PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Indische Letteren. Jaargang 16 bron Indische Letteren. Jaargang 16. Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn 2001 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ind004200101_01/colofon.php © 2013 dbnl i.s.m. *2 Inhoud Artikelen Barney Agerbeek: Een brief van Maria 95 Dermoût aan Rob Nieuwenhuys. Het verhaal en niet de schrijver! Eva Andriani en Olf Praamstra: De 89 geboorteakte van Maria Dermoût Reggie Baay: Perikelen rond Rumphius' 115 Ambonsche historie. Indische Letteren en het KITLV, 1901 Joop van den Berg: Ik breng de ring terug 58 die u behoort. In memoriam Frits van den Bosch (1922-2001) Joop van den Berg: Henri Borel 184 (1869-1933). Meer ‘bedrijver’ dan schrijver van de Indisch-Nederlandse letterkunde Annelies Dirkse-Balhan: ‘Er valt nogal 75 wat over te lezen en na te zoeken’. Maria Dermoûts bronnen voor ‘De juwelen haarkam’ Liesbeth Dolk: Hoge hoeden achter 202 prikkeldraad. Het verhaal van ‘Tholen en Van Lier’ Kester Freriks: Maria Dermoût als 60 meester in de rechten. Over ‘Geheim Indië. Het leven van Maria Dermoût 1888-1962’ Mariska Heijmans-van Bruggen: Het 15 Dagboekenproject. Egodocumenten als historische bron Jeroen Kemperman: Tjideng en Si Rengo 29 Rengo: uiteenlopende ervaringen Fred Lanzing: Snouck Hurgronje, 154 schrijver Lisa Migo: Ethos, impression and symbol. 170 The work of Jan Prins and the Indische gedichten Indische Letteren. Jaargang 16 Bert Paasman: Een jaar van 124 her-oriëntatie. Indische Letteren en het KITLV, 1951 Olf Praamstra: Verblind door schoonheid, 2 het Indië van Augusta de Wit Olf Praamstra: Het ontstaan van ‘een 107 soort van Nederlandsch-Indische litteratuur’. Indische Letteren en het KITLV, 1851 Gerard Termorshuizen: Tropisch 131 avontuur. Indische Letteren en het KITLV, 2001 Richard N. Voorneman: Leven in een 41 vrouwenkamp. De dagboekaantekeningen van J.H. Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp Peter van Zonneveld: Casanova en de 139 stok. Indische Letteren en het KITLV, 2051 Indische Letteren. Jaargang 16 *3 Redactioneel Redactioneel 1 Redactioneel 57 Redactioneel 105 Redactioneel 153 Rubrieken De Indische Navorscher 56 Aankondigingen en mededelingen Uitnodiging 56 Uitnodiging 104 Mededeling 138 Uitnodiging Symposium 2001 151 Uitnodiging 216 Lijst van Indische Letteren Lijst van Indische Letteren 1999 147 Indische Letteren. Jaargang 16 1 [Nummer 1] Redactioneel In dit nummer publiceren wij de drie voordrachten over het Dagboekenproject van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), gehouden op onze lezingenmiddag van 8 september 2000. We openen met Olf Praamstra's artikel over het werk van Augusta de Wit, wier Orpheus in de dessa jarenlang op eindexamenlijsten figureerde. In de samenstelling van onze redactie zijn onlangs enkele veranderingen opgetreden. Liesbeth Dolk, die door haar kennis van zaken, persoonlijke inzet en efficiëntie grote verdiensten voor onze werkgroep en ons tijdschrift heeft gehad, trad terug - onder andere om zich te wijden aan de Springer-biografie. Wij zijn haar veel dank verschuldigd en wensen haar veel succes toe bij haar belangwekkende biografische activiteit. In haar plaats is Adrienne Zuiderweg, die het culturele en literaire leven van Batavia in vroeger eeuwen onderzoekt, toegetreden. Onze website, die tot voor kort door Hans Klein werd verzorgd, wordt sinds het afgelopen najaar beheerd door Vilan van de Loo (bekend van het ‘Damescompartiment’). Zij is daarmee onze website redacteur (v/m) geworden. Wij bedanken Hans Klein voor zijn pionierswerk en heten Adrienne en Vilan van harte welkom. Op 23 juni a.s. viert het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde te Leiden (KITLV) zijn 150-jarig bestaan met een cultured getinte Indonesiëdag. Gezien de goede en nauwe relatie die wij met de jubilaris onderhouden, zal onze Werkgroep een bijdrage leveren aan het jubileumprogramma (zie de Uitnodiging en de bijgevoegde folder). U bent daarbij allen uitgenodigd. Last but not least: het abonnementsgeld van Indische Letteren wordt vanaf dit jaar om financieel-technische redenen niet meer per acceptgiro geïnd. U wordt verzocht het bedrag van f 40,00 (euro 18,15) over te maken op postbanknummer 197.70.68 van de penningmeester van de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde te Alphen aan den Rijn. Het abonnementsgeld buiten Nederland bedraag f 55,00 (euro 24,96). Indische Letteren. Jaargang 16 2 Augusta de Wit als beginnend schrijver (collectie Letterkundig Museum). Indische Letteren. Jaargang 16 3 Verblind door schoonheid Het Indië van Augusta de Wit Olf Praamstra Inleiding In het voorwoord van Facts and fancies about Java haalt Augusta de Wit een Engelse dame aan die op de vraag waar haar echtgenoot uithangt, antwoordt: ‘Java, Japan of Jupiter’. Van die drie beschouwde zij Java nog als de ‘onmogelijkste’ plaats waar iemand zich kon ophouden. Augusta de Wit stemt daar mee in. Ook zij kon zich vroeger nauwelijks voorstellen, dat ‘such a thing of dreams and fancies’ echt bestond. Het was, schrijft ze, alsof je in een atlas de plaats van de regenboog aanwees, of het land van de Lotus-eters. Nu, terwijl ze dit voorwoord schrijft, voelt de bodem van Java nog heet onder haar voeten, maar de kennismaking heeft geen afbreuk gedaan aan het paradijselijke beeld dat zij van Java heeft.1 Nederlands-Indië was het land waar Augusta de Wit geboren werd: in 1864 in Sibolga op Sumatra. Ze was nog heel jong toen ze daar wegging. Het grootste deel van haar kinderjaren heeft ze doorgebracht op West-Timor, waar haar vader resident was. Van Timor, schrijft Augusta de Wit later aan een vriendin, dateren ‘mijn vroegste duidelijke herinneringen - het huis en de tuin, enkele kennissen van mijn ouders, een Chineesche tempel op een in zee vooruitspringende rots, waar wij dikwijls heengingen om den zonsondergang te zien.’2 Zij zal dan een jaar of zeven geweest zijn. Als ze tien jaar is keert ze met haar familie terug naar Nederland. Daar gaat ze naar de middelbare school, volgt een opleiding voor onderwijzeres en studeert vervolgens een paar jaar talen en geschiedenis in London en Cambridge.3 In die tijd begint ze ook te schrijven, korte verhalen in tijdschriften, en onder pseudoniem.4 Met Nederlands-Indië hebben deze verhalen niets te maken; dat is deze jaren diep in haar geheugen weggezakt. Indische Letteren. Jaargang 16 4 Weerzien met Indië Indië begint pas weer een belangrijke rol in haar leven te spelen als ze in 1894 teruggaat om lerares Engels, Duits en geschiedenis aan de HBS voor meisjes in Batavia te worden. De indruk die het weerzien met Indië op haar maakt, ze is dan ongeveer dertig jaar oud, is overweldigend. Ze ging terug, schrijft ze, om ‘het Indië van mijn kinder-herinneringen’ te zoeken. ‘Ik vond een ander. Maar niet een minder, niet minder fantastisch, noch minder mooi. Midden in drukke steden is het me soms geweest als wandelde ik door den droom van een blijd dichter. En aan het strand, op de wijde rijstvelden, in inlandsche huisjes heb ik dingen gezien en gehoord, waarvan de herinnering al een vreugde is.’5 Indië geeft haar schrijverschap een ongekende impuls. Ook al omdat ze naast haar werk als lerares medewerker werd van het Singaporese dagblad The Straits Times. Uit eigen initiatief, of op verzoek van de Straits Times, schrijft ze impressies van het leven in Nederlands-Indië. Ze worden in 1898 gebundeld als Facts and fancies about Java. Dat was haar debuut. Daardoor is zij een van de weinige, misschien wel de enige Nederlandse auteur die zijn debuut gemaakt heeft in een andere dan de moedertaal. Het boek is ongeveer vijftien jaar geleden nog eens herdrukt in de in Singapore uitgegeven Oxford in Asia paperbacks.6 Dus een zekere bekendheid had het zeker, maar hoe het in het buitenland door de kritiek ontvangen is, is mij onbekend. In Nederland (ik kom daar straks nog op terug) was men laaiend enthousiast. In 1905 werd het in het Nederlands vertaald als Java, feiten en fantasiën. In Facts and fancies about Java, of Feiten en fantasiën (ik verwijs verder naar de Nederlandse editie) beschrijft ze de indrukken die Batavia en omgeving op haar maakt: de aankomst met de boot, de eerste dagen in het hotel, het leven van de Europeanen en de manier waarop ze wonen, de Indonesiërs, Arabieren en Chinezen die het straatbeeld domineren, en vooral, in lyrische bewoordingen, de onuitputtelijke natuur. Het woord Java in de titel wekt overigens meer verwachtingen dan de auteur waarmaakt. Ze komt niet veel verder dan Batavia en omgeving. Eén keer maakt ze een langere reis van Batavia via Bandoeng en Sumedang naar Ceribon. Dat is alles wat ze tijdens dit eerste bezoek van Indië ziet, maar het is genoeg om na Feiten enfantasiën achter elkaar de verhalenbundel Verborgen bronnen (1899), de novelle Orpheus in de dessa (1903) en de roman De Godin die wacht (1903) te laten verschijnen. Ze is dan trouwens al weer terug in Nederland. Hoe mooi ze Indië ook vond, ze is er maar twee jaar gebleven. Terug in Nederland is ze tot 1905 lerares in Den Haag, een betrekking die ze combineert met het schrijven van literair en journalistiek werk. Als journalist werkt ze mee aan diverse dagbladen. In 1905 krijgt ze een vaste rubriek in de NRC. Tot 1930 bespreekt ze één à tweemaal per week nieuwe Duitse, Engelse, Indische Letteren. Jaargang 16 5 Scandinavische en vertaalde boeken. Vanaf dat moment leeft ze van de pen en leidt ze een reizend en trekkend bestaan: ze woont afwisselend in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Italië. In 1911 brengt ze een tweede bezoek aan Nederlands-Indië en weer maakt Java op haar een verpletterende indruk: ‘Neen’, schrijft ze, ‘ik geloof niet dat het ergens op deze schoone wereld schooner is dan hier op Java! Zooveel schoons heb ik toch al gezien; maar zoo veel en zoo velerlei allerschoonst als nú, hier, nooit nog, nergens.’7 Bijna drie jaar blijft ze en deze keer maakt ze een rondreis door de hele archipel.
Recommended publications
  • 'De Rekkelijkheid Van De Herinnering'
    ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Christiaan Boesenach MA Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Redacteur/editor Amsterdam, 28 augustus 2016 Begeleider: Dr. N.T.J. Laan Inhoudsopgave ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ 5 Probleemstelling, opbouw en methode 8 1. Canonisering en classificatie 10 1.1 Biografische gegevens 11 1.2 Classificatie en canonisering van Indische literatuur 12 Kritiek op de ‘status aparte’ 13 1.3 Classificatie en canonisering in internationaal perspectief 15 Postkolonialisme als merk 17 1.4 De effecten van literaire classificaties 18 2. Symbolische productie en beeldvorming 19 2.1 De auteur 20 2.2 De kritiek 21 2.3 De uitgeverij 22 Hella Haasse en postkolonialisme als merk 23 2.4 Symbolische productie door auteur, kritiek en uitgeverij 24 3. Posture en paratekst 25 3.1 De auteurspresentatie van de tweede generatie Indische auteurs 25 Marion Bloem 25 Alfred Birney 26 Adriaan van Dis 27 3.2 Paratekst, materiële productie en beeldvorming 30 Marion Bloem 31 Alfred Birney 31 Adriaan van Dis 32 3.3 Indische posture en paratekst 34 4. Mentions-analyse 35 4.1 De tweede generatie Indische auteurs 36 4.2 Birney, Bloem en Van Dis 39 4.3 Een Indische of een Nederlandse literatuur? 44 5. Conclusie 46 Discussie 47 Reflectie 47 6. Bibliografie 49 ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Misschien is dat voor mij de kern van het Indische: verhalen vertellen. De rekkelijkheid van de herinnering. Herinneringen aan een verleden waar ik geen toegang tot had. Een Indië dat ik zelf heb verzonnen.1 Het bovenstaande vertelt Adriaan van Dis in een persoonlijk verhaal dat hij schreef voor het boek Indisch leven in Nederland (2006).
    [Show full text]
  • Maria Dermoût and “Unremembering” Lost Time
    Maria Dermoût and “unremembering” lost time Paul Doolan Between 1945 and 1949 the Dutch fought a futile war against Indonesian nationalists that ended with the loss of their great colony, the Dutch East Indies. A consequence was the so-called “repatriation” of hundreds of thousands of members of the Indisch community to the Netherlands. In the early 1950s two novels, set in the early years of the 20th century, Only yesterday (Nog pas gisteren) and The ten thousand things (De tienduizend dingen), appeared from a new writer, Maria Dermoût. In this essay I argue that both of these works helped to shape a collective memory of the recent colonial past and that with the loss of place, the Indisch community was threatened by a potential loss of identity, but that literature was able to provide the memory of a sense of place, and collective memory could be retained. I argue that this memory, as represented in Dermoût's novels, took on a nostalgic form, helping to shape a collective identity based partially on a melancholy sense of common loss. But dwelling on nostalgic loss did nothing to help explain the loss of the colony, and thereby inadvertently contributed to a general unremembering, or refusal to remember, the painful final years of decolonization. Furthermore, contrary to Rob Nieuwenhuys, I argue that Dermoût, though Indisch, was a typical European, that is, Dutch, author. A post-colonial analysis of her novels reveals that they were written from the viewpoint of colonial privilege and that, as such, they silenced alternative narratives and thereby further contributed to unremembering the painful process of decolonization.
    [Show full text]
  • Discord & Consensus
    c Discor Global Dutch: Studies in Low Countries Culture and History onsensus Series Editor: ulrich tiedau DiscorD & Discord and Consensus in the Low Countries, 1700–2000 explores the themes D & of discord and consensus in the Low Countries in the last three centuries. consensus All countries, regions and institutions are ultimately built on a degree of consensus, on a collective commitment to a concept, belief or value system, 1700–2000 TH IN IN THE LOW COUNTRIES, 1700–2000 which is continuously rephrased and reinvented through a narrative of cohesion, and challenged by expressions of discontent and discord. The E history of the Low Countries is characterised by both a striving for consensus L and eruptions of discord, both internally and from external challenges. This OW volume studies the dynamics of this tension through various genres. Based C th on selected papers from the 10 Biennial Conference of the Association OUNTRI for Low Countries Studies at UCL, this interdisciplinary work traces the themes of discord and consensus along broad cultural, linguistic, political and historical lines. This is an expansive collection written by experts from E a range of disciplines including early-modern and contemporary history, art S, history, film, literature and translation from the Low Countries. U G EDIT E JANE FENOULHET LRICH is Professor of Dutch Studies at UCL. Her research RDI QUIST AND QUIST RDI E interests include women’s writing, literary history and disciplinary history. BY D JAN T I GERDI QUIST E is Lecturer in Dutch and Head of Department at UCL’s E DAU F Department of Dutch.
    [Show full text]
  • Cultivated Tastes Colonial Art, Nature and Landscape in The
    F Cultivated Tastes G Colonial Art, Nature and Landscape in the Netherlands Indies A Doctoral Dissertation by Susie Protschky PhD Candidate School of History University of New South Wales Sydney, Australia Contents Acknowledgments …………………………………………………………….. iii List of Abbreviations ………………………………………………………….. v List of Plates …………………………………………………………………… vi F G Introduction ……………………………………………………………………. 1 Part I — Two Journeys Chapter 1: Landscape in Indonesian Art ……………………………………….. 36 Chapter 2: Dutch Views of Indies Landscapes …………………………………. 77 Part II — Ideals Chapter 3: Order ………………………………………………………………. 119 Chapter 4: Peace ………………………………………………………………. 162 Chapter 5: Sacred Landscapes ………………………………………………… 201 Part III — Anxieties Chapter 6: Seductions …………………………………………………………. 228 Chapter 7: Identity – Being Dutch in the Tropics …………………………….. 252 Conclusion …………………………………………………………………….. 293 F G Glossary ……………………………………………………………………….. 319 Bibliography …………………………………………………………………... 322 ii Acknowledgments First, I would like to express my gratitude to the Faculty of Arts and Social Sciences at the University of New South Wales for granting me an Australian Postgraduate Award between 2001 and 2005. The same Faculty funded two research trips abroad, one to the Netherlands in 2004 and another to Indonesia in 2005. Without these sources of funding this thesis would not have possible. In the Netherlands, I must thank Pim Westerkamp at the Museum Nusantara, Delft, for taking me on a tour through the collection and making archival materials available to me. Thanks also to Marie-Odette Scalliet at the University of Leiden, for directing me toward more of her research and for showing me some of the university library’s Southeast Asia collection. I also appreciate the generosity of Peter Boomgaard, of the KITLV in Leiden, for discussing aspects of my research with me. Thanks to the staff at the KIT Fotobureau in Amsterdam, who responded admirably to my vague request for ‘landscape’ photographs from the Netherlands Indies.
    [Show full text]
  • Ik Maak Kenbaar Wat Bestond. Leven En Werk Van Hella S. Haasse
    Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse samenstelling Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda bron Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda, Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse (Schrijversprentenboek 35). Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/salv007ikma01_01/colofon.php © 2007 dbnl / Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda i.s.m. 6 1918-1938 Verlovingsfoto van Willem Hendrik Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler, ± 1915. Hella S. Haasse beschrijft in Persoonsbewijs (p.13) hoe haar moeder in 1914, na haar opleiding aan het Amsterdamse conservatorium, ‘half’ verloofd naar Indië vertrok om daar pianolessen te gaan geven: ‘Zij vertrok, eenentwintig jaar oud, zonder een cent op zak, zonder tropenuitzet, met de passage enkele reis als afscheidsgeschenk van een oude dame die zij wel eens had voorgelezen. De verloving liep op niets uit, met de muziek had zij meer succes. Een concert in Batavia, waar zij als soliste met het orkest van de Stafmuziek Griegs pianoconcert speelde, werd toevallig bijgewoond door mijn vader (toen commies-redacteur bij Gouvernementsbedrijven), die onmiddellijk en voorgoed zijn hart verloor.’ Foto N.V. Charls & Van Es & Co, Ned.-Indië. Collectie Hella S. Haasse Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse 7 Op 2 februari 1918 wordt in de buitenwijk Weltevreden van Batavia het eerste kind van Willem Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler geboren. Zij noemen haar Hella, voluit Hélène Serafia. Hier ligt zij - pas een paar dagen oud - in de armen van de trotse baker.
    [Show full text]
  • Oost-Indische Spiegel
    Oost-Indische spiegel Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden Rob Nieuwenhuys bron Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel. Wat Nederlandse schrijvers en dichters over Indonesië hebben geschreven vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/nieu018oost02_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Rob Nieuwenhuys 5 Aan E. du Perron [...] en heb dezelve de naam van Oost-Indise spiegel gegeven, dewijl daarin niet alleen veel zaken die algemeen zijn worden gevonden en die van anderen zijn beschreven, maar omdat in dezelve veel bijzondere voorvallen en handelingen van bijzondere personen en bijzondere gevallen worden verhaald. Dit is hetgene waarvan in deze O.I. spiegel gehandeld wordt en dat ongeveinsd bij de ander is gesteld, en zonder iemand gelijk men zeit de honing om de mond te smeren. Nicolaus de Graaff in de Voorreden bij zijn Oost-Indise spiegel (1703) Rob Nieuwenhuys, Oost-Indische spiegel 11 Inleiding Je n'aime pas la grande littérature. Je n'aime que la conversation écrite. PAUL LÉAUTAUD in Marly-le-Roy Wie na de Nederlandse letterkunde de Indisch-Nederlandse letterkunde in studie neemt komt een nieuwe wereld binnen. Hij zal er zich in het begin wat onwennig in voelen; hij zal zoeken naar wat hem vertrouwd is maar ziet verschijnselen die hem vreemd zijn en verhoudingen die hij niet kent. Niet alleen blijkt het landschap anders, zijn de mensen anders, zijn de sociale relaties anders, ook de vormen waarin de schrijvers zich uitdrukken zijn anders.
    [Show full text]
  • Verre Van Thuis
    VERRE VAN THUIS COLLECTIEVE IDENTITEIT IN ROMANS VAN DRIE GROEPEN REPATRIANTEN UIT NEDERLANDS-INDIË Master scriptie geschiedenis Specialisatie: Cities, Migration and Global Interdependence Eva van der Spek, s0859060 Begeleider: Mevr. Prof. Dr. M.L.J.C. Schrover Universiteit Leiden, 5 januari 2018 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding ................................................................................................................................ 4 1.1 Theoretisch kader .................................................................................................................... 6 1.1.1 Koloniale literatuur ..................................................................................................................................................................... 7 1.1.2 Postkoloniale literatuur ............................................................................................................................................................ 8 1.1.3 De repatrianten ............................................................................................................................................................................. 8 1.2 Historiografie ......................................................................................................................... 11 1.3 Materiaal & methode ............................................................................................................ 13 1.3.1 Materiaal .......................................................................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Shifting the Compass
    Shifting the Compass Shifting the Compass: Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature Edited by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen Shifting the Compass: Pluricontinental Connections in Dutch Colonial and Postcolonial Literature, Edited by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen This book first published 2013 Cambridge Scholars Publishing 12 Back Chapman Street, Newcastle upon Tyne, NE6 2XX, UK British Library Cataloguing in Publication Data A catalogue record for this book is available from the British Library Copyright © 2013 by Jeroen Dewulf, Olf Praamstra and Michiel van Kempen and contributors All rights for this book reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the prior permission of the copyright owner. ISBN (10): 1-4438-4228-1, ISBN (13): 978-1-4438-4228-0 TABLE OF CONTENTS Acknowledgments .................................................................................... viii Introduction ................................................................................................. 1 Jeroen Dewulf Chapter One............................................................................................... 20 Squeezed between Rice and Potato: Personal Reflections on a Dutch (Post)Colonial Youth Adriaan van Dis Chapter Two.............................................................................................. 38 Beneath
    [Show full text]
  • 'De Omstreden Bloei Van De Indisch-Nederlandse Letterkunde
    ‘De omstreden bloei van de Indisch-Nederlandse letterkunde. Een afbakening van het corpus’ Olf Praamstra bron Olf Praamstra, ‘De omstreden bloei van de Indisch-Nederlandse letterkunde. Een afbakening van het corpus.’ In: Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 113 (1997), p. 257-274. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/praa007omst01_01/colofon.htm © 2005 dbnl / Olf Praamstra 257 De omstreden bloei van de Indisch-Nederlandse letterkunde Een afbakening van het corpus Olf Praamstra* Abstract - When in 1972 Rob Nieuwenhuys published his work Oost-Indische Spiegel, he defined in essence what was to become a new literature: the literature of the Dutch East Indies. This literature was the product of Dutch writers who had lived in the Dutch East Indies, and was therefore limited in space and time. It was, also according to Nieuwenhuys, a literature that developed rather distinctive characteristics due to the complete absence of a literary tradition. These two characteristics which Nieuwenhuys uses to identify the literature of the Dutch East Indies have been severely criticized over the years. The criticism has given rise to a debate which challenges the very existence of this literarature. This article argues in defence of an independent approach to the literature of the Dutch East Indies. However, hearing in mind the criticism leveled against Nieuwenhuys, a considerable lirnitation of the corpus is proposed. Inleiding Het is een merkwaardig en paradoxaal verschijnsel dat de Indisch-Nederlandse letterkunde zich sinds 1972 in een toenemende belangstelling mag verheugen, maar tegelijkertijd meer en meer omstreden raakt. Wie dit verschijnsel wil verklaren, stuit telkens op de naam van één man: Rob Nieuwenhuys.
    [Show full text]
  • Edy Seriese Finding History : the Inheritance of the IWI Collection
    Edy Seriese Finding history : the inheritance of the IWI collection Amsterdam, May 2011 1 Prologue: to present the collection The IWI collection is a myth. Well, at least it felt so, for me, for a long time. It was , a kind of Moby Dick, or speaking with the inventor of most Indo myth in the Netherlands Tjalie Robinson: Si Badak, “the half legendary immortal rhinoceros”, existing on the edge of unbelievable frightfulness and legend1, many times heard of, sometimes seen, to be chased and never captured. I learned about the IWI myth when I visited the Moesson Office in The Hague at the end of the eighties of the former century. Because of my final thesis –I studied Dutch language and literature in Amsterdam- I was looking for a proper way to deconstruct and describe Oost Indische Spiegel, Rob Nieuwenhuys’ heroic attempt to oversee and present whatever “Dutch authors and poets had written about Indonesia, from the first VOC times up to now “, as the subtitle described (Amsterdam, Querido, 1992). Born and raised in the Hague, I remembered the Moesson Building from earlier days, when it was called ‘Tong Tong’ and organized the annual ‘Pasar Malam’, the famous Indo festival in ‘De Houtrusthallen’ in the Hague in the sixties. And although we –my Indies family and me- since the seventies had stopped visiting ‘the Pasar’, I did twice visited the Tong Tong Building at the Prins Mauritslaan 36 then, because of the second hands books about Indië they sold, at the Pasar as well as during the year. Then, in 1978, an elder, not too kind, adorable woman called Lilian Ducelle dominated the bookshop.
    [Show full text]
  • Henk M. J. Maier
    Escape from the G reen and G loss of Java: Hella S. Haasse and Indies Literature Henk M. J. Maier Of course Oeroeg, first published anonymously in 1948, is a Dutch novel of growing up, of Bildung. The tale's main protagonist, a nameless and faceless narrator, grows up in the mysterious and glossy nature of the Indies, only slightly supervised by his distant and cool parents on a plantation in West Java. He passes, rather unharmed, through his early youth, cultivating an intimate friendship with Oeroeg, a boy of the same age. However, gradually their friendship starts to disintegrate, the result of political and cultural conflicts that force the boys to take a stand in the Indies' heterogeneous and multi-layered society. The narrator eventually goes to Holland to study, and returns to the land of his birth after the Second World War as a soldier in the Dutch Indies army, ready to get married, to have children and to kill—and perhaps even to die on his native soil, the place where he feels he belongs. In a final meeting with Oeroeg, he is told that he should leave the land—and this shocking experience serves as the starting point for the tale, which is largely told in retrospect. Oeroeg,1 in other words, is written on the model of so many other tales, long and short, in European languages: a hero grows into maturity within the context of his society. As a Bildungsroman, Oeroeg could easily remind its readers of Dutch novels, such as, for instance, F.
    [Show full text]
  • Adriaan Van Dis
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/98606 Please be advised that this information was generated on 2021-09-23 and may be subject to change. DE SCHOOL VAN DE LITERATUUR ADRIAAN VAN DIS Paul Sars SUN· Kritak DE SCHOOL VAN DE LITERATUUR onder redactie van Eric Wagemans & Henk Peters Paul Sars ADRIAAN VAN DIS De zandkastelen van je jeugd JosJoosten TOM LAN OY E De ontoereikendheid van het abstracte ... vir u kan ek om die dood nie ’n bitter vers skryf nie alhoewel dit die mode is om stikkend verby die moeder- speen in mond te skel en die sandkastele van kinderjare roekeloos om te skop, op die grafte te spoeg ... BREYTEN BREYTENBACH Uit: Dieysterkoei moetsweet (1964) Paul Sars A D R IM N VAN DIS De zandkastelen van je jeugd Voor Nathan S. S U N · KRITAK Omslagontwerp en boekverzorging: Leo de Bruin, Amsterdam © Uitgeverij SUN, Nijmegen 1996 ISBN 90 6168 484 6 NUGi 321 Voor België: Uitgeverij Kritak ISBN 90 6303 696 5 D 1996 2393 44 Inhoudsopgave Woord vooraf 7 1.NATHAN SID IS ADRIAAN VAN DIS Leven en werk Het narcisme van de kleine verschillen 9 Een leven dat niet gold 13 Streven naar zuiverheid 17 Karakter: ‘Ik zou groot worden’ 20 De leerschool der liefde 24 Een verre reis 26 Debuut 28 Hier is... Adriaan van Dis 29 Dubbel afscheid van de journalistiek 33 Werken aan een oeuvre 35 2.
    [Show full text]