PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/147721 Please be advised that this information was generated on 2017-12-05 and may be subject to change. HET GLOSSARIUM HARLEMENSE EEN LEXICOLOG1SCHE BIJDRAGE TOT DE STUDIE VAN DE MIDDELNEDERLANDSE LEXICOGRAFIE 4 ft« l'A C V t ♦ re t- \Yi k \ + * aU»iM 4l*2&e 5 ö* t - t r r \ < * 5 * 4 . i f l ' 4 4W 3rt& VoWjflUf*» ^6QlixAfè 4^UMd4«W«A tftlVorcjv**- 4 » e t* ^ 4P U4< \bctó*-(<rr 3 ° * * ' *«33-£ G ec& v u£ U-h^tQ^ 4^ tHt3^ )d ?Jt jtt^cLr' 4*stt**V«X*3 «fSnV>At- ^OCV vGufl* ow^ IXüi^ot* " « j » •*9*2*«WiT AAtXdo Um) * A ^ vtslu ' * s y * 1 ,3 «*a«<* * - * f v x L ^ y t <4rrt*u: dU?*«*to! VVvrijfiV a 6 » ( ^ 3 a u A v 4 - (Soc**y - — ■ 1 A n w : ____ «d w rM 40 4<u(» Z- 4 t “ ® -ïtiU^fiC ü t rtP 4U»*t»*e ^ n « + uT v(L-& é&+d*J ‘*f-jjt'0*+r-~ 4nunct) fhu-tpcj^* 4 6 CaA*2 Sx>**n**1 4*ve**Jtr} <Kt H0Ch2 ^ ttx w 'j 4om*KmS <%ctc **h **f P. G. J. VAN STERKENBURG / HET GLOSSARIUM HARLEMENSE Promotores: Prof. Dr. A A . Weijnen Dr. A. Gruijs HET GLOSSARIUM HARLEMENSE EEN LEXICOLOGISCHE BIJDRAGE TOT DE STUDIE VAN DE MIDDELNEDERLANDSE LEXICOGRAFIE. PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor in de letteren aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen, op gezag van de rector magnificus Prof. Mr. F.J.F.M. Duynstee, volgens besluit van het college van decanen in het openbaar te verdedigen op 22 mei 1975, des namiddags te 2.00 uur precies door PETRUS GIJSBERTUS JACOBUS VAN STERKENBURG geboren te Breda MARTINUS NIJHOFF/’s-Gravenhage/1975 Aan mijn moeder, vader gedenkend. Aan mijn vrouw; aan Arnoud en Rogier als wissel op meer speelgenot. 7 Voorwoord Het schrijven van deze studie is het logische gevolg van zes jaar intensief worstelen met de inhoud van het Glossarium Harlemense, dat in 1973 door mij in een nieuw kostuum werd gestoken. De problematiek van de Middelnederlandse lexicografie en van het historisch-geografisch (woorcDonderzoek zette mij aan om van het Glossarium H arlem ense na de tekstuitgave een studie te schrijven, waarvan ik hoop dat het inderdaad een lexicologische bijdrage tot de studie van de Middelnederlandse lexicografie zal zijn. Nu dit boek voltooid is en ik het aan de Faculteit der Letteren als proefschrift kan voorleggen, wil ik graag mijn oprechte dank uitspreken aan allen die, ieder op zijn eigen wijze, een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de wording ervan. Hierbij denk ik allereerst aan hen aan wie ik het boek heb opgedragen. Dr. F. de Tollenaere creëerde voor mij op zijn instituut, de Thesaurus, de mogelijkheden om sneller en efficiënter te kunnen werken. Bovendien behoedde zijn deskundigheid als lexicoloog mij meerdere malen voor een misslag. Grote dank ben ik verschuldigd aan mijn collega’s en aan de medewerkers(-sters) van de afdeling Thesaurus van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie, die de gesel van het tot stand komen van dit werk aan den lijve hebben ondervonden; met name mag hier de sectie automatisering genoemd worden, waarvan mevrouw A. Vennix en collega H.T. Wong niet alleen belangrijke suggesties naar voren brachten, maar ook iedere gewenste automatische bewerking realiseerden. In dit verband past ook een woord van dank aan mevrouw J. Rus-Boonekamp die tientallen handschriften translittereerde en op de IBM 029 verponste. Dat deze studie met behulp van velen tot stand kwam, blijkt op bijna iedere bladzijde. Het spreekt voor zich dat veel niet verricht had kunnen worden zonder de hulp van bibliotheken en instituten. Van deze vermeld ik graag de Stadsbibliotheek van Haarlem waarvan de directeur, de heer J.C. van Dijk, mij alle faciliteiten gaf om de codex te bestuderen en het Instituut voor Dialectologie, Volkskunde en Naamkunde te Amsterdam. Herman Kleibrink verplichtte mij opnieuw aan zich door zijn bereidheid foto’s te maken van watermerken en woordkaarten. Tijdens het componeren van het manuscript stond mej. Margreet Oudenes steeds gereed om geschreven en herschreven versies tot een foutloos typoscript om te werken. Bij het corrigeren van de ponsbanden kreeg ik hulp van: drs. Anneke van der Glas, die vooral de Latijnse citaten verifieerde, drs. Har Brok te Amsterdam, mijn collega van het WNT, drs. J. Heestermans, van drs. J.Ph. van Oostrom te Leiderdorp, van drs. W. Pijnenburg te ’s-Gravenhage, drs. J.J. van der Voort van der Kleij te Voorschoten en de heer D. Vennix te Katwijk. Het is aan het initiatief van dr. F. de Tollenaere te danken dat dit proefschrift als eerste deel van series III (Studia) van de Monumenta Lexicographica Neerlandica kan verschijnen. Het Bestuur van de Stichting Instituut voor Nederlandse Lexicologie maakte de uitgave materieel mogelijk. Dat ik hier thans met plezier terugdenk aan de vele leerrijke uren die ik met mijn vriend prof. dr. L. de Man in zijn studeerkamer te Keerbergen en tijdens ons verblijf in ”het hart van Europa” kon doorbrengen, vindt zijn weerslag in onze gemeenschappelijke interesse. Voor mijn trouwste medewerkster, mijn vrouw, zonder wier geestelijke en materiële hulp dit boek niet in zo’n korte tijd zou zijn klaargekomen, geldt onverlet: vrouwen van lexicografen zijn en blijven engelen. Leiden, 12 april 1974 P.G.J. van Sterkenburg 8 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 7 INHOUDSOPGAVE 8 0. INLEIDING 12 0.1. Identificatie en definiëring van het onderzoek 13 0.2. Doel 13 0.3. Werkwijze 14 0.3.1. De lexicografische traditie 14 0.3.2. Boekarcheologische aspecten 14 0.3.3. Linguïstische aspecten 15 1. ENIGE ASPECTEN VAN LEXICOGRAFIE UIT DE MIDDELNEDERLANDSE PERIODE: Het Glossarium Harlemense 17 1.1. Inleiding in de geschiedschrijving der Middelnederlandse lexicografie 18 1.2. Het ontstaan van lexicografische geschriften in het algemeen 20 1.3. Het ontstaan van lexicographica in onze volkstaal 21 1.3.1. Middelnederlandse woorden in Latijnse teksten 22 1.3.2. Glossen 22 1.3.2.1. Interlineaire glossen 22 1.3.2.2. Marginale glossen 23 1.3.2.3. Contextglossen 23 1.4. Het ontstaan van Middelnederlandse glossaria; Bellaard contra Buitenrust Hettema 23 1.5. Kenmerken van glossaria volgens Buitenrust Hettema en Bellaard 25 1.6. De concrete feiten in Harlemense: een bloemlezing 25 1.6. 1. Verbogen woordvormen 25 1.6. 2. Indicaties betreffende verbuiging 26 1.6. 3. Indicaties betreffende genus 26 1.6. 4. Indicaties betreffende woordsoorten 27 1.6. 5. Indicaties betreffende de vervoeging 27 1.6. 6. Indicaties betreffende etymologie en woordafleiding 27 1.6. 7. Grammaticaal siglensysteem 27 1.6. 8. Beperkt lemmata-aantal 29 1.6. 9- Onvertaalde lemmata 30 1.6.10. De bijzondere aard van de inhoud der glossaria 31 1.6.11. Latijn in interpretamenten 31 1.7. Vergelijkbare elementen in chronologisch en genealogisch verschillende lexica 32 1.7.1. Naamgeving 32 1.7.2. Compilator 34 1.7.3. Datering 34 1.7.4. Bronnen 35 1.7.5. Alfabetisering 42 1.7.6. Opbouw der lemmata 46 9 1.8. Verwantschapsbetrekkingen tussen Middelnederlandse woordenboeken 54 1.8.1. Inleiding 54 1.8.2. Hoe stellen we verwantschap vast? 55 1.8.2.1. Uitvoerige interpretamenten 56 1.8.2.2. Volgorde der lemmatae 56 1.8.2.3. Open plaatsen 60 1.8.2.4. Gemeenschappelijke fouten 61 1.8.3. Door anderen aangetoonde verwantschap 66 1.8.4. Onze methode 67 1.8.4.1. Bij beknopte vocabularia 68 1.8.4.2. Bij uitvoerige vocabularia 73 1.9- Conclusie 82 2. BOEKARCHEOLOGISCHE ASPECTEN 86 2.1. Inleiding 87 2.2. Watermerken 87 2.2.1. De watermerken in de Epistulae familiares 87 2.2.2. De watermerken in de Epistolarum formulae % 2.2.3. De watermerken in De remedio amoris 98 2.2.4. De watermerken in het Tractatus de amore 98 2.2.5. De watermerken in de vocabularius 98 2.2.5.1. Methode 2.2.5.2. Beschrijving van de papiersoorten in H arlem ense volgens het schema van Stevenson 99 2.2.5.3. Papiersoorten H arlem ense schematisch 102 2.2.6. Cartula Nostra 102 2.3. Collatieformule 104 2.3.1. Epistolae van Cicero 104 2.3.2. Formulae, De remedio amore, Tractatus 104 2.4. Schrift 107 2.5. De band 107 2.6. Diversen 107 2.7. Conclusie 108 3. INTERN-LINGUISTISCHE ASPECTEN 110 3.1. Inleiding 111 3.2. In hoeverre stoot men op dialectisch materiaal in glossaria? 111 3.3. De methode van lokaliseren tot op heden 114 3.4. De stand van zaken bij het lokaliseren van H arlem ense 117 3.5. Onze methode 117 3.5.1. Het relatief oudste vergelijkingsmateriaal 118 3.5.2. "Contemporaine” parallelteksten 120 3.5.2. 1. Het Glossarium Bemense 121 3.5.2. 2. Fragment van een Bems Glossarium 126 3.5.2. 3. Brugse Olla Patella 127 3.5.2. 4. Fragment Beets 128 3.5.2. 5. Fragment Beckers 128 3.5.2. 6. Glossarium Trevirense 1125/2059 128 10 3.5.2. 7. Glossarium Trevirense 1128/2053 (fol. 62r-67v) 130 3.5.2., 8. Glossarium Trevirense 1128/2053 (fol. 68r-114v) 130 3.5.2. 9- Glossarium Trevirense 1128/2053 (fol. 115r-120v) 134 3.5.2.10. Fragment van een Vocabularius Copiosus Ms. Ltk. 1104 134 3.5.2.11. De Hasseltse Fragmenten van een Latijns-Middelnederlands Glossarium 134 3.5.2.12. Vocabularius Mainz hs. 603 137 3.5.2.13.