Dagboek Van Een Onderhandelaar
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Dagboek van een onderhandelaar 25 mei - 11 november 1977 Ed van Thijn bron Ed van Thijn, Dagboek van een onderhandelaar. 25 mei - 11 november 1977. Van Gennep, Amsterdam 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/thij008dagb01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / Ed van Thijn 7 Voorwoord De kabinetsformatie is een fiasco geworden voor de democratie. De langste formatie in onze parlementaire geschiedenis heeft ook nog een kabinet opgeleverd dat door de kiezers niet is gewild, gezien de verkiezingsuitslag op 25 mei die aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Veel mensen vragen zich in verbijstering af hoe dit mogelijk is geweest. Anderen stellen zich die vraag niet eens en keren zich met weerzin af van de politiek. Niemand kan er meer een touw aan vastknopen. Ondanks alle openheid, die een groot deel van de formatie heeft gekenmerkt, is het verloop ervan toch té grillig en té ondoorzichtig geweest om begrijpelijk te zijn. Als één van de onderhandelaars, die er van dag tot dag bij is geweest, kan ik alleen aan het laatste nog iets veranderen. Het minste wat ik kan doen is vertellen wat er gebeurd is, wat ik heb meegemaakt, wat er in mij is omgegaan. De beslissing om dit dagboek van een onderhandelaar te publiceren, heb ik al na enkele maanden genomen op een moment dat het eindresultaat nog niet vaststond. Maar reeds toen begon de lange duur van de formatie mij te benauwen. Elke dag dat de formatie langer duurde kwam de politiek meer in diskrediet. En ik was daarbij één van de hoofdrolspelers. Ik, die in 1967 in het rapport Een stem die telt één van de pleitbezorgers was geweest voor staatkundige vernieuwing met als kernpunt dat alleen de kiezer behoort te beslissen over de vorming van een kabinet, was nu nationaal recordhouder kissebissen ná de verkiezingen. 1977: Een stem die telt, 161 dagen, 162 dagen, 163 dagen... Dit fiasco hebben de kiezers niet verdiend. Nooit eerder waren zoveel mensen naar de stembus getrokken om hun vertrouwen uit te spreken in de politiek. Een opkomst van 87,5% betekende een daad van burgerzin op een moment dat onze democratische rechtsorde door de kaping van een trein en een school zwaar werd beproefd. ‘Een overwinning voor de democratie,’ dat was het algemene oordeel op die gedenkwaardige avond van 25 mei. Maar de kiezers waren niet alleen gekómen, ze hadden ook gekozen. Zij zorgden voor een aardverschuiving in het politieke krachtenveld, Ed van Thijn, Dagboek van een onderhandelaar 8 een historische overwinning van tien zetels voor de Partij van de Arbeid, een vertrouwensvotum voor het eerste kabinet-Den Uyl. Zeven maanden formatie zijn uitgemond in het tegendeel: een kabinet Van Agt/Wiegel; Den Uyl geen minister-president maar oppositieleider. Welke fouten er ook gemaakt zijn, door wie dan ook, waar dan ook en wanneer dan ook, zij rechtvaardigen in geen geval dit resultaat. Het vertrouwen in de politiek is geschokt. Er hangt een sfeer van katterigheid, van apathie, van berusting zelfs. Zo van ‘er moest ooit eens een eind aan komen. Elk kabinet is beter dan geen kabinet’. En zo hebben we dan een minister-president die er geen geheim van maakt dat hij een aversie heeft tegen het politieke bedrijf. Die aversie is aan de winnende hand. Dat laatste benauwt mij het meest. Want een aversie tegen de politiek bedreigt de democratie in haar fundamenten. Als ooit gebleken is dat onze democratie alleen kan gedijen als de invloed van de kiezers op het politieke gebeuren wordt vergroot, is het nu. De onverschilligheid doorbreken, de aversie bestrijden, dat is de eerste taak waar democraten uit verschillende kampen vandaag voor dienen te staan. Een vereiste daarvoor is dat men weet, geïnformeerd is over wat er werkelijk is gebeurd. Met dit dagboek wil ik daartoe een bijdrage leveren. Niet om mijzelf te rechtvaardigen of schoon te wassen, noch om boete te doen voor gemaakte fouten. In deze verslaglegging van het gebeurde worden de feiten gebracht zoals ze zich aan mij hebben voorgedaan. Het is aan de lezer om te oordelen waar feiten fouten waren. Het is ook geen poging tot analyse van het formatieproces. De (ex-)politicoloog in mij wacht gelaten het oordeel van de professionals af. Mij ontbreekt daarvoor op dit moment de afstand. Evenmin is het de bedoeling om met een nadere uitleg achteraf de gesloten akkoorden nog wat in het eigen voordeel op te poetsen. Een nadere toelichting op de diverse formatiedocumenten met een nieuw licht op de kleine lettertjes zal men tevergeefs zoeken. Volledigheid wordt niet nagestreefd. De andere deelnemers aan het formatiegebeuren zouden stellig andere ervaringen hebben geaccentueerd op grond van hun eigen waarneming. Ik wil de feiten laten spreken die naar mijn waarneming beslissend waren voor het verloop. Wel acht ik het mijn democratische plicht zoveel mogelijk de sfeer waarin en de omstandigheden waaronder in binnen- en buitenkamer door mij gewerkt moest worden in alle openheid te schilderen. Alle gesprekspartners hebben niets nagelaten om deze kabinetsformatie te maken tot het meest open onderhandelingsproces dat ooit heeft plaatsgevonden. Althans tot de elfde van de elfde, de dag waarop ik Ed van Thijn, Dagboek van een onderhandelaar 9 als onderhandelaar buiten de deur kwam te staan. Tot dat moment strekt mijn informatie en dus dit dagboek, dat beoogt de openheid van die tijd zonder terughoudendheid te vervolmaken. Daarbij moet ik vooral aandacht besteden aan de manier waarop de hoofdrolspelers hebben gehandeld en met elkaar zijn omgegaan. Meer dan ooit tevoren heeft deze formatie in het teken gestaan van mensenwerk. Daarop valt nu het volle licht, met name de wijze waarop ik persoonlijk een en ander heb ervaren. Persoonlijk. ‘Politieke onverschilligheid is alleen te doorbreken,’ zo zegt het nieuwe beginselprogramma van de Partij van de Arbeid, ‘als de politici de samenhang kunnen laten zien tussen het persoonlijke en het politieke handelen.’ Vanuit dat motief is dit boek geschreven. Het is een egodocument. Een boek over mijzelf. Impressies van een politicus die verantwoordelijkheid heeft gedragen in een politieke gebeurtenis die zonder weerga is. Die in een warreling van rationele en emotionele momenten, van jubel en verguizing, zijn lijn heeft proberen uit te zetten en te volgen. Een democraat die met lede ogen heeft aanschouwd hoe in zeven maanden tijd een overwinning van de democratie is omgezet in een fiasco. Ed van Thijn, Dagboek van een onderhandelaar 11 1 Den Uyl formateur Woensdag 25 mei Het campagneburo komt bijeen. De mensen die wekenlang dag-in, dag-uit leiding hebben gegeven aan de verkiezingscampagne, treffen elkaar voor de laatste maal. Het is een volstrekt overbodige vergadering. Dat wisten we vantevoren, maar het breekt een lange, machteloze dag. Niemand weet raad met de plotselinge leegte. Een campagne van alles-op-alles abrupt afgebroken, pal voor het hoogtepunt. De machtige arm van het terrorisme heeft het raderwerk stil gezet. Er hangt een macabere sfeer in het land. Om twee uur verloopt het ultimatum. De lijsttrekker is onbereikbaar. Wij verliezen ons in een koortsachtige non-activiteit. Is alles op tijd afgebeld? Er gaat toch niets door per ongeluk? Ook ons stilvallen wordt tot in de puntjes gecoördineerd. Besloten wordt dat ik als enige naar de NOS-studio ga om de uitslagen van commentaar te voorzien. Op gepaste wijze. Zonder vreugde, ook al winnen we een handvol zetels. Over de uitslag zélf heerst een grote onrust. Niemand waagt zich meer aan een voorspelling. De zorgvuldig opgebouwde campagne eindigt in een chaotisch gevoel van machteloosheid. Er valt geen pijl op te trekken. Zullen de mensen niet massaal thuisblijven? Zal er geen ruk naar rechts optreden? Is dit geen ‘gefundenes Fressen’ voor Glimmerveen? Er hangt een onheilssfeer. Het dreigende ultimatum overschaduwt uiteindelijk de prognoselust. Veel te vroeg sta ik weer buiten, ik ga naar huis. De radionieuwsdienst meldt een grote opkomst en weinig bijzonderheden uit school en trein. We zouden pas laat gaan stemmen om nog ergens naartoe te kunnen leven. Die stip is zo gauw gezet. Ik rommel rusteloos in mijn papieren. Met karrevrachten verdwijnen ze in de prullebak. Het ultimatum verstrijkt, godzijdank. Ik begin Hedy op te jagen. Ben je zover? Ze protesteert. Tien minuten later staan we buiten, op weg naar het stemburo. Hajo (9) gaat mee en kontroleert of Hedy wel écht op een vrouw stemt. Gelukkig kan hij maar in één hokje tegelijk zijn. De leden van het stemburo bevestigen de berichten over een grote opkomst. Te snel alweer zijn we op de te- Ed van Thijn, Dagboek van een onderhandelaar 12 rugweg. Bij huis gekomen horen we geschreeuw. Een bouwvakker, werkzaam aan een brug over de Keizersgracht, is getroffen door een zware balk en heeft zijn schouder ernstig verwond. Terwijl hij krimpt van de pijn, vervoeren twee collega's hem naar een auto. De man herkent mij en roept, in al zijn ellende: ‘Verdomme Van Thijn, nou kan ik niet stemmen.’ De auto is aan de kleine kant, het kost moeite om hem erin te krijgen. Ik bied mijn diensten aan. Mijn auto is groter. Even later bevind ik mij op weg naar het ziekenhuis, de man kreunend achterin. Hij moest eens weten. Het gebeuren heeft op mij een bevrijdende uitwerking. Eindelijk weer iets om handen. Even weer die roes van activiteit. Snel begeef ik me door het verkeer. Té snel: de man schreeuwt het uit bij een uitholling overdwars. Terug uit het ziekenhuis begint een nieuw nietsdoen, maar niet voor lang. Een heftig geroep trekt me naar het raam. Brand. Boven de Amstel hangt een dichte, zwarte rookkolom waarin de vlammen een hartverwarmend dansspel opvoeren. De Amsterdammer in mij wordt wakker. Ik ren naar buiten, op de hielen gevolgd door Hajo. Het blijkt zich af te spelen in een zijstraat van het Waterlooplein.