Beheerplan Dwingelderveld Ruimte Voor Een Groots Heidelandschap
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Beheerplan Dwingelderveld Ruimte voor een groots heidelandschap Definitief november 2016 a Beheerplan Dwingelderveld Ruimte voor een groots heidelandschap Diepveen Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Drenthe op 1 november 2016 Colofon Dit beheerplan is een uitgave van de provincie Drenthe Postbus 122 9400 AC Assen Tel. 0592-365555 www.provincie.drenthe.nl Opgesteld door: Prolander Postbus 50040 9400 LA Assen Tel. 0592-365500 www.prolander.nl Grafische verzorging – Docucentrum provincie Drenthe Fotoverantwoording – Alle foto’s Hans Dekker, tenzij anders vermeld © Provincie Drenthe, november 2016 NW16100605-Beheerplan N2000 Dwingelderveld DEF Inhoud Samenvatting 8 1 Inleiding 14 1.1 Wat is Natura 2000? 14 1.2 Het Natura 2000-gebied Dwingelderveld 15 1.3 Doel en functie van het beheerplan 17 1.4 Status en vaststellingprocedure van het beheerplan 18 1.5 Uitvoering van het beheerplan 18 1.6 Leeswijzer 19 2 Instandhoudingsdoelen 20 2.1 Inleiding 20 2.2 Kernopgaven 20 2.3 Instandhoudingsdoelen 21 2.4 Ecologische vereisten van de instandhoudingsdoelen 23 2.4.1 Habitattypen 23 2.4.2 Habitatrichtlijnsoorten 32 2.4.3 Vogelrichtlijnsoorten - broedvogels 33 2.4.4 Vogelrichtlijnsoorten - niet-broedvogels 38 3 Gebiedsbeschrijving 40 3.1 Geografie 40 3.2 Abiotiek 40 3.2.1 Geomorfologie 40 3.2.2 Hoogteligging 45 3.2.3 Waterhuishouding 46 3.3 Natuurwaarden 50 3.4 Archeologie en cultuurhistorische aspecten 52 4 Plannen, beleid en bestaand gebruik 56 4.1 Overzicht beleid en beheer 56 4.1.1 Europees beleid 56 4.1.2 Rijksbeleid 57 4.1.3 Provinciaal beleid 64 4.1.4 Gemeentelijk beleid 66 4.1.5 Overig beleid 68 4.2 Bestaand gebruik 68 4.2.1 Mogelijke knelpunten 69 4.2.2 Bewoning 72 4.2.3 Infrastructuur 73 4.2.4 Recreatie en toerisme 74 4.2.5 Waterbeheer 76 4.2.6 Delfstoffen 77 4.2.7 Landbouwkundig gebruik 78 4.2.8 Houtteelt en bosomvorming 78 NW16100605-Beheerplan N2000 Dwingelderveld DEF 4.2.9 Natuurbeheer en onderhoud 79 4.2.10 Overig gebruik 80 4.3 Beoordeling nieuwe en toekomstige activiteiten 80 5 PAS-gebiedsanalyse 82 5.1 Inleiding 82 5.2 Rekenmodel AERIUS 83 5.3 Stikstofdepositie: resultaten AERIUS Monitor 2015 84 5.4 Gebiedsanalyse Habitatrichtlijndoelen 86 5.4.1 H2310 Stuifzandheiden met struikhei 86 5.4.2 H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 89 5.4.3 H2330 Zandverstuivingen 91 5.4.4 H3130 Zwakgebufferde vennen 94 5.4.5 H3160 Zure vennen 96 5.4.6 H4010A Vochtige heiden 99 5.4.7 H4030 Droge heiden 102 5.4.8 H5130 Jeneverbesstruwelen 105 5.4.9 H6230 Heischrale graslanden 107 5.4.10 H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 110 5.4.11 H7120 Herstellende hoogvenen 114 5.4.12 H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 116 5.4.13 H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 118 5.4.14 H9190 Oude eikenbossen 120 5.5 Soortanalyse Habitatrichtlijndoelen 122 5.5.1 H1166 Kamsalamander 122 5.6 Soortenanalyse vogelrichtlijndoelen 122 5.6.1 A004 Dodaars 122 5.6.2 A008 Geoorde fuut 123 5.6.3 A236 Zwarte specht 124 5.6.4 A246 Boomleeuwerik 124 5.6.5 A275 Paapje 125 5.6.6 A276 Roodborsttapuit 126 5.6.7 A277 Tapuit 126 5.7 Soortanalyse niet-broedvogels 127 5.8 Tussenconclusie depositieontwikkeling in relatie tot instandhoudingsdoelstellingen 127 5.9 Uitwerking maatregelenpakket 128 5.9.1 Maatregelen H2310 Stuifzandheiden met struikhei 128 5.9.2 Maatregelen H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen 129 5.9.3 Maatregelen H2330 Zandverstuivingen 130 5.9.4 Maatregelen H3130 Zwakgebufferde vennen 131 5.9.5 Maatregelen H3160 Zure vennen 132 5.9.6 Maatregelen H4010A Vochtige heiden 133 5.9.7 Maatregelen H4030 Droge heiden 134 5.9.8 Maatregelen H5130 Jeneverbesstruwelen 135 5.9.9 Maatregelen H6230 Heischrale graslanden 136 5.9.10 Maatregelen H7110B Actieve hoogvenen (heideveentjes) 137 5.9.11 Maatregelen H7120 Herstellende hoogvenen 138 5.9.12 Maatregelen H7150 Pioniervegetaties met snavelbiezen 138 5.9.13 Maatregelen H9120 Beuken-eikenbossen met hulst 138 5.9.14 Maatregelen H9190 Oude eikenbossen 140 5.9.15 Maatregelen A246 Boomleeuwerik 141 4 5.9.16 Maatregelen A004 Dodaars 141 5.9.17 Maatregelen A008 Geoorde fuut 141 5.9.18 Maatregelen A275 Paapje 141 5.9.19 Maatregelen A276 Roodborsttapuit 141 5.9.20 Maatregelen A277 Tapuit 141 5.9.21 Maatregelen A236 Zwarte specht 141 5.9.22 Maatregelen H1166 Kamsalamander 141 5.9.23 Maatregelen niet-broedvogels 141 5.10 Herstelmaatregelen in de tijd 142 5.11 Beoordeling relevantie en situatie flora en fauna 147 5.12 Samenvatting pakket voor alle instandhoudingsdoelen 149 5.13 Beoordeling effectiviteit, duurzaamheid en kansrijkdom in het gebied 149 5.13.1 Maatregelenpakket 149 5.13.2 Randvoorwaarden voor het slagen van het pakket 151 5.13.3 Tussenconclusie effect herstelmaatregelen 151 5.13.4 Conclusie categorie indeling 151 5.14 Ontwikkelingsruimte en eindconclusie PAS-analyse Dwingelderveld 154 5.14.1 Verdeling depositieruimte naar segment 154 5.14.2 Depositieruimte per habitattype 155 5.15 Eindconclusie PAS-analyse 156 6 Realisatie Natura 2000-doelen 157 6.1 Visie op kernopgaven en instandhoudingsdoelen 157 6.1.1 Kernopgaven 157 6.1.2 Instandhoudingsdoelen: habitattypen 158 6.1.3 Instandhoudingsdoelen: Vogel- en Habitatrichtlijnsoorten 159 6.2 Maatregelen 160 6.3 Onderzoek 163 6.3.1 Hydrologische onderzoek 163 6.3.2 Onderzoeken kwaliteit en ontwikkeling habitattypen 163 6.3.3 Onderzoeken kwaliteit en ontwikkeling habitat- en vogelrichtlijnsoorten 166 6.3.4 Lopende onderzoeken 166 7 Uitvoeringsprogramma 167 7.1 Verantwoordelijkheid voor uitvoering maatregelen 167 7.2 Juridische kaders uitvoering beheerplan 167 7.3 Monitoring 168 7.3.1 Inleiding 168 7.3.2 Overzicht bestaande monitoring 169 7.3.3 Monitoring voor het behalen van de instandhoudingsdoelen 169 7.3.4 Monitoring ten behoeve van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) 176 7.3.5 Overzicht monitoring voor instandhoudingsdoelen en PAS 178 7.3.6 Planning monitoring instandhoudingsdoelen en PAS 180 7.4 Kosten en financiering 180 7.4.1 Kosten 180 7.4.2 Financiering 181 7.5 Communicatie 183 7.5.1 Doelstellingen 183 7.5.2 Rolverdeling 184 7.5.3 Organisatie 184 5 7.6 Sociaal-economisch perspectief: richting geven aan ontwikkelingen 185 7.6.1 Sociaal–economische gevolgen van de maatregelen 185 7.6.2 De waarde van het gebied voor andere functies dan natuur 186 8 Kader voor vergunningverlening, toetsing en handhaving 187 8.1 Kader voor vergunningverlening 187 8.1.1 Algemeen 187 8.1.2 Bestaand gebruik en vergunningverlening 188 8.1.3 Voorwaarden en kaders bestaand gebruik 193 8.1.4 Toekomstige activiteiten en vergunningverlening 194 8.1.5 Procedure vergunningverlening 195 8.2 Kaders voor toezicht en handhaving 200 8.2.1 Reikwijdte 200 8.2.2 Regie 201 8.2.3 Maatregelen en middelen 201 8.2.4 Relatie met andere wet- en regelgeving 201 8.2.5 Doelgroepen 203 8.2.6 Betrokken instanties en organisaties 204 8.2.7 Nalevingsstrategie 205 8.2.8 Gebiedspecifieke aandachtspunten 206 8.2.9 Monitoring en evaluatie 207 8.2.10 Contact 207 Bijlagen 209 1 Literatuuroverzicht 210 2 Topografische kaart 216 3 Habitattypenkaart 218 4 Maatregelenkaarten 220 5a Percelen zonder SNL-overeenkomst en locatie van betreffende percelen op kaart 226 5b Locatie meetpunten verdrogingsmeetnet 228 5c Overzicht typische soorten en dekking SNL-monitoring 229 6 Verklarende woordenlijst 240 7 Afkortingen 245 6 7 Samenvatting Wat is Natura 2000? Europa kent een enorm gevarieerde natuur. De Europese Unie is zich daarvan bewust. In de jaren negentig heeft zij een netwerk van natuurgebieden ontworpen om de belangrijkste natuur op haar grondgebied duurzaam te beschermen. Dit netwerk heet Natura 2000. In dit netwerk wordt de voor Europa kenmerkende natuur met haar landschappen, planten en dieren beschermd. De Natura 2000-gebieden zijn aangewezen op grond van twee Europese richtlijnen, de Habitatrichtlijn uit 1979 en de Vogelrichtlijn uit 1992. De eerste richtlijn is gericht op de bescherming van specifieke soorten natuur, planten en dieren; de tweede richtlijn beschermt een groot aantal vogelsoorten. Voor elk Natura 2000-gebied zijn specifieke doelen opgesteld. De verschillende Europese landen zijn verplicht om deze doelen te realiseren. In Nederland heeft het ministerie van Economische Zaken een lijst opgesteld van gebieden die in het Europese Natura 2000-netwerk zijn opgenomen. In de Europese Unie gaat het om bijna 26.000 gebieden, circa 18% van het totale grondgebied van de lidstaten. In Nederland zijn 165 gebieden aangewezen (13,4% van ons land), waarvan 14 in Drenthe (8,3% van onze provincie). Met het oog op de toekomst Het Dwingelderveld is 3.770 hectare groot en vooral aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege de mooie voorbeelden van vennen, heideveentjes en jeneverbesstruwelen. De rijk gevarieerde natuur in het Dwingelderveld is internationaal van zeer groot belang. Bovendien is het gebied beroemd doordat hier de grootste oppervlakte natte heide van West-Europa voorkomt. In het beheerplan staat welke maatregelen nodig zijn om de waardevolle natuur in het gebied duurzaam te behouden. Bovendien beschrijft het beheerplan hoe het gebied in elkaar zit en welke natuur er voorkomt. Ook recreatie, landbouw en infrastructuur krijgen aandacht. Het beheerplan is zes jaar geldig, waarna het gevoerde beheer tegen het licht wordt gehouden. Vervolgens wordt het plan geactualiseerd. In de eerste periode van zes jaar zijn alle maatre- gelen vooral toegespitst op het tegengaan van verdere achteruitgang. In de jaren daarop is het streven gericht op verbetering van de kwaliteit. Een belangrijk aspect van het beheerplan is, dat het wordt gebruikt als basis voor het nemen van beslissingen als er vergunningen voor nieuwe activiteiten in en om het gebied worden aangevraagd. Kennismaken met het Dwingelderveld Het Dwingelderveld ligt centraal op het Drents plateau tussen de dorpen Dwingeloo, Beilen, Ruinen, Ansen en Pesse en tussen de beekdalen van de Dwingelderstroom en de Ruiner Aa.