Bevrijders En Bezetters
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bevrijders en bezetters De Nederlandse perceptie van de Franse invasie (september 1794 – mei 1795) Friso de Vries Studentnummer: 3996662 Docent: G. de Bruin Datum: 08-01-2016 Aantal woorden: 9514 'Bataven, grypt het staal in handen, vervloekt, verdelgt uw dwingelanden, koomt, volgt der Franschen glorie spoor, herneemt den moed van uwe vadren. Bataaven op, uw broeders nadren en 't eerste vryheidsligt breekt door.' – Hollandus 's-Hertogenbossche vaderlandsche courant 06-01-1795 2 Afkortingen In dit onderzoek worden meerdere kranten geciteerd. Het leesteken – en hoofdlettergebruik is grotendeels gemoderniseerd om het leesgemak te bevorderen. Wanneer een hoofdletter gebruikt is om een woord te benadrukken heb ik deze laten staan. De kranten zijn geraadpleegd via de digitale database Delpher (www.delpher.nl). De krantentitels zijn in de voetnoten als volgt afgekort: H (Oprechte) Haarlemse courant L Leydse courant Gh 's-Gravenhaagse courant Hg Haagsche courant Hf Hofcourant Hb 's-Hertogenbossche courant Hbv 's-Hertogenbossche vaderlandsche courant R Rotterdamsche courant N Nationaale (na-)courant Lw Leeuwarder courant G Groninger courant Hld Hollandsche courant 3 Inhoud Afkortingen 3 Inleiding 5 • Couranten • Gematigden en radicalen Hoofdstuk 1 10 Van Oranje-restauratie naar Bataafse Omwenteling • Ballingschap • Wetsverzetting en Oranjeliefde • De Franse invasie Hoofdstuk 2 16 Een zusterrepubliek • Revolutionaire comités en verkiezingen • Inkwartiering • Het Haags Verdrag en de Bataafse Vrijheid Hoofdstuk 3 21 'De onvoorbeeldige Franschen' • De verovering van Staats-Brabant • Bulletins en brieven • Bevroren rivieren Hoofdstuk 4 26 Broederschap van een grote broer • De Hollandse Omwenteling • Assignaten • Het Haags Verdrag Conclusie 32 Bibliografie 34 4 Bevrijders en bezetters: de Nederlandse perceptie van de Franse invasie (september 1794 – mei 1795) 'Wierden wy reeds met de grootste verwondering en indignatie aangedaan, toen wy vernomen hebben het decreet, waarby de Nationale Conventie van Vrankryk op het onverwagtste, en zonder de minste schyn van recht of reede, verklaard heeft te zyn in Oorlog, in naam, met den Stadhouder der vereenigde Nederlanden, dog in de daad met deze Republieq […]'1 Met dit bericht van de Staten-Generaal openden verschillende kranten eind februari 1793. De toevoeging dat Frankrijk in oorlog was met de Republiek, en niet enkel met de stadhouder, stond er niet voor niets: de patriotten zagen in de inval van Frankrijk een nieuwe kans op een stadhouderloos tijdperk waarin de macht niet toekwam aan een stadhouder en een regentenoligarchie, maar aan het volk, gerepresenteerd door mannen uit de gegoede burgerij. In 1787 was het de patriotten bijna gelukt: stads – en gewestelijke besturen in Holland, Overijssel, Groningen en Utrecht waren afgezet en vervangen door anti-stadhouderlijke bestuurders.2 De patriotten maakten echter een fatale fout met de arrestatie van prinses Wilhelmina bij Goejanverwellesluis. Haar broer, de Pruisische vorst, nam dit als een persoonlijke belediging en kwam de stadhouder te hulp. Enkele duizenden patriotten vluchtten naar de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk, en het Nederlandse bestuur viel opnieuw in handen van Willem V.3 Veel patriotten bleven tot en met de komst van de Pruisen hoop koesteren dat de Fransen hen te hulp zouden schieten.4 Tijdens de Pruisische Interventie schreef een Amsterdamse student brieven aan zijn ouders over geruchten die hij hoorde over enorme Franse legers, op weg om de patriotten te bevrijden.5 Op het laatst moest hij echter concluderen: 'de fransen waarvan men stellig verzeekert dat die op mars zouden zyn met 80, duizend man, en reeds na By den Bosch & Breda zyn, dog daar men zo menig vuldig hierin is te leur gesteld, word er hier niet veel van gelooft […]'6 Maar zes jaar later kwamen de Fransen dan toch. De Nationale Conventie stond nu aan het roer 1 Bijvoorbeeld: Hf, 23-02-1793. 2 P.J.H.M. Theeuwen, 'Pieter 't Hoen en de Post van de Neder-Rhijn: een bijdrage tot kennis van de Nederlandse geschiedenis in het laatste kwart van de achttiende eeuw' (Hilversum 2002) 507. 3 J.J.M. Baartmans, 'Hollandse wijsgeren in Brabant en Vlaanderen: geschriften van Noord-Nederlandse patriotten in de Oostenrijkse Nederlanden, 1787-1792' (Nijmegen 2001) 29. 4 Willem V had goede banden met het Engelse koningshuis. Na de Engelse Zeeoorlog veroordeelden de patriotten deze relatie. Ze hoopten dat Frankrijk, als vijand van Engeland, het zich niet kon veroorloven dat de Republiek in handen zou vallen van Pruisen, en daarmee in handen van de stadhouder en Engeland. 5 W. Christiaens en M. Evers, 'Patriotse illusies in Amsterdam en Harderwijk: de patriottentijd in Amsterdam en Harderwijk, weerspiegeld in de brieven van Steven Jan en Jakob van Geuns, zonen van de Harderwijkse hoogleraar Matthias van Geuns, 1784-1788' (Hilversum 2002) 190-198, brieven 2.2.14-2.2.19. 6 Christiaens en Evers, 'Patriotse illusies in Amsterdam en Harderwijk', 198, brief 2.2.19. 5 van de Franse Revolutie en had op 19 november 1792 een decreet afgevaardigd om op te komen als bevrijder van onderdrukte volkeren.7 Maar hoe oprecht waren de Franse motieven om de Nederlanden te veroveren? En hoe waren de politieke verhoudingen in Nederland veranderd sinds 1787? Geloofden de patriotten nog in een Franse bevrijding? In dit onderzoek wordt ingegaan op de vraag of de Nederlanders het Franse leger zagen als bevrijders of bezetters. Om deze vraag te beantwoorden moet eerst het politieke klimaat van de Nederlanden na de Pruisische Interventie bekeken worden: Wat deden de patriotten die emigreerden? Wat waren de verhoudingen tussen patriotten en Oranjegezinden na 1787 en hoe was dit van invloed op de perceptie van de Fransen? Na de verovering van de Nederlanden kwamen de verhoudingen met Frankrijk onder druk te staan. Op 16 mei 1795 verbond het Haags Verdrag de Nederlandse Bataafse Republiek officieel met de Franse Republiek. Voordat Napoleon een einde maakte aan de Bataafse Republiek, hadden de Nederlanden in feite al te maken met vergaande Franse bemoeienis. Hoe was dit van invloed op de relatie tussen Frankrijk en de Nederlanden? Hoe veranderde het politieke klimaat in de Nederlanden in de maanden januari – mei 1795, en wat had dit voor gevolgen voor de perceptie van de Fransen? Couranten In 1780-1787 ontstond in de Nederlanden een groot politiek persapparaat met tijdschriften en pamfletten die ofwel Oranjegezind, ofwel patriottistisch gedachtegoed verspreidden. Over het algemeen lazen meer mensen het patriottisch gedachtegoed, maar dat betekende niet dat er meer patriotten dan Oranjegezinden waren, in tegendeel: er was een groot aantal Oranjegezinden in de lagere klassen, maar zij waren niet zo geïnteresseerd in dergelijke tijdschriften of hadden niet het geld om de bladen te kopen.8 De patriottische tijdschriften werden na 1787 gecensureerd en veel schrijvers vluchtten naar het buitenland.9 Ondergronds lazen leesgenootschappen, een voortzetting op de verboden geworden patriottenverenigingen, nog wel (illegale) politieke lectuur.10 Dit zou een goede bron zijn om de de opinie van patriotten te achterhalen, maar in dit onderzoek is de aandacht vooral gevestigd op de couranten van destijds, omdat deze een regelmatiger overzicht geven van de 7 P. Geyl, 'Patriotten en N.S.B.'ers: een historische parallel' (Groningen 1958) 14. 8 M. Schneider, 'Kranten', in M.G.E. Venekamp e.a., Algemene geschiedenis der Nederlanden deel 9, Nieuwe Tijd: politieke – en religiegeschiedenis 18de eeuw, socioculturele geschiedenis 1500-1800, overzeese geschiedenis 17de en 18de eeuw (Haarlem 1980) 207-209. 9 Theeuwen, 'Pieter 't Hoen en de Post van den Neder-Rhijn', 507. 10 M. Hell, 'Revolte, rust en revolutie 1747-1795', in W. Frijhoff e.a., Geschiedenis van Amsterdam: zelfbewuste stadstaat 1650-1813 (Amsterdam 2005) 373-374. 6 gebeurtenissen van september 1794 – mei 1795, en niet enkel de opinie van patriotten vertegenwoordigen. Historicus Berkelbach van der Sprenkel heeft een krantenonderzoek gedaan naar de periode vóór de Franse invasie. Hij gebruikte hiervoor de meestgelezen kranten; de 's-Gravenhaagse Courant (in combinatie met de zaterdagse Hofcourant), de Rotterdamsche Courant, de Oprechte Haarlemse Courant en de Leydse Courant. De 's-Gravenhaagse koos kant voor Oranje, de Rotterdamsche was kritisch naar de Franse Revolutie maar minder fel Oranjegezind, en de Leydse en Haarlemse sympathiseerden met de gematigde revolutionaire stromingen in Frankrijk (eerst de Feuillants en later de Girondijnen).11 Het onderzoek van Van der Sprenkel heeft als eindpunt het begin van de Franse invasie. Kwam er een einde aan de censuur op het schrijven over de Nederlandse revolutionairen toen de Fransen de Nederlanden binnenvielen? En hoe was de berichtgeving in de krant vlak na de verovering? In hoeverre stonden de kranten in dienst van de Fransen of de patriotten? De laatste twee hoofdstukken schenken aandacht aan deze vragen, door steekproefsgewijs in te gaan op enkele kernpunten van de Franse verovering in 1794-1795, en op hoe de berichtgeving veranderde in de eerste maanden na de omwenteling. Hierbij zijn niet enkel de kranten van belang die Van der Sprenkel behandelt, maar ook de lokale nieuwsbladen. Het is onmogelijk om alle couranten te behandelen maar door in te gaan op enkele kernpunten uit deze periode en die binnen de politieke context te plaatsen, kan een overzicht gegeven worden van de Nederlandse publieke opinie. Gematigden en radicalen Er is over de omwenteling van 1795 al het een en ander geschreven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog