<<

Genealogysk Jierboek 2018

FRYSKE AKADEMY

Genealogysk Jierboek 2018 2017

2016

2015

2014

2013

2012

2011

E K S Y R F 2010

2009

Y M E D A K A 2008

2007

2006

2005 Genealogysk Jierboek 2018 ûnder redaksje fan ype brouwers, harmen foekema, andries koornstra, anne hielke lemstra en pieter nieuwland heraldysk meiwurker: rudolf j. broersma

Genealogysk Jierboek 2018

FA nr. 1113

Genealogysk Jierboek 2018 © 2018 Fryske Akademy (Postbus 54, 8900 AB Ljouwert)

Basis foarmjouwing: Roelof Koster bno, Mildaam

Afûk, Postbus 53, 8900 AB Ljouwert

NUR 680 ISSN 0928-0480 ISBN 978-94-92176-97-4

Neat út dizze útjefte mei op hokker wize dan ek fermannichfâldige wurde sûnder dat dêr skriftlike tastimming fan de útjouwer oan foarôf giet.

De redaksje kin net oansprutsen wurde op ynhâld of strekking fan ûndertekene stikken. www.afuk.nl www.fryskeakademy.nl … Ynhâld

Jan de Vries Bruinsma en Hylckema van Warns 7

Petronella J.C. Elema Libarius 75

Gosse van der Plaats Voor- en nageslacht van Aechje Heres 91 (ca. 1703 – 1788) op de Kleinegeest onder Tietjerk

Henk Zeinstra † Titus Brandsma III 131

Pieter Nieuwland De verkoping van de laatste Friese 193 kloostergoederen

Fryske Rie foar Wapenregistraasje 245 Heraldyk … Bruinsma en Hylckema van Warns jan de vries

Bruinsma en Hylckema van Warns

Warns

Schrijvers van aardrijkskundige woordenboeken zijn nooit in Warns geweest want stuk voor stuk herhalen ze oude teksten en weten zelf niets over het dorp te vertellen. Het weinige dat ze schrijven is ook nog eens onwaar want tot ver in de 18de eeuw houden ze staande dat het dorp op door mensen aangelegde terpen zou zijn gebouwd. Warns komt er in dat opzicht maar bekaaid vanaf in vergelijking met de plaatsen in de buurt. Het tegendeel geldt overigens voor mythen, mysterieuze verhalen over magie, hekserij en hallucinaties, zoals het luchtgevecht tussen twee mannen in 1305 waarna het bloed regende. En meer van zulke onheilspellende droombeelden, uit de fantasiekroniek van de fictieve maar niettemin tamelijk beroemde Ocke van Scharl of Scharlensis.1 Wains zoals we in de Zuidwesthoek zeggen, met ook destijds al het buurtschap Scharl, bekend van het Rode Klif, ’t Roode Cliff, ende daer neffens in zee ’t Vrouwen-zandt, en het vissersbuurtje Laaksum, bekend van de Laaksumer Bot, schoone zee-bott; Laexumer bott, zoals Christiaan Schotanus in 1664 schreef.2 Scharl was in die tijd een heus dorpje met een kerk en een herberg zoals blijkt uit een proklamatie uit 1725 die de verkoop van de herberg te Scharl betreft en van een huis, benevens de kerk van voornoemde dorpe.3

* Mijn dank gaat uit naar Ype Brouwers voor zijn deskundig commentaar op eerdere versies van dit artikel. 1 Abma, Gerben, Himmelumer Âldefurd en Noardwâlde (Ljouwert 1992) p. 45, 148-165, 294, 312-313; Cornelius, Andreas, Chronyk en waaragtige beschryvinge van , beginnende na de schepping der weereld met den jare 3070. En einigende na de geboorte Christi, met den jare 1565 […] ( 1597, 2de druk 1724), p. 132, beschikbaar op books.google.com (laatst geraadpleegd 8 juli 2018). 2 Schotanus, Christianus, Beschryvinge van de heerlyckheydt van Frieslandt […] (Leeuwarden 1664) p. 216. 3 T 13-18 nr. 25 / 422; sjoch ek: Hoeve, Sytse ten, ‘De tsjerke fan Warns: Ynf loed út Hollân’ yn: Otto Kuipers en Jacob van Sluis (redactie), Nei bûten ta – Afscheidsbundel voor Douwe P. de Vries (Ljouwert, 2006) p. 83.

bruinsma en hylckema van warns 9 Detail van de kaart ‘De Suid Hoek’, getekend omstr. 1685 en uitgegeven omstr. 1698 Aantekening over de kerk van Scharl in het kerkenraadsboek van Warns (collectie Tresoar). door Bernardus Schotanus. ‘De laatste predicatie is door mij Johannes Baumgaerten gedaan in de kerke tot Scharl Verbeterd omstr. 1718 door ao 1729, op Pinxtertwededag, uijt ps 68 vers 19. Sedert dien tijd is die kerke tot Scharl Francois Halma (collectie allengskens vervallen tot datse eijndelijk is afgebroken int jaar 1736 en in desselfs plaatse Tresoar). geset een klokhuijs.’

het geval want Hylke komt generatie op generatie terug als voornaam. Regnerus Warnensis (Bruinsma IVa), bepaalde in zijn testament dat hij Maar bij Bruinsma ontbreekt de naam Bruin volledig en niet alleen begraven wilde worden in de kerk te Scharl, bij het vierkant, in het graf bij deze familie uit Warns maar ook bij de Bruinsma’s van Ypekolsga, van zijn ouders, aldaer uytgehouwen met letteren. waarover Johan Nota in 1999 schreef in het Jierboek.7 Bruin kan daarom De Hylckema’s en Bruinsma’s van Warns behoorden aan het eind van ook naar iets anders verwijzen, naar een bruin leven misschien, of naar de 16de eeuw bij de belangrijke families in de Zuidwesthoek. Tussen iets met de kleur bruin, zoals bonen, turf, noten en kastanjes of met was beide families zijn meerdere onderlinge relaties, wat voor de hand opgewreven hout. Oude woordenboeken geven diverse verklaringen ligt, gezien de gezamenlijke af komst en maatschappelijke status. De voor het woord bruin.8 Hylckema parenteel is slechts kort, omdat een belangrijk deel eerder De naam kan zijn ontleend aan de Bruinsma fenne. Deze moet dan is gepubliceerd.4 Uiteraard zijn er ook relaties met andere belangrijke zijn verworven door Jan Sjoerds (IIIc). De boedel van de onnozele Jan families uit de streek, die eveneens voor een deel al zijn ondergebracht Bruinsma te Sloten (IVd.1) vermeldt dit stuk land, tussen bezittingen in publicaties in het Jierboek. Getracht is zoveel mogelijk relaties met te Oosterzee. Uit een proklamatie uit het jaar 1709 blijkt echter dat het zulke eerdere Jierboek-publicaties in de tekst aan te geven.5 gezocht moet worden te Scharl, agter het Rode Clif. Deze fenne staat niet Beide familienamen kunnen zijn afgeleid van de naam van een man: genoemd in het testament uit 1583 van Reyn Jouckes (Bruinsma I), of Bruin/Bruyn resp. Hylke.6 Bij de Warnzer Hylckema’s is dat overduidelijk bij het overschrijven van dit testament, in het register van het Hof van Friesland, is de naam verbasterd tot Reinsme Fenne. In dat geval, en 4 GJB 2015 / 28. mede gezien de af komst van de Bruinsma’s, kreeg de fenne hun naam 5 De verwijzingen zijn gemakshalve verkort tot: GJB [jaartal] / [pagina]. Voorgaande en was het niet andersom. Het is immers regel in de microtoponymie dat de edities van het Genealogysk Jierboek t/m 2016 zijn beschikbaar op: Fryske-akademy.nl (laatst geraadpleegd 25 sept. 2018). 7 GJB 1999, p. 111-151. De eerlijkheid gebiedt hier te vermelden dat in 1586 een Bruyn 6 Winkler, Johan, De Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis Pieters leefde te Warns, maar deze persoon lijkt geen familie te zijn (T 14 nr. 16702 / 52). (Haarlem 1885); Meertens P.J., De betekenis van de Nederlandse familienamen (Naarden 8 Historische woordenboeken, beschikbaar op: gtb.inl.nl (laatst geraadpleegd 10 1941) p. 24-25. sept. 2018).

10 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 11 gebruiker zijn naam aan de grond geeft en er aldus in blijft voortleven, aldus verscheen in 1597.11 Al onder toenmalige wetenschappers is er het Hans Mol.9 De Bruinsma-familie bleef nauw verbonden met het Klif nodige over te doen geweest want sommigen herkenden het meteen als want in 1811 nam een van de nazaten de naam Klifstra aan. fictie, maar anderen geloofden het verhaal en probeerden uit alle macht Leden van beide families zwierven in de 17de eeuw uit over Friesland. de echtheid aan te tonen.12 Warnensis heeft ongetwijfeld de kroniek Een deel van de toenmalige mannelijke leden koos vooral veilig lijkende van Scharlensis onder ogen gehad, maar zag er vanaf deze naam aan te ambtelijke en bestuurlijke beroepen. Toch verarmden deze takken nemen, terwijl daar alle aanleiding voor was. Het lijkt dat hij zich niet in twee generaties. Er zitten dan slechts enkele schippers tussen. De de hoon op de hals wilde halen van professoren en medestudenten. zeevarende tak van de Bruinsma’s, die zich in de 18de eeuw vormde, In het testament van dr. Warnensis is geen sprake van kinderen, toch bleef de Zuidwesthoek en Warns trouw tot het eind van de eeuw toen liet hij in 1677 een zoon dopen, Durk Dompsma genaamd (Va). Deze de koopvaardij instortte als gevolg van de vierde Engelse Oorlog en de werd op zijn veertiende gereformeerd gedoopt te , in het Franse revolutie die daarop volgde. Deze tak stamt af van de in 1663 bijzijn van zijn moeder, Ootje Wybes Lelia, een zuster van de vrouw van prodigieus verklaarde infanteriekapitein Homme Reins Bruinsma (Vd). Warnensis. Zij was doopsgezind. Reyner Dompsma, op papier de vader Mogelijk maakte omstreeks 1718 de erfenis van genoemde innocente van Durk, was toen niet meer in leven. Theodoris Dompsma studeerde Jan Bruinsma uit Sloten weer wat goed voor de kinderen van Homme. in en werd ook medisch dokter te Staveren. Mogelijk maakte De afwikkeling van deze erfenis, met in ieder geval zes stemdragende deze doop de weg vrij voor zijn studie medicijnen. Wat de reden was om percelen in Lemsterland, een in Goingarijp en een in Warns, heb ik niet voor de doop uit te wijken naar Molkwerum is niet duidelijk. Misschien uitvoerig onderzocht. weigerde de Staverse predikant zijn medewerking, of wilde men de doop Homme kan geoormerkt worden als het zwarte schaap van de familie, liever niet aan de grote klok hangen, omdat Warnensis de biologische hoewel een van zijn schoonzonen hem in dat opzicht moeiteloos, maar vader is van Durk. wel fataal voorbijstreefde. De met dochter Jantje getrouwde Staverse bakker en molenaar Reyner Olofs kwam in 1701 van rechtswege aan Hein Meines de Vries de galg wegens oplichting. Wie het fijne daarvan wil weten leest het boeiende artikel van Siem van der Woude in het Jaarboek 2010 van De kerk te Wams bezit nog een aandenken aan die vroegere zeevarende bewoners, het Fries Scheepvaart Museum.10 Reyner was geen echte familie want in een zilveren avondmaalschotel, haar geschonken door de 8 april 1776, aldaar toen hij de fraude pleegde was zijn genoemde vrouw Jantje Hommes overleden weduwe van den Groenlandschen commandeur Auke Heins de Vries.13 Bruinsma al meer dan tien jaar niet meer in leven. Deze Auke (1703-1752) en zijn vrouw Uilk Sipkes (1697-1776) kregen geen kinderen. Haar bezit bij overlijden omvatte o.a. drie boerderijen te Regnerus Jouckonis Warnensis Warns en werd in totaal getaxeerd op ruim 37.000 gulden. De zeer fraaie schotel kostte destijds 130 gulden.14 Hij was medisch dokter te Staveren, kwam van Scharl maar noemde zich Warnensis; Van Warns. Reyner Jouckes had zich Scharlensis kunnen 11 Cornelius, Chronyk. noemen net als de al aangehaalde verzonnen schrijver van de verzonnen 12 Noomen, P.N., ‘Suffridus Petrus en de Friese identiteit’, in: W. Bergsma, Mythe en kroniek over de oudste geschiedenis van Friesland. Het was ene Andreas geschiedschrijving in Nederland en Friesland. Themanr. van It Beaken (jrg. 56, 1994) p. Cornelius (ovl. 1589) van Staveren, organist te Harlingen, die o.a. onder 146-187, beschikbaar op: Wumkes.nl (laatst geraadpleegd 8 juli 2018); Lennep, Jacob de naam Ocke Scharlensis deze kroniek bijeen fantaseerde. Dit werk van, bezorgd door Joke van der Wiel, De roos van Dekama (2006) p. 560, beschikbaar op: DBNL.org (laatst geraadpleegd 5 juli 2018). 13 Haagsma, S. ‘Een blik op koopvaardij in ’t midden der 18e eeuw’, af l. 9 Mol, J.A., ‘De middeleeuwse veenontginningen in Noordwest-Overijssel en Zuid- 6, in: Nieuwsblad van Friesland (31 aug. 1907), beschikbaar op delpher.nl (laatst Friesland: datering en fasering’, in Bijsterveld A.-J., M. Boone, M.J.M. Damen (red.): geraadpleegd 3 okt. 2018); Molen, Johan ter, ’De zilveren avondmaalsschotel van Jaarboek voor middeleeuwse geschiedenis, 14 (2011) p. 69. Warns’, in: Wat niet weet wat niet deert – Liber amoricum Douwe de Vries (Leeuwarden 10 Siem van der Woude, ‘Reinier Olofs uit Staveren, oplichter of katvanger’ in: Jaarboek 2014) p. 111-122; Molen, Johan ter, e.a., Fries goud en zilver (Gorredijk 2014) p. 328-329. 2010 Fries Scheepvaart Museum, p. 38. 14 T 14 nr. 15175; T 13-18 nr. 43 / 122.

12 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 13 Auke is een zoon van de te Heerenveen geboren commandeur ter walvisvaart Hein Meines de Vries en Hay Jans. Hein en Hay kregen vijf kinderen die allen gedoopt zijn te Molkwerum, in de periode 1692-1707. Nadat Hay overleed trad hij in het huwelijk met Aalk Nannes Hylckema (IVd.2). Ze kochten samen een huis in Warns en hij werd daar kerkelijk lidmaat maar zijn zeemansdomicilie bleef Molkwerum. Hij was 46 jaar. Aalk was waarschijnlijk de vijftig al voorbij, gezien haar belijdenis in 1681. Het was eveneens haar tweede huwelijk. Aalk Hylckema overleed en in 1724 trouwde Hein voor de derde keer. Het laatste deel van zijn leven sleet hij te Molkwerum, zo wijzen de lidmaten-registers uit. Ook Heins zonen Jan (geb. 1694) en genoemde Auke, trouwden te Warns en beiden traden als commandeur in vaders voetsporen. Hein Meines de Vries voer tussen 1710 en 1733 bijna onafgebroken als commandeur ter walvisvaart onder directie van Jan Arisz Corver te Zaandam, c.q. diens weduwe. Deze term komt van oorsprong uit de marine en gold destijds voor een officier in de rang van luitenant of – verwarrend genoeg – kapitein-ter-zee, als (meestal tijdelijke) meerdere van collega-bevelhebbers met gelijke rang. Met betrekking tot de walvisvaart wordt de benaming uitgelegd als: de schipper die de jacht leidt. Het was een tamelijk modern verschijnsel want eerder stonden de harpoeniers het hoogst in aanzien en hadden schippers alleen de zorg voor het schip. Anno 1720 bedienden commandeurs meestal zelf de harpoen en waren zij opperhoofd van zowel schip als visserij, zoals een scheepsbevelhebber bij de marine het geschut en de manoeuvres dirigeerde.15 Net als in de koopvaardij gebruikte men f luitschepen, maar bij de walvisjacht was het aantal opvarenden wel drie of vier keer zo groot. Officieren op de walvisvaart kregen betaald naar rato van de vangst. Wellicht is dat de reden dat Hein de Vries zelf geen aandeel of part in de rederij had, van het schip waarop hij het bevel voerde.16 Zoals bij de marine, maar in tegenstelling tot het gebruik onder schippers in de koopvaardij. Dit soort omstandigheden kunnen ten grondslag liggen aan het gebruik van de benaming commandeur.17 De reden dat hij zich in Molkwerum vestigde en niet in Zaandam bij zijn werkgever, kan te maken hebben met het werven van scheepsvolk. Hoe dat ook zij, in totaal ving Hein 128½ dieren, gemiddeld ruim 5 per seizoen. In 1726 en 1730 was het aantal 0, maar in 1715 waren het er maar liefst 27. Een uitzonderlijk grote vangst, het meest van alle commandeurs

15 Zorgdrager, C.G., Bloeyende opkomst der aloude en hedendaagsche Groenlandsche visschery […] (Amsterdam 1720) p. 99-100 Overzicht van de vangsten van Hein Meines de Vries. In dit boek ook dergelijke 16 NHA 185 nr. 5829 / 28. overzichten van Heins zonen Jan en Auke (Sluijk, Commandeurs, p. 42, 144, 167). 17 Zorgdrager, Groenlandtsche visschery, 260-292.

14 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 15 dat jaar. Maar gezien het relatief kleine tal vaten spek waren het geen grote haalde de wind weer aan en moesten ze vanwege de westnoordwesten dieren. Zijn zoon Jan Heins de Vries voer van 1716 t/m 1731 voor dezelfde wind wel zee kiezen want ze lagen voor lagerwal. Uit vrees dat ze door directie. Van 1732 tot 1741 voer hij niet. Jan ving in totaal 80, gemiddeld de storm en de golven het schip niet door de wind zouden krijgen lieten ruim 3 per jaar. Zoon Auke Heins de Vries had de langste carrière, want ze het voor de wind draaien, gijpen, als wanneer hun schip zoo krachtig gedurende 26 jaar, van 1725 t/m 1751, sloeg hij nooit een jaar over. In totaal heeft gearrebeijd en geslingerd dat de grote mast en de fokkemast af braken ving hij er 163, dus ruim 6 per jaar. Zijn beste jaar was 1747 met 16. In de en met het want en de zeilen naar beneden kwamen. Kort daarna brak jaren 1741 en 1742 was Auke de meest vangende commandeur van het land.18 ook nog de bezaansmast af en sloeg de sloep aan stukken. De sloep, de De eerste jaren voer Hein op een in 1709 nieuw te Zaandam gebouwd masten met de stengen en alle zeil en treil dat nog zo goed als nieuw was, f luitschip genaamd ‘Josua’.19 Vanaf omstreeks 1715 tot het einde van zijn hebben ze overboord gezet en laten drijven. In de avond van die 9de loopbaan voerde hij het bevel op de ‘Catharina’. De Josua bleef na zijn dec. waren ze tot voor het Vlie gedreven, waar ze hun anker lieten vallen overstap varen onder de directie van genoemde Jan Corver, maar met Heins op 15 vadem water. De volgende dag en die daarna schoten ze om hulp. oudste zoon Jan als commandeur.20 Aansluitend op de zomerse walvisjacht Pas in de middag, nadat wel 75 pond kruit was verschoten, kwamen er maakte Hein in het najaar wel koopvaardijreizen. Van minstens twee loodsen aan boord. Na nog een storm op 20 dec. bereikten ze eindelijk reizen naar St. Uvis, Setúbal, in Portugal bleven verklaringen bewaard in op de 25ste de Vliestroom, gesleept door vijf loodsgaljoten. de notariële archieven van Zaandam en Amsterdam. Op de terugreis in het De kisten met sinaasappelen waren allemaal stukgeslagen en de najaar van 1714 werd hij aangevaren in het Kanaal en achteraf beschuldigd inhoud was meest verpletterd en bedorven, zo dat zij daarvan maar alleen van nalatigheid ten opzichte van het andere betrokken schip. Uit de veertien kassen in een kaagh [hebben] overgeset, de rest ging overboord. Na verklaringen blijkt dat partijen uiteen raakten, ‘ontduijsterden’, zonder ook een deel van het zout te hebben gelost in enkele lichters, sleepten gegevens uit te wisselen en lijken Hein en zijn mensen te suggereren dat twee galjoten het schip tot Pampus. Het laat zich raden hoe de mannen de tegenpartij bij een andere aanvaring betrokken was.21 zich voelden toen ze op 19 jan. vleugellam en hulpeloos te Amsterdam In 1728 raakte de ‘Catharina’ in het ijs zo zwaar beschadigd dat het arriveerden. Zelfs de zoutlading bleek aangetast. De vele overkomende verwonderenswaardig te noemen was dat Hein en zijn mensen het hadden golven maakten dat zeewater door het kapotgeslagen luik van het weten thuis te brengen.22 Maar de terugreis met de ‘Catharina’ uit kabelruim naar beneden liep. Zeer veel van het zout was opgelost en met Setúbal, in het jaar 1729, zal hem en zijn mede-opvarenden nog het meest het water overboord gepompt. Het schip lag bij vertrek 17½ voet diep, zijn bijgebleven. Op 12 nov. van dat jaar vertrokken ze, geladen met zout maar aangekomen in het Vlie een hele voet minder.23 en 74 cassen cinaas-appelen, bestemd voor Amsterdam. De rampspoed die Hoewel ze aan het eind van de verklaring, opgesteld ten behoeve van de hen achtervolgde is bijna onwaarschijnlijk. Ze doorstonden een reeks verzekering, min of meer standaard lieten noteren niets van de lading te van stormen waarvan de eerste op 20 nov., die met een korte f lauwte tien hebben gestolen en een beroep deden op betoonde ijver en zeemanschap, dagen aanhield. Gelukkig vonden ze op tijd een beschutte ankerplaats mag blijken dat schipper en bemanning de zaak niet in de hand hadden. en was er alleen schade aan een ankerkabel en een anker. In vergelijking met soortgelijke verklaringen valt het aantal stormen op, Maar toen kwam het. Een nieuwe storm op 6 dec., tot den 8sten dito toe, als maar vooral dat daarbij geen sprake is van het vaak gebruikte begrip wanneer het weer bedaarde en zijlieden zich bevindende voor Texel. Tevergeefs ‘extra-ordinaris zware storm’. Het waaide hard dus, maar niet extreem. losten ze schoten om de aandacht van een loods te trekken. Op 9 dec. De verklaring is vrij uitvoerig over de verstandige maatregelen genomen tijdens de reis, maar gaat niet in op het aantal gevoerde zeilen, – of het 18 Sluijk, Lourens Pieters, Naamlijsten van alle de commandeurs als meeden de boekhouders soo aantal dat werd weggenomen – bij het inzetten van die noodlottige gijp, op Groenlandt als de Straatdavids seedert jaar 1700 (Zaandam 1755, handschrift collectie met sterke wind. Het is denkbaar dat Hein en zijn mensen achteraf is Zuiderzeemuseum) p. 36, 37, 42, 144, 167; Sante, Gerret van, Alphabetische naamlijst van verweten dat zij meer zeil hadden moeten minderen. alle de Groenlandsche en Straat-Davissche commandeurs […] (Haarlem 1770) p. 10, 64. De assuradeur zal hoe dan ook op zijn hoede zijn geweest voor fraude 19 NHA 185 nr. 5825 /202, nr. 5839 / 59. omdat het schip mogelijk gebreken vertoonde nadat het een jaar eerder 20 NHA 185 nr. 5853 /43. in het ijs was gekraakt. In 1730 voer Hein niet uit, want hij had geen 21 SAA 5075 nr. 7485 / 120; NHA 185 nr. 5839 / 89, 125; nr. 5841 /40. 22 NHA 185 nr. 5859 / 205. 23 SAA 5075 nr. 9329 / 4968 en nr. 9330 / 5169.

16 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 17 schip. In april 1731 koerste hij met de ‘Catharina’ weer richting Straat hij zich Oostenveld? Iedereen met die naam stamt voor zover bekend Davis, als vanouds zo lijkt het, maar onder de vertrouwde naam ging nu van hem af. Nergens staat hij genoemd met zijn vadersnaam Jurjens, een ander schip schuil, namelijk de voormalige ‘Vraise Galleij’, gehuurd altijd schrijft men Evert Oostenveld. En hoe raakte Evert, geboren in in Delfshaven.24 een betrekkelijk arm gezin in Scheemda Oost-Groningen, verzeild in de Friese Zuidwesthoek, waar hij in 1771 het ambt van dijksecretaris Evert Oostenveld bemachtigde en het volgende jaar Peerkje Hiddes trouwde, weesdochter van een vermogende schipper uit Molkwerum? Peerkje stamt uit een Een doodnormale straat met rijtjeshuizen uit de jaren 1970 aan de voorname familie. Haar grootvaders Rein Hommes Bruinsma uit noordzijde van de Koudumer bult: de Oostenveldseweg, maar met Scharl en Fekke Jacobs Renja uit Molkwerum zijn bijzitter geweest deze fraaie naam blijkt van alles aan te hand te zijn. Tot omstreeks van de HON. Ook haar oudouder (zes generaties) Jan Sjoerds 1920 gold hij voor de vijftig meter westelijk gelegen Beukenlaan, die Bruinsma uit Warns bekleedde dat ambt. zo genoemd werd door een plaatselijke aannemer/projectontwikkelaar Deze omstandigheden doen vermoeden dat er iets met de af komst toen hij er enkele nieuwe huizen neerzette en de straat met beuken liet van Evert aan de hand moet zijn. Bovendien: hij kocht niet alleen het beplanten. De huizen stonden als op een rots, maar de beuken konden geboortehuis van Jacob Benckes, enkele maanden na deze aankoop werd niet aarden in het keileem en gingen dood. De wijsheid van de natuur is hij mede-eigenaar van een stuk land bij met de opvallende af en toe verpletterend. Er staan nu enkele linden. Maar de naam bleef. naam Duinkerken, dat eveneens uit die familie kwam. Het lijkt dat hij Ook in 1948 toen de gemeente officiële straatnemen kreeg, op voorstel met deze aankopen duidelijk wil maken dat hij tot deze familie behoort. van een zoon van de aannemer, als wethouder. Op wiens initiatief een In dat geval zou hij een bastaardzoon kunnen zijn, bijvoorbeeld van kwarteeuw later de Oostenveldseweg weer terugkwam, maar dan voor de ongetrouwde schipper Evert Symens, oom van de verkopers van een nieuw aangelegde straat. Duinkerken.28 Dat zou de geheimzinnigheid over zijn af komst en zijn Mijn ervaring met nieuwsgierigheid naar de betekenis van straatnamen opmerkelijke maatschappelijke klim kunnen verklaren. Evert Symens is dat het een hoop tijd kan kosten, bijvoorbeeld omdat er een Verzwegen kwam uit een belangrijke doopsgezinde familie en woonde ‘te Ooste zeeheld achter schuil blijkt te gaan.25 In de kwestie Oostenveldseweg is Koudum’, zoals men dat noemde. Het is denkbaar dat de ouders van de tijdbesteding echter te overzien. Duidelijk werd dat we ook hier met Evert Oostenveld, zijn vader Jurjen Aaldriks kwam uit Jeverland een persoon te maken hebben, namelijk dijksecretaris Evert Oostenveld Duitsland, als seizoenarbeiders in Koudum verbleven. (Bruinsma VIIId). De eer van een straatnaam kreeg hij niet noodzakelijk vanwege bepaalde verdiensten, maar om de simpele reden dat de weg Dúnkerken langs zijn huis liep. Misschien zelfs voor een deel over zijn grond: het perceel met zekere huizing met houten lytshuys, hovinge en groedland, dat Genealogie is tijdrovend, maar ook toponymie, zoals in dit geval hij in 1772 kocht. Dit huis overigens was af komstig van familie van de interesse in de herkomst van een intrigerende veldnaam, kan een zeeheld Jacob Benckes en zeer waarschijnlijk betreft het zelfs diens groot beslag leggen op uw tijd, kan ik u verzekeren. Beide disciplines geboortehuis, in 1640 stond het op naam van zijn vader.26 Evert kocht het vloeien hier samen want mede aan de hand van Duinkerken, het land huis van Durk Pieters Dompsma, een nazaat van genoemde Theodorus dat Evert Oostenveld kocht, bleek het mogelijk de doopsgezinde familie en tevens Benckes-erfgenaam.27 van de moeder van Jacob Benckes te reconstrueren. De parentelen zijn Ook Evert Oostenveld is omgeven door raadsels, maar anders dan bij gepubliceerd in het Jierboek 2014. Toen was het beeld over de herkomst Jacob Benckes zijn die nog grotendeels intact. Want waarom noemde van de veldnaam nog niet scherp genoeg. Uiteraard, vanaf het begin was er het vermoeden dat de beruchte Duinkerker kapers er mee te maken 24 NHA 185 nr. 5855 / 18, 24. moesten hebben. En dat bleek, maar de af te leggen weg van Koudum 25 Vries, Jan de, Verzwegen Zeeheld, Jacob Benckes en zijn wereld (Zutphen 2018). naar de tegenwoordig Franse havenplaats Dunkerque, is ‘mijl op zeven’, 26 Vries, Jan de, ‘Straatnamen VII’, bijlage van: Bulte Nijs, dorpskrant van Koudum (april of beter: ‘giet oer Skarl en Laaksum’. 2014 Nr. 247). 27 GJB 2014 / 221. 28 GJB 2014, p. 277-279.

18 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 19 Een belangrijke rol in het verhaal blijkt weggelegd voor koopvaardij­ Epe Jeltes liet zijn schip ‘Drie Coningen’ in Medemblik repareren. schipper Ids Jacobs (Hinnema), ovl. omstr. 1668, en zijn schip ‘Susanna’. Boegspriet, botteloef, kraanbalk, diverse berghouten en kabels moesten Hij is een oom van moederskant van de zeeheld Jacob Benckes. De worden vernieuwd. Er was veel schade maar gezien de bedragen scheepsnaam die Ids voerde verwijst zeer waarschijnlijk naar het verhaal waarmee schippers gewend waren te rekenen was het totaalbedrag van ‘Susanna en de ouderlingen’ uit het apocriefe deel van het Bijbelboek 1152 gulden te overzien. Niettemin kwam het op 21 dec. 1661 tot een Daniël. Dit anno 2018 zeer actuele verhaal inspireerde vele 17de-eeuwse gerechtelijke procedure omdat Pieter Ennes zijn deel niet wilde betalen. schilders, onder wie Rembrandt. De Hinnema’s waren doopsgezind Hij voerde aan dat hij geen schipper meer was op de ‘Waterhond’ en en in kringen van doopsgezinde schippers in de Friese Zuidwesthoek zei dat daarom niet hij, maar de reders van het schip moesten worden waren Bijbelse scheepsnamen in die tijd eerder regel dan uitzondering. aangesproken.29 Een storm op 3 oktober 1659 veroorzaakte een kleine ravage aan schepen Omdat dit niet het enige was dat speelde rond de ‘Susanna’ en mede die geankerd lagen op de Friese Rede, gelegen op de tussen omdat de betrokkenen uit Koudum familie van elkaar waren, zou het Staveren en . Het schip ‘Waterhond’ van Pieter Ennes uit voorval onderdeel worden van een ingewikkelde en langdurige kwestie. Koudum raakte midden in de nacht op drift en belandde zo tegen de Pieter Ennes was een zwager van Hilcke Douwes, de hoofdreder van de kop van het schip van Epe Jeltes, burgemeester te Hindeloopen. Door ‘Waterhond’. Hoofdreder van de ‘Susanna’ was Joucke Benckes en Hilcke het tegen elkaar schuren van beide schepen werden Epes ankerkabels Douwes was een van de medereders. Schipper Ids Jacobs is Jouckes oom. seer jammerlijcken gevijlt ende geraseert totdat ze uiteindelijk braken. Dit Hilcke, koopman en makelaar in vracht en schepen te Amsterdam, schip ramde vervolgens de ‘Susanna’ van Ids Jacobs waarvan in’t eerste en Joucke, koopman en scheepsbevrachter te Amsterdam, beiden van aentreffen sijn hackebort slechts afgestreecken is. Een hakkebord is een Koudum, waren volle neven en tevens partners in zaken. Beiden zijn houtsnede die men aanbracht op de achterkant, de spiegel, van het begonnen als koopvaardijschipper. Joucke is een oudere broer van de schip. Het ligt in de rede dat het losgeraakte hakkebord een af beelding zeeheld Jacob Benckes. van de mooie en vrome Susanna was, maar dit staat er helaas niet bij. Naast de aanvaring op de Zuiderzee speelde er een kwestie in Tønsberg Noorwegen. Burgemeester Andries Matsen van die stad liet de ‘Susanna’ in 1659 aan de ketting leggen, om Joucke Benckes te bewegen zijn schulden te betalen. In juni 1660 sloten ze een akkoord, waarin deze zijn part in het schip inclusief lading in onderpand gaf aan Matsen.30 Een jaar later lijkt de kwestie tot tevredenheid te zijn opgelost.31 Behalve voor de reders van het schip want op 23 januari 1662 wilde Hilcke Douwes de ‘Susanna’ laten veilen, met instemming van de meerderheid van de reders. De verkoping vond plaats in de herberg ‘Van den Draeck’ bij de Nieuwebrug te Amsterdam. De WIC-kamer Hoorn bood 6500 gulden, maar door interventie van Andries Matsen ging de transactie niet door.32 Wat er precies allemaal speelde geven de stukken niet prijs, maar de kwesties rond de ‘Susanna’ zullen de familierelaties geen goed gedaan hebben. Hilcke Douwes achtervolgde eerst Ids Jacobs en later diens erfgenamen met procedures over een bepaalde obligatie: Joucke en Hilcke hadden zich op 2 juni 1658 borg gesteld voor een lening van 1500 gulden die Ids Jacobs aanging met de Amsterdamse koopman Johan

Artemisia Gentileschi, Susanna 29 T 13-18 nr. 13 / 14. en de ouderlingen. Een schilderij 30 SAA 5075 nr. 2881 / 403. uit 1610 (collectie Schloss 31 SAA 5075 nr. 2882 / 433. Weissenstein te Pommerfelden). 32 SAA 5075 nr. 2760A / 190; nr. 2763A / 327, 350.

20 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 21 Wijncoop, en die hij kennelijk niet wenste terug te betalen.33 Joucke Het land met de bijzondere naam bleef nog meer dan een eeuw in het Benckes ging bankroet en vertrok naar Oost-Indië, waar hij overleed.34 bezit van nazaten van Evert en Antje, tot Evert Oostenveld, die dus Hilcke nam de vordering van Wijncoop over en werd uiteindelijk in mogelijk ook tot de familie behoort, in januari 1773 de helft ervan kocht. 1678 in het gelijk gesteld door het Hof van Friesland.35 In 1784 verkocht hij dit deel aan Arend Julianus Karel de Bere (1753-1820), Ondanks dit vonnis betaalden de Hinnema-erven niet, en dat was niet oud-militair en patriottische grietman van HON.39 Samen kochten ze omdat ze geen geld hadden. Waarop drie jaar later een deurwaarder het jaar erop de zuidelijke helft van Duinkerken. In 1806 is bezit van De van het Hof beslag liet leggen op twee huizen naest malcanderen staande Bere publiek verkocht.40 Kopers waren o.a. dochters van Wopke Cnoop tot Coudum, dat van Jacob Idses (Hinnema) en schipper Evert Tjerks, (1740-1801), een andere bekende patriot. In 1832 staat geheel Duinkerken getrouwd met Antje Idses, zoon en dochter van de inmiddels overleden op naam van Gerbrand Koopmans, doopsgezinde leraar te en Ids Jacobs.36 Het betreft de stemnummers 73 en 74. Deze huizen stonden schoonzoon van genoemde Wopke.41 aan de Ooste. Toen pas kozen de Hinnema’s eindelijk eieren voor hun Het bleek dat de oude veldnaam tot op de dag van vandaag, in de kleine geld. De vordering van Hilcke Douwes is in mei van dat jaar voldaan, na kring van aanwonende boeren, bekend staat als ‘Dúnkerken’, – zoals twintig jaar getouwtrek. Evert Tjerks het 340 jaar geleden liet omroepen – zij het dat de betekenis Hilcke heeft het niet meer mogen beleven want hij stierf in 1680. Wel van de naam verloren ging. Het ligt ongeveer op de plek die het kadaster moest hij nog ondergaan dat genoemde schipper Evert Tjerks hem op 1832 aanwijst, maar door het dempen van sloten is de oude vorm niet zijn nummer zette. Deze kocht namelijk in 1678 (een deel van) een stuk meer herkenbaar en is het groter gemaakt. land bij Koudum en liet vastleggen dat hij het geheel Duinkerken zou gaan noemen. Twee hoofden vijnlandt ( finne) leggende over hoogh en leegh in een venne beoosten Koudum, dan nu Dunkarcken genaemt, zo staat in de proclamatieakte.37 Het kopen en verkopen van onroerend goed was streng gereguleerd; familie en naastliggers hadden de eerste rechten. De verkopers Idts Saeckles en Idts Reyns, beiden te Molkwerum, waren ongetwijfeld familie van Evert of zijn vrouw Antje, die het grootste deel van het land, dat in totaal tien hoofden groot was, al bezaten. De actie van Evert Tjerks moet te maken hebben met Hilcke Douwes en de kwestie over de ‘Susanna’. Als jonge schipper viel Hilcke namelijk in 1641 in handen van de beruchte Duinkerker kapers en werden hij en zijn stuurman Pier Jackeles, gevangens tot Duijnkercken off elders in Uitsnede van de kaart Vlaanderen, voor 3000 resp. 2000 gulden, vrijgekocht met gelden en ‘Hemelumer Oldephaert en borgstellingen van familie en collega’s.38 Mogelijk diende het land Noordwolde’, uit: Eekhof, W. daarbij als onderpand. Hoe dat ook zij, Evert had een duidelijk motief Nieuwe atlas van de provincie deze bijna veertig jaar oude gebeurtenis in herinnering te roepen en Friesland (omstr. 1855), met deed dit door het stuk land Dúnkerken te noemen en dit langs officiële daarop aangegeven de ligging weg te laten omroepen, zodat iedereen het te horen kreeg en er om kon van het weiland genaamd gniffelen dan wel knarsetanden. Dúnkerken.

33 T 13-18 nr. 36 / 322. 39 Informatie over De Bere is beschikbaar op: parlement.com/id/vg09llu123zf/a_j_c_ 34 SAA 5075 nr. 2875 / 764. de_bere (laatst geraadpleegd 29 sept. 2018). 35 T 14 nr. 16547 (19 maart en 16 juli 1678). 40 T 13-18 nr. 29 / 2-4. 36 T 13-18 nr. 24 / 243; T 14 nr. 16543 (24 febr. 1674); T 13-18 nr. 36 / 322. 41 In het f loreenkohier van 1850 staan kadasternummers aangegeven waarmee 37 T 13-18 nr. 24 / 124 en 195. de ligging op de kadasterkaart van 1832 kan worden bepaald (SWF HON, 38 SAA 5075 nr. 1501 (12 nov. 1641). f loreenkohier Koudum 1850 / 444 nr. 104: Koudum sectie A nrs: 1322, 1323, 1325).

22 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 23 bruinsma 1. Dr. Regnerus Jouconis Warnensis (Reyner Jouckes), volgt IVa. 2. N. Jouckes, trouwt Rieuwer. Uit dit huwelijk: Sjouck Rieuwers. I. Reyn Jouckes, te Scharl, ovl. na 1583. 3. Holckien Jouckes, ovl. voor 1674, trouwt Wybe Jochums, geb. Staveren, 1543, beneficiaalboeken, Warns; Item IIII aedelen, daer Reijndt Buwe zoon gegeven heeft, koopman, reder en scheepsbevrachter te Amsterdam, ovl. voor 1680, lecht op t Wyms XXV jeerden gerslandt, neven Reyndt Buwe zoons voers huys, daer Ocke Sible zoon van Jochum Wybes, burgemeester te Staveren en Fock Doedes; zoon nu woent, Marten Haye zoon heeft nu tlandt, ende zijn die aedelen gelecht op Reyndt Wybe trouwt 2. Amsterdam 13 juli 1674 Immetje Roelofs. Joukis huys to Warns (Van der Meer en Mol, Beneficiaalboeken 1543, p. 897). 24 dec. 1667, machtiging; de comparant Wybe Jochums te Amsterdam getrouwd 1578, personele ymposysje Skarl, Reyn Jouckesz (nr. 4515), 1 gûne. met Holck Jouckes, naaste bloedverwant van Holck Loskes, machtigt Tetman 20 juni 1583, testament van Reyn Jouckes te Scharl. Om ruzie te voorkomen beschreef Eyckema, notaris te Staveren, om namens hem comparant te benaderen hij precies welke parcelen van landen zijn zonen Jouke en Sjoerd en dochters Auck en soodanige stuck lants gelegen even buyten de stad over de cruijtmolen, gekocht Tonis zouden erven (zie bijlage). Getuigen waren Anne Hans, bijzitter van HON, door de kapitein Hendrik Adriaans van de weduwe van zaliger Dirck Claes, die Renwer Douwes te Scharl en Joachim Mircx te Bakhuizen (T 14 nr. 16777 / 445). zich daartegen mogelijk zal verzetten (SAA 5075 nr. 2877 / 813). Zijn kinderen: 23 aug. 1669, bevrachtingscontract; Galtje Grates, koopman te Amsterdam als 1. Joucke Reyns, volgt IIa. bevrachter en Galtje Galtjes, van Stavoren, schipper op de ‘Salamander’ van 116 2. Suyrdt Reyns, volgt IIb. x 25½ x 11½, met een verdek van 5 Amsterdamse voeten, met onbekende lading 3. Auck Reyns. of in ballast naar Reval in Lijf land; rogge laden voor Amsterdam. Wybe Jochums 4. Tonis Reyns. en Poppe Symens van Staveren, inwoners van Amsterdam, tekenden de akte als reders van het schip, in plaats van de schipper (SAA 5075 nr. 1544 / 194). IIa. Joucke Reyns, te Scharl. 13 juli 1674, ondertrouw Amsterdam; Wybe Jochums, van Staveren, koopman, Zijn kinderen: weduwnaar van Holke Joukes, wonend Zeedijk, en Immetje Roelofs, van 1. Joucke Jouckes, volgt IIIa. Zuijderwout, 32 jaar, met moeders consent. 2. Pier Jouckes, volgt IIIb. 15 mei 1680, proklamatie HON; Alexander Sanders en Aaltje Heidema als kopers van een half hoofd maadland bij Ottepoel te Koudum, gekocht van IIb. Suyrdt Reyns, ovl. voor 1605, trouwt N.N. Willem Gerrits Vlaming en Allert Wybes, executeurs van het testament van 1578, personele ymposysje Warns, Suyrdt Reyns (nr. 4471 of 4501), 1 gûne. Wybe Jochums van Stavoren, geautoriseerd door de gezamenlijke erfgenamen 9 april 1605, Hof van Friesland; Jouke Joukes de oude en Jouke Sibrens beiden te van Holckien Jouckes, overleden huisvrouw van genoemde Wybe (T 13-18 nr. Warns, contra Jan Syurdts, gesustineerd hebbende de proceduren bij wijlen Syurdt Reins, 24 / 205). Sepck Gerloffs, Jenke Janckis mede namens de erfgenamen van Gerloff Idts (T 14 15 mei 1680, proklamatie HON; Antje Gosses, weduwe van Jan Heymans als nr. 16707 / 72). koper van een hoofd maadland in Galamaveld te Koudum, gekocht van Willem Uit dit huwelijk: Gerrits Vlaming en Allert Wybes, executeurs van het testament van Wybe 1. Jan Sjoerds Bruinsma, volgt IIIc. Jochums van Stavoren, geautoriseerd door de gezamenlijke erfgenamen van Holckien Jouckes, overleden huisvrouw van genoemde Wybe (T 13-18 nr. 24 / 205). IIIa. Joucke Jouckes, te Warns, ovl. voor 1640, trouwt Tjalling Piers, ovl. 30 jan. 1682, weesboek Staveren; afrekening van de curatele door Jarich Sipckes, na 1640. curator van de kinderen van Pieter Holles, ten overstaan van Teupke Hendricksdr, 1640, stemkohier Warns, nr. 20; Tjalling, Jouke Joukes weduwe. weduwe van Pieter Holles. In 1680 ontvangen diverse bedragen voor het aandeel 1698, stemkohier Warns nr. 20 een huissteed; Diaconie van Warns, eigenaar voor 3/4 in de erfenis van Wybe Jochums en Holckien Jouckes (T 13-36 nr. 29 / 57). Otjen Wybbes, eigenaar voor 1/12, dr. Dompsma, eigenaar voor 1/12, Rickjen Wybbes 2 maart 1682, weesboek Staveren, afrekening van de curatele door Hylck Jelledr, [Rykje Wybes Lelia], eigenaar voor 1/12. Pier Eelkes, gebruiker, Cornelis Cornelis weduwe van Focke Feyckes [Eykema], curator van Baucke en Hendrick Pieters, gebruiker. ten overstaan van An Bauckes, moeder van de genoemde kinderen [weduwe van 1728, stemkohier Warns, nr. 20; diaconie van Warns, eigenaar voor 3/4 en Foeke Pieter Feykes Eykema]. Bij de ontvangsten staat aangegeven een bedrag uit de Reitsma voor ¼. boedel van Wybe Jochums (T 13-36 nr. 29 / 77; GJB 2011 / 76). Uit dit huwelijk:

24 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 25 IIIb. Pier Jouckes, secretaris van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde Ré of omgeving, met geld van de bevrachter zout kopen en laden voor Danzig, (HON), ovl. voor 1608, trouwt Rinck Fockedr, ovl. na 1608, weduwe van Koningsbergen of Riga, hetgeen de schipper hoort in de Sont, waar Staveren Wybren Jelmers, dochter van Focke Robyns, schepen van , uithangt. Lossen en herladen voor Amsterdam. Vrachtprijs 23 gulden per last secretaris van HON. zout, gelost in Riga 10 stuivers meer (SAA 5075 nr. 219 / 144). 29 juni 1580, proklamatie; Agghe Sithie zoen, Pier Jouke zoen en Focke Robyn zoen, 24 april 1624, Sonttolregister nr. 4051012; Jacke Pietersen, van Staveren, geladen zich tekenend Pho Birdema, maken bekend dat Jantien Jans dochter, conventuaal met o.a. rijst, suiker, rozijnen, indigo, peper en Franse en Rijnse wijn. en enige professiede persoon van het klooster te Workum, met toestemming van Pyets 3 aug. 1624, Sonttolregister nr. 4088599; Joucke Pietersen, van Staffweren, Douwe dochter, proevenaerse en geinteresseerde mede-conventuale, is overeengekomen geladen met o.a. hennep, vlas, lijnzaad, potas en klaphout. met Syerck, bouwknecht van het convent, dat het convent hem zijn achterstallig loon 10 maart 1626, scheepsverkoop; Pieter Evertsz Hulft, brouwer, verkoopt zal betalen (Keikes, W.H. en H.T. Obreen, Workum, inventaris der archieven (Bolsward voor 7700 gulden aan Jan Voirknecht het schip genaamd ‘het Blokhuys van 1966), regest nr. 111, p. 285. De schrijvers veronderstellen dat genoemde proklamanten Stavoren’, waarop schipper was Jancke [Jouke] Piers van Stavoren. Het schip is schepenen van Workum zijn. De naam Age Sytties komt voor in Staveren. gemonteerd met 5 gotelingen en ligt in de Wale (SAA 5075 nr. 256 / 326). 1 nov. 1581, resolutie Gedeputeerde Staten van Friesland; de Gedeputeerden hebben 3 febr. 1630, 3de proklamatie; Joucke Piers en Ida Gerrits, echtelieden Hessel Epema, grietman van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, belast ende en burgers te Staveren, als kopers van een huis met schuur en stede in het scherpelick bevolen om van stonden en thuijs komende, de bijzitter Funger Inthiema en noordwestkwartier aldaar, zoals bewoond door Abell Fyckes. Strekkend voor secretaris Focke Robyns uit hun ambten te zetten, wegens de vele klachten die de van de halve Delft tot achter op de Stadszeedijk. Gekocht voor 790 gulden gedeputeerden bereikt hebben. Epema heeft beloofd verkiezingen uit te schrijven van Ids Jolles voor de helft en Jarich Gerrits als curator van Holke Jolles voor om nieuwe mensen in deze ambten te laten kiezen en benoemen (T 5 nr. 2285 / 95). de andere helft. Protesten van Allert Jeltes Jacob Gerbrands, Ids Jarichs en 12 juli 1605, testament van Pier Jouckes en Rinck Fokkedr; zij benoemen tot hun Huybert Wouters (T 13-36 nr. 33 / 8v). erfgenamen: Joucke, Holle, Gosse en Fonger, hun zonen en hun dochters Bauck en 13 maart 1630, 3de proklamatie; Reyner Hans te Staveren als koper van ¼ part Anthyen. Daarnaast benoemt Rinck tot mede-erfgenaam van haar goederen haar van een lege plaats of tuin gelegen over de oude stadsgracht in het zuidoost dochter Wybrich bij Wybren Jelmers. Het testament is ondertekend in ons huys binnen kwartier. Reyner Gerrits ¼ part ten zuiden. Strekkend uit de halve oude de dorpe Coldum, in bijzijn van de volgende getuigen: Syble Roordsz gaeman [dorpeling] Stadsgracht tot aan het Stadsbolwerk, zoals Joucke Piers het heeft geërfd in den selven dorpe, Sybolt Ottesz, dorprechter, Meyne Sybesz, Claes Eelckesz, Folckert en zoals in gebruik bij genoemde Joucke en zijn vrouw Ida Gerritsdr. Aldus Foppesz, ontvanger en Marten Willemsz schoolmeester in Coldum. Het testament gekocht voor 106 gulden. Op 17 maart protesteerde Floris Gerrits als naastebloed werd op verzoek van schipper Ede Gerrits uit Staveren, op 2 juli 1655 ingeschreven bij vrind van de verkopers (T 13-36 nr. 33 / 14v). het Hof van Friesland in het registratieboek (T 14 nr. 16777 (EEE1) / 211). 2. Antje Piers, trouwt Jacob Imes, geb. omstr. 1586, secretaris van 12 juli 1605, Hof van Friesland; Simon Piters en Douwe Simons als mede-eigenaren HON, ovl. okt. 1652 (GJB 2011 / 46). en genoemde Douwe als voormalig schipper, van zeker schip de ‘Salamander’ 3. Gosse Piers. genaamd, mede namens: Pier Joukes, Sible Igles, Hylcke Douwes, Jacob Bintses, 4. Fonger Piers. Andries Andriesz, Gerrit Pietersz, Thomas Douwes, His Lykledr, Holck Jansdr, de 5. Bauck Piers. erfgenamen van Allerd Jansen, Sipcke Jarichsz en Olpherd Friesz, en genoemde 6. Holle Piers, volgt IVb. Simon tevens als volmacht van Dirck de Fray, Jan Meineman, [...] Aarend Simons en Wilhelm Dimmer, allen kooplieden en burgers te Amsterdam, allen als eigenaren IIIc. Jan Sjoerds Bruinsma, bijzitter HON, ovl. 1656, trouwt Holck en reders van het gemelde schip en in dezen eisers, contra Saecle Jollezn te Staveren Hylckes Hylckema, dochter van Hylcke Douwes Hylckema en Sieck namens Evert Sibrens, Sibolt Rinckes en Gerryt Saeckles, gedaagden (T 14 nr. 16707 Sipkes (Hylckema II). / 148). 17 maart 1638, transport; Ath Ottedr en Sjoerd Douwes mede namens zijn broer Otte Uit dit huwelijk: Douwes, als verkopers en Jan Sjoerds, mede-rechter van Hemelumer Oldephaert 1. Joucke Piers, koopvaardijschipper te Staveren, touwt Ida Gerrits. en Noordwolde en Holck Hylckedr, echtelieden te Warns, als kopers van een hoofd 16 dec. 1622, bevrachtingscontract; Sijmon Hendricks Proot en Elbert Roelofsz, fenland te Warns in de Schar (T 13-18 nr. 33 / 69). kooplieden te Amsterdam, bevrachters, en Joucke Piers, van Staveren, schipper 1640, stemkohier Warns nr. 14 huisstede; de bijzitter Jan Sjoerds. op ‘Het Blockhuijs van Staveren’ van ongeveer 130 last. Van de Eems naar Ile de 1640, stemkohier Warns nr. 41 plaats; de bijzitter Jan Sjoerds.

26 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 27 1653, hypotheekboek HON 1650-1655; laatste door de bijzitter Jan Siurds getekende in de kerk te Scharl bij het vierkant, in het graf van zijn ouders, aldaer uytgehouwen met akte in dit boek (T 13-18 nr. 34). letteren. Hij bezit onroerend goed te Scharl, , Warns, Bakhuizen, Nijega in de 24 juni 1653, gereformeerde lidmaten Warns; Jan Sjoerds, bijzitter, gestorven in den Woude, Sondel, Tacozijl en te Koudum, in Abbe Benckes erven fenne Binnendijk. Tot jare 1656, wonend Kerkeburen. zijn erfgenamen benoemde hij zijn tante Jouck Piers te Hoorn, zijn achtersusterling 27 okt. 1668, Hof van Friesland; Jacob Wybes en Galtje Grates, te Stavoren, als Jantien Symens en zijn susterling Siouck Riewers beiden te Stavoren en zijn eventuele curatoren van de boedel van Claes Allerts / Ellerts, in dezen gesterkt met Jacob kinderen bij Teuntje Wybes (T 14 16781 (EEE5) / 80). Clases, Tryn Clases, weduwe van Allert Hiddes, brouwer te Stavoren, en de andere 28 aug. 1680, recesboek HON; beëdiging van dr. Regneris Warnensis en Anne meerderjarige kinderen en erfgenamen van genoemde Claes Allerts, Pieter Arjens te Seynties tot curatoren van de ongeveer achttienjarige Gerland Fykens, weeskind van , en de weduwe en erfgenamen van Otte Hommes, te Molkwerum, contra Fyken Jeltes (T 13-18 nr. 4 / 279. dr. Cyprianus Bruynsma, burgemeester, pensionaris, en rentmeester van de stad 14 nov. 1682, weesboek Staveren; afrekening van de curatele door Femtien Wybes, Sloten, als curator van de kinderen van wijlen zijn broeder, de secretaris Suffridus weduwe van dr. Warnensis, in leven curator van Meyn Pieters (T 13-36 nr. 29 / 197). Bruynsma. De vader van Cyprianus en Suffridus was Jan Sjoerds Bruynsma, in 19 juli 1683, Hof van Friesland; Femckien Wybes te Stavoren, weduwe en erfgenaam van leven bijzitter van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde. De zaak ging over de dr. Regnerus Warnensis, medicus aldaar, contra Roeloff Haersma te Stavoren. Zaak verkoop van twee maal veertien hoofden land bij Koudum, door Marten Reinders te over onbetaalde rekeningen ten bedrage van 170 gulden voor geleverde medicamenten, Molkwerum gekocht van de gedaagden. Ondanks protesten van de eisers in dezen visiten en diensten, ten behoeve van gedaagde, door genoemde Warnensis als medicus was de verkoop toegestaan door het gerecht van Gaasterland. Deze landen hoorden (T 14 nr. 16552, sententie 4). oorspronkelijk bij twee zathen leggende op Hoge Bergen, voormaels bij de voornoemde 9 maart 1695, rechtbank HON; Jan Doyes van Laaxum contra dr. Dompsma namens bijzitter Jan Sioerds van den landschappe in coop becomen. Beide zathen, zonder de betwiste zijn tante Femcke Wybes Lelia en haar man Odulphus Saeckma, gerechtscholtus der stukken land waren in gedeelten verkocht aan de eisers en aan Titus Galama. De Friesse Nassause Regimenten. Eis niet ontvankelijk (T 13-18 nr. 13 / 204). eisers gingen er blijkbaar vanuit dat zij daarom ook het recht hadden op de koop van Regnerus had een zoon of nam een zoon aan: beide landen, zij waanden zich eigenaar en verkochten genoemde percelen door aan 1. Durk Reyners Dompsma, volgt Va. Hendrik Jappes te Hindeloopen. Het Hof gaf hen gelijk en vernietigde het vonnis van het nedergerecht Gaasterland (T 14 nr. 16537, sententie 34). IVb. Holle Piers, geb. omstr. 1587, ontvanger te Staveren, ovl. na 1647, Uit dit huwelijk: trouwt Symen Bintes, dochter van Binte N. en Eelk Pieters. 1. Regnerus (Reiner) Johannes, volgt IVc. 20 dec. 1633, Hof van Friesland; Gerrit de Witte van Hulsen en Symen Thomas, 2. Cyprianus (Sipke) Johannes, volgt IVd. curatoren van Fockel Tjallingsdr, contra Holle Piers te Staveren en zijn vrouw 3. Suffridus (Sjoerd) Johannes, volgt IVe. Symentie Bintes universele erfgename van Pieter Sipkes, wijlen haar grootvader (T 4. N. Johannes, volgt IVf. 14 nr. 16502 / 1480). 19 febr. 1639, Hof van Friesland; Holle Piers getrouwd met Simen Bintiedr, universele IVa. Dr. Regnerus Jouconis Warnensis (Reyner Jouckes), medisch dokter erfgenaam van Pyter Sipkes, haar grootvader, mede namens Hendrick Floris, contra te Staveren, ovl. omstr. 1682, trouwt 1. Fouckien Renckes, waarschijnlijk Berent Berents en Pyter Heynszn, geautoriseerde curatoren van de weeskinderen een dochter van Rinke Joukes te Warns; trouwt 2. Staveren 12 okt. 1673 van wijlen Jan Berends (T 14 nr. 16508). Femtien Wybes Lelia, geb. omstr. 1650, ged. op belijdenis Staveren 30 nov. 1644, verklaring; Douwe Sijmens out omtrent 65 jaren, Holle Piers out omtrent 57 jaeren, 17 febr. 1682, ovl. voor 1703, dochter van Wybe Wybes Lelia en Rinck Andries Andries Oudewagen, out omtrent 65 jaeren, ende Jan Jansenzn, out omtrent 58 jaeren, Broers. Femtien trouwt 2. Staveren 29 juni 1684 mr. Odulphus Saeckma, alle vier regerende burgemeesters van Staveren, verklaren in een procedure voor het gerechtscholtus der Friesse Nassause Regimenten. Hof van Friesland, tegen Douwe Douwesz c.s. en Jan Jacobsz [Haersma], als gedaagden, 1640, stemkohier Warns, nr. 16; de dorpsrechter Rinke Joukes. dat het ambt van secretaris altijd, ende dat boven menschen memorije, vergeven is door 1698, stemkohier Warns nr. 16; Atjen Wybes, eigenaar voor 1/3 Rickjen Wybbes, de burgemeesters. De gezworen gemeente [de leden van de vroedschap] hadden daarin eigenaar voor 1/3 Dr. Dompsma, eigenaar voor 1/3. Sipke Intjes, gebruiker. geen stem. Jan Jacobs Haersma was de beoogde secretaris en hij heeft uiteindelijk het 1728, stemkohier Warns, nr. 16; Pieter Idses. ambt gekregen (T 318-44 (Van Echten) nr. 32; zie voor Haersma: GJB 2011 / 46-52). 21 aug. 1678, testament Regnerus Jouconis, medisch dokter te Stavoren, gehuwd geweest Uit dit huwelijk: met Fouckien Renckes, thans gehuwd met Theuntje Wybedr. Hij wil begraven worden 1. Eelk Holles, volgt Vb.

28 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 29 2. Focke Holles, ovl. omstr. 1647, trouwt Staveren 12 febr. 1643 Syts IVc. Regnerus Johannes Bruinsma, secretaris van , Cornelis (GJB 2011, / 46). vroedschap te Bolsward, dijkgraaf van Wonseradeel, rekenmeester van 3. Sybrich Holles, ovl. na 1687, trouwt Staveren 21 april 1667 Folkert Friesland, lid Gedeputeerde Staten en de Raad van State, ovl. omstr. Symens, koopvaardijschipper te Staveren, ovl. voor 1683, weduwnaar 1676, trouwt 1. Bolsward 8 april 1621 Rieme Aeminga, ovl. voor 1633, van 1. Bauck Jans en 2. Syts Cornelis (weduwe van Focke Holles), zoon dochter van Gabinus Petri Aeminga, secretaris van Wonseradeel (1606- van Symen Sieuwerts van der Schelling en Sibbel Folkerts (GJB 2011 1627) en Ida Hommedr; trouwt 2. 14 juli 1633 Trijntje Theunis / 85-87. Geboortejaar 1579 is niet van Folkert maar van zijn vader). Vrijthof, ovl. voor 1656, weduwe van Pieter Tjaards Ipckama; trouwt 3. 30 nov. 1687, gereformeerde dopen Staveren; Jacob, kind van Bincke Binckes en Leeuwarden 6 nov. 1656 Bauckje (Beatrix) Lantingh, weduwe van Jacob Gerbrigh Folckerts, doopheffer: Sybrigh Holles. van Voort, kapitein, en laatst van Gerke Catzius. 4. Binte Holles, volgt Vc. ‘In 1617 verkochten Pyer Syoerdts en Sibbel Tyernedr de saate, staate en landen Adema 5. Pierius Hollenij (Pier Holles), notaris te Staveren, fiscaal van HON, genaempt, groot 20 pm, met de terp, het hiem, het hornleger en het groodthuys, ovl. omstr. 1663. genoemd Emingha stins’ aan Gabinus Petri, secretaris van Wonseradeel, die zich 20 maart 1640, machtiging; Adriana Coole, weduwe van Hans Rombouts, Eminga gaat noemen. Bij de sate behoort het recht van zwanenjacht en visrecht in machtigt Pier Holles [Pieter doorgehaald], advocaat te Staveren, om van Evert de Indijk. Uit vergelijking met het stemkohier van 1640 blijkt dat het een sate op Gerrits Moutmaecker, koopman te Staveren, alles te vorderen, in rechte of Aemburen betreft. In 1622 wordt op kaart bij Winsemius in Aeminga als anders, hetgeen haar toebehoort inzake haar 3/8 part in de Groenlandse adelshuis aangegeven. De naam Emingha-stins lijkt dus geïnterpreteerd te mogen Compagnie. Galtje Grates, burger te Staveren tekende deze akte als getuige worden als stins op Aem(inga)buren’ (citaat overgenomen uit: Noomen, P.N., ‘Stinzen (SAA 5075 nr. 1021A / 616). in middeleeuws Friesland: een voorlopige inventarisatie’ (versie 1 juni 2009) p. 408, 19 mei 1640, rekest namens de zeevarenden vande gemeene buijdel in Staveren; bijlage bij: De stinzen in middeleeuws Friesland en hun bewoners (Hilversum 2009)). Pierius Hollenij, geeft namens Jochum Wybes, vroedschap, en Bartele 1640, stemkohier Hemelum nr. 1 een huisstede; de heer Regnerus Johannes Sibles, grootschipper, beiden te Staveren, handelend uit naam vande buijdel Bruinsma. van zeevarende personen te Staveren, te kennen aan het stedelijke gerecht dat 5 nov. 1672, Hof van Friesland, decretale verkoping; ten uitvoer van een vonnis in het zij kennis hebben gekregen dat Wybrand Annes en Rincke Everts, burgers voordeel van Sipke Buwes en Holck Oeges, echtelieden, en ten nadele van Regnerus te Staveren, in de voorgaande zomer zijn beschuldigd te hebben gehandeld Bruynsma te Bolsward, ten bedrage van 888 gulden 12 stuivers, is Wybrandus tot nadeel van de buidel, niettegenstaande het protest daartegen van Auke Noordens deurwaarder van het Hof genoodzaakt, na herhaalde verzoeken tot Rinckes, distijds grootschipper zijnde (T 13-36 nr. 48). betaling, over te gaan tot de gedwongen verkoop van de helft van een huis en schuur 30 maart 1658, Hof van Friesland; Douwe Hylcama, ontvanger te Warns, contra met twee keer 3 pondematen land bij Oegeklooster, in 1645 en 1653 door Bruynsma Pierius Hollenij, fiscaal van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde (T 14 nr. gekocht, waartoe op 19 okt. 1670 te Bolsward de eerste zitting is gehouden. Heercke 16527). Jans Buma bood 55 goudgulden en 1 oord. Tegen de verkoop protesteerden Goris 14 febr. 1663, recesboek HON; Ruardus Hockwerda, openbaar notaris, verklaart Herckes Buma en Nanne Hylckema te Warns als curatoren van de weeskinderen de vervanger te zijn van de overleden Pierius Hollenij inzake de procedure tussen van wijlen de echtelieden Hilarius Hylckema en Riemke Bruynsma, omdat Riemke Pieter Ennes te Amsterdam en Ype Jetties te Hindeloopen (T 13-18 nr. 4 / 55). het verkochte erfde van haar moeder en het nu dus eigendom van genoemde 6. Pieter Holles, ovl. voor 1683, advocaat te Staveren, trouwt Teupcke weeskinderen zou zijn. Het hof kende het protest niet toe. Uiteindelijk werd de eiser Hendricks. Sipke Buwes eigenaar voor 120 goudgulden (T 14 nr. 16815 / 114). 19 juli 1683, Hof van Friesland; Binte Holles, oude burgemeester te Stavoren en 5 april 1676, inventarisatie te Bolsward ten huize van wijlen de heer Bruynsma, van Sybrich Holles, zijn zuster, weduwe van Folckert Symens, erfgenamen van hun de brieven en instrumenten die hij in bewaring had als curator van Jan Bruynsma, broeder Pierius Hollenij, notaris te Stavoren, contra Teupcke Hendrix, weduwe een zoon van wijlen zijn broer (T 14 nr. 8474). van Pieter Holles te Stavoren, mede namens haar kinderen bij genoemde Pieter, Regnerus Bruinsma, functies in bovenlokale instellingen; nr. 4294 (Sluijter R.G.H. broer van de eisers en voor 1/3 erfgenaam van genoemde Pierius Hollenij (T 14 ‘Repertorium ambtsdragers en ambtenaren 1428-1861’, beschikbaar op: resources. nr. 16552, sententie 51). huygens.knaw.nl). De genoemde kinderen uit dit huwelijk zijn niet geïdentificeerd. Uit het eerste huwelijk: 1. Homme Reins, volgt Vd.

30 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 31 Uit het tweede huwelijk: 23 nov. 1658, hypotheekboek HON; verklaring van Cyprianus Bruynsma te Sloten, 2. Riemke Reins (Hylckema IVc). rekenmeester dezer provincie, als mede curator van de kinderen van wijlen Suffridus 3. Pietje Reins Bruinsma, ged. Bolsward 31 mei 1646, trouwt Bolsward Bruynsma, secretaris van Hennaarderadeel, dat volgens genoemde Cyprianus en 27 aug. 1665 Epe Douwes Houckema, gezworen gemeensman en Douwe Hylckes Hylckema te Warns weinig bezwaren te verwachten zijn op de op 7 burger-vaandrig. jan. 1658 te Warns verkochte landen, af komstig uit de fideïcommissaire goederen 15 juli 1678, Hof van Friesland; Warnser armenvoogden, contra Epe Douwes volgens het testament van zaliger Hylcke Douwes Hylckema (T 13-18 nr. 35 / 278). Houckema, oud vroedschap van Bolsward. Zaak over de niet uitbetaalde Dr. Ciprianus Bruinsma, functies in bovenlokale instellingen; nr. 5143 (Sluijter legaten van Hylcke Douwes Hylckema. De gedaagden waren ondanks een R.G.H. ‘Repertorium ambtsdragers en ambtenaren 1428-1861’, beschikbaar op: veroordeling niet overgegaan tot betaling. De totale vordering was opgelopen resources.huygens.knaw.nl). tot 3282 gulden. Het vonnis was opnieuw in het voordeel van de eisers (T 14 nr. Uit dit huwelijk: 16547 / sententie 54). 1. Jan Bruinsma, ged. Sloten 24 jan. 1658, ovl. Sloten 14 dec. 1717, hij was ‘innocent’, ofwel geestelijk gehandicapt. IVd. Dr. Cyprianus Johannes Bruinsma, advocaat van het Hof van 21 nov. 1679, akkoord; Janus Hylckema, secretaris te Sloten, Ageus Piphron Friesland, burgemeester van Sloten, gedeputeerde van Friesland en te Harlingen en Jouke Mamminga te Sloten, curatoren van Jan Bruynsma, lid van de landdag, lid van het college ter Admiraliteit te Amsterdam, innocente zoon van wijlen Cyprianus Bruynsma, in leven gedeputeerde van rekenmeester, monstercommissaris, begr. Sloten 13 mei 1674, trouwt Friesland, maken in bijzijn van Holck Oeges de Vries een verdeling van de daar 6 april 1651 Detke Oenema, ged. Sloten 15 nov. 1618, daar begr. 10 administratie van landen en obligaties die op naam van genoemd weeskind dec. 1662, dochter van Joucke Jelles Oenema en Hylck Oosterzee. zijn behouden. Janus Hylckema kreeg de volgde goederen en obligaties onder 18 nov. 1644, promoties Franeker; Cyprianus Bruynsma, Frisius, jur. zijn hoede: de landen te Scharl, de twee plaatsen, een te Idsega de andere 22 nov 1657, gereformeerde lidmaten Sloten; belijdenis Cyprianus Bruinsma en te Oosterzee, de landen op Harich, de leegweer te Oosterzee, de Kruijsdallen bij Dettie van Oenema. Pierechtenersloot, Bruynsma fenne, 21 hoofden en een kalfsgras land in Slootweer, 8 hoofden land in de Kay, 9 pondematen land over ‘t Kleijn Meer, twee pondematen land bij Rommer Auckes te Wyckel in gebruik, een huis te Sloten, daer ‘t Wapen van Vrislandt vithanght, twee huizen te Sloten het ene bij de Wyckelerpoort het andere op de Wykswal, Galama Hollen te Bakhuizen, verder een akte van afrekening van Hebe Piebes, een obligatie ad 92 gulden 18 stuivers op Saeckle Hanckes, een obligatie d.d. 14 dec. 1672 ten laste van Sybren Hannema, een obligatie d.d. 5 mei 1651 ad 300 gulden ten laste van Trijntje Hylckes, een obligatie d.d. 10 mei 1671 ad 500 gulden op Nanne Douwes, een obligatie d.d. 1 sept. 1665 ad 562 gulden en een 17 aug. 1672 ad 300 gulden, beide ten laste van het gewest Friesland. Age Piphron kreeg te beheren: de plaatsen te Kubaard en te en het aandeel in de plaats te , Het wapen van Ciprianus een handschrift ten laste van Jarich Annes, een obligatie d.d. 19 juni 1674, ad Bruinsma, burgemeester te Sloten 1000 gulden, ten laste van dr. Janus Bruynsma c.s., en obligaties met datum en gecommitteerde namens 18 okt. 1662 en 10 jan. 1662, ten laste van Bonne Gerbens. En Mamminga Friesland in de raad ter admiraliteit tenslotte: de plaats te Warns en die te Goingarijp en het aandeel in de sathe tot van Amsterdam. Detail van een Vollega, van welke plaats Mamminga zelf het andere deel bezat, en obligaties ontwerptekening (omstr. 1666-1669) op diverse personen en het gewest Friesland ter waarde van 1200 gulden. door Pieter Jansz, voor een glasraam Het huis te Sloten waar Jan Bruynsma woonde bleef buiten de verdeling en in de kerk te Oudshoorn, te schenken onder verantwoordelijkheid van Janus Hylckema, tevens een obligatie d.d. 2 door de admiraliteit (collectie mei 1658 van 1000 gulden op Gerlof Heerez Minnema, waarover men afsprak Rijksmuseum). dat secr. Hylckema c.s. gedurende het leven van Jan Bruynsma niet op deze

32 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 33 schuldbekentenis mocht worden aangesproken (T 14 nr. 8474, kopie van een te huis op staat, een fenne van 15 hoofden, een afgeslat stuk maadland van 12 Sloten opgemaakte en in het weesboek bijgeschreven akte). hoofden genaamd het ‘Lege Velt’, 4½ hoofd in meerdere stukken op ‘Scharler 1 juni 1704, Hof van Friesland; Epeus Hylkema secretaris te Sloten [Fr.], Detje Campen’, 5½ hoofd maadland aan één stuk op ‘Lange Acko[..]’ op de walskant bij Hylkema, ongetrouwde dochter, Tinco Hylkema vaandrig van een compagnie het huis van bijzitter S. Scholtes en tenslotte een half hoofd op ‘Warnser War’, te voet, Petrus Hylkema, predikant te Korte- en Langezwaag, gezamenlijk tesamen 42½ hoofd, min een half verstal, bezwaard met 10 f loreen waarvan erfgenamen van wijlen dr. Janus Hylkema, in leven secretaris te Sloten, contra 8 te Warns en 2 te Scharl. Bij het te verkopen goed hoort niet het stecken bij de dr. Taco Bruinsma te Franeker en Dominicus Hylkema, bode van de stad vaert of het Pot langs, dat verkopers vorig jaar gemaakt hebben en weer zullen Bolsward. In de processtukken een beschikking d.d. 21 nov. 1679 inzake de opruimen. Bij de provisionele verkoping was Heere Jarichs te Molkwerum goederen van Jan Bruinsma, innocent sijnde, weeskind van wijlen Cyprianus met 752 gulden de hoogste bieder. Daarnaast wensen dezelfde verkopers, in Bruinsma, in leven gedeputeerde van Friesland, opgesteld door zijn curatoren hun genoemde hoedanigheid, te verkopen een heerlijke afgeslatte fenne van dr. Janus Hylkema, secretaris te Sloten, Ageus Piphron te Harlingen en Jouke 11 hoofden (nu in gebruik onder de voornoemde sate) gelegen agter het ‘Rode Mamminga te Sloten, in bijzijn van Holkje Oeges de Vries en Taco Bruinsma, Clif’, van ouds Bruynsma fenne genaemt. Provisionele koper op 20 dec. 1708 was naaste bloedverwanten van genoemde Jan. De zaak draaide om een obligatie genoemde Ids Fetties voor 357 gulden (T 13-18 nr. 25 / 151). die volgens de eisers in dezen niet op naam stond van Cyprianus Bruynsma, maar van zijn tante Grietje Oosterzee. In het processtuk staat o.a. dat dr. Taco IVe. Suffridus Johannes Bruinsma, geb. omstr. 1615, secretaris van Bruynsma te Sloten heeft gewoond en daar vroedschap was, onbemiddeld is en Hennaarderadeel, ovl. Kubaard 6 maart 1655, trouwt Kubaard 3 mei 1636 niet in staat zijn crediteuren te betalen. In 1680 is zijn inboedel te Sloten publiek Ymkje Takes Epema, geb. omstr. 1618, ovl. Kubaard 16 aug. 1652, dochter verkocht voor slechts 380 gulden 12 stuivers. Ook Dominicus Hylkama, bode van Teake Douwes Epema en Wypk Jelles Kingma. te Bolsward is een persoon die weijnig tot niets in bonis heeft, en geen onroerende 28 jan. 1651, hypotheekboek HON; verklaring van Suffridus Bruinsma, secretaris van goederen bezit (T 14 nr. 8474, ook nr. 9222). Hennaarderadeel te Wommels en [Ymkje] Epema, echtelieden. Regnerus Bruinsma, 1698, stemkohieren Lemsterland; Oosterzee: nrs. 13, 49, 50 en 86 en Follega nrs. mijn broeder, schoot een bedrag voor ter grootte van de hoofdsom met rente van 13 en 40, eigenaar Jan Bruinsma resp. zijn voogden. een obligatie ten laste van de kapitein Homme Bruinsma, een zoon van genoemde 1718, Stemkohieren Lemsterland; Oosterzee: nrs. 13, 49 en 50 en Follega nr. 40, Regnerus en ten gunste van genoemde echtelieden, die daardoor beloofden af te zien eigenaar erven Jan Bruinsma; Oosterzee 86 Tyde Harmens; Follega 13 Rincke van hun rechten uit hoofde van de obligatie (T 13-18 nr. 34 / 167). Hilles. Grafschriften Kubaard g18 1698, stemkohieren Doniawerstal; Goingarijp nr. 20, Jan Bruinsma resp. zijn ANNO 1652 DEN 16 AVGVSTI STERF D? EERB[ARE] DEVCHTSAME voogden. YMCKIEN A. EPEMA HVISVRO[V VAN] DEN E. SVFFRIDVS 1718, stemkohieren Doniawerstal; Goingarijp nr. 20, Sipcke Bosman 1/3, Rienck BRVYNSMA SECRETARIS [VAN] HENNAERDERADEEL OLT 34 Watses namens zijn vrouw 1/3, Ysck Johannes als grootvader van Johannes IAREN; Ao 1655 DEN [6 MARTY IS IN DEN ] HEER[E] ONTSLAPEN [DE Bosman 1/3. E HEER SUF]FRIDUS BRUYN[SMA] IN SYN LEVEN SECRETARIUS 1698, stemkohier Warns nr. 41; Jan Sipkes eigenaar, Willem Sjoerds gebruiker. VAN HENNAARDERA[DEEL] OUD INT 40 [STE IAER EN LEYT] 1728, stemkohier Warns nr. 41; dr. Acronius eigenaar namens zijn vrouw, Tiete HIER BEGRAVEN; Ao 1663 DEN [24 OCTOBER IS] IN DEN H[EERE] Jans gebruiker. ONTSLAPEN DE [IONGE DOCHTER] FROUCK[IEN BRUYNSMA 9 febr. 1709, derde proklamatie HON; Ids Fetties, koopman en schipper te OUD 18(?) IAREN MIN 6 DAGEN EN LEYT] HIER [BEGRAVEN] Warns en Rein Hommes Bruinsma te Scharl, als door het Hof van Friesland Uit dit huwelijk: beëdigde curatoren van de innocente Jan Bruinsma, als verkopers op strijkgeld 1. Wypje Sjoerds, ged. Kubaard 5 maart 1637, trouwt Franeker 2 maart aan de meestbiedende van een zate en landerijen te Warns, staende [..] huijsinge 1664 Gerrit Ages Eisma, mr. chirurgijn en hopman; trouwt 2 aldaer bij de kerke[...], zoals in gebruik bij Willem Sjoerds, die per mei 1709 Wijnaldum 9 maart 1679 Wilhelmus Suffridi Fabritius, geb. omstr. nog een jaar huurder is, mits hij 62 gulden f loreenlasten betaalt. [Het betreft 1624, predikant te Wijnaldum, daar ovl. 9 maart 1679. stemnummer 41.] Het voorhuis of de twee kamers zijn apart verhuurd voor 73 Grafschriften Wijnaldum; 9 maert 1679 ds Wilhelmus Suffridi Fabritius int 55 gulden boven de 11 gulden schoorsteengeld. De sate bestaat uit de volgende jaar zijn 2e huisvrouw Wipkjen Bruinsma met 3 kinderen zijn rechts van hem landen: 8½ verstal zaadland in meerdere stukken, 2 hoofden sorgras, waar het begraven.

34 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 35 2. Dr. Taco Suffridus Bruinsma, ged. Wommels 9 jan. 1642, trouwt getrouwd met Johanna Wiljouw, universeel erfgename van wijlen haar vader Johan Franeker 29 juli 1665 Taetske Bockema, ged. Bolsward 10 okt 1641, Wiljouw, in leven wijnhandelaar te Leeuwarden, met toestemming van haar moeder ovl. Sloten 25 okt 1678, dochter van Doeke Roorda Bockema en Sara van de Wolfsput te Staveren, contra Gregorius Oosterbaan, medisch dokter, en Antje Sibles Rheen; trouwt 2. Harlingen 27 april 1684 Attie Bartels. diens vrouw Pietie Bruynsma te Leeuwarden (T 14 nr. 16569 sententie nr. 30). 9 mei 1665, promoties Franeker, jur.; Taco Bruinsma, Frisius. 19 dec. 1700, Hof van Friesland; Ryckjen Wybes Lelia te Staveren, weduwe van Abe Sibles 29 nov. 1674 en 15 aug. 1675, gereformeerde lidmaten Sloten; ingekomen Teatske contra Tymen Harmens, kastelein van de heer Hiob de Wildt te Rijs op Gaasterland. van Bokkema resp. Taco Bruinsma, beiden van IJlst. In deze zaak hebben Gijsbert Rijcken van Emmenes en Anna Jans, echtelieden, hospes 15 okt. 1683, gereformeerde lidmaten Sloten; Taco Bruinsma uitgeschreven en hospita op nu in’t vergulden hooft te Staveren, verklaringen afgelegd. Eerder waren zij naar Harlingen. uitbaters van de stadsherbergh buiten alhier. Tijdens de Staverse markt omstr. 5 oktober 3. Froukje, geb. 30 okt. 1645, ovl. 24 okt. 1663. van het jaar 1695 of 1696, was genoemde Tymen Harmens samen met zijn vrouw te 4. Jan Sjoerds, ged. Wommels 26 febr. 1644, daar ovl. 21 sept. 1646 of gast geweest in de stadsherberg. Bij die gelegenheid kwam daar Theodorus Dompsma, 1648. medisch dokter te Staveren. Voor iedereen duidelijk hoorbaar had deze namens zijn Grafschriften Kubaard Ao 1648 den 21 [7]ber is gesturven Ian Bruynsma [ou]dt tante Rykje Lelia, bij Tymen achterstallige huurpenningen opgeëist. In deze zaak 2 iaer en 7 maenden en leyt hier begraven verklaarde in 1703 ook Oot Wybes te Staveren, dan 59 jaar, weduwe van Reyner Dirkz 5. Janke Sjoerds, ged. Wommels 25 okt. 1646. grootschipper, geëdigd als mennoniet (T 14 nr. 8165). 6. Holk Sjoerds, ged. Wommels 6 okt. 1650, ovl. voor 1671, trouwt 1713, autorisaties Staveren, Durk Dompsma is overleden (T 13-36 nr. 17, akte 167). Franeker 30 aug. 1668 Tjaard Douwes Hellinga, apotheker te 19 aug. [jaartal niet genoemd], testament van Ootie Wybes Lelia, te Staveren, op 12 aug. Leeuwarden. Tjaard trouwt 2. Leeuwarden 15 jan. 1671 Klaaske 1719 ingescheven bij het Hof van Friesland. Begunstigden zijn haar vier kleinkinderen Willems Olthoff. Rinckje, Doetie en Wybe Lelia en Femmetje Dompsma, kinderen van wijlen haar 7. Ymkje Sjoerds, volgt Ve. zoon dr. Theodorus Dompsma. Het onroerend goed, van haar af komstig, moet in de familie blijven. In geval er geen nazaten zijn vererft de helft van haar bezit op IVf. N. Johannes, trouwt Oege. haar naeste bloedvrienden. De andere helft, in twee gelijke porties, op het armen- of Uit dit huwelijk: diaconieweeshuis en aan de doopsgezinde vermaning te Staveren, waar Claes Tjeerds 1. Holck Oeges de Vries, volgt Vf. en Baucke Jacobs nu leraren zijn. De beide jongste kinderen, Femmetje Dompsma en Wybe Lely, erven ieder 1000 gulden in de vorm van een prelegaat. In geen geval mag Va. Dr. Theodoris (Durk Reyners) Dompsma, geb. omstr. 1663, ged. Johanna Wiljouw ook maar iets van haar erven, ook mag deze niet de administratie Molkwerum 21 okt. 1677, medisch dokter te Staveren, ovl. 1713, trouwt of het bewind voeren over de door Ootie nagelaten goederen (T 14 16782 (EEE6) / 616). Leeuwarden 8 jan. 1693 Johanna Wiljouw, dochter van Johan Wiljouw, Uit dit huwelijk: wijnhandelaar te Leeuwarden, en Sara van de Wolfsput. Durk Dompsma 1. Regnerus, ged. Staveren 17 dec. 1693, jong overleden. is op papier een zoon van Reyner Durcksz Dompsma, geb. na 1640 VOC- 2. Rinckien, ged. Staveren 8 sept. 1695, trouwt ds. Augustinus Rauwerda, dienaar te Staveren, ovl. voor 1671. Zijn biologische moeder is Ootje predikant te . Wybes Lelia, geb. omstr. 1644, ovl. na 1713. 3. Doetje, ged. Staveren 16 mei 1697, trouwt daar 19 april 1716 Pieter 21 okt. 1677, gereformeerde dopen Molkwerum; Dirck Reynerus Domp, zoon van Idses (GJB 2014, / 221). Regnerus Wa[..]sis [Regnerus Jouconis Warnensis], medisch dr., en niet genoemde 4. Femke, ged. Staveren 2 juli 1697. moeder. De vader is woonachtig in Stavoren. De dopeling is omtrent 14 jaar. Getuige 5. Wybe Lelia Dompsma, ged. Staveren 22 sept. 1700, trouwt daar is sijn eijgen moeder, sijnde van menniste voorouderen. 22 okt. 1722 Tettjen Davids Provana, dochter van David Horatius 24 dec. 1671, weesboek Staveren; verzegeling van het sterf huis van Holck Lolles, Provana en Pietertje Jelles. weduwe van Durck Claesz, op verzoek van Oot Wybesdr, weduwe van Reyner Durxz, moeder van Durck Reyners, haar zoon bij genoemde Reyner. E.a.a in aanwezigheid Vb. Eelk Holles, ovl. na 1667, trouwt Bartle Foppes, geb. omstr. 1600, van Claes Durx en Olfert Durxdr (T 13-36 nr. 27 / 1266). koopvaardijschipper te Staveren, ovl. voor 1667. 23 febr. 1688, promoties Franeker, med.; Theodoris Dompsma, Stavora Frisius. 25 okt. 1627, bevrachtingscontract Enkhuizen; de eerzame Garit Outgers en Gijs 15 okt. 1700, Hof van Friesland; Theodorus Dompsma, medisch dokter te Staveren, Pietersz, kooplieden te Enkhuizen, als bevrachters en Bartele Foppes, van Staveren,

36 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 37 vracht aannemende, schipper op zijn tegenwoordige f luitschip van 150 lasten. Met Uit dit huwelijk: koopmansgoederen en/of in ballast van Enkhuizen naar Koningsbergen (WFA ONA 1. Pier Bartles, trouwt Mary Claesdr, weduwe van Sipke Hendricks, Enkhuizen, 921 / 133). dochter van Claes Agges en Bely Sieuwerts. 27 jan. 1644, openbare verkoping van scheepsparten te Amsterdam; de nagelaten 2. Reyner Bartles, trouwt Jantjen Agges. weeskinderen van Pieter Alen en Brechtje Nannings als verkopers en Marten Ranses, Uit dit huwelijk a. Yde Reyners en b. Symen Reyners. zeilmaker, als koper van twee keer 1/32 part aan het schip van Bartele Foppes, van 3. Foppe Bartles, volgt VIa. Staveren, omtrent 160 lasten, 7 jaar oud, liggend te Zaandam. Aldus gekocht voor 200 4. Fonger Bartles, geb. Staveren 25 febr. 1640, daar ovl. 18 jan 1661. gulden elk (SAA 5073 nr. 932). 5 aug. 1671, weesboek Staveren; ontzegeling van het sterf huis van Grytje Baernts 29 maart 1645, verklaring; Bartle Foppes, van Stavoren, ong. 45 jaar, schipper op en opmaak van de boedelinventaris. In de boedel o.a.: Een silveren schaal daerop ‘de Liefde’, Binte Holles, stuurman, ong. 24 jaar, Warnaer Juriaens, bootsgezel, staet FONGER BARTLES geboren den 25 February Anno 1640 en gestorven den 18 ong, 19 jaar, verklaren bij ware woorden op verzoek van Egbert Dolingx, koopman January 1661 en den 21 dito begraven (T 13-36 nr. 27 / 1246). te Amsterdam, dat zij met het genoemde schip komend van Reval in Lijff land met bestemming Amsterdam, in de nacht van vrijdag voor jongstleden Kerstmis (oude Vc. Binte Holles, geb. omstr. 1623, stuurman, koopvaardijschipper en stijl), verzeilden op Witmond op het eland Rügen in de Oostzee, waar ze voor behoud burgemeester te Staveren, ovl. na 1683, trouwt Staveren 15 jan. 1643 van schip en lading de helft van hun vracht hebben moeten lossen en opnieuw Rinck Ages, dochter van Age Wypkes Loyter, biersteker te Staveren, en geladen, behalve 421 tonnen rogge die door de schipper aan de bergers en helpers is Beyts Sipkes. gegeven. Door storm konden 448 tonnen rogge niet aan boord worden gebracht en 18 maart 1650, bevrachtingscontract; Dirck Gerritsz Mayer van Ilpendam als zijn verkocht (SAA 5075 nr. 1504 / 67). bevrachter en Binte Holles van Staveren, schipper op ‘’t Blockhuys van Staveren’ 3 maart 1647, testament van Bartele Foppesz en Eelck Holledr, echtelieden burgers van 120 x 24½ x 11¼ x 4½ Zaandammer voeten. Met goederen van Amsterdam in Stavoren. Zij benoemen tot hun erfgenamen: Reyner, Foppe en Fonger Bartles. naar Groenland ter walvisvangst, lossen en herladen, vissen, retour Amsterdam, Het testament is getekend ten huize van de burgemeester Holle Piers, hun vader (T lossen. Vrachtprijs 2400 gulden. Er is een commandeur of commies. De schipper 14 16778 (EEE2) / 59). mag mee en heeft vrije kost en drank. Arbiters zullen eventuele schade aan het 14 juni 1649, Sonttolregisters; Bartell Foppes van Staffurren. scheepstouwwerk bepalen (SAA 5075 nr. 1533 / 264). 30 juli 1650, bevrachtingscontract; Marten Harmansz Blau en Sybe Auckes, als 29 juni 1651, bevrachtingscontract; Joan Souburgh voor de helft, Pieter Verbeeck bevrachters, en Bartele Foppesz, van Stavoren, schipper op ‘de Liefde’ van ong. 150 en Frederick Sijmonsz ieder voor een kwart, als bevrachters en Binte Holles, lasten c.q. 120 x 24 x 13½ Edamse voeten. Van Amsterdam met vrachtvrije goederen van Stavoren, schipper op ‘’t Blockhuijs van Stavoren’ van 120 x 24½ x 11¼ x 4½ naar Koperwyk, lossen en herladen met enige masten van 17 a 18 palm en enige Zaandammer voeten, bewapend met 7 stukken. Van Amsterdam met goederen andere houtwaren voor Amsterdam. Vrachtprijs 1800 gulden, kaplaken 20 gulden in de vloot naar Archangel in Rusland, lossen en herladen en met de vloot retour voor de schipper (SAA 5075 nr. 1534 / 91). Amsterdam. Vrachtprijs 3200 gulden. Kaplaken 25 gulden. Er mogen twee personen 22 maart 1667, testament van Eelck Holles, weduwe van Bartele Foppes te Staveren; mee met kost en passage, gage van de bevrachter (SAA 5075 nr. 1535 /18). begunstigden: haar zoon Pier Bartles 1/3 part; de kinderen van Reyner Bartles bij 4 maart 1655, bevrachtingscontract; Marten Droogh en Jan Moen, kooplieden te Jantien Agges genaamd Yde en Symen Reynders samen 1/3 part en de kinderen Durgerdam en Binte Holles, van Staveren, schipper op ‘’t Blockhuis van Stavoren’ van Foppe Bartels bij Grietien Baernts genaamd Sas en Trintien Foppes gezusters van 120 x 21½ x 11¼ x 4½ Zaandammer voeten. Naar La Rochelle, in de omgeving en Bartle Foppes, samen 1/3 part. Des dat de naegelatene kinderen van Reynder in haer zout laden voor Danzig, Koningsbergen of Riga, volgens orders in de Sont waar erfdeel sullen hebben alle de landen leggende te Coudum volgens d’ontscheydinge tusschen Waterland uithangt. Indien daar geen orders zijn naar Koningsbergen. Lossen en de erfgenaen van Holle Piers myn wylen vader gemaeckt in dato den 19 Marty 1639. herladen voor Amsterdam, Vrachtprijs: Danzig 27 5/8, Koningsbergen en Riga 28 5/8 Curator van de kinderen van Reyner Bartles is haar broer Pyter Holles en van de gulden per last, Kaplaken 20 gulden voor de schipper (SAA 5075 nr. 1537 / 201). kinderen van Foppe Bartles is dat hun oom Barent Barent Croes. Getuigen: Dirck 24 nov. 1657, kwitantie; Isaac du Querny, koopman op het eiland Guardeloupe in Gerrits mr. glasemaker, Jan Minnes Sierda mr. goudsmid, Wabe Piers Koolker, Amerika, zegt 500 gulden ontvangen te hebben van Jean Pedij, koopman. Hij belooft Gosse Sipkes, Harmen Sioerdts, wever, en Jan Faletyn weversknecht, allen burgers terug te betalen na terugkomst van het schip ‘Bollevert [Blokhuis] van Stavoren’, dat van Stavoren, en Jan Jacobs Haersma secretaris van genoemde stad (T 14 16779 op het punt staat van Amsterdam naar Guardeloupe te vertrekken met schipper Bijnte (EEE 3) / 371). Holles van Stavoren. Het schip is voorzien van 10 stukken geschut en is 100 lasten

38 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 39 groot. De terugbetaling bedraagt 500 gulden plus 120 gulden risicoverzekering. N.B. 28 maart 1663, transport; schipper Binte Holles van Stavoren, als koper en Pieter van Dit is een Franstalige akte (regest SAR 18 nr. 673 / 198). Rijn koopman te Amsterdam, als verkoper van het galjootschip de ‘Clock’, eerder 14 dec. 1657, bevrachtingscontract; Jean de Sweerts en Paulus de Sweerts, gevoerd door schipper Cornelis Jansen Volkaerts van Den Helder. Makelaar Hilke kooplieden te Amsterdam als bevrachters en Binte Holles van Staveren, schipper op Douwes trad op als borg voor Binte Holles (SAA 5075 nr. 1548 / 40). ‘’t Blockhuijs van Stavoren’ van 105 x 24 x 11¼ x 4½ voeten, bewapend met 8 stukken. 1667, weesboek Staveren; Rinck Agges genoemd als collectrice van het schoorsteengeld Van Amsterdam met goederen naar de Caribische eilanden. Verzeilen, handelen, (T 13-36 nr. 27 / 781). lossen en herladen, terug naar Amsterdam. Vrachtprijs 625 per maand, 6 maand 18 april 1669, verklaring; Binte Holles, 46 jaar, burgemeester te Stavoren, Wytje Ypes, vast. Kaplaken 30 gulden voor de schipper. Bemanning wordt door de bevrachter ong. 26 jaar en Sieuwert Pieters, 39 jaar, verklaren op verzoek van Pieter Harmensz, van aangesteld en voorzien in hun onderhoud en gage evenals dat van schipper Holles, Stavoren, dat zij gisteravond als getuige gehoord en gezien hebben dat de requirant die in hun dienst mee gaat. De bevrachters mogen op hun kosten een extra stuk in door Hendrik Brouwer is uitgescholden voor een schelm, dubbelde schelm. Binte Holles de hut doen vervoeren (SAA 5075 nr. 1539 / 111). verklaarde verder dat hij gisteravond, op’t afgaen van de nieuwenbrug, hoorde en zag 15 dec. 1657, transport; Jean Pedij, koopman, transporteert 500 gulden aan Jaques dat Hendrik Brouwer de requirant bij sijn rockje en arm vatte, seggende ghij schelm, ghij Motte, koopman, volgens de risicoverzekering op het schip de ‘Bollevert van eetbreecker, ick sal u met schout en dienaers halen laten, want ghij sijn mijn vijff hondert gulden Stavoren’, dat met Bijnte Holles van Amsterdam naar het eiland Guardeloupe in schuldig, jou [doorgehaald] ghij eetbreecker ghij guit (SAA 5075 nr. 2879 / 226). Amerika en terug zal zeilen. Na een behouden vaart zal hij 500 gulden met 22% Uit dit huwelijk: profijt ontvangen van Isaacq du Querny, koopman. N.B. De akte is in het Frans 1. Symen Bintes, trouwt Staveren 20 okt. 1667 Albert Thomas. (regest van SAR 18 nr. 673 / 199). 2. Age Bintes, ged. Staveren 8 juni 1645, trouwt daar 30 sept. 1666 19 okt. 1658, bevrachtingscontract; Dirck Snoeck en Jan van Hoorn, kooplieden te An Baernts, geb. omstr. 1650, ovl. voor 1671, dochter van Barend Amsterdam, als bevrachters en Binte Holles, van Stavoren, schipper op ‘’t Blockhuijs Willems Visser en Fed Ages; Age trouwt 2. Staveren 15 febr. 1671 van Stavoren’. Van Amsterdam naar Ile de Ré voor orders om te laden aldaar of in Sipck Pieters. Charente, met goederen voor Amsterdam. Vrachtprijs 9¼ gulden per vat wijn van 4 25 aug. 1666, weesboek Staveren; Willem Baernts 22, Griet Baernts 19, Tryn oxhoofden en stortwaren of andere goederen als gebruikelijk (SAA 5075 nr. 1539 / 246). Baernts 18, Antien Baernts 16, Sytje Baernts 14 jaar, kinderen en erfgenamen 12 mei 1659, bevrachtingscontract; IJsbrand IJsbrands Noom, van Ilpendam, als van Baernt Willems Fisser c.u., benoemen Folkert Symens en Pier Barteles, bevrachter en Binte Holles, van Staveren, schipper op ‘’t Blockhuijs van Stavoren’, beiden te Staveren, volgens beschikking van hun vader tot hun curatoren (T van 104 x 24 x 11 x 4½ voeten, uitgerust met 4 takels. Met goederen naar Groenland, 13-36 nr. 27 / 161). ter walvisvangst, lossen in Amsterdam. Vrachtprijs 2100 gulden, premie 4 gulden per 8 nov. 1667, weesboek Staveren; akkoord tussen de erfgenamen van wijlen gevangen vis. De schipper mag mee voor het toezicht. Slijtage van het scheepsgoed Baernt Willems Visser en Fed Ages, echtelieden, ouders resp. schoonouders zal door arbiters worden vastgesteld (SAA 5075 nr. 1540 / 38). van Willem en Griett Baernts, vertegenwoordigd door hun curatoren Folckert 8 april 1661, Sonttolregisters nr. 1700991; Benntt Holles, van Staffueren, in ballast Symens, Pier Barteles en Tjepke Heyns; Syttie Baernts; Jacob Floris als man en van west naar oost, bestemming Kopenhagen. voogd van Tryn Baernts en Agge Bintes als man en voogd van Antje Baernts (T 2 mei 1661, Sonttolregisters nr. 1701094; Benntt Holles, van Staweren, van Kopenhagen 13-36 nr. 27 / 386). met een partij Isslans compenies goetz, geen tol alleen 4 daalders vuurgeld. 2 sept. 1668, resolutie stadsbestuur Staveren; An Beernts wordt na te zijn geschorst 3 juli 1661, Sonttolregisters nr. 1749440; Bente Holles, van Staffueren, komend van voor een periode van zes weken weer toegelaten tot het doodgraversambt (T 70-01 IJsland, geladen met vis, bestemd voor Kopenhagen, geen tol alleen 4 daalders nr. 16 / 189; GJB 2011 / 15). vuurgeld. 4 sept. 1687, dopen Staveren; Binte, kind van Agge Bintes en Sipck Pietters, 8 juli 1661, Sonttolregisters nr. 1701780; Bente Holles van Staweren, in ballast van doopheffer Symon Bintes. Kopenhagen, bestemming Noorwegen. Uit het tweede huwelijk: 14 okt. 1661, Sonttolregisters nr. 1701102, Bentte Holles, van Staweren, met steenkool a. Binte Ages, ged. Staveren 4 sept. 1687. als ballast, komend van Schotland met bestemming Oostzee. 3. Rinck Bintes, ged. Staveren 1 sept. 1650, trouwt daar 11 aug. 1674 22 nov. 1661, Sonttolregisters nr. 1701982, Bendte Holles, van Staffuern, komend van Wiebe Theunis. Kopenhagen met een deel lamsvellen, veren en huiden, geen tol alleen 4 daalders 4. Bauck Bintes, ged. Staveren 14 jan. 1657, daar ovl. omstr. nov. 1692, vuurgeld. trouwt Staveren 22 dec. 1678 Aellert Claez, luitenant, ovl. voor 1692.

40 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 41 30 maart 1693, weesboek Staveren; inventarisatie van het sterf huis van Bauck 17 nov. 1657, schuldbekentenis; Homerus Bruynsma, olde capitein van een compagnie Bintedr, na opening van de op 4 nov. 1692 aangebrachte sloten, ten overstaan te voet en Antje Buwes, echtelieden te Hemelum, 1574 gulden debet aan Hylck en van de secretaris en de burgemeester Hylcke Fockes die de praeses Jonkman Antje Atzma te Bolsward, als erfgenamen van wijlen hun broeders Schelte en Dirck vervangt, en in bijzijn van Aucke Hendrix Brouwer en Agge Wypkes Loyter Atzma, overleden te Jorwerd. Als onderpand diende de erfenis en landerijen van de als curatoren van Olphert, Claes en Rinck Alerts, weeskinderen van de goederen van de moeder van Homerus zoals toegewezen in de boedelscheiding voor luitenant Alert Claesz en Bauck Bintes, in leven echtelieden te Staveren het gerecht van Hennaarderadeel (T 13-18 nr. 35 / 211). (T 13-36 nr. 30). 8 mei 1658, schuldbekentenis; Homme Bruynsma en Antje Buwes, echtelieden te Uit dit huwelijk: Hemelum, debet 2000 gulden aan Pouwels Tjeerd en Jay Rennerts, echtelieden a. Olfert Alerts, b. Claes Alerts, c. Rinck Alerts. te Molkwerum. Buwe Jarichs te Hemelum stelt zich borg voor zijn dochter en 5. Holle Bintes, ged. Staveren 3 juli 1659, burgemeester en waagmeester schoonzoon (T 13-18 nr. 35 / 233). te Staveren, trouwt daar 11 maart 1683 Jantien Jans. 27 en 28 jan. 1659, hypotheekboek HON, huurcontract van landen te Kubaard; 1677, stadsambten Stavoren; burgemeester Holle Bintes, waagmeester (Engels, verhuurder Homme Bruynsma, huurder Pieter Jansen, mr. goudsmid te Bolsward. Martin, Burgemeesters en andere bestuurders van Stavoren (en Sloten), beschikbaar Het betreft de landen af komstig van Ida Hommedr, grootmoeder van moederskant op: mpaginae.nl, laatst geraadpleegd 18 sept. 2018). van de verhuurder. Aanvankelijk zou op 29 dec. 1657 het land aan de huurder worden Uit dit huwelijk: verkocht, maar Regnerus Bruynsma, vader van de verhuurder, protesteerde tegen de a. Jan Holles, ged. Staveren 13 sept. 1685, trouwt daar 8 jan. 1708 verkoop (T 13-18 nr. 35 / 315 – 318). Corneliske Heymens, ged. Staveren 18 okt. 1685, dochter van 1 jan. 1661, hypotheekboek HON, transport; Homerus Bruynsma te Hemelum Heymen Jans en Jiede Reyners. verkoopt aan Pieter Jansen, mr. goudsmid te Bolsward, en Elisabeth Heemstra, 6. Pier Bintes, ged. Staveren 11 jan. 1663, trouwt daar 20 dec. 1685 Sydt echtelieden, bepaalde landerijen af komstig van wijlen Ida Hommedr, weduwe van Innes. Gabinio Petri Eminga, grootmoeder van de verkoper (T 13-18 nr. 35 / 473). 7. Roordt Bintes, ged. Staveren 9 sept. 1666, trouwt daar 17 maart 1689 1 febr. 1662, hypotheekboek HON, transport; Homerus Bruynsma te Hemelum, als Minne Rinckes. erfgenaam van wijlen zijn grootmoeder Ida Hommedr, verkoopt aan Eghbert Janssen Uit dit huwelijk: van Emenes en Teuntje Heemstra, echtelieden, en Pieter Janssen, mr. goudsmid, en a. Binte Minnes, ged. Staveren 22 okt 1693. Elisabeth Heemstra, echtelieden, allen te Bolsward, de helft van zekere zate van 40 pondematen, onder de klokslag van (T 13-18 nr. 35 / 607). Vd. Homme Reins Bruinsma, kapitein van een compagnie te voet, ovl. 10 mei 1662, recesboek HON; Wyttie en Sipke Buwes, gebroeders, mede namens omstr. 1678, trouwt voor 1657 An Buwesdr, dochter van Buwe Jarichs en Homme Bruynsma, echtgenoot van An Buwes, gezamenlijk erfgenamen van hun Jantjen Wyttiedr te Hemelum. vader Buwe Jarichs, verklaren dat hun vader 500 gulden schuldig is aan Rinwer 30 okt. 1643, universiteit Franeker, inschrijving Homme Bruynsma. Jacobs te Hindeloopen, volgens obligatie d.d. 8 april 1652 en dat zij deze schuld 5 dec. 1650, hypotheekboek HON, schuldbekentenis; Homerus van Bruinsma te inclusief rente zullen betalen aan Haytje Binckes te Hindeloopen, als curator van Hemelum, kapitein van een compagnie soldaten van het Friese Nassause regiment, Jan Rinwers (T 13-18 nr. 4 / 43). debet 1400 gulden aan Folkert Pluviaen, kapitein geweldige van genoemd regiment, 19 sept. 1663, recesboek HON; Homme Bruynsma is prodigium verklaard door het en Hittie Aettesdr, echtelieden te Leeuwarden, ten behoeve van het af lossen Hof van Friesland, niet gequalificeert te sijn sijne huysen en goederen te regeren, wegens van diverse schulden, ontvangen in het bijzijn van Petrus Eminga, oom van de droncken drincken, slampampen, brasserijen, malle coopmanschappen en andere quade schuldenaar (T 13-18 nr. 34 / 235). comportementen (T 13-18 nr. 4 / 62). 17 dec. 1651, hypotheekboek HON, transport; Homerus van Bruinsma, kapitein 2 april 1667, schuldbekentenis; Homme Bruynsma en Anna Buwes, echtelieden te van een compagnie te voet, als verkoper en de heer Johan van Aylva, grietman van Hemelum, debet 100 gulden aan Joannes Laessen, onsen mede gaeman (T 13-18 nr. 36 Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, en Catharina van Walta, echtelieden, als / 325). kopers van zeker huis en stede te Hemelum kerkeburen, streckende van de Herenweg 28 juni 1669, schuldbekentenis; Homma Bruinsma en Anna Bouwes, echtelieden te achterwaarts aan de terp van genoemde kopers, zoals door verkoper gekocht Hemelum, debet 100 gulden aan Julius Galama, te Hemelum (T 13-18 nr. 36 / 323). van Johannes Laessen; tevens vier akkers zaadland strekkende van de Hereweg 20 dec. 1682, Hof van Friesland; Reyner Olofs, meester bakker te Stavoren, getrouwd oostwaarts aan de Wal akkeren sloot (T 13-18 nr. 34 / 232). met Jantien Hommes Bruinsma, en Scholte Scholtes en Wybe Frieskes te Warns,

42 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 43 curatoren van de minderjarige kinderen van wijlen Homme Bruinsma, contra Hylckema, stadsbode te Bolsward, als curator van Doedtie Agges, zeven jaar oud, Allardus Aestwarda in dienst van Jelle Fopma, oude burgemeester te Bolsward. Sinds enig kind van dr. Aggeus Piphron, die volgens akte van 10 mei jl. door het Hof de dood van Homme Bruinsma was gedurende drie jaren 1679-1681 de landhuur prodigieus is verklaard, en wijlen Ymkjen Bruynsma, in leven echtelieden, en voor een perceel bij Oegeklooster niet betaald (T 14 nr. 16551 / sententie 22). van Jan Bruynsma, zoon van wijlen Cyprianus Bruynsma, in leven gedeputeerde 20 dec. 1682, Hof van Friesland; Reyner Olofs, meester bakker te Stavoren, getrouwd van Friesland. Hij wordt benoemd naast dr. Taco Bruynsma, beiden als naaste met Jantien Hommes Bruynsma, en Scholte Scholtes ontvanger en Wybe Frieskes bloedverwanten van genoemde Doedtie en Jan (T14 nr. 8474). huisman te Warns, curatoren van de twee minderjarige kinderen van wijlen Homme 18 dec. 1692, decretale verkoping; de curatoren van Doetie Aggeus Piphron, erfgename Bruynsma en Ann Bouwes te Warns, erfgenamen van dr. Petrus Gabinus Eminga in van haar moeder Imkjen Bruynsma en voornaamste hypothecaire crediteur van haar leven J.U.D. te Bolsward, contra Pieter Jansen Poelgeest te Bolsward. Het testament vader dr. Aggeus Piphron wegens inbreng van haar moeders goederen, als verkopers van genoemde Eminga d.d. 22 sept. 1659 bepaalde dat landerijen te toe van een mooi huis met een hof aan de zuidzijde van de Voorstraat. Koper werd de zouden komen aan zijn neef Homme Bruinsma, maar de gedaagde beweerde dat vaandrig Arjen Altena voor 1200 goudgulden 7 stuivers (T 13-16 nr. 243 / 1, regest hij de helft van het land gekocht had. Het Hof vonniste in het voordeel van de eiser beschikbaar op: kleinekerkstraat.nl, laatst geraadpleegd 8 aug. 2018). (T 14 nr. 16551 / sententie 56). Uit dit huwelijk: 23 maart 1683, Hof van Friesland; Reyner Olofs, mede namens zijn kinderen bij 1. Doetje Ages Piphron, geb. omstr. 1685, trouwt Franeker 16 dec. 1710 Jantjen Hommes [Bruynsma], contra Yda Casarius, ex testamento erfgename van Heert Piers. wijlen dr. Petrus Gabinus Eminga te Bolsward. Zaak over zelfde testament als op 20 dec. 1682. Eminga had daarin toegezegd dat de drie kinderen van Homme Bruinsma Vf. Holck Oeges de Vries, ovl. voor 1693, trouwt Hemelum na 1653 Sipke samen 2000 gulden uit zijn erfenis zouden ontvangen bij hun resp. huwelijken (T 14 Buwes, zoon van Buwe Jarichs en Jantien Wyttiedr, te Hemelum (ook Vd). nr. 16552 / sententie 39). 24 juni 1653, kerkenraadsboek Warns; Holck Oeges, jongedochter, wonend Uit dit huwelijk: Kerkeburen, afgevallen van die kercke Jesu Christi, naderhand te Hemelum getrouwd 1. Jantje Hommes Bruynsma, ovl. voor 1687, trouwt Staveren 17 april met een Mennist (T 244-88 / datum). 1681 Reyner Olofs, ged. Staveren 14 nov. 1658, meester bakker en 13 okt. 1666, schuldbekentenis; Sipke Bouwes en Holck Oeges, echtelieden te molenaar te Staveren, ovl. 1701, zoon van Olof Reyners, burgemeester Hemelum, debet 140 gulden tegen 5 % jaarlijkse rente aan Pouwels Tjaards en Jaaytie en Sydt Melis. Reyner trouwt 2. Staveren 28 sept. 1687 Aelck Rinckes, Rommerts, echtelieden te Molkwerum, als rest van vaders schuld (T 13-18 nr. 37 / 305). van Warns; trouwt 3. Staveren 18 febr. 1700 Teuntje Anthonis, Uit dit huwelijk: weduwe van Willem Alberts. 1. Jarich Sipkes, volgt VId. 3 nov. 1681, schuldbekentenis; Reyner Olofs en Jantjen Hommes Bruynsma, 2. Buwe Sipkes ovl. omstr. 1712, trouwt Molkwerum 19 nov. 1693, Aeg echtelieden te Staveren, debet 200 gulden aan [..] Pieters, wonend Workumer Annis, ovl. omstr. 1712. Nieuwland, als curator van de kinderen van wijlen de echtelieden Abel Fongers 13 maart 1708, testament van Bouwe Sipkes en Aag Annes te Warns; ter en Neeltje Pieters, wegens lening van contanten (T 13-18 nr. 37 / 381). registratie bij het Hof van Friesland aangeboden op 3 juli 1714 door Ids Fetties 10 mei 1701, Hof van Friesland; de procureur-generaal contra Reyner Olofs, en Homme Reins Bruinsma als curatoren van de kinderen van wijlen Jarich molenaar te Staveren en gevangene (T 14 nr. 16570, interlocutoir). Sipkes. De testatoren, reeds meer dan twee jaar geleden overleden, benoemen 2. Riemke Hommes Bruynsma, volgt VIb. tot hun erfgenamen haar broer Hans Annes te Molkwerum en Houck, Sipke 3. Rein Hommes Bruinsma, volgt VIc. en Froucke Jarichs, kinderen van wijlen Jarich Sipkes, broer van de testator (T 14 nr. 16783 (EEE7) / 18). Ve. Ymkje Suffridus Bruinsma, ovl. voor 1692, trouwt Wijnaldum 30 aug. 1668 dr. Age Piphron, geb. Harlingen, ged. 21 mei 1676, mediciae VIa. Foppe Barteles, koopvaardijschipper te Staveren, ovl. omstr. 1663, en philosophire doctor, zoon van Pieter Joris Piphron en Doetje Ages. trouwt daar 9 dec. 1655 Grietje Barends Croes, ovl. Staveren juli 1671, 24 april 1673, album Franeker; Aggaeus Piphron, Harlingensis Frisius, filosofie. dochter van Barend Barends Croes, bakker te Staveren. 23 juli 1685, gereformeerde lidmaten Joure; Aggaeus Piphron, medisch dokter en 6 april 1657, bevrachtingscontract walvisvangst Groenland; Jacob Theunisz Windich, Ympkien Bruynsma, echtelieden, ingekomen van Harlingen. koopman te De Rijp als bevrachter en Foppe Bartels van Stavoren schipper op de 10 juni 1692, autorisatie; benoeming door het Hof van Friesland van Dominicus ‘Gouden Leeuw’ van 120 x 25½ x 11½ x 4¾ Zaandammer voeten (SAA 5075 nr. 1539 / 21).

44 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 45 16 sept. 1658, bevrachtingscontract; Joucke Benckes Hinnema, koopman te Amsterdam, lepels met B. BARENTSEN CROES is gesturven op den 5 Januaris 1671; een zilveren als bevrachter en Foppe Barteles, van Staveren, schipper op de ‘Goude Leeuw’ van 120 x smelt met: GRIJTTIE BAERNTS KRUYS en S F op’t snab van de scheed; een obligatie 25¼ x 12 met een verdek van 4½ Amsterdamse voeten. Van Amsterdam naar Sandifort d.d. 9 aug. 1653 ad 1000 gulden, ten laste van de West-Indische Compagnie kamer in Noorwegen of een haven in de buurt, op aanwijzing van de persoon die namens Amsterdam (T 13-36 nr. 27). de bevrachter meereist. Af laden met houtwaren voor Amsterdam. Vrachtprijs: 1250 Uit dit huwelijk: gulden, met een stengvlag van 15 gulden als kaplaken voor de schipper. De schipper 1. Sas Foppes, ged. Staveren 20 dec. 1658, trouwt daar 16 febr. 1679 Haytje schiet de lading [deels?] voor en neemt daartoe 600 gulden mee op eigen risico (SAA Binckes de jonge, ged. Koudum 9 mei 1652, koopvaardijschipper te 5075 nr. 2874B / 1191). Koudum en te Staveren, vroedschap en burgemeester te Staveren, 12 juli 1659, machtiging; Foppe Barteles, van Stavoren, schipper op de `Gouden daar ovl. okt. 1701 (GJB 2014 / 196). Leeuw` machtigt de heer Poppe Symens te Amsterdam om bepaalde tegoeden te 2. Trijntje Foppes. innen (SAA 5075 nr. 1515). 3. Bartle Foppes. 11 maart 1660, bevrachtingscontract reeds gesloten d.d. 2 januari 1660 ten overstaan van Hylke Douwes, makelaar; Adriaen Jansz van Blokzijl, als bevrachter en Foppe VIb. Riemke Hommes Bruinsma, ovl. na 1728, trouwt Wans 31 jan. 1686 Barteles van Staveren schipper op de ‘Goude Leeuw’ van 120 x 25 x 12, met een verdek Ids Fetses, schipper te Warns, ovl. voor 1724, zoon van Fetse Idses. van 4½ Amsterdamse voeten. De schipper levert het schip kant en klaar voor de palen 12 maart 1681, recesboek HON; beëdiging van Scholte Scholtes en Wybe Friesckes van Amsterdam tot verdoen van de bevrachter. De bevrachter stelt op zijn kosten een tot curatoren van Riempcke Hommes Bruinsma en haar minderjarige broer (T 13-18 commandeur aan en officieren en verdere manschappen. Voorzien van victualiën nr. 4 / 284). zal het schip op de rede van Bolkzijl walvisvangersgereedschap aan boord nemen 20 febr. 1683, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Ids Fetties. en vandaar te zeilen naar Groenland op de walvisvangst, om daarna weer terug te 16 dec. 1686, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Riemke Hommes. keren op de rede van Blokzijl om de vangst te lossen. Tenslotte levert de bevrachter 7 dec. 1692, gereformeerde lidmaten Warns; Ids Fetties en Riemke Hommes het schip weer af voor de palen van Amsterdam. Vrachtprijs: 2850 gulden. De reders uitgeschreven naar Koudum. van het schip dienen een persoon aan te stellen die meegaat namens de schipper 6 febr. 1696, gereformeerde lidmaten Warns; Ids Fetties en Riemke Hommes (SAA 5075 nr. 2881 / 125). ingekomen van Koudum. 5 nov. 1660, bevrachtingscontract; Melchior Cromhuijsen, koopman te Amsterdam, 7 mei 1709, registratieboek HON; Ids Fetties, schipper te Warns en Rein Hommes als bevrachter en Foppe Barteles, van Stavoren, schipper op de ‘Vergulde Leeuw’ van Bruinsma te Scharl, als curatoren van Jan Bruinsma, innocente zoon van wijlen ong. 190 lasten. Zout laden in Setubal voor Amsterdam. Vrachtprijs: 22 gulden per Cyprianus Bruinsma, burgemeester te Sloten, debet 295 gulden aan Fransiscus last zout, 7 lasten voor 1 honderd gerekend. Kaplaken 40 gulden voor de schipper. De Frisius en Nicolaus Winsemius, advocaten van het Hof van Friesland, wegens salaris schipper mag in Amsterdam niet lossen voor half april, om eventueel doorgezonden en kosten gemaakt ten behoeve van de proceduren tegen de armenvoogden van te kunnen worden naar de Oostzee. Vracht Amsterdam Setubal v.v. wordt in Lemsterland en tegen Tjaard van Aylva wegens restitutie, en tegen de secretaris Amsterdam afgerekend (SAA 5075 nr. 1540 / 253). Epeus Hylckema en de magistraat van Sloten. Akte geregistreerd 5 dec. 1709 (T 13-18 Omstr. mei 1663, afrekening van de rederij van het schip ‘Gouden Leeuw’, schipper nr. 38/ 218). Foppe Barteles te Staveren; het genoemde schip is met toestemming van de reders 24 april 1728, registratieboek HON, schuldbekentenis d.d. 23 april 1728; Riemke verkocht, de opbrengst na verrekening van alle kosten en opbrengsten is 250 gulden Hommes, weduwe van Ids Fettjes te Warns, bekent 100 gulden tegen 4% jaarlijkse per 1/32 part. Alle parthouders staan genoemd (SAA 5075 nr. 2884 / 229). rente schuldig te zijn aan Hidde Haux, huisman, en His Sierds, echtelieden te Warns 7 juli 1671, weesboek Staveren; verzegeling van het sterf huis van Gryttie Baernts, (T 13-18 nr. 38 / 426). weduwe van Foppe Bartles, door Binte Holles burgemeester van Stavoren en secretaris Uit dit huwelijk: J. Fockens, in absentie van de presiderend burgemeester Coycker (T 13-36 nr. 27). 1. An Idses, ged. Warns 8 april 1696, ovl. voor 1719, trouwt Warns 11 15 aug. 1671, weesboek Staveren; ontzegeling van het sterf huis en opmaak van de febr. 1714 Feltjer Aukes, schipper te Warns, zoon van Auke Feltjers boedelinventaris. In de boedel o.a.: een zilveren beker met de letters HP SB [Holle en Sipk Sibles. Feltjer trouwt 2. 29 april 1719 Ansk Hylkes, ovl. voor Piers Symen Bintes]; een lepel met EH [Eelk Holles]; vijf zilveren lepels met I B K G 1730; trouwt 3. Warns 20 mei 1731 Auk Martens. H met wapens; lepels met BARENT BAERENTS en GRIETIE BAERENTS; lepels met Uit dit huwelijk: GG / FB / BF / PSSSS; een lepel met BF EH [Bartle Foppes Eelk Holles]; twee zilveren a. An Feltjers, trouwt Anne Reyns Bruynsma (Bruinsma VIIb).

46 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 47 Uit zijn tweede huwelijk: bij strijkgeld te hebben verkocht aan Rein Rintjes, koopman te Bolsward voor 38 b. Auke Feltjers of Folkerts, trouwt 2 maart 1755 Tayk Hessels, gulden 14 stuivers (T 13-18 nr. 38 / 394). dochter van Hessel Annes en An Tymens (GJB 2014 / 282). 9 maart 1723, weesboek HON; inventarisatie van het sterf huis van Rein Hommes 2. Fetse Idses, ged. Warns 15 april 1699. Bruinsma te Scharl, mederechter van HON, op verzoek van de curatoren van zijn VIc. Rein Hommes Bruinsma, geb. na 1657, bijzitter van HON, ovl. minderjarige kinderen: Homme, Anne, Anne, Hidde en Tryn, bij Peerk Hiddes, op Scharl 1723, trouwt 1. Warns 10 nov. 1700 Peerkje Hiddes, ovl. Scharl 20 aangeven van Waal Fetties, weduwe van genoemde Rein Hommes Bruinsma (T 13-18 nov. 1718, dochter van Hidde Lieuwes en Trijntje Annes; trouwt 2. Warns nr. 18 / 280). 2 juni 1719 Waal Fetties, ged. Warns 1 okt. 1665, daar ovl. 28 maart 1728, 29 maart 1724, weesboek HON; afrekening van gevoerde curatele door Scholte Sipkes weduwe van Jouke Scheltes, dochter van Fetse Idses. en Murk Ygles, beiden huisman te Warns, als curatoren sinds 9 maart 1723 van 11 febr. 1697, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Peerk Hiddes, jongedochter. Homme, Anne, Ann, Hidde en Tryn Reyns, kinderen van wijlen de echtelieden Reyn 3 febr. 1698, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Rein Hommes, vrijer. Hommes Bruinsma, bijzitter en Peerk Hiddes, gewoond hebbend en overleden te 19 sept. 1709, registratieboek HON, schuldbekentenis; Idts Fetties, schipper te Scharl (T 13-18 nr. 22 / 292v; nr. 23 / 6). Warns, en Rein Hommes Bruinsma te Scharl, curatoren van Jan Bruinsma, innocent 11 juni 1728, collateraalboek HON; Evert Jacobs Ley, leraar der doosgezinde gemeente weeskind van de heer Cyprianus Bruinsma, in leven burgemeester te Sloten [Frl.] te Embden, man en voogd van Uylk Tjernes, Beitje Tjernes, meerderjarige vrijster te bekennen 290 gulden tegen jaarlijkse rente schuldig te zijn aan dr. Nicolaus Koudum, en Hidde Haux, curator van Ann Feltjers te Warns, doen aangifte van het Winsemius, advocaat van het Hof van Friesland, wegens salaris en onkosten van overlijden te Warns op 28 maart 1728 van Waal Fetties, weduwe van Jouck Scheltes. genoemde Nicolaus in de zaak over het verzoek van [..] consent om penningen te […] De overledene was een tante c.q. oud-tante van de aangevers (T 13-18 nr. 43 / 36). tegen de ritmeester Appeldoorn, tegen de magistraat van Sloten (T 13-18 nr. 38 / 277). Uit het eerste huwelijk: febr. 1711, proklamatie HON; Tiete Anskes Lam, regerend burgemeester te Staveren, 1. Homme Reins, volgt VIIa. namens zijn minderjarige broer Rincke Anskes, als ontvanger van de donatie van drie 2. Anne Reins, volgt VIIb. ‘lamsgrazen’ land in A[..]. Aldus ontvangen van Ids Fetties te Warns, Tjerne Fetties te 3. Ann Reins, volgt VIIc. Koudum en Wal Fetties, huisvrouw van Joucke Scheltes, te Warns, erfgenamen van 4. Hidde Reins, volgt VIId. Scholte [..] (T 13-18 nr. 25 / 229). 5. Tryn Reins, ged. Warns 13 dec. 1716. 20 nov. 1718, gereformeerde lidmaten Warns, Peerk Hiddes is in de kraam overleden, 6. Jantien Reins, ged. Warns 6 nov. 1718, ovl. voor 1720. nalatende zes kinderen. 25 mei 1720, testament van Reyn Hommes Bruynsma en Waal Fetties, echtelieden VId. Jarich Sipkes, ovl. voor 1714, trouwt N.N. te Warns. Hij begunstigde zijn vijf kinderen bij Peerk Hiddes, zijn eerste vrouw, 1698, stemkohier Warns nr. 14 (in 1640 Jan Sjoerds Bruinsma); Bouwe Sipkes en genaamd Homme, Anne, Ann, Hidde en Tryn Reyns en zijn huidige vrouw Waal Jarich Sipkes ieder voor de helft eigenaar en gebruiker. Fetties, die eerder was getrouwd met Jouke Scheltes. De begunstigden van haar 1728, stemkohier Warns nr. 14; Frouk Jarichs eigenaar voor de helft; Anne Lammerts, zijde zijn de kinderen van haar zaliger broer Tjerne Fetties, genaamd Uylck Tjernes, eigenaar voor de helft en gebruiker voor het geheel, uit naam van zijn vrouw Holk getrouwd met Evert Jacobs, mr. bakker en doopsgezinde leraar te Hindeloopen; Beitje Jarigs. Tjernes te Koudum, nogh vrijster sijnde, en Ann Feltjers, dochter van Feltjer Aukes Uit dit huwelijk: te Warns. Ann zou ook haar bontgeschilderde kast erven. Tenslotte bedacht zij ook de 1. Holk Jarichs, volgt VIIe. gereformeerde diaconie te Warns en Scharl met 40 gulden (T 14 nr. 16783 / 447). 2. Sipke Jarichs, ovl. voor 1728. 1 mei 1724, registratieboek HON transport d.d 19 dec. 1721; Rein Hommes Bruinsma 3. Frouck Jarichs, trouwt Hemelum 30 jan 1724 Claas Jans. te Scharl, mederechter van HON en Riemke Hommes Bruinsma, weduwe van Ids Fetjes te Warns, verklaren 12 pondematen land bij Oege Klooster, ieder voor de helft, VIIa. Homme Reins Bruinsma, ged. Warns 13 mei 1705, koopvaardij­ bij strijkgeld te hebben verkocht aan Rein Rintjes, koopman te Bolsward voor 66 schipper te Warns, ovl. na 1773, trouwt Marij Gerrits, geb. omstr. 1709, gulden 6 stuivers (T 13-18 nr. 38 / 392, 393). ged. Warns op belijdenis 18 febr. 1729, dochter van Gerrit Stynkes en 17 mei 1724, registratieboek HON transport d.d 29 dec. 1721; Rein Hommes Bruinsma Tjam Aukes. te Scharl, mederechter van HON, en Riemke Hommes Bruinsma, weduwe van Ids 1726, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Homme Reins. Fetjes te Warns, verklaren 7 pondematen land bij Oege Klooster, ieder voor de helft, 19 febr. 1739, weesboek HON; akkoord over de verdeling van het gezamenlijke bezit

48 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 49 tussen Homme Reyns, gehuwd met Marij Gerrits, Pieter Sybrens gehuwd met Lieuck 1811, familienamen; Sybe Jans Lam te Warns en hun kinderen Jan 34 en Mary Gerrits, Sipk Gerrits te Molkwerum of Tjeerd Aukes te Warns als haar gelastigde, 39, beiden te Warns. contra Rinke Aukes namens Sybren Gerrits en Sible Aukes namens Rinke Gerrits, 23 febr. 1782, proklamatie HON; Ann Hommes, huisvrouw van Sible [Sybe] Jans beiden nog minderjarig (T 13-18 nr. 19 / 213). Lam, te Warns, als kopers van zekere huizing en stede aldaar, met een tuin 7 juni 1748, borgtocht; Hendrik Tenk, wijnkoper te Amsterdam in de Hasselaarssteeg, of hof ten oosten en een ‘zorgras’ ten westen strekkend tot aan de Pot, met bij de Texelsekade, als gemachtigde van Homme Reyns, schipper, Broer Jelles, alle losse goederen behalve de kachel en per 12 mei 1782 vrij van huur, Bouwe stuurman, Geert Annes, bootsman, Sietje Harmens, kok, en Age Pieters, matroos, Bonnes ten oosten, de Pot ten westen, Sybren Hylkes weduwe ten zuiden en opvarenden van het schip ‘St. Nicolaas’, die hiermee verklaren zich borg te stellen Douwe Jans ten noorden. Aldus gekocht voor 230 gulden van Feltjer Aukes te voor de kosten die mogelijk zullen ontstaan als gevolg van het vonnis in het arrest Staveren (T 13-18 nr. 27 / 99). d.d. 1 juni 1748 dat zij hebben op het schip ‘Nieuwe Vergulde Star’, schipper Sietje Uit dit huwelijk: Homme, Marij (1772), Tjam (1774), Jan (1777), Rein Poppes (SAA bit.pub/f/13.835.058.198.380). (1784). 1749, quotisatie HON; Homme Reyns te Warns, grootschipper, 3 volwassenen en 5 6. Sybrand Hommes, volgt VIIIc. kinderen, aangeslagen voor 49-18-0. 7. Marij Hommes Bruinsma, ged. Warns 31 mei 1750, daar ovl. 21 juni 25 jan. 1749, advertentie Amsterdamse Courant; Gerrit Blaeupot de jonge, Cornelis 1823, trouwt Ale Willems Bakker. Boen, Mijndert Jansz Schaep en Johannes Kluft, makelaars, zullen op maandag 17 8. Rein Hommes, ged. Warns 26 nov. 1752, ovl. voor 1789, trouwt daar febr., ‘s avonds met het ophouden van de Boomklok, in het Nieuwe Heeren Logement 6 sept. 1778 Elias Cornelis Tyleman, varensman, ged. Warns 3 aug. verkopen twee extraordinaire welbezylde fluyt-schepen, leggende by de Kraens Boom. Het 1755, ovl. aan boord 21 febr. 1823, zoon van Cornelis Elias en Jouk f luitschip ‘St. Nicolaas’ van schipper Homme Reyns, 140 x 32-5 x 14-4 lang, breed en hol, Alberts. Elias trouwt 2. Tjam Anthony (Bruinsma VIIIa. / 1). het verdek 7 voet 4 duim, de stuurplecht 10 voet 5 duim, nieuw uitgehaald in 1747, en het 12 febr. 1773, gereformeerde lidmaten Warns, belijdenis Rein Hommes. f luitschip St. Pieter van schipper Rein Idses, 138 x 33 x 14-4½, met een verdek van 7 voet 16 febr. 1777, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Elias Cornelis. 4 duim, de stuurplecht 10 voet 4½ duim, nieuw uitgehaald in 1748. Nadere informatie 12 febr. 1795, gereformeerde lidmaten Warns; Elias Cornelis en Tjam Thonis en inventarislijst bij genoemde makelaars, alsmede in Coudum by Evert en Gerrit Symons. uitgeschreven naar Joure. Uit dit huwelijk: Uit dit huwelijk: Homme Elias, ged. Warns 26 febr. 1780, Jouke 1. Tjam Hommes, volgt VIIIa. Elias, ged. Warns 30 juli 1784. 2. Gerrit Hommes, volgt VIIIb. 3. Peerkje Hommes, ged. Warns 27 juli 1740, ovl. Workum 4 okt. VIIb. Anne Reins Bruinsma, ged. Warns 28 nov. 1706, koopvaardij­ 1807, trouwt Warns 12 nov. 1780 Jan Wolters Mensinge van Nuil, schipper te Warns, trouwt daar 16 dec. 1733 Ann Feltjers, ged. Warns 7 juli ged. Hoogeveen 27 febr. 1745, weduwnaar van Hillegonda Tjakken 1715, dochter van Feltjer Aukes, schipper te Warns, en Ann Idses (VIb.1). Vierkant, zoon van Wolter Luichies van Nuil en Trijntje Jans 18 febr. 1729, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis van Anne Reins. Mensing. 19 febr. 1733, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis An Feltjers. 26 april 1761, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Peerkje Hommes. 16 juli 1747, Sonttolregisters nr. 568440 (meerdere vermeldingen); schipper Anne 16 febr. 1766, gereformeerde lidmaten Warns; Peerkje Hommes, wonend in de Reyns, van Warns, met lading uit Koningsbergen en Pilau, bestemming Amsterdam. Meer, vertrokken naar Hoogeveen. 1749, quotisatie kohieren HON; Anne Reyns te Warns, gemeen zeevarende, 3 14 okt. 1807, memories van successie; Peerk Homme Bruinsma, ovl. Workum 4 volwassenen en 2 kinderen; aanslag 39-8-0. okt., boedel minder waard dan 300 gulden. 2 mei 1755, machtiging; Anne Reyns, van Warns, schipper op ‘de Vrouw Anna’, laatst 4. Hidde Hommes, ged. Warns 25 maart 1742. van La Rochelle gekomen, machtigt de heren Fockes en Kemper om hem in zijn 5. An Hommes, ged. Warns 26 jan. 1744, daar ovl. 8 aug. 1826, trouwt afwezigheid met genoemd schip als persoon te representeren in alle zaken die de Koudum 20 sept. 1767 Sybe Jansz Lam, geb. Harich 10 okt. 1745, rederij aangaan (SAA bit.pub/f/13.835.058.284.228). koopvaardijschipper te Warns, ovl. 23 febr. 1830, zoon van Jan 18 juni 1757, bevrachtingscontract; Adrian Hope, namens de compagnie van negotie Willems Lamkes en Hylkje Nolles. van Thomas en Adrian Hope,42 als bevrachters en Anne Reyns voerende het kofschip 4 okt. 1789, Sonttolregisters nr. 46529 (meerdere vermeldingen); Siebe J. Lam, van Warns, met goederen uit Danzig bestemd voor Amsterdam. 42 Zij zijn de grondleggers van de bank Hope & co te Amsterdam.

50 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 51 ‘Vrouw Anna’, van ca. 90 lasten rogge. Ballastscheeps of met goederen naar St. Uit dit huwelijk: Petersburg, laden met ijzer tot het ballastgewicht en verder met Rijn Hennep tot de 1. Jannetje Sytjes. volle lading bestemd voor Passage, Bilbao of St. Sebastian, mogelijk via Texel om van 2. Poppe Sytjes daar in konvooi verder te varen, dat hoort de schipper in de Sont. Eventuele wachttijd op het konvooi is voor rekening van de schipper. Vrachtprijs is 30 gulden voor iedere VIId. Hidde Reins Bruinsma, ged. Warns 12 aug. 1714, koopvaardij­ last hennep, met 10% opslag voor kosten en schade en 25 gulden kaplaken voor de schipper te Molkwerum, ovl. omstr. 1762, trouwt daar 7 maart 1745 schipper. Levering van het ijzer is franco (SAA bit.pub/f/13.835.058.272.928). Tjam Fekkes, ged. Molkwerum 17 juni 1725, ovl. omstr. 1762, dochter van In 1749 waren slechts twee kinderen in leven. Van hen zijn geen verdere gegevens Fekke Jacobs Renja, bijzitter HON en dorpsrechter, en Aagje Fekkesdr. gevonden. Auke Feltjers, een broer van Ann, woonde te Zaandam (GJB 2014 / 282). 1749, quotisatie kohieren HON; Hidde Reyns te Molkwerum, grootschipper, 2 Uit dit huwelijk: volwassenen en 2 kinderen; aanslag 28-9-0. 1. Rein Annes, ged. Warns 17 okt. 1734. 1 juli 1756, Amsterdamse courant; In Duyns [The Downes, Engelse rede in het 2. Ids Annes, ged. Warns 12 maart 1741. kanaal ter hoogte van Dover] waren weder opgebracht de scheepen van Tede Simons, 3. Peerk Annes, ged. Warns 9 dec. 1742. [onderweg] van Bordeaux na Rouaen, Ipe Jetzes en Anne Meynderts van hier na 4. Homme Annes, ged. Warns 25 dec. 1745. Havre en Grace, in Douvres [Dover] Steven Adriaens, van Riga na Frankrijk, Hidde 5. Anne Annes, ged. Warns 15 sept. 1747. Reyns, van Bordeaux na Calais, een Pruysisch galjoot, naam onbekend. 6. Sible Annes, ged. Warns 25 dec. 1749. 30 aug. 1756, verklaring voor The High Court of Admiralty; Hidde Reyns van 7. Sibbel Annes, ged. Warns 26 sept. 1751. Molkwerum in Friesland, schipper op ‘De Zwaluw’, komende van Liborn in Frankrijk, geladen met wijn en brandy met bestemming Amsterdam, is op 21 VIIc. Ann Reins, gedoopt Warns 2 sept. 1709, trouwt daar 22 jan. 1730 juni gekaapt en opgebracht naar Dover door the private ship of war the Prince George, Sytj Poppes, ged. Warns, 25 febr. 1705, koopvaardijschipper te Warns, gezagvoerder William Marsh. Hidde Reyns verklaarde dat hij niet gehoord had van zoon van Poppe Sytjes en Rinck of Tettie Robyns. de Engelse oorlogsverklaring tegen Frankrijk (NAGB, HCA 23 nr. 1823). 5 dec. 1748, verklaring; Wibrand Gerrits, stuurman, Pieter Pieters, timmerman, 20 april 1762, weesboek HON; registratie van de goederen van Peerk Hiddes, dochter Hering Pieters, bootsman, en Pieter Harmense, kok, opvarenden van het schip ‘Nieuwe en erfgenaam van wijlen Hidde Reins en Tjam Fekkes te Molkwerum overleden, op Vergulde Star’, schipper Sietje Poppes, verklaren dat zij eind juli en begin augustus verzoek van haar grootouders Fecke Renja dorpsrechter te Molkwerum en Aachjen 1747 te Archangel talk, lijnzaad, matten en stukgoederen geladen hebben. De lading Fekkes (T 13-18 nr. 20 / 201). kwam droog aan boord en is goed gestuwd, het schip was hecht en het ruim werd goed Uit dit huwelijk: afgesloten. Op 16 aug. nieuwe stijl vertrokken ze richting Amsterdam. Op 16 oktober, 1. Rein Hiddes, ged. Molkwerum 14 aug. 1746. op een breedte van naar schatting 64 graden, werden ze overvallen door een zeer zware 2. Peerkje Hiddes, volgt VIIId. storm uit het westen en west ten zuiden, die een dag aanhield. Het schip slingerde en stampte in de holle hemelshoog gaende verbolgen zee en ze kregen veel stortingen zeewater VIIe. Holk Jarichs, trouwt Warns 10 jan. 1717 Anne Lammerts, ovl. voor over het schip. In een latere storm is het galjoen op de achtersteven stukkent geslaegen 1750, zoon van Lammert Jans. geworden. De jol, die vastgesjord op het dek lag, brak in twee stukken, waarvan het 25 jan 1705, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Anne Lammerts, zoon van ene overboord waaide. Ook het nieuwe steng stagsel sloeg stuk en raakte overboord. Lammert Jans. Er kwam veel water binnen. So datse dag en nagt seer veel werk hadden om het schip lens 26 jan. 1716, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Holk Jarichs, dochter van te houden; continu met twee man aan de pompen, soms zelfs met vier tegelijk. Er Jarich Sipkes. spoelde lijnzaad met het pompwater naar buiten. Tot 9 november toen ze behouden bij Uit dit huwelijk: Texel binnenkwamen hebben de pompen niet stil gestaan. Drie dagen later is onder 1. Lammert Annes Polma, volgt VIIIe. Oosterend een deel van de lading overgezet op een lichter. Op 14 nov. zijn ze voor 10 2. Jarich Annes, volgt VIIIf. gulden door een waterschuit over de droogte van Pampus gesleept en twee dagen later kwamen ze voor de palen van Amsterdam (SAA bit.pub/f/13.835.058.646.400). VIIIa. Tjam Hommes, ged. Warns 4 nov. 1731, ovl. jan. 1759, trouwt daar 1749, quotisatie kohieren HON; Syttje Poppes te Warns, grootschipper, 2 volwassenen 30 april 1758 Anthoni Harmens, geb. Warns 28 maart 1729, daar ovl. 25 en 2 kinderen; aanslag 36-1-9. febr. 1808, zoon van Harmen Anthoni en Sjerd Jans.

52 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 53 Uit dit huwelijk: Bruynsma met de ‘Vrouw Draaisma’. In de dagen daarna druppelden op Texel de 1. Tjam Anthoni, ged. Warns, 16 jan. 1759, ovl. Joure 26 jan. 1828, trouwt berichten binnen. Het schip van kapitein Jan de Jong verongelukte, hij wist met vier Amsterdam 23 okt. 1789 Elias Cornelis Tieleman, weduwnaar van van zijn mensen Wieringen te bereiken. Veel schepen stonden ergens aan de grond, haar tante Rein Hommes, zoon van Cornelis Elias Tieleman en al of niet half vol water. Anderen verloren roeren en/of ankers en touwen, maar zagen Jouk Alberts. kans Enkhuizen, Medemblik Harlingen, of zelfs Amsterdam te bereiken. Te Staveren 31 mei 1789, dopen Amsterdam Nieuwe Kerk; Jouk Elias, kind van Elias Cornelis is binnen gekomen Gerrit Hommes Bruynsma, uit Tessel, van waar hij voor drie ankers is en Tiam Anthonis, getuigen Ale Willems, Anne Hommes en Bouwe Jans. weggedreven. Zijn waarschijnlijk Lemster collega Luytje Siebes, die onder Oosterend 23 okt. 1789, ondertrouw Amsterdam; Elias Cornelis Tieleman, van Warns, bij hem lag, stond hoog op het land bij Zwarte Water op de Overijsselse kust. gereformeerd, weduwnaar van Rein Hommes, wonend in de Buijteschippensteeg 5 april 1777, advertentie Leeuwarder Courant; aankondiging van een veiling van in ‘t Hoff van Nijmegen, en Tjam Anthonie, van Warns, gereformeerd, 30 jaar, scheepsparten d.d. 8 april 1777 ten huize van de weduwe Van der Velde in de ‘Witte met haar vader Anthoni Harmesen, in de W[..]gaande straatjes. Arend’ te . Het eerste lot: Een 32ste portie in ‘t koffe-schip de Vrouw Draadsma 5 april 1808, proklamatie HON; Jan Lammerts wonend op de Grouwen onder genaamt, lang 97 voet, wyd 23 voet, hol 11 voet, in den jaare 1764 nieuw uitgehaalt, door Molkwerum, als koper van een huis, stede en zorgras c.a. op het Noord te Gerrit Hommes Bruinsma gevoert, onder directie van Pieter Wytses. Warns, gekocht voor 217 gulden van Sybe Jans Lam, grootschipper te Warns, 20 nov. 1787, advertentie Amsterdamse courant; te Amsterdam ligt in lading naar handelend namens Elias Tieleman te Joure, thans te Hamburg, getrouwd met St. Lucar den Seville, zonder ligter, om op den 30 november 1787, op verbeurte van Tjam Anthony (T 13-18 nr. 29 / 135). de halve vracht direct in zee te gaan, het galjootschip ‘de Vrouw Draitsma’, kapitein 1811, familienamen; Elias Tyleman en zijn kinderen: Homme 32, Rein 29, Joukje Gerrit Hommes Bruynsma. Te bevragen aan Pampus en De Grys. 22, Tjamkje 20, Itte 17, Maria 17, Froukje 13, Antje 13, Sytske 10, allen te Joure en de kindskinderen: (v. Homme) Reintje 6, Sjoukje 4, Marijke 3; (v. Rein) Elias 3. Uit het eerste huwelijk: Homme (1780) en Jouke (1784), de naam van de laatste is na het overlijden van de moeder in Rein veranderd. De andere kinderen zijn uit het tweede huwelijk.

VIIIb. Gerrit Hommes Bruinsma, ged. Warns 25 aug. 1737, koopvaardij- schipper te Warns, ovl. voor 1800, trouwt daar 10 jan. 1773 Sierd Sybrands. 13 april 1773, Sonttolregisters (meerdere vermeldingen); Gerrit Hommes Bruynsma, van Warns, in ballast van Amsterdam, bestemming Oostzee, 2 daalders vuurgeld. Gerrit gebruikte zijn achternaam i.v.m. met mogelijke verwarring met een gelijknamige collega uit Heerenveen. Meestal geeft hij als thuishaven Amsterdam op, soms Warns of Friesland. 26 nov. 1776, Amsterdamse courant; verslag van de storm en watervloed in de nacht van 20 op 21 november. Voorleden woensdag en donderdag, den 20 en 21sten dezer hebben wij alhier een geweldigen storm en yselyken watervloed gehad, zo begint het rapport over de schade in Elburg, gemaakt op 24 nov. De verslaggever trof daar een schipper die tijdens de storm onder Texel lag. Schipper Reiers (een man die by de 60 jaaren om den noord gevaren heeft) komende uit de koekoek, verhaalt nooit zwaarder storm in Texel gevoelt Deel van een vrijgeleide uitgegeven in 1777 door de admiraliteit van Harlingen op te hebben en dat hij menschen huizen en turf, voor zijn ogen had zien wegdrijven. De krant naam van Gerrit Hommes Bruinsma, schipper op de ‘Vrouw Draadsma’. ontving uit Den Helder diverse berichten. Er spoelden teervaten en biertonnen aan ‘Laet passeren het schip De Vrouw Draedsma, schipper Gerrit Hommes Bruinsma, bij Huisduinen. Veel schepen op de Texelse rede hadden de storm goed doorstaan, met sijne passagiers, goederen ende koopmanschappen, sonder eenigh belet, maar diverse anderen waren van de ankers geslagen. Onder Oosterend lagen dertien verhinderinge, saiseringe of molestatie zynde ons by goede getuygenisse gebleecken, schepen, maar na de storm nog maar vijf. De rest was weggedreven en op 23 november dat het selve schip toebehoort aan onderdanen van den Staet der Vereenigde was nog niet duidelijk of ze behouden waren. Onder hen ook Gerrit Hommes Nederlanden’ (collectie Fries scheepvaartmuseum).

54 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 55 Uit dit huwelijk: 3. Klaas Sybrands Bruinsma, geb. Warns 12 okt. 1790, vermist omstr. 1. Marrij Gerrits, geb. Warns 29 sept. 1773. 1814. 2. Sybrand Gerrits Bruinsma, geb. omstr. 1780, ged. Warns doopsgezind 1815, Friese militairen onder Napoleon; Claas Sybrens Bruinsma, geb. Warns 8 febr. 1800, ovl. Warns 22 dec. 1842, trouwt daar 13 juli 1806 Jol 14 [12] okt. 1790, zoon van Sybren Hommes Bruinsma en Aag Klazes, loteling, Tjebbes, geb. 19 febr. 1785, ged. Warns doopsgezind 18 febr. 1804, lichting 1810 mairie Stavoren; 2e bat. sapeurs; wordt eind 1814 vermist (T 11 nr. daar ovl. 17 april 1827, dochter van Tjebbe Rinkes, grootschipper te 6510 nr. 22); zijn laatste bericht was van 22 aug. 1812 uit Koningsbergen. Warns, en Ids Jolles. 4. Rein Sybrands Bruinsma, geb. Warns 12 okt. 1790, vermist omstr. 1811, familienamen; Sybrand G. Bruinsma te Warns en zijn kinderen Gerrit 4 1815. en Tjebbe 3. 1815, Friese militairen onder Napoleon; Rein Sybrens Bruinsma, geb. Warns 12 okt. 1790, zoon van Sybren Hommes Bruinsma en Aag Klazes, loteling, lichting VIIIc. Sybrand Hommes Bruinsma, ged. Warns 13 nov. 1746, binnen­ 1810 mairie Stavoren, maritieme inscriptie; niet op de lijst vermisten, dit in schipper, koopvaardijschipper en kapitein te Warns, daar ovl. 31 dec. 1822, tegenstelling tot zijn broer Klaas. trouwt 1. Warns 16 okt. 1774 Idske Atses; trouwt 2. Warns 6 febr. 1790 Aag 5. Marij Sybrands Bruinsma, geb. Warns 14 dec. 1791, daar ongeh. ovl. Klazes Bleeker. 18 juni 1817. 2 april 1787, scheepsveiling in het Nieuwezijds Heerenlogement te Amsterdam; een 6. Gerrit Sybrands Bruinsma, geb. Staveren 22 sept. 1796, land­ extraordinay welbezeylt galjoot schip met drie masten, genaamd ‘Bij Geval’, gevoert bouwer te Warns, daar ovl. 16 sept. 1844, trouwt Hemelumer door schipper Sybrand Hommes Bruinsma, lang 92 voet, wijd 24 voet 7 duim, hoog 13 Oldeferd 31 mei 1820 Bens Ottes Baaima, geb. Warns 8 febr. 1794, voet 2 duim, alles Amsterdammer voeten, is in ‘t jaar 1785 zwaar vertimmert en met daar ovl. 3 april 1885, dochter van Otte Jacobs Baaima en Grietje een nieuwe eyke en greene huid voorzien. 4200 gulden F. W. Kirschbaum voor zijn Geeles. meester (SAA 5075 nr. 15026 / 37; Maandelijkse Nederlandsche Mercurius [...], deel 62, 7. Tietje of Tjiete Sybrands Bruinsma, geb. Warns omstr. 1798, januari tot juni 1787 (Amsterdam 1787) p. 145). arbeider, winkelier te Hemelum, trouwt 1. Hemelumer Oldephaert 28 april 1780, Sonttolregisters (meerdere vermeldingen); Sybrant Hommes Brynsma, van en Noordwolde 30 juni 1837 Mettje Ottes Baaima, geb. Warns 15 Dordrecht, in ballast van Rotterdam, bestemming Narva, 2 daalders vuurgeld. Sybrand nov. 1791, ovl. Hemelum 9 aug. 1844, weduwe van Gerrit Feenstra, voer voor de Dortse rederij Fa. Gerrit van Hoogstraten (blokland.dordtenazoeker.nl, dochter van Otte Jacobs Baaima en Grietje Geeles; Tietje trouwt 2. laatst geraadpleegd 24 juli 2018). Hemelumer Oldeferd 26 maart 1846 Jacobjen Ferdinands Keulen, 1811, familienamen; Sybren Hommes Bruinsma te Warns en zijn kinderen: geb. 26 april 1821, ovl. Hemelum 11 dec. 1897, dochter van Homme 27, Rein 21, Klaas 21 (tweeling beiden buitenlands), Gerryt 15, Tjettie 13, Ferdinand Hendriks Keulen en Jetske Jans van Dijk. Yet 29, Mary 20. 31 dec. 1822, overlijdensakte, Sybrand Hommes Bruinsma te Warns nr. 58, 76 jaar, VIIId. Peerkje Hiddes, ged. Molkwerum 19 jan. 1749, ovl. voor 1780, binnenschipper, zoon van Homme Reins Bruinsma en Marie Gerrits, echtgenoot trouwt Koudum 24 mei 1772 Evert Oostenveld, geb. Scheemda 21 jan. van Aag Klazes. 1746, secretaris van de zeedijken contributie Hemelumer Oldephaert en Uit het eerste huwelijk: Noordwolde c.a., ovl. Koudum 9 febr. 1807, zoon van Jurjen Aaldriks uit 1. Ied Sybrands Bruinsma, geb. Warns 17 juni 1782, daar ovl. 11 jan. Jeverland (D) en Elske Hemmes of Hommes uit Boekholdt (Jurjen is 1828, trouwt daar 10 okt. 1811 Wolke Yges Jongstra, geb. Warns 7 waarschijnlijk niet zijn biologische vader). Evert trouwt 2. Koudum 10 sept. 1788, arbeider, daar ovl. 3 maart 1873, zoon van Yge Sybrands dec. 1780 Antje Reins, ged. Koudum 12 okt. 1755, daar ovl. 10 juli 1814, en Auk Wolkes. dochter van Rein Broers schipper te Koudum en Luitje Tjerks. 2. Homme Sybrands Bruinsma, geb. Warns 11 dec. 1784, trouwt 9 okt. 1729, huwelijken Scheemda; Casper Derks van de Scheemda en Elsjen Hommes Schiedam 12 febr. 1812 Margaretha Sophia Dirks, geb. Amsterdam in Winschoot, met attestatie naar Winschoten en daar getrouwd in oktober. 29 juli 1794, dochter van Barend Dirks en Akke Annes. 9 okt. 1729, huwelijken Winschoten; Casper Derks van de Scheemde en Elske Harms, 20 jan. 1820, gereformeerde lidmaten Warns; Homme Sybrens Bruynsma jongedochter van Boekholdt nu tot Winschoot. uitgeschreven naar Rotterdam. 21 april 1743, huwelijken Scheemda; Jurjen Aaldriks van Jeverland en Elzijn Hemmes, Uit het tweede huwelijk: weduwe van Casper Derks, van de Scheemda.

56 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 57 17 okt. 1772, 3de proklamatie; Evert Oostenveld te Koudum, secretaris van de zeedijken oud grootschipper, samen universele erfgenamen van Marij Hartmans, weduwe van contributie Hemelumer Oldephaert en Noordwolde c.a., als koper van zekere huizing, Evert Wiggerts (T 13-18 nr. 27 / 168). houten lytshuys, hovinge en groedland c.a., te Koudum, zoals bewoond en in gebruik bij 18 febr. 1786, 3de proklamatie; de heer Evert Oostenveld, dijksecretaris te Koudum, Bote Jelmers c.s. Belast met vier stuivers f loreen op nummer 784. Vrij van huur per als koper van een koegang schoon greideland onder Molqueren in Jaaxma fenne, bij de 12 mei 1773. De weduwe Jan Gjaltema ten oosten en zuiden, Jan Durks c.s. ten westen koper zelf in gebruik, belast aldaar op nr. 31. Ten tweeden vier verstal bouwland aan de en de weg ten noorden. Aldus gekocht voor 87-10-0 van Pieter Boltjes, burgemeester westcant bij de Rogmolen te Coudum en aldaat belast op no. 727 met 12 stuivers gewone te Bolsward en Yttjen Douwes van Slooten (T 13-18 nr. 26 / 363). f loreen. Wouter Eelkes ten oosten, Sible Euwes ten noorden, de heer H. Eckringa ten 9 jan. 1773, proklamatie HON; Evert Oostenveld als koper van zekere vijf hoofden zuiden en Jan Pieters ten westen. Ten derden twee verstal bouwland de Bargekop genaamt, land in een afgeslat stuk, ‘Duinkerken’ genaamd, in gezamenlijk eigendom met op het hoogst van de ten voorzeide dorpe, belast op no. 647 met 6 stuivers gewone Luyke Broers c.s., belast met 1 f loreen 20 stuivers op nr. 104. Aldus gekocht van Intje f loreen. Kleis Sipkes ten oosten, Jacob Wabes ten zuiden, de koper zelf te westen en Gerrits voor 2/3 en van Tymen Gerrits voor 1/3, voor 12 gulden (T13-18 nr. 27 / 13). Pieter Wybrens ten noorden. Aldus gekocht voor 79 gulden van Albert Ages, huisman 1778, f loreenkohier Koudum, nr. 104; Evert Oostenveld te Koudum voor de helft en te Koudum (T 13-18 nr. 27 / 183v). Luyke Broers en Herke Dirks, voor de andere helft. Een stuk land Duijnkerken genaamd, 16 dec. 1786, 3de proklamatie; de secretaris Evert Oostenveld en Antje Reins, echtelieden groot 7 pondemaat 6 eijnsen. [..] De Oude bloksloot en no 103 ten westen, no 110 ten zuijden te Koudum als kopers van zekere huizing en erf, gerechtigd met een uitgang en een en no 105 en 106 ten westen en no 102 ten noorden. Evert Oostenveld gebruiker. Het gebied strookje land rondom, uit de grond van onze echte lieden, vrij van lasten en al voor het jaar waar dit stuk land lag werd als volgt omschreven: Landen gelegen tusschen de rijdwegh 1640 gerechtigd met een volle stem, ten cohire bekend onder no 63, thans bewoond door en de oude Bloksloot, strekkende van de lemijt scheijdinge [de grens met Hindeloopen Uilke Ottes c.s. De echtelieden kopers rondom als naastliggers. Aldus gekocht voor 175 of Workum] tot aan de Var. (GAS f loreenkohier HON 1778 / 201 en 205; Zie over de gulden van mr. Sipke Baseleur te Leeuwarden, gecommitteerde staat van Friesland in verkopers: Douwes, T.E.A.: ‘Kwartieren van Beitj Tymens uit Hindeloopen’, in: GJB het mindergetal. De huur per mei 1786 ten profijte van de kopers (T 13-18 nr. 27 / 200v). 1977 / 119; GJB 2014 / 276). 3 febr. 1787, 3de proklamatie; Evert Oostenveld, secretaris en Antje Reins, echtelieden 1778, stemkohier Koudum nr. 51, een huis; Evert Oostenveld. te Koudum als kopers van zekere deftige drie pondematen land, zijnde denkelijk wel 26 mei 1781, proklamatie HON; raadsman Thomas Wiggerts te Molkwerum als drie koegang, de kleine Habitse venne genaamd, gelegen aan de molenvenne van Wabe Jacobs koper van twee hoofden maadland voor 700 gulden van de bijzitter Douwe Fekkes kinderen, ten westen van Koudum. Belast op nr. 212 [232?] met 11 stuivers gewone Renja en dijksecretaris Evert Oostenveld, als erfgenamen van Fekke Renja en Achjen f loreen. De kinderen van Wabe Jacobs ten oosten en zuiden, de huisman Bauke Fekkes, in tijden echtelieden te Molkwerum (T 13-18 nr. 27 / 77). Sipkes c.s. ten westen en de bouwlanden ten noorden. Aldus gekocht voor 305 gulden 6 juli 1782, 3de proklamatie; de secretaris Evert Oostenveld te Koudum, namens zijn van Lykel Annes, weduwe van schipper Douwe Ides, te Koudum voor de helft en kind bij wijlen zijn vrouw Peerk Hiddes, als koper van het 2/3 part van drie nader Binke Annes, meerderjarige jongeman, voor de andere helft (T 13-18 nr. 27 / 202). genoemde vastigheden te Molkwerum. Aldus gekocht, samen voor 743 gulden 7 stuivers, 24 juli 1812, gerechtelijk verzoek, door Antje Reins, weduwe Evert Oostenveld, wonende van Douwe Feckes Renja mederechter van HON te Molkwerum (T 13-18 nr. 27 / 115). te Koudum, als moeder en natuurlijke voogd van haar minderjarige kinderen met 25 jan. 1783, proklamatie HON; Evert Oostenveld te Koudum, dijksecretaris, als koper namen Jurjen en Tjam Everts Oostenveld bij wijlen haar man Evert Oostenveld, in van een deftige stemdragende zathe en landen met huizing, schuur en karnmolen, leven dijksecretaris van de zeedijken contributie van Hemelumer Oldephaert c.a. ten westen van Koudum. Belast op f loreen nr. 753 [stemnummer 22]. Aldus gekocht Hiertoe compareerden o.a. de nabestaende en vrienden van gemelde minderjarigen. Van voor 2800 gulden van Jeltj Ottes getrouwd met Beeuwe Jaytjes en Piebe Ottes meester vaderszijde: Rein Oostenveld, koemelker te Koudum, volle broeder, Dirk Ansches Smit, timmerman, allen te Koudum (T 13-18 nr. 27 / 125). meester-smid te Hindeloopen, goede vriend, Hauk Jilderts Jilderszen, oud kastelein 24 jan. 1784, proklamatie HON; Arend Julianus Karel de Bere, grietman van HON, te Hindelopen, goede vriend. Van moederskant: Dirk Jans Jaarsma, huisman te als koper van zekere drie pondematen en negen einsen land, zijnde de helft van Koudum, behuwde neef, Sierd Dirks Dagen, huisman te Hindeloopen, behuwde neef, ‘Duinkerken’, ten noorden van Koudum en belast op f loreennr. 104. Aldus gekocht Walle van der Werf te Koudum, zonder bedrijf, behuwde neef. Antje Reins verzocht om van Evert Oostenveld, dijksecretaris (T 13-18 nr. 27 / 140). het deel van de boedel van haar man dat haar beide minderjarige kinderen toekwam, 19 febr. 1785, proklamatie HON; Arend Julianus Karel de Bere, grietman van HON, te mogen gebruiken om een lening te sluiten om schulden af te lossen en vee te kopen. en Evert Oostenveld, dijksecretaris, als kopers van o.a. zekere 3 pondematen negen Het verzoek werd ingewilligd (Tresoar, handschriften voormalige PBF, Hs 58). einsen land, zijnde de zuidelijke helft van Duinkerken, belast op nr. 104. In koop Uit het eerste huwelijk: bekomen van de oude burgemeester van Hindeloopen Herke Dirks en Luyke Broers, 1. Elske Everts, ged. Koudum 2 okt. 1774, daar begraven 27 febr. 1806.

58 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 59 2. Tjamke Everts, ged. Koudum 29 okt. 1776, ovl. voor 1782. 1821, trouwt Warns 30 juli 1780 Alijd Fokkes, ged. Warns 28 juni Uit het tweede huwelijk: 1761, dochter van Fokke Douwes en Gooytj Fetties. a. Luitje Everts Oostenveld, geb. Koudum 22 april 1784, daar ovl. 11 Familienamen 1811 Stavoren; Rein Lammerts Polma te Warns, kinderen: dec. 1819, trouwt Gerard Boukes Komst, van Harlingen, schilder Lammert 20, Warns, Fokke 12, Warns, Beeuwe 10, Warns, Douwe 5, Warns, en glazenier. Akke 31, Warns, Gooits 23, Molkwerum, Fok 15, Koudum. 27 jan. 1821, rechtbank van eerste aanleg Sneek; Gerard Komst meester verwer 2. His Lammerts, geb. Warns omstr. 1759, daar ovl. 2 sept. 1833, trouwt en glazenier door omstandigheden genoodzaakt zijn bestaan elders te moeten zoeken, Warns 10 aug. 1794 Arjen Fokkes Boonstra, geb. omstr. 1763, boer te eigenaar van 3/8 gedeelte van een huis schuur en erf met een stuk groedland Warns, daar ovl. 1 jan. 1820, zoon van Fokke Tjebbes en Aaltje Wiebes. c.a. te Koudum, gequoteerd met No. 113 zoodanig als hetzelve omheind of door Familienamen 1811 Stavoren; Arjen Fokkes Boonstra te Warns, kinderen: Akke aardwallen omgeven is en strekt boven van de weg tot beneden aan en over de weg tot 17, Aaltje 13. de Nieuwlanden mitsgaders nog een stuk groedland Galamalaan geheten strekkende 3. Fok Lammerts Polma, geb. Warns omstr. 1771, daar ovl. 13 febr. van de boven af van de Fok langs het stek en de huizinge, voorbij de huizinge van Jan 1844, trouwt Haye Pieters Visser, timmerman te Staveren, daar ovl. Dirks erven tot aan de Benedenweg of de Nieuwlanden, alles ten floreenkohier bekend 8 april 1825, zoon van Pieter Jans, visserman te Staveren en Holk op nr. 784, 785 en 804. De andere 5/8 behoren aan zijn meerderjarige kinderen Hayes. Evert en Niesje Komst bij wijlen Luitje Everts Oostenveld (T 26 nr. 72004 / 244 24 jan. 1801, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Fok Lammerts, dochter en 250). van Lammert Annes. b. Rein Everts Oostenveld, geb. Koudum 17 aug. 1787, daar ovl. 6 april 1839, dagloner, arbeider, trouwt Koudum 1 dec. 1816 Barber Reis VIIIf. Jarich Annes, ovl. voor 1777, trouwt Warns 14 okt. 1755 Ids Ages, Quarré, dochter van Rein Jeremias Quarré, agent van politie te dochter van Age Elkes en Ids Saskers. Koudum, en Trijntje Dirks de Jong, vroedvrouw. 19 jan. 1744, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Jarich Annes, zoon van Anne c. Jurjen Everts Oostenveld, geb. Koudum 5 okt. 1791, kleermaker, Lammerts. daar ovl. 29 jan. 1826. 12 jan. 1749, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Ids Ages, dochter van Age Elkes. d. Tjam Everts Oostenveld, geb. Koudum 6 febr. 1795, werkster, ovl. 10 jan. 1752, doopsgezinde lidmaten Warns; Jarich Annes, uitgeschreven, wilde niet Amsterdam omstr. 1854, trouwt Amsterdam 2 okt. 1839 Bernhard zeggen waarheen. Jacob Meijer, geb. Cloppenburg (D) 16 juli 1804, schoenmaker. Uit dit huwelijk: Bevolkingsregister Amsterdam, bewoners St. Anna Dwarsstraat nr. 394; Tjam 1. Anne Jarichs Klifstra, geb. Scharl omstr. 1761, boer, daar ovl. 6 jan. Ostenfelt, geb. Rondam [Koudum], 6 febr. 1795, bewoner van 1835 tot dec. 1854; 1828, trouwt Warns 31 maart 1793 Antje Fokkes, geb. Oldeboorn Bernard Jacob Meijer, geb. Cloppenburg 16 juli 1804, schoenmaker, bewoner omstr. 1765, ovl. Scharl 6 nov. 1855, dochter van Fokke Tjebbes en van 1818 tot okt. 1854. Aaltje Wiebes. 21 jan. 1781, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Anne Jarichs, zoon van VIIIe. Lammert Annes Polma, huisman te Warns, ovl. voor 1806, trouwt Jarich Annes. Warns 10 jan. 1751 Akke Reins, ovl. Molkwerum 25 mei 1806, dochter van 1811, naamsaanneming Stavoren; Anne Jarigs Klifstra, te Scharl, kinderen: Rein Arjens en His Jolmers. Jarig 18, Sipke 17, Fokke 8, Aaltje 15, Ids 13, Frouk 4 jaar. 20 jan. 1737, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Lammert Annes, zoon van 2. Holk Jarichs, ovl. voor 1838, trouwt Molkwerum 9 maart 1783 Anne Lammerts. Hendrik Teakes de Vries, ovl. Molkwerum 15 april 1838, zoon van 29 jan. 1747, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Akke Reins, dochter van Rein Teake Ennes en Froukje Hendriks. Arjens. 26 jan. 1777, doopsgezinde lidmaten Warns; belijdenis Holk Jarichs, dochter 4 mei 1781, registratieboek HON; Lammert Annes en Akke Reins, echtelieden en van Jarich Annes. huislieden te Warns, debet 999 gulden aan Tjeerd Gerbrands, regerend burgemeester te Hindeloopen (T 13-18 nr. 39 / 346). Uit dit huwelijk: 1. Rein Lammert Polma, geb. Warns omstr. 1756, ovl. Koudum 3 juli

60 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 61 hylckema Hylckes Hylckema, handelend namens diens genoemde vader (T 13-36 nr. 39 / 39v). 20 dec. 1632, Hof van Friesland; Hylcke Douwes te Warns, contra Cornelis Tjallings I. Douwe Tietes te Warns, ovl. voor 1588, trouwt Holck. man en voogd van Buwe Piekedr en lasthebber van Heere Piekes, samen voor 1/3 1578, personele ymposysje Warns, eygen aerffden (de enige), Douwe Thiethiesz, 8 gûne. part erfgenamen van wijlen Heere Buwes hun oom; Pyer Ansckes; Bintie Wybrants Kinderen: namens zijn kind bij Intie Ansckedr ook voor 1/3 part erfgenaam van genoemde 1. Hylcke Douwes, volgt II. Heere Buwes; Tys Buwes te Bakhuizen. Zaak ging over een schuld van Heere Buwes 2. Eelcke / Lyckle Douwes, ovl. voor 1588. aan de eiser (T 14 nr. 16501 / sententie 1). 1588, Hof van Friesland; Hylke Douwez te Warns en Tys Piers te Oudemirdum, 6 sept. 1673, rechtbank Hemelumer Oldephaert en Noordwolde; diakenen van de namens de kinderen van wijlen Eelke Douwez, mede-erfgenamen van wijlen gereformeerde gemeente te Warns, contra Sipke en Nanne Douwes Hylckema te Warns, Douwe Teyttiez, contra Adriaen van der Geest en Pietrick Hansdr, echtelieden. Aeltje Douwes Hylckema te Bolsward en Goris Herckes, vroedschap te Bolsward, als De kwestie handelde om een obligatie (T 14 nr. 16702 / 483). curator van de weeskinderen van wijlen de notaris Hilarius Hylckema te Bolsward. II. Hylcke Douwes Hylckema, ovl. na 1632, zoon van Douwe Tietes en Bepaalde toezeggingen gedaan door hun grootvader Hylcke Douwes, oudoom Lyckle Holck, trouwt 1. Sieck Sipkes; trouwt 2. Dick Pieters. Douwes en overgrootvader Douwe Tietes in hun respectievelijke testamenten waren 18 sept. 1610, en 18 febr. 1606, Hof van Friesland; Doed Hoytema, weduwe van Gerrit niet betaald. De gedaagden betwistten de vordering, bovendien waren ze hooguit Wypkes, in leven burger van Staveren, contra Hylke Douwes te Warns als erfgenaam voor een kwart aansprakelijk, want hun grootvader had vier erfgenamen, en van alle van genoemde Gerrit Wypkes. Het Hof vonniste gedaagde 300 goudgulden aan eiser vier staken waren nog afstammelingen in leven (T 13-18 nr. 13 / 125). te betalen (T 14 nr. 16709 / 297). 8 mei 1675, Hof van Friesland; diakenen der gereformeerde gemeente te Warns contra 19 dec. 1612, Hof van Friesland; Monte Rinkes van Warns namens de erfgenamen van Nanne Douwes Hylckema, mede namens de kinderen van wijlen de notaris [Hylcke of Sible Igles contra Hylcke Douwes. De eiser verklaarde dat Gerrit Wypkes seeckeren Hilarius Douwes] Hylckema te Bolsward en Sipcke en Aaltke Hylckema te Warns en reversael had op Claes Simons en Reinu Harmensdr groot 1075 gulden en dat deze akte Bolsward, voor ¼ part erfgenamen van [hun grootvader] Hylcke Douwe Hylckema; was getransporteerd op de eiser en op genoemde Sible Igles. Gerrit overleed enige jaren ook namens Hector Hoitema n.u. te Harlingen voor ¼ en namens Lollius Harings geleden en de schuldenaren bleven in gebreke voor een bedrag van 550-13. De zaak te Bolsward, curator van Alardus Aestwarda, dr. Taco Bruinsma met Cyprianus diende eerst voor het nedergerecht. Het Hof vonniste in het voordeel van de gedaagde. en Regnerus Bruinsma voor de resterende ½ part erfgenamen. Genoemde Hylcke In het vonnis wordt gerefereerd aan ene Pieter Sipkes (T 14 nr. 16486 / sententie 22). Douwes Hylckema en zijn broer Lyckle Douwes en hun vader Douwe Tietes hadden 8 januari 1620, testament Hylcke Douwes te Warns, weduwnaar van Sieck Sipckes. in hun respectievelijke testamenten in totaal 2100 gulden aan de gereformeerde Bepaalde bezittingen erfde Hylcke van zijn moeder Holck. Een stuk land ten westen armen van Warns toegezegd. De betalingen zouden worden uitgevoerd na de dood van Scharl kocht hij van Sybren Molles, de man van zijn tante. Zijn vader Douwe van Dick Pieters de vrouw van Hylcke Douwes, door zijn zoon Douwe Hylckes, en Tietes had de gereformeerde armen van Warns 200 gulden toegezegd, wijlen zijn zijn zwager Sjoerd Pieters (T 14 nr. 16544 / sententie 37). broer Lyckle Douwes 250. Dit was nog niet uitbetaald, wel was jaarlijks de rente Uit dit huwelijk: voldaan. Zelf bedeelde hij de genoemde armen ook. De andere begunstigden waren 1. Sipke Hylckes, volgt IIIa. zijn kinderen bij zijn eerste vrouw Sieck Sipkes. In de eerste plaats zijn jongste zoon 2. Ints Hylckes (GJB 2015 / 28). Douwe, deze erfde bepaalde landerijen en huizen in Warns en Staveren, alle mijne 3. Holck Hylckes (Bruinsma IVc). swanemercken en de helft van koe, guick en til. Voorts de kinderen van wijlen zijn 4. Douwe Hylckes, volgt IIb. zoon Sipke Hylkes, die land in Nijega erfden, zijn dochter Holck, getrouwd met Jan Sjoerds [Bruinsma], zij erfden een boerderij en land in Warns. Dochter Ints Hylkes IIIa. Sipke Hylckes Hylckema, ovl. voor 1620, trouwt Sibbel Renwersdr, erfde een boerderij en land in Koudum. Zijn toenmalige vrouw Dirck Pieters zou ovl. omstr. 1646. Sibbel trouwt 2. voor 1637 Johannes Lieuwes, ovl. omstr. 1000 gulden krijgen (T 14 nr. 16777 (EEE1) / 68). 1643. 14 dec. 1631, 1ste proklamatie; Agge Wypckes en Beyts Sipckes, echtelieden, burgers te 1 nov. 1637 stijlo Juliano, schuldbekentenis; Lieuck Martensdr, weduwe van Baucke Staveren als kopers van een huizing, schuur en stede gelegen in het zuiderwestkwartier Jaenties te Warns, debet 70 gulden aan Johannes Lieuwes en Sibbel Renwers, aldaar, in gebruik bij Pieter Heyns c.u., de proklamanten ten zuiden, Marten Ottes c.u. echtelieden te Warns (T 13-18 nr. 33 / 17). ten noorden. Strekkend voor uit de halve Delft tot achter aan de Stadszeedijk, zoals in 30 juli 1645, testament van Sibbel Rinnertsdr, ziek te bed liggende, weduwe van eigendom van Hylcke Douwes Hylckema. Aldus gekocht voor 2000 gulden van Douwe zaliger Johannes Lieuwes te Warns, haar laatste man. De begunstigden zijn haar

62 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 63 zoon Lieuwe Johannes, die uit haar goederen gealimenteerd zal worden tot hij 20 zijn kinderen bij wijlen Antje Nannedr Heerma, 1000 gulden debet aan Heering jaar zal zijn; Reinsk, haar dochter, en de kinderen van wijlen haar dochter Sieckien Gerrits en Gooyck Jelledr, echtelieden te Molkwerum (T 13-18 nr. 35 / 357). Sipckes Hylckema, genaamd Anthoni en Aef ke Hettinga, bij Edsert Hettinga (T 14 15 febr. 1679, proklamatie HON; de kerkenraad van de gereformeerde gemeente te nr. 16778 / 72). Warns, als koper van ¾ part van een huisinge ende satelandts met de plantagie ten zuiden 17 febr. 1660, weesboek Staveren; rekening en verantwoording van gevoerde curatele in Warns, groot in het geheel vijftighstehalf hooft, belast te Warns en Bakhuizen, van de weeskinderen van Thomas Hiddesz en Reynsch Johannesdr, in tijden gekocht voor 2280 gulden, 5 stuivers, van de gezamenlijk erfgenamen van Douwe echtelieden. Reyner Pieters, koopman te Staveren en Abbe Rinners te Warns als Hilckema. En 15 febr. 1679, proklamatie HON; de kerkenraad van de gereformeerde curatoren van genoemde kinderen enerzijds, en anderzijds Jolle Jolles, man en gemeente te Warns, als koper van ¾ part van een huizing ten zuiden in Warns, met voogd van Sibbel Thomasdr en Dirck Gales, man en voogd van Sipck Thomasdr. In de gerechtigheid van een vrije stem, belast te Warns en Bakhuizen, gekocht voor 122 de opsomming o.a.: […] een kopie inventaris van wijlen Sibbel Rinwers nagelaten gulden, van de gezamenlijk erfgenamen van Douwe Hylckema. Protest tegen beide goederen in dato 25 januari 1647; […] een testament van Lieuwe Johannes en Hissie transacties van Regnerus Warnensis, medecino docter, o.a. wegens zijn hypotheek op Florisdr in dato 25 juli 1654 (T 13-36 nr. 26). Nanne Douwes en Wopck Jaspersdr, echtelieden (T 13-18 nr. 24 / 147). Uit het huwelijk van Sipke en Sibbel: Uit het eerste huwelijk: 1. Sieckien Sipkes, volgt IVa. 1. Aaltje Douwes, ovl. na 1674. Uit het huwelijk van Sibbel en Johannes: 2. Hilarius (Hylcke) Douwes, volgt IVc. a. Reynsch Johannes, volgt IVb. 3. Nanne Douwes, volgt IVd. b. Lieuwe Johannes, ovl. omstr. 1656, trouwt Hissien Floris, ovl. 4. Sipke Douwes, volgt IVe. na 1654, dochter van Floris Jacobs en Galtje Annes. IVa. Sieckien Sipkes Hylckema, ovl. Harlingen 2 febr. 1644, trouwt IIIb. Douwe Hylckes Hylckema, ovl. voor 1673, trouwt 1. Antje Nannedr Warns 7 april 1634 Idzart Hettinga, geb. omstr. 1594, doopsgezind leraar Heerma, dochter van Nanne Lieuwes Heerma en Rieme Birdes Buma te Harlingen in 1632, bijzitter van Barradeel in 1654, ovl. Harlingen (GJB 2017 / 241); trouwt 2. voor 1653 Trijntje Foppes van . 1655, weduwnaar van Andrieske Jetzes, zoon van Anthonius Hettinga, 27 dec. 1634, schuldbekentenis; Hans Hans te Koudum debet 50 gulden aan Douwe militair, en Aefcke Tjalckesdr (GJB 2001 / 112, 121-122). Hylckes Hylckama, wegens restschuld bij de koop van twie hoofden land (T 13-18 nr. Uit dit huwelijk: 32 / 420). 1. Anton Hettinga, geb. Harlingen 1635, gedoopt op belijdenis IJlst 26 1640, stemkohier Warns nr. 10 plaats; Douwe Hylkema. april 1660, ovl. 1668. 1698, stemkohier Warns nr. 10; Diaconie van Warns. 2. Aef ke Hettinga, volgt Va. 1640, stemkohier Warns nr. 15 plaats; Douwe Hylkema. 1698, stemkohier Warns nr. 15 plaats; Meynert Sickes eigenaar voor ¼ en Fookel Jans IVb. Reynsch Johannesdr Lieuwes, ovl. voor 1653, trouwt Thomas voor ¾. Hiddesz, geb. 21 okt. 1617, koopvaardijschipper te Staveren, ovl. omstr. 24 juni 1653, gereformeerde lidmaten Warns; Douwe Hylckes Hylckema en Trijntje 1653, zoon van Hidde Allertsz, koopvaardijschipper te Staveren, en Foppes zijn vrouw van Tierckweert, wonend zuideinde. Rinck Pietersdr. Thomas trouwt 2. omstr. 1652 Syts Everts. 17 dec. 1656, kerkenraad Wans – Scharl; Voor de classis Bolsward heeft een kwestie 7 juni 1640, testament Reynsch Johannesdr Lieuwes te Warns, gehuwd met Thomas gediend over Jaeitie Pibes als op 5 jan. 1654 gekozen ouderling en Douwe Hylkes Hiddesz. De begunstigden zijn: het kind ofte den kinderen, waer mede ick tegenwoordich Hylcama als opposant tegen de benoeming van Jaeitie, gelijck sulx alles in het brede te bevrucht ofte beswangaert ben en de kinderen die nog volgen, haar broer Lieuwe lesen staet in het oude affgeleide [helaas niet bewaard geleven] kerckeboek. De bezwaren Johannesz, de kinderen van Sieck Sipckedr, haar halfzuster (T 14 16778 (EEE 2) / 41). van Douwe waren terzijde gelegd, maar sindsdien kwam hij niet meer in de kerk en 1652, weesboek Staveren, akte van verdeling tussen Thomas Hiddes, die hem op nu probeerde de kerkenraad tevergeefs de zaak bij te leggen (T 244-81, 37ste bladzijde). ten tweeden bedde met Syts Everts heeft begeven, en zijn kinderen bij Reynsch Johannes. 30 maart 1658, Hof van Friesland; Douwe Hylcama, ontvanger te Warns, contra In de opsomming o.a.: [...] een verdeling d.d. 21 nov. 1643 tussen Sibbel Rinners en Pierius Hollenij, fiskaal van HON [Pierius Hollenij of Pier Hollesz was tevens haar kinderen Reinsch en Lieuwe Johannes, van de erfenis van Johannes Lieuwes notaris te Staveren] (T 14 nr. 16527). grootvader van de kinderen; [...] een verdeling d.d. 10 febr. 1642 van de erfenis van 10 juni 1658, schuldbekentenis; Douwe Hylckes Hylckema, te Warns, mede namens Gerbren Lieuwes, oudtante van de kinderen (T 13-36 nr. 25 / 339).

64 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 65 20 juli 1652, weesboek Staveren; benoeming tot curatoren van de kinderen van de vader van de rekwirant. Partijen sloten een akkoord op 6 januari 1657, waarin Reinsch Johannes bij Thomas Hiddes, Sibbel en Sipk genaamd, van Abbe Reyners, werd vastgelegd dat de rekwirant alsnog het geld zou ontvangen, mits de schuld grootschipper te Warns, en Lieuwe Johannes te Staveren, resp. oudoom en oom van van haar vader werd afgelost. Het vonnis luidde dat de gerekwireerde 4000 gulden genoemde kinderen, op verzoek van genoemde Thomas (T 13-36 nr. 25 / 338). moest betalen aan de rekwirant, maar zij mochten bepaalde bedragen in mindering 11 maart 1653, weesboek Staveren; inventaris van het sterf huis van Thomas Hiddes brengen (T 14 nr. 16531 en nr. 16540, 20 dec. 1671). en Reynsch Johannesdr, opgemaakt in bijzijn van Reyner Pieters en Lieuwe 16 jan. 1669, recesboek HON; Aeltien Douwes Hylckema, de notaris Hilarius Johannes, burgers te Staveren, curatoren van de weeskinderen, en hun grootmoeder Hylckema en Sipke Douwes Hylckema, bezitten in vrijdom de huizing, zate en landen Rynck Pietersdr. In de inventaris o.a.: 1 gouden ringh daarop staat VREEST GODT als Nanne Douwes Hylckema van hen in huur heeft gehad (T 13-18 nr. 4 / 145). HOUT SYN GEBOD. […] Een testament van Sibbel Renwers, in dato 20 maart 1626; 16 april 1677, Hof van Friesland decretale verkoping; Goris Herckes Buma vroedschap […] een obligatie d.d. 8 juni 1633 van 400 gulden, ten laste van Annius Haersma en te Bolsward en Nanne Douwes Hylckama te Warns als curatoren van de kinderen van ten profijte van Johannes Lieuwes; […] kopie verdeling tussen Sibbel Rinwers en haar wijlen de echtelieden Hilarius Hylckema en Riemke Bruynsma te Bolsward, hebben kinderen in dato 11 nov. 1643, […] 1/32 part scheeps aan Grate Rinners schip; 1/64 part het Hof duidelijk gemaakt dat zij om schulden van hun pupillen af te kunnen lossen, scheeps aan Rincke Allerts schip; 1/64 part scheeps aan Abbe Rinners schip; 1/64 gedwongen zijn te verkopen een zathe lands gelegen onder Welsrijp, vooraan in de part scheeps aan Jolle Abbes schip; 1/64 part scheeps aan Agge Abbes schip; 3/32 part Sneker Vaart, waartoe een rapport met datum 7 dec. 1677 is opgesteld en door het scheeps aan wijlen Tomes Hiddes eijgen schip, cost ontrent 1350 gulden (T 13-36 nr. 25 / 487). Hof is goedgekeurd, waarna genoemde sate, 33 pondematen groot, publiek aan de 17 nov. 1656, weesboek Staveren; Abbe Rinners te Warns oudoom van Sibbel 17 jaar, hoogst biedende is verkocht op 9 april 1678 te Franeker door dr. Allardus Aestwarda, en Sipck Thomas, 14 jaar, dochters van Thomas Hiddes, geautoriseerd tot curator advocaat, en Egbartus Lycklama, notaris. Koper voor 59 goudgulden per pondemaat van genoemde kinderen, naast Reiner Pieters en in plaats van de overleden Lieuwe is geworden Cornelis Willems, burgemeester (T 14 nr. 16718 / 45v). Johannes (T 13-36 nr. 26 / 79v). Uit dit huwelijk: 17 febr. 1660, weesboek Staveren; rekening en verantwoording door Reyner Pieters, 1. Dominicus Hylckes Hylckema, volgt Vc. koopman te Staveren, en Abbe Rinners te Warns als curatoren van de kinderen van 2. Trijntje Hylckes Hylckema, ged. Bolsward 23 juli 1662. wijlen de echtelieden Thomas Hiddesz en Reynsch Johannesdr, ter ener, en Jolle 3. Regnerus Hylckes Hylckema, ged. Bolsward 5 febr. 1665. Jolles, man en voogd van Sibbel Thomasdr, en Dirck Gales, man en voogd van Sipck Thomasdr, ter andere zijde. In de opsomming o.a.: ontvangen van Pieter Andries, te IVd. Nanne Douwes Hylckema, geb. omstr. 1631, huisman te Warns, Amsterdam, van 1/64 part scheeps van wijlen Rincke Allerts schip, in’t geheel verkocht, daar ovl. 21 jan. 1715, trouwt Wopck Jaspers. 190-0-0; ontvangen van ds. Matjeus Vomelius, predikant, een jaar huur van het huis bij 4 juni 1658, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Nanne Douwes Hylckema, hem bewoond, 70-0-0; betaald van een heerdijser wegende 80 pond, te Amsterdam gekocht gehuwd met Wopck Jaspers. ten behoeve van het huis van de rendeerden waar de predikant in woont (T 13-36 nr. 26). 1 maart 1667, schuldbekentenis; Nanne Douwes Hylckama en Wopck Jaspers, Uit dit huwelijk: echtelieden te Warns, debet 680 gulden aan de erfgenamen van de weduwe Zalingh 1. Sibbel Thomas, geb. omstr. 1640, trouwt Jolle Jollesz. Salings, eertijds te Stavoren, wegens drie jaar achterstallige landhuur, met als 2. Sipck Thomas, volgt Vb. onderpand onse huijsmanne beesten, [..] en have (T 13-18 nr. 36 / 57). 12 dec. 1692, gereformeerde lidmaten Warns; Nanne Douwes Hylckema. IVc. Hilarius Douwes Hylckema, notaris te Bolsward, ovl. voor 1673, trouwt 21 jan. 1715, gereformeerde lidmaten Warns; Nanne Douwes Hylckema overleden, IJlst 9 febr. 1659 Riemke Reins Bruinsma, geb. te Warns, ged. Wommels 84 jaar. 1 juni 1634, dochter van Regnerus Johannes Bruinsma en Trijntje Thonis 10 mei 1671, schuldbekentenis; Nanne Douwes Hylckama te Warns, mede namens Vrijthof, weduwe van Jan Laesen Hannema (Bruinsma IVc.2 ). zijn vrouw Wopck Jaspers, debet 500 gulden aan onse neef dr. Cyprianus Bruynsma 24 febr. 1662, Hof van Friesland; Riemcke Regneri Bruynsma, tegenwoordich echte te Sloten, wegens achterstallige landhuur. Geregistreerd 24 dec. 1673 (T 13-18 nr. 36 huijsvrouwe van Hilarius Dominicus Hijlckama, notaris te Bolsward, contra Frans / 680). Laessen Hannema. Jan Laessen Hannema had op 6 juli 1656 een testament laten 17 febr. 1674, schuldbekentenis registratieboek HON; Nanne Hylkema te Warns, maken, waarin hij o.a. de rekwirant [zijn vrouw] een bedrag van 4000 gulden had curator naast Goris Herkes Buma te Bolsward, van de weeskinderen van Hilarius gelegateerd. De schenking van dit legaat werd aangevochten door Frans Laessen Hylkema, en Aafje [Aaltje] en Sipke Hylkema, bekennen [onleesbaar] (T 13-18 nr. 37 / 2). Hannema, hij wilde het bedrag verrekenen met een schuld van Regnerus Bruinsma, Uit dit huwelijk:

66 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 67 1. Antie Nannes, ovl. 1718. 8 aug. 1715, verklaring; Jan Hendrikse, stuurman 21 jaar, Otte Alderts, bootsman 1692, gereformeerde lidmaten Warns; Antie, Aalk en Jouk Nannes, gezusters, 25 jaar, Willem Tjallings, matroos 22 jaar, allen te Molkwerum en opvarenden Antie overleden 1718 (T 244-81 nr. 1). van het f luitschip ‘Josua’, schipper Heijn Meijndertse de Vries, verklaren op 2. Aalk Nannes Hylckema, ovl. voor 1724, trouwt 1. Warns jan. verzoek van Jan Korver te Zaandam, als boekhouder en [..] directeur van het 1701 Pieter Jansen, van Oudega, ovl. voor 1714; trouwt 2. Warns genoemde schip, dat zij in 1714 een reis maakten van Amsterdam naar St Uvis 4 maart 1714 Hein Meines de Vries, ged. Heerenveen 24 jan. [ Setubal] en terug. Stuurman Jan Hendrikse heeft kennis genomen van de 1668, commandeur ter walvisvaart te Molkwerum, ovl. na 1733, verklaring van 14 dec. 1714 van Simon Schouten en Klaas Ketel en ontkent alles weduwnaar van Hay Jans, zoon van Meyne Aukesz en Jantje Jelles; wat daarin staat. Gezamenlijk ontkenden de comparanten de beschuldigingen Hein trouwt 3. Warns 19 maart 1724 Antje Sipkes. geuit in een attestatie van Barend Baukes Huijte Baukes d.d. 19 [of 29] april 17 febr. 1681, gereformeerde lidmaten Warns; Elck Nannes. 1715, voor mij notaris. De kwestie sleepte lang, op 10 april 1717 ontkenden 19 dec. 1715, gereformeerde lidmaten Warns; ingekomen commandeur Hein Hein Meines de Vries en matroos Jacob Jochemse Poelenburg, dan 19 jaar, de Meines de Vries (T 244-81 nr. 1). beschuldigingen (NHA 185 nr. 5839 / 125, nr. 5841 / 40). 4 febr. 1724, gereformeerde lidmaten Molkwerum; ingekomen van Warns Hein 19 jan. 1728, 30 juni 1727, registratieboek HON, schuldbekentenis d.d. 17 Meines de Vries. jan. 1728; Saling Ruurds, weduwe van Rinner Sytjes te Molkwerum, bekent 1698, stemkohieren Molkwerum, nr. 37; Hid Idses weduwe van Abe Gerbens, 300 gulden tegen 3% jaarlijkse rente, schuldig te zijn aan Heyn de Vries, nr. 196 Eeuw Gerbens, nr. 197 Joucke Tjerxks en Claes Tjerxks. commandeur op Groenland (T 13-18 nr. 38 / 423). 1728, stemkohieren Molkwerum, nrs. 37, 196, 197; Hein (Meines de) Vries, 10 maart 1729, weesboek HON; inventaris van de wederzijdse goederen van eigenaar en gebruiker. Heyn Meynes de Vries, varende voor commandeur op Groenland, en Antje 8 febr. 1716, 3de proklamatie; Hein Meines de Fries, grootschipper en Aelck Sipkes, beiden te Warns, nu getrouwd zijnde (T 13-18 nr. 18 / 286). Nannes, echtelieden te Warns, als kopers van zekere huizing, lytshuijs en hoving, 23 jan. 1730, verklaring; Willem Vlieger, stuurman, Jan Gerritsz bootsman, cum omnibus, op het noordeinde te Warns. Aldus gekocht voor 150 gulden van Jan Jelles timmerman, David Hendriksz constabel, Hylke Tromp kok, allen Wybren Takles grootschipper te Warns (T 13-18 nr. 25 / 323). opvarenden van het schip Catharina, schipper Heyn Meynes de Vries. Zij 19 dec. 1714, verklaring; Simon Schouten en Klaas Ketel, beiden van Jisp, verklaren over een dramatich verlopen reis van St. Uvis (Setubal) Portugal naar opvarenden van het schip ‘Juffrouw Barbara’, schipper Jan Balk, verklaren Amsterdam, waarbij als gevolg van een waarschijnlijk verkeerd ingeschatte op verzoek van Cornelis Arisz Veen, hoofdreder en boekhouder van genoemd manouvre alle drie de masten van het schip sloegen (SAA 5075 nr. 9329 / 4968). schip, en ten behoeve van Jacob Temmink als bevrachter en hoofdinlader, 3. Jouck Nannes, ged. Warns 7 okt. 1668, trouwt Warns 1 sept. 1700 mede namens de andere reders en inladers, dat zij op 12 dec. 1714 samen aan mr. Jacob Jacobs Venisoen. boord waren van het schip ‘Josua’, schipper Hein Meijnes de Vries, en aan het scheepsvolk vroegen hoe hun reis verlopen was. De stuurman en een matroos IVe. Sipke Douwes Hylckema, ovl. omstr. 1680, trouwt omstr. 1672 Fokel vertelden dat zij op hun thuisreis [uit Portugal], ten noordoosten van de Jans. Fokel trouwt 2. Warns 5 maart 1682 Ruurd Gerrits, schipper te Kiskassen [bepaalde klippen in het Kanaal], d’ontmoetingh hadden gehad met het Warns. overseijlen van een schip dat uijt Holland quam. Ze zeilden in noordelijke richting 23 febr. 1665, gereformeerde lidmaten Warns; belijdenis Sipke Douwes Hylckema. met oostenwind. De ander trof hen op de boeg aan stuurboord waardoor de 1672; gereformeerde lidmaten Warns; Sipke Douwes Hielcema en Jokel Janis. blinde ra doormidden brak en de steven ontzet was. De andere schipper had 10 febr. 1672, recesboek HON; beëdiging van Sipke Douwes en Ennien Jouckes, geroepen: ‘manne, hoe maakt ghij dat zoo?’, alsmede wie de Vrint was, waer op beiden te Warns als curatoren van het kind van Bouke Hiddes (T 13-18 nr. 4 / 197). geantwoord wiert Heijn de Vries, maar dat verstond de ander niet. De overzeilde 3 juli 1680, recesboek HON; beëdiging van Scholte Scholtes en Hessel Aerts tot schipper had geroepen: ‘ghij moet bij ons blijven’, waarop Hein de Vries curatoren van het kind van Sipke Douwes Hylkema, op verzoek van Fokel Jans, antwoordde: ‘wij moeten het onse repareeren’. Na controle van de pompen was het weduwe van genoemde Sipke (T 13-18 nr. 4 / 278). andere schip ontduijstert. De stuurman van Hein was in de veronderstelling 27 okt. 1682, Hof van Friesland; Fokel Jans gesterkt met Ruyrd Gerrits, grootschipper dat het een Noordhollander was, een Meegh, soo hij die noemde en dat sij bedugt te Warns, haar tegenwoordige man, als curator van Fokels voorkind bij Sipcke waren voor het volk. Aan het eind van de verklaring blijkt dat de comparanten Douwes Hylckema, contra secretaris Roeloff Haersma (T 14 nr. 16551 / sententie 17). opvarenden waren van het andere schip (SAA 5075 nr. 7485 / 120). Uit het eerste huwelijk:

68 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 69 1. Hielcke Sipckes, ged. Warns 4 april 1675. Dirkje Gales, getrouwd met Johannes Montanus (SAA 5075 nr. 6751 / 20 juni Uit haar tweede huwelijk: 1716). a. Hylk Ruurds, ged. Warns 25 maart 1683. 4. Dirkje Dirksdr Gales, ged. Staveren 16 aug. 1682, begr. Amsterdam 4 nov. 1747, trouwt Amsterdam 8 maart 1709 Johannes Montanus, Va. Aef ke Hettingha, geb. Harlingen 1637, ovl. 1672, trouwt voor 1657 ged. Amsterdam 2 juli 1680, zoon van Jacob Montanus en Janneke Hector Hoytema, geb. omstr. 1627, mr. chirurgijn te Harlingen, ovl. Ruijmvelt. voor 1684 (GJB 2017 / 275). 8 maart 1709, ondertrouw Amsterdam; Johannes Montanus, van Amsterdam, Uit dit huwelijk: 28 jaar, wondend op de Nieuwedijk, geassisteerd met zijn vader Jacobus 1. Tjaerd Hoytema, geb. voor 1661, trouwt Leeuwarden 27 nov. 1710 Montanus en Dirkie Gales van Stavoren, 26 jaar, wonend als voren, geassisteerd Jetske Joannis. met haar moeder Sipke Thomas. Uit dit huwelijk: 5. Anna Gales. a. Johannes Hoytema, ged. Leeuwarden 5 nov. 1713. b. Aefte Hoytema, ged. Leeuwarden 14 juni 1716. Vc. Dominicus Hylckes Hylckema, stadsbode te Bolsward, ovl. na 1704, c. Hector Hoytema, ged. Leeuwarden 19 april 1719. trouwt Bolsward 18 sept. 1681 Trijntje Tjerks Lely, ged. Bolsward 23 2. Syke Hoytema, ged. Harlingen 14 april 1667, ovl. voor 1698. maart 1658, dochter van Tjerk Lolles Lely en Dieuwke Willems. 3. Idsert Hoytema, ged. Harlingen 3 juni 1668, ovl. voor 1698. 18 mei 1696, autorisatie Leeuwarden; benoeming per 30 mei 1696 van Ids Fetties, 4. Anthonius Hoytema, ged. Harlingen 26 jan. 1673. Bouwe Sipkes, Rein Johannes [Hommes?] Bruynsma en Jarich Sipkes, als curatoren 5. Lodewijk Hoytema, geb. omstr. 1676. van Jan Bruynsma, innocente zoon van wijlen Cyprianus Bruynsma, naast dr. Teake Bruynsma, allen broedverwanten van genoemd weeskind, op verzoek van Douwe Vb. Sipck Thomas, geb. omstr. 1643, ovl. Amsterdam 20 mei 1712, trouwt Hilckema gerechtsbode te Bolsward, in de plaats van haar curator burgemeester Staveren 7 nov. 1658 Dirk Gales, commandeur ter walvisvaart, ovl. voor Joucke Mamminga die hiermee van zijn taak wordt ontheven (T 14 nr. 8474). mei 1712, zoon van Gale Hamkes, commandeur ter walvisvaart en Uit dit huwelijk: Abeltje Dirks. 1. Hylke Douwes Hylckema, ged. Bolsward 4 aug. 1682, meester 14 maart 1663, mutueel testament van Dirck Gales en Sipk Thomas, zij tekent als koekenbakker te Leeuwarden, trouwt daar 8 mei 1706 Johanna Sipck Toemes, echtelieden te Staveren (SAA 5075 nr. 1144 / 270). Goens. Uit dit huwelijk: Dominicus (1708) en Trijntje (1710). 3 sept. 1666, weesboek Staveren; Dirck Gales, burger te Staveren, benoemd tot curator 2. Riemkje Douwes, ged. Bolsward 17 juni 1684, trouwt daar febr. 1718 van Rinner Grates, 9 jaar, weeskind van Grate Rinners en Barber Hiddes (T 13-36 nr. Claas Jauwkes. 27 / 163). 3. Sjouk Douwes, ged. Bolsward 27 okt. 1686. 12 sept. 1668, weesboek Staveren; rekening en verantwoording van gevoerde curatele 4. Tjerk Douwes Hylckema, ged. Bolsward 15 maart 1691. door Galtje Rinners als curator van Rinner Grates, zoon van wijlen zijn broer, in het 5. Dieuwke Douwes Hylckema, trouwt Bolsward 2 dec. 1736 Durk bijzijn van de commandeur Dirck Gales, mede curator (T 13-36 nr. 27 / 613). Heerkes. 20 mei 1712, begraafregisters Amsterdam Nieuwe Kerk; Sipk Thomas, weduwe van Dirck Gales, wonend op de Nieuwendijk. Uit dit huwelijk: 1. Thomas Dirks Gales, ged. Staveren 24 aug. 1662, ovl. Amsterdam 9 maart 1712. 2. Abeltje Dirks Gales (GJB 2015 / 57). 3. Gale Dirks, ged. Staveren 12 juni 1672. 20 juni 1716, mutueel testament van Gale en Anna Gales, broer en zuster, wonend Nieuwendijk te Amsterdam, daar Stavoren uijthangt. Als ontvangers van een prelegaat van 4000 gulden elk staan genoemd: hun zuster Abeltje Gales, weduwe van Ids Pieters Brouwer, of haar zoon Pieter; en hun zuster

70 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 71 Afkortingen: Molckweeren; een half hoofd op B[..]me Terp; vijf hoofd in de Fernwalde; twee hoofd grasland in de Legevelde met een kalfsgras, alsoo ’t huijden HON: Hemelumer Oldephaert en Noordwolde ten dage gebruijckt en beschoren wort; zes hoofd fenland after Syurdts huijs; SWF: Gemeentearchief Súdwest Fryslân drie hoofd [..]landt in Reinsme Fenne; een hoofd maadland genaamd T: Tresoar IJt Stercke Hooft; anderhalf hoofd maadland gedeeld met Lywcke GJB: Genealogysk jierboek Lywckes; anderhalf hoofd gelegen in Andgwer, vervallend met Sipcke SAA: Stadsarchief Amsterdam Inne weduwe; derdehalf hoofd vervallend met Gerlof Edes; een hoofd SAR: Stadsarchief Rotterdam in de Swechmeidt, lopende met den ene eyndt aen Douwe Hinxte caemp; NHA Noordhollands Archief derdehalf hoofd maadland in Warnser War, naast Renwer Douweszoon NAGB, HCA: National Archives Great Britain, High Court of Admiralty en dat mettet vierndeel hooft bij Syble Eeverts erven; een hoofd in de Hornthyen, vervallend met Inte Hernebs erven; vier en een half lamsgras Bijlage met Rencke Tybbes; een halft howe deylende met Sybbe Igles, een vierndeel hooft in Surske Fonne, den westzijde aen Reyn Syberts drie vierndeel hooft; een Opsomming van landerijen en huizen uit het testament d.d. 20 juni half hoofd aan Herre Jotges Eugerre; een camp landt aan de westzijde van 1583 van Reyn Jouckes te Scharl (Bruinsma I). Euwe Gerrits saetken; en aan zaadlanden: twee verstal te Warns, ijt ene Zoon Joucke en dochter Auck erfden gezamenlijk: een half hoofd en bijde Holle Wech en ijt ander bij de karck; drie verstal het een bij noorde en anderhalf lamsgras in Anske Tijen; een trenne howe oppe noordtzijde van de ander bij suijden dij pastorije landt; een verstal te Westewech, bij de suijer Joucke Teen, delende en vervallende met Metge Everts; twee hoofden minus zijde van Sipcke Hans, een verstal t’Hanstie op het Clijff, op de noordzijde een vierndeel in Buckme Teen, met Anne Hanszoon en An Heeren ende van Tette Aebies; anderhalf verstal bij noorde Pier Scholtes erve landt oft meer andere; een trenne howe in de Howe, met Suck Tonis erven; twee terp. lamsgrazen in Rollingh Camp; 5/4 hoofd bij de Pollen, met Sueck Tonis Syurdt alleen erfde het huis dat hij bewoonde en omdat Tonis geen huis erven; een half hoofd met Auck Pottis erven; twee hoofd in de Teen, zou erven kreeg ze honderd goudgulden, volgens obligatie staende bij Eelcke met Sible Everts erven; een hoofd genaamd Jans Hoofd; een hoofd en Lieuckes en de profijten van de obligatie op Jisck Romkes erven. Alles wat een trene hooft op de Campen voor de wal met het [..]asmod, gedeeld meer gevonden zou worden aan landen in Laaxum en Gaasterland en aan met Sueck Tonis erven en Tette Aebis; een hoofd en een trenne hoofd in rentebrieven, moesten de erfgenamen vrindelijcker wijse heijlen en deijlen, Holtlandt met Cornelis Pytters onsen swager en Sueck Tonis erven; een als Godt en de doodt dat medebrengt (T 14 nr. 16777 / 445). stuk land genaamd Die Pollen, waarvan een derde part gedeeld met genoemde Cornelis [Pytters] en Suecke [Tonis] erven; vijf hoofd gras in de Ommeren; vijf hoofd gras en een kalfsgras in de Suydstringen; twee hoofd maadland en een trenne hoofd in de Naeste Bergen; anderhalf [hoofd?] maadland in de Furstennebergh; zes hoofd gras minus anderhalf lamsgras in de IJrdtbergh; een hoofd maadland vervallend met Hauck Feltgers erven; en aan zaadlanden: derdehalf voorstal saedland bij Tette Aebis huis; anderhalf verstal bij Westewech, naast dat van Tette en Pier Scholtes erven; en nog een half verstal daar en twee verstallen oppet Breedtlandt; noch de steed; een verstal t’Uijske Wagen oppet Clijff; samen erfden ze ook het huis en stede soo wij ’t selve nu ter tijt bewoonen. Joucke alleen erfde: de verdolven landen int Hofland oppe Herne en Auck alleen erfde het huis en stede zoals bewoond door zwager Cornelis Pietters. Zoon Syurdt en dochter Tonis erfden gezamenlijk: twee hoofd maadland twiske gewen somtijts oppe lijtge verveen, gedeeld met Peter Iglis c.s. in de

72 genealogysk jierboek 2018 bruinsma en hylckema van warns 73 … Libarius

libarius 75 petronella j.c. elema

Libarius

Inleiding

De vertaling van de Latijnse achternaam Libarius is koekbakker of koekventer. Het ligt dan ook voor de hand dat die familienaam meermalen is ontstaan. Maar het is wel toevallig dat de beide mij bekende gevallen allebei uit Friesland stammen. Mijn eigen onderzoekje Libarius was geïnspireerd door een Jacob Libarius, die in de stad Groningen langskwam. Van daaruit volgde ik het spoor naar zijn verleden (het Friese Joure) en naar zijn toekomst (Amsterdam en omgeving). Wat ik toen nog niet gezien had, was de genealogie Libarius in Gens Nostra 2002.1 Vermoedelijk was deze familie uit St. Annaparochie af komstig, maar ze gebruikten de naam nadat ze in Leeuwarden arriveerden. Een telg was de hopman Uilke Libarius, begraven Leeuwarden 7 febr. 1743 (bij de Jacobijnerkerk). Hij was tevens weeshuisvoogd (1734-1738);2 een zilveren schild uit het Keimpema Espel te Leeuwarden (1739) noemt hem U.W. Libarius. Hij en zijn geslacht lijken geen enkele relatie te hebben met de hier volgende familie.

Een eerder artikel van mij voor het Jierboek (Ringersma, in de editie 2014) was indertijd deskundig (en prettig!) begeleid en aangevuld door de redacteur dr. Jarich Renema. Pas toen ik hem inzake Libarius weer een paar vragen wilde stellen, vernam ik dat hij inmiddels overleden was. Dus moest ik het ditmaal zelf doen. Wel ben ik voor het Friese gedeelte dank verschuldigd aan Pieter Nieuwland, die advies gaf over boerderijenonderzoek, en aan Fred Wiersema te Portland (Maine, VS), die mij introduceerde bij de autorisaties en verder enthousiast ‘meelas’. Ook kreeg ik adviezen en tips van mevrouw J. Andriessen te Groningen inzake het online te verrichten gedeelte van het onderzoek. Voor de episode die in Amsterdam en in Ouderkerk aan de Amstel speelt, generaties IV en V, had ik contact met de heer J. van den Oever,3 die mij een groot aantal bronvermeldingen verstrekte. Onlangs verscheen van zijn hand het boek Vier eeuwen langs de oevers van Ouderkerk aan de Amstel: gebeurtenissen in en rondom Ouderkerk aan de Amstel vanaf circa 1600 tot nu toe, deel I. Daarin komen vader en zoon Jacob en Igeus Libarius uitvoerig

libarius 77 aan de orde. De bronvermeldingen over die periode zijn grotendeels ingeschat, maar dat lijkt dus niet juist te zijn. Bij Wabe Hopperts (het huwelijk van door hem verstrekt; ik was niet meer in de gelegenheid om die tot in 1683) ligt het iets positiever: zijn kinderen bij Hyl Rienx (eerst in Joure, daarna in detail na te trekken. Met zijn bereidwilligheid om die informatie ter Sneek) zijn Reinck, Fedde, Marleentie, Jan, Aelke, Aelke en Romckien. Marleentie zal beschikking te stellen was ik zeer geholpen! vernoemd zijn naar Magdalena Jans. De situatie rond het echtpaar Robert Jansen en Hiltie Riencks wordt duidelijker Genealogie als we de autorisatie in het recesboek van Gaasterland van 30 juni 1704 opslaan.7 Robert was mr. bakker te Balk geweest en enige dagen tevoren overleden. Zijn tweede I. Jige Jiges, van Terkaple, tr. Sneek 10 mei 1616 Tiedke Jacobs, van vrouw was Hiltie Riencks, zijn derde vrouw Antie Ryckholts, allen vooroverleden. . Zijn weeskinderen waren Welmoedtie (geen leeftijd opgegeven), Magdaleentie oud Uit dit huwelijk: 16 jaar, Jan oud 11 jaar en Willem Roberts oud 9 jaar. Ziehier weer een vernoeming 1. Jacob Jiges, ged. Sneek 20 okt. 1620, volgt II. naar Magdalena Jans. Nog mooier: tot curatoren werden benoemd, naast Symmen Harmensen te Enkhuizen: Yge en Lourens Jacobs te Joure. Dat waren dus de halve II. Jacob Iges, ged. Sneek 20 okt. 1620, overl. Joure in het eerste halfjaar ooms van de kinderen! van 1654, tr. Joure 19 dec. 1641 Magdaleen Jans, van Joure, daar overl. voor Het overlijdenstijdstip van Magdalena Jans werd ingeperkt door de datum waarop 16 maart 1666, dochter van Jan Lourens, ketelaar te Joure, en Romcke haar sterf huis werd geïnventariseerd, 16 maart 1666.8 Dit gebeurde op verzoek van Douwes.4 Zij tr. 2. Joure 12 aug. 1655 Rienck Wybes, eerder gehuwd met Tieerdt Dircks, dorpsrechter en ontvanger van Joure, en Gerryt Hansen aldaar. Hyl Tyommes en hertrouwd Joure 26 aug. 1666 met Bauck Annes. Tieerdt als curator over de kinderen van Magdalena Jans bij wijlen Jacob Iges en Gerryt Deze Jacob Iges heeft een naamgenoot die in de hypotheekboeken van Haskerland over die bij Rienck Wybes. Kort daarop vond een scheiding plaats tussen enerzijds voorkomt. Dat was een schipper wonende op de Herenwal onder de klokslag van Jaene Feddes tot Harlingen en Mevis Lammerts tot Sneek, beiden schipper, als ooms Nijehaske, gehuwd met Aeltie Jans.5 over de drie kinderen van Magdalena Jans bij Jacob Iges, en ter andere zijde Rienck Magdalena’s tweede man, Rienck Wybes, liet te Joure drie kinderen dopen met Wybes, vanwege zijn twee kinderen bij Magdalena Jans, op de Joure. Ze werden zo veel Hyl Tyommes (een huwelijk vond ik niet): Aeltien Riencks op 1 febr. 1646, Trijncke nood gesterkt met Gerryt Hanses, curator ad actum over de kinderen. Aanwezig was Riencks op 10 sept. 1648 en Heert Riencks op 20 april 1651. Met deze kinderen werd de zoon Ige Jacobs, al over de 20 jaar oud. Op 27 sept. 1655 was geïnventariseerd ter na zijn hertrouwen in september 1655 een scheiding gemaakt.6 Zij werden bijgestaan gelegenheid van moeders tweede huwelijk. De kinderen hadden nog een tegoed op de door Hylcke Lolles, als curator, en de twee oudste kinderen, Wibe en Tyal Riencks, nalatenschap van Jan Lourens, ketelaar te Joure, vader van Magdalena Jans.9 waren daarbij aanwezig, samen met Tieb Tiommes, ‘moeie’ van de kinderen (moeders Op 30 nov. en 4 dec. 1671 werd de nalatenschap van Magdalena Jans beredderd. Jige zuster). Er was een testament uit 1647 (onder Rienck Wybes berustende) en de erfenis Jacobs was de oudste zoon en reeds meerderjarig, zodat hij de zaken kon regelen; van de grootmoeder Antcke Jacobsdochter was nog ongescheiden. Lourens Jacobs was in het 24ste jaar en Jacob Jacobs in het 19de. De curatoren, P. Met Magdalena Jans had Rienck ook nog kinderen: Hiltie Riencks, Neelcke Riencks, Hamconius Seta en mr. Tiaerd Dircks, beiden te Joure, werden op 4 dec. 1671 weer ged. Joure 15 febr. 1657, verder niet aangetroffen, en Hyl Riencks (zij zal zijn vernoemd ontslagen.10 In het weesboek staat een uitgebreide inventarisatie van wat allen naar de eerste vrouw Hyl Tyommes), daar ged. 17 april 1659. Twee van hen, Hiltie en toekwam; er werd o.a. verwezen naar een eerdere scheiding van 7 april 1660, maar Hyl, overleefden hun moeder. Zij vormen een wespennest op zichzelf, wat is er van die registratie is niet meer aanwezig. Weduwnaar Reenck Wybes fungeerde als deze twee bijna gelijknamige meisjes gekomen? vader en voorstander over Hiltie ende Hyl Rienx, de nakinderen van Magdalena. De In 1678 waren ze al vrijwel volwassen. In de lidmatenboeken van Joure zijn er drie behuisinge op de Jouwer ter waarde van ƒ1219 viel hem toe. kandidaten die belijdenis deden: Hiltie Rynckx op 26 april 1677, de j.d. Hiltie Rienx Uit dit huwelijk: op 31 okt. 1680, en op 30 april 1682 het echtpaar Harmen Lubberts, hoedenmaker, 1. Ige Japicks, ged. Joure 23 nov. 1645 (als eerste in ‘onse nieuwe en Hiltie Riencx. Ik vond ook drie huwelijken: Joure 17 nov. 1681 Hiltie Riencks met kercke’), volgt III. Harmen Lubberts, op dezelfde dag een naamgenote met Robert Jansen en op 21 okt. 2. Lourens Japicks, ged. Joure 13 nov. 1648, tr. 1. Joure 5 mei 1672 1683 een Hyl Riencz met Wabe Hopperts. Op grond van de vernoeming vermoed Andriessien Gerbens (zij trouwde eerder Joure 11 dec. 1667 (onder ik dat het echtpaar Harmen Lubberts/Hiltie Riencx uit de boot valt: hun te Joure de naam Andris Sipkes, sic) Intse Reuckes); tr. 2. Joure 10 dec. 1680 gedoopte kinderen waren Rienck, Lubbert, Frouck, Lubbert, Evert, Evert en Gertie. Meynskien Hommes, vermoedelijk dochter van Homme Symens, De beide naamgenotes die allebei op 17 nov. 1681 trouwden had ik als zusters van IJlst, en Maeyke Jans, van Joure.

78 genealogysk jierboek 2018 libarius 79 Uit het huwelijk tussen Lourens Japicks en Andriesjen Gerbens: Ige Jacobs en Mirckjen Gerbens hadden bij hun testamentaire dispositie van 19 aug. a Een dochter, vermeld in 1674. 1719 bepaald dat hun zoon Jacobus Libarius curator werd over zijn twee volwassen Uit het huwelijk van Lourens Jacobs en Meynskien Hommes: zusters Antie Yges en Andriesjen Yges.14 Hij moest zorgen voor twee bekwame b Jacob Lourens, ged. Joure 4 sept. 1681. personen ‘tot de ontscheidinge’, dat werden Coert Dirx en Pier Thijses, burger tot c Maeghdalena Lourens, ged. Joure 22 april 1683. Joure. Later blijkt dat op de dochter Andriesjen alleen het vruchtgebruik van haar d Meyke Lourens, ged. Joure 16 sept. 1688. erfdeel was vastgezet. Mogelijk gold dat ook voor Antie. e Maegdaleen Lourens, ged. Joure 15 febr. 1691. Uit dit huwelijk: f Homme Lourens, ged. Joure 2 juni 1695. 1. Magdalena Yges, doop niet gevonden, lidmaat op belijdenis Joure g Homme Lourens, ged. Joure 22 aug. 1697. 26 jan. 1708 (als jongedochter), overl. na juli 1745 en voor 1754 3. Jelle Japicks, ged. Joure 14 dec. 1651, jong overleden (in 1671 niet (volgens een latere lidmatenlijst). meer vermeld). Zij is vernoemd naar haar grootmoeder van vaderskant; haar plaats in de 4. Japick Japicks, ged. Joure 18 juni 1654 (postuum), nog vermeld 1671, kinderrij is niet vastgesteld. verder niet gevolgd. Als Magdaleena Libarius was zij getuige toen in 1712 de zoon Igeus van haar broer Jacob te Amsterdam werd gedoopt, en als Magdalena Yges toen in 1745 de III. Yge Jacobs, ged. Joure 23 nov. 1645, aldaar lidmaat op belijdenis 23 dochter van deze Igeus werd gedoopt. juli 1668, koeckebacker te Joure (1699),11 bakker (1671, 1700), overl. tussen 2. Antie Yges, ged. Joure 2 febr. 1671, tr. Joure 17 nov. 1689 Lykle aug. 1719 en sept. 1724, tr. Joure 27 juni 1667 Mirck Gerbens, ged. Joure Tjeerds [van der Sloot], ged. Langezwaag c.a. 21 april 1667, wonende 3 nov. 1650, overl. tussen aug. 1719 en sept. 1724, dochter van Gerben Kortezwaag, zoon van Tiaard Douwes en Beerntie Beerts. Riencks en Antje Sipkes. Zij werden tezamen lidmaat op belijdenis in Heerenveen op 7 dec. 1690. Yge Jacobs, mr. backer op de Joure, (ongetwijfeld Antie’s vader) stelde zich op 25 juni 1700 borg voor een lening van ƒ1000 à 4% gesloten door Lykle Tjeerds en Antie Yges.15 Uit dit huwelijk, allen ged. Heerenveen: a Tjeert Lykles, ged. 8 febr. 1691. Deze Yge is de eerste en enige uit de familie bij wie ik het beroep (koeken)bakker b Beerntje Lykles, ged. 4 sept. 1692. aantrof. Dat moet de aanleiding zijn geweest voor de naamskeuze van zijn zoon. Ik c Beerntje Lykles, ged. 17 mei 1694. zag het beroep al in 1671 (toen hij de erfenis van zijn moeder regelde) en nog eens in d Gerben Lykles, ged. 26 aug. 1695. 1700 toen Yge Jacobs, mr. backer op de Joure, zich borg stelde voor een lening door e Beerntje Lykles, ged. 14 jan. 1697. Lykle Tyeerds en Antie Yges. f Tjeert Lykles, ged. 29 mei 1699. In de autorisaties van Haskerland komt nog een tweede Ige Jacobs voor, overleden g Gerben Lykles, ged. 16 mei 1701. voor juni 1695. Hij was gehuwd met Antie Jans en liet een kind Vroucke na, waarover h Gerben Lykles, ged. 22 maart 1703. Anne Franckes toen curator werd.12 Misschien was hij wel de zoon van de eerder i Egidius Gerbrandi Lykles, ged. 2 april 1705. genoemde schipper Jacob Iges, maar daar heb ik me verder niet in verdiept. j Murkjen Lykles, ged. 30 aug. 1708. Mirck Gerbens (bij huwelijk ‘Sipkes’) was wel erg jong ten tijde van het huwelijk. k Dominicus Lelii van der Sloot, ged. 30 dec. 1714. Haar ouders lieten ook dochters Andrys (1648) en Hebel (1660) dopen, die namen 3. Jacob Yges, ged. Joure 2 jan. 1676, volgt IV. vinden we onder Mircks kinderen terug. 4. Andrysien Yges, ged. Joure 6 juli 1679. De zuster Andriessien Gerbens, overleden voor april 1674, trouwde 1. Joure 11 5. Andrysien Yges, ged. Joure 4 sept. 1681, tr. Joure 11 febr. 1703 dec. 1667 Intse Reuckes, wonende St. Johannesga (waaruit een zoon Intse Intses) Johannes Annes, bijzitter (1706-1711), oud-bijzitter (1713). en 2. Lourens Japicks (waaruit een dochter). Ige Jacobs was aangehuwde oom van De kinderen uit dit huwelijk waren de erfgenamen van hun moeders aandeel in moederszijde, Potte Wlckes (man van Eetske Reuckedr) van vaderszijde van deze de erfenis van haar ouders. Op 10 april 1747 bleek dat Jacob Yges, oom van Bottje, kinderen. De goederen moesten tussen de twee kinderen van Andriessien Gerbens Mirckjen, Boukjen en Magdalena Johannes (die toen allen al meerderjarig worden gedeeld; na afwikkeling bleef Ige Jacobs voormunder.13 waren), hun curator was geweest en toen al was overleden. De tantes Magdalena

80 genealogysk jierboek 2018 libarius 81 en Hebeltje Yges, zusters dus van Jacob en Andriesjen, bleven in gebreke om Jacob woonde aanvankelijk in Groningen, waar hij lidmaat op belijdenis werd in de financiële zaken te regelen; daartoe werd nu als curator aangesteld de mr. dec. 1699 als Jacobus Libarius in Heer-strate, en opnieuw, nu als Jacob Librarius [sic] backer Johannes Hendricks.16 met att. van de Jouwer, in sept. 1702. Tussentijds was hij, als de jonggezel Jacob Iges, Uit dit huwelijk, gedoopt te Joure: op attestatie van Groningen nog een tijdje lidmaat geweest in Haskerland en wel a Murkjen Johannes, ged. 12 okt. 1704 (tweeling). vanaf 26 jan. 1702. b Bottje Johannes, ged. 12 okt. 1704 (tweeling). Na zijn verhuizing terug naar Groningen, eind 1702, werd Jacobus Libarius c Baukjen Johannes, ged. 14 maart 1706. daar burger in het tweede pand – dat is: het zomerkwartaal – van 1703 (als Jacob d Bauken Johannes, ged. 9 dec. 1708. Libarius, apotheker), en als Jacob Libarius in Ebbingestraat lid van het koopman- en e Baukjen Johannes, ged. 16 nov. 1710. kramergilde aldaar op 5 april 1703.17 Het duurde even voor hij trouwde (dat gebeurde f Baukje Johannes, ged. 1 nov. 1711. rond de jaarwisseling 1708/09), zodat hij nog ongehuwd was toen hij als mons. g Anne Johannes, ged. 26 febr. 1713. Libarius aptecker een leerknecht aannam, d.i. op 16 jan. 1708. In 1710 werd hij voor h Magdalena Johannes, doop niet gevonden. het kramergilde nog als hoveling aangesteld. 6. Gerben Yges, ged. Joure 10 april 1687. Het jonge echtpaar kreeg in Groningen één kind. Niet lang na die doop, eind 1710, 7. Heebel[tje] Yges, ged. Joure 18 okt. 1691, nog vermeld april 1747, tr. zullen ze naar Amsterdam zijn verhuisd. Joure 9 sept. 1725 Atte Tijs. Anna Galama was in 1702 getuige bij de doop van Laurelia, in 1704 bij de doop Uit dit huwelijk, gedoopt te Joure: van Ernst en in 1706 bij de doop van Henrica, allen kinderen van de predikant te a Murkje Attes, ged. 30 mei 1726. Middelbert Abraham Winter en zijn vrouw Johanna Galama (Anna’s zuster). Anna b Yke Attes, ged. 4 april 1728. overleed zeker voor 1717, toen haar weduwnaar hertrouwde, maar ik kon haar niet c Itje Attes, ged. 21 sept. 1732. achterhalen in de Amsterdamse begraafregisters. De erfenis van Anna’s ouders werd verdeeld in 1729; naast haar broers en zusters erfde haar (enig overlevende) zoon IV. Jacob Libarius, ged. Joure 2 jan. 1676, apotheker (1703, 1708), Igeus Libarius, ook Egeus genoemd. Zijn vader Jacob nam voor het kind in beheer woonachtig te Buijksloot (1717), overl. voor mei/juni 1736, tr. 1., otr./tr. de behuizing aan de westzijde van het Schuitendiep door de erf laters zelf bewoond Groningen 22 dec. 1708/2 jan. 1709 (voor haar hopman Blanckensteijn geweest, met tuin en 2 marmeren pilaren, twee eiken tafels, vloerstenen, alsmede als stiefvader) Anna Galama, ged. Groningen M.K. [als Annetje] 11 nov. vijf kamers hieraan annex gelegen aan het Zuiderdiep. Het geheel werd getaxeerd op 1685, lidmaat op belijdenis Groningen (als j.d. aan’t Schuijtendiep) ƒ4750, maar voor de erfenis ingebracht op ƒ5000,18 maart 1703, overl. (Amsterdam?) tussen 1714 en 1718, dr. van de hopman Een jaar later werd dit pand door raadsheer Herman Munting en dr. A.J. ter Borgh, Ernst Ottens Galama en Laurelia Houttuin (bij Sint Jansbrug), tr. 2., otr. als geconstitueerden van Jacobus Libarius te Ouwerkerk, voor ƒ6000 verkocht aan Amsterdam (kerk en pui) 22 april 1718 Jannetje [Joanna] Grootemaat, Jurjen Holstein en Anna Allardi.19 Het werd toen meijerwijze bewoond door de ged. Amsterdam (Remonstrants, aan huis, als huisvrouw van Jacob capitein Geertsema. Gezien het feit dat we het gezin Libarius kort na 1710 reeds in Libarius) 20 febr. 1721, overl. Ouderkerk 14 juni 1735 (aangegeven door Amsterdam vinden, mogen we aannemen dat met de locatie Ouwerkerk gedoeld haar man); zij tr. a), otr. Amsterdam (kerk en pui) 16 mei 1704 Michiel wordt op Ouderkerk aan de Amstel. (de) Cocq en b), otr. Amsterdam 16 mei 1710 Gerrit Biermans, overl./ In Amsterdam bleek Jacobus drogist te zijn. Een fraaie advertentie in de Opregte begr. 23 april 1716 Amsterdam (Oude Kerk), eerder gehuwd met Catrina Haarlemsche Courant, in de herfst van het jaar 1714, vermeldt het volgende: Menso. De erfgenamen van Hendrick van Langerhuysen tot Groningen presenteren te koop een welgeconditioneerde Apothekers Winckel, waer van de Dosen en Kasjes van Sargiaanen Hout, sonder Medicamenten tot een civile prijs. Ymant gading makende, spreke of schrijve dito Erfgenamen, of Jacob Libarius, Drogist tot Amsterdam in de Rams-Kooy in de Muscus Rhée.20 In het voorjaar van 1717 hertrouwde hij Jannetje Grootemaat, weduwe van Gerrit Biermans. Nog juist tevoren, op 9 maart 1717, kocht zij de buitenplaats Toorenvliet in Ouderkerk van Jan Bronckhorst, met vier kampen land erbij, maar in die laatste was Jannetje niet geïnteresseerd; met uitzondering van een moestuin verkocht zij

82 genealogysk jierboek 2018 libarius 83 het land enkele dagen later door aan Pieter Swartepaart.21 De buitenplaats werd toen otr. Amsterdam 29 nov. 1748 Johannes Crommenie, ged. Amsterdam omschreven als een huis en erf met tuin, speelhuis en stal, gelegen in het dorp op’t (Westerkerk, getuigen Johannes Crommenie en Geertruij Crommenie) hoog eijnde tussen de dijksloot aan de voorkant en de Amstel aan de achterkant. Het 1 april 1718, zoon van Hendrick Crommenie en Sophija van Gracht. lag ten noorden van plaisierplaats Hoogerlust.22 Terwijl Jannetje dus land verkocht, Igeus Libarius moet redelijk welgesteld zijn geweest. Hij bezat een ‘plaats’ in het kocht Jacob er juist negen kampen land bij en wel begin 1722 van ds. Jacobus Heidenschap, De Hel (Helspad 3). Omstreeks 1740 gaat daar een weduwe wonen: Jeltie Hoogkamer.23 Andries van . Zij is er al vóór 1746 weer weg, en dat heeft zonder twijfel Ruim een jaar na haar huwelijk met Jacob Libarius lieten zij een testament opmaken: te maken met de veepest die daar in 1744 en 1745 heerste. Igeus, de eigenaar, woonde dat was op 23 sept. 1718, ’s nachts om twaalf uur!24 Na Jannetjes overlijden gaf Jacob nabij Amsterdam en zag geen kans een nieuwe huurder te vinden. De boerderij was op 3 jan. 1736 haar nalatenschap aan; hij was haar enige en algemene erfgenaam. dus ‘ledigh’ en huur kwam er niet meer van, zodat hij vermoedelijk zijn handen van De helft van het huis aan het Hogereinde was getaxeerd op ƒ2500, de helft van de dit bezit aftrok; al is het ook mogelijk dat hij toen door ziekte of overlijden zijn zaken moestuin aan de overzijde van de weg op ƒ400, er is nog wat land elders en een huis niet meer kon behartigen. in de Bloetstraat in Amsterdam, het Grauw Munnecke Klooster. Met dat al bedroeg In 1747 staat er dan ook in het reëelkohier: ‘nu aan de provincie vervallen’...28. De de halve nalatenschap zo’n ƒ6500. volgende huurder was, in 1748, Eelke Eelkes; de eerste vijf jaar was deze dan ook Plaatselijk gingen er vele praatjes over het echtpaar. Schout en schepenen moesten op vrijgesteld van huurbetaling. De vraag is, hoe Igeus die boerderij in bezit heeft 1 nov. 1722 speciaal verklaren dat Jan Smit en zijn vrouw op Toorenvliet, daar eerlijk en gekregen. Zijn herkomstplaats Joure ligt zeker niet in de buurt van het Heidenschap, ordentelijk woonden. In 1728 was het nog een graadje erger; op 15 okt. 1728 moest Jacob en zijn moeder (Anna Galama) was niet Fries maar Gronings, dus dat ligt ook niet zelfs een advocaat in de arm nemen om zijn naam te zuiveren.25 Na Jannetjes dood echt voor de hand. Ik volgde de geschiedenis in de f loreenkohieren. In 1728 staat als werden de beschuldigingen opgevoerd: o.a. zou hij een relatie hebben gehad met een eigenaar Jacob Jans Hollander, ‘nu Jacobus Libarius tot Amsterdam’, een zathe lands inwonende nicht, Allegonda Mahu, de dochter van een zuster van zijn eerste vrouw. gelegen int Heidenschap onder de jurisdictie van Workum, groot 116 pondem[aat] Tegen die tijd was Jacob hoogbejaard en werd de verdediging gevoerd door zijn zoon beswaart met ƒ30.1.2.29 Daar vallen enkele conclusies uit te trekken: het is een gróte Igeus; er kwamen nogal wat juridische betogen aan te pas, ook over de toelaatbaarheid boerderij, deze zal pas kort tevoren van eigenaar zijn gewisseld, en de f loreenheffing van dergelijke betrekkingen met familieleden, waarover de burgerlijke en goddelijke is erg hoog. Toentertijd moest de basisheffing (ƒ30.1.2) worden vermenigvuldigd met wetten van mening verschilden. Uiteindelijk werd er niets bewezen, maar de roddels ƒ6.6.0 en dan kom je al op een jaarlijks bedrag van zo’n 190 gulden. En de zullen er niet minder om geweest zijn.26 Overigens lag Jacob toen al op zijn sterf bed; f loreen was nog maar één van de bedragen die er geheven werden! Uit het reëelkohier reeds in juni 1736 had Igeus de buitenplaats van hem geërfd.27 van Workum in dezelfde periode, namelijk de jaren 1730 en 1735, blijkt dat de maat Uit het eerste huwelijk: nog iets groter was dan genoemde 116 pondemaat, namelijk 116 pm en 9 einsen – 1. Anna Jacoba Libarius, ged. Groningen Gr.K. 28 nov. 1710 (wonend bijna 117 pm dus.30 De gebruiker was Fonger Lieuwes en die betaalde slechts ƒ62.10.0 Oude Boteringestraat). huur – dat kon dus nóóit uit. 2. Igeus Libarius, ged. Amsterdam (Westerkerk, get. Anthon Gabriel Het is helaas niet goed mogelijk om na te gaan hoe Igeus het bezit van Jacob Jans Meder en Magdaleena Libarius) 23 sept. 1712, volgt V. Hollander verkreeg. Was het een erfenis? Was het een aankoop? Het proclamatieboek 3. Ernesta Libarius, ged. Amsterdam (Oude Kerk, get. Hendrick van Workum ontbreekt over de jaren 1713-1727, dus als hij het kort voor 1728 gekocht Blancksteijn en Lourelia Houtuijns) 16 sept. 1714. heeft, wordt het moeilijk. In 1738 was de tenaamstelling in de f loreenkohieren 4. Ernst Libarius, ged. Amsterdam (Noorderkerk, get. Johannes identiek31 en in 1748 raakte ik het spoor vooreerst bijster, maar dat was na zijn dood Noorthoorn en Margreta Hogeveen) 4 maart 1716. en het bedrijf was toen al door de provincie overgenomen. De begrafenis van kinderen van Jacob Li[e]barius werd geregistreerd in Hij kocht ook (in 1740, als Igeus Libarius, koopman te Amsterdam) voor ƒ2060 een de begraaf boeken van de Oude Kerk d.d. 21 maart 1716, 18 jan. 1719 en 4 boerderij in De Scharren uit de nagelaten boedel van de fiscaal Jurryen Geringa. okt. 1719; in alle gevallen werd er ƒ7.10.0 voor betaald. Diens zuster Tjetske Geringa, vrouw van Bouwe Tjepkes te Dokkum, legde het niaar op de verkoop om aan haar geld te komen. Dit leidde tot een langdurige procedure V. Igeus Libarius, ged. Amsterdam (Westerkerk, get. Anthon Gabriel voor het gerecht van Haskerland. Ook de ongehuwde Magdalena Yges en Heebeltie Meder en Magdaleena Libarius) 23 sept. 1712, overl. na 1746 en voor Yges, vrouw van Athe Tijsses, hadden als crediteuren bij de verkoop geprotesteerd.32 1748, otr. Amsterdam 8 juni1742 Dorathea Sittert, ged. Amsterdam Zelf woonde Igeus in Ouderkerk aan de Amstel, op de buitenplaats Toorenvliet, 1 okt. 1713, dochter van Rutgert Sittert en Maria Doornick; zij hertr., vanaf 1764 Stroom-en-Lommer genoemd en toen een buitenplaats. Hij lag aan de

84 genealogysk jierboek 2018 libarius 85 Amstel, onder de rook van Amstelveen. Igeus had die, zoals gezegd, in juni 1736 van zijn vader geërfd. Hij kocht er in april 1747 (niet lang voor zijn dood) voor ƒ2200 nog een klein bedrijf bij: één morgen grond, een steiger, stal, schuur, huizing, hooiberg, Turkse tank en pluimveehokken.33 Maar binnen een jaar was hij overleden en deze bezitting werd op 24 april 1754 voor ƒ1500 weer verkocht door zijn weduwe en haar tweede man. De plaisiertuin Toorenvliet zelf verkochten zij op 22 juni 1756 aan Jan de Wit Arentsz voor ƒ5600.34 Zijn veestapel werd op 30 mei 1748 publiek geveild, toen was hij al overleden:35 Men zal op Donderdag den 30 May, tot Ouderkerk voor aen inde Rondenhoepse Polder, De regenten van het Aalmoezeniersweeshuis vroegen op 20 febr. 1811 de doop aan by openbare opveylinge verkopen, 9 extra schoone gebeterde KALF-KOEYEN, 2 vaersen voor Anna Dorothea Libarius, ged. Amsterdam (Nieuwezijdskapel) 24 febr. 1811. en een Os, een Pink, 2 Kalveren, een Paerd, 3 oude Schaapen met 7 Lammeren, en Er werden toen geen ouders genoemd. Dat is nogal vreemd, omdat ze gewoon verder alles wat tot een Boerdery behoord; alles nagelaten door wylen Egeus Libarius. bij de geboorte was gedoopt (zij het niet in Amsterdam). Haar ‘doopmoeij’ bij die Gebeterde koeien waren runderen die de veepest hadden overleefd. Zij waren gelegenheid, Magdalena Yges, was ongetwijfeld de onder III.1 genoemde Magdalena, hierdoor immuun voor die ziekte en konden dus probleemloos worden verkocht, en een tante van de vader dus. voor een beduidend hogere prijs dan ‘gewone’ koeien. Zij en haar man kwamen al samen voor te Amsterdam als doopgetuigen bij de Samen met zijn vrouw Dorothea van Sittert trad Igeus als doopgetuige op in dochter Anna Dorothea (Amstelkerk 6 nov. 1768) van Johannes van de Velde en Amsterdam, namelijk op 14 nov. 1742 bij een kind van Adriaan van der Horst en Anna Bruna [Bruijna] Jacoba Schouten. Toen waren ze overigens nog niet gehuwd. Bij de Margareta Luurman, en op 7 sept. 1746 bij een kind van Hendrik Goicker en Geertie ondertrouw woonde Anna Dorothea op ’t Rusland; ze kwam van Ouderkerk en haar Tijssen. Samen met een Wijnand van Sittert was Dorothea in 1752 getuige bij de doop ouders waren dood, maar ze had een oom Timotheus Crommenie (dat was overigens van Maria Dorothea, dochter van Everhard van Sittert en Maria Catharina Rijpland. een stiefoom). Abraham was twee jaar ouder en woonde in de Dijkstraat. Ook zijn Bij het eerste huwelijk werd op 24 juni 1742 in Amsterdam een acte verleend om ouders waren dood, maar hij had een broer J. van de Velde, d.i. de zojuist genoemde in Ouderkerk te mogen trouwen; Dorathea was toen j.d. wonende aan de N.Z. Johannes (bij wiens ondertrouw in 1758 Jannetje Kerkhof als moeder verscheen). Agterburgwal. Bij haar tweede huwelijk, als weduwe, woonde zij op de Roosegracht; Anna Dorothea maakte het overlijden van haar man via een krantenadvertentie de weeskamer werd voldaan op 28 nov. 1748. bekend:36 Dorathea was een oudere zuster van Everhard van Sittert, ged. Amsterdam 10 maart Heden overleed alhier, in den ouderdom van ruim 56 jaaren, aan de gevolgen van 1715, die eerst gehuwd was met Maria Catharina Rijpland en daarna met Johanna eene Borstziekte, myn Echtgenoot, ABRAHAM VAN DE VELDE, met welke ik van Oijen, en Wijnand van Sitteren, ged. Amsterdam 4 nov. 1716, die bij een kind van circa 31 Jaaren in den Echt verbonden ben geweest; van welk verlies ik by deeze Everhard dooppeet was. Zij en Igeus maakten in nov. 1744 een testament op. aan Vrienden en Naastbestaanden kennis geeve, met verzoek om van Brieven van Uit haar tweede huwelijk met Johannes Crommenie had Dorothea nog Rouwbeklag verschoond te blyven. enkele kinderen: Amsterdam 10 Sept. 1800. a. Sophie Crommenie, ged. Amsterdam Westerkerk (getuigen ANNA DOROTHEA LIBARIUS, Weduwe Ab. van de Velde. Hendrik Crommenie en Adriana Crommenie) 15 jan. 1751. Het overlijden van Anna Dorothea werd in de krant geadverteerd zonder vermelding b. Jan Everhard Crommenie, ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 27 april van naaste betrekkingen:37 1755 (getuigen Everhard van Sittert en Johanna van Oijen). Heden is alhier overleden, Vrouwe ANNA DOROTHEA LIBARIUS, Weduwe den Uit dit huwelijk: Heer Abraham van de Velde, in den ouderdom van circa 82 jaren. 1. Anna Dorothea Libarius, ged. Ouder-Amstel (doopoom: Everhard van Amsterdam den 14 Febr. 1827. Sittert, doopmoeij: Magdalena Yges) 18 juli 1745, overl. Amsterdam 14 Uit dit huwelijk, allen gedoopt te Amsterdam: febr. 1827, otr. Amsterdam 15 sept. 1769 Abraham [ged. als Abram] a Johanna Maria van de Velde, ged. (Nieuwe Kerk, get. Timotheus van de Velde, ged. Amsterdam (Westerkerk, getuigen Esaias van de Crommenie en Maria Helling) 23 sept. 1770. Velde en Margaretha Rattink) 19 jan. 1744, overl. Amsterdam 10 Sept. b Maria Dorothea van de Velde, ged. (Zuiderkerk, get. Thimotheus 1800, zn. van Joost van de Velde en Jannetje Kerkhof. Crommenie en Maria Helling) 13 okt. 1771.

86 genealogysk jierboek 2018 libarius 87 c Geertruij van de Velde, ged. (Oude Kerk, get. Willem Bernardus de Noten Roo en Geertruij van de Velde) 24 okt. 1773. d Abraham van de Velde, ged. (Amstelkerk) 19 febr. 1775. 1 Libarius. In: Gens Nostra 57 (2002) blz. 484-486, door C.H. van Voor Abraham van de Velde is tot driemaal toe een doopbewijs Wijngaarden. 2 Historisch Centrum Leeuwarden, Toegang 185, verstrekt, zoals bij deze doopinschrijving staat vermeld. Hij Nieuwe Stads Weeshuis, bijlage: lijst van voogden. 3 J. van den Oever, trouwde, otr. Amsterdam 7 mei 1802 Anna Ernestina Baumhauer, bereikbaar via het mailadres: [email protected]. 4 Tresoar, HAS ged. Amsterdam (Ev.-Luth., aan huis) 16 dec. 1781, dr. van Matthijs 37 404. 5 Tresoar, HAS 77 199, 225; 80 131; 81 6, 9v. 6 Tresoar, HAS Jacob Baumhauer en Helena Maria Scheibler. 37 340. 7 Tresoar, GAA 28 334. 8 Tresoar, HAS 40 138. 9 Tresoar, Uit dit huwelijk een aantal kinderen; hieronder Anna Dorothea van HAS 40 197. 10 Tresoar, HAS 31 1. 11 Tresoar, LEM 26 19 dec. de Velde, geboren/ged. Amsterdam (Oude Waalse Kerk) 15 febr./13 1699, verg. 24 juni 1692, 11 juni 1696. 12 Tresoar, HAS 31 108, 31 mei maart 1803, waarbij doophefster was Anna Dorothea Libarius. 1695. 13 Tresoar, HAS 31 22, 23 1/2 april 1674. 14 Tresoar, HAS e Anna Geertruijda van de Velde, ged. (Oude Kerk) 6 sept. 1776. 31 187, 18 sept. 1724. 15 Tresoar, HAS 83 56v, 13 sept. 1694 / 25 juni f Johanna Josina van de Velde, ged. (Oude Kerk) 5 april 1779. 1700. 16 Tresoar, HAS 31 262. 17 GrA, Gildearch., Toegang 1325, inv.nr. 30, fol. 275v. 18 GrA, Volle Gerecht van de stad Groningen, Toegang 1534, inv.nr. 3564, oud nr. RA III ij, 15 febr. 1729; ibid., inv. nr. 4040, oud nr. RA III x 106, fol. 264v, 15 febr. 1729; fol 267 en fol. 268, 16 febr. 1729. 19 GrA, Volle Gerecht van de stad Groningen, Toegang 1534, inv.nr. 4042, oud nr. RA III x 108, fol. 164v, 20 dec. 1730. 20 Opregte Haarlemsche Courant, 6 okt. en 9 okt. 1714. 21 Noord- Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2553, 9 maart 1717; ibid. inv. nr. 2554, 20 maart 1717. 22 Noord-Hollands Archief, inv.nr. 2553, 1 febr. 1720. 23 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2554, 21 maart 1722. 24 Gemeentearchief Amsterdam, Notarieel Archief, inv.nr. 5075-265 (Notarissen ter standplaats Amsterdam, oud nr. 6894), Notaris Cornelis van Loon, inv.nr. 6991, 23 sept. 1718. 25 Noord- Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2568-b, 1 nov. 1722; ibid., inv. nr. 2568-1, 15 okt. 1728. 26 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2511, 21 mei 1736. 27 Oud-Archief Gemeente Ouder-Amstel, juni 1736. 28 Bron: http://www.heidenskip.fr/d39.htm. 29 Tresoar, f loreenkohier Workum, inv.nr. 3648, jaar 1728, nr. 363. 30 Tresoar, reëelkohier Workum, inv.nr. 5063, jaar 1730, nr. 275; inv.nr. 5064, 1735, nr. 275. 31 Tresoar, f loreenkohier Workum, inv.nr. 3649, nr. 363. 32 Tresoar, DON 37 132. 33 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2579, 12 april 1747. 34 Noord-Hollands Archief, toegang 5500, inv.nr. 2556, 22 juni 1756. 35 Amsterdamse Courant, 28 mei 1748; 30 mei 1748; Noord-Hollands Archief, Toegang 5500, inv.nr. 2570, 30 mei 1748. 36 Amsterdamsche Courant, 11 sept. 1800; Opregte Haarlemsche Courant, 13 sept. 1800. 37 Opregte Haarlemsche Courant, 17 febr. 1827 en 20 febr. 1827.

88 genealogysk jierboek 2018 libarius 89 … Voor- en nageslacht van Aechje Heres (ca. 1703 – 1788) op de Kleinegeest onder Tietjerk

voor- en nageslacht van aechje heres 91 gosse van der plaats

Voor- en nageslacht van Aechje Heres (ca. 1703 – 1788) op de Kleinegeest onder Tietjerk

Inleiding

Het voorgeslacht van Aechje Heres, kwartiernummer 661 van onze kinderen Hendrik Gosse en Jan Bartele Hendrik van der Plaats, wordt gepresenteerd als kwartierstaat (A) en haar nageslacht tot rond 1811 (aanname familienamen) als parenteel (B).

A Kwartierstaat van Aechje Heres

1. Aechje Heres, geb. [Westernijkerk] ca. 1703, boerin te Tietjerk, gebruiker van stem 2 Tietjerk (1768-1788), overl. ald. op de Kleinegeest tussen juni 1788 en juni 1789, tr. 1. Giekerk 28 nov. 1723 (hij van Giekerk, zij van St. Jacobiparochie) Dirk Sybrens, ged. Teroele 2 juni 1698, boer en kooiker op de Kleinegeest onder Tietjerk, overl. ald. tussen juli 1733 en mei 1734, zoon van Sybren Dirks,1 boer en kooiker op stem 2 van Tietjerk, tevens kerkvoogd, en Limcke Steffens;2 tr. 2. Leeuwarden r.k. statie Breedstraat 27 april 1737 Sybe Jans, geb. Rauwerd ca. 1705,3 boer en kooiker op de Kleinegeest onder Tietjerk, overl. ald. tussen juni 1765 en juni 1766, zoon van Jan Jans, boer te Rauwerd op stem 7 (1698-1726) en boer en kooiker op de Kleinegeest,4 stem 3 van Tietjerk, (1726-1734), en Dieucke Sybrens.5 Aechje Heres is van doopsgezinde komaf. Ze verhuist in 1712 met haar ouders naar St. Jacobiparochie. Haar eerste man Dirk Sybrens is gereformeerd. Wellicht heeft het verschil in godsdienstige achtergrond ertoe geleid dat het oudste kind pas na een

1 Sybren Dirks komt oorspronkelijk uit Giekerk; enkele van zijn verwanten voeren de naam Donjema. 2 Hun huwelijk wordt op Allefriezen.nl abusievelijk vermeld op 23 febr. 1796 (bedoeld wordt 1696). 3 Hof van Friesland 766-8 (1746, kooiker, 41 jaar oud). 4 De kooi van Tietjerk stem 3 is tijdens de pachtperiode van Jan Jans nog in bedrijf, maar begin 1800 buiten bedrijf (vriendelijke mededeling Gerard Mast Stiens 31.08.2018). 5 Jeltie Jans, zuster van Sybe Jans, is mede-erfgename van Gerben Sybrens, broer van Dieucke Sybrens, BAA 32 90 11.01.1751.

voor- en nageslacht van aechje heres 93 half jaar wordt gedoopt en de andere twee kinderen als kind helemaal niet.6 Aechje haar religieuze dominantie in haar eerste huwelijk wijzigt in haar tweede Dirk Sybrens en Aechje Heres zijn in 1730 1.200 carg. schuldig aan (schoon)vader huwelijk radicaal. Dochter Dieuke uit haar tweede huwelijk wordt op 24 november Sybren Dirks, waarvan 500 voor overdracht en 700 carg. voor verbetering van de 1735 rooms-katholiek gedoopt.9 Aechje Heres zelf wordt op 6 maart 1737 op belijdenis huizinge. Sybren heeft hen dus de boerderij overgedragen.7 gedoopt r.k. statie Breedstraat Leeuwarden. Een maand later treden Sybe Jans en Sybe Jans wordt in 1726, als 21 jarige, nieuw opgesteld in de personele kohieren Aechje Heres voor de rooms-katholieke kerk in het huwelijk. Daarna worden de van Rijperkerk. Begin 1728 is hij nog gebruiker van stem 14 (Toutenburg) en stem volgende kinderen consequent rooms-katholiek gedoopt. 26 aldaar. Datzelfde jaar gaat hij volgens de personele kohieren naar Tietjerk Personele goedschatting:10 Sybe Jans op de Kleinegeest (lees: uit naam van zijn vrouw) (waarschijnlijk naar de ouderlijke boerderij stem 3 op de Kleinegeest). is in 1736 voor ¼ erfgenaam van Heere Wybes (lees: zijn weduwe Fouw Scheltes) van Weduwe Aechje Heres hertrouwde dus haar vrijgezelle buurman. Berlikum (£800) en in 1739 voor £1.116-13-6 van Louw Martens vrouw aldaar, dat is Al op 1 september 1735 wordt een weesakte opgemaakt voor de kinderen uit het eerste haar tante Trijntje Wybes. Aechje Heres wordt in 1768 aangeslagen voor £3000, haar huwelijk, Freerk Dirks, in het 9de jaar, Dieuke Dirks, in het 5de jaar, en Fouw Dirks, erven idem 1790-1793. Sybe Jans komt niet voor als erfgenaam; hij komt dus niet uit in het 3de jaar, gesterkt door hun volle oom vaderszijde Steffen Sybrens, huisman te een rijke familie. Giekerk, ter ene zijde en Aechie Heres, hun moeder, ten tweede huwelijk begevende Quotisatiekohier Tietjerk: een zeer welgesteld boer, 8+4, 88-1, wat neerkomt op een hebbende met haar tegenwoordige man Sybe Jans, ter andere zijde.8 Ook is Sybe Jans vermogen van £4500. in 1736 al namens zijn vrouw mede-erfgenaam van Heere Wybes. Speciekohieren: Tietjerk 20, 1748: Sybe Jans; 1766: overleden, nu Sybe Jans wed.; 1789 overleden, nu Elbrich Sybes; 1790: getrouwd met Oege Aukes van Giekerk. Aechje Heres is als Sybe Jans weduwe van 1768-1788 gebruiker van stem nr. 2 te Tietjerk, eigendom van het Sint Anthonygasthuis te Leeuwarden.11 Stem 2 is gelijk aan f loreennr. 26; kadastraal gemeente Hardegarijp sectie F, groot 55.11.00 hectare. F 236 is het huis en erf en F 632 is de eendenkooi. Aechje Heres’ zonen Freerk Dirks en Jan Sybes zijn in 1782 erfgenamen van hun oom Arjen Heres.12 Zie voor haar kinderen en verder nageslacht onderdeel B van deze bijdrage.

II

2. Heere Wybes,13 geb. Menaldum, landbouwer en weesvader (v. 1698- 1712), overl. St. Jacobiparochie rond 1722, tr. 3de procl. 9 juni 1695, (hij van Minnertsga, zij van Klooster Anjum) 3. Fouw Scheltes, geb. [Klooster Anjum ?], boerin, weesmoeder, wonende Klooster Anjum (1695), Westernijkerk (v. 1698-1712) en St. Jacobiparochie Links op de kaart, noordwestelijk van het woord Wester, de vogelkooi van Kleinegeest (1712-1733/1735), overl. ald. 1733/1735. stem 2 Tietjerk, de huidige Casteleinskoai. Linksboven de o van of direct aan de doodlopende weg twee boerderijen. De onderste boerderij is stem 3 (van Jan Jansen 1726-1734), de bovenste boerderij is stem 2 (van Dirk Sybrens, Aechje Heres en Sybe 9 Dieuke, r.k. gedoopt statie Breedstraat Leeuwarden 24.11.1735, dochter van Sibe Jans Jans). De Verv. Vogelkooi rechts, boven het woord Kleinegeest, is de vervallen kooi en Agatha Heeres, moeder doopsgezind. van stem 3 (zie ook noot 4). 10 Deze kohieren van voor 1768 zijn aanwezig in het gemeentearchief van Bron: Eekhoffkaart Tietjerksteradeel 1849-1859. Tietjerksteradeel te Burgum. 11 HCL, archief Sint Anthonygasthuis inv.nr. 1233. 6 Veronderstelling auteur. 12 MEN 148 143, 143v, 144, 144v d.d. 25.01.1782. 7 TIE 102 16 25.03.1730. 13 In GJB 2002 78, kwartierstaat Baukje Maria Spaan, kwartiernummer 1842, wordt, 8 TIE 45 156v 01.09.1735. blijkt nu, abusievelijk Heere Arjens opgevoerd als vader van Aechje Heres.

94 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 95 Heere Wybes is in 1698 gebruiker van stem nr. 2 te Westernijkerk, eigendom van het aan de Hegedyk onder Wier, achter de huidige radarpost.20 In 1738 is Steffen Jans Tjallinga Weeshuis te Westernijkerk.14 Idem van f loreen 3 (dezelfde boerderij) in 1700 Bildtpachter op deze stem. Heere Wybes is 1718 eigenaar en gebruiker van f loreen en 1708; eigendom van Tjallinga Weeshuis, groot 100 pm, belast met 35 f loreen; de nrs. 129-132, 135, 138 te Berlikum en Beetgum 114. Heere Wybes verhuurt in 1721 rijweg west 36.74 hectare genaamd Tjallingastate kadastraal 1832 gemeente Marrum en 1722 zijn 26½ pm land te Berlikum bij boelgoed volgens de reëelkohieren. In sectie A 26, 46, 50-57, B 47-48, 226, 229, 244-248, Ferwerd sectie B 600-601. A 55 is 1723 eigendom van Heere Wybes’ weduwe en bij boelgoed verhuurd. Heere Wybes het huis met de schuur. Heere Wybes wordt vermeld als naastligger (eigenaar) ten zal dus rond 1722 overleden zijn. Heere Wybes staat in 1722 eenmalig als gebruiker westen in Berlikum in een proclamatie van 21 februari 1702.15 Heere Wybes komt genoteerd van het eigendom van zijn overleden schoonvader Schelte Symens te in 1700 en 1705 voor in de hypotheekboeken van Ferwerderadeel inzake betalingen Rijperkerk. In 1728 zijn de erven Heere Wybes eigenaar van de f loreennummers 129- van mogelijk f loreenbelasting.16 Heere Wybes c.u. te Westernijkerk verkopen, eerste 132, 135 en Beetgum 114. Fouw Scheltes, zijn weduwe, gebruikt de f loreennummers proclamatie 15 sept. 1705, 5 pm bouwland te Berlikum bezwaard met 2 f loreen en 12 129-131 te Berlikum en Beetgum 114. Floreennummer Berlikum 138 is verkocht. In stuivers aan Tjepke Seerps Gratema c.u. te Harlingen voor 145 goudg.17 Dit perceel 1738 is de eigendomssituatie ongewijzigd uitgezonderd Beetgum 114. Louw Martens was in 1700 nog eigendom van zijn vader Wybe Heeres. Idem op dezelfde dag verkoper is nu eigenaar en Arjen Heeres gebruiker, de f loreennummers 129-132 worden van een perceel bouwland van 3,5 pm bouwland zuidwest van Berlikum.18 Heere verhuurd aan Gerrit Folkerts weduwe, zoon Arjen Heeres gebruikt f loreennummer Wybes is in 1708 eigenaar en gebruiker van de f loreennummers 128-132, 135, 138 te Berlikum 135 en Beetgum 114. In 1748 is de situatie nagenoeg ongewijzigd; huurder Berlikum en 114 te Beetgum, af komstig van zijn vader Wybe Heeres. Heere Wybes Gerrit Folkerts weduwe is nu opgevolgd door Dirk Andringa. Pas in 1758 verandert te Westernijkerk verkoopt op 15 april 1710 een huizinge en bakkerij te Berlikum, in de eigendomssituatie, Louw Martens is overleden en de erfenis van Heere Wybes is gebruik bij Heere Sickes, aan Hanso Gyso, oud-luitenant van een compagnie te voet in de f loreenkohieren verwerkt. Zie verder bij Arjen Heeres. en Hylckjen Arentsma, echtelieden binnen Leeuwarden, voor 900 carg. (af komstig Fouw Scheltes te St. Jacobiparochie, weduwe van Heere Wybes, verkoopt in 1724 van tante Trijntje Heeres, gehuwd met Jelte Gabes, die in 1688 een bakkerij kopen sate en landen ‘de Swarte Koy’ aan de Swartewegh onder Rijperkerk met een stem in Berlikum).19 Hij is waarschijnlijk in mei 1712 verhuisd naar St. Jacobiparochie (de te Miedum en Rijperkerk, groot 56 pm 5 einsen, gebruikt door Dirk Harkes, aan opvolgende pachter in Westernijkerk, Ids Nitters, laat in april 1713 een kind aldaar Freerk Dirx, ‘koyker’ aldaar, voor 2200 goudg.21 De koper betaalt boven de koopsom dopen) waar hij in 1716, in het eerstvolgende reëelkohier na 1711, Bildtpachter is 5 ducatons. Bij een dergelijke toegift wordt vaak vermeld voor wie dit geschenk is onder St. Jacobiparochie op de reëelnummers 9 (36½ morgen met huis en schuur) bedoeld; bijvoorbeeld voor de echtgenote van de verkoper of voor zijn kinderen. In 10 (10 morgen) en 20 (2 morgen en 400 roeden) tot en met 1729. (De jaren 1730- dit geval komt het getal 5 overeen met de verkoopster en haar 4 bekende kinderen! 1740 ontbreken). (In 1711 woont Reinse Melles’ weduwe nog op St. Jacobiparochie Deze sate was in 1705 door haar vader Schelte Symens gekocht. Fouw Scheltes, reëelnummer 9). Heere Wybes is pachter van stemnr. 20 te St. Jacobiparochie in 1718 weduwe Heere Wybes, is in 1728 met haar kinderen pachter van stem 20 van de oude (in 1708 Tjomme Hansen en in 1698 Cornelis Folkerts Gelder) en in 1728 zijn weduwe gepachte Bildtlanden te St. Jacobiparochie. Fouw Scheltes, weduwe Heere Wybes, en kinderen. Stemnummer 20 (na 1698) en 21 (voor 1698) is de Oude Fenne, gelegen wordt in 1733 voor het laatst vermeld in de reëelkohieren van Berlikum als eigenaar van 26½ pm los land. Het kohier van 1734 ontbreekt; in 1735 zijn de erven eigenaar. Zij is in 1728 ook eigenaar en gebruiker van f loreennummer 114 te Beetgum. De personele kohieren van 1736 geven aan dat Sybe Jans (lees: zijn vrouw Aechje Heres, 14 Broos, Vier eeuwen Tjallinga Weeshuis, 192 en Sinninghe Damsté-Hopperus Buma, dochter van Heere Wybes en Fouw Scheltes) in 1736 voor ¼ erfgenaam is van Heere Tjallinga Weeshuis 1541-2016, 60. De vermelding dat Heere Wybes en Fouw Scheltes Wybes van Berlikum (bedoeld wordt de weduwe van Heere Wybes, die af komstig is pachters zijn rond 1688, gebaseerd op een zijdelingse vemelding in een oud van Berlikum). Een bedrag van 800 carg. wordt belast. pachtcontract, strookt niet met bovenstaande feiten. De genoemde pachtcontracten Uit dit huwelijk (volgorde geboortes onbekend): zijn in toegang 130-24 van het weeshuis niet expliciet opgenomen. Geverifieerd 1) Arjen Heeres, [geb. Westernijkerk] , landbouwer, wonende 5 oktober 2018. Westernijkerk (tot 1712), St. Jacobiparochie (1712-v. 1738) en Berlikum 15 MEN 23 219v 21.02.1702. (v. 1738-1782), overl. ald. 13 jan. 1782. 16 FER 74 65 1700 en 74 332 1705. 17 MEN 23 263v 15.09.1705. 20 Mondelinge informatie op basis Eekhoff kaart gemeente 1852 door de 18 MEN 23 264 15.09.1705. heer D. Zwart, archiefmedewerker gemeente Het Bildt op 18.05.2016. 19 MEN 23 332, 332v 15.04.1710. 21 TIE 61 523 31.01.1724 (1ste procl.).

96 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 97 Arjen Heeres is in 1738 gebruiker van f loreennummer 126 (stem 5) en f loreen­ Pytter Jans, koopman te Berlikum, is curator over de minderjarige kinderen nummer 127 (stem 6) van de Staten van Friesland, als opvolger van zijn oom Louw van Heere Sjoerds tot zij de leeftijd van 20 jaar hebben bereikt en curator over Martens. Hij is ook gebruiker van f loreennummer 135 eigendom van zijn vaders de gehele boedel. Pieter Jans is zeer waarschijnlijk een zoon van Jan Symens en erven, en gebruiker van f loreen 137, eigendom van zijn oom Louw Martens. Idem Welmoed Douwes. Zijn vader is eerder gehuwd geweest met Dieuke Heeres, een gebruiker van alle percelen te Berlikum en van f loreennumer 114 te Beetgum, jong overleden zuster van Arjen, Aechje en Grietje Heeres. De nalatenschap van idem eigen aan Louw Martens. In 1748 is de situatie voor Arjen Heeres ongewijzigd, Arjen Heeres bevat in 1782 nog een huizinge cum annexis te Berlikum in huur in 1758 idem. In 1768 wijzigt de situatie: Arjen Heeres blijft pachter van Berlikum bij Rintje Teekes. Op 15 november 1785 zijn curatoren bonorum: Rients Reinders, f loreennummer 127 en 128, maar wordt eigenaar van de f loreennummers 128- Freerk Dirks (oomzegger en erfgenaam erf later), Heere Sjoerds (idem) en op 14 132, 135, 137 te Berlikum. Hij gebruikt zelf de f loreennummers 128, 135, 137 te november 1786 Arjen Heidanus, huisman te Klooster Anjum (schoonzoon van Berlikum. Hij blijft gebruiker van f loreen 114 te Berlikum met als eigenaren Freerk Dirks, gehuwd met Grietje Freerks (1755-1827)). Louw Martens erven. In 1778 zijn Arjen, Aechje (en Grietje) Heeres eigenaar 2) Dieuwke Heeres, [geb. Westernijkerk], wonende Westernijkerk (tot geworden van f loreennummer 126 (stem 5 groot 30 pondematen). Idem eigenaar 1712), St. Jacobiparochie (1712-1731) en Klooster Anjum (1731-1735), van een deel van f loreen 127 (8,5 pm van totaal 24 pondematen). Arjen blijft overl. ald. ca. 1735,23 tr. Berlikum (att. van St. Jacobiparochie 9 febr. alleen eigenaar van de f loreennummers 128-132, 135, 137 en wordt met zijn zussen 1731) Jan Symens, geb. St. Jacobiparochie [ca. 1698], boer en ontvanger eigenaar Beetgum 114. Arjen gebruikt zelf f loreennummer 126, zijn oomzegger Klooster Anjum, wonende St. Jacobiparochie, Menaldum, Klooster Heere Sjoerds (zoon van Grietje Heeres), delen van f loreen 127, Arjen gebruikt Anjum en Berlikum, overl. ald. 1764 of 1765, zoon van Simon Minnes 128, 131-132, 137. Heere Sjoerds f loreen 135 en f loreen 114 te Beetgum. In 1788 zijn en Welmoed Cornelis. Jan Symens is in 1728 gebruiker van stem 3 te Arjen Heeres erven nog eigenaar van f loreen 126 en delen van f loreen 127, 128, Klooster Anjum; idem boer te Klooster Anjum in 1749. Jan Symens 135, 137 en Beetgum 114. De rest is verkocht; Heere Sjoerds is geen gebruiker meer. tr. 1. Menaldum 4 febr. 1722 ( hij van Menaldum, zij van Klooster In 1798 is alle famliebezit verkocht, eerder in eigendom bij zijn moeder Fouw Anjum) Tietske Lammerts, wonende Klooster Anjum, overl. 1731; Scheltes, zijn vader Heere Wybes en zijn oom Louw Martens (gehuwd met Trijntje tr. 3. Berlikum ca. 1736 Welmoed Douwes, overl. Berlikum voor 10 Wybes) en opgebouwd door zijn grootvader Wybe Heeres. mei 1773, dochter van Douwe Tammes, huisman, en Antie Martens Arjen Heeres wordt vanaf 1741 aangeslagen in de personele kohieren van (zij is weduwe van Symon Symonsz, overl. voor 1733). Menaldumadeel, wonende te Berlikum: 1741: vermogen £1.966-13-6; 1742 3) Aechje Heeres, [geb. Westernijkerk ca. 1703], gedoopt te Leeuwarden vermogen £3000; tot en met 1781 (overlijden) wordt hij voor £3000 aangeslagen; op 6 maart 1737 r.k. statie Breedstraat (getuige mevrouw van Asbeck) van 1782 tot en met 1793 zijn erven voor het zelfde bedrag. Arjen Heeres is als Agatha Heeres, dochter van Heere Wibes en Fou Scheltes, zie 1. volgens de volkstelling van 1744 hoofd van een huishouding van 4 personen; hij 4) Grietje Heeres, geb. [Westernijkerk] v. 1712, doopsgezind ged. op wil £6-6 vrijwillige belasting betalen. Arjen Heeres te Berlikum is volgens de belijdenis Heerenveen op 4 febr. 1735, wonende Westernijkerk, quotisatiekohieren van 1749 boer met een gezin van 3 volwassenen met een aanslag St. Jacobiparochie, Heerenveen en Enkhuizen, overl. voor 1778 , van £70-11-0. Hij overlijdt op 13 januari 1782. Zijn erven, blijkens een collaterale tr. St. Jacobiparochie 21 april 1734 (hij van Heerenveen, zij van St. successie akte van 25 januari 1782,22 zijn: Heere Sjoerds te Berlikum, Arjen Sjoerds Jacobiparochie) Sjoerd Pieters van Dokkumburg, doopsgezind te Enkhuizen, Pytter Sjoerds van Dokkumburg, woonachtig te Koog in Noord- voorganger, wonende Berlikum, Heerenveen en Enkhuizen. Holland, Jan Sybes en Freerk Dirks wegens hun moeder Aagje Heeres te Tietjerk. Uit de collaterale successie akte van broer Arjen Heres van 25 januari 1782 De totale profijtelijke staat (positief saldo) is f7.014-9-8. Arjen Heeres blijkt voor lezen we dat Grietje Heres, met haar overleden broer Arjen en zuster Aechje 1/3 eigenaar te zijn van een sathe en landen met huizinge cum annexis, Marsma Heres, elk 1/3 deel van de boerderij c.a. Marsma zathe te Berlikum bezitten. zathe, gelegen onder Berlikum. Aagje Heeres en (de erven) Grietje Heeres zijn In de f loreenkohieren van Berlikum van 1778 staat dat Heere, Pyter en Arjen elk ook voor 1/3 eigenaar. Gebruiker is Heere Sjoerds te Berlikum. Hiermee is de af komst van de erfgenamen ook duidelijk: Heere Sjoerds, Arjen Sjoerds en Pytter 23 De ¼ erfenis van Heere Wybes (lees: Fouw Scheltes) in 1736 van zuster Aechje Heres Sjoerds zijn zonen van Sjoerd Pieters en Grietje Heeres, Freerk Dirks en Jan Sybes geeft een aanwijzing dat Dieuwke Heeres in (een groot deel van) 1735 nog in leven zijn zonen van Aechje Heeres uit respectievelijk haar eerste en tweede huwelijk. is en meedeelt in de erfenis van haar moeder. Volgens Vleer, De Friese Wassenaars, heeft Dieuwke Heres geen kinderen nagelaten. Ook zijn er geen curatoren 22 MEN 148 43v, 44, 44v 25.01.1782. benoemd over mogelijke kinderen.

98 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 99 Sjoerds ieder 1/9 deel van stem 5 bezitten, hun moeder Grietje Heeres zal dan zijn overleden. Sjoerd Pieters (van Dokkumburg) is doopsgezind voorganger te Berlikum van 1728-1731. Hij komt op 24 juli 1731 als leraar van de Doopsgezinde gemeente in Heerenveen-Bovenknijpe. Hij vertrekt op 14 maart 1736 naar Enkhuizen. Sjoerd Pieters schrijft Friese gedichten. Zijn eerste gemeente kan hem niet vasthouden, omdat hij in Heerenveen een hoger traktement (300 goudguldens) kan verdienen.24 Zoon Heere Sjoerds keert later terug naar Berlikum en is de stamvader van de Berlikumer Dokkumburgs.

III

4. Wybe Heeres, mr. wagenmaker en huisman, overl. Berlikum na 14 jan. 1707, tr. 11 juni 1654 (hij van Menaldum) 5. Aechie Ariens, overl. Berlikum tussen 18 maart 1690 en 1 okt. 1700. Wybe Heeres koopt kort voor zijn huwelijk, op 17 januari 1654, een huis, schuur en plaats te Menaldum van Trijn Willems, de weduwe van Sjoerd Wietses, voor 685 Links op de kaart de Magere Weide of Zorgvliet (stem 4 Klooster Anjum) aan goudg.25 Wybe Heeres, mr. wagenmaker te Menaldum, koopt op 16 september 1662 de opvaart naar de Botgoarre, de verbindingsvaart tussen noordelijk de Rie/ circa een halve pondemaat land gelegen te Menaldum van Pieter Ruurds aldaar voor Berlikumer Wijd en zuidelijk de Oude Meer, welke naar het oosten de Berlikumer 270 goudg.26 Wybe Heeres en Aecht Ariens kopen op 29 mei 1666 2 pm bouwland vaart kruist en eindigt bij Maersma onder Berlikum. Van stem 4 kwamen Fouw gelegen in 6 pm van Jacob Dirks te Tzum, in gebruik bij Dirk Jacobs. De verkoop Scheltes, haar vader Schelte Symens en zijn voorouders. Op Maersma woonden wordt geniaard door Abe Jacobs voor zijn vrouw Tjam Dirks.27 Wybbe Heeris, Wybe Heeres, Louw Martens en Arjen Heeres. Heere Wybes woonde, na zijn wagenmaker te Menaldum, wordt op 6 november 1666 benoemd tot voogd over Pope, verblijf in Westernijkerk (1698-1712) tot zijn overlijden, noordwestelijk van oud 22 jaar, Marike, oud 21 jaar, en Repck, oud 17 jaar, weeskinderen van mr. Jan Berlikum in het zuidoostelijk deel van St. Jacobiparochie. Groenevelt, overleden te Menaldum, en Trijntje Hendricxdr.28 Wybe Heeres koopt Bron: Kaartfragment Bernardus Schotanus à Sterringa uit het boek Skiednis fan op 23 april 1667 4¾ pm land onder Berlikum voor 125 goudg. van jonker Willem , Ljouwert, 1972. Allerts Clant.29 Idem 1 pm land te Marssum.30 Mr. Petrus Pibonus, Wybe Heeres, mr. wagenmaker, en Aechie Arjens, syn wyf, kopen op 9 februari 1668 een huis en smederij van Frans Lenarts, mede te Menaldum woonachtig.31 Wybe Heeres te Menaldum, en Maartie (!) Arjens kopen op 19 januari 1669 1 1/6 pm land onder mr. wagenmaker en Aegtie Ariens te Menaldum lenen op 16 december 1668 700 Marssum van Johan Harings.33 Wybe Heeres wordt op 17 mei 1669 als oom benoemd carg. van Pieter Gerrits en Reinu Dircks te Dronrijp. De lening wordt afgelost op tot curator divisiones over de kinderen van zijn overleden zwager Cornelis Ariens. 8 juni 1685. Wybe Heeres plaatst een handmerk.32 Wybe Heeres, mr. wagenmaker Wybe Heeres is volgens de autorisatie-akte oom, doopsgezind en wagenmaker te Menaldum.34 Wybe Heeres is in 1670 gebruiker van de pastorielanden, stem 21 te 24 Posthumus, Oh, dy Berltsumers!/Berltsumer minnisten 2. Menaldum. Gelijk aan f loreen 58, groot 31 pm, belast met 10 f loreen, groot 11.39.0 25 MEN 16 249v 17.01.1654. hectare. Wybe Heeres, mr. wagenmaker te Menaldum, koopt op 17 september 1678 3,5 26 MEN 17 194v 16.09.1662. pm land te Berlikum van Schelte en Aaltje Jacobs, erfgenamen van Reinu Cornelis 27 MEN 17 285v 29.05.1666. (hun moeder).35 Wybe Heeres, mr. wagenmaker, en mr. Petrus Pibonis, beiden te 28 MEN 71 150v 06.11.1666. Menaldum, verkopen op 7 december 1680 aan Jan Hylckes, mr. smid te Menaldum, 29 MEN 17 314 23.04.1667. 30 MEN 17 314v 23.04.1667. 33 MEN 17 374v 19.01.1669. 31 MEN 17 339v 09.02.1668. 34 BIL 27 35 17.05.1669. 32 MEN 133 185 16.12.1668. 35 MEN 19 51v 17.09.1678.

100 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 101 een huizinge, schure en smidte cum annexis te Menaldum voor 844 goudg.36 Wybe Wybe Heeres, weduwnaar, te Berlikum koopt op 1 oktober 1700 een stuk bouwland Heeres, mr. wagenmaker te Menaldum, koopt op 8 maart 1681 6 pm land te Berlikum van 1,5 pm gelegen op het Marsveen op het oost van Berlikum, de koper ten zuiden, met ten oosten en zuiden Marten Jacobs Fennema, Haring Baukes ten westen, kerke van Tietske Joannes, laatst weduwe van Seerp Pabes, woonachtig in de Schrans armelanden ten noorden, belast met 21 f loreen te Berlikum en 1 f loreen te Beetgum buiten Leeuwarden.45 Wybe Heeres is in 1700 eigenaar/gebruiker of gebruiker van de van Marten Dirks Monnikhuis voor 143 goudg.37 Wybe Heeres verkoopt op 19 juni f loreennummers 126-138 te Berlikum totaal in gebruik 103,25 minus verhuurd Yme 1681 een huis en wagenmakerij te Menaldum, hij wonende te Berlikum, aan Pier Jetses 1,25 = 102 pondemaat. Hij heeft in eigendom 46,25 pondemaat; de rest (nummer Hiddes, mr. wagenmaker, en Maycke Pyters e.l. te Marssum, voor 700 goudg.38 Wybe 126 en 127) wordt gehuurd van de Staten van Friesland. De f loreennummers 126 en Heeres te Berlikum cedeert en draagt over aan Tiaerd Douwes Heeringa, koopman te 127 komen overeen met de stemnummers 5 en 6 (dit laatste nummer wordt in 1698 al Leeuwarden, 796 carg. en 10 stuivers volgens reversaalbrief in zake huistaxatie d.d. 27 gebruikt door Wybe Heeres). Deze beide nummers zijn zogenaamde ‘stathelanden’ april 1686 ten laste van pastoor Burema te Menaldum en de kerkvoogd. Geregistreerd en voor 1640 kloosterbezit,46 ‘Maersma’ genaamd, liggende in de zogenaamde 7 september 1685. Wybe Heeres tekent met handmerk.39 Wybe Heeres te Berlikum Mearsmen,47 aan of in het verlengde van de Oude Meer.48 Wybe Heeres zal gewoond koopt op 22 november 1687 vier pondematen land (niet de huizinge) gelegen op het hebben op stem 6, in 1832 kadastraal gemeente Berlikum, sectie A nummer 948 en 949 Zuid van Berlikum aan de Leeuwarder Vaart, met reed en drift over 7 pondematen de huis en tuin. Volgens Posthumus stond de boerderij op een (huis-)terp, op de huidige kerkeraad van Berlikum toebehorende, belast met 2 f loreen, koper ten oosten, Nanne locatie ‘Wettertún’ en is die in de tweede helft van de 19de eeuw afgebroken. Wybe Fennema ten zuiden, de Leeuwarder Vaart ten westen, van Salamon Geeles, oud- Heeres is verder in 1700 nog eigenaar van f loreen 10 te Wier groot 4,75 pm; voor 1708 deurwaarder der domeinen in Friesland, voor 75 goudg. van 28 stuivers. Betalinge al verkocht aan Sjouk Jarings; dan eigenaar en bruiker en van f loreen 114 te Beetgum in 3 termijnen.40 Wybe Heeres en Aagie Ariens, echtelieden woonachtig onder het groot 6 pm. Zijn bezit vererft naar zijn zoon Heere Wybes en zijn schoonzoon Louw ressort van het dorp Berlikum, kopen op 18 februari 1690 een huizinge, hovinge, Martens (gehuwd met Trijntje Wybes) of wordt verkocht (f loreen 133 en 134 Berlikum plantagie c.a. in het oost van Berlikum, Johannes Jarigs ten oosten, de dijk ten aan T.S. Gratama). Wybe Heeres betaalt in 1700 6 f loreen, 15 stuivers en 12 penningen zuiden, Willem Goytses en Douwe Jansen ten westen en de brede weg ten noorden voor 6 morgen en 450 roeden waarschijnlijk gelegen in St. Jacobiparochie gelet op de van Jouck Ages, weduwe van Fecke Jogchums te Berlikum, voor 737 carg. en 1 ducaton namen van de andere belastingplichtingen.49 Wybe Heeres wordt in 1701 voor 8000 voor de verkoopster. Betaling in drie termijnen in mei 1690, 1691, 1692.41 Wybe gulden aangeslagen in het register van de kohieren van de 100e penning.50 Hij wordt Heeres, huisman te Berlikum, koopt 21 december 1697 een huizinge, hovinge, c.a. op 14 januari 1707 nog vermeld in Berlikum als naastligger ten oosten.51 te Berlikum van Teys Luitzens en Luitsen Teysses Westra, de straat ten zuiden en de Uit dit huwelijk: vaart ten noorden voor 963 goudg. Zijn echtgenote wordt niet (meer) genoemd. Gelet 1) Heere Wybes, zie 2. op locatie is dit f loreennummer 138 in 1700.42 Wybe Heeres wordt op 29 november 2) Trijntje Wybes, geb. Menaldum, wonende Menaldum en Berlikum, 1698 vermeld als naastligger ten oosten.43 Wybe Heeres is in 1698 gebruiker van het overl. ald. tussen mei 1739 en april 1740. Zij o.tr. Menaldum 29 mei stemnummer 6 te Berlikum, eigendom van de Staten van Friesland. Dit nummer 1701 (hij van Menaldum, zij van Berlikum; att. naar Berlikum) is gelijk aan f loreennummer 127 te Berlikum. Wybe Heeres, huisman te Berlikum, Louw Martens, landbouwer, overl. Berlikum tussen 1749/1751, zoon koopt op 1 oktober 1700 een stuk bouwland, de koper ten oosten, groot 1,5 pm van van Marten Harkes en Aaltje Louws te Menaldum. Hendrik Jansen, huisman, voor hemzelf en als man en voogd over Metje Joannes, syn wijf, woonachtig onder Menaldum voor 150 goudg. Fiat consent na 3de proclamatie.44 45 MEN 22 261v 01.10.1700. 36 MEN 19 113 07.12.1680. 46 Nieuwland en Mol, Kleasterrekken 1606/1607 77, nummers 888 en 889. Zie ook het 37 MEN 19 130v 08.03.1681. artikel over de verkoping van kloostergoederen in dit Jierboek, nrs. 197 en 198. 38 MEN 19 137 19.06.1681. 47 Posthumus, Oh, dy Berltsumers!/Berltsumer minnisten (2). 39 MEN 135 61v 07.09.1685. 48 Van der Meer, ‘Opnij de âlde fraach: Hwer lei ‘Camminghahunderi’?’, in Skiednis 40 MEN 99 117 22.11.1687. fan Menameradiel 133, 134. 41 MEN 98 177 18.02.1690. 49 Tresoar, Staten van Friesland f loreenkohier 1700 Het Bildt inv.nr. 3223 fiche laatste 42 MEN 22 191v 21.12.1690. regel, 5e fiche. 43 MEN 22 203v 29.11.1698 (onderste akte). 50 www.mpaginae.nl/At/170hoostOH.htm. 44 MEN 22 261 01.10.1700. 51 MEN 23 281 14.01.1707.

102 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 103 Volgens de personele kohieren van Tietjerksteradeel, Tietjerk 1739, erft Sybe Jans Schelte Symens koopt op 11 juni 1667 als vrijgezel bij Berlikum een huizinge, (lees: zijn vrouw Aechje Heres, dochter van Heere Wybes) van Louw Martens vrouw plantagie cum annexis met Bastiaen Brandeliefs ten oosten en de dijk benoorden (is Trijntje Wybes), haar tante dus, £1166. Louw Martens is in 1708 gebruiker van met een grondpacht van 25 stuivers, van Wyger Johannes en Hanske Gerloffs te f loreen 126 (stem 5) en f loreen 127 (stem 6) Berlikum, eigenaar en gebruiker van Berlikum voor 340 goudg.,55 hij verkoopt ditzelfde huis c.a. op 21 dec. 1669 met zijn f loreen 128 en 137 te Berlikum als opvolger van zijn schoonvader Wybe Heres; vrouw Dieucke Pytters, dan wonende te , voor 250 goudg.56 Schelte Symens idem 1718 en 1728. In 1738 worden de f loreennummmers 126 (stem 5) en 127 (stem koopt in 1684 uit een decretale verkoping huizinge, hovinge, bomen ende plantagie 6) gebruikt door Arjen Heeres, zijn oomzegger. Louw Martens is nog eigenaar van met stem te Berlikum, laatst bewoond door wijlen Jacob Reyners en vrouw, met de de f loreennummers 128 en 137, beide ook in gebruik bij Arjen Heeres; idem 1748. ontvanger Folckert Eernstes beoosten en de vaart benoorden, voor 650 goudg.57 In In 1758 zijn zijn erven eigenaar; Arjen Heeres blijft gebruiker van de genoemde 1688 ruilt Schelte Symens, huisman te Klooster Anjum, die huizinge c.a. met Jan percelen. Louw Martens te Berlikum wordt in de personele goedschatting van Harmens voor een huis met loods c.a. te Berlikum welke hij nog datzelfde jaar de gemeente Menaldumadeel als volgt aangeslagen: 1705 £2500; 1707 £2600; 1710 doorverkoopt aan kuiper Gerrit Idses en Welmoed Haenties.58 Op de ruil krijgt £2500; 1711 £2500; 1712 £2500; 1715 £4000; 1717 £4000; 1721 £4000; 1722 £4000 + 500 Schelte 450 carg. toe en bij de verkoop van het tweede huis 325 goudg. = £4500; 1723 £4500; 1724 £4500; 1726 £5500; 1733 £5500; 1741 £2000; 1742 £2000; 1743 Schelte Symons erfgenamen zijn in 1698 voor 1/8 eigenaar van stem 7 te .59 £2000; 1744 £2000; 1745 £2000; 1748 £2000; 1749 £2000; 1751 erven Louw Martens Schettens stem 7 is in 1688 gekocht door de broers Dirk en Claas Symens. £2000; 1752 erven Louw Martens £2000; 1753 erven Louw Martens £2000; 1755 Dirk Symens overlijdt voor 1698 en zijn helft wordt als 4 x 1/8 toegevoegd aan Louw Martens overleden £2000. De daling tussen 1733 en 1741 is het gevolg van achtereenvolgens Claas Symens (wordt eigenaar voor 5/8), Grietie Symens (tr. Marten het overlijden van zijn vrouw Trijntje Wybes; Aechje Heres, één van de kinderen Jans) 1/8, Jacob Symens 1/8 en de erven van Schelte Symens 1/8. In 1708 bezit Lysbeth van haar broer Heere Wybes, erft dan 1/3 van haar vermogen van £3500.52 Clases, weduwe Claas Symens, nog zijn 5/8, Grietie Symens 1/8, Jacob Symens 1/8 Louw Martens is op 13 februari 1703 curator en verkoper met Jan Tjeerds over en Schelte Symens erfgenamen 1/8. Echter in 1718 bezit Lysbeth Clases nog 4/8, de boedel en nalatenschap van Claas Jansen c.u.53 Louw Martens, huisman te Marten Jans, weduwnaar Grietie Symens, 2/8 en Sytske Laeses Baerdt, weduwe Jacob Berlikum, wordt op 25 februari 1707 als neef benoemd tot curator over personen Symens, ook 2/8. De erfgenamen van Schelte Symens komen niet meer voor. Maar en goederen van Rimkje Harmens, oud 20 jaar, Antie Harmens, oud 15 jaar, in de proclamatieboeken van Wonseradeel komt geen verkoop van hun 1/8 deel aan Siouckje Harmens, oud 14 jaar, en Imkje Harmens, oud 7 jaar, weeskinderen de overige erfgenamen voor, wel een verkoop van 27 november 1716 die genoemde van wijlen Harmen Romkes woonachtig te Vrouwenparochie en wijlen Aaf ke verdeling van 1718 bevestigt. Scheltes (dochter van tante Dieuke Louws en oom Schelte Jacobs), woonachtig Schelte Symens is in 1700 eigenaar van f loreen 16 te Ried (Ype Feddes gebruiker, groot te Vrouwenparochie.54 Louw Martens te Berlikum is volgens de kohieren van 7 pondemaat, belast met 1140 f loreen, De Oude Meir ten zuiden; in 1848 kadastraal de personele goedschatting van de gemeente Menaldumadeel in 1722 voor 1/3 gemeente Ried sectie A 175a, 176a, f loreennummer 16 groot 2.92.90 hectare). In 1708 is erfgenaam van Wybe Pytters weduwe te Menaldum. Wybe Pytters erven worden Schelte Symens eigenaar; gebruiker is Jacob Jansen, belast met 1 f loreen en 14 stuivers. in 1722 te Menaldum aangeslagen voor £1500. Van Trijnje Wybes en Louw Martens In 1718 is Schelte Symens eigenaar, Hans Reins gebruiker; ten oosten Glinstra, ten zijn geen kinderen bekend. zuiden de Oude Meer, ten westen Goslinga, ten noorden onleesbaar, belast met 1 f loreen 14 stuivers. In 1728 is Symon Scheltes eigenaar van die 7 pondematen, 6. Schelte Symens, geb. Klooster Anjum, landbouwer, overl. Rijperkerk gebruiker Baucke Jacobs; ten oosten juffr. Glinstra, ten zuiden de Oude Meer, ten (?) tussen mei 1719 en april 1720, tr. tussen juni 1667 en dec. 1669 westen Goslinga en ten noorden onleesbaar. In 1738 zijn de erven Goslinga eigenaar 7. Dieucke Pytters, wonende Slappeterp en Klooster Anjum, overl. voor van de 7 pondematen geworden, Baucke Jacobs gebruiker; ten oosten ‘Suffridus’ 31 jan. 1688. Glinstra, ten zuiden de Oude Meer, ten westen de heer Goslinga erven, ten noorden

52 Personele kohieren Tietjerksterdeel voor 1768 aanwezig in het gemeentearchief 55 MEN 17 322 11.06.1667. Tietjerksteradeel te Burgum: Aechje Heres erft £1.166-13-6, een derde deel van het 56 MEN 18 283v 21.12.1669. vermogen van tante Trijntje Wybes; de personele kohieren van Menaldumadeel 57 HvF III21 232; vriendelijke mededeling de heer Y. Brouwers te Leeuwarden geven v.w.b. Arjen Heeres te Berlikum geen informatie. 06.05.2018. 53 MEN 23 240v 13.02.1703. 58 MEN 99 123v, 146, 146v, 31.01.1688 en 27.11.1688. 54 BIL 27 232 25.02.1707. 59 Anema, ‘Lambsma’ 217; HISGIS Schettens stem nr. 7.

104 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 105 onleesbaar; nog steeds belast met 1 f loreen en 14 stuivers. Blijkens de reëelkohieren Gerrit Daniels gebruiker en van 1714-1721 Jacob Sickes. Schelte Symens wordt in 1719 van Ried is de heer grietman S. van Goslinga in 1731 eigenaar van de zeven pondemaat, voor het laatst vermeld als eigenaar, in 1720-1723 zijn erven. In 1722 is Heere Wybes, belast met 1½ f loreen, onder de plaats met nummer 3 ‘gecomprehendeert’. Hij had dat de echtgenoot van dochter Fouw Scheltes, gebruiker en in 1723 Dirk Harkes. Schelte in 1730 gekocht van Symon Scheltes, schoenmaker te Stiens. Symens zal dus overleden zijn tussen mei 1719 en april 1720, omdat de ingangsdatum Schelte Symons is in 1698 gebruiker van stem Dronrijp 44 (f loreennummer 40); van de kohieren mei van het betreffende belastingjaar was.63 In 1724 is Freerk Dirx, idem in 1700 gebruiker van hetzelfde f loreennummer, groot 40 pm, belast met 8-14- die dat jaar deze dubbelstem had gekocht, eigenaar en Dirk Harkes nog gebruiker. 0 f loreen. Eigenaar is de Patroon van Dronrijp, hebbende de Poelsteropvaart ten Schelte Symens te Rijperkerk staat in de personele kohieren van Tietjerksteradeel in oosten. In 1708 is hij daar geen gebruiker meer; kadastraal 1832 groot 14.69.00 hectare 1712 genoteerd met een vermogen van £3000, gelijk aan de hoogte van zijn aanslag in gemeente Dronrijp sectie B 61-65, 72-73, 76-77, 80-82, 96. B 63 is huis en erf; B 72 tuin. Dronrijp. Hij wordt vermeld tot en met 1718 met dan nog een vermogen van £2100; Eigenaar in 1832 is Van Haarsma Buma te Weidum. Adres 2016: Puoldyk 64 9034 het kohier van 1719 ontbreekt; in de jaren 1720-1722 worden zijn erven genoemd.64 VC Dronrijp. Deze Schelte Symens wordt in het voorjaar van 1705 te Dronrijp voor Schelte Symens is in 1718 volgens de reëelkohieren van 1718 van Berlikum eigenaar van £3000 aangeslagen in de personele goedschatting. In het volgende belastingkohier nummer 196 3 pm los land met gebruiker Sjoerd Pytters te Berlikum; idem in 1720 en van 1707 ontbreekt hij. Schelte Simons wordt in 1701 in Menaldumadeel voor 4000 1721 dan genummerd als 195. In 1722 zijn erven: ‘nu Augustinus Pytters eigenaar’. In guldens aangeslagen voor de 100ste penning.60 1723 en 1724 is Sjoerd Pytters nog gebruiker. Vanaf 1726-1735 Fokle Palses. Reëelnummer Schelte Symens is in 1708 boer; eigenaar en gebruiker van Miedum 11 (vogelkooi 196 in 1718 is gelijk aan floreennummer 221. Secretaris Blijdenstein en Sjoerd Pytters zonder land en huis) en Rijperkerk 19 (de Zwarte Kooi). In 1698 is Johannes van ‘sampt Schelte Symons’ voor 3 pm, belast hierin met één f loreen en 5 stuivers, zijn Lennep, advocaat, (gehuwd in 1673 met Anna de Blocq van Scheltinga, overleden eigenaren van een perceel groot 73½ pm, liggende te Menaldum. De naastliggers 1707), eigenaar van stem 11 te Miedum, Dirk Pieters is gebruiker. De Zwarte Kooi zijn grietman Camstra ten oosten en Schelte Symens ten westen. Gebruiker is Sjoerd is volgens de Schotanusatlas van 1685 al ‘verdestrueert’. Deze had in beide dorpen Pytters. Schelte Symens is als westelijke naastligger niet te traceren. Wel de beide voorheen een stem: Miedum nummer 11 in Leeuwarderadeel en Rijperkerk nummer andere eigenaren. Het bezit van 3 pm zal waarschijnlijk ingeklemd zijn geweest 19 in Tietjerksteradeel.61 Van Lennep moet zijn bezit hebben verkocht aan Sjuk binnen het grote perceel van 73½ pm. In 1728 is juffer Agnes Alida Huber eigenaar van van Burmania te Hallum. Vervolgens koopt Schelte Symens te Berlikum een het gehele perceel, Fokele Palses gebruiker en zijn de naastliggers grietman Camstra stemdragende zathe en landen, gelegen aan de ‘Swarte wegh’, begerechtigd met twee erven ten oosten en Schelte Symens erven ten westen. In 1708 is bode Heeringa nom. stemmen, de ene te Miedum en de andere te Rijperkerk, genaamd ‘de Swarte Koy’, uxore eigenaar, en gebruiker Pabe Tjeerds, verder als 1718; idem in 1700 maar dan groot 56 pm, 5 einsen, 18 penningen, 4 roeden en 1 voet, volgens meting door een Geiske Louws gebruikster. De f loreenbelasting blijft ongewijzigd 3-22-10. Het perceel gezworen landmeter, thans door Jacob Douwes gebruikt, bezwaard met drie oorden van 73½ pm bestaat volgens HISGIS uit twee delen; het noordelijk deel grenst ten f loreen en met Petri en Mei nog drie jaar huur aan voornoemde meier, doende noorden aan het Berlikumer Wijd en ten zuiden aan de weg Berlikum-Ried. Het te huur f1166 en een half ‘kijntien rood booter’ per jaar; de huizinge, schuur etc. zuidelijke deel ligt oostelijk van Klooster Anjum f loreen 7 (stem 5) en zuidelijk grenst zullen in de koop der landen versmelten; de koper heeft het recht de landen tussen het perceel aan de Meerswal. De 3 pm van Schelte Symens is af komstig van zijn moeder augustus en oktober te laten opmeten; gekocht van Sjuk van Burmania, generale die hier (benoorden de Oude Meer) in 1685 al 2 pm bezat en er 1 pm bijkocht. In ieder ontvanger van Ferwerderadeel, residerende te Hallum, iedere pondemaat voor f367, geval grenst het bezit van Blijdenstein c.s. westelijk aan het bezit van de eigenaren te voldoen in drie termijnen op mei 1705, 1706 en 1707; het strijkgeld mag gekort van de Magere Weide, Klooster Anjum stem 4. Onderzoek wijst uit dat Augustinus worden in de derde termijn. Geproclameerd 22 juni, 13 juli en 7 september 1705, Pyters de 3 pm niet gekocht heeft in de periode 1721-1725, maar in 1713 gehuwd is met consent verleend.62 Schelte Symens is in 1718 eigenaar van stem 19 te Rijperkerk en Antje Scheltes, die dus een dochter moet zijn van Schelte Symens. Die is dus rond 1720 stem 11 te Miedum; gebruiker is Jacob Sickes. overleden (zie ook bij broer Symen Scheltes). Uit de reëelkohieren van Berlikum blijkt In de reëelkohieren van Tietjerksteradeel wordt Schelte Symens vanaf 1711 (het jaar dat Schelte Symens eigenaar is van de 3 pm, maar hij wordt nergens als bewoner in van het oudste reëelkohier) vermeld, in 1711 als eigenaar en gebruiker. In 1713 is deze reëelkohieren vermeld; hij moet dus elders hebben gewoond.65

60 www.mpaginae/At/1701hoogstOH.htm. 63 GA Tietjerksteradeel reëelkohieren 1711-1805. 61 Nieuwland, P. E-mail 23.11.2015. 64 GA Tietjerksteradeel personele kohieren 1712-1790. 62 TIE 58 16 07.09.1705; proclamatie verstrekt door de heer P. Nieuwland te 65 De ontbrekende reëelkohieren in Tresoar zijn geraadpleegd in het gemeentearchief Hurdegaryp 07.12.2015. van Menameradiel.

106 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 107 Vererving. Zijn bezit vererft als volgt: Floreen 16 te Ried wordt in 1730 verkocht ûnderfinings yn fiif gritenijen fan Westergoa, is dit it earste gefal dat der wat mis is. door zijn bewezen zoon Symen Scheltes (Symen Scheltes erft in 1737 van zijn nicht Wol is de werjefte fan it namme-materiaal fan de kohieren lang net krekt. Dat is nei hwat Grietie, dochter van Jacob Symens, een broer van Schelte Symens). Reëelnummer ûndersyk yn hûnderten gefallen bewysber. Dêr moat men wol rekken mei hâlde.’68 196/f loreennummer 221 te Berlikum, af komstig van Grietie Dircks, moet geërfd zijn Uit dit huwelijk: door Antje Scheltes, echtgenote van Augustinus Pyters. Opmerkelijk is ook dat pas 1) Antje Scheltes, geb. Slappeterp (?), overl. voor 1737, tr. 1. Menaldum na het overlijden van Schelte Symens, rond 1720, Antje Scheltes (vertegenwoordigd (derde procl. Menaldum 22 sept. 1689, beiden van Menaldum) door haar derde echtgenoot Augustinus Pyters) en zoon Symen Scheltes in de Hendrick Jansen; tr. 2. Menaldum 1693 (beiden van Menaldum) kohieren verschijnen. Fouw Scheltes erft in 1720 en verkoopt in 1724 het bezit in Folckert Nannes; tr. 3. Menaldum 12 maart 1713 (hij van Marssum, Rijperkerk stem 19. zij van Menaldum) Augustinus Pytters, overl. voor 1737. Vernoeming: Antje Scheltes heeft een eerste dochter Dieuke en Fouw Scheltes ook, Antje Scheltes en Folckert Nannes doen beiden op 9 september 1694 belijdenis vernoemd naar moeder Dieucke Pytters. Fouw Scheltes heeft ook nog een dochter te Menaldum.69 Folckert Nannes komt van 1705-1711 voor in de kohieren van Grietje, die vernoemd zal zijn naar de moeder van Schelte Symens, Grietje Dircks. de personele goedschatting van Menaldum met een vermogen van £600. Hij Chronologie: De dissonant in genoemde chronologische opsomming is de verklaart in 1711 onder ede ‘niets te bezitten’ en ontbreekt vanaf 1712 in die vermelding dat Schelte Symens’ erfgenamen in 1698 voor 1/8 eigendom zijn van kohieren.70 Schettens stem 7. Uit het tweede huwelijk zijn drie kinderen geboren: Dieucke Folckerts, Op basis van de vererving, vernoeming en chronologie lijkt mij de conclusie gedoopt augustus 1696, Tettie Folckerts, gedoopt 22 januari 1699 en Hendrikje gerechtvaardigd dat Symen Scheltes niet voor 1698 overleden is, maar rond 1720 in Folckerts, gedoopt 26 maart 1702, allen te Menaldum. Rijperkerk. De opstellers van de stemkohieren in 1698 in het ‘verre’ Wonseradeel zijn Augustinus Pytters blijkt volgens de reëelkohieren van Berlikum van 1725 niet exact op de hoogte geweest van de eigendomsverhoudingen van de eigenaars, eigenaar te zijn van nummer 193, 3 pm losse landen, als opvolger van Schelte wonende in en rondom Klooster Anjum in Menaldumadeel. Symens in 1720 en 1718. Fokle Palses is in 1725 huurder. In 1726 is Augustinus Waarschijnlijk heeft in de familie vóór 1698 al een boedelscheiding plaatsgevonden, Pytters nog eigenaar van nummer 193 en Fokle Palses bruiker. In het die niet correct is overgenomen in de stemkohieren. Verdere voorbeelden van eerstevolgende reëelkohier van Berlikum van 1737 is juffer A.A. Huber eigenaar onjuiste vermeldingen in de Wonseradeelse kohieren zijn: 1) Grietje Symens woont en Fokle Palses nog huurder. Het perceel land doet 1 f loreen en is naar nummer volgens het stemkohier in 1698 nog in Berlikum, wat pertinent onjuist is. Zij is 22 gebracht. Helaas ontbreken de proclamatieboeken van Menaldumadeel dan al gehuwd met Marten Jans en woont te Minnertsga. 2) In de Wonseradeelse van 1726-1738. De aankoop door juffer Huber van Augustinus Pytters en/ reëelkohieren is Lysbeth Clases in 1718 de enige eigenaar van stem 7 te Schettens, wat of Antje Scheltes valt niet te achterhalen. Augustinus Pytters, woonachtig niet strookt met de eerder genoemde verdeling volgens de stemkohieren in 1718.66 in 1713 te Marssum, komt niet meer voor in de reëelkohieren van Marssum 3) Ook laat Grietje Baerdt (dochter van Jacob Symens, broer van Schelte Symens) in van 1714 tot en met 1721 en 1737, noch in de personele kohieren van 1715 tot 1748 7/8 part na van Schettens stem 7.67 Haar man, ds. S. Arnoldi, bezit het overige en met 1733. Bijna alle inwoners van Marssum, uitgezonderd de bewoners van 1/8 part volgens de afwikkeling van haar testament. De stem- en f loreenkohieren de armenkamers en diaconiewoningen, worden in de reëelkohieren genoemd. vermelden in 1748-1768 dat Symen Martens en ds. Arnoldi te Berlikum elk de helft Mogelijk heeft Augustinus Pytters een dergelijk onderkomen gehad. In de bezitten. Mijn conclusie is dat de eigendomsverdeling, waar mogelijk, in meerdere volkstelling van 1744 en de quotisatiekohieren van 1749 komt hij ook niet (meer) bronnen moet worden gecontroleerd. Deze conclusie sluit aan bij die van D.J. van voor. Waarschijnlijk is hij voor 1737 overleden.71 der Meer in zijn artikel ‘Opnij de âlde fraach: Hwer lei ‘Cammingehunderi’?’. Ik 2) Symen Scheltes, geb. Klooster Anjum (?), schoenmaker en rentenier, citeer: ‘Nûmer 5 fan it stimkohier fan 1640 is nou nr. 4 fan it stimkohier fan 1698. ongeh. overl. [Stiens] ca. 1749. En itselde kin sein wurde fan nr. 4 fan it stimkohier fan 1640. Dat is nr. 5 yn 1698. Binne de stimkohieren dus net bitrouber? Moat de minsken fan de lokale skiednis 68 Van der Meer, ‘Opnij de âlde fraach; Hwer lei ‘Cammingehunderi’?’ in Skiednis fan en de genealogy de skrik nou yn de skonken slaen? Né, dat hoecht net, hwant by myn Menameradiel 133. 69 Antje Scheltes, van doopsgezinde huize, kan eerder al op belijdenis gereformeerd 66 Onderzoek reëel- en personele kohieren Wonseradeel, maart 2016 in Streekarchief gedoopt zijn in Berlikum. Helaas ontbreken de Berlikumer DTBL-boeken tot 1772. Noordoost Fryslân (tijdelijke archieflocatie Nedergerecht Wonseradeel). 70 Nieuwland, Persoonsgegevens Tietjerksteradeel, nu onderdeel van AlleFriezen. 67 HvF EEE8 235v-238 26.06.1748 71 Onderzoek gemeentearchief Menameradiel 18.05.2016.

108 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 109 Symen Scheltes is met ingang van 1721 huurder van een huis nummer 183 van IV Pytter Janssen te Berlikum. Idem in 1722 (vernummerd tot 181) en 1723. Dit is de eerste keer dat Symen Scheltes voorkomt in de reëelkohieren van Berlikum. 12. Symen Scheltes, geb. Klooster Anjum, wonende Klooster Anjum, Waarschijnlijk heeft hij bij zijn vader ingewoond (mogelijk ook in Rijperkerk) landbouwer, overl. ald. op 31 juli 1665,76 tr. en is zijn vader rond 1720 overleden en heeft Symen Scheltes zelfstandig 13. Grytie Dircks, landbouwerse, wonende Klooster Anjum, overl. na 26 onderdak gezocht. Symen Scheltes, wonende te Berlikum, koopt op 1 november mei 1685. 77 1721 ‘sekere huisinge met ledige plaats’ achter het vermaanhuis cum annexis Symen Scheltes is in 1654 curator over de wezen van zijn broer Jacob Scheltes.78 met de spijskamersborden, bedsplanken en ‘ijseren standerd’ te Berlikum, Symen Scheltes is eigenerfde landbouwer op de Magere Weyde te Klooster Anjum bezwaard met 7 f loreen. Naastliggers: Dirk Jarigs ten oosten, Corsje Pytters ten (stem 4), aanvankelijk samen met zijn moeder.79 1660: Symen Scheltes in het Anjumer westen, de gemene straat ten zuiden en de vaart ten noorden; in koop bekomen Klooster koopt een huizing aldaar van de erven van Lenert Dirks en Grietje Tymens van Dirk Hendriks cum uxore binnen Franeker; 1ste proclamatie 1 november; voor f166.80 2de proclamatie 18 november en de 3de proclamatie 16 december 1721.72 Dit is Grytie Dircks wordt vermeld als landbouwerse op de Magere Weyde in 1670, vermeld de eerste keer dat Symen Scheltes voorkomt in de proclamatieboeken. Deze als weduwe in 1670 en 1678. Grietie Symens, weduwe van Symon Scheltes, woonachtig aankoop wordt niet gefiatteerd; Symen Scheltes blijft huurder. Jonkheer Sicco in het Anjumer Klooster koopt op 26 mei 1685 een pondemaat landts gelegen bij van Goslinga ( 1664-12 oktober 1731) koopt op 26 januari 1730 van Berlikum in een stuk groot 3 pondemaat, waarvan zij zelf al 2 pondematen bezit, Symen Scheltes, schoenmaker te Stiens, 7 pondematen bouwland, gelegen de 3 pm belast met 33 stuivers f loreenlasten, voor 50 goudg. van 28 stuivers per stuk onder het dorp Ried, belast met één f loreen 14 stuivers, in gebruik bij Baucke van Taeko Iskes, vrijgezel te Workum. Naastliggers: Folkert Gerrits ten oosten, Jacobs voor 572 goudg. en 7 stuivers.73 Grytie Baard, dochter van Symens oom Oude Meer ten zuiden, Sybe Wiggers als huurder ten westen en Rynsch Pytters ten Jacob Symens, bedenkt bij testament van 30 mei 1737 haar neef Symen Scheltes noorden.81 met een jaarlijkse uitkering van 70 carg. tot zijn dood.74 Symen Scheltes komt Voor de hogere kwartieren van Symen Scheltes verwijs ik naar de publicaties van voor het eerst voor in Stiens in de reëelkohieren van 1748 op nummer 20 als Anema (Lambsma) en Schutte en Brouwers (Van der Mey). gebruiker met huurwaarde van 12 carg. en een aanslag van £2-3-10; eigenaar Wel is vermeldenswaard dat de familiebijbels Heringa (noot 76) aanvullende Tjeerd Pytters. De reëelkohieren van Stiens nummers 5 tot en met 20 worden biografische gegevens bevatten over de vader van Symen Scheltes,82 diens eerste van 1725-1747 onder de pastorie gerubriceerd zonder nadere specificaties. In het echtgenote Tiets Wybrens83 en zijn broers Jacob84 en Claas Scheltes.85 eerstvolgende kohier van 1750 woont op nummer 20 Rommert Gerrits weduwe. In de speciekohieren van 1749 wordt Symen aangeslagen voor een half hoofd en één schoorsteen.75 De speciekohieren bevatten geen lijst van vertrokken personen in 1749. In de quotisatiekohieren van 1749 wordt hij vermeld als 76 Overlijdensdatum ontleend aan familiebijbels Heringa, genealogisch dossier alleenstaand, van beroep rentenier, met een aanslag van £11-12. Waarschijnlijk Heringa in HCL Leeuwarden. Folkert Jans Heringa stamt af van Wybren Scheltes, is hij rond 1749 overleden. Hij komt niet voor in de proclamatieboeken van zoon van Schelte Reiners en Tiets Wybrens. Leeuwarderadeel en blijkbaar is zijn nalatenschap lager geweest dan £500, 77 De gegevens van de kwartieren 12 en 13 zijn, tenzij anders vermeld, ontleend aan de aanslaggrens voor de collaterale successie. Mogelijk is hij vanaf 1724/1725 het onderzoek van de heren Schutte en Brouwers, ‘Van der Mey in parentelen’, GJB huurder geweest in Stiens en waarschijnlijk verder niet te traceren. 2009 281 e.v. 3) Fouw Scheltes, zie 3. 78 BIL 26 1654. 79 Anema, ‘Lambsma, parenteel van Symen Scheltes’, 218, 219. 80 MEN 16 341v 1660. 81 MEN 99 51v 26.05.1685. 82 Overleden Klooster Anjum 13.01.1630, 68 jaar oud. 72 MEN 24 99v, 100 01.11.1721. 83 Overleden Klooster Anjum 26.12.1606. 73 FRL 101 109, 109v, 110 26.01.1730. 84 Geboren rond 1611 en verongelukt te St. Annaparochie 26.06.1647 door een op hol 74 HvF EEE8 235v 30.05.1737. geslagen paard met wagen. 75 Speciekohieren Stiens 1749 blad 2. 85 Overleden 19.11.1638 oud 25½ jaar.

110 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 111 B Parenteel van Aechje Heres tot 1811 borg te stellen’. Het overige na aftrek van schulden en legaten vermaakt zij gelijkelijk aan de kinderen van half broer Freerk Durks en halfzuster Dieuke In deze parenteel zijn de kinderen en kleinkinderen van Aechje Heres Durks. Tot executeurs-testamentair worden benoemd Pieter Tjeerds Veninga, volledig uitgewerkt. Haar achterkleinkinderen zijn opgenomen tot 1811 veenbaas te Hardegarijp, en Sybe Freerks Roorda, huisman te Stiens. Zij krijgen en, voor zover ze nog in leven waren, met familienamen genoteerd.86 als vergoeding en als blijk van vriendschap elk 105 franken (50 gulden).

I. Aechje Heres, geb. [Westernijkerk] ca. 1703, boerin te Tietjerk, gebruiker van stem 2 Tietjerk 1768-1788, overl. ald. op de Kleinegeest tussen juni 1788 en juni 1789, tr. 1. Giekerk 28 nov. 1723 Dirk Sybrens, overleden op de Kleinegeest tussen juli 1733 en mei 1734; tr. 2. Leeuwarden, r.k. statie Breedstraat 27 april 1737 Sybe Jans. Uit haar eerste huwelijk: Ondertekening van de weesakte van 1 sept. 1735 door Sijebe Yans en Achtje Heeres 1. Freerk Dirks, volgt II-a. 2. Dieuke Dirks , volgt II-b. 3. Fouw Dirks, volgt II-c. Uit dit huwelijk: Uit haar tweede huwelijk: 1) Tietje Cornelis, ged. Leeuwarden 28 april 1773 (r.k. statie 4. Dieuke Sybes Kooistra, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Breedstraat, getuige Tietje Siberens), jong overleden. Leeuwarden 24 nov. 1735 (r.k. statie Breedstraat, vader Sibe Jans, 5. Heere Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden moeder Agatha Heerens, doopsgezind, getuige Beetske Jans), 4 jan. 1738 (r.k. statie Breedstraat, getuige Jan Jansens), overl. renteniersche (1815), overl. Huizum 22 jan. 1815 in de huizing no. Kleinegeest onder Tietjerk in 1771 of 1772. 110, tr. Leeuwarden (r.k. statie Breedstraat) 19 april 1771 / (geref.) 6. Elbrich Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden op Tietjerk 21 april 1771 (hij van Huizum, zij van Tietjerk) Cornelis 14 jan. 1739 (r.k. statie Over de Koornmarkt, doopnaam Alberica, Sybrens, ged. Leeuwarden 31 juli 1744 (r.k. statie Breedstraat, getuige Jeltie Hillbrants), boerin en renteniersche, wonende getuige Trientie Laurens), overl. [Huizum] voor 24 mei 1813, zoon Kleinegeest onder Tietjerk (1739-1805) en Rijperkerk (v. 1811-1828), van Sybren Piers (1749: gering boer Marrum) en Tietje Sickes. overl. ald. 8 mei 1828 in haar huis, nummer 45, tr. Tietjerk 25 april Op 24 mei 1813 maakt Dieuke Sybes, renteniersche, wonende aan de Schrans 1790 Oege Aukes, geb. Sijbrandahuis april 1743, ged. op belijdenis onder Huizum, weduwe Cornelis Sybrens, haar testament op bij notaris G. Giekerk 21 mei 1786, overl. 1801 Kleinegeest onder Tietjerk, zoon Wilhelmij te Bergum.87 De erf laatster legateert aan Freerkje Sijmens Stienstra, van Auke Oeges en Trijntje Piebes. Oege Aukes tr. 1. Oenkerk 30 ‘dochter van mijn half broeders zoon Symen Freerk Stienstra, Lipkje Durks, juni 1771 (hij van Tietjerk, zij van Giekerk) Trijntje Willems. echte huisvrouw van mijn half broeders zoon Sybe Freerks Roorda, Trijntje Elbrich Sybes woont volgens de speciekohieren in 1801 als weduwe en boerin Gerbens, echte huisvouw van mijn half broeders zoon Folkert Freerks Roorda, op Tietjerk 20 tot en met 1805. Zij betaalt voor 1 schoorsteen, heeft gemiddeld mijn half broeders dochter Aagje Freerks en Jantje Pieters, echte huisvrouw 11 koeien en 6 rieren en 3 paarden. Zij woont in 1811 in Rijperkerk alwaar zij ook van mijn half broeders zoon Arjen Freerks, tesamen mijn lijfdracht, met overlijdt. Elbrich Sybes maakt haar laatste testament op 17 december 1825 bij uitsluitinge van goud en zilver. Verder aan mijn halfzuster Dieuke Durks, notaris Wilhelmij te Bergum.88 Zij benoemt als enige en algemene erfgenamen weduwe van Tjeerd Sybes, een som van 630 franken (drie honderd guldens), de kinderen van haar overleden halfzuster Dieuwke Dirks met name Pieter, aan Elbrig Sybes, mijn volle zuster, het vruchtgebruik van alle mijn verdere Durk, Harke, Arjen, Sybe en Trijntje Tjeerds Veninga en de kinderen van goederen gedurende haar verdere leven en ontsla haar van de verplichting om wijlen hun zuster Dieuwke Tjeerd Veninga elk 1/7 deel. In het bijzonder krijgt Trijntje Tjeerds Veninga haar gouden oorijzer en Tjeerd Durks, en na hem zijn 86 Van de nakomelingen van Sybe Jans huwen 3 kinderen, waarvan twee met zoon Durk Tjeerds Veninga, voor de helft en Elbrig Harkes Veninga voor de Nederlandse Hervormde partners. Zij zorgen voor slechts één nakomeling, die jong andere helft de door de testatrice bewoonde woning nummer 45 te Rijperkerk. is overleden. 87 Notarieel archief Bergum G. Wilhelmij 012006/00139 24.05.1813. 88 Notarieel archief Bergum G. Wilhelmij 012018/00127 17.12.1825.

112 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 113 Jan Sybes Roorda en Aagje Jans te Giekerk krijgen elk 100 gulden, zo ook de in 1786 (hij van Tietjerk, zij van Jelsum) Trijntje Klazes Hoekstra, geb. leven zijnde kinderen van half broer Freerk Durks. Jelsum 28 okt. 1750, overl. Marrum 8 nov. 1801, dochter van Claes De familie, te beginnen met Sybren Dirks in 1713, heeft ongeveer 95 jaar Atzes en Grietje Sjoerds. geboerd op de ‘pleats’ waar in 2010 Durk en Tryntsje Castelein-Riemersma Jan Sybes is lasthebber van zijn moeder en erfgenaam van (zijn oom) Arien boerden, Lytse Geast 81. Bij een brand op 13 maart 1930 ging de vorige boerderij Heres.92 Jan Sybes is in 1797 (start speciekohieren Ferwerderadeel) landbouwer uit 1876 verloren.89 In 1811 neemt Gerrit Andries Kooistra (Tietjerk 29 juni 1753 te Marrum met gemiddeld 10 koeien, 5 rieren, circa 60 bezaaide landen – 11 juli 1828) de familienaam Kooistra aan, wonende op f loreen 26 (stem 2) te en 9 paarden en een aanslag variërend van 59-8-6 tot 75-17-0.93 Volgens het Tietjerk, als waarschijnlijke directe opvolger van Elbrich Sybes weduwe Oege reëelkohier van Marrum van 1789 en 1793 is hij pachter van raadsheer J. van Aukes, op deze kooiboerderij. In 1818 is diens zoon Andries Gerrit Kooistra Iddekinge van een plaats groot 30 pondemaat, bezwaard met 26½ f loreen tot gebruiker van f loreen 26, een zathe lands groot 150 pondematen, hebbende 1795.94 De f loreenregisters van 1788 en 1798 vermelden Jan Sybes als eigenaar Gerrit A. Kooistra (zijn vader) ten oosten en zuiden, de oude Lune ten westen van 4 pondematen in nummer 6 en pachter van los land in nummers 19, 20, en Hendrik G. Kooistra (zijn broer) ten noorden belast met zeven en een half 22, 24 en 25 rond Marrum.95 In de stemkohieren komt hij niet voor, noch in f loreen. de kohieren van de personele goedschatting. Eveneens ontbreekt hij in de Oege Aukes is boer te Tietjerk (1771), Giekerk (1778, 1790). Hij gaat op 9 hypotheek- en proclamatieboeken van Ferwerderadeel. Jan Sybes doet op november 1791 met attestatie naar de hervormde gemeente Suawoude-Tietjerk; 12 maart 1799 belijdenis te Marrum. Hij komt in juli 1800 nog voor in de stemkohier: 1778, 1788 gebruiker Giekerk 9; speciekohier: 1767 Oenkerk 38 speciekohieren aldaar, in 1801 zijn weduwe. Jan Sybes doet, als man en voogd (heeft gediend); 1769 dient, 1772 Giekerk 2 (heeft gediend); in 1790 naar Tietjerk van zijn huisvrouw, en in die kwaliteit erfgenaam, op 5 aug. 1800 aangifte voor 20; personele kohier 1774 £320 van vader, 1790 woont te Tietjerk, aldaar nog de collaterale successie van Claas Sjoerds, overleden op 5 juli 1800 (een oom vermeld in 1794. Oege Aukes is in 1798 gebruiker van f loreen 26 (is stem 2) van van zijn vrouw).96 Er is, in tegenstelling tot bij zijn vrouw, geen aangifte voor Tietjerk als opvolger van zijn schoonmoeder Aechje Heres, de weduwe van Sybe de collaterale successie van Jan Sybes gedaan. Blijkbaar viel hij dus buiten de Jans. De zathe is dan gekrompen van 165 pm naar 150 pm.90 In de f loreen- en termen van die regeling, minder dan £500 aan bezit. speciekohieren is aangetekend dat Oege Aukes in 1801 is overleden. Hij wordt in Trijntje Klazes Hoekstra doet op 12 maart 1799 belijdenis te Marrum. In 1795 vermeld als kooiker op de kooi bij stem 2 te Lytse Geast onder Tietjerk, de juli 1801 komt zij voor in de speciekohieren van Marrum i.p.v. haar man.97 huidige Casteleinskoai van It Fryske Gea. Oege Aukes is mede-ondertekenaar Zij overlijdt volgens de aangifte van de collaterale successie op 8 november van een verzoek aan de provinciale overheid om het oude jaagverbod binnen 1801.98 De aangifte gebeurt door haar broer Atze Klases (Hoekstra) wonende 400 roeden van de kooien te erkennen.91 Oege Aukes is in 1774 erfgenaam van te Jelsum en haar zwager Johannes Klaases aldaar als vader en voorstander Pietje Jans. van zijn kinderen bij wijlen zijn vrouw Janke Klazes Hoekstra als erfgenamen. 7. Trientje Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden De vastigheden omvatten diverse 1/3 delen van percelen land onder Nijkerk 31 maart 1741 (r.k. statie Breedstraat, doopnaam Catharina, getuige en met name Marrum, af komstig van haar vaderszijde Claas Atzes en idem Jeltje Hillebrandts), overleden na 1749. 1/6 delen percelen land te Marrum af komstig van haar moederszijde, Grietje Volgens de quotisatiekohieren zijn er 4 kinderen onder de 12 jaar; dit zijn Sjoerds, 1/6 deel van een huis, tuin en molen onder Hallum, een half huis te Heere, Elbrich, Trientje en Jan Sybes. Van Trientje (Trijntje, Catharina) is geen Jelsum en 1/3 deel van een zathe en landen te Jelsum, diverse obligaties, de huwelijk of andere vermelding gevonden. getaxeerde waarde van 10 koeien, 5 rieren, 5 kalveren, 10 paarden, 15 schapen, 8. Jan Sybes, geb. Kleinegeest onder Tietjerk, ged. Leeuwarden 21 1 varken, graan en hooi, gereedschap, zilver en goud, meubelen en huisgerei, april 1747 (r.k. statie Breedstraat, doopnaam Joannes, eerste getuige Hillebrand Claesses, tweede getuige Dieuwke Roukes), landbouwer, 92 MEN 148 43v, 44, 44v 25.01.1782. overl. Marrum tussen 5 juli 1800 en juni 1801, tr. Tietjerk 7 mei 93 Speciekohieren Ferwerderadeel Marrum 1797. 94 Reëelkohieren Ferwerderdeel 1789 en 1793. 89 De Vries-van der Werff, De geast fan ’e Lytse Geast, 190, 191. 95 Floreenkohieren Ferwerderadeel Marrum 1788 en 1798 90 TIE 109 422 07.06.1777 (huurcontract). 96 FER 86 34-37 05.08.1800. 91 Sheet lezing Gerard Mast Archeologische Wurkferbân fan de Fryske Akademy 97 Speciekohieren Ferwerderadeel Marrum 1801 29.09.2016. 98 FER 86 38-41 18.01.1802

114 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 115 kleding en gereed geld na aftrek van schulden totaal f16.774-1. Verschuldigde 7. Aagje Freerks van der Woude, volgt III-f. 40ste penning belasting f419-7-2. Broer Atze Klazes en zwager Johannes Klazes 8. Sibe Freerks Roorda, volgt III-g. tekenen zonder familienaam. 9. Trijntje Freerks Ro(o)da, volgt III-h.

II-a. Freerk Dirks,99 geb. Rijperkerk dec. 1726, ged. ald. 22 mei 1727 (een II-b. Dieuke Dirks, geb. Kleinegeest onder Tietjerk 1731 of 1732, boerin half jaar oud), boer, gebruiker stem 14 te Suawoude (1758) en nom. ux. en renteniersche, overl. Giekerk 18 mei 1823 in huis nummer 6, tr. mede-eigenaar van die stem (1768-1809), overl. Stiens 9 sept. 1809, tr. Rijperkerk 18 okt. 1750 (hij van Rijperkerk, zij van Tietjerk) Tjeerd Sybes, Suawoude c.a. 19 jan. 1749 (hij van Tietjerk, zij van Suawoude) Aaltje boer, overl. Giekerk 1800, zoon van Sybe Jacobs en Dieuwke Harkes. Symens Algera, ged. Suawoude 12 dec. 1728, boerin, renteniersche Dieuke Dirks staat op de lidmatenlijst van Rijperkerk in 1789 (Boerestreek); ze (1811), overl. Stiens 29 sept. 1811, dochter Symen Folckerts Algera (boer, krijgt attestatie naar Giekerk 26 nov. 1790. In 1811 weduwe te Oenkerk. Speciekohier: dorpsrechter, kerkvoogd) en Gritie Johannes Snoek.100 Giekerk 3 van Rijperkerk 26; in 1800 weduwe; in 1805 daar nog vermeld. Freerk Dirks is boer in 1754 te Rijperkerk; in 1758 gebruiker van Suawoude nummer Tjeerd Sybes is boer te Rijperkerk, later te Giekerk. Tjeerd Sybes staat op de 14 (eigendom van Symen Folkerts Algera erven). Freerk Dirks, huisman onder lidmatenlijst van Rijperkerk van 1789 (Boerenstreek); met attestatie naar Giekerk 26 Suawoude, oud 40 jaar, verklaart op 2 januari 1767 dat hij op woensdag 31 december november 1790. Speciekohieren: 1751: Rijperkerk nummer 28; 1758 nummer 3; 1759: 1766 kledingstukken miste.101 Hij gaat in 1767 naar Stiens. Hij is van 1767 tot 1809 bezit geen £600; 1760 nr. 36 Oenkerk; 1768 nr. 26 Rijperkerk; 1779 dochter trouwt gebruiker van stemnr. 39 (f loreennr. 113) aan de Wurgedijk op het Stienser Oudland Hinke Eits op nummer 57; 1789 zoon Sybe op nummer 31; 1790 naar Giekerk 3 (1791 nabij het Tichelwurk. In 1748 mede-erfgenaam van zijn oud-oom Freerk Dirks.102 zoon Dirk op 7) 1800: overleden, nu de weduwe. Personele kohier: 1774-1793 £250. Op Freerk Dirks is bij zijn overlijden op 9 september 1809, 84 jaar, gehuwd en laat 8 3 december 1762 is hij boer op het einde van de Zwarteweg onder Rijperkerk, blijkens kinderen en 21 kleinkinderen na volgens het register van overledenen, grietenij getuigenis van zijn dienstmeid Froukjen Tijsses.106 En in 1775 akkoordsman bij de Leeuwarderadeel. boedelscheiding van Maaike Piebes. Tjeerd Sybes en Dieuke Dirks te Giekerk lenen Bij de inventarisatie van de nalatenschap van haar vader Symen Folkerts Algera op 8 mei 1797 200 carg. van L.G. Laurman en Antje Valks, echtelieden te Oenkerk, tekent Aaltie als Aaltje Sijmens Algera.103 Aaltje Symens, echtgenote van Freerk Dirks, geregistreerd 10 oktober 1798.107 is 38 jaar als zij op 2 januari 1767 verklaart dat op 31 december 1766 kledingstukken Uit dit huwelijk: vermist zijn.104 Aaltje Symens Alg(e)ra te Suawoude leent op 17 februari 1767, gesterkt 1. Dieuwke Tjeerds, volgt III-i. met haar man Freerk Dirks, 599 carg. 19 stuivers van Sjoukje Hajes te Bergum.105 2. Aagje Tjeerds, volgt III-j. Uit dit huwelijk: 3. Pieter Tjeerds Veninga, volgt III-k. 1. Dirk Freerks, volgt III-a. 4. Dirk Tjeerds, geb. Rijperkerk 28 april 1756, overl. ald. voor 4 jan. 2. Symen Freerks Stienstra, volgt III-b. 1767. 3. Grietje Freerks Rooda, volgt III-c. 5. Grietje Tjeerds, volgt III-l. 4. Agie Freerks, geb. Suawoude 19 april 1757, overl. ald. voor 25 febr. 6. Sybe Tjeerds Veninga, volgt III-m. 1766. 7. Arjen Tjeerds Veninga, volgt III-n. 5. Folkert Freerks van der Woude, volgt III-d. 8. Trijntje Tjeerds, geb. Oenkerk 12 aug. 1763, overl. Rijperkerk voor 9 6. Arrien Freerks Roorda, volgt III-e. jan. 1771. 9. Dirk Tjeerds Veninga, volgt III-o. 99 Voor zijn nazaten Roo(r)da na 1811 onder 6 (III-e) en 8 (III-g) zie: Roorda van 10. Harke Tjeerds Veninga, volgt III-p. Eijsinga, Roorda’s: afstammingsoverzicht Roorda’s van Klooster Anjum. 11. Trijntje Tjeerds, geb. Rijperkerk 9 jan. 1771, overl. ald. voor 7 jan. 100 Roarda, It Algera-Algra skaei, 44. 1773. 101 TIE 2 348 98. 12. Trijntje Tjeerds Veninga, volgt III-q. 102 HvF 814-3. 103 TIE 46 403-406. 104 TIE 2 350-351 02.01.1767. 106 TIE 2 238, 239 03.12.1762. 105 TIE 107 232-234 17.02.1767. 107 TIE 112 291, 292 10.10.1798.

116 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 117 II-c. Fouw Dirks, geb. Kleinegeest onder Tietjerk 21 jan. 1733, ged. aldaar Johannes Jans, landbouwer, wonende , overl. ald. voor 31 24 nov. 1793 (op belijdenis) , overl. Leeuwarden (?) tussen 4 juli 1800 en mei 1786. 1805, tr. Tietjerk 19 maart 1775 (beiden van Tietjerk) Tjietse Sieks, geb. Zijn (inmiddels verdwenen) zerk met uitgebreid opschrift lag in 1952 aan de zuidkant 1749/1750, huisman, overl. Leeuwarden 15 sept. 1808. van het kerkhof. ‘Ao 1811 den 1 augustus stierf de eerzame Dirk Freerks (lid) van het Fouw Dirks overlijdt waarschijnlijk na de verkoop van hun greidland op 4 juli 1800 en gemeentebestuur van ‘t Bild (oud) 65 jaren 4 maanden 3 weken en 2 dagen en ligt voor 1806, vanaf welk jaar de overlijdensregisters consequent werden bijgehouden. alhier begraven. Hier rust het stof lijk deel eens landmans die op aarde, vol ijver Zij komt niet meer voor in de testamenten van haar beide halfzusters Dieuwke Sybes zijn beroep steeds dag aan dag aanvaardde, die Jezus en zijn leer beleed en steeds (1813) en Elbrich Sybes (1825). beminde en God als ‘t hoogste goed, als zijnen Schepper kende, die trouw in zijn Op 23 oktober 1793 doet Tjietse Sieks, huisman bij de Kurkemeer onder Tietjerk, oud eet als regter hier verkeerde, en ondoogd en geweld ten allersterksten weerde, die 43 à 44 jaar, aangifte van de diefstal van vier lammeren.108 Tjietse Sieks doet belijdenis schoon van ligchaam sterk, bemind bij veele braven, een vriend der maatschappij, te Tietjerk op 18 november 1793. Tjietse Sieks is in 1775 hoofdbewoner van nummer die ligt alhier begraven’.112 48 speciekohieren Tietjerk. Hij vertrekt in 1794 naar Leeuwarden. Op 7 juni 1791 Jacob Martens en Trijntje Lucas lenen op 15 september 1805 200 carg. van Dirk verkoopt Johannes Mebius, secretaris van Menaldumadeel, woonachtig te Marssum, Freerks en Baukje Jans. Datum registratie 26 oktober 1807.113 Dirk Freerks, huisman 4½ pondemaat greidland gelegen aan de Kurkemeer, behoord hebbende bij de in te Oude Bildtzijl, kerk- en armvoogd te Vrouwenparochie 1784-1786, volmacht van stukken verkochte zathe en landen op Schilkampen onder Leeuwarden, aan Tjisse Vrouwenparochie 1789-1793, 1801-1803, lid van de raad van Het Bildt december 1802 Sieks en Fouw Dirks, echtelieden wonende onder Tietjerk voor 425 carg.109 Op 4 juli tot zijn dood (comptoir-almanak).114 Durk Freerks is na zijn eerste huwelijk (1779) 1800 wordt dit bezit voor dezelfde prijs verkocht aan de familie Renema.110 Tjietse tot zijn tweede huwelijk (1786) waarschijnlijk landbouwer op de boerderij van zijn Sieks en Fouw Dirks wonen dan (nog) onder Leeuwarden. Op 15 september 1808 schoonouders Heidanus in de Zuidhoek onder Vrouwenparochie. Durk Freerks is van overlijdt te Leeuwarden een Tjisse Sieds met een d. Gelet op zijn bekende geboortejaar 1786-1811 pachter van stem 27 (thans Roodpad 3) tussen Vrouwenparochie en Oude rond 1750 en de zeldzame naamcombinatie, lijkt deze overledene, ‘onze Tjietse Sieks’. Bildtzijl en stem XII (Monnikenbildtdijk 12). Eigenaresse is zijn tweede echtgenote Uit dit huwelijk: Baukje Jans Siderius. De enige dochter van Durk Freerks (de Groot) en Baukje Jans 1. Dirk Tjietses, geb. Tietjerk 6 sept. 1775, waarschijnlijk jong overleden. Siderius, Dirkje Dirks de Groot (1787-1864) met haar man Tjeerd Thijssen Polstra (1784-1843) volgen hem op als eigenaar (dochter) en pachter (schoonzoon) van stem XII. III-a. Dirk Freerks de Groot, geb. Rijperkerk 14 maart 1750, Baukje Jans doet op 31 mei 1786 uitwijzing aan haar kinderen Jan, Rinsje en Marten ged. Suawoude-Tietjerk 22 mei 1757, overl. (Oudebildtzijl onder) Johannes uit haar eerste huwelijk met Johannes Jans, wegens hertrouwen met Dirk Vrouwenparochie 1 aug. 1811, tr. 1. Vrouwenparochie 13 juni 1779 (hij Freerks.115 Baukje Jans, wonende Vrouwenparochie, koopt op 11 dec. 1813 vastgoed te van Stiens, zij van Vrouwenparochie) Dieuwke Abrahams Heidanus, Vrouwenparochie van Harmen Douwes Kolk, koopman te Vrouwenparochie.116 Op 7 ged. Stiens 17 juni 1748, ‘een boeredochter uit de Zuidhoek’,111 wonende okt. 1820 wordt een obligatie vastgelegd; schuldenaar is Henricus Wiardus van Altena Stiens en (de Zuidhoek onder) Vrouwenparochie, overl. ald. voor nov. wonende te Leeuwarden, Baukje Jans wonende te Vrouwenparochie schuldeiser.117 1784, waarsch. in het kraambed van de naar haar vernoemde dochter, Baukje Jans, weduwe Dirk Freerks de Groot, wonende te Oudebildtzijl, bezit in het dochter van Abraham Jurjens Heidanus (chirurgijn) en Rixt Ariens; tr. kadaster van 1832 weiland, huis en tuin, minuutplan Vrouwenparochie B2 sectie B 2. Vrouwenparochie 11 juni 1786 (beiden van Vrouwenparochie) Baukje legger 83 en idem C2 sectie C legger 83, weilanden en bouwland, boomgaarden, huis Jans Siderius, geb. Vrouwenparochie 1 mei 1746, ged. ald. 6 mei 1781 op en erven. Zij bezit dan stem 27 (Roodpad 3) tussen Vrouwenparochie en Oudebildtzijl belijdenis, overl. Oudebildtzijl onder Vrouwenparochie 23 maart 1835 en stem XII (Monnikenbildtdijk 12) samen 56.448 morgen.118 Op 12 december 1835 in het huis nummer 172, dochter van Jan Foppes Siderius (kerk- en armvoogd, volmacht te Vrouwenparochie, mederechter van Het Bildt en 112 De Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 671, 4883. landbouwer) en Dirkje Martens. Zij tr. 1. [Vrouwenparochie voor 1770] 113 BIL 106 148 26.10.1807. 114 Sannes, Grafschriften tussen Flie en Lauwers, II, 49. 108 TIE 4 286, 287 23.10.1793. 115 BIL 68 293, 294 31.05.1786. 109 Klein-Consentboek Leeuwarden 1791/156 07.06.1791. 116 Notarieel archief Ferwerderadeel 047004, 00118. 110 Klein-Consentboek Leeuwarden 1800/1 04.07.1800 117 Notarieel archief Leeuwarden P. Andrea 08011, 00277 1820. 111 Sannes, Grafschriften tussen Flie en Lauwers, II, 49. 118 Woudstra, De boerderijen van Het Bildt, 210.

118 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 119 vindt haar boedelscheiding plaats bij notaris Wytze Kuypers te Vrouwenparochie; de 1804 lidmaat van de Hervormde gemeente Stiens, ingekomen van Vrouwenparochie. ligging van het vastgoed: te Vrouwenparochie en Hallum; de waarde f44.629,- met 44 Arjen Abrahams Heidanus is in 1788 huurder van stem 2 te Klooster Anjum groot percelen land. De aangever is haar kleinkind Baukje Martens de Groot, gehuwd met 112 pondemaat tot mei 1815. Arjen Heidanus en Grietje Freerks zijn de opvolgers Gerben Feikes Dokter.119 van Pieter Pieters en wijlen Ytske Pieters (schoonouders van de opvolgende huurder Uit het eerste huwelijk: Arrien Freerks Roorda, broer van Grietje Freerks). Arjen Abrahams Heidanus 1. Duwke Dirks, geb. Vrouwenparochie 13 nov. 1784, overl. voor 11 juni wordt op 18 mei 1804 lidmaat van de Hervormde gemeente Stiens, ingekomen van 1786.120 Vrouwenparochie. Uit het tweede huwelijk: Uit dit huwelijk twee dochters: 2. Dirkje Dirks de Groot, geb. Oudebildtzijl onder Vrouwenparochie 1. Aaltje Arjens Heidanus, geb. Klooster Anjum circa 1780. 20 dec. 1787. 2. Rixtje Arjens Heidanus, geb. Klooster Anjum 18 maart 1781, ged. 6 mei 1781 te Ried. III-b. Symen Freerks Stienstra, geb. Rijperkerk 31 dec. 1752, ged. Suawoude-Tietjerk 22 mei 1757, wonende Rijperkerk, Suawoude, Stiens, III-d. Folkert Freerks van der Woude, geb. Suawoude 17 dec. 1760, Huizum en Aegum, landbouwer, overl. ald. 11 okt. 1835 in huisnummer landbouwer, overl. Rinsumageest 6 febr. 1855, tr. Stiens 12 febr. 1786 8, tr. Huizum 11 okt. 1789 (hij van Stiens, zij van Huizum) Antje Jans (beiden van Stiens) Trijntje Gerbens van der Plaats, geb. Hallum 13 juni Fenema, wonende Leeuwarden, Huizum en Aegum. Zij tr. 1. Leeuwarden 1762, overl. Rinsumageest 27 sept. 1827, dochter van Gerben Gerrits van 5 nov. 1780 (beiden van Leeuwarden) Alardus Rudolphi, klerk, wonende der Plaats (landbouwer en rentenier) en Neenske Aebles. Leeuwarden. Uit dit huwelijk: Symen Freerks Stienstra neemt op 28 december 1811 in de mairie Roordahuizum de 1. Neentske Folkerts van der Woude, geb. Rinsumageest 22 nov. familienaam Stienstra aan voor zichzelf en voor zijn dochter Freerkje oud 21 jaar, 1792.121 beiden wonende te Aegum. Uit dit huwelijk twee kinderen: III-e. Arrien Freerks Roorda (ook Roda), geb. Suawoude 2 nov. 1763, 1. Freerkje Symen Stienstra, geb. Huizum 14 aug. 1790. wonende Suawoude, Stiens, landbouwer Klooster Anjum (1815-1828) en 2. Arlardus Symens, geb. Huizum 18 jan. 1793, overl. voor 1811. Jelsum (1828-1837), overl. Jelsum 24 febr. 1837, tr. Berlikum 12 juni 1791 (hij van Stiens, zij van Berlikum) Jantje Pieters Postma, geb. Holwerd III-c. Grietje Freerks Roorda (Rooda), geb. Rijperkerk 13 mei 1755, ged. 1756, overl. Jelsum 20 nov. 1843 in huis nummer 55, dochter van Pieter Suawoude-Tietjerk 22 mei 1757, wonende Rijperkerk, Suawoude, Stiens, Pieters en Ytske Pieters. Klooster Anjum en Stiens, overl. ald. 12 febr. 1827 in huis nummer 14, Arrien Freerks Roorda en Jantje Pieters (Posthuma) moeten in 1815 als huurders tr. Stiens 6 okt. 1776 (hij van Vrouwenparochie, zij van Stiens) Arjen de gebouwen van de boerderij Klooster Anjum stem 2 tegen taxatiewaarde ( f3.870) Abrahams Heidanus, landbouwer wonende Vrouwenparochie, Klooster kopen.122 In 1833 kopen zij de gehele boerderij van de eigenaren.123 Anjum en Stiens, overl. ald. 13 maart 1817, zoon van Abraham Jurjens Uit dit huwelijk: Heidanus (chirurgijn) en Rixt Ariens. 1. Bauke Arjens Roorda, geb. circa 1793. Gritie Freerks en haar broer Arjen Freerks Roorda (Roda) hebben waarschijnlijk hun 2. Ytske Arjens Roorda, geb. Berlikum 4 nov. 1799. familienaam ontleend aan de voorgaande pachters van de boerderij stem 2 te Klooster Anjum. Tjerk Jacobs is hier pachter van circa voor 1718 tot voor 1728, opgevolgd door III-f. Aagje Freerks van der Woude (ook Oosterwal), geb. Suawoude 25 zijn zoon Jetze Tjerks (boer c. 1728 - c. 1768) en zijn kleinzoon Jacob Jetzes (Roorda, febr. 1766, landbouwersche, overl. Ferwerd 5 mei 1849 in huis nummer 1, c. 1768 - c. 1778) opgevolgd door Pieter Pieters en Ytske Pieters, de voorgangers van tr. 1. Ferwerd 4 mei 1788 (hij van Ferwerd, zij van Stiens) Reinder Dirks, Arjen Abrahams Heidanus en Gritie Freerks. Grietje Freerks Roorda wordt op 18 mei ged. Cornjum 16 dec. 1753, landbouwer, overl. Ferwerd 9 mei 1801, begr.

119 Notarieel archief Vrouwenparochie W. Kuypers 134.004, 00045 12.12.1835. 121 Exoo, Kwartierstaat Spaan, 67. 120 Duwke Dirks komt niet voor in de autorisatieboeken van Het Bildt (1733-1811) voor 122 Douma, ; skiednis fan it kleaster Mons Sanctae Mariae, 70. of rond 1786 als haar vader hertrouwt. Zij zal dus jong zijn overleden. 123 Douma, Kleaster Anjum; skiednis fan it kleaster Mons Sanctae Mariae, 73.

120 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 121 Westernijkerk, zoon van Dirk Hendriks (boer en diaken) en Seeske bij het voormalige klooster Foswerd. Kinderen: Saaske 22, Dirk 16, Aaltje 14 en Martens; tr. 2. Ferwerd 26 sept. 1802 (hij van Minnertsga, zij van Ferwerd) Freerk 12 jaar, geboren 5 april 1799.127 De broers en zuster van Reinder Dirks nemen Simon Dirks Oosterwal, geb. Marrum 25 jan. 1771, landbouwer, overl. de familienaam Koopmans aan. ald. 26 mei 1812 in huis nummer 223, zoon van Dirk Piers (huisman) Twee knechten van Sijmon Dirks, Sant Jacobs, van Wanswerd af komstig, en Dirk en Trijntie Symens; tr. 3. Marrum 13 nov. 1814 Rindert Wybes Lelia, Sybes krijgen in november 1803 ruzie. Sant Jacobs wordt ernstig verwond en het geb. Ternaard 24 maart 1765, landbouwer, overl. Marrum 28 dec. 1826 wordt een rechtszaak.128 in zijn huis nummer 114, zoon van Wybe Rinderts en Aaltje Douwes. Rindert Wybes Lelia is tot 1800 landbouwer in de Vischbuurt van Ternaard. Hij wordt Rindert Wybes Lelia tr. 1. Ternaard 12 aug. 1792 (hij van Ternaard, zij op 30 oktober 1800 samen met zijn eerste vrouw, Antje Roelofs Olivier, lidmaat van van Holwerd) Antje Roelofs Olivier, geb. Holwerd 23 juli 1775, wonende de Hervormde gemeente Marrum-Westernijkerk. Hij is landbouwer op Leliastate Holwerd, Ternaard en Marrum, overl. 21 aug. 1807, dochter van Roelof aldaar. Leliastate is rond 1855 herbouwd, blijkens een steentje in de achtergevel Lourens Olivier (landbouwer) en Antie Jans van der Meij. ‘Herbouwd 1855 L.A. Olivier’.129 Rindert Wybes Lelia wordt op 5 febr. 1815 lidmaat van Bij haar eerste huwelijk in 1788 is Aagje Freerks af komstig van Stiens. Zij doet als de Hervormde gemeente te Ferwerd vanuit (Wester)Nijkerk. Op 19 mei 1817 worden weduwe belijdenis te Ferwerd op 1 mei 1813. Aagje Freerks van der Woude woont Rindert Wybes Lelia en Aagje Freerks weer lidmaat te Marrum-Westernijkerk, maar samen met haar derde echtgenoot Rindert Wybes Lelia enkele jaren op haar op 7 augustus 1822 vertrekken zij weer naar Ferwerd. Rindert Wybes Lelia is in 1818 boerderij in Ferwerd; hij wordt namelijk op 5 februari 1815 lidmaat in Ferwerd, maar met zijn tweede vrouw, Aagje Freerks, gebruiker van stem 39 op Foswerd onder zij keren al snel terug naar Marrum. Bij het huwelijk van haar zoon Dirk in april 1817 Ferwerd. Bij de verdeling van de Wijmstra-erfenis in 1828 staat hij nog als gebruiker is zij landbouwersche onder Marrum, waar Rindert overlijdt. Zij wordt met Rindert van stem 39 te Ferwerd genoteerd, maar in feite is zijn weduwe Aagje Freerks dan Wybes Lelia lidmaat te Marrum-Westernijkerk op 19 mei 1817 vanuit Ferwerd, maar gebruikster. Van 1838-1858 is Jan Jans van der Meij gebruiker van deze stem.130 zij keren op 7 augustus 1822 terug naar Ferwerd vanuit Marrum-Westernijkerk. Op Uit haar eerste huwelijk: 11 augustus 1822 wordt zij, af komstig van Marrum-(Wester-)Nijkerk, weer lidmaat in 1. Seeske Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 1 juni 1789. Ferwerd. Aagje Freerks staat weer als gebruikster van stem 39 op Foswerd genoteerd 2. Dirk Reinders, geb. Ferwerd 3 okt. 1790. in 1828.124 Zij heeft dus, met korte tussenpozen, mogelijk bijna 50 jaar op stem 39 3. Dirk Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 27 maart 1795.131 gewoond. Op 4 maart 1838 wordt zij weer lidmaat in Marrum, maar zij overlijdt 11 4. Aaltje Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 22 juli 1797. jaar later in Ferwerd. Bij haar derde huwelijk schrijft zij haar achternaam als Van 5. Freerk Reinders Kloosterman, geb. Ferwerd 5 april 1799. der Woude; bij haar overlijden gebruiken de aangevers de naam van haar tweede echtgenoot Oosterwal. In haar overlijdensakte staat dat zij 84 jaar is en geboren is te III-g. Sibe Freerks Roorda, ged. Stiens 17 april 1768, huisman, wonende Oudkerk, hetgeen onjuist is. aldaar en te Beetgum, overl. ald. 10 maart 1859, tr. Stiens 3 juni 1798 Reinder Dirks is gedoopt als Reiner. Vanaf zijn huwelijk (1788) is hij pachter van stem (hij van Stiens, zij van Vrouwenparochie) Lipkje Doekes Siderius, geb. 39, f loreennummer 94, op het voormalige hornleger van het klooster Foswerd.125 In Vrouwenparochie 13 mei 1772, overl. Stiens 7 febr. 1821, dochter van het eerste jaar na zijn huwelijk (1789) wordt de boerderij herbouwd tot kop-hals- Doeke Dirks Siderius en Aaltje Jans; tr. 2. Leeuwarderadeel 7 okt. 1824 romp boerderij. Zijn weduwe, Aagje Freerks Oosterwal (of van der Woude), woont Grietje Wytzes van der Weit, geb. Stiens 5 okt. 1774, landbouwerse, overl. hier nog met haar tweede echtgenoot Simon Dirks Oosterwal (1802-1812) en haar Stiens 21 sept. 1834, dochter van Wytze Gerbens van der Weit en Sytske derde echtgenoot Rindert Wybes Lelia. Reinder Dirks is overleden tussen begin Doekes Deinema. juli 1798 en september 1802; zijn grafsteen lag op het kerkhof van Westernijkerk: Sybren Freerks Roorda is op 20 mei 1815 executeur-testamentair van de erven van ‘Ao 1801 den 9 may is zalig in den heere ontslapen Reynder Durks huisman onder Cornelis Sybrens en Dieuwke Sybes.132 Sibe Freerks Roorda is in 1828 gebruiker Ferwert in ‘t kloster oud 48 jaaren en egtgenoot van Aagje Freriks en ligt alhier begraven’.126 Simon Dirks, de tweede echtgenoot van Aagje Freerks, kiest voor zijn 127 Register van familienamen Ferwerderadeel 0051, 35 13 juli 1812. stief kinderen de familienaam Kloosterman vanwege de ligging van zijn boerderij 128 Van der Veen, Uit de geschiedenis van de grietenij Ferwerderadeel, 205, 206. 129 Van der Veen, De familie Lelia; een uitgestorven Ternaarder geslacht, 8. 124 De Haan, Pleatsen op it sté fan kleaster ‘Foswert’ ûnder Ferwert 19.04.1957. 130 Van Dijk, Dorpen bij het Wad en in de Vlieterpen, 257. 125 Van Dijk, Van Ter Sted tot Olde Stins, 260. Huidig adres: It Kleaster 1, 9172 Ferwert. 131 Voorvader van de auteur. 126 De Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 895, 6686. 132 Notarieel archief Leeuwarden T. Bavius 084010, 00091 20.05.1815 en 08.07.1815.

122 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 123 van stemnr. 39 (f loreennr. 113) op het Stienser Oudland, als opvolger van zijn vader 1. Trijntje Hinkes, geb. Rijperkerk 4 april 1780, overl. Giekerk 23 jan. Freerk Dirks. 1812, tr. voor 1805 Jan Meinerts Visser, geb. Giekerk 31 jan. 1782, Uit dit huwelijk: arbeider, Giekerk, overl. Giekerk 26 jan. 1851, zoon van Meindert 1. Freerk Sybes Roorda, geb. Stiens 1 maart 1799. Jans Visser en Baukje Hendriks. Hij tr. 2. Oenkerk 3 juli 1813 2. Aaltje Sybes Roorda, geb. Stiens 5 nov. 1800. Trijntje Folkerts van der Wal, geb. Rijperkerk 1789, overl. Giekerk 3. Doeke Sybes Roorda, geb. Stiens 25 maart 1802. 16 aug. 1855, dochter van Folkert (Folke) Romkes en Joukje Jans. 4. Jan Sybes Roorda, geb. Stiens 8 maart 1808. 2. Hinke Hinkes Postuma, geb. Rijperkerk 15 aug. 1781, overl. Paesens 11 okt. 1809, tr. Tietjerk 19 mei 1805 Jan Meints Smeding, geb. III-h. Trijntje Freerks Roorda, geb. Stiens circa 1772, landbouwersche, Oenkerk 13 april 1785, schoolmeester te Tietjerk en Paesens later wonende Stiens, Wijns, Warga en de Waard onder Grijpskerk, overl. ald. winkelier Paesens en gardenier Anjum , overl. Anjum 22 nov. 1857, 13 okt. 1825, tr. Stiens 31 mei 1795 (hij van Miedum, zij van Stiens) haar zoon van Meint Willems Meintsma en Zwaantje Leenderts Smeding. halfneef Arend Sijes Dijkstra, geb. Giekerk 1768, landbouwer te Wijns Hij tr. 2. Paesens 15 april 1810 Wytske Lieuwes Meindertsma, geb. (1795-1798), Warga (1798-v. 1811), de Waard onder Grijpskerk (v. 1811- Paesens 24 okt. 1782, overl. Paesens 13 nov. 1839, dochter van Lieuwe 1845), overl. Niezijl 15 nov. 1845, zoon van Sije Arends en Gelbrig Symens Meinderts Meindertsma en Stijntje Eesges; tr. 3. Oostdongeradeel Algera (halfzuster van Aaltje Symens Algera (II-a)). Arend Sijes Dijkstra 28 febr. 1843 Djuwke Wybrens Elgersma, geb. Hantumhuizen 30 tr. 2 Grijpskerk 22 febr. 1830 Neeltje de Vries, geb. Cornjum 6 juli 1800, jan. 1791, overl. Anjum 10 okt. 1847, dochter van Wybren Ulbes overl. Grijpskerk 29 nov. 1880, dochter van Jelle Jantjes de Vries en Aaf ke Elgersma en Klaaske Hessels. Hendriks. Uit het eerste huwelijk: III-k. Pieter Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 25 nov. 1754, wonende 1. Gerbrich Arends Dijkstra, geb. Wijns september 1796. Rijperkerk, Hardegarijp en Rijperkerk, veenbaas en kleine boer, overl. 2. Aaltje Arends Dijkstra, geb. Wijns 1797. Rijperkerk 18 febr. 1830, tr. Rijperkerk 11 febr. 1776 (hij van Rijperkerk, 3. Sije Arends Dijkstra, geb. Warga april 1799. zij van Hardegarijp) Tjitske Abes, geb. Hardegarijp 2 april 1754, wonende 4. Grietje Arends Dijkstra, geb. Warga juni 1800. Hardegarijp, Rijperkerk en Hardegarijp, overl. ald. 1 okt. 1809, dochter 5. Antje Arends Dijkstra, geb. Warga februari 1806. van Abe Sipkes en Tjitske Dirks. Uit dit huwelijk: III-i. Dieuwke Tjeerds, ged. Rijperkerk 18 juni 1752, wonende Rijperkerk 1. Sipke Pieters, geb. Rijperkerk 6 dec. 1778. en Giekerk, overl. sept. 1794, tr. Rijperkerk 1 mei 1774 (hij van Giekerk, 2. Dieuwke Pieters Veninga, geb. Hardegarijp 20 juni 1782. zij van Rijperkerk) Pieter Klases (1811: Hoekema), ged. Giekerk 29 juni 3. Tjitske Pieters Veninga, geb. Hardegarijp 28 okt. 1784. 1738, boer, wonende Giekerk, overl. ald. 26 dec. 1822, zoon van Klaas Pieters en Janke Gerrits. III-l. Grietje Tjeerds, geb. Rijperkerk 4 jan. 1758, wonende Rijperkerk, Uit dit huwelijk: Bergum en Oudkerk, overl. Oudkerk 1797/1799 , tr. Rijperkerk 8 juni 1. Klaas Pieters Hoekema, geb. Giekerk 13 jan. 1776. 1788 (hij van Bergum, zij van Rijperkerk) Jacob Hanses Wymenga, geb. 2. Dieuwke Pieters, geb. Giekerk 15 dec. 1777. Bergum 20 juni 1756, boer en arbeider, wonende Bergum en Oudkerk, 3. Janke Pieters Hoekema, geb. Giekerk 18 okt. 1779. overl. ald. 19 dec. 1828, zoon van Hans Jacobs Wyminga en Antje Jans; 4. Tjeerd Pieters, geb. Giekerk 4 mei 1784, overl. Giekerk voor 3 aug. hij tr. 2. Oudkerk 12 mei 1799 (beiden van Oudkerk) Geeske Ritskes, geb. 1786. Oudkerk 5 juni 1765, arbeidster, wonende Oudkerk, overl. ald. 28 nov. 5. Tjeerd Pieters Hoekema, geb. Giekerk, 3 aug. 1786. 1829, dochter van Ritske Tammes en Antje Harmens. Uit het eerste huwelijk: III-j. Aagje Tjeerds, geb. Rijperkerk 23 juli 1753, overl. 1797, tr. Rijperkerk 1. Antje Jacobs, geb. Bergum 19 aug. 1789. 6 juni 1779 (hij van Bergum, zij van Rijperkerk) Hinke Eits, overl. voor 2. Hans Jacobs, geb. Bergum 3 juli 1795. 15 aug. 1781. 3. Tjeerd Jacobs, geb. Oudkerk 10 mei 1797. Uit dit huwelijk:

124 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 125 III-m. Sybe Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 24 sept. 1759, boer en Giekerk, zij van Oudkerk) Beitske Sytzes Miedema, geb. Oudkerk 14 okt. arbeider, wonende te Rijperkerk, Giekerk, Tietjerk en Oenkerk, overl. 1775, landbouwersche (1819), wonende te Oudkerk, Giekerk, Roodkerk, ald. 14 febr. 1827, tr. Rijperkerk 12 april 1789 (beiden van Rijperkerk) overl. ald. 23 jan. 1819, dochter van Sytze Wybrens en Berber Klases. Sjoerdje Atses Atsma, ged. Rijperkerk 29 juli 1770 (oud 4 of 5 jaar), Uit dit huwelijk: wonende Rijperkerk, Giekerk en Tietjerk, overl. ald. 29 mei 1816, dochter 1. Berber Harkes Veninga, geb. Oudkerk 30 dec. 1796. van Atse Sjoerds en Rinske Scheltes. 2. Dieuwke Harkes Veninga, geb. Oudkerk 30 jan. 1808. Uit dit huwelijk: 3. Elbrich Harkes Veninga, geb. Giekerk 1 maart 1811. 1. Atse Sybes, geb. Rijperkerk 25 dec. 1789. 2. Dieuwke Sybes Veninga, geb. Giekerk 10 jan. 1791. III-q. Trijntje Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 7 jan. 1773, wonende 3. Tjeerd Sybes Veninga, geb. Giekerk 22 okt. 1793. Rijperkerk, Giekerk, Oenkerk en Giekerk, overl. ald. 12 maart 1834, tr. 4. Schelte Sybes Veninga, geb. Giekerk 11 dec. 1795. Oenkerk 14 juni 1801 (beiden van Giekerk) Ouwe Taedes Veenstra, [geb. 5. Atse Sybes Veninga, geb. Tietjerk 20 nov. 1798. Bergum 1769], dagloner, arbeider, tapper (1834) en zonder beroep (1846), 6. Johannes Sybes, geb. Tietjerk, 17 juli 1804. wonende Giekerk en Oenkerk, overl. Oenkerk 28 nov. 1846, zoon van Taede Ouwes Veenstra, arbeider, en Janke Aukes. III-n. Arjen Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 12 maart 1761, huisman, Uit dit huwelijk: wonende Rijperkerk, Giekerk en Tietjerk, overl. ald. 12 maart 1831, tr. 1. Taede Ouwes Veenstra, geb. Giekerk 2 febr. 1802. Lekkum 13 okt. 1793 (hij van Giekerk, zij van Miedum) Marijke Wiegers, ged. Miedum 8 maart 1761, overl. Tietjerk 7 sept. 1827, dochter van Wieger Bokkes en Antje Wiegers. Uit dit huwelijk: 1. Wieger Arjens Veninga, geb. Tietjerk 5 juli 1799. 2. Tjeerd Arjens Veninga, geb. Tietjerk 21 dec. 1800.

III-o. Dirk Tjeerds Veninga, geb. Oenkerk 22 nov. 1766, landbouwer, rentenier, wonende Oenkerk, Giekerk, Tietjerk en Rijperkerk, overl. ald. 19 juni 1853, tr. 1. Giekerk 8 mei 1791 (hij van Giekerk, zij van Rijperkerk) Trijntje Jans van der Kooi, geb. Suawoude 10 maart 1769, wonende Suawoude, Rijperkerk en Tietjerk, overl. ald. 4 febr. 1833, dochter van Jan Rypkes van der Kooi en Trijntje Hendriks van der Kooi; tr. 2. Tietjerksteradeel 30 mei 1840 Neeltje Binderts Douma, geb. Oostermeer 15 juni 1797, zonder beroep en renteniersche, wonende Oostermeer, Tietjerk, Rijperkerk, Suameer en Oenkerk, overl. ald. 11 aug. 1868, dochter van Bindert Douwes Douma en Jetske Jans. Zij tr. 2 Tietjerksteradeel 7 april 1855 Wilt Martens Keizer, geb. Nijega (Sm.) 26 juli 1792 , bijker, wonende Nijega (Sm.) en Suameer, overl. Suameer 13 okt. 1862, zoon van Marten Wytzes en Yttje Minnes. Uit het eerste huwelijk: 1. Tjeerd Dirks Veninga, geb. Giekerk 21 maart 1792.

III-p. Harke Tjeerds Veninga, geb. Rijperkerk 28 febr. 1769, boer, arbeider, wonende Rijperkerk, Oudkerk (1804), Giekerk (1811), Roodkerk (1814) en Oenkerk, overl. ald. 1 febr. 1839, tr. Oudkerk 13 maart 1796 (hij van

126 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 127 Afkortingen Veen, W.K. van der, Uit de geschiedenis van de grietenij Ferwerderadeel GA: Gemeentearchief. (Leeuwarden 1958). HvF: Hof van Friesland. Vleer, W.T., De Friese Wassenaars (1963). GJB: Genealogysk Jierboek(je). Vries-van der Werff, J., De geast fan ‘e Lytse Geast (Tietjerk 2010). BIL, FER, FRL, MEN, TIE, WON: af kortingen benamingen Walle, H. de, Friezen uit vroeger eeuwen (Franeker 2007). Zie ook: Nedergerechtsarchieven Het Bildt, Ferwerderadeel, www.walmar.nl/inscripties.asp. , Menaldumadeel, Tietjerksteradeel en Wonseradeel Woudstra, J., De boerderijen van Het Bildt (Leeuwarden 2016). gevolgd door inventarisnummer, folionummer en datum 1ste proclamatie of inschrijving (hypotheekboeken).

Literatuur Anema, J.T., ‘Lambsma, parenteel van Symen Scheltes’, in: Genealogysk Jierboek 2010 211-231. Dijk, J. van, Van Ter Sted tot Olde Stins: een algemene beschrijving van de 56 stemhebbende boerenplaatsen van het dorp Ferwerd, met daaraan toegevoegd aantekeningen over families, ‘Huijsen en Huijssteden’ in het dorp en de toponymie van het dorp (Nunspeet 1987). Douma, A., Kleaster Anjum; skiednis fan it Kleaster Mons Sanctae Mariae, 1256-1580: it kleaster en de kleasterpleatsen (Berlikum 2006). Exoo, G.J., ‘Kwartierstaat van Baukje Maria Spaan’, in: Genealogysk Jierboek 2002 56-98. Haan, H. de, ‘Pleatsen op it sté fan kleaster ‘Foswerd’ ûnder Ferwert’, in: Friesch Landbouwblad 54 no. 16, 19 april 1957. Meer, D. J. van der, ‘Opnij de âlde fraach. Hwer lei ‘Cammingehunderi’?’, in: O. Santema e.a. (red.), Skiednis fan Menameradiel (Leeuwarden 1972) 127-134. Nieuwland, P. en J.A. Mol (red.), ‘Rekken fan de kleasteropkomsten yn Fryslân oer it boekjier 1606/1607, opmakke troch Joannes Henrici Rhala’, in: P.L.G. van der Meer e.a. (red.), Administrative en fiskale boarnen oangeande Fryslân yn de Ier- moderne tiid (Leeuwarden 1993 35-153). Posthumus, W.H., Oh, dy Berltsumers!/ Berltsumer mennisten (2). www.weblink.nl Roarda, R.S., It Algera-Algra skaei 1425-1955 (Ljouwert 1956). Roorda van Eijsinga, J.P.N.L., Roorda: afstammings-overzicht Roorda’s van Klooster-Anjum: (genealogie van Durk Freerks) (Oostburg 1995). Sannes, H., Grafschriften tussen Flie en Lauwers II, Het Bildt (Leeuwarden 1952). Schutte, O. en Y. Brouwers, ‘Kwartierstaat Van der Mey in parentelen’, in: Genealogysk Jierboek 2009 147-307. Veen, J.K. van der, De familie Lelia: een uitgestorven Ternaarder geslacht (1956).

128 genealogysk jierboek 2018 voor- en nageslacht van aechje heres 129 … Kertiersteat fan Titus Brandsma III (Postma) henk zeinstra †

Kertiersteat fan Titus Brandsma III (Postma)

Ynlieding Op 30 maart dit jier is Henk Zeinstra ús ûntfallen, 78 jier âld. Henk wie in beskieden minske mar ek in betûft genealooch en ien fan de bêsten op it mêd fan it âld skrift. Tige sekuer en hiel fêsthâldend, wie hij net benaud om paden yn te slaan dêr’t net folle oaren harren op weagje. Op ferskillende wizen hat Henk him ynset foar de Fryske genealogy. Mear as tweintich jier lang hat hy as ynformant foar Tresoar wurke en sa in wrâld fan minsken holpen mei harren genealogy. Henk stie altyd klear foar oaren. Ek bestjoerlik hat hy syn stientsje bydroegen, sûnt 2000 by it Genealogysk Wurkferbân en dêrneist wie hy mei-oprjochter fan de Grêfskriftekommisje en warber op it mêd fan heraldyk. Yn ’e rin fan ’e jierren hat Henk in ferskaat oan publikaasjes talevere oan it Genealogysk Jierboek. As earste, yn 1981, de genealogy fan it geslacht Hollander fan Hjerbeam, in ûndersyk dat hy de rest fan syn libben hieltyd fierder útdjippe hat. Fierder bgl. oer de famylje Tolsma (1996), de famylje De Nes fan Aldeboarn (2001) en as lêste besoarge hy yn 2017 in samling famyljewapens út 1634 fan Rein Hoytama. Syn grutste wurk wie de kertiersteat fan pater Titus Brandsma, de troch de paus sillich ferklearre fersetsheld út de twadde wrâldoarloch. In mânsk wurk, dat hy dêrom yn fjouwer dielen publisearje woe. De earste twa dielen binne yn 2005 en 2006 yn it Jierboek opnaam. Mei diel trije wie er in moai ein op streek mar dat kealle swier. Henk wie tige kritysk op syn eigen wurk en koe sa mar min ta in ôfrûning komme. De faasje rekke derút. De redaksje hat dat diel trije no bewurke neffens de hjoeddeiske stân fan de wittenskip. De kertiersteat is dus útwreide mar der is ek gâns yn snoeid ûnder ferwizing nei publikaasjes fan de lêste jierren. Dit kear komme de kertieren fan Titus syn pake fan memmekant Anne Sjoerds Postma oan bod. It binne hast sûnder útsûndering r.-k. boeren yn de Fryske Greidhoeke en oanswettende gritenijen. De measten stiene bekend ûnder patronym en sa ek Taede Taedes (kertier 424). Dy syn heit Taede hat twaris troud west en beide froulju wiene widdo fan ek in Taede. Fangefolgen libben der begjin 1600 yn de omkriten fan Wûns tolve Taede-bern, allegearre (heal)bruorren en –susters. Ate Sytses (832) wie boer op kleaster Engwird te , syn soan Sytse hat (de helte fan) dy lannen fan de Steaten kocht. By harren binne

kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 133 wy tsjûge fan it ûntstean fan de famyljenamme Engwerda. Under de 3 Tjitske/Tjitje Annes Postma, berne Boalsert 16 okt. 1849, ferstoarn dêr kertieren fine wy twa tûken út de bekende famylje Wigmana (Genealogysk 26 maaie 1933, begroeven te Blauhûs. Jierboek 1976); ek harren fierdere foarâlden krije hjir harren gerak. En sa Yn 1884 jouwe Titus Hendriks Brandsma, bouboer te Oegekleaster, en Haye komme der yn de kertiersteat benammen foar 1650 ek mear famyljes Michiels Galema, bouboer te Burchwert, oan dat harren skoanheit Anne Sjoerds mei skaainamme yn byld. Wat dat oangiet mei hjir de nije bydrage oan Postma as iennichste erfgenamten neilitten hie syn twa bern, harren froulju de skiednis fan de famylje Hoptilla noch neamd wurde. Tjitske en Gatske, en dat syn neilittenskip bestie út de helte fan it goed dat er yn mienskip hie mei syn húsfrou Baukje Mulder. It ûnreplik goed bestie û.o. út in Oersjoch fan de fjouwer kertieren sate en lannen te Burchwert mei in wearde fan fl. 40.500 en in hûs yn Boalsert mei in wearde fan fl. 2500.2 4 Hendrik Mevis Brandsma (1802-1884) -- III -- 2 Titus Hendriks Brandsma X (1843-1920) 6 Anne Sjoerds Postma, berne Burchwert 13 maaie 1815, slachter te Boalsert 5 Apollonia T.A. (1846), keapman (1862), feekeapman, feehâlder, ek bouboer te Burchwert Terwisscha van Scheltinga (1870, 1877), rintenier Boalsert (1880), tsjerkmaster St. Martinusparochy (1812-1877) Boalsert, stoarn Boalsert 17 jann. 1884, tr. Wûnseradiel 15 maaie 1846 1 Titus Brandsma _____ X Baukje/Baye Jans Mulder (7), berne Skettens 25 april 1824, stoarn Boalsert (1899-1942) 6 Anno Sjoerds Postma 10 des. 1904, dochter fan Jan Jacobs Mulder en Tietje Fokkes Ypma. (1815-1884) By syn trouwen wie Anne slachter yn Boalsert. Yn 1862 ferkeapet er in perseel greide te Wommels fan goed 3 bunder foar fl. 5700, dat er yn 1861 sels kocht hie.3 3 Tjitje Annes Postma X Oant 1864 hat de famylje wenne oan ’e Keallemerk yn Boalsert. Yn ’e foargevel (1849-1933) fan Anne syn pleats, no Kleasterwei nr. 9 te Burchwert, sit noch in stientsje, dat 7 Baukje Jans Mulder jin de bou fan dy pleats foar it neist yn 1863 bybringt. De beide dochters Tjitje en (1824-1904) Gatske hawwe doe de earste stien lein.4

Kertiersteat

-- I --

1 Anno Sjoerd Brandsma, berne Oegekleaster 23 febr. 1881, pater karmelyt Titus Brandsma, profest yn de Oarder fan de Karmeliten 3 okt. 1899, ta pryster wijd 17 juny 1905, heechlearaar yn de mystyk oan de R.K. Universiteit te Nimwegen 1923, ridder yn de Orde van den Nederlandschen Leeuw, ferstoarn Dachau 26 july 1942.1

-- II --

2 Titus Hendriks Brandsma, berne Oegekleaster 19 sept. 1843, greidboer, bouboer (1846) te Oegekleaster, tsjerkmaster fan de St. Martinusparochy Postmapleats (Kleasterwei 9, Burchwert), sette litten troch Anno Sjoerds Postma te Boalsert, ferstoarn Boalsert 31 okt. 1920, begroeven Blauhûs, soan yn 1863; gevelstien mei nammen Tjitje, mem fan Anno Sjoerd Brandsma, en fan Hendrik Mevis Brandsma en Apollonia Theodora Terwisscha van Gatsche, letter troud mei in Galama, foarmem fan de hjoeddeistige bewenners Scheltinga, tr. Wûnseradiel 28 april 1870 Jan Galema, troud mei Trees Hettinga. Foto Maikel Galama.

134 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 135 perseel greide fan goed 2 ha by de Kleasterfeart te Hartwert lâns foar fl. 3800.10 De pleats yn Burchwert sil tenei oan de nije bewenners ferhierd wêze. Yn 1908 keapet Haye Gaeles Galama de pleats foar syn soan Anno Sjoerd.11 Ut dit houlik, berne te Boalsert: Sjoerd (1847), Tjitje (1848), Tjitje (= 3), Gatske (1852), Gatske (1853), Sjoerd (1856), Sjoerd (1857), Gatske (1860, tr. 1879 Haye Gaeles Galama).12

-- IV --

12 Sjoerd Jelles Postma/Posthumus, berne Longerhou, doopt R.K. St. Fransiskus Boalsert 19 des. 1769, koaltsjer (1812), boer te Burchwert, dêr stoarn 11 sept. 1816, tr. Tsjerkwert/R.K. Blauhûs 24/26 april 1812 13 Gatske Taekes de Jong, berne , doopt R.K. Blauhûs 12 nov. 1777, winkelfrou te Parregea (1812), boerinne te Burchwert, dêr stoarn 3 april 1831; tr. 1. R.K. Blauhûs 7 jann. 1801 Thomas Ypes (Yp(e) ma), berne dêr, doopt R.K. Blauhûs 1 sept. 1766, arbeider te Parregea, dêr stoarn 10 april 1811, soan fan Ipe Thomas en Sitske Gerbens; tr. 3. Anne Sjoerds Postma Baukje Jans Mulder Wûnseradiel 7 nov. 1818 Johannes Sjoerds Nota, berne Iemswâlde, doopt R.K. Blauhûs 24 nov. 1772, slachter te Burchwert (1818), letter boer dêr, stoarn Burchwert 4 juny 1847, soan fan Sjoerd Piers en Hiltje Pieters. De nijbou kaam yn it plak fan in pleats oan ’e Kleasterwei, floreennûmer 6/stim 7, Yn 1811 lit Gatske Taekes te Parregea foar Taeke, har soan by Thomas Ypes dy’t ien gehiel foarme hat mei de pleats der fuort neist, floreennûmer 7/stim 8, dy’t Ypema, âld 6 jier, de skaainamme Ypema registrearje. Yn 1812 is Sjoerd Jelles foar 1640 elk in heale stim hiene of tegearre ien.5 Neffens de Schotanusatlas fan 1718 peter fan Waltje, dochter fan syn broer Jelle Jelles Posthumus, slachter te hat der ek mar ien stimhawwende pleats stien, neamd ‘’t Lang huys’.6 It âld stee Burchwert, en Gatske Douwes van der Werf. hie eigendom west fan Yette Jacobs Flapper, troud mei Entje Pieters Miedema, fan Sjoerd Jelles hat boer west op Burchwert floreennûmer 2, in pleats fan 56 pm. Yn wa’t er it erve hat, en letter fan harren bern. De pleats dêrnjonken, no Kleasterwei 1818 is Gatske dêr as widdo noch boerinne, letter Johannes Sjoerds Nota. nr. 7, wie eigendom fan it earmbestjoer fan de St. Martinusparochy te Boalsert. De Bern fan Thomas en Gatske, berne Parregea, doopt R.K. Blauhûs: lêste bewenner fan it âld stee wie Dirk Yettes Flapper,7 dy’t op 12 maaie 1864 nei Siedske (1804), Taeke (1805, tr. 1838 Ymkje Douwes Boomsma), Antje Boalsert ferfear.8 Neffens it befolkingsregister komt Anne Sjoerds Postma op ‘e selde (1807), Antie (1808) en Ype (1809). dei fan Boalsert yn syn plak op nr. 47nk. Dat sil al it nije stee west hawwe, dat Bern fan Sjoerd en Gatske: Jelle (1813, tr. 1840 Reinskje Reins Miedema), blykber itselde nûmer krigen hat. Hy wenne doe net sa fier mear fan it plak dêr’t Anne (= 6), Sjoerd (1816, boer Kûbaard, tr. 1. 1844 Marijke Wybrens van er sels berne wie. Yn 1862 hie Anne yn it Hof van Holland te Boalsert de sate mei der Meer; tr. 2. 1858 Jetske Yeps Ypma, widdo Paulus Douwes Andela; tr. boerehuzinge, skuorre, hiem en goed 15 bunder lân yn ’e mande mei Lieuwe Sjoerds 3. 1869 Tjerkje Obes Ypma). Mensonides, boer ûnder Burchwert, kocht fan de erven Flapper, wêrby’t in perseel Bern fan Johannes en Gatske: Hille/Hylke (1819, tr. 1843 Oeke Hyltjes fan goed 1 bunder ornearre wie foar Mensonides. Yn de keapkontrakten fan 6/7 van der Zee).13 part op 12 juny en fan 1/7 op 17 july waard festlein dat de hieroerienkomsten mei de Nei it ferstjerren fan Oeke Hyltjes van der Zee yn 1870 is der in boelskieding fan brûkers op dat stuit bekrêftige waarden. Fuort dêrop sil úteinset wêze mei de bou in boerepleats en lannen te Wytmarsum, tusken de bern út it earste houlik fan har fan de nije pleats en hat der in werferkaveling plak fûn, wêrby’t nije sleatten groeven man Durk Andries Siemensma mei Waltje Sjoerds van de Werf, har eigen bern by en de perselen fernûmere waarden. Yn 1865 wie dat allegearre al yn tichte fetten.9 har earste man Hille Johannes Nota en har twadde man Durk Andries Siemensma, Oant maaie 1877 hawwe Anne en Baukje yn Burchwert buorke. Dan geane hja as wêrby’t har skoansoan Klaas Douwes Brandsma te Greonterp en Anne Sjoerds rinteniers nei Boalsert werom. Der wurdt boelguod hâlden fan fee en boerereau, Postma te Burchwert, healbroer fan har earste man, as fâden fan Hiltje, Jan en dat fl. 3490 opbrocht hat. Yn 1880 keapet Anne as rintenier te Boalsert noch in Taeke Hilles Nota, de jongste bern fan har earste man fertsjintwurdigje.14

136 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 137 -- V -- Yn 1812 is Antje noch meter fan Taeke, soan fan har soan Gerben Taekes de Jong, doopt te Warkum. 24 Jelle Sjoerds, berne foar 1725, húsman te Longerhou (1761), dêr stoarn Bern fan Taeke en Gritie, doopt R.K. Blauhûs: Sybrant (1752), Gatske 28 juny 1797, tr. Wûnseradiel/R.K. Makkum 31 jann./1 febr. 1761 (1753), Ide (1756). 25 Trijntje Jelles, fan Longerhou, berne te Arum, doopt R.K. Boalsert St. Bern fan Taeke en Antje, berne te Greonterp: Gatske (= 13), Marsen (1779), Fr. 24 july 1732, stoarn Burchwert 3 sept. 1806. Sybren (1781, tr. 1812 Popke Iedes Iedesma), Gerben (1783, tr. Iemkje Yn 1758 en noch yn 1788 wie Jelle meier fan Longerhou stim 8, in pleats mei 56 Martens). pm lân. Yn 1770 wie er ien fan de seis erfgenamten fan syn mem, Sjoerd Sjoerds’ Bern fan Johannes en Antje, doopt R.K. Blauhûs: Harmen (1787), Wybe widdo te Boalsert. (1788), Matsen (1789), Vrouk (1790), Vroukien (1791), Matsen (1792), Neffens in testamintêre disposysje fan syn broer Sjoerd Sjoerds (senior) fan 27 Vroukien (1794), Ruerd (1798). okt. 1762 waard Jelle op 23 okt. 1771, dan húsman te Longerhou, mei Jan Piers, húsman te Turns, beneamd as kurator oer syn soan Sjoerd Sjoerds de jonge, âld -- VI -- 9 jier. Op 17 febr. 1780 wurdt Pytter Annes, wolkjimmer te Boalsert, beneamd as kurator ad actum, om de weesrekken fan Jelle Sjoerds op te nimmen.15 48 Sioerd Sioerds, berne om ende by 1682, te Longerhou (1703, 1706), De bern binne allegearre berne te Longerhou, mar komme yn ’e húsman dêr (1708), (1713) en wer Longerhou (1716), stoarn doopboeken foar op trije ferskillende plakken. Fetje, Boukje, Sjoerd, Longerhou/R.K. Makkum 24 april 1725, tr. Wûnseradiel 19 maaie 1706 Jetske en Jelle yn de staasje St. Fransiskus te Boalsert. Fan harren 49 Jetske Rinnerts, berne Penjum om ende by 1683, boerinne Longerhou komme Sjoerd en Jelle ek foar yn it doopboek fan Makkum, dêr’t de (1728, 1758), stoarn Boalsert 1770. pastoar by de ynskriuwing by set dat Sjoerd troch pastoar Van Gorp te Haye Rintjes en Lysbet Sjoerds, troude lju te Longerhou, en Sjoerd Sjoerds ek Boalsert doopt wie en Jelle troch pastoar Bolmer dêr. Pier waard doopt dêr, mearderjierrich troch in ferliening fan venia aetatis fan it Hof fan Fryslân, yn de staasje St. Martinus te Boalsert, mar stiet ek yn it doopboek fan liene yn 1703 500 cg fan (harren omke) Gosen Pyters, húsman te Easthim, mei as Makkum, wylst de twadde Fetje allinnich yn Makkum foarkomt. Yn ûnderpân harren oanpart yn de sate en lannen te Easthim of earne oars, dy’t hja folchoarder: Fetje (1761), Pier (1763, tr. Yf ke Ypkes Ypma), Boukje (1766), fan harren beppe (Jildu Pytters) urven hiene. De akte waard royearre yn 1712.17 Fetje (1768), Sjoerd (= 12), Jetske (1771, tr. Hessel Sierks Rolsma), Jelle Yn 1708 is Sjoerd meier fan Longerhou stim 6, dy’t er hierde fan Mathijs (Postma/Posthumus 1774, tr. 1811 Gatske Douwes van der Werf). Geithoorn nomine uxoris te Makkum foar de helte en syn skoanmem Fetje Jans 26 Taeke Sybrens, berne Aldegea (W), doopt R.K. Blauhûs 7 sept. 1725, boer foar de oare helte. Mathijs wie troud mei Sybrigh Rinnerts Rollema, healsuster te Greonterp en Tsjerkwert, stoarn Tsjerkwert 6 jann. 1784, begroeven fan syn frou. Yn 1718 hawwe deselde eigeners in oare meier. Sjoerd fine wy yn te Blauhûs, tr. 1. R.K. Blauhûs/ Wûnseradiel 17/19 juny 1751 Gritie Iedes 1713 werom yn Wolsum, dêr’t yn 1713 in dochter Siuke berne wurdt. Yn 1716 (Ydema) te , dochter fan Iede Sickes; tr. 2. Wûnseradiel/R.K. set Sjoerd Sjoerds fan Wolsum him wer yn Longerhou nei wenjen, dêr’t er foar Blauhûs 10/12 aug. 1776 1000 g oanslein wurdt yn de fermogensbelesting.18 Op 7 sept. 1716 wurdt Sjoerd 27 Antje Wybes, berne Parregea, doopt R.K. Blauhûs 26 des. 1755, stoarn Sjoerds, dan wer húsman te Longerhou, beneamd as kurator divisionis oer de Warkum 22 nov. 1814, tr. 2. Wûnseradiel 29 jann. 1785 Johannes Harmens bern fan syn neef fan memmekant Pytter Hessels en Bauckien Gerbens Bolta.19 Bootsma, trekskipper en boer te Boalsert en Warkum. Yn 1718 is er dêr meier fan de tsjerkepleats (stim 9) en stiet syn hantekening Yn 1768, 1778, 1788 wurdt Taeke Sybrens as ien fan de fiif erfgenamten fan syn ûnder it stimregister fan Longerhou. Yn 1728 en noch yn 1748 is Jetske Rinnerts heit Sybren Gosses neamd as eigener fan 1/5 part fan Bangemasate (stim 12) te meierske fan Longerhou stim 3, yn 1758 op Longerhou stim 4. Neffens de kohieren Easthim. Syn oanpart giet tusken 1788 en 1798 oer yn hannen fan syn sweager fan de personele belesting giet hja yn 1760 nei Boalsert. Bauke Durks, papist, dy’t yn 1768 al 2/5 part yn besit hie. Yn 1764 ferkeapet Sjoerd Sjoerds, húsman te Longerhou, as lêsthawwer fan syn Yn 1785 wurde pake Wybe Gerbens, húsman te Tsjerkwert, Gosse Sybrens, mem Jetske Rinnerts te Boalsert, in huzinge en hiem te Sleat yn de Dûbelstrjitte húsman te Tsjerkwert en Ype Willems, húsman te Parregea, beneamd as súdside, bewenne troch Jan Jacobs, foar 50 cg oan Klaas Martens Nieuwenhuis.20 kuratoaren oer Gatske 7, Sybren 3 en Gerben Taekes, âld 1 jier, bern fan Antje Yn 1768 wenne Sjoerd Sjoerds’ widdo op de Zuider-Haitzebaan te Boalsert, Wybes, widdo fan Taeke Sybrens te Tsjerkwert, op fersyk fan de mem yn ferbân dêr’t hja yn 1770 ferstjert. Har fermogen fan 600 cg giet yn seis skiften nei har mei har houlik mei Johannes Harmens, Harnzer trekskipper te Boalsert.16 erfgenamten, dy’t elk 100 cg krije.

138 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 139 Bern: Jildu (tr. 1728 Jan Piers), Sjoerd (Sjoerds senior, tr. 1760 Tryn Blauhûs: Klaeske (1720, tr. 1740 Gosen Gerbens), Minke (1722, tr. 1748 Annes), Jelle (= 24), Rinske (tr. 1751 Claas Jacobs), Siuke (1713, tr. 1739 Bauke Durks), Trijntje (1723), Taeke (= 26), Yf ke (1727, tr. 1748 Lolle Eelkes). Lieuwe Ypes), Jarig (1715), Sioert (Sioerts junior Post(hu)mus/Postema, 54 Wybe Gerbens, berne Tsjerkwert, doopt R.K. Blauhûs 9 des. 1725), nei alle gedachten ek Fetje (1745 meter). 1714, húsman, te Boalsert (1755), Tsjerkwert, Parregea, Tsjerkwert en 50 Jelle Annes, te Arum (1730, 1731, 1732), húsman te (1733), húsman Greonterp, stoarn dêr om ende by 1795, tr. 2. Wûnseradiel 14 juny 1788 te Tsjerkwert (1738, 1742, 1745, 1746), te Dedzjum (1746), tr. R.K. Jirnsum/ Mayke Harmens, fan Greonterp, widdo fan Harmen Ages Ruurda; tr. 1. Wûnseradiel 7/11 febr. 1730 R.K. Blauhûs 11 febr. 1755 51 Baukje Egberts, fan Raerd. 55 Martjen Nannes, berne Hieslum, doopt R.K. Blauhûs 31 jann. 1713, Earstoan wenne de famylje noch te Arum, wat letter te Raerd. stoarn Parregea om ende by 1781; tr. 1. Wûnseradiel 31 maart/R.K. Op 22 maaie 1733 waard te Reduzum it stjerhûs fan Jelle Egberts, man fan Blauhûs 1 april 1731 Willem Ypes, fan Tsjerkwert, húsman dêr, stoarn Rinske Sjoerds, beskreaun. Rinske wie wer troud mei Harmen Radbodus, foar 31 maart 1754, soan fan Ype Willems en Grietie Lieuwes (ek ûnder húsman te Reduzum. Op fersyk fan de mem nimme Claes Eiberts, húsman te 218). , en Jelle Annes, húsman te Raerd, de kuratele oer harren bern Eibert, Yn 1749 is Wybe Gerbens ‘vrijgesel, wint de kost’ te Boalsert; 1762 te Tsjerkwert; Sjoerd, Marten en Akke Jelles op har.21 oant 1781, as Martsen stjert, te Parregea, dan Tsjerkwert oant 1788, wannear’t Yn 1736 wie Bauck Jelles meter fan Lisabeth, dochter fan har broer Claes Egberts, er boasket mei Maijke Harmens, dêr’t er om 1795 hinne stjert. berne te Tersoal. Martjen Nannes wie kollatrise fan it Albadaleen.24 Yn 1738 is Jelle meier fan de stimhawwende pleats Tsjerkwert 28 mei 104 pm lân, Bern, doopt R.K. Blauhûs: Antje (= 27), Grietie (1727, tr. Siebe Suwkis dy’t er hiert fan de widdo van Reiner Jans (Buwalda) foar 7/8 en fan Sioukien Homminga), Gerben (1759). Homminga foar 1/8. Yn 1742 lient Jelle 100 cg fan de bruorren Hisse en Gurtsen Jentjes te Aldegea -- VII -- (W). De akte wurdt 22 febr. 1755 registrearre.22 As der yn 1745 boelguod hâlden wurdt yn it stjerhûs fan syn mem ûnder Boalsert, dan wennet er noch as húsman 96 Sioerdt Pytters, te Westhim, tr. foar 1667 te Tsjerkwert. 97 Jildu Pytters, widdo te Westhim 1687. Bern, berne Arum, doopt R.K. Boalsert St. Fransiskus: Catharina (1731), Yn 1669 lient Wen Albertsdr, widdo Haringh Gerckes, te Abbegea, 100 gg fan Trintie (= 25); doopt R.K. Jirnsum: Anne (1735); berne Tsjerkwert, doopt Sioerdt Pytters en Jildu Pytters te Westhim.25 R.K. Blauhûs: Egbert (1737), Egbert (1738), Liesbet (1740), Idtske (1743). By de ynventarisaasje fan it stjerhûs fan dochter Siuke, troud mei Obbe Meyes te 52 Sybren Gosses (Engwerda), berne Poppenwier om ende by 1674, Westhim op 9 sept. 1696, stiet har broer Sioerd noch ûnder fâdij fan omke Gosen húsman te Aldegea (W), stoarn foar 1733; tr. R.K. Blauhûs 12 sept. 1718 Pyters; suster Lysbet is dan frou fan Haye Rinties. Om’t Siuke gjin bern neilitten 53 Gatske Jans, fan Aldegea, stoarn 1738/40. hie, wiene Sjoerd en Lysbet ab intestato elk foar de helte har erfgenamten. Yn 1725 liene Sybren Gosses en Gatske Jans te Aldegea 500 cg fan Dirck Poppes, Op fersyk fan Gosen Pyters en yn presinsje fan beppe Trijntie Pyters wurdt it húsman te Gaast, ta betelling fan in reversaal troch Sjoerd Gatses neffens stjerhûs beskreaun. Under it sulver in fiiftal stikken mei de inisjalen fan Sjukes kwitânsje en sesje fan Trijntie Gerbens, widdo fan Claas Sjoerds te Babuiren. âlden (S:P: J:P:), dêrby in sulveren kroes út 1667, fjouwer sulveren leppels út 1669 As ûnderpân nimme hja de lannen yn de Sinsmar, dêr’t hja it neamd reversaal en in koker mei sulveren beslach mei de namme fan har mem. It âldste sulver, fan passearre ha.23 te witten twa heakken mei de nammen Aef ke Pijters en Aef ke Sioerdts, wie fan Yn 1728 is Sybren Gosses eigener en meier fan Aldegea (W) stim 12, súd fan de 1657 en 1663. Under it ûnreplik goed 2/5 fan 1/5 part fan 8 pm lân ûnder Drylts Atzebuirstermar en noard fan Sipkemar, alhiel grut 50 pm. Hy sil de hiele sate en lyk sa’n part fan in heale huzinge te Drylts, dat allinnich Sjuke takaam.26 nei 1718 kocht ha. Dat jier wie Jan Taedes mei Dirck Poppes noch eigener fan 1/3 Bern: Siuke (tr. Obbe Meyes te Westhim), Liesbeth (tr. Haye Rinties te part, wylst Claas Sjoerds’ widdo doe meierske wie. Yn 1738 binne Sybren Gosses’ Parregea), Sioerd (= 48). erfgenamten eigeners en brûkers. 98 Rinnert Hessels, berne 1633, mr. bakker te Penjum, stoarn 1684, tr. 1. Yn 1733 wurde fâden oansteld oer de fiif bernsbern fan Jan Taedes (106), dat Wûnseradiel 14 okt. 1667 Riemcke Siercks, fan Boalsert; tr. 2. Wûnseradiel kinne oars net as de bern fan Gatske Jans west hawwe. 6 july 1672 Jetske Piers Longerhou; tr. 3. Wûnseradiel 29 jann. 1681 Bern: Gosse (tr. 1742 Vrouk Johannis); berne te Aldegea, doopt R.K. 99 Fetje Jans, fan Penjum, wennet dêr 1681, 1686; te Makkum (foar 1701),

140 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 141 Longerhou (1701, 1728), stoarn nei 1728; sy tr. 2. Wûnseradiel 16 jann. opbringst kaam totaal op 3510 cg-9-0, nei ôftrek fan kosten op 3120 cg-10-12. 1686 Jelle Piers, grutskipper te Makkum (1689), berne om ende by 1652, Pytter Annes folget syn mem op as brûker fan de pleats ûnder Boalsert.33 Murk stoarn foar 1700/1701, soan fan Pier Jelles te Longerhou. Annes ûnder Boalsert, Jelle Annes, húsman te Tsjerkwert, Hidde en Pytter Yn 1684 wurdt der ynventarisearre by Rinnert Hessels, bakker te Penjum. By Annes, húslju ûnder Boalsert, en Lolle Joosten en neamde Hidde as fâden Jetske Piers hie er in dochter Sybrigh en by syn widdo Fetje Jans in dochter oer de bern fan Frouk Annes by Douwe Scheltes tekenje foar ûntfangst fan de Jetske. Noch earder sil er troud west hawwe mei in Riemcke Siercks. Neamd opbringst. wurdt in keapbrief fan de bakkerij d.d. 14 maaie 1668. Sybrich erve lân ûnder Bern: Murk (tr. 1721 Lysbet Pieters fan ), Jelle (= 50), Hidde (tr. Longerhou.27 1726 Ymckien Jans fan Arum), Pytter, en Frouk Annes (tr. 1721 Douwe Yn 1689 oerlizze de erfgenamten fan Taackle Hessels, yn libben te Penjum, in Scheltes fan Burchwert). omke, Frans Hessels te Mullum en Jelle Piers, grutskipper te Makkum, harren 102 Egbert Jelles, boer te Raerd, stoarn foar 1718, tr. om ende by 1690 weesrekken fan aug. 1685 ôf oer Sybrigh en Jetske Rinnerts.28 103 Lysbeth Sickes, berne om ende by 1662, widdo te Raard 1718, 1728. Yn 1701 wurdt Jelle Piers’ widdo, ynkommen fan Makkum, te Longerhou foar Yn 1708 is Egbert Jelles meier fan in pleats te Raard mei stimnûmer 25 en 113 2300 g oanslein yn de fermogensbelesting.29 Yn 1708 komt hja foar it earst foar as pm lân, dy’t er hierde fan jonker Pibo van Albada; eigener yn 1718 is jr. Oene eigener fan de helte fan Longerhou stim 6 en as eigener/brûkster fan Longerhou Andreas van Albada. stim 8. De oare helte fan stim 6 wie fan har styfdochter Sybrigh, troud mei Yn 1722 wurdt by dekreet de treftige sate Ynthahuis te Raard ferkocht, stimnr. Mathijs Geithoorn. 25, mei 118 pm lannen, brûkt troch Lysbeth Sickes, widdo fan Egbert Jelles, dy’t Bern fan Rinnert en Jetske: Sybrich Rinnerts Rollema (tr. 1. 1697 Age oant 1725 rjocht op de hier hie. Keaper waard Fedde Wybes Buma foar 10885 Rinnerts Winia, smakskipper,30 fan Makkum; tr. 2. 1700 Douwe Watses, gg-14-0.34 Hamboargerfarder; tr. 3. 1704 Mathijs Cornelis Geithoorn, apothecarius; Yn 1728 hiert Egbert Jelles’ widdo de pleats fan Fedde Wybes’ erfgenamten. tr. 4. 1726 Johannes Hoytes, fan Sleat). Bern fan Rinnert en Fetje: Jetske Egbert Jelles hie kurator west oer Jancke Claases silger, mem fan Rinnert Wigles (= 49). Bern fan Jelle en Fetje: Pier, Jan (op Donia te , tr. 1727 te Boalsert. Hy hie nea de administraasje byhâlden of in rekken oerlein. As Ymk Pieters) en Maycke Jelles. erfgenamt fan syn mem besiket Rinnert yn 1746 gerjochtlik soks noch foarinoar 100 Anne Jelles, húsman ûnder Boalsert (1708, 1713), stoarn tusken 1713 te krijen en dat slagget ek. Egberts erfgenamten, mei namme syn dochters en 1715, tr. Berber, Baukjen en Antie, soan Claas en de widdo fan Sicke Egberts, moatte 101 Trijntje Murcks, ûnder Boalsert, boerinne dêr (1715, 1738), stoarn der mei rêde. Baukjen wennet dan mei har man Jelle Annes te Tsjerkwert, mar 1745. neffens it fûnis dat op 13 desimber fan dat jier útsprutsen wurdt, wennet Jelle Neffens it floreenkohier fan Boalsert wie Anne yn 1708 brûker fan in pleats dan te Dedzjum.35 mei 70 pm lân te Boalsert, noard fan de Hartwerter feart, dy’t er hierde fan it Bern: Jelle (te Reduzum, tr. 1. foar 1719 Acke Bades; tr. 2. omtrint 1725 Gasthús fan Boalsert. Yn 1713 buorket er dêr noch, mar fan 1715 ôf hiert syn Rinske Sjoerds), Sicke (tr. 1725 Diuke Pyters), Berber (tr. 1729 Andries widdo de pleats. Dirks te Oegekleaster), Baukjen (= 51), Antie, Claas (te Tersoal, tr. 1730 Trijntje wurdt gauris neamd as meter fan har bernsbern, yn aug. 1722 yn Reahûs Jeltie Rinties). foar it earst as widdo Anne Jelles en op 28 april 1734 dêr ek folút as Trijntje 104 Gosse Ates, fan Wurdum (1666), bakker en húsman dêr en Murcks, widdo Anne Jelles. te Poppenwier, stoarn Poppenwier 1693/1694; tr. 2. grifformeard Yn 1728 wie hja eigeneres fan in fjirdepart fan Idzegea stim 16, in pleats dy’t Poppenwier 10 aug. 1679 Hinke (Rints) Murx, stoarn Poppenwier foarhinne eigendom wie fan (har mem) Mirck Sybrens’ widdo. Dat oanpart stiet 1696, dochter fan Mirck Hoytes en Mints Lolckes; tr. 1. Baarderadiel/ yn 1738 op namme fan har soan Pieter, dy’t it yn 1752 ferkeapet oan (syn neef) Ljouwerteradiel 3/22 des. 1666 Murk Sybrens.31 105 Meins Janties, fan Weidum. Neffens testamintêre disposysje fan Trijntje fan 27 nov. 1737 wurde Hidde Yn 1668 keapje Gosse Ates en Meins Janties in huzing en bakkerij te Poppenwier Annes en Lolle Joostes, beide húslju ûnder Boalsert, op 25 okt. 1745 beneamd as mei ark, ‘toonbanck ende winckelwaren’ en in snikskip fan Lieucke Tiercx kuratoaren oer de bern fan har dochter Frouk Annes by Douwe Scheltes.32 Op 6 Abbema en Ulckien Renici Idsinga foar 960 gg.36 nov. 1745 wurdt der boereboelguod hâlden yn it stjerhûs fan Trijntje, ferstoarn Yn 1680 makket Jantie Gerrits te Weidum, pake fan Ate, Outger en Sybren, de ûnder Boalsert. Der wurde û.o. 14 kij by opbod it stik ferkocht, en 35 aden. De bern fan Gosse Ates, bakker en keapman te Poppenwier, by Meins Janties, in

142 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 143 skieding mei de heit dy’t wer troud is mei Hincke Mircx. De bern komt 525 gg ta; Yn 1697 keapje Jan Taedes en Claaske Gerbens te Aldegea lân te Longerhou.45 Ate Gosses rekkenet ôf op 10 maaie 1693.37 Jan Teedes te Aldegea is yn 1698 eigener fan Aldegea stim 13 en fan in part fan Yn 1685 stiet Gosse Ates de predikant Joannes Althusius by yn dy syn kwestje mei Folsgeare 20 en Wommels 4. Yn 1708 is hy ‘bekans voor het geheel’ eigener fan Sibren Douwes oer taksaasje fan de huzing op de pastorijlannen.38 Longerhou 4, ek hat hy besit yn Aldegea stimmen 23 en 12. Yn 1694 wurdt Gerryt Janties, keapman te Snits, oansteld as fâd oer Outger, Yn 1698 keapet Jan Taedes te Aldegea by dekreet 7 pm lân yn in sate te Wommels yn syn 23ste, en Sybren, yn syn 21ste, bern fan Gosse Aettes silger.39 Dan wurdt (stim 4), brûkt troch Aate Yntes, fan de widdo en bern fan Gosse Ulbes (Sippens).46 ek Gosses neilittenskip beskreaun; widdo Rints Murx komt op foar har bern Yn 1711 wurde Jan Taedes te Aldegea en Willem Sikkes ûnder Nijlân oansteld as Mincke, Mins, Sieucke en Tietscke Gosses. Der is in sulveren kroes, tekene mei fâden oer Jan, Akke en Sjouke Pytters.47 de letters S.B. en B.H. Under de huzing te Poppenwier wurdt 75 pm pastorijlân Yn 1716 wurdt Jan Taedes, húsman te Aldegea, oansteld as kurator oer Claas brûkt. Der wiene in hynder, 14 kij, hokkelingen en einen.40 Jans, soantsje fan Sjuw Fopkes silger by Jan Clases.48 Op 2 maart 1696 wurdt te Poppenwier de neilittenskip fan Hincke Mirx beskreaun. Yn 1733 is Jan Taedes stoarn. His Ages en Meye Obbes, húslju te Aldegea en Pytter Jansen, húsman dêre, is kurator oer Mincke, yn har 16de, Mins, 13de, Westhim, wurde dan oansteld as fâden oer syn fiif bernsbern. Fecke Lieuwes, Sieucke, omtrint 9, en Tietske, yn har 7de. Der is û.o. in sulveren ûnderriem, húsman te Gaast, lit him ferûntskuldigje om’t er al trije fâdijskippen waarnimt.49 tekene Feyck Mircx 1663 en in sulveren koker, tekene mei F.M.D. anno 1669.41 Bern fan Jan en Claeske: Trijntje (tr. 1708 Fecke Lieuwes te Gaast), Gatske Yn 1702 wurde Sierck Wybbes, kûper te Poppenwier, en Ate Gosses, húsman te (= 53); bern fan Jan en Jeltie: Sybrant (tr. 1731 Geertie Hielkes (Overmeer)), Friens, oansteld as fâden oer Mencke, yn har 22ste, Mentie, 20ste, Sioucke, 17de, en, doopt R.K. Blauhûs: Klaaske (1712), Rimcke (1721, tr. 1749 Jetse Feikes). en Tietske, 13de, bern fan Gosse Ates by Hincke Mirckx, om de rekken fan Pyter 108 Gerben Taeckes, fan Greonterp (1714), húsman te Tsjerkwert, tr. Jansen op te nimmen. Yn 1704 op ’e nij fâdijstelling, Ate Gosses is dan bakker en Wûnseradiel/R.K. Blauhûs 20/24 jann. 1714 keapman te Poppenwier.42 109 Antje Wybes, fan Tsjerkwert. Bern, út it earste houlik: Ate (tr. 1692 Sioerdtie Sytses), Outger (1672, tr. Gerben Teekes folget syn skoanheit op as meier fan Tsjerkwert stim 20. Yn 1758 1701 Antie Claessen), Sybren (= 52); út it twadde houlik: Mencke (1681, wurdt er dêr noch neamd as meier. Gerben en Akke Teekes hawwe dan tegearre tr. 1703 Inte Wybbrens), Mentie (1683), Syeucke (1686, tr. 1720 Douwe 9 pm lân yn dizze sate . Stapert), Tietske (1690). Yn 1733 is Gerben peter fan Martinus, soan fan syn broer Teeke, doopt te Boalsert. 106 Jan Taedes, húsman te Folsgeare, Aldegea (W), boekhâlder parochy Yn 1749: Gerben Taekes, lyts boer te Tsjerkwert mei in fermogen fan 500cg. Blauhûs 1707, 1731, stoarn 1733; tr. 2. R.K. Blauhûs 1 febr. 1711 Jeltie Yn 1777 en ’78 is Wybe Gerbens fâd oer Gerben, soan fan Bauke Gerbens te Sybrants; tr. 1. R.K. Reahûs 16 febr. 1682 Dedzjum.50 107 Claeske Gerbens, fan Hidaard (1680), ferstoarn foar 1711; tr. 1. Bern: Antie (1714), Wybe (= 54), Sioert (1714), Bauke (1716, tr. Janke Jeltes, Hinnaarderadiel/R.K. Reahûs 1 sept. 1680 Sjoerd Hayes, ferstoarn neiteam Wagenaar), Teeke (1718), Antie (1720), Lolk (1721, tr. Douwe Folsgeare/R.K. Reahûs 26 febr. 1681. Douwes (van der Werf)), Teeke (1723), Taeke (1724), Ysk (1724), Hylke (1727). Yn 1683 keapet Jan Tedes te Folsgeare it oandiel fan de pleats dêr’t hy wennet 110 Nanne Ottes Jelbema, berne om ende by 1678, fan Wytmarsum (1711), fan Douwe Douwes, skipstimmerman te Drylts, fanwge syn frou Feyck Hayes húsman te Longerhou, Hieslum en Wytmarsum, stoarn Filens ûnder foar 339 cg; yn 1684 ferkeapet Claaske Gerbens te Aldegea, frou fan Jan Tedes en Wytmarsum 1730; tr. 2. Wûnseradiel/R.K. Blauhûs 16/25 juny 1714 Acke erfgenamt fan har eardere man Sjoerd Hayes, de folsleine pleats oan Geert Geerts Sybrens, dochter fan Sybren Feites en Tetje Doekes; tr. 1. Wûnseradiel en Frans Michiels Staak, koekebakkers te Snits, en Foeke Hoytes, ûntfanger fan 9 maaie 1711 , foar 650 gg.43 111 Martjen Sybrands. Yn 1696 keapje Jan Taedes en Claeske Gerbens te Aldegea 1/12 fan in pleats te Yn 1730 wurdt omke Sjouke Sybrens, húsman te Wytmarsum, oansteld ta fâd Longerhou fan 78 pm fan Tjallingius , keapman te Snits, foar 450 cg oer Martjen Nannes, 17 jier, en wurde omke Claas Ottes Jelbema, lânmjitter te en yn 1699 jitris 1/12 fan dy syn suster Claeske Longerhouw, frou fan Bernardus Boalsert, en oantroude omke fan memmekant Taeke Taekes, húsman te Idzegea, Banninck te Swol, foar in selde bedrach. De oare parten binne dan fan Schelte en fâden oer Doodtje, omtrint 14, Grietje, yn har 13de, Jetske, 11de, en Sybren Ynske Taedes c.s.44 Nannes, yn syn 8ste, de bern fan Nanne Ottes Jelbema út twa houliken.51 Tjallingius en Claeske Longerhouw binne de bern fan Aleph Taedes Dêrnei wurdt te Fylens ûnder Wytmarsum de neilittenskip beskreaun fan Nanne (ûnder 424). Ottes Jelbema op fersyk fan de kuratoaren fan syn bern by Martjen Sybrens en by

144 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 145 Acke Sybrens.52 Beskreaun wurdt sulver mei de letters O.C. 1666 en berteleppels 197 Swob Wytses Rollema, stoarn Penjum 1661. fan dochter Jetske, berne 8 aug. 1719, en soan Sybren, berne 25 okt. 1722. Fierder Sjoch foar harren fierder HM 43213.2. akten út 1711 en ’12 oer de neilittenskip fan Otte Claeses Jelbema. Yn 1632 is Hessel Feytes, boer op Rypster sate te Penjum (42 pm grut wêrfan 8 pm Bern, út syn earste houlik: Martjen (= 55); út syn twadde houlik: Doodtje eigen lannen), op ’e nij troud mei Swobbe Wytsedr Rollema. By de skieding komt (1716, st. Boalsert 1767), Grietje (1718), Jetske (1719, tr. 1748 Douwe pake Saecke Lolles te Burchwert op foar de bern Attie, yn har 12de, en Feyte, yn Hendriks), Sybren (1722, st. Boalsert 1746). syn 6de, by de earste frou Griet Saeckedr.56 Yn 1640 wie Hessel Feytes meier fan in pleats mei stimnûmer 29 te Penjum, dy’t -- VIII -- er hierde fan Hendryckjen Joost Cluyters, widdo te Boalsert. Yn 1653 wurde de omkes Dirck Rinses en Feyte Hessels oansteld as fâden oer 192 Pytter Sioerds, te Westhim 1640, 1658, tr. Grytie Wopkes, yn har 8ste, dochter fan Aecke Wopkes, stoarn te Mullum.57 193 Siuw Sybrens. Yn 1663 presintearret Harmen Wytzes Rollema de weesrekken sûnt 11 maart Yn 1640 wie Pytter Sioerds meier fan Westhim stim 10. Yn 1698 is Obe Meies, 1661 oan Rinnert, Lieuwe, Taeckle, Grietje en Frans Hessels, bern fan syn suster man fan bernsbern Siuke Sjoerds, dêr meier. Swob, ferstoarn te Penjum, widdo fan Hessel Feytes. De hústaksaasje, te beteljen Yn 1656 binne Poppe Taedes foar himsels en as heit fan syn bern by Hismoer troch de lânhear, kaam op 1512 gg-2-8 mar der wie ek in útjeftepost fan 108 gg Hoites 100 gg skuldich oan Pytter Sioerds en Siuw Sybrens, dy’t hja 1 maaie 1657 oan proseskosten yn ferbân mei de taksaasje fan it hûs en de skuorre troch it Hof.58 werombetelje sille. Yn 1658 binne Poppe Taedes en Trijntie Agges, troude lju te Bern fan Hessel by Griet: Acke (tr. 1644 Wopke Claessen), Feyte (tr. 1654 Aldegea, nochris 200 gg skuldich oan Pytter Sioerds en Siuw Sybrens, troude lju Tett Birdes); by Swob: Rinnert (= 98), Lieuwe (1636), Taeckle (1639, tr. (2.) te Westhim.53 1678 Reynsck Pybes), Griet (1642), Frans (1644). Ien soan bekend: Sioerdt (= 96). 198 Jan N., tr. 194 Pytter Gosses, berne om ende by 1597, te Easthim, stoarn 30 juny 199 Maycke Jans. 1653, tr. Yn 1681 jout Maycke Jans it houlik fan har dochter Fettie mei Rinnert 195 Trijntje Epes Bangama, berne om ende by 1610, wenjend te Easthim, Hessels by it gerjocht fan Wûnseradiel oan. stoarn dêr op 6 juny 1701, likernôch 91 jier âld. 200 Jelle Annes, berne om ende by 1631, fan Hidaard (1659), te Nijlân (1665), Pytter en Trijntje binne begroeven by har âlden ûnder de Bangamasark fan Aldekleaster (1682, 1687), op Boalserter Nijlân (1685), en Nijlân (1698, 1707), Easthim. ferstoarn R.K. Reahûs 22 maart 1720,59 tr. Hinnaarderadiel 29 april 1659 Op 26 april 1675 komt beppe Trijntje Ippis, widdo fan Pytter Gosses te Easthim, 201 Grietje Dirks, fan Easterein (1659). assistearre troch har soan Ippe Pytters, op foar Jancke, 11, Pytter, 9, en Oene, Yn 1665 liene Jelle Annis en Gryttie Dirxdr te Nijlân 500 gg fan Auck Pyttersdr, 7, de weesbern fan Entje Pytters by Jelle Gosses, dy’t op ’e nij troud is mei Acke widdo fan Jan Thomas, te .60 Rouckisdr.54 Yn 1682 assistearret Jelle syn al mearderjierrige skoansoan Hille Claesen, as dy Op 7 febr. 1687 makke Trijntje Epes Bangma te Easthim,widdo fan Pytter Goosens, syn fâden mei him ôfrekkenje. Nei it ferstjerren fan Hille tekenet er in kwitânsje har testamint. Erven binne har (berns)bern Goosen Pytters, Jildu Pytters, widdo foar in bedrach fan 463 cg-13-8, dat er noch fan syn fâden tegoede hie. Jelle fan Sioerdt Pytters, te Westhim, Pytter, de soan fan Hessel Sybboldts en Frouck wenne doe - de kwitânsje is fan 21 maaie 1687 - te Aldekleaster.61 Op 21 april Pytters, beide stoarn, Jancke, Pytter en Oene, de bern fan Jelle Gosses te Goaiïngea 1685 ferkeapet Nanne Taedes, frijfeint te Makkum, syn seisde part yn Longerhou by Eentie Pytters silger en Pytter, de soan fan Pier Hoytes ûnder de klokslach fan stim 4, in pleats mei 70 pm lân, en inkele stikken los lân dy’t by in pleats fan 55 Snits by Beuw Pytters silger. De soan Goosen komt op de pleats te Easthim.55 pm te Skraard hearden, oan Jelle Annes as pake fan Hiltje Hilles. Jelle wennet Yn 1698 wie hja as widdo fan Pyter Gosses eigeneres en brûkster fan Easthim dan op it Boalserter Nijlân.62 Yn 1698 is Jelle Annes eigener yn kwaliteit fan 1/6 stim 19, in pleats mei 96 pm lân, Bangema oftewol It Bosk neamd. part fan Longerhou stim 4. Yn 1728 stiet it op namme fan Heere Lieuwes, de Bern: Goosen, Jildu (= 97), Frouck (tr. Hessel Sybolds), Entje (tr. Jelle man fan Hiltje. Gosses) en Beeuw (tr. Pier Hoytes). Yn 1698 wie Jelle Annes meier fan de stimhawwende pleats Nijlân 36, dy’t er 196 Hessel Feytes, húsman oan de Rige te Penjum, stoarn dêr 1652, tr. hierde fan de tsjerke fan Nijlân. Yn 1700 is hy dêr ek eigener fan inkelde stikken 1. om ende by 1620 Griet Saeckedr, stoarn om ende by 1629, dochter fan los lân, t.w. 5 pm ûnder nr. 85 fan it floreenkohier, 2½ pm ûnder nr. 86 en 1 Saecke Lolles; tr. 2. 1632 pm op ‘t ‘Groot Meenschar’ ûnder nr. 87. Yn 1718 steane de nûmers 85 en 87 op

146 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 147 namme fan skoandochter Trijntje Murcks en fan Heere Lieuwes, de man fan syn jfr. Maria van Lycklama út 1651 en ien fan Sicke Jacobs mei Ide en Maria van pupil en pakesizzer Hiltje Hilles. Siccama út 1673. Yn 1707 is Jelle Annes, húsman te Nijlân, yn syn 77ste jier, ien fan de tsjûgen yn Bern: Lysbeth (= 103), Trijntie (1663), Marten (1666, tr. 1693 Dieuwer in proses fan Jacob Ypes en Jan Ulbes tsjin de predikant Hajo Tuinhout.63 Rinties), Jacob (1668, tr. 1695 Sioerdtie Syedses), Piercke (1672). Bern: Anne (= 100), Edwer (tr. 1. 1682 Hille Claess te Nijlân, soan fan 208 Ate Sytses, boer op stim 4 fan Jirnsum, berne om ende by 1612, stoarn Claes Ulbes te Aldekleaster ûnder Hartwert;64 tr. 2. 1686 Willem Hansen, 1659; tr. 2. Raarderhim 21 jann. 1648 Doed Abedr, fan ; widner te Arum, letter te Longerhou).65 Doed tr. 2. (attestaasje fan Wurdum 23 des. 1660) Pier Ates Pybema. Ate 202 Mirck Sybrens, te Idzegea (1672, 1677), ferstoarn foar 1698, tr. foar troude 1. 1665 209 Tietscke Saeckles, stoarn Jirnsum (foar) 1647. 203 Idske Sjoerds, ferstoarn tusken 1700 en 1708. Yn 1647 wurdt pake Saeckle Syuerts te Friens oansteld as fâd oer de fiif bern fan Yn 1665 lient His Jelmersdr te Heech, widdo fan Fooke Jans, 200 gg fan Mirk Tietske Sakledr by Ate Sytses te Jirnsum. Oerienkaam wurdt dat Ate, bystien Sibrens en Idske Sioerdsdr.66 troch syn heit Sytse Ates, op de pleats bliuwt en de bern 1810 cg útkeare sil fan Yn 1672 waard te Idzegea it stjerhûs fan Sjouck, frou fan Ulbe Hessels, beskreaun. memmegoed.73 Gerke Nannes en Mirck Sybrens wiene doe as neiste buorlju mei mear oaren Yn 1659 oerleit Saecke Sytses Eenwierde as fâd, njonken Gerryt Gosses, oer de taksateurs.67 bern fan Atte Sytses en Tietske Saeckes in weesrekken. Twa dochters binne troud Yn 1685 ferkeapje Murck Sybrens te Idzegea en Meye Frankes te Aldegea as mei Freerck resp. Jellert Pitters en de minderjierrige Gosse, Maeycke en Attie fâden oer de bern fan Aucke Sybrens te Idzegea hûs en skuorre c.a. ‘het klooster Attes wurde bystien troch harren omkes Sioert Saeckles en Johannes Aengwierde. Naseret’ dêre oan de fâden fan it weeshûs te Snits.68 Auke Sybrens en Luyts Attes widdo Doetie Abes komt op foar har twa bern.74 Franken buorken op stim 25 fan Idzegea, 150 pm.69 Yn 1661 makket Doedtie Abbes, widdo fan Ate Sytses en no wer troud mei Pier Ydtske, Mirck Sybrens’ widdo, wie yn 1698 en 1700 eigeneres fan de pleats Attes, in skieding mei Saecke Sytses en Ruierd Gerbens as fâden oer har soannen Idzegea stim 16 mei 70 pm lân, dy’t ferhierd wurdt oan Laes Siedses. Yn 1728 Gerben en Pyter by har earste man.75 wiene Melle Ages nomine uxoris, Sibbel Murks, Trijntje Murks en Mirk Sybrens, Yn 1661 keapet Gerrydt Gosses te Goaiïngamieden 2/7 fan 1/5 sate te Poppenwier, elk foar in fjirdepart eigeners. brûkt troch Marten Gerrydts, fan Freerck Pytters en Jeldert Pyters fanwege Bern: N.N. (tr. Melle Ages), Sibbel, Trijntje (= 101), Sybren (tr. 1. N.N.; tr. harren froulju Jeltie en Bauck Atis foar 200 gg elk sânde part en ek 1/5 fan dy 2. 1713 Maike Sekles). sate fan Saecke Sytsis Engwerd foar 1400 gg.76 204 ? Jelle Egbartsz, te Huzum (1659), tr. Idaarderadiel 6 juny 1659 Yn 1665 keapje Gerryt Gosses en frou te Goaiïngamieden 3/7 fan 1/5 sate fan 75 205 ? Jancke Claasses, berne te Warten. pm yn it kleaster te Poppenwier, beswierre mei 23½ floreen, fan Gosse, Maycke Egbert Jelles (102) hat fâd west oer in Jancke Claases dy’t yn 1717 troude en Attie Atis foar 600 gg.77 mei Wigle Rinnerts te Boalsert. Dy Jancke junior kin beppesister west Bern by Tietscke: Bauck (tr. 1655 Jillert Pyters), Jeltie (tr. 1655 Freerck hawwe fan de Jancke dy’t wy hjir oantreffe. Pyters), Gosse (= 104), Maaike (tr. 1663 Feycke Sickes), Attie; by Doed: 206 Sicke Jacobs, fan Wurdum, stoarn dêr (foar) 1674, tr. Ljouwerteradiel Gerben, Pieter. 29 des. 1659 210 Jantie Gerrits, te Weidum, tr. Baarderadiel 8 april 1644 207 Bauck Martens, fan Tersoal, stoarn Wurdum foar 1674. 211 Meins Claeses, fan Poppenwier. Yn 1660 jout Sicke Jacobs te Wurdum, man fan Bauck Martens, in kwitânsje oan Yn 1648 keapet Gerben Outgers 4 pm fan Meins Clases, frou fan Jantke Gerrits.78 har omke en eardere fâd Hette Reyns foar ûntfangst fan har erfdiel.70 Bern: Mints (105), Gerryt (tr. 1674 Antie Doekes). Yn 1674 wurde Jan Sipkes te Wurdum en Marten Sioerds te Jirnsum oansteld as 212 Taede Taedes, op it Boalserter Nijlân 1676, st. Nijlân 28 maaie 1695, tr. fâden oer Lysbet, yn har 13de jier, Trijntie, 11, Marten, yn syn 9de, Jacob, 7de, en 213 Yfke Jans Wigmana, stoarn Nijlân 1708/09. Piercke, 3de, Sickes, bystien troch harren beppe Rixt.71 Yn 1699 wurde omke Jan Taedes te Aldegea en sweager Wybe Gerrits te Turns Yn 1673 wurdt te Wurdum de neilittenskip beskreaun fan Sicke Jacobs en Bauck beneamd ta kuratoaren oer Antie, Gadske en Acke, bern fan Meinert Atis en Martens, op oanjefte fan pake Jacob Jansen.72 De huzing yn it noardein fan Hiltie Taedis, dy’t op 7 july 1699 testamint makke.79 Wurdum is eigen. Beskreaun wurde it testamint fan Teke Joannis fan 16 aug. Op 26 jann. 1709 wurde Thomas Johannes te Hidaard en Beern Fransen te Fûns 1670, dat fan Hans Jans fan 16 juny 1658, in hierkontrakt fan Jacob Jans mei oansteld as fâden oer de bern fan Hiltie Taedes om in skieding te meitsjen mei

148 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 149 Jan Taedes te Aldegea en de oare erven fan Yf ke Jans, koart tefoaren stoarn te Sipke en Grietie: Hylck (1692), Tjalling (1694). Bern fan Ype en Grietie: Nijlân.80 Willem (tr. 1731 Martsen Nannes Jelbema, neiteam Ypma, Yedema, Bern: Trijntje (tr. om ende by 1670 Wybe Gerrits (Foeckema)),81 Jan (= 106), Jelgersma),86 Lieuwe (tr. 1739 Siucke Sjoerds, neiteam Ypma),87 Rigt (tr. Hiltie (tr. 1686 Meinert Ates (Galtema)), Idwer (tr. 1687 Willem Sickes), 1734 Thomas Tjeerds).88 Bern fan Wybe en Grietje: Ysk (1709). Hidtie (tr. 1. 1694 Djurre Senties fan Rien, tr. 2. 1697 Jouke Wynsens fan 220 Otte Clasen Jelbema, boer te Wytmarsum, stoarn dêr 1708/1709, tr. Rien), Sjoerd (tr. Sytske Jacobs). 2. Wûnseradiel 15 maaie 1702 Hotske Allerts, fan Frjentsjer, widdo fan 214 Gerben Sioerts, fan Hidaard (1660), te Wommels (1676), ferstoarn nei Douwe Dirx; tr. 1. Wûnseradiel/R.K. Reahûs 11 okt./21 sept. 1675 alle gedachten Hartwert/R.K. Reahûs 26 des. 1682, tr. Hinnaarderadiel 221 Doodtie Ulbes Foeckema, berne om ende by 1655, fan Tsjalhuzum 28 maart 1660 (1675), stoarn foar 29 april 1702, dochter fan Ulbe Nannes Foeckema en 215 Trijn Rinties, fan Hidaard (1660), ferstoarn Hidaard/R.K.Reahûs 24 Geertje Jans Wigmana (ûnder 426/427). july 1682. Yn 1741 is te Boalsert distillearder Claas Ottes stoarn. Yn ‘e hûs wie sulver mei Yn 1676 liene Gerben Sjoerdts en Trijn Rintjes te Wommels 300 cg fan Pietrick letters en sifers O.C.J. D.U.F. 1693 en G.F. R.J. 1661. Erven fan harren broer en Pieters, widdo Douwe Idtses Rispens, yn libben keapman te Boalsert, en har omke binne dan distillearder Sipke Ottes en Geertie Ottes, frou fan Sybout Tjerks soan Idts Douwes Rispens, mr. goudsmid te Boalsert; Aaltje Gerbens stiet te Wolsum, beide foar 1/3 en Martsen Nannes, frou fan Willem Yppes, húsman boarch foar har soan en snoar.82 te Tsjerkwert, Douwtien en Gryttie Nannes en neamde Sipke Ottes en Egbartus Yn 1680 wie Gerben Sjoerds tsjûge by it R.K. houlik fan syn dochter Claeske. Teklenburg, sulversmid te Boalsert, as fâden oer de minderjierrige Jetske en Bern: Sioerdt (tr. 1691 Tietscke Gosses Sippens), Sybren (te Boalsert, net Sybren Nannes, ek foar 1/3.89 troud), Douwe, Claeske (= 107). Sjoch foar har en fierdere kertieren: H. Foekema, ‘De Foeckema’s’, GJ 216 Teeke Teekes, te Idzegea, testearret 5 juny 1728, stoarn foar 10 juny 2003 78. 1732, tr. Tsjerkwert 3 july 1687 222 Sybren Fongers, berne om ende by 1635, by houlik fan , 1682 217 Antje Bauckes, fan Tsjerkwert.83 húsman te Nijlân, stoarn 19 febr. 1692, begroeven te Wytmarsum, tr. Op 10 juny 1732 wurde Hisse Jenties te Aldegea, Gerben Teekes te Tsjerkwert en Wûnseradiel 9 maaie 1668 Teeke Teekes ûnder Boalsert oansteld as fâden oer Poulus, 11, soan fan Douwe 223 Aefcke Siouckes, 1665 fan Burchwert, 1668 te Hieslum, 1698 te Teekes, en oer Pytrick, 20, en Antie, 13 à 14 jier, de bern fan Bouwe Jetses en Hylk Wytmarsum, ferstoarn 1708/1718, tr. 1. Wûnseradiel 11 maart 1665 Teekes, oerienkomstich it testamint fan harren pake Teeke Teekes fan 5 juny 1728.84 Baucke Wytses, fan Burchwert, húsman te Hieslum. Bern: Hylk (tr. 1709 Bouwe Ittiens fan Bakhuzen), Gerben (= 108), Jetske Ferlykje MF 462/463. (= 79), Douwe (tr. 1719 Fokeltje Poulus fan Wytmarsum), Taeke (ûnder Yn 1698 is Aaf ke Sjoukes, widdo Sybrand Fongers, papist, foar harsels en foar Boalsert, tr. 1730 Antie Martens), Bauk, Witske. har bern, eigeneres fan in pleats te Wurdum mei stim 81/floreennûmer 69. 218 Wybe Sioerts, fan (1683), Tsjerkwert (1707), húsman dêr, Yn 1728 binne dat har erfgenamten, yn 1748: Gorrelt Sjoerds (Bos) 7/16, Oege tr. 2. Wûnseradiel 27 aug. 1707 Grietie Lieuwes, widdo Ype Willems, Johannes 3/16, Syds Douwes 1/8, Willem Ypes 1/8, Martjen Obbes 1/8, allegearre earder fan Sipke Tjallings; tr. 1. Wûnseradiel 7 april 1683 papist. Meier is Doede Gerbens.90 De pleats lei yn de buorskip Noordend (ûnder 219 Antje Annes, fan Tsjerkwert (1683). Wytgaard).91 Yn 1698 en 1708 wie Wybe Sjoerds meier fan Tsjerkwert stim 20. Hy waard dêr Yn ’e tsjerke fan Wytmarsum leit noch de grêfstien fan Sibren Fongers, ferstoarn opfolge troch (skoansoan) Gerben Teekes. 19 febr. 1692, âld yn it 58ste jier, en (in bern) N. Sibrens Hobma, ferstoarn 1 nov. Yn 1736 binne Hiske Lieuwes, in suster fan Grietje Lieuwes, en har man Tjeerd 1695, âld omtrint 18 jier.92 Tyetes ûnder Boalsert beide ferstoarn. Har fermogen wurdt lykop ferparte ûnder Bern fan Aefcke en Baucke: Antie (berne om ende by 1665, tr. Tjomme de famylje fan beide kanten. Oan Hiskes kant wiene dat Grietje, Fecke, Hercke, Hoytes). Bern fan Sybren en Aefcke: N.N. Sibrens Hobma (ferstoarn 1 in soan fan Doytse en de erven fan Broer Lieuwes, dy’t elk 1/10 part part krije. nov. 1695, âld 18 jier, begroeven te Wytmarsum), Gatske (tr. 1699 Obbe Grietje wennet dan te Boalsert. Oan Tjeerd syn kant wiene dat Riemer en Gosse Meyes fan Westhim),93 Hiske (tr. 1700 Wybe Jetses fan It Hearrenfean), Ruurds te Heech of Aldegea c.s., dy’t mei-inoar de oare helte krije.85 Wopke (tr. 1705 Oege Johannes fan Wytmarsum), Baukje (tr. 1710 Syds Bern fan Wybe en Antje: Antje (= 109), Sjoerd (tr. 1711 Lysbet Jans fan Douwes fan Wytmarsum), Martsen (= 111), Fonger (tr. 1714 Sytske Dedzjum), Anne (tr. 1731 Akke Gerbens, neiteam Zandstra). Bern fan Ypckes fan Westhim), Sioucke (tr. 1716 Antie Ypckes fan Westhim,

150 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 151 suster fan neamde Sytske, bern fan Ypcke Oenes), Brecht (tr. Anne Rollema, doarpsrjochter te Kûbaard, en (broer) Hemme Watzes, doarpsrjochter Harings te Easthim). te , boarch binne.102 Yn 1654 prosedearje Wytse Rinnerts Rollema te Kûbaard en His en Tet Wybes te -- IX -- Frjentsjer as easkers tsjin Sible Pyters Wigmana, boarger te Warkum. Wigmana wurdt feroardiele de easkers harren trije fjirde part min in heal keallegers fan 384 (reedlik wis) Syuert Aenez, te Aldegea, tr. twa kowegongen finlân ‘rustelijk en vredelijk te laten possideren’. Fierder moat 385 Lysbet Pietersdr, beide stoarn foar 1601. er ek de skea, dy’t er syn opponint troch syn ‘turba’ oandien hat, fergoedzje en Yn 1594 keapje Froucke Ottez en Reynsck Pybedr te Wûns ½ hûs en stee prosedearje om ta in skieding fan dat besit mei syn opponint te kommen. Ek ‘Bottingha staten’ dêr mei 7 pm lân fan Syuerdt Anez en Lisbet Pietersdr te moat er de kosten fan it proses betelje, mar hy tekenet wol berop oan by it Hof Aldegea foar 442 gg.94 fan Fryslân.103 Yn 1601 in rekken troch omke Reyn Pieterz te Burchwert en Sierck Broers te By de restauraasje fan de doarpstsjerke fan Kûbaard yn 2004 kamen 18 Wûns fan harren fâdij oer Tade, Pieter, Syuert, Idsck en Ancke, bern fan Syuert âlde grêfsarken yn it middenpaad fan de tsjerke fan ûnder in houten Aenez en Lysbet Pietersdr te Aldegea. Harren suster Jelcke Syuertsdr is frou fan f lier wer foar it ljocht. Dêrby ien út 1652 foar Gerbrich Feickesdr, âld Sybolt Melysz.95 Yn 1604 nochris in rekken, soan Taede is dan mearderjierrich.96 68 jier, frou fan Wytse Rinnerts Rollema, stoarn 30 okt. 1652 en dêr Yn 1645 binne de omkes Pytter Sjoerds en Meynert Graeolts fâden oer de soan út begroeven. Op har grêfstien de wapens fan har man en harsels.104 it twadde houlik fan Jesck Syoerdtsdr mei Claes Graeolts, beide stoarn.97 Bern: Feycke (tr. 1624 Syts Watse Douwedr, fan Dedzjum),105 Swob (= 197), Ut dit houlik: Jelcke (tr. foar 1601 Sybolt Melysz), Taede (berne foar 1579, te Ded (tr. 1635 Gerben Symens), Harmen (tr. 1642 Lysbet Johannes Oegesdr Aldegea, lit soan Poppe en dochter Lysbet nei),98 Pieter (= 192), Syuert, Jesck fan Easterein), Fockien (tr. 1. Jacob Jacobs, húsman te Tsjummearum; (te Abbegea, tr. 1. omtrint 1605 Agge Obbez; tr. 2. Claes Greoldz),99 Ancke. tr. 2. Dirck Cornelis, húsman te Tsjummearum, ferstoarn foar 1665),106 390 Epe Oenesz Bangama, te Easthim, ferstoarn 24 april 1615, begroeven Tettie (tr. 1650 Douwe Douwes fan Boer). te Easthim, tr. 1. Rinsen Hesselsdr Hotzema, ferstoarn 16 april 1607, 400 Anne Ruyrds, húsman te Nijlân, ferstoarn dêr/R.K. Reahûs 20 aug. begroeven te Easthim; tr. 2. 1659, tr. foar 1632 391 Frouck Hotzes Lycklama, ferstoarn 17 febr. 1639, begroeven te Easthim; 401 Aedwer Pieters Wigmana. tr. 2. Sierck Hilles Buwalda te Ysbrechtum, Easthim en Tsjerkwert.100 Yn 1640 is Anne Ruyrds meier fan de pleats Nijlân mei stimnûmer 21, dy’t er Yn 1605 ervet Epe by testamint de âlderlike state mei ringmuorre te Easthim fan hierde fan Sjuck van Burmania. syn heit. Sicke Wybes silger te Hidaard hie kurator west oer Mirk Annes, broer fan syn Op de grutte sark fan Ipe Oenisz Bangama en Rinsen Hesselsdr Hotzema yn de frou Imk Annedr en jongste soan fan Anne Ruyrds en Adwer Pieters Wigmana herfoarme tsjerke te Easthim stiet noch it alliânsjewapen fan dit pear. It wapen op Nijlân. Yn 1671 is Mirk mearderjierrich en wennet er yn ’e Sinsmar. Imk, stipe fan de man is dield, rjochts de heale Fryske earn, links trochsnien, boppe twa troch (oantroude omke fan memmekant) Gerleff Tiernes Gerlsma, keapman te ikels njonkeninoar, ûnder trije klavers (2-1). Dat fan de frou is ek dield, rjochts de Boalsert, ferantwurdet dan de weesrekken fan 8 okt. 1663 ôf. Under ynkomsten heale Fryske earn, links nei alle gedachten twa figueren ûnderinoar, dêrfan de û.o. Mirks oanpart fan de hier en fan de lannen brûkt troch Pyter Gatzes oer de boppeste in klaver. It helmteken hat in ikel tusken twa strúsfearren. Ek Frouck lêste acht jier foar 4 gg it jier. Dat sil gean om besit yn Wigmanasate te Abbegea, Licklama en har twadde man Sierck Hilles Buwalda binne hjir begroeven.101 dat noch hieltyd net ferdield wie. Yn 1668 wie de rekken mei syn broer Hille Sjoch fierder HM 22112.2. Annes lykmakke neffens in kontrakt d.d. 2 aug. 1660 fanwege hier fan de sate Bern: Oene, Trijntje (= 195). (Hille sil doe op de âlderlike sate yn Nijlân sitten hawwe).107 394 Wytse Rinnerts Rollema, húsman (1613), doarpsrjochter en Yn 1682 keapet Ulbe Nannes 4 pm te Abbegea fan Ympk, Pyter, Jelle en Hisce ûntfanger te Kûbaard, ferstoarn Minnertsgea nov. 1656, tr. (lês Hille) Annis.108 395 Gerbrich Feyckedr, berne om ende by 1584, ferstoarn 30 okt. 1652, Bern: Hille (te Nijlân, ferstoarn dêr/R.K. Reahûs 8 sept. 1687, tr. 1. 1663 begroeven te Kûbaard. Nieske Johannes fan Wommels; tr. 2. 1677 Tiamcke Pieters fan Turns, Sjoch ek HM 43213. ferstoarn Nijlân/R.K. Reahûs 15 febr. 1693), Imck (ferstoarn Hidaard/ Yn 1638 liene (soan) Feycke Wytzes Rollema en Syts Watsedr te Kûbaard 500 gg R.K. Reahûs 26 april 1684, tr. Sicke Wybes te Hidaard, ferstoarn dêr/R.K. fan Sytse Andries en Reynsck Taadedr te Kûbaard, wêrby’t (heit) Wytse Rinnerts Reahûs 25 maart 1671), Jelle (= 200), Mirck.

152 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 153 406 Sioerdt Reins, stoarn 1657, tr. Wûnseradiel 24 maart 1617 Yn 1648 wurde Hette en Tyte Reynsz te Tersoal en Offenwier oansteld as fâden 407 Frouck Aggedr, beide fan Parregea. oer Bauck en Welmoet, de bern fan Marten Reyns, stoarn te Tersoal, by Ricxt Yn 1657 protestearret de grytman Schwartzenbergh tsjin it opsizzen troch de Joannes, dy’t op ’e nij mei Sybren Jacobs troud is en bystien wurdt troch Syoerd erven fan Sioert Reins fan de hier fan de sate.109 Datselde jier easket Jentie Douues Claesz te Jirnsum en har broer Take Joannes.115 De bern komt 9½ pm te Grou ta fanwege syn dochter Pitrick betelling fan it troch har fertsjinne boadelean troch en krije 5601 gg útkeard. Jentie Sioerts en Melis Oeges fanwege syn frou as mei-erven fan Sioert Reins, Yn 1681 wurdt te Tersoal de neilittenskip beskreaun fan Rixt Joannis, lêst widdo fan elk in fjirde part.110 fan Sibren Jacobs, op fersyk fan Marten Sioerts te Jirnsum, man fan Welmoed Yn 1668 wurdt omke Jentie Sioerds te Aldegea oansteld as fâd oer Frouk, 10, Martens en fâd oer de bern fan Bauck Martens by Sicke Jacobs, Jacob Sibrens Jeltie en Sjoerd, bern fan Melis Oeges te Idzegea by Eelk Sioerdsdr silger. Fêst en Douue Mevis, man fan Willemke Sibrens, har (berns)bern. Rixt hie op 6 april goed: trije hoekjes lân ûnder Sânfurd en Warkum, allegearre mienskiplik mei 1681 testamint makke.116 Jentie Sioerds; de ynbring fan Eelk wie 1103 gg. Der wurdt in skieding makke yn Bern: Bauck (= 207), Welmoed (tr. 1661 Marten Syoerds). bywêzen fan Mirk Sibrens.111 416 Sytse Aettes, ûntfanger en tsjerkfâd te Poppenwier, hat ek wenne te Yn 1677 wurdt te Aldegea de neilittenskip beskreaun fan Jarigh Sioerds; de Snits, stoarn foar 1660, tr. foar 1610 omkes Jentie Sioerds te Aldegea en Mirck Sybrens te Idzegea wurde fâden oer 417 Syouck Saeckes, stoarn Snits 1660. weesdochter Idske, yn har 15de, by Aaf Sybrens en de widdo Reinsk Douwes komt Yn 1612 prosedearret Aeff Martens te Raard, bystien troch har lânfrou, tsjin op foar har dochter Trijntie, yn har 7de, by Jarigh. Under de huzing te Aldegea Sytse Aetes te Engwerdt.117 waard sa’n 80 pm lân brûkt. In lyts hoekje lân te Parregea wie mienskiplik besit Yn 1644 keapet Sytie Ates de helte fan 154 pm kleasterlannen te Poppenwier fan de ferstoarne mei Mirck Sybrens; der wie in skuld fan 100 gg oan Jentje (kleaster Engwird, stim 5) foar 90 gg it pûnsmiet.118 Sioerds en Mirck Sybrens.112 Yn 1660 wurdt in skieding makke troch Saecke en Johannes Sytsesz Engwerda, Bern: Jentie (te Aldegea, tr. 1. Hinmoer Wabedr; tr. 2. Lyckel Hissedr),113 Gerryt Gosses as man fan Feyck Sytsesdr, Foppe Ruerdts fanwege syn bern by Eelk (tr. om 1655 hinne Melis Oeges te Idzegea), Idske (= 203), Jarigh (te Houck Sytses, Freerck en Jildert Pyttersz fanwege harren froulju Jeltie en Bauck Aldegea, tr. 1. omtrint 1661 Aaf Sybrens; tr. 2. Reinske Douwedr). Aettes, Gosse Aettes (mei venia aetatis), neamde Johannes Engwerda en Gerryt 412 Jacob Jans, ôf komstich fan Wurdum, stoarn nei 1674, tr. Ljouwerteradiel Gosses as fâden oer Maycke en Attie Aettes en neamde Saecke Engwerda en 2 okt. 1626 Ruerdt Gerbens as fâden oer Gerben en Pytter Aettesz as (berns)bern, fan de 413 Trijn Wopkedr, tr. 1., dan fan Easterwâlde, Ljouwerteradiel 27 maart neilittenskip fan Sytse Aettes en Siouck Saeckes te Snits. Der wie in profytlik 1613 Jan Hanzes. saldo fan 4020 cg, in pleats te Poppenwier, brûkt troch Marten Gerryts, en twa Yn 1627 wurdt te Wurdum de neilittenskip beskreaun fan Jan Hansz op fersyk grêven dêr op it hôf.119 fan Tiebbe Hansz en Teecke Dircxz as fâden oer Hans, Barber en Eedts Jans by Yn 1660 binne de lannen fan de erven fan Sytse Aates yn it kleaster Engwerd de widdo Trijntie Wopckedr, dy’t op ’e nij troud is mei Jacob Jansz. De pleats opmetten en úttekene troch Gellius Dominici. It totaal kaam út op goed 77 pm.120 fan 51½ pm wurdt hierd fan jfr. van Lieuckema. Yn 1643 krije Hans Jansz te Bern: Ate (= 208), Saecke Sytses Engwerda (tr. 1. 1649 Sempckien Jetses;121 Wurdum, yn syn 30ste, en Jiedts Jansdr, yn har 26ste, harren part útbetelle troch tr. 2. 1671 Geertruyt Phelten), Johannes Sytses Engwerda (1631-’82, tr. mem en styf heit, yn 1644 Symen Symens te Wurdum fanwege syn frou Berber 1. 1655 Antje Jans Engels; tr. 2. 1677 Ansck Jelles), Feyck (tr. 1. Gerryt Jansdr.114 Gosses; tr. 2. Ate Tjeerdts Galtema),122 Houck (tr. 1641 Foppe Ruyrts). Jacob en Trijn wiene yn 1659 beide lid bruorskip fan de H. Roazekrâns. 418 Saeckle Siuerdts, boer op Diurrema sate te Friens, stoarn (foar) Ut har earste boask: Hans (1614), Barber (tr. foar 1644 Symen Symens te 1656, tr. Wurdum), Eedts (1618); út it boask fan Jacob en Trijn: Sicke (= 206). 419 Tiescke Gosses, stoarn Friens 1658. 414 Marten Reyns, húsman te Tersoal, tr. 1. Raarderhim 24 febr. 1630 Yn it stjerhûs fan broer Jarigh Siurdtsz (Friens 1629)123 wurdt in kontrakt Bauck Sytzes, fan Poppenwier; tr. 2. (tredde prokl. Raarderhim 21 maart oantroffen fan Saackle Siurdtsz mei Jell Saackledr, Jarigh en Gerben Siurdtsz, 1636) Siouck Siurdtsdr en Harmen Jeryts fanwege syn frou Jeldu Siurdtsdr fan 1613 oer 415 Rixt Johannesdr, stoarn Tersoal 1681; tr. 2. Raarderhim op 29 aug. hier en keap fan de pleats dy’t Saackle dan brûkt. 1648 Sybren Jacobs, fan Tersoal. ‘Sakle Siurts te Friens’ stiet op anno 1631 yn it Register van Broederschap van de Yn 1640 wie Marten Reyns meier fan de pleats te Tersoal mei stimnûmer 7. Rozenkrans. Fuort ûnder him stiet Tyedz(?) Sakles te Friens.124

154 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 155 Yn 1640 binne ‘Saake’ en Gerben Sjoerds en erfgenamten eigeners fan Diurrema en fan Hoyte Jacobs en Jelle Annes yn syn kwaliteit (sjoch 200, hy hie yn 1685 sate, stim 9 fan Friens. Nanne Taedes útkocht), eigeners. Yn 1656 wurdt te Friens de neilittenskip beskreaun fan Saeckle Sioerts, widdo is Yn 1626 liene Thomas Emes en Hylck Siuckedr (Homminga) te Remswert yn Tiescke Goses. De huzing op 38½ pm is eigen, útsein it fiifde part fan Gerben Wolsum 400 gg fan Taede Taedes en Hylck Tiallings te Longerhou. De skuld Sioerts, der binne trije foarderingen op Sytse Sytses en frou te Ljouwert, yn totaal wurdt earst yn 1647 ôflost.128 sa’n 1200 cg. De fjouwer bern hiene by houlik elk al 1500 cg meikrigen, dat binne Yn 1631 keapje Taede Taedes en Hylck Tiallingsdr te Longerhou 12 pm yn Jeltie, frou fan Freerck Jacobs, Sioert, Tietske, yn 1656 al wei, widner is Ate harren sate fan 40 pm fan Marij ( frou fan Gerryt Tiallings), Frouck en Steuen Sytses, en Antie, frou fan Nolcke Ulkes.125 Hendricks.129 Yn 1658 wurdt te Friens de neilittenskip beskreaun fan Tiesk Saeckles, presint Yn 1633 is Taede Taedes te Longerhou omke fan de bern fan Jaen Tadisz, yn 1645 binne Sioerd Saeckles, Freerck Jacobs, man fan Jeltie, Nolcke Ulckes, man fan âldomke fan de bern fan Emcke Jaens.130 Antie, en Bauck en Jeltie, dochters fan Aete Sytses. Neist de pleats te Friens binne Yn 1653 meitsje Hylck Tiallingsdr, widdo fan Taede Taedes, te Longerhou, Obbe der rinten fan 1 gg-20 út de sate Suffen en 17 st. út Tuitse te Grou. Gerben Sioerts Sioerdts, boargemaster fan Frjentsjer, fanwege syn frou Saske Tyaerts en Doytse is 167 gg betelle foar 1/5 fan de huzing. Pyters tot Cnossens fanwege syn bern by Doytien Syuerts, in skieding fan in stik Bern: Jeltie (tr. 1624 Freerck Jacobs), Sioert (tr. 1632 Antie Hotses), lân te Skraard fan 19 pm, dêr’t elk in tredde fan takomt.131 Tietscke (= 209), Antie (tr. 1642 Nolcke Ulkes). Yn 1656 keapet Hylck Tiallings te Longerhou, widdo fan Taede Taedes, 10 pm 422 Claes Outgers, fan Jirnsum (1611), boer op stim 9 fan Poppenwier, bûtendyks lân fan Gerloff Heeres Minnama foar 141 gg it pûnsmiet.132 tr. 2. Raarderhim 2 maart 1629 Sietske Abbedr, fan Goaiïngea, widdo fan Yn 1676 wurdt de neilittenskip skieden fan Hylck Tiallings te Makkum, widdo Wobbe Reyns; tr. 1. Raarderhim/Poppenwier 4 des. 1611 fan Teede Teedes, troch har bern en bernsbern: Teede Teedes op it Boalserter 423 Meins Sybrens, fan Poppenwier (1611). Nijlân, Aleff Teedes te Snits, Inscke Teedes, frou fan Oene Bauckes, Nanne Yn 1629 wurde de omkes Rioerdt Rinses te Goaiïngea en Hendrick Claesz te Teedes, beide te Makkum, Schelte Teedes te Longerhou, Jacob Hoytes te Poppenwier oansteld as fâden oer Eelck en Outger, boppe de 14 jier, en harren Longerhou, Wytske Hoytes, frou fan Cornelis Willems, en Teede Hoytes te Sleat, trije jongere bruorren en susters, bern fan Meyns Sybrensdr silger by Claes allegearre mearderjierrich, en Jaen, 21, Trijntie, yn har 18de, en Tialling Hoytes, Outgers. De ynventaris wurdt opmakke en skieding regele mei de heit. Ynbring yn syn 12de, de bern fan Hoyte Jacobs en Auck Teedes. De pleats te Longerhou is fan Claes by houlik wie 1672 gg, dy fan Meyns 3100 gg. Op oanstean fan Meyns eigen.133 Yn 1682 nochris in likwidaasje. Hebeltje Verbeeck is dan widdo fan Aleff hie Claes syn pleats te Jirnsum ferkocht; de bern komt fan mem 26¼ pm ta yn Teedes, Wytske, Trijntie en Tialling Hoytes binne ek al wei.134 de pleats fan de weesbern fan Claes Hendricx te Offenwier en 4 pm yn heite’ Ut dit houlik: Teede (= 212), Aleff (te Snits, tr. 1668 Hebeltje Jans Verbeeck), pleats.126 Inscke (tr. 1667 Oene Bauckes te Makkum), Nanne (te Makkum), Schelte Yn 1651 wurdt in skieding taret tusken Reyner Wybrens te Snits fanwege syn (te Longerhou, Eksmoarre, tr. 2. 1687 Sytske Jelles), Auck (tr. Hoyte frou Eelck Claesedr, Outger Claesz, Rheyn Wobbes, lekkenkeaper te Snits, en Jacobs). Jantie Gerryts te Weidum fanwege harren froulju Dywcke en Meinu Claesedrs, 426 Jan Thomas, boer op Sonderlant te Lytsewierrum, stoarn 1661/65,135 as erven fan harren heit Claes Outgers en fan harren broer Sybren Claes, en tr. Hinnaarderadiel 20 maart 1619 Hette Wobbes te Ljouwert, Hidde Wobbes te Drylts, Claes Jacobs te Poppenwier 427 Auck Pytters Wigmana, fan Abbegea (1619), te Lytsewierrum (1665), fanwege syn frou Jeltie Wobbedr en Rheyn Wobbes as erven fan harren mem stoarn R.K. Reahûs 10 maaie 1670.136 Syts Abbedr.127 Sjoch ek GJ 1976 99. Bern: Eelck (tr. 1630 Reyner Wybrens, te Snits), Outger (tr. 1636 Jelcke Yn 1619 ferkeapet Tabe Martens te Swichum as heit fan syn trije jongste bern Pytersdr), Dywcke (tr. Rheyn Wobbes, te Snits), Meins (= 211), Sybren by Tryncke Yde Allertsdr by dekreet ¾ fan 4½ pm te Lytsewierrum (en de (jong stoarn). mearderjierrige Marten Tabes ¼ dêrfan), mei de troch Jan Thomas Symons 424 Tade Tades, berne om ende by 1581, boer te Longerhou, stoarn brûkte lannen west dêrfan. Keaper wurdt Gerben Reyns.137 tusken 1645 en ’53, tr. Wûnseradiel 23 nov. 1615 Yn 1665 liene Jelle Annisz te Nijlân en Gryttie Dirxdr 500 gg fan Auk Pyttersdr, 425 Hylck Tiallings, stoarn Makkum 1676. widdo fan Jan Thomas, te Lytsewierrum.138 Taede Taedes is yn 1640 eigener fan syn pleats, stim 4 fan Longerhou, útsein 8 à Yn de weesrekken fan 1668 fan Jacobus Spanga as kurator oer Tiete Lieuckema, 9 pm. Yn 1698 binne Schelte en Ynske Taedes, de erven fan Taede en Aelef Taedes soan fan syn sweager Meye Lieuckema en Sipkjen Epema, sit in post: Thomas

156 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 157 Jansen te Lytsewierrum, lêsthawwer fan syn mem Auck Pytters foar de ôflossing yn Toppenhuzen, 29 pm yn Broer Dirx’ sate dêr, 4 pm te Ysbrechtum, 1/7 fan 11 fan 6 bysûndere obligaasjes, dy’t Tiaerdt Hettes Epema en Bauck Pytters pm ûnder de klokslach fan Snits, 53 pm te Yndyk. Wigmana silger oan Auck Pytters en har man Jan Thomas passearren.139 Bern: Pier (tr. Reinu Haies, 1590-1624), Bonne (1583-1624, tr. 1. Tietscke Neamde Tiaerdt en Bauck wiene pake en beppe fan Tiete Lieuckema dy’t neffens Doeckedr; tr. 2. Tyed Gerloffs),146 Richt (tr. Baucke Feddez), Meye (tr. kwitânsje d.d. 29 april en 9 maaie 1668 in oandiel fan 963 cg-16-0 fan dy Trijntie Gerryts Bethania), Frouck (= 391). obligaasjes fan harren erve hie. 788 Rinnert Franses Rollema, te Wommels (1582), rekkenmaster (1591), Bern, neffens it testamint fan 1677 fan Thomas Jansen Wigmana, dy’t folmacht fan Westergoa (1591, 1598, 1601),147 deputearre fan de Seediken sels gjin bern hie:140 Thomas (te Lytsewierrum, tr. 1. 1671 Sjoerdtje (1593), te Wytmarsum (1594), administrateur geastlik goed Wytmarsum Hettes Reen; tr. 2. 1680 Trintie Alberts), Yf ke (= 213), Geertje (tr. 1651 (1598), deputearre fan Fryslân (1606-1608),148 ferstoarn 1605/07, begroeven Ulbe Nannes Foekema, âlden fan 221), Pytter (tr. 1676 Peerck Johannes), te Boalsert, tr. Sieucke. 789 Swob Wytzes Hoytema, stoarn 1584. 444 Fonger Sybrens Jousma, húsman te , tr. (tredde prokl. Sjoch ek HM 4321. Hinnaarderadiel 6 sept. 1620) Yn 1583 hat Rennert Fransz as administrateur fan it geastlik besit te Kûbaard 5 445 Gatske Jelles Hobbema, ferstoarn 15 juny 1671, begroeven te gg foarsketten oan hear Arnoud silger foar syn ûnderhâld.149 Boazum.141 Yn 1591 wurdt Rennert Fransz Rollema keazen ta rekkenmaster fan Fryslân. Ferlykje MF 924/925, HM 23412. Om dy snuorje konfirmearje de folmachten fan Westergoa, dêrby Rennert Yn 1661 keapet Frans van Eysinga ferkeapers’ oandiel yn lannen en huzing fan Fransz Rollema, har oan it stânpunt fan dy fan Eastergoa en de Sânwâlden yn Albada sate en state fan Fonger Sibrens foar 2000 gg.142 de kwestje Aysma.150 Bern: Lieuwe (tr. 1653 Trintie Feyckedr), Saeck (tr. 1660 Sytse Bockes), Yn 1593 jouwe Rinnert Fransz Rollema, Tiete Baert te en Fedde Thadez Hiske (tr. 1661 Sibren Tibbes Jorna), Sybrant (= 222), Stijntie (tr. 1679 te Wûns, alle trije deputearren fan de Seediken, Focke Birdema, postulant foar it Hendrick Pyters). gerjocht fan Barradiel, folmacht yn in saak tsjin Sithie Syeuckez Ropta.151 446 Sjouke Harckes, stoarn Burchwert 1670, tr. om ende by 1630 Yn 1598 nimme Pieter van Aggema en Rinnert Rollema te Wytmarsum, as 447 Antje Harmens.143 administrateurs fan it earme en geastlik goed dêr, it foar it Hof fan Fryslân op tsjin juffer Sytke van Aylva, frou fan Doco Aysma. Neffens de easkers hie juffer -- X -- Frouck van Aylva, suster fan Sytke, de earmen 300 gg besprutsen. In tredde part dêrfan kaam foar rekken fan foarroppene, mar dy wie dêryn benefterbleaun. 780 Oene Elings Bangama, te Easthim, ferstoarn 13 maaie 1608, Sytke seit wol dat net bliken dien hie dat Frouck dat legaat besprutsen hie, mar begroeven te Easthim, tr. it Hof sjocht dat oars. Hja wurdt feroardiele de 100 gg, de skea en rinte dêroer en 781 Jildu Feickedr Ipema, ferstoarn 7 febr. 1619, begroeven te Easthim. de kosten fan it proses te beteljen.152 Yn de herfoarme tsjerke fan Easthim leit noch de monumintale grêfstien fan Oenne Datselde jier makket Rollema foar Westergoa diel út fan in kommisje, dy’t de Elings Bangama en Yeldv Feickedr Ipema, de bopperâne merkt: 16 H . P . 11 Q C.144 malversaasjes fan de ûntfanger-generaal Taecko van Dyxtra ûndersiket.153 Sjoch foar syn foarâlden HM 2211, foar har foarâlden SH2 10.666. Oan de útjeftekant fan de kleasterrekken fan Johannes Henrici (Rhala) stiet yn it Bern: Tjalling (tr. Auck Tjalings Palsma), Epe (= 390), Teth (tr. 1. Frans boekjier 1606/1607 ek in post fan 700 g foar Rinnert Rollema as deputearre steat Ulckes Baerdt; tr. 2. 1613 Claes Tietes Baerdt), Tyets (tr. 1. Oene Keimpes en nochris 144 g reiskosten nei Makkum dy’t er makke hie mei Kempo Wiaerda Jorna; tr. 2. 1611 dr. Suffridus Scipiades Saarda). en letter mei Binnert Sappema.154 782 Hotthie Piers Lycklama, ferstoarn Ysbrechtum 1602, tr. Opskrift fan in grêfsark yn de súdlike sydbeuk fan de Grutte of Martinytsjerke te 783 Tryncke Meyedr. Boalsert: yn de fjouwer hoeken de tekens fan de fjouwer evangelisten. Râneskrift: ‘.. Sjoch foar harren en fierdere kertieren HW1 109, SH2 5334/5335. Erentpheste. Rinnert Fransz Roelema Eertijts Gedepv / teerde staet van Vrieslant Yn 1603 wurdt in skieding taret ûnder de erven fan Hottie Pierz Licklama / Ao 1608(?) den 7(?) Marty sterf de ... Ipk Renneri Frans. Rollema D ..’ Yn it en Tryncke Meyedr: Baucke Feddez fanwege syn frou Rixt Hottiedr, Pier en middenfjild yn in kartûs in alliânsjewapen ûnder helm mei wrong en helmkleed; Bonne Hottiez en Enne Kempez en Pieter Tiaerdtz as fâden oer Vrouck en Meye helmteken: twa útkommende anjelieren; it frouljuswapen rútfoarmich. It gehiel Hotties.145 Fêst goed: harren sate Bons fan 51 pm, 32 pm te Yndyk, 56 pm ‘die Top’ opgnist mei motiven nei H. Vredeman. Leger twa útsliten fjouwerrigelige ferzen.155

158 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 159 Yn 1613 keapet Frans Rennertz Rollema te Boalsert in rinte fan 50 st. út de sate fan Reyn Hettes by Tryn Tietes silger, om ta skieding te kommen mei de heit. Dy ‘op Gaast’ te Kûbaard, brûkt troch Wytze Rinnertz Rollama, dêr’t hy in part bliuwt op de sate op Soolsterwyren en sil de bern 1200 gg útkeare.158 fan erve hie fan syn âlden Rinnert Fransz Rollama en Suob Wytzedr Rollama, Yn 1643 wurdt Hette Harings te Akkrum oansteld as fâd oer Maycke Rheyns, fan Feyte en Wybe Tzommez en Haytze Tyetzez as heit fan syn bern by Lisck omtrint 12 jier, om te skieden mei har mem Jackle Ariens.159 Jiers dêrop wurdt te Tzummedr foar 40 cg.156 Tersoal de neilittenskip beskreaun fan Rheyn Hettes op fersyk fan Marten, Hette Bern: Frans (keapman, riedsman, tsjerkfâd Broeretsjerke te Boalsert, en Tiete Rheyns dêre, Reynsck Reynsdr, frou fan Foke Fokes, en Hette Harings dêr begroeven, tr. Ydke Cornelisdr), Wytse (= 394), Ipck (ferstoarn 7 maart as fâd oer Mari Rheynsdr. Der is 6321 gg te ferdielen, widdo Jackle Ariensdr 1628, begroeven ûnder de stien fan har heit), Aeff (tr. Tzaling Bruers komt dêrfan 2065 gg ta.160 Lyeuckema te Wûns), Gerck (1575-1657, te Wytmarsum, tr. 1. Tyalcke Bern, út it earste boask: Marten (= 414), Claeske; út it twadde: Hette (te Pytters (Bonnema); tr. 2. 1614 Hoyte Dircks), Impck (ferstoar foar 1617, Tersoal), Tyete (te Offenwier, tr. 1643 Trijntie Reynersdr), Reynsk (tr. 1643 tr. Pier Dircks te Penjum). Foke Fokes, fan Poppenwier); út it tredde: Maycke (1631). 802 Pytter Tyaerdts, húsman te Abbegea 1605, 1619, stoarn foar 1632, tr. 832 Aete Sytses, boer op Enghwirdt te Poppenwier, folmacht 1580, 803 Sipck Sibles, stoarn Abbegea foar 1632. administrateur dêr 1587,161 stoarn 1594, tr. Sjoch foar harren: ‘Wigmana’, GJ 1976 94, SH2 4010/4011. 833 Bauk Suirdts, stoarn foar 1607; tr 2. foar 1596 Wouter Aukes, stoarn Bern: Tyaerdt, Sible, Gatze, Syoerdt, Bauck, Edwer (= 401), Auck (= 427), Tritsum ûnder Tsjom 1614. Siuck. Yn 1580 wie Aete Sytses te Poppenwier presint by de registraasje fan de patroansopkomsten, datselde jier, neist Heercke Jouckez, folmacht fan syn doarp.162 Yn 1594 wurde de omkes Hoitsse Suirdts en Sippe Sytssesz oansteld as fâden oer Suyrdt, Sytsse, ffeick en Acke, de bern fan Aete Sytssesz, yn it ‘gewesene conuente Enghwirdt’, by Bauck Suirdtsdr.163 Yn 1614 wurdt te Tritsum de neilittenskip beskreaun fan Wouter Auckes en Griet Reyns, sy earder widdo fan Jan Olpherts. Syuerd Ates is ien fan de fâden oer dochter Bauck fan Wouter en Griet; by akkoart fan 6 okt. 1608 kaam de erven fan Bauck Syuerts 225 gg ta.164 Bern: Suyrdt, Sytse (= 416), Feyck (tr. 1. foar 1602 Siurdt Reyns; tr. 2. 1625 Wapen Wigmana, Jetse Melis Adama),165 Acke. tekening Rudolf J. Broersma neffens 834 Saecke N., tr. Houck (?). beskriuwing fan Rein Hoytama. Yn 1640 wurdt te Harns de neilittenskip beskreaun fan Trijnke Saekes, widdo fan Watse Pieters. Sytse Atis te Poppenwier en Hendrik Hendrix te Harns binne fâden oer de trije minderjierrige bern. Der wiene fjouwer: Pieter, Sake, Houk en 828 Reyn Hettes, boer op Soolsterwyren ûnder Tersoal, stoarn tusken Diuke Watses.166 1636 en ’43, tr. 2. Tryn Tietes; tr. 3. om 1630 hinne Jackle Ariensdr; tr. 1. Bern: Syouck (= 417), Trijnke (tr. om 1620 hinne Watse Pieters, te Harns). 829 Reynsk Claesedr, berne omtrint 1570, stoarn Frjentsjer 1611; sy tr. 1. 836 Siuerdt Jarichs, boer op Diurrama te Friens, stoarn 2 maart 1606, 1593 Marten Hettesz. begr. Friens, tr. Yn 1611 wurdt te Frjentsjer de neilittenskip beskreaun fan Reynsk Claesedr yn 837 Jell Saeckledr, stoarn nei 1613. presinsje fan âldmuoike Wybrich Martensdr en neef Marten Claesz fan de bern. Yn 1572/73 keapet Suyrdt Jarichsz 2/5 fan de huzing op Diorrema staten fan Ut har earste houlik mei Marten Hettesz wiene der trije bern, Aede, Trijntie en Tietz Diorre widdo foar 261 gg.167 Lysbeth, út har houlik mei widner Reyn Hettes twa: Marten en Claeske Reyns. Yn 1578 betellet Syeurdts Jaerichsz te Friens 1 cg oan personele belesting, yn 1580 Der wie in tegoed út 1611 fan Reyn en Reynsk fan 350 gg op Rienck Hettez en buorket hy dêr op Diurrama. Wlck Hettedr te Tersoal.157 Yn 1596 keapje Hidde en Sinne Epez te Burchwert 6 pm oan trije stikken, dat Yn 1636 wurde houtkeaper Fedde Riencx, Tyaerdt Lyuwes en Willem Pyters, ferkeaper foar in part erve hie en foar in part kocht hie fan syn broer, fan Siurdt allegearre te Snits, beneamd as kuratoaren oer Hette, Tiete en Reynsk, de bern Jarichz en Jel Saeckledr te Friens foar 400 gg.168

160 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 161 Yn 1598 keapje Ryuerd Saecklez en Impck Mentzedr te Kûbaard de lannen en 848 Taede Scheltes, berne om 1549 hinne, boer te Longerhou (1611) en rinten dy’t ferkeaper erve hie fan Marij Douuedr en fan Jarigh Martens yn grut op Doniewierster sate te Wûns (1618), dêr stoarn 1621, tr. 2. 1618 Mary en lyts Loopens dêr fan Syuerdt Jarighz te Friens foar 80 gg.169 Wabbedr, widdo fan Taede Pybes; tr. 1. om 1580 hinne Yn 1601 wurdt op oanstean fan û.o. Hessel Lyuuez en Ansck Haytses Bonnema, 849 Auck Euertsdr, widdo fan Taede N. Syuerdt Jarichs te Friens en Lisck Jarichsdr, widdo fan Anscke Feddricks, it Ferlykje MF 1484, SH2 3090. hûs fan Jan Claesz, kistmakker, oan de Grote Dijlakker te Boalsert by dekreet Yn 1595 in rekken troch Tyaerd Euertz, boarger fan Boalsert, fan syn fâdij sûnt ferkocht. Gerbren Syuerdtz bringt út namme fan syn heit in bod út fan 114 gg 1592 oer Hyd Taededr yn presinsje fan pake Euert Hayes, styf heit Taede Scheltez foar ¼ fan dat hûs. Keapers wurde Freerck Jansz en Jan Alberts foar ¾ en en mem Auck Euertsdr.180 By syn ôfrekken yn 1598 is Hid frou fan Ede Tyaerdts. Hessel Lyuuez te Penjum fanwege Syuerdt Jarichs foar ¼.170 Yn 1607 ferkeapje Tzalingh Feyckez te , Fed Tadedr, frou fan Sipcke Op in sark yn de tsjerke fan Friens mei in ôf hakke alliânsjewapen, ophongen oan Symens te Boalsert, en Hed Taededr, frou fan Eede Tyaerdtsz te Wûns, it oandiel in ring, stiet: ‘Ao 1606 de(n) .. Martsi / sterf de(n) Eersam(en) / Siuerdt Jarichs yn 3 pm yn in pleats te Fylens ûnder Wytmarsum dat hja erve hiene fan Jouck en(de) leit hier / begraven’.171 Hoytedr, frou fan Aucke Eemes.181 Yn 1613 hat Jel Saeckledr, widdo fan Syoerdt Jarichz, in kwestje oer hieropsizzing Yn 1614 keapje Taede Scheltez en Auck Euertsdr te Longerhou 2½ pm yn Watze mei Sicke Sickez.172 Sybbes skar te Skraard fan Fed Taededr, frou fan Sipcke Symens, te Boalsert, en Bern: Jarich (tr. Frouck Tiesses), Saeckle (= 418), Gerben (tr. 1617 Sintck keapje Tyerck Euertsz en Houck Rommertsdr te Skraard 8 pm fan dyselden.182 Siuckedr), Siouck, Jeldw (tr. 1616 Harmen Joryts). Rinck Tyaerdt Euerts widdo te Boalsert leit fanwege har bern it near op dy 844 Outger Gerlofs, te Jirnsum, stoarn nei 1611, tr. twadde ferkeap. 845 nei alle gedachten in Dyuw. Yn 1618 wurdt te Donwier ûnder Wûns de neilittenskip beskreaun fan Taede Yn Raarderhim wurde gjin eardere spoaren oantroffen fan Outger of dy Pybes; widdo Marij Wabbedr is op ’e nij troud mei Tade Scheltis fan Longerhou. syn sibben. It it tinkber dat hy yn ’e jierren om 1580 hinne yn Miedum Der wiene sân bern: Wabbe, yn syn 33ste, Pybe, Sioerdt, His, Doede, Jimck en húsmanne. Claas, yn syn 14de. Under de huzing fan Doniewierster sate wurdt 40 pm lân Yn 1603 is Outger Gerleffz folmacht fan Jirnsum.173 brûkt, Tade Scheltis is dêr by Marij ynlutsen. Yn presinsje fan Taede en Jaen Yn 1622 wurde pake Willem Willems te Grou en de omkes Gerben en Claes Taedesz en Pouuels Jansz te Hartwert, man fan Trijn Taededr, wurdt berekkene Outgersz te Poppenwier oansteld as fâden oer Gerlyff, omtrint 16, en Dyuw, wat elk takomt. Ynbring fan Tade Scheltis wie 1743 gg, yn 1616 hie syn soan Taede omtrint 14, en de jongste fjouwer bern fan Albert Outgers by Antke Willemsdr, Taedes, troud mei Hylck Tiallingsdr, it bedriuw (te Longerhou) oernommen.183 no frou fan Boete Jacobs.174 Dy bliuwe op ’e pleats en sille de bern 1700 gg útkeare. Yn 1621 wurdt yn Doniewiersterbuorren te Wûns de neilittenskip beskreaun fan Yn 1628 wurde Harmen Jans te Boazum en omke Claes Outgers te Poppenwier Taede Scheltes op oanjaan fan syn widdo Marij Wabbedr.184 Erven binne Tade oansteld as fâden oer Wlck en Dieuw, beide boppe de 14 jier, de bern fan Gerben Tadis te Longerhou, yn syn 41ste, Jaen Tadez te , yn syn 40ste, en Jelbe Outgers by Wlck Diorres en meitsje hja in skieding mei Gerben syn widdo Jay Mircks te Wytmarsum as fâd oer Meynert (yn syn 12de), Jan (9de) en Tyardt Doededr. De bern komt 1725 gg ta.175 Yn 1631 folget in rekken fan harren fâdij. (7de), de bern fan Trijn Tadedr by Pouuels Jans. Presint binne Wabbe, Pybe, Dochter Wlck is dan frou fan Wybren Wybrens te Offenwier.176 Syurdt en Doede Tadez, de bern fan widdo Marij. Under de huzing wurdt 30 pm Yn 1625 wurde Hette, Pieter en Egbert Ates oansteld as fâden oer de sân bern lân brûkt fan de earmen te Warkum. De ferstoarne hie by skieding omtrint 12½ fan Widmer Ates by Reinu Outgersdr, dy’t op ’e nij troud is mei Reiner Simens.177 pm meikrigen yn ’e pleats te Longerhou dêr’t soan Tade Tadis wennet, 12 pm Yn 1634 wurdt Claes Outgers te Poppenwier oansteld as fâd oer Albert, Symen, fan dy pleats is fan Hillegont Pyters. Imcke en Claes Tades komt 143 en 100 gg Meyns en Aeff ke, de fjouwer bern fan Reynu Outgers silger by widner Reyner ta fanwege harren heitegoed. Dan komt it ta skieding tusken de bern fan Taede Symens. Fuortendaliks komt it ta skieding mei har bern by Widmer Ates: Scheltes en dy fan Marij Wabbedr. Dieucke ( frou fan Rienck Martens te Raard), Syds, Mintke, Outger, Rins, Ate en Bern: Taede (= 424), Jaen (tr. 1. 1607 Ydtcke Jans; tr. 2. 1615 Remmertcke Widmer Widmers. Oan harren komt 2703 gg ta.178 Wybedr),185 Trijn (tr. 1608 Pouuels Jans). Bern: Albert (tr. 1605 Antke Willemsdr), Reynu (tr. 1. 1607 Widmer Aetez; 850 Tzallingh Alephs, te Nijlân, stoarn nei 1615. tr. 2. 1625 Reyner Symens), Gerben (stoarn 1628, tr. 1. Wlck Diorredr; tr. 852 Thomas Symens, te Lytsewierrum (1616), tr. om 1585 hinne 2. foar 1622179 Jay Doededr), Claes (= 422). 853 Eeff Jansdr, stoarn nei 1607. 846 Sybren Popez, stoarn nei 1611. Yn 1607 is der proses fan Peter Dircxz en Ida Jans te Boazum tsjin Claas Jansz te

162 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 163 Goutum by Snits, Haie Jansz te , Ju Claasz en Ulbe Jansdr te Wiuwert, 1579 Jacob Jacobsdr (Bruynia), widdo te Boalsert 1568,193 ferstoarn 1583. Tomas Simons en Eeff Jansdr te Lytsewierrum, Syuerd Dircxz en Griet Jansdr te Ferlykje HM 432. Wytmarsum en Jan Fopkes en Anke Jansdr te Poppenwier.186 Yn 1541 ferkeapet Jacob Jacobsdr, frou fan Wyttie Simons, 4½ inkelgûnen rinte Yn 1629 wurde Symen Thomas te Weidum en Jan Thomas te Lytsewierrum út Haersma sate te Kûbaard (stim 18) oan Yd Homme widdo, en yn 1548 hawwe oansteld as fâden oer Thomas, Albert (ûnnoazel) en Louw, de bern fan Geert Wythye Symenz en Jacob Jacobsdr lân yn de sate ‘opper Gaest’ te Kûbaard (stim Thomasdr silger by Agge Symens te Raard. Folget skieding yn bywêzen fan de 13), dêr’t Wybe Beyns en Rinck Tyepckedr 2 philipsgûne jierlikse frije rinte út omkes Joannes Willems en Claes Dircks. Heit bliuwt op de pleats en sil de bern ferkeapje. Yn 1547 prosedearje Wyttie Siemonsz en frou en Yde Homme widdo te 2900 gg útkeare fan memmegoed.187 Boalsert tsjin Wybe Beynts fanwege syn frou Rinck.194 Yn 1568 hat Jacob Witye Bern: Simon (te Weidum, tr. 1. 1614 Ansck Hiddedr; tr. 2. 1638 Auk widdo te Boalsert 1½ pm lân yn Gaesterasate te Kûbaard. Dêrmei, en mei sjoen Dircx),188 Jan (= 426), Geert (tr. 1616 Agge Symens, fan Hemert, 1640 boer de nammen Swob en Tjepcko fan harren bern, wurdt de ûnderstelling dat Jacob te Raard; hy tr. 2. 1628 Griet Poppes). Jacobsdr in telch is út de neiteam fan Tyepke Bottes en Swob, dy’t yn 1511 eigeners 854 = 802 Pytter Tyaerdts. binne fan de sate Op de Gaast te Kûbaard en yn 1533 ek fan Haarsmasate dêr, 855 = 803 Sipck Sibles. wol befêstige. Hein Walsweer kaam earder al ta dyselde konklúzje. 195 888 Sybrand Saeckles, húsman op ’t Sandt te Itens, stoarn 1632, It Lineageboek fan Solckema fernijt ús dat Rennert Solckema syn begroeven te Itens, tr. skoanheit Wytse, soan fan Symon Hotses Hoytema, te Aldegea, en 889 Saeck Wopckedr Popta, stoarn 11 sept. 1630, begroeven te Itens. Gerck Wytses (Beima), troud wie mei Jacob (Jacobsdr) en dat hja wennen Syn fierdere foarâlden: MF 1848 en heger. yn de Hoogstraat te Boalsert. En fierder: Bern: Saeckle, Doecke (te Ljouwert, tr. 1654 Antie Jochums), Fonger (= Yn 1582 hearden de Solckema’s, dy’t as ballingen yn Grins wennen, fan de âldfaam 444), Siurtke, Imck (tr. Nanna Baarda), Ansck (tr. Gosslick Riuurds) en Trijn fan Mente Ambrosius, siktaris fan Boalsert, mar dan ek balling dêr, dy’t mei His (tr. 1623 Ryuerd Sibrensz te ). it boadskip út Boalsert kommen wie, dat Jacob Wythie Hoytema widdo slim 890 Jelle Greuds Hobbema, te Tersoal, Mantgum, Boazum, tr. om 1595 siik wurden wie. De dochter May Solckema wol dan mei Trijn nei har beppe yn hinne Boalsert werom. En dat giet oan. Nei Pinkster dat jier sette beiden ôf, earst nei 891 Christina van Albada, stoarn 1613. Emden, want dêr hie Trijn ek noch in boadskip, mar safier komt it net. ‘Lijer in Sjoch foar syn foarteam HM 23412, foar har foarteam MF 1850/1851, foar ‘s graven Johans land’ foarby op ’en paad nei Olderssum falle hja yn hannen fan de Albada’s GJ 1997 179. ’e frijbûtser faandrich Knoop, dy’t dêr mei fyftjin man yn in leage lei. De weinen In dochter: Gaets (= 445). waarden plondere en it folk mei it skip nei Nijesyl brocht, dêr’t Doecke Martena, 892 Harcke Siouckes, boer op stim 15 fan Kûbaard 1640, tr. foar 1617 Onno van Groustins en Knoop mei harren findels leine. Fuortendaliks waard it 893 Mints Foppedr.189 famke May dêr fan guon tenei kommen. Seis dagen letter komt in tromslagger út Yn 1641 krijt Harcke Sjouckes te Kûbaard foar ‘11 voer reyd’ en twa skieppetsizen Nijesyl by de heit yn Grins mei it boadskip dat hja 2000 daalders foar it dochterke noch 11-14-0 út it stjerhûs fan syn sweager Obbe Foppes te Berckwert ûnder ‘te rantzoon’ hawwe woene en oars woe Knoop har ek wol ta húsfrou hawwe, mar Kûbaard.190 dat like fansels op fleanen. De ûnderhannelingen rûnen op ’e non. Underwilens Bern: Sjouke (= 446), Antie (tr. 1636 Jackle Hessels), Thomas (tr. 1638 ferstoar de faandrich yn Dokkum oan ’e pest en waard May Solckema by Douwe Hylck Freercksdr), Brecht (tr. 1646 Allert Arians), Rienck. Syrcks, boargemaster te Dokkum, ‘verborcht’ ( finzen hâlden). Achttjin wike hie hja fêst sitten, doe’t beppe Jacob Brunie fan Boalsert kaam ‘ende rantzoonde hoer -- XI -- kintskint vor de somma fan vierhondert gouden guldens’. Tenei wenne May by freonen fan har mem yn Fryslân en beppe Jacob ferstoar al it oare jier.196 1576 Frans Harmens, te Snits 1557, skepen dêr 1564, ’65,191 tr. Bern: Symon (ferstoarn 20 juny 1576), Tjepcko ab Hoytema,197 Gerck 1577 Aeff Rinnerts Rollema. (ferstoarn 22 april 1578, begroeven te Boalsert ûnder in stien fan de Yn 1552 hat ffrans Harmensz te Snits harnasch, rincoller, speets en degen.192 Hoytema’s, tr. Rennert Annes Solckema fan Teroele, te Snits, Grins en Yn 1557 (sjoch 3154) wurdt mar ien bern neamd: Rinnert (= 788). wer Snits; hy tr. 2. Lammert Wijffringa fan Grins),198 Swob (= 789). 1578 Wythye Symons Hoytema, te Aldegea (W), Boalsert (Hoogstraat), 1604 Tyaerd Syuerdts, einierde boer mei syn mem te Wûns 1546, mei stoarn Boalsert tusken 1562 en ’68, tr. harnas dêr 1552, te Abbegea 1562, tr.

164 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 165 1605 Bauck Wybedr. fan Wouter Auckesz, Reyn Pyterz, mei foar syn bruorren en susters, en Syuerd Yn 1605 wurde de omkes Pyter Tyaerdts te Abbegea en Baucke Yghes te Goaiïngea Wybez te Snits, mei foar Douue en Lolle Wybez. Jan Dirckz fersiket fanwege syn oansteld as kuratoaren oer de bern fan Syuerdt Tyaerdts, ferstoarn te Makkum, frou Siouck Iegedr it near.206 by Tryn Igedr fanwege har houlik mei Tyaerdt Tyaerdts. Yn de ynventaris û.o. Bern: Douue, Siouck (?) (tr. Wybe Douwes),207 Hotze (tr. Gaets Galedr in skiedelbrief fan 20 febr. 1585, wêrby’t de bruorren Siuerdt, Pieter en Wybe Heslinga), Bauck (= 833). Tyaerdts lannen te Boazum en Wommels ferdiele. Op 10 febr. 1593 hat noch 1672 Jarich Syoerdts, ‘oppe Bieren’ te Burchwert, stoarn tusken 1538 en in neiere ferdieling plakhân, wêrby’t Siuerdt de heale sate yn Abbegea krige en 1542, tr. Wybe lân te Boazum en Wommels. Yn 1594 binne de bruorren Siuerdt en Pieter 1673 Jeldw Martens, Tiaerdts boargen foar harren broer Wybe Tiaerdts en Gerlant Hettedr fanwege Sjoch ek GJ 2003 154. de betelling fan in restskuld fan de keap fan in tichelwurk. Der sitte ek stikken Yn 1526/27 keapet Jarich Syurdz 4½ pm te Burchwert fan Aleff Lolckez.208 yn, dêr’t út bliken docht dat Syuerdt hannele yn kalk en dat er in kalkwurk hie.199 Geregeldwei liene Douue Martensz toe Lopens, Sinne Syurdz te Turns en, yn Sjoch fierder Cn IVm.4, SH2 8020/8021. 1542, Hidde Syurdz te as fâden oer de bern fan Jarich Syuerdtsz oppe Bern: Syuerdt (tr. Trijn Ygedr), Pieter (= 802), Wybe (tr. Gerlant Hettedr Bieren ûnder Burchwert en Jeldu Martensdr yn de jierren 1542-’50 bedragen oan Domna).200 Jarich Martenz toe Lopens en oare Hinnaarderadielsters.209 1606 Sible Gatzes (Oenema), te Tsjerkwert, stoarn 29 febr. 1584, tr. Yn 1600 keapje Ryuerdt Saklez en Impck Mentzedr te Kûbaard lannen en rinten 1607 Syu Andladr Rispens, stoarn 7 okt. 1603 of 1605, beide begr. te dy’t ferkeapster erve hie fan Marij Douuedr en de helte fan in stee, brûkt troch Tsjerkwert. Douue Arians, fan Lisck Jarigsdr te Frjentsjer, widdo fan Anske Feddricxz, foar Sjoch fierder PN 41, HM 41311, SH 8022/23, GJ 2013 181. 110 gg.210 Bern: Jayts (tr. Hille Ruirdts te Buwaldabuorren), Sipck (= 803), Syu (tr. Bern: Siuerdt (= 836), Lisck (tr. Anske Feddricxz te ),211 Ymck (tr. 1596 Homme Hoytema),201 en dr. Gatse Oenema van Broersma. Claes Wopckes). 1658 Claes (Jacopsz?), stoarn tusken 1578 en ’84, tr. om 1568 1674 Saeckle Gerbrantsz (Reynarda), te Friens, grytman fan Idaarderadiel hinne 1567-1572/73, tr. 2. foar 1553 Ympck Sybransdr; tr. 1. foar 1548 1659 Aede Martensdr, stoarn (Sleat) tusken 1585 en 1593; sy tr. 2. Albert 1675 Syouck.212 Aissez, te Sleat. Yn 1547/48 keapje Saeckle Garbrantsz en Syouck te Friens 6 pm 4 eins yn Yn 1578 wurdt Claes Jacopsz ‘met sin adjunckt’ te Dearsum oanslein foar 3 cg. Jornegoet dêr foar 310 gg en yn 1557/58 keapet hy nochris sa’n oandiel fan Wybe Albert Asses te Sleat wurdt dat jier oanslein foar 1½ cg. Doekez foar 203 gg.213 Yn 1584 wurde styf heit Albert Aissez te Sleat en de omkes fan heitekant Dirck Yn 1552 beskikt Saeckle Gerbez te Friens oer spys en degen. Jacopz, Douue Hettez en Baucke Hesselsz by ‘jae ende neen’ oansteld as fâden Yn 1559 prosedearje Saeckle Gerbez en Ympck te Friens mei Wythie Pybez en oer Reinu Claesdr te Dearsum, omtrint 14 jier.202 Jiers dêrop ferklearje de fâden Fopck;214 yn 1561 Sacle Gerbez en Imck kontra Feycke Dircxz.215 fan Reinu, dochter fan Aede Martensdr, dat hja har tegoed fan 255 gg ûnderling Yn 1566/67 keapet Jan Dircxz in sate te Sint-Jânsgea fan (dizze?) Ympck Sybrants ferdield hawwe.203 foar 607 gg.216 Yn 1593 jouwe Marten Hettisz en Reinsck, ûnder de klokslach fan Frjentsjer, J.J. Kalma beskriuwt in drinkbeker ‘Rengnarda hanshorn’ út 1567 fan de kwitânsje oan har fâden Dirck Jacops en Baucke Hesselsz foar it behear fan har grytman Sackle Gerbez.217 heite-, memme- en beppegoed.204 Yn 1569 hear Claes Wybez, fikaris te Grou, kontra Saecle Garbrantsz, grytman Ut dit houlik: Reynsck (= 829). fan Idaarderadiel.218 1666 Syurdt, tr. Op in fragmint fan in sark te Friens: ‘.. sterf d Eersam(e) .. / .. Seckles d soen van 1667 Thet. Seckle (G)erbes’. Yn 1561 easket Hoettye Syuerdtsz fanwege syn mem Thet betelling fan 12 gg Yn 1573 wurdt Impck Sybransdr, widdo fan Sacle Gerbrantsz, frijsprutsen yn in troch Jarich Heslingha fanwege dy syn keap fan in ‘suart koe ende een roed bolle’ kwestje fan Idzen Poppez mei de folmachten fan Idaarderadiel.219 fan Thet.205 Yn 1574/75 keapet Eyse Jansz hûs en 7 mieden lân fan Ympck Saecke Garbrants Yn 1596 keapje Oeghe Folpertsz en Griet Dirckdr te Flânsum 1 pm 1½ eins yn de widdo foar 300 gg.220 sate dêr fan Oeghe Pyters fan Douue en Hotze Syuerdtsz, Bauck Syuerdtsdr, frou Yn 1584 wurdt oan it Fliet ûnder Ljouwert de neilittenskip beskreaun fan Jancke

166 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 167 Saklez op fersyk fan Syuerdt Jarichsz te Friens, man fan syn suster Jel Sacles, en (= 848), Bauck (1552, tr. Jacob Jansz te Arum), Tyaerdt (tr. Syts, gjin fan healbroer Saecke Sacles. Widdo Bauck Wybedr is op ’e nij troud mei bakker bern), Otte (tr. Geel Douwe Algersdr), Wybe (1567, te , tr. Doedt Harmen Jansz. Under it fêst goed 1/8 fan Dyorrema saete, brûkt troch Syurdt Sydtsdr).231 Jarichs, en in rinte fan 10 gg út Nijdam, erve fan syn âlden.221 Yn 1592 keapje Monte Gerbens en Teth Jongedr oan it Fliet ûnder Ljouwert in hûs en hiem dêr fan Siort Jarichs en Saeke Saecles as fâden oer de bern fan Jancke Saecles foar ien helte en Bauck Wybedr, frou fan Hermen Jansz, foar de oare foar 120 gg.222 Yn 1603 hat Syuerdt Jarichsz te Friens skeel mei Auck Hessels widdo en ropt hy Saacke Sakles te Raard, omtrint 50 jier âld, op as tsjûge.223 Op 28 april 1618 wurdt Hotse Sakis oansteld as fâd oer Sakle, yn syn 21ste, soan fan Gerbrand Saklis.224 Dy Sakle is, by syn trouwen yn 1619, berne te Friens. Yn 1627 prosedearret Saeckle Gerbens, boarger fan Ljouwert, tsjin Eelck Sytsedr, frou fan Freerck Jansen, en Wlck Gerbens, frou fan Symen Alberts.225 Saeckles pake Saeckle Gerbens, grytman fan Idaarderadiel, hie twa soannen neilitten, Saeckle (lês Saecke) en Gerben Saeckles, en dy wiene dus eigeners fan de pleats fan 65 pm te Friens út de neilittenskip fan Saeckle senior. Saeckle junior easket dêrom de helte fan dy pleats op. Wlck Gerbens bringt dêr tsjinyn dat har beppe Wlck Gerbensdr as widdo fan Gerben (lês Hidde) Hiddes dy lannen yn 1593 kocht hie fan Gerben Saeckles. Ut it earste boask: Jell (= 837), Jancke (te Ljouwert, tr. Bauck Wybedr); út it twadde boask: Saecke (1553, tr. Hotske Hotses, st. Ljouwert 1650;226 bern: Ymck, Hotse en Sackle, neiteam Reinalda), Gerbrand (te Friens). De hânmerken fan Tzallingh, Taede en Wijbe Scheltis, Jacop Jansz en Reijner 1696 Schelte Tades, te Arum, ferstoarn Wytmarsum 1607, tr. foar 1547 Jacops 1607. 1697 Anna Tzalingsdr, ferstoarn foar 1607. Yn 1574/75 keapet Douwe Renicz te Skettens 8½ pm lân fan Schelte Tades foar 38 gg it pûnsmiet.227 1698 Euert Hayes, stoarn tusken 1595 en ’98, tr. Yn 1578 betellet Schelte Tades te Arum 1 cg oan personele ymposysje. 1699 nei alle gedachten in Griet. Yn 1590 prosedearret Pieter Claesz te Stiens as kurator oer Teth Wlckedr as Yn 1546 brûkt Evert Hayez 2 pm oan de Skraarderdyk ûnder Wûns.232 easker tsjin Schelte Taedesz te Arum.228 Yn 1552 is Evert Hayez warber te Longerhou. Yn 1607 wurdt te Wytmarsum de neilittenskip beskreaun fan Schelte Taedez, Yn 1578 betellet Euert Hayes te Skettens 3 cg oan personele ymposysje. widner fan Anna Tzalingsdr. Erven binne Tzalingh Scheltez te Wytmarsum, Yn 1598 jout Tyaerdt Euertz te Boalsert de ôfrekken fan syn fâdij oer Hid Taededr; omtrint 60 jier en troud mei Mirck Rintzedr, Taede Scheltez te Longerhou, mei-fâd Euert Hayes is stoarn. Der wiene hierynkomsten út Bruyngadicxster omtrint 58, Bauck Scheltedr, omtrint 55, frou fan Jacob Jansz te Arum, Ancke zaete, brûkt troch Syuerd Tyerckz en Tyalck Popma.233 Ottedr, omtrint 11, dochter fan Otte Scheltez dy’t sa’n 3 jier earder stoarn wie by Yn 1607 wurdt de neilittenskip beskreaun fan Jets Euerts dy’t justjes earder op Geel, Douwe Algers dochter, te Penjum en Wybe Scheltez te Wjelsryp, omtrint Meysterhuys te Tsjom ferstoarn wie. Har bern by Boyen Alberts: Jaen, yn syn 40 jier. Opnommen is it testamint fan Schelte fan 7 juny 1605. Der binne legaten 16de, Griet, yn har 12de, Euert, yn syn 9de, en Albert, yn syn 5de. Jets hie fan foar û.o. dochters Bauck en Jouck út it twadde boask fan Tzalingh Scheltez mei har âlden 15 eins greide erve yn in stik fan 10 pm te Skraard, brûkt troch Tierck Bauck Pyttersdr. De ferstoarne wie erfgenamt wurden fan syn soan Tyaerdt Euerts.234 Yn 1611 meitsje de sibben en fâden Tyaerdt Euerts, boargemaster en Scheltez dy’t in widdo Syts neiliet.229 keapman te Boalsert, Tyerck Euerts te Skraard en Taede Scheltis te Longerhou in Bern: Tzalingh (1547, tr. 1. om 1576 hinne Bauck Hobbedr;230 tr. 2. Bauck skieding tusken de bern fan harren suster Jets Euerts by Boyen Alberts te Wûns Pyttersdr; tr. 3. foar 1595 Ansck Buuedr; tr. 4. Mirck Rintzedr), Taede dy’t op ’e nij troud wie mei Sets Syercks.235

168 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 169 Bern: Tyerck (te Skraard 1578, tr. Houck Rommertsdr), Auck (= 849), Jets 3155 Sas Poppedr; sy tr. 2. mr. Agge Broersma en mooglik 3. ffrans (tr. omtrint 1590 Boyen Alberts), Tyaerdt (boargemaster te Boalsert, tr. Olferts. Rinck Pietersdr),236 Lieuwe (stoarn 1623, tr. omtrint 1595 Jesck Sjoch ek HM 4121 en 4321. Rommertsdr).237 Yn 1584 en 1585 prosedearret Jan Sipckes, boarger te Ljouwert, as kurator oer de 1778 Wopke Pieters Popta/Dotinga, op Dotingastate te Marsum, stoarn bern fan Dionysius Wyngie silger by Ymck Rinnertsdr, tsjin Ansck Rouckedr, 8 maart 1619, begroeven te Marsum, tr. widdo fan Poppe Agges, te Snits, mar hy wurdt net ûntfanklik ferklearre.243 1779 Imck Andlesdr Dotinga, stoarn Marsum 6 maaie 1591, begroeven Yn 1582 docht it Hof fan Fryslân útspraak yn in kwestje tusken Wybe Naenckes dêr.238 te Amsterdam as erfgenamt foar de helte fan syn heit Naencke Wybes, en foar Yn 1595 prosedearret Sybren Saekles foar syn skoanheit Wopke Pieters te de oare helte universeel erfgenamt fan syn suster Anna Naenckedr en mei- Marsum en foar syn bern, mei Pieter Hiddes te Wommels foar syn frou, tsjin erfgenamt fan beppe Hil Wybe widdo, mei dr. Dirck Foegelsanck as kurator litis Watze Johannes op Tyuerde zaete te Wommels oer 2½ pm lân yn neamde sate, oer de weesbern fan Poppe Agges te Snits, Jan Sipckes, boarger te Ljouwert, as neamd ‘het Kleyne Spyck’. Hja wurde it der oer dat it lân tenei frij is fan de fâd oer de weesbern fan Ympck Rinnertsdr en Rinnert Fransen te Wommels, huzing, dêr’t Watze op wennet, en Wopke der frij oer beskikke kin.239 foarroppenen. Sy moatte Wybe foar harren oanpart yn de erfenis fan Sas Poppedr Sjoch fierder HW3 138. 300 phg. mei 7 jier rinte oant 18 phg. betelje.244 Ut dit houlik û.o. Saeck (= 889). Bern: Aeff (= 1577), Imck (tr. Dionysius Rommerts Wyngie, notaris te 1784 Sioucke Riencks, boer op stim 15 fan Kûbaard, tr. Ljouwert 1554, 1555, 1557, 1558, siktaris Ljouwert 1572).245 1785 Brecht Harckedr. 3156 Symen Hottyazin Hoitama, boarger Snits 1491, einierde Aldegea Yn 1620 wurde Harcke Siouckes te Kûbaard en Haringh Aatis te Tsjom oansteld (W) 1511, stoarn 14 maart 1528, begroeven Aldegea, tr. 1. foar 1499 Sipk as kuratoaren oer Jan, 23 jier, Heere, Tonis, Grietie en Brecht, de bern fan Rinck Ambrosiusdr; tr. 2. Siouckis en Aelle Aatedr.240 3157 Gercke Wytzes Beyma, begroeven Aldegea. Sjoch fierder MF 1168/1169. Sjoch fierder HM 43. Bern: Harcke (= 892), Rinck (te Marsum, , tr. om 1595 hinne 3158 Jacob (Bruynia), tr. Aelle Aatedr). 3159 N. Tyepckedr. 1786 Foppe Obbes, berne 1556, húsman op Galsma sate te Berkwert, 3208 Syuerdt Wybes, húsman te Wûns, stoarn tusken 1537 en ’43, tr. Kûbaard, ûntfanger dêr, ferstoarn 1617, tr. foar 1583 3209 Fedt (Peters), st. Wûns 1560/61. 1787 Antke Gorisdr, ferstoarn Kûbaard 1613/16. Sjoch foar harren en fierdere kertieren Cn IVm. Yn 1599 keapet Foppe Piers Tanya te Blije om ende by 46 pm lân te Berckwert Bern: Thrijn (tr. Tyerck Wallez), Janthien (tr. Atthie Douwez), mr. Pieter, yn Kûbaard foar in part yn Galsma sate, dêr’t Foppe Obbes op wennet, en Tyaerd (= 1604), Tae(de) (te Wûns, tr. Yesch Ydsdr), Eduwer (tr. Meye oars yn Walperte saete fan Doede Piers Tanya op it Amelân, mar Foppe Obbes Bonnez te Yndyk), Syuerdtke. protestearret. Alle lannen hearre ûnder de huzinge en binne dêrmei ek belêste en 3210 Wybe Beynts, tr. Foppe hat sels ek besit yn de sate. Fierders hat er yn 1590 ‘als ‘t hoey seer duer ware’ 3211 Rinck Tyepckedr. in hiele winter in hynst fan de ferkeaper fuorre en dêr moat er noch jild fan ha.241 Ferlykje HW2 43. Sjoch fierder GJ 2013 238, GJ 2016 122. Yn 1556 prosedearret Tyaerdt Syuerdz út namme fan syn frou Bauck en fanwege Bern: Taads (tr. Hero Foppisz te Folsgeare), Mints (= 893), Jets (tr. Claas Beynt Wybez, mei as fâd oer syn broer Tyepke, tsjin Sipcke Takez út namme fan Jacobz, te Dearsum), Obbe (1594, te Kûbaard, tr. Jel Heertsdr), Goris (1598, syn frou.246 Partijen hiene al withoelang kwestje oer twa kwitânsjes en betelling te Kimswert), Thyam (1602, tr. Harmen Oenes, te Frjentsjer) en Pier (1606). fan 180 gg. Harren eask wurdt net tawiisd. Bern: Bauck (= 1605), Anna (tr. Sipcke Taeckes), mr. Beint, Tyepke. -- XII -- 3344 Syurd Hiddez, te Wommels. Yn 1511 bart Syurd Hiddez 6 gg-18 út de pleats fan Pybe Britzaerdt te Wommels, 3152 (?) Harmen Pieters, skepen (1530-1534, 1540-1541, 1544, 1546-1548, dy’t sels 8 gg-26 yn de pleats besit.247 1553) te Snits.242 Yn 1511 hiert Senna Sywrdz de pleats ‘Cleyne Borghwird’ te Turns, 88 pm, fan 3154 Rinnert Tzommez, stoarn tusken 1528 en ’37, tr. de abt fan Himmelum.248

170 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 171 Fan 1529-’33 spilet in kwestje tusken Sinne (te Turns) en Jarich (te Burchwert) Yn 1551 keapje Andle Abbez en Tiedt Gerbedr alles dat Syts Abbedr, frou fan Syurdtsz ( foar wa’t Sybe Buwez boarch stiet) en Benedicx Sibrensz to Hagens en Vincent Janckez, erve hie yn Melis Binnes’ pleats yn de Poelen ûnder Rinck mei harren ‘sweager’ Douwe Pibez te Wommels oer besit yn de heale sate foar 190 gg, en de lannen dy’t hja erve yn Lutke Doetinga en de rinten yn Groethe Pibema guedt te Britsaerd, dêr’t Douwe wennet. Op it lêst ûnthjit Benedicx dat Doetinga, beide te Marsum, foar 50 gg.261 hy, as Sinne en Jarich swarre dat de 3 pm yn in stik fan 5 harren takomt, dêrmei Yn 1561/62 keapje Andle Aebez en Teth te Marsum en Gerrit Abbez en Bauck te akkoart gean sil.249 Penjum 18 pm te Penjum fan Douwe Aluwe foar 620 gg.262 Yn 1538 in kwestje fan Douwe Pybes c.s. mei Synne en Jarich Syeurdtsz te Turns Yn 1565 ferklearret Hans Douwez út namme fan Jan Symonz oars net as goeds en Burchwert.250 te witten fan Andle Abbez.263 Bern: Sinne (te Turns), Jarich (= 1672), Hidde (te Ingelum). Yn 1578 wurdt Andle Abbez te Marsum oanslein foar 4 karg. yn de personele 3346 Marten Douwes, te Kûbaard, stoarn foar 1528, tr. ymposysje.264 3347 Rieme, stoarn tusken 1538 en ’43. Bern: Imck (= 1779), Hans (stoarn jann. 1592, begroeven te Marsum). Yn 1511 is Marten toe Lopens boer op in pleats fan goed 66 pm te Kûbaard, dêr’t 3572 Obbe Foppes, húsman te Berckwert ûnder Kûbaard, stoarn dêr om yn 1552 Jarich Martenz wennet.251 ende by 1557, tr. om 1547 hinne Yn 1528 keapet Pier to Berswert 1½ pm yn Rieme guedt to Loepens.252 3573 Mints Gerckedr Hoptilla; sy tr. 2. juny 1558 Gerben Harckes. Yn 1529/30 keapet Rieme Martens widdo 2 pm fan Albert schuytemaker toe Sjoch fierder GJ 2013 238, GJ 2016 122, MF 2340/2341. Loepens foar 18 gg.253 Bern: Foppe (= 1786), Grets (tr. Idts Edez, te Ypekolsgea). Yn 1538 betanket Rieme toe Loopens, mei foar har bern, Haye Tyerckz foar syn 3574 Goris Piers, boer op Toarnwert te Waaksens, stoarn foar 1575,265 administraasje fan harren goed.254 tr. Sjoch fierder GJ 2003 153. 3575 Tyam Sybrens, stoarn Waaksens 1593; sy tr. 2. foar 1576 Hidde N., Bern: Eets (tr. Andries Jacobz), Douwe (tr. Aeck Poppedr), Jarich (tr. Syts stoarn foar 1585.266 Abbedr), Jeldw (= 1673), Anna (tr. Jelte Poppes). Yn 1542 hat Gorys Pierz drige dat er it hynder fan Douwe Jeltez te Burchwert 3348 Gerbrant Saeckez, tr. ferjeie en knoeie soe.267 3349 Jel Buwedr. Yn 1576 keapet Tyam Sibrensdr, mei foar har bern by har eardere man Gorys Yn 1546/47 keapet Gerbe Saeckez de sate ‘opte Bijl’ te Friens fan Elynck Wittyez Piersz, 1 pm yn Tornwerte sate te Waaksens fan Douue, Sibe, Haeble en Foekel c.s. foar 900 gg.255 Hessels foar 29 gg.268 Yn 1569 prosedearret Saecle Gerbez as folmacht fan Hidde Hiddez en Wlck Yn 1589 draacht Sybren Gorisz it gebrûk fan de sate te Waaksens, dêr’t er wennet, Gerbedr tsjin Hidde Wybes op De Jouwer en tsjin Eets Hertmansdr.256 oer oan Gerben Fopkez foar 730 gg.269 Sjoch foar harren en foar syn foarâlden GJ 2011 177. Yn 1593 wurdt op de pleats fan Gerben Fopckes de neilittenskip fan Tyam Goris Ut dit houlik: Saeckle (= 1674), Wlck (te Boazum, Friens, stoarn nei 1593, widdo beskreaun. Sy lit fiif staken neikommelingen nei: Jouck Gorisdr, frou fan tr. Hidde Hiddez). Gerben Fopkes, Ancke Gorisdr, frou fan Foppe Obbes, Bauck, de dochter fan Jets 3556 Pieter Doeckez, tr. Gorisdr by Haye Foppes, Tyaerd en Syts, de bern fan Taets Gorisdr by Wierdt 3557 Anna Wopkedr. Tyaerdz, en (Hero Andries as fâd oer) Goris en Andries, de bern fan Goris Piers.270 Sjoch GJ 2013 227. Fêst goed fan Tyam: 1/7 oer heech en leech yn Jelkema sate te Leons, dat is omtrint Bern: Wopke (= 1778). 7½ pm, brûkt troch Feyck Piers widdo; Goris Piers hie 6 pm erve yn de sate te 3558 Andle Abbes Dotinga, boer te Marsum, stoarn dêr 7 jann. 1580, Waaksens brûkt troch Gerben Fopckes, Goris en Tyam hiene 4½ pm minus 1½ begroeven dêr, tr. eins yn dy sate kocht, makket yn totaal 10 pm 7½ eins. 3559 Tied Gerbensdr Tiuert, stoarn 1569, begroeven te Marsum.257 Yn 1593 wurdt de neilittenskip dield troch Gerben Fopkes en Jouck Gorisdr te Yn 1543 is Anle toe Doetinge neistlizzer op it Deinumer nijlân.258 Waaksens, Foppe Obbez te Kûbaard fanwege syn frou ... Goris, Haye Foppez te Yn 1548 ferkeapet Syuerdt Tietez as fâd oer Syuerdt Aesgez (?) in rinte fan 3 gg út Arum as heit fan dochter Bauck by Jets Goris, Wierd Tyaerdtz te Arum fanwege Aesgema yn de Poelen oan Focke Unya en Andel Dotinga.259 syn bern Tyaerd en ... by Taats Gorisdr en Hero Andries as fâd oer de bern fan Yn 1553 ferkeapet Andle Abbez te Marsum in rinte út syn lannen yn de Poelen Pier Goris fan de neilittenskip fan Tyam Goris widdo.271 Yn 1602 tekenje Hans te Dronryp.260 Heroz en Sydts Wyerdsdr foar ûntfangst fan har diel.

172 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 173 Bern: Jouck (tr. Gerben Fopckes te Waaksens), Antke (= 1787), Jets (tr. 6310 Poppe N., tr. Haeye Foppes, berne 1546, te Arum), Taets (tr. foar 1582 Wierdt Tyaerdts 6311 Eeff. te Arum),272 Pier (tr. Feyck Andriesdr), Sybren (stoarn 1589/90).273 6318 Tyepcke Bottes, boer te Abbegea, stoarn tusken 1533 en ’40, tr. 6319 Swob,283 stoarn nei 1530. -- XIII -- Ferlykje HW2 43. Tiepka Bottaz is yn 1511 einierde op in pleats fan 50 pm te Abbegea, eigener fan 6308 Tzomme Rennertz, húsman te Gau, tr. in pleats fan 31 pm dêr en fan in pleats, opper Gaast, fan 66 pm te Kûbaard.284 6309 Jets, te Snits, testearret 23 sept. 1540. Hy sil letter noch in oandiel yn Haersma sate dêr oankocht hawwe.285 Yn 1511 is Tzumma Rennertsz einierd op in pleats fan 79 pm en 8 einsen te Yn 1530 ferkeapje Tyepke Bottez en Swob in rinte fan 5 gg út de sate upter Gaest Gau;274 noch yn 1543 wurdt Tzumme Reynersz’ healân dêr as neistlizzer opjûn.275 te Kûbaard oan hear Take, pastoar te Wommels, foar 100 gg.286 Tzumma Rennertz te Gau bart yn 1511 noch 2 gg-19 út de pleats fan Oga Sickaz Yn 1538 stiet Homme Reynz ôfdieling fan lannen yn syn pleats ta oan Wybe te Offenwier, Bonna Wythiaz komt dêrút 7 gg ta.276 Yn 1585 is pakesizzer Wybe Beynts fanwege it kleaster te Achlum (8 pm), fanwege Aldekleaster (16 pm) en Aggez Rollema eigener fan 10 pm yn dy pleats, dy’t dan oantsjut wurdt as Bonne fanwege de bern fan Sybe Herez (5 pm en de heale staten).287 Liclama zate.277 Bern: Ydt (tr. Homme Reynz, op Beyste),288 Jacob (soan of skoansoan = Yn 1528 easket Wopko Syeurdtsz betelling troch de bruorren Hero, Reynnert en 3159), Rinck (= 3211). Wybe Tzummaz fan de rinte fan 4½ gg út it goed te Twellegea dat him takomt.278 6416 Wybe Tyaerdtsz, boer te Wûns 1511. Yn 1537 hat Baucke, Syurdt Hoytez widdo, in kwestje mei Jets, Tzomme By in skeel mei de opsichters fan it geastlik goed fan Wûns yn 1602 beroppe guon Rommerts widdo, Wybe en Hero Tzommez en de erven fan Rennert Tzommez.279 neikommelingen harren op de post yn de oanbring fan Wûns fan Wybe Tyaerdtsz.289 Yn 1556 hat Pauwels Sieurdtsz fanwege Bauck Sieurdt Hoytes’ widdo, syn mem, 6418 Peter Arentz, tr. foar 1504 skeel mei Wybe Tzommez foar himsels, Frans Hermensz út namme fan Aeff 6419 Kathryn [Douwadr], stoarn foar 1529; sy tr. 2. foar 1516 Hessel Epes Rennertsdr, syn frou, en hja beide as boargen foar Hero Tzommez foar himsels (Epema), te Nijlân. Sjoch Cn IIIm. en as fâd mei Rompke Foeckes oer de weesbern fan Rennert Tzommez silger, yn Bern: Fedt (= 3209), Aernt (op Bergh te Kûbaard, tr. Syoucke (Hessels Reen)). ’e pleit smiten. It Hof feroardielet de foarroppenen de 28 pm lân yn kwestje mei 6422 = 6318 Tyepcke Bottes, tr. de fruchten werom te jaan tsjin ûntfangst fan 40 gg, of de easkers de krekte priis 6423 = 6319 Swob. fan dy lannen te beteljen, sa’t dy wie yn 1524. Yn 1557 leit Paulus Syuwertsz út 6698 Bouwe Broersz, te Wurdum, stoarn foar 1527, tr. namme fan syn mem Bauck Syeuwert Hoytes’ widdo noch hieltyd yn ’e pleit mei 6699 Wlck Saeckles Popma, fan Weidum. Hero Tzommez te Balk foar himsels, Tzomme Wybez en Agge Wybez Rollema, Yn 1511 buorket Buwa Broersz op in pleats fan 76 pm te Wurdum en is hy mei- mei foar harren suster Anck Wybedr, Frans Hermansz te Snits as heit fan syn eigener fan de pleats fan Dowe Allez dêr, en fan dy fan Claes Jansz te Jellum.290 soan Rennert by Aeff Rinnertsdr en Dionysius Wingie fanwege syn frou Imck Yn 1526/27 keapje de erven fan Buwe Broers in rinte fan 1 gg fan de weesbern Rennertsdr., en dan easket er betelling fan 436 cg foar de lannen.280 fan Doecko Vryes.291 Op 23 sept. 1540 leit Jets Tzummis’ widdo fêst dat hja begroeven wurde wol by Yn 1539 easkje de erven fan Saeckele Doeckez Popkema (ntl. syn mem Trijn en broer har patroan ‘Sinte Martyn’ te Snits. As har erfgenamten beneamt hja Wyba Gerryt) fan Douwe en Botte Buwez en Aede Doettyez en Gerbe Sackez fanwege Tzummis, Hera Tzummis en Rimmert Tzummis’ bern, elk foar in tredde harren froulju dat de ferkeap troch harren fâd hear Tielcke, fan in rinte fan 1½ gg part. Har goed en rinten te Offenwier yn Sicka Oghes’ sate, dêr’t Sicka sels út Popkama zaete te Weidum oan Bouwe Broersz silger, weromdraaid wurdt.292 op buorket, belêst hja mei legaten oan de geastlikheid; ek de geastlikheid te Ut dit houlik: Douwe, Botte (te Wurdum, tr. Swob Saeckedr), Gees (tr. Gau wurdt betocht. Har bêste hûch is foar har snoar Sas, Tzumma Wybasoan Aede Doettyez (Wiarda)), Jel (= 3349). krijt har middelste tabbert en in jierlikse rinte fan in inkelgûne. De bern fan 7116 Abbe Gerryts, te Penjum, stoarn 1539/43, tr. Rynnert Tzummis krije elk in inkelgûne jierlikse rinte út har goed te Tersoal yn 7117 N. Syuerdtsdr. Wygherma goed, en Here, har soans dochter, 10 stoer jierlikse rinte út besit te Yn 1543 komt de pastorij fan Penjum 2¾ st. ta fan de erven fan Abbe Gerrytsz.293 Poppenwier.281 Yn 1546 binne de erven fan Abbe Gerrytz lânhearren fan 37 pm te Penjum.294 Bern: Wyba (riedsman 1529, 1530 en skepen 1530-1538 te Snits, tr. Aelcke Sjoch foar harren en fierdere kertieren GJ 2001 137. Andles), 282 Hera (te Balk), Rinnert (= 3154). Bern: Anle (= 3558), Gerrit (te Penjum, tr. Bauck), Syts (tr. Vincent Janckez).

174 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 175 7118 Gerben Douwez Tywrdt, te Tyuerdt ûnder Wommels, tsjerkfâd de pleats fan Ments Sipckes te . Der is in tegoed fan 80 gg op Laes te 1543,295 tr. Remswert en ien fan 50 gg op Douwe Pybez. 7119 Lisck Wopckedr, beide stoarn 1552/56. Yn 1561 seit Wybe Doekez fanwege syn bern by Rinck Gerbedr de hier op fan it Yn 1511 is Wopcka Tyuerdt boer op in pleats te Wommels fan Aldekleaster dêr’t tredde diel fan de lannen dy’t hy hiert fan Andele Doetne. Wybe is ek eigener fan hy 1 fl. yn besit hat.296 Yn 1552 buorket Gerben Douwez dêr. in tredde diel.308 Yn 1529 hat Gerbe to Tyurdt in kwestje mei de pastoar fan Wommels oer de Yn 1582 ferkeapje Doedt, Syw en Jets Wibedrs (bern fan Wybe Sippens) harren hieropsizzing oan Fije (Sije?) Jarichs.297 oandiel fan 3/5 fan 1/3 yn de (hjirboppe yn 1556) neamde lannen en rinte yn Yn 1530 keapet Gerryt te Sippens lân of rinte yn Gerryts eigen goed te Sippens Hinnaarderadiel.309 fan ‘de Patroen St. Jacob sampt de drije priesters to Wommels’. Atze Menzez Bern: Wopcke (te Tyuerdt, tr. Goyck Rommertsdr), Rinck (tr. Wybe en Gerbe Douwez te Tyuwert protestearje mei as folmachten fan ‘Wopke Tywrt Doeckez Sippens), Tied (= 3559). swaeger ende Wolke hoer broer’, mar de erfgenamten fan Doecke toe Sippens 7146 Geerck Feyckes, fan Hoptilla, húsman op Rieuwertsma krije yn 1537 it konsint tawiisd.298 (‘Rioerdsmaguedt’) te Rewert ûnder Húns 1527, 1528, 1533, ferstoarn 1542, Yn 1536 keapet Gerbe Douwez toe Tyuerdt, susterling fan de ferkeapers, 2 pm lân tr. 1. Ancke Wybedr, tr. 2. foar 1529/30 yn Douue Lolckesz goed te Walpert fan de erfgenamten fan Allger Lyuwez.299 7147 Auck Wopckedr, stoarn nei 1551. Douue Lolckez spiert fanwege syn rjocht fan hier, Aucke Ockez fersiket it near Yn 1511 buorket Alger Lyuwaz op in pleats fan 25 pm te Húns mei eigeners fanwege syn frou, dy’t neier besibbe is oan de ferkeaper as de keaper. De keap Aldekleaster (6 fl.), hear Seerp (2 fl. 2½ st.) en de wezen fan Wybe Seerpz (1 fl.) wurdt tawiisd oan Jelte Andriesz, skoansoan fan Aucke Ockez. en buorket Taka Foppaz dêr op in pleats fan 31 pm fan hear Seerp in Leetens of Yn 1536 prosedearret hear Hero Hottinga, pastoar te Frjentsjer, mei foar syn Feddrick Roerda (13 fl.).310 Yn 1542 is Wybe Gerckz dêr boer en eigener, mei syn bruorren en susters en harren bern, tsjin Meynse Honsboet en Atthye Meynses bruorren en susters, neist Sibren Roorda (15 fl.) en Oegekleaster (6 fl. 21 st.); de en Gerbrandt Tiardez en Gerbrant Wygers fanwege harren froulju.300 prysters komt dêr dan 4½ pm ta (totaal 22 fl. 2½ st.). Yn 1541 keapje Gerbe Douwez en Lisck te Wommels 5 pm dêr fan Hottie Sipkez Yn 1525/26 krijt Gercke Feyckez in boete fan 7 st. fanwege slaanderij mei Goffe en Both.301 Wlbez.311 Yn 1544 ferlit Gerben Tyuerd as mei-fâd oer de bern fan Douue Lolckes de hier Yn 1527 appellearret Lolle Hettez omdoch by it Hof fan Fryslân tsjin Gercke fan 3 pm fan Joeret Gerroltz.302 Feyckez oangeande ‘de bruyckinge of gewalt van een sate lants genoemt dat goet Yn 1544 wurde Sipke Hoytez en Gerben Tyuerd oansteld as fâden oer de bern fan van Rewert’ mar it Hof ferklearret him net beswierre troch de sintinsje fan de Ments Sipke widdo te Hinnaard.303 grytman fan Baarderadiel.312 Yn 1545 hat Tyeets Jouckedr, widdo fan Agge Sybrensz, spul mei Gerbe Douuez Yn 1527/8 keapet Geerck Feyckes te Húns ‘alsoe foel gewalt, eer, feer en alle toe Tyuerd en Sipke Hoytez as fâden oer de bern fan jonge Sipke Gerbez en Mints gerechticheyt’ as Andries Wybez fan Aldtsjerk erve hie fan syn heit en mem yn it Sipke widdo oer ¼ fan de pleats dêr’t Mints buorket.304 goed te Riwert foar 45 gg.313 Sipke Gerbez boasket om 1525 hinne Mints Foppedr. Yn 1552 buorket sy Yn 1529/30 keapet er noch 1/5 part fan it goed te Rewert ûnder Húns fan mei de soan Gerben op Heringa sate te Hinnaard dêr’t yn 1511 Sycko Seerp Wybes, broer yn Thabor, yn it foardiel fan syn susters weesbern foar 33 Jarichz tahold.305 goudflorenen. En ek fan Foeck Wybedr keapet er, fanwege syn fjouwer bern by Yn 1552 ferkeapje Laes Fennertsz en Gretts Hoytedr te Remswert ûnder Mullum syn earste frou Anck, ‘alsoe foel macht, gewalt, eer, feer ende alle rechticheyt’ as in rinte foar 80 gg en Douue Pybez en Hilck Tacodr ien foar 50 gg oan Gerben hja yn it goed te Rewert fan har âlden erve hie foar 50 gg.314 Tywrdt en Lysck.306 Yn 1537 appellearret Sybrant Roerda te omdoch by it Hof fan Fryslân Yn 1556 wurdt te Tyuerdt de neilittenskip beskreaun fan Wopcke Gerbensz, widdo tsjin Gercke Feyckez foar himsels en fanwege syn bern by Ancke Wybedr, syn earste Goyck Rommertsdr is dan op ’e nij troud mei Take Syuerdtsz en Rienck Sybez en frou. It giet om 1/5 part fan it ‘gewalt’ fan Ryeuwerde zate te Húns, dat Gercke Gosse Gerbenz te Wommels wurde fâden oer weessoan Douwe.307 De lannen dy’t neffens syn sizzen kocht hie fan in Andrys Wybez. Sybrant hie it near lein op dy Gerben en Lysck neilitten hawwe binne noch ûnferdield besit fan Wybe Doeckez, keap; it Hof achtet Sybrant net beswierre troch it fûnis fan de nederrjochter.315 Andle Abbez en (it bern fan) Wopcke: 16 pm yn Honsboodster zate, 9 pm yn de Yn 1533 krije Gercke Feykes en Auck Wopkedr, op dat stuit wenjend op Rioerdsma buorren fan Wommels, 2½ pm yn de sate te Tyurdt dy’t ûnder Spyck hearre, 4 goed te Riewert yn Húns, en harren neiteam de lannen, dy’t it konvint fan pm nijlân te Marsum, brûkt troch Andle, 4 pm te en in rinte fan 1 gg út Oegekleaster hat yn Rioerdsma goed, yn ivige erfpacht foar in lânhier fan 7 gg it

176 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 177 jier, dêr’t hja 7 st. fan ôflûke meie. Dat goed wie it konvint oankommen fan Gerbe Yn 1554 prosedearje Aene Tiebbez, Seerp Foppez en oaren tsjin Wybe en Feycke Seerpz, harren boumaster fan foartiids, en ffoeck en Teekla Seerpsdrs (of Syurdsdrs), Gerckez foar harsels en beide fanwege Ancke Philippus widdo foar safier’t it har profeste susters yn dat konvint. Datselde jier noch wurde de ôfspraken troch oangiet en neamde Wybe, neist Pieter Claesz, as fâd oer de trije bern fan Oedts bemiddeling fan hear Hoyte, pastoar te Jellum, en Heercke Feyckes te Hoptille as Gerckez.322 soenslju befêstige, mei as fierdere kondysje dat yn gefal it konvint dy rinte ferkeapje Yn 1593 keapje Johannes Idsz en Goyck Johannesdr te Boalsert 1/10 fan woe, it holden wie dat te dwaan oan Geerck en Auck foar 180 inkelgûnen.316 Hoptilstere zate te Hilaard, brûkt troch Wpke Gerckes, Johannes Jonges en Yn 1544 hat Sybren Roorda in kwestje mei Lyeuwe Tiepckez te en Syts Harmen Oenes, fan Sybrant Ansckes en Trijn Sybrantsdr te Wommels foar 219 te Beckum, as fâden fan de bern fan Gercke Feyckez by syn earste frou, en Jancke gg.323 Rennertz te Winsum en Feycke Heerkez te Jorwert as fâden fan de bern by syn Yn 1597 keapje Jonge Jouckes en Gerck Gercx te Húns 6 pm yn Hoptilstere zate widdo Auck Wopckedr oer 36 pm yn Ryeuwerde saete te Húns. Datselde jier in te Hilaard fan Ids Edes te Ypekolsgea fanwege syn bern by Graets Obbedr foar kwestje fan de bruorren Wybe, Feycke en Oedts Geerckez oer hier fan Tyeuwerde 302 gg; âldomke Wpke Gercks fan de bern protestearret.324 (sic) zate.317 Ut it earste boask fjouwer bern: Feycke (Gerckes Goerda, tr. Bauck Yn 1542 betellet Geerck Feyckes 13 stuorren yn de oanbring fan lân yn Húns, Tiaerts),325 Wybe (te Húns 1542), Oeds (suvelkeaper, st. Ljouwert 1553, tr. dêr’t Sibrandt Roorda lânhearre fan is.318 foar 1544 Lysk)326 en nei alle gedachten Auck of Ancke (tr. Philippus N., Yn 1543 binne Geerck Feyckez’ weesbern eigeners fan in sate te Hilaard, ferstoarn 1542/1554). Ut it twadde sille dan wêze: Johannes (te Easterein, neamd ‘olde Hoptille’, dêr’t de pastorij 11 stoer út bart. Dat soe betsjutte tr. Anck Douwedr; sy tr. 2. 1559 Lolcke Douwes),327 Pieter (te Harns 1559, dat der op Hoptille twa sates west hawwe, want Heerke Feyckez wie doe Tsjom 1570), Geerck (tr. Jonge Jouckes te Húns), Upcke (te Ljouwert, tr. eigener fan ‘de saet toe Hoptille’, dêr’t de pastorij 3 stoer út bart. It sil 1. Fenne Gerrits, ferstoarn foar 1582; tr. 2. Aeltje Jans),328 Mints (= 3573). gean om de stimhawwende pleatsen Hilaard 15 en 16 (mei-inoar 80 pm), 7148 Pier Taeckles, húsman op Toarnwert te Waaksens 1543, 1552, stoarn dy’t yn 1640 beide eigendom binne fan Rein Gerckes Rheen, troud mei 1552, tr. Femme, dochter fan Upcke Gerckes Hoptilla. Yn 1640 is Rein Gerckes 7149 ? Ydt Sybedr, stoarn nei 1552. ek eigener fan Húns stim 3 (60 pm) en dr. Hoptilla fan stim 2 (100 Yn 1542 spilet in kwestje fan Pier Taeckez te Waaksens en de bern fan syn pm). Mei-inoar leit der dan fan Rewert oant Hoptille in oanien sletten broer mei ffrans Roerda fanwege syn frou His, oer in kamp lân yn syn pleats kompleks famyljebesit fan 240 pm lân.319 benoarden Hismoers ekeren.329 Fan 1542-’44 hawwe Pier Taeckelez, heit fan Anna Piersdr en har man Wibe Janz in kwestje mei Taecke Abbez en Lolcke Aesgez as fâden oer Epe, Haeye en Sibren, Syts, Anna en Griet, soannen en dochters fan Joucke Taecklez, bystien troch (de folwoeksen) Taeckle Jouckez of oars ien.330 Harren mem en beppe Hismoer hie by testamint oan Anna Piersdr 1 pm besprutsen efter de terp yn de pleats te Waaksens dêr’t no Taeckle Jouckez wennet. Dat besit mei de opbringsten sûnt 1532 wurdt no foar Anna opeaske. Ynearsten ferklearret Taeckle dat 1/7 fan dat pûnsmiet him taheart en de oare seis dielen oan syn bruorren en susters. Wat letter ferklearje de fâden dat Pier Taecklez fanwege syn dochter Anna yn 1536 mei harren kwestje hie oer de skieding fan de neilittenskip fan His Epis en dat troch útspraak fan goede mannen ferskillende perselen, ynklusyf dat pûnsmiet, oan de bern fan Joucke Taecklez kaam wiene, oare perselen oan Pier. Utsprutsen Geerck Feyckes’ erfgenamten wurde yn 1543 noch in kearmannich neamd as wurdt dat it pûnsmiet en de opbringsten oan Anna komme. neistlizzers fan lannen yn Húns, en yn 1550 hat Sybrandt van Roorda noch in Yn 1552 keapje Ryurt Allerts en Anna Piersdr twaris 3½ pm yn harren pleats te foardering fan efterstallige rinte op Gercke Feyckes te Huyns, dy’t er by testamint Westerhitsum fan Frans en (de dochter fan) Pieter Romckez. Mar ek Ydt Sybedr, syn soan Georgen ta hawwe wol.320 widdo fan Pier Takelez, lit dan it oandiel fan Frans Romckez proklamearje.331 Yn 1551 seit Auck Wopckedr te Hoptilla oan Sicke Symonz de hier op fan 18 pm It giet oer de pleats dêr’t yn 1514 Wattye Mauriskez buorket en dêr’t te Coudum ûnder Tsjom.321 letter Ryurts bern Pier en Eelck (mei)eigeners fan binne.332

178 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 179 Yn 1560 ferkeapje Gerben Tyercxz en His Allardtsdr in rinte út harren hûs te Yn 1535 keapet Homme Doeckez in rinte fan ½ gg yn de lannen fan Taecke oan Kempo Jellez te Hitsum en Take (sic) Piersz te Winsum as fâden oer Intgez silger yn Aucke Ockez sate te Rispens fan Aetze Meynsez en Jets. Dêrop de bern fan Ryuerdt Allerts en Anna Piersdr.333 komt spiering troch Aucke Ockez, Lolle toe Fyns en Sipke Hoytez fanwege Bern fan Pier (by Ydt?): Anna (tr. 1. foar 1542 Wibe Janz; tr. 2. foar 1552 harren froulju.341 Yn 1536 stelle Lolle to Fyns en Sipke Hoytez harren lannen yn Ryuerdt Allertsz, stoarn Westerhitsum 1557), Goris (= 3574), Taeckle (te Hinnaarderadiel as ûnderpân yn harren kwestje mei Homme en Wyts.342 Hockwert ûnder Winsum, tr. Biuck Lolledr). Yn 1535 ferkeapet Homme Doeckez te Westerletens in rinte fan 1½ gg út syn 7150 Sybrandt N., tr. N.N. pleats oan Reeme Martens widdo foar 27 gg.343 Yn 1587 keapje Take Sybrandtz en Anna Jacobsdr te Leons 4½ pm 2 eins yn Yn 1545 keapje Homme Doeckez en Wyts in rinte fan 1 gg yn syn lannen te Jelkemazate dêr, brûkt troch Jacob Wolters, fan Feycke Sybrandtz en Auck Rispens, brûkt troch Aucke Ockez, fan Ede Widmerz en Jets te Burchwert; Trijn, Johansdr te Dronryp foar 157½ gg.334 widdo fan Broer Janckez, te Boalsert en Attie Meynsez fanwege syn frou Jets Yn 1602 keapje Baucke Bauckes en Jets Pabedr te Iens 1/7 fan Jelckema zate fersykje it near.344 te Leons, sa’n 54 pm grut, dat ferkeapers erve hiene fan Anna Sybrantsdr, fan Yn 1556 easket Trijn Wopckedr, widdo fan Broer Janckez, har seisde part op Sybren Ansckez en Trijn Gerbensdr te Wommels, Sibble Dytiez en Syts Auckedr fan de 17 pm yn de ‘Ruychfenne’ yn Rispens te Easterein dy’t har pake Taecke te Oegekleaster, Sytie Harckez en Doed Takledr ûnder de klokslach fan Frjentsjer Intyez te Nijlân tamakke hie oan de bern fan syn dochter Jets Taekedr by Wopcke fanwege Bauck en Atke Hayedrs, Haye Hayez en Ansck Hayedr en Sybren Tyoerdt. Hoewol’t Wyts, de frou fan Homme Doeckez en pakesizzer fan Wopcke Ansckez en Taede Taklez as fâden fan de neamde bern fan Haye, foar 475 gg.335 en Jets, ek net mear as in seisde part takaam, beskôge dy de folsleine 17 pm as Yn 1603 keapje hja, dan te Leons, 1/7 fan dy pleats fan Trijn Takedr, widdo fan har eigen. Ek Trijn har suster Tyedt Wopckedr, frou fan Hancke Goedtffriontz, Jacob Wolters, te Weidum foar 500 gg, nochris 1/7 fan Jacob en Peter Sybrantsz, kaam in seisde part ta. Nei it ferstjerren fan harren iennichst bern moast dat Bot Sybrantsdr, frou fan Intse Peters, Bauck Sybrentsdr, frou fan Aleff Thonis, part neffens beskikking fan Wopcke Tyoerdt komme oan omke Wilcke en muoikes te Tsjummearum en fan Johannes Jacobsz te Westerhitsum, omke fan Sibble Lysck, Jets en Trijn fan dat bern. Dat wie ef kes oars kaam want beppe Syts en Harmen Sybrantsz, foar 500 gg en noch 4½ pm yn de pleats fan Jouck en Goedtffrioendts widdo erve in fjirde fan dat oandiel. Dat waard omset yn in Auck ‘Gerroltsdrs’, de froulju fan Gerben Fopkes te Waaksens en Foppe Obbes rinte fan 1 gg dy’t terjochte kaam by Jets Goetffrioentsdr, frou fan Ede Wedmers. te Kûbaard, en fan dyselden as fâden oer it bern fan Pier Goris foar 300 gg.336 Homme en Wyts soene dy rinte fan harren keapje mar troch nearlizzing wie dy Bern: Tyam (= 3575), Anna (tr. Anscke Hayez te Wommels),337 Take (te oan Trijn en Jets Wopckedrs kaam. Leons, tr. Anna Jacobsdr), Feycke (te Dronryp, tr. Auck Johansdr). Homme Doeckez stelt dêr foaroer dat der skieding west hat fan de neilittenskip fan Taecke Yntyez en fan dy fan Wopke Tyuerdt. Oan Trijn Wopckedr wie dêrby -- XIV -- lân en hûs te Boalsert en Nijlân tafallen en dy wie dêrmei fernoege. As Trijn op ’e nij in skieding woe, dan wie dat Homme goed mar dan moast sy har goed op 12616 ? Rennert Tiepkaz. ’e nij ynbringe. Ek wol Homme dat neamde nearkeap weromdraaid wurde soe Yn 1492 libben Rennert Tiepkaz en Halba te Gau, Rennert hie datselde jier te en dêr giet it gerjocht yn mei. Snits fochten mei Hero Wibaz.338 Yn 1559 keapet Tet Wlbedr (Rispens), widdo fan Rienck Sybez, 17 pm yn de sate 12838 Douwa Feddez, skepen te Boalsert, stoarn tusken 1504 en 1511, tr. te Rispens, brûkt troch Bernardus Auckez, fan Jets Wopckedr en Wopcke en Take 12839 Janke (Tyercsdr), testearret 1516. Attyez, mei foar harren fierdere bruorren en susters.345 Sjoch foar harren en har foarâlden Cn IIo. Bern: Trijn (tr. Broer Janckez te Boalsert), Jets (tr. 1. Attie Meynses;346 tr. 2. Ien dochter: Kathryn (= 6419). Wybe Hottyez), Tyedt (tr. Hancke Goedtffriontz), dochter (mem fan Wyts 14238 Wopcka (Taeckez) Tyuerdt, tr. Sybedr), Lisck (= 7119), Wilcke Wopckes Minnerda (tr. Beyts Poppedr). 14239 Jets Taekedr. 14292 Feycka Hoptilla, te Hilaard, ferstoarn foar 1525/6. Yn 1511 hat Wopcka Tyurd besit yn Tyuerdt, Honsboed, Geyns, Braard en, Yn 1511 hat Feycka Hoptilla in pleats fan 63 pm 2 einsen te ‘Eelaerdt’, dêr’t Byw mooglik, Leetens ûnder Wommels.339 Ien kear, te Tyuerdt, wurdt er Wopcka te Beckum krapoan 6 pm yn hat en de prysters 5 pm.347 Yn 1542 binne ‘Hercke Taeckez dan wol Wopcke Tyuerdt neamd. ende Auck Philippus wijff met haer kynderen’ eigeners.348 Yn 1529 keapet Aytye Meynckez 8 pm yn de pleats fan Homme Doeckez fan Ede Yn 1525/6 keapet Heercke Feyckes to Hoptel it hûs, dêr’t er dan yn wennet, fan Widtmerz te Boalsert.340 syn heit syn erfgenamten foar 60 gg.

180 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 181 Yn 1525/6 keapje Heercke en Gercke Feyckes in sate lân te Húns fan Wpcke Yn 1533 keapje Rienck Oegaz en Anna alle lannen en rinten dy’t Gryet, de frou Olfertz foar 134 gg. fan Gerryt Hermensz, fan har mem erve hie yn Goitna te Hinnaard.359 Yn 1527/8 keapet Gheerck Feyckez te Húns 3 trije klinkerds jierlikse rinte yn Yn 1536 jout Gerck Feykez folmacht oan Douwe Wopkez en Fonger Syersma yn Cletterpstera goed te Boazum mei ‘eer, feer en gewalt’ fan syn broer Pieter foar syn saak tsjin Baucke toe Tellens oer 9 pm.360 Dan prosedearret Douwe fanwege 30 gg. en noch 2 gg jierlikse rinte yn it goed ‘toe Hoeptel’ te Hilaard foar 30 Geerck Feyckez en Auwck tsjin Baucke Seerpz toe Tellens ûnder Wommels oer goudflorenen. harren 9 pm lân, dy’t Baucke hiert.361 Yn 1529/30 keapet Geerck Feyckez te Húns 1 goudfloreen jierlikse rinte ‘toe Eellaert Yn 1537 en 1538 prosedearret Douwe Wopckez fanwege Gerck Feyckez en syn frou in ‘t guedt toe Hoptil’ fan syn suster Loeyck Feyckedr foar 27 goudflorenen. Ek Auck tsjin Jelte Agges, mei foar syn broer, Wybe Sybrandtsz en Renick Renicksz keapet er fan har ‘die gerechticheyt, eer, feer ende gewalt’ as hja hat yn Claeyterp fanwege harren froulju om skieding en dieling fan 6 pm lân yn Tellensera sate te Boazum foar 9 gg.349 ûnder Wommels, dêr’t Baucke to Tellens en neamde Wybe op wenje en behalve ‘de Yn 1538 prosedearret Tyerck Epez te Baard fanwege syn mem Loycke Feyckedr staete en terpinghe’ twa stikken fan 3 pm, mei-inoar 12 pm lân, mar foarroppene tsjin Gercke Feyckez.350 seit dat er dy lannen net mienskiplik hie, net fan him wiene of west hiene. En dan wurdt easker net ûntfanklik ferklearre.362 Yn 1540 keapje Rienick Oegez en An 4 pm yn Goeyckna gued te Hinnaard mei terp en staten fan Douue Wopkez te Hallum.363 Yn 1546 keapje Rienck Oegez en Anna Wopkedr toe Spyck ûnder Hinnaard alle lannen dy’t Symen Jansz en Syouck Egbertsdr en Douue Egbertsz, allegearre te Ljouwert, erve hiene fan harren mem Rienck Wopkedr yn Goykinge gued te Hinnaard, brûkt troch Pieter Simckes.364 Yn 1550 ferkeapje Rinnert Johanz en Anna te Spyck yn Hinnaard in rinte fan 10 gg yn Goyckme zate dêr, brûkt troch Pieter Tyercxz, oan Folpert en Pieter Oegez as fâden oer de bern fan Rienck Oegez foar 167 gg.365 Wapen Hoptilla, tekening Rudolf J. Broersma. Yn 1559 keapet Taats Douuedr, widdo fan Aenne Aeblez, te Hidaard goed 1½ pm yn Andela zate, dêr’t sy wennet, fan Douue Wopckez, Douue Egbertsz, Anna Wopckedr, frou fan Rennert Johanz, en Fecke Sipkez en neamde Rennert as Bern: Heercke (to Hoptel 1526, brûker Matheus’ stee te Jorwert 1542,351 fâden oer de bern fan Gerryt Harmensz. eigener fan ‘de saet toe Hoptille’ ûnder Hilaard 1543),352 Gercke (= 7146), Bern by de dochter fan Jarich: Rinke (stoarn 1529, tr. Egbert Douwez), Loeyck (tr. Epe N., soan: Tyerck Epes), Pieter. Douwe (te Hallum 1540), Anna (tr. 1. Rienck Oegez; tr. 2. foar 1550 14294 Wopcka Douwaz, yn 1511 eigener fan 9 pm te Tellens, mooglik Rennert Johanz (Tolsum)); wierskynlik ek Gryet (tr. Gerryt Harmensz). dan boer op it Hoytehûs te Itens,353 boer op Spyck te Hinnaard, stoarn Bern út dat of in oar houlik: Auck (= 7147). nei 1548, tr. (1. of 2.?) 14296 Taeckle N., tr. 14295 ? N. Jarichsdr. 14297 Hysmoer ‘Epis’, nei alle gedachten stoarn 1532; sy tr. 2. foar 1511 Yn 1514 binne Wopcko Douwez en Symon Aggez, ‘huysluyden’, lânhearren fan Epe Jacobz.366 Claes Jacobsz te Coudum ûnder Tsjom.354 Yn 1511 hiert Reyn Tyercxz in pleats te Waaksens fan Katryn Pier Foppaz’ widdo Yn 1542 keapet Sipke Hoytez te Itens in rinte fan 1 gg út de sate te Spyck, brûkt (11 fl.) en Epe Jacobz (13 fl.); de pastoar komt 14 st. ta. Yn 1552 binne Pier ‘Taelez’ troch Wopke Douwez, fan Jan Henrickz te Harns.355 en Taecle ‘Janckez’ hjir boer.367 Yn 1546 ferkeapet Sicke Jarichz te Winsum oan Rienick Oegez en Anna Riencx It giet oer stim 3 fan Waaksens, de grutste fan de twa pleatsen te Toarnwert. te Hinnaard in rinte fan 3½ goudg. út de pleats, brûkt troch Wopke Douuez en Yn 1537 ferkeapet Jarich Maertenz toe Loepens in rinte fan 2 goudg. út syn goed foarskreaune Reenck, foar 70 goudg.356 oan Pier Taeckez te Waaksens en oan Take Abbez en Lolcke Aesgoz as fâden oer Yn 1548 is Wopke Douuez noch neistlizzer te Spyck.357 de twa (sic) bern fan Joucke Taeckez foar 40 goudg.368 Yn 1529 winsket hear Wybe, pastoar te Lytsewierrum, dat in fatsoenlike ynventaris Bern: Joucke (boer te Toarnwert, stoarn foar 1536), Pier (= 7148). makke wurdt foar de bern fan Egbert Douwez by Rinke Wopkedr silger.358

182 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 183 -- XV -- de wezen fan Sipke om’t de lannen noch net skieden binne, Simck Sipke widdo spiert, Gaetze Heerckez spiert fanwege syn 24 pm yn de pleats, Ane Wybez en 28478 Taeke Yntiaz Bootsum, einierde te Nijlân. Pieter Tyercksz spiere fanwege harren froulju fanwege harren besit dêr, Sicke Yn 1511 is Taeka Inthiaz mei syn broer en sustersbern einierd op in pleats fan Jarichz, omke fan ferkeaper, leit it near.377 53½ pm te Nijlân en hiert er dêrboppe 61 pm fan de prysters dêr.369 Him komt Hear Douue Jarichz (nei alle gedachten te Hinnaard) makke yn 1540 dan 1 gg 8 st. ta yn Rispens te Easterein en, as Taecke Botsma, 12 pm yn Sickinga testamint en is datselde jier stoarn. Dan wurdt in skieding makke troch Sipcke te Wommels.370 Hoytez en Sicke Jarichz en ek tekenje Rienck Oeghez en Anna Wopckedr dat jier Yn 1545 spant Lolcke Hesselsz toe Reen, mei fanwege Byucke, Jets en Holck foar ûntfangst fan Sipcke fan 100 gg út Douues neilittenskip.378 Dat alles neffens Godsfriouns, Douue Fercx te Wommels in proses oan. Yndertiid hiene Wopke ‘brieven’ yn de ynventaris fan Sipckes soan Hoyte dêr’t ek doazen oantroffen Sippens en syn frou Yd Feddricxdr 4 pm yn Douues pleats. Harren iennichst waarden mei Spycksterbrieven en akten oer Goytkene te Hinnaard. erfgenamt wie dochter Byw dy’t by Godsfrioun Takez ien soan krige, Wopke. Nei Yn 1541 ferkeapet Sicke Jarichz 2 pm yn Goeyckna gued te Hinnaard, brûkt troch Wopkes dea waard dy syn pake Take Bootsum, heit fan Godsfrioun, erfgenamt Simpk Sipke widdo, oan Rienick Oegez toe Spyck foar 32 gg.379 en dy Take liet fjouwer staken erven nei: soan (lês skoansoan) Wopke, soan Ane, Yn 1546 ferkeapet Sicke Jarichsz op Groote Haensera guedt 2 pm te Goyckna te pakesizzer Lolcke Hesselsz by syn dochter Bauck en neamde Byucke, Jets en Hinnaard, brûkt troch Simck Sipke widdo, oan Rienck Oegesz te Spyck foar 32 Holck, bern fan syn soan Godsfrioun. Dêrmei is wol dúdlik dat de helte fan gg en ek in rinte fan 1 gg út keapers sate te Spyck foar 20 gg.380 oangeande 4 pm oan Lolcke c.s. takomt. Yn 1553 ferkeapet Sicke Jarichz te Winsum in rinte fan 3½ gg út de sate te Spyck Douue Fercx bringt dêr tsjinyn dat hy net iennichst eigener is fan de pleats en dêr’t Rennert Johanz buorket oan Folpert en Pieter Oegez as fâden oer de bern dat it part dat him wol takomt al langer as tritich jier yn syn famylje west hat. It fan Renick Oegez foar 70 gg.381 gerjocht wiist Lolckes eask net ta. Bern: Sicke (te Hinnaard 1511, Winsum 1546), hear Douwe (stoarn 1540), Wopke Goodsfrions te Boalsert hat yn 1516 de patroan fan Wommels 2 pm dochter (= 14295), dochter (tr. Obba Ockez (Rispens)),382 Sipke (stoarn besprutsen yn it Hoytama guedt toe Zwijns fan Douue Ferrickz.371 1532/33, tr. Simck (Piers Meylema?)). Bern: Bauck (tr. Hessel Lolckez to Reen), Godsfrind (tr. 1. Byw Wopke Sippensdr; tr. 2. Syts), Jets (= 14239), Ane? 28590 ? Jarich Sickoz. Yn 1511 is Jarich Sickoz eigener fan de pleats fan Jan Goeytnye te Hinnaard (6 gg 10 st. foar 32 pm) en bart hy 6 gg út de pleats fan Jan Meynertz dêr fan 90 pm (18 gg 10 st.).372 Dat binne (grut) Goeyckna sate en Spyck dêr’t yn 1552 Pieter Tyerckz resp. Rennert Johanz buorkje. Jarich Sickez hat de pastorij fan Hinnaard 2 aedelen besprutsen, ien op it lân dêr’t yn 1543 Rienck Oeghez buorket en ien op lân te Itens dat Sipke Hoytez fan ’e tsjerke kocht hie.373 Yn 1536 keapje de tsjerkfâden fan Hinnaard ‘volgens placaat’ de 4 pm dêr dy’t Jarich Sickez oan de patroan besprutsen hat. Sipke Hoytez wol fanwege syn frou de keap oernimme.374 Yn 1532 keapet Sipke Hoytez te Itens 3 pm yn Koyfenstera guedt te Easterein fan Sipke Jarichsz; Sicke Jarichz leit it near op de keap.375 Yn 1533 wurde mr. Douwe (Meylema), pastoar te Welsryp, Sibe Piersz en Sipke Hoytez oansteld as kuratoaren oer Symck Sipke widdo en har twa bern.376 Yn 1533 keapet Joucke Sybez 1/5 fan 13 pm oer heech en leech te Goytnye, brûkt troch Simck Sipke widdo, fan Watze Sipkez te Ikkerwâld. Sipke Hoytez spiert fanwege syn frou Tyetz Hobbedr, mr. Douwe en Sibe Piersz spiere as fâden oer

184 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 185 Ferwizingen en ôfkoartingen OFO P. Sipma en O. Vries (ed.), Oudfriese Oorkonden, 4 dln (’s-Gravenhage 1927-1941, 1977). AB ‘Den nyeuwen aanbrengh van Baerderadeel, 1542’, transkripsje PK J.A. Mol e.a. (ed.), Prekadastrale Atlas fan Fryslân 1700/1640 17 dln yn: De Neitiid, 1991-3. (Ljouwert 1988-2003). AS Andringa Stichting, Andringa 3 (2016). pm pûnsmiet. ASt A. Stellingwerff, Naamlijst der regering te Sneek, 1508-1769 PN P.N. Noomen, ‘Buwaldaburen te Tjerkwerd’, yn: GJ 1989 31-48. (Tresoar Bibleteek Hs 1479). PW Pierius Winsemius, Chronique ofte historische geschiedenisse van BB P.L.G. van der Meer en J.A. Mol (ed.), De Beneficiaalboeken van Vrieslant (Franeker 1622). Friesland, 1543 (Ljouwert 2013). PY P.L.G. van der Meer (ed.), ‘Registers fan de Personele Ymposysje BH D.J. van der Meer, Boerderijenboek Hennaarderadeel 1511-1698 út 1578’, yn: P.L.G. van der Meer e.o., Administrative en fiskale (Ljouwert 2004). boarnen oangeande Fryslân yn de ier-moderne tiid (Ljouwert 1993). Chb G.F. thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (ed.), Groot Placaat RvA J.C. Tjessinga (ed.), De aanbreng der Vijf Deelen van 1511 en 1514, en Charterboek van Vriesland, 6 dielen (Ljouwert 1768-1795). 5 dln (Assen 1942-1954). Cn Stichting Familie Cnossen-Knossen, Cnossen-Knossen II RvdA I. Telting (ed.), Register van den Aanbreng en verdere stukken tot de (Easterein 2018). floreenbelasting betrekkelijk, 4 dln (Leeuwarden 1879). FT G. Verhoeven e.o. (ed.), Friese testamenten tot 1550 (Ljouwert RmR Rintmasterrekkens (T4). 1994). SG Samling Grêfskriften fan it Genealogysk Wurkferbân fan de GA Gemeenteargyf. Fryske Akademy, oardere op stêd/gritenij en yn de gritenij op Gen Kolleksje Genealogyen Tresoar. doarp, sa. 1500-sa. 1811, sammele sa. 1935 oant no ta (Tresoar, gg goudgûne. âld nr. Leeszaalbibliotheek 182). GG G. Galema, Familieboek Galema-Galama (1999). SH S.S.N. Hettinga, ‘Overzicht van de naaste familieleden van GJ Genealogysk Jierboek(je). pater Prof. Dr. Titus Brandsma, O.Carm.’, bylage yn: H. Nota, GJH G.J. Hoekstra, De Miedema’s hun zates en mieden (1992). pr., Titus Brandsma onder ons (2003). HCL Historisch Centrum Leeuwarden. SH2 J.R. Hettinga (ed.), Sible Sjoerd Nicolaas Hettinga, zijn Friese HF H. Foekema, ‘De Foeckema’s oer heech en leech’, yn: GJ 2003 kwartieren (2015). 25-113. SR M. Oosterhout (ed.), Snitser Recesboeken 1490-1517 (Assen 1964). HfF Argyf Hof fan Fryslân (T14). T Tagong ta de argiven fan Tresoar . HM L. Jagersma†, J. de Jong, H. Foekema en Y. Brouwers, ‘Memorie van Hoytema’, yn: GJ 2017 79-373. De argiven fan de nedergerjochten (T13) wurde oantsjut mei in ôf koarting HW1 H. Walsweer, ‘Lyclama’s en hun goed te Bons’, yn: G. Zomer ta de trije begjinletters fan de namme fan de gritenij of stêd, bygelyks e.a., Bons. Geschiedenis van boerderijen en bewoners (2001). BAA = Baarderadiel, mei it ynventarisnûmer. Dat dan yn ’e regel (miskien HW2 H. Walsweer, ‘De Broekster Rouckema’s’, yn: GJ 1994 41-101. wol foar de lêste kear yn it jierboek) neffens de âlde nûmering. HW3 H. Walsweer, ‘It Capellefrijlien fan Minnertsgea’, yn: GJ 2001 89-149, benammen taheakke ‘Dotinga’, s. 131-140. JJW J.J. Woltjer, Friesland in hervormingstijd (Leiden 1962). LB R. van Solckema, Lineageboek Solckema, 1584 (âld: Gen 346, nij: Gen 15.22.08). Mc Monstercedels. Tresoar, Copieën Elders 6030. MF M.F.L. Flapper, ‘Kwartierstaat Bote Flapper’, yn: GJ 1999 152-214. NNBW P.C. Molhuysen e.a. (ed.) Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, 10 dln (Leiden 1911-1937). NT Neiere tagong op de argiven fan Tresoar.

186 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 187 Noaten Harmen Wytses Rollema, Rinnert Hessels, Lieuwe Hessels, Teeckle Hessels. 59 Yn tsjinstelling mei GJ 1997 141, dêr’t Jelle Annes foar 1 GJ 2005 120, dêr mear literatuer. 2 T42 2089. 3 T26 140042 nr. Jelle Ames hâlden wurdt. 60 WYM X11 228 d.d. 23 maaie 1665, 53. 4 Tekst: ‘De eerste steen / gelegd door / tjitje en gatsche / annes registrearre 2 maaie 1671. 61 WON S74 nr. 34 d.d. 7 juny 1682; postma. / 18 3/30 63’. De getallen ûnderoan foarmje mei-inoar nei alle hantekening IJelle Annes. 62 WON GG15 130. 63 WYM F3 142 d.d. 6 gedachten de datum 30.3.1863. Mei tank oan Jan en Trees Galema te juny 1707. 64 Ut dat houlik in dochter Hiltje Hilles, by houlik fan Burchwert. 5 Hoekstra jout dy pleatsen yn syn ‘Boerderijen-overzicht’ Nijlân, tr. 1. Hartwert 8 febr. 1705 Hero Lieuwes fan Hartwert; tr. 2. de nammen Langhuis I en Langhuis II mei de bewenners oant 1986 Hartwert 27 sept. 1744 Wybe Fockes, skoalmaster te Hartwert (WON S95 (GJH 18-20, 23, 29-30). Sjoch ek: J. Galema, Kramer Kubaard (Breda 1998), 67 d.d. 2 febr. 1747). 65 Ut dat houlik trije bern, doopt grifformeard te 95-96; GG 144-147; L. Baarda, Van Borghwart tot (Burgwerd Longerhou. 66 WYM X11 100. 67 WYM Q11 315v d.d. 22 april 2006) 209. 6 PK Wûnseradiel Noard en Boalsert, diel 9, 90-92. 7 F. 1672. 68 WYM P 4. 69 WYM Q12 193v, O1 nr. 19. 70 RAU L1 234v. van der Werf, Geschiedenis van een Friese familie: de R.K. familie Douwe 71 LWL L2 7 febr. 1674. 72 LWL M29 151. 73 RAU A10 36. 74 WYM Douwes van der Werf van IJlst, (Den Oever 1996) 156. 8 Hy waard boer Q9 81v. 75 SNE W28 81. 76 RAU P2 26, WYM Q14 156. 77 RAU P2 op Laard en Saard, in pleats yn de útbuorren fan Boalsert (GJH 55v. 78 RAU L2 193v. 79 SNE R2 25 july 1699. 80 BOL O2. 81 HF 29). 9 T26 99002 nr. 249 en nr. 272. Mei tank oan Simon Visser te 51. 82 HEN M7 96v d.d. 15 febr. 1676; hânmerken fan Gerben Sioerts, Ljouwert. 10 T26 016063 nr. 57; id. 016069 nr. 86. 11 GJH 30; GG 138, Trijn Rintjes en Aaltje Gerbens. 83 GJ 2005 145. 84 WYM N1 151, 144, 146. 12 GG 134. 13 J. Nota, De families Nota oan’t no ta (Joure 151v. 85 GA Wûnseradiel, personele kohieren, 1736. Riemer en Gosse 1989) 19. 14 T26 016054 nr. 144 d.d. 13 okt. 1870. 15 WON O4 99; id. binne bern fan Ruurd Tietes te Heech, stamheit fan de famyljes O5 16v. 16 WON O5 72v d.d. 15 jann. 1785. 17 WON GG20 100 d.d. 5 Smakman, Bekema, Kloosterman, Huitema/Hoitema, De Wolff, nov.1703, hantekeningen fan Haije Rinties, Lijsbet Sioerds en Sioerd Landman. 86 Martsen tr. 2. 1755 Wybe Gerbens (nrs. 54/55). 87 Siucke, Sioerds. 18 GA Wûnseradiel, Personele kohieren. 19 Frouck dochter fan Sjoerd Sjoerds en Jetske Rinnerts (nrs. 48/49). 88 Under Pytters, tr. Hessel Sybolds, wie in suster fan Jildu (97), de mem fan de neiteam fan soan Ipe ek in staach Ypma; dêrby Thomas Ypes, troud Sioerd; BOL 123. 20 SLO O2 tredde prokl. 18 febr. 1764. 21 IDA J17 mei Gatske Taekes de Jong (nr. 13). 89 BOL Q26 82. 90 GJ 2005 134, 216. 22 WON GG31 254. 23 WYM X16 44 d.d. 31 aug. 1725. 24 H. bern fan Doede Gerbens, dy’t foar in part ek eigener wurden wie, neame Walsweer, Onderzoek naar jus patronatus en studiefinanciering (Groningen har yn 1811 Noordend. 91 S. Cuperus (ed.), Tegenwoordige staat van 1992) 149. 25 WYM X11 218 d.d. 11 maaie 1669, registrearre 10 maart Wirdum, Provincie Vriesland, Grietenij Leeuwarderadeel, Doeke Wijgers 1671. 26 WYM Boedelinventaris d.d. 9 sept. 1696. 27 WON S76 nr. 3 Hellema 1823/24, yn: Stúdzjerûnte-rige II fan ‘e Stúdzjerûnte it d.d. 22 jann. 1684. 28 WON S81 nr. 10 d.d. 28 jann. 1689. 29 GA Sudertrimdiel (2000) 13-94. 92 SG Wytmarsum. 93 MF 230/231. Wûnseradiel, Personele Kohieren. 30 WON S88 nr. 31 d.d. 11 des. 94 WON C2 147. 95 WYM Q1 221; GJ 2017 235. 96 WYM Q2 172v. 1698. 31 WYM T2 144. 32 BOL O2. 33 BOL T4 300, 311; 97 WYM Q8 181. 98 WYM Q7 116. 99 WYM Q6 170v. 100 PN hantekeningen fan Murk Annes, Hidde Annes, IJelle Annes, Pijtter 43. 101 SG , omslach Easthim. 102 Dúdlik is dat Annes, Lolle Joostis. 34 RAU P5 104, 122. 35 HfF T14 13748. 36 net, want de oantekening yn de marzje fan de akte datoangeande is net RAU P2 81. 37 RAU L4 108. 38 RAU E1 56, 59. 39 RAU J1 d.d. 7 ôfmakke. HEN M4 d.d. 28 april 1638. 103 WOR 120 248v d.d. 14 july jann. 1694. 40 RAU L5 306. 41 RAU L6 94v. 42 RAU J1 d.d. 18 okt. 1654. 104 In beskriuwing en tekening fan de beide wapens is 1702, 17 nov. 1704. 43 WYM X12 reg. 17 nov. 1685, 8 maaie opnommen yn GJ 2005 186, 187. Ek op de webside fan de Fryske Akademy 1684. 44 WON Y17 26, 251v. 45 GJ 1999 56. 46 HEN K13 280v d.d. (fa.knaw.nl) in folsleine beskriuwing. 105 GJ 2005 186. 106 BAR O3 20 april 1698. 47 HEN H 97v. 48 BOL O2 46. 49 WYM N1 155v, 74 d.d. 21 july 1665; id. M1 37 d.d. 25 okt. 1671. 107 WYM Q11 224 d.d. 17 156. 50 WON O4 125, 132. 51 WON O2 195v. 52 WON P3 maaie 1671. 108 WYM O2 nr. 43. 109 WYM C4 256v. 110 WYM C4 11. 53 WYM X11 112v d.d. 31 maaie 1656; id. d.d. 15 maaie 1658, 271. 111 WYM Q10 159. 112 WYM O1 164. 113 HM 51642, GJ 1999 registrearre 21 april 1668, hânmerken fan Poppe Taedes en Trijntje 22; GJ 2005 136. 114 LWL M15 177. 115 RAU A10 48, 55v. 116 RAU Agges. 54 WYM Q12 146v. 55 HfF EEE6 186v. 56 WON S31 nr. 18. L4 145. 117 RAU A5 185v. 118 T5 6468. 119 SNE W28 7. 120 57 FRL V1 106. 58 WON S55 nr. 63 d.d. 21 aug. 1663; hantekeningen fan Tresoar, Kaartesamling 148. 121 SNE X7 29. 122 WYM Q14 156.

188 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 189 123 IDA J4 29 july 1629. 124 T348 nr. 6168. 125 IDA J8 nr. GJ 2011 176. 213 RmR 15 18, RmR 21 15. 214 HfF YY5 226v. 215 HfF 54. 126 RAU A7 198v, K 340. 127 RAU A10 130v. 128 WYM X5 YY6 198. 216 RmR 27a 21v. 217 De Vrije Fries 1957 105. 218 HfF YY8 106. 129 WON Y1 50. 130 HEN I8 105, WON S40 nr. 2. 131 WON 79. 219 HfF YY9 119. 220 RmR 33 24v. 221 HCL z1 307. 222 HCL S30 nr. 40, ferl. Cn 113. 132 WON Y6 191. 133 WON S68 nr. dd2 393. 223 BOL H1 72. 224 HCL w1. 225 IDA G1 158v. 226 HCL 3. 134 WON S74 nr. 1. 135 HEN K12 326. 136 GJ 1976 99; R. Postma, y36 417. 227 RmR 33 16v. 228 HfF YY18 169 d.d. 22 okt. 1590. De Zonderlandkertieren (Burchwert 2015) 12, 221, 286. 137 HEN 45 40 229 WON S8 158. 230 WON C4 84. 231 BH 330, 321. 232 RvdA III d.d. 29 maaie 1619. 138 WYM X11 243, registrearre 26 maaie 343. 233 WON S2 nr. 51. 234 WON S8 70. 235 WON S8 68. 236 HfF 1671. 139 WON 158 nr. 58 d.d. 24 maart 1669. 140 HfF EEE4 412 EEE1 155. 237 WON S24 341. 238 R.S. Roarda, It Harnser Poptaskaei 1677. 141 H. Walsweer, Onderzoek naar jus patronatus en studiefinanciering (Leeuwarden 1960) 17-18; D.J. van der Meer, Grafschriften tussen Flie en (Groningen 1992) 123. 142 RAU P2 28. 143 MF 292/293. 144 SG Lauwers, deel IV, Menaldumadeel (Leeuwarden 1959) 106; MF Wymbritseradiel, omslach Easthim. 145 WYM Q1 293v. 146 R.S. 3698/3699. 239 HEN K8 89v d.d. 18 april 1595; BH 197. 240 MEN I6 Roarda, Ut it selde skaei as Greate Pier (Ljouwert 1961) 20. 147 NT 5.26, 81. 241 HEN K8 47v. 242 ASt. 243 HfF 16701 54 d.d. 17 febr. 1584; Resoluties van de Staten van Friesland, nr. 606; PW 858b. 148 Naamlijst id. 194 d.d. 19 okt. 1585. 244 HfF 16699 11 d.d. 8 maart 1581; id. 271 d.d. Gedeputeerde Staten van Friesland (MpaginaE). 149 J.G. Geertsma, 1582. 245 P.Th. Zwart (ed.), Protocol Cleuting (Leeuwarden 1970) 56a, 98, Geestelijcke Reeckeningen (Wommels 1995) 26. 150 NT 5.26, Resoluties 186, 212, 213. JJW 220, 221, 319. Yn 1577 ferkeapje de bern fan Dionysius van de Staten van Friesland, nrs. 354, 355. 151 BAR E3 567, 597. 152 T14 Wyngie ¼ part fan in sate te Gau (HfF III5 259, 263). 246 HEN K3 16482 400 d.d. 30 maaie 1598. 153 A.C. Singels, Inventaris van het Oud- 96. 247 RvA 1181. 248 RvdA II 379. 249 HEN K1 38v, 42, 46v, 60v, Archief der stad Leeuwarden (Leeuwarden 1893) 220-228, 519, 528; O. 94, 98. 250 HfF WW2 138. 251 RvA 1243. 252 HEN K1 1. 253 Hellinga, ‘Sybout Aysma’, yn: It Beaken 1997. 154 P. Nieuwland en J.A. RmR 41, HEN K1 3v. 254 HEN K1 158v. 255 RmR 14 18v. 256 HfF Mol (ed.) ‘Rekken oer it boekjier 1606/1607 fan de ûntfanger-generaal…’, YY8 44. 257 D.J. van der Meer, Grafschriften tussen Flie en Lauwers, deel yn: P.L.G. van der Meer e.o. (ed.), Administrative en fiskale boarnen IV, Menaldumadeel (Leeuwarden 1959) 106. 258 BB 693. 259 MEN A1 oangeande Fryslân yn de ier-moderne tiid (Ljouwert 1993) 116, 117. 155 SG 99. 260 MEN A1 108v. 261 MEN A1 41v. 262 RmR 23 25; T348 omslach Boalsert. 156 HEN K9 202v. 157 FRR BB5 48. 158 RAU (Copieën Elders) 6459. 263 FRL EE3 169. 264 PY 2302. 265 HEN A9 23. 159 RAU A9 143v. 160 RAU A9 154. 161 RAU A2 K5 112v. 266 BH 230. 267 HEN K2 132v, 157v. 268 HEN K5 126. 162 RAU A2 62v. 163 RAU A2 287v. 164 FRL W5 4. 165 SNE 16v. 269 HEN K7 144. 270 HEN I2 124v. 271 HEN I2 156. 272 W24 769. 166 HAR R8 73. 167 RmR 32a 14v. 168 WON C2 WON S13 nr. 7. 273 HEN K7 177, BOL V1 31. 274 RvdA II 423. 275 BB 261v. 169 HEN K8 40v. 170 BOL V2 22, 37v. 171 D.J. van der Meer, 803. 276 RvdA II 430. 277 SNE W2 nr. 45; HW1 108. 278 HfF WW1 Friens en de Van Sytzama’s (Alphen a/d Rijn 1994) 85. 172 IDA C1 67v. 279 HfF WW2 791. 280 HfF YY5 104, 121, 133v. 281 FT nr. 96v. 173 RAU A4 56. 174 RAU A6 147v. 175 RAU A7 174v. 176 RAU 161. 282 HfF WW2 331; ASt; BH 63. Hja binne de âlden fan Tjomme A8 19v. 177 RAU A7 24v. 178 RAU A8 76v. 179 RAU A6 149. Wybes Rollema (NNBW dl 9, 878). 283 OFO IV 213. 284 RvdA II 294, 180 WON S1 95. 181 WON C3 247v. 182 WON C5 188. 183 WON 291, RvA 1240. 285 BH 264, 258. 286 HEN K1 193. 287 HEN K1 159, S19 67. 184 WON S22 nr. 2. 185 SH2 3.878. 186 HfF YY22 RvA 1234. 288 HEN K1 47, BH 273. 289 Cn Vm. 290 RvdA I 39; RvA 130. 187 RAU A7 219. 188 RAU A9 48. 189 MF 584/585. 190 HEN 2108. 291 RmR 40. 292 HfF WW2 259. 293 BB 602. 294 RvdA I28 6.4.1641. 191 ASt. 192 Mc Snits. 193 HEN K4 212. 194 HfF III 446. 295 BB 763. 296 RvA 1178. 297 HEN K1 29. 298 HEN K1 YY3 493. 195 HW2 44; GJ 2011 259; BH 265, 258, 256. 196 LB 41- 4. 299 HEN K1 18v. 300 HfF WW2 623. 301 HEN K2 11v. 302 44. 197 J. Visser, ‘Wapens út de Conscriptio Exulum (1584)’ yn: It HEN K2 144v. 303 HEN K2 145v. 304 HEN K2 161. 305 BH 18, GJ Beaken 1969 nrs. 113, 114; HW2 43. 198 As noat 197 nrs. 157, 158; LB; A.L. 1984 11. 306 HEN K2 207v. 307 HEN I1 249. 308 HEN K3 375v. Heerma van Voss, ‘De Conscriptio Exulum’, yn: De Vrije Fries, 309 HEN K6 18, 18v. 310 RvA 2344, 2345. 311 RmR 40. 312 HfF 1928. 199 WON S6 nr. 77. 200 GJ 1984 35. 201 HM 5176. 202 RAU WW1 44, YY1 23. 313 RmR 40. 314 RmR 40. 315 HfF WW2 627, A2 79v. 203 RAU A2 94. 204 RAU A2 190. 205 RAU A1 796. 316 T 232-18 nr. 5 d.d. 14 maaie 1533 en Chb II 646 d.d. 14 sept. 14. 206 RAU A3 11. 207 GJ 1979 15. 208 RmR 42 95. 209 HEN K2 1533. 317 HCL y1 273. 318 AB 50. 319 PK 5 Baarderadiel, 92, 100; G. 238v, 246v, 255, 257v, 257v. 210 HEN K8 58. 211 SH2 13.025. 212 Ek: Terpstra, ‘Old-Hoptilla’, id. ‘Hoptille-Rewert’, yn: Friesch Landbouwblad,

190 genealogysk jierboek 2018 kertiersteat fan titus brandsma iii (postma) 191 searje ‘It âlde folk’ (Tresoar, Oude Leeszaalbibliotheek 53 nrs. 60, 61); O. Faber, Hilaard, Hoptille, hûzen, histoarje (Hilaard 1990). 320 BB 740; FT 444. 321 FRL EE2 496. 322 HfF YY5 27v. 323 BAA P1 212. 324 BAA P2 24. 325 AS 22. 326 HCL y1 273; P.Th. Zwart, Protocol Cleuting (Leeuwarden 1970) 407. 327 GJ 1979 15; HEN I1 411. 328 HCL y6 297; id. z10 84. 329 HEN K2 113v. 330 HEN K2 119v, 128v, 142v, ferl. 113v. 331 FRL EE2 102, 103. 332 RvA 369; FRL W1 164, W2 334; GJ 2000 90. 333 HEN K3 429. 334 BAA P1 116. 335 BAA P2 104. … De verkoping van de laatste Friese kloostergoederen 336 BAA P2 117v, 118, 108. 337 BH 6. 338 SR 1184, 945. 339 RvA 1178, 1189, 1201, 1202, 1200. 340 HEN K1 2. 341 HEN K1 17v. 342 HEN K1 129v. 343 HEN K1 189. 344 HEN K2 30v. 345 HEN K3 23. 346 GJ 2013 232. 347 RvA 2333. 348 AB 43. 349 RmR 40. 350 HfF WW2 840, YY3 1. 351 AB 38. 352 BB 746. 353 RvA 1211, 1426. 354 RvA 308, 150. 355 HEN K2 14v. 356 HEN K2 248. 357 HEN K2 47. 358 HEN K1 31. 359 HEN K1 12v, 191v. 360 HEN K1 126v. 361 HEN K1 126v, 137. 362 HfF WW2 30, 695; BH 186. 363 HEN K2 10. 364 HEN K2 37v. 365 HEN K2 257. 366 K.P. de Boer, Poppinga’s rondom de Omloop (1972) 3-5. 367 RvA 1220. 368 HEN K1 184. 369 RvdA II 330. 370 RvA 1372, 1200. 371 BB 763. 372 RvA 1334, 1337. 373 BB 796. 374 HEN K1 20v. 375 HEN K1 6v. 376 HEN K1 87v. 377 HEN K1 12. 378 HEN I1 828, GJ 1984 11. 379 HEN K2 236v. 380 HEN K2 245. 381 HEN K2 221v, K3 18. 382 GJ 2014 60.

192 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 193 pieter nieuwland

De verkoping van de laatste Friese kloostergoederen

Inleiding

1. De politieke constellatie ten tijde van de Reformatie Sommige jaren zakken geruisloos de vergetelheid in, maar dat geldt niet voor die rond 1580. In die periode werden door de opstandige Nederlandse gewesten besluiten genomen die meer dan twee eeuwen lang bepalend zouden zijn voor de staatsinrichting van ons land. Ze zijn te beschouwen als een voorlopige afronding van een beweging die in 1566 was begonnen als een oproer (de Beeldenstorm) en steeds meer aan kracht had gewonnen. Het lukte koning Philips II niet om de opstand de kop in te drukken. De rebellerende gewesten werkten samen en konden in 1572 een succes boeken met de verovering van Den Briel door de Watergeuzen (‘op 1 april verloor Alva zijn bril’), en later steeds meer (1573, ‘bij Alkmaar begint de victorie’). In 1579 verenigden ze zich in de Unie van Utrecht.1 In Friesland was het gezag toen feitelijk al in handen van de calvinistischgezinde Staten en hun gedeputeerden. Zij vervingen in 1578 enkele Spaansgezinde raadsheren in het Hof van Friesland. De gereformeerde godsdienst mocht openlijk worden uitgeoefend, maar vooralsnog werd de rooms-katholieken geen stroobreed in de weg gelegd. Dat veranderde al snel. In maart 1580 werd stadhouder Rennenberg afgezet, namen de Gedeputeerden het beheer van de kloosters over en werden alle uitingen van de rooms-katholieke eredienst verboden. Enkele maanden later werd het Hof volledig ‘gezuiverd’.2 Een uitermate belangrijke gebeurtenis voor ons land was wel de afzwering van koning Philips II, een tot dan ongehoorde daad, die het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tot gevolg

1 Dit jaar (2018) is het 450 jaar geleden dat de Tachtigjarige Oorlog is begonnen (de slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 wordt – overigens nogal arbitrair – als het begin gezien). Dat wordt op grote schaal herdacht met vele tentoonstellingen overal in het land. Willem van Oranje kreeg later voor zijn rol in de Opstand de eretitel ‘Vader des Vaderlands’. De Opstand is in oktober 2018 het thema van de Maand van de geschiedenis. Nelleke Noordervliet schreef hiervoor een essay (Door met de strijd. Nederland in Opstand) en Hans Goedkoop maakte een televisieserie: 80 Jaar oorlog. 2 O. Vries e.a., De Heeren van den Raede (Hilversum/Leeuwarden 1999) 63 e.v., 115 e.v.

de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 195 had. Dit besluit van de Staten-Generaal, gedateerd 26 juli 1581, staat De conclusie was onontkoombaar: de koning was een tiran; zijn bekend als de ‘Acte van Verlatinghe’.3 Ook Friesland was van de partij, al onderdanen waren hem geen gehoorzaamheid meer verschuldigd en waren de Staten hier (anders dan die van Holland en Zeeland) nog lang hadden het recht, hem te vervangen door een betere heerser. Het zoeken niet baas in eigen huis. Vanuit Groningen en Steenwijk ondernamen van een nieuwe vorst lukte niet erg. Een aardige speculatie is wel, dat Spaanse troepen nog geregeld plundertochten, waarvan vooral het als koningin Elizabeth I van Engeland had toegehapt, de Nederlanden zuiden van de provincie te lijden had. Maar ook andere streken bleven mogelijk op den duur onderdeel van Groot-Brittannië zouden zijn niet gespaard, de slag bij Boksum op 17 januari 1586 is nog niet vergeten.4 geworden. Een paar jaar later beseften de Staten-Generaal dat ze het heel Na dat jaar werd het beter, onder meer omdat de koning zijn aandacht goed konden stellen zonder een koning. moest verleggen naar Engeland. De afzwering werd vooral beargumenteerd met de minachting van 2. De kloostergoederen de koning voor oude privileges die hij had beloofd te handhaven. De kloostergoederen in Friesland werden op 21 maart 1580 door Aansprekend vind ik wel deze bewoordingen: ‘dat d’ondersaten niet en Gedeputeerde Staten in beheer genomen. Ze volgden daarbij het sijn van Godt geschapen tot behoef van den Prince5 om hem in alles voorbeeld van Holland en Zeeland, die dat al in 1572 hadden gedaan. In wat hy beveelt, weder het goddelick of ongoddelick, recht of onrecht de loop van de zestiende eeuw was het kloosterleven ernstig in verval is, onderdanig te wesen en als slaven te dienen’. Nu de koning zijn geraakt, zeker niet alleen in Friesland. Het aantal intredingen daalde onderdanen ‘soeckt te verdrucken, t’overlasten, heure oude vryheyt, dramatisch, donaties en legaten droogden op.7 Dat dit verband hield privilegien ende oude herkomen te benemen, ende heur te gebieden ende met de opkomst van reformatorische bewegingen lijkt me niet geheel gebruycken als slaven, moet ghehouden worden niet als Prince, maer als denkbeeldig. In de eeuwen daarvoor hadden de kloosters wel veel een tyran’. Het betoog wordt geïllustreerd met vele wandaden die met aardse goederen verzameld, sommige waren echte grootgrondbezitters name de beruchte hertog van Alva, landvoogd van 1567 tot 1573, op zijn geworden. Van onteigening was in 1580 uitdrukkelijk nog geen sprake. geweten had. Zo had hij zonder overleg drukkende belastingen ingevoerd De monniken en nonnen werden weliswaar op straat gezet, maar ze (‘tot gantsche verderfenisse van den lande’) en een bijzondere rechtbank konden aanspraak maken op een jaarlijkse vergoeding, aangeduid opgericht, de Raad van Beroerten. Deze Raad stond al snel bekend als de als pensie. Je zou dus kunnen zeggen dat ze met pensioen werden Bloedraad vanwege de vele doodvonissen die hij velde, steevast gepaard gestuurd. De meesten zochten, net als vele andere geestelijken, een goed gaand met confiscatie van de bezittingen van de veroordeelden.6 Alva’s heenkomen buiten de provincie. Met name Groningen was in trek; door troepen hielden huis in steden als Brussel, Aalst, Maastricht en met het verraad van Rennenberg had die stad de Spaanse zijde gekozen.8 In name Antwerpen, en dat alles in naam van de koning. De bloedbaden die tijd was de uitkomst van de revolutie nog ongewis, velen dachten aan van Naarden en Haarlem worden niet vermeld, maar staan nog altijd of hoopten op een mislukking. in het collectieve geheugen gegrift. Vervolging van protestanten wordt Voor het beheer van het omvangrijke kloosterbezit, naar schatting 15 nauwelijks genoemd, al valt er tussen de regels door wel iets over te lezen. à 20% van alle in cultuur gebrachte grond,9 richtten Gedeputeerden Overigens moet worden gezegd dat de Watergeuzen ook veel wreedheden drie kantoren op, voor elk van de landsdelen Oostergo, Westergo begingen, voornamelijk op katholieke geestelijken. en Zevenwouden. In 1589 werden ze samengevoegd. De steden die kloostergoederen binnen hun jurisdictie hadden wisten het meestal 3 Zie bijv. https://nl.wikipedia.org/wiki/Plakkaat_van_Verlatinghe. Via links aldaar voorelkaar te krijgen dat zij zelf het beheer kregen over die goederen. is de volledige tekst te vinden. Het originele – nogal onooglijke – document is in Het was de bedoeling dat de opbrengsten, behalve uiteraard voor de 2018 uitverkoren tot Het pronkstuk van Nederland. verplichtingen van de kloosters, voor vrome of geestelijke doeleinden 4 F.R.H. Smit, De slach by Boksum 17 jannewaris 1586, djiptepunt yn de oarloch fan 1580 oant 1594 (Leeuwarden 1986). 7 J.A. Mol, ‘De kloostergoederen in Fryslân na de Reformatie’, in: Alde Fryske Tsjerken 5 ‘Prince’ hier in de betekenis van eerste in rang, waarmee dus de koning wordt 17 (december 2017) 21-26. Hierna geciteerd als: Kloostergoederen. bedoeld. 8 In de Consciptio Exulum zijn de namen van ongeveer 650 vluchtelingen opgetekend; 6 Wikipedia: ongeveer 1073 personen werden ter dood veroordeeld, ongeveer 11.130 digitaal: http://www2.tresoar.nl/digicollectie. verbannen. Ten tijde van de ‘verlatinghe’ was de Bloedraad al opgeheven. 9 Grotendeels in kaart gebracht in HISGIS Fryslân, vgl. Kloostergoederen 24, 25.

196 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 197 zouden worden aangewend. Dat gold ook voor de goederen die door in 1583 moesten de meiers een jaar huur voorschieten.15 Maar de de steden werden beheerd. In de praktijk werd het begrip ‘pieuze verleiding om kloostergoederen te verkopen kon toen nog worden doelen’ zeer ruim uitgelegd, zodat bijv. niet alleen de universiteit van weerstaan. De Unie van Utrecht liet de deelnemende gewesten vrij Franeker, maar ook oorlogsinspanningen tegen de Spanjaarden eronder in hun eigen staatsinrichting; er werd geen uniform belastingstelsel werden begrepen. De opbrengsten waren zeer welkom voor de nieuwe voorgeschreven. Deze vrijheid leidde in onze provincie tot een gedurige machthebbers. Bedroegen ze in 1588 een bescheiden £ 64.515, in 1593 strijd in de statenvergadering, de landdag. Vaak waren er conf licten was dat al gestegen tot £ 93.252 en in 1619 tot £ 123.256.10 Aanvankelijk tussen de steden enerzijds en het platteland, waar de adel domineerde, vormden de opbrengsten ongeveer 7,5% van het provinciale budget, toen anderzijds. Het lukte maar niet om een goed werkend, duurzaam en de oorlog op de achtergrond raakte steeg het aandeel.11 In 1620 waren ze voor iedereen aanvaardbaar belastingsysteem in te voeren. Je kunt goed voor 11% van de provinciale inkomsten.12 ook zeggen dat het een chaos was, waarbij de ene maatregel over de andere buitelde.16 Gevolg was dat er te weinig belasting werd geheven 3. Beheer van de kloostergoederen vanaf 1580 en dat Friesland zijn aandeel (‘quote’) in de generaliteitslasten niet Het beheer van de kloostergoederen door de nieuwe machthebbers kon voldoen.17 Al in 1601 was de achterstand zo groot geworden dat de verdient, vriendelijk gezegd, geen schoonheidsprijs. Om te beginnen Staten-Generaal dreigden met ingrijpen. Dat hielp maar een beetje, acht ik hen verantwoordelijk voor het verlorengaan van een zeer tijdelijk. De schulden liepen dus verder op, totdat ten langen leste de groot deel van de archieven en de bibliotheken van de kloosters. Een verkoop van kloostergoed niet langer kon worden vermeden. Vanuit onschatbare rijkdom aan informatie over de Friese geschiedenis is, Den Haag werd daar ook steeds meer op aangedrongen.18 Intussen was laten we maar zeggen door onachtzaamheid, verdwenen.13 Tekenend er niemand meer over om ertegen te protesteren. Zodoende werden er is ook dat er in het statenarchief geen enkele volledige rekening openbare veilingen georganiseerd in 1624 (alleen losse landen), 1638, van de ontvangers der kloostergoederen meer is te vinden; slechts 1639, 1640 en 1644 (veelal hele boerderijen). Met deze laatste verkoping een samenvatting uit 1619 resteert. Bij toeval is er een kopie van was alle kloostergoed in particuliere handen overgegaan. In onze één complete rekening, over 1606/1607, in een huisarchief bewaard buurprovincie Stad en Lande had men de zaken beter geregeld: aan gebleven.14 Vanwege de oorlogstoestanden kampte het jonge bewind het einde van de achttiende eeuw waren de kloostergoederen daar nog structureel met een nijpend geldgebrek. In 1582 moest er geld helemaal intact.19 tegen 12% rente worden geleend met kloosterland als onderpand; Dat er in korte tijd zoveel onroerend goed op de markt kwam moet wel nadelig zijn geweest voor de opbrengst. Om die toch nog wat gunstig te beïnvloeden besloten de Staten, dat aan de verkochte kloosterboerderijen 10 C. Trompetter, Gewestelijke financiën ten tijde van de Republiek der Verenigde stemrecht zou worden verbonden.20 Nederlanden. Deel VI, Friesland (1587-1795) (Den Haag 2007) 115, 182-184. Hierna geciteerd als: Gewestelijke Financiën. 11 Kloostergoederen 26. 12 Gewestelijke financiën 32. 15 Gewestelijke Financiën 183. 13 Overigens geldt hetzelfde voor de kloosters die door de steden in beheer werden 16 Gewestelijke Financiën 9-24; H. Spanninga, Gulden Vrijheid?Politieke cultuur en genomen. staatsvorming in Friesland, 1600-1640 (Hilversum 2012) 102-108. Hierna geciteerd als: 14 Archief Liauckamastate (toegang 311), inv.nrs. 788, 789. Een document van zeer Gulden Vrijheid? grote waarde, aangezien de goederen toen nog intact waren en het de enige bron 17 Friesland klaagde voortdurend, vermoedelijk niet ten onrechte, dat het te hoog is waarmee ze per klooster zijn te reconstrueren. De tekst is in druk verschenen was aangeslagen in de quoten, t.w. voor 11,6% van het geheel. Ter vergelijking: de en ook online raadpleegbaar. Zie P. Nieuwland en J.A. Mol (red.), ‘Rekken fan de aanslagen voor Gelderland, Utrecht en Groningen (‘Stad en Lande’) waren half zo kleasteropkomsten yn Fryslân oer it boekjier 1606/1607, opmakke troch Joannes hoog. Gewestelijke Financiën 6-8. Gulden Vrijheid? 122 e.v. Henrici Rhala’, in: P.L.G. van der Meer e.a. (red.), Administrative en fiskale boarnen 18 Gulden Vrijheid? 317 e.v., 352 e.v. oangeande Fryslân yn de Ier-moderne tiid (Leeuwarden 1993) 35-154. Hierna geciteerd 19 Kleasterrekken 36. als: Kleasterrekken. 20 Kloostergoederen 26.

198 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 199 4. De verkoping van 1644 Het doet zich vooral voor in grote dorpen met veel kloostergoederen, De verkoping van 1644 is het onderwerp van deze bijdrage, omdat ze zoals Stiens en Hallum. Slechts in een enkel geval is het wel duidelijk; beter is gedocumenteerd dan de andere. In het archief van de Staten zo is nr. 218 van 1644, in de ‘Franeker Wt-Buyren’, een samenvoeging van Friesland 1580-1795 zijn twee stukken aanwezig die samen een goed van nrs. 968 en 969 uit 1606. beeld geven over het verloop ervan. Ook kunnen de benamingen en grootten van oppervlaktematen zijn Het eerste (inv.nr. 2701) is een drukwerkje van 34 pagina’s, dat destijds op veranderd. In verscheidene dorpen (bijv. Ferwerd) hanteerde men ruime schaal zal zijn verspreid onder de lief hebbers. Het begint met de een pondemaat van afwijkende grootte. Verder is een koegras een voorwaarden (‘Articulen ende Conditien’) van de verkoping en vervolgt nogal variabele maat. Stelt men die gewoonlijk op 1 à 1½ pondemaat, met een lijst van de te veilen percelen, 323 in getal. Bij elk perceel wordt in Akkrum hield men 2½ pondemaat aan.22 In nog niet de helft van de naam van de meier (gebruiker) en ook vrijwel altijd de grootte van de gevallen is de koppeling met 1606 dan ook gelukt. Een aardig het perceel vermeld. In de marges zijn meestal in handschrift getallen voorbeeld: in Waaxens (Súdwest Fryslân, v/h Hennaarderadeel) werden vermeld die overeenkomen met de koopprijs per pondemaat, al zijn er twee percelen verkocht, nrs. 239 en 240. In de Kleasterrekken worden in veel afwijkingen. De verkoopdagen waren op 8 en 22 juli en 5 augustus Waaxens ook twee percelen vermeld, nrs. 1056 en 1057. Nummer 239 van 1644, alles volgens staatsresolutie van 22 maart 1644. 1644 kan zonder meer worden geïdentificeerd met met nr. 1056 uit 1606, Het tweede stuk is een mooi geschreven net-exemplaar (inv.nr. 6661). maar 240 niet automatisch met 1057. De oppervlakten zijn namelijk te Het telt 85 pagina’s, heeft betrekking op 311 percelen en is op 16 verschillend: in 1606 115½ pondematen, in 1644 slechts 54. Ik ben dan augustus 1644 opgemaakt door drie notarissen. Ik neem aan dat zij ook ook voorzichtig geweest met het aanbrengen van koppelingen. Waar het de verkoping hebben geleid. Een twaalftal percelen is dus onverkocht wel is gelukt (om precies te zijn is dat 152 keer het geval) zie je soms gebleven. Per perceel zijn in dit geschrift niet alleen de gebruikers en dezelfde meier als in 1606; verscheidene malen is het duidelijk dat de grootte vermeld, maar ook de namen van de koper(s) en de koopprijs, een zoon zijn vader heeft opgevolgd. Kloostermeiers waren dus nogal op enkele uitzonderingen na in goudguldens (ƒ, van 28 stuivers) per honkvast. pondemaat. De bedragen zijn door de notarissen (niet geheel feilloos) Het koppelen van de percelen met het stemkohier van 1640 lukte nog omgerekend naar de prijs voor het hele perceel. Volgens hen was de totale minder vaak, in slechts 116 van de 323 gevallen. Het is uiteraard alleen opbrengst van de verkoping 2.485.782 caroliguldens (£) en 12 stuivers.21 mogelijk wanneer de meier van 1640 dezelfde is als die van 1644. Verder De kopers mochten in drie jaarlijkse termijnen afrekenen, te weten op zal niet elk perceel van de verkoping in aanmerking voor stemrecht zijn 1 november 1644, 1645 resp. 1646. Bijzonder was wel dat de kopers niet gekomen en vrijwel zeker was de toekenning van stemmen destijds nog alleen met klinkende munt, maar ook met landschapsobligaties en niet volledig geëffectueerd. De Staten van Friesland staan in 1640 te boek lijfrenten mochten betalen. De snelle betaler kon 6% per jaar korten, in als eigenaar van 262 stemgerechtigde boerderijen. Wonderlijk genoeg die tijd kreeg je dus nog rente voor je geld. is geen enkele daarvan gelegen in Leeuwarderadeel, dat nochtans met maar liefst 35 percelen (meer dan enige andere grietenij) op de lijst staat. In onderstaande transcriptie is de nummering van het drukwerk gevolgd en zijn de gegevens van het net-exemplaar, dat zelf geen Transcriptie nummering heeft, in cursief bijgevoegd. Waar mogelijk heb ik in kleine letters de gegevens uit de rekening van De lopende tekst is die van het gedrukte exemplaar. 1606/1607 en uit het stemkohier van 1640 toegevoegd. Dat was een stuk In cursief is die van het net-exemplaar afgedrukt met de namen van de kopers lastiger dan vooraf gedacht. en de koopsommen. Blijkbaar zijn heel wat percelen in tussentijd herverkaveld of samen­ In kleine letter zijn – indien mogelijk – de gegevens uit de rekening van 1606/1607 en gevoegd, zodat de oorspronkelijke onderdelen niet meer herkenbaar zijn. het stemkohier van 1640 toegevoegd.

21 Let wel, dit is een berekening die gemaakt is toen er nog geen stuiver was betaald. Ik kom bij het narekenen met een spreadsheet iets hoger uit, maar de verschillen zijn niet groot. Er zijn enkele reken- en optelfouten. 22 Kleasterrekken, posten nrs. 1402 en 1403.

200 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 201 OOSTER-GOO

Leeuwardera-Deel Wirdum 1 Tjepke Pieters 82 pondematen, daer onder 47½ pondematen ny- landt, ende 34½ pondematen oud-land. 123. Eerstelijcken Tiepcke Pytters plaets, groot 82 pondematen, yder pondemate gecocht bij de voors. Tyepcke ende Trijntie Alberts, echtel., voor de somma van een hondert drie en twintich gglns, facit 10086-0-0. 1606: 3. Oldeclooster, Feycke Sickesz 82 pond., daeronder 47½ pond. nijlandt à 2 £ 10 st., de pond. oudtland 35 st., ende deduceert 70 gg voor interessen, 81-2-6. 2 Dirck van Beecke weduwe, 28 pondematen. Vermoedelijk onverkocht; ontbreekt in het net-exemplaar. 1606: 4. Oldeclooster, Dirk van de Beke 28 pond. voor 36-8-0. 3 Rienck Wopckes, 36½ pondematen. 91. Rienck Wopckes 36½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de voors. Rienck Wopckes voor een ende tnegentich gglns, facit 3121-14-0 [moet zijn: 3321-14]. 1606: 5. Bergum clooster, Wopcke Rienx 33 pond. à 32 st., fc. 52-16-0. 4 Pouwel Martens weduwe, 50½ pondematen, daer onder 18½ pondematen ny-landt. 111. Pouuels Martens 50½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de weduue van Pouuels Martens voor de somma van een hondert en ellef gglns, facit 5605-14-0. 1606: 8. Bergum clooster, Pouwels Martensz 50½ pond., de pond. 45 st., fc. 113-12-6d. 5 Pieter Wybes 54 pondematen, daer onder 13½ pondematen ny- landt. 119. Pytter Wybes 54 pondematen, yder pondemate gecocht bij Hoyte Jouckes tot Bolswart voor de somma van hondert achtien ggl., facit 6372-0-0. 1606: 11. Bergum clooster, Wybe Jantkes wed. 54 pond., daeronder 13½ pond. nijlandt à 44 st., ende de pondemate outland 36 st., fc. 102-12-0. Register Van de Clooster Meyers, Goutum wiens Plaetsen vercocht sullen worden door de Heeren Gedeputeerde 6 Jan Claessen, twee-en-vijftich pondematen. 131. Staten van Frieslandt, uyt cracht van de Resolutie der Ed. Mogh. Heeren Jan Claessen 52 pondematen, yder pondemate gecocht bij de Staten van Lande ende Steden, in dato den twee-en-twintichsten Martij selwe Jan voor voor hondert een ende dartich golde guldens, facit 1644. 6812-0-0. Waer aff de eerste Vercoop-Dach sal gehouden worden den achtsten 1606: 15. Berlahiem, Albert Claesz 52 pond. à 34 st., 88-8-0. Iulij, de tweede den twee-en-twintichsten Iulij, ende de derde, den 7 Sytse Claessen, ses-en-vijftich pondematen. 109. vijfden Augusti 1644 Olde-Stijl, op de Articulen vooren ghementioneert. Sytse Claessens 56 pondematen, yder pondemate gecocht bij Henricus

202 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 203 Geldorpius, prædikant tot Amsterdam, voor de somma van hondert negen 1606: 48. (Bilgaert) Berlahiem, Hilbrandt Louus 40 pond., daeronder 8 pond. gout guldens, facit 6104-0-0. nijlandt voor 105-0-0.

Huysum Jelsum 8 Hessel Diddes weduwe 43 pondematen in een partye, en 17½ 14 Oene Jansz 53½ pondematen oud-landt ende 3½ pondematen ny- pondematen in een tweede partye. 68. landt. 107. Hessel Diddes 60½ pondemate, yder pondemate gecocht bij juffr. Reinuke Oene Jansen 57 pondematen, yder pondemate gecocht bij de heere Nauta Schaffs voor acht en tsestich goltgl., facit 4114-0-0. voor 107 ggl., facit 6099-0-0. 1606: 21. Bergum convent, Sipcke Bockesz 60 pond. nijlandt à 48 st. 144-0-0. 1606: 54. Hasscher clooster, Dirck Dircxz 53 pond. oudtlandt ende 3½ pond. nijlandt à 2 £, 113-0-0. Reysum-Buyren 15 Tiepke Wybes 61 pondematen, daer onder 26 pondematen ny- 9 Pieter Alberts, 43 pondematen. 83. landt. 136. Pieter Alberts 43 pondematen, yder pondemate gecocht bij de burgemr. Tiepcke Wybes 61 pondematen, ider pondemate gecocht bij jr. Wiglius van Itsma voor 83 ggl., facit 3569-0-0. Buigers voor 136 ggl., facit 8296-0-0. 1606: 27. Bergum convent, Gercke Annes 45 pond. met die halve tinie voor 35 1606: 60. Claercamp, Heere Douwes 64 pond., daeronder 36 pond. nijlandt gg, 49-0-0. voor 100 gg, fc. 140-0-0. 10 Broer Heerckes, 74 pondematen. 84. 16 Tiepke Wybes noch 67 pondematen, daer onder 9 pondematen ny- Broer Heerckes 74 pondematen, yder pondemate gecocht bij den landt. 122. deurwaerder Jacob Jacobs Recalff voor 75 ggl. 7 st., facit 5624-0-0. Tiepcke Wybes noch 67 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue 1606: 29. Bergum convent, Heercke Broersz 76 pond., 70-0-0. Tiepcke voor 122 ggl., facit 8174-0-0. 11 Wierd Wierdsz 96½ pondematen in een partye, en 17½ 1606: 61. Claercamp, Typecke Wybes 67 pond., daeronder 9 pond. nijlandt à pondematen in een tweede partye; beswaert met vijfthien kalff- 2 £, 134-0-0. grasinghe. 70. 17 Tiebbe Gerbens, 37½ pondematen. 97. Wierd Wierds 114 pondemate, ider pondemate gecocht bij T. Joannis Tiebbe Gerbens 37½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Gerryt Robert van Belle ende Hein Gerryts voor tseuentich ggl., beswaert met 15 Auckes voor 96 ggl., facit 3600-0-0. kalffs grasinge, facit 7980-0-0; 1606: 64. Claercamp, Andries Edes 37 pond. à 2 £, fc. 74-0-0. des hebben de copers geprotesteert dat haer de calculatie ontschadel[ijck] 18 Claes Hendricks, de ander-helfte, 27 pondematen. 120. sullen sijn neffens de kalffs grasinge. Claes Hendricks de ander helfte, groot 27 pondematen, yder pondemate gecocht bij Laurens Vergeil voor 120 ggl., facit 3240-0-0. Wylaerd, bij Leuwarden 1606: 65. Claercamp, Jelle Minnes 28 pond. à 35 st., fc. 49-0-0. 12 Freerck Jacobs 39½ pondematen in een partye, ende 6 pondematen in een tweede partye. 68. Cornium Freerck Jacobs 45½ pondematen, yder pondemate gecocht bij jr. Wiglius 19 Dirck Claessen, 112 pondematen. 161. van Buigers voor ses ende tseuentich ggl., facit 3458-0-0. Hierbij genoteerd: Sijn Genade [d.i. de stadhouder] geschoncken. 1606: 41. Foswert, Jacob Freercx 39½ pond. à 32 st., 63-4-0. Ontbreekt in het net-exemplaar. 13 Haringh Hillebrandts, 40 pondematen, daer onder 8 pondematen 1606: 69. Oldeclooster, Jan Gerryts 111 pond., de pond. 44 st., 244-4-0. ny-landt. 118¼, 128.23 Haring Hillebrants 40 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan Stiens Gerbens voor 128 ggl., facit 5120-0-0. 20 Gerben Jacobs, 113 pondematen. 88½, 88. Gerben Jacobs hondert dartien pondematen, yder pondemate gecocht bij 23 Als er twee getallen en/of opmerkingen zijn, dan staan die voor de komma in de dr. Hiluerda in qlt. voor 88 gglns 21 st., facit 10028-21-0. rechtermarge, die na de komma in de linkermarge. 1606: 73. Claercamp, Saecke Takesz 113 pond., de pond. 34 st., 192-2-0.

204 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 205 21 Reyner Douwes, 42 pondematen. 87, 91. Sibolt Agges acht ende tnegentich pondematen, ider pondemate gecocht bij Reiner Douues 42 pondematen, yder pondemate gecocht bij bij voors. de selue Sibolt voor 88 ggl. 7 st., facit 8648-14-0. Reyner voor een ende tnegentich golt glns, facit 3822-0-0. 1606: 106. Mariegaert, Agge Sybolts op Poelstra 96½ pond. à 33 st., 159-4-6d 22 Jan Janssens weduwe, 63 pondematen. 84¼, 89. 33 Pieter Lieuwes, 98 pondematen in een partye, ende vijff Jan Janssens wedue 63 pondemate, yder pondemate gecocht bij Agge van pondematen in een ander partye. 78½, 92. Marsum voor 88 ggl. 21 st., facit 5591-7-0. Pieter Lieuues 103 pondematen, ider pondemate gecocht bij jr. Douue van 23 Sebastiaen Pruyssen, 14 pondematen. 149, 163. Walta voor twe ende tnegentich golgl., facit 9476-0-0. Sebastiaen Pruyssen veertien pondematen, yder pondemate gecocht bij de 1606: 107. Mariegaert, Lieuwe Willems wed. op Poelstra 98 pond. à 32 st., here Philips van Boshuysen voor 161 ggl., facit 2254-0-0. 156-16-0. 24 Jan Auckes, 44 pondematen in een partye, en 6½ in een tweede 34 Eelcke Martens, 39½ pondematen. 103-7, 108. partye. 100, 118. Eelcke Martens 39½ pondemate, yder pondemate gecocht bij jr. Douue Jan Auckes 50½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Claes Lenaerts van Walta voor 108 ggl., facit 4266-0-0. aen Vrouuen Parochie voor 118 ggl., facit 5959-0-0. 1606: 111. Mariegaert, Thomas Thomasz 39½ pond. à 1½ daler; noch van 25 Jan Janssens 75 pondematen, midts is deduceert een pondemate, Marigaerts corpus 10½ pond. à 46 st., noch 2 margen, ‘t margen 8 £, fc. ghebracht onder de stelle Ny-huys tot Finckum. 100, 115. 129-0-6d. Jan Janssens 75 pondematen, yder pondemate gecocht bij Agge van Marssum voor hondert ses goltguldens, facit 7950-0-0. Hyum 26 Jeronymus Meyles, 60 pondematen, daer onder 20 pondematen 35 Johannes Tietes 50½ pondematen. 110, 118. oud-landt. 120½, 129. Joannes Tietes eruen 50½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de Jeronimus Meiles 60 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pouuels here Gualtheri voor 118 ggl., facit 5959-0-0. Jaspers voor 129 ggl., facit 7740-0-0. 27 Jurrien Claessens, 29 pondematen, daer onder 5 pondematen oud- Ferwerdera-Deel landt in een partye, en noch 16 pondematen in een ander partye. Hallum Noch twee pondematen. 105, 125. 36 Sjoerd Cornelis, 31 pondem. oud-landt. 100, Crack 104-7. Jurrien Claessens 45 pondemate, yder pondemate gecocht bij Griet Unia Sioerd Cornelis 31 pondematen, yder pondemate gecocht bij de heren voor 125 ggl., facit 5625-0-0. Oenama ende Crack voor 104 ggls, facit 3224-0-0. 28 Berent Ruyrdts, 4 pondematen. 210, 225. 37 Thonis Gosses, 26½ pondematen, oud-landt. Noch 20 Beernt Ruierdts vier pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue pondematen. 75, 99-7. Beernt voor 225 ggl., facit 900-0-0. Thonis Gosses 46½ pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue 29 Hoyte Sybrandts, 40 pondematen. 94-7, 98. Thonis voor 99 ggl., facit 4603-14-0. Hoyte Sybrants 40 pondemate, yder pondemate gecoch bij Agge van 38 Gerryt Pieters, 31½ pondematen. 91¼, 105-7. Marssum voor acht ende tnegentich ggl. 7 st., facit 3930-0-0. Gerryt Pytters 31½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Dirck Riencks 30 Claes Janssen, 70½ pondematen in een partye, en 2 pondematen Hannia voor 105 ggl., facit 3307-14-0. vry van huysinge in een tweede partye. 64, 78. 39 Roeloff Tietes, 64½ pondematen in een partye, en 20½ Claes Janssens 72½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue pondematen in een tweede partye. 110 Aysma, 126-0. Claes voor 78 ggl., facit 5655-0-0. Roeloff Tietes 85 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Focke 31 Dirck Liupckes, 116 pondematen. 86¼, 88. Aysma voor 126 ggl., facit 10710-0-0. Dirck Lupckes 116 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Dirck 40 Cornelis Cornelis Sprongh, 19 pondematen, buyten het hoff, voor 88 ggl. 7 st., facit 10237-0-0. groot 3 pond.; noch 12 pondematen. 81½, 92-0. Cornelis Cornelis Sprongh 34 pondematen, yder pondemate gecocht bij dr. Finckum Joannes Gualtheri voor 92 ggl., facit 3128-0-0. 32 Sybolt Agges, 98 pondematen. 80, 88. 1606: 149. Marigaert, Jan Pieters 19 pond., behalven het hoff, groot ontrent 3

206 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 207 pond., ende 11½ pond., sijnde de halve Trijne fenne voor 80 gg, met noch van Ny-kerck Cleys Cornelisz de ander helft van Trijne fenne, de pond. 45 st., 136-14-0. 50 Marten Jacobs, 23½ pondematen binnen, ende 3½ pondematen 41 Jorrit Tietes, 97 pondematen. 94½ Marsum, 94-0 . buyten-dijcx landt. 86, 126 Reen. Jorryt Tietes 97 pondematen, yder pondemate gecocht bij Agge van Marten Jacobs 27 pondematen, yder pondemate bij Joannes Reen in qlt. Marsum voor 94 gglns, facit 9166-14-0. gecocht voor 112 ggl., facit 3024-0-0. 42 Wytse Siuwcx 49 pondematen, daer onder 12 pondematen van ‘t 1640: stemkohier nr. 18. Corpus, en 10 pondematen van Foswert. 45½, 60 Feyye Tzercks. 51 Marten Martens, 71½ pond., deduceert 6 ggl renthe, Achlens Wytse Siuwcx 49 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Feye erffgenamen competerende. 100, 136. Tyerx voor tsestich goltglns, facit 2940-0-0. Marten Martens 71 pondemate, ider pondemate gecocht bij J. Reen in qlt. 43 Claes Claessen 60 pondematen in een partye, 7½ pondematen in voor 136 ggl., facit 9724-0-0. een tweede partye, ende 12½ pondematen in een derde partye. 1606 (deels): 197. Berlahiem, Pieter Claesen 6 gg renten uut die Weste genaemt 76¼, 105-0 Aucke Feddes Schierhuis. 8-8-0. Claes Claessen 80 pondematen, ider pondemate gecocht bij bij Aucke 1640: stemkohier nr. 19. Feddes Schierhuys voor 105 ggl., facit 8400-0-0. 44 Claes Annes, 122 pondematen. 78, 96. Ferwert Claes Annes 122 pondemate, yder pondemate gecocht bij Aernt Dircks Bos 52 Pieter Jacobs, 59½ pondematen. 94½ barbier, 94. cum socio voor 87 ggl., facit 10614-0-0. Pieter Jacobs 59½ pondemate, yder pondemate gecocht bij mr. Beernt 1606: 172. Gernaert, Jan Juusz 122 pond., daeronder 25 pond. corpus landen à Jurriens voor 94 ggl. 14 st., facit 5622-21-0. 31 st., 189-12-0. 1606: 208. Foswert, Pier Montes ter Stedt 59½ pond. à 2 £, 119-0-0. 45 Jan Claessens, 86 pondematen. 75 Jongstal, 95. 1640: stemkohier nr. 47. Jan Claessens ses ende tachtig pondematen, yder pondemate gecocht bij 53 Hibbe Jacobs, 71 pondematen in een, ende 24 pondematen in een de here Joost Jongestal 96 ggl., facit 8256-0-0. tweede partye. 76¾ Albert Loo, 86. 1606: 173. Gernaert, Claes Pieters wed. 86 pond. à 32 st., 137-12-0. Hibbe Jacobs 95 pondemate, yder pondemate gecocht bij M. Gowerts in 46 Jan Jentkjes, ses-en-sestich pondematen. 71¼, 80. qlt. voor 86 gglns, facit 8170-0-0. Jan Jentkes 66 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pytter Sipckes 1606: 209. Foswert, Cornelis Isbrants ter Stedt 71 pond. à 2 £, 142-0-0. voor 80 ggl., facit 5280-0-0. 1640: stemkohier nr. 49. 47 d’ Arme Ghemeente van Stiens, 6 pondematen en 3 eynsen. 91, 118. 54 Sioucke Jetses 66 pondematen. 80, 93. D’Arme Gemeente van Stiens ses pondematen 3 einsen, yder pondemate Sioucke Jetses 66 pondematen, yder pondemate gecocht bij Claes Igrams gecocht bij Dirck Annis voor 118 ggl., facit 737-14-0. in qlt. voor 93 ggl., facit 6138-0-0. 1606: 180. Corpuslanden van Gernaert, d’Arme gemeente van Steens 6 pond. 3 1606: 212. Foswert, Jelle Roeliffs 66 pond. à 2 £, 132-0-0. eynsen voor 10-10-0. 1640: stemkohier nr. 51. 55 Jelger Idses, 44 pondematen, 3 eynsen. 80 Hebbe, 106. Marrum Jelger Idses 44 pondematen drie einsen, yder pondemate gecocht bij F. 48 Willem Gerbens, 57 pondematen. 70, 93. Rodenhuis in qlt. voor 106 ggl., facit 4690-14-0. Willem Gerbens 57 pondematen, yder pondemate bij de selue Willem 56 Jacob Alberts, 39 pondematen. 75, 97. gecocht voor 93 ggl., facit 5301-0-0. Jacob Alberts 39 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue Jacob 1640: stemkohier nr. 30. voor 87 ggl., facit 7254-0-0. 49 Willem Tammes, 75 pondematen. 72¾, 95. 1640: stemkohier nr. 53. Willem Tammes 75 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue 57 D’Armen van Ferwert, 46½ pondematen. 143¼ Houuerda, 156. Willem Tammes voor 95 ggl., facit 7125-0-0. D’Armen van Ferwert 46½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de 1606: 184. Marigaert, Jacob Harmens 75 pond. à 1½ gg, 157-10-0. here Houuerda in qlt. voor 156 ggl., facit 7254-0-0. 1640: stemkohier nr. 29. 1606: 232. Foswert, d’Arme gemeente van Ferwert 48 pond. voor 60 gg, 84-0-0.

208 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 209 58 D’Armen van Hoge-Beyntum 20½ pondematen. 77¾, 90 mits deducerende 2 gg jaerlix, de pastoor ende patroon competerende, fc. predicant tot Burum. 60-18-0. D’Armen van Hogebeintum 20½ pondemate, yder pondemate gecocht bij 1640: stemkohier nr. 7, Sibren Pouwels gebruiker. de here Vermees in qlt. voor tnegentich ggl., facit 1845-0-0. 65 Sybren Bodus, 55½ pondematen. 80 Reen, 120. 1606: 234. Foswert, d’Arme gemeente van Hogebeyntum 20 pond. voor Sybren Bodus 55½ pondemate, ider pondemate gecocht bij J. Reen in qlt. 28-0-0. voor 120 ggl., facit 6660-0-0. 1606: 261. Claercamp, Arien Claesz 56 pond., daeronder 7 pond. van Hooghe-Beyntum Berlahiems convent, à 1 gg, 78-8-0. 59 Sybrandt Sioerdts, 55 pondematen. 90, 115. 1640: stemkohier nr. 8, Sibren Botis gebruiker. Sybrand Sioerdts 55 pondematen, yder pondemate gecocht bij J. Reen in qlt. voor 115 ggl., facit 6325-0-0. Lichtaerdt 1606: 238. Foswert, Douwe Jacobs 55 pond. à 38 st., 96-5-0. 66 Douwe Gosses, ende Egbert Tiaerdts, 129½ pondematen. 65½, 85. 1640: stemkohier nr. 18, Sybren Syoerts Sipma gebruiker. Douue Gosses ende Egbert Tiaerdts 129½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de grietman Douma ende Douue Gosses cum socio voor 85 Ooster-Beyntum ggl., facit 11007-14-0. 60 Buwe Claesz 55½ pondematen. 85¼, 89. 1640: stemkohier nr. 8, Tjaard Douwis gebruiker. Buue Claessen 55½ pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue Buue voor 89 ggl., facit 4939-14-0. West-Donger-Deel 1606: 242. Foswerdt, Pieter Harckes 59½ pond., daeronder vant corpus 4 Holwert pond., à 31 st., 92-4-6d. 67 De erffgenamen van Gerbrandt Folckerts vijftich pondematen. 1640: stemkohier Ferwerd nr. 56. 85¼, 111. 61 Cornelis Claessen, 133 pondematen. 65½ Poulis Cornelis, 66. D’erffgenamen van Gerbrant Folckerts 50 pondematen, yder pondemate Cornelis Claessens 133 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pouuels gecocht bij S. Rodenhuys in qlt. voor 111 ggl., facit 5550-0-0. Cornelis tot Franeker voor 66 ggl., facit 8778-0-0. 1606: 271. Claercamp, Gerbrant Folckerts 60 pond. 3 eynsen à 36 st., 108-9-0. 1640: stemkohier Ferwerd nr. 55. 68 Bocke Riencx, hondert pondematen. 100 Bocke selfs, 109. Bocke Riencks hondert pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Blye Bocke voor 109 ggl., facit 10900-0-0. 62 Sioerdt Eesges, 103 pondematen. 92 Rheen, 106. 1606: 272. Abdie Doccum, Eme Tyesses te Wlsmehorn 100 pond. à 1½ gg, Sioerd Eesges hondert drie pondemate, ider pondemate gecocht bij 210-0-0. Joannes Reen in qlt. voor 106 ggl., facit 10918-0-0. 69 Epe Janssen, 58½ pondematen. 81¼, 83. Epe Janssens 58½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan van Ruinia Janum voor 81 ggl. 7 st., facit 4753-0-0. 63 Jan Dircks, 35½ pondematen. 66¾ Sackma, 95. Jan Dircks 35½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de heere Saeckma Waecxens ende Wyckel voor 95 ggl., facit 3372-14-0. 70 Dirck Jan Saeckles, 15 pondematen. 75 Heyn, 115. 1606: 254. Claercamp, Claes Bodus 35½ pond. à 1 gg, 49-14-0. Dirck Jan Saeckles 15 pondemate, yder pondemate gecocht bij Heyn Jansen tot Holwert voor 115 ggl., facit 1725-0-0. Jeslum 71 Symen Ockes 45½ pondematen; hier uyt Worp Tiessens erven 3 64 Symen Pouuels 45 pondematen. 72 Reen, 98. gout-guldens. 66¼ Alua, 80. Symen Pouuels 45 pondematen, yder pondemate gecocht bij Joannes Reen Symen Ockes 45½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de notaris in qlt. voor 98 ggl., facit 4410-0-0. Uma in qlt. voor 80 gglns, facit 3640-0-0. 1606: 260. Claercamp, Eese Douwes loco Sybe Bauckes wed. 45½ pond. à 1 gg, 1606: 280. Vrouwenclooster, Tyerck Gerryts 45½ pond., 35 st., 79-12-6d.

210 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 211 Ternaert24 81 Jan Hendricx, 90 pondematen. 16-7 24, 29. 72 Dirck Claessen 65 pondematen. 62 Vermuirs, 76. Jan Hendricks 90 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jan Dirck Claessens 65 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here voor 29 ggl., facit 2610-0-0. Vermees in qlt. voor 76 gglns, facit 4940-0-0. 82 Jan Yes, 57½ pondematen. 27, 35. 1606 Ternaard: 286. Claercamp, Rienck Sytsz wed. 65 pond. à 36 st., 117-0-0. Jan Yes 57½ pondemate, yder pondemate gecocht bij bij de selue Jan voor 35 ggl., facit 2012-14-0. Hantum 1606: 318. Abdie Dockum, Aele Feyes 57½ pond. à 26 st., 74-15-0. 73 Fopke Rintses 52½ pondematen. 55¼ Aelua, 68. Fopcke Rintses 52½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Uma in qlt. Bornwirt voor 68 ggl., facit 3570-0-0. 83 Jan Jansen, 72½ pondematen. 60 Scheltema, 66. 1606: 287. Berlahiem, Jan Frericx 52½ pond. à 32 st., 84-0-0. Jan Janssen 72½ pondemate, yder pondemate gecocht bij jr. Frans van 74 Douwe Epes, 41 pondematen. 56-7, 88. Scheltema voor 66 ggl., facit 4785-0-0. Douue Epes 41 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selwe Douue 1606: 319. Claercamp, Fedde Attes 72 pond. 7 eynsen à 30 st., 108-15-0. voor 84 gglns, facit 3444-0-0. 1640: stemkohier nr. 6.

Hantum-Huysen Raard, en Better-Wirdt 75 Johannes Feyckes, vier-en-sestich pondematen. 56, 68. 84 Jan Heyns, 68 pondematen. 75 Jarich Ebles, 78-14. Johannes Feyckes 64 pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue Jan Heyns 68 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jarich Ebles voor Johannes voor 68 ggl., facit 4352-0-0. 78 ggl. 21 st., facit 5338-0-0. 1606: 295. Syon, Douwe op Riemersma wed. 64 pond., de pond. 32 st., 102-8-0. 85 Tymen Oeges, 36 pondematen in een partye en 7½ pondematen in een tweede partye. 76¼, 86. Nes Tymen Oegis 43½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Tymen voors. 76 Jan Meyntses 97 pondematen. 27¾ Vermuirs, 42. voor 86 ggl., facit 3741-0-0. Jan Meyntses 97 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Vermees 86 Sydse Dircks, 53 pondematen. 73, 87. in qlt. voor 42 ggl., facit 4074-0-0. Sytse Dircks 53 pondematen, yder pondemate gecocht bij Sytse voors. voor 1606: 301. Syon, Jarich Jelles toe Wee 97 pond. à 25 st., 121-5-0. 87 ggl., facit 4611-0-0. 77 Ate Jacobs, 59 pondematen. 28, 30. 87 Hartman Thomas kinderen, Dirck en Claes Hartmans, 88 Ate Jacobs 59 pondematen, yder pondemate gecocht bij Sake Syercx cum pondematen in een partye, en 6 pondematen in een tweede socio voor 30 ggl., facit 1770-0-0. partye. 78 Aelua, 88-21 Uma in qlt. 78 Gerryt Gosses, 113 pondematen. 27¾ 33-21, 39. Hartman Thomas 94 pondematen, yder pondemate gecocht bij Uma in Gerryt Gosses 113 pondemate, yder pondemate gecocht bij Sake Syercx qlt. voor 88 ggl. 21 st., facit 8342-0-0. voor 38 ggl., facit 4294-0-0. 1606: 333. Marigaert, Hartman Thomas toe Spieks 88 pond. à 1 gg, 123-4-0. 1606: 307. Claercamp, Jan Pietersz Munckehuis 113 pond. à 1 gg, 158-4-0. 79 Intse Janssen, 31½ pondematen. 16-21, 25. Oost-Donger-Deel Intse Janssen 31½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue Intse Ny-Kerck voor 25 ggl., facit 787-14-0. 88 Cornelis Michiels, 105 pondematen. 75, 94. 80 Roeleff Laurens, 51 pondematen. 28-7, 42. Cornelis Michiels 105 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Roeleff Laurens 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij Willem Cornelis voor 94 ggl., facit 9870-0-0. Hendricks voor 42 ggl., facit 2142-0-0. 1606: 339. Marigaerdt, Michiel Cornelis 104 pond. à 34 st., 176-16-0. 89 Eernst Rommers, 50 pondematen. 67, 84. Eernst Rommerts 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue 24 De dorpsnaam wordt alleen vermeld in het net-exemplaar. Eernst voor vier en tachtig gglns, facit 4200-0-0.

212 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 213 1606: 341. Marigaerdt, Hilbrandt Pieters 50 pond. à 32 st., 80-0-0. Ee 90 Joorn Hebles, 136 pondematen. 70, 75. 99 Jacob Auckes, 63½ pondematen. 63½, 72. Joorn Hebles 136 pondemate, yder pondemate gecocht bij R. Fungeri in Jacob Auckes 63½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jacob qlt. voor 75 ggl., facit 10200-0-0. voor 72 ggl., facit 4572-0-0. 91 Pieter Jentkjes, 44 pondematen. 69¼, 86. 1606: 383. Weerdt, Aucke Jacobs 60 pond. à 32 st., 96-0-0. Pytter Jentkes 44 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Pytter 1640: stemkohier nr. 5, Suster Claesen wed. Aucke Jacobs gebruikerse. voor 86 ggl., facit 3784-0-0. 100 Hette Willems, 35 pondematen. 63-21, 71. Hette Willems 35 pondemate, yder pondemate gecocht bij juffr. Humalda Lioessens cum sociis voor 70 ggl., facit 2476-7-0. 92 Lieuwe Folckerts, 26½ pondematen. 62½, 82. Lieuue Folckerts 26½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Metsel-Wier Lyuue voor 82 ggl., facit 2173-0-0. 101 Sipcke Mintses, 137 pondematen. 75¼, 88. Sipcke Mintses 137 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Beyma Morra voor 88 ggls, facit 12056-0-0. 93 Dirck Idses 60½ pondematen. 70½, 73. Dirck Idses 60½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Dirck Nya-Wier voor 73 ggl., facit 4416-14-0. 102 Geert Roelefs, 61½ pondematen. 62, 72. 1606: 362. Weerdt, Rommert Jansz 60½ pond. à 34 st., 102-17-0. Geert Roeleffs 61½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de burgemr. 94 D’Armen van Morra en Metselwier, 38 pondematen. 100, 103. Lolcke Jansen cum sociis voor 72 ggl., facit 4428-0-0. D’Armen van Morra ende Metselwier 38 pondematen, yder pondemate 103 Johannes Roelefs, 50 pondematen. 68, 80. gecocht bij mr. Hendrick Dominici cum sociis voor 102 ggl. 21 st., facit Johannes Roeleffs 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue 3904-14-0. Johannes in qlt. voor 80 gglns, facit 4000-0-0. 1606: 366. Weerdt, d’Armen van Morra ende Metzelwier 35 pond. à 1 gg, 49-0-0. 1606: 401. Syon, Roeliff Jacobs 50 pond. à 34 st., 85-0-0. 104 Former Douwes, 39 pondematen in een partye, en 12 pondematen Aengium in een ander partye. 100, 114. 95 Cornelis Saeckes 81½ pondematen. 50, 52. Former Douues 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Cornelis Saeckes 81½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Former voor 114 ggl., facit 5814-0-0. Albert van Aysma voor 52 ggl., facit 4238-0-0. 105 Epe Sippes, drie-en-sestich pondematen. 70, 74. Epe Sippes 63 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selwe Epe voor Engwierum 74 ggl., facit 4662-0-0. 96 Watse Pieckes 38 pondematen binnen-dijcx en 96 buyten-dijcx- 1606: 408. Syon, Romcke Martens 63 pond. à 34 st., 107-2-0. landt. 40, 45. 106 Geert Janssens, 100 pondematen. 53½, 61. Watse Pieckes 134 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Watse Geert Janssens hondert pondematen, yder pondemate gecocht bij Claes voor 45 ggl., facit 6030-0-0. Jurriens tot Harlingen voor 61 ggl., facit 6100-0-0. 97 Jan Janssens 39 pondematen binnen-dijcx en de 96 pondematen 1606: 416. Syon, Ede Thomas 100 pond. à 33 st., 165-0-0. buyten-dijcx-landt. 42, 43. Jan Janssens 135 pondemate, yder pondemate gecocht bij mr. Claes Can Wetsens cum sociis voor 43 ggl., facit 5805-0-0. 107 Wytse Siolles, 88 pondematen. 62¼, 71. 98 Aucke Wytses, 102 pondematen buyten-dijcx-landt. 39, 46. Wytse Siollis 88 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Wytse Aucke Wytses 102 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pytter voor 76 ggl., facit 6688-0-0. Maerswal voor 46 ggl., facit 4692-0-0. 1606: 422. Syon, IJe Sybes toe Nijehuis 88 pond. à 30 st., 132-0-0. 1640: stemkohier nr. 1, Aucke Wytses en Lieuwe Symens gebruikers.

214 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 215 Sybranda-Huys gecocht bij de here grietman Saeckma voor 125 ggl., facit 2812-14-0. 108 Dirck Ruyrdts, 65 pondematen. 65, 81. 1606: 455. Claercamp, De kerckvoogden van Rinsmageest 22½ pond. à 1 gg, Dirck Ruierdts 65 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Dirck 31-10-0. voor 81 ggl., facit 5265-0-0. Corpus-Landen van Claer-Camp Aelsum 116 Laes Hendricks, 55 pondematen. 67¼, 67¼ Marseles Goverts. 109 Sybren Sybrens, 50½ pondematen. 85, 96. Laes Hendricks 55 pondemate, yder pondemate gecocht bij Marcelis Sibren Sibrens 50½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’wedue van Gouerts voor 67 ggl. 7 st., facit 3698-7-0. de selwe Sybren voor 96 ggl., facit 4848-0-0. 1640: stemkohier Rinsumageest nr. 29. 110 Tiepke Lieuwes, 43 pondematen. 95 Feye Tzercks, 106. 117 Lolck Hilles weduwe 105 pondematen. 22, 33 Feyye Tzercks. Tiepcke Lyuues 43 pondematen, yder pondemate gecocht bij de burgemr. Lolcke Hilles weduw 105 pondemate, yder pondemate gecocht bij de heere Feye Tyercx voor 106 ggl., facit 4558-0-0. Feye Tyercx voor 33 ggl., facit 3465-0-0.

Sioeckma-Huys Rinsma-Geest 111 Jan Claessen, 90½ pondematen, daer uyt Bieuck Æbinga ende 118 Tierck Joannis, 65 pondematen. 61 Jan Heins, 73. Off ke Feytsma jaerlijcx ontfanghen 45 gout-guldens. 51¼, 54. Tierck Joannes 65 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan Heyns tot Jan Claessen 90½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Jan Raard bij Doccum voor 73 ggl., facit 4745-0-0. voor 54 ggl., facit 4887-0-0. 1606: 465. Claercamp, Eelcke Jansz 65 pond. à 30 st., 97-10-0. 1606: 434. Abdie Dockum, Jan Dircx 90½ pond. à 33 st., daeruut juffr. Byuck 119 Frans Ruyrdts 94 pondematen. 46, 54 Kempe Donya. Eeninga ende Off ke Feytzma ontfangen 45 gg, affgetrocken blieft 86-6-6d. Frans Ruierdts 94 pondematen, yder pondemate gecocht bij de heere K. 112 Fedde Jacobs 76 pondematen. 63, 68. Donia voor 57 ggl., facit 5358-0-0. Fedde Jacobs 76 pondematen, yder pondemate gecocht bij Frans Symens tot Harlingen voor 68 ggl., facit 5168-0-0. Birdaerdt 1606: 435. Abdie Dockum, Jetske Douwes toe Syuckmahuis 76 pond. à 34 st., 120 Pieter Wbles, 73 pondematen. 49½ Sackma, 77. 129-4-0. Pytter Ubles 73 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Saeckma 113 Jacob Janssen, 43 pondematen 9 eynsen in een partye, en 23 cum socio voor 77 ggl., facit 5621-0-0. pondematen 9 eynsen in een tweede partye. 61¼, 60¼. 1606: 471. Claercamp, Pieter Ubles toe Heldoor 73 pond. à 20 st., 73-0-0. Jacob Janssens 67½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de burgemr. 1640: stemkohier nr. 2. Feye Tyercx in qlt. voor 60 ggl. 7 st., facit 4067-0-0. 121 Dirck Foppes, op’t Corpus Berlahiem, 24 pondematen in een 1606 (deels): 437. Abdie Dockum, Pieter Jansz Veltriel 43 pond. 9 eynsen à 24 partye, en 26 pondematen in een tweede partye. 41½, 53. st., 52-10-0. Dirck Foppes 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij Henricus 114 Rienck Jelles 13 pondematen 5 einsen, 4 penning. Dit met Geldorpius voor 53 ggl., facit 2650-0-0. jaer-tallen, hem competerende, volgens acte by hem Rienck 1606 (deels): 478. Berlahiem, Die armen van Birdaerdt vant corpus Berlahiem berustende. 104, 104. 24 pond., daeraff gebruickers sijn Pieter Reyns voor 18 pond., Lolcke Minnes Rienck Jelles 13 pondemate 5 einsen, yder pondemate gecocht bij de selwe ende Minne Lolckes voor 4 pond. ende Pieter Takes voor 2 pond., d’pond. 1 gg, Rienck voor 91 ggl., facit 1220-26-0. 33-12-0.

Dantuma-Deel Feen-Wolde Sybrande-Huys 122 Willem Emkes, cum socio, op kleen Amelant. Het Amlant 6200. 115 De Kerck-Vooghden van Rinsma-Gheest 22½ pondematen. 112 Willem Emckes cum socio, gecocht de eerste helfte bij dr. Gabbema voor Sackma, 125. 3100-0-0. D’kerckvoogden van Rinsmageest 22½ pondematen, yder pondemate De ander helfte gecocht bij dr. Gabbema voor 3100-0-0.

216 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 217 123 Pieter Willems ghebruyckte plaets. 5500. dat boven een tonne rode butter die hij betaelt aent comptoir, 286-8-0. Pytter Willems gebruikende plaetscke, gecocht bij Jarich Wopckes in qlt. 1640: stemkohier Kollum Uiterdijkstercluft nr. 35. voor 5500-0-0. 1640: stemkohier nr. 32. Boerumer Old-Landt 124 Joannes Jelles, de jonghe, sijn plaets. 3100. 132 Pieter Janssen, 69 pondematen. 135. Joannes Jelles de jonge plaetske, gecocht bij Eecke Wybes voor 3100-0-0. Pytter Janssens 69 pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue Pytter 1640: stemkohier nr. 33. voor 135 ggl., facit 9315-0-0. 125 Teecke Hessels ghebruyckte plaets. 1801. 1606: 537. Gerckesclooster, Doecke Symons wed. 69 pond. à 50 st., 172-10-0. Teecke Hessels plaetscke, gecocht bij jr. Hiemstra in qlt. voor de ritmr. 133 Reyntje Dircks, 72½ pondematen. 124. Swartsenbergh voor 1840-0-0. Reintie Dircks 72½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de meyerse voor 124 ggl., facit 8990-0-0. Dantuma-Wolde 1606: 538. Gerckesclooster, Dirck Jansz 72½ pond. à 50 st., 181-5-0. 126 Jan Minnes ghebruyckte plaets, bestaende in 35½ pondematen, 3 134 Lieuwe Claessens, 135 pondematen. 141. ackers bou-landt, ende twee campen. 2750. Lieuue Claessens 135 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Jan Minnes gebruickte plaets, gecocht bij de here Saeckma cum socio voor Lieuue op 142 ggl., facit 19170-0-0. 2450-0-0. 1606: 542. Gerckesclooster, Jeldert Rompts 135 pond. à 45 st., 324-0-0. 127 Noch eenighe parceelen leyen, ten vercoopdaghe naerder te 135 Wybe Wytses, curator over Tiaerd Lolckes wees-kindt, 78½ specificeeren. 2000. pondematen. 128. De leyen, ten registre no. 127 geannoteert staende, gecocht bij de secretaris Wybe Wytses, curator over Tiaerdt Lolckes weeskint, 78½ pondemate, Fogelsang cum sociis voor 6600-0-0. yder pondemate gecocht bij de selue Wybe voor 128 ggl., facit 10048-0-0. 1606: 544. Gerckesclooster, Willem Tiepckes 78½ pond., de pond. 50 st., 196-5-0. Collumerlant 136 Inne Jacobs, 51 pondematen. 123. Wester-Gheest Inne Jacobs 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Inne voor 128 Ian Gerryts, 33½ pondematen. 72, 68¼. 123 ggl., facit 6273-0-0. Jan Gerryts 33½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Nicolaes 1606: 546. Gerckesclooster, Jacob Dircx 51 pond. à 50 st., 127-10-0. Henricides tot Doccum voor 72 ggl., facit 2412-0-0. 137 Wouter Aris, 65½ pondematen. 140. 1606: 512. Weerdt, Ballingh Egberts toe Benthumahuis 33½ pond. à 30 st., Wouter Aris 65½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Joannes 50-5-0. Martens tot Collum voor 140 ggl., facit 9170-0-0. 129 Wybe Annes, 12 ackers bou-lant, 6 koe-gras, 14 mad maden, ende 1606: 550. Gerckesclooster, Wolter Aris 65½ pond. à 50 st., 163-15-0. Convents hoven. 3650. 138 Dreeuwes Jacobs, 33½ pondematen. 120. Wybe Annes plaets, gecocht bij de secretaris Fogelsang voor 3650-0-0. Dreewes Jacobs 33½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Drewes 130 Abbe Mintsens, 6 koe-gras, ende de bouw-ackers, met 11 voors. voor 120 ggl., facit 4020-0-0. pondematen maden. 1680. 1606: 554. Gerckesclooster, Rompt Harmens 33½ pond. à 50 st., 83-15-0. Abbe Mintses plaets, gecocht bij de secretaris Fogelsang voor 1680-0-0. 139 Jacob Eppes, 68 pondematen. 122. Jacob Eppes 68 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jacob Collum voor 122 ggl., facit 8296-0-0. 131 Jan Hendricx, 98½ pondematen binnen dijcx-landt, ende 118½ 140 Hidde Reyns, 50½ pondematen, daer onder 8 pondematen buyten dijcx-lant. 68. Buwen-Clooster-landen, ende noch 14 pondematen. 123. Jan Hendricks 217 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jan Hidde Reyns 64½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes Baltus Hendricks voor 68 gglns, facit 14756-0-0. tot Amsterdam voor 123 ggl., facit 7933-14-0. 1606: 530. Veenclooster ofte Buwenclooster, Dock Philips 98½ pond. 1606: 560. Gerckesclooster, Rintie Sapes 42½ pond. à 50 st., ende van binnendijx landt à 48 st., ende 118 pond. buitendijcks landt voor 50 gg, ende Hendrick Engberts van Vrouwenclooster 8 pond. à 50 st., 126-5-0.

218 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 219 Burumer Ny-Landt 150 Bruyn Melis, 43½ pondematen, ende noch 15 pondematen. 100. 141 Arent Roeleffs, 63 pondematen. 127. Bruyn Melis 58½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Bruyn voors. Arent Roeloffs 63 pondematen, yder pondemate gecocht van Claes Baltus voor 115 ggl., facit 6727-14-0. voor 127 goltgl., facit 8001-0-0. 1606: 593. Vrouwenclooster, Claes Fockes toe Schermerhuis 43½ pond. à 46 st., 1606: 565. Gerckesclooster, Syoele Autsz 63 pond. à 50 st., 157-10-0. ende Luye Jansz wed. 15 pond. à 42 st., 131-11-0. 142 Pieter Alberts, 65 pondematen in een, ende 11 pondematen in een 151 Fonger Franssen, 43 pondematen, ende noch 8 pondematen. 98. tweede partye; ende noch 6 pondematen buyten-dijcx-landt. 115. Fonger Fransen 51 pondematen, yder pondemate gecocht bij Fonger voors. Pytter Alberts 82 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Pytter voor 115 ggl., facit 5865-0-0. voor 115 ggl., facit 9430-0-0. 152 Jan Cornelis 42 pondematen. 110. 1606: 569. Gerckesclooster, Albert Roeliffs 65 pond. à 50 st., noch van Jacob Jan Cornelis 42 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’here Burum Janssen 11 pond. à 50 st., 190-0-0. 124 ggl., facit 5208-0-0. 143 Frans Emis, 62 pondematen, ende 12 pondematen buyten-dijcx- 1606: 599. Vrouwenclooster, Broer Jansz 42 pond. à 50 st., 105-0-0. landt. 104. 153 Folckert Tiaerdts, 51½ pondematen. 109. Frans Emis 74 pondemate, yder pondemate gecocht bij Frans voors. voor Folckert Tiaerdts 51½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here 105 ggl., facit 7770-0-0. Burum voor 124 ggl., facit 6386-0-0. 144 Jan Dircks, 63 pondematen ende 64 pondematen buyten-dijcx- 1606: 602. Vrouwenclooster, Lolcke Tyaerts 51½ pond. à 50 st., 128-15-0. landt. 106. Jan Dircx 127 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan Dircks voors. Achtkarspelen voor 77 goltgl., facit 9779-0-0. Augustinus-Gae 145 Jarich Hylckes, 54 pondematen, ende 44 pondematen buyten- 154 Albert Pieters Rode, 60 pondematen. 114. dijcx-landt. 126. Albert Pytters Roode 60 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Jarich Hylckes 98 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Rosema Albert voor 114 ggl., facit 6840-0-0. voor 106 ggl., facit 10388-0-0. 1606: 665. Gerckesklooster, Albert Pieters Rode 60 pond. à 36 st., 108-0-0. 1606: 577. Gerckesclooster, Epe Meynts 54 pond. à 50 st., ende voort 155 Lambert Rinses, 7 pondematen. 110. buitenlandt, groot 44 pond., de pond. 10 st., 153-10-0. Lambert Rinses seuen pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Boelens voor 110 ggl., facit 770-0-0. Vrouwen-Clooster 156 Eeltse Tiaerdts, 114 pondematen. 85. 146 Jucke Wytsma, 95½ pondematen. 127. Eeltse Tyaerdts 114 pondematen, yder pondemate gecocht bij Eeltse voors. Jucke Wytsma 95½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jucke voors. voor 85 ggl., waer tegens de here Haersma heeft geprotesteert als seggende voor 126 ggl., facit 12033-0-0. te laet gemijnt te hebben, facit 9690-0-0. 147 Willem Claessen, 71 pondematen, ende van’t Corpus 21½ 157 Jan Aelckes, 11 pondematen. 112. pondematen. 113. Jan Aelckes elleff pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor Willem Claessens 92½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’heren 112 ggl., facit 1232-0-0. Liuius Scheltinga ende Aulus van Haersma sampt Lieuue Boelens voor 1606: 672. Gerckesclooster, Pieter Harmens 11 pond. à 20 st., 11-0-0. 127 ggl., facit 11747-14-0. 158 Jan Jouckes, sijn hiem-stede, ende noch 12 pondematen. 100. 148 Lieuwe Geerts, 49 pondematen. 112. Jan Jouckes 12 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor Lieuue Geerts 49 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’selue Lieuue 100 ggl., facit 1200-0-0. voor 124 ggl., facit 6076-0-0. 159 Wble Wierts weduwe, 20½ pondematen, daer onder de halve 1606: 587. Vrouwenclooster, Geert Egberts 49 pond. à 50 st., 122-10-0. strenge, halve hincxste, ende kelders camp, met 2 huys-steden 149 Pieter Tonis, 45 pondematen, ende noch 16 pondematen. 124. ende ‘t hoff. 145. Pytter Tonis 61 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pytter voors. Wble Wierdts wedue 20½ pondematen, ider pondemate gecocht bij de voor 130 ggl., facit 7930-0-0. here Boelens 145 ggl., facit 2971-14-0.

220 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 221 1606: 673. Gerckesclooster, Wble Wierts 16½ pond., daeronder die thien Smallingerlandt campen begrepen, met noch die Rooffcamp van Berent Metskes ende 4 pond. Smal-gheneester feenen van Hendrick Lefferts à 35 st., ende het hoff voor 35 gg, fc. 77-17-6d. 170 Een parceel feenen, de 40 Roeden genaemt. 1640: stemkohier nr. 41, Uble Wierdts gebruiker. Vermoedelijk niet verkocht. 160 Hendrick Tymens, 70½ pondematen. 118. 1606: 714. In den eersten 40 roeden in de Folgeren, Opeynder mate, … ende Hendrick Tymens 70½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Hendrick werdt deselve gegraven bij Haye Jochems, dus hier voor memorie. voors. voor 118 ggl., facit 8319-0-0. 1640: stemkohier nr. 52. Syghers-Wolde 161 Gerbrandt Hendricks, 40 pondematen. 60. 171 Alle Hendricks, ‘t gheheele uyt-hoff, met de om-legghende Gerbrant Hendricks 40 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here landen. 4500. Boelens op 60 ggl., facit 2400-0-0. Alle Hendricks ‘t gehele uithoff met de omleggende landen, gecocht bij dr. 1606: 682. Buwenclooster, Willem Altes 40 pond., met 6 f loreen belast, à 25 st., Gabbema in qlt. voor 4500-0-0. 50-0-0. 1606: 715. Hendrick Luities het gehele uuthoff met de omleggende landen, 1640: stemkohier nr. 40, Gerben Hendricx gebruiker. 14-0-0. 162 Gercke Hiddes, 12 lopen zaeying, 10 koe-gras, 10 dach-maden, noch de Coorn-dijck 6 pond. 2400. Suyder-Drachten Gercke Hiddes plaets, gecocht bij de here Assuerus van Viersen cum sociis 172 Trijn Jelles, 24 gras, 29 dach-mad maden, 17½ ackers bou-lant. 3250. in qlt. voor 2400-7-0. Crijn Jelles 24 gras, 29 dach mad maden, 17½ ackers boulant, gecocht bij 1606: 685. Gercksclooster, Hedt Gerckes 12 lopen saijenge, 10 koegras, 10 de here Haersma voor 3250-0-0. dachmad meden, item de Coorndijck, groot 6 pond., voor 20 phsg., 22-10-0. 1640: stemkohier nr. 25, Crijn en Albert Jelles gebruikers.

Leyen in de Rotte-Val Tietiercksteradeel 163 Berendt Sioerdts. Bergum 164 Anne Harmens. 173 Berent Janssen, 20 koe-gras, 12 ackers bou-lant, 13 mad maden, 9 165 Noch een parceel feenen, gheleghen op Suyr-huyster feenen, jerden leyen. ghenaemt de 66 Roeden. Beernt Janssens 20 koegras, 12 ackers boulant, 13 mad maden, 9 jerden 166 Noch een groot parceel feenen, gheleghen op Suyr-huyster-feen, leyen, gecocht bij Oeds Hillama voor 1811-0-0. het Rauwe-veen ghenaemt. 1606: 742. Bergum convent, Eeff Jacobs 12 pond. saedlandt, 13 mad mieden, 167 Noch een parceel fenen, het Witte feen genaemt. 9 jerden leijen ende 20 koegras die met 2 f loreen hoger beswaert sijn als 168 Noch een partye feen, het Monnicke-feen ghenaemt. d’Aenbrengh vermelt, voor 11 £ 4 st. 11-4-0. 169 Jochem Jochems, eenighe leyen van’t Landtschap in coop 174 Wopke Hendricx, 7 koe-gras, 6 loopen zaeynghe en 14 madt. 4310. bekomen, doch niet betaelt. Wopcke Hendricks 7 koegras, ses lopen saijnge ende 14 mad, gecocht bij De percelen 163-169 zijn vermoedelijk niet verkocht. Marcelis Gouerts [voor] 3905-0-0. 1606 mogelijk: 696. Item de possessie fenen ende oostersche fenen, daervan 1606: 753. Bergum convent, Reyner Syurdtsz 6 lopen saienge, 7 koegras, 14 eermaels Orck Jansz gebruicker geweest is, ende als naestleger ten oosten dachmad meden voor 14 gg, 19-12-0. hebben die patroons fenen in de Ham ende affgedelft, ten zuiden die olde 175 Claes Tonis, 18 koe-gras, 29 mad maden en 16 ackers bou-landt. Lidts, ten westen die Ee ende van daer tot die Lidts recht lanx met eenen 5740. grupel affgedelft, ten noordt het cloosters eigen landt ofte leyen sampt Claes Tonis 18 koegras, 29 mad maden, 16 ackers boulant, gecocht bij heydlandt daervan, memorie. Manckendam voor 5740-0-0. 1606: 756. Bergum convent, Jacob Claesz 16 ackers boulandt, 18 koegras, 29 mad meden voor 30 gg, 42-0-0. 1640: stemkohier nr. 21.

222 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 223 176 Aucke Walles, 4 koe-gras, 9 ackers bou-landt, 6 dach-mad mieden. 182 Fedde Janssen, 59 pondematen. 66. 1140. Fedde Janssens 59 pondematen, yder pondemate gecocht bij Fedde Janssen Aucke Walles 4 koegras, 9 ackers boulant, 6 dachmad maden, gecocht bij voor 66 ggl., facit 3894-0-0. de here Buttinga voor 1140-0-0. 1606: 819. Berlahiem, Rienck Joannis 59 pond. à 25 st. ende noch 50 pond. vant 1606: 758. Bergum convent, Douwe Dircxz ende Aeltz Bote Pietersdr 4 corpus à 35 st., 161-5-0. koegras, 9 ackeren boulandt, 4 dachmad meden, 8-8-0. 183 Doecke Eelckes, ses-en-dertich pondematen. 70¼. Doecke Eelckes 36 pondemate, yder pondemate gecocht bij Bartel Sioerds, Garijp harbergier op Rinsmageest, voor 70 ggl. 7 st., facit 2529-0-0. 177 Freerck Hendricks ende Wierd Riencx, 15 koe-gras, 3½ campen 1640: stemkohier nr. 13. bou-landt, 33 mad mieden, 17½ mad in de Eerne-warren, noch 2 184 Jelle Saskers, 61½ pondematen. 74. gras, een loopen zaeyinghe, ende 5 mad inde Eerne-warren, noch Jelle Saskers 61½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Jelle voors. voor vier dach-madt. 3200. 74 ggl., facit 4551-0-0. Freerck Hendricks ende Wierd Riencks plaets, gecocht bij Frans Kijll in 185 Een tonne-butter, gaende uyt Rala plaets tot Wijns. 1150. qlt. voor 3250-0-0. Een tonne butter, gaende uyt Rala plaets tot Wijns, gecocht bij de here 1640: stemkohier nr. 60. Buttinga voor 1150-0-0.

Olde-Maden Idaerderadeel 178 Epe Ruyrdts, acht-en-negentich pondematen. 27. Warstiens Epe Ruierdts 98 pondematen, yder pondemate gecocht bij juffr. Houckien 186 Gerben Jansz ses-en-dertich pondematen. 55¼. Hillama ende Hero Joachimi voor 27 ggl. 7 st., facit 2670-14-0. Gerben Janssens 36 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jelte Lolles 1640: stemkohier Suawoude nr. 16, Barber Epes gebruikerse. voor 55 ggl. 7 st., facit 1989-0-0. 179 Hans Pieters, 112 pondematen. 26. Hans Pytters 112 pondemate, yder pondemate gecocht bij juffr. Houckien Rauwerderahem Hillama voor 26 ggl., facit 2912-0-0. Rauwerdt 1640: stemkohier Suawoude nr. 15. 187 Claes Gerryts, vijf-en-sestich pondematen. 111. Claes Gerryts 65 pondemate, yder pondemate gecocht bij Wab Eeckes voor Sygers-Wolde 111 goltgl., facit 7215-0-0. 180 Eesge Halbes 104 pondematen, daer uyt Old-hooff jaerlijcx 1606: 847. Nes commandurie, Claes Gerryts op de Lardt 50 pond. à 33 st., competeert 7 gout-guld. en Garijper Patroon 14 stuyv. 30. 82-10-0. Eesge Halbes 104 pondematen, yder pondemate gecocht bij Sioucke 188 Auck Hanses dochter, 32 pondematen. 105. Pytters voor 30 ggl. 7 st., facit 3146-0-0. Auck Hansesdr 32 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Pytter 1606: 816. Abbe Gosses een zaete landts, groot 94 pond., daeruut Oldehooff van Eysinga voor 105 ggl., facit 3360-0-0. patroon competeert 7 gg, fc. 65-16-0. Poppingawier Oudtkerck 189 Sytje Ates, de helfte van 154 pondematen. 90. 181 Albert Pieters, 75 pondematen. 75. Sytie Ates de helfte van hondert vier ende vijftich pondematen, yder Albert Pytters 75 pondemate, yder pondemate gecocht bij Goraisky voor 75 pondemate gecocht bij Sytie voors. voor 90 ggl., facit 6930-0-0. ggl., facit 5625-0-0. 190 Pieter Claessens, 29 pondematen. 76. 1606. 817. Pieter Martens 66 pond. à 23 st., ende noch 10 pond. sorterende Pieter Claessens 29 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here onder den dorpe Oenkerck à 23 st., 87-8-0. Tyallingh van Eysinga voor 75 ggl., facit 2175-0-0. 1640: stemkohier nr. 19. 1606: 856. Engwirdt clooster, Taecke Dircxz 29 pond. à 24 st., 34-16-0.

224 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 225 Deersum 1606: 889. Aengium, Oedts Oetsz op de ander helft van Maersmazate, groot 28 191 Sioerd Ates, 61 pondematen, daer onder 21½ pondematen ny-landt. pond., voor 16 gg, 22-8-0. 117. 199 Jan Jelderts 89 pondematen, met de reste van de hoven ende ‘t Sioerd Ates 61 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’here Tyalling viercant. 121. van Eysinga voor 117 ggl., facit 7137-0-0. Jan Jelderts 89 pondematen, met de reste van de houen ende ‘t viercant, 192 Jelger Merx Jorna, 69 pondematen, daer onder thien pondematen yder pondemate gecocht bij Hermannus Scherhagen in qlt. voor 121 ggl., leeg-landt, en 3 pondematen ny-landt. 118. facit 10769-0-0. Jelger Merx Jorna 69 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue 1606: 892. Aengium, Gerbrandt Pieters 89 pond. met het reste van de howinge Jelger voor 118 ggl., facit 8142-0-0. ende ‘t viercant, de pond. 39 st., ende 19 pond. van Bynts Rommerts à 42 st., fc. 213-9-0. 1640: stemkohier Klooster Anjum nr. 3. WESTER-GOO Slappe-Terp Menalduma-Deel 200 Pieter Jacobs, 77½ pondematen. 100. Englum Pieter Jacobs 77½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de secretaris 193 Pocke Janssen op cleyn Aelsert, 53 pondematen. 128-7. Baard voor 100 ggl., facit 7750-0-0. Popcke Janssen op Clein Aelsert 53 pondematen, yder pondemate gecocht 1606: 893. Aengium clooster, Cornelis Pieters opter Coot 77½ pond. à 30 st., bij Abbe Jansen, coopman binnen Leuwarden, in qlt. voor 128 ggl. 7 st., 116-5-0. facit 6797-7-0. 1640: stemkohier nr. 5. 1606: 872. Aengium clooster, Heyn Jansz op clein Aelzert 53 pond. à 32 st., 84-16-0. 1640: stemkohier nr. 8. Wier 201 Dirck Dircks 26 pondematen, 4 eynsen. 70. Menaldum Dirck Dircks 26 pondemate vier einsen, yder pondemate gecocht bij dr. 194 Hoyte Sapes, 93½ pondematen. 122. Gabbema voor 70 ggl., f[acit] 1843-0-0. Hoyte Sapes 93½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Hoyte 1606: 900. Aengium clooster, Folckert Eerties loco Bints Rommerts 27 pond., voor 122 ggl., facit 11407-0-0. genaemt de Winckel, daeronder vant corpus 10 pond., à 1½ gg, 56-14-0. 1606: 877. Monickbayum, Tyaerdt Sipckes op Fellingwirdt 93½ pond. à 30 st., 140-5-0. Barra-Deel 1640: stemkohier nr. 59. Minners-Gae 195 Heere Joryts, 56 pondematen. 82. 202 Hessel Wybrandts, een halve sate, groot 30½ pondematen. 101. Here Jorryts 56 pondematen, yder pondemate gecocht bij Freerck Sydses Hessel Wybrants 30½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Sybren voor 82 ggl., facit 4592-0-0. Agges Bruinia voor hondert een ggl., facit 3080-14-0. 1606: 904. H. Geest clooster, Heerdt Hessels op Sellinga de halve saete, groot Belckum 30½ pond. à 36 st., 54-18-0. 196 Pieter Riencx, 43½ pondematen. 100¼. 1640: stemkohier nr. 29. Pieter Riencks 43½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jelle Douues 100 ggl. 7 st., facit 4361-0-0. 197 Jelte Jeltes weduwe, op Warsma, 31 pondematen. 102. 203 Jan Hermens, 45½ pondematen. 118. Niet vermeld in het net-exemplaar. Jan Harmens 45½ pondemate, ider pondemate gecocht bij de secretaris 1606: 888. Aengium, Jelte Jeltes wed. op Maersma 31 pond. voor 16 gg, 22-8-0. Bruynsma voor 118 goltgl., facit 5369-0-0. 198 Oeds Oedsz 28 pondematen. 99. 1640: stemkohier nr. 8. Niet vermeld in het net-exemplaar.

226 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 227 Tjommarum 212 Jacob Jacobs, 68 pondematen. 97. 204 Jan Foppes, 78 pondematen. 141. Jacob Jacobs 68 pondemate, yder pondemate gecocht bij Joannes Nicolai Jan Foppes 78 pondematen, yder pondemate gecocht bij Johannes Reen in in qlt. voor 97 ggl., facit 6596-0-0. qlt. voor 141 ggl., facit 10998-0-0. 1640: stemkohier nr. 15. 1606: 915. Lidlum, Jelle Claesz mette corpus landen 78 pond. à 32 st., 124-16-0. Achlum, buyten-dijcx 1640: stemkohier nr. 18, Jan Poppes gebruiker. 213 Gerben Pieters, vijff-en-seventich pondemat. 89. 205 Pieter Alberts weduwe, 90 pondematen. 110. Gerben Pytters 75 pondemate, yder pondemate gecocht bij Pytter Bens Pytter Alberts wedue 90 pondematen, yder pondemate gecocht bij Frans voor 89 ggl., facit 6675-0-0. Olpherts vanden Bergh ende Jacob Tammes van Leuwarden voor 110 ggl., 1640: stemkohier nr. 33. facit 9900-0-0. 214 Claes Gerbens, 84 pondematen. 100. 1640: stemkohier nr. 15, Dieuw Pyters wed. gebruikerse. Claes Gerbens 84 pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes voors. 206 Jan Lieuwes, 166 pondematen. 110. voor hondert ggl., facit 8400-0-0. Jan Lyuues 166 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Jan voor 1640: stemkohier nr. 30, Claes Gerbens Ludum gebruiker. 110 ggl., facit 18260-0-0. 215 Merck Jouckes, 34½ pondematen. 99. 1606: 923. Lidlum corpus landen, Lyuwe Tammes loco Jan Pieters 160 pond. à Merck Jouckes 34½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Jelle 36 st., hebbende 6 pond. verlichtinge voor het Meerlandt 288-0-0. Hanenburgh in qlt. voor 99 ggl., facit 3415-14-0. 207 Reyner Jacobs, 125 pondematen. 97. 1640: stemkohier nr. 11, Mirck Jouckes gebruiker. Reyner Jacobs 125 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Reyner voor 97 ggl., facit 12125-0-0. Achlum, binnen-dijcx 208 D’Armen van Ooster-Bierum, 20 pondematen. 183. 216 Pieter Bens, 98½ pondematen. 80. De Armen van 20 pondematen, yder pondemate gecocht bij Pieter Bens 98½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Gratinga Epe Wybes Tepma voor 183 ggl., facit 3660-0-0. in qlt. voor 80 ggl., facit 7880-0-0. 1606: 928. Lidlum corpus landen, d’Armefoogden van Oosterwirum 20 pond., 1640: stemkohier nr. 14. 28-0-0. 217 Andries Wybes, 79½ pondematen. 84. Andries Wybes 79 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Joannes Ooster-Bierum Nijs, raad ordinaris in den Houe van Frieslant, voor 84 ggl., facit 6678-0-0. 209 Albert Pieters, ‘t Cohool, 72 pondematen. 129. 1640: stemkohier nr. 7. Albert Pytters t’Cohool 72 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Albert voor 129 ggl., facit 9288-0-0. Franeker Wt-Buyren 1606: 934. Lidlum corpus landen, Pieter Lyuwes wed. toe Cohool 72 pond. à 37 218 Tijs Ottes, 48½ pondematen. 115. st., 133-4-0. Tijs Ottes 48½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Tijs voors. in qlt. voor 115 ggl., facit 5577-14-0. Franequera-Deel 1606: 968. Achlum clooster, Pieter Gerryts loco Pieter Jacobs wed. toe Midlum Lanckum 24½ pond. à 35 st., fc. 42-17-6d; 969. De voors. Pieter noch 24 pond. 210 Doecke Sybrandts, 101 pondematen. 124. à 35 st., 42-0-0. Doecke Sybrants 101 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selwe 219 Jacob Janssens op Inhem, 100 pondematen ende ses eynsen. 113. Doecke voor 124 ggl., facit 12524-0-0. Jacob Jansen op Inhem hondert pondematen ses eynse, yder pondemate 211 Jan Heyns, 90½ pondematen. 129. gecocht bij Jan Wintholts Bartholts voor 113 ggl., facit 11356-14-0. Jan Heyns 90½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes Igrams in 1606: 971. Aengium clooster, Jacob Gerryts wed. op Inhem 103½ pond. à 34 qlt. voor 129 ggl., facit 11674-14-0. st., waer uut de armefoogden van Franiker ontfangen 16 gg, afftrocken met 3 pond., de kercke van competerende, fc. 148-9-0.

228 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 229 Tzium 229 Dirck Willems, 109 pondematen, waer aff voor de Pastorye werdt 220 Rintje Symens, 32½ pondematen. 84. af-ghetrocken 14 stuyvers, ende voor de Præbende 36 stuyvers. 98. Rintie Symens 32½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Andla Dirck Willems 109 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue in qlt. voor 84 ggl., facit 2730-0-0. Dirck in qlt. voor 98 ggl., facit 10682-0-0. 1640: stemkohier nr. 49. 1606: 1005. Lidlum, Joannes Sybrans 109 pond. à 33 st., affgetrocken voor de 221 Jan Anes 70 pondematen. 86. pastorie 14 st. ende voor de prebendarie 36 st., fc. 177-7-0. Jan Annes 70 pondematen, yder pondemate gecocht bij bij Jan voors. voor 1640: stemkohier nr. 14, Dirck Willems Phelsum gebruiker. 86 ggl., facit 6020-0-0. 1606: 983. Lidlum, Aene Seerpsz 70 pond. à 32 st., 112-0-0. Ooster-Eynd 1640: stemkohier nr. 13, Jan Aenes gebruiker. 230 Sybe Pieters, 72½ pondematen. 70. 222 Douwe Yssens, 105 pondematen. 95. Sybe Pytters 72½ pondematen, yder pondemate gecocht bij F. Rodenhuys Douue Yssens 105 pondematen, yder pondemate gecocht bij de burgemr. in qlt. voor 70 ggl., facit 5075-0-0. Frans Pytters tot Franeker voor 95 ggl., facit 9975-0-0. 1606: 1010. Thabor, Thomas Jansz opper Slippe 72½ pond. nijlandt à 25 st., 1640: stemkohier nr. 17, Douwe Ysses gebruiker. 90-12-6d. 223 Gerben Claessens, 99½ pondematen. 90. 1640: stemkohier nr. 5. Gerben Claessens 99½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de voors. 231 Fedderick Joannis 28½ pondematen. 85. Gerben voor 90 ggl., facit 8955-0-0. Feddrick Joannis 28½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue 224 Jan Jelles, 51½ pondematen. 89. Feddrick voor 85 ggl., facit 2422-14-0. Jan Jelles 51½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de heere 1640: stemkohier nr. 13; maar die stem kan ook bij 233 horen. Geldorpius voor 89 ggl., facit 4583-14-0. 232 Douwe Taeckes, 37½ pondematen ny-land. 90. Douue Taeckes 37½ pondemate nijlant, yder pondemate gecocht bij de Hennaerdera-Deel heer Haubois in qlt. voor 90 ggl., facit 3375-0-0. Wiels-Rijp 1606: 1012. Thabor, Take Sydtsz d’ander helft van de 75 pond. voors. nijlandt à 225 Haringh Douwes, 39½ pondematen. 107. 36 st., 67-10-0. Haring Douues 39½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Haring 1640: stemkohier nr. 6, Douwe Tabes gebruiker. voors. voor 107 ggl., facit 4226-14-0. 233 Fedderick Joannis, 40 pondematen. 95. 1606: 996. Lidlum, Taecke Rienx 39½ pond. à 34 st., 67-3-0. Feddrick Joannis 40 pondemate, yder pondemate gecocht bij voors. 226 Sempke Jentkjes, 59½ pondematen. 99. Feddrick voor 95 ggl., facit 3800-0-0. Sempcke Jentkes 59½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de 1640: stemkohier nr. 13; maar die stem kan ook bij 231 horen. Armevoochden van Harlingen voor 99 ggl., facit 5890-14-0. 1640: stemkohier nr. 19, Simcke Jenckes gebruiker. Lutke-Wierum 227 Dirck Sinnens, 47½ pondematen. 93. 234 Claes Gerbens, op Mollema, 48 pondematen. 127. Dirck Symens 47½ pondematen, yder pondemate gecocht bij d’ notaris Claes Gerbens op Mollema 48 pondematen, yder pondemate gecocht bij Banhem voor 93 ggl., facit 4417-14-0. Claes voors. voor 127 ggl., facit 6096-0-0. 1606: 999. Lidlum, Sybrandt Jans 47½ pond. à 32 st., 76-0-0. 1606: 1030. Thabor, Gerbren Meyes op Mollema 47 pond. 6 eynsen à 2 £, 95-0-0. 1640: stemkohier nr. 21, Dirck Symens gebruiker. 1640: stemkohier nr. 7.

Spannum Hydaerdt 228 Gerryt Janssen, hondert en elff pondematen. 101. 235 Gerben Sybrens, 58 pondematen. 108. Gerryt Janssen 111 pondematen, yder pondemate gecocht bij Gerryt in qlt. Gerben Sybrens 58 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jacob Teunis voors. voor 101 ggl., facit 11211-0-0. van Stralen voor 108 ggl., facit 6264-0-0. 1640: stemkohier nr. 1, Gerryt Jans Munnickhuis gebruiker. 1640: stemkohier nr. 3.

230 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 231 236 Wlcke Broers, 36 pondematen. 114. 244 Claes Dircks, 78½ pondematen. 76. Ulcke Broers 36 pondematen, yder pondemate gecocht bij Ulcke voors. Claes Dircks 78½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Pierius voor 114 ggl., facit 4104-0-0. Joannis, pastor tot Oosterlittens, voor 76 ggl., facit 5966-0-0. 237 Bintje Ruyrdts, 43½ pondematen. 100. 1640: stemkohier nr. 28. Bintie Ruierdts 43½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Potter 100 ggl., facit 4350-0-0. Jorwerdt 1640: stemkohier nr. 6. 245 Meynert Willems, 33 pondematen. 72. 238 Haye Sybrandts, 104½ pondematen. 104. Meynert Willems 33 pondemate, yder pondemate gecocht bij Hanenburgh Haye Sybrants 104½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Haye voors. in qlt. voor 72 ggl. 7 st., facit 2384-7-0. in qlt. voor 104 ggl., facit 10868-0-0. 1606: 1085. H. Geest, Wybe Hayes 33 pond. à 32 st. 52-16-0.

Waecxens Ooster-Wierum 239 Eble Hiddes, 40½ pondematen. 140. 246 Seerp Wopkes 78½ pondematen, daer onder 34 pondematen ny- Eble Hiddes 40½ pondemate, yder pondemate gecocht bij E. Henrici in landt. 140. qlt. voor 140 ggl., facit 5670-0-0. Seerp Wopkes 78½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Hess. Conradi 1606: 1056. Proosdie tot Bolswert, Ente Wytties 40½ pond. à 34 st., 68-17-0. in qlt. voor 140 ggl., facit 10990-0-0. 1640: stemkohier nr. 6. 1606: 1088. Monnickbayum, Wopcke Jans 78½ pond., daeronder 34 pond. 240 Hessel Tiercx, 54 pondematen. 131. nijlandt ende saedlandt, à 40 st., 157-0-0. Hessel Tyercx 54 pondemate, yder pondemate gecocht bij Claes Igrams in 1640: stemkohier nr. 4. qlt. voor 131 ggl., facit 7074-0-0. 1640: stemkohier nr. 7. (in het net-exemplaar: Bosum) 247 Rienck Ulbes, 27½ pondematen ny-landt. 128. Baerdera-Deel Rienck Ulbes 27½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Rienck voors. Winsum voor 128 ggl., facit 3520-0-0. 241 Anne Idsen, vant Corpus 161½ pondematen, ten respecte dat hij 1606: 1093. (Bozum) Oldeclooster, Jantke Buwes 27½ pond. nijlandt à 2 £, 55-0-0. deur ‘t legghen van een wegh, 1½ pondematen misset, ende voor 1640: stemkohier Bozum nr. 32. de onder-holdinghe van eenen steenen pijp t’ eeuwighe daghen. 75. Wimbritsera-Deel Anne Idsen vant corpus 161½ pondematen, ten respecte dat hij deur Wt-Vallinger-Gae ‘t leggen van een wegh anderhalue pondematen misset ende voor de 248 Pieter Pieters, 73½ pondematen. 127. onderhoudinge van een stenen pijp t’eeuige dagen, yder pondemate Pieter Pieters 73½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Aysma gecocht bij Feycke Breutrix voor 75 ggl., facit 12112-14-0. in qlt. voor 27 ggl. 21 st., facit 2039-17-8. 1606: 1060. ‘t Corpus Monnickbaium, Anne Idtsz mede vant corpus 163 pond., 1640: stemkohier nr. 6. bij verlichtinge à 24 st., 195-12-0. 242 Bouwe Siouckes, 109½ pondematen. 92. Goutum25 Bouue Siouckes 109½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Brunia 249 Agge Emis, 37 pondematen, ende de Tette fenne, 18 pondematen, voor 92 ggl., facit 10074-0-0. noch thien pondematen, ende van Evert Egberts 7½ pondematen. 1606: 1062. ‘t Corpus Monnickbaium, Reyn Tiercx 109½ pond. à 34 st., 186-3-0. 132. 243 Saecke Aeltses, 86 pondematen. 97. Agge Emis 72½ pondemate, ider pondemate gecocht bij Haentie Tepma Saecke Aeltses 86 pondematen, yder pondemate gecocht bij Brunia voors. voor 132 ggl., facit 9570-0-0. voor 97 ggl., facit 8342-0-0. 1640: stemkohier nr. 30, Sake Aets gebruiker. 25 Hier: .

232 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 233 1606: 1110. Nijclooster, Sybolt Syurdts 37 pond. ende de Tette fenne, groot 18 pond., met noch 8 pond. van Engwirdt clooster, tzamen voor 85 gg 119-0-0. 259 Joucke Riencx, een halve sate, 37 pondem. 103. 1640: stemkohier nr. 30. Joucke Riencks een halue sate, groot 37 pondemate, yder pondemate 250 Douwe Eeckes, 43½ pondematen. 118. gecocht bij de burgemr. Hansma t’Bolswart voor 103 ggl., facit, 3811-0-0. Douue Eeeckes 43½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Haentie 1606: 1141. Thabor (error.), Rienck Folperts 36 pond. nijlandt, zijnde een halve Tepma voor 118 ggl., facit 5133-0-0. saete groot, de pond. 43 st., fc. 77-8-0. 1640: stemkohier nr. 23. 1640: stemkohier nr. 7. 251 Hette Ates, 52 pondematen. 122. 260 Jan Sybrandts, d’ander helft, 46 pondem. in een, en 9 pondematen Hette Ates 52 pondematen, yder pondemate gecocht bij Haentie Tepma in een tweede partye. 109. voor 122 ggl., facit 6344-0-0. Jan Sybrants 55 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor 1640: stemkohier nr. 25. 109 ggl., facit 5995-0-0. 252 Claes Riencx, 52½ pondemate. 131. 1606: 1142. Thabor (error.), Doecke Dircx de ander helft, groot 43 pond., à 36 Claes Riencks 52½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Symen st., fc. 77-8-0. Janssen Berckhout bij Enckhuysen voor 131 ggl., facit 6877-14-0. 1640: stemkohier nr. 8. 1606: 1116, Nijclooster, Pieter Claesz 52½ pond. à 2, £ 105-0-0. 261 Hotse Ates, 40 pondematen. 122. 253 Dirck Willems, 78½ pondematen. 124. Hotse Ates 40 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Joannes Dirck Willems 78½ pondemate, yder pondemate gecocht bij dr. Marssum Nijs, raad ordinaris, voor 122 ggl., facit 4880-0-0. voor 124 ggl., facit 9734-0-0. 1640: stemkohier nr. 9. 1640: stemkohier nr. 22. 262 Tijs Ales, 41 pondematen. 126. 254 Pieter Eeckes, 46½ pondematen.124. Tijs Ales 41 pondemate, yder pondemate gecocht bij Tijs voors. voor 126 Pieter Eeckes 46½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Joost ggl., facit 5166-0-0. Jongestall voor 124 ggl., facit 5766-0-0. 1640: stemkohier nr. 5. 1640: stemkohier nr. 14. 263 Jan Reyners, 11½ pondematen. 181. 255 Uble Mercks, 65 pondematen. 129. Jan Reyns 11½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. voor Uble Mercks 65 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jacob Tammes 181 ggl., facit 2081-14-0. cum sociis voor 129 ggl., facit 8385-0-0. 264 Sipcke Cornelis, twee-en-sestich pondematen. 118. 256 Tietske Ates, 69½ pondematen. 128. Sipcke Cornelis 62 pondematen, yder pondemate bij de selwe Sipcke in qlt. Tietscke Ates 69½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here gecocht voor 118 ggl., facit 7316-0-0. Joannes Nijs, raad ord[inar]is in den Houe van Frieslant, voor 128 ggl., 1640: stemkohier nr. 2. facit 8896-0-0. 265 Buwe Pieters, seven-en-tseventich pondemat. 135. Buue Pytters 77 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Haubois Loynghe in qlt. voor 135 ggl., facit 10395-0-0. 257 Jan Cornelis, 52½ pondematen ny-landt. 129. 1606: Thabor corpus, Pieter Broersz 77 pond. à 48 st., fc. 184-16-0. Jan Cornelis 52½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Olican voor 129 ggl., facit 6772-0-0. Ysbrechtum 1606: 1136. Hospitael, Jan Heerckes 52½ pond. nijlandt à 34 st. 89-5-0. 266 Dirck Pieters, 82½ pondematen. 119. 1640: stemkohier nr. 6. Dirck Pytters 82½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’selue Dirck 258 Jelle Hylckes, 66 pondematen. 135. voor 119 ggl., facit 9817-14-0. Jelle Hylckes 66 pondematen, ider pondemate gecocht bij Haentie Tepma 267 Focke Willems, drie-en-vijftich pondematen. 110. voor 135 ggl., facit 8910-0-0. Focke Willems 53 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Feye 1640: stemkohier nr. 7. Tyercx voor 110 ggl., facit 5830-0-0.

234 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 235 268 Feycke Goslycx, twee-en-veertich pondematen. 112. Ocke Ockes 45½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Brechtie Claas Feycke Goslyx 42 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Feye van Hoorn, wonende tot Amsterdam, voor 43 ggl., facit 1956-14-0. Tyercx voor 112 ggl., facit 4704-0-0. 1640: stemkohier nr. 9. 269 blanco gelaten. 279 Wybe Reyns, de helfte van 127 pondematen. 50. Wybe Reyns de helfte van 127 pondematen, yder pondemate gecocht bij Ny-landt Hanenburgh in qlt. voor 50 ggl., facit 3175-0-0. 270 Feyte Goslyx, 7 pondematen, voor 3½ gout-gulden, ofte anders 1640: stemkohier Idzega nr. 7. eeuwighe renthen. 127. Feycke Goslyx 7 pondematen voor 3½ ggl. ofte anders eeuige renten, Ylst gecocht bij de heeren Eysinga, Crack ende Burum voor 300-0-0. 280 Sioerd Janssen, 48 pondematen, met eenighe huys-stede-pachten, 1606: 1180 Nijclooster, Joannes Eepes 7 pond. voor 3½ gg, fc. 4-16-0. die hy gheniet. 81½. 271 Eme Ruyrdts, 65½ pondematen. 122. Sioerd Janssen 48 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Aysma Eme Ruierdts 65½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Eme in qlt. in qlt. voor 81 ggl., facit 3112-0-0. voors. voor 127 ggl., facit 8318-14-0. Des dat Hylck Watses wedue sal genieten een pondemate, leggende in haer 1640: stemkohier nr. 18. fenne, tot seggen ende prijse vande E[dele] Mo[gende] heren Gedep[uteer]de. 272 Claes Jacobs, 38½ pondematen. 115. 1606: 1205. Hospitael, Mirck Bonnes 42½ pond. à 32 st., mits daerinne Claes Jacobs 38½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Claes versmeltende de huisstedepachten daeronder begrepen, fc. 68-0-0. in qlt. voor 122 ggl., facit 4697-0-0. 273 Gerben Johannis, 35 pondematen. 105. Wonsera-Deel Gerben Joannis 35 pondematen, yder pondemate gecocht bij Johannes Hartwert Nicolaij in qlt. voor 115 ggl., facit 4025-0-0. 281 Hoyte Pieters, vier-en-veertich pondematen binnen de Wellen. 1640: stemkohier nr. 3. Noch 33 pondematen over het Veer. Noch het kerck-hoff, met het meesten-deel van het binnen-Viercant, ende het groot hoff, by Idse-Gae [zal zijn: ] naerder metinghe bevonden neghen pondematen. 135. 274 Sierck Sickes, negen-en-dertich pondematen. 119. Hoyte Pytters 44 pondematen, noch 33 pondematen over het veer, noch Sierck Sickes 39 pondematen, yder pondemate gecocht bij dr. Simon het kerckhoff met het meestendeel van het binnen viercant ende het groot Simonides voor 119 ggl., facit 4641-0-0. hoff, bij nader metinge bevonden negen pondematen, yder pondemate 1640: stemkohier Nijland nr. 1. gecocht bij de voors. Hoyte voor 135 ggl., facit 11610-0-0. 275 Gerck Gerbens, 38½ pondematen. 121. 1606: 1207. Oldeclooster, Goslick Harmens 44 pond. binnen die Welle, noch Gerck Gerbens 38½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Gerck voors. 33 pond. over ‘t veer, á 42 st., fc. 161 £ 14 st. Ende noch het kerckhoff ende ‘t voor 121 ggl., facit 4658-14-0. meeste vant binnen viercant met het groothoff, gemeten op 14 pond. ende 3 1640: stemkohier Nijland nr. 2. eynsen, jaerlix voor 30 dalers, fc. tsamen 206-14-0. 276 Hessel Diddes, seven-en-dertich pondematen. 125. 1640: stemkohier Oldeklooster nr. 2. Hessel Diddes 37 pondemate, yder pondemate gecocht bij de secretaris 282 Jurrien Janssen, 72½ pondematen. 96. Riemer Harings voor 125 ggl., facit 4625-0-0. Jurrien Janssen 72½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de 1640: stemkohier Nijland nr. 6, Hessel Hiddes gebruiker. secretaris Bruynsma voor 96 ggl., facit 6960-0-0. 283 Diorre Hilles, 53 pondematen, daer onder 25 pondematen ny- Osinga-Huysen [zal zijn: Idzega] landt. 125. 277 Jurrien Eeckes, de helfte van 74 pondemat. 57. Diorre Hilles 53 pondematen, ider pondemate gecocht bij bij d’selue Jurrien Eeckes de helfte van 74 pondematen, yder pondemate gecocht bij Diorre in qlt. voor 125 ggl., facit 6625-0-0. Jan Clasen Ansloo tot Amsterdam voor 57 ggl., facit 2109-0-0. 284 Sierck Louws, 19 [lees: 49] pondematen, daer onder 15 pondematen 278 Ocke Ockes, 45½ pondematen. 43. ny-landt, en van Oega-Clooster Corpus 9 pondematen. 105.

236 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 237 Tierck Lous 49 pondematen, yder pondemate gecocht bij voors. Tyerck 292 Meyle Fonghers, 48½ pondematen. 118. voor 105 ggl., facit 5145-0-0. Meyle Fongers 48½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Feytema 285 Rienck Alberts, vijftich pondematen. 94. voor 118 ggl., facit 5723-0-0. Rienck Alberts 50 pondematen, yder pondemate gecocht bij Rienck voors. 1606: 1269. Proosdie, Fonger Syurdts 48 pond. 6 eynsen à 34 st., 82-9-0. voor 94 ggl., facit 4700-0-0. 1640: stemkohier nr. 17. 1640: stemkohier nr. 3. 293 Hobbe Jelbis, 46½ pondematen. 117. Hobbe Jelbis 46½ pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Oega-Clooster Hobbe voor 117 ggl., facit 5440-14-0. 286 Jan Andries, een-en-tseventich pondematen. 93. 1606: 1271. Proosdie, Hobbe Jelbes 46½ pond. à 34 st., 79-1-0. Jan Andries 71 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jacob Teunis van 1640: stemkohier nr. 4. Stralen voor 93 ggl., facit 6603-0-0. Kimswert Burghwerdt 294 Abbe Tjaerdts, seven-en-viertich pondematen. 92. 287 Ygle Lieuwes, vijff-en-viertich pondematen. 93. Abbe Tiaerdts 47 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Epeus Igle Lyuues 45 pondematen, yder pondemate gecocht bij de secretaris Oosterzee voor 92 ggl., facit, 4324-0-0. Riemer Harings voor 93 ggl., facit 4184-0-0. 1606: 1275. Proosdie, Douwe Jonges 47 pond. à 34 st., 79-18-0. 1606: 1248. Oldeclooster, Ygle Lyuwes 45 pond. à 2 £, fc. 90-0-0. 295 Jacob Gaetses, een-en-viertich pondematen. 94. Jacob Gaetses 41 pondemate, yder pondemate gecocht bij de selue Jacob Rughelollum voor 94 ggl., facit 3854-0-0. 288 Lieuwe Gerloffs, tachtentich pondematen. 85. Lieuue Gerloffs 80 pondemate, yder pondemate gecocht bij Antie Lieuues Hemelumer-Oldphart ende Ewert Feddricks, beide aldaer, voor 85 ggl., facit 6800-0-0. [Warns] 1606: 1252. Oldeclooster, Teth Gerloffs wed. t’ Birghhuis 81 pond. à 35 st., 296 Andries Hiddes, vier-en-dertich pondemat. 74. 141-15-0. Andries Hiddes 34 pondemate, yder pondemate gecocht bij de burgemr. 1640: stemkohier nr. 2. Douue Hendricks voor 74 ggl., facit 2516-0-0. 1606: 1290. (Warns) Hemelum clooster, Sipcke Jarichs 34 pond. à 45 st. 76-10-0. Pingium 1640: stemkohier Warns nr. 8. 289 Doed Fonghers dochter, 81½ pondematen. 126. Doedt Fongersdr 81½ pondemate, yder pondemate gecocht bij de Hemelum, in de Leyen ontfanger Lauta van Harlingen voor 126 ggl., facit 10269-0-0. 297 Ane Ariens, 37 pondematen. 26. 1606: 1262. Proosdie, Jantke Steffens 83½ pond. à 35 st., 146-2-6d. Ane Andries plaets, bestaende in 40 pondematen maden, fennen ende 1640: stemkohier nr. 16, Doed Jenties gebruikerse. boulant, ende 37 pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan Fongers 290 Sioerd Fonghers, 71 pondematen. 100. voor 26 ggl., facit 2002-0-0. Sioerd Fongers 71 pondemate, yder pondemate gecocht bij R. Ens in qlt. 1606: 1297. (Hemelum in de Feenbuiren) Hemelum clooster, Claes Takes voor 100 ggl., facit 7100-0-0. 40 pond. aen fennen ende mieden, die 22 pond. à 30 st. ende die 18 pond. 1606: 1264. Proosdie, Lyuwe Inties 71 pond. à 34 st., 120-14-0. boulandt ende ‘t meerlandt à 15 st., 46-10-0; 1298. Douwe Hansz 37 pond., die 1640: stemkohier nr. 18. 22 pond. fennen ende mieden à 30 st., de 15 pond. boulandt ende meerlandt 15 291 Nanne Meynerdts, seven-en-dertich pondematen, ende twee st., 44-5-0. eynsen. 82½. 1640: stemkohier nr. 30, Arrien Anes gebruiker. Nanne Meynerts 37 pondemate twe einsen, gecocht yder pondemate bij 298 Jan Fonghers, 51 pondematen, daer onder 33 pondematen fennen Feycke Breutrix voor 82½ ggl., facit 3066-4-0. en maden, en 18 pondematen saed-landt. 76½ . 1640: stemkohier nr. 19. Jan Fongers 51 pondematen, daer onder 33 pondematen fennen ende

238 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 239 maden, ende 18 pondematen saedlant, yder pondemate gecocht bij de here Hasker-Landt Jan van Aylua voor 76 ggl. 7 st., facit 3388-21-0. Hasker-Dijcken 1606: 1301. (Hemelum in de Feenbuiren) Hemelum clooster, Riemer Abbes 304 Oeds Lamberts, 95 pondematen. 40. loco Abbe Riemers 51 pond., die 33 pond. fennen ende mieden à 46 st. ende die Oeds Lamberts 95 pondemate, yder pondemate gecocht bij mr. Wolter 18 pond. zaedlandt à 30 st., 102-18-0. Cosmus cum sociis op ‘t Heerenfeen voor 40 ggl., facit 3800-0-0. 1640: stemkohier nr. 15. 1640: stemkohier nr. 17, Oeds Lammerts en Douwe Wytjes gebruikers. 299 Reyner Fetses, 33 pondematen in een, ende 10 pondematen in een 305 Dirck Pieters, 77 pondematen. 36. ander partye. 60. Dirck Pytters 77 pondematen, yder pondemate gecocht bij de here Crack Reyner Fetses 43 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue Reyner voor 36 ggl., facit 2772-0-0. voor 60 ggl., facit 2580-0-0. 1606: 1353. Hasscher convent, Pieter Lamberts 77 pondematen voor 26 gg., 1606: 1303. (Hemelum in de Feenbuiren) Hemelum clooster, Jelle Wabbes 33 36-8-0. pond., de 25½ pond. mieden ende fennen à 46 st., de 7½ pond. zaedlandt à 30 1640: stemkohier nr. 22. st., met 10 pond. meerlandt à 7 st., 73-8-0. 306 Claes Cornelis, 182 pondematen. 33½. 1640: stemkohier nr. 11, Reiner Fedtjes gebruiker. Claes Cornelis 182 pondematen, yder pondemate gecocht bij de secretaris Wybrandi cum sociis voor 33 ggl., facit 6097-0-0. Coudum 1640: stemkohier nr. 26. 300 Fedde Pieckes, 44½ pondematen. 116. 307 Dirck ende Jan Lambertsz de helfte van’t Corpus, groot 225 Fedde Pieckes 44½ pondemate, yder pondemate gecocht bij d’burgemr. pondematen. 33. Douue Hendrix voor 116 ggl., facit 5162-0-0. Dirck ende Jan Lamberts de helfte vant corpus, groot 225 pondematen, 1606: 1314. H. Geest, Sybrandt Nolckes 44½ pond. à 50 st., 111-5-0. yder pondemate gecocht bij de heere Oosinga voor 33 ggl., facit 1640: stemkohier nr. 2. 7425-0-0. 1606: 1362. Hasscher convent, Lambert Dircx d’ander helft vant voors. corpus, groot 225 pond., 112-0-0. SEVEN-WOLDEN 1640: stemkohier nr. 4. 308 Wybe Gerckes, hondert pondematen. 33. Gaester-landt Wybe Gerckes hondert pondematen, yder pondemate gecocht bij Epe Haringh West-eynde Bauckes in qlt. voor 33 ggl., facit 3300-0-0. 301 Ioucke Heeres, 36 pondematen. 12. 1640: stemkohier nr. 1. Joucke Heres 36 pondemate, yder pondemate gecocht bij Adam van 309 Jan Lyckles, 109 pondematen. 33. Leuwarden voor 12 ggl., facit 432-0-0. Jan Lyckles 109 pondematen, yder pondemate gecocht bij Epe Bauckes 1606: 1331. Hemelum clooster, Here Sytties wed. 36 pond. à 8 st., 14-8-0. voor 33 ggl., facit 3597-0-0. 302 Sioerd Jelles, negen-en-sestich pond. 10. 1606: 1365. Hasscher convent, Riemer Lamberts 70 pond. ende 39 pond., voor Niet vermeld in het net-exemplaar. 33-12-0. 1606: 1339. Hemelum clooster, Gercke Hayties erffgen. 69 pond. à 13 st., 44-17-0. 1640: stemkohier nr. 2. 303 Sioerd Benedictus, dertich-en-een-halff pondematen, daer onder vierthien hoofden-maden by Hemelum. 40. Wttingera-Deel Sioerd Benedictus 30½ pondemate, daer onder veertien hooffden maden Nesser-Buyren bij Hemelum, yder pondemate gecocht bij de secretaris Bruynsma voor 40 310 Cornelis Ottes, 110½ pondematen. 73½. ggl., facit 1220-0-0. Cornelis Ottes 110½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Agge van 1606: 1343 (Rijs onder Mirns) Hemelum clooster, Lyckle Mircx wed. 30½ Marssum voor 73 ggl., facit 8066-14-0. pond., daeronder 14 hooffden maden, à 12 st., 18-6-0. 1640: stemkohier nr. 3. 1640: stemkohier Mirns en Bakhuizen nr. 49.

240 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 241 311 Pybe Symens, 79 pondematen. 63. 321 Meynte Pieckes, 62 pondematen. 60. Pybe Symens 79 pondemate, yder pondemate gecocht bij Jan Jacobs Popta Meynte Pieckes 62 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Feye in qlt. voor 63 ggl., facit 4977-0-0. Tyercx voor 61 ggl., facit 3782-0-0. 312 Joannnes Alles, 61 pondematen. 55. 1640: stemkohier nr. 51. Joannis Alles 61 pondematen, yder pondemate gecocht bij Anthoon de Bye voor 55 ggl., facit 3355-0-0. Birstum-Ghebuyrte 313 Claes Wopkes, 76 pondematen. 50. 322 Sioerd Gerbens, 63 pondematen. 54. Claes Wopckes 76 pondemate, yder pondemate gecocht bij Dirck Gerryts In de rechtermarge is geschreven: slecht. Oosterhout voor 54 ggl., facit 4104-0-0. Sioerd Gerbens 63 pondematen, yder pondemate gecocht bij de selue 1640: stemkohier nr. 9. Sioerd in qlt. voor 61 ggl., facit 3843-0-0. 314 Joannes Sybrandts, de helfte van ‘t Corpus, groot ses-en- 1640: stemkohier Nes nr. 16. tachtentich pondematen; noch negen-en-twintich-en-een-halff 323 Hans Jochems, 33 pondematen. 55. pondematen. 80. In de rechtermarge is geschreven: slecht. Joannes Sybrants 115½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Dirck Hans Jochems 33 pondemate, yder pondemate gecocht bij de here Sminia Gerryts Oosterhout voor 87 ggl., facit 10048-14-0. voor 62 ggl., facit 2046-0-0. 1640: stemkohier nr. 6. Eynde des Registers Ackrum 315 Tialcke Douwes, 79 pondematen. 70. Tialcke Douues 79 pondematen, yder pondemate gecocht bij d’here Crack in qlt. voor 83 ggl., facit 6557-0-0. 1640: stemkohier nr. 3. 316 Pieter Jelles, 60½ pondematen. 70. Pieter Jelles 60½ pondemate, yder pondemate gecocht bij dr. Lycklama voor 77 ggl., facit 4658-14-0. 1640: stemkohier nr. 4. 317 Douwe Wopkes, ende Watse Joannis, acht-en-vijftich en een halff pondematen. 65. Douue Wopkes ende Watse Joannis 58½ pondemate, yder pondemate gecocht bij Douue voors. in qlt. voor 75 ggl. 7 st., facit 4402-7-0. 1640: stemkohier nr. 41. 318 Intse Intses, 113 pondematen. 76. Intse Intses 113 pondematen, yder pondemate gecocht bij de voors. meyer Intse in qlt. voor 89 ggl., facit 10057-0-0. 319 Jan Idserdts, 48½ pondematen. 79. Jan Idserts 48½ pondematen, yder pondemate gecocht bij Jan voors. in qlt. voor 86 ggl., facit 4171-0-0. 1640: stemkohier nr. 37. 320 Ruyrd Thonis, 61 pondematen. 70. Ruierdt Thonis 61 pondemate, yder pondemate gecocht bij Ruierdt in qlt. voors. voor 77 ggl., facit 4697-0-0. 1640: stemkohier nr. 38.

242 genealogysk jierboek 2018 de verkoping van de laatste friese kloostergoederen 243 In het net-exemplaar:

Somma totalis aen golde guldens de somma van seuenthien hondert duisent vijff ende tseuentich duysent viff hondert goltguldens, negen ende vijftich goltgl. veertien st. acht penn., dus hier 1775559-14-8. facit in caroli guldens saluo calculo 2485782-12-0.

Aldus gedaen ende gecalculeert bij ons onderges. notarien, huyden desen 16 Augusti Anno 1644.

Joannis H.H. Joachimi

J. Reen

244 genealogysk jierboek 2018 fryske rie foar heraldyk

Wapenregistraasje

It twadde part fan it Genealogysk Jierboek wurdt fersoarge troch - en stiet ûnder ferantwurdlikens fan - de Fryske Rie foar Heraldyk. Dy Rie bestiet út de neifolgjende persoanen:

mr. J.T. Anema, foarsitter, J.C. Terluin, H.F. I, twadde foarsitter, K.J. Bekkema, skriuwer, argivaris, R.J. Broersma, Heraut Frisia IV, wapentekener, drs. H. Bremer, lid, drs. S.M. Hoekstra, lid, P.H. van den Muijzenberg, lid, adviseur f laggen, dr. C.J. Kuiken, adviseur.

De Fryske Rie foar Heraldyk jout ried by it ûndersyk nei en it ûntwerpen fan famylje-, korporaasje- en oerheidswapens en -f laggen yn Fryslân. Fierders registrearret de Rie dy wapens en f laggen yn it Genealogysk Jierboek.

> Ynhâld

R.J. Broersma: 248 Enkele wapens van diverse bronnen

Kees Kuiken: 253 Bildtse wapens in Harlingen

Famyljewapens (en -flaggen): 258 Bethlehem, Bijlsma, Boelstra, Bosma, Braaksma, Cuperus/Kuperus, Slim, Wassenaar

Doarpswapens en -flaggen: 268 Ferwert, Hegebeintum

Korporaasjewapen en -flagge: 272 Stichting ‘Brongergea op de Kaert’

wapenregistraasje 247 Enkele wapens van diverse bronnen Berswert, Jasper Everts, op zerk te Lollum.

Aafke Sybrens, vrouw van Foeke Tjepkes Reitsma, op zerk te Hemelum.

Det. van foto: M. Koopmans. Zie: H. de Walle: Friezen uit vroeger eeuwen; http://www.walmar.nl/inscripties.asp. Gen. geg.: Y. Brouwers.

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. 3 klavers boven elkaar.

Anno 1660 den 7 Mart is in den Heere / gerust den Eersamen Iasper Eewerts / Berswert out ontrent 41 Iare ende leit / hier begrauen

Jasper Everts, boer te Wytmarsum, soan fan Evert Feddricx, boer te Berswert ûnder Lollum, ûntfanger, rekkenmaster fan Wûnseradiels foto: M. Koopmans, tekst: http://hesseldewalle.blogspot.com/ Suderseediken, en Rixt Goslycks, tr. 1642 Popck Jans. 2016/11/friesland-oude-grafzerken-uit-de-kerk.html

Ecoma, Jacobus, in poort destijds aanwezig in het Fries Museum Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. 3 klavers boven elkaar. (Eisingahuis), oorspronkelijk in de kerk van .

Anno 1697 den 24 Febrÿ / is in den Heere Ont / slapen den eerbare / Aaf ke Sÿbrens oudt / in haar 36 iaar in leven / Huisvrouw van den Ed / Foeke Reytsma Ont / fanger van Hemelumer / Oldephaart en Noord= / wolde ende leyt al / hier begraven

Aaf ke Sybrens was de eerste vrouw van Foeke Tjepkes Reitsma, tr. Nijega 29-4-1694. Bij huwelijk af komstig uit Arum. Vermoedelijk ged. Kimswerd 22-1-1660 als dochter van Siebren Siebrens en Doikje Pieters.

Foeke Tjepkes, ged. Ferwerd, 21-11-1661, zoon van Tjepke Foekes en Catalina Remmelts. Af b.: det. van foto RCE, objectnr. 7.998. Bron gen. geg.: H. de Walle: Het mannenwapen Reitsma is bekend. Friezen uit vroeger eeuwen, http://www.walmar.nl/inscripties.asp

Wapen: gevierendeeld: I. een lelie; II. een zespuntige ster; III. een gewende (gezichts)wassenaar; IV. een (mensen)hart. Helmteken: een lelie.

248 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 249 Anno 1745 den 19 Maart / is in den Heere Gerust / den eerw: dy Iacobus / Ids Sytses te Wiglema, op zerk te Grou. Ecoma oudt 90 Iaar min / 2 daagen naadat hy bina / 60 Iaaren het H: Predik: / ampt alhier te Tierk: / wert en Dedgum Getrou / bediend hadde en leidt / alhier Begraven

Zoon van Ekke Abes en Janke Joostes; geb. Harlingen 1655; student in 1673 Franeker, dominee, overl.19-4-1745, tr. Harlingen 22-9-1678 Grietje Everts Nappius.

Hoexma, Hoeksma, Aucke Watses, in poort destijds aanwezig in het Fries Museum (Eisingahuis), oorspronkelijk in de kerk van Dedgum. Af b.: det. van foto H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, http://www.walmar.nl/ inscripties.asp?ouderv=10426; Gen.geg.: zie http://www.simonwierstra.nl/WIG.htm.

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. 3 klavers boven elkaar.

Ao 1619 de 31 December sterf d’Eersamen / Idts Sijtses te wiglema en leit hier begrâ / Met Sijn moeder Anne Idts Gerritsdr / Die gestorven is in den Jaren 88

Zoon van Sytze Piers en Anna Idsdr, geb. voor 1522, tr. Jets Diurredr, Af b.: det. van foto RCE, objectnr. 7.998. Bron gen. geg.: H. de Walle: overl. na 1616, wrsch. Grou, dochter van Diurre Janckes en Tjets Gerbens. Friezen uit vroeger eeuwen, http://www.walmar.nl/inscripties.asp Boer te Wiglama.

Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. 3 klavers, Staveren / Stavoren, Pieter Andries van, op wapenkaart Commissarissen geplaatst 1 en 2; b. een huis- of handmerk in een 4-vorm. van de Waal.

Ao 1701 is de vernieuwinge deeser Kerck Poorte van Dedgom geschiedt, Als de Heer Tiaerd Baron van Aijlva tot Aijlva en Wijbranda, Heer van Waerdenburg, Hier, Neerijnen, Oldland, en Clingelenburgh, substituit Grietman over Wonseradeel, en Dominus Iacobus Ecoma, en de BurgMr Aucke Hoexma, Kerck Voogden waeren.

Geboren rond 1655; tr. 1. Workum 18-1-1680 Hiltje Thomas; tr. 2. Workum 1698 Trijntje Rienks Baarda; tr. 3. Workum 10-6-1714 Fokeltje Siebouts Bloemhoff.

af b.: det. wapenkaart Commissarissen van de Waal. Bron: http://www.oudstaveren.nl/Genealogie/Genealogie%20van%20Staveren.pdf (gen. door R. Boom)

250 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 251 Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. doorsneden: a. een Bildtse wapens in Harlingen (gezichts)wassenaar; b. een klaver (kleuren [nog] niet bekend). Je ziet het pas als je het door hebt. In 1984 beschreef mr. O. Schutte, Pieter Andriesz van Stavoren, geb. omstr. 1630, (groot-) koopman, gewaardeerd medewerker aan dit Jierboek, 461 wapens van Harlinger burger te Stavoren (10-7-1677), inspecteur van de schepen varende op diakenen, weeshuisvoogden en officieren van de schutterij. Vaandrig Noorwegen (1670), bewindhebber VOC kamer Amsterdam voor Friesland Jan Wyngaarden voerde in 1759 een gedeeld wapen: heraldisch rechts (1685), commissaris van de Waal te Amsterdam (1692), overl. na 1696, tr. een variant van het Amsterdamse stadswapen, links doorsneden, boven: 1. Sophia Tedeks, overl. voor 1658; otr. 2. Amsterdam 28-7-1658 Nelletje in zilver drie wijnstokken naast elkaar op een grond, onder: in rood Bruin, geb. omstr. 1639, DG ged. Amsterdam 1659, begr. Amsterdam drie zilveren ‘hoorns van overvloed’, elk met een uitstekende korenaar.1 4-11-1720. De ‘hoorns’ lijken eerder op kinkhoorns of wulken zoals in het Bildtse grietenijwapen: aren út skelpen. Het Bildtse grietenijwapen komt voor het eerst voor op een landkaart Trijntie Ybs (Eebs) dochter, op zerk te Lollum. in de Chronique van Winsemius (1622) en is misschien ontworpen door de illustrator van dat boek, Pieter Feddes van Harlingen.2 De naam Wijngaarden was aantoonbaar in gebruik tussen 1570 en 1591 – en volgens een onbewezen Bildtse overlevering al veel eerder – voor het dorp .3 Was Jan Wyngaarden een Harlinger met Bildtse wortels? En zijn er dan ook meer Bildtse Harlingers te zien op de wapenborden in het Hannemahuis, het huidige centrum voor Harlinger cultuur en historie?

Nieuwkomers in Harlingen Harlingen trok vanaf de zestiende eeuw veel nieuwkomers: gevluchte Af b.: det. van foto M. Koopmans. Zie: http://www.walmar.nl/inscripties.asp Vlamingen en Brabanders, maar ook ondernemers van het omringende platteland. Er heerste een tamelijk open klimaat. Bildtse families zoals de Kuiks en Wassenaars werden vrij snel opgenomen in de Wapen: gedeeld: I. de Friese halve adelaar; II. een ster, boven en onder bestuurselite. Volgens een onbevestigd bericht uit 1950 was er voor vergezeld van een klaver. de Tweede Wereldoorlog nog een gevelsteen in Harlingen met het Bildtse Wassenaarwapen en het jaartal 1598.4 Ik heb hem niet kunnen An. 1669 den 13.en decembris ds / morgeus tusschen 6. en 7. uieren is seer / vinden, maar een variant van het Bildtse Wassenaarwapen staat op twee Godtsalichlick in den Heere Ontslapen / de Eerbare en deughtsame Tryntie / ybs Harlinger wapenborden. Het is van diaken en weeshuisvoogd Jacob dochter de Huisvrouwe van D / Bartoldus Schuiringa Predicant tot Lol= / lum Wassenaar, notaris in Harlingen en later in Amsterdam. Hij was in Out 32 Iaren 7 maenden 10 daghen / ende leyt alhier begruven 1746 gedoopt in , trouwde in 1783 in Harlingen en in

Trijntje Ybs was de eerste vrouw van Bartoldus Schuringa. Ze kwam uit Bolsward en was de dochter van Yb (Eeb) Doedes. Ze trouwden in 1668. 1 Mr. O. Schutte, De wapenborden te Harlingen (Leeuwarden 1984) nr. 266; nu ook op www.walmar.nl/wapens.asp. R.J. Broersma, Heraut Frisia IV 2 P. Winsemius, Chronique van Vrieslant (Franeker 1622). 3 K. Kuiken, Het Bildt is geen eiland, Ccapita cultuurgeschiedenis van een vroegmoderne polder in Friesland (Groningen en Wageningen 2013) 65. 4 Kuiken, Het Bildt 85-87, 125-126; G.F.E. Gonggryp in De Nederlandsche Leeuw 67 (1950) 57.

252 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 253 1799 in Amsterdam. De kleuren van het wapen op het wapenbord lijken Oudebildtzijl daaraan leiding als ‘stadstimmerbaas’ – hoofd openbare ontleend aan een Leidse wapenkaart uit 1758.5 werken, zouden we nu zeggen.6 Dat hij van wanten wist, was gebleken tijdens de watersnood van 1717. Hij liet een vervallen huis af breken om met het puin de sluis in Oudebildtzijl te dempen. Daardoor bleef het achterland (het ‘Oud Bildt’) droog. Het leverde hem in 1718 een aanstelling in Harlingen op en in 1741 een eervolle vermelding in de Friese kroniek van Foeke Sjoerds.7 ‘Kommandere as baas Krelis’ is sindsdien een gevleugelde uitdrukking in het Bildts. Harlinger nakomelingen van timmerbaas Cornelis Annes noemden zich omstreeks 1775 Zijlstra. Hun wapens op de wapenborden tonen de sluis van Oudebildtzijl, met een doorkijkje naar Vrouwenparochie.8

Vroedsman Wyngaarden Jan Ydes Wynga(a)rden trouwde tussen 1731 en 1766 viermaal in Harlingen. In 1749 was hij daar kleermaker en in 1759 vaandrig van de schutterij. Van 1744 tot zijn dood in 1770 was hij lid van de vroedschap. Bij zijn derde vrouw Marijke Christiaans kreeg hij in 1768 een zoon, Jan Wijngaarden. Zijn broer Claes, gehuwd met Pleuntje Annes († 1791), was in 1749 schoolmeester in Harlingen. Pleuntje, gereformeerd gedoopt in Vrouwenparochie in 1721, was een zuster van bovengenoemde baas Krelis, ‘Baas Krelis’ Toen in 1730 de bouw van het nieuwe Harlinger stadhuis (een ontwerp van Hendrik Norel uit Amsterdam) begon, gaf Cornelis Annes uit

6 Vermeldingen als Harlinger burger en stadstimmerbaas op www.allefriezen.nl en www.kleinekerkstraat.nl. 7 Foeke Sjoerds, Algemene beschryving van Oud en Nieuw Friesland I (Leeuwarden 1741) 5 Schutte, Wapenborden nrs. 266; K. Kuiken, ‘Wapens van de ‘Friese Wassenaars’’, GJ 251. (2015) 265. 8 Schutte, Wapenborden nrs. 8, 172, 237, 245, 279 298, 317, 350.

254 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 255 die zelf in 1728 in Vrouwenparochie is gedoopt. Jans zuster Antje Ydes onder vergezeld van drie voorwerpen.11 Dit lijkt op het eerste kwartier was gehuwd met een Willem Jans die zich in 1764 en 1765 ‘Kas’ noemde van het gevierendeelde wapen Keth op een zangbord uit 1693 in de en in 1767 en 1770 ‘Wijngaarden’, naar zijn schoonfamilie. Willem en dorpskerk van Koudekerk: in zilver een halve zwarte leeuw, vergezeld Antje lieten in deze jaren vier kinderen dopen in Vrouwenparochie. in de schildvoet van drie rode blokjes. In verschillende kleurvarianten Mogelijk was de vader van Jan, Claes en Antje de IJde Jans die in 1695 staat dit wapen in de literatuur op naam van een ‘welgeboren’ familie in de Amsterdamse Westerkerk is gedoopt als zoon van Jan IJdesse en Van Leeuwen, onder meer in Koudekerk. Ook leden van de familie Gerbregh Jans.9 Van dit gezin is verder niets gevonden, maar de Bildtse Keth traden in de zestiende eeuw in Zuid-Holland op als welgeboren.12 connectie van Jan, Claes en Antje lijkt duidelijk. Het op het wapenbord Voorlopig beschouwen we deze familie Keth als een jongere tak Van afgebeelde ‘Bildtse’ kwartier van Jan Wyngaarden heeft een rood veld, Leeuwen en nemen we aan dat het Harlinger leeuwenwapen het volle het grietenijwapen een blauw veld. Heeft de wapenschilder misschien familiewapen Keth uit Koudekerk is. Een familierelatie met de nu gewerkt naar een ongekleurd voorbeeld op wapenzilver? nog bloeiende Friese familie Ket, nakomelingen van de ‘verver’ Dirk Cornelisz Ket die in 1782 trouwde in Sint Annaparochie, kon (nog) niet Burgemeester Keth worden aangetoond.13 Niet op de wapenborden maar wel in de Grote Kerk (de ‘Dom van Almenum’) is het wapen bewaard van de Harlinger regentenfamilie Keth, die via Het Bildt in de Friese havenstad belandde. Aecht Dircks Kees Kuiken Keth verhuisde als eerste vanuit Koudekerk bij Leiden naar Het Bildt. In Harlingen woonden burgemeester Dirck Willemsz Keth († 1623), zijn vrouw Hadewij Willemsdr († 1631, een ‘Bildtse Wassenaar’), hun zoon Willem Keth († 1636) en kleinzoon dr. Theodorus Keth († 1667).10 De Leeuwarder archivaris Wim Dolk (1925-2016) noteerde hun namen in 1951 in de Grote Kerk op een zerk met uitgekapte alliantiewapens. Op een andere zerk, waarvan de tekst in 1822 is over gebeiteld, zag hij een doorsneden mannenwapen met een uit de snijlijn komende leeuw, van

11 Tresoar, enveloppe in map grafschriften Harlingen, 182-I, nr. Z.15: het helmteken is een zespuntige ster, het bijbehorende vrouwenwapen een huismerk. Het nieuwe grafschrift is voor Y.E. Bakker-Oosterbaan († 1822). 12 P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken in Zuid-Holland IIa (Utrecht 1922) 136; GJ (2009) 261-262; Heraldische Databank (cbgfamiliewapens.nl); O. van den Arend, Zeven lokale baljuwschappen 9 Vermeldingen op www.allefriezen.nl, www.kleinekerkstraat.nl, en archief. in Holland (Hilversum 1993) 473; S. van Leeuwen, Costumen […] van Rijnland amsterdam/indexen/index.nl.html. (Leiden 1667) 74-101. 10 H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen (Franeker 2007) nr. 2425; GJ (2009) 267; 13 Hieruit onder meer de dirigent Kor Ket (1920-1955, Nieuwe Encyclopedie van Fryslân Kuiken, Het Bildt 124. (Leeuwarden 2016) 1464).

256 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 257 > Bethlehem > Bijlsma

Yn blau in tútgevel fan goud oprizend út de skyldfoet, belein mei in Dield: I. yn blau in sulveren ierappelblom mei in gouden knop, boppe swart hús- of hânmerk, besteande út in peal mei boppe, yn ‘e midden en en ûnder beselskippe fan in gouden klaver; II. yn read in sulveren bile ûnder in dwersbalkje, de gevel lofts en rjochts beselskippe fan in ikel en mei gouden stâle. boppe fan in achtpuntige stjer, alles fan goud. Helmteken: twa bilen, pleatst as in skeankrús, mei de blêden ûnder en It skyld hingjend oan in riem fan natuerlike kleur oan in griene tûke. nei bûten keard, de stâlen fan goud en de blêden fan sulver. Helmkleed: rjochts blau, fuorre mei giel en lofts read, fuorre mei giel. In blauw een tuitgevel van goud, oprijzend uit de schildvoet, beladen Wapenspreuk: LABORE EFFECTUM (berikt troch hurd wurkjen) yn met een zwart huis- of handmerk in de vorm van een paal, met boven, in giele haadletters op in blau lint. het midden en onder een dwarsbalkje, de gevel links en rechts vergezeld Gedeeld: I. in blauw een zilveren aardappelbloem met gouden knop, van een eikel en boven van een achtpuntige ster, alles van goud. boven en onder vergezeld van een gouden klaver; II. in rood een zilveren Het schild hangend aan een riem van natuurlijke kleur aan een groene bijl met gouden steel. tak. Helmteken: twee bijlen, geplaatst als een schuinkruis, met de bladen beneden en naar buiten gekeerd, de stelen van goud en de bladen van De fynst fan in húsmerk yn de akte fan namme-oannimming fan 1811 zilver. yn de ‘Mairie Beetsterzwaag’ hat oanlieding west ta it oannimmen fan in Helmkleed: rechts blauw, gevoerd met geel en links rood, gevoerd met wapen. De gevel fan de lytse boerepleats ‘Bethlehem’ op ‘e Sweach stiet yn geel. dit wapen, mei dêryn it merk fan Durk Jans Bethlehem, dy’t de namme Wapenspreuk: LABORE EFFECTUM (bereikt door hard werken), in fan it spultsje al foar 1811 fierde. Op it hiem stiet in ikehiem en de ikels gele kapitalen op een blauw lint. (einierdensymboal) stean dan ek yn dit wapen. De stjer fan Bethlehem It wapen is basearre op beroppen dy’t yn de froegere generaasje stiet boppe de gevel; achtpuntich om’t 8 it getal fan Kristus is. beöefene waarden, lykas gernier, boerefeint (de ierappelblom en klavers), timmerman en timmermansfeint. De bilen ferwize nei dy lêste It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Durk Jans Bethlehem, beroppen, mar ek nei de famyljenamme. De kleuren binne allinnich berne 1739 en stoarn Beetstersweach 17-3-1814, tr. Beetstersweach 15-5- om estetyske reden keazen en hawwe gjin oare betsjutting. 1763 Grietje Haijes, dy’t de famyljenamme Bethlehem fiere. It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Jacob Thomas, doopt Koudum 1-7-1736, timmerman, st. Koudum 1811, tr. Koudum 10-6- Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H. 1764 Bauk Sipkes, doopt Koudum 5-1-1738, st. Koudum f.1811, dy’t de Ynstjoerder: R. Bethlehem, De Klok 18, 8401 CM De Gordyk. famyljenamme Bijlsma fiere.

Untwerp: R.J. Broersma, tek. F.R.f.H., yn oerlis mei de ynstjoerder. Ynstjoerder: J. Bijlsma, Vogelzand 2123, 1788 GM Julianadorp.

258 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 259 > Boelstra > Bosma

Yn goud in spliten reade keper, boppe beselskippe fan twa griene klavers Yn grien in ferbrede gouden peal, boppe belein mei in beblêde griene en ûnder fan in omkeard swart hoefizer. ikel mei it stâltsje nei ûnderen, en ûnder mei in oansjende swarte Helmteken: in útkommend swart hynder. Helmkleed: read, fuorre mei kowekop, de peal oan beide siden beselskippe fan in gouden rogge-ier. giel. Helmteken: in útkommende griene beam. Helmkleed: grien, fuorre mei giel. In goud een gespleten rode keper, boven vergezeld van twee groene klavers en beneden van een omgekeerd zwart hoefijzer. In groen een verbrede gouden paal, boven beladen met een gebladerde Helmteken: een uitkomend zwart paard. Helmkleed: rood, gevoerd met groene eikel, met het steeltje omlaag, en onder met een aanziende geel. zwarte koeienkop, de paal aan beide kanten vergezeld van een gouden rogge-aar. De famyljenamme is ûntliend oan Buorsyl (earder skreaun as Boerlazijl) Helmteken: een uitkomende groene boom. Helmkleed: groen, gevoerd ûnder Koarnjum. met geel. Yn 1711 keapet Tjeerd Sydses fan Stiens de ‘huisinge en smitte tot Cornjum aan de binnendijk bij Boelezijl’, letter oernommen troch syn De ikel mei blêden en de beam as it helmteken binne in ferwizing nei broer Johannes Sydses (1690-1780). de famyljenamme dy’t yn 1811 troch Libbe Bôkes oannommen is. Hy Dizze syl wurd symbolisearre troch de spliten keper, wylst de klavers wenne op ‘e grins fan Olterterp en Oerterp en op syn kavel stie in boskje nei de feefokkerij ferwize en it hoefizer nei it berop fan smid yn de mei de namme ‘het Oude Bosch’. Hy wie boer mei in mingd bedriuw. De âldste generaasjes. It metaal en de reade kleur fan de keper ferbyldzje it rogge-ieren en de kowekop binne dêr it symboal fan. De kleuren binne smidsfjoer. It helmteken is in ferwizing nei de hynstefokkerij en –riderij. ûntliend oan it wapen fan Oerterp.

It wapen is ornearre foar de neiteam fan Syds Johannes Boelstra, It wapen mei fierd wurde troch de neiteam fan Libbe Bôkes Bosma doopt Koarnjum 1-9-1720, soan fan Johannes Sydses foarneamd, tr. 1. (1775-1838), tr. Eastermar 10-5-1801 Antje Jans (1771-1849), dy’t de Koarnjum 17 juny 1742 Grietje Tieerds, tr. 2. Bitgum 11 july 1751 Tyttie famyljenamme Bosma fiere. Tjeerds, mei de namme Boelstra. De âldst bekende foarfaar is Sydts Popckes, boer en keapman te Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H., yn gearwurking mei de ynstjoerder. Aldebiltsyl, neamd 1617-1633, oerpake fan Tjeerd en Johannes Sydses. Ynstjoerder: M. Bosma, Tsjerkepaad West 7, 9244 GD Beetstersweach.

Untwerp: de F.R.f.H., yn oerlis mei de ynstjoerder. Ynstjoerder: Stichting Erfgoed Fundaasje, Vredeman de Vriesstraat 59, 8921 BS Ljouwert.

260 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 261 > Braaksma > Cuperus / Kuperus

Dield: I. de Fryske heale earn; II. yn sulver in weagjende dwersbalke, Yn sulver trije griene klavers. boppe beselskippe fan in seispuntige stjer en ûnder fan in Mercuriusstêf, Helmteken: in útkommende omdraaide swarte earn. Helmkleed: grien, alles read. fuorre mei wyt. Helmteken: in gouden f laaksskeaf. Helmkleed: read, fuorre mei wyt. Skyldhâlders: twa omsjende swarte earnen mei iepene, nei ûnderen rjochte f lecht, it gehiel pleatst op in griene arabesk. Gedeeld, I. de Friese halve adelaar; II. in zilver een golvende dwarsbalk, boven vergezeld van een zespuntige ster en beneden van een In zilver drie groene klavers. Mercuriusstaf, alles rood. Helmteken: een uitkomende omgewende zwarte adelaar. Helmkleed: Helmteken: een gouden vlasschoof. Helmkleed: rood, gevoerd met wit. groen, gevoerd met wit. Schildhouders: twee omziende zwarte adelaars met geopende, naar It wapen is troch ús âld-lid A.B. Dull tot Backenhagen silger beneden gerichte vlucht, het geheel geplaatst op een groene arabesk. ûntwurpen foar Ruurd Minnes Braaksma, berne Berltsum 24 july 1900, ierappelhanneler en lid firma. M. Braaksma dêr. Boarne: lak op in brief fan ds. Joannes Cuperus (1725-1777) oan de De Mercuriusstêf stiet foar de ierappelhannel, oprjochte fan syn pake menistengemeente Rotterdam (neffens kolleksje Steenkamp/Damstra, yn de 19de iuw, de stjer ferwiist nei in ierappelras (b.g. ‘Rode Ster’). Yn CBG te ’s-Gravenhage, dêr dutsen mei in kroan). it helmteken is de lodde, fan Dull bedoeld as symboal fan gernierkerij, ferfongen troch de f laaksskeaf: de famyljenamme is ûntliend oan it It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Cuperus/Kuperus flaaksbrake. fan Claes Jansen Cuperus (1653-1732), mr. kûper te Berltsum, sûnt 1689 boer te en menistenpreker. In sulveren kop mei letters ‘C:J:K: It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Braaksma fan en wapen’ is net bewarre bleaun. De âldst bekende foarâlden binne Minne Ruurds Braaksma, berne Rie 27-11-1764, st. Berltsum 7-11-1840, syn âlden Jan Gysberts, mr. kûper en opsichter menistengemeente dy’t dizze namme oannommen hat. Berltsum, tr. [foar 1645] Ymck Tiercks, st. 1691. Syn âldste foarfaar is Yme Ruurds, boer te Berltsum 1728, letter bakker, It wapen registrearre yn GJb 1990, 152 (sjoch ek Familiewapens in Noord- st. 1764/65, tr. Antie Douwes (1703-1771). Nederland (2000), 126) is troch R.S. Roarda ûntliend oan in losse lak yn it Frysk Museum en kin net fan dit slachte Cuperus wêze. Untwerp: A.B. Dull tot Backenhagen † 2009. Ynstjoerder: Stichting Erfgoed Fundaasje, Vredeman de Vriesstraat 59, Untwerp: in besteand wapen, it helmteken tafoege troch ynstjoerders yn 8921 BS Ljouwert. oerlis mei mr. J.T. Anema. Ynstjoerder: Cornelis H. Kuperus, Steenwijkerdiep 93A, 8331LR Steenwijk, mei út namme fan syn soannen Wybo en Fedde Kuperus.

262 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 263 > Slim

Wapen I (neiteam yn manlike line): yn goud in reade liuw, beselskippe it wapenboek Hesman [GJb 1993, 130 (nr. 193) fan it wapen fan Arjaantje fan trije sulveren deadshollen. Walings]. De kleuren binne by wapen II omwiksele. Helmteken: in útkommende reade liuw. Helmkleed: read, fuorre mei giel. Ynstjoerders (neiteam fan Ariaantje Cornelis Slim en Wymer Cornelis): Wapen II (neiteam yn froulike line): yn read in gouden liuw, beselskippe Gerrit Slim, Diemenlaan 64, 8304 ED Emmeloord en Klaas Slim, fan trije sulveren deadshollen. Valkenburgstraat 16, 9351 EK Leek. Helmteken: in útkommende gouden liuw. Helmkleed: read, fuorre mei giel.

Wapen I (nageslacht in mannelijke lijn): in goud een rode leeuw, vergezeld van drie zilveren doodshoofden. Helmteken: een uitkomende rode leeuw. Helmkleed: rood, gevoerd met geel.

Wapen II (nageslacht in vrouwelijke lijn): in rood een gouden leeuw, vergezeld van drie zilveren doodshoofden. Helmteken: een uitkomende gouden leeuw. Helmkleed: rood, gevoerd met geel.

It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Slim fan Arien Symens S.L.M, berne ± 1650, boer op Walburg te St. Anne, doarpsfolmacht 1682 en tsjerk- en earmfâd dêr 1687-1690, tr. 3. St. Anne 21-7-1689 Ariaentie Cornelis ’t Hoen, doopt St. Anne 20-7-1671. De neiteam fan syn pakesizzer Ariaantje Cornelis S.L.M. en syn oerpakesizzer Grietje Arjens Slim namen ek de namme Slim oan. Syn âldst bekende foarfaar is syn pake Aerien Symens, boer te St. Jabik, tr. Tryn Walings, berne ± 1569, begr. St. Anne 1632 (ferlykje GJb 2009, 225).

Boarne: stien boppe de súdwestlike doar fan de Van Harentsjerke te St. Anne mei it wapen fan Arjen Symens S.L.M. Kleuren wapen I neffens

264 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 265 > Wassenaar

Dield: I. yn goud in swarte dwersbalke, mei gouden traaljes, beselskippe fan trije geande swarte liuwen mei reade tong en neilen, ien boppe en twa ûnder; II. yn read in dwersbalke beselskippe fan trije moannesikkels, twa boppe en ien ûnder, alles sulver. Helmteken: fiif swarte strúsfearren kommend út in reade kûp mei twa sulveren hoepels. Helmkleed: read, fuorre mei wyt.

Gedeeld: I. in goud een zwarte dwarsbalk, met gouden tralies, vergezeld van drie gaande zwarte leeuwen met rode tong en nagels, een boven en twee onder; II. in rood een dwarsbalk, vergezeld van drie wassenaars, twee boven en een onder, alles zilver. Helmteken: vijf zwarte struisveren komend uit een rode kuip met twee zilveren hoepels. Helmkleed: rood, gevoerd met wit.

Boarne: wapenleppel, omtrint 1636, mei alliânsjewapen en letters B D en T A: Baert Daemsz [Proost], tr. It Bilt (gerjocht) 27-2-1634 Tettie Ariensdr; it frouljuswapen yn in rút as I hjirboppe [koll. K.M. van der Kooi].

It wapen is ornearre foar de neiteam mei de namme Wassenaar fan Arjen Klazes Wassenaar, berne Menaam 24-3-1763, stoarn dêr 20-3-1827 [W.Tsj. Vleer, De Friese Wassenaars (1963), X-714]. Syn oerpake is Sioerd Ariens (± 1638-1717), healbroer fan Tettie Ariens, boppe neamd.

Untwerp: kombinaasje fan twa besteande wapens, kleuren ûntwurpen fan dr. C.J. Kuiken te Haren (Gr.) yn oerlis mei de F.R.f.H. Ynstjoerder: ir. D.G. Wassenaar, Burg. de Zeeuwstraat 104, 3281 AL Numansdorp.

266 genealogysk jierboek 2018 > Wapen en flagge fan Ferwert yn de gemeente Ferwerderadiel

Wapen: dield fan blau en read mei oer alles hinne in út de skyldfoet oprizende gouden terp, belein mei in breedearmich read krúske; it blau en it read belein mei in sulveren ierappelblom mei in gouden hert, yn it skyldhaad beselskippe fan in gouden kroan fan twa blêden en twa pearels oer alles hinne.

Flagge: in broeking fan 1/5 f laggelingte, yn trijen dield fan giel-read- giel, it read belein mei in seispuntige giele stjer; in f lecht yn trije banen blau-giel-blau.

It doarp hat trije buorrens: Hege Buorren, Lytse Buorren en Nije Buorren. Lyksa is it wapen yn trijen dield. Yn de skyldfoet de terp mei dêrop in read krús dat ferwiist nei it kleaster Foswert en ek nei de monumintale tsjerke op de terp. Read is de kleur fan de leafde dat útgean moat fan it kristlik leauwen. De kroan yn it wapen symbolisearret twa dingen: 1. de eale famyljes Cammingha, Burmania en Herjuwsma, dy’t harren stinzen en staten by dit doarp hienen; 2. Ferwert hat iuwen lang it haadplak west fan de gritenij/gemeente Ferwerderadiel. De ierappelblommen wolle eat sizze oer de boeren en gernieren om it doarp hinne, dy’t op de fruchtbere klaaigrûn ierappels, nôtsoarten, f laaks en biten ferbouwe. Ek de f lagge is krekt as it skyld yn trijen dield yn de kleuren fan it wapen. De f lagge is in knypeach nei de gemeentef lagge. Yn dizze f lagge steane sân stjerren. Ien dêrfan is foar Ferwert en dy stiet oan de broekside fan de f lagge.

Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H.

268 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 269 > Wapen en flagge fan Hegebeintum yn de gemeente Ferwerderadiel

Wapen: yn goud in reade tsjerke mei sealtektoer, sjoen fan de westside, steand op in griene terp, yn it skyldhaad beselskippe rjochts fan in rút en lofts fan in liuw, beide swart; it grien belein mei in gouden fibula, besteande út in rjochthoekige kopplaat, in grutte rûne knop as middendiel en in lobbe foet; op it boppeste diel fan de fibula twa, op de rûne knop ien en op de foet fiif bollen yn reliëf, it gehiel rjochtop pleatst mei de punt nei ûnderen.

Flagge: giel mei in grien trapezium, útgeande fan de broekside, de lytste basis op 1/3 f laggelingte, mei in hichte fan 1/2 f laggehichte; dêrop oanslutend in reade baan mei in lingte fan 1/3 f laggelingte, útrinnende fan 2/3 f laggelingte yn in punt oant it f laggemidden; oer it grien en it read in geande giele liuw.

Hegebeintum hat de heechste terp yn Fryslân, dêr’t in tsjerke mei sealtektoer op stiet. Yn de tsjerke hingje ferskate roubuorden en –kassen fan de bewenners fan Harstastate. Ut de wapens fan dy bewenners is de swarte rút fan de famylje Van Nijsten en de swarte liuw út it wapen fan de famylje De Schepper nommen en yn dit doarpswapen set as neitins oan dizze famyljes en Harstastate. Eartiids is by it ôfgraven fan de terp in gouden fibula fûn, in topstik fan it Frysk Museum. Dizze wichtige fynst hat in plakje krigen op de terp. Yn stilearre foarm fynt men de terp en toer yn de f lagge werom, net rjochtop, mar steande op de broekside. De giele liuw is ûntliend oan it Fryske wapen, om’t Hegebeintum fan kultuerhistoarysk belang foar Fryslân is. De famylje Obreen, dy’t Harstastate yn besit hân hat, fiert ek in geande liuw yn harren famyljewapen. Sadwaande is de liuw ek in neitins oan dizze famylje.

Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H.

270 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 271 > Wapen en flagge fan de Stichting ‘Brongergea op de Kaert’ foar de buorskip Brongergea yn de gemeente It Hearrenfean.

Wapen: yn goud in blau frijkertier belein mei in antike haadletter B fan sulver, yn it goud lofts beselskippe fan in jachthoarn fan blau, sierd fan sulver en iepene en snuorre fan read; yn it ûnderste diel fan it skyld in griene tûke, útrinnend yn trijen, mei oan elke tûke sân blêden, oan de beide bûtenste tûken boppeyn twa en oan de middelste tûke trije oranje apels.

Flagge: in blauwe broeking fan 1/3 f laggelingte, mei yn de broektop in antike wite haadletter B; in f lecht yn sân banen read en giel.

Dit wapen wie as ûntwerp ornearre foar it doarp Oranjewâld, dêr’t Brongergea diel fan útmakket. De haadletter B stiet foar it eardere doarp Brongergea. De gearkomste fan de feriening fan Pleatslik Belang Oranjewâld hat dit ûntwerp fersmiten, mar de Stichting ‘Brongergea op de Kaert’ hat dit ûntwerp wol oannommen as buorskipswapen. Foar It Wâld is itselde ûntwerp klearlein mei yn it blauwe frijkertier in sulveren leelje, dy’t út it âlde gemeentewapen fan Skoatterlân komt. Dit wapen leit noch ef kes op’e planke. De jachthoarn is it wapen fan it Prinsdom Orange yn Frankryk. Albertine Agnes, prinses fan Oranje, hat hjir yn It Wâld in bûtenpleats boud, dêr’t it doarp nei neamd is. De oranjetûke yn it wapen is in ferdúdsing fan de doarpsnamme.

De broeking fan de f lagge is ûntliend oan it frijkertier yn it wapen. De f lecht hat fjouwer reade banen dy’t de fjouwer buerten yn Brongergea symbolisearje: de Marijke Muoiwei, de Bieruma Oostingweg, de Van Limburg Stirumweg en de Domineesingel. It giel komt út it wapen en symbolisearret de sângrûn.

Wapen en f lagge wurde fêstlein foar de Stichting ‘Brongergea op de Kaert’. Untwerp: J.C. Terluin, lid F.R.f.H., yn oerlis mei de stichting.

272 genealogysk jierboek 2018 wapenregistraasje 273 Genealogysk Jierboek 2018

FRYSKE AKADEMY

Genealogysk Jierboek 2018 2017

2016

2015

2014

2013

2012

2011

E K S Y R F 2010

2009

Y M E D A K A 2008

2007

2006

2005