Commissie-Frissen November 2010 November 2010
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VERDER NA DE KLAP EVALUATIE EN PERSPECTIEF rapport Commissie-Frissen november 2010 November 2010 Redactieadres: CDa-bureau postbus 30453 2500 GL Den Haag VERDER NA DE KLAP EVALUATIE EN PERSPECTIEF rapport Commissie-Frissen november 2010 VERDER NA DE KLAP 2 EVALUATIE EN PERSPECTIEF Inhoud 1. EEN wEES 4 1.1 De electorale realiteit 6 1.2 Tegen de legendevorming 7 1.3 Verantwoording 9 2. NEderland 1980 – 2010 12 2.1 Periode 1980 – 1990 14 2.2 Periode 1990 – 2000 15 2.3 Periode 2000 – 2010 16 2.4 En hoe verder, na 2010? 17 3. De bINNENkANT 20 3.1 Leden en kiezers 22 3.2 Onstuimige jaren 27 3.3 Functioneren van de partij 30 3.4 Ook in andere partijen voelbaar 35 4. Keerpunt 2010 38 4.1 De aanloop 40 4.2 Vervroegde verkiezingen 42 4.3 Samenstelling kandidatenlijst 43 4.4 Verkiezingsprogram en financiële paragraaf 44 4.5 Campagne 44 4.6 Meningsvorming, beeldmerk en mediacultuur 47 5. UITdAgINgEN aan hET bEgIN van dE 21E EEUw 48 6. VERANdEREN om TE bLIjVEN 54 7. De wEg TERUg 60 7.1 Samenvatting 62 7.2 Conclusies 63 7.3 Aanbevelingen 65 bIjlagen 70 1 Persbericht instelling Evaluatiecommissie 72 2 Leden evaluatiecommissie en reflectiegroep 74 3 De commissie heeft gesproken met: 75 4 Samenvatting Kennismonitor 2010 76 5 Uitslagen Tweede Kamerverkiezingen 78 3 VERDER NA DE KLAP 11. ServIce en onderSteunIng 1 vanuIt het PartIjbureau: 4 EVALUATIE EN PERSPECTIEF 1. een wees 5 VERDER NA DE KLAP op 9 juni 2010 leed het CDa de zwaarste nederlaag bij een landelijke verkiezing in zijn geschie- denis. Het verlies in stemmen voor de CDa-lijst en -kandidaten en het verlies in zetels in de tweede Kamer waren beide ongekend. voor een gedegen analyse en lessen uit deze feiten is het noodzakelijk de omvang en betekenis van deze nederlaag voluit te beseffen. Want een over- winning heeft vaak vele ouders, maar een nederlaag is meestal een wees. Het rapport van de commissie-Frissen wil niet meer en niet minder dan het CDa de instrumen- ten geven om met een gedegen analyse tot doeltreffende lessen uit deze nederlaag te komen. partij en leden zullen daartoe het feit van deze klap en de consequenties ervan voor de positie van het CDa eerlijk onder ogen moeten zien. ook moeten willen zien. vanuit realiteitszin en herwonnen idealisme voor het gedachtegoed van de christendemocratie zullen zij de noodzake- lijke lessen nuchter, oprecht en eensgezind kunnen trekken. en dat moet ook, veel anders zit er na 9 juni 2010 niet op. 1.1 de electorale realiteit Het CDa ging in stemmen meer dan 50% achteruit: van 2,6 miljoen kiezers in 2006 naar 1,2 miljoen in 2010. 43% van de burgers die in 2006 hun stem aan een CDa-kandidaat gaven, deden dit in 2010 opnieuw. 18% van hen bleef ditmaal thuis. 39% ging naar een andere partij met hun stem, waarvan de VVD (17%) de meeste overstappers kon overtuigen. bij de tweede Kamerverkiezingen van 2006 was het CDa niet slechts de grootste partij geweest in zetels (41) en stemmenaandeel (26,1%), maar was het ook de grootste onder alle leeftijds- groepen, behalve degenen tussen 45 en 55 jaar. onder de jongeren tot 25 jaar scoorde het CDa toen zelfs 28%, bijna tweemaal zo veel als pvda, sp en VVD, die met 14 à 15% daarachter kwamen. een forse voorsprong kende het CDa ook onder de jonge kiezers tussen 25 en 35 jaar (31%) en onder kiezers van 55 jaar en ouder (36%). De aanspraak op het etiket ‘volkspartij’ was dan ook niet ongegrond. Het resultaat op 9 juni 2010 was geheel anders. Het aantal gemeenten in nederland waar het CDa als grootste uit de bus kwam, ging van meer dan 330 van de 430 naar 74. alleen in rurale, dunbevolkte delen van Friesland, salland, twente, de achterhoek en Zuid-oost-brabant zijn nog gebieden aan te wijzen waar het CDa als grootste partij geldt. in de stedelijke centra van be- volking – ook buiten de randstad – daalde de stem voor het CDa naar soms marginale percen- tages. om een aantal stedelijke cijfers van buiten de randstad te noemen: in arnhem ging het CDa van 17% naar 7. eindhoven: van 23 naar 10, breda: van 25 naar 11, Groningen: van 13 naar 6, Lelystad: van 18 naar 7, maastricht: van 21 naar 10, nijmegen: van 18 naar 8, vlissingen: van 22 naar 11, venlo: van 27 naar 14, Zwolle: van 22 naar 12. in het westen van het land – waar de meeste kiezers wonen – ging het CDa in de stedelijke en suburbane centra van vaak al zwakke uitslagen naar (zeer) marginale resultaten. almere: van 17% naar 5, amsterdam: van 9 naar 3, Delft: van 19 naar 8, Den Haag: van 17 naar 6, Haarlem: van 17 naar 7, purmerend: van 18 naar 6, rotterdam: van 14 naar 6, Capelle a.d. iJssel: van 22 naar 9, Utrecht: van 17 naar 6. in bijlage 5 staat een compleet overzicht van de feitelijke uitslag van het CDa op 9 juni, gerang- schikt naar het relatieve verlies ten opzichte van 2006, per provincie en gemeente. Dat geeft een helder beeld van de klap die het CDa uitgedeeld kreeg: de zwaarste verliezen vielen in de randstedelijke plaatsen en de neergang was relatief het minst in noordelijke gemeenten. 6 EVALUATIE EN PERSPECTIEF 1.2 tegen de legendevorming Het CDa verloor aanhang naar alle kanten van het politieke spectrum. Legendevorming daarover is riskant voor de analyse en conclusies die de partij daaruit moet trekken. Zo werd al tijdens de verkiezingsavond op 9 juni verteld dat het CDa vooral in het zuiden van het land dramatisch verloor, en dat de PVV daarvan de belangrijkste oorzaak en uitbater was. De cijfers laten een andere werkelijkheid zien: in het zuiden is relatief en absoluut minder verloren dan in het westen en de grote steden. en het verlies is in belangrijke mate naar de VVD en de ‘niet kiezers’ gegaan. in de grote steden verloor het CDa zelfs meer aan de pvda dan aan de PVV, net als in het noorden van het land. Nielsen Regio Stemde CdA grote in 2006 steden Rest west Noord oost Zuid Aantal kiezers in 2006 (x 1.000) 2.695 120 980 250 630 715 pvda 5% 15% 4% 11% 3% 2% vvD 24% 22% 29% 22% 24% 23% CDa 45% 39% 39% 48% 52% 48% stemgedrag 2010 pvv 13% 11% 13% 9% 10% 17% D66 5% 5% 5% 2% 4% 5% Groen Links 1% 0% 2% 2% 1% 0% sp 3% 3% 3% 4% 1% 4% ChristenUnie 2% 3% 2% 1% 4% 1% sGp 1% 1% 2% 0 1% 0 andere partij 1% 1% 1% 1% 0 0% totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% Bron: www.peil.nl (Maurice de Hond) 7 VERDER NA DE KLAP De grootste verliespost, zowel absoluut als relatief, is het vertrek geweest van CDa-kiezers in het westen van het land buiten de grote steden naar de VVD. precies dat deel van de kiezers en het land dus, waar het CDa in 2006 een onverwachte plus kon bereiken – tegen de nationale verliestrend in – waardoor het de grens van 40 zetels nog kon overtreffen. opmerkelijke deelaspecten van de cijfermatige gegevens zijn nog de volgende: • het CDa verloor opvallend zwaar onder de eigen-huis-bezitters; • het CDa verloor relatief fors onder mensen met een gemiddeld of hoger opleidingsniveau; • het CDa verloor ook relatief fors onder de mensen met een inkomen boven modaal; • de trouwe kiezers van het CDa zijn een relatief kleine groep: alleen boven de 65 jaar is de aanhang loyaler aan de partij dan gemiddeld onder de kiezers; • het CDa kreeg in 2010 voor het eerst beduidend meer mannen dan vrouwen als kiezers (55- 45%); • het verlies onder jonge kiezers was dramatisch; • de winst van de VVD vertoont sterke analogie met het verlies van het CDa: opvallend sterk in het westen buiten de grote steden, onder de mensen met een gemiddeld opleidingsni- veau en onder mensen jonger dan 34; • de winst van de PVV is primair geboekt onder kiezers in het zuiden en het westen buiten de grote steden, die laagopgeleid zijn, lagere inkomens hebben, vooral in de leeftijdsgroep tussen 50 en 64 jaar. Deze kiezers vertonen qua profiel sterke overeenkomst met de kiezers die de sp kwijtraakte; • de pvda won en verloor tegelijk, als enige grotere partij. verlies in oost- en Zuid-nederland werd deels gecompenseerd door winst in het noorden en de grote steden. eenzelfde effect is te zien bij verlies in de leeftijdsgroep tussen 25 en 35 jaar, dat gecompenseerd werd door vooruitgang onder jongere kiezers; • D66 won van geen groep zoveel als van CDa-kiezers. Bron: Synovate 8 EVALUATIE EN PERSPECTIEF Won het CDa op 9 juni nergens? in de balans van ‘kiezersuitwisseling’ zijn nog enkele opval- lende gegevens te vinden. Zo verloor het CDa aan de ‘niet kiezers’ omgerekend ruim 7 Kamer- zetels, maar kon het toch nog ruim 2 zetels winnen uit de groep die in 2006 (nog) niet had gestemd. aan de CU verloor het CDa weinig meer dan het er tegelijk van won. van de PVV won het CDa bijna een halve zetel, bij verlies van drie aan deze partij. Zelfs van de VVD-kiezers in 2006 won het CDa een halve zetel, maar het verloor aan deze partij ruim 7 zetels. met de uitkomst van de Kamerverkiezing op 9 juni werd het CDa de vierde partij in de tweede Kamer, beduidend kleiner dan VVD en pvda, enkele zetels kleiner dan de PVV, enkele groter slechts dan de sp. De uitslag betekende niet alleen dat de ‘leidende positie’ van het CDa – voordien de enige partij met meer dan 40 zetels – verloren was, maar ook dat onhelder was of er nog een partij zou zijn die deze ‘voortrekkersrol’ kon overnemen.