Holocaust Massale Moord Op De Europese Joden
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 Holocaust Massale moord op de Europese Joden Door Dr. Dieter Pohl Uitgeverij Everbum Laren N.H. 2005 STICHTING DE GIHONBRON MIDDELBURG 2019 2 Inhoud Inleiding 1. Het begin 2. De vervolging van de Joden uit Midden-Europa tot 1939 3. Onderdrukking en isolatie in Europa tot aan de zomer van 1941 4. Vernietigingsoorlog in de Sovjet-Unie, 1941 5. De weg naar de Endliisung, 1941-19421 6. Massamoord in Polen 7. De vernietiging van de Joodse gemeenschappen in de Sovjet-Unie, 1942-1943 8. Het Duitse Rijk en het Protectoraat 9. Vernietiging in Europa, 1942-1944 10. Hongarije — een geval apart 11. Joden vervolgd 12. De daders 13. Collaboratie in het buitenland 14. De toeschouwers 15. De betekenis van de concentratiekampen na 16. Dodenmarsen 17. Gevolgen 18. Tot slot Chronologie holocaust Literatuursuggesties Over de auteur Voor Theresia Oorspronkelijke titel Holocaust. Die Ursachen — das Geschehen — die Folgen Pohl, Holocaust © Verlag Herder Freiburg im Breisgau, 2e druk 2001 Nederlandse vertaling © 2005 Uitgeverij Verbum en Erika Venis Ontwerp omslag: www.quasigrafisch.nl Foto omslag: © AKG-Images GmbH, Berlijn Vormgeving: Mirjam Roest, Quasi Grafische Producties Druk: Koninklijke Wöhrmann, Zutphen Meer informatie over Verbum Holocaust Bibliotheek: www.verbum.nl Deze diep-ontzagwekkende publicatie wordt mede gepubliceerd door de Stichting Gihonbron vanwege de ontkenning van de Holocaust die zich allerwege openbaart. Deze houdt niet alleen een ontkenning in maar indirect een instemming. www.theologienet.nl 3 Inleiding De geschiedenis van de massamoord op de Europese Joden is geen gemakkelijk onderwerp. Geen historicus zal durven beweren dat hij de menselijke aspecten van deze gebeurtenissen kan bevatten. Bovendien stuit de onderzoeker op alledaagse problemen, waardoor het nog moeilijker wordt om alle aspecten van het onderwerp te overzien. Deze volkenmoord, die zich in niet minder dan zeventien Europese landen (en delen van Noord- Afrika) afspeelde, is in alle opzichten uiterst complex. Miljoenen mensen waren erbij betrokken of werden meegesleurd in de draaikolk van gebeurtenissen, en dan gaat het niet alleen om de miljoenen slachtoffers. Dit alles staat buitengewoon goed beschreven in de monumentale werken van Raul Hilberg, Leni Yahil en talloze anderen. De meeste van die boeken zijn diepgaand, lijvig en wetenschappelijk van aard. Het doel van dit boek is juist een breed publiek een kort overzicht van de gebeurtenissen te geven. Om dit te bereiken, is het onvermijdelijk dat bepaalde onderwerpen zwaarder belicht worden. De nadruk in dit boek ligt daarom op de periode vanaf het begin van de Duitse aanval op de Sovjet- Unie — in de zomer van 1941 — tot aan de laatste dagen voor de Duitse capitulatie. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan de landen waaruit de meerderheid van de slachtoffers afkomstig was: Polen, de Baltische staten en Rusland, maar vooral Hongarije en Roemenië. De Joden uit deze landen vormen samen ongeveer vijf van de bijna zes miljoen doden. Naar de geschiedenis van de Jodenvervolging in het Duitse Rijk tot aan 1941-1942 en in West- en Zuid-Europa is daarentegen meer onderzoek gedaan en hierover is dus ook meer bekend. Het tweede doel van dit boek is dan ook enkele onbekende aspecten van deze afgrijselijke gebeurtenissen nader te belichten. Sinds 1944 zijn elk jaar memoires van overlevenden verschenen, naar het wetenschappelijk onderzoek naar de volkennroord heeft zich in een golfbeweging ontwikkeld. In de eerste jaren na de oorlog verschenen veel belangrijke werken, die nu echter nauwelijks nog bekend zijn; de meeste van deze boeken waren van Joodse schrijvers. In de jaren '50 viel het een beetje stil rond het onderwerp, alleen in Polen en Israël bleef de wetenschappelijke interesse bestaan, al nam deze in Polen geleidelijk af en in de Joodse staat juist toe. In 1961 werd het onderzoek nieuw leven ingeblazen dankzij het proces tegen Eichmann. Er kwamen diverse belangrijke werken uit, waarvan de belangrijkste ongetwijfeld Destruction of the European Jews is van Raul Hilberg. Ook verschenen er steeds meer boeken van schrijvers die niet persoonlijk met de Joodse tragedie te maken hadden gehad, waaronder ook veel boeken uit de Bondsrepubliek. De laatste golf van publicaties kwam eind jaren '70 op gang en deze is tot heden nog niet weggeëbd. Wereldwijd ontstond grote belangstelling voor de geschiedenis van de Jodenmoord. In Duitsland kreeg het noodlot van de Joodse gemeenschappen ruim aandacht en ook in de rest van Europa hielden de historici zich intensief bezig met de ondergang van 'hun' Joden. Vanaf het begin van de jaren '90 is er een verschuiving merkbaar in het onderzoek. Door de ineenstorting van het Oostblok werd het veel makkelijker om onderzoek te doen naar de misdaden van de nazi's in deze gebieden. De archieven werden toe- gankelijk en in de voormalige Sovjetrepublieken werd de geschiedenis van de moord op de Joden een thema voor belangrijk onderzoek en publicaties. Daarnaast wordt ook in de Verenigde Staten veel onderzoek verricht. Tevens stelden de onderzoekers nieuwe vragen. Hoe past de vervolging van de Joden in de geschiedenis van het Derde Rijk en welke verbanden bestaan er met andere 4 politieke onderwerpen? Welke instanties waren betrokken bij de vervolging, welke mensen en wat bewoog ze ertoe om deel te nemen aan dit misdrijf? Hoe stond de niet- Joodse bevolking van de door de Duitsers bezette landen tegenover de moord en in hoeverre hielpen zij de Duitsers? Wat wist men in de onbezette gebieden en hoe reageerde men hier? Hoe zag het dagelijkse leven van de vervolgden eruit, hoe verschilden de ervaringen van mannen en vrouwen? Ten slotte kwam er ook meer aandacht voor de niet-Duitse, niet-Joodse slachtoffers. Bij een onderwerp dat zo beladen is, barsten er steeds weer discussies los over de fundamentele vraag of het eigenlijk wel kan om de geschiedenis van de massamoord te beschrijven vanuit het perspectief van de daders en hoe men de verschrikkelijke ervaringen van de slachtoffers recht kan doen, zonder de 'kille' methodische regels van de wetenschap uit het oog te verliezen. Daaruit volgt ook de vraag of men de Jodenvervolging uitsluitend moet zien in het kader van de catastrofale gebeurtenissen of dat men er vanuit moet gaan dat het lot van de Europese Joden aan het begin van de oorlog nog niet vaststond. Ook de terminologie is omstreden, vooral het begrip 'holocaust', dat religieus beladen is en vooral in de Amerikaanse en Israëlische wereld gebruikt wordt. Steeds meer wetenschappers en schrijvers neigen er daarom toe om de moord op de Joden aan te duiden met de term 'shoah', het Hebreeuwse woord voor 'catastrofe'. Daarnaast worstelen alle historici met het juiste taalgebruik om de onmenselijke gebeurtenissen passend weer te geven. Want hoe beschrijf je gebeurtenissen die uitlopen op een reeks massamoorden die vaak onder de meest afschuwelijke omstandigheden plaatsvonden? Decennialang werd de studie naar de gebeurtenissen gekenmerkt door discussies over het menselijke gedrag, over de vraag wie goed of fout was geweest, over de Joodse raden, over de omvang van het Joodse verzet, over de schuld van de Duitsers en over de houding van de geallieerden, de kerken en de neutrale landen. Pas sinds de jaren '80 werden wetenschappelijke discussies gevoerd over de vraag hoe de nationaal- socialisten tot de massamoord kwamen. Tevens kwamen daarbij ideologische en maatschappelijke vraagstukken aan de orde. Deze kwesties worden hier genoemd om een indruk te geven van de omvang en de onoverzichtelijkheid van het onderzoek dat wereldwijd op dit gebied wordt verricht. Als men alle memoires, boeken en essays lij elkaar optelt, zijn er naar schatting inmiddels ruim 20.000 publicaties verschenen over de geschiedenis van de Jodenvervolging tijdens het Derde Rijk. Maar hoe komen de historici erachter wat er toen gebeurd is? De meeste Duitse documenten waarin de moorden in alle duidelijkheid zijn vastgelegd, werden aan het eind van de oorlog immers vernietigd. Toch hebben de schuldigen in de verwarring niet alle bewijsstukken kunnen vernietigen. Een reden hiervoor is dat er zoveel overheden, organisaties en instanties bij de misdaad betrokken waren. Ook nu nog duiken er vaak op de meest uiteenlopende plekken documenten op, zoals bij de belastingdienst of zelfs bij de brandweer! Van zeer groot belang bij het wetenschappelijk onderzoek zijn daarnaast de persoonlijke documenten van de slachtoffers tijdens de oorlog: honderden dagboeken, tienduizenden brieven en andere persoonlijke geschriften. Ook de Joodse organisaties, zoals de Joodse raden en maatschappelijke organisaties, hadden hun eigen archieven. Veel Joodse verzetsgroepen slaagden erin ondergrondse kranten uit te geven. Ook uit de kranten van de door de Duitsers bezette en collaborerende landen kan veel informatie vergaard worden, evenals uit de geschriften die niet-Joden tijdens de jaren van vervolging hebben geproduceerd, waartoe ook de informatie behoort die de geheime diensten van de geallieerden hebben verzameld. 5 Na de oorlog publiceerden veel overlevenden hun memoires, maar in verhouding zijn het er maar heel weinig. De korte ooggetuigenverslagen die sinds 1945 systematisch zijn verzameld — eerst door de onderzoekscommissies en de Joodse organisaties, later door justitie — zijn daarentegen veel omvangrijker in aantal. Alleen justitie had de mogelijkheid om ook gegevens te verzamelen van de groep vervolgers, maar deze verslagen zijn tot op heden nog altijd niet volledig geanalyseerd. De uitspraken van de daders en hun medeplichtigen, vol verontschuldigingen