POLDER EN EMIGRATIE Deze Publicatie Is Mede Tot Stand Gekomen Dankzij Financiële Steun Van De Stichting Unger-Van Brero Fonds
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
POLDER EN EMIGRATIE Deze publicatie is mede tot stand gekomen dankzij financiële steun van de Stichting Unger-Van Brero Fonds. Omslagillustratie Foto linksonder: Leden van het Emigratiebestuur tijdens een bezoek van de Australische immigratieautoriteiten in 1957. Zittend v.l.n.r.: J. van Campen (KCES), T. Cnossen (CEC); foto rechtsboven: Commissaris voor de emigratie B.W. Haveman en Secretary of the Commonwealth Department of Immigration T.H.E. Heyes. Achterste rij linksonder v.l.n.r.: E. Kuylman (AEC), A. Warnaar (CEC). De foto is o.m. gepubliceerd in De Emigrant. Officieel orgaan van de Katholieke Centrale Emigratie Stichting 21 no. 3 (mei/juni 1972). Foto midden: Nederlanders op weg naar Australië 1952 [Beeldbank Nationaal Archief Den Haag, inv.nr. 063-1346]. isbn: 978-90-367-7176-4 (printed version) isbn: 978-90-367-7175-7 (electronic version) nur 680 Omslagontwerp en zetwerk Frans Aussems grafisch ontwerp, Haren Gedrukt door Gildeprint drukkerijen, Enschede Proefschrift Polder en Emigratie. Het Nederlandse emigratiebestel in internationaal perspectief 1945-1967 en Onderzoeksgids Emigratie 1945-1967 (http://resources.huygens. knaw.nl) geschreven en samengesteld door Marijke van Faassen © Marijke van Faassen, Huygens ING, Den Haag 2014 Postbus 90754, 2509 LT Den Haag e-mail [email protected] internet www.huygens.knaw.nl Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. No part of this book may be reproduced in any way whatsoever, without prior written permission from the publisher. POLDER EN EMIGRATIE Het Nederlandse emigratiebestel in internationaal perspectief 1945-1967 Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de rector magnificus prof. dr. E. Sterken en volgens besluit van het College voor Promoties. De openbare verdediging zal plaatsvinden op donderdag 4 september 2014 om 16.15 uur door Marijke van Faassen geboren op 14 juli 1961 te Landsmeer Promotor Prof. dr. P. Kooij Copromotor Prof. dr. I.J.A. Nijenhuis Beoordelingscommissie Prof. dr. D.J. Wolffram Prof. dr. M.L.J.C. Schrover Prof. dr. H.A.J. Bras Inhoudsopgave Voorwoord Proloog 1 Nederland emigratieland? Een inleiding 5 Een minidepartement voor emigratie? 7 Vraagstelling en wetenschappelijke context 8 Belangstelling voor gemengde besluitvormingsarrangementen 8 Gezichtspunt 1. Gaan 12 Gezichtspunt 2. Komen, gaan en doortrekken 16 Governance gaps en migration management. Een nieuw discours? 20 Het onderzoek: uitwerking van de vragen en kaders 24 De vraag naar het emigratiebestel en zijn bronnen 24 De vraag naar verklaringen voor vorm en functioneren 26 Conceptuele kaders 31 Opzet van dit proefschrift: een hybride 39 deel i institutionele kaders en structuren 43 Hoofdstuk 1 Emigratie als gemengd bestuursarrangement 45 De veranderende rol van overheid en particuliere organisaties Een overzicht 46 Eerste vormen van samenwerking 46 Internationale omgevingsfactoren tijdens de Tweede Wereldoorlog 50 Sociaal-economische en demografische ontwikkelingen na 1945 51 Emigratieverlangens versus emigratiemogelijkheden 55 Toenemende particuliere betrokkenheid 58 Naar een nieuw bestel 60 Invulling en aanpassing van het bestel 63 Juridische kaders 64 Landverhuizingswet 1936 65 Wet op de organen voor de emigratie 1952 67 Emigratiewet 1967 70 Internationale regelgeving 71 De reikwijdte van het bestel 75 Hoofdstuk 2 Overleg- en organisatiestructuren in Nederland 79 ‘A slowness in getting their machine going’. De organisatie vóór 1952 80 De Stichting Landverhuizing Nederland 81 De emigratieafdeling van het Rijksarbeidsbureau 84 Lijntjes vanuit Landbouw 86 Aanmelding 89 ‘An elaborate and costly machinery’. De situatie na 1952 91 De Commissaris voor de Emigratie 92 De Raad voor de Emigratie 97 Het Emigratiebestuur 101 De Nederlandse Emigratie Dienst 105 Het Commissariaat voor de emigratie 108 De Emigratiedienst in het buitenland 111 Openbare aanmeldingsorganen en hun kantoren 113 Particuliere aanmeldingsorganen en hun kantoren 115 Besluit 119 Hoofdstuk 3 Het Intergovernmental Committee for European Migration en zijn wortels 121 Wereldpolitiek zonder regering 126 De Verenigde Naties: ideaal van vrede en veiligheid? 127 Vluchtelingen 128 De vluchtelingenorganisaties IGCR en UNRRA 129 Ontstaan van de International Refugee Organization 132 Een permanent probleem? 134 Arbeidskrachten en ‘surplusbevolking’ 136 Een moeizame start voor de ILO 136 Point Four: nieuwe mogelijkheden 138 Een verlopend tij? 143 Emigratie- en immigratielanden. Karakteristiek van beleid en organisatie 146 Italië 147 West-Duitsland 151 Canada 156 Australië 162 Sonderen tussen Genève en Napels 168 Het Intergovernmental Committee for European Migration 173 Besluit 177 deel ii de formatieve fase van het bestel 181 Hoofdstuk 4 Drijvende krachten en achtergronden: discussies over vernieuwing en ordening 1918-1950 185 De meelstreep 185 Vernieuwing: volkshogescholen, vorming en... emigratie 187 Ordening: zelfdoen in eigen kring of ook daarbuiten? Naar nieuwe vormen van functioneel bestuur 191 Gedachtevorming in het interbellum 193 Duitse ‘ordenaars’ versus Nederlandse vernieuwers 201 ‘Gegroeide eensgezindheid en onderlinge samenwerking’. Voorlopige uitkomsten 207 Politieke krachtsverhoudingen 208 Ordening tussen etatisme en corporatisme 209 Besluit 214 Hoofdstuk 5 De vorm van het bestel. Debat over de organisatie van emigratiebeleid 217 Streven naar structuurpolitiek 219 Strategisch overleg bij de centrale landbouworganisaties 221 Legitimiteitsverlies van de Stichting Landverhuizing Nederland 226 De boerenlobby 228 Brede advisering 1949-1950 231 Het sociologencongres 232 De emigratiecommissie van de Stichting van de Arbeid 233 Patstelling in de commissie Landbouw-Emigratie 243 Geordend eindadvies? 254 Besluit 257 Hoofdstuk 6 Wetgeving en implementatie 1950-1953 261 Reacties op de adviezen van de commissie Landbouw-Emigratie 261 PvdA-beraad in kleine kring 262 Ambtelijke reacties en een ministeriële bespreking 264 Benoeming van een Commissaris voor de Emigratie 266 ‘Een mij biologerend stuk werk’. Biografische schets van Bastiaan Wouter Haveman 268 Met de felicitaties van de sociologen 277 Ontwikkelingen tijdens het wetgevingsproces 279 Haveman en de oprichting van het ICEM 281 De vrouwenorganisaties en de CSLE 285 Een emigratiekoepel vanuit de industrie? 287 Reacties op het wetsontwerp 289 Een ‘Federatief Verband van loslopende honden’. Totstandkoming van de Algemene Emigratie Centrale 292 Algemeen versus deelbelang. Het parlement aan zet 295 ‘Reculer pour mieux sauter’. Implementatieproblemen 297 Besluit 301 deel iii het bestel in bedrijf 305 Hoofdstuk 7 Onderlinge samenwerking en beleidsvorming in cruciale jaren. Enige casestudies 307 Representativiteit en verordenende bevoegdheden 310 Toelating en erkenning 310 Toelating tot de Raad: de uitverkorenen en de kanshebbers 310 ‘De deur niet gesloten, maar ook niet al te wijd open’. Richtlijnen voor erkenning 315 De Gereformeerde Emigratie Stichting en de Nederlands Zuid-Afrikaanse Vereniging 317 Bevindingen 321 De casestudies 322 Grenzen tussen emigratievoorlichting en emigratiepropaganda (casus 1) 323 Achtergronden, initiatief, doel en werkwijze; het advies in de historiografie 323 De verhouding tussen Commissaris, Bestuur en Raad 327 Sturing van overheidszijde en vanuit het middenveld 329 Beïnvloeding en coalitievorming 331 Bevindingen 334 ‘Er is veel verzet’. Blokkering van een Raadsadvies over landbouwemigratie (casus 2) 336 Achtergronden, initiatief en doel van het voorstel 336 De verhouding tussen Commissaris, Bestuur en Raad 339 Sturing en beïnvloeding 340 Bevindingen 343 Advies over een ‘toekomstig emigratiebeleid’ (casus 3) 344 Achtergronden, initiatief, doel en werkwijze; het advies in de historiografie 344 De verhouding tussen Commissaris, Bestuur en Raad 349 Sturing 350 Beïnvloeding 352 Coalitievorming 355 Bevindingen 360 Besluit 361 Hoofdstuk 8 Wisselwerking met de internationale constellatie 363 Internationale liberaliseringstendensen op economisch vlak 365 Intercontinentale emigratie in relatie tot een Europees migratiebeleid 368 Nederlandse voorstellen voor een doorstart van het ICEM 368 Het Emigratiecommissariaat en het overleg over het vrije verkeer van personen 371 Informeel overleg binnen het ICEM 375 Naar een toekomstbestendig Nederlands emigratiebeleid 381 Havemans uitwerking van het Raadsadvies uit 1961 381 Afremmen, ombuigen of bijstellen? Pokeren in kabinet en parlement 384 Een nieuwe koers? Introspectie bij de maatschappelijke organisaties 387 ‘Een wat delicate zaak’. Landbouwsanering-emigratie-ontwikkelingshulp? 391 De hegemonie doorbroken? 398 Afkalvende steun, reflectie en een departementale reorganisatie 398 Aanpassingen van het bestel 399 Besluit 406 Slotbeschouwing 411 Een terugblik op ontstaan, ontwikkeling en functioneren 411 De plaats van het emigratiebestel binnen de overlegeconomie 420 Reflectie op de bruikbaarheid en de beperkingen van het governanceconcept 425 Epiloog 431 Paradigmawisselingen, verplaatsing van de politiek en governance gaps 431 Summary 439 Afkortingen 447 Bijlagen 451 Bijlage 1 Oprichtingsdata particuliere emigratieorganisaties 452 Bijlage 2 Aanmelding en vertrek via niet-openbare aanmeldingsorganen 1953-1967 454 Bijlage 3 Vertrek via openbare en niet-openbare aanmeldingsorganen 1953-1967 455 Bijlage 4 Indicatie emigratiekosten 456 Bijlage 5 Overzicht lidstaten ICEM 1952-1967 457 Bijlage 6 Door ICEM-bemiddeling geëmigreerde emigranten 1952-1967 458 Bijlage 7 ICEM