Dirck Volckertszoon Coornhert

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Dirck Volckertszoon Coornhert Dirck Volckertszoon Coornhert Studie over een nuchter en vroom Nederlander H. Bonger bron H. Bonger, Dirck Volckertszoon Coornhert. Studie over een nuchter en vroom Nederlander. De Tijdstroom, Lochem z.j. [1941] Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/bong004dirc01_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven H. Bonger 4 ‘Weldoen ende vrolyck wesen is het alderbeste goet alder menschen. Wie dit kan inder daat, nyet in der praat alleenlyc, die heeft ghewisselyck wel-levenskunst’ . (‘Zedekunst’. Boek I cap. XIII, 10) H. Bonger, Dirck Volckertszoon Coornhert 7 Voorrede Dit boekje heeft één doel. Het wil in groter kring dan die van theologen, cultuurhistorici en letterkundigen belangstelling wekken voor een belangrijk en vooral voor een echt Nederlander. De Middelbare school heeft gemaakt, dat de gemiddelde beschaafde Nederlander de politieke geschiedenis van de 16e eeuw (de tachtigjarige oorlog die het aanzien heeft gegeven aan ons land als zelfstandige staat) kent en de beschavingsgeschiedenis van de 16e eeuw zo goed als niet kent, terwijl daardoor de cultuurgeschiedenis der Gouden Eeuw (vooral de schilderkunst en de letterkunde) die wel gemeengoed is geworden, plotseling lijkt op te komen. Het komt hem voor dat die bloeiperiode der 17e eeuw geen voorgeschiedenis heeft. Men beschouwt de bloemen en heeft niet steeds veel aandacht gehad voor de knoppen die zijn gaan zwellen in de 16e eeuw. Het is ook nog niet mogelijk om zich een duidelijk beeld te vormen van die bijna chaotisch veelzijdige in beweging zijnde tijd, de kennis blijft fragmentarisch, niet in 't minst omdat er nog veel te onderzoeken valt. Maar hoe verward en verborgen soms, in deze Nederlandse Vroeg-Renaissance, in deze jaren van het opkomend Protestantisme met zijn vele secten en groepen, waarin de tot kracht en bewustheid gekomen derde stand, de burgers, met overal uitbarstende energie economisch en cultureel de Middeleeuws Katholieke eenheidsbeschaving en het eenheidsgeloof uitholt en nieuwe vormen schept, liggen alle wortels van de economische en culturele bloeitijd der 17e eeuw. Het is onjuist te menen, dat op die ‘nieuwe tijden’ het strakke Calvinisme alléén zijn stempel heeft gedrukt. Juist van de ‘Stiefkinderen van het Christendom’1) komen vele trekken, die tot ‘Nederlands geestesmerk’ zijn gaan behoren. Ondogmatische gezindheid, menselijk aards optimisme, verdraagzaamheid, redelijkheid, nuchterheid, critische zin en rustig godsvertrouwen zijn kenmerken van den late- H. Bonger, Dirck Volckertszoon Coornhert 8 ren Nederlander geworden. De opvatting van de volstrekte verdorvenheid der mensen en van de fatalistische erfzonde drukt een stempel op een deel van de Nederlanders. De genoemde trekken zijn al vóór het Protestantisme kenmerkend voor een groot deel van de Nederlandse bevolking, want het is juist in Nederland dat de beweging van de Moderne Devotie haar oorsprong vond. Aan geen figuur zijn al deze elementen beter te demonstreren dan aan Dirck Volckertszoon Coornhert, de veelzijdige, harmonische, rustige zoeker naar een vaste levensbasis temidden van de woelige stromingen van zijn dagen. Een stiefkind van het Christendom? Ja, een stiefkind van het officieele, positieve Christendom, maar een echt kind van een eenvoudig op liefde berustend geloof en in zijn redelijkheid een ‘modern’ man. Zijn tijd vooruit was hij niet, dat is niemand, wel heeft hij mede zijn tijd en volgende perioden gevormd en wel zijn vele van zijn denkbeelden vruchtbaar gebleken. In zijn geestelijke structuur herkennen wij veel elementen van de later levenden, vele van zijn karaktertrekken vinden wij nog bij de beste Vaderlanders. Waarin Nederland groot is, daarin was Coornhert groot, waarin Nederland klein is daartegen verzette Coornhert zich, en daarom hoort hij tot de ‘Erflaters van onze beschaving’.2) In 1939 schreef M. Nijhoff:3) ‘Al heeft Holland in scheppingen niet meegedaan, het heeft een peilschaal voor geheel Europa geleverd, in de conscientieuze bespiegelingen van geestelijke waarden.’ Omdat Coornhert zo een conscientieuze, critische afweger van waarden is geweest en omdat hij de opkomende denkbeelden omtrent de menselijke waardigheid, in voortdurende strijd met de dogmatische groepen heeft verdedigd en verspreid, daarom is hij een groot Nederlander, en daarom is hij waard, ook buiten vakkringen, meer bekendheid te krijgen dan hij nu heeft. * * * Zelfstandige Coornhertstudie ligt maar aan enkele onderdelen van dit boekje ten grondslag, dus de feiten berusten in de eerste plaats op de onderzoekingen van den besten Coornhertkenner, ik zou hem durven noemen de Coornhert apostel, Prof. B. Becker. H. Bonger, Dirck Volckertszoon Coornhert 9 Ieder die zich met de Coornhertstudie bezighoudt en vooral hij die publiceert, zal de gedachte niet van zich af kunnen zetten dat hij de onmetelijk rijke boomgaard van Becker's kennis plundert. Tot troost is het hem dat er nog ongetelde aantallen vruchten blijven en dat het den bezitter niet mogelijk is alle vruchten zelf te plukken en te verzenden. Naast zijn onderzoekingen moeten genoemd worden de studies van Prof. J. Lindeboom, het boekje ‘Dirck Volkertszoon Coornhert’ (1887) van F.D.J. Moorrees en de onderzoekingen van Dr. A. Zijderveld, A. Hallema, Dr. W.A.P. Smit, Dr. H.A. Enno van Gelder, Dr. G. Stuiveling en Dr. G. Kuiper, die in zijn in 1941 verschenen boek ‘Orbis Artium en Renaissance, Corn. Valerius en Seb. Foxius Morzillus als bronnen van Coornhert’ een bijdrage heeft geleverd tot een beter begrip van Coornhert's meest bekende werk, de ‘Zedekunst’. Januari 1941. Eindnoten: 1) Titel van Prof. Lindeboom's boek. Den Haag. 1939. 2) Ofschoon hij, door welke oorzaken dan ook, in het werk van Dr. Romein en zijn vrouw dat die titel draagt niet behandeld wordt. 3) In een critiek op ‘Hermingard van de Eikenterpen’, N.R.C. 29 Juli 1939. H. Bonger, Dirck Volckertszoon Coornhert 11 Hoofdstuk I De wereld waarin Coornhert opgroeide Wanneer na de dood van Maximiliaan de 19-jarige Karel V in 1519 tot keizer van Duitsland wordt gekozen, is de rumoerige, verbijsterend veelzijdige periode van overgang tussen middeleeuwen en nieuwe tijd in volle gang. Economisch, staatkundig, cultureel en godsdienstig, overal grote en ten dele schoksgewijze veranderingen. Het is alsof het middeleeuwse eenheidsgeloof met de daarbij behorende uniforme cultuur, te lang vastgehouden in de banden van de Kerk met haar vaste opvattingen en regels wat betreft geloof, wetenschap en kunst, uitbarst in een groot aantal stromingen die, vaak botsend, in voortdurende heftige beweging, de machtige stroom verlaten. De uiterst simplistische, maar toch onmisbare namen als Renaissance, Humanisme en Protestantisme tonen drie aspecten van de zich oplossende middeleeuwse maatschappij.4) Alle indelingen en naamgevingen zijn kunstmatige dammen in de vloed van de historische gebeurtenissen, zijn dus door hun statisch karakter ten dele foutief. Het is mogelijk, om tot bij het begin der middeleeuwen wortels en sporen van de Vernieuwing te vinden. Men hoeft de werken van kardinaal Cusanus (1405-1461) maar te beschouwen om te zien dat hij wat zijn denkbeelden betreft niet meer tot de middeleeuwse gedachtenwereld behoort. Ook is het niet moeilijk om kenmerken van de middeleeuwen tot ver in de 16e eeuw, ja tot heden te vinden. Het wezen der menselijke samenleving is steeds veelzijdiger en ingewikkelder geworden. Eenheid is er misschien nooit geweest, het naamgeven is dus steeds gebaseerd op een afwegen, een accent verschil. Maar de komende Vernieuwing is onmiskenbaar. Nieuwe inhoud die gegoten wordt vaak in oude vormen. Er komt vernieuwing van het godsdienstig denken en leven, ver- H. Bonger, Dirck Volckertszoon Coornhert 12 nieuwing van de studie der classieke schrijvers, verruiming van het wereldbeeld door de ontdekkingsreizen, opkomst van nationaal besef, streven naar staatsabsolutisme tegenover het feodale particularisme, vernieuwing van de kunst, en voor alles vernieuwing van de in spitsvondigheden vastgelopen scholastieke wetenschap der middeleeuwen. Dit zijn allen kenmerken die, juist door hun breedheid en vaagheid, hun geldigheid hebben behouden, sinds J. Burckhardt zijn onvolprezen ‘Die Kultur der Renaissance in Italiën’ schreef. De steeds krachtiger wordende stedelijke cultuur, al vroeg in de Middeleeuwen in Italië ontstaan, zich verzettend tegen vele maatregelen der Kerk, ook voortdurend strijdend om de rechten op de vorsten behaald te behouden en te vergroten, stempelt de 16e eeuwse beschaving tot een stadsbeschaving en geeft het aanzien aan een nieuw type mens, de burger, wiens meest in 't oog lopend kenmerk is dat zijn gedachtenwereld niet meer uitsluitend geleid wordt door de Kerk en haar voorschriften, maar die, hoe stuntelig en verward aanvankelijk, zelf denkt, zelf onderzoekt, zelf de bijbel leest en zich daarom min of meer losmaakt uit het middeleeuwse autoriteitsgeloof. Het was geen persoonlijke gril van Paus Leo X, dat hij in de grootste uitvinding van die eeuw, de boekdrukkunst (ca. 1540) een gevaar zag voor de Kerk. Vatten wij deze in wezen verwarde en tegenstrijdige tijd nog eens in het oog en trachten wij een algemeen geldend kenmerk te vinden voor de overgang van middeleeuwen naar nieuwe tijd, overgang van landbouw- en gebonden gilden maatschappij naar vrije, stedelijke ondernemers- en kooplieden-vormen, dan geloven wij die in een streven naar autonomie op elk gebied gevonden te hebben.5) Iedere autoriteit boet macht en zeggenschap in. Dit zich losmaken van middeleeuwse banden kan op vele en velerlei manieren plaats hebben. Het kan a-godsdienstige of anti-godsdienstige
Recommended publications
  • Pieter Bruegel's the Beekeepers| Protestants, Catholics, Birds, and Bees| Beehive Rustling on the Low Plains of Flanders
    University of Montana ScholarWorks at University of Montana Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers Graduate School 2004 Pieter Bruegel's The Beekeepers| Protestants, Catholics, birds, and bees| Beehive rustling on the low plains of Flanders Edgar W. Smith The University of Montana Follow this and additional works at: https://scholarworks.umt.edu/etd Let us know how access to this document benefits ou.y Recommended Citation Smith, Edgar W., "Pieter Bruegel's The Beekeepers| Protestants, Catholics, birds, and bees| Beehive rustling on the low plains of Flanders" (2004). Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers. 3222. https://scholarworks.umt.edu/etd/3222 This Thesis is brought to you for free and open access by the Graduate School at ScholarWorks at University of Montana. It has been accepted for inclusion in Graduate Student Theses, Dissertations, & Professional Papers by an authorized administrator of ScholarWorks at University of Montana. For more information, please contact [email protected]. a; Maureen and Mike MANSFIELD LIBRARY The University of Montana Permission is granted by the author to reproduce this material in its entirety, provided that this material is used for scholarly purposes and is properly cited in published works and reports. **Flease check "Yes" or "No" and provide signature** Yes, I grant permission No, I do not grant permission Author's Signature:_____ Date:__________________ Y Any copying for commercial purposes or financial gain may be undertaken only with the author's explicit consent. 8/98 PIETER BRUEGEL’S THE BEEKEEPERS PROTESTANTS, CATHOLICS, BIRDS, AND BEES: Beehive Rustling on the Low Plains of Flanders by Edgar Smith B.A.
    [Show full text]
  • Knowledge and Auctoritas in Coornhert's Zedekunst
    Knowledge and Auctoritas in Coornhert’s Zedekunst Julie Rogiest (Ghent University) Introduction In 1586, one of the most important works of the Dutch philosopher Dirck Coornhert, Zedekunst dat is wellevenskunste or The art of the virtuous life,1 was first published2. This work was the first systematized form of ethics ever to have been written in the Dutch language. Apart from that, the text also provides us with a full overview of the philosophical and moral program of its writer. This program, which earned Coornhert the title of « the sixteenth century champion of moral perfectionism »3, can be rendered by three important lines of thought that also make out the core of the rest of his impressive œuvre:4 moral perfectibility5, the search for Truth and moderation in all things “human”6. As I hope to show, the right sort of knowledge plays a central part in Coornhert’s perfectibilist project, and this mostly with regard to the good management of the human emotions or “hartstochten”, which necessarily underlies the virtuous life or “welleven”. Since this article 1 HANS and SIMONE MOOIJ-VALK have translated it more literally by “Ethics or the Art of living well”, cf. “Coornhert on virtue and nobility”, in: Christian Humanism (ed. A. A. MacDonald e.a.), Leiden, Koninklijke Brill, 2009, 157. 2 More information can be found on the site of the Coornhert foundation: http://www.coornhertstichting.nl/Coornhert/. I have chosen to work with the 1586 edition princeps annotated by the Russian Coornhert specialist Bruno Becker. 3 The expression belongs to Bruno Becker. Cf.
    [Show full text]
  • Justifying Religious Freedom: the Western Tradition
    Justifying Religious Freedom: The Western Tradition E. Gregory Wallace* Table of Contents I. THESIS: REDISCOVERING THE RELIGIOUS JUSTIFICATIONS FOR RELIGIOUS FREEDOM.......................................................... 488 II. THE ORIGINS OF RELIGIOUS FREEDOM IN EARLY CHRISTIAN THOUGHT ................................................................................... 495 A. Early Christian Views on Religious Toleration and Freedom.............................................................................. 495 1. Early Christian Teaching on Church and State............. 496 2. Persecution in the Early Roman Empire....................... 499 3. Tertullian’s Call for Religious Freedom ....................... 502 B. Christianity and Religious Freedom in the Constantinian Empire ................................................................................ 504 C. The Rise of Intolerance in Christendom ............................. 510 1. The Beginnings of Christian Intolerance ...................... 510 2. The Causes of Christian Intolerance ............................. 512 D. Opposition to State Persecution in Early Christendom...... 516 E. Augustine’s Theory of Persecution..................................... 518 F. Church-State Boundaries in Early Christendom................ 526 G. Emerging Principles of Religious Freedom........................ 528 III. THE PRESERVATION OF RELIGIOUS FREEDOM IN MEDIEVAL AND REFORMATION EUROPE...................................................... 530 A. Persecution and Opposition in the Medieval
    [Show full text]
  • Literature of the Low Countries
    Literature of the Low Countries A Short History of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium Reinder P. Meijer bron Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries. A short history of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. Martinus Nijhoff, The Hague / Boston 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij019lite01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Reinder P. Meijer ii For Edith Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries vii Preface In any definition of terms, Dutch literature must be taken to mean all literature written in Dutch, thus excluding literature in Frisian, even though Friesland is part of the Kingdom of the Netherlands, in the same way as literature in Welsh would be excluded from a history of English literature. Similarly, literature in Afrikaans (South African Dutch) falls outside the scope of this book, as Afrikaans from the moment of its birth out of seventeenth-century Dutch grew up independently and must be regarded as a language in its own right. Dutch literature, then, is the literature written in Dutch as spoken in the Kingdom of the Netherlands and the so-called Flemish part of the Kingdom of Belgium, that is the area north of the linguistic frontier which runs east-west through Belgium passing slightly south of Brussels. For the modern period this definition is clear anough, but for former times it needs some explanation. What do we mean, for example, when we use the term ‘Dutch’ for the medieval period? In the Middle Ages there was no standard Dutch language, and when the term ‘Dutch’ is used in a medieval context it is a kind of collective word indicating a number of different but closely related Frankish dialects.
    [Show full text]
  • Mlincoln Thesis Formatted
    ABSTRACT Title of Document: HENDRICK GOLTZIUS’S PROTEAN ICONOGRAPHY: 1582-1590 Matthew David Lincoln, Master of Arts, 2012 Directed By: Professor Arthur K. Wheelock, Jr., Department of Art History and Archaeology Karel van Mander famously characterized Goltzius as a “Proteus or Vertumnus of art”, a turn of phrase that has been taken to refer to his virtuosic skill at engraving in the styles of all the best masters. Often overlooked is the fact that Goltzius also conspicuously exercised his abilities as an iconographer in his early career as a print publisher. Between 1582, when he started his Haarlem print studio, and 1590, when he departed for Italy, Goltzius used classical rhetorical methods to construct innovative compositions. He thus promoted not only his skillful hand, but also his inventive and resourceful mind. This thesis considers Goltzius’s intellectual circles in Haarlem during this critical professional period, presents several case studies of his inventive iconographies, and concludes with two new interpretations of mythological artworks based on the artist’s rarely-acknowledged use of iconographic manuals and emblem books. HENDRICK GOLTZIUS’S PROTEAN ICONOGRAPHY: 1582-1590 By Matthew David Lincoln Thesis submitted to the Faculty of the Graduate School of the University of Maryland, College Park, in partial fulfillment of the requirements for the degree of Master of Arts 2012 Advisory Committee: Professor Arthur K. Wheelock, Jr., Chair Professor Anthony Colantuono Professor Meredith Gill © Copyright by Matthew David Lincoln 2012 DISCLAIMER The thesis document that follows has had referenced material removed in respect for the owner’s copyright. A complete version of this document, which includes said referenced material, resides in the University of Maryland College Park’s library collection.
    [Show full text]
  • Download This PDF File
    “And the Rich Man’s Heart Sorrows and Grieves”: Iconography and the Historiography of The Allegory of Hope for Gain by Dirck Coornhert and Maarten van Heemskerck Dean Messinger In 1547, Dirck Volkerszoon Coornhert (1522-1590) was hired by the Haarlem city council to engrave and print posters advertising the city’s lottery, a series of works which would become the first recorded evidence of Coornhert as an artist.1 Given his propensity for modesty and aversion to greed, a lottery advertisement is an ironic glimpse into the early career of Coornhert, who has been studied as a theologian, statesmen, and author, but little as an artist. His opposition to avarice is best reflected in his print series, The Allegory of Hope for Gain, produced in 1550 in collaboration with famed Dutch painter Maarten van Heemskerck (1498-1574).2 In this paper, I will examine the style, meaning, purpose, and audience of The Allegory of Hope for Gain. In doing so, I aim to place The Allegory of Hope for Gain within a larger historiographical framework, which will bring to light its novel iconography and how it serves as an active intervention into numerous theoretical debates surrounding printmaking and its iconography, as well as uncovering the relationship between Coornhert’s prints and his more famous literary works. This research paper was produced in collaboration with the University of Arizona’s Art Museum’s exhibition, Renaissance Prints from the Permanent Collection: A Selection. I chose The Allegory of Hope for Gain to be the focus of my research, as well as to be publicly displayed in the exhibit, because of the series’ striking visual appeal and enigmatic creator that demanded further research.
    [Show full text]
  • Chapter 1 - Imagining the Diaspora
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25763 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Müller, Johannes Title: Exile memories and the Dutch Revolt : the narrated diaspora, 1550 – 1750 Issue Date: 2014-05-14 Chapter 1 - Imagining the Diaspora The formation of diaspora narratives The Netherlandish diaspora networks that persisted for about two centuries relied on narratives that explained the reasons for their existence and provided commonly recognizable tales of origin. The discourses in which these narratives were developed emerged in the 1550s and were continued and modified by subsequent generations of migrants. Writings of the first generation of the diaspora set the tone for later chronicles and other historiographical works of the various stranger churches. This chapter describes the emergence of discourses that shaped the later diasporic networks and provided images with which individuals and groups could identify. Such processes of identification were necessary for the formation of the diaspora. Refugees from the Low Countries and their descendants saw their fate not as an individual experience but as one shared with a wider community of exiles with whom they remained connected, often over great distances. Historians and church historians have sometimes attributed the cultivation of a diasporic mentality and a pronounced theology of exile to specific branches of Western Protestantism, especially Calvinism. 68 We must, however, not forget that these religious diasporic discourses had their own development and were not initially and self-evidently part of the new confessional cultures that emerged in the sixteenth century. This chapter explores how these discourses came into being and how they were appropriated by groups and individuals within the refugee networks.
    [Show full text]
  • A Historical and Technical Investigation of Sir Peter Lely's Cimon and Efigenia from the Collection at Doddington Hall
    A Historical and Technical Investigation of Sir Peter Lely’s Cimon and Efigenia from the Collection at Doddington Hall. Introduction German Westphalia. The name of Lely, under which he would become famous as an artist, stems from the The Conservation and Art Historical Analysis Project lily, which adorned the gable of his father’s house in 1 at the Courtauld Institute Research Forum aimed to Soest. carry out technical investigation and art historical re- In emulation of Vasari and the Netherlandish search on Sir Peter Lely’s painting Cimon and Efigenia. artist-biographer Karel van Mander, Houbraken wrote The painting came to the Courtauld Gallery in 2012 on the lives of the most famous Dutch artists. Peter for the Lely: A Lyrical Vision exhibition, which focused Lely proves an interesting case, as he seems as much – on Lely’s subject pictures from his earlier years in Eng- or perhaps even more – an English artist. When Lely’s land. After the exhibition, Cimon and Efigenia was soldier-father noticed that his son preferred wielding brought to the conservation department for conser- the brush over the sword and the art of painting over vation treatment. Cimon and Efigenia’s conservation the art of warfare, he sent his 18-year-old son to the treatment, along with previous technical examination Dutch city of Haarlem to study under the painter Frans 2 of the Courtauld Gallery’s Peter Lely subject pictures, Pieter de Grebber. Hardly any work from the time he provided a unique opportunity to further investigate spent in Haarlem is known, however, and it seems that the history of this painting and its place within Lely’s Lely’s career only became truly established when he practice and oeuvre.
    [Show full text]
  • GOD HATES SINNERS?  Besides the “Esau I Have Hated” Passage, Some Use Scripture to Teach That God Generally Hates Unbelievers (And That We Should Too)
    Unconditional election vs Conditional election PREDESTINATION Lutheranism: Single Predestination - while God in eternity past did indeed elect a people for himself whom he would actively save in the outworking of history, he did not decree that the rest of mankind would be lost. Calvinism: Double Predestination or Unconditional Election - from eternity God has chosen some to be saved and he has chosen others to be damned. Arminianism: Conditional Predestination or Conditional Election - predestination is based on God’s foreknowledge. God’s election is conditional on faith in Jesus. God does not arbitrarily consign some people to eternal damnation; their wilful rejection of God’s salvation makes them responsible. BIBLICAL PREDESTINATION The fact that because of his foreknowledge God already knows an outcome, does not in any way imply that he causes the outcome. Scripture clearly teaches that man has a free will and can choose to serve God or not. (Joshua 24:15) “But if serving the LORD seems undesirable to you, then choose for yourselves this day whom you will serve…” Arminius taught that God gave humans free will to choose or reject salvation and that God elects or rejects on the basis of foreseen faith or unbelief. 1 1 He writes that “though the understanding of God be certain and infallible, that does not impose any necessity in things, nay, rather it establishes in them a contingency.” (i.e. a future event which is possible but cannot be predicted with certainty). THE IMAGE OF GOD The Calvinist view of predestination does not regard man as the highest order of God’s creative work, truly capable of independent choice.
    [Show full text]
  • Mannen Op De Bres Voor De Zuivere Rede
    COORNHERT EN BREDERO IN TEYLERS Symposion REEKS mannen op de bres voor1 de zuivere rede Coornhert en Bredero in Teylers – Haarlem – 16 september 2018 Rozekruis Pers | Haarlem COORNHERT EN BREDERO mannen op de bres voor de zuivere rede Coornhert is de eerste ‘vrijdenker des va- derlands’. Met zijn vrije geest vocht hij tegen onderdrukking, vooroordeel, hypocrisie en eigenwaan. Hij trad in 1583 toe tot de Am- sterdamse rederijkerskamer D’Egelantier, die als motto voerde ‘In Liefde Bloeyende’. D’Egelantier werd de voorloper van de Ne- derduytsche Academie die hoger onderwijs en geestelijke vorming voor gewone mensen als belangrijkste doel had. Als oprichters van de Academie in 1617 en als volgende genera- tie schrijvers verwerkten Samuel Coster, P.C. Hooft en G.A. Bredero Coornherts filosofie volop in hun toneel- en poëziewerken. Met name de schilder en toneelschrijver Bre- dero had een open, scherpe geest en een fijn- zinnig gevoel voor de waarachtige rede. Heel belangrijk is voor hem dat je als mens ’selve- loos en stil’ wordt. Als je zuiver wilt denken, dien je de valse ’ickigheyt’ van de wereld van je af te schudden en door te dringen tot het op de bres voorinzicht dat je ‘in de eeuwige Logos’ leeft. Wat waren dat voor mensen? Waar kwamen die ideeën vandaan? Hoe leefden zij, en wat de zuivere redeleren ze ons? Wat is dat, de Zuivere Rede? Hoe dring je daarin door? De denkbeelden waarmee zij worstelden en de vragen waar- mee zij ons nu nog confronteren, zijn anno 2018 nog even actueel. symposi on Mannen op de bres voor de zuivere rede Symposion Coornhert en Bredero in Teylers gehouden in Teylers Museum – Haarlem In de Symposionreeks verschijnen de teksten van symposia die meerdere keren per jaar gehouden worden door Stichting Rozenkruis te Haarlem.
    [Show full text]
  • The Case of the Protestant Religious Emblem in the Dutch Republic
    Els Stronks LITERATURE AND THE SHAPING OF RELIGIOUS IDENTITIES: THE CASE OF THE PROTESTANT RELIGIOUS EMBLEM IN THE DUTCH REPUBLIC In 1567, in the midst of the religious turmoil caused by outbursts of iconoclasm, the French poet Georgette de Montenay published her Cent emblemes chrestiens, the first religious emblem book ever made.1 De Montenay composed one hundred militantly Christian emblems and dedi- cated the volume to Jeanne d’Albret, Queen of Navarre, a well-known supporter of Calvinistic ideas in France. The emblem, invented by the Italian lawyer Andrea Alciato in 1531, can be seen as the ultimate attempt to blur the boundaries between the visual and the literary: word and image were to be combined in the emblem, a genre dedicated to achieving a This research was carried out as part of a project, “The Religious Emblem Tradition in the Low Countries in the Light of Herman Hugo’s Pia Desideria,” coordinated by Marc Van Vaeck and Els Stronks; see http://emblems.let.uu.nl/project_project_info.html#PiaDesideria. The project will culminate in the publication of a monograph, entitled Negotiating Differ- ences in Identity: Word, Image and Religion in the Dutch Republic (Leiden: Brill, 2010). The research was sponsored by the Netherlands Organisation for Scientific Research and the Research Foundation of Flanders. Partial translation of the present article (including all quo- tations originally in Dutch) was provided by Aleid Fokkema of Lighthouse Texts. All trans- lations from the Latin are my own, unless otherwise noted. I thank Arnoud Visser for his very helpful suggestions. 1 I rely here on Ian Green’s definition of “religious literature” as literature related to the Bible and biblical stories or to the relationship between God and the believer.
    [Show full text]
  • Modesty Unveiled in the Vernacular Editions by Cornelis Van Ghistele and Dirck Coornhert
    SBORNÍK NÁRODNÍHO MUZEA V PRAZE ACTA MUSEI NATIONALIS PRAGAE Řada C – Literární historie • sv. 57 • 2012 • čís. 3 • str. 27–34 Series C – Historia Litterarum • vol. 57 • 2012 • no. 3 • pp. 27–34 ’BARBARIC AND UNEDUCATED’? MODESTY UNVEILED IN THE VERNACULAR EDITIONS BY CORNELIS VAN GHISTELE AND DIRCK COORNHERT Henk Nellen – Steven Surdèl The Hague, Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis; [email protected], [email protected] Abstract: The article pays attention to the first two Early Modern translators of classical authors in the Low Countries; one a cooper named Cornelis van Ghistele, a member of one of the local chambers of rhetoric, living in Antwerp during the years before the Protestant Revolt against the Spanish king, and the other a secretary of the city of Haarlem and the States of Holland right at the beginning of the Revolt, called Dirck Volckertszoon Coornhert. Both these translators had a sincere moral desire to enable a large audience of non-Latinists to get acquaint- ed with the contents and ideas of classical authors – a characteristic phenomenon of the European Renaissance. Keywords: translations into Dutch – imitatio – aemulatio With their critical focus on the literary heritage of correct conversational Latin which saw many reprints. Both Classical Antiquity, Renaissance humanists left their mark of them were true philologists who went for the best on an age that tends to be called Early Modern nowadays. documentary sources, and their prefaces clearly show how In a sense, this qualification seems to be valid: by keen they were to correct the many errors that had crept in comparison with the traditional Renaissance or ‘rebirth of over the centuries.
    [Show full text]