De Flora Van Wieringen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Flora Van Wieringen De Flora van Wieringen (Mededeeling No* 14 der Zuiderzeecommissie) DOOR D. A.N. G. Kruseman+Jr. Koopmans-Forstmann, Koopmans, , W.C. de Lütjeharms , Leeuw W.J. , Jan+G.Sloff van Soest en A. van der , J.L. Werff, met Medewerking van: C. Cool(†), M.R.S. Boetje-van+Ruyven, F. Flor- schütz P. A.W. Kloos+Jr. G. W. , Jansen, , Sanders, Schipper Th. Stomps F. Verdoorn enW.H. Wachter , , , onder Redactie van: W.C. de Leeuw Soest en J.L. van . Inhoud. Biz. 1. Inleiding door W. C. de Leeuw 221 11 Algemeene Beschouwingen 221 12 Topographie 222 13 Bodem 225 14 Hydrographie 235 15 Klimaat 244 16 Floristisch Onderzoek 245 17 Literatuur 247 2. Systematisch overzicht der Flora 249 21 Algae door A. van der Werff 249 22 Fungi door W. J. Lütjeharms 291 23 Lichenes (determinaties van F. Florschütz) 292 24 Musci en Hepaticae door D. Koopmans-Forstmann, A. N. Koopmans en J. L. van Soest 294 25 Pteridophyta en Phanerogamae door J. L. van Soest 308 3. Vegetatie van Wieringen door W. C. de Leeuw en J. L. van Soest 356 31 Floristisch-statistische Bijzonderheden 356 32 Regionale Indeeling 375 221 Biz. 321 Elementen en Subelementen in ruimeren zin 375 322 Elementen der Nederlandsche Floradistricten 378 323 Floristisch-geographische Positie van Wie- ringen 380 33 Verspreiding der Flora.. 390 331 Floristische Cartographie 390 332 Tegenstellingen in de Verspreiding der Flora 391 333 De Flora van bijzondere Standplaatsen.... 406 333.1 Ruderale Plaatsen 407 333.2 Akkers..... 407 333.3 Graslanden 410 333.4 Eendenkooien.. 411 333.5 Schapenwallen 415 333.6 Wierdijken 417 34 Veranderingen der Flora 419 4. Het Wieringer Landschap 422 41 Het oude land van Wieringen: De Zuiderzeewerken; tuinen daarbuiten verwilderde De en planten door W. C. de Leeuw en J. L. van Soest 422 42 De Waard-Nieuwlandpolder door G. Kruseman Jr. en J. L. van Soest. 428 43 De Buitengronden van Wieringen door J. G. Sloff 430 5. Resumé (Engelsch) 445 1. Inleiding. 11. Algemeene beschouwingen. Toen in het van 1927 de nieuw vroege voorjaar opge- richte Zuiderzee-Commissie haar programma moest gaan opmaken en als eerste taak de inventarisatie van de hui- dige kust en der eilanden van het Zuiderzeegebied als van zelf vond aangewezen, lag het voor de hand, dat Wieringen, waar de werkzaamheden der afsluiting zich reeds konden doen gelden, het allereerst in onderzoek Dit is in de genomen werd. onderzoek jaren 1927, 1928 en 1930 door een groot aantal medewerkers tot zulk een mate van volledigheid opgevoerd, dat het samenvattend rapport daarover goed recht op den gebruikten titel: 222 „De flora van Wieringen” kan doen gelden. Dat dit gunstige resultaat werd bereikt, is zeker in niet geringe mate te danken aan de bekoring, die er van dit, tot zeer en eiland onlangs nog zoo eenzame oorspronkelijke uitging. De samenstellers van dit verslag achten zich gelukkig, dat zij voor later tijden van het floristisch karakter van dit oude land een denkbeeld van „hoe het was" hebben kunnen ontwerpen en herdenken erkentelijk den geest van goede samenwerking, die allen, die daartoe hebben mede- gewerkt, de waarnemers in het veld en de specialisten te huis, heeft bezield. 12. Topographische gegevens. Wieringen (Stafkaart 1 : 25000, bladen 194, 176; Geolo- gische Kaart, blad Medemblik II; Plantenkaartjes K 4, 25 uurhokjes 15, 16, 17, en 26) heeft een oppervlakte van ca. 2506 ha (Centraal Bureau voor Statistiek) en is daar- is door het grootste Zuiderzee-eiland (Urk 81 ha). Het dan ook hemelsbreed km breedst ca. 9% lang en op zijn ca. 3% km. De lengte-as loopt N.O.—Z.W., wat aan de strekking van landschapsvormen uit het Friesch—Drentsch diluvium herinnert. Voor een aanzienlijk deel verheft de oppervlakte van het eiland zich tamelijk ver boven den zeespiegel. De kerk bij Westerland, die op een der hoogste punten staat, ligt zelfs 12.55 m boven N.A.P. Schuiling geeft in „Wieringen nu" Kon. Ned. Aardr. Genootsch. vroeger en (Tijdschrift 2e 44 ser. deel (1927) p. 484) op, dat enkele punten in de omgeving der kerk nog hooger liggen. Het het eiland hooggelegen gedeelte van vormt geen aaneengesloten geheel. Op het kaartje van Schuiling uit de reeds genoemde verhandeling (dat wij hierbij met bijzondere erkentelijkheid onder goedkeuring van den stelt auteur en de redactie van het Tijdschrift afdrukken) diluviale is het gestippelde gebied de terreinen voor. Dit WIERINGEN SITUATIE Fig. 1, 224 identiek zonder ongeveer met datgene, wat kunstmatige be- scherming permanent boven water zou zijn. Het vormt, zooals Oosten te zien is, geen aaneengesloten gebied; ten van de hoofdkern bevinden zich twee kleinere kernen, welke door zacht glooiende laagten zijn verbonden.Die tusschen Stroe 0.85 en Oosterland ligt diep: m -j- A.P., zoodat dit deel be- scherming noodig heeft, waartoe allereerst de Bierdijk tusschen Stroe en Oosterland en de Molgerdijk tusschen Oosterland de Gest Geest en (vergel. en Gaast) geroepen zijn. Behalve de drie reeds besproken kernen bevinden zich in het Zuiden twee kleine geïsoleerde kernen, vroeger althans tijdelijk eilandjes: de Kliever—Steeërkaap en de Haukes (de laatste is op op de schets ten onrechte met de achterliggende hoofdkern verbonden). Het land achter de Haukes vormt een tweetal „koogen”: de Westerlander- en de Hoelemerpolder, door een inlaag- dijkje van de Haukes naar de hoofdkern van elkaar ge- scheiden. De koog door de Kliever—Steeërkaap beschermd, wordt Hipolitushoeverpolder genoemd. Deze is in het N.W. bij de Westhoeve door een kade tusschen den ouden zeedijk het de en hoogere gebied bij Elft van den Stroeër- en Ooster- landerpolder gescheiden, terwijl de laagte rond de Gest als Gester- en Oeverpolder bekend staat. Ten Noorden van den Stroeër- en Oostlanderpolder tusschen Stroe en Oosterland ligt het Bierdijkerveld, van den eërste gescheiden door een inlaagdijk — eertijds het gevaarlijkste punt voor over- stroomingen en blijkbaar onvoldoende beschermd, zooals bij verschillende stormvloeden (o.a. 1776 en 1825) bleek. De Zuidzijde van Wieringen, van Westerland tot Den Oever, werd met uitzondering der plaatsen, waar het diluvium kliffen vormt, reeds sedert den aanvang der zestiende eeuw door dijken verdedigd. Deze dijken bestaan — evenals de de — uit vroeger dijken aan Noordzijde opgestapeld marina L. „zeewier”: Zostera (zie pag. 443). Sinds 1846 wordt in het Zuid-Oosten de lage Stroeër- 225 en Oosterlanderpolder door den Waard-Nieuwlandpolder beschermd, een terrein van ca. 400 ha, dat reeds eertijds bedijkt was en in 1683 tijdelijk verloren ging (Allan, Lit.-lijst No. 1). Het Buitenveld of Normerven, een ca. 20 ha metend voorterrein aan de Noordkust bij De Normer (K 4, 15, 43 1849 42, en 44) in ingedijkt, heeft men in verband met de versterking van Wieringens Noordkust en teneinde een vloeiend verloop van het dijklichaam te verkrijgen, in 1921 opgeofferd. De bodem van Wieringen wordt bijna geheel voor cultuurdoeleinden gebruikt. Deze beperken zich tot land- bouw en veeteelt (schapen). De eerste vindt men alleen op het hooge deel en in den Waard-Nieuwlandpolder ziet (vergelijk pag. 422 en 428). Boomen zijn schaarsch; men ze alleen in de omgeving der woonkernen bij het drietal eendenkooien en in een boschje langs den Stroeërkoogweg. Vruchtenteelt beperkt zich tot die voor eigen behoeften. De afscheiding der landerijen geschiedt in het lagere deel door slooten, in het hoogere door walletjes van gestapelde zoden, die zich door hun flora sterk van hun omgeving onderscheiden (pag. 415). 13. Bodem. Geologisch is Wieringen een merkwaardig eiland (ver- gelijk Geol. Kaart van Nederland, blad Medemblik, kwartblad 2). In vele opzichten herinneren de toestanden hier aan Vollenhove. De kernen bestaan uit pleistoceen materiaal en wel uit de grondmoraine van den pleisto- cenen gletscher van „onzen” ijstijd (Riss-periode), welke een leemige facies vertoont (keileem) en waarop een Zandig-leemige deklaag ligt. De Z.W.—N.O. richting van de kern houdt vermoedelijk verband met de bewegings- richting van den gletscher; men wil in het Wieringer zien. massief evenals in Gaasterland wel eens een „drumlin” Nedcrl. Kruidk. Archief 1931. 15 226 Aan de komt de keileem hoewel oppervlakte nergens, bij graafwerk etc. ontsluitingen ontstaan (zie Schuiling l.c. afb. I naast p. 494). Waar de moraine door de werking van het materiaal golfslag erodeert, hoopt zich ingesloten op: b.v. bij Lutkeland, het Woudstrand en Stroe, waar het materiaal zandige strand (welks op de geologische kaart I 14 als z is aangeduid) bedekt is met rolsteenen, die voor een groot gedeelte Fenno-Scandinavisch van oorsprong zijn (zie afb. 21). Het Woudstrand is thans door den aanleg den nieuwen den van beschermingsdijk, z.g. Normerdijk, blijvend van het voorland (Breehorn) gescheiden. Aangaande den petrographischen aard van de deklaag doen zich dezelfde mogelijkheden als bij Vollenhove voor: de zandige verweeringsproducten van keileem of fluvio- glaciaal materiaal en rijst tevens weer de vraag naar een mogelijk verband tusschen den aard van deze deklaag en haar vegetatie. Zooals in het rapport over Vollenhove uiteengezet is, valt het moeilijk in verband met deze vegetatie de deklaag aldaar petrographisch op één lijn met het fluvioglaciale, terreinen stellen resp. postglaciale zand van Oostelijker te ook en hetzelfde bezwaar geldt nu voor Wieringen. Cultuur sterk die Vollenhove en vegetatie gelijken op van en de flora, kenmerkend voor sterk uitgeloogde oligotrophe ontbreekt zooals 377 389 terreinen, op Wieringen, op pag. en wordt eenenmale dus toegelicht, ten en op nog sprekender dan Vollenhove. in het het wijze op Gelijk rapport over laatste beschreven (Mededeelingen dezer Commissie No. 6, komen daar de kern althans aantal pag. 84) op nog een planten van oligotrophe zandgronden, zij het in mindere mate dan terreinen Aira op oostelijker fluvioglaciale voor ( caespitosa, Arnoseris minima, Avena caryophyllea, Corydalis claviculata, Epilobium angustifolium, Festuca ovina, Gnapha- lium silvaticum, Hypericum humifusum, Jasione montana, Molinia coerulea, Potentilla Tormentilla, Sarothamnus sco- 227 Viola tricolor Deze onbreken alle parius, vulgaris).
Recommended publications
  • Annual Report Fishing for Litter 2011
    Annual Report Fishing for Litter 2011 Fishing For Litter Annual Report Fishing for Litter project 2011 Edited by KIMO Nederland en België March 2012 Bert Veerman Visual design: Baasimmedia Annual Report Fishing for Litter project 2011 Index: Pag: Message from the Chairman ................................................................................................. 5 1.0 Introduction .............................................................................................................. 7 2.0 Project description ................................................................................................... 8 3.0 Goals of the project .................................................................................................. 9 4.0 Monitors ................................................................................................................ 10 4.1 Waste from the beaches of Ameland ......................................................... 10 4.2 Waste through the ports ............................................................................ 10 5.0 Consultation structure ............................................................................... 11 6.0 Administration ........................................................................................... 11 7.0 Publicity .................................................................................................... 11 7.1 Documentary “Fishing for Litter” ................................................................ 11 8.0 A summary of activities
    [Show full text]
  • Wieringen, Het Geheime Eiland
    Aardkundig excursiepunt 9 CEES DE JONG Tapuitlaan 96, 7905 CZ Hoogeveen, [email protected] WIERINGEN, HET GEHEIME EILAND 10 GRONDBOOR & HAMER NR 1 - 2007 Naam: over de stuwwal heen ligt gedeeltelijk is geërodeerd, zijn Wieringen op tal van plaatsen veel zwerfstenen te zien. Bij eb kan men op de wadplaten aan de noordzijde van het eiland, Locatie: waar de keileem dicht onder het oppervlak ligt, nog al• Provincie Noord-Holland, Gemeente Wieringen. lerlei soorten zwerfstenen vinden. Om bezoekers behulpzaam te zijn bij het verkennen van Bereikbaarheid: het eiland zijn een viertal fietsroutes uitgezet en een Het voormalige eiland Wieringen is gelegen aanslui• viertal wandelroutes. Door gebruik te maken van deze tend aan de noordkant van de Wieringermeerpolder. routes maakt men kennis met Wieringen op het gebied Het is via de N99 bereikbaar vanuit het Oosten vanaf van de natuur en de cultuur. Al fietsend of wandelend de Afsluitdijk en vanuit het Westen langs het Amstel- krijgt men te maken met een glooiend landschap met meer. Voorts kan men het vanuit het zuiden via de A7 (naast de hoofdweg N99) smalle slingerende weggetjes bij Den Oever bereiken. Het informatiepaneel staat op omzoomd door meidoornhagen. Over de gehele lengte• x = 123,7, y = 545,2 iets ten noorden van het kerkje van richting van het eiland zijn verhogingen te zien. Dat zijn Westerland (afb. 2). de door het landijs gevormde stuwwallen. Met name bij Oosterland, Stroe (afb. 4) en Westerland (afb. 5) zijn ze Toegankelijkheid: goed zichtbaar. Over het gehele eiland zijn vele zwerf• Het voormalig eiland Wieringen is normaal toegankelijk. stenen te zien en te vinden.
    [Show full text]
  • Putting Frisian Names on the Map
    GEGN.2/2021/68/CRP.68 15 March 2021 English United Nations Group of Experts on Geographical Names Second session New York, 3 – 7 May 2021 Item 12 of the provisional agenda * Geographical names as culture, heritage and identity, including indigenous, minority and regional languages and multilingual issues Putting Frisian names on the map Submitted by the Netherlands** * GEGN.2/2021/1 ** Prepared by Jasper Hogerwerf, Kadaster GEGN.2/2021/68/CRP.68 Introduction Dutch is the national language of the Netherlands. It has official status throughout the Kingdom of the Netherlands. In addition, there are several other recognized languages. Papiamentu (or Papiamento) and English are formally used in the Caribbean parts of the Kingdom, while Low-Saxon and Limburgish are recognized as non-standardized regional languages, and Yiddish and Sinte Romani as non-territorial minority languages in the European part of the Kingdom. The Dutch Sign Language is formally recognized as well. The largest minority language is (West) Frisian or Frysk, an official language in the province of Friesland (Fryslân). Frisian is a West Germanic language closely related to the Saterland Frisian and North Frisian languages spoken in Germany. The Frisian languages as a group are closer related to English than to Dutch or German. Frisian is spoken as a mother tongue by about 55% of the population in the province of Friesland, which translates to some 350,000 native speakers. In many rural areas a large majority speaks Frisian, while most cities have a Dutch-speaking majority. A standardized Frisian orthography was established in 1879 and reformed in 1945, 1980 and 2015.
    [Show full text]
  • Routes Over De Waddenzee
    5a 2020 Routes over de Waddenzee 7 5 6 8 DELFZIJL 4 G RONINGEN 3 LEEUWARDEN WINSCHOTEN 2 DRACHTEN SNEEK A SSEN 1 DEN HELDER E MMEN Inhoud Inleiding 3 Aanvullende informatie 4 5 1 Den Oever – Oudeschild – Den Helder 9 5 2 Kornwerderzand – Harlingen 13 5 3 Harlingen – Noordzee 15 5 4 Vlieland – Terschelling 17 5 5 Ameland 19 5 6 Lauwersoog – Noordzee 21 5 7 Lauwersoog – Schiermonnikoog – Eems 23 5 8 Delfzijl 25 Colofon 26 Het auteursrecht op het materiaal van ‘Varen doe je Samen!’ ligt bij de Convenantpartners die bij dit project betrokken zijn. Overname van illustraties en/of teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Stichting Waterrecreatie Nederland, www waterrecreatienederland nl 2 Voorwoord Het bevorderen van de veiligheid voor beroeps- en recreatievaart op dezelfde vaarweg. Dat is kortweg het doel van het project ‘Varen doe je Samen!’. In het kader van dit project zijn ‘knooppunten’ op vaarwegen beschreven. Plaatsen waar beroepsvaart en recreatievaart elkaar ontmoeten en waar een gevaarlijke situatie kan ontstaan. Per regio krijgt u aanbevelingen hoe u deze drukke punten op het vaarwater vlot en veilig kunt passeren. De weergegeven kaarten zijn niet geschikt voor navigatiedoeleinden. Dat klinkt wat tegenstrijdig voor aanbevolen routes, maar hiermee is bedoeld dat de kaarten een aanvulling zijn op de officiële waterkaarten. Gebruik aan boord altijd de meest recente kaarten uit de 1800-serie en de ANWB-Wateralmanak. Neem in dit vaargebied ook de getijtafels en stroomatlassen (HP 33 Waterstanden en stromen) van de Dienst der Hydrografie mee. Op getijdenwater is de meest actuele informatie onmisbaar voor veilige navigatie.
    [Show full text]
  • The Cultural Heritage of the Wadden Sea
    The Cultural Heritage of the Wadden Sea 1. Overview Name: Wadden Sea Delimitation: Between the Zeegat van Texel (i.e. Marsdiep, 52° 59´N, 4° 44´E) in the west, and Blåvands Huk in the north-east. On its seaward side it is bordered by the West, East and North Frisian Islands, the Danish Islands of Fanø, Rømø and Mandø and the North Sea. Its landward border is formed by embankments along the Dutch provinces of North- Holland, Friesland and Groningen, the German state of Lower Saxony and southern Denmark and Schleswig-Holstein. Size: Approx. 12,500 square km. Location-map: Borders from west to east the southern mainland-shore of the North Sea in Western Europe. Origin of name: ‘Wad’, ‘watt’ or ‘vad’ meaning a ford or shallow place. This is presumably derives from the fact that it is possible to cross by foot large areas of this sea during the ebb-tides (comparable to Latin vadum, vado, a fordable sea or lake). Relationship/similarities with other cultural entities: Has a direct relationship with the Frisian Islands and the western Danish islands and the coast of the Netherlands, Lower Saxony, Schleswig-Holstein and south Denmark. Characteristic elements and ensembles: The Wadden Sea is a tidal-flat area and as such the largest of its kind in Europe. A tidal-flat area is a relatively wide area (for the most part separated from the open sea – North Sea ̶ by a chain of barrier- islands, the Frisian Islands) which is for the greater part covered by seawater at high tides but uncovered at low tides.
    [Show full text]
  • Het Recreatielandschap Van Ameland
    Het recreatielandschap van Ameland Een interdisciplinair onderzoek naar de historische ontwikkeling van de relatie tussen de recreatie en het landschap op Ameland tussen 1855 en 1980 Robin Weiland Voorblad: Duinoord 1929. Familie Postma:Jacob Postma en Hiske Westhof met hun kinderen Metty, Klaas, Jelly, Jan en Grietje (en nog meer families). Foto is van Jaap Postma, zoon van Jan. Het Postmapad is naar hen vernoemd. 1e overgang vanaf de Strandweg. (Amelander historie) Opgeweld uit wier en zand gans omspoeld door zilte baren Moge God het steeds bewaren ons plekje, rijk aan duin en strand het ons zo lieve Ameland! 2 Kollum, april 2019. Auteur: Robin Weiland Masterscriptie Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen Scriptiebegeleider: prof. dr. ir. Th. (Theo) Spek (Rijksuniversiteit Groningen) Tweede lezer: drs. Anne Wolff (Rijksuniversiteit Groningen) Het recreatielandschap van Ameland Een interdisciplinair onderzoek naar de historische ontwikkeling van de relatie tussen de recreatie en het landschap op Ameland tussen 1852 en 1980 3 Samenvatting Recreatie is een betrekkelijk nieuw verschijnsel, dat echter zijn stempel stevig op het landschap heeft gedrukt. Dit onderzoek richt zich op de recreatie aan zee, specifiek op het eiland Ameland. Hoe is de recreatie hier ontstaan, hoe reguleerde de lokale, regionale en nationale overheden de toeristenstroom en hoe pasten de Amelanders de recreatie in in de beperkte ruimte die het eiland verschaft? In het eerste deel staat het landschap van Ameland centraal. Hoe is Ameland ontstaan en met welke omstandigheden hebben de eilanders te doen gehad? Ook wordt er uiteengezet welke bodemtypen Ameland bevat en hoe een standaardeiland is opgebouwd. Dit verklaart de ligging van de dorpen en schijnt een licht op waar de ruimtelijke kansen voor recreatie lagen.
    [Show full text]
  • Status, Threats and Conservation of Birds in the German Wadden Sea
    Status, threats and conservation of birds in the German Wadden Sea Technical Report Impressum – Legal notice © 2010, NABU-Bundesverband Naturschutzbund Deutschland (NABU) e.V. www.NABU.de Charitéstraße 3 D-10117 Berlin Tel. +49 (0)30.28 49 84-0 Fax +49 (0)30.28 49 84-20 00 [email protected] Text: Hermann Hötker, Stefan Schrader, Phillip Schwemmer, Nadine Oberdiek, Jan Blew Language editing: Richard Evans, Solveigh Lass-Evans Edited by: Stefan Schrader, Melanie Ossenkop Design: Christine Kuchem (www.ck-grafik-design.de) Printed by: Druckhaus Berlin-Mitte, Berlin, Germany EMAS certified, printed on 100 % recycled paper, certified environmentally friendly under the German „Blue Angel“ scheme. First edition 03/2010 Available from: NABU Natur Shop, Am Eisenwerk 13, 30519 Hannover, Germany, Tel. +49 (0)5 11.2 15 71 11, Fax +49 (0)5 11.1 23 83 14, [email protected] or at www.NABU.de/Shop Cost: 2.50 Euro per copy plus postage and packing payable by invoice. Item number 5215 Picture credits: Cover picture: M. Stock; small pictures from left to right: F. Derer, S. Schrader, M. Schäf. Status, threats and conservation of birds in the German Wadden Sea 1 Introduction .................................................................................................................................. 4 Technical Report 2 The German Wadden Sea as habitat for birds .......................................................................... 5 2.1 General description of the German Wadden Sea area .....................................................................................5
    [Show full text]
  • 1 Morphological Development of the Rif and The
    MORPHOLOGICAL DEVELOPMENT OF THE RIF AND THE ENGELSMANPLAAT, AN INTERTIDAL FLAT COMPLEX IN THE FRISIAN INLET, DUTCH WADDEN SEA Z.B. Wang1 and A.P. Oost2 The Rif and the Engelsmanplaat form together a supra- to intertidal flat-complex at the fringe of the ebb-tidal delta and the back barrier area in the Frisian Inlet, located between the Dutch Wadden Sea Islands Ameland and Schiermonnikoog. The complex divides the Frisian Inlet into the Pinkegat Inlet in the west and the Zoutkamperlaag Inlet in the east. During the last decades the Engelsmanplaat has been suffering from serious erosion. This paper presents a study meant to find the causes for the recent erosion, especially to answer the question if the erosion is related to the human interferences in the area. The study is based on literature survey, data analysis and modelling of hydrodynamic processes. It is concluded that the recent erosion fits into the pseudo-cyclic development of the intertidal flat complex. However, the period of erosion may have been longer than normal and the rate of erosion may have been higher than normal. It is also concluded that such abnormal development is probably effects of the closure of the Lauwerszee in 1969 and not due to land subsidence caused by gas mining. Keywords: Intertidal flats, Wadden Sea, Land subsidence, Closure, Morphology, Long-term development INTRODUCTION The Rif and the Engelsmanplaat form together a supra- to intertidal flat-complex at the fringe of the ebb-tidal delta and the backbarrier area in the Frisian Inlet, located between the Dutch Wadden Sea Islands Ameland and Schiermonnikoog (Figure 1).
    [Show full text]
  • A Viking Find from the Isle of Texel (Netherlands) and Its Implications Ijssennagger, Nelleke L
    University of Groningen A Viking Find from the Isle of Texel (Netherlands) and its Implications IJssennagger, Nelleke L. Published in: Viking and Medieval Scandinavia DOI: 10.1484/J.VMS.5.109601 IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2015 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): IJssennagger, N. L. (2015). A Viking Find from the Isle of Texel (Netherlands) and its Implications. Viking and Medieval Scandinavia, 11, 127-142. https://doi.org/10.1484/J.VMS.5.109601 Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
    [Show full text]
  • Geology of the Dutch Coast
    Geology of the Dutch coast The effect of lithological variation on coastal morphodynamics Deltores Title Geology of the Dutch coast Client Project Reference Pages Rijkswaterstaat Water, 1220040-007 1220040-007-ZKS-0003 43 Verkeer en Leefomgeving Keywords Geology, erodibility, long-term evolution, coastal zone Abstract This report provides an overview of the build-up of the subsurface along the Dutch shorelines. The overview can be used to identify areas where the morphological evolution is partly controlled by the presence of erosion-resistant deposits. The report shows that the build-up is heterogeneous and contains several erosion-resistant deposits that could influence both the short- and long-term evolution of these coastal zones and especially tidal channels. The nature of these resistant deposits is very variable, reflecting the diverse geological development of The Netherlands over the last 65 million years. In the southwestern part of The Netherlands they are mostly Tertiary deposits and Holocene peat-clay sequences that are relatively resistant to erosion. Also in South- and North-Holland Holocene peat-clay sequences have been preserved, but in the Rhine-Meuse river-mouth area Late Pleistocene• early Holocene floodplain deposits form additional resistant layers. In northern North-Holland shallow occurrences of clayey Eemian-Weichselian deposits influence coastal evolution. In the northern part of The Netherlands it are mostly Holocene peat-clay sequences, glacial till and over consolidated sand and clay layers that form the resistant deposits. The areas with resistant deposits at relevant depths and position have been outlined in a map. The report also zooms in on a few tidal inlets to quick scan the potential role of the subsurface in their evolution.
    [Show full text]
  • Power-To-Hydrogen and HCNG
    Workshop Putting Science into Standards: Power-to-Hydrogen and HCNG Session 2: Injection/Admixture of H2 to the NG grid compatibility, interoperability and safety Industry: Gert Müller-Syring, Prof.-Dr. Hartmut Krause DBI Gas- und Umwelttechnik GmbH 1 Agenda • Motivation • H2-tolerance of the gas grid - current state of knowledge • Projects/Initiatives recently launched • Remaining open issues • Conclusion 2 Motivation 3 Motivation H2 injection/use is connected to sustainability/energy storage 4 Motivation Potential and paths . Long term storage (seasonal) of REN is feasible in the gas grid only (accounts for Germany but different e.g. for Austria and Switzerland). GHG emission reduction goals in the transport sector need solutions and Power to gas can reduce the load in the power grids . Two energy carriers with strengths and weaknesses (H2 and CH4) . In order to decide in which ratio the two should be implemented into the energy system an economic investigation is mandatory. Preconditions for such an analysis are: • Knowledge on H2-tolerance of the gas grid • Knowing the cost for adoptions of infrastructure • Knowing the cost for the e-gases (CH4/H2) 5 H2-Tolerance of the Gas Grid Current state of knowledge and open issues 6 Selection of studies/projects reflecting the basis for current knowledge on H2-tolerance . “Naturalhy”, 2004-2009 (focus on pipelines, end use and safety) . “Ameland”, 2007-2011(demonstration/ end use) . “DVGW energy storage concepts”, 2010-2012 (state of the art analysis/ development and assessment of technical concepts – Germany) . “HIPS”, 2011-2012 (state of the art analysis – Europe) . DVGW “Energy Measurement” and “H2-Tolerance”, 2012-2014 7 NaturalHY (Natural gas + Hydrogen) Project Contract No.: SES6/CT/2004/502661 “…using the existing natural gas system for hydrogen” • Project duration 2003 – 2009 • EU 6RP (39 Partner - Gasunie, GDF, NUON, DBI, GERG, ...) • 8 work packages (LCA, Safety, Durability, Integrity, End Use, …) • Funding: 17 Mio EUR • Comprehensive testing e.g.
    [Show full text]
  • Ameland: Frontrunner in the Energy Transition
    Ameland: Frontrunner in the Energy Transition Jacob Dijkstra, civil servant at the municipality of Ameland Brussel: 11-10-2017 About Ameland • One of the Dutch Wadden Sea isles • 3,600 inhabitants • 27 kilometres of sandy beaches • 550,000 – 600,000 visitors per annum • Quality of life is driver for ambitions on sustainability • 2,200,000 overnight stays • Self sufficiency second nature How it started in 2007 Partners then and now Then Now Some early projects Some later projects • Mixing hydrogen with natural gas in • Energy neutral high school existing grid • Solarpark Ameland (6 Mw) • Natural gas fueling station for public • 45 Fuel cell units installed transportation • Innovative Led Public lighting • 30 HRe furnaces installed in local homes • 100 Hybrid heat pumps installed (and counting) on the island ( and many more) Some projects in pictures Overview From Fuel cells to- Energy Transition With the completion of our solar park, Ameland reached the maximum feed-in capacity of the local grid. The ability to keep the local grid stable was at its limit. (All with just 1 project! ) From Fuel cells to- Energy Transition EnTranCe Movie (click here) EnergyNet Ameland • Ambition is to be 15 years ahead in the Energy transition: Reduce the CO2 emissions with 70% by 2020 • Works hard on an affordable and reliant, CO2 neutral energy system • Leads by example in the Netherlands and Europe Energy consumption on the island Islanders 3.600 Inhabitants 300 TJ 50% 20% 30% Public buildings Local Transport Tourists 2,2 Overnight stays 200 TJ 75% 25%
    [Show full text]