoals ‘Informal Happy go Lucky’ (‘we zien wel wat er van komt): succes verzekerd! Annelieke Kelderman, Coördinatie en beeldredactie

edio april 2009, ik weet het de Olympische Spelen hebben maar één nog goed, ik was koud een doel voor ogen: een medaille halen. Dat kan week bij Brabants Landschap, toen Thijs alleen maar door je te focussen op een doel. me zei dat we een afspraak moesten maken Sporters in teamverband voegen daar nog aan met het team van het boek. ‘Plan maar in’, toe dat ze van elkaar weten wie welke positie antwoordde ik, niet goed beseffende wat me inneemt. Ze zijn niet uit op persoonlijk Mte wachten stond. Dat hoort er immers bij gewin, maar streven een teamprestatie na. in de eerste weken, eerst eens kennismaken Marianne Vos haalt dan wel persoonlijk goud met alles wat er speelt en lopende is. Ik zat op de weg, maar zonder haar teamgenoten toen nog midden in mijn eigen scriptieperi- was ze nergens geweest. Zo ging het eigenlijk ode en dacht dat het niet erger kon worden ook met het boek. Zonder focus, discipline, dan dat. Nou, ik heb het geweten. Dit boek flexibiliteit en teamspirit was het boek er is ongeveer een scriptie, maar dan maal tien! nooit of te nimmer gekomen. We hebben er En dan heb ik zelf nog geen letter geschreven. het afgelopen jaar veel voor moeten laten. Ik heb het laatst aan mijn moeder proberen Ieder binnen ons team had zijn eigen rol die uit te leggen, toen ze me op het hart drukte: in deze ‘making of’ op persoonlijke wijze uit ‘Lieke, er is nog een leven naast je werk - de doeken wordt gedaan. In het begin ken je gezin, familie, vrienden - besef dat goed.’ elkaar nauwelijks en heerst er een zakelijke Ze had gelijk, je mag die niet verwaarlozen afstand. Maar je komt elkaar tegen, hoe dan en als smoes alsmaar aandragen dat je het te ook. Het is vallen en opstaan, voelen en ge- druk hebt. Maar ik voegde er wel de volgende voeld worden, delen en mededelen, touwtjes boodschap aan toe: een topsporter die aantrekken en laten vieren, volhouden en goud, zilver of brons haalt, krijgt daarvoor loslaten, scheppen en fijn slijpen, plannen alle waardering en begrip. De sporters op en gewoon doorgaan: kortom, de ‘informal

24 Brabants Landschap najaar 2012

happy go lucky method’. De wát voor me- het bezit, maar om het mótief. En dat laatste thode? We vroegen ons dat allemaal af, toen begrip houdt respect in voor wat ís, wás en Thijs er alle schema’s in één keer mee van tafel nog moet kómen: even stilstaan om door te veegde. Hij werkte volgens die methode en kunnen geven. Dat mag wat kosten. Bij het daarmee af. Zie een kunstenaar maar eens in lezen en bekijken van dit boek gaat er een we- een stramien te krijgen. Maar ook hij zag in reld voor u open. Een waarin je zelfs nog kunt dat ieder zijn eigen rol had en nodig was om verdwalen: ‘wauw, wat wonen we toch in een tot een eindproduct te komen. Voor mij heeft prachtige provincie’. Het zijn altijd mensen iedereen een medaille gewonnen. Het is aan geweest die zorgden voor pracht en praal; de lezer om te bepalen of het uiteindelijk maar ook voor verderf en verval. De hand van goud, zilver of brons is geworden. Zou je het de mens in de natuur, cultuur dus, is zo oud boek in geld moeten uitdrukken, dan werd als de mens zelf. Je vindt dat allemaal terug het onbetaalbaar en niet meer gekocht. Wat in dit boek. Maar ook wij nu, op dit moment, bezielt een natuurbeschermingsorganisatie schrijven geschiedenis: onze beheerders met dan om in deze tijd zo’n product te maken? hun visie in het veld, onze directie met haar Als hoofd van de afdeling voorlichting heb ik boodschap in de politieke arena en wij van de me die vraag regelmatig gesteld: kunnen we afdeling ‘voorlichting’ met het maken van dit dit verantwoorden? Gelukkig heb je nog altijd boek. Niemand neemt het meer van ons af en baas boven baas en geeft onze directeur in we hopen dat u net zo veel als wij zult genie- het redactioneel antwoord: het gaat niet om ten van ‘het lief en leed dat landgoed heet.’

25 26 Brabants Landschap najaar 2012

Het landgoed als landschappelijk fenomeen

27 Landgoed ís landschap schap werd volledig op zijn kop gegooid: de Te weinig wordt beseft welke landschappe- waterhuishouding werd aangepast, woeste lijke impact het stichten van landgoederen grond werd ontgonnen of vruchtbare land- heeft gehad. Algemeen wordt aanvaard dat bouwgrond juist bebost. Zeker in de begin- boeren via hun bedrijfsvoering over vele tijd verrezen ze op aantrekkelijke plaatsen generaties - onbedoeld - het Nederlands dicht bij de stad. Hoewel deze ontvluchtend, landschap hebben geschapen, van (veen) brachten de eigenaren met hun landgoed weidegebied tot heideveld. Het wordt onder- een stukje stad en stadse cultuur naar het hand eens tijd landgoedeigenaren daar als buitengebied. Deze ‘dubbele’ houding van tweede beroeps- of bevolkingsgroep aan toe hen die zich deze (seizoens)migratie konden te voegen, temeer omdat hun handelen wél veroorloven, laat zich makkelijk verklaren. In bewust was. Zijn landgoederen tegenwoor- het landgoed komt het beste van twee werel- dig zó sterk met het (Nederlandse) landschap den samen: enerzijds de natuur, rust en een- verweven - of zelfs het landschap gewórden voud van het platteland, anderzijds de cul- - dat hun bestaan voor ons vanzelfsprekend tuur, dynamiek en geneugten van de stad, is, bij hun stichting (van de zestiende tot waarvan men zogenaamd afstand doet (maar begin twintigste eeuw) moet de plattelander niet heus). Het verlangen naar buiten en het van toen perplex hebben gestaan. Het land- zoeken van deze combinatie bestaat al zo

28 Brabants Landschap najaar 2012

lang er stedelijke culturen zijn. Met het bou- op (algemene) acceptatie moeten wachten. wen van villa’s in het arcadische buitengebied Eind negentiende, begin twintigste eeuw hadden de Romeinen er al ‘last’ van: één zijn kwam de natuurbescherming op om te voor- met de natuur zonder afstand te doen van komen dat alle stuifzanden, heidevelden en luxe. Het laatste kreeg op ‘den buiten’ zelfs moerassen er aan zouden geloven. Het lukte een extra dimensie. deze minderheidsgroep om representatieve voorbeelden van deze landschappen veilig te Waardering alom en altijd stellen, waarvoor pas later algemene maat- Landgoederen vormen bij uitstek mooie en schappelijke waardering kwam. Met uitzon- interessante landschappen. Die waardering is dering van echte natuurkenners, hadden van alle tijden en wordt / werd algemeen maar weinig mensen er lol in om het barre geuit, van hoog tot laag. Wilden de stichters stuifzand te betreden of een verzengend hete schoonheid scheppen, die werd door bezoe- heidevlakte over te steken; laat staan een van kers van meet af aan ook daadwerkelijk inge- kwade dampen vergeven moeras in te trek- zien. Hoewel gesticht als elitair vermaaks- ken. Maar door de kleinschalige afwisseling oord, vormden ze (in veel gevallen) al snel de van open en besloten ruimtes, te weten speeltuin van het grote publiek. Onze halfna- vruchtbare landouwen en hoopopgaand bos, tuurlijke landschappen hebben veel langer dit alles doorsneden met lommerrijke dreven

29 - kortom goedeconomie te dragen. Het dierbaar goed de gelij- uit financiële nood verkopen, is voor eigena- kenis ren een schrikbeeld. Wanneer een landgoed- met het eigenaar geen opvolger had of wanneer zijn Paradijs, kinderen geen interesse toonden in opvol- de Hof van ging, gingen de afgelopen decennia veel Eden - heb- landgoederen over naar natuurbescher- ben landgoe- mingsorganisaties. Dit was in zoverre geen deren altijd de ramp, omdat deze instanties de landgoede- volle waardering geno- ren doorgaans in dezelfde geest bleven behe- ten die hen toekomt. Hoe anders verging het ren, met veel respect voor cultuur en land- dat andere afwisselende landschap, het arca- schap. De laatste jaren zien we een kentering dische kleinschalige coulissenlandschap. ten goede. De particuliere landgoedeigenaar Ondanks de grote mate van gelijkenis werd wordt steeds inventiever in het genereren van dat vanaf de jaren ’30 in ruilverkavelingsver- alternatieve inkomsten uit het landgoed; in band bijna overal in ons land en vooral in het vinden van wegen om zijn landgoed Brabant rücksichtslos opgeruimd. Kwam dat duurzaam te exploiteren, zonder afbreuk te misschien omdat het hier boerenland gold, doen aan cultuur en natuur daarop. (Dat zou en dus niet het waardige en individuele stem- immers neerkomen op het slachten van de pel van ‘landgoed’ droeg? De ruilverkavelin- kip met de gouden eieren.) Met name op het gen spaarden de landgoederen, maar daar- vlak van de recreatie en de verbouw van buiten moesten de houtwallen, grillige per- streekproducten worden initiatieven ont- ceelsranden en solitaire bomen er aan gelo- plooid die een hele regio een aantrekkelijker ven. aanzien geven. En de streekeconomie krijgt er een belangrijke impuls door. Gelukkig Doé er wat mee! wordt steeds meer beseft dat landgoederen Ook de toekomst van landgoederen lijkt het gezicht zijn van een streek; of dat anders verzekerd. De meeste liggen er goed bij, niet kunnen worden. De tijd lijkt rijp om het land- eens zozeer door het beleid van de overheid, goed - net als bos, heide en ven - op te ne- maar door de tijd en het geld die eigenaren men in de ‘canon’ van Brabant. Dit boek en andere betrokkenen er van oudsher - en hoopt daaraan een bijdrage te leveren. nog steeds - insteken. De wereld van het Op de achterkant van de aan dit blad toegevoegde flyer landgoed kent een lange traditie van zorgvul- staat een grote overzichtskaart met alle landgoederen dig omgaan met het landschap. Het onder- in Brabant. Daaruit blijkt onmiddellijk dat ze niet op houden van een landgoed is duur. De drie zichzelf staan, maar ruimtelijk en/of historisch met klassieke peilers landbouw, bosbouw en andere samenhangen. Er zijn 9 clusters van landgoede- jacht voldoen al lang niet meer om de land- ren te onderscheiden. We lopen ze even na.

30 Brabants Landschap najaar 2012

Waar liggen de landgoederen?

1 De Brabantse Wal mentaliteit hartstikke ‘bels’ zijn. En ook de stad Bergen op Zoom heeft een weinig Ne- Verbelgd, niet verbolgen derlands karakter. Een algemene voorwaar- Opvallend is dat 11 van de 13 landgoederen de voor het stichten van een landgoed is dat in deze regio werden gesticht door of op een de landschappelijke uitgangssituatie al gegeven moment in handen kwamen van mooi moet zijn. Nou, dat is in dit heuvelach- Belgen. De bloei van de Antwerpse haven in tige gebied in extremis het geval. De land- de negentiende eeuw kende geen grenzen, goedeigenaren hebben hier het ‘geacciden- kennelijk ook niet in letterlijke zin. Dat zo- teerde’ karakter zelfs nog ‘geaccentueerd’. veel grond op Nederlands grondgebied in Er werden letterlijk fantastische ruimtes in- Belgische handen kon vallen is mede op- gericht en de eigenaren waren niet onwillig merkelijk, omdat beide landen nog maar om daar anderen van te laten meegenieten. kort tevoren in staat van oorlog met elkaar Je kunt zelfs zeggen dat de Belgen de Bra- verkeerden (1830-39). In deze hoek van Bra- bantse Wal hebben ‘verzwitserd’, de omge- bant was de strijdbijl kennelijk al snel begra- ving van Bergen op Zoom een nog buiten- ven. Of heeft nooit zoveel animositeit te- landser karakter hebben gegeven. Wordt genover elkaar bestaan. Dat geldt nog Zuid Limburg wel eens gezien als ons (Ne- steeds. Wie de regio een beetje kent, zal di- derlandse) ‘eigen kleine buitenlandje’, het- rect beamen dat inwoners van dorpen als zelfde kan gezegd worden van de Wal voor Ossendrecht en Hoogerheide qua leefstijl en Brabant.

31 2 Tussen Roosendaal aard der zaak sluit een frivole landgoedaan- leg namelijk eerder aan bij een afwisselende en Breda bodemsamenstelling, zoals in en aan beek- dalen. De landgoederen hier deden er dus Turf was hier de smurf langer dan elders over om te rijpen, maar dat In deze omgeving werd het veen veel eerder is ze op een gegeven moment toch aardig vergraven dan in de veel bekendere Peel in gelukt. Oost Brabant. Men begon in 1400 en om- streeks 1750 was alles al op. Voor het trans- port naar de steden werden turfvaarten ge- 3 Rond Breda graven, de voornaamste was de ‘Turfvaart’ uit 1620 naar Breda. De turf ging er heen als ‘Als gulden al de lanen zijn / Hoe brandstof voor huishoudens en brouwerij- zullen dan de zalen zijn / Van het en. Omdat mensen ook toen al erg econo- Hemels Paradijs’ misch waren ingesteld, keerden de schepen De directe omgeving van Breda is nou nog naar de te vervenen gebieden terug met eens een echt landgoederenlandschap. His- stadsmest. Al doende werden hier ‘turfland- torisch geograaf Karel Leenders komt in een goederen’ gesticht, waarvan de landschap- reconstructie tot het getal van 60, waarvan pelijke inrichting veel rationeler - meer recht een deel verdwenen is - letterlijk van de kaart toe recht aan - werd opgepakt dan bij de - een ander deel nog slechts fossiel aanwezig speelse landgoederen (direct) rond Breda, is, maar een groter deel nog springlevend Bergen op Zoom en Vught het geval was. Dit overeind staat. Daarvan worden er in dit had te maken met de meer schrale, eenzij- boek 23 behandeld. Voor een belangrijk deel dige en onvruchtbare ondergrond. Uit de bepalen ze het waardige, rijke en chique ka-

32 Brabants Landschap najaar 2012

rakter van de (directe) omgeving van Breda. De landgoederen waren ruimtelijk zowel op de stad als op elkaar gericht. En dat gold in sociaal opzicht ook voor de landgoedeigena- ren. Om de band met de stad te onderstre- pen, werden dreven aangelegd die er als zichtassen op waren gericht. Men was de stad weliswaar ‘ontvlucht’, maar wilde er toch innig mee verbonden blijven. Dat was mede om banden van persoonlijke aard, want de nieuwe landgoedeigenaren bleven in wezen stadse figuren. Dat wilden ze laten zien ook. Als herkenningspunt aan de hori- zon werd in 17 gevallen gekozen voor de bij- na 100 meter hoge toren van de Grote Kerk van Breda, in 5 voor de kerktoren van Prin- cenhage, in vier maal 2 die van Bavel, Chaam, Meer en Meerle en in één geval voor die van Rijsbergen. Dan was het vanaf de vijftiende eeuw ook nog eens een goed Bredaas ge- bruik om openbare wegen met bomen te omzomen. En omdat de heer van Breda daar- bovenop dreven aanlegde tussen zijn land- goederen en de stad, en de ‘gewone’ land- goedeigenaren naar deze dreven weer oprijlanen, ontspon zich een steeds dichter web aan lanen. En dat allemaal binnen een afstand van 5 km van de (huidige) stadsrand. De hechte band met de stad en elkaar kon landschappelijk niet sterker tot uitdrukking worden gebracht. Dit innige net heeft in be- langrijke mate bijgedragen aan de roem van de omgeving van Breda als aangenaam oord. Het chauvinisme van Bredanaars in het alge- meen en ‘Ginnekenezen’ in het bijzonder is ergens dan ook wel te begrijpen. Het zit diepgeworteld.

33 4 Langstraat e.o. ontstaan te danken aan vervening. Cruciaal was het graven van de ‘Bossche Sloot’ aan het Ook hier verdwenen venen einde van de veertiende eeuw. Deze turfvaart, Dit gebied dat zich hemelsbreed uitstrekt fossiel nog herkenbaar in het bos van Plant- tussen ‘Den Berg en Den Bosch’ (Geertrui- loon, vertrok vanuit het gebied rond het dorp denberg en ’s-Hertogenbosch) wordt in het De Moer en voorzag onze hoofdstad van noorden begrens door rivier- en zeeklei en in brandstof, waarna zich op de kale bodem het zuiden door zandgrond. Het was een heide vestigde. Het lijkt allemaal een beetje veengebied dat al vanaf de Middeleeuwen op het verhaal over de landgoederen tussen werd ontwaterd door vanaf de hogere randen Roosendaal en Breda, zij het dat men hier sloten te graven. Daarna volgde de ontgin- veel eerder uitgemoerd was. ning van de langgerekte tussenliggende per- celen, de ‘slagen’. Dit ontginningspatroon is nog fraai in het landschap te herkennen rond 5 Rond Tilburg dorpen als Sprang-Capelle, Waspik en ’s Gra- venmoer. Maar voor de goede observant zijn Onsamenhangend samenhangend er buiten deze kern meer sporen van verve- Hoewel Tilburg pas veel later dan Breda en ning te ontdekken, ook op de kaart. Het Den Bosch uitgroeide tot een belangrijke stad veengebied moet van origine veel groter zijn en er lange tijd ook veel minder notabelen en geweest dan algemeen gedacht. Het Kasteel rijken te vinden waren, doet het aantal land- van ‘Dussen’, een voormalig veenriviertje, lag goederen in deze regio niet onder voor dat in erin. (De Bergsche Maas is pas gegraven in andere. En dat geldt al helemaal niet voor 1904 en geen natuurlijke grens.) En in zuide- hun gezamenlijke oppervlakte! Het was een lijke richting hebben landgoederen, die nu verrassing om vast te stellen dat ook de ‘Krui- worden geacht op zandgrond te liggen, hun kenstad’ een eigen, min of meer samenhan-

34 Brabants Landschap najaar 2012

35 gend landgoederenlandschap kent. Lange het dialect beamen dat het publiek er voor tijd beschouwd als het lelijke eendje onder 90% uit Tilburgers bestaat. ‘Natuur is heel de Brabantse steden - nou ja, meer een sa- mooi, maar je moet er iets bij te eten en te menhangend geheel van dorpen - kreeg Til- drinken hebben’: nergens sterker dan hier burg al in 1710 van de heer van Tilburg zijn word je geconfronteerd met die typisch zui- eigen sterrebos. Het stichten en uitbouwen delijke instelling. van landgoederen was in deze regio echter vooral te danken aan de ontginningsactiviteit van (textiel)fabrikanten in de negentiende en 6 Rond Den Bosch en twintigste eeuw, toen Tilburg een industriële vlucht nam en er derhalve een groep van Vught … kapitaalkrachtigen ontstond. Ze belegden in woeste grond, bebosten deze en ontvingen … zoals Parijs en Versailles er hun jachtvrienden. De adel is hier gewoon De carnavalsnaam voor Den Bosch luidt ‘Oe- grotendeels overgeslagen. Het (verreweg) teldonk’, te herleiden tot ‘oetel’, een kikker, grootste landgoed in de regio, De Utrecht en ‘donk’, wat staat voor een zandige opdui- met 2600 hectare (26 km²), was een initiatief king in een moerassig terrein. Aan deze geo- van levensverzekeringsmaatschappij ‘De grafische ligging dankt onze provinciehoofd- Utrecht’, uit de gelijknamige stad. Er werden stad zijn voormalige strategische ligging. Ze boeren uit Zeeland geplaatst omdat men ligt aan een soort ‘delta’, een punt waar veel weinig fiducie had in de conservatieve Bra- Brabantse beken vanuit het zuiden samenko- bantse boertjes. Er werd een vakantieverblijf men vóór ze als Dieze gezamenlijk verder gesticht voor de eigen werknemers, die als gaan naar de Maas. Eeuwenlang gaven de enigen ook mochten zwemmen in het ven De beken wateroverlast en deden ze het gebied Flaes. Een wezensvreemd element in deze ten zuiden van de stad grote delen van het Brabantse, Tilburgse regio zou je denken; jaar blank staan. Te midden daarvan zaten de maar niets is minder waar. De band met Til- Bosschenaren veilig hoog en droog op hun burg werd in de loop der tijd alleen maar donk. Daaraan kwam een einde in 1629, toen sterker. Vanaf 1935 werden er de jaarlijkse Frederik Hendrik, met behulp van de genie, hogeschooldagen gehouden, bijeenkomsten een nieuw legeronderdeel, het Bossche van professoren en (oud-)studenten van deze Broek wist leeg te malen en de stad in te ne- voorloper van de Universiteit van Tilburg. men. De zekerheid van de ‘splendid isolation’ Voor de jaarlijkse boomplantdagen - de eer- was verdwenen en tegen het broek werd nu ste in Nederland - werden schoolkinderen uit heel anders aangekeken omdat men er zo Tilburg ingezet. En wie neerstrijkt op de ter- weinig mee aankon, bouwen bijvoorbeeld. rassen van ‘uitspanning ‘De Bockenreijder’, Vught werd dé trekpleister voor naar rust en sinds 1930 in vol bedrijf, moet afgaande op ruimte snakkende, welvarende Bosschenaren

36 Brabants Landschap najaar 2012

37 voor wie de stadsommuring te verstikkend, die hier hun prachtlievendheid en/of interes- de stad te overbevolkt en de Binnendieze te ses botvierden. Vergelijk het een beetje met stinkend werd. Vught daarentegen bood de relatie tussen Versailles en Parijs. bijna alles wat de stad niet had. Geen wonder dat men hier zijn toevlucht nam en grond kocht om er een buitenhuis te bouwen voor 7 Land van Cuijk permanente of periodieke bewoning. Het mes sneed aan twee kanten: de Bosschenaren De Maas de baas profiteerden van het buitenleven, maar kon- Afgaande op het ontstaan van de landgoede- den zich in geval van nood snel terugtrekken ren in deze regio en hoe het hen verder ver- achter de ‘veilige’ muren van de nabij gele- ging, zou je kunnen zeggen dat het Land van gen vesting. Aldus verrezen er in Vught, te- Cuijk er altijd maar een beetje bij heeft ge- midden van prachtig aangelegde parken, de hangen; niet typisch Brabants was. En inder- meest schitterende villa’s en buitenplaatsen. daad, het is altijd een speelbal geweest tus- Vught kende lange tijd een lineaire structuur. sen Brabant, Holland, Gelre en Duitsland, tot Rond 1800 kreeg het de vorm van een gelijk- de laatste wereldoorlog aan toe. En voor de benige driehoek, met in de top de oude kern boodschappen in de grote stad gaan de inwo- van de gemeente. Van daaruit liepen de ners nog altijd naar Kleef of . En steenwegen naar respectievelijk Tilburg en voor het streeknieuws lezen ze de krant uit Eindhoven. Deze driehoek vulde zich geleide- die laatste plaats. Gezien de ligging in het lijk helemaal op met buitens. Het is het land- noordoosten van de provincie hadden we goederenlandschap rond Vught maar van voor dit boek aansluiting kunnen overwegen Den Bosch geworden. Het waren immers de bij de Peel. Dat is niet gedaan omdat de land- bestuurders en nieuwe rijken uit deze stad goederen in het Cuijkse van véél oudere da-

38 Brabants Landschap najaar 2012

tum zijn. En zoals het oude eerbiedwaardige Spoorlijnen werden doorgetrokken naar de landgoederen betaamt, liggen ze op veel Pacific, waarna de onafzienbare prairies wer- betere grond. In de beginsituatie was dat den herschapen in zeeën van graan. Onge- moeras, waar het wemelde van het wild en de veer rond dezelfde tijd, eind negentiende, heren van Cuijk graag kwamen jagen. Zowel begin twintigste eeuw, werden in het Wilde de vruchtbaarheid als het waterige karakter Oosten van Brabant grote oppervlakten hadden te maken met de nabijheid van de hoogveen en heide aangekocht van noodlij- Maas. Die gaf en nam: rivieren zijn net als de dende gemeenten, zeg maar de ‘stammen’. zee. De vruchtbaarheid kwam door het afzet- Ook hier was de einder ver, lag het ontgin- ten van slib, het gevaar van overstromingen. ningstempo hoog en kwam het geld voor de exploitatie van lieden (ver) buiten het gebied zelf; die er trouwens niets mee hadden. Niet 8 De Peel de schoonheid van het landschap trok hen aan, maar de lage grondprijs. Overigens Het Wilde Westen van het Oosten moést het geld wel van elders komen, want De landgoedstichters hier waren nog eens net zo min als de indianen kon je de oor- échte pioniers, onverschrokken avonturiers spronkelijke Peelbewoners kapitaalkrachtig vol ondernemingszin. Want het begrip pio- noemen. Lagen de eerder in dit boek behan- nier is toch vooral tot ons gekomen via verha- delde landgoederenlandschappen rond his- len over cowboys en gelukszoekers uit het torische steden waar het voor een ontwikkeld Wilde Westen van Noord Amerika. Zij waren en vermogend persoon goed toeven was, slechts de ‘soldaten’ van de openlegging van hier lag zelfs nog geen ‘spookstadje’ - om de het nieuwe continent, achter hen zaten kapi- vergelijking met het Wilde Westen door te taalkrachtige bazen, de échte ondernemers. trekken - maar op zijn hoogst een plaggenhut

39 40 Brabants Landschap najaar 2012

waar zelfgestookt ‘vuurwater’ werd geschon- als laatkomers veel voor de Eindhovense be- ken. Het stichten van een landgoed in deze volking hebben betekend, ook op het vlak van godvergeten negorij moét wel voorbehou- groenvoorziening. Maar hun enige echte den zijn geweest aan echte doorzetters. En landgoed, De Wielewaal, dat helemaal binnen dat waren het ook, hoewel ze zeker de eerste de bebouwde kom kwam te liggen, bleef altijd jaren (of decennia) buiten de grenzen van de hermetisch afgesloten voor het publiek. Ko- Peel bleven wonen. Tot de boel ‘af’ was, want men we tenslotte uit bij de heerlijkheid Heeze het werk werd natuurlijk uitbesteed aan een en Leende, dat 100 jaar geleden nog een op- deskundige maatschappij. Een groep van pervlakte besloeg van 5500 hectare (55 km²), vermogende niet-Brabanders gaf een door groter dan menig Nationaal Park tegenwoor- hen bijeengekocht gebied van 3800 hectare dig. Er gebeurde hier van alles, maar het voor- (38 km²) in handen van de Heidemij en haar naamste om voorlopig te onthouden is dat de opdracht mee er iets moois van te maken: het laatste en nog zittende geslacht, Van Tuyll ‘heren we hebben alle vertrouwen in jullie.’ van Serooskerken, een bijzondere interesse aan de dag legde voor (het kweken van) vis. Dat werd in eerste instantie gevangen op 9 Rond Eindhoven eigen terrein, in de vennen van de uitgestrek- te Strabrechtsche Heide, en in tweede instan- Kastelen, Philips en vis tie in speciaal aangelegde visvijvers aan de De landgoederen rond Eindhoven hangen Tongelreep. Door verkoop in de jaren ’20 veel minder met elkaar en de centraal gelegen kwamen deze te liggen op een nieuw land- stad samen dan die in de eerder behandelde goed, Valkenhorst. En als je weet dat op ’s regio’s doen. Het is moeilijk onder hen een Heerenvijvers onder al eind zeven- gemene deler te herkennen; of het moet het tiende eeuw visvijvers gereed kwamen, be- hoge aantal kastelen zijn. Ze stammen alle- grijp je de ondertitel een stuk beter. maal uit de (late) middeleeuwen, maar had- den opnieuw niets met Eindhoven te maken, terwijl de kastelen rond Breda en Den Bosch 10 Nieuwe wél op hun stad waren gericht. Hoewel om- wald, is Eindhoven natuurlijk heel lang onbe- Landgoederen duidend gebleven; eigenlijk tot de vestiging, (deze liggen verspreid over de provincie en opkomst en bloei van Philips vanaf 1890. De dus niet in een cluster) afwezigheid van eerst een bestuurlijke en later industriële bovenklasse - potentiële land- Zo goed als oud goedstichters - verklaart natuurlijk alles. Land- Brabants Landschap, het Brabants Particulier goederen sticht je namelijk met geld. Het Grondbezit en de Provincie maken zich hard moet gezegd dat leden van de familie Philips voor de stichting van nieuwe (particuliere)

41 landgoederen. Sommigen beoordelen het als pen decennia door verkoop in handen van ‘elitair’ en hebben er bezwaar tegen dat alleen natuurorganisaties vielen (maar in dezelfde mensen met veel geld kans krijgen om te geest beheerd bleven), vertegenwoordigen bouwen in het buitengebied. Anderen heb- alleen al in onze provincie een oppervlakte ben problemen met nieuwe niet-agrarische van vele tienduizenden hectaren. En qua na- activiteiten en belangen in het landelijke tuur- en landschapsbeleving behoren ze tot de gebied. Toch verdient deze ontwikkelingspla- crème de la crème. Waarom dan niet, met het nologie een eerlijke kans, zeker gezien de oog op de toekomst, dit areaal uitbreiden grote actuele betekenis van de ‘oude landgoe- door nieuwe rijken en met eigentijdse midde- deren.’, waaruit veel van onze huidige natuur- len? Bij de ontwikkeling van nieuwe landgoe- gebieden bestaan. Tientallen tot honderden deren speelt het Coördinatiepunt Landschaps- jaren geleden werden ze aangelegd door de beheer van Brabants Landschap een belang- toenmalige rijken. Je kunt dit gezien tegen de rijke rol. Initiatiefnemers weten vaak niet toenmalige sociale achtergronden ‘oneerlijk’ welke wegen ze moeten bewandelen om de vinden, maar hun voormalig grondeigendom ambtelijke molens te passeren - of ze haken vervult vandaag de dag, voor zover openge- halverwege gedemotiveerd af - terwijl er bij steld, een belangrijke maatschappelijke func- het Coördinatiepunt veel expertise aanwezig tie. De landgoederen die in particuliere han- is op dat vlak: het is hun vak. den bleven, opgeteld bij die welke de afgelo-

42 Brabants Landschap najaar 2012

Logisch, die logo’s Ook planten en dieren weten zich op landgoederen te onderscheiden

Aan ieder in dit boek beschreven landgoed is mels die de maatschappij voor hen overliet. een logo toegevoegd, dat een voor het ge- Het niet ontbreken aan werklust bracht hen bied karakteristieke soort plant of dier voor- tot allerlei activiteiten die arbeidsintensief stelt. Hij kan er de bezoeker direct opvallen, waren maar nauwelijks geld opbrachten. Ze een verborgen bestaan leiden - maar er wel hadden geen andere keus. Het dorp werd al degelijk zitten! - of er in historische, poëti- voor dag en dauw verlaten, te voet of met de sche of taalkundige zin mee te maken heb- hondenkar. Vóór met plukken mocht worden ben. We gingen bij onze keuze niet over één begonnen, moest bij de boswachter eerst nacht ijs en pas na afronding viel ons hun voor f 0,25 een vergunning worden gekocht. ‘typische’ landgoedkarakter op. In hun uiter- Direct na zonsopgang werd begonnen. De lijk of gedrag zijn het opvallend vaak ‘def- oudste kinderen moesten bijspringen, de tige’, zo niet ‘gewichtige’ allerkleinsten werden tussen de varens te soorten, hoe alledaags slapen gelegd. Om 10.00 uur werden de pluk- ze in het algemeen kers er door een omroeper op geattendeerd ook kunnen zijn. dat de bessen op de stoep van café Het Anker konden worden geveild. De opbrengst be- Het logo van de droeg gemiddeld f 2,50 per ‘kop’, dit is 5 liter. Oude Buissche Na verkoop werden de bessen overgeladen in Heide (Zun- grote manden en afgedekt met adelaarsva- dert) is een rens of ‘vlanders’. De Heikenaren verdienden blauwe bosbes. er nog te weinig mee om in het café een Deze keuze glaasje limonade te kopen. De bessen wer- verwijst naar het den doorverkocht tot helemaal in plukken in juni van Engeland. ‘klokkebaaien’ ofwel bosbessen op dit land- Het logo van de nabijge- goed. Het gebruik kwam op aan het einde legen Oude Buissche van de negentiende eeuw en duurde tot de Heide behelst een jaren ’60. De plukkers kwamen met name uit braam. Dat heeft het Heike, de oude benaming voor Sint Wil- deze vrucht te dan- lebrord. Hun zwakke sociaal economische ken aan Richard positie noodzaakte hen te leven van de krui- Roland Holst, die

43 hier eerste helft twintigste eeuw leefde met Omdat de zijn vrouw Henriëtte, de beroemde politica wolf al en religieus socialiste. Hij schreef er onder lang niet andere ‘Overpeinzingen­ van een bramen­ ­ meer in zoeker’ (1923), waaruit een citaat: Een plomp in Nederland ‘t water, een visch? Neen, een overrijpe braam, ik zie voorkomt haar liggen, donker en zwaar, terwijl boven haar de (men ver- waterrimpels­ verglijden. In trossen hangen de bramen, wacht hem de volrijpe, de glanzend prachtige vlak boven ’t water, overigens al net daar waar je ze niet plukken kunt, de struiken zijn weer snel aan onze verder leeggeroofd, zeker door die mooie vuile meisjes, oostgrens), lijkt de keuze die op bloote voeten liepen, en liedjes zongen die ik als logo voor Wolfslaer (Bavel) een onnozele, dacht dat ze hier op de heide niet kenden. Duidelijk is maar niets is minder waar. Het bood ons dat deze ‘man van zijn vrouw’ de Buissche namelijk de kans eens nader in te gaan op de Heide zag als een onbezoedeld Arcadië, waar herkomst van deze toponiem. ‘Wolfslaer’ nog ‘edele wilden’ - de ondeugende, half- bestaat uit de elementen ‘wolf’ en ‘laar’. Over naakte meisjes - leefden. het laatste kunnen we kort zijn: ‘laar’ is een open plek in het bos, ontstaan door rooiing. Het logo van de Pannenhoef (Rijsbergen) is ‘Wolf’ is razend interessant voor plaatsnaam- het veenpluis. Vóór de drooglegging eind kundigen omdat het zoveel kan betekenen. jaren ’30 van het eertijds uitge- Ten eerste het bekende dier, ‘canis lupus’, strekte ven ‘De Lokker’ waar je altijd goed voor op moet passen. Ten groeide genoemde plant tweede een persoons- of familienaam. Ten hier nog met hele vel- derde een misdadig mens die door moord de den, wat extra opviel vrede heeft verstoord en daarom vogelvrij is door de wapperende verklaard (wat door zijn verscheurende aard pluizen, die de men- de wolf ook is). Ten vierde een draaikuil in sen als het ware het water als afgeleide van het werkwoord leken te ‘lokken’: ‘wolven’ of ‘wentelen’. Ten vijfde een uit- vandaar de streek- einde of grensafbakening bij laaggelegen naam ‘lokke’ voor de plaatsen. De laatste en voorlaatste betekenis plant en Lokker voor het snijden in dit geval het meest hout. Het land- ven. Overigens komt de goed wordt, met een wijde boogvorm, be- plant er nog steeds voor, zij grensd door de Bavelsche Leij. En Wolfslaar het niet in zulke hoge aantallen als lag vanouds in een grensgebied, weliswaar weleer. niet qua rechtspraak maar wel in landschap- pelijk opzicht: op de overgang van heide naar

44 Brabants Landschap najaar 2012

goede cultuurgrond. Heeft het roofdier dus dreigde te wor- niets met dit landgoed van doen, het glas-in- den verkaveld loodraam met daarin een wolf was te mooi en te worden om te negeren. opgeofferd aan villa- Voor de Oude Warande (Tilburg) viel de keuze bouw, greep op de Siberische grondeekhoorn: een intik- de ‘Vereni- kertje, want het is de enige ging tot Be- plek in Nederland waar houd van Na- je deze exoot kunt tuurmonumen- bewonderen. Dat ten’ in met lande- we deze guitige lijke inzamelingsacties rakker hier om het gebied aan te kopen. Dat deze vrolijk kunnen slaagden, was vooral te danken aan de wijze zien rondren- waarop Thijsse de bevolking via de pers wist nen, hebben te ‘sensibiliseren’. we nog te dan- ken aan de Til- Voor het grootste Brabantse landgoed, De burgse dieren- Utrecht, was er keuze te over. Je vindt er nog tuin, die hier van prachtige jeneverbesstruwelen (voor Brabant 1932 tot 1973 in de een bijzondere soort), de zeldzame gladde nabijheid was gevestigd. Bij slang kruipt er nog rond en het ratelt er op het faillissement werden alle dieren ver- zwoele zomeravonden van de nachtzwalu- kocht, waarbij de ondergronds levende eek- wen. Toch viel de keuze op de doodgewone hoorns werden vergeten. Na het verdwijnen huismus. Waarom? De meeste bezoekers van van hun gevangenis kwamen ze tevoorschijn dit landgoed zullen hun wandeling beginnen om voortaan in vrijheid van hun bestaan te of eindigen met een bezoek aan het terras genieten. van uitspanning ‘De Boc- kenreijder’. En daar In afwijkende gevallen werd als logo niet wemelt het, mede gekozen voor een plant of dier, maar voor dankzij een ou- een persoon die een opmerkelijke rol speel- derwetse over- de in de geschiedenis van het landgoed. Voor kapping met de Hondsberg, waaruit later de ‘Oisterwijkse balen stro, Bossen en Vennen’ zijn ontstaan, viel de van de mus- keuze op Jacobus Pieter Thijsse. Toen dit sen. Hun ge- prachtige landgoed in de jaren ’20 en ’30 tjilp is er niet

45 van de lucht en er wordt neergestreken op de bijen inspecteerde, hoorde hij uit een van de vele tafeltjes waar ze iets hopen te vinden korven zoet gezang komen waarop hij de korf van wat bezoekers achterlaten. omkeerde. Tot zijn stomme verbazing be- Dan is hij toch het wilde dier vond zich daarin een kercken ende twee klooster- dat na een bezoek het mees- kens, seer wonderlyck gewrocht van het alderwitste te bijblijft? Bovendien was. Het verhaal ging snel de ronde en kwam mag de mus symbool ook de Bossche weduwe Milla van Kampen staan voor de huiselijke, ter ore. Zij was al enige tijd van plan een familiaire sfeer op dit klooster te stichten en wist nu dat dit moest landgoed. gebeuren op Coudewater.

De keuze van de honing- Het is duidelijk, soms ligt de keuze voor de bij voor Coudewater had hand en in andere gevallen zit er een verhaal alles te maken met een oude achter. De keuze kan soms zelfs aanvechtbaar legende. Over de stichting van zijn, maar laat de lezers dan maar met andere dit landgoed (als klooster) bestaat opties komen. Dat houdt de verwondering een wonderlijk verhaal. Begin vijftiende over de levende have op onze landgoederen eeuw had ene Peter de Gorter op deze plek in stand. een bijenstal. Toen hij op een nacht (!) zijn

46 Brabants Landschap najaar 2012

Ontwerp en opmaak x-hoogte, Tilburg Linda van Eijndhoven

Grafische productie Croon Litho & Druk, Esch

Papier Revive 75 75% gerecycled; 25% nieuwe vezel, fsc gecertificeerd

Fotografie Alle afbeeldingen in het binnen- en buitenwerk zijn van Huub Smeding, met uitzondering van: Uitgeverij Nieuwland: p. 15, 16 Henk Kuiper: p. 41 Jelger Herder, Buiten-Beeld: p. 43 Archief Natuurmonumenten: p. 43 Harry Fiolet: p.44

47 natuur dichtbij huis

Brabants Landschap48