Bevrijders En Bezetters

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Bevrijders En Bezetters Bevrijders en bezetters De Nederlandse perceptie van de Franse invasie (september 1794 – mei 1795) Friso de Vries Studentnummer: 3996662 Docent: G. de Bruin Datum: 08-01-2016 Aantal woorden: 9514 'Bataven, grypt het staal in handen, vervloekt, verdelgt uw dwingelanden, koomt, volgt der Franschen glorie spoor, herneemt den moed van uwe vadren. Bataaven op, uw broeders nadren en 't eerste vryheidsligt breekt door.' – Hollandus 's-Hertogenbossche vaderlandsche courant 06-01-1795 2 Afkortingen In dit onderzoek worden meerdere kranten geciteerd. Het leesteken – en hoofdlettergebruik is grotendeels gemoderniseerd om het leesgemak te bevorderen. Wanneer een hoofdletter gebruikt is om een woord te benadrukken heb ik deze laten staan. De kranten zijn geraadpleegd via de digitale database Delpher (www.delpher.nl). De krantentitels zijn in de voetnoten als volgt afgekort: H (Oprechte) Haarlemse courant L Leydse courant Gh 's-Gravenhaagse courant Hg Haagsche courant Hf Hofcourant Hb 's-Hertogenbossche courant Hbv 's-Hertogenbossche vaderlandsche courant R Rotterdamsche courant N Nationaale (na-)courant Lw Leeuwarder courant G Groninger courant Hld Hollandsche courant 3 Inhoud Afkortingen 3 Inleiding 5 • Couranten • Gematigden en radicalen Hoofdstuk 1 10 Van Oranje-restauratie naar Bataafse Omwenteling • Ballingschap • Wetsverzetting en Oranjeliefde • De Franse invasie Hoofdstuk 2 16 Een zusterrepubliek • Revolutionaire comités en verkiezingen • Inkwartiering • Het Haags Verdrag en de Bataafse Vrijheid Hoofdstuk 3 21 'De onvoorbeeldige Franschen' • De verovering van Staats-Brabant • Bulletins en brieven • Bevroren rivieren Hoofdstuk 4 26 Broederschap van een grote broer • De Hollandse Omwenteling • Assignaten • Het Haags Verdrag Conclusie 32 Bibliografie 34 4 Bevrijders en bezetters: de Nederlandse perceptie van de Franse invasie (september 1794 – mei 1795) 'Wierden wy reeds met de grootste verwondering en indignatie aangedaan, toen wy vernomen hebben het decreet, waarby de Nationale Conventie van Vrankryk op het onverwagtste, en zonder de minste schyn van recht of reede, verklaard heeft te zyn in Oorlog, in naam, met den Stadhouder der vereenigde Nederlanden, dog in de daad met deze Republieq […]'1 Met dit bericht van de Staten-Generaal openden verschillende kranten eind februari 1793. De toevoeging dat Frankrijk in oorlog was met de Republiek, en niet enkel met de stadhouder, stond er niet voor niets: de patriotten zagen in de inval van Frankrijk een nieuwe kans op een stadhouderloos tijdperk waarin de macht niet toekwam aan een stadhouder en een regentenoligarchie, maar aan het volk, gerepresenteerd door mannen uit de gegoede burgerij. In 1787 was het de patriotten bijna gelukt: stads – en gewestelijke besturen in Holland, Overijssel, Groningen en Utrecht waren afgezet en vervangen door anti-stadhouderlijke bestuurders.2 De patriotten maakten echter een fatale fout met de arrestatie van prinses Wilhelmina bij Goejanverwellesluis. Haar broer, de Pruisische vorst, nam dit als een persoonlijke belediging en kwam de stadhouder te hulp. Enkele duizenden patriotten vluchtten naar de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk, en het Nederlandse bestuur viel opnieuw in handen van Willem V.3 Veel patriotten bleven tot en met de komst van de Pruisen hoop koesteren dat de Fransen hen te hulp zouden schieten.4 Tijdens de Pruisische Interventie schreef een Amsterdamse student brieven aan zijn ouders over geruchten die hij hoorde over enorme Franse legers, op weg om de patriotten te bevrijden.5 Op het laatst moest hij echter concluderen: 'de fransen waarvan men stellig verzeekert dat die op mars zouden zyn met 80, duizend man, en reeds na By den Bosch & Breda zyn, dog daar men zo menig vuldig hierin is te leur gesteld, word er hier niet veel van gelooft […]'6 Maar zes jaar later kwamen de Fransen dan toch. De Nationale Conventie stond nu aan het roer 1 Bijvoorbeeld: Hf, 23-02-1793. 2 P.J.H.M. Theeuwen, 'Pieter 't Hoen en de Post van de Neder-Rhijn: een bijdrage tot kennis van de Nederlandse geschiedenis in het laatste kwart van de achttiende eeuw' (Hilversum 2002) 507. 3 J.J.M. Baartmans, 'Hollandse wijsgeren in Brabant en Vlaanderen: geschriften van Noord-Nederlandse patriotten in de Oostenrijkse Nederlanden, 1787-1792' (Nijmegen 2001) 29. 4 Willem V had goede banden met het Engelse koningshuis. Na de Engelse Zeeoorlog veroordeelden de patriotten deze relatie. Ze hoopten dat Frankrijk, als vijand van Engeland, het zich niet kon veroorloven dat de Republiek in handen zou vallen van Pruisen, en daarmee in handen van de stadhouder en Engeland. 5 W. Christiaens en M. Evers, 'Patriotse illusies in Amsterdam en Harderwijk: de patriottentijd in Amsterdam en Harderwijk, weerspiegeld in de brieven van Steven Jan en Jakob van Geuns, zonen van de Harderwijkse hoogleraar Matthias van Geuns, 1784-1788' (Hilversum 2002) 190-198, brieven 2.2.14-2.2.19. 6 Christiaens en Evers, 'Patriotse illusies in Amsterdam en Harderwijk', 198, brief 2.2.19. 5 van de Franse Revolutie en had op 19 november 1792 een decreet afgevaardigd om op te komen als bevrijder van onderdrukte volkeren.7 Maar hoe oprecht waren de Franse motieven om de Nederlanden te veroveren? En hoe waren de politieke verhoudingen in Nederland veranderd sinds 1787? Geloofden de patriotten nog in een Franse bevrijding? In dit onderzoek wordt ingegaan op de vraag of de Nederlanders het Franse leger zagen als bevrijders of bezetters. Om deze vraag te beantwoorden moet eerst het politieke klimaat van de Nederlanden na de Pruisische Interventie bekeken worden: Wat deden de patriotten die emigreerden? Wat waren de verhoudingen tussen patriotten en Oranjegezinden na 1787 en hoe was dit van invloed op de perceptie van de Fransen? Na de verovering van de Nederlanden kwamen de verhoudingen met Frankrijk onder druk te staan. Op 16 mei 1795 verbond het Haags Verdrag de Nederlandse Bataafse Republiek officieel met de Franse Republiek. Voordat Napoleon een einde maakte aan de Bataafse Republiek, hadden de Nederlanden in feite al te maken met vergaande Franse bemoeienis. Hoe was dit van invloed op de relatie tussen Frankrijk en de Nederlanden? Hoe veranderde het politieke klimaat in de Nederlanden in de maanden januari – mei 1795, en wat had dit voor gevolgen voor de perceptie van de Fransen? Couranten In 1780-1787 ontstond in de Nederlanden een groot politiek persapparaat met tijdschriften en pamfletten die ofwel Oranjegezind, ofwel patriottistisch gedachtegoed verspreidden. Over het algemeen lazen meer mensen het patriottisch gedachtegoed, maar dat betekende niet dat er meer patriotten dan Oranjegezinden waren, in tegendeel: er was een groot aantal Oranjegezinden in de lagere klassen, maar zij waren niet zo geïnteresseerd in dergelijke tijdschriften of hadden niet het geld om de bladen te kopen.8 De patriottische tijdschriften werden na 1787 gecensureerd en veel schrijvers vluchtten naar het buitenland.9 Ondergronds lazen leesgenootschappen, een voortzetting op de verboden geworden patriottenverenigingen, nog wel (illegale) politieke lectuur.10 Dit zou een goede bron zijn om de de opinie van patriotten te achterhalen, maar in dit onderzoek is de aandacht vooral gevestigd op de couranten van destijds, omdat deze een regelmatiger overzicht geven van de 7 P. Geyl, 'Patriotten en N.S.B.'ers: een historische parallel' (Groningen 1958) 14. 8 M. Schneider, 'Kranten', in M.G.E. Venekamp e.a., Algemene geschiedenis der Nederlanden deel 9, Nieuwe Tijd: politieke – en religiegeschiedenis 18de eeuw, socioculturele geschiedenis 1500-1800, overzeese geschiedenis 17de en 18de eeuw (Haarlem 1980) 207-209. 9 Theeuwen, 'Pieter 't Hoen en de Post van den Neder-Rhijn', 507. 10 M. Hell, 'Revolte, rust en revolutie 1747-1795', in W. Frijhoff e.a., Geschiedenis van Amsterdam: zelfbewuste stadstaat 1650-1813 (Amsterdam 2005) 373-374. 6 gebeurtenissen van september 1794 – mei 1795, en niet enkel de opinie van patriotten vertegenwoordigen. Historicus Berkelbach van der Sprenkel heeft een krantenonderzoek gedaan naar de periode vóór de Franse invasie. Hij gebruikte hiervoor de meestgelezen kranten; de 's-Gravenhaagse Courant (in combinatie met de zaterdagse Hofcourant), de Rotterdamsche Courant, de Oprechte Haarlemse Courant en de Leydse Courant. De 's-Gravenhaagse koos kant voor Oranje, de Rotterdamsche was kritisch naar de Franse Revolutie maar minder fel Oranjegezind, en de Leydse en Haarlemse sympathiseerden met de gematigde revolutionaire stromingen in Frankrijk (eerst de Feuillants en later de Girondijnen).11 Het onderzoek van Van der Sprenkel heeft als eindpunt het begin van de Franse invasie. Kwam er een einde aan de censuur op het schrijven over de Nederlandse revolutionairen toen de Fransen de Nederlanden binnenvielen? En hoe was de berichtgeving in de krant vlak na de verovering? In hoeverre stonden de kranten in dienst van de Fransen of de patriotten? De laatste twee hoofdstukken schenken aandacht aan deze vragen, door steekproefsgewijs in te gaan op enkele kernpunten van de Franse verovering in 1794-1795, en op hoe de berichtgeving veranderde in de eerste maanden na de omwenteling. Hierbij zijn niet enkel de kranten van belang die Van der Sprenkel behandelt, maar ook de lokale nieuwsbladen. Het is onmogelijk om alle couranten te behandelen maar door in te gaan op enkele kernpunten uit deze periode en die binnen de politieke context te plaatsen, kan een overzicht gegeven worden van de Nederlandse publieke opinie. Gematigden en radicalen Er is over de omwenteling van 1795 al het een en ander geschreven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
Recommended publications
  • 200 Jaar Na Het Bezoek Van Napoleon Aan Kennemerland
    1811-2011 200 jaar na het bezoek van Napoleon aan Kennemerland door A. van Oosterom k ben buitengewoon in mijn Schik met Nederland. De mensen herinneren zich hun onafhan- “Ikelijkheid alleen nog maar om des te beter de voordelen van de hereniging te voelen en daarin een uniformiteit van wetten, een gematigd stelsel van bijdragen en een geregeld verloop van zaken te ontdekken. Ze zijn meer Frans dan enig ander volk van de herenigde landen”.1, p. 708 Dit schreef keizer Napoleon Bonaparte van Frankrijk ( 1769-1821) vanuit Amsterdam aan zijn aangenomen zoon Eugène de Beauharnais, een van de twee kinderen van zijn ex-vrouw Joséphine de Beauharnais. Hij schreef dit tijdens het bezoek dat hij samen met zijn tweede echtgenote keizerin Marie Louise van Oostenrijk in september en oktober 1811 aan ons land bracht. Een jaar eerder had hij Nederland ingelijfd bij zijn keizerrijk. En nu volgde een kennismakingsbezoek met vooral het karakter van een inspectietocht. Overigens noteert Schama1, p. 707 bij deze briefpassage: “het was niet de eerste keer in zijn loopbaan dat de keizer een knieval verwarde met een enthousiaste begroeting “. Voor de bewoners van Kennemerland is die tocht alleen al daarom –en misschien juist daarom– gedenkwaardig, omdat Napoleon, toen op het toppunt van zijn macht, ook dit deel van ons land met een bezoek vereerde. Beverwijk en Velsen ontvingen hem daarbij op de voorgeschreven wijze, waartoe onder andere het luiden van de kerkklokken behoorde zodra hij de gemeentegrens passeerde.2, p. 52 In deze bijdrage zal aan dit bezoek aan Kennemerland aandacht worden besteed, maar dan wel in een ruime context van eraan voorafgaande gebeurtenissen, zowel in ons land als ook in Europa.
    [Show full text]
  • The Low Countries Journal of Social and Economic History Jaargang 17 2020 Nummer 2
    The Low Countries Journal jaargang 17 of Social and Economic 2020 History nummer 2 The Low Countries Journal of Social and Economic History jaargang 17 2020 nummer 2 • Britse krakers in Leiden [Hendriks, Nimanaj & Van der Steen] • Risk Management in 16th Century Antwerp [Dreijer] • Napoleon and the Dutch War Subsidy [Hay] • Mapping Foreign Migration to Belgium [Heynssens] ISSN15721701.pcovr.TSEG20202.indd Alle pagina's 20-08-20 12:53 Making War Pay for War Napoleon and the Dutch War Subsidy, 1795-1806 Mark Edward Hay tseg 17 (2): 55-82 doi: 10.18352/tseg.1102 Les avantages de cette brillante conquête pour la République sont immen- ses: elle lui donne des trésors, des magasins, des chantiers, des vaisseaux et surtout dans les affaires politiques et commercielles de l’Europe une prépondérance, dont il est impossible de calculer les effets et les suites. The representatives-on-mission with the Army of the North, reporting back to Paris after the conquest of the Dutch Republic in January 1795.1 Abstract Just over one decade ago, Pierre Branda published a study of Napoleonic public finance. The study marks a turning point in the historiography of Napoleonic war financing because, through relying on well-researched quantitative data, Branda lays to rest the long-held myth that Napoleon ‘made war pay for war’. However, the Franco-centric conceptualization of Napoleonic resource extraction and the tempo- ral delineation have resulted in a prism that omits certain sources of revenue. This omission has a bearing on Branda’s overall assessment of Napoleonic war financing. Through exploring French resource extraction in the Netherlands through forcing the Dutch to pay for the maintenance of a French contingent, this article builds on Branda’s work to shed a new light on the success of Napoleonic resource extraction and war financing.
    [Show full text]
  • Public Opinion and Foreign Policy: British and French Relations with the Netherlands
    Public Opinion and Foreign Policy: British and French Relations with the Netherlands, 1785-1815 Graeme Edward Callister PhD University of York Department of History September 2013 ABSTRACT This thesis examines the interplay of public opinion, national identity and foreign policy during the period 1785-1815, focusing on three consistently interconnected countries: the Netherlands, France and Great Britain. The Netherlands provides the centrepiece to the study, which considers how the Dutch were perceived as a nation, a people and as a political entity, at both governmental and popular levels, in the three countries throughout the period. Public opinion is theorised as a two-part phenomenon. Active public opinion represents the collated thoughts and responses of a certain public to an event or set of circumstances. Latent public opinion represents the sum of generally-accepted underlying social norms, stereotypes or preconceptions; the perceptions and representations latently present in unconscious mentalités. The thesis examines how perceptions and representations of the Netherlands in all three countries fed into public opinion and, ultimately, into national identity either of the self or the ‘other’. It then investigates the extent to which the triangular policies of Britain, France and the various incarnations of the Dutch state were shaped by popular perceptions, identities and opinion. While active opinion is shown to have generally been of negligible importance to the policy-making process, it is argued that the underlying themes of latent opinion often provided the conceptual background that politicians from all three countries used to make policy. The influence of latent opinion was often as much unconscious as deliberate.
    [Show full text]
  • Vrijheid, Gelijkheid Broederschap?
    VRIJHEID, GELIJKHEID BROEDERSCHAP? Een analyse naar de democratisering door het Utrechtse stadsbestuur ten tijde van de Bataafse Republiek 1795 – 1798. Arjen Koomen – 5501644 – Universiteit Utrecht Begeleider: Annelien de Dijn Scriptie Bachelor Geschiedenis – Vrijheid, gelijkheid en broederschap. Voorwoord De Bataafse Republiek was een periode van experimenteren met de democratie. Het was een tijd waar men unieke kansen had om het politieke bestel te hervormen en te democratiseren, maar dit ging niet altijd gemakkelijk. Democratische hervormingen waren stroef en werden na lange discussies doorgevoerd. Een versnelling van het proces werd verzorgd door gewelddadige acties. Hierop reageerden de Fransen met een ingreep in het proces en in de invloed van de acties. Zij hadden de Bataafse Republiek weliswaar autonomie gegund, maar waren nog militair aanwezig in de grote steden. De Bataafse tijd (1795-1797) is een uitermate belangrijke periode voor de totstandkoming van de Nederlandse democratie en de democratie op stedelijk niveau. De Bataafse Republiek is uitgebreid onderzocht door academici. Echter blijft Utrecht een vage schim in de historiografie. Wat zich precies heeft afgespeeld tijdens de Bataafse tijd in Utrecht is tot op heden vrijwel onbekend gebleven. De voorganger van de Bataafse Republiek, de patriottentijd, is daarentegen wel breed onderzocht. Met dit onderzoek wil ik licht werpen op de vage schim in de historiografie. Utrecht had een belangrijke rol in de Bataafse Republiek en in de Bataafse idealen van medezeggenschap en democratie. Ik ben dit onderzoek begonnen om deze vage schim in de historiografie te verduidelijken. Hoewel ik mij in eerste instantie op de meer bekende periode, de patriottentijd, wilde richten, heb ik uiteindelijk toch gekozen voor de Bataafse tijd in Utrecht.
    [Show full text]
  • Pioniers in Schaduwbeeld: Het Eerste Parlement Van Nederland 1796-1798
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pioniers in schaduwbeeld: het eerste parlement van Nederland 1796-1798 Oddens, J. Publication date 2012 Link to publication Citation for published version (APA): Oddens, J. (2012). Pioniers in schaduwbeeld: het eerste parlement van Nederland 1796- 1798. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 EPILOOG ijdens de Bataafse herfst van 1803 overleed op zevenenvijftigjarige leeftijd Bernard Bosch. Het voormalig lid van de eerste en de tweede Nationale Vergadering, de Constituerende Vergadering en het Vertegenwoordigend Lichaam stierf eenzaam, T 1 verbitterd en berooid. Zijn laatste dagen had hij gesleten in een huisje dat hoorde bij het Scheveningse buitenverblijf Zeldenrust, waar hij leefde op kosten van een weldoener. De plaatselijke vrijmetselaarsloge De Ware Bataven betaalde zijn begrafenis in de Haagse Nieuwe Kerk.2 Bij leven belichaamde Bosch de ware Republikein.
    [Show full text]
  • & Slavernij Rijks Museum Rijks Museum
    16de eeuw & SlaveRnij RIJKS MUSEUM & SLAVERNIJ RIJKS muSeum & SlaveRnij Het Rijksmuseum, hét Nederlandse museum voor kunst en geschiedenis, werkt permanent aan het tonen van een completer beeld van het Nederlandse verleden. De 17de, 18de en 19de eeuw zijn daar een belangrijke periode in, de tijd waarin Nederland zich een machtspositie op het wereldtoneel verwierf. Die koloniale macht is onlosmakelijk verbonden met een systeem waarin slavernij een staats­ aangelegenheid was. Onder Nederlands gezag werden rondom de Atlantische en de Indische Oceaan mannen, vrouwen en kinderen tot slaaf gemaakt, onder dwang tewerkgesteld en tot objecten in administraties gereduceerd. Gedurende 250 jaar was het mensen in slavernij verboden zich te uiten, zich te laten horen, om bezit te hebben, om hun leven te documenteren. Dit systeem heeft zijn weerslag in de museumcollectie, zoals blijkt uit de 77 teksten van Rijksmuseum & Slavernij. In de korte teksten wordt de relatie toegelicht tussen het object en ons slavernijverleden. De onderwerpen die aan bod komen variëren van de toenmalige machthebbers, de Nederlandse aanwezigheid in bezet gebied, de relaties tussen de Nederlandse economie en slavernij, koloniale producten, de slavenhandel, en de kerk en slavernij, tot de aanwezig­ heid van mensen van kleur in Nederland en de manier waarop zij in kunst en kunstnijverheid zijn verbeeld, evenals de stemmen die opgingen tegen slavernij. De teksten van Rijksmuseum & Slavernij zijn vanaf februari 2021 een jaar lang terug te vinden op extra tekstbordjes in het museum: van de afdeling middeleeuwen tot in de afdeling 20ste eeuw. Ze zijn gebundeld in dit boekje. Daarbij is tot en met de zomer van 2021 de tentoonstelling Slavernij te zien.
    [Show full text]
  • Chapter 1: Introduction
    The Democratic Paradox The Democratic Paradox Dutch Revolutionary Struggles over Democratisation and Centralisation (1780-1813) De democratische paradox De Nederlandse revolutionaire strijd over democratisering en centralisatie (1780-1813) (met een samenvatting in het Nederlands) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus prof. dr. W.H. Gispen, ingevolge het besluit van het college van promoties in het openbaar te verdedigen op donderdag 6 september 2007 des middags te 2.30 uur door Thomas Poell geboren op 7 februari 1973, te Haarlem Promotoren: Prof. dr. M. Prak Prof. dr. I. de Haan Image on the cover: fragment of Nauwkeurige afbeelding van de Nationale Vergadering in Den Haag (Accurate Portrayal of the National Assembly in The Hague) signed by George Kockers in Middelburg 1797. Private collection of Rutger Schimmelpenninck. Contents Preface 7 1 Introduction 11 Current Explanations 13 The Debate on the Dutch Revolution 15 Historical Puzzles 17 The Political-Process Perspective 19 Democratisation and Centralisation 22 Operationalisation 24 Local Actors, Identities, and Coalitions 25 Central State Actors, Identities, and Coalitions 27 Focusing on Amsterdam 29 Research 31 Limitations 33 Organisation 34 2 The Patriot Revolt (1780-1787) 37 Elite Conflict 38 An Appeal to the Ideal of Popular Sovereignty 40 Popular Reactions 43 Liberal Ideas 45 Coalitions 48 The Construction of the Patriot Coalition 51 The Patriot Revolt in Amsterdam 53 The Patriot Coup 54 Consequences
    [Show full text]
  • Impost 38, 1 O M
    Belasting UDouane Museum Tentoonstelli 15 november ` USEUI per jaar voor de vrienden en van het Belasting & Douane Museum Rotterdam, voor de leden van de Werkgroep Geschiedeni Uverheidsfinanc zakelijke relaties. Impost 38, 1 O M Aan dit nummer werl on mee CqbBieze, Henk Fransc ca Estourgie, Frans Fox, Joke an iend erbaan. 200-jarig jubileum Geert Nieman, r Over m Pfeil, Anne-Marieke %hifMchalk, C ie Schwartz Dit jaar viert de Belastingdienst zijn 200-jarig jubileum. Ter gelegenheid hiervan opent minister van Financien drs. G. Zalm op dinsdag 14 november de tentoonstelling Redactle Van Gogel tot Zalm, 200 jaar Belastingdienst. Historicus Tom Pfeil, gespecialiseerd in Henk Duym, Leslie Sc va ns Fox de geschiedenis van de Nederlandse overheidsfinancien, schetst in zijn boeiende bij- Fotograftie Colle,W 'van het lasting & drage 'Eenpaerlick ende op eenen voet' het belang van het streven naar eenheid van lane Museui ciders vermeid beleid en uitvoering voor de ontwikkeling van de Nederlandse Belastingdienst. Volgens Pfeil was dit cruciaal voor een van de belangrijkste doelstellingen van de rmgeving Belastingdienst: zo veel mogelijk belastingplichtigen vrijwillig hun fiscale verplichtingen iianne de V ische vor eying laten voldoen. De eenheid van beleid en uitvoering was dan ook de peiler waarop de geloofwaardigheid van de Belastingdienst rustte. Drukw DeltaHage g? dienstverlening In deze Impost blikken we verder terug op een boeiende lente en zomer 2006, waarin de tentoonstelling Loden Last. Fietsbelasting 7924-1941 een groot aantal bezoekers Bijdragen voor Imp r. 39 trok. Tijdens de zomervakantie galmden dagelijks de kinderstemmen van vele enthou- Artikelen, boekrecen ' s eri re mede- siaste houders van het Jeugdvakantiepaspoort door het museum.
    [Show full text]
  • Task and Organisation Task and Organisation Table of Contents
    Task and Organisation Task and Organisation Table of contents Preface 5 1 History 6 2 Government body 8 3 Three policy areas 10 4 Staff 11 5 Political and administrative leadership 12 6 Structure 13 7 Divisions of the organisation 14 7.1 Treasury 14 7.1.1 Treasury Agency 15 7.2 Directorate-General of the Budget 16 7.3 Directorate-General for Tax & Customs Policy and Legislation 17 7.4 Directorate-General for the Tax & Customs Administration 18 7.4.1 Tax & Customs Administration 19 7.5 Central Directorates and departments 20 7.5.1 State Property Agency 21 8 Glossary 22 9 Sources 25 Preface This brochure provides information on the Ministry of Finance. You can read about the Ministry’s history, its policy areas and its structure. At the back of this brochure is a fold-out organisation chart, which can be consulted when reading the sections about the ministry’s structure. If, after reading this brochure, you would like more information, please visit our website, www.minfin.nl. In addition to general information about the Ministry of Finance, this provides news and information on fiscal policy, the national budget and other matters related to the Ministry of Finance. 5 1 History Gogel’s system was replaced on 1 January 1812 by the French tax system, after the Kingdom of Holland had been annexed to the French Empire. After Napoleon lost his final battle at Waterloo on 18 June 1815, the new Kingdom of the Netherlands was established. In 1815 its first official finance minister At the end of the eighteenth century the supporters of what was known as was also appointed.
    [Show full text]
  • Intermediary Bodies of Governance
    CHAPTER 4 Intermediary Bodies of Governance Abstract Following the phase of conquest, usually a temporary interim government was formed to supervise the incorporation of newly acquired territories. The timing of the incorporation, as well as the manner in which models from other parts of Europe were applied, infuenced how Napoleonic governance worked out in practice. Importantly, the creation of so-called gouvernements généraux became a Napoleonic integration instrument. General-Governors Charles-François Lebrun in Amsterdam and Louis Nicolas Davout in Hamburg had similar tasks but made differ- ent choices. Their relationships with other actors, local and French, dif- fered as well. In this chapter the two intermediary bodies are discussed, in relation to other Napoleonic institutions and their main protagonists. Often, Napoleonic offcials who had already proven their worth elsewhere were employed in these areas. Thus, institutional examples and personal experiences from other parts of the Empire, such as Italy, infuenced the integration of the North. Yet, being remote from the imperial core, many offcials competed for power and hence for control of the integration process. Keywords Intermediary government • Incorporation • Integration • Charles-François Lebrun • Louis-Nicolas Davout © The Author(s) 2021 67 M. van der Burg, Napoleonic Governance in the Netherlands and Northwest Germany, War, Culture and Society, 1750–1850, https://doi.org/10.1007/978-3-030-66658-3_4 68 M. VAN DER BURG FROM CONQUEST TO INCORPORATION During the autumn of 1810, Napoleon issued decree after decree to enlarge his Empire by incorporating conquered lands. In previous years, the treatment of new territorial acquisitions had been increasingly formal- ized.
    [Show full text]
  • 'Een Denkbeeldige Haven, Bij Het Krieken Van De Dag. Op De
    ‘Een denkbeeldige haven, bij het krieken van de dag. Op de voorgrond is het duister, maar aan de horizon gloort de nieuwe ochtend. Een Romeinse triomfboog rechts vangt de eerste zonnestralen. Schepen worden uitgeladen, maar een enkele man slaapt rustig door. Claude Lorrain – een Fransman in Rome – was een meester in sfeervol typeren van de verschillende tijdstippen van de dag. Zijn poëtische, Italiaans aandoende landschappen oefenden grote invloed uit op tijdgenoten, onder wie de Nederlandse 1 Italianisanten.’ OWG I: Beeldende Kunst A Anske van den Dool Docenten: prof.dr. P.A. Hecht en drs. H. Lootsma 3228304 ‘Een denkbeeldige haven, bij het krieken van de dag. Op de voorgrond is het duister, maar aan de horizon gloort de nieuwe ochtend. Een Romeinse triomfboog rechts vangt de eerste zonnestralen. Schepen worden uitgeladen, maar een enkele man slaapt rustig door. Claude Lorrain – een Fransman in Rome – was een meester in sfeervol typeren van de verschillende tijdstippen van de dag. Zijn poëtische, Italiaans aandoende landschappen oefenden grote invloed uit op tijdgenoten, onder wie de Nederlandse Italianisanten.1 1 Deze beschrijving is afkomstig uit het Rijksmuseumdossier van Havengezicht bij zonsopgang en wordt momenteel in het museum als begeleidende tekst bij het schilderij getoond. Dit dossier is op te vragen via de studiezaal van het Rijksmuseum en te bezoeken op de Frans van Mierrisstraat 92 te Amsterdam. 2 Claude Lorrain Havengezicht bij zonsopgang, 1637-1638 Olieverf op doek (74 x 99 cm) Rijksmuseum, Amsterdam Aangekocht in 2003
    [Show full text]
  • Appendices En Literatuur
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Hartslag van een revolutie Pers en politiek in de Bataafse Republiek (1795–1802) Jacobs, E. Publication date 2020 Document Version Other version License Other Link to publication Citation for published version (APA): Jacobs, E. (2020). Hartslag van een revolutie: Pers en politiek in de Bataafse Republiek (1795–1802). General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:04 Oct 2021 DEEL III APPENDICES EN LITERATUUR Appendix I: Citation Index · 401 Appendix I: Citation Index De citation-index en bijbehorende rangschikking van de Bataafse politieke tijd- schriften en kranten die in Appendix III in zijn geheel is afgebeeld, is gebaseerd op de onderlinge verwijzingen die werden aangetroffen in 120 kranten, politieke tijdschriften en overheidspublicaties.
    [Show full text]