107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 107

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

Operationele ontwikkeling van de Nederlandse Special Operations Forces , 2005-2010

G.R. Dimitriu – majoor der Infanterie G.P. Tuinman – kapitein der Infanterie b.d. Drs. M. van der Vorm – eerste luitenant der Artillerie *

Op 22 maart 1942 begon een kleine groep Nederlandse militairen aan de zware Commando Basic Training in Achnacarry (Schotland). Deze datum geldt als oprichtingsdatum voor het (KCT), dat deze maand dus 70 jaar bestaat. De ‘groene baretten’ nemen een bijzondere plaats binnen de krijgsmacht in. De redactie prijst zich gelukkig dat drie jonge collega’s hun kennis van en (eigen) ervaring met het recente optreden van Nederlandse Special Forces – commando’s en mariniers – in Afghanistan met de lezers willen delen.

n augustus 2003 verlieten de Nederlandse Allereerst was er de ontplooiing van de Special Icommando’s Afghanistan na een missie in Forces Task Group Afghanistan (SFTG-A) van de omgeving van de hoofdstad Kabul. Hoewel april 2005 tot en met april 2006 in Kandahar; de Nederlandse Special Operations Forces (SOF) een missie onder Operation Enduring Freedom daar vanaf 2002 een belangrijke bijdrage had - (OEF). De ISAF-missie in Uruzgan tot december den geleverd, was het geen missie die het uiter - 2007 als Special Forces taakgroep Viper sloot ste van de eenheden had gevergd. Het zou nog daar direct op aan. Na een operationele pauze twee jaar – en een tussentijdse missie naar van bijna anderhalf jaar ving een derde missie Irak – duren eer elementen van de Nederlandse aan, wederom in Uruzgan, van Task Force SOF weer naar Afghanistan zouden terugkeren, (TF) 55, die duurde van april 2009 tot en met voor drie opeenvolgende missies in het zuiden. augustus 2010. Ook in deze drie missies zouden de Neder - landse SOF relatief korte perioden in Afghani - Mijlpalen stan doorbrengen. Ditmaal kwamen de SOF De inzet van Nederlandse SOF – het KCT en echter voor grotere uitdagingen te staan. de Special Forces van het Korps Mariniers – in Afghanistan van 2005 tot 2010 kende een aan - * George Dimitriu is uitgezonden met de eerste rotatie van TF55. Gijs Tuinman is uit- tal mijlpalen. Allereerst was Nederlandse SOF gezonden met de tweede rotatie van SFTG-A, de tweede rotatie van SFTG Viper en de tweede rotatie van TF55. Martijn van der Vorm is onderzoeker bij het Nederlands Insti - niet eerder in de recente geschiedenis ingezet tuut voor Militaire Historie en een van de auteurs van het onlangs gepubliceerde boek in een dergelijk hoog geweldsspectrum en met Callsign Nassau, het moderne Korps Commandotroepen 1989-2012. zo’n robuust mandaat. Ook de operationele

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 107 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 108

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM

omstandigheden en de toegang tot technolo - Uiteraard zijn de ontwikkelingen rond het gisch hoogwaardige middelen was uniek. Tot hedendaagse denken over SOF ook ingegeven slot slaagden de Nederlandse SOF erin zich door de (operationele) ervaringen in de jaren gedurende deze periode te ontwikkelen, waar - daarvoor, maar deze vallen buiten de reikwijdte door het uiteindelijk lukte om een breed pallet van dit artikel. aan activiteiten (ook wel full spectrum speciale operaties 1) uit te voeren. In het eerste gedeelte introduceren we het onderwerp SOF en speciale operaties aan de De vele nieuwe ervaringen van de drie missies hand van een aantal kenmerken en begrippen. hebben bijgedragen tot inzichten over het Vervolgens onderwerpen we de drie missies aan plannen en uitvoeren van speciale operaties. een analyse, waarbij we ons per missie richten Of het nu de nationale politieke en militaire op de relevante factoren van invloed. Om enige leiding was die de randvoorwaarden voor consistentie te waarborgen behandelen we bij operaties oplegden, de Commandant van ISAF de drie missies dezelfde factoren conform de die door richtlijnen de operationele mogelijk - volgende drie deelvragen. Ten eerste, in welke heden beïnvloedde, de insurgency waarmee mate hebben nationale politieke factoren en Nederlandse SOF in Afghanistan werd gecon - het publieke discours over de Nederlandse troe - fronteerd of de beperkte beschikbaarheid peninzet het optreden van Nederlandse SOF van schaarse maar noodzakelijke middelen beïnvloed? Ten tweede, welke invloed hadden – al deze factoren hebben de ontwikkeling externe actoren en factoren zoals de inbedding van de Nederlandse SOF beïnvloed. binnen de OEF- of ISAF-bevelsstructuur en de De vraag is nu waartoe dat heeft geleid. Hoe lokale (Afghaanse) omgeving op de Nederlandse werd er in 2005 over inzet van SOF gedacht? SOF? En ten slotte, wat was de invloed van deze Wat is er sinds die tijd veranderd? Dat brengt factoren op de daadwerkelijke uitvoering van ons tot de hoofdvraag van dit artikel: tot welke speciale operaties? inzichten en ontwikkelingen heeft de inzet van Nederlandse Special Operations Forces in de Begripsbepaling periode 2005 tot 2010 in Afghanistan geleid? Met dit artikel beogen we de nieuwe ontwikke - De studie van SOF en speciale operaties ken - lingen niet alleen inzichtelijk te maken maar merkt zich door een gebrek aan wetenschappe - ook te verklaren. lijke diepgang en een beperkte hoeveelheid beschikbare empirische data. 2 Iedereen heeft Opzet artikel een beeld bij speciale operaties, maar er is geen We richten ons op de drie SOF-missies in Afgha - eensluidende opvatting. Een bruikbare definitie nistan die plaatsvonden in de periode 2005-2010. in de literatuur spreekt van: ‘ [s]mall scale, clan - We willen de ontwikkeling van Nederlandse destine, covert or overt operations of an unortho - SOF voor een breder publiek inzichtelijk dox and frequently high-risk nature, undertaken maken, zonder daarbij afbreuk te doen aan de to achieve significant political or military objecti - operationele veiligheid. We benadrukken dan ves in support of foreign policy ’, gekarakteri - ook dat de analyse in dit artikel louter is geba - seerd door, ‘ either simplicity or complexity, by seerd op open bronnen. De operaties van SOF subtlety and imagination, by the discriminate vinden veelal plaats met een hoge mate van use of violence, and by oversight of the highest geheimhouding, en niet alle gebeurtenissen level ’. 3 en besluitvormingsprocessen zijn openbaar. De strateeg Colin Gray definieert speciale opera- We beseffen dan ook dat we niet volledig kun - ties op de volgende wijze: ‘ special operations are nen zijn. Niettemin menen we dat hetgeen political-military activities tailored to achieve bekend is in open bronnen voldoende mogelijk - specific, focussed objectives […] and conducted heden biedt om enkele ‘rode draden’ te ont- by units which adapt with great flexibility to the rafelen en voorzichtige conclusies te trekken. demands of each challenge’ .4

108 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 109

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES S I R E E K

. H

, D D V A

O T O F

De SFTG-A in Zuid-Afghanistan was voorbereid op gevechten, maar zou uiteindelijk weinig strijd hoeven leveren

Militaire doctrines hanteren gelijksoortige defi - tieke en het militair-strategische niveau. James nities. Zo kent de NAVO de volgende: ‘ Military Kiras noemt daarbij het onderscheid tussen de activities conducted by specially designated, aard van de activiteiten en de effecten ervan. organized, trained and equipped forces using Zo beschouwt hij speciale operaties als tacti sche operational techniques and modes of employment acties met een strategische doelstelling. 7 Een not standard to conventional forces. These activi - tweede overeenkomstig punt in de definities ties are conducted across the full range of mili - is flexibiliteit, ook tijdens complexe en zware tary operations independently or in coordination operaties. Tot slot kenmerken speciale opera ties with operations of conventional forces to achieve zich door een mate van onorthodox, verrassend political, military, psychological and economic en gericht optreden. Dit zijn elementen die objectives. Politico-military considerations may William McRaven ook gebruikt in zijn stan - require covert or discreet techniques and the daardwerk over speciale operaties. Hij betoogt acceptance of a degree of physical and political daarin dat succes van speciale operaties afhangt risk not associated with conventional operations’ .5 van ‘relatieve superioriteit’, ofwel plaatselijk en Volgens de NAVO zijn de principal tasks van SOF: tijdelijk overwicht. 8 Vooralsnog lijken de hier Special Reconnaissance and Surveillance (SR&S), genoemde kenmerken tijdloze begrippen, al is Direct Action (DA) en Military Assistance (MA). 6 er sprake van een verschuivend paradigma sinds de terroristische aanslagen van 11 september Hoewel de definities van elkaar verschillen, 2001. komen enkele aspecten meerdere malen naar Sinds deze aanslagen is namelijk de vraag naar voren. Allereerst is er de relatie met het poli - SOF toegenomen en zijn SOF steeds vaker de

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 109 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 110

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM

‘force of choice ’ bij bestrijding van terrorisme. 9 De Nederlandse krijgsmacht kent verschillende Volgens David Tucker en Christopher Lamb zijn SOF-eenheden. Het Korps Commandotroepen SOF een uitermate geschikt middel om in te (KCT) van de Koninklijke Landmacht is daarvan ze tten tegen terrorististen of irreguliere dreiging, waarschijnlijk de bekendste. Daarnaast zijn er bij voorkeur ingebed op nationaal niveau. 10 de Unit Interventie Mariniers (UIM, de voor- Naast terrorismebestrijding heeft ook Military malige Bijzondere Bijstandseenheid Mariniers) Assistance (hiermee bedoelen we het trainen en de Maritieme Speciale Operaties Compagnie van en samenwerken met lokale paramilitaire (MSO-compagnie) van het Korps Mariniers. Deze of veiligheidstroepen) een hoge vlucht geno - eenheden hebben bij de hierna beschreven men. 11 Vooral het voorspoedig verloop in de missies nauw samengewerkt. beginfase van Afghanistan, waarbij Ameri - kaanse SOF met de Northern Alliance binnen Sinds de instelling van de Ministeriële Kern - enkele maanden het -regime verdreven, groep Speciale Operaties in 2000 neemt de was indrukwekkend. inzet van SOF een bijzondere positie in binnen de besluitvorming voor militaire missies. Deze Maar ook in Irak zijn dergelijke successen kerngroep kan besluiten tot de uitvoering van geboekt, waaronder met de Koerdische milities een speciale operatie zonder vooraf het parle - in het noorden. 12 De successen van SOF heb- ment te informeren, waarbij de verantwoor - ben hun weerslag op de politieke en militaire ding pas achteraf dient te worden afgelegd. leiding. Sinds 2001 zijn SOF-budgetten toegeno - Overigens kan de kerngroep ook besluiten om men, SOF-eenheden uitgebreid, is de operatio - het parlement wel vooraf te informeren. Bin nen nele inzet meer dan verdubbeld en vindt de de kerngroep is iedere coalitiepartij door ten inzet plaats over de gehele wereld. 13 Hoewel dit minste één minister vertegenwoordigd. 18 voornamelijk geldt voor de Verenigde Staten blijkt uit onderzoek dat deze trend ook is waar De Nederlandse SOF nemen geen aparte plaats te nemen in andere westerse landen. 14 in binnen de krijgsmacht. Beheersmatig valt het KCT onder de Koninklijke Landmacht; de Door de geboekte successen speculeren som - MSO-compagnie en de UIM vallen onder de mige wetenschappers en journalisten dat SOF- Koninklijke Marine. Bij inzet worden de Neder - gedomineerde campagnes wellicht de toekomst landse SOF aangestuurd door de afdeling zijn. 15 Volgens Kalev Sepp zijn: ‘ Special Forces Joint Speciale Operaties (JSO) van de Directie [...] in the best political and military position to Operaties van de Defensiestaf. provide a sufficient answer, the better option, and the weapon of choice to respond to the con - Het toegenomen belang van Nederlandse SOF flicts of the new century’. 16 Dit is overigens niet blijkt uit het feit dat deze eenheden tegen de alleen toe te schrijven aan het succes van SOF. trend van bezuinigingen in de afgelopen decen - Met de groeiende publieke tegenzin en de afne - nia juist zijn gegroeid. Vóór 2005 werden SOF mende politieke bereidheid voor langdurige, tijdens operaties vaak ingebed binnen conven- grootschalige troepeninzet blijken SOF steeds tionele eenheden in het operatiegebied ter meer een kosteneffectief alternatief voor een plaatse. Deze trend werd met de missie van grote conventionele troepenmacht. 17 Dit geldt de SFTG-A naar Kandahar doorbroken. 19 in het bijzonder wanneer er sprake is van een complexe operationele omgeving met een hoge De Special Forces Task Group dreiging, zoals in Irak en Afghanistan. Afghanistan , 2005-2006

Al met al heeft het denken over de inzet van Na de omverwerping van het Taliban-regime en SOF en de uitvoering van speciale operaties het uiteenslaan van het Al Qaida-netwerk aan internationaal het afgelopen decennium een het einde van 2001, werd Afghanistan al snel stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Hoe een zijtoneel in de door de Verenigde Staten heeft zich dat nu gemanifesteerd in Nederland? geïnitieerde Global War on Terror . Met name

110 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 111

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

de Amerikanen Het besluit over de inzet van de speciale een- hadden hun heden van het KCT en het Korps Mariniers aandacht en zorgde voor enige verdeeldheid in de Tweede middelen gecon - Kamer. Nadat de ministers Henk Kamp centreerd op (Defensie) en Ben Bot (Buitenlandse Zaken) Irak. Het proces op 25 februari 2005 de Tweede Kamer infor - van state buil - meerden over het voornemen om Nederlandse ding werd voor - SOF in te zetten in Zuid-Afghanistan ontspon namelijk over- zich een debat. gelaten aan de bondgenoten Een aantal leden van de Tweede Kamer uitte van Interna- kritiek op het feit dat de ministers de artikel- tio nal Security 100 procedure niet hadden toegepast maar Assistance Force waren teruggevallen op de procedure voor (ISAF). 20 speciale operaties. 25 Ook het feit dat ruim drie Deze NAVO-missie had tot doel de nieuwe jaar na het vallen van het Taliban-regime nog Afghaanse regering te ondersteunen in het steeds werd gerefereerd aan artikel 51 van vestigen van haar gezag, al reikte dit gezag aan - het VN-Handvest leidde tot opmerkingen van vankelijk niet veel verder dan de hoofdstad Kabul. In het zuiden en oosten van Afghanistan bleef ondertussen de door de VS gedomineerde De successen van SOF hebben Operation Enduring Freedom (OEF) actief om hun weerslag op de politieke op de restanten van de Taliban en Al Qaida te jagen. De SOF-eenheden van Enduring Freedom en militaire leiding werden aangestuurd door de Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF). Deze staf was gevestigd op de vliegbasis Bagram, Kamerleden. 26 Artikel 51 was immers ingeroe - nabij Kabul. 21 pen in de tijd dat het regime in Afghanistan nog werd beschouwd als vijandig, maar Tweede Politieke besluitvorming Kamerlid Bert Koenders (PvdA) vroeg zich tij - Al ruim voor de inzet van de Special Forces Task dens het debat af of daar sinds het verdrijven Group Afghanistan (SFTG-A) in Zuid-Afghanistan van de Taliban in december 2001 en het instal - hadden de Verenigde Staten Nederland ver - leren van Karzai nog wel sprake van was. 27 In zocht om het gevecht tegen het internationale een brief volgend op het debat stelde minister terrorisme te ondersteunen met speciale een- Bot dat de dreiging van Al Qaida en de Taliban heden. 22 Het zou echter een aantal jaar duren vanuit Afghanistan nog altijd bestond en voordat het daar echt van zou komen. Het was dat daarmee het recht op zelfverdediging van toenmalig minister van Defensie Kamp zelf die kracht bleef. Hiermee was volgens de regering stelde dat Special Forces geschikt waren voor de nieuwe deelname aan Enduring Freedom een dergelijke missie vanwege hun bijzondere gerechtvaardigd. 28 opleiding. 23 Dit resulteerde uiteindelijk in de missie die Debat over gevangenen ‘Operatie Benno’ werd gedoopt, een verwijzing Een tweede punt van discussie was de proble - naar de ere-commando Prins Bernhard, die kort matiek omtrent gevangenen. In die periode daarvoor was overleden. Om de onduidelijkheid waren de dubieuze praktijken in Guantanamo over het karakter van de missie weg te nemen Bay reeds publiekelijk bekend. Nederlandse en de rechtspositie van het personeel te borgen, politici hadden zich hier al een aantal malen maa kte het ministerie van Defensie eind tegen afgezet. 29 Met name Farah Karimi van april bekend dat het de ‘tijd van oorlog’ van GroenLinks benadrukte de onrechtmatige gang toepassing verklaarde op de inzet. 24 van zaken in de gevangenis op Cuba en drong

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 111 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 112

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM

aan op een helder juridisch kader voor de tegenstand bleek echter een minderheid aan- Nederlandse Special Forces. 30 Hiertegenover gezien het CDA, de VVD, de LPF, D66, de CU stonden andere politici. Zo schoof Tweede en de SGP de missie wel steunden. Kamerlid Hans van Baalen (VVD) de discussie terzijde met de mededeling dat hij de missie Operationele factoren tijdens de inzet niet afhankelijk wilde maken van de kwestie van de SFTG-A Guantanamo Bay. 31 Deze kwestie zou veelvul dig De SFTG-A ontplooide in april 2005 in de zui- terugkomen in de debatten over troepeninzet delijke provincie Kandahar. Het vliegveld van de jaren daarna. Kandahar-stad werd de uitvalsbasis voor de Nederlandse Special Operations Task Group S I R

E (SOTG). Liaison officieren geplaatst bij CJSOTF E K

. H

zorgden voor coördinatie en het uitwisselen , D D

V van informatie. Ook was binnen CJSOTF voor de A

O T

O duur van de missie een Nederlandse SF-officier F in de hoedanigheid van Red Card Holder (RCH) gestationeerd die namens de Commandant der Strijdkrachten (CDS) het Nederlandse mandaat bewaakte. 35

De Nederlandse regering had besloten om de Nederlandse SOF te laten opereren in de zuide - Chinook-helikopters vervoerden de Nederlandse operators van en naar het tweehonderd lijke districten Shorabak en Registan, aan de kilometer van de hoofdbasis gelegen operatiegebied, en bevoorraadden hen daar grens met Pakistan. Het operatiegebied, dat bekend stond als ‘Windmill’, bestond voorna - Voor- en tegenstanders melijk uit woestijngebieden en was zeer dun- Tot slot het debat over het doel van de missie bevolkt. 36 Het inlichtingenbeeld van het ge bied, zelf. De VVD beschouwde de missie als een met een omvang van honderd bij tweehonderd onderdeel van de strijd tegen het internationaal kilometer, was bovendien zeer beperkt. De terrorisme. Terrorisme dat moest worden andere SOF-eenheden hadden, voornamelijk bestreden in Afghanistan, wilde het op termijn door gebrek aan mankracht, dit gebied groten - geen dreiging vormen voor Nederland. 32 deels links laten liggen. 37 Ook het CDA beschouwde de SOF-missie als een strijd ‘tegen de terroristen die ook hier treinen De organisatie van de SFTG-A was robuust in en flatgebouwen kunnen laten ontploffen’. 33 vergelijking met eerdere missies. De eenheid bestond uit acht SOF-teams met een eigen heli - De PvdA-leden stelden in het slotdebat voor- kopterdetachement bestaande uit vier CH-47D afgaande aan de missie dat er in hun ogen te helikopters (Chinook), een verkenningspeloton weinig duidelijkheid was over de aard en de voor beveiligings- en bewakingstaken en een effectiviteit van de missie. Hoewel de ministers staf met de geëigende functionaliteiten. 38 Kamp en Bot in hun brief schreven dat de SOF De beschikbaarheid van enablers en uitgebreide zich vooral zouden richten op het vergaren van stafcapaciteit bood de SOF een groot scala inlichtingen, het uitvoeren van verkenningen nieuwe mogelijkheden. De uitbreiding van de en zich eventueel zouden toeleggen op gevechts- inlichtingencapaciteit en de beschikbaarheid acties, vond de PvdA de doelstelling toch te van eigen helikopters maakten bijvoorbeeld vaag. Zij stonden naar eigen zeggen weliswaar een eerste aanzet tot intell-driven operaties ‘pal […] in de strijd tegen terrorisme’, maar mogelijk. zouden vanwege het ontbreken van een duide - lijk doel uiteindelijk geen steun geven aan de De afstand tussen het operatiegebied en de inzet van de Special Forces. 34 Ook GroenLinks Nederlandse uitvalsbasis, Forward Operating en de SP stemden niet in met de missie. De Base (FOB) Achnacarry, besloeg 200 tot 300 kilo -

112 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 113

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

meter. Dit had een aantal gevolgen voor het gen of dreiging door Taliban of Al Qaida onder - optreden. Ten eerste beperkte de afstand de kend. 43 Heimelijke observatiemissies in de mogelijke wijzen van inzet in het operatie- zomer van 2005 langs vermoedelijke infiltratie - gebied. Voor transport van en naar Windmill routes vanuit Pakistan leverden nauwelijks had de SFTG-A twee mogelijkheden: inzet met informatie op. Hierop besloot de SFTG-A om de helikopters of met de eigen wielvoertuigen. 39 koers te wijzigen en de bevolking actief te bena- Vanwege de capaciteit van het helikopter- deren om zo meer inlichtingen te vergaren. 44 detachement konden er slechts maximaal twee De ploegen voerden operaties uit waarbij ze ploegen aan personeel en twee voertuigen in tern voor langere tijd in het gebied bleven en medi - worden beladen. Om al het personeel en mate - sche hulp verleenden aan de lokale bevolking. rieel naar het operatiegebied te verplaatsen Uit de eerste contacten met de bevolking bleek waren roulatieschema’s noodzakelijk. dat er sprake was van intimidatie, drugshandel en tribale conflicten over de toegang tot het Een tweede gevolg van de grote afstanden was schaarse water. Hoewel hierbij vaak de schuld de mate van ondersteuning in geval van cala- werd gelegd bij de Taliban, bleek dit vooral een miteiten. Steun in de vorm van vuursteun of methode om de eigen rivalen in een kwaad directe steun door overige eenheden was maar daglicht te stellen bij de internationale troepen. beperkt mogelijk. Daarom besloot de leiding Niettemin leidde de nieuwe aanpak wel tot van de SFTG-A om met grotere elementen te een beter inlichtingenbeeld. opereren en ploegen als het ware te clusteren. 40 Door twee ploegen te beschouwen als de Een nieuw geografisch aandachtsgebied kleinst mogelijke zelfstandig optredende een - Inlichtingen vormden eind 2005 ook de basis heid kon zelfstandigheid en onafhankelijkheid van een hernieuwde geografische focus. De aan - worden gegarandeerd. In tegenstelling tot wat dacht werd verlegd naar de provinciegrens met tot dan toe gebruikelijk was, vormde de enkele Helmand. In dit onherbergzame gebied zouden ploeg dus niet langer de basis van operaties. volgens de verkregen inlichtingen routes lopen De inzichten die de SFTG-A op deed over het waarlangs opstandelingen naar Helmand en optreden met grotere verbanden droegen bij Kandahar-stad trokken. 45 Tegelijk met de aan de ontwikkeling van het meervoudig ploeg - nieuwe geografische focus was er ook sprake optreden. van een verschuiving in de wijze van optreden. Werden de helikopters eerder vooral beschouwd De eerste SOF-operaties als transportmiddel, vanaf deze periode vorm - Met de hiervoor beschreven organisatiestruc - den de helikopters steeds meer een essentieel tuur begonnen de Nederlandse SOF in de zomer onderdeel van het operatieconcept. van 2005 met het uitvoeren van heimelijke ver - kenningsoperaties langs de grens met Pakistan. In tegenstelling tot de situatie aan de oostgrens Doel van de Nederlandse SOF-operaties was de leidden de operaties in het nieuwe aandachts - vermoedelijke infiltratieroutes vast te stellen gebied al snel tot een vijftal confrontaties. 46 om later de insurgents op deze routes aan te Gedurende de eerste maanden van 2006 wer - kunnen grijpen. 41 Al snel bleek dat het operatie- den teams ingezet in de provincie Helmand, gebied erg rustig was. Hoewel de frequentie van aangrenzend aan JSOA Windmill, om smokkel de gevechtshandelingen en aanslagen in Afgha - en infiltratieroutes naar het noorden van Afgha- nistan vanaf 2003 wel langzaam maar zeker nistan te verstoren. Een aantal keren wisten toenam, ging dat grotendeels aan Shorabak elementen van de SFTG-A opstandelingen en en Registan voorbij. De districten leken door drugstransporten te onderscheppen, waarbij de opstandelingen voornamelijk te worden het twee keer kwam tot een vuurgevecht. gebruikt als infiltratieroutes vanuit Pakistan. 42 De nauwe samenwerking met het helikopter- Gedurende de eerste verkenningen van de detachment zorgde ervoor dat de in beslag SFTG-A werden er dan ook geen grote bewegin - genomen spullen, de insurgents en gewonden

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 113 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 114

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM T C K

O T O F

Met hulpgelden bouwde de SFTG-A watervoorzieningen in droge, verafgelegen gebieden

snel afgevoerd konden worden. Bovendien de CJSOTF-staf om de Nederlandse taakgroep waren de helikopters belangrijk voor bevoo- elders in te zetten. In het najaar van 2005 kwa - rrading te velde; ze vergrootten het voort- men er berichten vanuit Bagram dat de door zettingsvermogen. Kortom, de koerswijziging de coalitie gestelde doelen in het Nederlandse wierp haar vruchten af. 47 operatiegebied waren behaald en dat de Neder - landers op een andere locatie wellicht beter kon - Flexibiliteit door inbedding in SOF-structuur den worden ingezet. Hoewel de Nederlandse De operationele flexibiliteit was mede ingege ven regering een aantal maal toestemming gaf om door de internationale bevels verhoudingen. in een gebied in Helmand, grenzend aan de Het was uniek in de Nederlandse geschiedenis provinciegrens, te opereren gaf ze niet toe aan dat de Nederlandse SFTG-A onder rechtstreeks permanente wijziging van het operatiegebied bevel stond van het Amerikaanse CJSOTF-hoofd - en bleef de SFTG-A in Windmill actief. 49 kwartier in Bagram. De planning en goedkeuring van operaties verliep volledig binnen de SOF- Buiten de operationele vrijheid die de inter- commandostructuur. 48 Door de rustige situatie nationale bevelsverhouding bood, had de inter - in het operatiegebied kon de SFTG-A aanvanke - nationale inbedding vooral grote invloed op de lijk maar ten dele bijdragen aan het overkoe- ervaringen met het gebruik van vuur- en lucht - pelende campagneplan waarmee het vanuit steun. Nederlandse SOF-eenheden hadden voor Bagram werd aangestuurd. De SFTG-A had hier - de missie in Zuid-Afghanistan relatief beperkte door de mogelijkheid om zelf operaties te kennis en ervaring met de inzet van Close Air ontwikkelen naar aanleiding van inlichtingen Support (CAS) en grondgebonden vuursteun. over de plaatselijke situatie. Deze middelen waren in 2005 in ruime mate Ook bleken de nationale uitgangspunten over en in een grote verscheidenheid in het operatie - de inzet doorslaggevend bij de pogingen van gebie d aanwezig. Hierdoor werd het nut

114 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 115

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

bevestigd van de inbedding van Forward Air de ministers de aanzet voor mogelijke toekom - Controllers (FAC’ers) op ploegniveau. Hoewel stige inzet van Nederlandse SOF en verdere de daadwerkelijke inzet van CAS en grond- professionalisering in lijn met ontwikkeling in gebonden vuursteun tijdens Operatie Benno de NAVO en de EU. Bovendien werd geconclu - uitble ef, is door de missie het bewustzijn deerd dat de samenstelling van de SFTG-A een van het belang van vuursteun voor speciale goed uitgangspunt bood voor de architectuur operaties in planning en uitvoering sterk van toekomstige speciale taakgroepen. 51 De toegenomen. laatste constatering is in lijn met de opvatting van de Nederlandse SOF-gemeenschap. De Subconclusie organisatiestructuur van de SFTG-A wordt nog Wat heeft de missie SFTG-A al met al bijgedra - steeds gebruikt als rolmodel in de hedendaagse gen aan de inzichten over het Nederlandse discussie over het SOTG-optreden. 52 SOF-optreden? Uit de debatten blijkt dat er poli - tieke verdeeldheid was over de inzet van Neder - Al met al heeft Operatie Benno significant bij - landse SOF. Die verdeeldheid was niet nieuw: gedragen aan het denken over inzet van SOF. met de inval in Irak was er ook sprake van poli - Niet eerder werden zoveel ondersteunende tieke onenigheid over de inzet van militairen elementen als staf, inlichtingen, helikopters en in het kader van de door de Verenigde Staten EOD bijeen gebracht in een speciale taakgroep. gedomineerde War on Terror. In die zin paste De beschikbaarheid van de enablers en de uit - de discussie over de inzet van SOF in de debat - gebreide stafcapaciteit bood legio nieuwe moge - voering over de Nederlandse inzet in Irak en lijkheden voor SOF-optreden. Bij de planning Afghanistan. van operaties had de SFTG bijvoorbeeld de beschikbaarheid over een robuuste inlichtin gen - Anderzijds verschilde het debat procedureel en capaciteit en kon er worden gekozen uit ver - inhoudelijk wel degelijk van de discussie over schillende inzetopties, waaronder helikopters. andere militaire missies. Doordat de inzet van speciale operaties niet conform de artikel-100 Eveneens uniek was het feit dat Nederlandse procedure hoefde te verlopen, verliep het SOF niet waren ingebed in of ondersteunend besluitvormingsproces tot de inzet van de SFTG- waren aan een conventionele taakgroep; de A sneller. En vanwege het geheime karakter eenheid trad op binnen een SOF-organisatie. van speciale operaties konden de betrokken Hierdoor was de SFTG-A in staat om nuttige ministers het zich bovendien permitteren ervaringen op te doen op het gebied van lucht- weinig los te laten over de aard, het doel en het en vuursteun. operatiegebied van de missie. Dit leidde echter wel tot kritische opmerkingen vanuit de oppo - Ook de operationele omgeving heeft bijgedra - sitie. Zo stemde de PvdA niet in met de SOF- gen aan de ontwikkeling van SOF-optreden. missie omdat de partij het doel niet duidelijk Zo deed Nederlandse SOF ervaringen op met genoeg vond. het meervoudig ploegoptreden en het verzame - len van inlichtingen in een complexe en uit- Kortom, de besluitvormingsprocedure voor gestrekte omgeving. Aan de andere kant waren speciale operaties en de grote mate van geheim - er ook beperkende omstandigheden. Zo bood houding biedt de regering een relatief eenvou - het open terrein weinig mogelijkheden om dige mogelijkheid tot de inzet van een grote verrassend, creatief en heimelijk op te treden. missie met een robuust mandaat. Daartegen over staat dat dit negatieve gevolgen kan hebben Gedurende de missie deden niet alleen de voor het politieke draagvlak van de missie. operators op de grond veel ervaring op, ook de staf van de taakgroep maakte een ontwikkeling Na afloop toonden de ministers van Defensie door. De operationele vrijheid stelde de staf en Buitenlandse Zaken zich tevreden. 50 Met de immers in staat om zelf operaties te genereren conclusies uit de evaluatie van de missie gaven in plaats van te wachten op een opdracht van

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 115 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 116

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM

het hogere niveau. Dit kwam vooral tot uiting Kamp in hun Kamerbrieven over de missie de toen het vooraf verwachte optreden onder oor - samenhang tussen veiligheid, stabiliteit en logsomstandigheden uitbleef. De SFTG speelde wederopbouw hadden benadrukt, bleef die hier flexibel op in door andersoortige, veelal kwestie gedurende de aanloop naar de missie minder kinetische, operaties uit te voeren en in Uruzgan terugkomen in de debatten en in het aandachtsgebied te verleggen. Doordat de de media. 57 Nederlanders hun operaties zogezegd bottom up moesten initiëren en plannen, bestond de Critici in het parlement waren vooral bang dat ruimte daartoe. de ISAF-missie zou overlappen met OEF, een missie die in hun ogen synoniem was geworden Task Group Viper en de missie voo r hardhandige terrorismebestrijding en in Uruzgan, 2006-2007 weinig oog voor de lokale bevolking.

Voorafgaande aan de ontplooiing van ISAF-troe - Evenals bij de missie van de SFTG-A was de pen in Zuid-Afghanistan (stage III) medio 2006 behandeling van gevangenen wederom onder - heerste er een zeker optimisme in de NAVO- werp van discussie. Een specifiek voorval dat hoofdkwartieren binnen en buiten Afghanistan. in de aanloop van de missie in Uruzgan plaats - De, onder vond wakkerde de aandacht aan. In maart 2006 andere, Britse, publiceerde NRC Handelsblad een artikel Canadese en waarin stond dat Nederlandse troepen van de Nederlandse SFTG-A betrokken waren geweest bij aanhou - militairen zou - dingen van Afghanen die in het Amerikaanse den zich niet detentiesysteem waren verdwenen. 58 De oppo - primair bezig- sitiepartijen PvdA, SP en GroenLinks – tevens houden met het de tegenstanders van de missie – eisten een ver - bestrijden van klaring en wilden in debat over de kwestie. 59 de insurgents, Minister Kamp verklaarde dat tijdens Neder - maar vooral het landse patrouilles weliswaar een aantal gezag van de Afghanen waren overmeesterd maar dat de regering in feitelijke aanhouding door Amerikaanse Kabul uitbrei - troepen was gebeurd. De Afghanen waren den en zorgdragen voor veiligheid. 53 Hierdoor vervoerd naar een detentiefaciliteit in Bagram, zouden civiele instituties en economische groei zo verklaarde minister Kamp, waarna het in het gebied de kans krijgen om zich te ont - lot van hen onbekend bleef. 60 De kwestie wikkelen. De missie zou vooral draaien om had weinig invloed op de lopende missie van het winnen van vertrouwen van de bevolking. de SFTG-A, maar ze was wel van invloed op De versterkingen die dit moesten bewerkstel- het Uruzgan-debat. 61 ligen bracht het totaal van de internationale troepenmacht op 46.000 militairen; bijna een Nederlandse SOF-inzet nauwelijks onderwerp verdubbeling ten opzichte van 2005. 54 van discussie Het feit dat ook Nederlandse speciale eenheden Politieke debatten over de Nederlandse inzet zouden worden ingezet tijdens de missie in in Uruzgan Uruzgan kwam nauwelijks ter sprake tijdens de Het besluit in februari 2006 tot de inzet van politieke discussies. In de initiële brieven over Nederlandse troepen naar Uruzgan was aanlei - de missie kwam de deelname van Nederlandse ding voor een fel politiek debat. 55 De discussie SOF niet eens voor. Nederlandse SOF zouden concentreerde zich vooral op de (vermeende) volgens minister Henk Kamp dan ook een vol- tege nstelling tussen een ‘vechtmissie’ en ledig andere taak krijgen dan tijdens OEF en een ‘opbouwmissie’. 56 Hoewel de toenmalige gewoon onder de Nederlandse commandant ministers Ben Bot, Agnes van Ardenne en Henk van de ISAF-missie in Uruzgan vallen.

116 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 117

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

‘Er is geen special forces-operatie gepland in [Uruzgan]; er is alleen een ISAF-operatie. De commando’s vormen een onderdeel van de militaire eenheid. Zij hebben specifieke com - mandotaken, zoals [langdurige] verkenningen in moeilijke omstandigheden’, aldus de minis - ter in een brief aan de Tweede Kamer. 62 Gedurende de TFU-missie zouden Nederlandse SOF dus deel uitmaken van de TFU en geen spe - cifieke speciale operaties uitvoeren. Niettemin achtte minister Kamp de bijdrage van Neder - landse SOF van groot belang voor het creëren van de noodzakelijke randvoorwaarden voor de TFU. 63 T C K

O T O Ontplooiing van Nederlandse SOF in Uruzgan F Gelijktijdig met de Nederlandse troepen van de ‘Close Air Support’ in het Derafshan-gebied op 19 juni 2006 Deployment Task Force van de TFU, ontplooide de Special Forces Task Group Viper in het voor - noemde factoren op het optreden van de SFTG jaar van 2006 naar Kamp Holland in Tarin Viper uitgebreid aan de orde. Kowt, de provinciehoofdstad van Uruzgan. De missie van SFTG Viper verschilde beduidend Grote mate van operationele vrijheid van de missie van de SFTG-A. Allereerst ver - Allereerst de inbedding van de SFTG Viper in de schilde de opdracht. Deze was missie volgens TFU, en de taakorganisatie. Beide factoren had - de minister van Defensie dus niet specifiek te den gevolgen voor de planning en de uitvoering karakteriseren als een speciale operatie. Ten van operaties. De invloed daarvan wisselde ech - tweede viel de SFTG Viper, zoals hiervoor al ter tijdens de verschillende rotaties. Gedurende genoemd, in tegenstelling tot de periode in de eerste rotatie had de taakeenheid een rela tief Kandahar niet onder een internationaal SOF- grote mate van operationele vrijheid. Ze diende hoofdkwartier, maar was de taakgroep ingebed de eigen operaties zelf te plannen, aangezien in de conventionele TFU. En in de derde plaats een grote TFU-staf vooralsnog ontbrak en de werd het relatief grote maar rustige grens- DTF zich richtte op de logistieke operatie. gebied verruild voor Uruzgan, een gebied waar de insurgency welig tierde. Ten slotte vloeide Wel leunde Viper in die periode zwaar op inter - uit voornoemde punten een andere taakorgani - nationale bondgenoten. Dit was enerzijds uit satie voort. Mede ingegeven door de inbedding nood geboren, aangezien de Nederlandse voer - en de gewijzigde taakstelling was ook de tuigen nog niet waren uitgerust met jammers organisatie van de taakgroep aangepast. die de signalen van Improvised Explosive Devices (IED’s) konden verstoren. Door te verplaatsen in De nucleus van taakgroep Viper bestond uit het kielzog van de bondgenoten kon Viper toch vier operationele teams met een minimaal ver - van deze beveiligingsmaatregel gebruik sterkte compagniesstaf, zonder eigen helikopter- maken. 65 capaciteit of extra inlichtingenpersoneel, capa - citeit van de Explosieven Opruimingsdienst De internationale samenwerking bracht meer - (EOD) of overige ondersteuning. 64 Voor alle dere voordelen met zich mee, zo blijkt onder enabling capaciteiten moest Viper dus terug- meer uit het relaas van de eerste commandant vallen op de TFU en de bondgenoten. Door deze van de rotatie. 66 Door de samenwerking was de factoren was de inzet van SFTG Viper op veler - taakgroep namelijk in staat om zich de karakte - lei vlakken beduidend anders dan die van de ristieken van het operatiegebied en de demo - SFTG-A. Hierna komt de invloed van voor - grafische samenstelling snel eigen te maken.

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 117 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 118

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM

Ook brachten de internationale contacten binnen de SOF-structuur, beperkte toegang actuele kennis over de huidige manier van had tot hoogwaardige middelen als ISR (dat opereren, waaronder het gebruik van specialis - voortvloeide uit de inbedding binnen de TFU) tische capaciteiten als Intelligence , Surveillance en eigen enabling-capaciteit ontbrak, werd het en Reconnaissance (ISR)-middelen en het optre - vermogen van Viper om zelfstandig en flexibel den met luchtsteun en vuursteun. Tot slot had - op te treden beperkt. den de reeds aanwezige troepen al veel ervaring opgedaan in het bestrijden van de insurgency Ook werd het moeilijker om intell driven spe- en deze werd gedeeld met SFTG Viper. Kortom, ciale operaties uit te voeren. Hoewel dit een de internationale samenwerking was van grote beperking bleek voor de operationele mogelijk - waarde voor de taakgroep. heden leidde het geenszins tot minder opera- tionele uitdagingen. De insurgency in Uruzgan Inbedding in TFU beïnvloedt optreden zorgde namelijk voor geduchte tegenstand. Nadat de TFU in augustus 2006 operationeel was geworden, kregen de gevolgen van de Veel tegenstand in Uruzgan inbedding van de taakeenheid meer gestalte Het beeld over de insurgency dat tijdens de en veranderde het optreden van Viper. Aller - verkenningen van SFTG-A was ontstaan, werd eerst verminderde de hoge mate van vrijheid bevestigd tijdens de eerste rotaties van Viper. die ten tijde van de DTF had bestaan. Steeds De situatie in Uruzgan was veel dreigender dan vaker werd Viper ingezet voor meer conventio - de SFTG-A het jaar ervoor had ervaren in Kanda - nele taken waaraan de Nederlandse Battlegroup har. Verkenningen ten noorden van de provin - niet toekwam. 67 Gedurende de verschillende ciale hoofdstad Tarin Kowt leidden veelvuldig rotaties ontwikkelde Viper zich tot een soort tot hevige gevechtscontacten. De opstande- snelle reactiemacht die brandhaarden in het lingen leken elke buitenlandse inmenging te operatiegebied van de TFU moest bestrijden. willen bestrijden en probeerden met veel geweld de coalitietroepen de toegang tot hun Te n tweede moest de taakeenheid voor enabling- gebieden te ontzeggen. Ondanks het feit dat capaciteiten terugvallen op de TFU, waarbij ze de missie voor Nederlandse SOF in Uruzgan nu de schaarse capaciteit moest delen met regu - dus onder ISAF viel, en niet in het teken stond liere infanterie-eenheden. 68 Dit bevorderde de van terrorismebestrijding, bleek al gauw dat mate van zelfstandigheid en flexibiliteit niet. de aard van de tegenstand in het nieuwe missie - Tot slot beperkte de inbedding in de TFU-orga - gebied aanzienlijk gewelddadiger was. nisatie ook de toegang tot schaarse middelen van hogere niveaus. Doordat SFTG Viper niet De gevechten in Uruzgan pasten in het patroon was ingebed binnen de SOF-structuur kreeg het dat eveneens in de naburige provincies zicht - minder gemakkelijk toegang tot schaarse mid - baar werd. Ook in Helmand en Kandahar stuit - delen als ISR. Deels kon dit worden opgevangen ten de coalitiegenoten van ISAF op fel verzet. door de samenwerking met internationale SOF- De opstandelingen voerden zelfs grootschalige partners, maar mede door de organisatorische offensieven uit om de ontplooiing van de inter - inbedding van SFTG Viper verwaterden de nationale troepen te dwarsbomen. Slechts met contacten gedurende de missie. Bovendien trok de nodige moeite konden deze offensieven Australië in augustus 2006 zijn SOTG tijdelijk tot staan worden gebracht, zoals bijvoorbeeld uit de provincie terug. tijdens ‘Operatie Medusa’ in september 2006 in Kandahar. Het aantal aanvallen op de buiten - In plaats daarvan traden Nederlandse SOF landse militairen verdubbelden dat jaar tot zes - steeds meer op met bijvoorbeeld het Neder - honderd per maand. Deze vonden met name landse PRT en de verkenningspelotons van de plaats in de zuidelijke en oostelijke provincies. Battlegroup om inlichtingen te vergaren over De hoopvolle verwachtingen dat ISAF tijdens (de randen van) het Nederlandse operatie- stage III nauwelijks gevechtsoperaties zou gebied. Kortom, doordat Viper niet was ingebed uitvoeren, kwamen dus niet uit. 69

118 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 119

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES T C K

O T O F

De eerste rotatie van Viper werkte nauw samen met Australische Special Operations Forces

In de beginperiode van de missie bereikten de Wijze van optreden gewelddadigheden nog maar mondjesmaat De operationele omgeving alsmede de ervarin - het Nederlandse publiek. 70 De aard van de SOF- gen van internationale SOF-partners hadden operaties zou grotendeels pas duidelijk worden invloed op het optreden van taakgroep Viper. na de toekenning van de Militaire Willemsorde Allereerst leerde de SFTG Viper al snel dat het voor getoonde moed en beleidvol optreden aan niet eenvoudig was om de insurgency te bestrij - kapitein Marco Kroon, in 2009. 71 den. 74 De insurgents waren zelden als zodanig herkenbaar; vaak gingen ze op in de lokale Toch sijpelde ook in 2006 al iets van de situatie bevolking. Bovendien bleken ze over een groot in het gebied door naar Nederland. In novem - adaptief vermogen te beschikken, zo blijkt ber 2006 vertoonde de Nederlandse journalist onder meer uit verslagen door betrokkenen. 75 Vic Franke beelden van een gevechtssituatie in de buurt van Wanow, ten noordoosten van De commandant van de vierde rotatie betoogde de basis bij Tarin Kowt. 72 De video, genaamd dat de vijandelijke strijders gedurende de mis - ‘09:11 Zulu’ wekte beroering, niet alleen van - sie leerden dat ‘vechten tegen ISAF-troepen wege de intensiteit van het gevecht maar ook met klein-kaliberwapens weinig effectief was. door de kritische meningen van de Nederlandse In p laats van de directe confrontatie aan te commando’s, die meenden dat ze met de gaan [verlegden de opstandelingen] hun tac- Viper-mis sie niet naar vermogen werden tieken meer en meer naar het plaatsen van ingezet. Hoewel het incident de PvdA en geïmproviseerde explosieven’. 76 GroenLinks aanleiding bood tot het stellen van Kamer vragen, zou het geen verregaande De bevolkte en gecultiveerde gebieden – green consequenties hebben. 73 zones genoemd – waren vanwege de slechte

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 119 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 120

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM T

begaanbaarheid niet altijd geschikt voor optre - C K

O T

den met voertuigen. Daarom experimenteerde O F de taakeenheid met verschillende operatie- concepten. Een kleine eenheid trad bijvoor - beeld ’s nachts te voet een dorp binnen, waarna bij de eerste schemering de voertuigen bij- trokken. Een andere mogelijke wijze van optreden was het heimelijk inrichten van observatieposten om vervolgens met een ogen - schijnlijk zwakke eenheid de groene zone in te trekken. 77 Zodoende werd getracht de insur gents te verleiden hun ware aard te tonen. 78

In andere gevallen opereerden de operators van Viper i n de onoverzichtelijke groene zone in kleine groepen van vier tot twaalf man, met rugdekking vanaf de hoger gelegen terrein- delen. 79 Kortom, verrassing door creativiteit en flexibiliteit was het devies. 80 De zoektocht naar insurgents binnen de groene zones bracht echter ook de nodige risico’s met zich mee.

Een tweede gevolg van de operationele omge - ving, maar ook van de taakorganisatie en de beperkte beschikbaarheid van enablers, was de voortzetting van het geclusterde optreden, dat tijdens de SFTG-A al was ingezet. Zo trad de eerste rotatie initieel op met twee clusters van twee ploegen. Nadat één ploeg vertrok naar Deh Rawood werden de overige drie ploegen samengevoegd tot één integrale eenheid. Rotatie twee nam de taakorganisatie van de bleek dat de boordwapens en de eigen vuur - vorige rotatie over. Nadat vanaf de derde rotatie steunmiddelen niet afdoende waren om ener - de enkele ploeg uit Deh Rawood was terug- zijds de veiligheid van eigen personeel te waar - getrokken, werden de teams gebundeld en als borgen en anderzijds de tegenstander effectief één taakeenheid ingezet. 81 te kunnen bestrijden. 84

Het clusteroptreden werd vooral ingegeven Gedurende de vijf rotaties van Viper werden door de hoge dreiging van de insurgency. veel gevechten met de insurgency beslecht door Hierdoor werd de vuurkracht van een enkele de gecoördineerde inzet van CAS en grond- ploeg niet voldoende geacht. Ook de beperkte gebonden vuursteun. 85 Vuursteun en lucht - beschikbaarheid van enablers belast met de steun namen niet alleen een prominente plaats opsporing van IED’s speelde een rol: er was in tijdens de uitvoering van operaties, maar vaak niet voldoende capaciteit om meerdere ook gedurende de planning en voorbereiding elementen van Viper te ontplooien. 82 door de staf. 86

Ten derde groeide gedurende de missie het Ten slotte nam het belang van de rol van lei ders belang van CAS en grondgebonden vuursteun. en commandanten toe. Gedurende de Viper- Hiertoe was tijdens de missie van de SFTG-A al missie was er sprake van intensieve gevechten, een eerste aanzet gedaan. 83 Tijdens operaties een diffuse, complexe omgeving en wisselende

120 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 121

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

Veel gevechten vonden plaats in de bevolkte ‘green zones’

van het NRC Handelsblad over de afvoer van gevangenen en de commotie na het verschijnen van ‘09:11 Zulu’.

De inbedding in de TFU in plaats van in de internationale SOF-structuur bleek van grote invloed. Met uitzondering van de eerste rotatie werd de SFTG Viper in grote mate beperkt door de geringe mate van vrijheid van operationeel handelen en het ontbreken van eigen nood- zakelijke enabling capaciteit. Voor capaciteiten als genie, EOD, inlichtingen, Electronic Warfare (EW)-teams en vuursteun moest de SFTG aan - kloppen bij de TFU. 87 De toenemende verstren - geling met de TFU had eveneens enige terug - houdendheid van internationale SOF-eenheden tot gevolg. Hierdoor had Viper minder toegang tot hoogwaardige inlichtingen en internatio - nale ISR-capaciteit. In de ogen van sommige operators werd hierdoor te weinig gebruik gemaakt van de specifieke capaciteiten van Nederlandse SOF.

Ondanks de operationele beperkingen maakte de Nederlandse SOF-gemeenschap met de inzet in Uruzgan toch een sterke ontwikkeling door. De complexe operationele omgeving en de vele intensieve gevechtsacties leiden tot nieuwe inzichten over de mogelijkheden van SOF in geweldsniveaus. Het belang van leiderschap een counterinsurgency. Meer specifiek maakte blijkt ook uit de vele dapperheidsonderschei - vooral het denken over meervoudig ploeg- dingen voor junior leaders van Nederlandse optreden, lucht- en vuursteun en de invloed SOF. De redenen daarvoor onderschrijven dat van leiderschap een stap voorwaarts. leiderschap onder extreme omstandigheden vaak het verschil heeft gemaakt tijdens de Al met al kunnen we concluderen dat de inbed - operaties van Viper. ding in de TFU-structuur en de daaruit voort - vloeiende taakorganisatie, de voornaamste oor - Subconclusie zaken waren waarom het optreden van de SFTG Tot welke inzichten heeft de missie van SFTG Viper overwegend conventioneel van aard was. Viper nu geleid? Op politiek niveau is er nauwe - Ondanks de complexe missies in een hoog lijks gedebatteerd over de inzet van Neder - geweldsspectrum die zijn uitgevoerd, karak- landse SOF. De SFTG Viper zou immers worden teriseren de meeste operaties van Viper zich ingebed in de TFU en dus was er geen reden om niet als speciale operaties. Een belangrijk con - de taakeenheid apart te behandelen. Niettemin clusie die de SOF-gemeenschap dan ook heeft krijgt berichtgeving over speciale operaties, getrokken, is dat bij toekomstige SOF-missies gezien het heimelijke karakter ervan, vaak de altijd zou moeten worden gestreefd naar inbed - warme aandacht van de media en het publiek, ding in een (internationale) SOF-structuur en zo bewijst ook de reactie op de berichtgeving de beschikking over eigen enablers, opdat

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 121 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 122

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM

er volwaardige speciale operaties kunnen wor den De wens van Nederlandse SOF om te worden uitgevoerd. ingebed binnen de bestaande internationale ISAF SOF-structuur werd vervuld. TF55 zou niet TF55 en de operaties in onder TFU-commando opereren, maar direct Zuid-Afghanistan, 2009-2010 ressorteren onder de commandant van ISAF- SOF, een ondercommandant van de comman - Na de terugtrekking van Task Force Viper in dant van ISAF. 92 Dat was een stap vooruit. De 2007 bleven elementen van het KCT stand-by taakstelling die TF55 meekreeg van de minister staan om op korte termijn te worden ingezet van Defensie betekende eveneens een vooruit - als de TFU gang ten opzichte van de missie van daarvoor. hierom ver - Beschouwde minister Kamp de SFTG Viper nog zocht. Het zou als een bijzondere verkenningseenheid, primair echter tot eind belast met het verzamelen van inlichtingen en 2008 duren eer ondersteunende taken als Quick Reaction Force , de afdeling TF55 was in de ogen van zijn opvolger Eimert Joint Speciale van Middelkoop wel degelijk een echte speciale Operaties van eenheid, met speciale taken. 93 de Defensiestaf weer een bij - Doordat TF55 de opdracht kreeg zich te richten drage van Neder - op de insurgent-netwerken kon de taakeenheid landse SOF het gevecht naar de tegenstander brengen en zou onder- voeren op eigen voorwaarden. zoeken. 88 Wat tegenviel was echter het feit dat er onvol - Op 13 maart 2009 meldde minister Eimert van doende mogelijkheden waren om TF55 eigen Middelkoop de voorgenomen inzet van Neder - enablers mee te geven, zoals TF55 graag landse SOF in een brief over de voortgang van wenste. Daardoor was TF55 gedurende de de missie in Uruzgan. In de brief beschreef de missie wederom afhankelijk van de TFU voor minister dat er ‘dringend behoefte bestaat aan het verkrijgen van noodzakelijke capaciteit de inzet van commando’s en mariniers ter ver - als EOV, genie, vuursteunmiddelen (mortieren) betering van de inlichtingenpositie’. 89 Daarom, en EOD. 94 Andere schaarse middelen, zoals heli - zo schreef de minister, is besloten tot de missie kopters en ISR, diende de taakeenheid te ont - die was ‘gericht op het uitvoeren van verken - trekken van RC-South. De afhankelijkheid en ningen, het verzamelen van inlichtingen en het de schaarse beschikbaarheid van de enablers aangrijpen en arresteren van Talibanleiders en was, zoals aangegeven, van invloed op de insurgents die zich bezig houden met het ple gen flexibliteit en het operationele tempo van van aanslagen en het plaatsen van IED’s’. 90 TF55. 95

Het basisidee was dat SOF zich buiten de inkt - Heroriëntatie op de ISAF-strategie vlekken zouden ophouden om de druk op de De ontplooiing van TF55 in het voorjaar van activiteiten van de TFU en het PRT binnen die 2009 viel samen met een heroriëntatie van inktvlekken te verminderen. 91 In het daarop - de internationale campagne in Afghanistan. volgende debat kwam de missie kort ter sprake, De westerse inspanningen van de voorgaande waarbij enkele Kamerleden zich afvroegen of jaren hadden nog niet geleid tot een eind aan de regering gezien de aard en de omvang geen het geweld in Afghanistan. Na het aantreden aparte artikel-100 procedure voor de missie van president Barack Obama in januari 2009 had moeten volgen. Minister Van Middelkoop zette de Verenigde Staten nog meer in op een verklaarde daarop echter dat hij van mening koerswijziging. Obama stelde generaal Stanley was dat de missie niet buiten de bestaande McChrystal aan om de internationale troepen - mandaten viel, en daarmee was de kous af. macht te gaan leiden. Na een uitvoerige analyse

122 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 123

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

van het conflict stelde McChrystal vast dat de Ondanks de toegenomen coördinatie, dienden ISAF-missie te kampen had met een gebrek de operaties vooral door de staf van TF55 zelf te aan middelen, een gebrek aan politieke wil en worden gegenereerd en in de ISAF-lijn te wor - bovenal een gebrek aan een overkoepelende den voorgelegd voor goedkeuring. Ook verzocht strategie. 96 TF55 voorafgaande aan elke operatie goedkeu - ring in de nationale lijn aan de Defensiestaf. TF55 was bestemd om in en rond Uruzgan op Hiermee werd de tijdens SFTG-A ingezette te treden. De volledige taakeenheid besloeg ontwikkeling van plannen op laag niveau 76 man, waarbij de kern evenals bij Viper doorgezet. bestond uit vier ploegen. 97 De overkoepelende staf was qua omvang een tussenvorm van de Grote invloed van richtlijnen ISAF-commando twee voorgaande missies. Net als de SFTG-A Van grote invloed op het optreden van TF55 zou TF55 deel gaan uitmaken van een inter- was de komst van McChrystal als commandant nationale SOF-bevelsstructuur. Omdat generaal van ISAF en de zogeheten directives die gedu - McChrystal meer eenheid van inspanning wilde, rende de missie onder zijn commando werden werden regionale Special Operations Command uitgegeven. Deze richtlijnen waren een belang - and Control Elements (SOCCE) ingesteld. Deze rijk uitvloeisel van de hernieuwde strategie, die moesten de speciale operaties onderling en met er voornamelijk op gericht was de bescherming de regionale hoofdkwartieren afstemmen. 98 van de Afghaanse bevolking centraal te stellen Om deze reden namen de staf en de liaisons en daarmee haar steun te winnen voor de van TF55 hun intrek op Kandahar Airfield. Afghaanse overheid en de coalitie. T

C Hoewel deze inzichten en zijn ideeën over K

O T

O counterinsurgency op zichzelf niet nieuw F waren, zag McChrystal zeer nauwlettend toe op daadwerkelijke naleving van de principes ervan. 99 Voorgenomen operaties moesten bij - voorbeeld aan steeds meer en strengere voor - waarden voldoen om te worden goedgekeurd. Zo legde McChrystal nachtelijke operaties aan banden en eiste hij grote terughoudend heid bij het gebruik van geweld. 100 Ook dienden operaties uitvoerig te worden vastgelegd, opdat eventuele incidenten grondig konden worden uitgezocht en gecommuniceerd. Hoewel dit extra stafwerk betekende, hadden de richt- lijnen met de beperkingen tot geweldgebruik relatief weinig invloed op het optreden van de Nederlandse SOF. Het gebruik van geweld was tijdens de recente Nederlandse missies altijd al aan strikte voorwaarden gebonden.

Andere richtlijnen, zoals de restricties op nach - telijke operaties, hadden wel invloed. Hierdoor werd de mogelijkheid tot verrassend optreden bij duisternis (dat tijdens SFTG Viper nog veel gebeurde) namelijk teruggebracht. De belang - rijkste richtlijn die werd uitgegeven gedurende de missie behelsde de verplichting om te part - Een operator doorzoekt een ondergronds irrigatiekanaal (‘karesh’) neren met een Afghaanse eenheid. Dit leidde

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 123 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 124

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM T C

ertoe dat TF55 ging samenwerken met een K

O T

Afghaanse politie-eenheid, die de taakeenheid O F omdoopte tot Special Response Team Uruzgan (SRTU). 101

De gedachte achter de partnering- filosofie was enerzijds het verbeteren van het niveau van de Afghaanse veiligheidstroepen, zodat deze op termijn de taken van de internationale troepen konden overnemen. Anderzijds zou het gebruik van Afghaanse eenheden moeten leiden tot meer draagvlak van de lokale bevolking voor ISAF-operaties en, belangrijker nog, voor de Afghaanse overheid. 102 Hoewel het partneren initieel stroef verliep, in verband met de beperkte aanwas en het grote verloop van opge - leide agenten, bleek de opgedane ervaring erg waardevol. Door de intensieve samenwerking met de SRTU werd de Nederlandse SOF-gemeen - schap weer herinnerd aan een primaire SOF- taak die door de jaren heen op de achtergrond was geraakt: Military Assistance.

Uruzgan buiten het zwaartepunt van ISAF Een richtlijn die ten slotte ook veel invloed had op het optreden van TF55 was het besluit van het ISAF-commando in 2009 om Kandahar-stad en centraal Helmand tot de zwaartepunten van de inspanningen te verklaren. Als gevolg hier - van besloot RC-South om de inzet van schaarse ISR-middelen en helikoptercapaciteit op deze SOF-structuur en de implicaties van de richtlij - gebieden te concentreren. 103 nen vanuit het ISAF-hoofdkwartier al genoemd. Maar ook de veranderde strijdwijze van de in - Om de insurgents op te kunnen sporen en surgency en de instroom van nieuw materieel effectief te kunnen opereren, had TF55 echter speelde een rol. Allereerst de insurgency. In de ook dringend behoefte aan goede inlichtingen loop der jaren hadden de insurgents hun strijd - met behulp van ISR-middelen en de mogelijk - wi jze in de provincie Uruzgan gewijzigd. Tijdens heid om helikopters in te zetten. Vanwege de de directe confrontaties van 2006 en 2007 had - koe rswijziging kreeg TF55 echter minder toe - den de opstandelingen zware verliezen geleden. gang tot deze schaarse capaciteit. Doordat de Vanaf begin 2008 had de TFU een kwetsbare eenheid door operaties buiten de provincie dominantie verworven over de bevolkings- effecten wist te bereiken in Uruzgan kon ze centra. Dit had invloed op de strijdwijze van af en toe toch gebruikmaken van schaarse de opstandelingen. middelen terwijl ze tegelijkertijd een bijdrage leverde aan de TFU-missie. In tegenstelling tot de jaren ervoor vermeden de insurgents de gevechten met de coalitie- Wijze van optreden troepen binnen de zogenoemde ‘inktvlekken’, Legio aspecten zijn van invloed geweest op maar maakten ze steeds meer gebruik van het opereren van TF55. Hiervoor is de invloed IED’s. Dit had gevolgen voor de verplaatsings - van de politieke opdracht, de inbedding in de mogelijkheden – ook voor TF55. Verplaatsen

124 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 125

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

TF55 voerde gerichte operaties uit om opstandelingen op te pakken of wapen- en munitieopslagplaatsen te ontmantelen

Een andere optie was een kortdurende, inten - sieve inzet – vaak met helikopters – gericht op het snel behalen van een concreet doel, bijvoor - beeld de aanhouding van een kopstuk van de insurgency. 107 De weergegeven inzetopties geven we hier overigens zeer gesimplificeerd weer. Bovendien waren uiteraard vele andere tussenvormen mogelijk.

De ervaringen die met helikopters, CAS, ISR, lucht- en vuursteun gedurende eerdere missies waren opgedaan, zetten zich voort tijdens de periode van TF55. Maar er werden ook erva- ringen opgedaan met nieuwe inzetmiddelen. Mede door de aanwezigheid van parachutes en de toewijzing van tactisch luchttransport in de vorm van een C-130 is het mogelijk gew eest een para-eenheid middels vrije val in te zetten in 2009. 108 Verder heeft de taakeenhe id gedurende de missie ook gewerkt met quads en boten.

Hoewel er in sommige gevallen ook (delen van) operaties werden uitgevoerd met kleine groep - jes operators, zette de trend om geclusterd te opereren door – vooral bij voertuigoptreden. met voertuigen werd moeizaam, tijdrovend en Met het toenemende aantal specialisten nam de riskant. Verrassing en snelheid konden vrijwel omvang van de eenheid nog meer toe. Door de niet meer worden verkregen. eerdere operationele ervaringen had inmiddels de functie van Commandant Meervoudig Ploeg - Buiten de inktvlekken hadden de opstandelin gen optreden (MPO) binnen de SOF zijn intrede een grotere mate van bewegingsvrijheid. Ze ge daan – een functionaliteit die met de toegeno- gebruikten de vaak onherbergzame buiten- men grootte van de eenheid goed tot zijn recht gebieden om aanslagen voor te bereiden en te kwam tijdens de missie. Deze commandant gaf recupereren. Het aangrijpen van de opstande - leiding aan de gehele eenheid inclusief enablers, lingen in deze bolwerken was een taak die zodat de ondercommandanten van de verschil - was weggelegd voor de SOF-eenheden van de le nde elementen, zoals aanvalsteams, observatie- coalitie. 104 Dit betekende dat TF55, om effectief posten, verkenningsteams, sniper-teams, opera - te kunnen zijn, vooral buiten de inktvlekken tors op voertuigen en quads weliswaar veel diende te opereren. 105 Een van de inzetopties vrijheid van handelen behielden, maar de die TF55 gedurende de missie veelvuldig toe - synergie van de operatie gewaarborgd bleef. paste was de verstoringsoperatie. Deze ken - merkt zich door een verblijf voor langere duur De veelheid aan verschillende specialistische in een insurgents gedomineerd gebied om te ams en enabling capaciteiten vergde wederom zo hun bewegingsvrijheid te verminderen en veel van de leiders en commandanten van TF55. activiteiten te verstoren. 106 Gedu rende de missie werd de eenheid gecon -

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 125 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 130

DIMITRIU, TUINMAN EN VAN DER VORM

NOTEN

1 Onder het spectrum van speciale operaties worden de taken Special Recon - 26 Handelingen 2004-2005, nr. 56, Tweede Kamer, blz. 3648-3676. naissance and Surveillance (SR&S), Direct Action (DA) en Military Assistance 27 Ibidem. (MA) verstaan, zie: North Atlantic Treaty Organisation, Allied Joint Doctrine 28 Kamerstuk 2004-2005, 27925, nr 166, Tweede Kamer. for Special Operations , AJP 3.5, ratification draft 1, (Brussel: NATO 2009). 29 Bijvoorbeeld: Kamervragen met antwoord 2001-2002, nr. 609, Tweede 2 Captain Malcom Braily, The Transformation of Special Operations Forces in Kamer; Handelingen 2004-2005, 29754, nr. 48, Tweede Kamer 3039-3123. Contemporary Conflict: Strategy, Missions, Organisations and Tactics, Land 30 Kamerstuk 2004-2005, 27925, nr. 183, Tweede Kamer. Warfare Studies Centre Working Paper no. 127, November 2005, 4. 31 Kamerstuk 2004-2005, 27925, nr. 167, Tweede Kamer. 3 M. Tugwell, and D. Charters, ‘Special Operations and the Threats to United 32 Handelingen 2004-2005, 27925, nr. 56, Tweede Kamer, pag 3648-3676. States Inte rests in the 1980s’, in F.R. Barnett, B. Hugh Tovar and R.H. Shultz 33 Ibidem. (red.), Special Operations in US Strategy , (Washington DC.: National Defense 34 Kamerstuk 2004-2005, 27925, nr. 167, Tweede Kamer. University Press 1984) 35. 35 ‘Evaluatie Nederlandse Special Forces Taakgroep in operatie Enduring Free - 4 Colin S. Gray, Explorations in Strategy , (Westport CT.: Praeger 1998) 151. dom, april 2005-april 2006’, bijlage bij Kamerstuk 2006-2007, 29521, nr 33, 5 North Atlantic Treaty Organisation, Allied Joint Doctrine for Special Operati ons , Tweede Kamer. AJP 3.5, ratification draft 1, (Brussel: NATO 2009). 36 Ibidem. 6 Voor een uitgebreide beschrijving van deze taken, zie: ibidem. 37 Jason Burke, The 9/11 wars , 304-307. 7 James Kiras, Special Operations and Strategy: From World War II to the War on 38 O.P. van Wiggen, ‘De Nederlandse Special Forces Task Group (SFTG) in Terrorism , (New York: Routledge 2006) 113. Operatie Enduring Freedom’, Carré 30 (2007) (3) 36-39. 8 William McRaven, Spec Ops: Case Studies in Special Operations Warfare: 39 Ibidem. Theory and Practice , (New York: The Random House 1996) 2. 40 Ibidem. 9 Alastair Finlan, ‘Warfare by other means: special forces, terrorism and grand 41 Ibidem. strategy’, Small Wars & Insurgencies 14, (2003) (1) 94-95. 42 ‘Evaluatie Nederlandse Special Forces Taakgroep in operatie Enduring 10 David Tucker en Christopher Lamb, United States Special Operations Forces , Freedom’. (New York: Columbia University Press 2007) 237. 43 ‘Terug uit Afghanistan’, De Groene Baret 54 (2005) (3) 12-13. 11 De ze trend was overigens al voor 2001 ingezet, zie General P.J. Schoo- 44 O.P. van Wiggen, ‘De Nederlandse Special Forces Tasg Group (SFTG) in Opera tie maker,‘U.S. Special Operations Forces: the way ahead’, Special Warfare 11 Endu ring Freedom’. (winter 1998) (1) 5. 45 ‘Evaluatie Nederlandse Special Forces Taakgroep in operatie Enduring 12 M. Fitzsimmons, ‘The importance of Being Special: Planning for the future Freedom’. of Special Operations Forces’, Defense and Security Analysis 19 (2003) (3) 46 Ibidem. 203-218. 47 Ibidem. 13 Bryan D. Brown, US SOCOM meeting the 21st century challenges , Joint For ces 48 Dit geldt voor de militaire goedkeuring in het missiegebied; uiteraard was Quarterly , 40 (2006) (1) 38-43; Andrew Feickert, ‘U.S. Special Operations er ook goedkeuring nodig vanuit de nationale lijn. Forces (SOF): Background and issues for congress’, Congressional Research 49 ‘Evaluatie Nederlandse Special Forces Taakgroep in operatie Enduring Service Report for Congress , 15 juli 2011; Captain Malcom Braily, ‘The Trans - Freedom’. formation of Special Operations Forces in Contemporary Conflict’. 50 Ibidem. 14 S. Sjoberg. The evolution of French Special Forces, experiences from the past, 51 Kamerstuk 2006-2007, 29521, nr. 33, Tweede Kamer. adapted for the future , (Stockholm: 2004) 47-52; T. Gratrud, Norwegian 52 E. Jellema, ‘Special Operations Task Group (SOTG): Operationele ontwikke - Special Forces: Their Role in Future Counterinsurgency Operations (Philidel - lingen binnen het Korps Commandotroepen’, Infanterie 16 (2011) (2) 4-9. phia, 2009) 6-15. 53 A. Rashid, Descent into chaos, how the war against Islamist extremism is being 15 T. Shanker, ‘Conduct of war is redefined by success of special forces, New lost in Pakistan, Afghanistan and Central Asia (London: Allen Lane,2009) York Times , 21 januari 2001; R. Scarborough, ‘Pentagon uses Afghan war as 353-356. model for ’, Washington Times , 4 december 2001; Seymour Hersh, ‘The 54 Jason Burke, The 9/11 Wars , 310 -312. Iraq hawks: can their plan work?’ New Yorker , 24 december 2001. 55 Christ Klep, Uruzgan, Nederlandse militairen op missie, 2005-2010 (Amster - 16 Kalev I. Sepp, ‘Special Forces’, Thomas Rid and Thomas A. Kean (red.), Under - dam: Boom, 2011) 27-35. standing counterinsurgency: Doctrine, operations and challenges , (New York: 56 George Dimitriu and Beatrice de Graaf, ‘The Dutch COIN approach: Three Routledge 2010) 128-140. years in Uruzgan, 2006-2009’, Small Wars & Insurgencies 21 (2010) (3) 429- 17 Zie bijvoorbeeld: Adam Cobb, ‘Intelligence adaptation: The Bin Laden raid 458; ‘Eindevaluatie Nederlandse bijdrage aan ISAF 2006-2010’, bijlage bij and its consequences for US strategy’, RUSI Journal 164 (2011) (4) 54-62. Kamerstuk 2011-2012, 27925, nr. 436, Tweede Kamer. 18 Kamerstuk 1999-2000, 26800-X, nr. 46, Tweede Kamer; Kamerstuk 2000- 57 Kamerstuk 2005-2006, 27925, nr. 201, Tweede Kamer; Kamerstuk 2005- 2001, 27400-V, nr. 29, Tweede Kamer. 2006, 27925, nr. 207, Tweede Kamer. 19 H.G. van den As, ‘Nederlandse special forces in ontwikkeling: een toe- 58 ‘Nederlandse hulp bij arrestaties in Afghanistan’, NRC Handelsblad , 18 maart nemende toegevoegde waarde’, Carré 30 (2007) (3) 10-14. 2006. 20 S.G. Jones, In the Graveyard of Empires (New York: W.W. Norton & Company 59 ‘Oppositie eist opheldering over Afghanistan’, Volkskrant , 19 maart 2006. 2009). 60 Handelingen 2005-2006, nr. 60, Tweede Kamer, 3839-3844. 21 Jason Burke, The 9/11 Wars (London: Allen Lane 2011) 303-306. 61 Zie bijvoorbeeld: Kamerstuk 2005-2006, 27925, nr. 201 Tweede Kamer; 22 Kamerstuk 2003-2004, 27925, nr. 105 Tweede Kamer. Handelingen 2005-2006, nr. 60, Tweede Kamer, blz. 3839-3844; Kamervra gen 23 Kamerstuk 2004-2005, 27925, nr. 159 Tweede Kamer. met antwoord 2001-2002, nr. 926; Adviesraad Internationale Vraagstukken, 24 Kamerstuk 2004-2005, 27925, nr. 172 Tweede Kamer. AIV-interim-advies ‘Terrorismebestrijding in Europees en internationaal per - 25 Handelingen 2004-2005, 27925, nr. 61, Tweede Kamer, blz. 3946; Kamerstuk spectief; interim-advies over het folterverbod’ , bijlage bij: Kamerstuk 2005- 2004-2005, 27925, nr. 159, Tweede Kamer; Handelingen 2004-2005, 27925, 2006, 30300 V, nr. 92, Tweede Kamer. nr. 56, Tweede Kamer, blz. 3648-3676. 62 Zie bijvoorbeeld Kamerstuk 2005-2006, 27925, nr. 213, Tweede Kamer.

130 MILITAIRE SPECTATOR JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 107_131_Vorm_ms3 12-3-12 12:56 Pagina 131

NEDERLANDSE SPECIAL OPERATIONS FORCES

63 Kamervragen met antwoorden, 2006-2007, Aanhangsel 471, Tweede 94 Ibidem. Kamer. 95 Commandant SFTE 3 TF55, ‘Hydra in de praktijk’, Qua patet orbis 58 (2010) 64 E. Jellema, ‘Special Operations Task Group (SOTG)’. (1) 98-99. 65 Commandant SFTG Viper 1, ‘DTF-acties Nederlandse special forces in de 96 General Stanley McChrystal, ‘Commander ISAF’s initial assessment’, Kabul, Chora-vallei’, Carré 30 (2007)(3) 30. 2009. 66 Ibidem, zie ook: Ministerie van Defensie, Uitreiking Militaire Willems-orde 97 Kamerstuk 2008-2009, 27925, nr. 330, Tweede Kamer. aan de kapitein Marco Kroon (Den Haag: Directie Voorlichting en Communi - 98 Colonel Ronald M. Johnson, ‘Command and control of special operations catie 2009) 29. forces in Afghanistan, Is unity of effort good enough?’, Naval War College, 67 Dit is onder meer te herleiden uit: J.W. van Dijk, ‘Special Forces, Task group 2009, geraadpleegd 20 januari 2012 op www.dtic.mil/cgi-bin/GetTR Viper 4 (SFTG-4)’, Qua Patet Orbis 55 (2007) (3) 66. Doc?AD=ADA513950. 68 Commandant SFTG VIPER 4, ‘Een breed scala van special operations’, Infan - 99 G.R. D imitriu, Strategic Communication in Afghanistan, Alles draait om per - terie 13 (2007) (1) 5. ceptie (: Nederlandse Defensie Academie 2011) 20- 23. 69 Jason Burke, The 9/11 wars , 212-213. 100 ‘McChrystal bans night raids without Afghan troops’, Reuters, 5 maart 2010; 70 Kamerstuk 2005-2006, 27925, nr. 221, Tweede Kamer Gareth Porter, ‘McChrystal’s Night Raiders: Killing Civilians, Growing 71 ‘Uitreiking Willemsorde onthult hevige strijd Uruzgan’, NRC Handelsblad , Insurgents’, 1 april 2010, geraadpleegd 11 oktober 2011 op www.counter 29 mei 2009. punch.org/porter04012010.html. 72 Ibidem. 101 ‘Toespraak minister Van Middelkoop bij opening nieuwe Zaman Ali- 73 Kamervragen met antwoorden, 2006-2007, Aanhangsel 471, Tweede Kamer; compound in Tarin Kowt’, 6 juli 2010, geraadpleegd 14 januari 2012 op Kamervragen met antwoorden, 2006-2007, Aanhangsel 474, Tweede www.defensie.nl. Kamer. 102 ‘Nieuw kamp voor speciale eenheid Afghaanse politie’, 7 juli 2010, geraad - 74 Ministerie van Defensie, Uitreiking Militaire Willemsorde aan de kapitein pleegd 14 ja nuari 2012 op www.defensie.nl. Marco Kroon, 29. 103 United States Department of Defence, Report on Progress Toward Security 75 Ibidem en Commandant SFTG VIPER 4, ‘Een breed scala van special and Stability in Afghanistan (2010) 12-20. operations’, 5. 104 Kamerstuk 2008 – 2009, 27925, nr. 330, Tweede Kamer. 76 Ibidem. 105 ‘Weekoverzicht Defensie-operaties 19 november 2009’, geraadpleegd 77 Ibidem, 6-7. 12 januari 2012 op www.defensie.nl; ‘Nieuw kamp voor speciale eenheid 78 Kapitein Sander, ‘Dapperheidsonderscheidingen’, De Groene Baret 59 (2010) Afghaanse politie’, geraadpleegd 12 januari 2012 op www.defensie.nl; (2) 9. Peter te Velde, ‘Nederlandse SF in Helmand operatie actief’, geraadpleegd 79 Sergeant der Mariniers Fred, ‘Dapperheidsonderscheidingen’, De Groene 13 januari 2012 op http://weblogs.nos.nl/defensie/2010/03/31/nederlandse- Baret 59 (2010) (2) blz. 11 en J.W. van Dijk, ‘Special Forces, Task group Viper 4 sf-in-helmand-operatie-actief/. (SFTG-4)’, 66. 106 Zie bijvoorbeeld: Peter te Velde, ‘Nederlandse SF in Helmand operatie actief’; 80 Com mandant SFTG Viper 1, ‘DTF-acties Nederlandse special forces in de ‘Minister van Middelkoop bezoekt Special Forces’, geraadpleegd 10 januari Chora-vallei’, 31. 2012 op www.defensie.nl. 81 Kapitein Maarten, ‘Dapperheidsonderscheidingen’, De Groene Baret 59 107 Zie bijvoorbeeld: Peter te Velde, ‘Task Force 55: de korte goedkeurings- (2010) (2) 8. lijntjes’, geraadpleegd 12 december 2012 op http://weblogs.nos.nl/ 82 Commandant SFTG Viper 5, ‘Special forces task unit Viper; verkenningen in defensie/2009/11/27/de-korte-lijntjes-om-operaties-goed-te-keuren/ de groene zone’, Infanterie, 13 (2008)(2) 16-20. 108 Leo van Westerhoven. ‘Vallende sterren boven Afghanistan’, Vereniging 83 C. Dalebout, ‘Terugblik inzet KCT in Uruzgan’, Landmacht (2010) (9) Infanterie Officieren 16 (2011) (1) 11-13. 15-18. 109 General Stanley McChrystal, ‘Commander ISAF’s initial assessment’. 84 E. Jellema, ‘Special Operations Task Group (SOTG)’. 110 Kamerstuk, brief van Minister van Defensie aan Tweede Kamer 26800X 85 Uit bijvoorbeeld: Ministerie van Defensie, Uitreiking Militaire Willemsorde nr. 46. aan de kapitein Marco Kroon, blijkt dat alle zes de acties beslecht zijn met 111 Kamerstuk 2010 – 2011, 32733, nr. 1, Tweede Kamer. steun van het luchtwapen. 112 Adviesraad Internationale Vraagstukken, Maatschappij en Krijgsmacht , 86 Kapitein Sander, ‘Dapperheidsonderscheidingen’, 9. no. 48, (Den Haag : AIV 2006); ‘Transatlantic Trends: Key Findings 2007’ 87 Commandant SFTG VIPER 4, ‘Een breed scala van special operations’, 8. (Washington DC.: German Marshall Fund of the United States and the 88 ‘Task Force 55, goed bewapende groene baretten’, Trouw , 6 september Compagnia di San Paolo 2007), 33. 2009; ‘Maximaal resultaat, Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm 113 Kamervragen met antwoorden, 2010-2011, nr. 2711, aanhangsel van de maakt eindbalans missie in Oeroezgan op’, Telegraaf, 24 juli 2010. handelingen, Tweede Kamer. 89 Kamerstuk 2008-2009, 27925, nr. 330, Tweede Kamer. 114 ‘SOF Thruths’, geraadpleegd 18 december 2011 op www.soc.mil/USA 90 Ibidem. SOC%20Headquarters/SOF%20Truths.html. 91 ‘Eindevaluatie Nederlandse bijdrage aan ISAF 2006-2010’. 115 ‘Samen slimmer plannen, Special Operations Task Group bundelt krachten’, 92 Ibidem. Landmacht 9 (juli 2011) (5) 32-33; Hiervoor ben ik commando geworden’, 93 Ibidem. Landmacht 8 (december 2010) (9) 15-18.

JAARGANG 181 NUMMER 3 – 2012 MILITAIRE SPECTATOR 131