ZL. Jaargang 2

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

ZL. Jaargang 2 ZL. Jaargang 2 bron ZL. Jaargang 2. Stichting ZL, Hoogstraten / Letterkundig Museum, Den Haag / AMVC-Letterenhuis, Antwerpen 2002-2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_zl_001200201_01/colofon.php © 2014 dbnl i.s.m. *1 L.S. ...[Anton Korteweg, directeur Letterkundig Museum] Al geruime tijd leefde bij het Letterkundig Museum de wens, ja, zelfs het verlangen, na tien jaar het Jaarboek om te vormen tot een literair-historisch tijdschrift dat een keer of vier per jaar zou verschijnen. We hadden het idee dat we er na een decennium goed aan zouden doen met een toegankelijker publicatie voor de dag te komen die frequenter verschijnt, een ruimere verspreiding heeft en aantrekkelijker is voor potentiële auteurs en lezers. We dachten aan een eigen tijdschrift van het Museum onder de naam Krakende Zolders of LuMen waarin de briljante resultaten van onderzoek in onze rijke literaire archieven een plaats konden krijgen, maar stuitten voorjaar 2001 op het 0-nummer van ZL. Een tijdschrift met een raadselachtige titel, die blijkt te verwijzen naar de beginletters van de laatste twee woorden uit de eerste regel van de volgende strofe van Richard Minne: Ik floot een zacht lawijd op een gespleten blaere: het was een schone tijd. Mijn hart kan niet bedaren. Die kennismaking beviel ons goed. ZL is een initiatief van een handvol jonge Vlaamse literatuurhistorici en één Friese, aangevuld op persoonlijke titel met de conservator van onze zusterinstelling in Antwerpen, het AMVC-Letterenhuis, dat aan een tweede jeugd begonnen lijkt. ZL vindt dat literatuurgeschiedenis weer mag. Inmiddels zijn er vier afleveringen van het tijdschrift verschenen. En met ingang van de tweede jaargang, waarvan de eerste aflevering in oktober het licht ziet, mochten ook het AMVC-Letterenhuis als instelling en het Letterkundig Museum deel gaan uitmaken van de redactie. ‘Antwerpen’ levert, behalve de conservator Leen van Dijck, Daisnekenner Johan Vanhecke en wetenschappelijk medewerker Marc Somers, ‘Den Haag’ het hoofd Collecties van het Letterkundig Museum Sjoerd van Faassen, ondergetekende en, als ‘buitenlid’, Hans Renders, Hanlo-biograaf en als docent journalistiek verbon- ZL. Jaargang 2 *2 den aan het Instituut voor Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen. De deelname in de redactie van de beide letterkundige musea wordt gemarkeerd door een nieuwe vormgeving van het tijdschrift, waarvoor Lieve Claes en Linde Desmet tekenen. Aldus krijgt in een moeite door ook een oude wens van zowel het AMVC-Letterenhuis als het Letterkundig Museum gestalte: waar mogelijk samen te werken. Die samenwerking zal overigens niet alleen zichtbaar worden in een Vlaams-Nederlands tijdschrift, maar ook in het tentoonstellingsbeleid van beide musea. Het AMVC-Letterenhuis neemt volgend voorjaar de Godfried Bomans-tentoonstelling van het Letterkundig Museum over; beide instellingen zijn voornemens in de nabije toekomst in hun permanente tentoonstellingen blijvende aandacht aan elkaars auteurs te schenken. Het AMVC-Letterenhuis, het LM en de ‘oude’ redactie van ZL stellen zich veel voor van het driestrengig snoer dat nu gevormd is en dat - Prediker zei het al - moeilijk kapot te krijgen is. Ze zijn in elk geval vast voornemens ZL langer te laten leven dan Forum, laat staan Werk in de jaren dertig, en Komma in de jaren zestig. ZL. Jaargang 2 3 [Number 1] Cherchez la femme Karel van de Woestijne en de valse start van De Boomgaard ...[Peter Theunynck] In de literatuurgeschiedenis wordt het kosmopolitische literair-culturele tijdschrift De Boomgaard sterk vereenzelvigd met de figuur van André de Ridder (1888-1961).1 Die had als redactiesecretaris inderdaad een belangrijk aandeel in het blad. Minder bekend is dat Paul-Gustave van Hecke (1887-1967), Firmin van Hecke (1884-1961) en Karel van de Woestijne (1878-1929) mee aan de wieg stonden en dat de naam van het tijdschrift zelfs aan het brein van één van hen is ontsproten. En nergens wordt precies verteld waarom Karel van de Woestijne en Firmin Van Hecke op de valreep beslisten om niet mee te doen. Van de Woestijne zou om ‘persoonlijke redenen’ afgehaakt hebben of ‘niet welkom’ geweest zijn in de redactie van De Boomgaard. Met de nu beschikbare bronnen kan de ontstaansgeschiedenis van het tijdschrift hier en daar gecorrigeerd en aangevuld worden.2 Jonge hemelbestormers Begin 1909 zijn Paul-Gustave (ook wel P.G.) van Hecke, Firmin van Hecke en André de Ridder jonge hemelbestormers die ijverig aan hun carrière in de Vlaamse letteren timmeren.3 De Van Heckes (naamgenoten, maar geen verwanten) zijn redactielid van het Gentse culturele maandblad Nieuw Leven, dat in 1907 door P.G. werd opgericht. Uitgever-boekhandelaar Adolf Herckenrath, oud-schoolkameraad en bewonderaar van Karel van de Woestijne, heeft er intussen het roer in handen. Paul-Gustave is helemaal niet blij met Herckenraths eigengereide aanpak, zo blijkt uit een brief van 25 mei 1909 aan Emmanuel De Bom: ‘God, we liggen zoo duchtig overhoop met de uitgever!!. Een heele serie van persoonlijke en algemeene feiten; vooral het feit dat hij op eigen hand zulke schandalige nummers saam stelt, zie me weer dat laatste nr, nietwaar?’. Antwerpenaar De Ridder, de jongste maar ongetwijfeld ook de meest ondernemende van het drietal, is redactiesecretaris van het katholieke tijdschrift Vlaamsche Arbeid. In april 1909 raakt hij echter in een hevig conflict ZL. Jaargang 2 4 DE JONGE PAUL-GUSTAVE VAN HECKE WAS EEN AANTREKKELIJKE VERSCHIJNING (AMVC-LETTERENHUIS) verwikkeld met zijn katholieke mederedacteurs Jozef Muls, Floris Prims, Karel van den Oever en Jan van Nijlen. De Ridder, die al een tijd lang aanstuurt op een neutrale koers voor het blad, heeft zonder hen te raadplegen een antiklerikaal stuk van zijn vriend Gust van Roosbroeck opgenomen. Dat wordt beschouwd als een aanslag op de katholieke principes van het tijdschrift.4 Na een mislukte poging om Vlaamsche Arbeid over te nemen en enig juridisch getouwtrek, nemen De Ridder en Van Roosbroeck min of meer gedwongen ontslag.5 De drie jonge wolven kijken op naar Karel van de Woestijne, een boegbeeld van de vorige generatie, de Van Nu en Straksers. Na de stopzetting van ZL. Jaargang 2 5 het tijdschrift Vlaanderen (eind 1907), waarin Van de Woestijne nog een prominente rol had gespeeld, hebben zowel P.G. van Hecke als De Ridder hem verzocht om mee te werken aan hun respectieve bladen.6 De Ridder heeft Van de Woestijne ook al persoonlijk ontmoet. Hij is hem in april van 1908 in zijn huis aan de vijver in Bosvoorde komen opzoeken voor een interview in Den Gulden Winckel.7 Met Firmin van Hecke correspondeert Karel sinds januari 1909 regelmatig. De Van Heckes zijn voorts actief in de pas opgerichte Vlaamsche Vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtkunst (VVTV).8 Van de Woestijne steunt die vereniging ‘pecuniair’.9 Hij belooft haar bovendien het woudspel Adonis, dat in de zomer ‘in de heerlijke lorkebosschen’ van Sint-Martens-Latem zou worden opgevoerd. Op paasavond, 10 april 1909, beleeft de VVTV haar eerste hoogtepunt. In de Minardschouwburg in Gent brengt de jonge troep Alfred Hegenscheidts Starkadd op de planken.10 Jan Oscar de Gruyter speelt de titelrol en voert de regie, op basis van enkele regie-aanduidingen van Arie vanden Heuvel. Karel van de Woestijne, August Vermeylen, Emmanuel de Bom en Stijn Streuvels zijn enthousiaste toeschouwers. Achteraf zetten de schrijvers samen met de acteurs van de VVTV, waaronder P.G. van Hecke en zijn bevallige vriendin Stella van de Wiele, de bloemetjes buiten in het luxueuze, nieuwe hotel Ganda in de Vlaanderenstraat in Gent.11 Het gaat er daar nogal onstuimig aan toe.12 Een paar dagen later reageert Van de Woestijne op een niet bewaarde brief van Firmin van Hecke: ‘Mijne vrouw herinnert zich niet zoo heel bepaald meer dat er iets verkeerd zou plaats hebben gehad op den Starkadd-avond. Het zal dan ook van weinig beteekenis geweest zijn. Hadden wij overigens bijna allen, bij den gewekten geestdrift, niet een deel van ons evenwicht in denken en uiten verloren?’13 Uit Van de Woestijnes brief kunnen we opmaken dat er ‘iets’ gebeurd is, waarin zijn vrouw, Mariette van Hende, betrokken is geweest. Firmin moet het gênant gevonden hebben, maar Karel tilt er niet zwaar aan. De eerste aanzet tot een nieuw literair tijdschrift komt intussen niet uit Gent, maar uit Antwerpen. Nu de deur van Vlaamsche Arbeid definitief achter hem is dichtgevallen, zoekt De Ridder contact met Nieuw Leven. Paul-Gustave van Hecke schrijft hem daarop: ‘Mijn vriend Firmin van Hecke vertelt me dat U, van Vlaamsche Arbeid weg, gaarne tot Nieuw Leven zoudt komen. Vóór een officieele redactiezitting plaats grijpt, waarin over deze kwestie zal gesproken worden en waarbij u ws. tegenwoordig zult zijn, zouen [sic] Firmin van Hecke en ik u graag even spreken.’14 Blijkbaar aarzelen de Van Heckes om De Ridder in de kring van Herckenrath te introduceren. Ze hopen wellicht dat het contact met de jonge Antwerpenaar andere perspectieven opent. De informele kennismaking met De Ridder heeft vermoedelijk plaats op zondag 4 juli in Latem, de dag waarop Van de Woestijne daar zijn Adonis komt voorlezen aan de acteurs van de VVTV. ZL. Jaargang 2 6 Twee Boomgaarden in één zomer Van een echte opvoering van Adonis komt niets in huis, meldt Van de Woestijne op 21 juli 1909 aan De Bom. Men kon het volgens hem niet eens worden over de rolverdeling. Van de Woestijnebiograaf Minderaa vermoedt echter dat regisseur De Gruyter het stuk moeilijk speelbaar achtte.15 Wie het in Van de Woestijnes Verzameld Werk gepubliceerde fragment van Adonis bestudeert, kan de regisseur geen ongelijk geven.16 De tekst is heel lyrisch, maar door de lange monologen ook bijzonder statisch. Als het De Gruyters bedoeling was om, zoals Frank Peeters beweert, via de openluchtspelen het theater dichter bij het volk te brengen, zal Adonis daarvoor toch niet het geschikte instrument zijn geweest.17 Verder is het twijfelachtig of Van de Woestijne zijn ‘woudspel’ tijdig klaargekregen zou hebben.
Recommended publications
  • The War and Fashion
    F a s h i o n , S o c i e t y , a n d t h e First World War i ii Fashion, Society, and the First World War International Perspectives E d i t e d b y M a u d e B a s s - K r u e g e r , H a y l e y E d w a r d s - D u j a r d i n , a n d S o p h i e K u r k d j i a n iii BLOOMSBURY VISUAL ARTS Bloomsbury Publishing Plc 50 Bedford Square, London, WC1B 3DP, UK 1385 Broadway, New York, NY 10018, USA 29 Earlsfort Terrace, Dublin 2, Ireland BLOOMSBURY, BLOOMSBURY VISUAL ARTS and the Diana logo are trademarks of Bloomsbury Publishing Plc First published in Great Britain 2021 Selection, editorial matter, Introduction © Maude Bass-Krueger, Hayley Edwards-Dujardin, and Sophie Kurkdjian, 2021 Individual chapters © their Authors, 2021 Maude Bass-Krueger, Hayley Edwards-Dujardin, and Sophie Kurkdjian have asserted their right under the Copyright, Designs and Patents Act, 1988, to be identifi ed as Editors of this work. For legal purposes the Acknowledgments on p. xiii constitute an extension of this copyright page. Cover design by Adriana Brioso Cover image: Two women wearing a Poiret military coat, c.1915. Postcard from authors’ personal collection. This work is published subject to a Creative Commons Attribution Non-commercial No Derivatives Licence. You may share this work for non-commercial purposes only, provided you give attribution to the copyright holder and the publisher Bloomsbury Publishing Plc does not have any control over, or responsibility for, any third- party websites referred to or in this book.
    [Show full text]
  • Literature of the Low Countries
    Literature of the Low Countries A Short History of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium Reinder P. Meijer bron Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries. A short history of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. Martinus Nijhoff, The Hague / Boston 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij019lite01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Reinder P. Meijer ii For Edith Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries vii Preface In any definition of terms, Dutch literature must be taken to mean all literature written in Dutch, thus excluding literature in Frisian, even though Friesland is part of the Kingdom of the Netherlands, in the same way as literature in Welsh would be excluded from a history of English literature. Similarly, literature in Afrikaans (South African Dutch) falls outside the scope of this book, as Afrikaans from the moment of its birth out of seventeenth-century Dutch grew up independently and must be regarded as a language in its own right. Dutch literature, then, is the literature written in Dutch as spoken in the Kingdom of the Netherlands and the so-called Flemish part of the Kingdom of Belgium, that is the area north of the linguistic frontier which runs east-west through Belgium passing slightly south of Brussels. For the modern period this definition is clear anough, but for former times it needs some explanation. What do we mean, for example, when we use the term ‘Dutch’ for the medieval period? In the Middle Ages there was no standard Dutch language, and when the term ‘Dutch’ is used in a medieval context it is a kind of collective word indicating a number of different but closely related Frankish dialects.
    [Show full text]
  • EPOU 08 0763J BW Dokter Voor Het Volk DEF.Indd
    Dokter van het volk Bij EPO verschenen ook: Dokter in overall Karel Van Bever De cholesteroloorlog. Waarom geneesmiddelen zo duur zijn Dirk Van Duppen De kopervreters. De geschiedenis van de zinkarbeiders in de Noorderkempen Staf Henderickx Wiens Belang? Het Vlaams Belang over inkomen, werk, pensioenen Norbert Van Overloop Een kwarteeuw Mei 68 Ludo Martens en Kris Merckx KRIS MERCKX DOKTER VAN HET VOLK Omslagontwerp: Compagnie Paul Verrept Foto cover: © Thierry Strickaert Foto achterfl ap: © [email protected] Linografi eën titelbladzijden delen: © Marc Jambers Kaart p.350-351: © Lusn Van Den Heede Vormgeving: EPO Druk: drukkerij EPO © Kris Merckx en uitgeverij EPO vzw, 2008 Lange Pastoorstraat 25-27, 2600 Berchem Tel: 32 (0)3 239 68 74 Fax: 32 (0)3 218 46 04 E-mail: [email protected] www.epo.be Geneeskunde voor het Volk www.gvhv.be Isbn 978 90 6445 497 4 D 2008/2204/19 Nur 740 Verspreiding voor Nederland Centraal Boekhuis BV Culemborg De uitgever zocht vergeefs naar de houders van het copyright van sommi- ge illustraties in dit boek. Personen of instellingen die daarop aanspraak maken, kunnen contact opnemen met de uitgever. Inhoud Dankwoord 9 Deel 1. Een nieuwe wind 13 1. De wieg van Geneeskunde voor het Volk 15 Na mei ’68: de daad bij het woord 15 Naar de mijncités 19 De scheepsbouwers van Cockerill Yards, hun vrouwen en onze wieg 22 2. Gratis en kwaliteit gaan samen 30 Werken aan terugbetalingstarieven 30 Kwaliteit leveren 55 3. Geneeskunde en politiek engagement 72 Ziekte en dood vanuit mondiaal perspectief 72 Kan een arts alleen maar wonden helen? 77 Twee dokters die ons inspireerden 87 Deel 2.
    [Show full text]
  • August Vermeylenkring
    De August Vermeylenkring Roel De Groof De August Vermeylenkring Politiek-culturele actie van progressieve en socialistische intellectuelen in Brussel (1954-2004) Uitgegeven met de steun van: het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Cultuur de Vlaamse gemeenschapscommissie de minister-president van de Vlaamse regering Erecomité August Vermeylenkring 50 ! Vic Anciaux • Frank Beke • Ingrid Bens • Jos Bertrand • Rik Boel • Annie Bonnijns • Philippe Bossaert • Henk Brat • Wilfried Decrock • Eric De Loof • Lisette Denberg • Simone Deridder • Pieter Frantzen • Robert Geerts • Karel Hagenaar • Dirk Leonard • Silvain Loccufier • Madeline Lutjeharms • Camiel Maerivoet • Daniela Martin • Frans Ramael • Frans Schellens • Hugo Schurmans • Pascal Smet • Dany Van Brempt • Frank Vandenbroucke • Anne-Marie Vandergeeten • Anne Van Lancker • Louis Vermoote • Joz Wyninckx Omslagontwerp: Danni Elskens Boekverzorging: Boudewijn Bardyn Druk: Schaubroeck, Nazareth © 2004 vubpress Waversesteenweg , Brussel Fax: ++ [email protected] www.vubpress.be D / / / Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inhoud Inleiding 9 Hoofdstuk 1 –De culturele legitimatie van de 19 Vlaamse beweging na 1945 1. Het odium van de culturele collaboratie 19 2. De oprichting van cultuurhistoriografische en 21 literaire ‘monumenten’ 3. Literaire groei, modernisering en experimentalisme: 23 naar een cultuur van het Vrije Woord 4. De oprichting van het August Vermeylenfonds 25 Hoofdstuk 11 –De August Vermeylenkring Brussel: 29 doel, bestuur en netwerk 1. Doel en oprichting van de August Vermeylenkring 29 2. Hendrik Fayat: ‘flamingant, want socialist’ 31 3. Lydia De Pauw-Deveen: vier generaties vrijzinnig 37 flamingantisme en Rode Leeuwin 4. Besturen in vriendschap en met de kracht van een overtuiging 39 5.
    [Show full text]
  • 19 Keer Brussel 19 Fois Bruxelles 19 Times Brussels
    19 keer Brussel 19 fois Bruxelles 19 times Brussels Brusselse Thema’s Thèmes Bruxellois Brussels Themes 7 Els Witte en Ann Mares (red.) 19 keer Brussel 19 fois Bruxelles 19 times Brussels Brusselse Thema’s Thèmes Bruxellois Brussels Themes 7 VUBPRESS met de steun van de FWO-Wetenschappelijke Onderzoeksgemeenschap avec l’appui du Réseau de Recherche Scientifique du FWO with support of the Scientific Research Network of the FWO Omslagontwerp: Danny Somers Boekverzorging: Boudewijn Bardyn © 2001 VUBPRESS Waversesteenweg 1077, 1160 Brussel Fax: ++ 32 2 629 26 94 ISBN 90 5487 292 6 NUGI 641 D / 2001 / 1885 / 006 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inhoudstafel Table des matières Content Een nieuwe fase in het onderzoek naar Brussel en andere meertalige (hoofd)steden: de totstandkoming van een wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap …………………………… 11 Une nouvelle phase dans la recherche sur Bruxelles et d’autres villes (capitales) multilingues: la réalisation d’un Réseau de Recherche Scientifique …………………………………… 21 New Developments in Research on Brussels and other Multilingual (Capital) Cities: the Creation of a Scientific Research Network ……… 31 Els Witte TAALSOCIOLOGISCHE EN SOCIOLINGUÏSTISCHE ASPECTEN …………………… 41 ASPECTS SOCIO-LINGUISTIQUES | SOCIO-LINGUISTIC ASPECTS Over Brusselse Vlamingen en het Nederlands in Brussel ……………… 43 A propos des Bruxellois flamands et du néerlandais à Bruxelles ……… 82 Flemish residents and the Dutch language in Brussels ………………… 83 Rudi Janssens A propos du sens de l’expression ‘parler bruxellois’ ……………………… 85 Over de betekenis van de uitdrukking ‘Brussels spreken’ …………… 101 On the meaning of the expression ‘to speak Brussels’ ………………… 102 Sera De Vriendt Ethnic composition and language distribution in social networks of immigrant speakers.
    [Show full text]
  • Een Kijk Op Het Belgische Gerecht in De Twintigste Eeuw
    WALTER GANSHOF VAN DER MEERSCH, EEN TOPMAGISTRAAT IN ZIJN PROFESSIONELE EN MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT Een kijk op het Belgische gerecht in de twintigste eeuw EVA SCHANDEVYL * GEBOREN TIJDENS DE VORIGE EEUWWISSELING, HEEFT PROCUREUR-GENERAAL WALTER JEAN GANSHOF VAN DER MEERSCH (BRUGGE, 18 MEI 1900 - TINTANGE, 12 SEPTEMBER 1993) DE CRUCIALE GEBEURTENISSEN VAN DE TWINTIGSTE EEUW VAN DICHTBIJ GEVOLGD. EIGENLIJK DEED HIJ MEER DAN ZE ENKEL VOLGEN : HIJ WAS ER VAAK OOK ÉÉN VAN DE HOOFDACTOREN IN. HIJ WAS PERSOONLIJK ZEER AANWEZIG IN TALRIJKE HOOFDSTUKKEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN BELGIË. ZIJN NAAM IS VERBONDEN AAN DE ECONOMISCHE CRISIS VAN DE JAREN 1933-1939, DE TWEEDE WERELDOORLOG, DE REGERING IN LONDEN, DE NAOORLOGSE REPRESSIE EN EPURATIE, DE KONINGSKWESTIE, DE ONAFHANKELIJKHEID VAN CONGO, DE HERZIENING VAN DE GRONDWET EN DE FEDERALISERING VAN BELGIË. HET VOLGEN VAN HET PROFESSIONEEL EN MAATSCHAPPELIJK PARCOURS VAN DEZE TOPMAGISTRAAT, HOOGLERAAR EN REGERINGSCOMMISSARIS VERSCHAFT INZICHT IN DE RELATIE TUSSEN DE MAGISTRATUUR EN DE POLITIEKE WERELD EN IN DE WERKING VAN HET BELGISCHE GERECHT IN DE TWINTIGSTE EEUW. GANSHOF WAS LIBERAAL, KATHOLIEK OPGEVOED, MAAR GING OVER TOT HET PROTESTANTISME. DEZE KLEINZOON VAN DUITSE MIGRANTEN, PERFECT TWEETALIG, MAAR AFKOMSTIG UIT DE BRUGSE FRANSTALIGE BOURGEOISIE, WAS NAAR EIGEN ZEGGEN DE VLAAMSE BewegING WELGEZIND. NOCHTANS WAS HIJ IN DE ‘DE VLAAMSE OPINIE’ WEINIG GELIEFD. OOK WAS HIJ KUNSTLIEFHEBBER EN EEN AMBITIEUS EN UITMUNTEND SPORTMAN. I. Inleiding De Belgische magistratuur onderging vanaf de jaren dertig, na de Tweede Wereldoorlog opnieuw en vooral gedurende de laatste dertig jaar, belangrijke veranderingen. Haar sociale samenstelling wijzigde onder invloed van achtereenvolgens de wet van 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken, de toegang van vrouwen tot de magistratuur vanaf 1948 en opeenvolgende hervormingen inzake gerechtelijke organisatie vanaf het einde van de jaren zestig.
    [Show full text]
  • Brussels, the Avant-Garde, and Internationalism
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Ghent University Academic Bibliography <new page>Chapter 15 Met opmaak ‘Streetscape of New Districts Permeated by the Fresh Scent of Cement’:. Brussels, the Avant-Garde, and Internationalism1 La Jeune Belgique (1881–97);, L’Art Moderne (1881–1914);, La Société Nouvelle (1884–97);, Van Nu en Straks (1893–94; 1896– 1901); L’Art Libre (1919–22);, Signaux (1921, early title of Le Disque Vert, 1922–54);, 7 Arts (1922–8);, and Variétés (1928– 30). Francis Mus and Hans Vandevoorde In 1871 Victor Hugo was forced to leave Brussels because he had supported the Communards who had fled there.2 This date could also be seen as symbolisiizing the 1 This chapter has been translated from the Dutch by d’onderkast vof. 2 Marc Quaghebeur, ‘Un pôle littéraire de référence internationale’, in Robert Hoozee (ed.), Bruxelles. Carrefour de cultures (Antwerp: Fonds Mercator, 2000), 95–108. For a brief 553 passing of the baton from the Romantic tradition to modernism, which slowly emerged in the 1870s and went on to reach two high points: Art Nouveau at the end of the nineteenth century and the so-called historical avant-garde movements shortly after World War I. The significance of Brussels as the capital of Art Nouveau is widely acknowledged.3 Its renown stems primarily from its architectural achievements and the exhibitions of the artist collective ‘Les XX’ (1884–93),4 which included James Ensor, Henry Van de Velde, Théo van Rysselberghe, George Minne, and Fernand Khnopff.
    [Show full text]
  • Bernheim, Nele. "Fashion in Belgium During the First World War and the Case of Norine Couture." Fashion, Society, and the First World War: International Perspectives
    Bernheim, Nele. "Fashion in Belgium during the First World War and the case of Norine Couture." Fashion, Society, and the First World War: International Perspectives. Ed. Maude Bass-Krueger, Hayley Edwards-Dujardin and Sophie Kurkdjian. London: Bloomsbury Visual Arts, 2021. 72–88. Bloomsbury Collections. Web. 27 Sep. 2021. <http://dx.doi.org/10.5040/9781350119895.ch-005>. Downloaded from Bloomsbury Collections, www.bloomsburycollections.com, 27 September 2021, 18:11 UTC. Copyright © Selection, editorial matter, Introduction Maude Bass-Krueger, Hayley Edwards- Dujardin, and Sophie Kurkdjian and Individual chapters their Authors 2021. You may share this work for non-commercial purposes only, provided you give attribution to the copyright holder and the publisher, and provide a link to the Creative Commons licence. 5 Fashion in Belgium during the First World War and the case of Norine Couture N e l e B e r n h e i m What happens to civil life during wartime is a favorite subject of historians and commands major interest among the learned public. Our best source on the situation in Belgium during the First World War is Sophie De Schaepdrijver’s acclaimed book De Groote Oorlog: Het Koninkrijk Belgi ë tijdens de Eerste Wereldoorlog (Th e Great War: Th e Kingdom of Belgium During the Great War). 1 However, to date, there has been no research on the Belgian wartime luxury trade, let alone fashion. For most Belgian historians, fashion during this time of hardship was the last of people’s preoccupations. Of course, fashion historians know better.2 Th e contrast between perception and reality rests on the clich é that survival and subsistence become the overriding concerns during war and that aesthetic life freezes—particularly the most “frivolous” of all aesthetic endeavors, fashion.
    [Show full text]
  • How a Young Girl Went to Wales During at the Beginning of the Great War in August 1914 Belgium Was a Neutral Country
    Caterina Verdickt https://doi.org/10.3986/wocrea/1/momowo1.01 1 How a Young Girl Went to Wales during At the beginning of the Great War in August 1914 Belgium was a neutral country. The German invasion came as a shock and the German atrocities were so extreme, that vast masses of the the Great War, to Become the Leading Belgian population left their homes and fled to France, the Netherlands and Great Britain. Hundreds of thousands of Belgians passed the ports of Antwerp and Ostend and tried to board a boat to cross Lady at ‘La Cambre’ Institut supérieur the channel (Fig. 1). In total over 150 000 Belgians, of whom approximately 300 were artists of all sorts, would stay for a shorter or a longer period in Britain during the War. des arts décoratifs in Brussels1 The many refugees caused chaos, especially in the first months of the war, due to the surprise attack of the Germans, but, however chaotic it might have been, the British press spoke of a peaceful invasion. The Belgians were in general not seen as a threat. At that time it was clear that their stay would be temporary.2 Once the refugees arrived in Folkestone, for instance, they were transported to London by train (Fig. 2). There they were registered at the offices of the War Refugee Committee in the General Building of Aldwych in London. This committee sought to house, clothe and provide for the Belgians. After This article will elaborate on the case of Elisabeth De Saedeleer who by invitation a few months many Belgians found their own place to stay, and started to organize their temporary of the Davies sisters of Aberystwyth made Wales her home during the Great lives in the United Kingdom (UK).
    [Show full text]
  • Vlamingen Verenigen Zich Op Campus Solbosch
    Proef ingediend met het oog op het behalen van de graad van Master in de geschiedenis VLAMINGEN VERENIGEN ZICH OP CAMPUS SOLBOSCH Een studie naar Nederlandstalige verengingen en netwerken in de aanloop naar de splitsing van de unitaire universiteit ULB/VUB 1950-1970 GILES VEREYLEN Academiejaar 2017-2018 Promotor: Professor Dr. Frank Scheelings Letteren en Wijsbegeerte 1 Flemish unite at campus Solbosch: A study of Dutch speaking organisations and networks in the run-up to the separation of the unitary university ULB/VUB 1950-1970 2 Ik verklaar plechtig dat ik de masterproef, “Vlamingen verenigen zich op campus Solbosch: Een studie naar Nederlandstalige verengingen en netwerken in de aanloop naar de splitsing van de unitaire universiteit ULB/VUB 1950-1970”, zelf heb geschreven. Ik ben op de hoogte van de regels i.v.m. plagiaat en heb erop toegezien om deze toe te passen in deze masterproef. 25/05/2018 Giles Verbeylen 3 English abstract and keywords The legacy of the year 1968 sparks an ongoing debate among politicians. Nevertheless, the impact of that year’s events on society remains beyond dispute. As a result, the political climate after World War II would not cool down soon. Successive Belgian governments were confronted with the Koningskwestie, Schoolstrijd, the revival of the Flemish and Walloon Movement… Meanwhile, a group of Dutch speaking Brussels’ citizens were dedicated to the creation of Dutch programs. As time passed, unrest grew against the francophone character of the university. Moreover, the board of directors kept postponing the duplication of the courses. Therefore, Flemish connected to the unitary ULB/VUB decided to unite and call upon their political contacts to end the current situation.
    [Show full text]
  • Herman De Croo. De Onvermoeibare Visionair Een Biografie
    HERMAN DE CROO. DE ONVERMOEIBARE VISIONAIR EEN BIOGRAFIE Walter Prevenier 6 Ondervoorzitter Liberaal Archief / Liberas WALTER PREVENIER WALTER Herman De Croo een superintelligent wonderkind? Zo dachten zijn jezuïetenleraars in Mons ongetwijfeld over hem. Hij bezit van in zijn prille jeugd het talent om de essentie van nieuwe ontwikkelingen door te hebben, lang voor alle anderen. Die kwaliteit hielp hem talloze keren om op cruciale momenten juiste beslissingen te nemen. Ze vertoonde ook een keerzijde: ze zadelde hem op met het grote ongeduld om dat nieuwe doorzicht meteen publiek te formuleren, vaak een hele tijd alvorens de geesten van de tijdgenoten er rijp voor waren. Hij kreeg vaak geen gelijk, al had hij overschot van gelijk. Op korte ter- mijn deelde hij dan ook meer dan eens in de brokken. Maar in het lange perspectief van de geschiedenis, sub specie aeternitatis zou Spinoza zeggen, siert deze ‘precociteit’ hem in niet geringe mate. Op termijn werden veel van zijn zogenaamde ‘voorbarige’ ideeën door hem of door anderen omgezet in politieke werkelijkheid: de verlenging van de pensioenleeftijd, het pleidooi voor een paarse regeringscoalitie, het idee dat een partijvoorzitter voor de ministers en voor de leden van zijn partij de externe tolk van de grondlijnen en de doelstel- lingen van de partij moet blijven. In zijn uitlatingen over ideologie hield hij eraan zich te beperken tot de liberale essentie. In zijn overwinningstoespraak bij zijn verkiezing tot partijvoorzitter in 1995 vat hij het kern- achtig samen: ‘Als liberaal kom ik voor waarden op waarover geen toegevingen mogelijk zijn. Vrijheid, een minimale maar krachtige staat, en verdraagzaamheid.’1 2 Herman De Croo is een vat vol tegenstrijdigheden en paradoxen.
    [Show full text]
  • 25 Jaar "Rode Leeuwen"
    FOCUS communautaire kwestie die naar voor kwam in de verkiezingsuit­ slagen van 1964 (gemeente) en 1965 (Kamer) in Wallonië en Brussel. Zo was bijvoorbeeld de Brusselse B.S.P. in 1965 de belangrijkste "hofleve­ rancier" van de pas gevormde electo­ rale aanhang van het Front Démo- cratique des Francophones (F.D.F.) dat meteen drie kamerzetels ve­ roverde terwijl de Waalse B.S.P. 2 zetels verloor aan de Waals-federa­ listische - en socialistisch geïnspi­ reerde - partijen Parti Wallon des Travailleurs (P.W.T.) en Front Wal­ lon (F.W.) (4). Begrafenis van Jozef Bracops, 1966 De hele communautaire problema­ 25 jaar "Rode Leeuwen" tiek van de jaren '60 vond haar oorsprong in 1954 wan­ neer toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken, Piet De "Rode Leeuwen" vieren dit jaar hun 25ste verjaardag. Vermeylen, de uitslag van de talentelling van 1947 Ook het AMSAB wil even stilstaan bij dit jubileum van bekendmaakte. Daaruit bleek dat 3 gemeenten rond deze toch wel bijzondere (B.)S.P.-federatie. Niet door nog Brussel (Evere, Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem) eens het verhaal te doen van de afscheiding van 1968 zelf meer dan 50% Franstalige inwoners telden. Door deze (1), maar wel door de voorgeschiedenis ervan eens van gemeenten bij de Brusselse agglomeratie te voegen (Aan­ naderbij te bekijken. Deze situeert zich uiteraard bijna passingswet van 2 juli 1954), vermeed Vermeylen welis­ volledig in de communautaire sfeer die zo eigen is aan de waar dat ze uitsluitend Franstalig werden (Wet op het jaren '60. Taalgebruik in de Administratie van 1932), maar werkte De tot 1968 tweetalige B.S.P.-federatie Brussel ontsnapte hij omgekeerd echter ook de verdere uitbreiding van de niet aan de toenemende spanningen op communautair Brusselse "olievlek" in de hand.
    [Show full text]