Eponiem’ Behoeft Waarschijnlijk Enige Verklaring: Hij Is Samengesteld Uit De Griekse Woorden Epi (‘Bij’) En Onoma (‘Naam’)

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Eponiem’ Behoeft Waarschijnlijk Enige Verklaring: Hij Is Samengesteld Uit De Griekse Woorden Epi (‘Bij’) En Onoma (‘Naam’) Woord vooraf De taalkundige term ‘eponiem’ behoeft waarschijnlijk enige verklaring: hij is samengesteld uit de Griekse woorden epi (‘bij’) en onoma (‘naam’). In het oude Griekenland heetten de jaarlijks wisselende magistraten of priesters eponymos. Naar hen werden de jaren genoemd en geteld. Zo was in Athene de opperste archont en in Sparta de eerste ephoros eponymoos ofwel ‘naamgevend’. Een eponiem is dus de naam van een persoon die bij een zaak is gekomen, dat wil zeggen, naar wie een zaak wordt genoemd. Dit kan zeer uiteenlopende oorzaken hebben: iemand kan iets hebben uitgevonden, bijvoorbeeld een ‘zeppelin’, of iets zo lekker hebben gevonden, dat zijn naam daaraan is gegeven, zoals in het geval van de (Haagse) ‘hopjes’. Aangezien na verloop van tijd het verband met de persoon vervluchtigt, verdwijnt de hoofdletter bij dergelijke woorden. We spreken dan van ‘echte eponiemen’, die een eigen leven gaan leiden. Zo denkt bij ‘diesel’ vrijwel niemand meer aan de Duitse ingenieur Rudolf Diesel (1858-1913), die aan het eind van de vorige eeuw de dieselmotor construeerde. En weinigen zullen weten dat ‘kiekje’ niet van ‘kijken’ komt, maar van de indertijd bij de Leidse studenten zo populaire fotograaf Israël David Kiek (1811-’99). Ook het medische jargon is doorspekt met eponiemen. Typische voorbeelden zijn onder meer ‘röntgenen’ en ‘pasteuriseren’, waarin de namen van Wilhelm C. Röntgen en Louis Pasteur voortleven. Anders wordt het bij ‘péan’. Weinig chirurgen zullen zich er nog van bewust zijn dat deze stompe arterieklem ontworpen is door de bekende Parijse chirurg Jules Péan (1830-’98). En hoe zal het Charles Dotter vergaan? Zeer waarschijnlijk zullen onze toekomstige collega’s gedachteloos aan deze Amerikaanse radioloog voorbijgaan wanneer ze een ‘dotterprocedure’ toepassen. In dit boek zijn medische eponiemen uit verschillende categorieën opgenomen. Veelal gaat het om artsen die hetzij een anatomische structuur hebben ontdekt, hetzij voor het eerst een ziekte, syndroom of bacterie hebben beschreven. Soms waren ze ontwerpers van nieuwe instrumenten (bijvoorbeeld Kocher en Péan), nieuwe behandelingswijzen (Mesmer) of introduceerden ze nieuwe operatietechnieken (Billroth). Een enkele maal is een eponiem afkomstig van een patiënt bij wie de ziekte is ontdekt (zoals Christmas en Hartnup). Omdat in de medische vaktaal natuurkundige eenheden dikwijls volkomen ingeburgerd zijn, is voor deze groep naamgevers eveneens een plaats in dit woordenboek ingeruimd (onder anderen Curie, Becquerel en Ampère). Mythologische figuren (zoals Oedipus) en bijbelse figuren (bijvoorbeeld Adam en Elisa) vormen een andere groep. Een derde categorie is afgeleid van personen uit boeken, gedichten en toneelstukken (denk aan Lolita, Hymen en Falstaff). Aan het eind van de uitgebreide reeks van eponiemen in dit boek is een lijst opgenomen met ‘geoniemen’, medische zaken die hun naam aan een geografische plaats danken. De trefwoordartikelen zijn dus alle met een eigennaam verbonden. Deze eigennamen of de ervan afgeleide woorden vormen de sleutel aan de hand waarvan de afzonderlijke artikelen zijn gealfabetiseerd. Omdat verscheidene artikelen ook andere namen dan de trefwoordnaam bevatten, is een personenregister toegevoegd. En wie, in tegengestelde richting, wenst te weten welke arts zich ooit heeft beziggehouden met een bepaalde ziekte, syndroom of instrument, kan gebruik maken van het zakenregister. Beijer & Apeldoorn – Woordenboek van medische eponiemen – blz. 1 © 1996, 1998, Bohn Stafleu van Loghum, Houten Na het voorgaande is duidelijk dat bijvoorbeeld de ‘ziekte van Pfeiffer’ niet voldoet aan de omschrijving van een echt eponiem. Dit is wel enigszins het geval bij de formulering ‘hij heeft Pfeiffer’; toch zal niemand hier ‘pfeiffer’, met een kleine letter, schrijven. Desalniettemin hebben we dergelijke gevallen in het boek willen opnemen. Tot besluit een opmerking over het gebruik van eponiemen in de medische nomenclatuur. Er zijn zowel voor- als nadelen aan dit gebruik verbonden. Om met de voordelen te beginnen: een eponiem is vaak bijzonder geschikt om een gecompliceerde zaak te omschrijven. Een goed verstaander heeft immers een half woord nodig: als iemand spreekt over ‘Cushing-syndroom’, ‘ziekte van Hand- Schüller-Christian’, ‘Graafse follikel’, ‘Adams-Stokes-aanvallen’, ‘diameter van Baudelocque’ of ‘lijn van Roser-Nélaton’, weet een ander vaak direct waarover wordt gesproken. En is het ook niet eleganter van het ‘syndroom van Down’ dan van ‘mongoloïde idiotie’ te spreken? Dat het gebruik van eponiemen echter ook tot verwarring kan leiden, kan worden geïllustreerd aan de hand van de term ‘ziekte van Paget’. Bedoelen we hiermee het intra-epitheliale carcinoom in de melkafvoergangen (Paget’s disease of the nipple) of osteitis deformans (Paget’s disease of the bones)? Hetzelfde geldt voor de ‘ziekte van von Recklinghausen’: neurofibromatosis of osteodystrophia fibrosa cystica generalisata? Dikwijls komt het voor dat verscheidene artsen een ziekte of syndroom onafhankelijk van elkaar hebben beschreven. Zo wordt mycosis fungoides doorgaans de ‘ziekte van Alibert’ genoemd, aangezien de Franse dermatoloog Jean Louis Alibert de aandoening in 1806 voor het eerst beschreef. Jaren later volgde de beschrijving door de Weense dermatoloog Heinrich Auspitz, zodat men in de Duitstalige literatuur veelal van Auspitz-Dermatose spreekt. Nog gecompliceerder is het met ‘hyperthyreoïdie’ gesteld: niet minder dan vier artsen hebben hun naam aan dit ziektebeeld verbonden. Op het Europese continent spreekt men meestal van de ‘ziekte van Basedow’, de Angelsaksische literatuur noemt het Graves’ disease of Parry’s disease, terwijl de Italianen hiervoor de naam ‘ziekte van Flajani’ reserveren. Waarom dit boek en waartoe deze eindeloze en acribische naspeuringen? Omdat mensen nieuwsgierig zijn en vaak de vraag stellen: waar komt dit woord vandaan, wie zit erachter en hoeveel energie hebben de vele mannen en vrouwen naar wie medische begrippen zijn genoemd, gestoken in de vondsten en onderzoekingen die hebben geleid tot deze wijze van vereeuwigen? We hebben naar volledigheid gestreefd, maar vleien ons niet met het denkbeeld daarin te zijn geslaagd. Ermelo, T. Beijer Baarn, C.G.L. Apeldoorn Beijer & Apeldoorn – Woordenboek van medische eponiemen – blz. 2 © 1996, 1998, Bohn Stafleu van Loghum, Houten A Abt-Siwe-Letterer, syndroom van: foudroyante vorm van het syndroom van Hand- Schüller-Christian, zonder cholesterolstapeling, maar wel met woekering van reticulumcellen, hepatosplenomegalie, lymfeklierzwellingen, skeletafwijkingen (onder meer ‘landkaartschedel’), huidaandoeningen, septische koortsaanvallen en neiging tot bloeden (epistaxis). De ziekte komt voornamelijk bij kinderen van een tot twee jaar voor en heeft een hoge mortaliteit. Het ziektebeeld werd voor het eerst beschreven door de Duitse patholoog Erich Letterer (geb. 1895 ): ‘Aleukämische Retikulose; ein Beitrag zu den proliferativen Erkrankungen des retikuloendothelialen Apparates’1. In 1933 gaf de Zweedse kinderarts Sture A. Siwe (geb. 1897) een meer gedetailleerde beschrijving van het ziektebeeld: ‘Die Retikuloendotheliose, ein neues Krankheitsbild unter den Hepatosplenomegalien'2. Nadat in 1936 de Amerikaanse kinderarts Arthur Frederik Abt (1867-1955) samen met zijn medewerker Denenholz het ziektebeeld nog eens uitvoerig beschreven had in het artikel ‘Letterer-Siwe disease'3, is men gaan spreken van het syndroom van Abt-Siwe-Letterer. 1Frankf. Zschr. Path. 30, 1924, 377; 2Zschr. Kinderhk. 55, 1933, 212; 3Amer. J. Dis. Child. 51, 1936, 499-522. achillespees: de dikke hielpees, die de grote kuitspieren met het achterste uitsteeksel van het hielbeen verbindt, is genoemd naar Achilles, de bekende Griekse held uit de Trojaanse oorlog. Achilles, ‘de snelvoetige’, door Homerus in de Ilias bezongen, was de zoon van de mooie zeenimf Thetis en haar gemaal Peleus. Om hem onkwetsbaar te maken, dompelde Thetis hem onder in de rivier de Styx. Doordat de hiel waaraan zij hem vasthield niet met het water van de onderwereldrivier in aanraking kwam, bleef deze het enige kwetsbare plekje van zijn lichaam. In het tiende jaar van de Trojaanse oorlog, toen menige Trojaanse held door Achilles was gedood, besloten de goden Poseidon en Apollo uit bezorgdheid voor Troje tot Achilles’ val. Apollo hulde zich in een wolk en zocht in het strijdgewoel naar Paris. Hij vond al spoedig deze Trojaanse koningszoon, die door zijn schaking van de Spartaanse Helena de oorzaak van de bloedige strijd was. Apollo richtte Paris’ boog en de giftige pijl trof Achilles in zijn kwetsbare hiel. Dodelijk gewond zakte de held ineen. De Grieken waren diep bedroefd: hun dapperste held was dood. De Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung beschouwde dergelijke heldhaftige halfgoden als ‘symbolic representatives of the whole psyche, the larger and more comprehensive identity that supplies the strength that the personal ego lacks’. Helden, symbolisch of anderszins, zijn kennelijk nodig wanneer het ego kracht en steun behoeft (Rodin, 1989). Als metafoor bedoelt men met iemands ‘achillespees’ dan ook zijn (enige) zwakke of kwetsbare plek. Andere eponiemen die met Achilles te maken hebben zijn achillodynie, hevige pijn bij lopen en staan ter plaatse van de aanhechting van de pees aan het hielbeen, en achillotomie, het doorsnijden van de pees. Acrel-ganglion: ganglion (peesknoop) aan de strekpezen van de pols, genoemd naar de Zweedse chirurg Olof Acrel (1717-1807). Beijer & Apeldoorn – Woordenboek van medische eponiemen – blz. 3 © 1996, 1998, Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Recommended publications
  • Chiari Malformation by Ryan W Y Lee MD (Dr
    Chiari malformation By Ryan W Y Lee MD (Dr. Lee of Shriners Hospitals for Children in Honolulu and the John A Burns School of Medicine at the University of Hawaii has no relevant financial relationships to disclose.) Originally released August 8, 1994; last updated March 9, 2017; expires March 9, 2020 Introduction This article includes discussion of Chiari malformation, Arnold-Chiari deformity, and Arnold-Chiari malformation. The foregoing terms may include synonyms, similar disorders, variations in usage, and abbreviations. Overview Chiari malformation describes a group of structural defects of the cerebellum, characterized by brain tissue protruding into the spinal canal. Chiari malformations are often associated with myelomeningocele, hydrocephalus, syringomyelia, and tethered cord syndrome. Although studies of etiology are few, an increasing number of specific genetic syndromes are found to be associated with Chiari malformations. Management primarily targets supportive care and neurosurgical intervention when necessary. Renewed effort to address current deficits in Chiari research involves work groups targeted at pathophysiology, symptoms and diagnosis, engineering and imaging analysis, treatment, pediatric issues, and related conditions. In this article, the author discusses the many aspects of diagnosis and management of Chiari malformation. Key points • Chiari malformation describes a group of structural defects of the cerebellum, characterized by brain tissue protruding into the spinal canal. • Chiari malformations are often associated
    [Show full text]
  • Chiari Type II Malformation: Past, Present, and Future
    Neurosurg Focus 16 (2):Article 5, 2004, Click here to return to Table of Contents Chiari Type II malformation: past, present, and future KEVIN L. STEVENSON, M.D. Children’s Healthcare of Atlanta, Atlanta, Georgia Object. The Chiari Type II malformation (CM II) is a unique hindbrain herniation found only in patients with myelomeningocele and is the leading cause of death in these individuals younger than 2 years of age. Several theories exist as to its embryological evolution and recently new theories are emerging as to its treatment and possible preven- tion. A thorough understanding of the embryology, anatomy, symptomatology, and surgical treatment is necessary to care optimally for children with myelomeningocele and prevent significant morbidity and mortality. Methods. A review of the literature was used to summarize the clinically pertinent features of the CM II, with par- ticular attention to pitfalls in diagnosis and surgical treatment. Conclusions. Any child with CM II can present as a neurosurgical emergency. Expeditious and knowledgeable eval- uation and prompt surgical decompression of the hindbrain can prevent serious morbidity and mortality in the patient with myelomeningocele, especially those younger than 2 years old. Symptomatic CM II in the older child often pre- sents with more subtle findings but rarely in acute crisis. Understanding of CM II continues to change as innovative techniques are applied to this challenging patient population. KEY WORDS • Chiari Type II malformation • myelomeningocele • pediatric The CM II is uniquely associated with myelomeningo- four distinct forms of the malformation, including the cele and is found only in this population. Originally de- Type II malformation that he found exclusively in patients scribed by Hans Chiari in 1891, symptomatic CM II ac- with myelomeningocele.
    [Show full text]
  • Chiari Malformations May 2011:Layout 1
    A fact sheet for patients and carers Chiari malformations This fact sheet provides information on Chiari malformations. It focuses on Chiari malformations in adults. Our fact sheets are designed as general introductions to each subject and are intended to be concise. Sources of further support and more detailed information are listed in the Useful Contacts section. Each person is affected differently by Chiari malformations and you should speak with your doctor or specialist for individual advice. What is a Chiari malformation? A Chiari malformation is when part of the cerebellum, or part of the cerebellum and part of the brainstem, has descended below the foramen magnum (an opening at the base of the skull). The cerebellum is the lowermost part of the brain, responsible for controlling balance and co-ordinating movement. The brainstem is the part of the brain that extends into the spinal cord. Usually the cerebellum and parts of the brainstem are located in a space within the skull above the foramen magnum. If this space is abnormally small, the cerebellum and brainstem can be pushed down towards the top of the spine. This can cause pressure at the base of the brain and block the flow of cerebrospinal fluid (CSF) to and from the brain. Chiari malformations are named after Hans Chiari, the pathologist who first described them. Chiari malformations are sometimes referred to as Arnold-Chiari malformations (this name usually refers specifically to Type II Chiari malformations; see below). Another term sometimes used is hindbrain hernia. Cerebrospinal fluid (CSF) is a clear, colourless fluid that surrounds the brain and spine.
    [Show full text]
  • A Doctoral Thesis Faculty of Medicine, University of Oslo Department of Neurosurgery, Oslo University Hospital
    THE PATHOPHYSIOLOGY OF CHIARI MALFORMATION TYPE I WITH RESPECT TO STATIC AND PULSATILE INTRACRANIAL PRESSURE RADEK FRIČ A doctoral thesis Faculty of Medicine, University of Oslo Department of Neurosurgery, Oslo University Hospital - Rikshospitalet Oslo, Norway 2017 © Radek Frič, 2017 Series of dissertations submitted to the Faculty of Medicine, University of Oslo ISBN 978-82-8377-141-1 All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted, in any form or by any means, without permission. Cover: Hanne Baadsgaard Utigard. Print production: Reprosentralen, University of Oslo. CONTENTS Abbreviations…………………………………………………………………………………..7 Summary .................................................................................................................................... 8 List of original publications ....................................................................................................... 9 1. Introduction ........................................................................................................................ 10 1.1 Background ..................................................................................................................... 10 1.2 History ............................................................................................................................ 13 1.3 Etiology of CMI .............................................................................................................. 16 1.4 Epidemiology of CMI ....................................................................................................
    [Show full text]
  • Definition of the Adult Chiari Malformation: a Brief Historical Overview
    Neurosurg Focus 11 (1):Article 1, 2001, Click here to return to Table of Contents Definition of the adult Chiari malformation: a brief historical overview GHASSAN K. BEJJANI, M.D. Department of Neurosurgery, University of Pittsburgh Medical Center, Pittsburgh, Pennsylvania With the widespread use of newer neuroimaging techniques and modalities, significant tonsillar herniation is being diagnosed in more than 0.5% of patients, some of whom are asymptomatic. This puts the definition of the adult Chiari malformation to the test. The author provides a historical review of the evolution of the definition of the adult Chiari malformation in the neurosurgery, radiology, and pathology literature. KEY WORDS • adult Chiari malformation • Chiari I malformation • tonsillar ectopia • syringomyelia There is confusion in the literature regarding the con- As the title suggests, his goal was to describe “the con- cept of Chiari I malformation or adult Chiari malforma- secutive changes established in the region of the cerebel- tion. Recent advances in neuroimaging modalities and lum by cerebral hydrocephalus.” The first type he their widespread use has led to an increase in the number described, which came to be known as Chiari Type I, was of patients with radiological evidence of tonsillar hernia- characterized by “elongation of the tonsils and medial tion, some of whom are asymptomatic, raising questions divisions of the inferior lobules of the cerebellum into as to its true clinical relevance. This is especially true be- cone shaped projections which accompany the medulla cause its incidence has been found to be between 0.56%37 oblongata into the spinal canal” (Fig. 1).
    [Show full text]
  • From the Pages of History
    Chettinad Health City Medical Journal Volume 4, Number 4 From the Pages of History About Chiari, Arnold & The Malformations Ramesh VG* *Prof & HOD, Department of Neurosurgery, Chettinad Hospital & Research Institute, Chennai, India. Chettinad Health City Medical Journal 2015; 4(4): 200 The congenital hindbrain similar description to Arnold’s, was described as a herniations are known as Chiari “displacement of parts of the cerebellum and elongated malformations and include 4 fourth ventricle, which reach into the cervical canal”1. types. The type II Chiari malfor- Subsequently Chiari redefined the type II malforma- mation is better known as tions to include more hindbrain involvement, as a Arnold-Chiari malformation. “displacement of part of the lower vermis, displacement Here is a brief historical account of the pons and displacement of the medulla oblongata of Chiari and Arnold and how into the cervical canal and elongation of the fourth these malformations came to be ventricle into the cervical canal1”. In the year 1907, described. Schwalbe and Gredig, trained by Arnold in his labora- Hans Chiari (1851-1916) tory, renamed Chiari type II malformation as Arnold- Chiari malformation. Hans Chiari (1851-1916) was born in Vienna. He was the son of Johan Baptist Chiari, who was a physician and is Chiari type III malformation was of a severe variety, credited with the description of prolactinomas. Hans where there were “cervical spina bifida, partially absent Chiari was closely associated with the then renowned tentorium cerebelli with prolapsed of the fourth ventri- Pathologist, Karl Rokitansky during his medical educa- cle and cerebellum into the cervical canal with hydromy- 1 tion at Vienna.
    [Show full text]
  • Carl Von Rokitansky, El Linneo De La Anatomía Patológica
    GACETA MÉDICA DE MÉXICO ARTÍCULO DE REVISIÓN Carl von Rokitansky, el Linneo de la anatomía patológica Carlos Ortiz-Hidalgo* Clínica Fundación Médica Sur, Departamento de Anatomía Patológica, Ciudad de México, México Resumen Carl von Rokitansky fue una de las figuras más importantes en la anatomía patológica y el responsable, en parte, del rena- cimiento de Viena como centro de la medicina a mediados del siglo XIX. Nació en la actual Hradec Králové, estudió medicina en Praga y Viena y se graduó en 1828. Tuvo gran influencia de los estudios de anatomía, embriología y patología de Andral, Lobstein y Meckel. En la escuela de Viena fue asistente de anatomía patológica de Johann Wagner y se convirtió en profesor de anatomía patológica, donde permaneció hasta cuatro años antes de su muerte. Rokitansky hizo énfasis en correlacionar la sintomatología del enfermo con los cambios post mortem. Es posible que haya tenido acceso a entre 1500 y 1800 cadá- veres al año para que pudiera realizar 30 000 necropsias; además, revisó varios miles más de autopsias. En Handbuch der Pathologischen Anatomie, publicado entre 1842 y 1846, realizó numerosas descripciones: de la neumonía lobular y lobular, endocarditis, enfermedades de las arterias, quistes en varias vísceras, diversas neoplasias y de la atrofia aguda amarilla del hígado. Con su brillante labor de patología macroscópica, Rokitansky estableció la clasificación nosológica de las enfermeda- des, por lo cual Virchow lo llamó “el Linneo de la anatomía patológica”. PALABRAS CLAVE: Carl von Rokitansky. Historia de la patología. Nueva escuela de medicina de Vienna. Carl von Rokitansky, the Linné of pathological anatomy Abstract Carl von Rokitansky was one of the most important figures in pathological anatomy, and was largely responsible for the resur- gence of Vienna as the great medical center of the world in the mid-19th century.
    [Show full text]
  • Understanding Endometriosis
    Central Medical Journal of Obstetrics and Gynecology Perspective *Corresponding author John L Yovich, PIVET Medical Centre, Perth, Western Australia 6007, Australia; Curtin University, Perth, Western Australia 6845, Australia; Cairns Fertility Centre, Cairns, The History of Endometriosis Queensland 4870, Australia, Email: [email protected]. au Submitted: 22 April 2020 Preceding Sampson Accepted: 08 May 2020 John L Yovich* Published: 09 May 2020 PIVET Medical Centre, Perth, Curtin University, Australia ISSN: 2333-6439 Copyright Abstract © 2020 Yovich JL Until recently historical reports concerning endometriosis begin with the 1860 publication by OPEN ACCESS the pathologist Rokitansky when he described “benign sarcoma” describing three phenotypes in the uterus among some of the females of his many thousands of autopsies performed in Vienna. Keywords The defining of adenomyosis, then endometriosis improved with ensuing pathologists providing • Endometriosis better descriptions brought about by the addition of improved microscopy for histological • Adenomyosis examinations introduced by Rudolf Virchow, Hans Chiari and Friederich von Recklinghausen, as • Hysteria well as advanced tissue specimen preparation, especially using the microtome with diamond • Suffocation of the womb cutting blades, used by William Welch, Robert Myer and Thomas Cullen at the Johns Hopkins • Strangulation of the womb Hospital in Baltimore, USA. So too did John Sampson continue with those advanced pathology • Demonic possession methods when he moved from the former location to Albany in New York. Of all those revered • History of endometriosis professors, only Cullen and Sampson were physicians, actually highly capable surgeons with a • Witchcraft strong interest in gynecology, and who focused their pathology reports on trying to explain the patient’s symptomatology and correlate their live operative findings.
    [Show full text]
  • Arnold-Chiari Malformation
    Arnold-Chiari Malformation Thomas Farley, MA Research and Statistics Manager Arkansas Spinal Cord Commission August 2005 Arnold-Chiari Malformation (ACM) is the abnor- ACM was named for Hans Chiari, an Austrian mally (small) development of the lower, back part pathologist who described the condition in the late of the skull. As a result, there is less room for the 1800’s. Three years later Julius Arnold, a German parts of the brain housed in this area. The mid- pathologist, described the same condition; thus, brain, pons, medulla and cerebellum are crowded the malformation was later referred to as Arnold- together often with the cerebellum pushing down Chiari. into the spinal cord column. This crowding interferes with the normal operation of these parts Alternate names for ACM are cerebellomedullary of the brain and/or spinal cord. In addition, the malformation syndrome, Arnold-Chiari deformity, movement of cerebrospinal fluid may be blocked Arnold-Chiari syndrome, Chiari malformation and creating increased pressure in the brain and/or Chiari. around the spinal cord. Types of ACM Cerebrospinal fluid (CSF) is created in the brain cavity and bathes the surfaces of the brain and There are three types of ACM: spinal cord. The fluid acts as a shock absorber and is necessary for proper functioning. The fluid is ACM I is characterized by protrusion of the brain absorbed by the body at the base of the spinal tissue below the opening of the base of the skull cord. and may include an abnormal fluid blister-like cavity (syringomyelia) and larger than normal accumulations of CSF in the skull (hydroceph- alus).
    [Show full text]
  • The Development, Rise, Fall, and Return of the Concept of Anticipation in Hereditary Disease
    Coming Full Circle: The Development, Rise, Fall, and Return of the Concept of Anticipation in Hereditary Disease by Judith Ellen Friedman B.Sc., University of Alberta, 1994 B.A. University of Alberta, 1995 M.A. University of Alberta, 1997 A Dissertation Submitted in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of DOCTOR OF PHILOSOPHY in the Department of History © Judith Ellen Friedman, 2008 University of Victoria All rights reserved. This dissertation may not be reproduced in whole or in part, by photocopying or other means, without the permission of the author. ISBN: 978-0-494-52946-1 ii Coming Full Circle: The Development, Rise, Fall, and Return of the Concept of Anticipation in Hereditary Disease by Judith Ellen Friedman B.Sc., University of Alberta, 1994 B.A. University of Alberta, 1995 M.A. University of Alberta, 1997 Supervisory Committee Dr. Gregory Blue, Supervisor (Department of History) Dr. Angus McLaren, Departmental Member (Department of History) Dr. David Zimmerman, Departmental Member (Department of History) Dr. Robert Reid, Outside Member (Department of Biology) Dr. Michael Ashwood-Smith, Outside Member (Department of Biology) Dr. Robert Olby, External Examiner (Department of History and Philosophy of Science, University of Pittsburgh) iii Supervisory Committee Dr. Gregory Blue, Supervisor (Department of History) Dr. Angus McLaren, Departmental Member (Department of History) Dr. David Zimmerman, Departmental Member (Department of History) Dr. Robert Reid, Outside Member (Department of Biology) Dr. Michael Ashwood-Smith, Outside Member (Department of Biology) Dr. Robert Olby, External Examiner (Department of History and Philosophy of Science, University of Pittsburgh) ABSTRACT This dissertation examines the history of the creation and development of the concept of anticipation, a pattern of heredity found in several diseases (e.g.
    [Show full text]
  • The Kramer-Pollnow Syndrome: a Contribution on the Life and Work of Franz Kramer and Hans Pollnow Klaus-Jürgen Neumärker
    The Kramer-Pollnow syndrome: a contribution on the life and work of Franz Kramer and Hans Pollnow Klaus-Jürgen Neumärker To cite this version: Klaus-Jürgen Neumärker. The Kramer-Pollnow syndrome: a contribution on the life and work of Franz Kramer and Hans Pollnow. History of Psychiatry, SAGE Publications, 2005, 16 (4), pp.435- 451. 10.1177/0957154X05054708. hal-00570826 HAL Id: hal-00570826 https://hal.archives-ouvertes.fr/hal-00570826 Submitted on 1 Mar 2011 HAL is a multi-disciplinary open access L’archive ouverte pluridisciplinaire HAL, est archive for the deposit and dissemination of sci- destinée au dépôt et à la diffusion de documents entific research documents, whether they are pub- scientifiques de niveau recherche, publiés ou non, lished or not. The documents may come from émanant des établissements d’enseignement et de teaching and research institutions in France or recherche français ou étrangers, des laboratoires abroad, or from public or private research centers. publics ou privés. HPY 16(4) Neumarker 11/7/05 8:16 AM Page 1 History of Psychiatry, 16(4): 435–451 Copyright © 2005 SAGE Publications (London, Thousand Oaks, CA and New Delhi) www.sagepublications.com [200512] DOI: 10.1177/0957154X05054708 The Kramer-Pollnow syndrome: a contribution on the life and work of Franz Kramer and Hans Pollnow KLAUS-JÜRGEN NEUMÄRKER* In 1932 Franz Kramer (1878–1967) and Hans Pollnow (1902–43) described a hyperkinetic syndrome in children. Basically the symptoms described coincide with what is nowadays regarded as Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) or Hyperkinetic syndrome. The authors of the study thus went down in the history of child and adolescent psychiatry with their eponymous Kramer- Pollnow syndrome, and have had a lasting influence on the development of the concepts relating to this topic.
    [Show full text]
  • The Perplexity Surrounding Chiari Malformations – Are We Any Wiser Now?
    Published September 17, 2020 as 10.3174/ajnr.A6743 REVIEW ARTICLE The Perplexity Surrounding Chiari Malformations – Are We Any Wiser Now? S.B. Hiremath, A. Fitsiori, J. Boto, C. Torres, N. Zakhari, J.-L. Dietemann, T.R. Meling, and M.I. Vargas ABSTRACT SUMMARY: Chiari malformations are a diverse group of abnormalities of the brain, craniovertebral junction, and the spine. Chiari 0, I, and 1.5 malformations, likely a spectrum of the same malformation with increasing severity, are due to the inadequacy of the para-axial mesoderm, which leads to insufficient development of occipital somites. Chiari II malformation is possibly due to nonclo- sure of the caudal end of the neuropore, with similar pathogenesis in the rostral end, which causes a Chiari III malformation. There have been significant developments in the understanding of this complex entity owing to insights into the pathogenesis and advancements in imaging modalities and neurosurgical techniques. This article aims to review the different types and pathophysiol- ogy of the Chiari malformations, along with a description of the various associated abnormalities. We also highlight the role of ante- and postnatal imaging, with a focus on the newer techniques in the presurgical evaluation, with a brief mention of the surgi- cal procedures and the associated postsurgical complications. ABBREVIATION: CM ¼ Chiari malformation hiari malformations (CMs) are a group of rhombencephalic malformations, necessitate a re-evaluation of this classification Cabnormalities, initially described by Hans Chiari, tradition- because some forms do not conform well to the previously ally classified into 4 types.1-3 Types I to III are associated with a described categories.
    [Show full text]