Bodemkaart Van Nederland, Blad 41 West Aalten, Blad 41 Oost Aalten
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Blad 41 West Aalten Blad 41 Oost Aalten Bodemkaart van Schaal l : 50 000 Nederland Uitgave 1983 Stichting voor Bodemkartering Bladindeling van de BODEMKAART Bodemkaart van Nederland Schaal l : 50 000 Toelichting bij de kaartbladen 41 West Aalten en 41 Oost Aalten door P. Harbers en H. Rosing mit Zusammenfassung: Erlauterungen zur Bodenkarte der Niederlande, l : 50 000 Blatt 41 Aalten Wageningen 1983 Stichting voor Bodemkartering Hoofdprojectleider: Ing. H. Rosing Medewerkers: P. Harbers, Ing. J.L. Kloosterhuis en D.A. Eilander Wetenschappelijke begeleiding en coördinatie: Dr. H. de Bakker, Ir. G.G.L. Steur en Ing. W. Heijink Druk: Van der Wiel-Luyben B.V., Arnhem Copyright: Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 1983 ISBN 90 220 0821 5 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Opzet van de toelichting 9 1.2 Het gekarteerde gebied 9 1.3 Opname en gebruikte gegevens 10 2 Fysiografie 13 2.1 Geologie 13 2.1.1 Afzettingen ouder dan het Tertiair 14 2.1.2 Afzettingen uit het Tertiair 16 2.1.3 Pleistocene afzettingen ouder dan het Saalien 17 2.1.4 Het Saalien 18 2.7.5 Eemien 19 2.7.6 Weichselien 20 2.7.7 Het Holoceen 22 2.2 Hoogteligging 24 2.3 Hydrografie 26 3 Ontginningsgeschiedenis 31 3.1 Bewoning en ontginning van de kleigebieden 31 3.2 Bewoning en ontginning van de zandgebieden 32 3.3 Winning van grondstoffen 40 4 Bodemgeografie 45 4.1 Inleiding 45 4.2 Gebied van de rivierafzettingen 45 4.2.1 Oude rivierafzettingen 45 4.2.2 Jonge rivierafzettingen 47 4.3 Gebied van de dekzandafzettingen 50 4.3.1 Dekzand met sterk microreliëf 50 4.3.2 Vlak dekzand met jonge ontginningen 52 4.3.3 Hoge dekzandruggen grotendeels met oude bouwlanden 53 4.3.4 Beekafzettingen met dekzandruggen en -koppen 54 4.4 Het Oostnederlands plateau 54 4.4.1 Grove en/of grindrijke zanden, waarop deels oude bouwlanden 54 4.4.2 Glaciale en mariene tertiaire afzettingen, grotendeels overdekt met 56 dekzand 4.4.3 Beekdalvlakten met beekafzettingen en dekzandruggen en -koppen 57 met oude bouwlanden 4.4.4 Afgesloten veengebieden 58 5 Veengronden 59 5.1 Moedermateriaal 59 5.2 Bodemvorming 59 5.3 Indeling van de veengronden 59 5.4 De eenheden van de veengronden 60 6 Moerige gronden 63 6.1 De eenheden van de moerige gronden 63 7 Podzolgrondcn 67 7.1 Inleiding 67 7.2 Moedermateriaal . 67 7.3 Bodemvorming 69 7.3.1 De duidelijke podzol-B 69 7.3.2 De aard van de duidelijke podzol-B 69 7.3.3 Hydromorfe kenmerken 69 7.3.4 De dikte van de humushoudende bovengrond 69 7.4 De eenheden van de moderpodzolgronden 69 7.5 De eenheden van de humuspodzolgronden 71 8 Brikgronden 83 8.1 Inleiding 83 8.2 De eenheden van de brikgronden 84 9 Dikke eerdgronden 87 9.1 Inleiding 87 9.2 Ontstaan 87 9.3 Indeling 87 9.4 De eenheden van de hoge enkeerdgronden 88 10 Kalkloze zandgronden 95 10.1 Inleiding ' 95 10.2 Moedermateriaal 95 10.3 Bodemvorming en indeling 95 10.4 De eenheden van de eerdgronden 97 11 Rivierkleigronden 115 11.1 Inleiding 115 11.2 Moedermateriaal 115 11.3 Bodemvorming 115 11.3.1 Vorming van een A l-horizont 115 11.3.2 Fysische rijping 115 11.3.3 Homogenisatie en hydromorfe kenmerken 116 11.3.4 Koolzure-kalkgehalte en ontkalking 116 11.4 Indeling 116 11.5 De eenheden van de eerdgronden 116 11.6 De eenheden van de vaaggronden 118 12 Oude kleigronden 127 12.1 Oude rivierkleigronden 127 12.1.1 Inleiding. 127 12.1.2 Bodemvorming en indeling 127 12.1.3 De eenheden van de eerdgronden 127 12.1.4 De eenheden van de vaaggronden 129 12.2 Overige oude kleigronden 136 12.2.1 Inleiding 136 12.2.2 De eenheden van de overige oude kleigronden 137 13 Samengestelde legenda-eenheden 141 13.1 Inleiding 141 13.2 Associaties van twee of drie enkelvoudige legenda-eenheden 141 13.3 Associaties van vele enkelvoudige legenda-eenheden 142 14 Toevoegingen en overige onderscheidingen 145 14.1 Toevoegingen 145 14.2 Overige onderscheidingen 147 15 Grondwatertrappen 151 15.1 De betekenis van de Gt op de bodemkaart 151 15.2 De-ligging van het grondwater 151 15.3 Vaststelling van de grondwatertrappen 151 16 Bodemgeschiktheid voor akkerbouw, weidebouw en bosbouw 157 16.1 Inleiding 157 16.2 Het interpretatiesysteem 157 16.3 De beoordelingsfactoren 159 16.4 De geschiktheid voor akkerbouw 162 16.4.1 Randvoorwaarden 162 16.4.2 Bodemgeschiktheidsclassiftcatie voor akkerbouw 163 16.5 De geschiktheid voor weidebouw 163 16.5. l Randvoorwaarden 163 16.5.2 Bodemgeschiktheidsclassificatie voor weidebouw 164 16.6 De geschiktheid voor bosbouw 164 16.6. l Randvoorwaarden 164 16.6.2 Bodemgeschiktheidsclassificatie voor bosbouw 164 Literatuur 167 Aanhangsel' l Alfabetische lijst van kaarteenheden en hun oppervlakte 172 Aanhangsel 2 Analyse-gegevens 178 Aanhangsel 3 Interpretatie van de kaarteenheden 188 Aanhangsel 4 De kaarteenheden gerangschikt naar hun geschiktheid 194 Aanhangsel 5 Correlatie tussen Duitse en Nederlandse eenheden 198 Zusammenfassung 201 l Inleiding 1.1 Opzet van de toelichting De toelichting bij deze twee kaartbladen wijkt naar vorm en inhoud af van de eerder verschenen rapporten. Bij deze toelichting is een afzonderlijke handlei- ding gevoegd, waarin de basisbegrippen en de algemeen gebruikte indelingen zijn opgenomen (Steur en Heijink, et al., 1980). Ook de beschrijving van de afzonderlijke legenda-een heden en de daarbij voorkomende kaarteenheden is gewijzigd. Deze is verkort en gegeneraliseerd. De omschrijving van de kaarteen- heden wordt gegeven in de vorm van een beknopte profielschets. Deze heeft betrekking op een representatief geacht vertegenwoordiger van de betreffende eenheid en wordt voor de getalsmatig uit te drukken grootheden, zoals humus- gehalte en textuur, ook in cijfers gegeven. Daaronder wordt per laag tussen haakjes de geschatte spreiding binnen de kaarteenheid, zoals die in het gekarteerde gebied voorkomt, vermeld voorzover die zekere minimum waarden overtreft. Een en ander volgens de regels gesteld in bovengenoemde handleiding. De geschiktheidsbeoordeling voor akkerbouw, weidebouw en bosbouw ge- schiedt volgens het systeem van beoordelingsfactoren (Haans, red., 1979). De geschiktheidsclassificatie van de kaarteenheden is zowel in de volgorde van de legenda (aanhangsel 3) als in de volgorde van afnemende geschiktheid voor elk van de genoemde gebruiksvormen (aanhangsel 4) vermeld. 1.2 Het gekarteerde gebied Deze toelichting heeft betrekking op de kaartbladen 41 West en Oost. In samenwerking met het Geologisches Landesamt Nordrhein-Westfalen is op kaartblad 41 West ook het Duitse gedeelte opgenomen met de Nederlandse legenda; anderzijds is op Blatt L4104, Bocholt, door het Geologisches Landes- amt het daarop voorkomende Nederlandse gedeelte opgenomen met de Duitse legenda. Bij het Nederlandse veldwerk in Duitsland is gebruik gemaakt van de Duitse veldopname van Blatt L4104, met uitzondering van twee blokken van elk 1000 ha. Samen met twee even grote blokken.in Nederland, is de opname hiervan door de veldbodemkundigen van het Geologisches Landesamt en van de Stichting voor Bodemkartering onafhankelijk van elkaar uitgevoerd, met de bedoeling de Duitse en Nederlandse legenda met elkaar te vergelijken. De resultaten van deze vergelijking zullen in een aparte publikatie worden toegelicht (Steur et al., 1984). In veel gevallen konden de bodemgrenzen ongewijzigd worden gehandhaafd; dikwijls zijn ook nieuwe ingetekend en soms zijn de grenzen van de Duitse kaart niet op de Nederlandse terug te vinden en omgekeerd. De belangrijkste verschil- len worden veroorzaakt door het feit dat in de Duitse legenda-opzet (Arbeitsge- meinschaft Bodenkunde, 1971) per kaarteenheid de dominante bodemeenheid wordt aangegeven, alsmede de voornaamste daarnaast voorkomende eenheden. Een ander belangrijk verschil zit in het aangeven van de waterhuishouding op de Nederlandse kaart door middel van Gt's. Bovendien dient in aanmerking te worden genomen, dat aan de Duitse legenda een ander systeem van bodemclas- sificatie (Mückenhausen, 1962) ten grondslag ligt dan aan de Nederlandse legenda. De Nederlandse deelnemers aan dit gemeenschappelijk Duits-Nederlandse pro- ject spreken hun erkentelijkheid uit voor de bijzonder grote openheid, bereid- heid tot overleg en de prettige samenwerking met de collega's van de bodem- kundige staf van het Geologisches Landesamt Nordrhein-Westfalen, in het bijzonder met Dr. W. Paas en Dr. G. Heide. De indeling van de topografische kaartbladen van Duitsland en Nederland zijn niet gelijk. De gekarteerde gebieden bedekken elkaar daardoor niet geheel. De begrenzing van de beide bladen is aangegeven in afbeelding 1. De kaartbladen 41 /West en Oost liggen geheel in de provincie Gelderland en in Duitsland. De volgende gemeenten of delen daarvan komen voor (afb. 1): in Nederland: Zelhem (1), Ruurlo (2), Eibergen (3), Groenlo (4), Lichtenvoorde (5), Winterswijk (6), Aalten (7), Wisch (8), Doetinchem (9), Gendringen (10), Dinxperlo (11) en Hengelo (12), in Duitsland: Emmerich (13), Rees (14), Isselburg (15), Hamminkeln (16), Bocholt (17) en Rhede (18). Uitgestrekte bebouwde kommen, industrieterreinen en andere terreinen voor burgerlijk gebruik zijn niet gekarteerd. 400 10km Begrenzing van de Nederlandse kaartbladen (41 West en Oost) Begrenzing van het Duitse kaartblad (L4104) *""- Landsgrens Afb. l Gemeentelijke indeling van de bladen 41 West en 41 Oost Aalten naar de toestand op l januari 1983. De nummers verwijzen naar de opsomming in de tekst. In de figuur is ook de grens van het Duitse blad L 4104 Bocholl aangegeven. Abb. l Kommunale Einteilung der Blalter 41 West und 41 Oost Aalten nach dem Stand vom l Januar 1983. Die Zahlen sind im Text erklart. Die Grenze des deutschen Blaltes L 4104 Bocholt isl mit einer Strichlinie angegeben. 1.3 Opname en gebruikte gegevens Bij het vervaardigen van de bodemkaarten is gebruik gemaakt van een aantal reeds aanwezige, meer gedetailleerde bodemkaarten (afb. 2). De genoemde kaarten werden omgezet in de 50 000-legenda en vereenvoudigd.