<<

KULTUURHISTORISCHE BETEKENIS VAN HET HIJKERVELD H. T. Waterbolk

Het Hijkerveld en het noordelijk daarbij aanslui- door het landgoed tot de autoweg (c. 0,5 Geen enkel Celtic fieldi n Nederland is over zo'n grote tende Laaghalerveld vormen samen een betrekke- km ten Z. van Hooghalen). De grafheuvels, die m een oppervlakte zo goedgedokumenteerd. De oorspron- lijk vlak gedeelte van het Drents plateau, op de wa- zestal groepengekoncentreerd zijn, volgens het tracé kelijke oppervlakte zal nog groter geweest zijn. Een terscheiding tussen de dalsystemen van de Drentse van een kennelijk tot in prehistorische tijd teruggaande tweede Celtic field lag ten westen van de Laaghaler es. A in het noorden en de Beilerstroom in het zuiden. weg, die hier en daar nog als een geul in het landschap Daarvan is op de luchtfoto alleen een fragment her- In het westen werd het gebied begrensd door de is te herkennen (Noord-Hijkerzand, landgoed Hoog- kenbaar. Smilder venen. De markegrens Halen/ halen), en ten O. van Hooghalen verder te vervolgen Aan de Leemdijk, een oude weg die Hijken met Hij- doorsnijdt het gebied diagonaal. Deze grens maakt is in de richtingAmen . Deze weg verbond Z. W.-Drente kersmilde verbond, is door het Biologisch-Archaeo- een knik ter plaatse van een grafheuvel(thans nog met het oude centrum van het gewest (Balloo, Rolde, logisch Instituut een ca. 4 ha groot deel van het Celtic aanwezig), die oudtijds voor de landmeters kenne- Grolloo). Enkele grafheuvels hebben bijzonder inte- field systematisch opgegraven in de jaren 1969-1974. lijk als baken heeft gediend. Moderne topografi- ressante vondsten en strukturen opgeleverd, die het Gevonden werden plattegronden van ca. 20 huizen, sche grenzen worden gevormd door het Oranjeka- komplex nationale en internationale bekendheid heb- afvalkuilen en omheiningen uit brons- en ijzertijd, vlak- naal, de autoweg -Hoogeveen, de weg ben gegeven. Zo bevatte de grafheuvel op de marke- graven uit het neolithicum, etc. Zulke sporen kunnen, Laaghalen- en het Smilder hoogveenont- grens een zeer fraaie strijdhamer van de klokbekerkul- ook blijkens ervaringen elders, over het gehele Celtic ginningslandschap. Het aangekochte gebied ligt tuur. Buiten deze zone bevond zich nog een groep van field-komplex worden verwacht. Deze Celtic fields wer- grotendeels in de marke Hijken (merkwaardiger- 15 grafheuvels ten westen van de Laaghaler es, ten de- den oudtijds zo intensief geëxploiteerd dat plaatselijk wijs ook het landgoed met de naam 'Hooghalen'), le nog bewaard op een heiderestant. doch omvat twee uitlopers in het Laaghalerveld. In het kultuurland dat binnen tegen deze boogvormige Mesolithische verblijfplaatsen liggen bij voorkeur op de hoge oe Binnen het niet ontgonnen gebied onderscheiden zone met grafheuvels aansluit zijn op grote schaal van de vennen we het Noordhijkerzand, het Noorderveld, het al sporen gevonden van een zg. heidense legerplaats, in genoemde landgoed Hooghalen, en het Laaghaler- werkelijkheid een gekombineerd akkerkomplex en veld. Met Diependal en het landgoed van de familie woongebied uit de laatste 1000 jaar voor onze jaartel- Korteweg vormt het in landschappelijk opzicht één ling, een zg. Celtic field. De bij de ontginning van de geheel van uitzonderlijke omvang en waarde. heide geslechte of verlaagde akkerbegrenzende wal- len zijn op de luchtfoto's van vers geploegd land soms Verscheidene vindplaatsen van vuurstenen werktui- haarscherp herkenbaar. Deze sporen strekken zich uit gen uit het paleolithicum en mesolithicum zijn uit het over een gebied van bijna 2 km lengte en 0,3-0,7 km gebied bekend. Woonplaatsen uit deze perioden kun- breedte. nen overal in de hogere, goed ontwaterde delen wor- den verwacht. Dit geldt met name voor de hoge oevers van de talrijke vennen en de dalranden. Sporen van prehistorische bewoning In de loop van de jaren zijn in het gebied ca. 90 graf- heuvels uit neolithicum, bronstijd en ijzertijd gekar- teerd. Een deel is systematisch opgegraven (oa. in 1930) en na onderzoek prijs gegeven, een ander deel is gedeeltelijk opgegraven en na onderzoek gerestau- reerd (met name op het landgoed Hooghalen, in 1953), weer een ander deel is in de loop van de jaren zonder onderzoek bij,ontginning geslecht. Een twintig- tal grafheuvels ligt nog redelijk intakt in het landschap, met name in het Noordenveld. Deze grafheuvel s lig- gen, resp. lagen in een ongeveer W-O overlopende boogvormige zone, met een lengte van ca. 4 km, van even ten N. van het Oranjekanaal (1,5 km ten W. van Hijken) langs de O.-rand van het Noord-Hijkerzand,

orderbreedte 86-209 al in de bronstijd zandverstuivingen ontstonden. gere delen en het opdringende hoogveen op de lagere permanent bouwland. Deze essen werden geleidelijk Sporen van deze prehistorische zandverstuivingen, die delen kunnen daarvan de oorzaak zijn. De voortzetting uitgebreid. Het noordelijk deel van de zg. Nastering-es delen van de Celtic fields vernielden, doch plaatselijk van de bewoning vinden we ongeveer ter plaatse van drong langs de weg naar Halen diep door in het ooste- ook overdekten, zijn in de O. randzone van het Noord- het huidige dorp en ten oosten en zuiden daarvan (op lijk deel van het Hijkerveld en bereikte bijna de mar- Hijkerzand gevonden, alsmede achter de Laaghaler de Zuid-es ligt de bewoning uit de vroege Middeleeu- kegrens. Het Z.O.-deel van het landgoed Hooghalen wen). Het Hijkerveld bleef in gebruik als weidegrond blijkt het noordelijke deel van de Nastering-es te over- voor rundvee, schapen en geiten. Door intensief ge- lappen. De oude esrand is nauwelijks meer herken- Het Hijkerveld in historische tijd bruik ontstonden in de achttiende eeuw opnieuw zand- baar. Een oude ontginning is ook de Noordkamp, een Omstreeks het beginvan de Romeinse tijd werd het verstuivingen, en wel op zeer grote schaal (oa. het stuk bouwland direkt ten noorden van het dorp. Hijkerveld verlaten. De zandverstuivingen op de ho- Noord-Hijkerzand). Deze ontwikkeling werd bevor- derd door de ontwatering van het hoogveen en het Huidige betekenis voor de archeologie Foto boven: Vera'kale opname uit 1950van het gedeeltelijk ontgonnen graven van het Oranjekanaal tussen 1850 en 1860. In Bij de beoordeling van de aktuele archeologische Cellkfield bij Hijken. De Nastering-es en de Noordkamp (rechts op het de al genoemde randzone van het Noord-Hijkerzand waarde van het terrein dient bedacht te worden dat het beeld) zijn nog niet herverkaveld. Bij de linkerbrug over het liggen plaatselijk meerdere stuifzandpakketten boven vroegere grafheuvel on der zoek zich beperkte tot de Oranjekanaal begint de Leemdijk. Linksboven het Noordhijkerzand elkaar. Zij dokumenteren successievelijke fasen van met enkele vennen. heuvels zelf. Onze ervaring, oa. aan de Leemdijk, heeft Foto onder. Grafheuuel met ringsloot en naar binnen opgeworpen wal. overexploitatie en ontwatering. geleerd dat in de direkte omgeving van de grafheuvels Midden-bronstijd, 1930 Vanaf de Middeleeuwen werden essen aangele ju' •>iak op grote schaal nederzettingssporen voorkomen Yl devormvanpaalkuilenvanhuisplattegronden, af- \'i Jkuilen en oude akkergrond. Ter plaatse van zonder nderzoek geslechte grafheuvels kunnen nog graven > n randstrukturen intakt gebleven zijn. Ook oorspron- t dijk niet door aardheuvels bedekte bijzettingen, zg.

1to boven: Neolithisch grafmet beker tijdens de opgraving in 1953. to onder: Grafheuvel uit middenbronsttjd met aanbouw op het .\dgoed Hooghalen m 1953 vlakgraven, kunnen worden verwacht. Heteelfde geldt, met grafheuvels archeologisch van waarde is. Deze Het archeologisch waardevolle gebied ligt voor on- zoals we zagen voor de Celtic field (zie boven). Dit waarde blijft intakt bij normaal landbouwkundig ge- geveer de helft binnen het aankoopgebied. Het gaat houdt derhalve in, dat ook alle in kuituur gebrachte bruik (weiland, ondiep ploegen), doch gaat achteruit met name om de oostelijke randzone van het Noord- grond—tenzij zeer diep omgeploegd (bijvoorbeeld wanneer, hetgeen momenteel gebruikelijk is, steeds Hijkerzand, delen van het zg. Noordeiveld, de kultuur- door mengwoelen) — in het Cekic field en in de zone dieper wordt geploegd. Door bestudering van luchtfo- gronden tussen het Noord-Hijkerzand en het land- to's en door nader bodemkundig onderzoek van de goed Hooghalen, en het landgoed Hooghalen zelf (in- Foto boven: Met kraaiheide dichtgegroeide stuifduinen. landbouwpercelen kan uitgemaakt worden in hoever- klusief de Cultuurgronden in het noorden en zuidwes- Foto onder Recente opname (1986) uan het nu volledig ontgonnen re en in welke mate de archeologische waarden nog ten van het landgoed). noordelijk deel van het Celtic field aanwezig zullen zijn. Gezien de nabijheid van de grafheuvels is er een rede- lijke kans dat ook de voormalige esgronden in het zuid- oosten van het landgoed archeologische sporen bevat- ten, die door het plaggendek zijn beschermd. Veilig- stelling en adekwaat beheer van de archeologisch waardevolle kultuurgronden is uit kultuurhistorisch oogpunt een belangrijke zaak.

Konklusies De grote betekenis voor het wetenschappelijk onder- zoek op prehistorisch gebied ontleent het Hijkerveld aan zijn relatieve ongeschondenheid over de totale uit- gestrektheid van het gebied waar archeologische sporen zijn vastgesteld (afgezien van een enkele boer- derij is het gebied praktisch onbewoond; zandafgravin- gen hebben nauwelijks plaats gevonden), aan de re- latief goede dokumentatie van verdwenen grafheu- vels, aan het feit dat sporen van menselijke aktiviteit — afgezien dan van de Nastering-es en de Noordkamp— uit historische tijd praktisch ontbreken en aan het feit dat het gebied bijzonder rijk is aan pingoresten en uit- blazing skomm en, die paleobotanische dokumentatie bevatten van menselijke aktiviteit in vroegere tijd. Met betrekking tot de planning van inrichting en be- heer van de archeologisch belangrijke delen van het landgoed (dus ook die in de heide en het bos) zullen de resultaten moeten worden afgewacht van een meer gedetailleerd rapport over de archeologie van het Hij- kerveld, dat in onderling overleg het Biologisch-Ar- chaeologisch Instituut van de Rijksuniversiteit te Gro- ningen en het Provinciaal Museum van Drente zullen kunnen maken. Door nauwkeurige veldverkenningen zullen ongetwijfeld nog veel meer sporen van menselij- ke aktiviteit uit het verre verleden worden ontdekt, dan nu bekend zijn.

Literatuur Brongers, J. A., 1976. Air photography and Celtic field research in the (= Nederlandse Oudheden 6). Dlss. Amersfoort. Harsema, O. H., 1980. Het Drentse plateau. De latere prehistorische bewoning. In: M. Chamalaun & H. T. Waterbolk (red.), Voltooid verle- den tijd? Een hedendaagse kijk op de prehistorie. Amsterdam, pp. 83- 102. Harsema, O. H.t 1984. Boeren in neolithicum, bronstijd en ijzertijd. In: J. Abrahamse e.a. (red.}, Het Drentse landschap. Assen, pp. 32-39. Waterbolk, H.T„ 1982.MobilitatvonDorf, AckerflurundGraberfeltin seit der Latènezeit; archaologische Siedlungsforschungen auf dernordniederlandischen Geest. Offa29, pp. 97-137. Waterbolk, H. T., 1984. Het historische kultuuriandschap. In: J. Abra- hamse e.a. (red.), Het Drentse Landschap. Assen, pp. 49-91.