HA.01.0164

Inventaire des archives de Richard-Dorsey Mohun 1864 - 1915

Koninklijk Museum voor Midden-Afrika Tervuren, 2014 T. Morren Description des archives

Nom: Archives

Référence: HA.01.0164

Dates extrêmes: 1892 - 1913

Importance matérielle: 0,34 m.l.

Langues des pièces: Les documents sont rédigés en anglais pour la majeure partie

Lieu de conservation: Musée royal de l'Afrique Centrale

2

Consultation et utilisation

Conditions d’accès L’ensemble des archives de ce fonds peuvent être consultées librement au Musée royal de l’Afrique centrale selon les règles générales de consultation. Vous trouverez plus d’information à ce sujet sur le site du Musée royal de l’Afrique central: httpp://www.africamuseum.be.

Conditions de reproduction La reproduction de ces archives est autorisée pour autant qu’elle soit réalisée à des fins privées et qu’elle se conforme aux règles générales de reproduction. Vous trouverez plus d’information à ce sujet sur le site du Musée royal de l’Afrique centrale: http://www.africamuseum.be.

Citation Pour citer cet inventaire, il est nécessaire d’en donner d’abord la référence complète. Par la suite, la référence abrégée suffit.

Référence complète: Musée royal de l’Afrique centrale, Tervuren, Archives Richard Mohun, HA.01.0164, numéro dans l’inventaire.

Référence abrégée: MRAC,Richard Mohun, HA.01.0164, numéro dans l’inventaire.

3

TOM MORREN

INVENTARIS VAN HET ARCHIEF RICHARD MOHUN (1864-1915)

4

Inhoudstafel ...... 5 Deel 1: Inleiding ...... 7 A. Archieffonds Richard Mohun ...... 8 1. Identificatie ...... 8 1.1. Referentie(s) ...... 8 1.2. Titel ...... 8 1.3. Datering ...... 8 1.4. Beschrijvingsniveau ...... 8 1.5. Omvang en medium van de beschrijvingseenheid (hoeveelheid, volume of afmeting) ...... 8 2. Context ...... 8 2.1. Geschiedenis van de archiefvormer ...... 8 2.2. Geschiedenis van het archief ...... 10 3. INHOUD EN STRUCTUUR ...... 11 3.1 Bereik en inhoud ...... 11 3.2. Selectie en aanvullingen ...... 12 3.3. Oude ordening ...... 12 3.4. Nieuwe ordening ...... 12 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK ...... 14 4.1. Voorwaarden voor raadpleging ...... 14 4.2. Voorwaarden voor reproductie ...... 14 4.3. Taal en schrift ...... 14 4.4. Fysieke kenmerken en technische vereisten ...... 15 4.5. Toegangen ...... 15 5. VERWANT MATERIAAL ...... 15 5.1 Bestaan en bewaarplaats van originelen ...... 15 5.2 Bestaan en bewaarplaats van kopieën ...... 15 5.3 Verwante beschrijvingseenheden ...... 15 5.4 Publicaties...... 16 6. AANTEKENINGEN ...... 16 7. BESCHRIJVINGSBEHEER ...... 17 B. Bijlagen ...... 18 Bijlage 1: Concordans tussen oude en nieuwe nummering ...... 18 Bijlage 2: Fotocollectie van Richard Mohun ...... 20

5

Deel 2: Inventaris ...... 22 A. Archieffonds Richard Dorsey Mohun ...... 23 1. Stukken betreffende het privé-leven ...... 23 2. Koloniale Carrière ...... 25 2.1. Termijnen ...... 25 2.2. Auteur en lid van Koloniale Gezelschappen ...... 36 B. Documentatie ...... 37 C. Archief vreemd aan het fonds ...... 38 4.1. Archief van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika ...... 38 4.2. Archieffonds Laura Mohun ...... 38

6

7

A. ARCHEFFONS RCHAR MOHUN

. ENTFCATE

1.1. Referentie(s)

H.A.01.0164

1.2. Titel

Archieffonds Richard Mohun

1.3. Datering

1892-1913

1.4. Beschrijvingsniveau

Archieffonds

1.5. Omvang en medium van de beschrijvingseenheid (hoeveelheid, volume of afmeting)

0,9 meter

2. CONTEXT

2.1. Geschiedenis van de archiefvormer

Richard Dorsey Mohun is op 12 april 1864 geboren in Washington D.C. Als kind kreeg hij les van verschillende privé-opvoeders en trad vervolgens in dienst van het Amerikaanse leger waar hij al snel de graad van luitenant bij de oorlogsvloot bereikte. In 1889 trad hij in dienst van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken (Department of State ).1

In april 1892 wees de Amerikaanse regering Mohun aan als de nieuwe commercieel agent van de VS in de État Indépendant du Congo . Hij moest de commerciële mogelijkheden van de EIC bestuderen en gunstige handelsbetrekkingen tussen de VS en de EIC uitbouwen. Mohun bracht echter weinig tijd door in het Amerikaans consulaat te Boma. Hij verkende de waterlopen van het district Lualaba waar op dat moment een hevig conflict woedde tussen de Belgen en Arabieren.2

1 COOSEMANS, M., `Mohun (Richard Dorsey Lorraine)´, Biographie Coloniale belge , II, 1951, 710.; [Anoniem], `African Explorer Dead´, , 15 jul. 1915.; [Anoniem], `The Appointment of an American´, India Rubber world , 34 (1906), 114. 2 COOSEMANS, M., `Mohun (Richard Dorsey Lorraine)´, 710-711. 8

In april 1893 bood Mohun zich te Lhomo aan als oorlogsvrijwilliger aan bij de districtscommissaris van Aruwimi-Uele, Louis Chaltin. De Belgische officier benoemde Mohun tot hoofd van de artillerieafdeling onder het bevel van Louis Chaltin. Een pokkenepidemie riep de opmars echter een halt toe in Bena Kamba (dec.r 1893). Hier kwam Mohun onder het gezag van de opperbevelhebber Francis Dhanis die na enkele confrontaties te Bena Musa Mohun belastte met de missie naar Basoko waar hij versterking moest zoeken voor de belegering van ’s boma’s. In maart 1894 bereikte Mohun in gezelschap van de troepen van luitenant Bauduin Kassongo, maar de strijd was toen reeds in het voordeel van de Belgen beslist. Dhanis stuurde daarop Mohun, Hinde en Bauduin op verkenningstocht naar het Tanganyikameer die in april 1894 ten einde liep. Al die tijd had Mohun zijn functie van Amerikaans ambassadeur behouden. Toen hij in juli 1894 naar de Verenigde Staten terug keerde, werd zijn oorlogsengagement niet door iedereen van het Department of State gewaardeerd.3

Ondanks zijn omstreden optreden stuurde de Amerikaanse regering Mohun voor een tweede maal naar het Afrikaanse continent. In mei 1895 werd hij benoemd tot consul van de VS in het sultanaat . Op het eiland was hij getuige van de kortstondige Britse oorlog tegen een troonpretendent. In de nasleep van dit conflict trad hij naar voren als bemiddelaar tussen de nieuwe sultan en de Britse Admiraliteit. Hij bekleedde deze post tot november 1897. 4

Nadat zijn opdracht voor de Amerikaanse regering was afgelopen, ging Mohun in op het aanbod van de Brusselse regering van de EIC om als agent naar Congo terug te keren. Op 6 juni 1898 werd hij benoemd tot commissaire de district de 1 re classe en werd hij aangeduid voor de zone van het Tanganyika-meer. Hij had de leiding over de constructie van een telegraaflijn tussen Mtoa (Albertville) en . De werkzaamheden ondervonden grote hinder door lokale spanningen ten gevolge van de aanslepende strijd tegen de Batetela-opstandelingen. Bovendien werden Mohun en zijn personeel door vice-gouverneur Dhanis aangespoord om mee op te trekken tegen de muiters. De aanleg van de telegraaflijn bereikte een einde en in oktober 1901 liep Mohuns termijn af.5

Het zou tot 1905 duren alvorens Mohun, schijnbaar uit het niets, opduikt in een koloniale functie. Hoe hij de vorige drie jaar heeft overbrugd, is niet meteen duidelijk. Alleszins had Mohun na 1897 Amerika geruild voor een woonst in Brussel waar hij samen met zijn vrouw Harriet Batty woonde. Hij kreeg met haar twee kinderen van wie eentje al in Zanzibar was geboren en de andere in Brussel. 6

In december 1905 duidde Leopold II Mohun aan voor de functie van directeur van ABIR. De teruglopende rubberexploitatie en de toenemende internationale kritiek op de onmenselijke behandeling van de bevolking in het concessiegebied hadden ABIR in bijzonder slechte papieren gebracht. Mohun moest het tij kon doen keren, maar vond niet meteen oplossing. Op zijn voorstel werd de ABIR-concessie in april 1906 door Leopold II opgekocht waarna de privé-maatschappij werd opgedoekt.7

3 COOSEMANS, M., `Mohun (Richard Dorsey Lorraine)´, 710-711.; P. MARECHAL, De <> campagne in het -gebied (1892-1894), Situering binnen het kolonisatieproces in de Onafhankelijke Kongostaat (Annalen Historische Wetenschappen. Vol. 18), Tervuren, 1992, 222. 4 COOSEMANS, M., `Mohun (Richard Dorsey Lorraine)´, 711. 5 COOSEMANS, M., `Mohun (Richard Dorsey Lorraine)´, 711-712. 6 D.E. HUDSON, `Notes And Remarks´, The Ave Maria , 2 (1915), 186. 7 [Anoniem], `The Appointment of an American´, India Rubber world , 34 (1906), 114.; R. HARMS, `The End of Red Rubber: A Reassessment´, The Journal of African History, 16 (1975), 86-88. 9

In mei 1907 tekende Mohun een contract bij de Société internationale Forestière et Minière du Congo of kortweg de Forminière . De Forminière is een in 1906 opgerichte concessiemaatschappij die het recht verwierf op de exploitatie van de bodem- en bosrijkdommen in de Kasai-vallei. Een belangrijk deel van de werking werd bekostigd door de inbreng van Amerikaans kapitaal van onder meer Thomas Ryan en de Guggenheimfamilie. Het was grotendeels in opdracht van de Amerikaanse aandeelhouders dat Richard Mohun en Sidney Ball de leiding kregen van een geologische prospectiemissie in de regio’s Kasai en Maniema. Het belangrijks resultaat van deze expeditie was de vondst van diamant in de buurt van Tshikapa. Mohuns opdracht liep af in november 1909.8

Na afloop van deze missie vertrok hij met zijn gezin opnieuw naar Amerika. In 1910 trad hij in dienst van de Rubber Company in wiens opdracht hij voor de laatste maal naar het Afrikaanse continent terugkeerde. Zijn taak bestond erin om interessante rubberconcessies op te sporen en te inspecteren om vervolgens opties op de koop te nemen. Hij trok rond in Zuid-Afrika, Rhodesië, Mozambique en Madagascar. De zending liep in augustus 1911 af. 9

Na zijn terugkeer bleef Mohun in Amerika actief. In het begin van de Eerste Wereldoorlog zou hij nog als officier hebben gediend op een schip van het Rode Kruis dat naar België gezonden werd. Hij overleed op 14 juli 1915.10

2.2. Geschiedenis van het archief

Het archieffonds Richard Mohun is één van de ca. 350 persoonsarchieven in het bezit van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika .11 De beperkte omvang van het archief is enerzijds een gevolg van het vroegere acquisitiebeleid van het toenmalige Congomuseum dat voornamelijk focuste op de selectieve opname van documenten met waarde voor het onderzoek naar de koloniale geschiedenis. 12 Anderzijds werkte Mohuns bewogen carrière de verspreiding en verlies van documenten in de hand.

Niet enkel het Congomuseum toonde destijds interesse in de collecties van Mohun. Een belangrijk deel van Mohuns etnografische collectie is vandaag bijvoorbeeld opgenomen in het Smithsonian National Museum of Natural History .13 Daarnaast heeft het National Archive in Washington DC een eigen fonds Mohun ( papers Richard D. Mohun ) waarvan de relatie met het in Tervuren bewaarde deel niet duidelijk is.14

8 COOSEMANS, M., `Mohun (Richard Dorsey Lorraine)´, 712. ; FONTAINAS, P., `Shaler (Milliard, King)´, Biographie Coloniale belge , IV,1955, 835-838. 9 TERVUREN , Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Archief Richard Mohun, HA.0164.079-085 10 E. HUDSON, `Notes And Remarks´, The Ave Maria , 2 (1915), 186.; [Anoniem], `African Explorer Dead´, The New York Times , 15 jul. 1915. 11 P. VAN SCHUYLENBERGH, `La mémoire des Belges en Afrique centrale: 150 ans d’archives privées´, J.-P. JACQUEMIN red., Africa Museum Tervuren 1898-1998 , Tervuren, 1998, 264. 12 M. COUTTENIER , `“No Documents, no history”, The moral, political and historical science section of the museum of the Belgian Congo, Tervuren (1910-1948)´, Museum History Journal , 3 (2010), 129-130 en 140-141. 13 De objecten zijn terug te vinden via de databank van het departement Antropologie: http://collections.mnh. si.edu/ search/anth/ 14 Zie. 5.1. Bestaan en bewaarplaats van originelen. 10

De opname van het archieffonds Richard Mohun in de collecties van het Afrikamuseum geschiedde in augustus 1959. Een belangrijke rol in de overdracht is weggelegd voor Leopold Dhanis, zoon van de befaamde baron Francis Dhanis en op dat moment ambassadeur in het Belgisch consulaat te Washington D.C.. Dhanis heeft -vermoedelijk in opdracht van het Afrikamuseum- contact gelegd met de familie van de oude strijdmakker van zijn vader en onderhandeld over de schenking. Er werd een akkoord bereikt met Peabody Mohun, de jongste zoon van Richard Mohun, die een deel van het archief aan Dhanis overhandigde. Dhanis stuurde het op zijn beurt weer door naar het Ministère du Congo Belge et du Rwanda-Urundi. Op 14 augustus is de documentenverzameling uiteindelijk overgemaakt aan het Congomuseum.15

3. NHOU EN STRUCTUUR

3.1 Bereik en inhoud

Het archief Richard Mohun heeft ondanks de beperkte omvang een grote inhoudelijke waarde. Het illustreert de opvallende carrière van de eigenaar en bevat informatie over een breed scala aan onderwerpen.

Richard Mohun was gedurende zijn hele carrière een spilfiguur in de politieke en economische betrekkingen tussen de Verenigde Staten, Leopold II en de État Indépendant de Congo . Als consul in de EIC vertegenwoordigde hij de Amerikaanse commerciële belangen in Leopolds privékolonie. De briefwisseling met het Amerikaanse thuisfront is in dit opzicht een belangrijke bron om de Amerikaanse interesse in Congo van naderbij te bestuderen.16 In dienst van de Forminière werkte hij in opdracht van Belgische en Amerikaans investeerders. De stukken zijn interessant om te kijken hoe het Amerikaans kapitaal een gooi deed op de Congolese grondstoffenmarkt.17

Tegelijkertijd had Mohun een ontegensprekelijke invloed op de ontwikkeling en interne aangelegenheden van de EIC . Als consul vergaarde hij door zijn verkenningstochten nieuwe geografische gegevens 18 en vocht hij mee in de “Arabische Campagne”.19 Als districtscommissaris legde hij een telegraaflijn aan tussen Mtoa en Nyangwe en bestreed hij de muiters van Dhanis’ expeditie richting de Haut-Ituri. 20 Zijn missie voor de Forminière had op middellange termijn belangrijke consequenties voor de mijnbouw in Congo. 21 In zijn dagboeken, publicaties en briefwisseling vertelt Mohun over deze gebeurtenissen en zijn de bescheiden zowel interessant als getuigenis uit eerste hand als studiemateriaal voor de koloniale ideeëngeschiedenis.

Behalve in Congo is Mohun elders in Zwart-Afrika actief geweest. Archivalische sporen van zijn periode als consul in Zanzibar zijn echter schaars. De nagelaten archiefproductie van zijn opdracht

15 TERVUREN , Koninklijke Museum voor Midden-Afrika, Archieven van het Museum , Section histoire du temps colonial , nr. 1959.58 : verwervingsdossier Dhanis , 1959-1960. 16 TERVUREN , Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Archief Richard Mohun, HA.01.0164.020. 17 KMMA, Archief Richard Mohun , HA.01.0164: nr. 68-78. 18 KMMA, Archief Richard Mohun , HA.01.0164: nr. 36-45. 19 KMMA, Archief Richard Mohun , HA.01.0164: nr. 29-35. 20 KMMA, Archief Richard Mohun , HA.01.0164: nr. 53-67. 21 KMMA, Archief Richard Mohun , HA.01.0164: nr. 68-78. 11 voor de Rubber Exploration Company is interessanter en vertelt iets over de Amerikaanse deelname bij de grondstoffenwedloop op het Afrikaanse continent.22

3.2. Selectie en aanvullingen

Het in het museum bewaarde archieffonds Richard Mohun is slechts een fractie van de volledige archiefproductie. De verwerving van stukken uit het privé-leven was voor het toenmalige Congomuseum geen prioriteit zodat ze grotendeels in het bewaarde fonds ontbreken. De focus lag op de ‘koloniale archiefproductie’ maar hier zijn er eveneens duidelijke hiaten aanwezig. Zo is er opvallend weinig materiaal over Mohuns mandaat als Amerikaans ambassadeur in Zanzibar en bevat het fonds geen enkel document van Mohuns optreden als directeur van ABIR .

Een deel van het archief is in 1959 bij de familie Mohun in Washington achtergebleven, een ander deel bevindt zich in de National Archives in Washington. Andere vindplaatsen zijn niet gekend. 23

3.3. Oude ordening

De ordening van Richard Mohun, voor zover die bestond, is door de bewerkingen van het museumpersoneel niet meer te achterhalen. Bij binnenkomst ontving het archieffonds Richard Mohun het schenkingsnummer 59.58 (ofwel de 58 ste schenking in het kalenderjaar 1959). Medewerkers van het museum hebben een onderscheid gemaakt tussen de verschillenden termijnen van Mohun in Afrika en vervolgens chronologisch geordend. Elk stuk heeft men een volgnummer toegekend (van 59.58.01 tot 59.58.228).

De fysieke ordening week af van de intellectuele ordening. De delen werden in een aparte dozen bewaard, terwijl de losse stukken op volgnummer in enveloppes waren gestoken. Elk enveloppe vormde een afgerond chronologisch geheel en viel samen met de duur van één termijn. De foto’s waren destijds uit het fonds gehaald en worden vandaag bij de fotocollectie bewaard. Deze operatie heeft wel geleid tot een vergissing bij de nummering.24 De kaarten en schetsen werden door hun groot formaat niet in de enveloppen bewaard.

3.4. Nieuwe ordening

De nieuwe ordening maakt een onderscheid tussen het archief met een privaat karakter en openbaar karakter. De “Stukken betreffende het privéleven” verzamelt de briefwisseling zonder direct verband met de taken van Richard Mohun in één van zijn openbare functies. Het grootste deel van het bewaarde archief valt echter de “Koloniale carrière”. Die is verder onderverdeeld in twee onderafdelingen: “Termijnen” en “Auteur en lid binnen koloniale genootschappen”.

Een termijn kan men definiëren als een periode van een aantal jaren waarin de persoon als agent of functionaris actief was op het Afrikaanse continent en daar één of meerdere functies (tegelijkertijd)

22 KMMA, Archief Richard Mohun , HA.01.0164: nr. 79-88. 23 Zie 5.1. Bestaan en bewaarplaats van originelen 24 Sommige foto’s hebben een identificatienummer dat al toegekend was aan één van de archiefstukken. Het aantal foto’s stemt overeen met het aantal ontbrekende identificatienummers van het volledige fonds. Zie Bijlage 1: Concordans tussen oude en nieuwe nummers + Bijlage 2: Fotocollectie van Richard Mohun. 12 uitoefende. 25 In het geval van Mohun onderscheiden we vijf termijnen waarin hij telkens één officiële functie uitoefende. Per termijn is het materiaal verder verdeeld in thematische rubrieken die corresponderen met de taken van zijn functie. De artikels en memoires die hij over zijn koloniale carrière heeft geschreven zijn het onderwerp van de tweede onderafdeling. Alle documentatie of archiefstukken die tot een ander fonds behoren, zijn achter de feitelijke inventaris in aparte onderdelen weergegeven. Dit geeft het volgende archiefschema.

A. Archieffonds Richard Dorsey Mohun 1. Stukken betreffende het privé-leven 2. Koloniale carrière 2.1. Termijnen A. Termijn 1: Commercieel agent van de Verenigde Staten in de EIC (1892 jan.-1894 jul.) 1)Algemeen 2) Financiën 3) Politieke en economische vertegenwoordiging 4) Oorlogsvrijwilliger voor de EIC 5) Verkenningstochten 6) Feestelijkheden 7) Documentatie B. Termijn 2: Consul van de Verenigde Staten in Zanzibar (1895 mei-1897 nov.) 1) Algemeen 2) Politieke vertegenwoordiging 3) Feestelijkheden 4) Documentatie C. Termijn 3: Districtscommissaris van de 1 e klasse in de EIC (1898 jun.-1901 nov.) 1) Algemeen 2) Bouw van de telegraaflijn tussen Mtoa en Stanleyville 3) Documentatie D. Termijn 4: Expeditieleider bij de Société internationale Forestière et Minière du Congo (mei 1907-juli 1909) 1) Algemeen 2) Prospectie in de streek rond de Kasai en Aruwimi 3) Documentatie E. Termijn 5: Agent voor de Rubber Exploration Company (jul. 1910-aug. 1911) 1) Algemeen 2) Financiën 3) Inspectie van rubberconcessies in Mozambique, Rhodesië, Zuid- Afrika en Madagascar

25 B. PIRET, Inventaire des archives de Félix Fuchs (1887-1927), conservées au Musée royal de l’Afrique centrale , Tervuren, 2011, 22-23.

13

4) Documentatie 2.2. Auteur en Koloniale Gezelschappen B. Documentatie C. Archief vreemd aan het fonds 1. Archief van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika 2. Archieffonds Laura Mohun

Omdat de oude nummering voorheen werd gebruikt om naar de stukken te verwijzen, is er een concordans in de bijlagen opgenomen. 26

4. VOORWAAREN VOOR RAAPLEGNG EN GEBRUK

4.1. Voorwaarden voor raadpleging

Het archief kan na afspraak worden geraadpleegd. De consultatie verloopt via de procedure en richtlijnen van het leeszaalreglement van de Afdeling Geschiedenis van de Koloniale Tijd (laatste versie 5 november 2008). 27

Al de archiefbescheiden uit deze inventaris zijn openbaar en kunnen niet worden weerhouden van de bezoekers. Enkel de slechte fysieke staat kan mogelijks de raadpleging verhinderen. In voorkomend geval zal in samenspraak met de archivaris naar een andere oplossing worden gezocht. De inventaris vermeldt in de annotatie van de desbetreffende nummers welke stukken preventief aan het publiek worden onttrokken.

4.2. Voorwaarden voor reproductie

De voorwaarden voor het maken van reproducties worden vermeld in het leeszaalreglement van de Afdeling Geschiedenis van de Koloniale Tijd (laatste versie 5 november 2008). 28 Voor het zelf maken van fotografische reproducties dient de gebruiker zich te conformeren met de voorwaarden beschreven in het document Richtlijnen omtrent het zelf maken van fotografische reproducties.

Vanwege de ouderdom van de bescheiden kan men de reproductie niet weigeren op basis van auteursrechten, op voorwaarde dat het privédoeleinden dient en het de fysieke integriteit van de bescheiden niet aantast.

4.3. Taal en schrift

De meeste stukken zijn opgesteld in het Engels, de overige in het Frans. De bescheiden zijn zowel handgeschreven als getypt.

26 Zie Bijlage 1: Concordans tussen oude en nieuwe inventarisnummers 27 http://www.africamuseum.be/museum/research/human-sciences/colonial%20/doc/reglementbibNL.pdf 28 http://www.africamuseum.be/museum/research/human-sciences/colonial%20/doc/reglementbibNL.pdf 14

4.4. Fysieke kenmerken en technische vereisten

De bewaring van de archiefbescheiden was voor aanvang van deze inventarisatie niet optimaal zodat enkele ingrepen ter verbetering hebben plaats gevonden. De delen werden oorspronkelijk bewaard in verstevigde kartonnen dozen, maar de registers werden opnieuw verpakt in zuurvrij papier en in een aangepaste zuurvrije doos. De losse stukken werden uit de oorspronkelijke enveloppes gehaald en in zuurvrije omslagen en dozen verpakt.

Sommige stukken hebben last van inktvraat en inktvervaging wat de leesbaarheid bemoeilijkt. De annotatie van de inventarisnummers vermeldt de eventuele schade aan de stukken in zover die de raadpleging of de leesbaarheid bemoeilijkt. Originele stukken kunnen omwille van de fysieke kwetsbaarheid van de raadpleging worden weerhouden.

4.5. Toegangen

De huidige inventaris vormt een aanvulling op de toegang in het archievenoverzicht van Patricia Van Schuylenbergh.

P. VAN SCHUYLENBERGH, La mémoire des Belges en Afrique Centrale. Inventaire des archives historiques privées du Musée royal de l’Afrique Centrale de 1858 à nos jours (Inventaris van het historisch archief. Vol. 8), Tervuren, 1997, 27.

5. VERWANT MATERAAL

5.1 Bestaan en bewaarplaats van originelen

De National Archives in Washington D.C. hebben een fonds “Papers of R. Dorsey Mohun 1892-1913” in hun bezit. Of het werkelijk originele stukken betreft en de beschrijvingsfiche van het fonds is op dit vlak niet erg verhelderend. Het fonds bestaat uit 23 verschillende items die op drie microfilms staan. De National Archives vermelden nergens het bestaan van originelen of een beschrijving van de aparte stukken. De relatie met het fonds van het KMMA is niet meteen duidelijk.29

5.2 Bestaan en bewaarplaats van kopieën

Zie vorige paragraaf.

5.3 Verwante beschrijvingseenheden

Het KMMA bewaart enkele persoonsarchieven van kolonialen die hebben samengewerkt of nauwe banden hadden met Richard Mohun. De belangrijkste onder hen zijn de volgende:

- Fonds Francis Dhanis,

29 Voor aanvraag ter inzage van de stukken: https://eservices.archives.gov/orderonline/start.swe?SWECmd=GotoView&_sn=IsXX3XMRm2x- rP6B897nhud3NPeAUkNOH6aJV43jYrI_&SWEView=GPEA+Microfilm+Landing+Page+View+MIF&SWEHo=eservi ces.archives.gov&SWETS=1393336505&SWEScreen=GPEA+Microfilm+MIF 15

- Fonds Louis Chaltin - Fonds Nicolas Verhellen - Fonds Eugène Verbeque, - Fonds G.L.E. Andrea - Fonds Fernand de Meuse.

Daarnaast bezit het museum het schenkingsdossier van Richard Mohun 30 en zijn fotocollectie.31

Behalve persoonarchief vinden we in de National Archives in Washington D.C. andere verwante archieven terug. Het archief van het Department of State heeft enkele interessante bronnenreeksen zoals de briefwisseling van Mohun onder de administratie van Grover Cleveland (1885-1897) en William McKinley (1897-1901).32 Het Smithsonian National Museum of Natural History bewaart dan stukken van de etnografische collectie van Richard Mohun.33

5.4 Publicaties

[Anoniem], `African Explorer Dead´, The New York Times , 15 jul. 1915.

[Anoniem], `The Appointment of an American´, India Rubber World , 34 (1906), 114.

COOSEMANS, M., `Mohun (Richard Dorsey Lorraine)´, Biographie Coloniale belge , II, 1951, 710-713.

FONTAINAS, P., `Shaler (Milliard, King)´, Biographie Coloniale belge , IV,1955, 835-838.

HARMS, R., `The End of Red Rubber: A Reassessment´, The Journal of African History , 16 (1975), 73- 88.

HUDSON, E., `Notes And Remarks´, The Ave Maria , 2 (1915), 186.

MARECHAL, P., De <> campagne in het Maniema-gebied (1892-1894), Situering binnen het kolonisatieproces in de Onafhankelijke Kongostaat (Annalen Historische Wetenschappen. Vol. 18), Tervuren, 1992.

6. AANTEKENNGEN

In publicaties verwijst men op volgende manier naar de archiefbescheiden in de huidige inventaris.

TERVUREN, Koninklijk Museum voor Midden Afrika (KMMA), Fonds Richard Mohun , HA.01.0164, inventarisnummer: inhoudsomschrijving, datum.

Of in verkorte vorm:

30 KMMA , Section histoire du temps colonial, nr. 1959.58 : verwervingsdossier Mohun, 1959-1960. 31 De fotocollectie is te raadplegen in het museum, maar zijn nog niet gedigitaliseerd. Zie Bijlage 2: Fotocollectie van Richard Mohun 32 De fiche van de reeks is: http://research.archives.gov/description/594878. De fiches van de brieven die specifiek betrekking op Mohun hebben, zijn: http://research.archives.gov/description/761998; research.archives.gov/description/768669 en research.archives.gov/description/775268 33 Over de verwerving van de Afrikaanse collecties van het Smithsonian, lees : http://anthropology.si.edu/ leopold/pubs/early_african_collections.pdf . De objecten zijn terug te vinden via de databank van het departement Antropologie: http://collections.mnh. si.edu/ search/anth/ . 16

KMMA, Fonds Richard Mohun , HA.01.0164, inventarisnummer: verkorte inhoudsomschrijving, datum.

7. BESCHRJVNGSBEHEER

In januari 2014 werd gestart met de inventarisatie van het archieffonds Richard Mohun. De bewerking geschiedde door Tom Morren, wetenschappelijk assistent van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, onder het toezicht van Dieter van Hassel, archivaris van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. De huidige versie dateert van februari 2014.

De beschrijving van het archief op fondsniveau neemt de volgende standaarden in acht: - ISAD (G): General International Standard Archival Description, - ISAAR (CPF): International Standard Archival Authority Record for Corporations, Persons and Functions.

17

B. BJLAGEN

BJLAGE CONCORANS TUSSEN OUE EN NEUWE NUMMERNG

O Nw O Nw O Nw O Nw rk- vr rk- vr rkm vr rkm vr mmr mmr mmr mmr mr mmr mr mmr 59.58. HA.0.0 59.58 HA.0.0 59.58 HA.0.0 59.58 HA.0.0 64 64 64 64 0 018 4 048 8 083 2 060 02 019 42 048 82 081 22 066 03 020 43 048 83 089 23 063 04 092 44 048 84 089 24 057 05 064 45 048 85 074 25 065 06 072 46 048 86 068 26 009 07 055 47 048 87 069 27 008 08 056 48 048 88 070 28 050 09 043 49 005 89 071 29 049 0 098 50 054 90 068 30 006 096 5 054 9 068 3 050 2 093 52 007 92 068 32 050 3 099 53 058 93 068 33 046 4 100 54 011 94 075 34 021 5 036 55 011 95 076 35 031 6 037 56 029+030 96 073 36 031 7 041 57 022 97 069 37 046 8 037 58 095 98 078 38 024 9 034 59 097 99 086 39 033 20 042 60 079 00 086 40 / 2 044 6 087 0 086 4 035 22 044 62 087 02 086 42 002 23 042 63 088 03 086 43 003 24 045 64 088 04 086 44 025 25 040 65 / 05 086 45 004 26 062 66 079 06 086 46 012 27 042 67 079 07 086 47 013 28 038 68 / 08 086 48 014 29 039 69 082 09 086 49 017 30 101 70 083 0 086 50 010 3 094 7 083 086 5 010 32 032 72 084 2 086 52 023 33 031 73 083 3 086 53 023 34 033 74 016 4 086 54 023 35 033 75 083 5 086 55 023 36 035 76 084 6 053 56 023 37 035 77 085 7 067 57 023 38 001 78 083 8 053 58 023 39 048 79 084 9 059 59 023 40 048 80 083 20 061 60 023

18

O Nw O Nw rk- vr rk- vr mmr mmr mmr mmr 59.58. HA.0.0 59.58 HA.0.0 64 64 6 023 20 023 62 023 202 023 63 023 203 023 64 023 204 090 65 023 205 091 66 023 206 105 67 023 207 / 68 023 208 / 69 023 209 005 70 023 20 / 7 023 2 / 72 023 22 006 73 023 23 / 74 023 24 010 75 023 25 010 76 023 26 / 77 023 27 103 78 023 28 103 79 023 29 103 80 023 220 103 8 023 22 102 82 023 222 102 83 023 223 015 84 023 224 015 85 023 225 015 86 023 226 015 87 023 227 015 88 023 228 015 89 023 90 023 9 023 92 023 93 023 94 023 95 023 96 023 97 023 98 023 99 023 200 023

19

BJLAGE 2 FOTOCOLLECTE VAN RCHAR MOHUN

De foto’s dateren van de periode 1898-1899 en zijn vermoedelijk allemaal genomen in het tentenkamp van Karongo tijdens de aanleg van de telegraaflijn tussen Stanley Falls en Mtoa.

c- Bcrjv mmr

59.58.207 Foto van Richard Mohun in overleg met andere expeditieleden. [1898].

59.58.208 Foto van de rantsoenering van voedsel door soldaten van de Force Publique . 1898.

59.58.209 Groepsfoto van de expeditieleden van de aanleg van de telegraaflijn. 1898.

59.58.210 Groepsfoto van de expeditieleden van de aanleg van de telegraaflijn. 1898.

59.58.211 Foto van Mohun en een expeditielid. 1898.

59.58.212 Foto van het appel van soldaten van de Force Publique met Congolese vlag, behorend tot de expeditie van de aanleg van de telegraaflijn. 1898.

59.58.213 Panoramafoto van soldaten opgesteld voor hun tent in het tentenkamp. 1898.

59.58.214 Foto van Fred Thornton voor tentenkamp van de telegraafexpeditie. 1898-1899.

59.58.215 Groepsfoto met Mohun, twee expeditieleden en de dragers van de expeditie. 1898.

59.58.216 Portret van Mohun in uitrusting voor tent. 1899.

20

21

2 vr

22

A. ARCHEFFONS RCHAR ORSEY MOHUN

. STUKKEN BETREFFENE HET PRVÉ -LEVEN

1. Felicitatiebrief van Felix Fuchs, inspecteur d’état van de EIC . 1894 aug. 1 stuk

2. Uitnodigingsbrief van de gemeenteraad van Brussel voor de huldiging van Francis Dhanis op het stadhuis te Brussel. 1894 okt. 1 stuk

3. Brief van de Société Royale Belge de Géographie betreffende het ontvangen van het erelidschap. 1894 nov. 1 stuk

4. Uitnodigingsbrief van Stephen Grover Cleveland, president van de VS, voor een receptie voor het personeel van de diplomatische diensten. [1894 dec.]. 1 stuk

5. Brief van Edmond van Eetvelde, sécrétaire d’ état van de EIC , betreffende de plannen voor een volgende zending naar Afrika. 1895 jul. 1 stuk

6. Uitnodigingsbrief voor het huwelijksfeest van Khoja Mohamed Ali Walibhai Nazerati. 1897 sept. 1 stuk

7. Uitnodigingsbrief van Arthur Baerts, kabinetschef van de sécrétaire d’ état van de EIC , betreffende een audiëntie bij Leopold II. 1898 jun. 1 stuk

8. Brief van de Royal Geographical Society betreffende de verkiezing tot Fellow van het genootschap. 1898 nov. 1 stuk

9. Brief van Department of State aan Laura Mohun betreffende de officiële ontkenning van het rapport over de mislukking van de expeditie van Richard Mohun in de EIC . 1901 jan. 1 stuk

10. Uitnodigingsbrief van de gouverneur-generaal van de EIC voor een diner. 1901 okt. 1 stuk

11. Decreet uitgevaardigd door Leopold II betreffende de uitreiking van de Étoile de service aan Richard Mohun voor bewezen diensten aan de EIC . Met

23

begeleidingsbrief van Charles Liebrechts. 1901 nov. 2 stukken

12. Brief van Harry Jungbluth, aide de camp van de Service de s.a.r. Mgr le prince Albert de Belgique , betreffende het afslaan van de invitatie voor de komende conferentie door prins Albert. 1901 nov. 1 stuk

13. Uitnodigingbrief van de grootmaarschalk van Leopold II voor een dansavond. [1902 feb.]. 1 stuk

14. Brief van Alfred L. Jones, consul van de EIC te Liverpool, betreffende het schip Anversville . 1902 jun. 1 stuk

15. Telegrammen met gelukwensen voor de reis naar de EIC . 1907 mei. 6 stukken

16. Telegram van Cecil Mohun met kerstwensen. 1910 dec. 1 stuk

17. Uitnodigingsbrief van het Comité Exécutif pour l’ Érection du Monument Dhanis voor de inhuldiging van het monument ter herinnering van Francis Dhanis. 1913 sept. 1 stuk

24

2. KOLONALE CARRÈRE

2.1. Termijnen

A. Trmj Cmmrc v Vr S EC (892 j.- 894 j.)

1) Algemeen

18 -19 Dagboeken. 18. 1892 jan.-1893 okt. 1 deel Met hiaat tussen apr. 1893 en jul. 1893. 19. 1894 jan.-1894 jun. 1 deel

20. Register houdende minuten van uitgaande stukken. 1892 jan.-1895 mei. 1 deel Sommige brieven zijn onleesbaar door inktvervaging en inktvraat.

21. Vergunning tot wapendracht binnen het territorium van de EIC . 1892 aug. 1 stuk

22. Notitieboekje houdende reisgegevens. [1894 jan.]-1894 mrt. 1 deel

2) Financiën

23. Rekeningen-courant, rekeninguittreksels en kwitanties. 1892 mei.-1894 sept. 1 map

24. Brief van de Société Anonyme Belge pour le Commerce du Haut Congo betreffende de ontvangst van de chèque van 5000 dollar door de Compagnie des Magasins Généraux . 1893 sept. 1 stuk

25. Certificaat van het Treasury Department betreffende de terugbetaling van de supplementaire onkosten. 1894 dec. Afschrift. 1 stuk

3) Politieke en economische vertegenwoordiging

26. Minuut van een rapport aan het Department of State . 1892 sept. 1 stuk Enkel voorblad van rapport is bewaard.

27. Circulaire van het Department of State betreffende het opstellen van een

25

rapport over de voorwaarden voor het exporteren van Amerikaanse goederen in het district. 1893 jul. 1 stuk

28. Brief van Edward Strahl, derde assistent bij het Department of State , betreffende de teruggave van de geconfisqueerde goederen van de Amerikaanse missionaris Sarah L. Walrath. Met bijlage. 1894 feb. 2 stukken

4) Oorlogsvrijwilliger voor de EIC

29 -30 . Notitie-en dagboeken over de expeditie tegen de Arabieren onder leiding van districtscommissaris Louis Chaltin. 29. 21 apr. 1893-7 mei 1893. 1 deel 30. 13 mei 1893 mei.-17 jun. 1893. 1 deel

31. Ingekomen brieven van Louis Chaltin, districtscommissaris van Aruwimi-Uele, betreffende de vrijwillige deelname van Richard Mohun als het hoofd van de artillerie. 1893 apr., 1893 jun. 3 stukken Brieven zijn geannoteerd met ‘Exhibit A’ en ‘Exhibit E’ De brief van juni 1893 is in het Engels vertaald.

32. Ordre du jour van Gaspard Fivé, inspecteur de l’état , betreffende de vermelding van de soldaten die zich in de strijd tegen de Arabieren onderscheiden hebben. 1893 mei. 1 stuk Brief is geannoteerd met ‘Exhibit D’.

33. Brieven van Francis Dhanis, bevelhebber van de zone arabe , en Cyriaque Gillain, districtscommissaris van Lualaba, aan de verschillende chefs de poste betreffende de begeleiding van Richard Mohun bij de uitvoering van zijn missie. 1893 dec. 4 stukken

34. Schets van het gebied rond met aanduiding van de marsroutes en strategische vestingen van de troepen van de EIC en Arabieren. [1894 jan.]. 1 stuk

35. Briefwisseling met Francis Dhanis, bevelhebber van de zone arabe . 1894 mrt.-1894 mei. 4 stukken

5) Verkenningstochten

36. Schets van het Leopold II-meer met aanduiding van aangrenzende nederzettingen en stammen

26

1892 nov. 1 stuk

37. Schetsen van het gebied rond de rivier Lukenie. 1892 nov.-1892 dec. 2 stukken

38. Schets van het gebied rond de rivieren Lomami, Sankuru en Lubefu met aanduiding van nederzettingen en landschapskarakteristieken 1892 dec.-1893 nov. 1 stuk

39. Schets van het wegennetwerk in het gebied tussen de rivieren Lukenie en Lufebu. [1893]. 1 stuk

40. Schets van de loop van de rivier Lualaba met aanduiding van nederzettingen en aanlegplaatsen. [1893]. 1 stuk Bevindt zich in een slechte staat en is enkel raadpleegbaar onder toezicht.

41. Schets van de loop van de rivier Lualaba tussen Stanley-Falls en Kasongo met aanduiding van de stopplaatsen van de reis en aantekeningen over de tocht. 1894 jan.-1894 feb. 1 stuk

42. Schetsen van de loop van de rivieren Lualaba en Lukagu, met aanduiding van de nederzettingen en aantekeningen over de loop van de rivieren. [1894 apr.]. 3 stukken

43. Schets van de loop van de rivier Lualaba tussen Ponthierville en Nyangwe met aanduiding van nederzettingen, bijrivieren en aanlegplaatsen. [1894]. 1 stuk

44. Schets van de nieuwe route vanaf de rivier Lualaba naar Mpala via de rivier Lukuga. [1894]. 2 stukken

45. Schets van de mogelijke routes tussen Kasongo en Kabambarre. [1894]. 1 stuk

6) Feestelijkheden

46. Menukaart van een receptie te Matadi. 1892 aug. 1 stuk

*** Uitnodigingsbrief van de gemeenteraad van Brussel voor een huldiging van Francis Dhanis op het stadhuis te Brussel. 1894 okt. 1 stuk Bevindt zich in inventarisnummer 2.

27

*** Uitnodigingsbrief van Stephen Grover Cleveland, president van de VS, voor een receptie van het diplomatisch personeel. [1894 dec.]. 1 stuk Bevindt zich in inventarisnummer 4.

7) Documentatie

47. Krantenknipsel uit L’Étoile belge van 3 augustus 1893, betreffende de mars van commandant Louis Chaltin op Riba Riba. 1893 aug. 1 stuk

48. Dossier van het Department of State inzake de toestemming over de ontvangst van de titel Chevalier de l’ Ordre Royal du Lion door Richard Mohun. 1894 okt.-1895 feb. Afschriften 10 stukken

28

B. Trmj 2 C v Vr S Zzbr (895 m-897 vmbr)

1) Algemeen

49. Akte van aanstelling tot consul van de Verenigde Staten in Zanzibar. 1895 mei. 1 stuk

2) Politieke Vertegenwoordiging

50. Brief van Lloyd Williams Mathews, de eerste minister van Zanzibar, betreffende het vertrek van Richard Mohun als consul van Zanzibar. 1897 nov. 1 stuk

51. Memorandum van Lloyd Williams Mathews, de eerste minister van Zanzibar, betreffende zijn afwezigheid voor de uitreiking van het ereteken. 1897 nov. 1 stuk

3) Feestelijkheden

*** Uitnodigingsbrief voor het huwelijksfeest van Khoja Mohamed Ali Walibhai Nazerati. Bevindt zich in inventarisnummer 6. 1 stuk

4) Documentatie

52. Aanbevelingsbrief van Herman von Wissmann, keizerlijk commissaris te Zanzibar, betreffende de vrijgeleide van Sefu voor de overtocht van diens karavaan van Saadani naar Zanzibar. 1889 jun. 1 stuk

29

C. Trmj 3 rccmmr v k EC (898 j.-90 v.)

1) Algemeen

53. Brieven van Edmond van Eetvelde, secrétaire d’ état van de EIC , betreffende de interesse van Richard Mohun voor een nieuwe expeditie. 1898 jan.-1898 feb. 2 stukken

*** Uitnodigingsbrief van Arthur Baerts, kabinetschef van de sécrétaire d’ état van de EIC , betreffende een audiëntie bij Leopold II. 1898 jun. 1 stuk Bevindt zich onder inventarisnummer 6.

54. Benoemingsbrief tot districtscommissaris van de 1 e klasse. Met begeleidingsbrief van het Departement de l’ Intérieur . 1898 jun. 2 stukken

55- Register houdende minuten van uitgaande brieven en telegrammen. 56 Sommige brieven zijn ondertekend door Alphonse Dhanis en Fred Thornton. 55. 1898 sept.-1900 mei. 1 deel 56. 1900 mei-1901 okt. 1 deel

57. Vergunning tot wapendracht binnen het territorium van de EIC . 1899 mei. 1 stuk

2) Bouw van de telegraaflijn tussen Mtoa en Stanleyville

58. Brief van Charles Liebrechts , secrétaire général van het Departement de l’Intérieur , betreffende het toewijzen van de leiding over de bouw van de telegraaflijn. 1898 aug. 1 stuk

59. Brief van Charles Liebrechts, secrétaire général van het Departement de l’Intérieur , betreffende het bonussysteem voor de snelle afronding van de telegraaflijn. 1898 aug. 1 stuk

60. Lijst van werktuigen en materialen bestemd voor de bouw van de telegraaflijn. [1898 aug.]. 1 stuk

61. Benoemingsbrief van Arthur Carter tot bouwer van de telegraaflijnen. 1898 aug. 1 stuk

62. Schets van het traject van de telegraaflijn tussen Mtoa en Sungula.

30

1898. 1 stuk

63. Brief van Celestin Hecq, districtscommissaris van de zone Tanganyika, betreffende zijn dank voor het opsturen van kapitein Nicolaas Verhellen. 1899 jun. 1 stuk

64. Register houdende minuten van uitgaande brieven van Fred Thornton. 1900 jan.-1900 sept. 1 deel

65. Staat houdende aantekeningen over soldaten die als werkman opgevorderd zijn. 1900 sept. 1 stuk

*** Uitnodigingsbrief van de gouverneur-generaal voor een diner. 1901 okt. 1 stuk Bevindt zich onder inventarisnummer 10.

3) Documentatie

66. Reglement van de overheid van Zanzibar voor de aanwerving en behandeling van karavaandragers. Met nota ter aanvulling van het reglement. 1894 okt. 2 stukken

67. Uittreksel uit de St. James’s Budget betreffende de bouw van de telegraaflijn tussen Mtoa en Stanleyville. 1898 aug. 1 stuk

31

. Trmj 4 Expr bj Société internationale Forestière et Minière du Congo (m 907-v. 909)

1) Algemeen

68. Brieven van de directie van de Société Internationale Forestière et Minière du Congo aan de expeditieleiders Sydney Ball en Richard Mohun betreffende de organisatie van de missie Ryan-Guggenheim. 1907 apr., 1908 sept.-1908 nov. 5 stukken

69. Ingekomen brieven van Alfred Chester Beatty, ingenieur-adviseur bij de Guggenheim mining staff . 1907 mei, 1909 dec. 2 stukken

70. Brief van Hubert Droogmans, secrétaire général van het Departement des finances , betreffende de ontvangst van Sidney Ball en Richard Mohun door Leopold II. 1907 mei. 1 stuk

71. Arbeidsovereenkomst tussen Richard Mohun en de Société Internationale Forestière et Minière du Congo . 1907 mei. 1 stuk

72. Register houdende minuten van de uitgaande brieven. 1908 dec.-1909 jan. 1 deel

73. Verklaring van Jean Jadot, afgevaardigd bestuurder van de Société internationale Forestière et Minière du Congo , betreffende het einde van Richard Mohuns contract als hoofd van de expeditie. 1909 nov. 1 stuk

2) Prospectie in de streek rond de Kasai en Aruwimi

74. Notitieboekje met naamlijsten en aantekeningen van lokaal gerekruteerde werklieden en dragers. 1908 feb. 1 deel

75 -77 Ingekomen brieven van expeditieleden 75. A.E.H. Reid, 1909 aug. 1 stuk 76. Millard K. Shaler, 1909 sept.-1909 okt. 2 stukken 77. Arthur Smith, 1909 mei. 1 stuk

3) Documentatie

78. Rapport van ingenieur Walter Broadbridge over de mineralenrijkdom van de

32 concessie van E.P. Scrutton in de Transvaal-kolonie. 1905 jul. Afschrift. 1 stuk

33

E. Trmj 5 A vr Rubber Exploration Company (j. 90-. 9)

1) Algemeen

79. Brieven van Paul Morton, voorzitter van de The Equitable Life Assurance Society Of The , betreffende een nieuwe opdracht voor het binnenhalen van concessies. 1909 okt.-1910 aug. 3 stukken

80. Arbeidsovereenkomst tussen Richard Mohun en de Rubber Exploration Company . 1910. Afschrift 1 stuk In tweevoud bewaard.

2) Financiën

81. Kwitantie van het uitbetaalde loon door de Rubber Exploration Company . 1911 nov. 1 stuk

3) Inspectie van rubberconcessies in Mozambique, Rhodesië, Zuid-Afrika en Madagascar.

82. Brief van Herbert Noyes betreffende de interesse voor de aankoop van een concessiegebied in de Tugelavallei. Met memo en bijlage houdende informatie over het concessiegebied. 1910 okt. 3 stukken

83 -84 Briefwisseling met de directie van de Rubber Exploration Company . 83. Edward Aldrich, 1910 nov.-1911 mei. 7 stukken Brief van november 1910 in dubbel bewaard. 84. Harold Van der Linde, 1910 dec.-1911 mrt. 3 stukken

85. Brief van [Lurley C. Ombes] betreffende de voortzetting van de activiteiten na de dood van Paul Morton. 1911 jan. 1 stuk

4) Documentatie

86. Briefwisseling van Julius Lay, consul van de Verenigde Staten in Zuid-Afrika. 1907 mrt-1910 mrt. Afschriften. 17 stukken

87. Brief van Paul Morton aan Julius Lay, consul van de Verenigde Staten in Zuid- Afrika, betreffende de aankoop van een exclusieve rubberconcessie afkomstig van de British South Africa Company. Met begeleidingsbrief van W. Olive aan Julius Lay. 1910 mrt., 1910 apr. 2 stukken

34

88. Rapport van James J. Lloyd over de exploitatiemogelijkheden van het landgoed La ferme Saver in Madagascar . 1910 aug. 1 stuk Bevat ook een transcript.

89. << The Rubber bearing plants of South Africa>>, Publicatie over de voorkomende rubberplanten in Zuid-Afrika. [na 1908]. 1 stuk In tweevoud bewaard.

35

2.2. Auteur en lid van Koloniale Gezelschappen

*** Brief van de Société Royale Belge de Géographie betreffende het ontvangen van het erelidschap. 1894 nov. 1 stuk Bevindt zich in inventarisnummer 3.

*** Brief van de Royal Geographical Society betreffende de verkiezing tot Fellow van het genootschap. 1898 nov. 1 stuk Bevindt zich in inventarisnummer 8.

*** Brief van Harry Jungbluth, aide de camp van de Service de s.a.r. Mgr le prince Albert de Belgique , betreffende het afslaan van de invitatie voor de komende conferentie door prins Albert. 1901 nov. 1 stuk Bevindt zich in inventarisnummer 9.

90. Mémoires over de bouw van de telegraaflijn tussen Mtoa en Stanleyville. 1904. 1 stuk

91. <>, Concept van mémoires over de deelname aan de ‘Arabische Campagne’. [na 1905]. 1 stuk

92. Register houdende een verslag over kannibalisme en minuten van uitgaande brieven betreffende publicaties. 1910 okt.-1913 aug. 1 deel

36

B. OCUMENTATE

93. <>, kaart van Nyassaland, opgesteld door Stanford’s Geographical Establishment voor George Cawton. [1891]. 1 stuk

94. << Carte de l’ Etat Indépendant du Congo>>, Kaart van de EIC . 1893. 1 stuk

95. Publicatie uit Le Congo Illustré . 1894 okt. 1 katern

96. <>, detailkaart van het district Bas-Congo met aanduiding van de vegetatie, opgesteld door Hubert Droogmans. 1900 dec. 1 stuk

97. Publicatie uit New Africa . 1904 sept. 1 katern

98. <>, kaart van het district Stanley-Pool. 1904. 1 stuk

99. <>, Kaart van de EIC . 1905. 1 stuk

100. <>, Kaart van de verschillende districten, nederzettingen en missies binnen de EIC . 1907. 1 stuk

101. Kaart van het zuiden van Afrika en Madagascar. 1902. 1 stuk

37

C. ARCHEF VREEM AAN HET FONS

4.. ARCHEF VAN HET KONNKLJK MUSEUM VOOR MEN -AFRKA

102. Aantekeningen van Peabody Mohun over het maken van getypte afschriften van bepaalde archiefbescheiden. [1959]. 2 stukken

103. Bladwijzers bestemd voor indexeren van de inhoud van boekdelen. Na 1959. 1 map

104. Uitprintsel van een microfilm uit het archieffonds Papers Mohun in de National Archives te Washington. Na 1959. 1 stuk Enkel het voorblad is bewaard.

105. Lijsten van de stukken van het archieffonds Richard Mohun. Na 1959. 2 stukken Handgeschreven lijst

4.2. ARCHEFFONS LAURA MOHUN

*** Brief van Department of State aan Laura Mohun betreffende de officiële ontkenning van het rapport over de mislukking van de expeditie van Richard Mohun in de EIC . 1901 jan. 1 stuk Bevindt zich in inventarisnummer 8.

38