Concerten, open repetities, masterclasses en lezingen over Bachs fascinerende relatie tot de dood.

Bach Academie is een initiatief van Philippe Herreweghe en Collegium Vocale Gent in samenwerking met deSingel, Bozar en Concertgebouw Brugge p. 6 Programmaschema

p. 9 Een nieuw initiatief voorwoord door Philippe Herreweghe

p. 10 Luthers geloof als achtergrond van Bachs houding tegenover de dood door Peter Schmidt

p. 15 do 2 nov dagoverzicht

p. 17 vr 3 nov dagoverzicht p. 18 20.00 uur Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe / Tombeau

p. 25 za 4 nov dagoverzicht p. 26 14.00 uur Philippe Pierlot . Rainer Zipperling . Pierre Hantai p. 28 15.30 uur Projectkoor olv. Christoph Siebert / Mit Weinen p. 34 17.00 uur Pierre Hantai p. 36 20.00 uur Ricercar Consort olv. Philippe Pierlot / Actus Tragicus

p. 45 zo 5 nov dagoverzicht p. 46 12.00 uur Ensemble Explorations p. 48 15.30 uur Blindman & Projectkoor olv. Christoph Siebert deSingel internationaal Kunstcentrum Desguinlei 25 p. 52 15.00 uur Hanneke Paauwe B-2018 Antwerpen T +32 (0)3 248 28 28 p. 52 17.00 uur Gerrit Komrij, Roel Dieltiens en gasten [email protected] p. 54 18.30 uur Christine Busch www.desingel.be p. 56 20.00 uur Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe / Du süße Todesstunde teksten programmaboekje Philippe Herreweghe, Peter Schmidt, Diederik Verstraete, Villanella coördinatie programmaboekje deSingel gelieve uw GSM uit te schakelen!

Cd’s & boeken Tijdens de Bach Academie worden cd’s en boeken te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 p. 64 Biografi eën uitvoerders www.tklavervier.be p. 69 Bezettingslijsten ensembles

Foyer deSingel do 2 nov doorlopend vanaf 18.00 uur broodjes, soep vr 3 nov doorlopend vanaf 18.00 uur broodjes, soep vanaf 18.00 uur tot 19.20 uur kleine koude of warme gerechten za 4 & zo 5 nov doorlopend vanaf 13.00 uur broodjes, soep vanaf 18.00 uur tot 19.20 uur kleine koude of warme gerechten 10 u. 11 u. 12 u. 13 u. 14 u. 15 u. 16 u. 17 u. 18 u. 19 u. 20 u. 21 u. 22 u.

donderdag 2 november 2006

PUBLIEKE MASTERCLASS ZANG Kleine Zaal door Peter Kooij

PUBLIEKE REPETITIE Blauwe Zaal Koor en Orkest Collegium Vocale Gent

vrijdag 3 november 2006

PUBLIEKE REPETITIE PUBLIEKE REPETITIE CONCERT Blauwe Zaal Projectkoor Koor en Orkest Coll. Voc. Gent Koor en Orkest Collegium Vocale Gent

INTERVIEW Diederik Zwarte Zaal Verstraete met Philippe Herreweghe

zaterdag 4 november 2006

PUBLIEKE REPETITIE CONCERT CONCERT CONCERT CONCERT Blauwe Zaal Koor en Orkest Collegium Vocale Gent Philippe Pierlot & co. Projectkoor Pierre Hantai Ricercar Consort

LEZING PUBLIEKE MASTERCLASS ZANG PUBLIEKE MASTERCLASS ZANG Kleine Zaal Hilary Metzger door Peter Kooij door Peter Kooij

LEZING Zwarte Zaal Kees Van Houten

zondag 5 november 2006

TOONMOMENT CONCERT CONCERT CONCERT CONCERT Blauwe Zaal masterclass zang Ensemble Explorations Blindman & Projectkoor Christine Busch Koor en Orkest Collegium Vocale Gent

INLEIDING Foyer PANELGESPREK D. Verstraete

GEDICHTENSPECIAL Rode Zaal Dunne Komrij

INSTALLATIE INSTALLATIE Klas 150 Hanneke Paauwe Hanneke Paauwe

6 Een nieuw initiatief

In de jaren Voor de eerste editie is Collegium Vocale een volledige zeventig was week te gast in deSingel en zijn we meer dan ooit het Collegium ‘ensemble in residence’. Open repetities worden gevolgd Vocale Gent het door een gevarieerd driedaags slotweekend met een allereerste vocaal aantal concerten gewijd aan de vocale maar ook ensemble dat het instrumentale muziek van J.S. Bach. Uitvoerders zijn in barokrepertoire, de eerste plaats het koor en orkest van Collegium Vocale en meer bepaald Gent met - anders dan anders - solisten die ook in het koor de oratoria zullen meezingen. Daarnaast werden een aantal bevriende en cantates musici uitgenodigd. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan van Johann vriend en collega Philippe Pierlot en zijn ensemble Ricercar Sebastian Bach, Consort, het Ensemble Explorations van cellist Roel op een radicaal Dieltiens, maar ook enkele topsolisten als clavecinist Pierre vernieuwende Hantai of violiste Christine Busch. wijze benaderde. Mede onder impuls van historische pioniers op het gebied van de instrumentale muziek zoals Naast muziek is er tijdens het slotweekend ook Gustav Leonhardt, Nikolaus Harnoncourt en Sigiswald voldoende plaats voor enkele goed gedocumenteerde Kuijken werd er veel nagedacht over frasering, articulatie, lezingen en inleidingen over bepaalde aspecten van versieringen, temperament, retoriek en vocale techniek. de uitvoeringspraktijk, interpretatie of de muzikaal- Lectuur van historische tractaten en ook veel intuïtie historische context. Zo is dit keer de Nederlandse Bach- leidden tot een nieuw klankbeeld en tot een volslagen kenner en organist Kees Van Houten te gast en verleent nieuwe wereld van muzikale emoties. Niettegenstaande journalist-musicoloog-componist Elmer Schönberger zijn een groot deel van de lokale pers zich eerder negatief medewerking aan het panelgesprek op zondagnamiddag. opstelde, konden we rekenen op veel bijval van een Deze lezingen richten zich in de eerste plaats tot het opvallend enthousiast en jong publiek, in een marginaal concertpubliek en hebben tot doel de geïnteresseerde leek concertgebeuren dat zich voornamelijk in kerken en een dieper inzicht te bieden in het oeuvre van Bach. kapelletjes afspeelde. Dit alles is nu vijfendertig jaren geleden. Ondertussen gaven wij met het Collegium Vocale Tenslotte een woordje over het zeer belangrijk over de hele wereld een paar duizend concerten, en pedagogisch luik van dit project: alle repetities zijn namen wij voor Harmonia Mundi France en enkele andere open voor het ruime publiek en specifi ek ook voor labels een zestigtal platen op waarvan een belangrijk deel geïnteresseerde studenten. Onder impuls van Collegium gewijd aan de muziek van J.S. Bach. Mettertijd kwam Vocale is een projectkoor samengesteld met jonge zangers een eigen ‘Collegiumstijl’ tot stand, die naar men zegt uit Vlaanderen. Onder leiding van Christoph Siebert, onmiddellijk herkenbaar zou zijn aan het feit dat hij gericht mijn assistent, zullen zij een week lang repeteren. Op die is op tekst, retoriek en inhoud, die de grote lijnen doet manier willen wij onze kennis en ervaring doorgeven aan uitkomen en wars is van uiterlijk effect. Wij zijn er ons een volgende generatie Bach-uitvoerders. Hetzelfde geldt echter van bewust dat het uiteindelijk resultaat zeer weinig voor de masterclass zang waarin aankomende solisten te maken heeft met ‘authenticiteit’, een woord dat we in gecoacht worden door Peter Kooij. onze jonge jaren nochtans hoog in het vaandel voerden. En we weten ook dat het gevaar van een nieuw soort Philippe Herreweghe academisme of stijlverstarring voortdurend op de loer ligt. Blijven herbronnen is dus de boodschap, en vandaar het idee om één keer per jaar een Bach Academie op te zetten, met telkens dezelfde artistieke, organisatorische en educatieve krachtlijnen.

Exemplaar van de Abraham Calov-Bijbel (1681) uit de bibliotheek van J.S. Bach, met aantekeningen van de componist. © Christoph Trautmann, Berlin-Charlottenburg 8 9 Luthers geloof als achtergrond van Bachs houding tegenover de dood

Kennis van de muziekhistorische context en inzicht in de alle gebeurtenissen op aarde primair vanuit Gods werking God gestelde grenzen wil overschrijden of tegenwerken, uitvoeringspraktijk van Bachs tijd zijn er de voorbije vier gedacht werden - heteronoom en niet geëmancipeerd zondigt hij. Ik maak dit punt van bij het begin duidelijk, decennia spectaculair op vooruitgegaan. De band tussen dus - en, wat meer is, in een taal en symboliek die door omdat alle christelijke opvattingen van die tijd zwaar Bachs oeuvre en zijn christelijke geloofsovertuiging lijkt en door christologisch gekleurd was. Dit betekent dat alle gefocust zijn op de grensoverschrijdingen van de mens. een moeilijker punt te vormen. Zozeer heeft de muziek denken over God en zijn relatie tot de wereld uitgedrukt De mensvisie waarin Bach werd opgevoed was verre van van de cantor een universele betekenis gekregen, dat worden in termen en beelden die ontleend zijn aan de beaat optimistisch. In de ogen van Bachs geloofsopvatting ook de religieuze dimensie ervan doorgaans enkel nog persoon en de boodschap van Jezus Christus. Het denken is de mens zeer fundamenteel een zondig wezen. De met ervaringen en gevoelens van universele religiositeit over God was in protestantse kringen noch universeel onvolmaaktheid van het menselijk bedrijf zag men verbonden wordt. Die zijn niet aan een bepaalde confessie deïstisch, noch gebaseerd op metafysica of fi losofi e. De geenszins als een ‘onaf zijn’ in evolutionistisch perspectief, gebonden, zelfs niet noodzakelijk aan een geloof in God, bijbel vormde het hele kader van de wereldbeschouwing. maar, omgekeerd, als een gevallen staat. Het was en hebben veel meer te maken met de formele structuren de bijbelse visie: de mens en de schepping zijn goed van Bachs muziek dan met eender welke geloofsbelijdenis. Men heeft Bach vaak geassocieerd met het piëtisme, geschapen, kwamen volmaakt uit Gods hand, maar door Hoe universeel de weerklank van deze muziek ook mag een eerder op emotionele beleving van het geloof de zondeval werden schepping en mens geschonden. aangevoeld worden, historisch gesproken is haar duiding gerichte strekking, wellicht als reactie tegen een als Die zondeval werd verbonden met het verhaal van als een uiting van universele religiositeit evenwel een te koud aangevoelde dogmatisch-rationalistische Genesis 2-3 over de eerste zonde van Adam en Eva, vorm van ‘Hineininterpretierung’. Johann Sebastian geloofsformulering. Een aantal teksten die de subjectieve zonde die als ‘erfzonde’ op alle mensen is overgegaan. Bach en zijn geloofsgenoten zelf dachten immers niet in devotionele betrokkenheid van de biddende mens bij de Sedert de erfzonde ziet het er voor de mens niet goed termen van universele religiositeit, en waar de componist liturgische teksten uitzingen - de bekendste zijn wel de uit in zijn relatie met God, en bijgevolg evenmin in zijn de intentie had met zijn muziek religieuze ‘affetti’ op Picanderteksten voor de aria’s in de ‘Matthäuspassion’ toekomstperspectief. De zonde heeft de menselijke natuur te roepen, was dat in uitdrukkelijke dienstbaarheid aan - en vooral de emotionele kracht van Bachs muziek zelf zal grondig verdorven, zowel in zijn relatie met God als met de streng dogmatische geloofsopvattingen van zijn aan die associatie niet vreemd zijn. Men kan zijn muziek de medemens en heel de schepping. Het christendom kerkgemeenschap. zeker beschouwen als een gezonde emotionele aanvulling ziet zelfs traditioneel de sterfelijkheid van de mens - de van en correctie op de dorre dogmatische positie van dood! - als een gevolg van de erfzonde. Opdat de mens Het is bekend dat de ontmoeting met Buxtehude’s kerken en universiteiten. Maar technisch gesproken was toch zijn door God oorspronkelijk gewilde bestemming, muziek Bach diep heeft beïnvloed. De taal van zijn Bach geen piëtist. Hij hoorde qua denken thuis in het namelijk het eeuwige geluk bij God - de hemel -, zou koraalbegeleidingen en andere religieuze werken werd strikt dogmatisch Lutheranisme dat ook in de theologische kunnen bereiken, moet hij uit de zonde verlost worden. vanaf dat moment een stuk vrijer, complexer, rijker. Die scholen van Leipzig domineerde. De termen dogmatiek Op al zijn natuurlijke handelingen weegt immers Gods structurele rijkdom verontrustte trouwens veel vrome en dogmatisch hebben sedert de Verlichting een uiterst toorn, en wordt hij bedreigd door de verdoeming. zielen in de kerk en bracht hen in verwarring, omdat negatieve bijklank gekregen, maar we nemen ze hier in Vandaar dat de christelijke prediking en pastoraal zovele zij geacht werd de aandacht af te leiden van datgene hun historische betekenis. Grofweg betekent dogmatisch eeuwen door angst en schuld werden gedomineerd. waar het in hun ogen om te doen was: de liturgie als Lutheranisme dat er groter belang gehecht werd aan de Ik raak hier niettemin een universeel christelijk principe uitdrukkelijke verkondiging van het christelijk geloof. Een theologische correctheid dan aan subjectieve ervaring aan, eigen aan alle confessies: de mens is een wezen dergelijke in onze ogen amper nog voorstelbare reactie en geloofsemotie. Anders gezegd: een dogmatische in verlossingsnood. Hij moet uit zonde en dood gered toont aan welke specifi eke dienstbaarheid van de muziek geloofsopvatting vindt overeenstemming met de correcte worden. Vandaar dat het christendom zich primair als verwacht werd. Hoezeer de muzikale taal van Bach zich - objectieve - leer belangrijker dan de subjectieve ervaring, een ‘verlossingsgodsdienst’ heeft geprofi leerd, en dat ook ten overstaan van de geldende liturgische patronen c.q. interpretatie. Jezus Christus allereerst gezien wordt als de redder en zou emanciperen, toch betekent dit niet dat de componist verlosser van de mensheid. Bach was helemaal thuis in zijn taak niet meer zou opgevat hebben als dienst aan In het Lutheranisme van Bachs tijd domineerde, zoals die mensvisie, en was er voor zover we kunnen weten zelf een welbepaalde geloofsconfessie. De teneur van zijn in alle christelijke confessies (en overigens ook in de grondig van overtuigd. cantateteksten kan moeilijk begrepen worden zonder deze islam en het jodendom) de overtuiging dat God alles in Zowel het Rooms-katholicisme als het Lutheranisme achtergrond. Vanuit onze geseculariseerde kijk op wereld handen heeft en in zijn voorzienigheid de hele wereld waren overtuigd van de verlossingsnoodzakelijkheid en mens is het erg moeilijk geworden nog te verstaan actief bestuurt. Alle activiteit van mensen valt met andere voor de mens - net als de Orthodoxen, de Calvinisten wat het betekende te leven binnen een wereldbeeld woorden binnen de grenzen die God hem als Schepper en de Anglicanen overigens. Waar lag dan het verschil? waarvan theologie de transcendentale, dat wil zeggen toegemeten heeft. Vrijheid is reëel, maar begrensd: zij De controverse tussen Luther en de Rooms-katholieke de aan alles voorafgaande en allesomvattende, dimensie kan niet buiten de krijtlijnen die God voor elk van zijn Kerk ging in wezen over de manier waarop de verlossing was. Een wereldbeeld waarin de totale werkelijkheid en schepselen heeft uitgetekend. Wanneer de mens de door tot stand komt, en meer bepaald over de relatie Titelpagina van ‘Evangelische Schlusskette und Krafft-Kern’ van Heinrich Müller, 1708. Deze omvangrijke bundel met preken van alle zon- en feestdagen van het hele 10 kerkjaar maakte deel uit van de bibliotheek van J.S. Bach. 11 tussen het aandeel van God en van de mens daarin. een heel ander accent (her)ontdekt: niet de menselijke Voor iemand die deze kwesties vandaag van buitenaf wereld, een totale overgave aan Zijn wil. Men mag niet De katholieke antropologie was eigenlijk optimistischer verdienste, maar Gods genade is bron van onze redding bekijkt kan dit allemaal nogal ver gezocht en specieus vergeten dat er op dat vlak omzeggens geen seculier dan die van Luther. Zij stelde dat de menselijke natuur uit de zonde en dood, en derhalve van ons uiteindelijke lijken - wie er zich niet historisch in verdiept ziet zelfs niet terrein bestond. Alles wat niet van de mens afhing, hing weliswaar ernstig gekwetst is door de erfzonde, maar heil. Luthers interpretatie van Paulus kon wel aanleiding veel verschil -, maar het bepaalde wel de hele theologische van Gods wil af: ondoorgrondelijk, vaak pijnlijk in zijn niet ten gronde verdorven. Ook van nature is de mens tot geven tot een slingerbeweging van angstige activiteit kijk op God, wereld en mens. Ik citeer in dat verband ‘kastijdingen’, maar uiteindelijk voor het welzijn en heil waarheid en goedheid in staat. Het is de reden waarom (‘werken’, ‘verdienen’) naar het andere uiterste: een graag Mar van der Velden: “In de koralen wordt… het van zijn kinderen. Succes, macht en rijkdom, armoede, de Katholieke Kerk bijvoorbeeld tot op vandaag voorhoudt verregaande passiviteit (alleen ‘geloven’ en ‘vertrouwen’). geloof van het lutheranisme bezongen. Dat geloof wordt, tegenslag, ziekte en dood: op een of andere wijze kon dat een juiste godskennis door de natuurlijke rede - dit wil De Lutheraanse antropologie is pessimistischer dan de kort gezegd, gekenmerkt door de tegenstelling tussen wet men er enkel zin aan geven door het allemaal in te zeggen buiten de bovennatuurlijke goddelijke openbaring katholieke. Door de erfzonde is de menselijke natuur en evangelie. Die woorden hebben een wijde betekenis: sluiten in Gods voorzienigheid. Hier speelt de Lutherse - mogelijk is. Deze visie brengt mee dat voor de katholieke grondig verdorven, zodat de mens uit zichzelf, los van onder ‘wet’ moeten we verstaan alles wat mensen antropologie een wezenlijke rol: de mens is met zijn rede opvatting de mens ook zelf een actief aandeel heeft in het het geloof, eigenlijk niets goeds kan verrichten, en enkel kleinhoudt in een wereld zonder God: de wetmatigheden niet in staat te bevatten wat God wil, dus is de enige verwerven van redding en heil. De mens heeft in zich de dwaalwegen kan inslaan. Eigen streven naar heil, het van de wereld, de zonde, het onrecht, de angst, het houding die van vertrouwvolle overgave. Voor sommigen natuurlijke mogelijkheid om naar God te groeien. Volks opbouwen van een eigen rationele godskennis, alles verdriet, de sterfelijkheid1. En als tragisch dieptepunt was de verwijzing naar Gods wil een bron van permanente uitgedrukt: de mens kan zijn ‘hemel verdienen’, en wel wat de mens met zijn loutere natuurlijke mogelijkheden daarvan: de pogingen van de mens om zich op eigen angst, voor anderen daarentegen bracht het juist rust en door het doen van goede werken, door het volbrengen opbouwt, zal hem enkel tot zonde en verderf voeren. Er is kracht, door eigen prestatie, aan deze staat te onttrekken. zingeving temidden van alle ellende en leed. Die laatste van de ‘werken van de Wet’, om het met een bijbelse maar één weg tot heil: het restloze vertrouwen op Gods Dat alles is wet. Daartegenover staat het ‘evangelie’: houding spreekt uit bijna alle cantates van de meester. uitdrukking te formuleren. In de katholieke wereld had genade. Ook hier kwam men in theoretische moeilijkheden Jezus Christus die zonder voorwaarden aan mensen de Gelatenheid en overgave als torenhoge deugden van de deze houding voornamelijk tijdens de middeleeuwen terecht - bijvoorbeeld het probleem van de predestinatie verlossing uit de wereld aanbiedt. Alleen het vertrouwen gelovige. Wat dat betreft stond de opvatting van Bach geleid tot een ‘verdienstentheologie’, waarbij allerhande van het menselijk lot door God -, maar die theologische daarop is al voldoende om deze bevrijding deelachtig te overigens uitermate dicht bij de katholieke, die misschien religieuze praktijken de mens in staat stelden zich van zijn moeilijkheden hoeven ons hier niet bezig te houden. worden. Maar voor men tot een dergelijk vertrouwen gewoon iets optimistischer was dan de Lutherse. Want eeuwig heil te verzekeren. Van een dergelijke opvatting De enige juiste godskennis kwam volgens Luther en zijn in staat is, zal men voor zichzelf de uitzichtloosheid van zowel katholieken als protestanten werden uiteraard is de stap naar het afkopen van heil en het beoefenen volgelingen niet van de menselijke rede, maar enkel uit de het bestaan zonder God, en de vruchteloosheid van de geconfronteerd met dezelfde ervaringen van onmacht van een pak magisch aandoende praktijken echter niet bijbelse openbaring. Sola Scriptura. De enige juiste kijk op menselijke inspanningen moeten toegeven. Vertrouwen en lijden. Ik twijfel er niet aan dat Bach een intelligent, groot. Vele vormen van heiligen afbidden en van bizarre God is door Christus geopenbaard, en de enige weg naar op God als onze vaste burcht, door het loslaten van energiek en vitaal man was. Maar ook hij moest rituelen illustreerden allerwege een geloofspraktijk die God is eigenlijk de weg van Gods genade naar ons toe. het mechanisme van zelfhandhaving, het vertrouwen meemaken dat slechts negen van zijn twintig kinderen eruit zag als het afbetalen van een soort verzekeringspolis Sola gratia. Hij heeft die genade in Christus geopenbaard, op eigen kracht en macht. Dit zijn noties op de bodem de eerste levensfase overleefden, net zoals Mozart vier op het eeuwig leven. Zij zijn overigens lang niet dood. hij heeft de zondaars weer aangenomen omwille van van de menselijke existentie, die diep in de menselijke van zijn zes kinderen zag sterven. Dat behoorde allemaal Velen zullen zich uit de geschiedenisboeken nog wel het kruisoffer van Jezus, paradoxaal het hoogste bewijs ziel tot een ervaren werkelijkheid kunnen worden. tot het vaste wereldbeeld: waarom God zoiets besliste herinneren dat een spectaculaire uitwas van dergelijke van zijn genade. Jezus is het enige gelaat van Gods Door een te lichtvaardig woordgebruik, door afslijten was duister, maar men zag het allemaal als liefdevolle hemelverdienerij het verkopen van afl aten was, de ‘trigger’ genadigheid, en dit verklaart waarom cantates en passies van formuleringen e.d., kunnen ze echter gemakkelijk kastijding en als leerschool van een nederig vertrouwen, voor de Lutheraanse opstand in 1517. van Bach zo’n opvallend affectieve taal gebruiken ten verworden tot oppervlakkige dogmatische of moralistische dat de mens door alles heen zelfs sterker maakte. In die aanzien van Jezus. Op hem alleen rust immers alle hoop. recepten. Sommige teksten van de cantates lopen het zin is Bach nog helemaal geen kind van de Verlichting. De eigenlijke zaak van Luther ging echter niet over die Het enige wat de mens te doen staat is absoluut te gevaar zich naar dit niveau te bewegen. Het is Bachs Hij droomt niet optimistisch van een mensheid die door afl atenverkoop op zich. Ze lag veel dieper. Wanneer vertrouwen op (= geloven in) Gods genadigheid, en een verdienste dat hij de woorden altijd weer voert naar de wetenschap en techniek zelf de wereld onder handen religie erin bestaat dat de mens zijn heil ‘verdient’ door leven te leiden dat in overeenstemming is met Jezus’ diepten van het menselijk bestaan, waar ze misschien wel kan nemen en zo zelf haar lot kan verbeteren. “Ich bin allerlei wetsvoorschriften en praktijken, waar moet dan evangelie. Sola fi des. Eeuwenlang is de controverse tussen hun typisch Lutherse kenmerken verliezen en betekenis ein armer Erdenkloss, auf Erden weiss ich keinen Trost.” nog het aandeel van Gods genade gezocht worden? En Katholicisme en Protestantisme in wezen een controverse gaan geven aan de menselijke existentie als zodanig.”2 (BWV138). De Verlichting zou voor het eerst openlijk de wat betekent het dan nog dat wij door de liefdedaad geweest over dit punt: verdienste versus genade, wet fi losofi sche twijfel aan deze wereldopvatting formuleren, van Christus verlost zijn? Luther heeft bij de invloedrijkste versus evangelie, werken versus geloof. Bach besefte heel goed dat hij de bovennatuurlijke en en zo de sloop inzetten van de ‘vaste burcht’ van het theoloog van het hele christendom, de apostel Paulus, eeuwige dingen van God enkel kon transponeren in de vertrouwen op Gods goede bestuur. Voltaire’s Candide, universele abstracte vormen van de muziek, die dan ten waarin het principe van Leibniz’ theodicee, “Tout est aanzien van de werkelijkheid als symbooltaal fungeerden. pour le mieux dans le meilleur des mondes possibles”, 1 Nvdr: Paulus vat deze dingen ook samen onder de term ‘vlees’. Hij bedoelt daarmee alles wat de mens op zich kenmerkt, zonder de Maar de Lutherse visie op wereld en mens onderspant zijn geridiculiseerd wordt, zou daarvan in de achttiende relatie tot God: de menselijke natuur en alles wat er de vrucht en de inspanning van is. Daarom kan ‘vlees’ zowel de wetsvolbrenging betekenen als de zonde en de sterfelijkheid. Met ‘geest’ bedoelt Paulus dan alles wat de mens boven zijn natuur uittilt vanuit zijn hele oeuvre, althans op het bewuste niveau. Uit de teksten eeuw het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld geloofsrelatie met God. van Bachs cantates en passies spreekt een alomvattend worden. Maar Bach leeft duidelijk nog in een ander 2 Mar van der Velden, ‘Een vaste burcht en drie andere cantates van ’, Nijkerk, Callenbach, 1992, p.14. diep vertrouwen op Gods wijs en goed bestuur van de universum, waar alle ‘Trübsal’ behoort tot de mysterieuze

12 13 donderdag 2 november 2006 wegen van Gods heilswil. Het is een gegevenheid Jezus’ eigen dood en verrijzenis brengt de gelovige Kleine Zaal 14.30 uur Publieke masterclass zang door Peter Kooij waartegen je niet revolteert, maar waarin je probeert thuis bij God. Men moet daarin niet onmiddellijk beate Blauwe Zaal 19.30 uur Publieke repetitie Koor en Orkest Collegium Vocale Gent deemoedig het hoofd te buigen. naïviteit lezen tegenover het leven, noch een teken dat bij deze mensen geen vrees voor ziekte, aftakeling en olv. Philippe Herreweghe Zinnen als “Was mein Gott will das g’scheh allzeit”en dood zou geheerst hebben. Mensen waren allicht meer “Was Gott tut das ist wohlgetan”, kon men steeds dan nu geconfronteerd met de dagelijkse pijn van het weer in Lutherse koralen horen. Bachs onwankelbaar ‘aardse tranendal’ - alleszins meer dan de westerlingen vertrouwen op Gods wijs bestuur is de positieve zijde die vandaag Bach in concertzalen kunnen beluisteren. van een medaille die aan de andere zijde een diep Maar hun hele houding tegenover het leven wordt wantrouwen vertoont tegenover het hele menselijke reilen bepaald door de vaste overtuiging dat de dood er niet en zeilen. Hoeveel teksten uit de cantates verwoorden het laatste woord van is: dat heeft God in Jezus Christus niet die afstand tot de wereld? “Der Mensch ist Kot, geopenbaard. Ook Bach ziet de gang naar de dood als Staub, Asch und Erde” (BWV47). Deze overtuiging zit een “fi nstre Straße” (BWV92), en gelooft uiteraard dat diep in de religieuze beleving van Bachs wereld gegrift. de dood gepaard gaat met Gods oordeel over het leven, Wat de mens bedenkt en doet, zonder God, openbaart en dat we ons ter verantwoording geroepen weten. enkel zijn zondigheid, en de vrucht ervan is miserie onder Hij is zich daar ongetwijfeld van bewust. “O Ewigkeit, de mensen. Zondebewustzijn overheerst de taal van de du Donnerwort!” (BWV60): Gods oordeel over de cantates en van de passies. Uit de ‘Matthäuspassion’ zonde moet ons doen sidderen. Maar blijkbaar is het spreekt duidelijk de overtuiging van Revius: “’t En syn de vertrouwen op Gods genade zo groot dat bij Bach niet Joden niet, O Heere, die u kruysten’”. Het is de zonde van de angst van het katholieke Dies Irae doorweegt. Hij kan de luisteraar en bidder, mijn eigen zonde. Ook uit BWV5 de dood - nochtans jammerlijk gevolg van de erfzonde en een aantal andere cantates spreekt dit acute gevoel van - ook bezingen als troost, als verzadiging, als voorwerp eigen zondigheid, dat enkel door puur godsvertrouwen via van verlangen zelfs: “Komm, du süße Todesstunde Christus’ lijden en dood gedelgd kan worden. (BWV161)”. Niet de dood zelf, maar datgene wat God Liturgische teksten idealiseren natuurlijk de ‘voor de zijnen bereid heeft’. “Gottes Zeit ist die allerbeste geloofshouding - twijfel en revolte hebben er geen plaats Zeit” zingt zijn Trauerode BWV106, en “Der schmale Weg -, en de teksten van Bach zullen wel niet de volledige ist Trübsals voll, Doch der Gang zur Seligkeit, den ich zum levenservaring van de gelovige weergeven, maar enkel dat Himmel wandern soll” heet het in BWV58. Tientallen wat toegang tot de liturgie mag krijgen. Toch mogen we cantates raken het thema op een of andere manier aan. aanvaarden dat Bach in zijn muziek geen toneel speelde. Als onmiddellijk in het oog vallende voorbeelden wil ik hier Wantrouwen tegenover de mens en vertrouwen op God BWV8, 27, 95 en 161 vermelden. gaan hand in hand. “De mens wikt, maar God beschikt” Een mens kan uitzien naar de dood als verlossing uit het was zeker ook het denkkader van Johann Sebastian Bach. tranendal, als een thuiskomen na de ballingschap. Wie vandaag zelf in dit geloof staat zal in Bach een bekende Tegen heel die achtergrond mag de luisteraar Bachs ontmoeten. Het is evenwel niet dit wereldbeeld dat de houding tegenover de dood lezen. Bach is er, zoals zijn Thomascantor tot een groot componist maakt. Het vormt gelovige tijdgenoten, rotsvast van overtuigd dat de dood niet de reden waarom zijn muziek vandaag mensen over de mens naar een beter land brengt. Hij beleeft ook heel de wereld en van alle overtuigingen aanspreekt. Dat zelf de algemene christelijke overtuiging van zijn tijd dat is allereerst zijn formele muzikale taal. Maar inzicht in zijn de wereld een ballingschapsoord is, en het paradijs het Lutheraanse geloofswereld helpt wel om empathisch mee ware vaderland (BWV58!). Men merkt aan de cantates te denken met de teksten die hem tot zulke wonderen van dat het hele liturgische jaar uiteindelijk gericht stond muziek inspireerden. En kan de beleving ervan enkel maar op het hiernamaals, de hoop op vrede en heil aan de intenser maken. overzijde. Heel wat bijbelwoorden, die oorspronkelijk niet direct over dood en eeuwig leven handelen, worden Peter Schmidt er door de meditatieve teksten toch mee verbonden.

De Thomaskirche in Leipzig. Gravure van Johann Gottfried Krügner, 1723 © Bach-Archiv, Leipzig 14 15 vrijdag 3 november 2006

Blauwe Zaal 14.00 uur Publieke repetitie Projectkoor Bach Academie olv. Christoph Siebert

Blauwe Zaal 16.00 uur Publieke repetitie Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe

Zwarte Zaal 19.00 uur Interview Diederik Verstraete met Philippe Herreweghe

Blauwe Zaal 20.00 uur Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe ‘Tombeau’ werk van Silvius Leopold Weiss, Sebastian Knüpfer, Johann Sebastian Bach

Interieur van de Thomaskirche in Leipzig. Gravure van O. Kutschera naar H. Kratz © Archiv für Kunst und Geschichte, Berlin 16 17 Blauwe Zaal . 20.00 uur Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe

Dorothee Mields sopraan, Matthew White altus Hans Jörg Mammel tenor, Peter Kooij bas

‘Tombeau’ Silvius Leopold Weiss leeftijd zelf tot cantor benoemd. Dankzij zijn grote of van vooraf bepaalde structuren zoals een regelmatige Tombeau sur la mort de Mr De Losy inspanningen bereikte de Leipziger kerkmuziek een eerste afwisseling tussen recitatieven en aria’s. Nee, hij laat grote hoogtepunt, rijker uitgewerkt en met meer muzikale de tekst die hij op muziek zet de vorm van de muziek De ‘Tombeau sur la Mort de Monsieur de Losy’ van Silvius middelen dan ooit tevoren. Handgeschreven kopieën bepalen, zodat er een auditieve mozaïek ontstaat, een Silvius Leopold Weiss (1686-1750) Leopold Weiss (1686-1750) zorgt voor een originele, van Knüpfers religieuze werken circuleerden doorheen kaleidoscoop aan bezettingen, affecten en kleinschalige Tombeau sur la mort de Mr De Losy (luit solo) atypische opening van deze allereerste Bach Academie. heel Duitstalig Europa en kregen naar het einde van de vormen. De vroegste bewaard gebleven cantates van Dat een solowerk voor luit van Weiss de eer als opener zeventiende eeuw toe de status van collector’s items. Bach wortelen nog volkomen in deze zeventiende-eeuwse Sebastian Knüpfer (1633-1676) toebedeeld krijgt, is gedurfd maar begrijpelijk: Weiss Vooral dankzij Knüpfer kreeg de post van Thomascantor traditie. Pas tijdens Bachs Weimar-periode (1708-1716) Motet ‘Wenn mein Stündlein vorhanden ist’ was een goede vriend van Bach, en ze koesterden grote een bijzondere status, die door zijn drie illustere opvolgers, kwam hij in contact met de nieuwe, formeel helderder wederzijdse bewondering en respect. Maar het specifi eke Johann Schelle, Johann Kuhnau en Johann Sebastian Bach Italiaanse stijl, die hij dan ook prompt met de oudere Johann Sebastian Bach (1685-1750) genre van de ‘tombeau’ of muzikale herdenking van alleen maar zou toenemen. Op 10 oktober 1676 overleed tradities assimileerde. Cantate ‘Christ lag in Todesbanden’, BWV4 een overleden vriend of gekend persoon, zorgt voor een Knüpfer, na negentien jaar van cantorschap. De paascantate ‘Christ lag in Todesbanden’, BWV4 kan katholieke noot aan het begin van dit door het Lutherse De beknopte maar intens uitgewerkte cantate (‘geestelijk wellicht in verband gebracht worden met Bachs verhuis geloof getekende weekend. Weiss was een groot deel van concerto’ zou een correctere term zijn) ‘Wenn mein van Arnstadt naar Mülhausen in 1707. Na het overlijden pauze zijn leven actief in het katholieke deel van Duitsland, onder Stündlein vorhanden ist’ bevat de optimistische, verlossing- van Johann Georg Ahle, organist in Mühlhausen en zelf meer als luitist in het beroemde hoforkest van Dresden. brengende houding van het Lutherse geloof ten aanzien een meer dan verdienstelijk componist, “demonstreerde Dat uitgerekend Weiss de uit het katholieke Frankrijk van de dood in een notendop. De eerste solo voor de organist Pachen (Bach, nvdr) van Arnstadt zijn kunnen Johann Sebastian Bach overgewaaide ‘tombeau’ in Duitsland binnenbracht, sopraan bevat een prachtig voorbeeld van theologisch tijdens de paasperiode”, een bewijs voor het feit dat Bach Trauer-Ode, BWV198 wekt dan ook geen verwondering. In Frankrijk vormden geïnspireerde muzikale uitwerking. De spanningsvolle op dat moment eerste keus was om Ahle op te volgen. de ‘tombeau’s’ (waarvan er in de loop van de hele chromatisch gekleurde harmonieën op “Mein Seel an Indien we aannemen dat ‘Christ lag in Todesbanden’ barokmuziek slechts een zestigtal bekend zijn) een meinem letzten End” moeten plaats maken voor een bedoeld was als een test-compositie, vallen er enkele exclusief genre bij de luitisten, gambisten en klavecinisten. consonante, diatonische, rustgevende stemming op stukken van de puzzel rond deze cantate mooi op hun Weiss wijdt zijn bekende ‘tombeau’ aan de nagedachtenis “befehl ich dir in deine Händt”: pas wanneer je je ziel plaats. Bach streefde er in dit werk duidelijk naar alle van een collega, graaf Johann Anton Losi de Losimthal, kan toevertrouwen aan God, vind je berusting in je aspecten van zijn kunst te demonstreren. De hele cantate zelf auteur van enkele fraaie ‘tombeau’s’. sterfelijk lot. Ook de daaropvolgende altsolo maakt een is gebaseerd op één en dezelfde koraalmelodie, maar Bach kerngedachte van het Lutherse geloof duidelijk. De zin wisselt van vers tot vers de meest gevarieerde stilistische “denken will ich an deinen Tod” wordt door Knüpfer modellen en compositietechnieken met elkaar af. Hij legt Sebastian Knüpfer bedacht met een vrolijk driedelig dansritme: de genade zichzelf hiermee een strikte beperking op, maar juist die Motet ‘Wenn mein Stündlein vorhanden ist’ van God voor de feilbare menselijke toestand kwam in beperking dwingt hem ertoe diep in zijn muzikale fantasie Jezus’ dood zichtbaar tot uiting. te graven om de cantate boeiend te houden. Van alle voorgangers van Bach als Thomascantor in Expressieve ‘Seufzer’ (kleine motiefjes die zuchten Leipzig is Sebastian Knüpfer (1633-1676) een van de imiteren) houden in de inleidende Sinfonia de minst bekende. Een groot deel van zijn omvangrijk oeuvre Johann Sebastian Bach koraalmelodie redelijk verborgen, maar in het eerste vers ging echter verloren, en van wat er wel bewaard bleef, Cantate ‘Christ lag in Todesbanden’, BWV4 verschijnt het koraal in lange notenwaarden, ingebed bestaan net zoals van het gros van de Duitse religieuze in een dicht zesstemmig polyfoon web van stemmen en zeventiende-eeuwse muziek nauwelijks bruikbare moderne In de tweede decade van de achttiende eeuw overspoelde instrumenten. Verzen 2, 3, 5 en 6 demonstreren diverse uitgaven. Knüpfer, geboren in 1633 in Asch in het een moderne componeerstijl vanuit Italië Duitstalig mogelijkheden bij een solo- of duet-zetting van het Vogtland, mocht op dertienjarige leeftijd gaan studeren Europa. Als gevolg hiervan verdween op zeer korte tijd koraal, waarbij Bach de combinatie van stem(men) en aan het beroemde Gymnasium Poeticum in Regensburg. de rijke, gevarieerde zeventiende-eeuwse stilistische instrumenten ook nog eens laat variëren. Het middelste Na een verblijf van acht jaar aan dit gymnasium trok hij traditie in Centraal-Duitsland, een traditie die terugging op vers, nummer vier, is een strikt uitgewerkte zetting in naar naar Leipzig om aan de universiteit te gaan studeren; Praetorius en Schein en vooral in het oeuvre van Heinrich motetstijl, met het koraal in de alten. Bach leunt in dit tijdens zijn studentenjaren maakte hij regelmatig deel uit Schütz tot onovertroffen bloei kwam. Typisch voor deze centrale deel dicht aan bij het renaissance-contrapunt van van de zangers waarop Thomascantor Tobias Michael een zeventiende-eeuwse manier van denken over religieuze de Nederlandse polyfonisten, een traditie die in Duitsland beroep deed. Knüpfer moet grote indruk gemaakt hebben muziek is dat de muziek naadloos aan de tekst vastkleeft. quasi ononderbroken was gebleven. De schijnbaar op de stedelijke autoriteiten, want na de dood van Michael Een zeventiende-eeuwse componist van kerkmuziek gaat symmetrische opbouw van de cantate met vers 4 als in juni 1657 werd hij op nauwelijks vierentwintigjarige niet uit van gekende vormschema’s zoals een da capo-aria centrum blijft in de herwerking die Bach in 1724 van deze

18 19 cantate maakte, niet bewaard. Het laatste vers is in die geloof eren haar omdat ze consequent reageerde op de Sebastian Knüpfer versie een strikt vierstemmige koraalzetting, maar Bach opportunistische bekering van haar man Friedrich August I hanteerde deze vorm van koraalharmonisatie niet voor tot het katholicisme, om zo koning van Polen te kunnen 1714. Het originele laatste vers is dus wellicht verloren worden. De koningin trok zich terug uit het hof én haar gegaan, of het kan zijn dat het om een herhaling van het huwelijk en verbleef de laatste dertig jaar van haar leven openingsvers ging, maar dan met een andere tekst. eenzaam in Pretzsch, een honderd kilometer ten noorden van Leipzig. Bach besteedt in zijn muziek vooral aandacht aan de Johann Sebastian Bach sterke poëtische beelden die Gottsched gebruikt: stralen, Motet ‘Wenn mein Stündlein vorhanden ist’ Trauer-Ode, BWV198 maar ook tranen in het openingskoor, het geluid van de Wenn mein Stündlein vorhanden ist, doodsklokken, de sereniteit waarin de koningin uiteindelijk Und ich soll hinfahren meine Strasse De grootschalige Trauer-Ode ‘Laß, Fürstin, laß noch stierf. Het meest bijzondere onderdeel is ongetwijfeld So g’leit du mich, Herr Jesus Christ, einen Strahl’ dateert van twintig jaar later. Bach schreef de aria voor tenor ‘Der Ewigkeit saphirnes Haus’, die Mit Hülff mich nicht verlasse; dit meesterwerk in de herfst van 1727: op 15 oktober onmiddellijk na de eigenlijk speech kwam. Gottsched en Mein Seel an meinem letzten End, voltooide hij zijn autograaf, wat slechts twee dagen tijd liet Bach beschrijven hier de koningin terwijl ze het blauwe Befehl ich dir in deine Handt; om de individuele partijen uit te schrijven en voor repetities uitspansel van de eeuwigheid overschouwt, waar het licht Du wollst sie wohl bewahren. te zorgen, want op 17 oktober werd de ode uitgevoerd van honderd zonnen onze eigen zon bijna donker laat Meine Sünd werden mich kräncken sehr, in de universiteitskerk van Leipzig, de Paulinerkirche. De lijken. Dit universum van oneindig licht en tijd, waarin Mein Gewissen wird mich nagen, gelegenheid was bijzonder: een bijzondere speech ter een Newton of een Leibniz zich in gedachten perfect Denn ihr sind viel, wie Sand am Meer, lof en in nagedachtenis van Christiane Eberhardine, de thuis zouden gevoeld hebben, inspireerde Bach tot een Doch ich will nicht verzagen: voormalige Koningin van Polen en Keurvorstin van Saksen miraculeuze kleur. De gamba’s tikken de seconden weg Denken will ich an deinen Tod. die op 6 september was overleden. De speech was van de onder de eeuwigheid van de eerste noot in de hobo. Bach Herr Jesu, und deine Wunden rot hand van de adellijke student Hans Carl von Kirchbach, die had blijkbaar geen dogmatisch correcte tekst nodig om Die werden mich erhalten. koninklijke toestemming had gekregen om de koningin te voor diepzinnige muziek te zorgen, want in feite is deze eren. Kirchbach wilde dat er muzikale omlijsting was bij ode qua religieuze beleving ver verwijderd van de rest van Ich bin ein Glied an deinem Leib, zijn speech en hij bestelde bij twee relatieve nieuwkomers zijn cantates. Des tröst ich mich von Herzen; in het culturele leven van Leipzig tekst en muziek voor Von dir ich ungeschieden een uitgebreide ode. Johann Christoph Gottsched (later Diederik Verstraete Bleib in Todesnot und Schmerzen: professor in de poëzie en de metafysica aan de universiteit) Wenn ich gleich sterb, so sterb ich dir, zorgde voor de tekst terwijl Bach, bezig aan zijn vijfde jaar Ein ewges Leben hast du als Thomascantor, de muziek voor zijn rekening nam. Mir mit deinem Tod erworben. De twee delen van de Trauerode zorgden zo voor een Weil du vom Tod erstanden bist, muzikale omlijsting van Kirchbachs speech - een van de Werd ich im Grab nicht bleiben: mooiste omlijstingen waarop ooit een speech prat kon Mein höchster Trost dein Auffahrt ist, gaan. Bach schreef bovenaan de eerste pagina van zijn Todsfurcht kann sie vertreiben; autograaf in sierlijke letter, zelfbewust: “Tombeau de S.M. Denn wo du bist, da komm ich hin, La Reine de Pologne” en legde zo meteen de link naar Dass ich stets bey dir leb und bin, het Franse tombeau-genre en de Franse barokstijl. Vooral Drum fahr ich hin mit Freuden. de gepunte ritmes in het openingskoor zorgen voor een So fahr ich hin zu Jesu Christ, directe link naar de Franse muziek en de ouvertures van Mein Arm tu ich ausstrecken; Lully of Rameau. Nochtans vermeldt een getuigenverslag So schlaf ich ein und ruhe fein, in ‘Das Thränende Leipzig’ expliciet dat “de muziek Kein Mensch kann mich aufwecken gecomponeerd was in de Italiaanse stijl” - duidelijk een Denn Jesus Christus, Gottes Sohn: verwijzing naar de formeel heldere afwisseling tussen Der wird die Himmelstür auftun, recitatieven en aria’s, in tegenstelling tot de veel lossere Mich führn zum ewigen Leben. samenhang van de oudere Duitse religieuze muziek. Gottsched, zelf een product van de Verlichting, kwam uit een andere denkwereld dan het dogmatisch Luthers geloof dat Bach zo omarmde. Zijn ode in regelmatige strofen van acht regels elk is opvallend wereldlijk, zelfs politiek getint. Hij beschrijft hoe de natie treurt, roemt de dood van de koningin als voorbeeld, beeldt zich in hoe ze getransfi gureerd zal worden en dicht haar eeuwige roem toe. Subtiele referenties naar haar protestants Portret van Christiane Eberhardine, Koningin van Polen en Keurvorstin van Saksen. Gravure van Martin Bernigeroth 20 21 Johann Sebastian Bach Johann Sebastian Bach tekst: , 1524 tekst: Johann Christoph Gottsched, 1727

Cantate ‘Christ lag in Todesbanden’, BWV4 Trauer-Ode, BWV198

1 Sinfonia 6 Versus 5 (bas) 1 Coro 7 Coro An dir, du Fürbild großer Frauen, 2 Coro Hier ist das rechte Osterlamm, Laß, Fürstin, laß noch einen Strahl An dir, erhabne Königin, Versus 1 (sopraan, alt, tenor, bas) Davon Gott hat geboten, Aus Salems Sterngewölben schießen. An dir, du Glaubenspfl egerin, Christ lag in Todesbanden Das ist hoch an des Kreuzes Stamm Und sich, mit wieviel Tränengüssen War dieser Großmut Bild zu schauen. Für unsre Sünd gegeben, In heißer Lieb gebraten, Umringen wir dein Ehrenmal. Er ist wieder erstanden Das Blut zeichnet unsre Tür, 2 Recitativo (sopraan) Und hat uns bracht das Leben; Das hält der Glaub dem Tode für, Dein Sachsen, dein bestürztes Meißen PARS SECUNDA Des wir sollen fröhlich sein, Der Würger kann uns nicht mehr schaden. Erstarrt bei deiner Königsgruft; Gott loben und ihm dankbar sein Halleluja! Das Auge tränt, die Zunge ruft: 8 Aria (tenor) Und singen halleluja, 7 Versus 6 (sopraan, tenor) Mein Schmerz kann unbeschreiblich heißen! Der Ewigkeit saphirnes Haus Halleluja! So feiern wir das hohe Fest Hier klagt August und Prinz und Land, Zieht, Fürstin, deine heitern Blicke Von unsrer Niedrigkeit zurücke 3 Coro Mit Herzensfreud und Wonne, Der Adel ächzt, der Bürger trauert, Und tilgt der Erden Dreckbild aus. Versus 2 (sopraan, alt) Das uns der Herre scheinen lässt, Wie hat dich nicht das Volk bedauert, Ein starker Glanz von hundert Sonnen, Den Tod niemand zwingen kunnt Er ist selber die Sonne, Sobald es deinen Fall empfand! Der unsern Tag zur Mitternacht Bei allen Menschenkindern, Der durch seiner Gnade Glanz 3 Aria (sopraan) Und unsre Sonne fi nster macht, Das macht’ alles unsre Sünd, Erleuchtet unsre Herzen ganz, Verstummt, verstummt, ihr holden Saiten! Hat dein verklärtes Haupt umsponnen. Kein Unschuld war zu fi nden. Der Sünden Nacht ist verschwunden. Kein Ton vermag der Länder Not Davon kam der Tod so bald Halleluja! Bei ihrer teuren Mutter Tod, 9 Recitativo (bas) Und nahm über uns Gewalt, 8 Versus 7 (sopraan, alt, tenor, bas) O Schmerzenswort! recht anzudeuten. Was Wunder ists? Du bist es wert, Du Fürbild aller Königinnen! Hielt uns in seinem Reich gefangen. Wir essen und leben wohl 4 Recitativo (alt) Du musstest allen Schmuck gewinnen, Halleluja! In rechten Osterfl aden, Der Glocken bebendes Getön Der deine Scheitel itzt verklärt. 4 Versus 3 (tenor) Der alte Sauerteig nicht soll Soll unsrer trüben Seelen Schrecken Nun trägst du vor des Lammes Throne Jesus Christus, Gottes Sohn, Sein bei dem Wort der Gnaden, Durch ihr geschwungnes Erze wecken Anstatt des Purpurs Eitelkeit An unser Statt ist kommen Christus will die Koste sein Und uns durch Mark und Adern gehn. Ein perlenreines Unschuldskleid Und hat die Sünde weggetan, Und speisen die Seel allein, O, könnte nur dies bange Klingen, Und spottest der verlassnen Krone. Damit dem Tod genommen Der Glaub will keins andern leben. Davon das Ohr uns täglich gellt, Soweit der volle Weichselstrand, All sein Recht und sein Gewalt, Halleluja! Der ganzen Europäerwelt Der Niester und die Warthe fl ießet, Da bleibet nichts denn Tods Gestalt, Ein Zeugnis unsres Jammers bringen! Soweit sich Elb’ und Muld’ ergießet, Den Stach’l hat er verloren. 5 Aria (alt) Erhebt dich Stadt und Land. Halleluja! Wie starb die Heldin so vergnügt! Dein Torgau geht im Trauerkleide, 5 Coro Wie mutig hat ihr Geist gerungen, Dein Pretzsch wird kraftlos, starr und matt; Versus 4 (sopraan, alt, tenor, bas) Da sie des Todes Arm bezwungen, Denn da es dich verloren hat, Es war ein wunderlicher Krieg, Noch eh er ihre Brust besiegt. Verliert es seiner Augen Weide. Da Tod und Leben rungen, 6 Recitativo (tenor) 10 Chorus Ultimus Das Leben behielt den Sieg, Ihr Leben ließ die Kunst zu sterben Doch, Königin! du stirbest nicht, Es hat den Tod verschlungen. In unverrückter Übung sehn; Man weiß, was man an dir besessen; Die Schrift hat verkündigt das, Unmöglich konnt es denn geschehn, Die Nachwelt wird dich nicht vergessen, Wie ein Tod den andern fraß, Sich vor dem Tode zu entfärben. Bis dieser Weltbau einst zerbricht. Ein Spott aus dem Tod ist worden. Ach selig! wessen großer Geist Ihr Dichter, schreibt! wir wollens lesen: Halleluja! Sich über die Natur erhebet, Sie ist der Tugend Eigentum, Vor Gruft und Särgen nicht erbebet, Der Untertanen Lust und Ruhm, Wenn ihn sein Schöpfer scheiden heißt. Der Königinnen Preis gewesen.

22 23 zaterdag 4 november 2006

Blauwe Zaal 10.00 uur Publieke repetitie Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe

Kleine Zaal 11.30 uur Lezing over het gebruik van vibrato bij Bach door Hilary Metzger (spreektaal Engels)

Blauwe Zaal 14.00 uur Philippe Pierlot gamba, Rainer Zipperling cello, Pierre Hantai klavecimbel werk van Johann Sebastian Bach, Marin Marais

Kleine Zaal 15.00 uur Publieke masterclass zang door Peter Kooij

Blauwe Zaal 15.30 uur Projectkoor olv. Christoph Siebert, Ageet Zweistra cello, Guy Penson orgel ‘Mit Weinen’ werk van Johann Christoph Bach, Johann Sebastian

Blauwe Zaal 17.00 uur Pierre Hantai klavecimbel werk van Johann Sebastian Bach, Johann Jacob Froberger, Louis Couperin, William Byrd

Zwarte Zaal 18.30 uur Lezing over de ‘Actus Tragicus’ door Kees Van Houten

Kleine Zaal 19.30 uur Publieke masterclass zang door Peter Kooij

Blauwe Zaal 20.00 uur Ricercar Consort olv. Philippe Pierlot ‘Actus Tragicus’ werk van Matthias Weckmann, Christian Geist, Nikolaus Bruhns, Melchior Hoffman, Johann Sebastian Bach

Detail uit ‘Sterfbed van de H. Maagd’ van Hugo van der Goes, ca. 1480 © Stedelijke Musea Brugge 24 25 14.00 uur . Blauwe Zaal Philippe Pierlot gamba, Rainer Zipperling cello, Pierre Hantai klavecimbel

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Johann Sebastian Bach in. In oorsprong was dit een klassieke triosonate voor Sonate in e voor viool en basso continuo, BWV1023 Sonates voor viola da gamba en obligaat klavecimbel twee traverso’s en basso continuo (BWV1039). Bij de (bewerking voor viola da gamba en basso continuo door Philippe Pierlot) herwerking zorgde Bach voor een herverdeling van de Preludio Johann Sebastian Bachs drie sonates voor viola da gamba drie stemmen van het origineel (een basso continuo wordt Adagio ma non tanto en basso continuo dateren uit 1720. Toen Bach in 1717 onder de vorm van één enkele baspartij genoteerd, die dan Allemande werd aangenomen als muziekdirecteur aan het hof van door de speler(s) op het moment van de uitvoering zelf Gigue Cöthen, begon een van de meest voldoening schenkende akkoordisch en meerstemmig uitgewerkt wordt) tussen periodes uit zijn hele loopbaan. Bach was verantwoordelijk de gamba en de twee handen van de klavecimbelspeler. Sonate in G voor viola da gamba en basso continuo, BWV1027 voor het aanleveren van instrumentale muziek voor het Het klavecimbel wordt op die manier geëmancipeerd van Adagio hoforkest van Leopold von Anhalt-Cöthen, een jonge prins een begeleidend continuo-instrument tot een volwaardige Allegro non tanto die een oprechte bewondering voor Bachs werk koesterde partner in een kamermuzikale dialoog. Formeel hanteert Andante en hem optimale werkomstandigheden bood. Bach in twee van zijn drie gamba-sonates het vierdelige Allegro moderato Het overgrote deel van Bachs bewaard gebleven oeuvre patroon van de Italiaanse sonata da chiesa die vooral voor orkest, kamerensemble of solo-instrumenten dateert dankzij Arcangelo Corelli populair werd. In de derde Marin Marais (1656-1728) uit de zes jaar dat hij in Cöthen werkzaam was. Aangezien sonate kiest hij voor een meer modern driedelig schema Tombeau pour Monsieur de Lully prins Leopold zelf een verdienstelijk amateur gambaspeler snel-langzaam-snel in navolging van de concerti van was, wordt vaak gesuggereerd dat Bach de drie sonates Antonio Vivaldi. voor viola da gamba en obligaat klavecimbel voor zijn eigen broodheer en zichzelf schreef. Leopold, geboren in 1694 uit een gemengd calvinistisch-luthers huwelijk, Marin Marais overhaalde zijn moeder reeds op dertienjarige leeftijd Tombeau pour Monsieur de Lully om drie hofmuzikanten aan te nemen - tot 1707 was er in Cöthen geen hofensemble. Tijdens zijn gebruikelijke Wanneer Marin Marais in 1701 zijn ‘Pièces de Viole, Grand Tour (van 1710 tot 1713) ontmoette Leopold Seconde livre’ publiceert, is Jean-Baptiste Lully al veertien diverse musici en studeerde hij onder meer bij de toen jaar dood. Toch neemt Marais in deze extensieve erg gevierde componist Johann David Heinichen in Rome. verzameling gamba-werken een ‘Tombeau pour Monsieur Bij zijn terugkeer in Cöthen in 1713 kon Leopold zingen, de Lully’ op, en levert zo een eigen bijdrage aan het viool, gamba en klavecimbel spelen en drie jaar later had tombeau-genre. Lully was tijdens zijn leven niet bepaald hij het hoforkest uitgebreid tot een goed functionerend de meest geliefde componist in Frankrijk - zijn tiranniek ensemble van 18 musici. gedrag tegenover de leden van zijn orkest was berucht, In de kamermuziek die Bach in Cöthen schreef, nemen en hij deinsde er niet voor terug via offi ciële koninklijke de drie sonates voor gamba en obligaat klavecimbel een monopolies andere componisten van opera’s zo goed bijzondere plaats in. Bach stapt hier namelijk consequent als monddood te maken. Ongetwijfeld zullen velen dan af van het gebruik van een becijferde, op het moment ook met gemengde gevoelens naar Marais’ Tombeau van uitvoering door de klavecinist in te vullen basso geluisterd hebben, al spreekt uit de muziek zelf alleen continuo, maar kiest in de plaats voor een tot in de details maar oprechte bewondering en intense droefheid bij de uitgeschreven kavecimbelpartij die op gelijkwaardige basis herinnering aan de ooit zo gevierde componist. Marais’ met de gamba dialogeert. Ook in de zes sonates voor viool Tombeau gaat echt nog een stap verder en lijkt wel en klavecimbel en in twee sonates voor fl uit en klavecimbel geconstrueerd als een instrumumentale operascène, met zou hij trouwens deze hoogst innovatieve ontwikkeling de gamba in de huid van een getormenteerde heldin, vol verderzetten. De stelling dat Bach alleen maar iemand van liefdesverdriet maar ook van liefde voor het leven en was die bestaande technieken en tradities in een unieke angst bij het nakende afscheid daarvan. synthese wist te verenigen, wordt door dit corpus elf ‘modernistische’ werken dan ook volledig ondermijnd. De Sonate in G, BWV1027 voor viola da gamba en basso continuo neemt in dit bijzondere verhaal een sleutelpositie Gravure uit ‘Musicalisches Theatrum’ van Johann Christoph Weigel, 1723 © Staats- und Universitätsbibliothek Dresden 26 27 15.30 uur . Blauwe Zaal Projectkoor olv. Christoph Siebert

Ageet Zweistra cello, Guy Penson orgel

‘Mit Weinen ‘ Johann Christoph Bach het goede van de dood terug, die ons weghaalt uit het Aria’s en motetten “böse Leben”. Johann Christoph Bach toont zich hier als iemand die kernwoorden op subtiele maar duidelijke Tussen de talloze leden van de familie Bach die in de manier muzikaal onderstreept. De hele openingszin is Johann Christoph Bach (1642-1703) generaties voor Johann Sebastian als actieve componisten één lange daling in de richting van een zeer diep gezet Motet ‘Lieber Herr Gott, wecke uns auf’ bekend stonden, neemt Johann Christoph een bijzondere “Ruhe”, en op de zin “noch falsche Lehre seine Seele Motet ‘Der Gerechte, ob er gleich zu zeitig stirbt’ plaats in. Hij was zonder twijfel de meest bekende van betrübe” lossen zowel melodie als harmonie elk gevoel Aria ‘Mit Weinen hebt sichs an’ alle componerende Bachs voor Johann Sebastian, en van richting. De slotzinnen krijgen een dansend ritme mee werd door deze laatste met veel respect bejegend. Deze en snel opstijgende patronen die perfect illustreren dat het Johann Sebastian Bach (1685-1750) schreef zelfs over zijn nonkel Johann Christoph: “hij leven in de dood veel fi jner is dan wat we hier op aarde Motet ‘Jesu meine Freude’, BWV227 was net zo goed in het bedenken van mooie muzikale mogen beleven. gedachten als in het op expressieve wijze uitdrukking Johann Christoph Bach geven aan woorden. Hij componeerde in een ongewoon Motet ‘Unsers Herzens hat ein Ende’ dichte contrapuntische stijl, maar toch met veel cantabile- Johann Sebastian Bach Motet ‘Herr, nun lässest du deinen Diener elementen verweven. Wanneer hij orgel of klavecimbel Motet ‘Jesu, meine Freude’, BWV227 in Frieden fahren’ speelde, hanteerde hij nooit minder dan vijf (!!) individuele Aria ‘Es ist nun aus’ partijen.” Bachs motetten voor koor (eventueel met colla parte Johann Christoph Bach werd in december 1642 verdubbeling door instrumenten) nemen binnen zijn in Arnstadt geboren. Na een grondige muzikale religieuze oeuvre een bijzondere plek in. Ze ontstonden scholing door zijn vader Heinrich Bach, werd hij op niet in functie van zijn opdrachten als Thomascantor, maar eenentwintigjarige leeftijd aangesteld tot organist van de zijn het gevolg van specifi eke opdrachten bij bijzondere kasteelkapel in Arnstadt. Twee jaar later kwam daar nog gelegenheden, grotendeels begrafenissen. Stilistisch de positie van stadsorganist in Eisenach bij, en later ook sluit Bach aan bij de zeventiende-eeuwse traditie: in nog die van organist en klavecinist in de hofkapel van deze werken vinden we geen recitatieven terug zoals de Hertog van Eisenach, posities die hij tot zijn dood op in de meer moderne cantates, maar een doorlopende 2 april 1703 zou behouden. Over de concrete taken van polyfone schrijfwijze, afgewisseld met strikt vierstemmige Johann Christoph in de hofkapel weten we weinig, maar koraalzettingen of declamatorische passages. De tekst het lijdt weinig twijfel dat de jonge Johann Sebastian zijn van ‘Jesu meine Freude’, BWV227 bestaat uit afwisselend eerste indrukken van (en wie weet wel aan) het orgel een brief van Paulus aan de Romeinen (waarin hij het dichtbij zijn nonkel heeft opgedaan. Later zou Johann voortdurend over het cruciale onderscheid tussen het Sebastian heel wat motetten van geestelijke concerto’s van vlees en de geest heeft) en het bekende koraal van zijn nonkel uitvoeren tijdens zijn jaren in Leipzig, net zoals . Door de strikte afwisseling tussen beide Carl Philipp Emmanuel later in Hamburg, en hij zou zelfs teksten groeit het koraal uit tot een eigentijdse refl ectie het motet ‘Ich lasse dich nicht’ van een slotkoraal voorzien. op de brief van de apostel Paulus: een sterk staaltje van De motetten en aria’s van Johann Christoph Bach wortelen compositorische organisatie. Bach concipieerde dit motet diep in de polyfone zeventiende-eeuwse traditie, al valt er bovendien op een ongewoon grote schaal: het bestaat uit wel een duidelijke stilistische evolutie in waar te nemen: niet minder dan elf delen die op chiastische wijze geordend in sommige motetten domineert nog de strikte polyfone zijn rondom de centrale fuga op de kerntekst uit Paulus’ schrijfstijl, terwijl in andere op een meer losse manier met brief, “Ihr aber seid nicht fl eischlich, sondern geistlich, de polyfonie wordt omgegaan en er zelfs concerterende so anders Gottes Geist in euch wohnet”. Voor deze elementen (afwisselingen tussen soli en tutti) in sluipen. kernboodschap doet Bach een beroep op een meesterlijke Aangezien het overgrote deel van Johann Christophs fuga, die sterk contrasteert met de veel dramatischer delen oeuvre verloren is gegaan, is het uitermate moeilijk een die er vlak voor en vlak na komen. Maar het knapst van al duidelijke chronologie van deze werken op te stellen. Een zijn, zoals zo vaak bij Bach, de uiterst expressieve maar op mooi voorbeeld van deze subtiele motetkunst vormt ‘Der papier zo eenvoudige vierstemmige koraalzettingen, een Gerechte’: theologisch vinden we ook het vertrouwen in kunst waarin Bach nooit overtroffen is geweest.

28 29 Johann Christoph Bach Johann Sebastian Bach

tekst: Johann Franck, 1653; Paulus aan de Romeinen 8: 1, 2, 9-11

Motet ‘Lieber Herr Gott, wecke uns auf’ Aria ‘Mit Weinen hebt sichs an’ Cantate ‘Jesu, meine Freude’, BWV227

Lieber Herr Gott, wecke uns auf ! Mit Weinen hebt sichs an, die jammervolle Leben, Jesu, meine Freude, Weg mit allen Schätzen! Dass wir bereit sein, wenn dein Sohn kommt, Es muss das kleinste Kind meines Herzens Weide, Du bist mein Ergötzen, Ihm mit Freuden zu empfangen. Der bittern Tränen Schar sich weinend untergeben, Jesu, meine Zier, Jesu, meine Lust! Und dir mit reinem Herzen zu dienen, Eh’ es sich noch besinnt. ach wie lang, ach lange Weg, ihr eitlen Ehren, Durch den selbigen deinen lieben Sohn Wenn’s kaum geboren ist, so höret man doch schon, ist dem Herzen bange, ich mag euch nicht hören, Jesum Christum unsern Herren, Dass sich bei ihm erhebt der schmerzvolle Ton. und verlangt nach dir! bleibt mir unbewußt!! Amen. Gottes Lamm, mein Bräutigam, Elend, Not, Kreuz, Schmach und Tod Das Mittel unser Zeit ist überschwemmt mit Sorgen, außer dir soll mir auf Erden soll mich, ob ich viel muß leiden, Wir sind des Glückes Spiel. nichts sonst Liebers werden. nicht von Jesu scheiden. Motet ‘Der Gerechte, ob er gleich zu zeitig stirbt’ Der weinet durch die Nacht bis an den lieben Morgen, Und hilft ihm doch nicht viel. Es ist nun nichts So aber Christus in euch ist, Der Gerechte, ob er gleich zu zeitig stirbt, Der Furch- und Hoffnungsstreit zerquälet unsern Sinn, Verdammliches an denen, so ist der Leib zwar tot um der Sünde willen; Ist er doch in der Ruhe. Und nimmt, eh’ man es denkt, die besten Jahre hin. die in Christo Jesu sind, der Geist aber ist das Leben Er gefällt Gott wohl und ist ihm Lieb, die nicht nach dem Fleische wandeln, um der Gerechtigkeit willen. Und wird weggenommen aus dem Leben Das Alter kömmt herbei, die kummervollen Jahre, sondern nach dem Geist. Unter den Sünden und wird hingerücket, Die uns gefallen nicht Gute Nacht, o Wesen, Dass die Bösheit seinen Verstand nicht verkehre noch Und führen uns den Weg zur trüben Totenbahre. Unter deinem Schirmen das die Welt erlesen, Falsche Lehre seine Seel betrübe ; Wann dieses dann geschieht, bin ich vor den Stürmen mir gefällst du nicht! Er ist bald volkommen worden, So ist es aus mit uns; der tränenvolle Lauf aller Feinde frei. Gute Nacht, ihr Sünden, Und hat viel Jahr erfüllet. Hat nun das Ziel erreicht, und hört mit Weinen auf. Laß den Satan wittern, bleibet weit dahinten, Denn seine Seele gefällt Gott wohl, laß den Feind erbittern, kommt nicht mehr ans Licht! Darum eilet er mit ihm aus dem bösen Leben. mir steht Jesus bei. Gute Nacht, du Stolz und Pracht! Ob es itzt gleich kracht und blitzt, Dir sei ganz, du Lasterleben, ob gleich Sünd und Hölle schrecken: gute Nacht gegeben. Jesus will mich decken. So nun der Geist der, Denn das Gesetz des Geistes, der Jesum von den Toten auferwecket hat, der da lebendig machet in Christo Jesu, in euch wohnet, so wird auch derselbige, hat mich frei gemacht von dem Gesetz der Christum von den Toten auferwecket hat, der Sünde und des Todes. eure sterbliche Leiber lebendig machen, um des willen, daß sein Geist in euch wohnet. Trotz dem alten Drachen, Trotz des Todes Rachen, Weicht, ihr Trauergeister, Trotz der Furcht dazu! denn mein Freudenmeister, Tobe, Welt, und springe Jesus, tritt herein. ich steh hier und singe Denen, die Gott lieben, in gar sichrer Ruh. muß auch ihr Betrüben Gottes Macht hält mich in acht; lauter Zucker sein. Erd und Abgrund muß verstummen, Duld ich schon ob sie noch so brummen. hier Spott und Hohn, dennoch bleibst du auch im Leide, lhr aber seid nicht fl eischlich, Jesu, meine Freude. sondern geistlich, so anders Gottes Geist in euch wohnet. Wer aber Christi Geist nicht hat, der ist nicht sein. 30 31 Johann Christoph Bach

Motet ‘Unsers Herzens Freude hat ein Ende’ Aria ‘Es ist nun aus’

Unsers Herzens Freude hat ein Ende, Es ist nun aus mit meinem Leben, Unser Reigen ist in Wehklagen verkehret, Gott nimmt es hin, der es gegeben. Die Krone unsers Haupts ist abgefallen. Kein Tröpfl ein mehr ist in den Fass, O weh, dass wir so gesündiget haben! Es will kein Fünklein mehr verfangen, Unsers Herzens Freude hat ein Ende, Des Lebens Licht ist ausgegangen. Unser Reigen ist in Wehklagen verkehret. Kein Körnlein läuft mehr in dem Glas, Es ist nun aus, es ist vollbracht, Welt, gute Nacht! Motet ‘Herr, nun lässest du deinen Diener‘ Komm Todestag, du Lebenssonne, Herr, nun lässest du deinen Diener in Friede fahren, Du bringest mir mehr Lust und Wonne, Wie du gesaget hast: Als mein Geburtstag bringen kann, Denn meine Augen, haben deinen Heiland gesehen, Du machst ein Ende meinen Leiden, Welchen du bereitet hast für allen Völkern, Dass sich schon mit dem Kindtaufsfreuden Ein Licht, zu erleuchten die Heiden Vor jenen hat gefangen an, Und zum Preis deines Volks Israel. Nun ist es aus, es ist vollbracht, Herr, nun lässest du deinen Diener in Friede fahren, Welt, gute Nacht! Wie du gesaget hast.

Welt, gute Nacht! Behalt das Deine Und lass mir Jesum als das Meine, Denn ich lass meinen Jesum nicht! Behüt euch Gott, ihr meine Lieben, Lasst meinen Tod euch nicht betrüben, Durch welchen mir so wohl geschieht, Mein Leid ist aus, es ist vollbracht, Welt, gute Nacht!

Was wollet ihr euch nach mir sehnen? Ei stillet eure Tränen, Weil meine schon gestillet sind, Mir wischt sie Jesum von den Augen, Was sollen denn die euren taugen, Und lachet mit mir als ein Kind. Was Jesus macht, ist wohl gemacht! Welt, gute Nacht!

Portret van Johann Christoph Bach, schilder onbekend © Archiv für Kunst und Geschichte, Berlin 32 33 17.00 uur . Blauwe Zaal Pierre Hantai klavecimbel

William Byrd (1543-1623) William Byrd Johann Jacob Froberger The Woods so Wild The Woods so Wild Tombeau pour Mr Blancrocher My Lady Nevell’s Grounde My Lady Nevell’s Grounde Louis Couperin Prélude à l’Imitation de Mr Froberger Louis Couperin (ca.1626-1661) Voor veel muziekliefhebbers, vooral voor veel pianisten Prelude à l’imitation de Mr Froberger ook, lijkt het wel alsof de geschiedenis van de Nog zo iemand die een grote invloed op Bachs klaviermuziek begint bij Johann Sebastian Bach. Talloze klaviermuziek heeft uitgeoefend, was Johann Jacob Johann Sebastian Bach (1685-1750) amateur-pianisten zijn gevormd aan de hand van Froberger. Froberger was zelfs een leerling uit de Franse Suite in a, BWV807 (meestal erg gebrekkige uitvoeringen van) Bachs twee- en klavierschool - zo leerde hij de Franse stijl uit eerste hand Prélude driestemmige inventies, of met de menuetten en gavottes kennen via Louis Couperin. Froberger koppelde aan de Allemande uit het Klavierbüchlein für Anna Magdalena Bach. Toch affectgeladen, fel versierde Franse stijl van spelen echter Courante gaat er aan de klaviermuziek van Bach een bijzonder rijk ook typisch Duitse elementen, zoals een grotere aandacht Sarabande verhaal vooraf, dat zelfs tot in de late middeleeuwen voor het contrapunt, of een sterkere formele opbouw. Bourrée I & II teruggaat. Van deze grotendeels in tabulatuur Die verbinding van Franse met Duitse elementen sprak Gigue genoteerde vroegste klaviermuziek wordt slechts zelden Bach bijzonder aan - vooral in zijn suites voor klavecimbel iets uitgevoerd, maar gelukkig heeft de muziek van de verwijst Bach méér dan eens naar de stijl van Froberger. Johann Jacob Froberger (1616-1667) zogenoemde ‘Engelse virginalisten’ wel een vaste plaats Zowel Louis Couperin als Froberger zelf componeerden Tombeau pour Mr Blancrocher op het concertpodium verworven. Deze generatie Engelse een ‘Tombeau pour Mr. De Blancrocher’, een van de componisten, met William Byrd en John Bull op kop, beroemdste Franse luitspelers uit de zeventiende eeuw. tekende voor de eerste echt virtuoze klaviermuziek uit Dat Louis Couperin zelf eer betoonde aan Froberger in de geschiedenis - muziek grotendeels geschreven voor zijn prélude, bewijst ruimschoots dat deze Duitser in hoge een virginaal, een vroeg neefje van het klavecimbel. achting bij zijn tijdgenoten stond. William Byrd koesterde een grote voorliefde voor de variatiereeksen. De variaties op ‘The Woods so Wild’, een populair Engels liedje uit die tijd, illustreren ook het bij Johann Sebastian Bach wijlen erg rustieke, pastorale karakter van zijn muziek, Suite in a, BWV807 als getekend door het onvergelijkbare Engelse platteland met zijn talloze wegeltjes, heggen en heuvels. ‘My Lady De Suite in a, BWV807 behoort tot een reeks van zes Pierre Hantai bespeelt een kopie van een Ruckers, Colmar 1624 Nevell’s Grounde’ illustreert een ander typisch Engels suites voor klavecimbel die tijdens Bachs eerste jaren in (collectie François Ryelandt) genre: de variaties op een ‘ground’, of een voortdurend Leipzig ontstonden en die beter bekend staan onder de herhaald baspatroon. Ook later nog, denken we maar aan naam ‘Engelse suites’. In feite is er weinig Engels aan deze Henry Purcell, zouden de Engelsen zich hiermee graag vooral op Franse leest geschoeide suites. Bach volgt hier bezig houden. De band tussen de Engelse virginalisten nauwgezet het patroon van de klavecimbelsuite zoals we en Bach is nauwer dan de afstand in ruimte en tijd (meer dat in aanzet reeds bij Froberger in de zeventiende eeuw dan honderd jaar) laat vermoeden. De grote Nederlandse terugvinden: na een prelude volgen de vier ‘hoofddansen’: organist Jan Pieterszoon Sweelinck was immers dol op de allemande, sarabande, courante en gigue. Tussen beide Engelse klaviermuziek en gaf deze door aan zijn leerlingen, laatste dansen werd vaak een andere dans ingevoegd, in waaronder Dietrich Buxtehude, die dan weer een van dit geval een bourrée. Stilistisch sluit deze suite naadloos Bachs grote voorbeelden was. aan bij de Franse klaviermuziek van de Couperins, al werkt Bach naar goede Duitse traditie het contrapunt wel veel fi jner uit.

Diederik Verstraete

François Couperin. Gravure van J.-J. Flipart naar A. Bouys, 1735 © Bibliothèque Nationale, Paris 34 35 20.00 uur . Blauwe Zaal Ricercar Consort olv. Philippe Pierlot

Katharine Fuge sopraan, Damien Guillon altus Jan Kobow tenor, Stephan MacLeod bas

‘Actus Tragicus’ Matthias Weckmann Hertog Gustav Adolf van Mecklenburg, waarna hij eerst Drie geestelijke concerto’s in Kopenhagen en dan in Stockholm aan de koninklijke hoven tewerkgesteld was. Van Geist bleven vooral een Zelden heeft een periode in de muziekgeschiedenis vrij grote hoeveelheid religieuze werken bewaard - het Matthias Weckmann (1619-1674) in één bepaald land zo een veelvoud aan boeiende gros van zijn oeuvre voor orgel is verloren gegaan. Geist Wenn der Herr die Gefangnen zu Zion erlösen wird fi guren opgeleverd als het protestantse Duitsland toont zich hierin iemand die de tekst steeds uitermate Kommet her zu mir alle tijdens de zeventiende eeuw. Ook al doet het gros nauwgezet op de voet volgt, en daarvoor soms zelfs Herr, wenn ich nur dich habe van deze componisten tegenwoordig bij zelfs een maniërismen zoals extreme madrigalismen (muzikale specifi ek barokminnend publiek nauwelijks een belletje expressie van één of meerdere woorden in de tekst) niet Christian Geist (ca. 1640-1711) rinkelen, nadere kennismaking met de muziek van deze schuwt. Net zoals bij Buxtehude of Bruhns vinden we Es war aber an der Stätte ‘Kleinmeister’ houdt steevast heel wat ontdekkingen en ook bij Geist een fraaie combinatie terug van het typisch verborgen schatten in. Duitse, dichte barokke contrapunt met een meer Italiaans Nikolaus Bruhns (1665-1697) Matthias Weckmann (1619-1674) was leerling van geïnspireerde melodische en harmonische manier van Hemmt eure Tränenfl ut niemand minder dan Heinrich Schütz, zonder twijfel de denken in langere frasen. belangrijkste Duitse componist uit de hele zeventiende eeuw. Weckmann was wellicht Schütz’ meest pauze getalenteerde leerling, en hij liet diepe sporen na op het Nikolaus Bruhns protestantse Duitse muziekleven tussen Schütz en Bach. Hemmt eure Tränenfl ut Helaas bleef slechts een fractie van zijn oeuvre bewaard, Melchior Hoffmann (ca. 1685-1715) maar zelfs dit handvol werken laat ons tegenwoordig toe De Noordduitse componist Nikolaus Bruhns is bijna Schlage doch, gewünschte Stunde iemand als Weckmann op zijn echte waarde te schatten. volledig in de nevelen van de muziekgeschiedenis In tegenstelling tot enkele van zijn generatiegenoten, verdwenen. Nochtans was de erg jong gestorven Johann Sebastian Bach (1685-1750) streefde Weckmann niet naar een meer eenvoudige Bruhns (1665-1697) de lievelingsleerling van Dietrich Actus Tragicus, BWV106 manier van expressie, maar sloot hij zich graag aan bij Buxtehude, die hem orgel en compositie leerde en met Schütz’ streven naar een zo expressief mogelijke taal. de allerhartelijkste aanbevelingen voor diverse posten Alsof de ‘seconda prattica’ van Claudio Monteverdi via bedacht. Na zijn leerperiode bij Buxtehude trok Bruhns diens leerling Schütz in de fi guur van Weckmann nog een naar Copenhagen, waar hij enkele jaren verbleef en er laatste, intense maal tot bloei mocht komen. Typisch voor vooral met enkele Italiaanse doorreizende musici in contact Weckmann is het niet schuwen van extreme middelen kwam, die zijn stilistische horizon fel verruimden. In de om het affect van een tekst op te roepen, zoals in het lente van 1689 solliciteerde Bruhns met succes voor de koor “Die mit Tränen säen” uit de cantate (Weckmann positie van organist aan de Stadtkirche in Husum, een gebruikte liever de term ‘geestelijk concerto’) ‘Wenn positie die hij ondanks pogingen vanuit het nabij gelegen der Herr die Gefangnen zu Zion erlösen wird’. Scherpe Kiel tot aan zijn dood zou behouden. dissonanten zijn hier schering en inslag en Weckmann Van Bruhns’ omvangrijke instrumentale en vocale oeuvre schrikt er ook niet voor terug de vijf instrumentale partijen bleef slechts een fractie bewaard. De twaalf overgeleverde op zelfstandige basis aan het vierstemmige polyfone vocale werken zorgen er echter voor dat Bruhns feitelijk lijnenspel te laten deelnemen, trouwens een constante in een stevige plek verdient in het pantheon van de Duitse veel van zijn werken. barokcomponisten voor Bach. Moderne uigaven en opnamen van dit repertoire zijn uiterst zeldzaam, zodat de aanwezigheid van een van deze cantates in deze Bach Christian Geist Academie méér dan bewonderenswaardig is. Es war aber an der Stätte

Met Christian Geist (ca. 1640-1711) bevinden we ons in de nog bijna volledig onbekende wereld van Scandinavië tijdens de barokperiode. Tot 1670 was Geist actief bij

Fragment van ‘De kruisafneming’ van Rogier van der Weyden, ca. 1435 © Museu del Prado, Madrid 36 37 Melchior Hoffmann op de Italiaanse stijl, in de loop van de jaren 1710 hun Matthias Weckmann Schlage doch, gewünschte Stunde intrede in Bachs religieuze muziek maakten. De diverse korte onderdelen waaruit de cantate bestaat, ordent De ultrakorte cantate (eerder een losse religieuze aria) voor Bach op symmetrische wijze rond het muzikale kernstuk alt, strijkers en basso continuo ‘Schlage doch, gewünschte van het geheel, een fugatisch koor met een solo sopraan Stunde’ bleef bewaard in één enkel manuscript. Dit en een koraalfragment in de instrumenten. Bach zorgt manuscript, vroeger eigendom van Prinses Amalia van ervoor dat dit centraal muzikaal deel overeenkomt met de Pruisen, vermeldt Bach als componist van deze aria, zodat religieuze kerngedachte van de cantate: “Es ist der alte ze zelfs als ‘cantate BWV53’ werd opgenomen in de eerste Bund; Mensch, du musst sterben - Ja, komm, Herr Jesu!”. Wenn der Herr die Gefangnen Kommet her zu mir alle uitgave van de grote Bach-Werken Verzeichnis. Recentelijk Aan weerskanten van dit centrale deel bevinden zich zu Zion erlösen wird Kommet her zu mir alle hebben Bach-vorsers meer en meer twijfels geuit bij deze telkens twee solo’s (naar het einde van de cantate toe met Wenn der Herr die Gefangnen die ihr mühselig und beladen seit, toewijzing, en tegenwoordig gaat men ervan uit dat niet toevoeging van een koraal) en aan de uitersten van deze zu Zion erlösen wird, ich will euch erquicken. Bach maar wel de eveneens in Leipzig actieve componist symmetrische as een koor. De inleidende sonatina valt dann werden wir sein, Nehmet auf Euch mein Joch und lernet von mir, Melchior Hoffmann de auteur is van dit werkje. Het gaat buiten dit basisschema. wie die Träumenden. denn ich bin sanftmütig und von Herzen demütig, so hier om een eenvoudig menuet in de vorm van een da Van alle vroege, pre-Leipzig cantates van Bach is de werdet ihr Ruhe fi nden für eure Seele, capo-aria, waarbij Hoffmann vraagt om een “campanella” Actus Tragicus zonder twijfel de meest bekende. Al in Dann wird uns die Mund voll Lachens denn mein Joch ist sanft und meine Last ist Leicht. (klokkenspel) om aan de hand van twee voortdurend 1830 verscheen er een uitgave van, waarna Mendelssohn und unsere Zunge voll Rühnmens sein. herhaalde noten de doodsklokken te imiteren. De tekst uitgroeide tot één van de vele pleitbezorgers van dit Da wird man sagen unter den Heiden: komt uit een koraal van en sluit naadloos werk. Hierdoor zou het wel eens kunnen dat dit de Bach- der Herr hat Grosses an uns gethan; aan bij het verlangen naar de dood dat we ook in talrijke cantate is met de langste ononderbroken traditie als het dess sind wir fröhlich. Herr wenn ich nur dich habe wel authentieke Bach-cantates aantreffen. op regelmatige uitvoeringen aankomt: een hele eer in een dergelijk rijkelijk met meesterwerken bedacht corpus als de Herr wenn ich nur dich habe Herr, wende unser Gefängnis, Bach-cantates. so frage ich nichts wie du die Wasser Johann Sebastian Bach nach Himmel und Erde. gegen Mittag trocknest. Actus Tragicus, BWV106 Diederik Verstraete Die mit Thränen säen, Wenn mich gleich Leib und Seele verschmacht, werden mit Freuden ernten. Bachs cantate BWV106 ‘Gottes Zeit ist die allerbeste so bist du doch, Gott, Sie gehen hin und weinen, Zeit’, beter gekend als de ‘Actus Tragicus’, kan een beetje allzeit meines Herzens Trost und mein Teil. und tragen edlen Samen, gelden als een pendant voor de paascantate ‘Christ lag in und kommen mit Freuden, Todesbanden’, BWV4, die al tijdens het openingsconcert und bringen ihre Garben. van deze Bach Academie te horen was. Wellicht werden beide cantates geschreven tijdens Bachs periode in Mühlhausen. De gelegenheid naar aanleiding waarvan Bach de Actus Tragicus, in feite een begrafeniscantate, schreef, kunnen we niet meer met zekerheid achterhalen. In het verleden werd de Actus Tragicus vaak in verband gebracht met het overlijden van Bachs nonkel, Tobias Lämmerhirt, op 10 augustus 1707, maar in feite zijn er weinig concrete bewijzen te vinden die deze theorie schragen. Een onbekende tekstdichter stelde voor Bach een rijke maar sterk gefragmenteerde tekst samen, op basis van Bijbelverzen, Lutherse koralen en een zeer devote tekst van de hand van Johann Olearius, ‘Christliche Bet-Schule’. In het begin focust de cantate op de onvermijdelijke eindigheid van een mensenleven, waarna de aandacht verlegd wordt naar de zekerheid van de opstanding na de dood en een dankgebed ter ere van de Heilige Drievuldigheid. Bach slaagt er probleemloos in deze veelgelaagde tekstuele inhoud in een overtuigende, samenhangende muzikale vorm te gieten. Hierdoor geldt de Actus Tragicus - terecht - als het ultieme culminatiepunt van de oude, in de zeventiende eeuw gewortelde cantate, voordat grotere individuele aria’s, koren en recitatieven, gebaseerd

38 39 Christian Geist Nikolaus Bruhns Melchior Hoffmann

Es war aber an der Stätte Hemmt eure Tränenfl ut Schlage doch gewünschte Stunde

Es war aber an der Stätte, da er gekreuziget ward Hemmt eure Tränenfl ut Die Christi Grab bewacht Schlage doch gewünschte Stunde, Da nahmen sie den Leichnam Jesu, und trocknet ab die nassen Wangen sind weg und haben sich verkrochen, brich doch an, du schöner Tag; der abgenommen war, die ihr bei Jesus seid der starke Simson hat die Tor entzwei, Kommt, ihr Engel auf mich zu, und wikkelten ihn in ein rein Leinwand zu Grabe mitgegangen, die Tor inzwei gebrochen öffnet mir die Himmels Auen, und bunden ihn mit reinen Tüchern, der heutge Tag ist unvergleichlich gut. und trägt sie fort meinen Jesum bald zu schauen und mit Specereien wie die Juden plfegen zu begraben. bei fi nstrer Mitternacht. in vergnügter Seelen Ruh! Es war aber an der Stätte, da er gekreuziget ward Das Grab ist leer, So wird er auch, wie er mich hat verheissen, Ich begehr’ von Herzens Grunde ein Garten, und in dem Garten ein neu Grab, die Leich nicht vorhanden mich noch mit starker Hand nur den letzten Seigerschlag. das war Josephs, welcher es hatte lassen hauen in einen das Grab ist leer… aus allen Nöten reissen. Schlage doch… Felsen, der Herr ist ganz gewiss in welche niemand je geleget war. von Toten auferstanden. Verlass ich gleich die Welt, Daselbst hin legten sie Jesum mir grauet nicht für meine Grabe und des Rüsttags willen der Juden, Nun hat es keine Not! weil ich dies Leben selbst dass der Sabbath anbrach und das Grab nahe war Die Feinde sind all überwunden. im Tode bei mir habe, und wältzeten einen grossen Stein für die Tür des Grabes Der grosse Siegesfürst, und Engel sich ins Grab mir gesellt. und gingen davon. der führt mit sich gebunden und träget schon die Sünde,Teufel, Tot. Von Mund auf soll die Seel’ O Traurigkeit! O Herzeleid! Ist das nicht zu beklagen? zum Himmel gehen, Gott des Vaters einig Kind wird ins Grab getragen. Nun höret auf ihr Drohen, der Leib wird zur gewiss Wüten, Morden, von Toten auferstehen, weil Jesus hat gesiegt, Amen. ist ew’ger Friede worden.

Der Stein war allzu gross, Die Zenterlast des schweren Sünden, die drückt und liesse mich gar nirgends, nirgends Ruhe fi nden.

Gott sei gedankt, nun bin ich solcher los weil Jesus lebt, so lagern sich die Schmerzen der allzu grosse Stein ist abgewälzt vom Herzen.

40 41 Johann Sebastian Bach

Tekstdichters anoniem; 2a: Apostelverhaal 17,28; 2b: Psalm 90,12; 2c: Jesaja 38,1; 2d: Jesus Sirach 14,18 en Openbaring 22,20; 3a: Psalm 31,6; 3b: Lukas 23,43 en Martin Luther 1524; 4. 1533

Actus Tragicus, BWV106

1 Sonatina 2a Coro Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit. In ihm leben, weben und sind wir, solange er will. In ihm sterben wir zur rechten Zeit, wenn er will. 2b Arioso (tenor) Ach, Herr, lehre uns bedenken, dass wir sterben müssen, auf dass wir klug werden. 2c Aria (bas) Bestelle dein Haus; denn du wirst sterben und nicht lebendig bleiben. 2d Coro Es ist der alte Bund: Mensch, du musst sterben! Sopraan Ja, komm, Herr Jesu, komm! 3a Aria (alt) In deine Hände befehl ich meinen Geist; du hast mich erlöset, Herr, du getreuer Gott. 3b Arioso (bas) & Choral (alt) Heute wirst du mit mir im Paradies sein. Mit Fried und Freud ich fahr dahin In Gottes Willen, Getrost ist mir mein Herz und Sinn, Sanft und stille. Wie Gott mir verheißen hat: Der Tod ist mein Schlaf geworden. 4 Coro Glorie, Lob, Ehr und Herrlichkeit Sei dir, Gott Vater und Sohn bereit, Dem heilgen Geist mit Namen! Die göttlich Kraft Mach uns sieghaft Durch Jesum Christum, Amen.

‘De H. Maagd treurend bij het dode lichaam van Christus’ van Annibale Carracci, 1599-1600 © Scala, Firenze 42 43 zondag 5 november 2006

Blauwe Zaal 11.00 uur Toonmoment masterclass Peter Kooij

Blauwe Zaal 12.00 uur Ensemble Explorations werk van Johann Sebastian Bach

Foyer 14.30 uur Panelgesprek ‘Bach en de dood’ met dominee Dick Wursten, Elmer Schönberger (musicoloog) en Herman De Winné (moderator)

Blauwe Zaal 15.30 uur Blindman & Projectkoor Bach Academie olv. Christoph Siebert werk van Johann Sebastian Bach

Klas 150 15.00 uur elk kwartier tot 17.00 uur 18.30 uur elk kwartier tot 20.00 uur Rendez-vous installatie van Hanneke Paauwe

Rode Zaal 17.00 uur Gerrit Komrij, Roel Dieltiens en gasten Dunne Komrij ‘Mein Verlangen’

Blauwe Zaal 18.30 uur Christine Busch viool werk van Johann Sebastian Bach

Foyer 19.15 uur Inleiding avondconcert door Diederik Verstraete

Blauwe Zaal 20.00 uur Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe ‘Du süße Todesstunde’ werk van Johann Sebastian Bach, Johann Schelle

Fragment uit het manuscript van de Koraalfantasie ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ voor orgel, BWV739, ca. 1705 © Staatsbibliothek, Berlin 44 45 12.00 uur . Blauwe Zaal Ensemble Explorations

Christine Busch, Dirk Van Daele viool, Frank Theuns traverso Ewald Demeyere klavecimbel, Roel Dieltiens cello

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Johann Sebastian Bach Musikalisches Opfer, BWV1079 Musikalisches Opfer, BWV1079

Ricercar a 3 In mei 1747 reisde Johann Sebastian Bach naar het Frederik de Grote een luxe-uitgave ervan, op fi jn papier, Pruisische hof in Potsdam om er zijn tweede zoon Carl een hoogst kostbare zeldzaamheid in die tijd. Maar liefst Canon perpetuus super Thema Regium Philipp Emmanuel te bezoeken, al bijna tien jaar lang honderd andere gedrukte exemplaren waren in oktober hofklavecinist bij de Pruisische koning Frederik de Grote. klaar en gingen als zoete broodjes over de toonbank. Bach Canones diversi sopra Thema Regium: De ‘oude Bach’ had een persoonlijke ontmoeting met de beperkte zich in zijn muzikaal geschenk aan de koning Canon a 2, cancrizans koning, waarover uitvoerig werd bericht in de ‘Berlinische niet tot de twee fuga’s waarvan in aanzet al sprake in het Canon a 2, biolin: in Unisono Nachrichten’ van 11 mei - meteen een bewijs voor de krantenartikel (waarvoor hij de ouderwetse naam ‘ricercar’ Canon a 2, per motum contrarium faam en reputatie waarop Bach tegen het einde van zijn gebruikte), maar voegde daar nog eens tien exclusieve Canon a 2, per Augmentationem, contrario Motu (‘Notulis leven wel degelijk kon prat gaan. “Uit Potsdam komt het canons op het koninklijk thema aan toe én een triosonate crescentibus crescat Fortuna Regis’) nieuws dat vorige zondag de beroemde kapelmeester voor traverso, viool en continuo. Op die manier kon de Canon a 2, per Tonos (‘Ascendenteque Modulatione uit Leipzig, Herr Bach, is aangekomen met de intentie de koning zelf als fl uitist een werk uivoeren waarin zijn ascendat Gloria Regis’) excellente hofkapel in het paleis aan het werk te horen. ‘s “echt koninklijk thema” (Bachs eigen woorden, nvdr) een Avonds, zo rond het moment waarop normaal gezien de belangrijke rol speelde. Bovendien alludeert Bach vooral Fuga canoninca in Epidiapente kamermuziekconcerten in de koninklijke appartementen in het derde deel van deze exclusieve sonate graag op de beginnen, kreeg Zijne Majesteit te horen dat Kapellmeister galante stijl die aan Frederiks hof zo ‘in’ was. Ricercar a 6 Bach in Potsdam was aangekomen en wachtte om Frederiks thema vormde voor Bach geen evident de koning zijn muziek te laten horen. De koning gaf uitgangspunt. De combinatie van een stijgende gebroken Quaerendo invenietis: onmiddellijk orders om Bach binnen te laten. Deze ging mineurdrieklank met een dalende verminderde septiem en Canon a 2 onmiddellijk naar de zogenoemde “forte en piano” een chromatisch dalende lijn is absoluut niet gemakkelijk Canon a 4 (wellicht een heel vroeg voorbeeld van een pianoforte in te verwerken in een strikt contrapuntische omgeving bezit van Frederik de Grote, nvdr) en stemde ermee in - maar Bach overwon in zijn ricercars alle mogelijke Sonata sopr’il Sogetto Reale a Traversa, Violino e Continuo om ter plekke, zonder enige voorbereiding, een fuga te problemen die het thema hem stelde, met glans. Largo improviseren op een thema dat de koning hem gaf. Bach Allegro kweet zich zo goed van deze taak dat Zijne Majesteit Diederik Verstraete Andante hem maar al te graag zijn tevredenheid liet zien. Iedereen Allegro aanwezig bij deze bijzondere gebeurtenis beleefde een verbazingwekkend moment. Herr Bach vond het thema Canon perpetuus (a Traversa, Violino e Continuo) van de koning zo mooi dat hij de intentie uitte om het als thema van een volgens de regels van de kunst uitgewerkte fuga te gebruiken, en hij wil die fuga laten graveren in koper. Maandagavond vroeg de koning hem een zesstemmige fuga op dit thema te improviseren - iets wat Bach alweer tot grote tevredenheid van Zijne Majesteit ter plekke deed”. Dit bekende ooggetuigenverslag vertelt ons veel over de status van Bach, zowel bij het grotere muziekminnende publiek als bij de koning zelf. Bach hanteerde in de geïmproviseerde fuga’s naar alle waarschijnlijkheid een totaal andere taal dan de galante stijl die aan het hof zo in de mode was, en toch oogstte hij algemene bijval. Bach voerde in elk geval zijn plan uit om van het koninklijk thema iets bijzonders te maken. In juli van datzelfde jaar was het ‘Musikalisches Opfer’ voltooid en ontving

Romantische impressie van een fl uitconcert door Frederik de Grote in Sanssouci. Schilderij van Adolph Menzel, 1852 © Bildarchiv Preußischer Kulturbesitz, Berlin 46 47 15.30 uur . Blauwe Zaal Blindman & Projectkoor Bach Academie olv. Christoph Siebert

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Johann Sebastian Bach Koraalpartita’s en koralen Koraalpartita’s

Mitten wir im Leben sind, BWV383 Koraalpartita’s of koraalvariaties behoorden tegen het deze werken is niet evident, omdat Bachs autografen (Koor & Blindman) einde van de zeventiende eeuw tot de belangrijkste verloren zijn gegaan. Op basis van stilistische gronden lijkt genres uit de orgelmuziek. Globaal genomen zijn er drie een datering tussen 1700 en 1710 waarschijnlijk, ook al is Christ, der du bist der Helle Tag, BWV273 evoluties te onderscheiden die aanleiding gaven tot het Bach aan enkele van deze werken nog tot op latere datum (Koor) ontstaan van meerdelige koraalvariaties. Eerst en vooral blijven schaven. waren er de vroeg zeventiende-eeuwse Italiaanse ‘partite Partite diverse sopra il corale diverse’ op een melodie die steeds herhaald werd in Diederik Verstraete Christ, der du bist der Helle Tag, BWV766 bas of bovenstem, zoals in Frescobaldi’s ‘Partite sopra (Blindman) l’aria di Monicha’. Een tweede bron was de Franse suite, waarin diverse gestileerde dansen elkaar opvolgen. Ook Jesu, meine Freude, BWV227 in Bachs koraalpartita’s vinden we heel wat delen terug (Koor & Blindman) die naar de dans verwijzen - een enigszins onverwacht element in de orgelmuziek! Een derde voorbode van Bachs Sei gegrüsset, Jesu gütig, BWV410 koraalpartita’s vormen de uitgebreide variatie-reeksen die (Koor) in de vroege zeventiende eeuw door componisten zoals Hans Leo Hassler en Samuel Scheidt werden geschreven. Partite diverse sopra il corale Rond 1600 componeerde Hassler zelfs een reeks van Sei gegrüsset, Jesu gütig, BWV768 100 variaties op het profane Duitse lied ‘Ich ging einmal (Blindman) spazieren’, veruit de langste set variaties tot dan toe. Samuel Scheidt exploiteerde in zijn bundel ‘Tabulatura Mitten wir im Leben sind, BWV383 nova’ uit 1624 dan weer op een systematische wijze (Koor & Blindman) alle mogelijke typen contrapuntische verwerkingen van koraalmelodieen, een systematiek die we ook ten dele in de koraalpartita’s van Bach terugvinden. Verder laat Scheidt als eerste de koraalmelodie (de cantus fi rmus) in verschillende stemmen klinken (sopraan, alt, tenor, bas) en besteedt hij veel aandacht aan de onafhankelijke pedaalpartij. Vanaf de vroege zeventiende eeuw vormden de koraalpartita’s het uitgelezen experimenteerterrein voor de organist-componisten: ze probeerden er diverse ongebruikelijke registraties in uit, evenals verscheidene contrapuntische technieken. Aangezien de koraalvariaties over het algemeen geen specifi eke liturgische functie hadden, wisten ze zich niet gebonden door bepaalde voorschriften in verband met de lengte van de werken en konden ze alle mogelijke virtuoze speeltechnieken in deze werken ontwikkelen. Ook voor J.S. Bach vormden de vier van hem bewaard gebleven koraalpartita’s een soort van experimenteerterrein: hij probeert er alle mogelijke registraties en contrapuntische procédés in uit, niet gehinderd door enig vastomlijnd compositorisch stramien. Zo varieert het aantal variaties van 7 tot 11, en wisselt het aantal stemmen voortdurend. De exacte datering van

Martin Luther. Schilderij van Lucas Cranach, 1521 48 49 Johann Sebastian Bach

Mitten wir im Leben sind, BWV383 Jesu, meine Freude, BWV227 Sei gegrüsset, Jesu gütig, BWV410 tekst: Gesangbuch, 1524 tekst: Johann Franck, 1653; Paulus aan de Romeinen 8: 1, 2, 9-11 tekst: Gesangbuch, 1682

Mitten wir im Leben sind Jesu, meine Freude, Weg mit allen Schätzen! Sei gegrüsset, Jesu gütig Mit dem Tod umfangen; meines Herzens Weide, Du bist mein Ergötzen, über alles Mass sanftmüthig! Wen such’n wir, der Hülfe thu’, Jesu, meine Zier, Jesu, meine Lust! Ach wie bist du so zerschmissen, Dass wir Gnad’ erlangen? ach wie lang, ach lange Weg, ihr eitlen Ehren, Und dein ganzer Leib zerrissen! Das bist du, Herr, alleine. ist dem Herzen bange, ich mag euch nicht hören, Lass mich deine Lieb’ ererben Uns reuet uns’re Missethat, und verlangt nach dir! bleibt mir unbewußt!! Und darinnen selig sterben! Die dich, Herr, erzürnet hat. Gottes Lamm, mein Bräutigam, Elend, Not, Kreuz, Schmach und Tod Heiliger Herre Gott, außer dir soll mir auf Erden soll mich, ob ich viel muß leiden, Heiliger, starker Gott, nichts sonst Liebers werden. nicht von Jesu scheiden. Heiliger, barmherz’ger Heiland, Du ewiger Gott, Es ist nun nichts So aber Christus in euch ist, Lass uns nicht versinken Verdammliches an denen, so ist der Leib zwar tot um der Sünde willen; In der bittern Todesnoth. die in Christo Jesu sind, der Geist aber ist das Leben Kyrie eleison! die nicht nach dem Fleische wandeln, um der Gerechtigkeit willen. Christ, der du bist der Helle Tag, BWV273 sondern nach dem Geist. Gute Nacht, o Wesen, Unter deinem Schirmen das die Welt erlesen, bin ich vor den Stürmen mir gefällst du nicht! Christ, der du bist der helle Tag, BWV273 aller Feinde frei. Gute Nacht, ihr Sünden, tekst: Gesangbuch der Böhmischen Brüder, 1566 Laß den Satan wittern, bleibet weit dahinten, laß den Feind erbittern, kommt nicht mehr ans Licht! Christ, der du bist der helle Tag mir steht Jesus bei. Gute Nacht, du Stolz und Pracht! Vor dir die Nacht nicht bleiben mag; Ob es itzt gleich kracht und blitzt, Dir sei ganz, du Lasterleben, Du leuchtest uns vom Vater her ob gleich Sünd und Hölle schrecken: gute Nacht gegeben. Und bist des Lichtes Prediger, Jesus will mich decken. Und bist des Lichtes Prediger. So nun der Geist des, Denn das Gesetz des Geistes, der Jesum von den Toten auferwecket hat, der da lebendig machet in Christo Jesu, in euch wohnet, so wird auch derselbige, hat mich frei gemacht von dem Gesetz der Christum von den Toten auferwecket hat, der Sünde und des Todes. eure sterbliche Leiber lebendig machen, um des willen, daß sein Geist in euch wohnet. Trotz dem alten Drachen, Trotz des Todes Rachen, Weicht, ihr Trauergeister, Trotz der Furcht dazu! denn mein Freudenmeister, Tobe, Welt, und springe Jesus, tritt herein. ich steh hier und singe Denen, die Gott lieben, in gar sichrer Ruh. muß auch ihr Betrüben Gottes Macht hält mich in acht; lauter Zucker sein. Erd und Abgrund muß verstummen, Duld ich schon ob sie noch so brummen. hier Spott und Hohn, dennoch bleibst du auch im Leide, lhr aber seid nicht fl eischlich, Jesu, meine Freude. sondern geistlich, so anders Gottes Geist in euch wohnet. Wer aber Christi Geist nicht hat, 50 51 der ist nicht sein. 17.00 uur . Rode Zaal De Dunne Komrij . Lang leve de dood! Sterven is treurig, doodgaan hilarisch!

Een gedichtenspecial rond doodgaan Johann Sebastian Bach (1685-1750) Suite nr 5 in c voor cello solo, BWV1011 met Gerrit Komrij, Marcel Vanthilt, Ruth Joos en Roel Dieltiens, cello Prelude Allemande Courante Sarabande Gavotte I & II de dood Gigue voor James Brockway

De dood is een onuitputtelijk thema in de kunst. Dichters en componisten Die lompe gast zal jou niet overslaan. Wanneer juist en voor wie Bach zijn zes Suites voor cel- was het Frans de ‘modetaal’. gaan er troostend en woedend, baldadig en sarcastisch mee om. Gerrit Nooit belt hij op en vraagt: `Kom ik gelegen?’ losolo, BWV1007-1012 componeerde, is niet met zekerheid Bach geeft aan het Franse suite-omhulsel echter een typisch Komrij en Marc Verstappen maakten een selectie uit twee eeuwen Neder- Hij komt te vroeg, te laat, zijn zeis stoot tegen geweten. Bachs eigen manuscript, dat op deze vragen mo- Duitse injectie: het contrapunt. Uiterlijk wijken Bachs cello- landstalige poëzie. De dood wordt trots en moedig ondergaan - het sterven je lamp of vaas. Hij laat zijn koffi e staan. gelijk een antwoord zou kunnen bieden, is verloren gegaan. suites in niets af van bijvoorbeeld een suite voor klavecimbel tragisch en melancholisch beschreven. De dichter is daar om gevoelens en Beloftes worden niet door hem gedaan Wel bewaard is een prachtige copie in het handschrift van van Henri d’Anglebert of Louis Couperin: een prelude wordt inzichten trefzeker te verwoorden. De kracht van de formule - daar gaat het en hij zal nooit die knekelvoeten vegen. Bachs tweede vrouw, Anna Magdalena. Algemeen wordt steevast gevolgd door een reeks min of meer gestileerde om. Alleen de dichter schrijft de rake zin op waarvan geen levende wist dat Hij wil niet schaken. Er wordt stuurs gezwegen aangenomen dat Bach de zes Cellosuites wellicht rond 1720 dansen in de geijkte volgorde allemande-courante-sara- hij te vinden was. tot hij je vraagt om met hem mee te gaan. componeerde, en in ieder geval tijdens zijn verblijf in Cöthen bande-gigue. Bach last wel een extra dans in tussen sara- Dat was het dan. Je bent opeens zo moe. (1717-1723). De zes cellosuites passen perfect in het beeld bande en gigue, om de overgang in tempo tussen de trage Doodgaan behoort tot het zeer weinige Hij zegt: Je wist toch dat ik ooit zou komen. dat we van Bach in Cöthen bezitten. Bachs ambtsperiode sarabande en de snelle gigue minder abrupt te maken. In de Dat niet zou mogen. Toch Die lamp, die vaas, die doen er niet meer toe. aan het hof van Cöthen-Anhalt was één van de gelukkigste vijfde suite is dit een gavotte. Geheel uniek in Bachs suites Wordt het veel gedaan Kijk niet zo bang. Het sterven doet geen pijn. periodes uit zijn leven. Prins Leopold was niet alleen een is de manier waarop hij een contrapuntisch-meerstemmige Het zal een slapen, slapen zonder dromen, groot muziekliefhebber, hij koesterde ook grote bewonder- schrijfstijl weet te suggereren op een instrument als de cello, De ontnuchtering die J. Eijkelboom hier toedient maakt het wezen uit van de het zal een slapen zonder weerga zijn. ing voor Bachs muziek, en troostte zich kost noch moeite dat toen hoofdzakelijk éénstemmig gebruikt werd, bv. voor troost. Een helder en precies geformuleerd inzicht verschaft - ja waarom niet om een uitzonderlijk kwaliteitsvol hoforkest te onderhouden. het spelen van de baslijn in een orkestwerk. In een contra- - een meerwaarde aan ons beeld van de sterfelijkheid. Aan die van ons en die Aangezien het hof in Cöthen calvinistisch was, werd de puntisch geschreven compositie zijn alle partijen (alle ‘stem- Patty Scholten van de buurman. religieuze muziek er nauwelijks of niet beoefend: alle aan- men’) even belangrijk: alle stemmen nemen op volwaardige dacht ging dan ook naar de wereldlijke, en vooral naar de wijze deel aan het muzikale gebeuren. Bach realiseert in ‘De Dunne Komrij’ is een geuzennaam voor literatuur uit de eeuwigheid die instrumentale muziek. Bijna dagelijks waren er concerten: nu zijn cellosuites deze ‘meerstemigheid’ op een heel eigen en opgevoerd wordt door een keur performers. De liefde voor poëzie en de eens door het voltallige hoforkest, dan weer kamermuzie- originele wijze. In tegenstelling met de werken voor viool afkeer voor de houterige zweem van heiligheid zijn het uitgangspunt. De kavonden waaraan alleen de beste muzikanten deelnamen. solo maakt hij relatief weinig gebruik van dubbelgrepen (het ambitie: schoonheid en ontwrichting, ernst en luim, euforie en melancholie. Wellicht was het op dergelijke avonden dat de cellosuites bespelen van meerdere snaren tegelijkertijd, wat uiteraard gespeeld werden, net zoals de sonates en patita’s voor een reëel klinkende meerstemmigheid oplevert). Hij doet ism. Villanella en boek.be viool solo of het merendeel van Bachs bewaard gebleven daarentegen vaak een beroep op zogenoemde ‘schijnpoly- kamermuziek. fonie’: het creëren van de illusie van meerstemmigheid in Ook al waren werken voor één cello solo in de achttiende een éénstemmige melodische lijn. Een uitstekend voorbeeld, eeuw nog hoogst uitzonderlijk, Bach was niet de eerste meteen representatief voor de hele reeks suites, vinden we componist die werken in deze bezetting componeerde: in de prelude tot de Vijfde Suite. Deze prelude is feitelijk enkele laat-zeventiende-eeuwse Italiaanse componisten, een Franse (!) ouverture, te vergelijken met de ouvertures Klas 150 . Elk kwartier vooral uit Bologna, hadden hem dit reeds voorgedaan. Het tot Bachs vier orkestsuites: een eerste onderdeel in een van 15.00 uur tot 17.00 uur is echter onzeker of Bach van het bestaan op de hoogte was langzaam tempo wordt gevolgd door een snel deel. In de van 18.30 uur tot 20.00 uur van bijvoorbeeld het ‘Trattenimento musicale sopra il vio- langzame inleiding gebruikt Bach vrij veel dubbelgrepen om Rendez-vous loncello a solo’ van Domenico Galli, een bundel met twaalf de harmoniëën in te vullen, maar in het snelle deel komen sonates voor cellosolo, verschenen te Modena in 1691. Bij deze er nauwelijks aan te pas. Nochtans was het gebrui- de meeste van deze Italiaanse composities gaat het echter kelijk in de snelle delen van een Franse ouverture gebruik Spel Clara van den Broek Kunt u zich herinneren hoe u geboren werd? om een ‘sonate da chiesa’, vierdelige sonates in navolging te maken van een fugatische, contrapuntische schrijfwijze. Compositie Ton de Wit Kunt u zich voorstellen hoe u gaat sterven? van Corelli’s Triosonates opus 1 en 3. Bach kiest daarente- Bach slaagt erin meerstemmigheid te suggereren door voort- Kostuum Sara Dykmans Rendez-vous is een uitnodiging. gen voor suites, een genre dat rond 1700 vanuit Frankrijk durend van register te wisselen, zodat de luisteraar (in een Uitvoering decor Teun Cleymans Voor een onmogelijke ontmoeting. naar Duitsland was komen overwaaien. De invloed van de goede uitvoering!) de indruk krijgt dat er hier wel degelijk Concept, tekst, regie Hanneke Paauwe Tussen wieg en graf. Franse cultuur en muziek op de Duitse cultuur uit de tijd van meerdere stemmen tegelijkertijd klinken, ondanks het feit Tussen welkom en vaarwel. Bach en Telemann kan moeilijk overschat worden: de Duitse dat er slechts één genoteerd staat. ism. Villanella Tussen twee mensen. componisten namen niet alleen zeer ijverig de Franse genres Een intiem moment op het dunne koord van uw levenslijn. en vormen (zoals de suite) over, maar aan heel wat hoven Enkel mogelijk zolang u aanwezig bent. Diederik Verstraete

52 53 18.30 uur . Blauwe Zaal Christine Busch viool

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Johann Sebastian Bach van Walther of de zes suites voor viool solo van Johann Partita nr 2 in d voor viool solo, BWV1004 Partita nr 2 in d voor viool solo, BWV1004 Paul Westhoff, maar of Bach deze werken kende is maar Allemande zeer de vraag. Wellicht kende hij wel het solowerk voor Courante De zes solo partita’s en sonates voor viool vormen een viool van Johann Georg Pisendel, een leerling van Antonio Sarabande hoogtepunt binnen het instrumentale oeuvre van Johann Vivaldi en later concertmeester in Dresden. Zeker vanaf Giga Sebastian Bach. Samen met de zes suites voor cellosolo, 1717 was er (hernieuwd) contact tussen beiden als gevolg Chaconne de zes Brandenburgse Concerti en het eerste deel van van de wedstrijd tussen Marchand en Bach aan het hof ‘Das Wohltemperierte Clavier’ ontstonden ze in of dichtbij van Dresden. 1720, op een moment dat Bach duidelijk met een groots Van alle zes de werken is de Tweede Partita de meest plan rondliep. In talrijke bundels instrumentale muziek beruchte, omwille van de chaconne met kolossale wilde hij duidelijk een ‘stand van zaken’ opmaken van dimensies waarmee het werk afsluit. Na de vier de instrumentale muziek op dat moment: de diverse ‘traditionele’ delen van een Franse suite - vier gestileerde mogelijkheden uitpluizen van de instrumenten, een dansen, allemande, courante, sarabande en gigue - sluit overzicht bieden van de vaakst voorkomende nationale Bach dit werk af met een compositorisch hoogstandje: stijlen en genres. Zo is het zeker geen toeval dat hij zich in een meerstemmige chaconne, een reeks variaties op een het ‘nec plus ultra’ op het vlak van de muziek voor viool- voortdurend herhaald baspatroon op een in principe solo toelegt op de twee genres die in zijn tijd als meest éénstemmig instrument. De vier snaren van de viool lijken belangrijk golden wat de instrumentale muziek betreft: in deze chaconne uit te groeien tot vier afzonderlijke de Italiaanse sonate (met als groot voorbeeld Arcangelo violen, zo dicht wordt het harmonisch en melodisch web Corelli) en de Franse suite. bij momenten. Dat Bach juist rond 1720 zo met instrumentale muziek bezig was, is zeker niet toevallig. Op dat moment werkte Diederik Verstraete hij reeds drie gelukkige jaren lang als kapelmeester aan het calvinistische hof van Cöthen, waar kerkmuziek zo goed als onbestaande was en Bach dus alle tijd kreeg om zich met instrumentale muziek bezig te houden. Bachs zoekende geest stelde zich juist in deze jaren logischerwijze voortdurend vragen over de mogelijkheden van de instrumenten die hem ter beschikking stonden, zowel solo als in combinatie met anderen. Zo kunnen we de zes Brandenburgse Concerti perfect ‘lezen’ als zes compleet van elkaar verschillende invullingen of oplossingen van het abstracte begrip ‘concerto’. Op het autograaf van de ‘Sei solo a Violino senza Basso accompagnato’ lezen we ook de toevoeging ‘Libro primo’ - geen aanwijzing voor een verloren gegane tweede bundel vioolsolo’s, maar eerder het eerste boek van een dubbelportret van de mogelijkheden van de toenmalige strijkinstrumenten. De kans is immers zeer groot dat op het helaas verloren autograaf van de zes cellosuites de toevoeging “libro secondo” te lezen is. Bach beriep zich voor deze werken nauwelijks op bestaande voorbeelden. Toegegeven, vooral in Duitstalig Europa vinden we doorheen de zeventiende eeuw en zeker rond 1700 een aantal best wel indrukwekkende werken voor viool solo, zoals de ‘Scherzi da Violino Solo’

54 55 20.00 uur . Blauwe Zaal Koor en Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe

Dorothee Mields sopraan, Matthew White altus Hans Jörg Mammel tenor, Peter Kooij bas

‘Du süße Todesstunde’ Johann Sebastian Bach en veranderingen door. Maar in dit geval voelde Bach, experimenteel. Bach schrikt er hier niet voor terug Vier cantates voor de zestiende zondag na Trinitatis zelf de absolute kampioen als het op het componeren om scènes in te lassen die zo uit een religieuze opera van koraalzettingen aankwam, dat er aan Rosenmüllers lijken te komen, vol dramatische stiltes en onverwachte Allevier de cantates die het Collegium Vocale tijdens origineel weinig kon veranderd worden - perfect als het is wendingen. Johann Sebastian Bach (1685-1750) dit slotconcert van de Bach Academie uitvoert, werden in al zijn eenvoud. Cantate ‘Wer weiß, wie nahe mir mein Ende’, BWV27 geschreven voor de liturgie tijdens de zestiende zondag na Het openingsdeel van de Cantate BWV8 ‘Liebster Gott, Cantate ‘Komm, du süße Todesstunde’, BWV161 Trinitatis. In allevier de cantates is het Lutherse verlangen De Cantate BWV161 ‘Komm, du süße Todesstunde’ wenn werd’ ich sterben’ is een rijk ingevuld tableau naar de dood op prominente wijze aanwezig, en in drie dateert uit Bachs periode in Weimar - Bach voltooide het van klanken. De twee hobo’s d’amore zorgen voor een van de vier imiteert Bach het kleppen van doodsklokken. werk rond 1716. Maar vrij laat in zijn leven, eerder na zachte, voortdurende beweging terwijl de hoge strijkers pauze Maar ondanks hun sterke thematische overeenkomsten, dan voor 1740, herwerkte hij de cantate voor gebruik in langzamere noten con sordino begeleiden, pizzicato etaleren ze evengoed een immense variatie aan gebruikte in Leipzig. Helaas is deze herwerking verloren gegaan in de bassen. Hoog hierboven klinkt een ijle fl uit, als texturen, structuren en stemmingen, en samen vormen ze - maar het lijkt niet toevallig dat Bach naar het einde een nauwelijks als aards te ervaren stem. Zelfs meester- Cantate ‘Christus, der ist mein Leben’, BWV95 een uniek troostend geheel van vier meesterwerken. van zijn leven toe teruggreep naar een werk dat op orkestrator Hector Berlioz zou fi er geweest zijn op dergelijke zo een positieve manier naar de dood laat kijken. Het bijzondere orkestratie, vol ongewone klanken. Wanneer de Johann Schelle (1648-1701) Het magische openingskoor van Cantate BWV27 ‘Wer openingsdeel is een rustgevende altaria, bijna pastoraal sopranen de koraalmelodie inzetten, verdubbeld door een Motet ‘Komm, Jesu, komm’ weiß, wie Nahe mir mein Ende’ doet een beroep op van klank door de blokfl uiten en met een troostende cornetto, krijgt deze een bijzonder aardse associatie mee, een driedelige maatsoort voor zijn elegisch lamento. Bach instrumentaal gespeelde koraalmelodie. Kern van deze omdat het orkestraal klankentapijt tot dan toe zo onvatbaar was. Het hele deel is elegisch en onvatbaar teder. De imitatie Johann Sebastian Bach weeft hier doorheen het polyfone weefsel de melodie die cantate vormt de onaards mooie aria voor tenor ‘Mein van de doodsklokken keert terug in de eerste aria van de Cantate ‘Liebster Gott, wenn werd’ ich sterben’, toen algemeen gelinkt werd met Georg Neumarks hymne Verlangen’ - een van de meest ontroerende uitingen van cantate, met name in de pizzicato spelende continuo en in BWV8 ‘Wer nun den lieben Gott lässt walten’. Het langzaam menselijk verlangen ooit in noten omgezet, een verlangen verstrijken van de aardse tijd (“hin geht die Zeit”) wordt naar de verlossende dood dan nog wel. Bach slaagt er de van elkaar afgescheiden noten wanneer de tenor zingt opgeroepen door de trage slingerbeweging in de bassen hier in om het oprechte verlangen naar de zachte dood “wenn meine letzte Stunde schlägt”. De bas zingt in zijn van het orkest; de dalende motieven in de hoge strijkers niets morbide of pathetisch mee te geven, maar eerder aria het optimistisch geloof uit in Jezus’ uitnodiging tot een en een pijnlijk verbrokkeld thema in de hobo’s vormen iets zacht-berustend, als de ultieme verlossing van de beter leven. Hier zorgt Bach voor een swingende dans, een heerlijke gigue in la-groot, waarin iedereen uitgelaten lijkt, de achtergrond waartegen de koraalmelodie zich kan menselijke existentie. Naast deze aria is ook het voorlaatste net zoals in de fi nale tot het Zesde Brandenburgse Concerto. ontplooien. De in het koraal opgeroepen vragen en koor geschreven in de maat van drie, van oudsher bedenkingen worden onder de vorm van recitativische geassocieerd met het begrip dans. Het zal een constante tussenvoegsels door de vier solisten beantwoord. Zelfs blijken in Bachs latere cantates die dit tegenwoordig naïef- de obligate klavecimbelsolo én de continuopartij in de aandoend doodsverlangen als thema hebben. Johann Schelle altaria lijken wel bezeten door de idee om de voortdurend Motet ‘Komm, Jesu, komm’ verstrijkende tijd muzikaal vorm te geven, een constante Ook in de Cantate BWV95 ‘Christus, der ist mein in deze cantates waarin de doodsklokken bij tijd en Leben’ doet Bach een beroep op originele instrumentale Johann Schelle (1648-1701), een van Bachs voorgangers stond luiden. De basaria in sol-klein vertoont sterke combinaties. Naast de strijkers en hobo’s vraagt Bach als Thomascantor in Leipzig, schreef een omvangrijk overeenkomsten met Petrus’ aria “Ach mein Sinn” uit ook om een ‘corno’- en tot op heden woedt de discussie religieus oeuvre dat ook nog grotendeels op ontdekking de Johannespassie, de aria waarin Petrus ontkent dat hij of het hierbij om een hoorn of om een cornetto gaat. ligt te wachten. Schelle’s motet ‘Komm, Jesu komm’ is Jezus ooit kende, althans in de openingsmaten. Hierna Hoedanook, corno en hobo’s introduceren halverwege een oprechte smeekbede om de ultieme vereniging met schetst de aria een geanimeerd beeld van de woelige het openingskoor Luthers parafrase van het ‘Nunc Christus. Wanneer dit intense motet als voorbeeld kan wereld die de stervende ziel graag achter zich laat. Bachs Dimittis’, met schitterend sonoor resultaat, alsof hemelse dienen voor de kwaliteit van zijn overige werken, staan de hyperactieve schrijfstijl voor de strijkers lijkt wel een late klanken de gelovige uitnodigen om naar de ‘overkant’ barokliefhebbers nog mooie tijden te wachten. hommage aan Monteverdi’s beroemde ‘stile concitato’. In te komen. Bach doet in de loop van deze cantate een het slotkoraal citeert Bach bijna letterlijk uit een cantate beroep op niet minder dan vier hymnen die traditioneel van een voorganger: Johann Rosenmüllers ‘Welt, ade! met begrafenissen geassocieerd werden. Aan de hand Diederik Verstraete Ich bin müde’, een geestelijk concerto dat voor het eerst van deze hymnen verleent hij structuur aan de cantate werd uitgegeven in Leipzig in 1652. Dat Bach letterlijk en troost aan de gelovige (de tenor-solo) wanneer deze een werk van een ander componist overneemt, is hoogst zich vragen stelt rond zijn dood. De dialoog tussen solist ongebruikelijk: meestal voerde hij diverse verbeteringen en koraalfragmenten is intens en bij momenten hoogst

56 57 Johann Sebastian Bach

Cantate ‘Wer weiß, wie nahe mir mein Ende’, BWV27 Cantate ‘Komm, du süße Todesstunde’, BWV161 Tekstdichter anoniem; 1: Äilie Juliane von Schwarzburg-Rudolstadt, 1695; 3: ; 6: Johann Georg Albinus, 1649 tekst: Salomo Franck, 1715; 6: Christoph Knoll, 1605

1 Choral e Recitativi (sopraan, alt, tenor, bas) 3 Aria (alt) 1 Aria (alt) 4 Recitativo (alt) Wer weiß, wie nahe mir mein Ende? Willkommen! will ich sagen, Komm, du süße Todesstunde, Der Schluss ist schon gemacht, Sopraan Wenn der Tod ans Bette tritt. Da mein Geist Welt, gute Nacht! Das weiß der liebe Gott allein, Fröhlich will ich folgen, wenn er ruft, Honig speist Und kann ich nur den Trost erwerben, Ob meine Wallfahrt auf der Erden In die Gruft, Aus des Löwen Munde; In Jesu Armen bald zu sterben: Kurz oder länger möge sein. Alle meine Plagen Mache meinen Abschied süße, Er ist mein sanfter Schlaf. Hin geht die Zeit, her kommt der Tod, Nehm ich mit. Säume nicht, Das kühle Grab wird mich mit Rosen decken, Alt 4 Recitativo (sopraan) Letztes Licht, Bis Jesus mich wird auferwecken, Und endlich kommt es doch so weit, Ach, wer doch schon im Himmel wär! Dass ich meinen Heiland küsse. Bis er sein Schaf Dass sie zusammentreffen werden. Ich habe Lust zu scheiden 2 Recitativo (tenor) Führt auf die süße Lebensweide, Ach, wie geschwinde und behände Und mit dem Lamm, Welt, deine Lust ist Last, Dass mich der Tod von ihm nicht scheide. Kann kommen meine Todesnot! Das aller Frommen Bräutigam, Dein Zucker ist mir als ein Gift verhasst, So brich herein, du froher Todestag, Tenor Mich in der Seligkeit zu weiden. Dein Freudenlicht So schlage doch, du letzter Stundenschlag! Wer weiß, ob heute nicht Flügel her! Ist mein Komete, 5 Coro Mein Mund die letzten Worte spricht. Ach, wer doch schon im Himmel wär! Und wo man deine Rosen bricht, Wenn es meines Gottes Wille, Drum bet ich alle Zeit: 5 Aria (bas) Sind Dornen ohne Zahl Wünsch ich, dass des Leibes Last Mein Gott, ich bitt durch Christi Blut, Zu meiner Seele Qual. Heute noch die Erde fülle, Mach’s nur mit meinem Ende gut! Gute Nacht, du Weltgetümmel! Itzt mach ich mit dir Beschluss; Der blasse Tod ist meine Morgenröte, Und der Geist, des Leibes Gast, 2 Recitativo (tenor) Ich steh schon mit einem Fuß Mit solcher geht mir auf die Sonne Mit Unsterblichkeit sich kleide Mein Leben hat kein ander Ziel, Bei dem lieben Gott im Himmel. Der Herrlichkeit und Himmelswonne. In der süßen Himmelsfreude. Als dass ich möge selig sterben Drum seufz ich recht von Herzensgrunde Jesu, komm und nimm mich fort! Und meines Glaubens Anteil erben; 6 Choral Nur nach der letzten Todesstunde. Dieses sei mein letztes Wort. Welt, ade! ich bin dein müde, Drum leb ich allezeit Ich habe Lust, bei Christo bald zu weiden, 6 Choral Zum Grabe fertig und bereit, Ich will nach dem Himmel zu, Ich habe Lust, von dieser Welt zu scheiden. Da wird sein der rechte Friede Der Leib zwar in der Erden Und was das Werk der Hände tut, 3 Aria (tenor) Von Würmen wird verzehrt, Ist gleichsam, ob ich sicher wüsste, Und die ewge, stolze Ruh. Welt, bei dir ist Krieg und Streit, Mein Verlangen Doch auferweckt soll werden, Dass ich noch heute sterben müßte: Ist, den Heiland zu umfangen Durch Christum schön verklärt, Denn Ende gut, macht alles gut! Nichts denn lauter Eitelkeit, In dem Himmel allezeit Und bei Christo bald zu sein. Wird leuchten als die Sonne Friede, Freud und Seligkeit Ob ich sterblich’ Asch und Erde Und leben ohne Not Durch den Tod zermalmet werde, In himml’scher Freud und Wonne. Wird der Seele reiner Schein Was schadt mir denn der Tod? Dennoch gleich den Engeln prangen.

58 59 Johann Sebastian Bach Johann Schelle

Cantate ‘Christus, der ist mein Leben’, BWV95 Komm, Jesu, komm 1: tekstdichter anoniem, 1609 en Martin Luther, 1524; 3: , 1613; 7: Nikolaus Hermann, 1560; overige: tekstdichter anoniem

1 Coro e recitativo (tenor) Hinauf steht mein Begier. Komm, Jesu, komm, mein Leib ist müde, Christus, der ist mein Leben, Da wird Gott ewig lohnen die Kraft verschwindt je mehr und mehr, Sterben ist mein Gewinn; Dem, der ihm dient allhier. ich sehne mich nach deinem Frieden; Dem tu ich mich ergeben, 4 Recitativo (tenor) der saure Weg wird mir zu schwer. Mit Freud fahr ich dahin. Ach könnte mir doch bald so wohl geschehn, Komm, komm, ich will mich dir ergeben, Mit Freuden, Dass ich den Tod, du bist der rechte Weg, die Wahrheit und das Leben. Ja mit Herzenslust Das Ende aller Not, Will ich von hinnen scheiden. In meinen Gliedern könnte sehn; Wer an dich glaubt, wird nicht zu Schanden, Und hieß es heute noch: Du musst! Ich wollte ihn zu meinem Leibgedinge wählen Wer dich umfasst hat wohl gethan, So bin ich willig und bereit. Und alle Stunden nach ihm zählen. Ja mitten in den Todesbanden, Den armen Leib, die abgezehrten Glieder, Find er die beste Lebensbahn, Das Kleid der Sterblichkeit 5 Aria (tenor) Drumb lass mich eifrig nach dir streben, Der Erde wieder Ach, schlage doch bald, selge Stunde, du bist der rechte Weg, die Wahrheit und das Leben. In ihren Schoß zu bringen. Den allerletzten Glockenschlag! Mein Sterbelied ist schon gemacht; Komm, komm, ich reiche dir die Hände, Die Welt hat zwar auch ihre Wege, Ach, dürft ichs heute singen! Komm, mache meiner Not ein Ende, Damit sie uns zu reizen denkt; Mit Fried und Freud ich fahr dahin, Du längst erseufzter Sterbenstag! Doch sind die irrdschen Lasten Stege, Nach Gottes Willen, 6 Recitativo (bas) Wie dorn’ und Disteln meist umschrenckt, Getrost ist mir mein Herz und Sinn, Denn ich weiß dies Sie kann uns kein Vergnügen geben, Sanft und stille. Und glaub es ganz gewiss, du bist der rechte Weg, die Wahrheit und das Leben. Wie Gott mir verheißen hat: Dass ich aus meinem Grabe Der Tod ist mein Schlaf geworden. Ganz einen sichern Zugang zu dem Vater habe. Gehab dich wohl, du dürre Wüste, 2 Recitativo (sopraan) Mein Tod ist nur ein Schlaf. Gehab dich wohl, du falsche Welt, Nun, falsche Welt! Dadurch der Leib, der hier von Sorgen abgenommen, Mir haben deine böse Lüste Nun habe ich weiter nichts mit dir zu tun; Zur Ruhe kommen. Ihr Netz vergeblich aufgestellt. Mein Haus ist schon bestellt, Sucht nun ein Hirte sein verlornes Schaf, Weil ich mich auf den Weg begeben. Ich kann weit sanfter ruhn, Wie sollte Jesus mich nicht wieder fi nden, Der selber ist der Weg, die Wahrheit und das Leben. Als da ich sonst bei dir, Da er mein Haupt und ich sein Gliedmaß bin! An deines Babels Flüssen, So kann ich nun mit frohen Sinnen Drumb schliess ich mich in deine Hände, Das Wollustsalz verschlucken müssen, Mein selig Auferstehn auf meinen Heiland gründen. Und sage: “Welt, zu guter Nacht.” Wenn ich an deinem Lustrevier 7 Choral Läuft gleich mein Lebensbahn zu Ende, Nur Sodomsäpfel konnte brechen. Weil du vom Tod erstanden bist, Ist doch der Geist wohl angebracht, Nein, nein! nun kann ich mit gelassnerm Mute Werd ich im Grab nicht bleiben; Er soll bei seinem Schöpfer schweben, sprechen: Dein letztes Wort mein Auffahrt ist, Weil Jesus ist und bleibt der wahre Weg zum Leben. 3 Choral (sopraan) Todsfurcht kannst du vertreiben. Valet will ich dir geben, Denn wo du bist, da komm ich hin, Du arge, falsche Welt, Dass ich stets bei dir leb und bin; Dein stündlich böses Leben Drum fahr ich hin mit Freuden. Durchaus mir nicht gefällt. Im Himmel ist gut wohnen,

60 61 Johann Sebastian Bach

Cantate ‘Liebster Gott, wenn werd’ ich sterben’, BWV8 1,6: Kaspar Neumann, ca.1700; 2-5: tekstdichter anoniem

1 Coro 5 Recitativo (sopraan) Liebster Gott, wenn werd ich sterben? Behalte nur, o Welt, das Meine! Meine Zeit läuft immer hin, Du nimmst ja selbst mein Fleisch und mein Und des alten Adams Erben, Gebeine, Unter denen ich auch bin, So nimm auch meine Armut hin; Haben dies zum Vaterteil, Genug, dass mir aus Gottes Überfl uss Dass sie eine kleine Weil Das höchste Gut noch werden muss, Arm und elend sein auf Erden Genug, dass ich dort reich und selig bin. Und denn selber Erde werden. Was aber ist von mir zu erben, 2 Aria (tenor) Als meines Gottes Vatertreu? Was willst du dich, mein Geist, entsetzen, Die wird ja alle Morgen neu Wenn meine letzte Stunde schlägt? Und kann nicht sterben. Mein Leib neigt täglich sich zur Erden, 6 Choral Und da muss seine Ruhstatt werden, Herrscher über Tod und Leben, Wohin man so viel tausend trägt. Mach einmal mein Ende gut, 3 Recitativo (alt) Lehre mich den Geist aufgeben Zwar fühlt mein schwaches Herz Mit recht wohlgefasstem Mut. Furcht, Sorge, Schmerz: Hilf, dass ich ein ehrlich Grab Wo wird mein Leib die Ruhe fi nden? Neben frommen Christen hab Wer wird die Seele doch Und auch endlich in der Erde Vom aufgelegten Sündenjoch Nimmermehr zuschanden werde! Befreien und entbinden? Das Meine wird zerstreut, Und wohin werden meine Lieben In ihrer Traurigkeit Zertrennt vertrieben? 4 Aria (bas) Doch weichet, ihr tollen, vergeblichen Sorgen! Mich rufet mein Jesus: wer sollte nicht gehn? Nichts, was mir gefällt, Besitzet die Welt. Erscheine mir, seliger, fröhlicher Morgen, Verkläret und herrlich vor Jesu zu stehn.

‘Adam en Eva’. Gravure van Albrecht Dürer, 1504 62 63 Blindman op alle belangrijke podia en muziekfestivals van Europa, Israël, signifi cant disc of cello music to appear in 1997” - Fanfare Koen Maas sopraansax, Eic Sleichim altsax, Piet Rebel tenorsax, de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Amerika, Japan, Hong- USA). Er moest alleen nog een naam voor het ensemble Raf Minten baritonsax Kong en Australïe. Het repertoire van Collegium Vocale Gent bedacht worden, die dan vooraan op de cd zou staan. Het behoort niet tot één, specifi eke stijlperiode. Met een steeds werd Ensemble Explorations. Ondertussen bestaat Ensemble Eric Sleichim startte in 1988 met het saxofoonkwartet optimale bezetting bevat het zowel polyfone muziek uit de Explorations tien jaar. De musici bezochten twintig landen in Blindman. Blindmans internationale faam is het resultaat renaissance, klassieke en romantische oratoria als hedendaagse vijf werelddelen. Zij speelden 239 concerten in 88 steden met van de pluridisciplinaire aanpak van het ensemble. Blindman muziek. Barokmuziek, en meer specifi ek het oeuvre van J.S.Bach 71 composities van 24 componisten met een repertoire dat krijgt opdrachten zowel uit de dans- als theaterwereld en en G.F.Händel, staat centraal in de concertkalender van het zowat 320 jaar overbrugt. Er werden acht cd’s gemaakt. De werkt samen met artiesten en ensembles als Jan Fabre, Ictus ensemble. A capella of begeleid door het Orkest van Collegium vernieuwende, eerlijke en expressieve aanpak veroverde vele Ensemble, Heiner Goebbels, Terry Riley, Gerry Hemmingway, Vocale Gent of het Orchestre des Champs Elysées bouwde muziekminnaars (Caeciliaprijs, Diapason d’Or, Klara Muziekprijs, Anne Teresa De Keersmaeker, Guy Cassiers, Josse De Pauw, het gezelschap onder leiding van Philippe Herreweghe en een Snepvangersprijs, e.a.). Ensemble Explorations bestaat uit een Paul Van Nevel, Collegium Vocale, Peter Verhelst, Steve Lacy, ... aantal gastdirigenten ook een omvangrijke discografi e op met internationale ploeg van vooraanstaande musici, die zich enkele Blindman werkt met verschillende ensembles projecten uit die de meer dan 65 opnamen, voornamelijk bij de labels Harmonia periodes per jaar rond cellist Roel Dieltiens scharen. Vakmanschap, saxofoon confronteren met een divers instrumentarium. Zo was Mundi France en Virgin Classics. Recente cd’s zijn o.a. ‘Tönet, professionaliteit, werklust, tijd en vriendschap zijn sleutelwoorden. Blindman in 2004 en 2005 te zien samen met het Nederlandse ihr Pauken’ met enkele wereldlijke cantates van J.S. Bach, de Het repertoire moet steeds nieuw en spannend blijven. Steengoed Mondriaanstrijkkwartet, het jonge ensemble Duo XXI (en won magistrale ‘Psalmi Davidis Poenitentialis’ van Orlandus Lassus) en onbekend werk moet de kans krijgen om in de meest optimale daarmee de prestigieuze KBC-muziekprijs), het kamerorkest Sofi a Gubaidulina’s ‘Canticle of the Sun. Het Collegium Vocale omstandigheden verkend en gespeeld te worden. Ook het Ensemble Musiques Nouvelles en het koor Goeyvaerts Consort. Gent werkte samen met diverse orkesten en ensembles zoals het bekende repertoire wordt opnieuw aan een grondige facelift In 2006 staan allianties met Collegium Vocale en met Quatuor Freiburger Barockorchester, het Ricercar Consort maar ook met onderworpen door een onconventionele aanpak. Momenteel Danel centraal. In 2000 verscheen op het label Universal Music deFilharmonie, het Koninklijk Concertgebouworkest of de Wiener bouwt het ensemble verder aan een boeiende muzikale wereld. de cd ‘Blindman plays Bach’ met een eigenzinnige lezing van Philharmoniker en stond, naast Philippe Herreweghe, recent onder Een wereld die telkens weer opvalt en veel aandacht krijgt Bachs ‘Koraalpartita’s’. Daarop volgde een trilogie rond vroege leiding van heel wat toonaangevende dirigenten zoals Sigiswald omwille van het gebrachte repertoire of omdat de invalshoek zo polyfonie op saxofoon, wat resulteerde in een samenwerking met Kuijken, René Jacobs, Daniel Reuss, Philippe Pierlot, Paul Van specifi ek is. het Huelgas Ensemble onder leiding van Paul Van Nevel. In 2003 Nevel, Bernard Haitink, Iván Fischer, Marcus Creed, James Wood, verscheen het eerste luik van deze trilogie: ‘Multiple Voice’, een Peter Phillips... Hoogtepunten van het concertseizoen 2006-2007 gedurfde visie op het vroege polyfone oeuvre door elektronische zijn onder meer een uitgebreide Europese tournee met Mozarts Katharine Fuge vermenigvuldiging van de saxofoons. Deze opname won meteen Requiem (samen met het Orchestre des Champs Elysées), de start de Klara Muziekprijs 2003. In 2004 werd de cd ‘Maximal van een jaarlijkse Bach Academie in samenwerking met deSingel De Engelse sopraan Katharine Fuge studeerde in Londen bij Paul Blindman‘ uitgebracht, een opname met saxen, percussie, piano’s (Antwerpen) en in het voorjaar een concertreis van Gent tot New Farrington. Ze concentreert zich vooral op het barokrepertoire en cello, die het legendarische repertoire van Maximalist! opnieuw York met Bachs ‘Johannes-Passion’. Collegium Vocale is ensemble en werkte reeds samen met John Eliot Gardiner, Philippe tot leven brengt. In 2006 zag de cd ‘Mozart Machine’ het licht. in residentie van deSingel. Collegium Vocale Gent geniet de steun Herreweghe, Ton Koopman, Marcus Creed en Frieder Bernius. Hierin rijgt Blindman vocale canons en instrumentale fuga’s aan van de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie Oost-Vlaanderen en In 2000 nam ze als soliste deel aan de ‘Bach Cantata Pilgrimage’ elkaar. De samensmelting van kristalheldere vrouwenstemmen de stad Gent. met de English Baroque Soloists onder leiding van Gardiner op met de bronzen klank van saxofoons opent alweer een nieuwe verschillende plaatsen in Europa en New York. In 2002 zong dimensie in het klankenspectrum van het ensemble. Blindman Katharine Fuge heel wat werken van Händel: ‘Dixit Dominus’ is huisensemble in het Kaaitheater/Brussel, artiest in residentie Roel Dieltiens met Collegium Vocale Gent, ‘Belshazzar’ met de Akademie für in deSingel/Antwerpen en Friend in Music 06-07 in het Alte Musik Berlin, ‘Athalia’ met Frieder Bernius, ‘The Choice of Concertgebouw Brugge. Het ensemble geniet de steun van de Roel Dieltiens studeerde eerst zeven jaar piano alvorens op Hercules’ met de Israel Camerata, ‘Israel in Egypt’ op de BBC Administratie voor de Kunsten van het Ministerie van de Vlaamse vijftienjarige leeftijd met cello te beginnen. Tien jaar later was hij Proms, ‘L’Allegro ed il Penseroso’ met de English Baroque Soloists Gemeenschap en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van na studies bij André Messens (Antwerpen - Argenteuil) en André en de ‘Messiah’ in Denemarken. Hoogtepunten van de afgelopen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Navarra (Detmold - Siena - Wolfenbüttel) in het bezit van de seizoenen zijn Bachs ‘Hohe Messe’ in Israël, Bach-cantates hoogste diploma’s en academische onderscheidingen. Sindsdien met de Akademie für Alte Musik Berlin, Händels ‘L’Allegro, il bouwde hij een rijke muzikale loopbaan op. Roel Dieltiens trad Penseroso ed il Moderato’ met het Collegium Vocale en het Christine Busch solistisch op met dirigenten zoals Frans Brüggen, Josep Pons, Freiburger Barockorchester, Haydns ‘Schöpfung’ op de Tage Alter Philippe Herreweghe, Reinbert De Leeuw… en musiceerde met Musik Regensburg en nog meer Bach met John Eliot Gardiner. Christine Busch studeerde in Freiburg bij Rainer Kussmaul, in vele grote namen in kamermuziekverband. Roel Dieltiens doet Katharine Fuge is te horen op drie cd’s uit de reeks ‘Bach Cantata Wenen bij Boris Kuschnir en in Winterthur bij Nora Chastain. graag muzikale ontdekkingen en herontdekkingen. Op zoek naar Pilgrimage’ met John Eliot Gardiner, verschenen bij DG Archiv en Reeds tijdens haar studies werkte zij samen met Concentus authenticiteit werkte hij onder meer samen met de Hongaarse voor het label Philips Classics nam ze Vivaldi’s ‘Gloria’ en Händels Musicus Wien, Freiburger Barockorchester en Chamber Orchestra volksmuziekgroep Muszikás en bespeelt hij ook de barokcello. ‘Dixit Dominus’ op. of Europe. Als concertmeester speelde ze onder leiding van Daarnaast werkt hij graag mee aan projecten over verschillende Philippe Herreweghe en Thomas Hengelbrock. Christine Busch kunstdisciplines heen. Zo verleende hij zijn medewerking aan treedt geregeld op als soliste en in kamermuziekverband in dansproducties van Les Ballets C. de la B. en Alain Platel (‘Iets op Damien Guillon Europa, Amerika, Japan en Australië. Ze nam verschillende cd’s Bach’) en Sidi Larbi Cherkaoui (‘Rien de Rien’). Met zijn Ensemble op met onder meer de Akademie für Alte Musik Berlin en met het Explorations grasduint hij in het rijke kamermuziekrepertoire van Altus Damien Guillon (°1981) deed vanaf 1989 zijn eerste Ensemble Explorations. In 2004 verscheen een opname van de de achttiende en negentiende eeuw in wisselende bezettingen, muzikale ervaringen op bij La Maîtrise de Bretagne onder leiding sonates voor viool en klavecimbel van J.S. Bach op het label Carus. steeds op historische instrumenten. Voor zijn loopbaan en cd- van J.M. Noël. Als jongen zong hij sopraanrollen in werken als Christine Busch is docente aan de Hochschule der Künste in Berlijn opnamen won Dieltiens verschillende prijzen en onderscheidingen, de Johannespassie van Bach, de Vespers van Monteverdi met en aan de Musikhochschule van Stuttgart. zoals de Time Life Out Award (GB), Caeciliaprijs (B), Masque d’Or de Académie Sainte Cécile en in ‘Die Zauberfl öte’ van Mozart (Canada), Diapason d’Or (F), Choc (F), KLARA Muziekprijs 2002, in de opera van Rennes. In 1998 zette Damien Guillon zijn e.a. Roel Dieltiens is een veelgevraagde gast op de internationale muzikale studies verder aan het Centre de Musique Baroque Collegium Vocale Gent festivals en masterclasses. In 2002 werd hij als eerste Belgische de Versailles. Hij werkte er onder meer met Noëlle Barker, musicus uitgenodigd om deel uit te maken van de jury voor Maarten Koningsberger, Howard Crook en Jérôme Corréas en Het Collegium Vocale Gent werd in 1970 opgericht op het Internationale Tsjaikovski Concours 2002 te Moskou. Roel specialiseerde zich verder in het barokrepertoire. Bovendien initiatief van Philippe Herreweghe. Het was één van de eerste Dieltiens is professor aan de Hochschule für Musik und Theater te studeerde hij orgel bij Frédéric Desenclos en Véronique Le Guen. ensembles dat de nieuwe inzichten inzake de uitvoering van Zürich en aan het Lemmensinstituut te Leuven. Hij behaalde een eerste prijd basso continuo en tevens een barokmuziek toepaste op de vocale muziek. Musici als Gustav diploma klavecimbel aan het conservatorium van Boulogne in de Leonhardt, Ton Koopman en Nikolaus Harnoncourt toonden klassen van Frédéric Michel en Laure Morabito. Momenteel werkt meteen belangstelling voor de frisse en dynamische aanpak Ensemble Explorations Damien Guillon als solist regelmatig samen met verschillende van dit Vlaamse ensemble, wat resulteerde in een intensieve oude muziek ensembles zoals Le Poème Harmonique, A Sei samenwerking. Vanaf het midden van de jaren tachtig kreeg het Mei 1996. De opname met mooie muziek van de onbekende Voci, Café Zimmermann, Les Paladins, Les Musiciens du Paradis, ensemble internationale bekendheid, wat blijkt uit de uitvoeringen componist Auguste Franchomme, was voltooid (“The only truly Suonare Cantare, La Grande Ecurie e.a. Hij zong solopartijen

64 65 in cantates van Bach, ‘Messiah’ van Händel, in motetten van en Kristian Bezuidenhout. Als operazanger was hij recent nog en de buurlanden. Hij zong op belangrijke festivals in Utrecht, ensemble heeft een internationale naam verworven, vooral op het Delalande en Lamentaties van Cavalieri en Zelenka. Hij was te gast te horen in de Munt te Brussel als Telemaco in Monteverdi’s ‘Il Schwetzingen, Schleswig-Holstein, Potsdam, Jerusalem, Breslau vlak van de Duitse barokmuziek. Meerdere hedendaagse werken op grote barokfestivals als deze van Arques La Bataille, Beaune, ritorno d’Ulisse in patria’. Kobow geeft ook regelmatig concerten en Wenen. Hij zong onder leiding van Thomas Hengelbrock, voor viola da gamba werden voor Philippe Pierlot gecomponeerd Utrecht, Lissabon en Versailles. met de Himmlische Cantorey, een ensemble dat hij mee oprichtte. Sigiswald Kuijken, Iván Fischer, Hans Zender, Philippe en bovendien is hij ook één van de weinigen die de baryton Jan Kobow verleende zijn medewerking aan talrijke opnamen, Herreweghe, Jean Tubéry en Ivor Bolton. Hans Jörg Mammel bespelen (een strijkinstrument met sympathische snaren, waarvoor onder meer aan het project ‘Bach Cantata Pilgrimage’ onder vertolkte de titelrol in Monteverdi’s ‘Orfeo’ in Ijsland. Tevens zong Haydn een honderdtal werken schreef). In 1998 bewerkte Phillipe Pierre Hantai leiding van John Eliot Gardiner. hij gastrollen in de Städtische Bühnen Freiburg, in de Staatsoper Pierlot de opera ‘Il Ritorno d’Ulisse’ van Monteverdi voor een ‘Unter den Linden’ in Berlijn, op de Münchner Opernfestspiele ensemble van gamba’s en tokkelinstrumenten. Deze productie Pierre Hantai (°1964) studeerde klavecimbel bij Arthur Haas en en de Wiener Festwochen. Daarnaast geeft Mammel regelmatig (Kunstenfestival des Arts/La Monnaie - William Kentridge) reisde vervolgens bij Gustav Leonhardt in Amsterdam. Al vroeg gaf Pierre Peter Kooij ook liedrecitals. Naast de grote liedcycli uit de romantiek, koestert door heel Europa en werd in 2004 hernomen in de Munt in Hantai concerten met zijn broers Marc en Jérôme. Na zijn studies hij een grote voorliefde voor de componisten van de Tweede Brussel, in het Théâtre de Caen in Frankrijk, het Lincoln Center nodigde Gustav Leonhardt hem uit onder zijn leiding te spelen. Peter Kooij begon op zesjarige leeftijd met zingen in het koor Berlijnse Liederschool, met onder meer Zelter en Reichardt als New York en het Melbourne Festival in Australië. In de lente van De daaropvolgende jaren werkte Pierre Hantai samen met vele van zijn vader. Als jongenssopraan maakte hij reeds vele radio-, belangrijkste vertegenwoordigers. Mammel maakte onder meer 1999 diepte hij de in vergetelheid geraakte opera van Marin musici en ensembles zoals Philippe Herreweghe, de gebroeders tv- en plaatopnamen. Na zijn viool- en zangstudie aan het een cd-opname van ‘Die schöne Müllerin’ van Schubert in de Marais, ‘Sémélé’, op waarvoor hij de verloren partijen opnieuw Kuijken, François Fernandez, Marc Minkowski, Philippe Pierlot,… Utrechts Conservatorium behaalde hij het diploma zang aan het versie voor tenor en gitaar. samenstelde; dit werk was in de laatste 300 jaar niet meer te Pierre Hantai leidde een tijd lang zijn eigen ensemble Le Concert Sweelinck Conservatorium te Amsterdam, waar hij bij Max van horen geweest ( Printemps Baroque du Sablon). In het kader Français. De laatste jaren geeft hij steeds meer soloconcerten over Egmond studeerde. Sindsdien brachten zijn vele concertreizen van Brussel 2000 was Philippe Pierlot muziekdirecteur van het de hele wereld en speelt hij kamermuziek met collega’s als Jordi hem naar de belangrijkste muziekcentra in de hele wereld zoals Dorothee Mields ruiterspektakel ‘Le Grand Carrousel’ (werken van Rameau). In Savall, Skip Sempé, Christophe Coin of Jean-Guihen Queyras. het Concertgebouw Amsterdam, Musikverein Wien, Carnegie Hall 2001 dirigeerde hij ‘Les Grands Motets’ van Henry Dumont. In Hantai heeft een indrukwekkende discografi e op zijn naam staan. New York, Royal Albert Hall Londen, Teatro Colón Buenos Aires, De Duitse sopraan Dorothee Mields studeerde in Bremen bij 2002 en 2003 intensifi eerde hij zijn werk als orkestdirigent, met We vermelden hier enkel de opnamen van het ‘Wohltemperierte Berliner en Kölner Philharmonie, Palais Garnier Parijs, Suntory en Elke Holzmann en in Stuttgart bij Julia Hamari. De muziek uit in het bijzonder de reconstructie van de ‘Markuspassie’ van J.S. Klavier, Boek 1’ en de ‘Goldbergvariaties’ van Bach en de eerste Casals Hall Tokio, waar hij onder andere onder leiding van Philippe de zeventiende en achttiende eeuw staan centraal in haar Bach en met het‘Stabat Mater’ van Vivaldi en Pergolesi. opname in een reeks over klavierwerken met Domenico Scarlatti. Herreweghe, Ton Koopman, Frans Brüggen, Gustav Leonhardt, concertactiviteiten, hoewel ze zich regelmatig ook graag aan Philippe Pierlot is als docent verbonden aan de Hochschule für René Jacobs, Sigiswald Kuijken, Roger Norrington en Iván Fisher hedendaagse muziek wijdt. Na haar studies begon Mields Musik van Trossingen in Duitsland en is tevens leraar aan de zong. Peter Kooij werkte mee aan meer dan honderd cd’s voor intensief samen te werken met de dirigenten Ludger Rémy en conservatoria van Brussel en Den Haag. Philippe Herreweghe Philips, Sony en Virgin Classics, Harmonia Mundi, Erato, EMI en Thomas Hengelbrock. Ze gaf vele concerten met het Telemann BIS. Door dit laatste label werd hij uitgenodigd alle cantates, Kammerorchester Michaelstein en het Balthasar-Neumann- Philippe Herreweghe werd in Gent geboren en combineerde passies en verdere belangrijke vocale werken van J. S. Bach op te Chor en Ensemble. Daarop ontwikkelde Mields zich snel tot een Projectkoor Bach Academie er zijn universitaire studies (geneeskunde en psychiatrie) met nemen met het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki veelgevraagde soliste voor barokconcerten met dirigenten als studies piano aan het conservatorium. Doorheen zijn muzikale Suzuki. Naast zijn concertpraktijk is Peter Kooij artistiek adviseur Ivor Bolton, Martin Haselböck, Philippe Herreweghe en Gustav In het kader van de Bach Academie reserveert Collegium Vocale carrière richtte hij verschillende ensembles op: het Collegium van het Ensemble Vocal Europeen en is hij docent aan het Leonhardt. Mield verleende haar medewerking aan verschillende Gent een belangrijke plaats voor jonge zangers uit Vlaanderen en Vocale Gent (1970), La Chapelle Royale voor de muziek uit Sweelinck Conservatorium in Amsterdam en de Tokyo University eerste opnamen van herontdekte barokopera’s en -oratoria, daarbuiten door het opzetten van een Projectkoor onder leiding de Franse ‘Grand Siècle’ (1977) en later het Ensemble Vocale of Fine Arts and Music. Verder geeft hij regelmatig masterclasses waaronder ‘Demofoonte’ van Joseph Schuster en ‘Ariadne’ van Christoph Siebert en Philippe Herreweghe. Vijf dagen lang Européen (renaissancepolyfonie) en het Orchestre des Champs in Duitsland, Japan, Finland, Frankrijk, Portugal, België en Spanje. van Konradi. Verder is ze te horen op verschillende opnamen worden treurmotetten en koralen van de Bach-familie onder de Elysées (romantiek en preromantiek). Van 1982 tot 2001 was van Bach-cantates met het Bach Collegium Japan onder leiding loep gehouden. Het resultaat van het harde werk is te horen hij artistiek directeur van het festival Les Académies Musicales van Mazaaki Suzuki, in Haydns ‘Schöpfung’ met Hengelbrock tijdens twee concerten, op zaterdag 4 en zondag 5 november. de Saintes, waar hij nog steeds actief is. Als gastdirigent trad hij Stephan MacLeod en in een opname met liederen van C.P.E. Bach samen met op met onder andere het Koninklijk Concertgebouworkest, de Ludger Rémy op pianoforte. Dorothee Mields koestert een grote Wiener Philharmoniker en de Berliner Philharmoniker. Bovendien De bas-bariton Stephan MacLeod studeerde tien jaar viool voorliefde voor de laatromantische mélodie. Zo gaf ze al recitals Ricercar Consort is hij muziekdirecteur van deFilharmonie. Tot zijn belangrijkste en piano in Genève en vervolgde zijn opleiding aan de met liederen van Lili Boulanger en Debussy. opnamen behoren de vocale meesterwerken van Bach (zoals Musikhochschule in Keulen bij Kurt Moll. Op dit moment rondt Het Ricercar Consort, verbonden aan het platenmerk Ricercar, de Mattheus- en de Johannespassie, de ‘Hohe Messe’ en het hij zijn opleiding tot dirigent af. Stephan MacLeod zong als solist bestaat sinds 1985, het jaar waarin de drie vaste leden van ‘Weihnachtsoratorium’), een anthologie van het Franse ‘Grand onder leiding van Philippe Herreweghe, Jordi Savall, Frieder Guy Penson het ensemble - François Fernandez, Philippe Pierlot en Bernard Motet’, de requiemmissen van Mozart, Fauré en Brahms, oratoria Bernius, Daniel Harding, Jos van Immerseel, Dennis Russel- Foccroulle - de eerste plaatopname voor de fi rma realiseerden. van Mendelssohn en Schönbergs ‘Pierrot lunaire’. Philippe Davies, Sigiswald Kuijken, Jesus Lopez-Cobos, Masaaki Suzuki Guy Penson werd geboren te Ronse in 1958. Na zijn studies piano Met ‘Das Musikalische Opfer’ van Bach maakten zij in datzelfde Herreweghe werd in 1993 samen met het Collegium Vocale en vele anderen in bijna heel Europa, Israël, Japan, China en en klavecimbel verwierf hij weldra grote faam op de Belgische jaar hun eerste concerttournee onder de naam Ricercar Consort. Gent benoemd tot Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen. Hij is Noord- en Zuid-Amerika. Hij zong met orkesten als het Freiburger en buitenlandse podia. Hij onderscheidde zich in verschillende Het ensemble werd snel op internationaal niveau erkend, vooral Offi cier des Arts et Lettres (1994), Doctor Honoris Causa van de Barockorchester, de Akademie für Alte Musik en het Koninklijk internationale wedstrijden, waaronder de klavecimbelwedstrijd op het gebied van de Duitse barokcantate en instrumentale KULeuven (1997) en Chevalier de la Légion d’Honneur (2003). Filharmonisch Orkest van Vlaanderen. Zijn repertoire loopt uiteen te Brugge in 1980. Hij is een veelgevraagde klavecinist en muziek. Zij gaven vele concerten met onder anderen Henri Ledroit, van renaissance en West-Europese barok tot Mozart, Rossini en profi leert zich als basso continuo specialist bij diverse ensembles Max van Egmond, James Bowman en realiseerden een vijftigtal Fauré. Maar ook voerde hij werk uit van Honegger, Frank Martin, als Il Fondamento, les Agrémens, Ex Tempore, Flanders Recorder plaatopnamen, waaronder de integrale werken van Bruhns en Jan Kobow Philip Glass en niet te vergeten de grote Duitse componisten Quartet, het Ricercar Consort en Collegium Vocale Gent. Behalve Weckmann. In 1990 werd het Ricercar Consort uitgenodigd om van romantische liederen. Stephen MacLeod heeft meer dan in solorecitals treedt hij vaak op in kamermuziekverband. Als op het Festival van Saintes de ‘Historia der Auferstehung’ van Jan Kobow werd geboren in Berlijn en deed zijn eerste muzikale vijfendertig cd’s opgenomen, waarvan vele lovend werden liedbegeleider werkt Guy Penson regelmatig samen met de Heinrich Schütz uit te voeren en sindsdien zijn ze regelmatig te ervaring op in het Berliner Staats- und Domchor. Hij studeerde ontvangen in de pers. Voor 2006 heeft Stephen MacLeod vele sopranen Greta de Reyghere, Ann de Renais en de tenor Guy de gast op alle grote festivals. Verschillende cd-opnamen van het orgel in Parijs aan de Schola Cantorum en behaalde graden concerten gepland op drie continenten. Ook zal hij voor Alpha Mey. Guy Penson is docent aan het conservatorium van Gent en Ricercar Consort werden beloond met prijzen: de opname van in orgel en directie aan de Hochschule für Musik in Hannover, een soloprogramma opnemen met aria’s van Rameau. Verder aan de kunsthumaniora aldaar. de ‘Sonatas of Three Parts’ van Henry Purcell ontving een ‘Choc gevolgd door zangstudies bij Prof. Sabine Kirchner in Hamburg. In zal hij twee verschillende cd’s met Bach-cantates opnemen met du Monde de la Musique’; de cd met ‘Terpsichore’ van Praetorius 1998 won hij de Eerste Prijs op de Internationale Bach Wedstrijd het Ricercar Consort en het Montreal Baroque, en meewerken kreeg een ‘Diapason d’Or’. Recentere cd’s zijn ‘Suites en trio’ van in Leipzig. Jan Kobow heeft voornamelijk naam verworven aan een opname van de volledige werken voor orgel en zang van Philippe Pierlot Marin Marais, de ‘Historia der Wiederauferstehung’ van Schütz, als oratoriumzanger en uitvoerder van oude muziek. Hij trad César Franck. ‘Concerti Sacri’ van Samuel Scheidt en een cd rond Ferrabosco. regelmatig op met ensembles als Collegium Vocale Gent, de Philippe Pierlot is in Luik geboren. Hij studeerde gitaar en luit Het Ricercar Consort wordt nu geleid door de gambist Philippe Nederlandse Bachvereniging, Freiburger Barockorchester en alvorens zich geheel te wijden aan de viola da gamba bij Wieland Pierlot, waarbij grote producties met solisten en koor zoals de de Akademie für Alte Musik Berlin met dirigenten als Gustav Hans Jörg Mammel Kuijken in Brussel. Op het moment dat hij zijn hoger diploma opera’s ‘La Stellidaura van Provenzale’, ‘Il Ritorno d’Ulisse’ van Leonhardt, Philippe Herreweghe, Frieder Bernius, John Eliot behaalde, had hij in de barokwereld al naam gemaakt en werd Monteverdi, ‘Don Quichotte’ van Telemann of ook sacrale muziek Gardiner, Jos van Veldhoven, Thomas Hengelbrock, Masaaki De Duitse tenor Hans Jörg Mammel studeerde zang aan de hij meteen door de grootste specialisten uitgenodigd. Hij werkte zoals het ‘Concertus Sacri’ van Scheidt en de cantates van Bach Suzuki, Marcus Creed, René Jacobs en Michael Schneider. Musikhochschule van Freiburg bij Werner Hollweg en Ingeborg samen met La Chapelle Royale, Hespérion XX, Les Arts Florissants worden afgewisseld met kamermuziek, meestal rond een viola Daarnaast ligt ook het liedrepertoire hem nauw aan het hart. Most. Hij volgde bijkomend masterclasses bij Barbara Schlick, en Seminario Musicale. Philippe Pierlot is tevens dirigent van da gamba consort. Tussen de meest recente opnamen van het Hij gaf recitals met pianisten als Graham Johnson, Cord Garben, Elisabeth Schwarzkopf en James Wagner en volgde een cursus het Ricercar Consort, een ensemble dat hij samen met François Ricercar Consort vinden we muziek voor gamba consort van Burkhard Kehring en Philip Moll. Regelmatig musiceert hij samen historische uitvoeringspraktijk bij Reinhard Goebel. De laatste Fernandez en Bernard Foccroulle oprichtte en waarmee hij zich Ferrabosco en de ‘Grands Motets’ van Dumont, de trio’s voor met pianofortespecialisten als Leo van Doeselaar, Ludger Rémy jaren raakte hij vooral als concertzanger bekend in Duitsland inzet om werk van onbekende componisten te herontdekken. Het baryton van Haydn, Duitse rouwcantates uit de zeventiende eeuw

66 67 met contratenor Carlos Mena (Diapason d’Or 2002), kamermuziek Gepassioneerd door de authentieke uitvoeringspraktijk werd ze lid Projectkoor Ricercar Consort Koor Orkest van Purcell, het ‘Stabat Mater’ van Vivaldi. Het ensemble bracht in van verschillende ensembles waaronder de Chapelle Royale en het Bach Academie Collegium Vocale Gent Collegium Vocale Gent 2005 een opname uit met werken van Antonio Bertali (Diapason Collegium Vocale Gent olv.Philippe Herreweghe, het Amsterdam d’Or) en ‘Actus Tragicus’. Baroque Orchestra olv. Ton Koopman en het Ensemble Mosaïques olv. Christoph Coin. Als één van de stichtende leden van het Orchestre des Champs Elysées bekleedt ze op dit moment de Christoph Siebert plaats van eerste cello solo. Sinds 1986 maakt Ageet Zweistra deel uit van het Turner Kwartet. Naast haar concertactiviteiten is Als Duitse ‘Kirchenmusiker’ studeerde Christoph Siebert orgel zij bovendien ook één van de coaches van het Jeune Orchestre bij Edgar Krapp en koordirectie bij Wolfgang Schäfer aan de Atlantique. Ageet Zweistra is te horen op talrijke cd-opnamen Hochschule für Musik in Frankfurt. Hij is actief als artistiek leider en geeft concerten van Europa tot de Verenigde Staten, Zuid- sopraan viool sopraan concertmeester van het Offenbacher Vokalensemble en het kamerkoor Cantemus Amerika en Azië. Gudrun Burghofer François Fernandez Dorothee Mields* Mira Glodeanu Bensheim. Bovendien is hij dirigent van het Concerto Classico Sofi e Thoen Enrico Gatti Hanna Blazikova Frankfurt, een ensemble dat zich met authentieke instrumenten Jolien De Gendt Dominique Verkinderen viool toelegt op de uitvoering van barokke oratoria en het klassieke Lieselot De Wilde gamba Adrian Chamorro symfonische repertoire. Daarnaast is Christoph Siebert ook Annelyn Gevaert Philippe Pierlot alt Caroline Bayet assistent van Philippe Herreweghe als koorleider van Collegium Barbara Somers Rainer Zipperling Matthew White* Virginie Descharmes Vocale Gent en assiteerde hij J.E. Gardiner in het kader van de Lies Vandewege Kaori Uemura Alexander Schneider Michiyo Kondo Bach-Pilgrimage in het jaar 2000. In 2003 werd Christoph Siebert Sarah Verhoeven Cécile Pilorger Corrado Masoni geëngageerd bij de Deutsche Kammerphilharmonie en Deutscher blokfl uit Kammerchor in Bremen. In 2004 was Christoph Siebert voor het alt Kees Boeke tenor altviool eerst te gast op het Festival van Saintes. Mieke De Blieck Gaëlle Lecoq Hans Jörg Mammel* Paul De Clerck Colin De Pelsmaker Bernd Fröhlich Hiltrud Hampe Hermien Heres contrabas Dan Martin Matthew White Bart Uvyn Frank Coppieters cello Kerlijne Van Nevel bas Ageet Zweistra De Canadese altus Matthew White (°1973) is artistiek leider Dominique Van Sande orgel Peter Kooij* Harmen Jan Schwitters van het ensemble Les Voix Baroques dat Montréal als thuisbasis Francis Jacob Matthias Jahrmärker heeft. Als operazanger zong hij de titelrol van ‘Giulio Cesare’ tenor Bart Vandewege contrabas aan de Pacifi c Opera, Ottone in ‘L’incoronazione di Poppea’ aan Pieterjan De Meulder James Munro Houston Grand Opera Studio, Bacchus in ‘Ariadne’ van Conradi Wolfgang Lange op het Boston Early Music Festival, Unolfo in ‘Rodelinda’ bij Dieter Meire orgel Glyndebourne Festival Opera,… Matthew White geeft regelmatig Rik Pattyn Herman Stinders concerten met orkesten zowel op moderne als op historische Matthias Verniers * solisten instrumenten. Hij was reeds te horen met het ensemble Roel Willems luit Tafelmusik olv. Andrew Parrott, Portland Baroque Orchestra olv. Evangelina Mascardi Paul Goodwin, met het Ensemble Arien, Les Violons du Roy, bas International Bach Academy olv. Helmuth Rilling, Nederlandse Tristan Faes gamba Bach Vereniging olv. Jos Van Veldhoven, Bach Collegium Japan, Enrique Lopez Philippe Pierlot Le Concert Spirituel olv. Hervé Niquet, e.a. White gaf concerten Peter Maus Rainer Zipperling met Les Voix Baroques, Grupetto Baroque Ensemble en zingt Jan Moeyaert regelmatig ook recitals. Hij heeft onder meer Brittens ‘Abraham Nicolas Rubens traverso and Isaac’ en ‘The Journey of the Magi’ op zijn repertoire en Wim Verdonck Patrick Beuckels zong de wereldpremière van ‘Songs of Unrequited Love’ van Amélie Michel (3 nov.) Donald Patriquin. White is onder meer te horen op cd-opnamen van Händels ‘Messiah’ met Tafelmusik olv. Ivars Taurins, ‘Jephte’ blokfl uit en ‘Jonas’ van Carissimi met de Studio de Musique Ancienne Bart Coen (5 nov.) de Montréal en Bach-cantates met Bach Collegium Japan olv. Koen Dieltiens (5 nov.) Masaaki Suzuki. De cd ‘Elegeia’ met Duitse en Engelse lamentaties en elegieën met Les Voix Baroques won een Cannes Classical hobo Award in 2004. Timothee Oudinot Taka Kitazato Rainer Zipperling fagot Philippe Miqueu Rainer Zipperling kreeg zijn eerste lessen van zijn vader en studeerde later aan het conservatorium van Den Haag (cello cornetto bij Anner Bijlsma en gamba bij Wieland Kuijken). Sindsdien Bruce Dickey is hij actief als freelance cellist en gambist in verschillende vooraanstaande barokensembles. Hij maakt deel uit van Camerata trombone Köln en speelt geregeld samen met La Petite Bande en het Simen Van Mechelen (3 nov.) Orkest van de Achttiende Eeuw, La Stagione en het Ricercar Charles Toet (3 nov.) Consort. Rainer Zipperling is docent gamba en cello aan de David Yacus (3 nov.) Musikhochschule van Frankfurt am Main en is tevens als docent deelnemers masterclass met Peter Peter Kooij gamba verbonden aan de Musikhochschule van Keulen. Elise Caluwaerts (B), sopraan Inge Clerix (B), sopraan Ageet Zweistra Sara Jaeggi (CH), sopraan Alexander Schneider (D), contratenor Ageet Zweistra werd geboren in Rotterdam en studeerde Julian Prégardien (D), tenor cello bij Anner Bijlsma aan het conservatorium van Den Haag. Jurgen Vollens (B), bas

68 69 tickets | hoofdingang Desguinlei 25 . B-2018 Antwerpen www.desingel.be . [email protected] T +32 (0)3 248 28 28 . F +32 (0)3 248 28 00 openingsuren: ma-vr 10-19 uur . za 16-19 uur administratie v.z.w Jan Van Rijswijcklaan 155 . B-2018 Antwerpen T +32 (0)3 244 19 20 . F +32 (0)3 244 19 59 [email protected]

Collegium Vocale Gent geniet de steun van

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van