muziek

Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel

za 21 okt 2017 / Grote podia / Blauwe zaal

20 uur / pauze ± 20.50 uur / einde ± 22 uur inleiding 19.15 uur / Magda De Meester in gesprek met luitist Wim Maeseele / Blauwe foyer 2017-2018 Monteverdi

Jongerenopera Muziektheater Transparant za 26 & zo 27 aug 2017

Ensemble Oltremontano, Collegium Cartusianum & Kölner Kammerchor olv. Peter Neumann za 7 okt 2017

Anima Eterna Brugge olv. Jos van Immerseel klavecimbel & orgel za 21 okt 2017

Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe zo 22 okt 2017

Ricercar Consort olv. Philippe Pierlot wo 28 feb 2018 tekst programmaboekje Tino Haenen coördinatie programmaboekje deSingel Anima Eterna Brugge vertalingen gezongen teksten Jo Libbrecht boventiteling Capiche surtitling D/2017/5.497/86 Jos van Immerseel muzikale leiding, klavecimbel & orgel Christoph & Julian Prégardien tenor Marianne Beate Kielland mezzosopraan

Claudio Monteverdi (1567-1643) Il Combattimento di Tancredi e Clorinda 21’ (uit Achtste Madrigalenboek)

Tempro la Cetra 9’ (uit Zevende Madrigalenboek)

Lamento d’Arianna 17’

pauze

Selectie uit ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’: 22’ Dormo ancora o son desto? Cara e lieta gioventÙ Lieto cammino O padre sospirato - O figlio desiato

Interrotte Speranze 4’ (uit Zevende Madrigalenboek)

Selectie uit ‘L’Orfeo’: Possente spirto 11’ Perché a lo sdegno - Saliam cantando al cielo 7’

Gelieve uw GSM uit te schakelen De inleidingen kan u achteraf beluisteren via Reageer en win www.desingel.be Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, Selecteer hiervoor voorstelling / concert / appreciatie, … betreffende het programma van deSingel tentoonstelling van uw keuze. met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling / concert / tentoonstelling van uw keuze. Grand café deSingel drankjes / hapjes / snacks Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans uitgebreid tafelen / open alle dagen: 9-24 uur om tickets te winnen. informatie en reserveren: +32 (0)3 237 71 00 of www.grandcafedesingel.be Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de Cd-verkoop Bij onze concerten worden occasioneel concertvleugels van deSingel cd’s te koop aangeboden door Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000 La Boite à Musique / Coudenberg 74 / Brussel / +32 Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98 (0)2 513 09 65 / www.classicalmusic.be www.moreau-pianoservice.be twintig jaar oudere en conservatieve, voormalige leraar van Eerst de tekst Monteverdi, Giovanni Maria Artusi. Artusi had in een lijvig boek de moderne madrigaalkunst van Monteverdi aange- Hij geldt als de componist van de eerste opera, maar dat vallen en als fout gecomponeerd bestempeld. klopt niet helemaal. Ene Jacopo Peri (1561-1633) schreef met ‘L´Euridice, favola drammatica’, de eerste in zijn geheel De Monteverdi’s bedoelen met ‘vecchia musica’ de bewaard gebleven opera. Het werk werd in 1600 in Firenze contrapuntische vocale polyfonie uit de voorgaande in het Palazzo Pitti boven de doopvont gehouden. eeuwen, waarbij de muziek uit het harmonisch weefsel Toch is (1567-1643) degene die met ontstaat en waarbij de inhoud van de tekst ondergeschikt ‘L’Orfeo’ (1607), ‘Il Ritorno d‘Ullise in Patria’ (1640) en is aan de muziek. Volgens de regels van de ‘prima prattica’ ‘L’Incoronazione di Poppea’ (1642) de standaard zette voor moet de ‘oratio’ (de tekst) de dienaar zijn van de harmonie wat tot op heden een opera moet zijn. (‘serva del armonia’). In de ‘seconda prattica’ is het precies omgekeerd , hier is de ‘oratio’ de baas boven de muziek Er was trouwens nog een vierde opera, ‘Arianna’ uit 1608, (‘padrona del armonia’). De tekst moet emoties opwekken maar daarvan is enkel het ‘Lamento d’Arianna’ overge- die bij het spreken of zingen van de tekst de melodische bleven. Bij de première van de opera aan het hof van beweging bepalen. Deze door de taal opgewekte en Mantua zou naar verluidt Arianna’s klaagzang de toe- gevoelsrijke melodie is het die zijn invloed op het hele schouwers tot tranen toe hebben weten te roeren. Het muzikale gebeuren heeft. Dat heeft uiteraard repercussies werk werd afzonderlijk, verscheidene keren herdrukt en op de hele zeggingskracht van de muziek: met de klemtoon zorgde voor een ware golf aan lamentaties in heel Europa. op het woord staan thans de mens met zijn gevoelens en Ze werd tot vast onderdeel van elke zichzelf respecterende zijn zielenroerselen in het brandpunt van het gebeuren. opera, door de eeuwen heen. Denk maar aan Purcells Dido, Verdi’s Violetta (‘La Traviata’) tot en met de naamloze Alle werken op het programma zijn gecomponeerd volgens vrouw uit Schönbergs monodrama ‘Erwartung’, om slechts de ‘seconda prattica’. Zo ook de mini-opera ‘Il Combat- enkele voorbeelden te noemen. timento di Tancredi e Clorinda’. Het verhaal is flinterdun, maar vol dramatiek en hoogoplopende emoties en vertelt Monteverdi zelf noemde het lamento “La più essential de noodlottige strijd tussen Tancredi en Clorinda. Hij is een parte dell’ opera”, waarin op een voor die tijd zeer directe kruisvaarder en zij een Ottomaanse krijgster. De tekst komt manier de smart en pijn van het hoofdpersonage vertolkt uit Torquato Tasso’s epos ‘La Gerusalemme liberata’ (1581). worden. Arianna (Ariadne) treurt om haar geliefde, Tancredi en Clorinda zijn geliefden maar zoals wel vaker in Theseus, die de Minotaurus had gedood en met haar hulp een opera herkennen ze elkaar niet; beiden zijn immers uit diens labyrint had weten te ontsnappen. Tegen zijn geharnast. Ze gaan een gevecht aan op leven en dood. beloftes in, liet hij haar alleen achter op het eiland Naxos Wanneer Clorinda dodelijk getroffen neervalt en aan en zette zijn zeilen op weg naar zijn thuisstad Athene. (Het Tancredi vraagt haar vooralsnog te dopen, komen ze achter hele verhaal staat in het Achtste Boek van de ‘Metamor- de tragische waarheid. ‘Combattimento’ is het langste werk fosen’ van Ovidius). Zelden werden verlatenheid, liefdesver- uit Monteverdi’s Achtste Madrigalenboek, de ‘Madrigali driet en doodsdrift zo schrijnend in woord en muziek guerrieri et amorosi’ (1638). De première vond plaats verwoord. tijdens het Venetiaans carnaval van 1624. We kennen ook Geheel in overeenkomst met de regels van de ‘seconda de scenische manier waarop die uitvoering van de opera prattica’ of zoals ze ook wel eens wordt genoemd, de plaatsvond: Clorinda komt te voet en geharnast op, gevolgd ‘musica moderna’. Dit in tegenstelling tot de ‘prima prattica’ door Tancredi op een soort namaak-paard. Anders dan in of ‘vecchia musica’ (oude muziek). De twee begrippen een ‘echte’ opera, hebben niet de beide agerende perso- werden door Monteverdi en zijn broer in het voorwoord tot nages de belangrijkste rol. Die is voor de ‘testo’ of verteller, zijn Vijfde Madrigalenboek (1607) voor het eerst gebruikt. hij neemt niet deel aan de handeling, maar hij verhaalt ze, Dit voorwoord was in feite een verdediging tegen de observeert en levert commentaar. Hij is de stem van de

6 7 dichter en componist, die als het ware de steekwoorden ze slechts iets meer dan tien minuten. levert voor de handeling. De strijd tussen beide ridders, de ‘Lieto cammino’ (Vrolijke weg) is het begin van het tweede galopperende paarden, het gekletter van de zwaarden en bedrijf. Na een korte instrumentale inleiding verschijnen schilden, de verbetenheid en de stromen bloed van de Odysseus’ zoon, Telemachus en Athene op een wolkenwa- strijders worden niet alleen opgeroepen door de stem van gen. De muziek is licht en luchtig en verbeeldt het geloof de verteller maar ook door de vele effecten in de strijkers. van de jeugd in de toekomst. ‘O padre sospirato - O figlio Monteverdi schrijft in zijn voorwoord dat hij in dit werk voor desiato’ (Oh, lang verwachte vader - O geliefde zoon) het eerst de ‘’ heeft toegepast. Met de ‘stile schildert de langverwachte ontmoeting tussen vader en concitato’ of ‘gevoelsgeladen’ stijl wil de componist zoon. De scène begint met een speciaal effect dat, volgens uitdrukking geven aan de hevigste van de drie fundamente- de regieaanwijzing, een lichtstraal uitbeeldt die de aarde in le gevoelens, de woede (ira) tegenover de matiging tweeën splijt en waarin Odysseus verdwijnt. Dan - coup de (temperanza) en ootmoed (umilita). Daar is hij met theâtre - splijt de aarde voor een tweede keer en Odysseus ‘Combattimento’ alvast glansrijk in geslaagd: met in feite verschijnt. Met die voor Monteverdi zo typische magie geringe middelen weet hij de luisteraar mee te nemen op waarbij de ene stem vibreert met de andere, de stemmen een roetsjbaan van emoties. Niet op z’n minst bij de naar elkaar klimmend en dalend omarmen, worden we deelge- de keel grijpende dood van Clorinda. noot van de vreugde en het geluk bij de hereniging van vader en zoon. Zowel ‘Tempro la Cetra’ - het openingsdeel of proloog van het Zevende Madrigaalboek (1619), een compositie Uit de favalo in musica, ‘L’Orfeo’, tenslotte, horen we twee voor tenor solo - als ‘Interrotte Speranze’ - een duizeling- sleutelmomenten. In de aria ‘Possente spirto’ (Machtige wekkend spel met toonhoogtes voor twee elkaar omstren- geest), weet het titelpersonage met zijn verlokkende zang gelende mannenstemmen - zijn quasi standaardvoorbeel- Charon te vermurwen hem de Styx te laten oversteken. Met den voor de virtuositeit zonder gekunsteldheid, die zo uiterst sobere middelen en een ingenieus samenspel eigen is aan Monteverdi. tussen de stem en de instrumenten evoceert Monteverdi de betovering en doeltreffendheid van Orfeo’s zang. Het dramma in musica, ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ (De In het slotduet ‘Perché a lo sdegno’ (Waarom geef je je terugkeer van Odysseus naar het vaderland) ademt de over) belooft Apollo de, om het verlies van zijn geliefde humanistische geest van de renaissance, maar is ook de Eurydice, treurende en verscheurde Orfeo het eeuwige bode van de voor de barok zo typische sensibiliteit. Het leven te midden van de goden. verhaal is gekend: Odysseus keert terug naar Ithaca, Meesterlijk hier alweer, hoe Monteverdi telkens met verjaagt de pretendenten, die naar zijn troon en de liefde slechts enkele maten de hele bandbreedte aan menselijke van Penelope smachten en is na zijn lange omzwervingen gevoelens, smart, angst, vreugde, loutering en vrede, bij weer gelukkig vereend met huis en hof. zijn personages en bij ons, de luisteraars kan oproepen. De In de aria ‘Dormo ancora o son desto?’ (Slaap ik nog of ben samenhang is subtiel en van een onaardse schoonheid, ik wakker?) maken we voor het eerst kennis met het die we later misschien pas bij Mozart zullen terugvinden. personage van Odysseus. Zijn monoloog begint stamelend, slaapdronken en gaat geleidelijk over in het uiten van zijn angst en woede over de onverbiddelijkheid der goden. Deze monoloog vormt als het ware het mannelijke pendant voor het ‘Lamento d’ Arianna’. De direct hierop aansluitende scène ‘Cara e lieta gioventù’ (Beminde en vreugdevolle tijd van de jeugd) brengt de godin Athene, verkleed als een herdersjongen, ten tonele. Deze scène is haast een opera in de opera, gezien zijn stilistische diversiteit en veelheid aan emoties, ook al duurt

8 9 Claudio Monteverdi Il Combattimento di Tancredi e Clorinda Het gevecht tussen Tancredi en Clorinda uit: Achtste Madrigalenboek, Venetië, 1638 tekst: Torquato Tasso, uit ‘La Gierusalemme Liberata’, cantus XII, strofes 52-62 & 64-68

Tancredi, che Clorinda un homo stima, Tancredi, denkend dat Clorinda een man is, vol ne l’armi provarla al paragone. wil haar op de proef stellen in een wapengevecht. Va girando colei l’alpestre cima Rond de heuveltop gaat ze naar een andere poort ver altra porta, ove d’entrar dispone. waardoor ze de stad hoopt binnen te gaan. Segue egli impetuoso, onde assai prima Hij zet de achtervolging zo wild in, dat hij zijn komst reeds van ver verraadt. che giunga, in guisa avien che d’armi suone, Bij het horen van die kletterende wapens ch’ella si volge e grida: ”O tu, che porte, blijft zij staan en roept: “Hé daar, waarom heb je zo’n haast?” correndo sì?” Respose: ”E guerra e morte”. Hij antwoordt: “Oorlog en dood!”

“Guerra e morte avrai” -disse- “io non rifiuto “Oorlog en dood kun je krijgen!” zegt ze, darlati, se lei cerchi e fermo attendi”. “Ik zal je niet ontzeggen waar je voor kwam, ik sta mijn mannetje.” Né vuol Tancredi, ch’ebbe a pié veduto Als blijkt dat zijn tegenstander te voet is, il suo nemico usar cavallo, e scende. wil Tancredi zijn paard niet gebruiken en stijgt hij af. E impugna l’un l’altro il ferro acuto, Reeds grijpen beiden naar hun scherpe zwaard, e aguzza l’orgoglio e l’ira accende; vol van trots en brandend van woede. e vansi incontro a passi tardi e lenti Aarzelend, langzaam stappen ze op elkaar toe quai due tori gelosi e d’ira ardenti. als twee jaloerse stieren, vol vurige toorn.

Notte, che nel profondo oscuro seno Nacht, die in de diepe duisternis van uw schoot chiudeste e nell’oblio fatto sì grande, zo’n grootse daad in vergetelheid stort, degno d’un chiaro sol, degno d’un pieno een daad die stralend zonlicht verdient teatro, opre sarian sì memorande, – en een theater vol toeschouwers. piacciati ch’indi il tragga, e’n bel sereno Laat mij ze aan het licht brengen alle future età lo spieghi e mande. om ze over te dragen aan het nageslacht! Viva la fama lor, e tra lor gloria Lang leve hun roem! Moge de nobele herinnering Splenda dal fosco tuo l’alta memoria. aan hun glorierijke daad doorheen uw duisternis schitteren!

Non schivar, non parar, non pur ritrarsi Van wijken weten ze niet, ze slaan niet af, trekken niet terug. voglion costor, né qui destrezza ha parte. Behendigheid komt hier niet van pas. Non danno i colpi or finti, or pieni or scarsi, Hun slagen zijn niet geveinsd, nu eens mis, dan weer raak, toglie l’ombra e’l furor l’uso de l’arte. want wat helpt subtiel spel in duisternis en woede? Odi le spade orribilmente urtarsi Hoor de zwaardklingen vreselijk tegen elkaar stoten! A mezzo il ferro, e’l piè d’orma non parte; Hun voeten blijven vast op de grond, sempre il piè fermo e la man sempre in moto; hun handen staan geen moment stil, né scende taglio invan, né punta a vòto. geen slag of stoot is voor niets.

L’onta irrita lo sdegno a la vendetta, Eerzucht hitst toorn op tot wraak, e la vendetta poi l’onta rinnova; die op haar beurt weer eerzucht wekt. onde sempre al ferir, sempre a la fretta Slagen roepen om slagen, het gevecht wordt heftiger stimol novo s’aggiunge a piaga nova. door telkens nieuwe woede.

10 11 D’or in or più si mesce, e più ristretta Dichter en dichter komen ze, de strijd verhardt. si fa la pugna, e spada oprar non giova: Zwaarden worden nutteloos, dansi con pomi, e infelloniti e crudi ze halen uit met sabelknoppen, cozzan con gli elmi insieme e con gli scudi. en wild van woede stoten ze elkaar met helm en schild.

Tre volte il cavalier la donna stringe Driemaal grijpt de ridder de vrouw met zijn Con le robuste braccia, e altrettante sterke armen, en driemaal maakt ze zich los poi da quei nodi tenaci ella si scinge, uit zijn taaie omknelling, nodi di fier nemico e non d’amante. omhelsd door een bittere vijand, niet door een geliefde. Tornano al ferro, e l’un l’altro il tinge Ze grijpen opnieuw hun zwaarden, con molto sangue; e stanco e anelante die ze om de beurt bloedrood kleuren. e questi e quegli al fin pur si ritira, Dan, uitgeput en hijgend, beginnen ze zich terug te trekken, e dopo lungo faticar respira. om bij te komen van het lange gevecht.

L’un l’altro guarda, e del suo corpo esangue Ze kijken elkaar aan, hun bebloede lichamen rusten sul pomo de la spada appoggia il peso. met het volle gewicht op de sabelknoppen. Già de l’ultima stella il raggio langue De laatste ster begint al te verbleken sul primo albor ch’è in oriente acceso. bij het eerste schijnsel dat in het oosten opkomt. Vede Tancredi in maggior copia il sangue Tancredi ziet dat zijn vijand veel bloed verliest, del suo nemico, e sé non tanto offeso. maar dat zijn eigen wonden meevallen. Ne gode e insuperbisce. O nostra folle Hij verheugt zich erover, hij is zelfs trots! mente ch’ogni aura di fortuna estolle! Hoe dwaas is onze geest dat hij elke schijn van geluk verheerlijkt!

Misero, di che godi? Oh quanto mesti Ongelukkige, waarom die vreugde? fiano i trionfi, e infelice il vanto! Hoe droevig is je overwinning, hoe rampzalig je pralen! Gli occhi tuoi pagheran (s’in vita resti) Je ogen zullen de pijn betalen (als je het leven houdt): di quel sangue ogni stilla un mar di pianto. voor elke druppel bloed een zee van tranen. Così tacendo e rimirando, questi Zo, zwijgend elkaar in het oog houdend, sanguinosi guerrier cessaro alquanto. onderbreken de bloedige strijders even hun gevecht. Ruppe il silenzio alfin Tancredi e disse, Tenslotte verbreekt Tancredi de stilte perché il suo nome a l’un l’altro scoprisse: om de naam van de ander te kennen:

“Nostra sventura è ben che qui s’impieghi “Ons grootste ongeluk is dat we hier zoveel blijk geven tanto valor, dove il silenzio il copra. van dapperheid, terwijl de stilte ze bemantelt. Ma poi che sorte ria vien che ci nieghi Ondanks een kwaad lot dat ons de roem weigert, e lode e testimon degni de l’opra, en de getuigen die zo’n heldendaad waardig zijn, pregoti (se fra l’armi han loco i prieghi) smeek ik u (als er in een gevecht plaats is voor gebed) che’l tuo nome e’l tuo stato a me tu scopra, mij uw naam en staat bekend te maken, acciò ch’io sappia, o vinto o vincitore, zodat ik, winnaar of overwonnen, chi la mia morte o la mia vita honore”. weet wie mijn dood of mijn leven tot eer strekt.”

Rispose la feroce:”Indarno chiedi De dappere vrouw antwoordt: quel ch’ho per uso di non far palese. “Het heeft geen zin dat je me vraagt wat ik meestal verberg. Ma chiunque io mi sia, tu inanzi vedi Maar wie ik ook ben, hier voor je staat un di quei duo che la gran torre accese”. een van de twee die de grote toren in vlammen zette.” Arse di sdegno a quel parlar Tancredi: Bij deze woorden vliegt Tancredi razend uit: “In mal punto il dicesti; “Dat zal je duur te staan komen!

12 13 e’l tuo dir e’l tacer di par m’alletta, Lompe barbaar, je woorden en je stilzwijgen barbaro discortese, alla vendetta”. dagen mij uit tot wraak!”

Torna l’ira nei cori, e li trasporta, De woede keert terug in hun hart en spoort ze aan, benché deboli, in guerra, a fiera pugna hoewel verzwakt, tot vechten. Die vurige strijd ‘ve l’arte in bando, ‘ve già la forza è morta, waar vechtkunst heeft afgedaan, waar kracht is gestorven, ove invece d’entrambi il furor pugna! waar alles plaats maakt voor wilde woede. Oh che sanguigna e spaziosa porta Wat een bloedige, gapende wonden Fa l’una e l’altra spada, ovunque giugna, slaan zij met hun zwaarden, ne l’armi e nelle carni! E se la vita of ze nu harnas of vlees raken! Het leven zou non esce, sdegno tienla al petto unita. op de vlucht slaan als de toorn het niet in hun hart hield.

Ma ecco ormai l’ora fatal è giunta Maar kijk, het fatale ogenblik waarop che ‘l viver di Clorinda al suo fin deve. het leven van Clorinda ten einde moet komen is daar. Spinge egli il ferro nel bel sen di punta Hij doorsteekt haar mooie borst met zijn zwaard, che vi s’immerge e ‘l sangue avido beve; dat zich een weg baant en zich baadt in stromend bloed. e la veste, che d’or vago trapunta De goudversierde tuniek, le mammelle stringea tenera e leve, die haar zachte, lichte borst omsloot, l’empie d’un caldo fiume. Ella già sente vult zich met een warme stroom. morirsi, e ‘l pié le manca egro e languente. Ze weet: het is te laat, en ze wankelt.

Segue egli la vittoria, e la trafitta Met de overwinning binnen handbereik vergine minacciando incalza e preme. werpt hij zich op het verwonde meisje. Ella, mentre cadea, la voce afflitta Ze stort in en spreekt met droeve stem movendo, disse le parole estreme; haar laatste woorden, die haar een parole che a lei novo spirto addita, nieuwe geest ingeblazen hebben, spirto di fé, di carità, di speme, een van geloof, medelijden en van hoop, virtù che Dio l’infonde, e se rubella deugden die haar door God gegeven zijn. Al was ze in vita fu, la vuol in morte ancella. opstandig in leven, in haar dood is ze Zijn dienares.

“Amico, hai vinto: io ti perdon…perdona “Vriend, je hebt gewonnen, ik vergeef je. tu ancora, al corpo no, che nulla pave, Vergeef ook mij, niet om mijn lichaam dat geen vrees kent, a l’alma si; deh! per lei prega, e dona maar om mijn ziel. Bid daarvoor en doop mij battesmo a me ch’ogni mia colpa lave”. zodat al mijn zonden vergeven zijn.” In queste voci languide risuona In haar kwijnende stem hoorde hij un non so che di flebile e soave een milde klacht die zijn hart raakte. ch’al cor gli scende e ogni sdegno amorza Zijn woede ebde weg en ten slotte e gli occhi a lagrimar l’invoglia e sforza. vulden zijn ogen zich met tranen.

Poco quindi lontan nel sen d’un monte Vlakbij, in de schoot van de heuvels, scaturia mormorando un picciol rio. vloeide een klein bruisend beekje. Egli v’accorse, e l’elmo empié nel fonte, Hij liep erheen, en met een helm vol bronwater e tornò mesto al grande ufficio e pio. keerde hij terneergeslagen terug om zijn heilige plicht te vervullen. Tremar sentì la man, mentre la fronte Zijn hand beefde terwijl hij haar helm losmaakte non conusciuta ancor sciolse e scoprio. en het nog onbekende voorhoofd ontblootte. La vide, e la conobbe, e restò senza Hij zag en herkende haar. Doodstil en zonder e voce e moto. Ahi vista! Ahi conoscenza! beweging bleef hij. Ach, noodlottige herkenning!

14 15 Non morì già, che sue virtuti accolse Hij stierf echter niet. Hij vatte weer moed in zijn hart, tutte in quel punto, e in guardia al cor le mise, onderdrukte zijn verdriet, en probeerde met water e premendo il suo affanno, a dar si volse het leven te schenken aan haar vita con l’acqua a chi col ferro uccise. die hij met zijn zwaard de dood gaf. Mentre egli il suon de’ sacri detti sciolse, Luisterend naar zijn heilige woorden, colei di gioia trasmutossi, e rise; klaarde haar gezicht van blijdschap op. e in atto di morir lieta e vivace, Ze glimlachte en leek stervend vol van geluk en rust dir parea: ”S’apre il ciel, io vado in pace”. te zeggen: “De hemel opent zich; ik ga in vrede.”

16 17 Tempro la Cetra (uit Zevende Madrigalenboek) Ik stem de lier tekst: Giambattista Marino (1569-1625)

Tempro la cetra, e per cantar gli onori Ik stem de lier en, om de lof te zingen di Marte alzo talor lo stil e i carmi. van Mars, verhef ik mijn stijl en vers. Ma invan la tento e impossibil parmi Maar hoe hard ik ook probeer ch’ella già mai risoni altro ch’amore. er klinkt alleen een liefdeslied.

Così pur tra l’arene e pur tra’ fiori Zowel op het strand als tussen de bloemen note amorose Amor torna a dettarmi, stuurt Amor mij liefdesklanken, né vuol ch’io prend’ ancora a cantar d’armi, en hij laat mij geen enkel wapen bezingen, se non di quelle, ond’egli impiaga i cori. behalve dat waarmee hij de harten verwondt.

Or umil plettro a i rozzi accenti indegni, Mijn bescheiden plectrum en de ruwe onwaardige woorden, musa, qual dianzi, accorda, in fin ch’al canto laat ze samenklinken, O Muze, de la tromba sublime il Ciel ti degni. met de sublieme trompet, de hemel waardig.

Riedi a i teneri scherzi, e dolce intanto Speel weer een vrolijk lied, zodat intussen, lo Dio guerrier, temprando i feri sdegni, de god van de oorlog zijn woede tempert in grembo a Citerea dorma al tuo canto. en zich in Venus’ schoot te rusten legt.

18 19 Lamento d’Arianna Klaagzang van Arianna

Lasciatemi morire. Laat mij sterven. E chi volete voi Wie kan mij che mi conforte ooit nog troosten in così dura sorte, in mijn harde lot, in così gran martire? in mijn grote lijden? Lasciatemi morire. Laat mij sterven.

O Teseo, o Teseo mio, Theseus, o mijn Theseus, si che mio ti vo’ dir ik spreek de waarheid als ik je zeg: che mio pur sei, je behoort mij toe, benchè t’involi, ahi crudo, hoewel je wegvlucht a gl’occhi miei. uit mijn ogen, wreedaard. Volgiti Teseo mio, Keer terug, mijn Theseus, volgiti Teseo, o Dio, keer terug, Theseus, o God! volgiti indietro a rimirar colei keer terug om haar weer te zien, che lasciato ha per te la Patria e’l regno, die voor jou haar vaderland en koninkrijk verliet, e in queste arene ancora, en die op dit strand, cibo di fere dispietate e crude prooi voor meedogenloos wrede dieren, lascierà l’ossa ignude. haar naakte gebeente zal achterlaten. O Teseo, o Teseo mio, Theseus, o mijn Theseus se tu sapessi, o Dio, als je wist, ach God, se tu sapessi, oimè, als je wist hoe ik me uitput, come s’affanna de arme Arianna, la povera Arianna; misschien zou je dan spijt krijgen Forse, forse pentito en je voorsteven weer naar deze kust wenden. rivolgeresti ancor la prora al lito. Maar op een gunstige wind Ma con l’aure serene vaar jij gelukkig weg, terwijl ik hier ween. tu te ne vai felice, ed io qui piango. Voor jou bereidt Athene A te prepara Atene grootse en feestelijke ceremonies, liete pompe superbe, ed io rimango, en ik blijf achter, cibo di fere in solitarie arene. prooi voor wilde beesten op dit verlaten strand. Te l’uno e l’altro tuo vecchio parente Je beide oude ouders zullen je blij omhelzen, stringeran lieti, ed io più non vedrovvi, en ik zal jullie nooit weerzien, o Madre, o Padre mio. o moeder, o mijn vader.

Dove, dov’ è la fede Waar, waar is de trouw che tanto mi giuravi? die je mij zo plechtig hebt gezworen? Così nell’ alta fede Wil je mij zo op de hoge troon tu mi ripon degl’ Avi? van je voorvaderen plaatsen? Son queste le corone Zijn dit de kronen onde m’adorn’ il crine? waarmee je mijn hoofd versiert? Questi gli scettri sono, Zijn dit de scepters, queste le gemme e gl’ori? de juwelen en het goud? Lasciarmi in abbandono Moet je me zo overleveren aan de a fera che mi strazi e mi divori? wilde dieren, die me verscheuren en verslinden?

20 21 Ah Teseo, ah Teseo mio, Ach Theseus, mijn Theseus, lascierai tu morire zul je mij laten sterven, invan piangendo, invan gridando aita vergeefs huilend, vergeefs roepend om hulp, la misera Arianna de arme Arianna, ch’a te fidossi e ti diè gloria e vita? die zich aan jou toevertrouwde en jou roem en je leven schonk?

Ahi, che non pur rispondi, Ach, hij antwoordt zelfs niet! ahi, che più d’aspe è sordo a miei lamenti! Hij is dover dan een slang voor mijn klachten! O nembi, o turbi, o venti Wolken, stormen, winden, sommergetelo voi dentr’ a quell’ onde! verdrink hem in deze golven. Correte orche e balene, Snel, zeemonsters en walvissen, e delle membra immonde laat zijn onteerde lichaam empiete le voragini profonde! de diepe afgrond dempen. Che parlo, ahi, che vaneggio? Wat zeg ik? Ijl ik? Misera, oimè, che chieggio? Ik ellendige, wat verlang ik? O Teseo, o Teseo mio, Theseus, o mijn Theseus, non son, non son quell’ io, ik ben mezelf niet, ik ben niet diegene non son quell’ io che i feri detti sciolse; die deze wrede woorden sprak. parlò l’affanno mio, Mijn emotie, parlò il dolore, mijn verdriet, parlò la lingua si ma non già il core. mijn tong spraken, ja, maar zeker niet mijn hart.

Misera, ancor dò loco Arme ik, hou ik nog altijd a la tradita speme, plaats voor valse hoop? e non si spegne Brandt het liefdesvuur fra tanto scherno ancor d’amor il foco. nog altijd na zulk verraad? Spegni tu morte omai le fiamme indegne. Laat jij dan, Dood, het vuur maar doven. O Madre, o Padre, Moeder, vader, o de l’antico Regno superbi alberghi, schitterende kamers van het oude paleis ov’ ebbi d’or la cuna. waar mijn gouden wieg stond, O servi, o fidi amici – bedienden, trouwe vrienden ahi fato indegno! – - onwaardig lot! - mirate ove m’ha scort’ empia fortuna, zie waar de wrede Fortuna mij bracht. mirate di che duol m’ha fatto herede Zie wat een pijn ik moet ondergaan l’amor mio, la mia fede vanwege mijn liefde en mijn trouw e l’altrui inganno. en vanwege het verraad van een ander. Così va chi tropp’ ama Zo vergaat het e troppo crede. wie teveel liefde kent.

22 23 ‘De dood van Euridice’. Schilderij van Erasmus Quellinus II, 1636-1638 ‘Clorinda valt Tancredi aan’. Schilderij van Paolo Domenico Finoglia, ca. 1640-1643

24 25 Selectie uit ‘Il Ritorno d’Ulisse in Patria’ De terugkeer van Ulisse naar het vaderland Opera lirica libretto: Giacomo Badoaro (1602-1654)

Atto 1, Scena VII 1e bedrijf, 7e scène

Ulisse Ulisse Dormo ancora o son desto? Slaap ik nog of ben ik wakker? Che contrade rimiro? Wat is dit voor een landschap? Qual aria vi respiro? Welke lucht adem ik? E che terren calpesto? En welke bodem betreed ik? Dormo ancora o son desto? Slaap ik nog of ben ik wakker? Chi fece in me Wie veranderde mijn Il sempre dolce e lusinghevol sonno immer zoete en aangename slaap Ministro di tormenti, in een oord van kwellingen?

Chi cangiò il mio riposo in ria sventura? Wie veranderde mijn rust in vreselijk onheil? Qual Deità de’ dormienti ha cura? Welke God zorgt voor de slapenden? O sonno, o mortal sonno! O slaap, o sterfelijke slaap! Fratello della morte altri ti chiama. Sommigen noemen je een broeder van de dood. Solingo trasportato, Alleen hierheen gebracht, Deluso ed ingannato, ontgoocheld en bedrogen... Ti conosco ben io, padre d’errori; Ik ken je goed, vader van vele dwalingen; Pur degli errori miei son io la colpa! Maar voor mijn fouten draag ik de schuld! Ché se l’ombra è del sonno Tegelijkertijd is de schaduw sorella o pur compagna, de zus of de gezellin van de slaap. chi si confida all’ombra Wie de schaduw vertrouwt perduto alfin contro ragion si lagna. zal zijn ondergang bewenen. O Dei sempre sdegnati, O immer toornige Goden, Numi non mai placati, moeilijk in te tomen, contro Ulisse che dorme anco severi, hardvochtig, zelfs tegen de slapende Ulisse, Vostri divini imperi jullie goddelijke geboden contro l’human voler sien fermi e forti, zijn machtig en sterk tegenover de menselijke wil ma non tolgan ahimè la pace ai morti. maar laten de doden toch met rust.

Feaci ingannatori! Bedrieglijke Faiaken! Voi pur mi prometteste Jullie beloofden mij een behouden terugkeer di ricondurmi salvo in Itaca mia patria naar Itaka, mijn vaderland, Con le ricchezze mie, co’ miei tesori. met mijn rijkdom en mijn schatten. Feaci mancatori! Valse Faiaken! Or non so com’ingrati mi lasciaste Ik weet niet waarom jullie, ondankbaren, in questa riva aperta, mij hier hebben achtergelaten, su spiaggia erma e deserta, op dit onherbergzame strand, misero, abbandonato; ellendig en verlaten; e vi porta fastosi e per l’aure e per l’onde En met die enorme zonde verdwijnen jullie gezwind così enorme peccato! door water en wind! Se puniti non son sì gravi errori, Als zo’n zware misdaad onbestraft blijft,

26 27 lascia, Giove, deh, lascia de’ fulmini la cura, laat dan, Jupiter, je bliksemschichten achterwege ché la legge del caso è più sicura. want de trefkansen zijn miniem. Sia delle vostre vele, Moge de noordenwind, falsissimi Feaci, gemene Faiaken, sempre Borea inimico; de vijand zijn van jullie zeilen, e sian qual piuma al vento o scoglio in mare en mogen jullie trouweloze schepen le vostre infide navi: opveren in de stormwind leggere agli Aquiloni, all’aure gravi! en verstenen op de kalme zee.

Atto 1, Scena VIII 1e bedrijf, 8e scène

Minerva Minerva In abito da pastorello Vermomd als jonge herder Cara e lieta gioventù Lieve en gelukkige jeugd che disprezza empio desir, die de hebzucht minacht non dà a lei noia o martir en die niet geplaagd of gekweld is ciò che viene e ciò che fu. door wat nog komt en wat voorbij is.

Ulisse fra sé Ulisse, bij zichzelf Sempre l’uman bisogno il ciel soccorre. De hemel komt de mens steeds te hulp. Quel giovinetto tenero negli anni, Deze jongeman van weinige jaren, mal pratico d’inganni, in bedrog nog onervaren, forse che ’l mio pensier farà contento: kan misschien mijn gemoed bedaren. Ché non ha frode in seno Er is geen kwaad in het hart chi non ha pelo al mento. van wie nog geen baard draagt.

Minerva Minerva Giovinezza è un bel tesor De jeugd is een mooie schat che fa ricco in gioia un sen. die het hart vreugde schenkt. Per lei zoppo il tempo vien, Voor haar hinkt de tijd per lei vola alato Amor voor haar vliegt de Liefde.

Ulisse Ulisse Vezzoso pastorello, Bekoorlijke herdersjongen, deh sovvieni un perduto ah, sta een verloren man di consiglio e d’aiuto, e dimmi pria met raad en daad bij en vertel me di questa spiaggia e questo porto il nome. hoe die kust en die haven heten.

Minerva Minerva Itaca è questa in sen di questo mare, Itaka is het, in de schoot van deze zee, porto famoso e spiaggia een beroemde haven en een gelukkige, felice avventurata. welvarende kust. Ma tu come venisti e dove vai? Maar, hoe kom jij hier en waar ga je heen?

Ulisse Ulisse Io greco sono ed or di Creta io vengo Ik ben een Griek en nu kom ik uit Kreta

28 29 per fuggir il castigo om de straf te ontvluchten d’omicidio eseguito; om een moord die ik pleegde; m’accolsero i feaci e m’han promesso De Faiaken namen me mee en beloofden in Elide condurmi, me naar Elide te brengen. ma dal cruccioso mar dal vento infido Maar een wilde zee en een verraderlijke wind fummo a forza cacciati in questo lido; wierpen ons op deze kust; colà m’addormentai si dolcamente, overmand door zoete slaap ch’io non udii, né vidi hoorde of zag ik niet di Feaci crudeli la furtiva partenza. hoe die wrede Faiaken het anker lichtten.

Minerva Minerva Ben lungamente addormentato fosti Je hebt wel erg lang geslapen ch’ancor ombra racconti e sogni narri. dat je nog van de duisternis en je dromen vertelt. È ben accorto Ulisse, Ulisse is verstandig, ma più saggia è Minerva. maar Minerva is wijzer. Tu dunque, Ulisse, i miei precetti osserva. Daarom, Ulisse, luister goed naar wat ik je zeg.

Ulisse Ulisse Chi crederebbe mai Wie zou dat ooit geloven, le deità vestite in uman velo! een Godin in mensenstaat. Or consigliato seguo Getroost volg ik nu i tuoi saggi consigli. je wijze raad.

Minerva e Ulisse Minerva en Ulisse Ninfe serbate Nimfen, bewaar le gemme gl’ori de edelstenen en het goud, spoglie e tesori gewaden en schatten, tutto serbate bewaar alles, Ninfe sacrate. heilige nimfen.

Atto 1, Scena IX 1e bedrijf, 9de scène

Minerva Minerva Tu d’Aretusa al fonte in tanto vanne, Ga intussen naar de bron van Aretusa, ove il Pastor Eumete, waar de herder Eumete, tuo fido antico servo, je oude trouwe dienaar, custodisce la gregge; ivi m’attendi over zijn kudde waakt; wacht daar op mij in sin che pria di Sparta io ti conduca tot ik je zoon Telemaco Telemaco tuo figlio, uit Sparta terug bij jou breng. poi d’eseguir t’appresta il mio consiglio. Maak je klaar om mijn raad te volgen.

Ulisse Ulisse Oh fortunato Ulisse, Oh gelukkige Ulisse! fuggi dal tuo dolor, Laat de pijn varen l’antico error: van die fout uit het verleden: Lascia il pianto; Laat de tranen achterwege;

30 31 dolce canto lieflijk gezang dal tuo cor lieto disserra. stijgt op uit je blije hart. Non si disperi più mortale in terra. Geen mens op aarde hoeft ooit nog te wanhopen. Oh fortunato Ulisse! Oh gelukkige Ulisse! Cara vicenda si può soffrir, Zoete speling van het lot, or diletto, or martir Nu eens vreugde, dan weer verdriet or pace, or guerra, Nu eens vrede, dan weer oorlog. non si disperi più mortale in terra. Geen mens op aarde hoeft ooit nog te wanhopen.

Atto 2, Scena I 2e bedrijf, 1e scène

Telemaco Telemaco Lieto cammino, Prettige tocht, dolce viaggio, aangename reis, passa il carro divino als een lichtstraal come che fosse un raggio. komt de goddelijke wagen voorbij.

Minerva e Telemaco Minerva en Telemaco Gli Dei possenti De machtige Goden navigan l’aure, varen op de wind, solcano i venti. doorklieven het zwerk.

Minerva Minerva Questo che tu qui miri De man die je hier ziet, sopra gli omeri stanchi portar gran pesi d’anni op wiens vermoeide schouders het gewicht van de jaren drukt, e mal involto da ben laceri panni, in lompen gehuld, egli m’accerta che d’Ulisse il ritono hij verzekert me dat Ulisses’ terugkeer fia di poco lontan da questo giorno. niet lang op zich laat wachten.

Ulisse Ulisse Pastor, se nol fia ver, ch’al tardo passo Herder, als het niet waar is, zal de eerste steen si trasformi in sepolcro il primo sasso, waarover ik struikel mijn graf zijn, e la morte che meco amoreggia d’intorno en zal de dood, die mij het hof maakt, hora porti ai miei dì l’ultimo giorno. mijn laatste dag inleiden.

Telemaco Telemaco Che veggio, ohimé, che miro? Wat merk ik, oh, wat zie ik? Quel pelegrin ch’or hora De bedelaar die de dood aanriep per dar fede e menzogne om zijn leugens chiamò sepolcri et invitò la morte aanvaardbaar te maken, dal giusto Ciel punito wordt, door de rechtvaardige hemel bestraft restò qui seppellito. en hier begraven. Ahi caro padre! Dunque in modo sí strano Ah lieve vader! Kondigt de Hemel mij m’avviisa il tuo morir il Ciel di propria mano? op die manier, eigenhandig, uw dood aan? Ahi che per farmi guerra Ach, om mij te kwellen fa stupori e miracoli la terra! geeft de aarde mij dit wondere teken!

32 33 Ulisse Ulisse Telemaco, Telemaco, convienti cangiar le meraviglie in allegrezze, laat de verwondering overgaan in vreugde, chè se perdi il mendico, il padre acquisti. want je verloor een bedelaar en kreeg een vader!

Telemaco Telemaco Benchè Ulisse si vanti Hoewel Ulisse pronkt di prosapia celeste met zijn hemelse afkomst, trasformasi non puote uomo mortale, zichzelf herscheppen kan geen menselijk wezen, tanto Ulisse non vale. zelfs Ulisse is dit niet gegeven. O scherzano gli Dei Ofwel maken de Goden een grapje o pur mago tu sei! ofwel ben je een tovenaar!

Ulisse Ulisse Ulisse sono! Testimonio è Minerva, Ulisse ben ik! Minerva is mijn getuige. quella che te portò per l’aria a volo. Zij die je hier bracht, al vliegend door de lucht. La forma cangiò a me come le aggrada Zij veranderde mijn gedaante, naar wens, perchè sicuro e sconosciuto vada. zodat ik mij ongemerkt veilig kon bewegen.

Telemaco Telemaco O padre sospirato! Oh langverwachte vader! Ulisse Ulisse O figlio desiato! Oh innig verlangde zoon! Telemaco Telemaco Genitor glorioso! Roemrijke Vader! Ulisse Ulisse Pegno dolce amoroso! Mijn liefste kind! Telemaco Telemaco T’inchino o mio diletto. Ik kniel voor jou, bron van vreugde. Ulisse Ulisse Ecco ti stringo al petto. Ik sluit je in mijn armen. Telemaco Telemaco Filiale dolcezza a lagrimar mi sforza. De tederheid doet mij wenen. Ulisse Ulisse Paterna tenerezza il pianto in me rinforza. Vaderliefde versterkt mijn tranen.

Ulisse, Telemaco Ulisse, Telemaco Mortal tutto confida e tutto spera, De mens is vol vertrouwen en hoopt vanalles ché quando il ciel protegge want, als de Hemel bescherming biedt, natura non ha legge: verzwinden de wetten van de natuur: L’impossibile ancor spesso s’avvera. vaak wordt zelfs het onmogelijke waar.

34 35 Interrotte Speranze (uit Zevende Madrigalenboek) Gefnuikte verlangens tekst: Giovanni Battista Guarini (1538-1612)

Interrotte speranze, eterna fede, Gefnuikte hoop op eeuwige trouw, fiamme e strali possenti in debil core; krachtige vlammen en pijlen in een week hart; nutrir sol di sospiri un fero ardore passie wordt enkel door gejammer gevoed, e celare il suo mal quand‘altri il vede: en de pijn wordt verborgen voor vreemde ogen;

seguir di vago e fuggitivo piede met wankele en onzekere tred l‘orme rivolte a volontario errore; speuren naar moedwillige fouten; perder del seme sparso e’l frutto e’l fiore het vermorste zaad ontbeert fruit en bloesem e la sperata al gran languir mercede; en er rest geen medelijden om zoveel ellende;

far d’uno sguardo sol legge ai pensieri alle gedachten in de ban van een enkele blik, e d’un casto voler freno al desìo, de verlangens onderdrukt met kuise wil e spender lacrimando i lustri interi: en tranen geplengd gedurende vele jaren:

questi ch’a voi, quasi gran fasci, invio, dit alles zend ik jou, wrede vrouw, donna crudel, d’aspri tormenti e fieri, een pak harde en bittere kwellingen, saranno i trofei vostri e’l rogo mio. zij zullen voor jou een trofee zijn en voor mij de brandstapel.

36 37 L’Orfeo Favola in musica libretto: Alessandro Striggio (ca. 1536-1592)

Atto 3, Scena II 3e bedrijf, 2e scène

Orfeo Orpheus Possente spirto e formidabil nume, Machtige geest en ontzaglijke godheid, senza cui far passaggio a l’altra riva zonder wie geen geest gescheiden van het lichaam alma da corpo sciolta in van presume, kan proberen de andere oever te bereiken,

non viv’ io, no, che poi di vita è priva ik leef niet, neen. Sinds mijn liefste vrouw mia cara sposa, il cor non è più meco, beroofd is van het leven, heb ik geen hart meer, e senza cor com’esser può ch’io viva? en hoe kan ik ooit leven zonder hart?

A lei volt’ho il cammin per l’aer cieco, Door het duister baande ik mij een weg naar haar, a l’inferno non già, ch’ovunque stassi niet naar de hel, want overal waar tanta bellezza il paradiso ha seco. zoveel schoonheid is, bevindt zich het paradijs.

Orfeo son io, che d’Euridice i passi Ik ben het, Orpheus, die van Eurydice segue per queste tenebrose arene, de stappen volgt door duistere landouwen ove giàmmai per uom mortal non vassi. nooit door een sterfelijk wezen betreden.

O de le luci mie luci serene, Oh helder licht van mijn ogen, s’un vostro sguardo può tornarmi in vita, als een enkele blik mij terug tot leven kan wekken, ahi, chi niega il conforto a le mie pene? ah, wie zou mij in die kwelling de troost ontzeggen?

Sol tu, nobile Dio, puoi darmi aita, Jij alleen, nobele God, kunt mij helpen, né temer dei, ché sopra un’aurea cetra vrees niet, als wapen heb ik enkel sol di corde soavi armo le dita de zoete snaren van mijn gouden lier, contra cui rigid’alma in van s’impetra. waar een streng hart niet tegen bestand is.

Atto 5, Scena II 5e bedrijf , 2e scène

Apollo Apollo Perché a lo sdegno e al dolor in preda Waarom, mijn zoon, val je ten prooi così ti doni, o figlio? aan kwel en kommer? Non è, non è consiglio Het getuigt niet van wijsheid di generoso petto als een edelgeboren hart servir al proprio affetto. slachtoffer wordt van eigen passie. Quinci biasmo e periglio Omdat ik merk hoe je bedreigd wordt già sovrastar ti veggio, door schande en gevaar, onde movo dal ciel per darti aita. daal ik uit de hemel om je te helpen. Or tu m’ascolta e n’avrai lode e vita. Luister naar mij en roem en kracht vallen je toe.

38 39 Orfeo Orpheus Padre cortese, al maggior uopo arrivi, Lieve vader, je verschijnt in hoge nood ch’a disperato fine want woede en liefde con estremo dolore en heftige pijn m’avean condotto già sdegno ed amore. hebben mij tot wanhoop gedreven. Eccomi dunque attento a tue ragioni, Hier ben ik, bereid om je raad te volgen. celeste padre, or ciò che vuoi m’imponi. Hemelse vader, ik luister naar je raad.

Apollo Apollo Troppo, troppo gioisti Veel, veel te veel heb je genoten di tua lieta ventura, van je zorgeloze geluk. or troppo piangi Nu beween je al te zeer tua sorte acerba e dura. je harde en bittere lot. Ancor non sai Weet je nog altijd niet come nulla quaggiù diletta e dura? dat aardse vreugde niet eeuwig duurt? Dunque se goder brami immortal vita, Als je van het eeuwige leven wil genieten, vientene meco al ciel, ch’a sé t’invita. kom dan mee naar de hemel, je bent er genodigd.

Orfeo Orpheus Sì non vedrò più mai Zal ik dan nooit meer de zoete ogen de l’amata Euridice i dolci rai? van mijn geliefde Euridice aanschouwen?

Apollo Apollo Nel sole e nelle stelle In de zon en de sterren vagheggerai le sue sembianze belle. zul je haar mooie aanblik koesteren

Orfeo Orpheus Ben di cotanto padre Van zo’n grote vader sarei non degno figlio zou ik geen waardige zoon zijn se non seguissi il tuo fedel consiglio. als ik je wijze raad niet zou volgen.

Apollo e Orfeo Apollo en Orpheus Ascendono al Cielo cantando. Zingend stijgen ze naar de Hemel. Saliam cantando al Cielo Zingend stijgen we naar de Hemel dove ha virtù verace waar de oprechte deugd degno premio di sé, diletto e pace. beloond wordt met vreugde en vrede.

40 41 Anima Eterna Brugge Anima Eterna Brugge Jos van Immerseel Orchestra en Mozarteum Salzburg Opgericht in 1987 door Jos van Jos van Immerseel (°1945, Antwerpen) maar wordt sinds 1987 vereenzelvigd muzikale leiding, klavecimbel & orgel Immerseel als levend laboratorium studeerde bij Eugène Traey, met zijn eigen muzikale laboratorium: Jos van Immerseel voor zijn onderzoek in de barokmuziek, orgel bij Flor Peeters, zang bij Lucie Anima Eterna Brugge. Jos van evolueerde Anima Eterna Brugge van Frateur en orkestdirectie bij Daniel Immerseel is daarnaast actief als viool een compact strijkersensemble tot Sternefeld aan het Conservatorium docent aan muziekinstituten overal ter Lidewij van der Voort een volbloed symfonisch orkest, dat van Antwerpen. Zijn passie voor wereld, zoals het Sweelinck Sara De Corso ook klassiek, romantisch en vroegmo- historische klavieren ontkiemde na de Conservatorium , het dern repertoire exploreert. Het kennismaking met twee magnifieke Conservatoire National Supérieure altviool consequente gebruik van historisch exemplaren uit het Antwerpse van Parijs en de Indiana University Frans Vos instrumentarium, de permanente Museum Vleeshuis, maar ook de Bloomington. Hij gaf masterclasses leiding door van Immerseel, de contacten met geëngageerde musici van Weimar tot Fukuoka. Sinds 2014 tenorviool projectmatige aanpak en het respect als René Jacobs, de gebroeders richt hij onder de vleugels van Anima Luc Gysbregts voor de intenties van de componist Kuijken, Paul Van Nevel en Paul Eterna Brugge een eigen reeks vormen het credo van dit orkest. Dombrecht waren van doorslagge- masterclasses in, die een groep cello Solisten stammen uit eigen rangen of vend belang. In combinatie met zijn internationale muziekstudenten naar Verena Zauner zijn ‘vrienden van het huis’, zoals fascinatie voor orgel en vocale muziek, Brugge voert om er historische Claire Chevallier (piano), Chouchane leidde dit pad als vanzelf naar de oude uitvoeringstechnieken te verkennen. violone Siranossian (viool), Lisa Shklyaver muziek; kort daarop stichtte hij het animaeterna.be/jos-van-immerseel/ Beltane Ruiz Molina (klarinet) en Thomas Bauer (bariton). Collegium Musicum (1964-1968) dat Partners als Opéra de Dijon, experimenteerde met renaissance- en Christoph Prégardien chitarrone Concertgebouw Brugge, en barokrepertoire op historische Perfecte stembeheersing en uitspraak, Wim Maeseele Konzerthaus Blaibach / Kulturwald instrumenten. Dezelfde weg voerde muzikale intelligentie en de gave om (Festspiele Bayerischer Wald) schrij- naar een diepgaande studie van het tot de kern van de zaak door te harp ven mee aan het verhaal van AEB, dat historische klavecimbel bij Kenneth dringen maken Christoph Prégardien Marjan de Haer intussen meer dan een kwarteeuw Gilbert en - als volgende mijlpaal - een tot een van de beste lyrische tenoren bestrijkt en resulteerde in een indruk- overwinning in het eerste klavecimbel- wereldwijd. Prégardien wordt erg cornetto wekkende reeks opnamen (sinds 2015 concours van Parijs (1973) na een gewaardeerd als liedzanger, met Adrien Mabire bij Outhere Music - Alpha). In 2014 unanieme bekroning door jury en recente optredens in de Wigmore Hall Benoît Tainturier werd aan deze collectie een live-opna- publiek. Vandaag geniet Jos van in Londen, Casa da Música in Porto, me van Carl Orffs ‘’ Immerseel als solist wereldwijd Aula Magna in Rome, Concertgebouw Klavecimbel gebouwd door Michel de toegevoegd, in 2015 een ode aan erkenning en is hij te gast op de Amsterdam en Konzerthaus Berlin. Mayer (1983) naar Carlo Grimaldi Tsjechiës meesters Janácek en belangrijkste internationale concert- Ook op gerenommeerde muziekfesti- (Messina, 1697). Dvorák, een compilatie van Frans podia. Parallel bouwde van Immerseel vals als de Schubertiade Orgelpositief van Johan Deblieck, repertoire (Ravel, Debussy, Poulenc…) een ijzersterke reputatie op als Schwarzenberg, het Oxford Lieder principaal 8’, bourdon 8’, fluit 4’, fluit 2’. en een vierdelige Schubertiade-box. dirigent. Aanvankelijk richtte hij zich Festival en het Dresden Musik Festival De nieuwsgierigheid van de musici en op de barokmuziek maar gaandeweg is hij een graag geziene gast. Als de honger van het publiek blijken na schoven zijn onderzoek en orkestprak- solist trad Prégardien op met de bijna dertig jaar nog niet gestild: tijk verder op in de tijd, tot projecten Berliner en de Wiener Philharmoniker, Anima blijft synoniem voor innovatief rond Liszt, Poulenc en Gershwin toe. het Symphonieorchester des onderzoek, frisse uitvoeringen, een Hij hanteerde de baton bij oa. het Bayerischen Rundfunks, het transparant klankbeeld, pakkende Nederlands Kamerorkest, het Concertgebouworkest Amsterdam, concerten en aanstekelijk speelplezier. Nederlands Kamerkoor, de Akademie het Philharmonia Orchestra London animaeterna.be für Alte Musik Berlin, de Wiener en vele andere vooraanstaande Akademie, het Budapest Festival ensembles. Zijn orkestrale repertoire

42 43 omvat zowel de canonwerken uit de Julian Prégardien vandaag ook Antwerpen voert. Vader nog zong ze ondermeer deze symfoni- barok, het classicisme en de roman- Julian Prégardien (°1984, Frankfurt) en zoon geven overigens op regelma- sche werken en oratoria: de tiek als werken uit de zeventiende en begon op zevenjarige leeftijd te tige basis duorecitals, begeleid door ‘Matthäus-Passion’, het de twintigste eeuw. Als operazanger zingen bij de Limburger Dommusik en vaste Michael Gees. ‘Weihnachtsoratorium’ en verschillen- vertolkte Prégardien de rollen van zette zijn zangstudies verder aan de Prégardiens discografie omvat de cantates van Bach, ‘Stabat Mater’ Tamino in ‘Die Zauberflöte’ van Mozart, Musikhochschule Freiburg. Sinds opnames van Bachs grote oratoria, van Pergolesi, Händels ‘Messiah’, Almaviva in Rossini’s ‘Il Barbiere di 2013 geeft de tenor zijn verworven maar ook liedcycli getiteld ‘An die Beethovens Negende Symfonie en Siviglia’, Fenton in ‘Fallstaff’ van Verdi kennis en kunde zelf ook weer door: Geliebte’, ‘Father and Son’ en Berio’s ‘Folksongs’. Kielland wordt ook en Ulisse in Monteverdi’s ‘Ritorno hij doceert aan de Hochschule für ‘Schubertiade’. Die laatste cd won in vaak gevraagd voor rollen in baroko- d’Ulisse in Patria’. In zijn rijkgevulde Musik und Theater in München en 2017 de International Classical Music pera’s. In de rol van Merope uit carrière werkte de tenor reeds samen geeft masterclasses in Kopenhagen, Award in de categorie ‘Vocal Recital’. Vivaldi’s ‘Oracolo in Messenia’ toerde met maestro’s als Barenboim, Chailly, Montreal, Salzburg en Innsbruck. www.julianpregardien.de ze uitgebreid met Europa Galante Gardiner, Harnoncourt en Julian Prégardien is één van de meest maar ook in Monteverdi’s ‘Orfeo’ of ‘Il Herreweghe. Christoph Prégardien gevraagde Bachvertolkers in Europa. Marianne Beate Kielland Combattimento di Tancredi e Clorinda’ maakt eveneens furore als dirigent. Hij Recent nog bracht hij de ‘Matthäus- Marianne Beate Kielland wordt zong ze de sterren van de hemel. Met debuteerde in 2012 met Bachs Passion’ in Montreal, onder de baton beschouwd als een van de meest pianist Nils Anders Mortensen vormt ‘Johannes-Passion’; de ‘Matthäus- van Kent Nagano. Ook met de vooraanstaande en veelzijdige vocale Kielland een vast duo. Het tweetal Passion’ en het ‘Weihnachtsoratorium’ Akademie für Alte Musik onder leiding solisten van Scandinavië. Ze studeer- concerteerde reeds uitgebreid in volgden snel. In 2019 voert Duisburger van René Jacobs zong Prégardien de bij Svein Bjørkøy aan de Norwegian Noorwegen, Duitsland, Estland, Philharmoniker onder zijn leiding Bachs meesterwerk. Academy of Music en zette haar Rusland en Finland. In 2012 ontving Mozarts ‘Requiem’ uit. De band Het seizoen 2017-2018 oogt indruk- opleiding verder bij Oren Brown en Marianne Beate Kielland voor tussen dit orkest en Prégardien is wekkend voor Julian Prégardien. In juli Barbara Bonney. De mezzosopraan ‘Veslemøy Synsk’ de Grammy voor hecht: de tenor was er tijdens seizoen 2017 maakte hij zijn debuut bij de startte haar internationale carrière als ‘Best Vocal Classical Album’. Intussen 2010-2011 artist in residence en vierde Bayerische Staatsoper in München lid van het ensemble van de telt haar discografie meer dan 40 cd’s in 2016 samen met Duisburger met de titelrol in Carl Maria von Staatsoper in Hannover, waarna ze die de luisteraar verwennen met Philharmoniker zijn zestigste verjaar- Webers ‘Oberon’. Het seizoen belooft Europa, Japan en de Verenigde Staten eigenzinnige en bijzondere interpreta- dag op de tonen van een Schubert- eveneens optredens op het Salzburg veroverde als soliste bij toporkesten. ties van muziek van barok tot heden. cyclus. Prégardiens discografie omvat Mozart Festival, in de Alte Oper in Orkesten als Wiener Symphoniker, www.mbkielland.com meer dan 130 titels. Zijn cd met Frankfurt, het Konzerthaus in Berlijn Bergen Philharmonic, Mahler romantische Duitse liederen rijfde oa. en de Opéra Comique in Parijs en een Chamber Orchestra, Budapest de Orphée d’Or van de Académie du tournee met Schuberts ‘Winterreise’ Festival Orchestra, The King’s Consort, Disque Lyrique, de Prix Georg Solti, de en Bachs ‘Johannes-Passion’. Ook Akademie für alte Musik Berlin, Edison Award en de Diapason d’Or keert hij terug naar het Würzburg Concerto Köln, Anima Eterna, binnen. Critici staken eveneens de Mozart Festival, waarmee hij sinds Collegium Vocale Gent of Bach loftrompet over het album ‘Father and 2016 erg nauw samenwerkt. Op de Collegium Japan en dirigenten als Son’ uit 2014 - een samenwerking met agenda staan samenwerkingen met Philippe Herreweghe, Fabio Biondi, zoon Julian - en over de Schubert-cd Ensemble Intercontemporain, Jordi Savall, Jos van Immerseel, ‘Poetisches Tagebuch’ uit 2016. Sinds Ensemble Pygmalion, Hamburg Manfred Honeck, Daniel Reuss en 2004 is Christoph Prégardien profes- Elbphilharmonie, Deutsche Christian Eggen: het zijn slechts sor zang aan de Musikhochschule Radiophilharmonie en l’Orchestre de enkele van de ronkende namen op Köln. Chambre de . Met vader Kiellands palmares van samenwerkin- www.pregardien.com Christoph en Anima Eterna Brugge gen. Kiellands repertoire reikt van stapte Julian Prégardien mee in een vroegzeventiende-eeuwse werken, bijzonder Monteverdi-verhaal, dat hem over classicistisch oeuvre tot romanti- naar Versailles, Dijon, Brugge en sche en hedendaagse muziek. Recent

44 45 Binnenkort in deSingel Marie-Nicole Lemieux contralto & Roger Vignoles piano Baudelaire & Goethe liederen van Fauré, Chausson, Debussy, Duparc, Schubert, Schumann en Wolf do 26 okt 2017 / 20 uur / Blauwe zaal € 25, € 20 (basis) / € 20, € 15 (-25/65+) / € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Adeline Boeckaert 19.15 uur / Blauwe foyer www.desingel.be T +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid mediasponsors