Complete Dissertation
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VU Research Portal Recht of Schade Vonk, R.A.A. 2013 document version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Vonk, R. A. A. (2013). Recht of Schade: Een geschiedenis van particuliere ziektekostenverzekeraars en hun positie in het Nederlandse zorgverzekeringsbestel 1900-2006. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. E-mail address: [email protected] Download date: 25. Sep. 2021 Recht of Schade Vrije Universiteit Recht of Schade Een geschiedenis van particuliere ziektekostenverzekeraars en hun positie in het Nederlandse zorgverzekeringsbestel, 1900-2006 ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad Doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam, op gezag van de rector magnificus prof.dr. F.A. van der Duyn Schouten, in het openbaar te verdedigen ten overstaan van de promotiecommissie van de Faculteit der Geneeskunde op dinsdag 10 september 2013 om 13.45 uur in de aula van de universiteit, De Boelelaan 1105 door Robert Arnoldus Antoon Vonk geboren te Middelburg promotor: prof.dr. E.S. Houwaart copromotor: dr. K.P. Companje Woord vooraf ‘The White Rabbit put on his spectacles. ‘Where shall I begin, please your Majesty?’ he asked. ‘Begin at the beginning,’ the King said gravely, ‘and go on till you come to the end: then stop’. Lewis Caroll, Alice’s adventures in Wonderland Een zekere mate van monomanie is voor het schrijven van een proefschrift een absolute vereiste, maar het is voor de omgeving van de schrijver niet altijd prettig. Een woord van excuus is hier wel op zijn plaats. Ik zal mijn leven beteren… Dat gezegd hebbende, wil ik natuurlijk ook mijn dank uit- spreken. In de vier jaar dat ik aan dit proefschrift heb gewerkt, heb ik on- noembaar veel steun gehad aan de mensen om mij heen. In de eerste plaats, wil ik me hier richten tot het bestuur van de Stichting Historie Ziekenfondswezen. Zonder de financiële steun van de Stichting HiZ had het onderzoek, waarvan dit proefschrift een resultaat is, niet hebben kunnen plaatsvinden. Ik ben Eggo Boer, Paul Overmars, Niek de Jong en Walter Annard zeer erkentelijk voor het vertrouwen dat ze in mij hebben gesteld. Een bijzonder woord van dank verdient Steef Weijers. Hij heeft zich op beslissende momenten, niet alleen vanuit de Stichting HiZ, maar ook vanuit de Stichting VNZ, sterk gemaakt voor dit project. Steef, (ik ben hier maar even zo vrij), zonder jouw inzet was dit project er niet gekomen. Heel veel dank daarvoor. Ik ben alle collega’s van de afdeling Metamedica van het VU medisch centrum dankbaar voor het feit dat ze me zes jaar lang in hun midden hebben opgenomen: de eerste twee jaar nog als junior, later als onderzoeker in opleiding. Ik kan terugkijken op een mooie tijd, hoewel ik de beslissing om niet verder te gaan met medische geschiedenis als onderzoeksgebied nog steeds betreur. Een paar collega’s wil ik hier met name noemen. Ten eerste iedereen die in de afgelopen zes jaar deel heeft uitgemaakt van de gezelligste kamer van de afdeling, A-322: John van Wielink, Karel-Peter Companje, Danièle Rigter, Leo van Bergen, Stephen Snelders, Joeri Tjitra, Andrea Ruissen en Marjanne van Zwol. We hebben in die zes jaar gezamenlijk, al dan niet onder het genot van een kopje koffie, heel wat wereldproblemen opgelost. Bovendien moet ik jullie geduld prijzen. Ik was, zeker vroeg in de ochtend, lang niet altijd de meest spraakzame collega. Danièle, John en 5 RECHT OF SCHADE Karel-Peter, ik hoop dat het Kenniscentrum Historie Zorgverzekeraars – en onze samenwerking – ook in de toekomst gewoon door zal gaan. Daarnaast wil ik in dit voorwoord ook Frans Meijman niet ongenoemd laten. Frans, ik heb je, als ik weer eens aanslofte voor een ‘pastoraal’ gesprek, meer dan eens van je werk afgehouden, maar ik heb veel aan onze gesprek- ken gehad, zowel in persoonlijk als in wetenschappelijk opzicht. Zonder de ondersteuning van ons onvolprezen secretariaat, Patricia Brinkman en Deborah van Tiel, was ik allang verdwaald in het administratieve doolhof dat een grote organisatie eigen is. Heel veel dank voor jullie ondersteuning. Ik ben het Verbond van Verzekeraars bijzonder erkentelijk voor het feit dat het mij, zonder veel omhaal, toegang heeft gegeven tot zijn archieven. Het getuigt van een geloof in openheid die andere organisaties niet altijd hebben. Zonder dat materiaal was het proefschrift er niet gekomen. De mensen van het Centraal Archief van het Verbond van Verzekeraars ver- dienen een bijzonder woord van dank: Heiko Ebeling, Ed de Vrieze, Paul Jongeling en Fred ten Hove. Er zijn weinig plaatsen waar ik tijdens mijn loopbaan als promovendus zo hartelijk ben ontvangen als bij jullie. Ik ben ook Theo Polfliet, de beheerder van de historische bibliotheek van ASR Verzekeringen in Utrecht, dankbaar voor zijn hulp en belangstelling. De bijlage en een groot deel van de eerste twee hoofdstukken zouden er, zonder de immense hoeveelheid verzekeringstijdschriften en -jaarboeken uit de ASR-bibliotheek, heel anders hebben uitgezien. In de loop van mijn onderzoek heb ik met een groot aantal mensen gesproken. Ik wil hier in het bijzonder G.W. de Wit, Ad Bouwmeester, Ton van Bijsterveldt, Henk Anbeek († 2010) en Wim Snooy bedanken voor het feit dat ze mij wegwijs hebben gemaakt in de wereld van ziektekostenver- zekeringen en mij materiaal hebben aangereikt waarmee ik dit proefschrift kon verrijken. Ik wil tevens Erik Schut bedanken voor het feit dat hij de afgelopen jaren met enige regelmaat delen van dit proefschrift (in oervorm) van commentaar heeft voorzien. Erik, ik heb veel aan onze gesprekken gehad. Helaas heb ik niet alles ‘korter kunnen opschrijven’, maar ik hoop dat dit boek er desalniettemin mee door kan. Medische geschiedenis, in het bijzonder de geschiedenis van de moderne gezondheidszorg, is mij in de afgelopen zes jaar na aan het hart komen te liggen. Ik prijs me dan ook gelukkig dat ik als lid van de kernstaf verbonden ben aan het Mastertraject Medische Geschiedenis. Ik wil de leden van de kernstaf, Eddy Houwaart, Hans de Waardt, Harm Beukers, Toine Pieters, Manfred Horstmanshoff, Annette Bierman en sinds kort ook Gemma Blok en Rina Knoeff, bedanken. Ik heb van ieder van jullie bijzonder veel geleerd. 6 WOORD VOORAF Ik kan (en wil) hier ook niet voorbijgaan aan twee andere ‘gelijkgestemde geesten’, Kees-Jan van Klaveren en Paul van Trigt. We hebben met het Netwerk Medische Geschiedenis een podium voor jonge onderzoekers gemaakt dat hopelijk ook in de toekomst nog van waarde zal zijn. Dat geldt ook voor het tijdschrift Geschiedenis der Geneeskunde. Ik heb met mijn mederedactieleden, Bob Van Hee, Vincent Van Roy, Cornelis van Tilburg, Guy De Munck, Karine van ’t Land en David Guilardian, met veel plezier mogen samenwerken. Ik ben blij dat de toekomst van het tijdschrift – zij het in aangepaste vorm – ook voor de komende jaren gegarandeerd is. Zoals hierboven wel is gebleken, functioneert een onderzoeker, hoe monomaan ook, nooit in het luchtledige. De steun van andere aio’s en oio’s is zelfs onontbeerlijk. Mijn jaarcohort van de onderzoeksschool, N.W. Posthu- mus Instituut, heeft een belangrijke rol gespeeld bij het delen van de smart die promoveren eigen is. Maar ik wist me ook gesteund door goede vrienden binnen en buiten de academie, zoals Peter van Dam, Bram Mellink en Marnix Schot. En dan de andere leden van de Bende van Vier: Tijmen Lucie, Joost Bende en Dirk-Jaap Klaassen. Heren, zonder jullie vriendschap was ik waarschijnlijk tijdens het schrijven van dit proefschrift een kluizenaar geworden. Bovendien hebben Tijmen en Joost mij voor de nodige taalfouten en onduidelijkheden behoed. Er zijn mensen die bij het uitspreken van woorden van dank snel over het hoofd worden gezien. Gelukkig is het vanzelfsprekend dat ik met al mijn zorgen, luimen en geluk bij mijn ouders, Arnold en Riet Vonk, en bij mijn zussen en broer, Anneke, Marieke en Anton, terecht kan. De afgelopen jaren zijn spannend geweest en de toekomst is nog ongewis, maar samen sta je sterk. Anna, alles wat ik over jouw rol in mijn leven zou kunnen zeggen, doet je tekort. Je hebt met veel geduld al mijn stukken, hoe lang ook, doorgenomen. Bovendien, heb je in de vier jaar dat ik aan dit boek heb gewerkt, met deze knorrige en soms mentaal afwezige man in één huis moeten leven. Lieve Anna, zonder jou ben ik onaf. Met jou ben ik meer dan mezelf. Robert Vonk, 26 februari 2013 7 Inhoud Woord vooraf 5 Lijst met tabellen en figuren 11 Inleiding 13 1 Over vrijbuiters, verzekeraars en het ontstaan van een markt, 1900-1939 33 1.1 Structurele ontwikkelingen in de verzekering van zorg, 1900-1939 34 1.2 Het ontstaan van een markt voor particuliere ziektekostenverzekeringen 39 1.3 De particuliere ziektekostenverzekering: een andere kijk op de verzekering van zorg 53 1.4 De dynamiek van een ongereguleerd systeem van ziektekostenverzekeringen 62 Samenvatting 83 2 De Duitse bezetting en de geboorte van een publiek-privaat systeem, 1940-1945 89 2.1 Structurele ontwikkelingen in de verzekering van zorg, 1940-1946 90 2.2 De gevolgen van de Duitse bezetting: verzekeraars in dienst van de staat 92 2.3 Het Ziekenfondsenbesluit: de staat in dienst van het volk 100 2.4 De geboorte van een publiek-privaat systeem 112 Samenvatting 123 3.