Lalique in Nederland
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20978 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Booij, Lennart Title: De ontvangst van het werk van René Lalique (1860-1945) in Nederland Issue Date: 2013-06-18 De ontvangst van het werk van René Lalique (1860-1945) in Nederland Proefschrift ter verkrijging van de graad van Doctor aan de Universiteit Leiden, op gezag van de Rector Magnificus prof.mr. C.J.J.M. Stolker, volgens besluit van het College voor Promoties te verdedigen op dinsdag 18 juni 2013 klokke 11.15 uur door Lennart Booij geboren te Amsterdam in 1970 Promotiecommissie Promotor: prof.dr. T.M. Eliëns Co-promotor: prof.dr. T.R.A. de Rijk Overige leden: prof.dr. A. Bergmans prof.dr. C.W. Fock Lennart Booij Lalique in Nederland De ontvangst van het werk van René Lalique (1860-1945) in Nederland Fotografie Erik en Petra Hesmerg Gemeentemuseum Den Haag Waanders Uitgevers Inhoud Voor Edith Inleiding 9 Een onderzoek naar het werk van Lalique vanuit Nederlands perspectief 1 11 Definitie en plaatsbepaling van het glaswerk van Lalique 14 De opkomst van een nieuwe zelfbewuste burgerklasse 15 Ontwikkelingen in de Franse luxe-industrie 16 De zoektocht naar een moderne stijl 16 Art Nouveau 17 De zoektocht van de Franse decoratieve kunstenaars en ontwerpers 18 De positie van Lalique 22 Een voorzichtige toenadering tussen kunstenaar en industrie 25 De introductie van moderne industriële luxe 2 29 Nederlands-Franse kunstnijverheidsrelaties 32 Frankrijk zoekt naar nieuwe wegen, een Hollandse afslag (1900-1914) 35 Nederlandse kunstenaars in Parijs 38 Franse decoratieve kunst in Nederland 38 Duitse invloeden en opkomend nationalisme 39 Oorlogsdreiging en neutraliteit 42 In vrede op weg naar de grote tentoonstelling (1918-1925) 43 Hernieuwde Franse contacten en de modernisering van het dagelijks leven 3 47 René Lalique, pionier van moderne industriële luxe 51 Lalique, opmaat, ontwikkeling en succes als juwelenontwerper 52 Opmaat 56 Technische ontwikkeling 60 Zelfstandig succes 67 Nieuwe ontwikkelingen (1905-1910) 126 Kopers van het Lalique glaswerk (1920-1940) 69 Stilistische en materiaaltechnische heroriëntatie 126 De herkomst van een collectie Lalique glas in 71 De kwestie van intellectueel eigendom Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam 75 Doorslaggevend: de ontmoeting met Coty 129 Meer Rotterdamse connecties (1907-1909) 132 Collectie Lalique in het Centraal Museum te Utrecht 77 De ontwikkeling van een glasfabriek 133 Meer Utrechtse connecties 84 De dood van Alice en nieuwe ideeën van Suzanne 133 Lalique in Leiden en omgeving 134 Lalique in Amsterdam 85 1912 en verder, de Eerste Wereldoorlog als 136 Lalique in diplomatieke kringen katalysator voor industrialisering 137 Ten slotte 85 Een nieuwe klantenkring (1910-1914) 91 Eerste Wereldoorlog 138 Enkele Nederlandse opdrachtgevers van Lalique 138 Een bijna-opdracht uit Limburg 96 De jaren twintig en verder: Société Lalique, 139 Een onbedoelde ‘koninklijke’ opdracht in 1937 Paul, Suzanne en René 145 1938, casus de Lloyd en de ‘De affaire Lalique’ 99 De jaren dertig: ‘Oeuvres de René Lalique’ 151 Invloed en navolging, de glasfabriek Leerdam en haar ontwerpers 4 153 Directe invloed: geperste glasplastieken 107 Lalique in Nederland: 156 Indirecte invloed: innovaties, licht en techniek aandacht, verkoop, opdrachten, invloed en 156 Naoorlogse toepassingen navolging 157 Lalique in Nederland 110 Receptie van Lalique glas in Nederland (1920-1940) 5 110 Lalique in de pers (1920-1940) 159 Moderniteit, machine en marketing: 110 Kranten definiëring en theoretische plaatsbepaling 111 Week- en maandbladen 111 Recensenten 162 Sociale achtergrond van de kopers en 111 Otto van Tussenbroek opdrachtgevers 112 Willem Frederik A. Röell 163 De aantrekkingskracht van het werk van Lalique 112 Paul Bromberg 171 De suggestie van exclusiviteit 114 Vrouwenbladen 114 De vrouw en haar huis 114 Haagsche Vrouwenkroniek 116 Lalique wordt een householdname 173 Nawoord 116 Eenduidige kritieken 174 Woord van dank 176 Noten 117 Verkopers van Lalique glas en de collectie 193 Bijlage: de Collectie Nederland Nederland 213 Literatuur 117 Nederlandse warenhuizen 221 Biografie auteur 117 Metz en Co. 222 Register 120 Focke en Meltzer 122 Gerritsen en Van Kempen 123 Andere verkooplocaties met Lalique glas 124 De Jaarbeurs te Utrecht ˘ René Lalique, detail karaf Aubépines, 1914, privécollectie Inleiding De ontvangst van het werk van de Franse kunstenaar 5. Is er sprake van uitwisseling en invloed van Neder- 9 René Lalique (1860-1945) in Nederland kan niet los landse toegepaste kunst op Franse toegepaste kunst in worden gezien van de ontwikkelingen in Nederland en de periode 1900-1940? INLEIDING Frankrijk en de relaties tussen beide landen in de eer- 6. Welke rol speelt Lalique binnen deze ontwikkelin- ste helft van de twintigste eeuw op het gebied van de gen? kunstnijverheid, de luxe-industrie en de industriële 7. Wat is de kunstzinnige ontwikkeling van Lalique en vormgeving. Het werk van Lalique past in een lange waarin was hij pionier? traditie van luxueuze kunstnijverheid van Franse ma- 8. Welke Nederlandse kopers en opdrachtgevers werden kelij. Frankrijk, met name Parijs, worden tot op de dag door het werk van Lalique aangetrokken? van vandaag geassocieerd met goede smaak en mon- 9. Kreeg het werk van Lalique navolging in Nederland? daine luxe. Ook het Lalique glaswerk werd in de loop 10. Kan de sociale achtergrond van de kopers (en van de jaren twintig in Nederland aangeprezen als opdrachtgevers) worden verklaard aan de hand van de een modern Frans luxeproduct en hier al vroeg ver- distinctietheorie van Bourdieu? kocht.1 Maar deze ogenschijnlijke continuïteit in de 11. Wat verklaart de aantrekkingskracht van zijn (indus- oriëntatie op Franse luxe in ons land kende een grillig trieel vervaardigde) werk? verloop. Zo vanzelfsprekend als het bestaan ervan nu 12. Kan het werk en denken van Lalique worden bestu- lijkt, was het rond 1900 beslist niet. De moderne Fran- deerd/geïnterpreteerd met de reproductiviteitsvraag se luxe industrie gebaseerd op een eigen stijl en iden- van Benjamin en Valéry? titeit ontstond bij de gratie van een moeizame weder- geboorte en herwonnen zelfbewustzijn onder externe De deelvragen worden geadresseerd in de verschil- druk en interne richtingenstrijd. Nederland was hier- lende hoofdstukken die deel uitmaken van dit onder- bij afzetmarkt en achterland maar bleek ook kortston- zoek. dig een broodnodige bron van inspiratie te zijn. De deelvragen één tot en met drie vormen de leidraad In dit onderzoek wordt de receptie van het werk van voor hoofdstuk 1, waarin ten eerste een beschrijving René Lalique onderzocht in Nederland in de periode wordt gegeven van de vier belangrijkste kunsthistori- 1900-1940. Centraal staat de vraag welke rol zijn sche en maatschappelijke ontwikkelingen in de perio- (glas)werk in Nederland speelde en hoe zijn oeuvre kan de om daarmee de context te kunnen vormen voor dit worden geïnterpreteerd. onderzoek. Aan de hand van het werk van Lalique, wordt zijn oeuvre gepositioneerd ten opzichte van de Deze vraagstelling zal aan de hand van de hiernavol- begrippen kunstnijverheid en industriële vormgeving. gende deelvragen worden uitgewerkt en beantwoord. Hiermee wordt vraag twee beantwoord. Ten slotte wordt bekeken hoe zijn oeuvre zich verhoudt tot de 1. Welke kunsthistorische en maatschappelijke ontwik- begrippen kunstnijverheid, industriële vormgeving en kelingen vormen de context voor het ontstaan van zijn het in dit onderzoek geïntroduceerde begrip moderne werk? industriële luxe. Het is daardoor mogelijk vraag drie 2. Welke betekenis heeft zijn werk in relatie tot de te beantwoorden begrippen kunstnijverheid en industriële vormgeving? 3. Hoe kan zijn werk kunsthistorisch worden gedefini- In hoofdstuk 2 wordt de relatie tussen Nederland en eerd? Frankrijk beschreven aan de hand van primaire histo- 4. Is er sprake van uitwisseling en invloed van Franse rische bronnen. Zo wordt onder meer de creatieve toegepaste kunst op Nederlandse toegepaste kunst in uitwisseling tussen Nederland en Frankrijk, die op de periode 1900-1940? kunstnijverheidsgebied tijdens deze periode bestond, René Lalique, detail carafe plate, deux danseuses, 1912 10 in kaart gebracht aan de hand van een bijzonder Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 een poging gedaan document. Hiermee is het mogelijk vraag vier en vijf om op basis van het werk van de historicus Peter Gay te beantwoorden. Met behulp van historische bronnen en de socioloog Pierre Bourdieu tot een definiëring te kan de rol van Lalique binnen deze ontwikkelingen komen van de sociale klasse waartoe de kopers van worden geschetst en daarmee kan vraag zes worden Lalique glas behoorden. De vraag wat nu de aantrek- INLEIDING geadresseerd. kingskracht van het werk van Lalique bepaalde wordt beantwoord met behulp van de analyses van de kunst- De zevende vraag komt aan de orde in hoofdstuk 3. historicus Walter Benjamin en de filosoof Paul Valéry. Hierin wordt beschreven hoe de kunstenaar René Met dit alles wordt het mogelijk de resterende vragen Lalique zich tijdens zijn leven heeft ontwikkeld en bij tien, elf en twaalf te beantwoorden. welke ontwikkelingen hij pionier was. Ook wordt on- derzocht of en hoe hij vervolgens ‘school’ maakte met zijn aanpak. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 de introductie be- schreven van het glaswerk van Lalique in het Neder- landse binnenhuis in de periode 1920-1940. Deze re- ceptiegeschiedenis wordt door middel van enkele casussen en familieverhalen geïllustreerd. Hierdoor is het mogelijk vraag acht te beantwoorden.