Hebben En Houden (2) Pour L’Art, En Op Het Estheticisme En Het Esca- En Aan Collectief Eigendom
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
België – Belgique 210 P.B. BRUSSEL X maart – april 2021 3 / 2964 jaargang 35 P706236 2 Clara Leverd & Véronique Patteeuw 10 Koen Sels 15 Bart Verschaffel Verzamelde metamorfoses Midlifecrisis. Vaast Colson Loci Amoeni. De esthetiek van plaatsen www.dewitteraaf.be Madelon Vriesendorp 12 Karina Scarlet de Vries & Timo Demollin 19 Daniël Rovers redactie & administratie: DWR/TWR vzw 6 Nora Veerman Bitte Nicht Berühren / Please Do Not De draak van de geschiedenis Postbus 1428 – 1000 Brussel 1 t.: 32(0)2 223.14.50 – email [email protected] Voorgeliefde kleren Touch. Charlotte Posenenske vijfendertigste jaargang – ISSN 0774-8523 verschijnt tweemaandelijks – 12.000 ex. afgiftekantoor Brussel X & 23 – 48 toegelaten gesloten verpakking Brussel X 3/187 Het atelier van Madelon Vriesendorp Foto Clara Leverd en Véronique Patteeuw, Londen, 2019 Het verhaal is een satirische kritiek op l’art gegeven aan gedeelde activiteiten en ideeën, Hebben en houden (2) pour l’art, en op het estheticisme en het esca- en aan collectief eigendom. pisme van de kunstenaar die verzaakt aan de Clara Leverd en Véronique Patteeuw politiek en aan de maatschappij – wie zich monsteren de verzamelingen van Madelon te veel met mooie dingen bezighoudt, zwelgt Vriesendorp, die niet alleen de bron zijn van Gehecht raken aan dingen is moeilijk te en verdrinkt in een asociale wereldvreemd- nieuwe objecten, maar vaak zelf de metamor- vermijden, maar net als verknocht zijn aan heid waar anderen uiteindelijk de dupe van fose als onderwerp hebben. Nora Veerman mensen kan het verstrekkende gevolgen worden. En toch is het hoofdpersonage uit schrijft over de liefde voor kleren, en over hoe hebben. In een verhaal uit 1920, getiteld ‘Vaste voorwerpen’ niet zoals Des Esseintes uit die liefde kan doorgegeven worden – hoe twee- ‘Solid Objects’ en vertaald als ‘Vaste voorwer- À Rebours van Joris-Karl Huysmans. John gaat, dehands kleren waardevolle kledingstukken pen’, schrijft Virginia Woolf over John, een aan het eind van het verhaal, niet ten onder; worden omdat anderen er reeds zorg voor jongeman die een politieke carrière voor zich hij wordt enkel in de steek gelaten door poli- gedragen hebben. Twee teksten gaan dieper heeft. Tijdens een strandwandeling met een tieke medestanders die zijn verlies aan ambitie in op een artistieke praktijk waarin objecten collega vindt hij een stukje glas. ‘Hij was er blij niet begrijpen. Vanuit die optiek verzaakt hij een rol spelen – of juist niet. Koen Sels schrijft mee; hij wist niet wat hij ervan moest denken; aan al te aardse en oppervlakkige verlangens over het werk van Vaast Colson, en vraagt zich het was zo’n hard, geconcentreerd, afgerond naar macht, roem en publieke optredens. ‘Hij af wat het resultaat is van een oeuvre dat in voorwerp vergeleken met de vage zee en de wist maar al te goed’, zo beseft een vriend voor- het teken staat van interactie, participatie en wazige kust.’ aleer hij voorgoed afscheid neemt van John, ontmoeting. Karina Scarlet de Vries en Timo De politicus in spe raakt zodanig gefascineerd ‘dat alleen al zijn verschijning op een podium Demollin stellen vast dat op (en door) recente door stukjes steen, glas en staal dat hij zijn uitgesloten was.’ Door zich te wenden tot tentoonstellingen het work in progress van taken begint te verwaarlozen. Hij verlangt naar ‘vaste voorwerpen’ en tot wat ‘echt’ en ‘hard’ Charlotte Posenenske toch weer tot dure nog meer en altijd weer andere objecten, én en ‘waar’ is, verwerpt John het leven van de kunst objecten wordt herleid. naar de reflectie waarvan ze de bron kunnen schijn, de retoriek en de representatie, en ver- Het nummer besluit met twee teksten over zijn. ‘Wanneer een voorwerp van welke aard zoent hij het leven van de geest met zorg voor gehechtheid aan de ‘vaste voorwerpen’ die zo ook telkens weer halfbewust wordt bekeken, de dingen. groot worden dat ze ons overstijgen en omhul- gaat het zozeer in de denkmaterie op dat het Net als in het vorige nummer van De Witte len – kamers, huizen, toevluchtsoorden en zijn eigenlijke vorm verliest en een lichte Raaf wordt, op de volgende bladzijden, het geliefde plaatsen. Daniël Rovers vertelt over verandering ondergaat, waardoor het een bezit van objecten – of ruimer gesteld: de de constructie van een dak opbouw tijdens een ideaal beeld wordt dat in ons hoofd rondwaart gehechtheid aan alles wat we rondom ons wereldwijde pandemie, en de tijdelijke ontoe- wanneer we er het minst bedacht op zijn.’ kunnen verzamelen – tussen die uitersten gankelijkheid van een boekenverzameling die Aanvankelijk kunnen de glasscherven dienen gesitueerd. Het zijn ook de uitersten, en waar- er het gevolg van is. En Bart Verschaffel gaat als presse-papiers om zijn documenten op orde schijnlijk zelfs de verdwijnpunten, van kunst op zoek naar het voortbestaan van loci amoeni, te houden, maar na een tijdje heeft John zoveel en cultuur: een aan vorm en voorwerpen opge- de mooie, deels natuurlijke plekken die van meteorieten, metalen schijven en porselein- hangen productie die haast onvermijdelijk tot oudsher de belofte van geluk in zich houden. scherven, dat ze zijn woning domineren en waardevermeerdering en exclusiviteit leidt, zijn gedachten en gedragingen onverzoenbaar tegenover een leven zonder persoonsgebonden maken met het leven van een politicus. objecten waarin onthecht voorrang wordt Christophe Van Gerrewey De Witte Raaf – 210 / maart – april 2021 2 Verzamelde metamorfoses Madelon Vriesendorp CLARA LEVERD & en ze zijn ook soms makkelijk identificeer VÉRONIQUE PATTEEUW baar – als een kleine veermuis bijvoorbeeld, een rustiek ogende stoel en een mand met een kat – of integendeel slechts categori Als verzamelen een kunst is, dan zijn er op seerbaar als vreemde mengvormen die zich dat vlak twee soorten kunstenaars: zij die voor de ene helft in een totaal abstracte, en obsessief alles zoeken dat binnen een voor de andere helft in een menselijke bepaalde categorie bestaat, en zij die besef wereld bevinden. fen, en ook toegeven, dat hun verzameling Madelon Vriesendorp maakte deze objec nooit volledig zal zijn. Madelon Vriesendorp, ten uit witte plastic melkflessen. Het eerder geboren in 1945 in Bilthoven, behoort zon dikke en stugge plastic van de flessen werd der twijfel tot die tweede soort. Wie haar verknipt of vervormd met een schaar of een appartement in Londen betreedt, komt snijmes. Met soms niet meer dan een paar terecht in een wereld die tot in de hoeken accessoires zoals een sjaal, een hoed of een wordt bewoond door diverse objecten, vlinderdas, worden banale objecten omge standbeelden, doosjes, poppetjes, schilderij vormd tot androïde figuren, hoewel de fles en, tekeningen en foto’s. De vele dingen in vorm nog steeds herkenbaar blijft. In andere de centrale hal zijn niet meer dan een gevallen vervalt elke directe verwijzing naar bescheiden aankondiging van de overvloed het oorspronkelijk object, en na een lang en in de andere kamers van de woning. En ook arbeidsintensief proces van snijden en als Vriesendorp over haar verzamelingen plooien schemert het oorspronkelijk sil praat, kan ze nauwelijks op haar stoel blij houet nog slechts vaag door. ven zitten: de verleiding om er een of ander Waarom zou je dergelijke wezens uit item bij te halen (bijvoorbeeld uit haar ate melkflessen maken? Wat stellen ze voor? En lier) en als bewijsstuk op de keukentafel te waarom worden ze zo zorgvuldig tentoon leggen, blijkt meer dan eens te groot. gesteld in de keuken? Van katten tot draken Een kleine, lage, houten tafel staat voor en van getemde dieren tot wilde beesten, het keukenraam, samen met twee stoelen. vormen de creaturen die Vriesendorp met Vijf tien translucente witte schepsels staan de hand maakte – en bij haar thuis bewaart gerangschikt op grootte en type, in een – een verzameling van objecten die voortdu orthogonaal raster van drie op vijf. rend van karakter veranderen: van heel Helemaal vooraan bevinden zich drie varia echt worden ze opeens onwerkelijk, of van ties op een buldog die elke mogelijke bewe waardeloos, nutteloos en inwisselbaar ging van onderuit gadeslaat. Het is niet (gefabriceerd uit afval), worden ze kostbaar, makkelijk om deze drie honden correct en uniek en onmisbaar, als bewoners van een objectief te omschrijven: een samengesteld universum dat iets fantastisch en sprookjes monstertje met vleugels, een meer klassiek achtigs heeft, maar waarin objecten ook tot ogend figuurtje met ogen, een halsband, dubbelzinnige associaties leiden. Deels inti De verzamelde voormalige melkflessen en maakt, alsof ze niet ooit onlosmakelijk met poten en een staart, en een abstracte, maar miderend, deels vriendschappelijk (als huis de al knutselend tot stand gekomen keuken een levend wezen verbonden zijn geweest. gestroomlijnde versie van een auto. dieren), lijken deze stille medebewoners toe creaturen wijzen op een thema dat aanwe Deze lichaamsdelen vormen een van de Achteraan het tafeltje, op de achterste rij, te kijken op de dagelijkse gewoontes van de zig is in het gehele oeuvre van Vriesendorp: meest identificeerbare deelverzamelingen. het dichtst bij het venster, kijken drie rijzige kunstenaar, hoewel ze er natuurlijk ook transformatie en metamorfose. In schilde Als collectie van thematische types – varië en elegante, menselijk ogende standbeelden deel van gaan uitmaken. Als een soort rijen en vroege schetsen als Virgin and Wolf rend in grootte, materiaal en kleur – maar – met een hoofddeksel – over de andere kroostrijk alternatief voor het kerngezin (1971), Liberty study (1974) en Self- ook als een reeks referenties, laten ze toe om voorwerpen heen de keuken in. De negen herinneren ze aan het imaginaire karakter immolation (1974) komen gebouwen tot na te denken over de proporties, de gebaren andere objecten, tussen de voorste en de van om het even welke relatie – tussen men leven, krijgen dieren en wolkenkrabbers en de bewegingen van een hand. Tot op achterste rij in, zijn kleiner en minder hoog, sen, dieren en objecten. menselijke trekjes en wordt het Vrijheids zekere hoogte doen de handen denken aan beeld een echte, levende vrouw.