Rapportage Onderzoek Nederlands Cultuurlandschap 8

Geesten van Holland

Een herinventarisatie van oudere en jongere cultuurgronden op de strandwallen van Noord- en Zuid-Holland.

Frits David Zeiler Geesten van Holland Een herinventarisatie van oudere en jongere cultuurgronden op de strandwallen van Noord- en Zuid-Holland. Colofon

Rapportage Onderzoek Nederlands Cultuurlandschap 8

Geesten van Holland. Een herinventarisatie van oudere en jongere cultuurgronden op de strandwallen van Noord- en Zuid-Holland.

Auteur: Frits David Zeiler Eindredactie: Bert Groenewoudt

Illustraties: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, tenzij anders vermeld Kaarten: Niels Moll & Bart Broex Beeld omslag: Willem Derickx, RCE Foto omslag: De Elsgeest onder Voorhout vanuit de lucht gezien in zuidwestelijke richting. De smalle, vrijwel onbebouwde Elsgeest (catalogus nr. 56) splitst zich als het ware af van de strandwal van Voorhout en loopt via Teijlingen naar Lisse, waar hij samenkomt met de strandwal van Sassenheim.

© Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, 2020

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Postbus 1600 3800 bp Amersfoort www.cultureelerfgoed.nl Inhoud 3

Inhoud 3

Samenvatting 5

1 Voorwoord 6

2 Inleiding en verantwoording 7

3 Begripsomschrijving 9

4 Onderzoek en gebruikte bronnen 13

5 Geesten in grote lijnen 14

6 Inventarisatie geesten: toelichting 17

7 Catalogus: beschrijving van de individuele geesten 19

8 Bronnen en literatuur 82

Bijlage: Overzicht toponiemen en algemene vermeldingen van geesten 85 4

De Elsgeest onder Voorhout vanuit de lucht gezien in zuidwestelijke richting. De smalle, vrijwel onbebouwde Elsgeest (catalogus nr. 56) splitst zich als het ware af van de strandwal van Voorhout en loopt via Teijlingen naar Lisse, waar hij samenkomt met de strandwal van Sassenheim (foto Willem Derickx, RCE).

Het noorden van Akersloot vanuit de lucht gezien in noordoostelijke richting. Links de Kerkgeest (catalogus nr. 36), verbonden via een (dijk)weg met het noordelijker gelegen Boekel (catalogus nr. 24), rechts aan het Alkmaardermeer de Hongeest (catalogus nr. 35); daartussen de Binnen Geesterpolder. Daarachter de droogmakerij van de Schermer (1635). (foto Paul Paris). Samenvatting 5

In dit rapport wordt de actuele stand van b) geestnederzettingen, grotere bijbehorende kennis met betrekking tot het nederzet- structuren met een verspreide bebouwing, tingsgeografische fenomeen ‘geesten’ soms gecombineerd met een dorpsgeest; gepresenteerd, evenals een herinventarisatie c) ontginningsgeesten in laagland of in van deze oude complexen landbouwgrond op nollengrond (lage duintjes). de strandwallen van Noord- en Zuid-Holland. Met name die laatste groep was een verrassende uitkomst van het onderzoek, Aanleiding waren een symposium in omdat daaruit de dynamiek naar voren komt (2013) dat speciaal aan deze thematiek was van het gebruik van het bouwland op de gewijd, en enkele daaruit voorvloeiende geesten, bijvoorbeeld door het uitbreiden rapporten, inventarisaties en artikelen. Een in de richting van de strandvlakten met een mijlpaal in de studie van geesten was het afwateringssysteem, een geestwetering proefschrift van J.K. de Cock uit 1965: ‘Bijdrage of broeksloot. Ook de zeer verschillende tot de historische geografie van landschappelijke verschijningsvormen kwamen in de middeleeuwen op fysisch-geografische beter uit de verf, tot en met dwarsgelegen, grondslag’. Sindsdien is duidelijk geworden dat haaks op de kustlijn staande geesten en zelfs de verschijningsvorm van geesten en ook hun rechthoekig afgepaalde gebieden. ouderdom veel gevarieerder zijn dan het nogal statische beeld dat De Cock presenteerde. Ook ‘Geestgrond’ is niet hetzelfde als ‘geest’ zijn veronderstelling dat geesten verwant zijn (‘geestland’). De naam ‘geestgrond’ is pas in de aan de essen (enken) van oostelijk Nederland 19de eeuw geïntroduceerd als aanduiding van (beide verschijnselen zouden samenhangen de meestal afgezande strandwalgronden, in met een gereglementeerd sociaaleconomisch gebruik genomen voor de bloembollencultuur. systeem en collectief landgebruik), moet op zijn De term ‘geestgrond’ kan dan ook in historische minst sterk worden genuanceerd. Ook is in een beschouwingen (over geesten) beter worden aantal gevallen door middel van archeologisch vermeden. Bijna alle geesten zijn in de loop van onderzoek vastgesteld dat de bewoning en het de tijd ofwel bebouwd geraakt of vergraven en daarmee samenhangende agrarisch gebruik omgezet in bollenland. van geesten teruggaat tot vóór de tijd waarin de Cock het ontstaan plaatste: de vroege In totaal heeft de herinventarisatie 70 geesten middeleeuwen. opgeleverd. Die worden in dit rapport een voor een beschreven en op kaart getoond. Problematisch is, dat vermelding ‘geest’ op Geesten komen in heel Holland voor maar Zicht op Dorregeest ten zuiden oude kaarten en in historische bronnen op zijn in Noord-Holland veel talrijker (50) dan in van Akersloot (catalogus nr. 37). uiteenlopende zaken betrekking kan hebben. Zuid-Holland (20). Door de zandige ondergrond zien De betekenis van de term zal in de loop der we op de geest vaak een ander eeuwen zijn veranderd en kan bovendien grondgebruik, zoals moestuinen of regionaal verschillend zijn geweest. In bloemenvelden (foto Henk Baas). Noord-Duitsland en Zuidwest-Denemarken zijn geesten de Pleistocene gronden tegenover het polder- of marsland dichter langs de zee. Dit is eveneens het geval met het verwante Fries-Groningse begrip gaast of gast. En tenslotte is bekend dat toponiemen, en dus ook geest-namen, onder bepaalde omstandigheden naar een andere plek kunnen verschuiven.

Met dit alles in het achterhoofd, en na een uitvoerige studie van historische bronnen en kaartmateriaal, alsmede paleogeografische reconstructies, zijn uiteindelijk drie categorieën geesten onderscheiden: a) dorpsgeesten, nederzettingen met een geconcentreerde bebouwing, vaak inclusief een kerk; 6 1 Voorwoord

Binnen de historische geografie wordt sinds wat het lijkt te zijn. Naar aanleiding van een jaar en dag gediscussieerd over wat ‘geesten’ symposium over deze thematiek in Heiloo precies zijn: wat ze kenmerkt in termen (2013) en enkele daaruit voortvloeiende van landschappelijke situering, ouderdom, rapporten en publicaties, worden de meest ontstaanswijze, eigendomssituatie, vorm, recente inzichten in dit rapport samengevat. structuur en functie etc. Ja, het betreft oude Vervolgens worden eerdere inventarisaties complexen landbouwgrond op de strandwallen van geesten in Noord- en Zuid-Holland kritisch van Noord- en Zuid-Holland. En duidelijk tegen het licht gehouden. Resultaat is de is ook dat ‘geesten’ wezenlijk verschillen identificatie en beschrijving van een 70-tal van de ‘essen’ (‘enken’) van de Pleistocene geesten. Die worden in dit rapport een voor een zandgronden, waarmee ze nogal eens op behandeld en op kaart getoond. Ongetwijfeld een lijn zijn geplaatst. Maar geesten blijken zullen er nog ‘nieuwe’ geesten worden behoorlijk variabel, en wat de kwestie verder ontdekt, zoals in een recente detailstudie over compliceert, is dat de benaming ‘geest’ in , en zal de kennis over geesten in de verschillende betekenissen is, en wordt toekomst toenemen. Dit rapport is nadrukkelijk gebruikt. Niet alles wat op oude kaarten of in niet bedoeld als het laatste woord maar als historische bronnen wordt aangetroffen, is bouwsteen voor verder onderzoek.

Afb. 4 Kenmerkend grondgebruik op de Dorregeest, ten zuiden van Akersloot (catalogus nr. 37) (foto Henk Baas, RCE). 2 Inleiding en verantwoording 7

Dit rapport is gebaseerd op een tweetal eerdere rapporten, geschreven in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het eerste handelde over Noord-Holland en was een direct gevolg van een discussie over een ‘klassieke’ theorie ten aanzien van oorsprong, aard en ouderdom van de geesten in Kennemerland.1 Het tweede ging over de geesten van Zuid-Holland,2 waarover zich eenzelfde discussie afspeelde, maar dan op basis van een recent gemaakte, tentatieve inventarisatiekaart.3 De theorie is die van J.K. de Cock, zoals neergelegd in zijn proefschrift Bijdrage tot de historische geografie van Kennemerland in de middeleeuwen op fysisch-geo- grafische grondslag (1965). Kort samengevat zag De Cock in de veelal ovale, door wegen en vaak ook bebouwing begrensde akkergronden op de strandwallen een min of meer gereglementeerd sociaaleconomisch systeem. Dit vergeleek hij met de essen of enken in met name Oost-Ne- derland, die destijds werden beschouwd als een vroegmiddeleeuwse verschijningsvorm van collectief landgebruik. Inmiddels weten we veel meer over die esgronden, bijvoorbeeld dat ze in het algemeen pas na 1300 zijn ontstaan,4 en de kenmerkende es- of plaggendekken in de regel pas na 1500.5 En intussen is ook wel duidelijk geworden dat de Hollandse geesten daarmee geen enkele overeenkomst vertonen – fysisch noch juridisch, economisch noch landschappelijk (Dat er ook in Holland hier en daar meenten en enken voorkomen vormt geen enkel bewijs meer voor die veronderstelde verwantschap.) Bovendien komt het begrip anderhalf jaar later werd toch weer grotendeels Gedeelte van de Kaart van Rijnland geest al zeer vroeg voor in de bronnen, teruggevallen op de oude visie.6 Daarbij werd door Floris Balthasarsz, 1611. maar wordt het gebruikt voor verschillende ook de al genoemde tentatieve kaart, van de In het begin van de 17de eeuw landschappelijke verschijnselen die weliswaar hand van de coauteur Bjorn van Snippenburg, zijn veel oude duingronden verwant zijn, maar geenszins identiek. Alleen als tamelijk richtinggevend gepresenteerd. De in Zuid-Holland nog niet in al daarom voldoet het statische beeld dat De kritiek hierop van ondergetekende, die op het cultuur gebracht. Wegen, Cock heeft geschetst niet meer. Daarbij moeten symposium juist had gepleit voor een grondige geesten en dorpsgebieden zijn we bedenken dat van de landschappelijke revisie, leidde tot een reactie in het tijdschrift.7 al wel herkenbaar, zoals hier bij dynamiek die zich tijdens de middeleeuwen En vervolgens tot de afspraak, dat aan de hand Hillegom. afspeelde in 1965 wel het fenomeen van van de zojuist genoemde inventarisatiekaart (Nationaal Archief/ Hoogheemraadschap de veenontginningen was onderzocht en zou worden onderzocht in hoeverre het beeld van Rijnland). beschreven, maar dat de jonge duinvorming op grond van nieuwe inzichten zou kunnen nog een groot fysisch- en historisch-geo- worden bijgesteld en verfijnd. Dat leidde tot grafisch raadsel was. Tijdens een symposium twee rapporten over de geesten van Noord- en in 2013 in Heiloo, dat aan de geestproblematiek Zuid-Holland.8 Dit rapport is een uitgewerkte was gewijd, werd wel gesproken over de combinatie en daarmee de eindversie van beide wens tot herziening en herijking, maar in een stukken. publicatie in het Historisch Geografisch Tijdschrift

1 Zeiler 2016. 2 Zeiler 2017. 3 Van Snippenburg 2013. 6 Baas, Van Snippenburg, Renes & Rentenaar 2014. 4 O.a. Zeiler 1996; Spek 2004. 7 Zeiler 2015. 5 O.a. Spek 2004; Van Doesburg et al. 2007 8 Zeiler 2016; 2017. 8

Zowel voor het bestuderen van het verschijnsel een rol hebben gespeeld bij het lokaliseren ‘geest’ als voor het opsporen van geesten is en interpreteren van geesten (kaarten, gebruik gemaakt van uiteenlopende bronnen. kaartboeken, atlassen, publicaties) worden Deels wordt daarnaar in de tekst verwezen. ook vermeld in het overzicht van bronnen en Bronnen van informatie die in algemene zin literatuur achterin dit rapport.

Zanegeest en Baakmeergeest onder Bergen in het midden van de 17de eeuw. Kaart van J. Dou, uitgegeven door J. Blaeu in 1662. De erven zijn geconcentreerd rond Zanegeest (catalogus nr. 11). De Baakmeergeest (catalogus nr. 12) wordt geaccentueerd door de dwarsdijk, onderdeel van de indijking van het lagere land (Regionaal Archief ).

Den Haag in 1649. Kaart door J. Blaeu. De bebouwde kom is door een gracht omgeven. Ten zuidwesten van de Grote Kerk is nog een stukje onontgonnen ‘klingen’ aanwezig (zie beschrijving bij catalogus nr. 64). (Nationaal Archief). 3 Begripsomschrijving 9

Wat is een ‘geest’? Het begrip geest komt al duidelijk nederzettingsnamen, waarvan er twee voor in de vroegste geschreven bronnen over als plaatsnaam tot op heden hebben overleefd. Holland. De oudste optekeningen zijn die in Noordhollandse pendanten als , de zogenaamde Goederenlijst van de Dom in Dorregeest en Zanegeest vertonen eenzelfde Utrecht uit ca 925, waarvoor geput is uit nog karakter. Daarnaast komen er – o.a. in de oudere gegevens. In de buurt van Naaldwijk Egmondse bronnen en de grafelijke oorkonden worden Hustingest, Litlongest en Langongest uit de 12de en 13de eeuw – beschrijvingen genoemd, in Rijnland Osgeresgest (Oegstgeest), voor van ‘geestland’ als aanduiding van Husingesgest en Polgest (Poelgeest). Dit zijn hoger gelegen akkergronden tegenover

Topografische kaart van de dorpen ten noorden van de Oude Rijn, 1912. De geesten van Oegstgeest, Warmond, Sassenheim-West en Voorhout (catalogus nrs. 51, 53, 54 en 58), zijn al grotendeels tot bollenland vergraven. Hetzelfde beeld toont de smalle strandwal van Hoog- en Laag-Teijlingen (catalogus nr. 57), terwijl de Elsgeest (catalogus nr. 56) in de polder is opgenomen. (Grote Historische Atlas, blad 402). 10

Het dorp Rijswijk in de late 16de wei- en hooilanden (‘koeland’) in de ‘vennen’ Op grond van het voorgaande kunnen we eeuw. Rijswijk is een karakteristiek of veenontginningen. Dit ‘geestland’ moet niet proberen om het algemene begrip in een voorbeeld van een dorpsgebied op verward worden met de term ‘geestgronden’, aantal betekenissen te onderscheiden, die de de Zuid-Hollandse strandwallen, die pas in de 19de eeuw is geïntroduceerd historische ontwikkeling en de verschillende met een hoofdweg, enkele als aanduiding van de meestal afgezande verschijningsvormen enigszins recht doen. parallelwegen, verspreide strandwalgronden, in gebruik genomen voor bebouwing op de geest (catalogus de bloembollencultuur. Deze term kan dan ook 1. Een geest is in cultuur gebrachte grond op de nr. 61), een wetering op de grens in historische beschouwingen beter worden strandwallen van Noord- en Zuid-Holland, met het lage land en een kleine vermeden. en wordt in historische bronnen ook wel bewoningskern bij de kerk. aangeduid als geestland. Hierbij dient te (Nationaal Archief, Collectie Hingman). worden aangetekend, dat hetzelfde woord in het kustgebied van Noord-Duitsland en Zuidwest-Denemarken wordt gebruikt voor de Pleistocene gronden tegenover het polder- of marsland dichter langs de zee.9 Dit is eveneens het geval met het verwante Fries-Groningse begrip gaast of gast.

2. Een geest is een naamkundig begrip (plaatsaanduiding of toponiem) dat soms zelfstandig, maar meestal in een samengestelde vorm voorkomt als: - een aanduiding van het land onder 1): Vronlegeist, Elsgeest; - een aanduiding van een specifiek gedeelte van het bouwland: Hofgeest, Bronsgeest; - de naam van een kerkdorp of buurschap: Dorregeest, Oegstgeest.

3. Een geest is een nederzettingsgeografische of geomorfologische aanduiding voor op de kaart te onderscheiden structuren, met name complexen van akkerland, ingebed in of gecombineerd met een stelsel van wegen en paden op de strandwallen.

Daarbij doen zich wel direct al interpreta- tieproblemen voor. Bijvoorbeeld: hoe oud is de naam (of tot welke periode kunnen we die herleiden)? Hoe oud is dan de geest, en waar lag die? Wat doen we met duidelijk vroegmiddeleeuwse nederzettingen waar geen geest-achtige vormen zijn aan te wijzen? Of met geest-namen die helemaal geen geest blijken te zijn? Dat laatste is bijvoorbeeld het geval in Spaarnwoude, een kerkdorpje dat op een kleine strandwal is gebouwd, maar dat een duidelijke veenontginningsstructuur vertoont – en toch De Geist wordt genoemd. Of met de twee uiterste geesten van Zuid-Holland, de Grote en de Kleine Geest bij Naaldwijk, die eerder een aandijking dan een stuk oud bouwland lijken te zijn? Aanduidingen zoals Van Snippenburg hanteert zoals ‘mogelijk’, ‘waarschijnlijk’ of ‘zeker’ kunnen daarom maar

9 Digitalisches Wörterbuch; Ordbog over det danske sprog. 11

Schets van het gebied rond door Simon Meeuws van Edam, 1539. De smalle strandwal wordt begrensd door de Heereweg en de Binnenweg. De laatste loopt over de geest (catalogus. nr. 49), waaraan ook de dorpsbebouwing ligt. Hier en daar zijn nog restjes oude duinbos aanwezig. (Algemeen Rijksarchief, Brussel).

Kaart van de heerlijkheid Wimmenum, 18de-eeuwse copie op basis van een origineel uit 1615. De akkers op de geest (catalogus nr. 15) alsmede de Legeest (catalogus nr. 17) zijn in bruin aangegeven, de laaggelegen percelen in groen. (Regionaal Archief Alkmaar)

beter worden vermeden. De geest die ligt Dat brengt ons op het punt van de centraal tussen Hereweg en Achterweg in gelegen landerijen en de randen van de lijkt een schoolvoorbeeld van een klassieke strandwal. De laatste ogen soms bijna als nederzettingsstructuur, ovaalvormig, dus ontginningsblokken, en vaak moeten we er geheel volgens het model van De Cock. Er is rekening mee houden dat ze dat ook echt sprake van een zekere lintbebouwing langs zijn. De Hofgeest c.a. bij is daar een beide wegen, de geest zelf is merendeels voorbeeld van. Maar ook de Dronkgeest en de open en aan het ene uiteinde bevindt zich Legegeest bij Wimmenum of de Dampegeest bij de parochiekerk. Maar als men hier naar de Limmen zijn sprekende bewijzen dat ook lager in kleine percelen verkavelde randen kijkt, is gelegen land tot de geest kon gaan behoren. het beeld al direct minder helder. We moeten Hetzelfde zou kunnen gelden voor de kleinere ons dan ook afvragen, of het niet gaat om een randgeesten van Oegstgeest en Voorschoten. algemeen ‘geestland’ waarbinnen op de kaart We zijn bij het ontstaan daarvan dan wel toevallig een ideaaltype als deelstructuur kan al in de periode van een sterk verbeterde worden onderscheiden. ontwatering aangeland, dus minstens in de 12de 12

eeuw. Dat deze randen worden begrensd door In veel gevallen is tijdens het onderzoek wel een wetering (in Schoorl zelfs Geestwetering gelet op het vaak voorkomende wegenpaar genoemd) zou daarvoor een aanwijzing kunnen dat de ‘klassieke’ dorpsgeest omsluit. Naast vormen. Al met al lijkt het handig om het begrip interlokale verbindingen als Voorweg, ontginningsgeest te introduceren, waarmee Bredeweg, Hogeweg en Heereweg kennen zowel de randen van de strandwal kunnen we lokale wegen met namen als Achterweg, worden aangeduid (Hargen, Akersloot, Rijswijk- Binnenweg, Buerweg, Doodweg, Lij- of Lijtweg Voorburg) als genoemde blokvormige geesten (met variant Leeweg) en Notweg. Er zijn ook tegen of in de rand van de jonge duinen. Op echte paren als Westerweg en Oosterweg, deze wijze zijn ook die geesten te categoriseren, maar die zeggen lang niet altijd iets over aard die zich in de 16de en 17de eeuw nog uitbreidden en omvang van het geestland. Op Zanegeest in het nollengebied, zoals in Noordwijkerhout, bij Bergen omsluiten twee wegen van die naam Voorhout, Wassenaar en Den Haag. het centrale ovaal op de strandwal, maar tussen Alkmaar en Limmen vormen ze eenvoudig de Bij de toetsing van de ‘echtheid’ van het route over de west- respectievelijk oostflank van nederzettingsgeografisch fenomeen geest de hoge grond, met een lengte van ruim 10 km. is rekening gehouden met de vorm van de onderliggende strandwal. Verreweg in de Uiteindelijk zijn er in het overzicht van de meeste gevallen geeft die een oriëntatie gewogen en in orde bevonden geesten drie zzw-nno, dus parallel aan de kustlijn. Voor categorieën onderscheiden: de aanduiding van de windrichtingen in de a) dorpsgeesten, nederzettingen met een naamgeving is in het verleden overigens geconcentreerde bebouwing, vaak inclusief meestal ‘west’ en ‘oost’ aangehouden, omdat een kerk; men zich richtte op de zee – die nog altijd b) geestnederzettingen, grotere bijbehorende enigszins ten onrechte ‘Noordzee’ wordt structuren met een verspreide bebouwing, genoemd. Soms wijkt de richting af, het sterkst soms gecombineerd met een dorpsgeest; in Camp en Hargen, in Bergen, in Castricum c) ontginningsgeesten in laagland of in en in Velsen, waar de ligging min of meer nollengrond. oost-west is. Heemskerk en Oegstgeest zijn een Een klein aantal niet goed inpasbare geesten kwartslag gedraaid, Naaldwijk heeft een heel zijn in de kolom ‘overig’ beland. De categorie eigen wending gekregen. De meeste van deze ‘cartografische illusies’, zoals die bij Van afwijkingen hangen samen met voormalige Snippenburg nog voorkwam (b.v. tussen estuaria of rivier- en kreeklopen. In een aantal Castricum en Uitgeest)10 is uiteindelijk gevallen is op grond van de structuur, de geschrapt. In totaal zijn nu 70 afzonderlijke ondergrond en de functie van de nederzetting geesten onderscheiden: 50 in Kennemerland reden geweest tot twijfel over het karakter als en 20 in Zuid-Holland. Recent lokaalhistorisch oude landbouwgrond. Zo zijn in Kennemerland onderzoek (Castricum, Monster) heeft het beeld behalve het al genoemde Spaarnwoude completer gemaakt. Verder detailonderzoek zal ook Benes, De Koog en Assem van de zeker nieuwe voorbeelden aan het licht kunnen oorspronkelijke inventarisatie afgevallen, brengen. en in Zuid-Holland Valkenburg, Rijnsburg en Wateringen. Daarmee is niet gezegd dat het geen oude, vaak al vroegmiddeleeuwse nederzettingen zijn, maar wel dat er geen geesten in de geografie terug te vinden zijn. Opvallend zijn overigens ook de leemten op dit gebied in oudere dorpen als Schoorl en de Binnen-Egmonden, al komt de aanduiding ‘gelegen op de geest’ daar voor individuele percelen wel voor.

10 Baas, Van Snippenburg, Renes & Rentenaar 2014. 4 Onderzoek en gebruikte bronnen 13

Voor het onderzoek zijn drie categorieën voorbeeld, direct gevolgd door de veenont- bronnen gebruikt. Ten eerste uiteraard de ginningen. De gevolgen van het eerste zijn bestaande literatuur en de daarin opgenomen meestal niet zichtbaar; die is überhaupt zeer verwijzingen. Het werk van De Cock is daarbij slecht gedocumenteerd. De ontginningen laten nog altijd een Fundgrube.11 Voor Zuid-Holland zich meestal nog wel reconstrueren, ook al zijn vormt de dissertatie van Henderikx een de landschappen door inklinking, vernatting, waardige pendant.12 Daarnaast zijn er vervening, afslag en herdijking (opnieuw verschillende goede bronnenuitgaven, zoals bepolderen) totaal van aanzien veranderd. de Oorkondenboeken, de Fontes Egmundenses, Vanaf de eerste betrouwbare kaarten het Lexicon van nederlandse toponiemen tot 1200 (ca 1540) kunnen we de veranderingsprocessen en de Informacie van 1514. In enkele gevallen vaak vrij nauwkeurig volgen, al moeten we boden ook archiefinventarissen uitkomst ook dan nog rekening houden met foutieve (zoals bij Wassenaar) of uitputtende lokale weergaven door de kaartmakers of foutieve inventarisaties (Hargen en Egmond). Als laatste, interpretaties door de latere beschouwer. even onmisbare als hachelijke bron, waren daar Terugprojecteren is mogelijk, maar moet met natuurlijk de kaarten. Kaarten zijn onmisbaar, beleid gebeuren, en zelfs de geavanceerde omdat het bij de geesten natuurlijk om een paleogeografische kaarten van de bodem van ruimtelijk, geografisch verschijnsel gaat. Maar Nederland zijn momentopnamen volgens de ze zijn ook problematisch in het gebruik, omdat huidige stand van de wetenschap. Maar toch, ze altijd maar een momentopname zijn van een met name de waterschapskaarten en de vroegste dynamisch proces dat landschappen vormt en topografische kaarten (en soms ook de kadaster- vervormt – en soms volslagen onherkenbaar kaarten) kunnen ons een heel goed inzicht geven maakt. De jonge duinvorming (ca 1200 – in de ontwikkeling van het kustlandschap vanaf ca 1600) is daarvan natuurlijk het bekendste de late middeleeuwen tot nu.

11 De Cock 1965. 12 Henderikx 1987.

Reconstructiekaart van de landerijen bij Camp en Groet in bezit van de Abdij van Egmond in 1571. Ontwerp W. Siewertsen. De groene percelen zijn uitgegeven in erfpacht en liggen op de oudere delen van de geesten (catalogus nrs. 1 en 2); de bruine zijn percelen in jaarhuur. De centrale dorpsgeest van Camp (linksboven) is sindsdien door afslag in zee verdwenen; de rode lijnen geven het tracé van de zeewering aan. 14 5 Geesten in grote lijnen

Valt er, voorafgaande aan de afzonderlijke En in de derde plaats zijn de meeste geesten in beschrijvingen van de geesten per ambacht Noord-Holland ontbloot van zowel hun nollen of kerkdorp, nu al iets algemeens te zeggen (lage duintjes) als hun bosopstanden, en dus over de geesten van Holland? We doen een volledig in cultuur gebracht, terwijl dat proces voorzichtige poging. van afgraven in Zuid-Holland in het midden van de 17de eeuw nog in volle gang is. Zelfs In de eerste plaats kan het beeld worden binnen de omgrachting van Den Haag bevinden bevestigd, dat vanaf de vroege middeleeuwen zich in 1649 nog klingen, zoals de duintjes hier in heel Holland op de geesten is gewoond – worden genoemd. Bij plaatsen als Voorhout voor zover we dat op naamkundige gronden en Noordwijk-Noordwijkerhout moeten we kunnen vaststellen zeker vanaf de Karolingische dus constateren, dat de duinontginningen tijd. Maar ook het begin van het verhaal is niet hier vanaf de vroegste vermelding van uniform; op diverse plaatsen is archeologisch deze plaatsen in een heel traag tempo zijn vastgesteld dat de bewoning op geesten voortgegaan. J.M. Graadt van Roggen (1867-1959), terug gaat tot omstreeks het begin van de ‘Huize “Hooge Geest te Schoorl, jaartelling.13 Wat de bebossing van die oude duingronden 1899’. Particuliere collectie. betreft, weten we dat die aan het begin van Afgebeeld op de publicatie over In de tweede plaats valt het op, dat het aantal de 16de eeuw in heel Holland al vrijwel was deze geest (catalogus nr. 9) door aangetroffen geesten (d.w.z. structuren en verdwenen.14 Vroege kaarten geven nog restjes A. Schermer (1985). al dan niet daarbij behorende toponiemen) bos aan bij Heemstede (’s-Gravenbergerbosch Het type stolpboerderij met in Noord-Holland veel talrijker is dan in en Het Bosch of de Oude Hout), Heemskerk voorhuis is kenmerkend voor Zuid-Holland. (Marquette) en Egmond (’s Gravenbosch). de vroege boerderijbouw in de kuststreek. Rechts het kerktorentje van Schoorl. 13 Van Heeringen & Van der Velde 2017. 14 Parleviet 2004; Zeiler 2013. 15

Volgens botanici zijn bij Bergen en Schoorl, en Niet voor niets ontleent het gewest zijn naam op sommige landgoederen rond middeleeuwse Holtland aan het (grafelijke) bosdomein dat kastelen (Teijlingen, Keukenhof) nog resten de grens tussen Rijnland en Kennemerland van de oude vegetatie in stand gebleven.15 vormde. Waar in deze context het enkele De bossen rond de buitenplaatsen en de malen genoemde Suuithardeshaga moet stadsbossen bij Alkmaar, en Den worden gezocht, is nog altijd een raadsel. Dit Haag zijn alle nieuw aangelegd vanaf het eind bosdomein van een verder onbekende Swithard van de 16de eeuw. Dat deze laatste vaak met moet een duidelijk herkenbare markering zijn Hout worden aangeduid is een verwijzing naar geweest, maar iedere poging tot lokalisering de vroegere toestand, waaraan ook namen is tot dusverre gestrand. Misschien moeten we als Voorhout, Noordwijkerhout, Aerdenhout, het toch in de buurt van Aerdenhout zoeken – Wilhelm Bleckmann (1853-1942), Den Hout bij Heemstede en de Grote en Kleine het enige hout-toponiem waarvoor wij ook geen ‘Bollenvelden in de duinen bij Houtweg bij Beverwijk herinneren. overtuigende naamsverklaring hebben? Rijnsburg’. Museum De Zwarte Tulp, Lisse. Een typerend beeld voor de ‘oude duinen’ in Zuid-Holland: gedeeltelijk afgezande nollengrond met kleine akkerpercelen, gescheiden door lage (beuken)heggetjes als 15 Zeiler 2013. windscherm. 16

Overzichtskaart van de zeventig geïdentificeerde geesten in Noord- en Zuid-Holland. De detailkaartjes verderop in dit rapport tonen (van noord naar zuid) de geesten per ambacht dan wel kerkdorp, en soms in combinatie van meerdere dorpen. 6 Inventarisatie geesten: toelichting 17

De inventarisatie heeft 70 geesten opgeleverd. dat de oorspronkelijke parochie-indeling In dit rapport worden ze een voor een globaal meestal de grondslag is geweest van de beschreven en op kaart gepresenteerd. Op gerechtelijke indeling, en nederzettings- de kaart hiernaast een overzicht van alle historisch een zekere eenheid bepaalt. De geesten. Ze worden van noord naar zuid versnippering in ambachten (zoals heel sterk in besproken. De meest noordelijke geest ligt bij b.v. Schoten) is in het algemeen een verschijnsel Camp (het huidige Camperduin) en ze lopen in van later tijd – vooral de 14de en 15de eeuw. Noord-Holland door tot en met Heemstede. Ook zijn sommige nederzettingsstructuren In Zuid-Holland worden twee regio’s meer zo sterk met elkaar verweven, dat ze beter cirkelvormig beschreven: eerst Rijnland van in samenhang kunnen worden behandeld. Oegstgeest via Lisse naar Noordwijk, dan het Dat geldt niet alleen voor moeder- en zuidelijk deel van Rijswijk via Voorschoten en dochterdorpen (zoals Noordwijk en Noordwij- Den Haag naar Naaldwijk. Ze zijn gegroepeerd kerhout) maar ook voor onderdelen van grotere per ambacht dan wel kerkdorp, en soms landschappelijke eenheden (zoals Schoorl en in combinatie van meerdere dorpen. Deze Groet of Rijswijk en Voorburg). Een en ander werkwijze is ingegeven door de overweging, heeft geleid tot de volgende indeling:

NOORD-HOLLAND ZUID-HOLLAND

Schoorl en Groet: 1. Camp; 2. Hargen Hofland; Oegstgeest: 51. Oegstgeest (met randgeesten); 3. Hargen Neergeest; 4. Hargen Utergeest; 52. Poelgeest 5. Hargen Bovengeest; 6. Groet; 7. Catrijp; Warmond: 53. Warmond 8. Buitenduin - ’t Geestje; 9. Hoge Geest Sassenheim: 54. Sassenheim Bergen: 10. Oudburg - Noordergeest; Lisse: 55. Wassergeest - Lisse 11. Zanegeest; 12. Baakmeergeest; Voorhout: 56. Elsgeest; 57. Teijlingen; 13. Westdorper- en Zuidergeest; 14. Oostdor- 58. Voorhout pergeest Noordwijk en Noordwijkerhout: 59. Noordwijk Wimmenum en Egmond: 15. Wimmenum; - Bronsgeest. 60; Noordwijkerhout 16. Dronkgeest; 17. Legegeest; 18. Limmerweg - Rijswijk: 61. Rijswijk Zuiderdijkje Voorburg: 62. Voorburg Sint Pancras en Koedijk: 19. Vronen - St Voorschoten: 63. Voorschoten Pancras. 20; Huiswaard ’s-Gravenhage: 64. ’s-Gravenhage Oudorp: 21. Oudorp Wassenaar: 65. Wassenaar Alkmaar: 22. Alkmaar - De Geest Monster: 66. Monster.; 67. Geest; 68. Groote Heiloo: 23. Heiloo; 24. Boekel Geest Limmen: 25. Limmen; 26. Dampegeest Naaldwijk: 69. Naaldwijk – Geest - Hoge Bakkum en Castricum: 27. Noord-Bakkum; Geest. 70; Grote en Kleine Geest 28. Zuid-Bakkum; 29. Zeerijdtsdijkje; 30. Noordendergeest; 31. Schilgeest.; 32. Blankgeest; 33. Castricum; 34. Heemstede Akersloot: 35. Hongeest; 36. Kerkgeest Uitgeest: 37. Groot- en Klein-Dorregeest; 38. Wester- en Oostergeest Heemskerk: 39. Heemskerk Beverwijk: 40. Beverwijk - Hofland Velsen: 41. Velsen - Hoge Geest.; 42. Velserhey; 43. Smaelgeest; 44. Daergeest; 45. Hofgeest Schoten en Haarlem: 46. Schoten; 47. Haarlem Heemstede: 48. Groote Geest; 49. Kleine Geest; 50. Den Hout 18 7 Catalogus: beschrijving van de 19 individuele geesten

NOORD-HOLLAND 2. Hargen Hofland Hargen (ca 925 Harga) is oorspronkelijk Schoorl en Groet de naam van een vroegmiddeleeuwse nederzetting, waarvan de sporen door het 1. Camp jonge duinzand zijn overstoven. Het behoorde De territoriale indeling van Schoorl en Groet waarschijnlijk al vóór die jonge duinvorming is in de late middeleeuwen nogal eens aan tot Schoorl, reden waarom de huidige verandering onderhevig geweest. Schoorl Oorsprongweg nog in 1745 ‘Hargerweg’ (en was al in 1094 een zelfstandig kerkdorp en niet Groeterweg) werd genoemd. Het verdere werd op grond daarvan ook een afzonderlijke verloop van die weg richting Hargen is door het ambachtsheerlijkheid. Hargen behoorde daar zand overstoven geraakt. waarschijnlijk vanaf het begin al bij, maar Het op de oude strandwalgrond gelegen Camp (het huidige Camperduin) werd pas in bouwland sluit qua structuur aan op dat 1401 met Schoorl verenigd, terwijl Groet tot van Camp (Campergeest) en ligt evenals dit 1404 bij Petten behoorde en vanaf dat jaar een tussen de voet van de jonge duinen en een zelfstandige eenheid was. Zowel de kustafslag duinvalsloot met kade. Het bestaat uit een als de jonge duinvorming bemoeilijken een viertal duidelijk onderscheiden blokken. Het betrouwbare reconstructie van de vroegmid- direct op Camp aansluitende gedeelte wordt deleeuwse structuur. Om die reden worden de aangeduid als Hofland en is geheel in het verschillende dorpen en buurschappen hier in bezit van de Abdij van Egmond; de oostelijke één hoofdstuk behandeld. Overigens zijn voor begrenzing wordt gevormd door de weg met de eerste vijf behandelde geesten de kaarten de veelzeggende naam Munnikenweg. Het is van de hand van Siewertsen van eminent een duidelijke hogere geest, maar het heeft belang gebleken. geen kenmerken van een dorpsgeest of een Camp (ca 925 Campthorpa) heet pas sinds geestnederzetting. Wat naam en vorm betreft het begin van de 20ste eeuw officieel doet het gebied denken aan de Hofgeest onder Camperduin, een naam die oorspronkelijk Velsen (nr 45). alleen maar het hoogste duin aanduidde dat even ten zuiden van de nederzetting ligt. 3. Hargen Neergeest De oudste bewoningskern is grotendeels Ten oosten van het Hofland liggen de in zee verdwenen. De grens met Hargen Neergeest en de Uutergeest. De Neergeest lag ter hoogte van de huidige rotonde wordt in de 18de eeuw ook als Benedengeest Heereweg-Hondsbosscheweg-Harger- aangeduid en vormt het lagere deel van een strandweg. De tegenwoordig zo genoemde duo, dat wordt gescheiden door een weg ter kern Camperduin is, met uitzondering van hoogte van de huidige (Nieuwe) Heereweg en het deel bij de strandafgang, feitelijk in het Warme Geestpad. De laatste naam is een Hargen gelegen. Volgens de reconstructie verbastering van ‘Warge Geest’, wat weer een van Siewertsen (2014) was de ‘Campergeest’ verschrijving van ‘Harger Geest’ moet zijn. Het volledig in handen van de Abdij van Egmond, heeft alle kenmerken van een ontginningsgeest met uitzondering van een ovale, door twee en bevat weinig bebouwing. wegen omsloten kern. In en rond deze kern stonden enkele tientallen alsmede een 4. Hargen Uutergeest kapelletje (met parochiële hulpfunctie), dat in De Uutergeest of ‘buitenste geest’ moet zo 1799 is verwoest. De oriëntatie was wegens de genoemd zijn, gezien vanaf het Hofland. Qua ligging van de ondergrond ongeveer oost-west. structuur en karakter (weinig bebouwing) De grens van de geest, die als ‘algemeen sluit deze aan bij die van de Neergeest, maar geestland’ moet worden gekarakteriseerd, lag mogelijk is hij van een iets ouder datum. De bij de (oprukkende) duinvoet aan de zuidzijde begrenzing wordt gevormd door de Oude en en een naamloze sloot aan de noordzijde, op de Nieuwe Heereweg en de Binnenweg van Groet, grens met de latere Harger- en Pettemerpolder. al zijn deze vanaf de 17de tot in de 20ste eeuw Het geheel was verkaveld in een groot aantal sterk vergraven door de zanderij het Hargergat. smalle percelen. Als namen worden zowel het algemene Campergeest (1371) vermeld, als de 5. Hargen Bovengeest deelaanduidingen Camper Bovengeest, Camper De Bovengeest van Hargen moet het karakter Neergeest en ‘Geestlant in Hoogduijne’ (1682). van een dorpsgeest hebben gehad, ook al Anders dan in Hargen (nrs 2-5) vormen zij echter had het geen eigen kerk; die stond immers één nederzettingsgeografisch geheel. even verderop, in Groet. De ligging tussen 20

Binnenweg en Oude Heereweg, waarlangs zich de Oorsprongweg (1745 Hargerweg) en heeft ook bebouwing bevindt, laat de vertrouwde de bekende ovale vorm. Hij wordt doorsneden ovale vorm zien van de ‘klassieke’ geest à la door het nog bestaande Achterpad, dat in 1745 De Cock. Een groot deel van deze structuur is nog ’t Middel Padt werd genoemd. Dit wordt in echter vergraven in het Hargergat. Het oostelijk het noorden gekruist door de Koningsweg, in deel ervan valt over de Hargerweg, die de grens 1745 eenvoudig Buerlaan geheten; laan stond vormt met Groet. toen nog voor ‘landweg’. Geest-toponiemen zijn hier overigens niet overgeleverd, met 6. Groet uitzondering van de Geestwatering (zie onder 8). De naam ‘Groet’ duidt op zichzelf al op ‘gegroeid’, dat wil zeggen aangewassen 8. Buitenduin – ’t Geestje land. De kern van dit sinds 1404 zelfstandige Vanaf de kerk van Schoorl loopt, tegen de kerkdorp en schoutambt ligt echter wel op de klok in, een halvemaanvormige strandwal strandwalgrond. Men zou de structuur tussen naar het gehucht Bregtdorp ter hoogte van Heereweg en Achterweg-Hogenolweg als een de Bovenweg. Dit gebied staat bekend onder ‘klassieke’ dorpsgeest kunnen beschouwen, de namen De Nollen, Buitenduin en ’t Gees(t) die aan de nw-zijde aansluit op die van Hargen. je. Het open gebied daarbinnen ligt veel Geest-toponiemen zijn hier overigens niet lager en wordt ontwaterd door een stelsel overgeleverd. van duinrellen, die zich voortzetten in een Tussen Heereweg en Vaaldersweg-Bullepad, thans deels overkluisde watergang richting onderdeel van een stelsel van randdijkjes Noordhollands Kanaal. De verkaveling op in de Groeter en Grootdammer polders, ligt de halvemaan is zeer onregelmatig, zeker een smalle strook sterk verkaveld gebied, dat vanwege de aanwezigheid van niet-afgegraven omstreeks 1910 grotendeels in gebruik was nollen en deels natuurlijke, deels aangeplante voor bloemen- en bloembollenteelt. Dit zou bospercelen. Aan de noordwestzijde, langs oorspronkelijk een ‘ontginningsgeest’ kunnen de verdwenen Onderweg (nu ongeveer de zijn geweest uit de 13de of 14de eeuw. Sleedoornweg) lag een perceel ’t Gees(t)je, een naam die in de volksmond nog wel wordt 7. Catrijp gebruikt voor de gehele nieuwbouwwijk Catrijp (letterlijk ‘slechte oever’) is een van ‘Schoorl Oost’. Dit perceel liep door tot de buurschappen van het schoutambt (later aan de Oudendijk. De langs deze randdijk lage heerlijkheid) Schoorl. Het kerkdorp van lopende wetering werd in 1745 aangeduid als die naam (ca 925 Scoronlo) ligt pal onder Geestwatering; een vergelijkbare naam vinden de duinvoet; de hoogste top van de jonge we even verderop onder Catrijp, lopende langs duinen (+ 54 m) is hier te vinden. Men mag het huidige Moorpad. Oudendijk en Moorpad er van uitgaan, dat het vroegmiddeleeuwse vormen met in hun verlengde het Bullenpad dorp meer naar het westen lag en door en de Vaaldersweg een reeks randdijkjes. Ze overstuiving is verdwenen. Een groot deel duiden de eerste aandijkingen aan van de van het gebied tussen die duinvoet en het ‘sliklanden’ langs de polder, maar zouden van huidige Noordhollands Kanaal (1094 Richara de hogere grond gezien misschien ook als of Rekere) is rationeel verkaveld, waarbij ‘ontginningsgeest’ kunnen worden beschouwd. de afwateringssloten noordoostwaarts zijn gericht. Waterstaatkundig is het gebied 9. Hoge Geest verdeeld in een eenheid ten zuiden van de Aan de zuidzijde van de halvemaan, tegen Damweg (Aagtdorperpolder) en een eenheid de Bosmansweg aan, ligt een hoog perceel ten noorden daarvan (Grootdammerpolder). met de naam De Hoge Geest. Mogelijk is dit Deze laatste sluit weer aan bij de hierboven een overblijfsel van een verder verdwenen genoemde Groeterpolder. zandrug, waarvan diezelfde Bosmansweg Op de strandwalgrond onder Catrijp valt een de ruggengraat vormde. Andere geest-to- oudere, op een geest lijkende structuur te poniemen zijn hier en in de aanpalende herkennen. Deze ligt tussen de Heereweg en buurschap Aagtdorp niet bekend.

22 23

Bergen Een toponiem met ‘geest’ is hier alleen overgeleverd in de aanpalende Noordergeest 10. Oudburg-Noordergeest tussen Notweg en Zanegeester Doodweg Bergen vormt de zuidflank van de haakwal- (nu Russenweg). Deze naam komt in 18de- en structuur, die gevormd is in het Zeegat van 19de-eeuwse bronnen voor en lijkt duidelijk te Bergen. Dat geeft de verschillende kernen zijn ingegeven als pendant voor de Zuidergeest een van het ‘Hollandse’ patroon afwijkende (zie onder Westdorp). nederzettingsstructuur, al is die op de meest plaatsen wel beter ‘leesbaar’ dan in het 11. Zanegeest aangrenzende Schoorl. Door de vanaf Aagtdorp Zanegeest is een buurschap (schependom) sterk terugbuigende binnenduinrand geeft onder de ambachtsheerlijkheid Bergen. geen directe verbinding met de noordelijker De bebouwing concentreert zich in 1662 gelegen structuren op de strandwal. De eerste langs de Westerweg, de Oosterweg (nu buurschap die we daar ontmoeten, is Oudburg. verlengde Kerkedijk), het begin van de huidige Oudburg vormt een officiële buurschap Schapenlaan en het begin van de Baakmeerdijk. (schependom) onder het schoutambt, later de Aan de noordoostzijde ligt een haventje met ambachtsheerlijkheid Bergen. De bebouwing een veersloot richting Rekere of Koedijker concentreert zich in 1662 langs de Heereweg Vaart. De buurschap ligt rondom in lager land (nu Breelaan) aan de noordoostzijde en de (veen en klei) als een soort ‘eiland’ van oud Oudburger Doodweg aan de zuidwestzijde. Van duinzand, en is verbonden via de Kerkedijk de laatste weg zijn nog slechts enkele restjes met de hogere grond van Oudburg. De eerste aanwijsbaar in het huidige wegenpatroon. vermelding van deze dijk als Zaandergees- De naam Oudburg past in een reeks terkerksteeg (1376) is tevens de oudste bron benamingen van 9de-eeuwse versterkingen voor de naam van deze buurschap. Het eerste langs de Hollandse kust, zoals Rijnsburg, deel van dit toponiem (Zaander- of Zane-) is Velserburg en Den Burg. Enige verdere vermoedelijk een persoons- of herkomstnaam. aanwijzing voor de aanwezigheid van zo’n De kavelstructuur binnen genoemde wegen is versterking of de ligging daarvan ontbreekt. kleinschalig, maar wel systematisch verdeeld Vermoedelijk is die met een deel van de oude in parallelle stroken land. De randen naar de nederzetting door overstuiving onder de bepolderde gebieden toe zijn enigszins rafelig, jonge duinen verdwenen. In de 16de- en vroeg maar vertonen geen sporen van of aanzetten 17de-eeuwse bronnen is voortdurend sprake van tot ontginningen. Wegens de vorm van het verlies van akkerland door het stuifzand. Ook kerngebied tussen Westerweg en Oosterweg, nadien is terrein prijsgegeven en gedeeltelijk de relatief vroege overlevering van de naam door bos overdekt geraakt. Tussen 1662 en 1821 alsmede het voorkomen van een Enkepad is het aantal huizen hier praktisch gehalveerd geldt Zanegeest als een schoolvoorbeeld van van 19 naar 10 stuks. een ‘klassieke’ dorpsgeest zoals dat door De Nederzettingsgeografisch lijkt het land tussen Cock is ontwikkeld. Daarbij is echter geen beide hiervoor genoemde wegen op een rekening gehouden met de randen en met de ‘klassieke’ dorpsgeest. De nog bestaande aangrenzende Baakmeergeest. Vinkenkrocht maakt daarvan deel uit. Dit Nota bene: de kapel hier had geen parochiële weiland ligt op een ca 40-60 cm dik zandpakket hulpfunctie, maar was een devotiekapel, over een cultuurlaag uit de Romeinse tijd. De gesticht naar aanleiding van het Heilig wegen komen in het zuidoosten bij elkaar Bloed-wonder van 1421-22. bij de (deels kunstmatig verhoogde) werf waarop de dorpskerk staat. De structuur doet 12. Baakmeergeest daardoor denken aan een geest à la De Cock, De Baakmeergeest komt als toponiem voor in ware het niet dat direct ten noorden van de 16de-eeuwse registers en op de kaart van 1662. kerk een laagte ligt met een ‘beek’ (gegraven Hij bestaat uit een smalle strook land langs de ontwatering of duinrel), die twee gedeelten van zuidzijde van de Baakmeerdijk, een dwarsdijk de strandwalformatie van Bergen van elkaar op een overigens nog zandige ondergrond, scheidt. Overigens is niet duidelijk, of de kerk vergelijkbaar met het iets zuidelijker gelegen nog in de buurschap Oudburg ligt of al behoort Zakedijkje (zie onder 14). Er staat echter (1662, tot het aangrenzende Westdorp. 1821) slechts één huis, thans verdwenen maar 24

als ‘ledig erf’ nog in het veld te herkennen. De duidt. De meest zuidoostelijke punt heet kavels zijn hier even ruim als in de bepolderde ‘De Nes’, een gebruikelijke naam voor een gebieden, met uitzondering van de oostelijke aflopende landtong. punt (1821). Het lijkt erop dat we hier te Bij de moderne straatnaamgeving zijn hier maken hebben met een ‘lage geest’ oftewel de Geestweg, de Verlengde Geestweg en ‘ontginningsgeest’ uit de 13de of 14de eeuw. de Middengeestweg ontstaan. De Lijtweg is gehandhaafd, maar een tweetal Notwegen 13. Westdorper- en Zuidergeest is hier uit het namenspectrum verdwenen. Westdorp is een buurschap (schependom) Overigens is het opmerkelijk, dat vrijwel alle op onder de ambachtsheerlijkheid Bergen. De de geesten van Holland gebruikelijke wegnamen bebouwing concentreert zich in 1568 en 1662 éénmaal of zelfs meerdere keren op het rond de uitloop van de plaatselijke ‘beek’ met grondgebied van Bergen vertegenwoordigd zijn. sluis en veersloot. De middeleeuwse structuur is sterk gewijzigd door de laatste overstui- 14. Oostdorpergeest vingsfase van het jonge duin in de 16de eeuw en Oostdorp is een buurschap (schependom) door de aanleg van de buitenplaats het Hof te onder de ambachtsheerlijkheid Bergen. De Bergen (1643-1660). De kern van het bouwland bebouwing concentreert zich (1568, 1662) langs moet gezocht worden tussen de Lijtweg en de huidige Oude Bergerweg-Van Borselenlaan het oostelijke, nu verdwenen deel van de en een kleinere weg langs de Achterweg, een Buerweg aan de ene zijde, en de rand van de deel van de Oosterweg en de huidige Jan strandwal, gemarkeerd door het Nesdijkje Apeldoornweg. Aan de zuidzijde liggen twee (mogelijk al 12de-eeuws) aan de andere zijde. veersloten met haventjes, een Wester- en Het meer naar het westen gelegen Wiertdijkje een Oosterveersloot, waarvan de eerste een zal van een iets jonger datum zijn (na ca 1215) beekmonding is en de tweede waarschijnlijk en vormt de grens van een aandijking; ‘wiert’ is gegraven bij de drooglegging van de is de lokale variant van ‘weerd’ of ‘waard’. Bergermeer (1563-1565). Deze aandijking kent een rechte, rationele De begrenzing van het bijbehorende bouwland verkaveling en moet dus niet als oorspronkelijk volgt de rand van de strandwal: in het westen geestland worden beschouwd. De akkers ten het Broek, in het zuiden het oeverland van noorden van de Buerweg lijken anno 1662 de Bergermeer, in het oosten en noorden de op recente, rechthoekige ontginningen van Zuurvenspolder. De verkaveling is (afgaande nollengrond, te vergelijken met de boerderijen op de kadastrale minuut van 1821) rommelig; en buitenplaatsen tussen Wimmenum alleen die aan de noordwestzijde volgt en Egmond-Binnen. De akkers van deze enigszins het patroon van de Zuidergeest. ‘ontginningsgeest’ zijn in de loop van de 18de Naar het oosten toe liggen in het algemeen eeuw weer opgegeven en begroeid geraakt grote kavels, hetgeen wijst op een ontginning met bos. Een klein deel ervan is in de 19de eeuw in het randgebied. De daar beginnende opnieuw als tuingrond in gebruik genomen. Koog- of Kogendijk is onderdeel van de dijk Door de fysieke scheiding bij de aanleg van het van Bergen naar Alkmaar (1190-1215). Het Hof is het oostelijk deel van het Westdorper noordelijker, vanaf de Natteweg lopende geestland een eigen leven gaan leiden. Dit werd Zakedijkje, kan worden gezien als een dwarsdijk wegens zijn ligging ten zuiden van het dorp ter bescherming van deze ontginning tegen Bergen gaandeweg (in de 19de eeuw) aangeduid water uit de Zuurvenspolder. Een vergelijkbare als ‘Zuidergeest’ of kortweg ‘De Geest’. De ontginning is de nog altijd bestaande Koog begrenzing van dit gebied, waarin zich toen aan de andere zijde van de Kogendijk, waaraan kleine akkers en tuinderijen bevonden, en deze dijk zijn naam ontleent. De oeverlanden slechts één huis, was in 1821 in het noorden de van de Bergermeer werden evenals die onder dorpsbebouwing, in het westen de buitenplaats Westdorp in gebruik genomen na de aanleg van Maesdammerhof en de huidige Meerweg, de randdijkjes het Veeredijkje en het eerste deel in het zuiden het Nesdijkje en in het oosten van het Nesdijkje, ook Wartjesdijkje geheten. globaal de huidige Smeemanlaan en het De namen Lijtweg (eerste deel Oude eerste deel van de Lijtweg. Grenzend aan deze Bergerweg), Achterweg en Smalle Notweg oostzijde ligt een laagte, het Broek genoemd, (Jan Apeldoornweg) passen bij de naamgeving met daarin twee ‘beken’ of duinrellen. De van de lokale wegen in een nederzetting kavels op de Zuidergeest zijn rechthoekig en op de strandwal. Ook de Oosterweg past hebben dikwijls een lengte van ca 125 meter, in dit patroon, al loopt deze tegenwoordig hetgeen op een zekere planmatige aanleg diagonaal door de oudere nederzetting heen. 25

Misschien moeten we deze wel duiden als wel te diffuus geweest. Desalniettemin duiden ‘Oostdorperweg’. Geest-toponiemen zijn hier we het geheel aan akkerland met wegen en overigens niet aangetroffen. Wellicht is de bijeenliggende bebouwing toch als ‘geestne- structuur van deze buurschap daarvoor ook derzetting’. 26 27

Wimmenum en Egmond aan het einde van de 15de eeuw. Het dialectische leeg betekent overigens ‘laag’. 15. Wimmenum Het schoutambt Wimmenum bestond 17. Dronkgeest aanvankelijk uit een gebied tussen de De Dronkgeest is een blokvormig complexje Roosloot in het noorden en de Tiggellaan langs de Driehuizerweg, dat eveneens in het (Wimmenumerzwet) in het zuiden. Omstreeks lagere deel van Wimmenum ligt. Het lijkt op 1400 werd Noord-Wimmenum of ’t Woud een mislukte ontginningsgeest: het element (eerder aangeduid als ‘Wymnemmerwalt’) dronk moet gelezen worden als ‘verdronken’. toegevoegd aan Bergen, en werd de Banweg Meer valt hier niet over te zeggen. en in het verlengde de Brouwerssloot de grens. Het zuidelijk deel werd opgewaardeerd tot een 18. Limmerweg-Zuiderdijkje hoge en vrije heerlijkheid. Het eigenlijke Egmond (eerst schoutambt, Volgens de 17de-eeuwse gegevens daarna hoge heerlijkheid met een Graaf als concentreerde de bebouwing zich ten rechthebbende) bestond aanvankelijk uit twee noorden van de Banweg langs de Heereweg gedeelten: Rinnegom in het noorden en Hallem en de toenmalige Buerweg, en ca 400 m ten in het zuiden. Rinnegom werd begrensd door zuidwesten van de Banweg rond het (thans het Wimmenumerzwet (Tiggellaan) en de ‘beek verdwenen) rechthuis en de buitenplaats in Galevoort,’ een nog bestaande duinrel tussen Schuilenburg. De voormalige devotiekapel van Waterrijk en Hogedijk (een duinrel is gegraven Cosmas en Damianus, die nooit een parochiële afwatering van de kwel uit de duinen). Hallem hulpfunctie heeft gehad, was toen in gebruik liep van die beek tot aan het Aremerzwet, de als schoolmeesterswoning en school. De rand nog bestaande grens met Bakkum-Castricum. van het geestland in algemene zin is in de In het eerste deel werd Egmond aan den Hoef parcellering en in de veldnamen duidelijk te de belangrijkste woonkern, in het tweede traceren. Aan de westzijde vindt men percelen Egmond-Binnen; dit laatste was aanvankelijk met namen op -akker, -kroft, -nol en -berg, zelfs het hoofddorp. Het derde Egmond, het aan de oostzijde die met -broek, -weid en vissersdorp Egmond aan Zee, speelt in de -kamp. Ook de naam Nattelaan duidt op een discussie over geestnederzettingen verder geen lage ligging. Over de beide ‘lage geesten’ rol. komen we nog te spreken. Vanaf de Banweg, In of rond het dorp Egmond aan den Hoef die lijkt op een soort dwarsdijkje, takt een pad vonden we geen enkel aanknopingspunt af (de huidige Kleverlaan) naar het Schulpstet, voor een dorpsgeest of geestnederzetting. de los- en laadplaats voor de schelpenvissers Moeilijker ligt dat bij de buurt Rinnegom. Een van Wimmenum. Vandaar gaf de Schulpvaart eerdere poging tot reconstructie van een ovale verbinding met de nog open Berger- en geest rond de Heereweg ter plaatse bleek Egmondermeer, en later met de Ringvaart van tot falen gedoemd. De plaatselijke geografie de droogmakerij. leent zich daar namelijk niet voor. De terreinen Binnen het geestland in algemene zin zou westelijk van deze weg zijn vrijwel zeker alle men tussen de Buerweg en de Heereweg afzandingen van de (jonge) voorduinen tussen in Noord-Wimmenum en tussen de de 16de en de 20ste eeuw, terwijl langs de Zandweg-Driehuizerweg en de Heereweg een west-oost-as van de buurt nog omstreeks 1900 min of meer ‘klassieke’ dorpsgeest kunnen nollengronden lagen. De Rinnegommerlaan vermoeden. De 17de-eeuwse percellering geeft volgt deze as naar het oosten en zet zich daar in geen van beide gevallen aanleiding toe, voort als dwarsdijk in de Sammerspolder. We maar de verdere geomorfologische structuur is vonden slechts twee vermeldingen van een toch aanleiding geweest om het tweede gebied Rinnegenommer Geest, één uit de vroege 17de het predicaat ‘geest’ te geven. eeuw en één uit 1832. Beide hebben betrekking op percelen langs het Rietwilswegje aan de 16. Legegeest zuidzijde van de nederzetting. Evenals onder De Legegeest, ook gespeld Legeest, wordt Wimmenum geven hier de veldnamen hier de gevormd door een groep blokvormige grens tussen hogere en lagere gronden aan. kavels tussen Kleverlaan, Schulpvaart en Enerzijds vinden we namen op -nol, -akker, Krommedijk. Hier is duidelijk sprake van een -kroft en -tuin, anderzijds die op -broek, ontginningsgeest, die zal zijn ontstaan in -waard, -del en -weid. Enige structuur die op verband met de opkomst van de schulpnering een ‘klassieke’ dorpsgeest zou kunnen duiden, is echter niet aanwijsbaar. 28

Ook in Egmond-Binnen is het moeilijk Abdijlaan planmatig is geschied, waarbij het zoeken. Het dorp ligt net als Rinnegom op een noordelijk deel is opgehoogd. Sporen van een west-oost lopende zandrug, waarvan de St dorpsgeest ontbreken. Alleen de akkers in Adelbertsweg-Abdijlaan de as vormt. Direct de oksel van de St Adelbertsweg en de Oude ten noorden daarvan bevindt zich een laagte Schulpweg, en die in de hoek van de Heereweg met een duinrel, die zich voortzet langs de weg en de Vennewatersweg, worden aangeduid als of dwarsdijk De Doelen en bij het stet (een ‘geestland’ zonder meer. Voor reconstructie van overslagplaats met een haventje) aan het eind een ‘echte’ geest zijn deze vermeldingen echter daarvan overgaat in de Schulpvaart. Op grond te schaars en te weinig samenhangend. daarvan is het onjuist te veronderstellen, dat Kijkend naar de veldnamen is het opvallend, het gebied tussen Luilaantje en Heereweg dat de percellering tussen Limmerweg en direct ten noorden van de dorpskern tot een Zuiderdijkje in aansluiting op de directe ‘klassieke’ dorpsgeest behoort. omgeving van de Abdij de elementen ‘kroft’ De St Adelbertsweg-Abdijlaan verbindt de en ‘akker’ dragen. Direct ten oosten van dit akker, waarin zich de ‘heilige’ put bevindt, (vermoedelijk 13de-eeuwse) dijkje vinden we gelegen tussen nollengronden, met het dorp ‘weid’, ‘morsch’ en ‘hooiland’. Dit gebied, en met de (oude en nieuwe) Abdij. Het gedeelte waarvan overigens éénderde onder Bakkum binnen het dorp werd eerder Langestraat of ligt, kan worden opgevat als een lage of Kerkstraat genoemd. Direct ten noorden van ontginningsgeest. Hier moet ook het vanaf het abdijterrein bevindt zich de havenkom van 1602 vermelde ‘geestland in de Droonen’ de (Oude) Egmondervaart, die zowel voor de hebben gelegen. kloosterlingen als voor de dorpelingen dienst Voor het grensland tussen Limmerweg en deed. Recent onderzoek door de archeoloog Heereweg verwijzen we naar de beschrijving G.P. Alders (nog niet gepubliceerd) heeft van Noord-Bakkum (nr 27). aangetoond, dat de bebouwing langs de

30 31

Sint Pancras en Koedijk en de randsloten lopen door naar de zuidelijk gelegen strandwal van Oudorp (nr 21). Oudorp 19. Vronen-St Pancras is echter smaller en lijkt meer op een ‘klassieke’ Er is geen enkele reden, om Vronen en St dorpsgeest, terwijl Vronen-St Pancras betiteld Pancras afzonderlijk van elkaar te behandelen. kan worden als een over de gehele breedte van Het gaat om één en hetzelfde kerkdorp, dat de strandwal lopende geestnederzetting. mede wegens de dramatische ontwikkelingen De Westbeverkoog ten oosten van de strandwal in de strijd met de graaf van Holland (1297) van kan worden gezien als een aandijking. Een naam en centrum is veranderd. Het zuidelijk mogelijk predikaat ‘ontginningsgeest’ is hierop gedeelte, waar de oude kerk van Vronen stond, zonder nader onderzoek niet van toepassing. is bij het nieuwere dorp en ambacht Koedijk gekomen, inclusief de buurschap Huiswaard. 20. Huiswaard Het noordelijke gedeelte werd met een nieuwe De buurt Huiswaard, behorende onder Koedijk, kerk op de noordpunt van de strandwal een ligt op een kleine zandopduiking langs de oude afzonderlijk kerkdorp. loop van de Rekere ten noord-noordoosten Voor de nederzettingsstructuur heeft deze van Alkmaar. Er staan in de 17de eeuw 19 huizen, verlegging van de dorpscentra naar het op één na alle gelegen langs de in 1190-1215 kaartbeeld te oordelen geen gevolgen gehad. aangelegde Rekerdijk. De begrenzing van de Van zuid naar noord vinden we een min of Huiswaarder Geest, die op de kaarten van meer klassieke geestnederzetting van ca 1662 en 1745 wordt afgebeeld, is ook op de 3 km over vrijwel de gehele lengte van de Topografische Kaart van 1910 nog te herkennen. strandwal. In het zuiden ligt de buurt met de De percellering in kleine, smalle kavels wijkt veelzeggende naam ‘De Nollen’, al zijn er geen sterk af van het omringende gebied. Er is kaarten bekend waarop hier nog lage duintjes dus een nauwkeurige bepaling van deze staan aangegeven. Vanaf de noordpunt vormt ‘klassieke’ geest mogelijk. Genoemde dijk is de ‘Twuyver’ genoemde weg de verbinding later onderdeel van de Westfriese Omringdijk, met de (een wuiver of weiver is een waarmee Huiswaard evenals St Pancras en aanduiding voor een korte verbinding tussen Oudorp binnen de Geestmerambacht is komen twee dorpen16). Centrale as is de Bredeweg te liggen. (nu Herenweg-Bovenweg), langs de oostzijde Huiswaard is qua naam een uitzonderlijk geval loopt de Achterweg (nu deels Achtergeestpad) voor een geestnederzetting. Het begrip ‘waard’ en op de westflank een naamloos voetpad is immers van eenzelfde categorie als ‘koog’ (ter plaatse van de huidige Benedenweg). De en ‘nes’ en betreft laaggelegen of aangedijkt verkaveling in lange, smalle stroken haaks land. Tevens heeft de bebouwing de vorm op de strandwal en op de verbindingswegen aangenomen van een dijkdorp. Toch moet is karakteristiek voor deze structuur. Aan het wegens de onmiskenbare ligging, vorm de westzijde loopt een vaart cq randsloot, en structuur van het akkerland – en de naam evenals aan de oostzijde, maar deze laatste daarvan - tot de geesten van Holland worden heeft een grilliger verloop. De verbindingsas gerekend.

16 Boekenoogen 1897, Danner c.s. 2009. 32 33

Oudorp Oosterweg genaamd, waarvan onder Heiloo nog delen te zien zijn, maar die in Alkmaar door 21. Oudorp de stadsuitbreiding in de richting van Voormeer Waarom Oudorp ‘oud’ wordt genoemd is en Zeglis is verdwenen. niet helemaal duidelijk. Misschien dat het Door de eerste omgrachting in de 14de eeuw jongere St Pancras als ‘nieuw’ dorp werd werd deze strandwal ten westen van de kerk beschouwd, maar ook een relatie met het doorsneden door een bescheiden singel, die meer noordoostelijk gelegen (Oude en Nieuwe) ‘Geestwater’ of kortweg ‘Geest’ werd genoemd; Niedorp is niet ondenkbaar. een grachtje dat pas werd gedempt in 1899. De Het geestland van Oudorp is wegens de bebouwing, die vóór de aanleg van de nieuwe smalte van de ondergrond kleiner dan dat singel in 1573 buiten de stad verrees, waaronder van Vronen-St Pancras, maar sluit daar qua het Clarissenklooster, werd aangeduid als structuur wel bij aan. Zowel de hoofdas ‘Over de Geest’. Zowel de oude als de nieuwe (Hereweg, eerder Bredeweg) als de randsloten poort en brug werden Geesterpoort en staan over en weer met elkaar in verbinding. Geesterbrug genoemd, terwijl de nieuwe singel Fysisch is Oudorp echter een afzonderlijk Geestersingel ging heten. Het eerste deel geheel. Ook bestuurlijk is het een eigen van de uitvalsweg, aan de noordzijde van de eenheid: kerkdorp en schoutambacht, later lage Geesterhout, heet nog altijd Geesterweg, die na ambachtsheerlijkheid. een kort verbindingsstuk (Scharloo) overgaat in Oudorp kan wegens zijn compacte structuur de Bergerweg, de landverbinding met het dorp gelden als een ‘klassieke’ dorpsgeest met Bergen. Om die reden zijn ook de brug en de bebouwing. Deze stopt echter vrij abrupt aan hout (het noordelijkste deel van de grote Hout) de noordzijde, even voorbij de Munnikenweg, later Bergerbrug en Bergerhout gaan heten. en aan de zuidzijde, even voorbij de kerk. Die landverbinding kwam tot stand na de Vanaf die laatste plek vormt de Buerweg de droogmaking van de Berger- en Egmondermeer verbinding met de Geestmerambachtdijk. (1563-65), waarvan de tegen Alkmaar aan In hoeverre de bebouwing structureel is gelegen deelpolder overigens weer Geestmo- afgenomen als gevolg van de verwoesting van len­polder werd genoemd. Er staat nog altijd het dorp tijdens het beleg van Alkmaar in 1573 een poldermolen van die naam. Verder is het is niet onderzocht. straatje in het oude buurtje ‘Over de Geest’ tot op heden ‘De Geest’ blijven heten. Er zijn geen Alkmaar andere voorbeelden aangetroffen, waarbij zoveel locaties een naam hebben gekregen die 22. Alkmaar-De Geest is afgeleid van één en dezelfde geest. ‘De Geest’ moet oorspronkelijk een algemene Waar moeten we die Alkmaarse Geest dan benaming zijn geweest voor het hoge land dat zoeken? Zoals gezegd, het moet een algemene direct tegen de westgrens van de stad aanlag. aanduiding zijn geweest voor het bouwland Dat hoge land is de noordpunt van de vrij brede direct ten westen van de stad. Grote delen strandwal, die zich zuidwaarts over Heiloo tot daarvan zijn vanaf 1607 met houtgewas even voorbij de kerk van Limmen uitstrekt. beplant. Dit werd het stadsbos de Alkmaarder Ook de kerk van Alkmaar (de Grote of Sint Hout (met onderdelen Westerhout en Laurenskerk) is op de flank van die strandwal Bergerhout), waarin overigens nog tot ver in gebouwd. De westgrens van de strandwal de 20ste eeuw tuinderijen hebben gelegen. Een wordt gemarkeerd door de Westerweg, oude ‘dorpsgeest’ is voor Alkmaar dus niet aan waarvan het eerste stukje een andere naam te wijzen, maar er is sprake van een algemeen heeft gekregen (Snaarmanslaan), en die gebruik als bouwland over de volle breedte van vervolgens via Heiloo (waar bij ook Buerweg de strandwal. Dit blijkt ook te gelden voor de werd genoemd) doorloopt tot aan Limmen. beide dorpen ten zuiden van Alkmaar, te weten De oostgrens kende een vergelijkbare weg, Heiloo en Limmen. 34 35

Heiloo kleinere geest zouden kunnen flankeren. Zo zijn er de Willibrordusweg, de Holleweg- 23. Heiloo Donkerweg, de Heereweg, de Hogeweg en de Heiloo is een vroegmiddeleeuwse, vóórchris- Middelweg, waarvan zich enkele lenen voor telijke bosnaam (‘heilig loo’, d.i. halfopen een voorzichtige reconstructie. We houden het loofbos, bosweide). Het huidige Heilooer daarom voorlopig op een min of meer ovale, Bos is echter recent, aangelegd bij het buiten ‘klassieke’ dorpsgeest tussen de Oosterweg aan Nijenburgh vanaf het begin van de 18de eeuw. de ene zijde en de Holleweg-Donkerweg aan Er is dus geen enkele continuïteit in het de andere zijde. De kerk bevindt zich daar aan bosbestand, noch zijn er sporen van oude de uiterste noordoostelijke punt, waar beide nollengronden. Integendeel, ook in het huidige wegen samenkomen. bos zijn nog vele sporen van oude tuinwallen en Andere veronderstelde ‘klassieke’ geesten, krochten te vinden (een krocht of kroft is een zoals ‘Zevenhuizen’ (= Bollendorp) of omheind perceel op de strandwal). Hetzelfde ‘Bollendorp’ (= Westerzij-Kapel), waarvan geldt trouwens voor sommige delen van de laatste doorloopt over de bangrens met het Bergerbos). Evenals in Alkmaar moet de Limmen, vinden geen steun in historische of strandwal al vroeg over zijn volle breedte (1 tot nederzettingsgeografische gegevens. 1,5 km) als akkerland in gebruik zijn genomen. Binnen de parochie, annex het schoutambt 24. Boekel Heiloo (officieel ‘Heiloo en Oesdom’) zouden De naam Boekel, uit ‘beuk’ en ‘loo’ (= bosweide, we dus hooguit een oudere dorpsgeest halfopen loofbos) is vroegmiddeleeuws. Hij moet kunnen terugvinden in de buurt van de is verbonden aan de buurt, die half onder de parochiekerk – die overigens tot de oudste van ban van Heiloo en half onder die van Akersloot Holland behoort. viel. De nederzetting is ontstaan op een smalle Misleidend is het voorkomen van een strandwal, onderdeel van de oudste strandwal- straatnaam, die refereert aan een formatie, en gelegen tussen de droogmakerijen Noordergeest. Deze blijkt echter niet zeer oud Schermer (huidige grens Noordhollands Kanaal) te zijn en niet te verwijzen naar een concreet en Boekelermeer. In 1745 wordt het middelste historisch toponiem. Tussen de Westerweg gedeelte van deze strook aangeduid als De (die zich als Buerweg voortzet vanuit Alkmaar) Boeckeler Geest, welke wordt omsloten door de en de Oosterweg (waarvan een deel onder het Boekelerweg aan de westzijde en een naamloos landgoed Nijenburgh is verdwenen) vinden voetpad aan de oostzijde. we nog verschillende andere wegen, die een Verdere historische gegevens ontbreken. 36 37

Limmen als Uitgeesterweg, vormt de as van een nederzetting, die zou kunnen worden gezien 25. Limmen als een ‘klassieke’ dorpsgeest. Op de westelijke Limmen (ca 925 Limbon) is al vroeg een flank ligt de Hogeweg, op de oostelijke flank zelfstandig kerkdorp op het zuidelijkste deel vinden we de Dusseldorper Laen (1745). Op van de brede strandwal die bij Alkmaar begint. grond van de verkaveling binnen deze wegen Het schoutambacht omvat ook het gebied kan het gebied worden beschouwd als een ter weerszijden van de Schulpvaart-Die tot Limmer Geest, al is die naam in de door ons ongeveer 0,6 km ten noorden van het kerkdorp geraadpleegde bronnen niet als zodanig Uitgeest. De kerk staat op de zuidpunt van overgeleverd. de strandwal en ligt dus centraal in deze langgerekte parochie. Die zuidelijke helft ligt 26. Dampegeest echter niet meer op strandwalgronden, en de Dampegeest is de naam van een buitenplaats, daar ontstane buurten Nes en Limmerkoog zijn die even ten noordoosten van de kerk van dus niet als ‘geesten’ te betitelen. Dat sluiten de Limmen heeft gelegen. Of deze naam, waarvan namen – nes en koog worden beide gebruikt voor het eerste deel zoveel betekent als ‘gedempt’ laaggelegen of aangedijkt land – feitelijk al uit. of ‘drooggemaakt’, de plek dan wel het huis Het zijn oevernederzettingen langs genoemde aanduidt is niet geheel duidelijk. Tegenwoordig waterloop. Hetzelfde geldt voor de verderop in is Dampegeest nog verbonden aan het daar het buurdorp gelegen Uitgeester Koog. gelegen sportcomplex met zwembad. Mede gezien de van deze plek noordwaarts De kern van Limmen op de strandwal bestaat lopende strook beakkerd en bebouwd gebied uit twee componenten: de kerkbuurt en de tot even voorbij het stet van Dusseldorp en havenbuurt Dusseldorp (ook Disseldorp) de daarlangs lopende Achterweg, kunnen aan een stet (los- en laadplaats) met we Dampegeest beschouwen als een vaart oostwaarts richting Limmer Die. De ontginningsgeest langs de dorpsgeest van Middelweg, die zich via de Buysweg voortzet Limmen. 38 39

Bakkum en Castricum kan gelden. Tussen de Heereweg en de lokale weg (Achterlaan en Jan Miessenlaantje) ligt 27. Noord-Bakkum een min of meer ovale structuur, waarvan het De driehoekige strandwalformatie ten z van noordelijk deel overigens wel een rommelige Egmond-Binnen op de grens van Egmond en blokverkaveling vertoont. De bebouwing het schoutambt Bakkum is nederzettingshis- concentreert zich in 1745 in het zuidelijk torisch moeilijk te duiden. Enerzijds weten gedeelte. Halverwege loopt de west-oost­ we, dat de overdijking (het aanleggen van verbinding Zuyd Baccummer Dyck. een verbindings- of dwarsdijk) van de smalle strandvlakte naar de strandwal bij Limmen 29. Zeerijdtsdijkje door de Zanddijk al in het begin van de 12de Dit ‘Zuidbakkumerdijkje’ zet zich oostwaarts eeuw is geschied. Anderzijds weten we, dat de voort in de richting van Limmen – dwars jonge duinvorming toen nog moest beginnen. door het gebied tussen het Zeerijdtsdijkje Recent archeologisch onderzoek heeft hier en het Zuiderdijkje. Het betreft hier een overstoven vroegmiddeleeuwse akkers vroege aandijking uit de 12de of 13de eeuw; blootgelegd. Het gehele gebied lijkt dus op feitelijk kunnen we deze beschouwen als een een herontginning. Dit geldt niet alleen voor ‘ontginningsgeest’ bij de al langer bestaande het Moyeveld c.a. aan de westzijde van de nederzetting Zuid-Bakkum. Qua structuur Heereweg, maar ook voor de landerijen tussen sluit hij daarbij aan. De verkaveling is tamelijk die weg en de Limmerweg. regelmatig, al lijkt deze niet in één keer te zijn Opvallend genoeg is de kavelstructuur van het uitgezet. Egmondse gedeelte veel systematischer dan die van het Bakkumer deel. Het sluit daarmee aan 30. Noordendergeest bij de onder 18 beschreven ‘ontginningsgeest’ Over de door De Cock hier aangewezen geest tussen Limmerweg en Zuiderdijkje. Het is nogal wat verwarring ontstaan. Dit komt in Bakkumer deel vertoont ten westen van de de eerste plaats door de foutieve naamgeving, Hogeweg een onregelmatige blokverkaveling; t.w. Kleibroek. Dit is echter de naam van een ten oosten daarvan zien we meer regelmaat. meer zuidwaarts gelegen, lager gebied en een Het lijkt erop, dat hier twee fasen in de (her) daar staande boerderij aan de noordzijde van ontginning zijn te onderscheiden, waarvan deze de dorpskern van Castricum. In de tweede weg dan de grens vormt. De vroegere naam van plaats is de ligging van het gebied atypisch, de Hogeweg, Bakkumer Lijweg, past wel in de ongeveer west-oost, en bovendien grenzend typologie van de straatnaamgeving. De korte aan een water dat een overblijfsel is van een verbinding Hogeweg-Limmerweg stond vóór kreek in het voormalige Oer-IJ. Deze is vanaf 1800 bekend als Limmer Lijweg. de tweede helft van de 15de eeuw in gebruik Een ‘klassieke’ dorpsgeest is hier niet genomen als vaarweg voor de schulpnering aanwijsbaar. We kunnen voorlopig drie delen (vandaar de naam Schulpvaart) en het lijkt erop, geestland onderscheiden. A: het Egmondse dat ter plekke een soort oevernederzetting is deel, systematisch verkaveld. B: het oostelijk ontstaan. Deze heeft de vorm aangenomen deel onder Bakkum, redelijk systematisch van een schippersbuurtje met de toepasselijke verkaveld. C: het westelijk deel onder Bakkum, naam Het Stet. De meeste bebouwing onregelmatig verkaveld. Het daar in 1745 concentreerde zich tussen de vaart en de lopende voetpad zou wel eens de vroegere lokale weg, de Stetweg. Maar in 1910 lagen duinvoet kunnen markeren. ook tussen die Stetweg en de Tweede Groene Laan groepjes huizen, terwijl aan beide zijden 28. Zuid-Bakkum akkerland te vinden was. Dit wijst uiteraard Het huidige dorpje Bakkum wordt op een wat hogere ligging dan de omgeving. tegenwoordig meestal met Noord-Bakkum Het gedetailleerde onderzoek van Van den aangeduid, terwijl de wijk tussen Zeeweg en Driesche heeft ons de oplossing gebracht: Zanderij Zuid-Bakkum wordt genoemd. Dat hier was inderdaad sprake van een geest, is historisch gezien niet juist. De grens tussen Noordendergeest genoemd. Vermoedelijk de ambachten Bakkum (onder de parochie hebben we hier te maken met een combinatie Egmond) en Castricum (onder de parochie van een smalle, natuurlijke strandwal, een Castricum) lag immers ongeveer ter hoogte enigszins opgehoogde oever langs de vaart (te van de huidige Zeeweg. Hoe dan ook, het oude vergelijken met Egmond-Binnen) en, wellicht, Zuid-Bakkum is een nederzetting op de geest, aan de zuidwestflank een gedeelte oud duin die qua structuur als een klassieke dorpsgeest dat al in een vrij vroeg stadium is afgezand. De 40

Stetweg loopt immers door tot aan de duinvoet noordoostzijde. De laatste is genoemd naar de en hetzelfde geldt voor de Tweede Groene Cie (ook gespeld Zie of Scie), de duinrel die in Laan; het tussengelegen terrein vertoont geen het Broek of Kleibroek ontwatert en langs deze afwijkend kavelpatroon maar ligt veel lager dan Cieweg richting polder loopt. In de 18de eeuw de geest of het stet zelf. Of moeten we dit deel onderscheidt men de Kerkbuurt aan de ene en zien als een stukje ‘ontginningsgeest’? de Oosterbuurt aan de andere zijde van deze dorpsgeest. Er lijkt dus sprake te zijn van een 31. Schilgeest ‘klassieke’ geest met dorpsbebouwing en kerk, De Schilgeest is een van de kleine geesten, die zich uitstrekkend over de gehele breedte van uit het onderzoek van Van den Driesche naar genoemd stelsel van hoofd- en achterwegen boven is gekomen. Het gebied is rechthoekig en – en niet, zoals Van den Driesche voorstelt, systematisch verkaveld, waarmee het praktisch alleen maar het gedeelte tussen Breedeweg aansluit bij de structuur van de Noorden- en Achterweg. De percellering sluit aan bij die dergeest. Omstreeks 1910 is het nog geheel als van het gebied ten noorden van de Cieweg bouwland in gebruik. (Kleibroek tot en met Noordendergeest), maar niet bij die ten zuiden ervan. 32. Blankgeest De Blankgeest ligt iets zuidelijker, maar in 34. Heemstede eenzelfde positie en met eenzelfde structuur Heemstede (ook Hemstede) is een vroege als beide voorgaande geesten. Hier is nederzetting. De oudste vermelding stamt omstreeks 1910 nog maar een gedeelte uit een bron uit de tweede helft van de 10de als bouwland in gebruik. De regelmatige eeuw. De min of meer ovale vorm lijkt niet verkaveling (die doet denken aan Zanegeest of volledig door de (zandige) ondergrond te zijn Limmerweg-Zuiderdijkje) is eveneens te vinden bepaald, dus mogelijk is deze secundair. De in de dorpsgeest van Castricum. Men zou onregelmatige verkaveling binnen en buiten het vermoeden kunnen uiten, dat het gehele de ringweg (Heemstederweg, Heemste- gebied tussen Schulpvaart en Doodweg (de derdijkje, Buitendijk) suggereert een eerdere zuidrand van het dorp) vanuit één systematiek nederzetting in de vorm van een driehoek op is ontwaterd met duinrellen en verkaveld een iets westelijker gelegen zandplaat. in percelen weide- en akkerland. In die zin De Maer- of Korendijk tussen de duinvoet zouden we te maken hebben met één grote, en Heemstede wordt door Westenberg op maar wel relatief vroege ‘ontginningsgeest’ – de late 12de eeuw gedateerd. De oostelijke bijvoorbeeld uit de 13de of 14de eeuw. voortzetting, het Heemstederdijkje tot aan de Die bij Uitgeest zou pas een eeuw later 33. Castricum zijn aangelegd. Deze dateringen moeten met Het kerkdorp Castricum, centrum van het enig voorbehoud worden gedateerd. Wat de gelijknamige schoutambt, heeft evenals de drie dubbele naam van het eerste dijkje betreft het hiervoor genoemde geesten, een atypische volgende. Het element ‘Maer’ verwijst naar ligging. Het loopt van het noordwesten, bij de Mare, een voormalige kreek in het Oer-IJ, de kerk, naar het zuidoosten, bij het kasteel die door het lage broekland loopt dat een Kronenburg. Deze ligging wordt uiteraard, net natuurlijke grens vormde tussen Castricum en als bij Camp en Hargen, bij Bergen en bij Velsen, Heemskerk. De soortnaam ‘korendijk’ is een bepaald door de oriëntatie van de strandwal variant op ‘gekoren dijk’, dat wil zeggen een dijk die de ondergrond vormt. Centrale as is de waarvoor een speciaal reglement (keur) geldt. Breedeweg, die bij de kerk samenkomt met de We moeten er al met al rekening mee houden, Soomerweg, de verbindingsweg met Limmen. dat het huidige Heemstede een secundaire Parallel aan deze weg lopen op een afstand nederzetting is, wellicht een ‘ontginningsgeest’ van 150-200 m de Achterweg of Doodweg zoals we ook het Zeerijdtsdijkje bij aan de zuidwestzijde en de Cieweg aan de Zuid-Bakkum (nr 29) hebben getypeerd.

42 43

Akersloot 36. Akersloot-Kerkgeest De westelijke strandwal van Akersloot, 35. Akersloot-Hongeest waarop zich de (oorspronkelijk middeleeuwse) Het kerkdorp van het ambacht Akersloot is dorpskerk bevindt, heeft een met de Hongeest gelegen op twee smalle, parallel lopende vergelijkbare structuur. Anders dan bij deze strandwallen, die gescheiden worden door een stopt de geest echter abrupt bij de Die (en laagte (strandvlakte) van 200 à 300 m breed. de buurt Starting); richting Uitgeest is er Deze wordt Binnen Geesterpolder genoemd. ondanks een voortzetting van de zandige De oostelijke strandwal kan geïdentificeerd ondergrond geen bij een geest passende worden met de uit de schriftelijke bronnen verkaveling meer te vinden. Naar het noorden bekende Hondegeest of Hongeest. Deze naam toe lijkt de Kerkgeest echter door te lopen is een aanduiding van relatief slecht land; naar Boekel (nr 24), al kan dit verbindingsstuk een zgn. pejoratieve benaming, die aansluit ook worden opgevat als een dijknederzetting. bij die van Dorregeest (nr 37). Geologisch is Evenals de Hongeest kent de Kerkgeest een Dorregeest een rechtstreekse voortzetting tweetal verbindingswegen: de Middelwegh van de oostelijke strandwal richting Uitgeest; (nu Startingweg-Buurtweg) en de West de onderbreking door de uitmonding van de Dyck (nu Westerweg). De kavelstructuur en Slikker Die lijkt op een doorgraving waarin zich de lintbebouwing zijn vergelijkbaar met die naderhand een kleilaagje heeft afgezet. van de oostelijke strandwal. Overigens kan De Hongeest bevat drie buurten: Molenbuurt, de Kerkgeest wel als de oudste, d.w.z. eerst Middelbuurt en Sluisbuurt. Zij worden bewoonde van beide geesten worden gezien. verbonden door twee wegen: de Middelwegh Mogelijk is de westgrens van het ambacht (met (nu Koningsweg, naar het Koningsmeertje Limmen), die gevormd wordt door de Kerkmeer ten zuiden van het dorp) en, aan de kant en de Mientsloot, dan ook de oorsprong van de van het Alkmaarder Meer, de Schouwdyck naam van het dorp. Maar of het eerste deel dan (nu Boschdijk-Kerklaan). De structuur, met slaat op de oorspronkelijke begroeiing (aker = kleine kavels haaks op de wegen en een eikel) of op de gecultiveerde status (eker = Fries lintbebouwing langs die wegen, doet denken akker) valt niet uit te maken. aan die van Oudorp (nr 21). Er is dus sprake van een min of meer ‘klassieke’ dorpsgeest. 44 45

Uitgeest Op grond van de benamingen Oostergeest en Westergeest (1745) kunnen we wel twee 37. Groot- en Klein-Dorregeest gedeelten aanwijzen, die gescheiden worden De oudste vermeldingen van deze plaats zijn door de Wijde Laan. De dorpskerk bevindt zich 12de-eeuws en spellen de naam als Thorengest. duidelijk op het noordelijke gedeelte, dus op De algemene verklaring is een afleiding van de (in de gebruikelijke afwijkende ‘Hollandse’ de natuurlijke begroeiing met doornstruiken. windrichting) Oostergeest. De wegenstructuur Het zou dus zijn gegaan om een wat moeilijk is eveneens ‘klassiek’: aan de westzijde te cultiveren stuk grond. Uit de kaarten blijkt van de strandwal loopt de Breewegh (nu Klein-Dorregeest, gelegen bij de sluis in de Hoogeweg), de Smalle Wegh (nu Middelweg) Slikker Die en dus feitelijk onderdeel van de en een niet benoemde ‘achterweg’. Achter Sluisbuurt van Akersloot, een verkaveling te de lintbebouwing langs de buitenwegen zet hebben die aansluit bij die van het buurdorp. het verkavelingspatroon zich voort tot aan de Groot-Dorregeest is een veel opener gebied Molentocht (w) en de Ooster- en Westergees- met een op de aangrenzende polders termeer (o). Hier lijkt dus sprake van een aansluitende kavelstructuur. De veel kleinere ‘ontginningsgeest’ aan de randen, vergelijkbaar bewoningsconcentratie bevindt zich aan de met St Pancras (nr 19) en Heemskerk (nr 39). zuidrand. Van de kapel, die hier ooit heeft Een tweetal ten zw van Uitgeest gelegen gestaan, ontbreekt ieder spoor. buurten, Benes en Assem, zijn bij het onderzoek gewogen en voor het predicaat 38. Uitgeest (Wester- en Oostergeest) ‘geest’ te licht bevonden. Wat Assem betreft Er is geen enkele reden, om de beide delen is dat problematisch, wanneer dat tenminste van het kerkdorp Uitgeest als afzonderlijke hetzelfde is als het vroegmiddeleeuwse Aske. geesten te beschouwen. Ze vormen één Wellicht gaat het om een verschuiving van geheel en de ‘klassieke’ verkaveling loopt de naam dan wel een herontginning van een van noord naar zuid ononderbroken door. eerder bewoonde maar verlaten plek. 46 47

Heemskerk Beverwijk

39. Heemskerk 40. Beverwijk-Hofland Heemskerk is een ‘klassieke’ dorpsgeest Hofland is de naam van een grafelijk goed met een atypische ligging. Deze oriëntatie met hof (curtis) onder Heemskerk (1248). Het (nw – zo) is een gevolg van de ligging van de latere huis van die naam staat echter aan de betreffende strandwal langs het voormalige Beverwijker kant van de ambachtsgrens, bij Oer-IJ. De bedding van deze riviermond liep de noordpunt van de hier beschreven geest. door de huidige Heemskerker Broekpolder, De weg vanaf Assum splitst zich bij die punt en de Neksloot (eertijds Mare) vormt daarvan in de Hoflandseweg (o) en de Wijkerweg (w). nog een overblijfsel. De geest begint bij Deze komen weer bij elkaar bij de kerk van Noorddorp, waar de Kerkweg en de Oosterweg Beverwijk (Agathenkiricha), die op de zuidpunt zich splitsen en ieder langs een flank van de van deze ‘klassieke’ geestnederzetting staat. lange, ovaalvormige zandrug doorlopen tot Deze kan ondanks het ontbreken van de aan de oude parochiekerk. De percellering gebruikelijke lintbebouwing toch als zodanig in kleine kavels is vergelijkbaar met die worden betiteld. De afwezigheid van huizen van andere dorpsgeesten; de bebouwing op de geest zou immers verklaard kunnen is aanvankelijk verspreid, maar wordt naar worden uit het feit, dat de bewoners na de de kerk toe steeds dichter. Vooral langs de verlening van de stedelijke privileges in 1298 Oosterweg ligt deze bebouwing op de flank zijn weggetrokken naar de kleine handelsbuurt van de strandwal, en zet zich voort tot en met langs de haven, die toegang gaf tot het de buurt Oosterzijde. Ook aan de uiterste Wijkermeer. In niet-stedelijke context zou deze zuidwestkant groeit zo’n uitbreiding, wellicht buurt een ‘ontginningsgeest’ kunnen worden een kleine ‘ontginningsgeest’, die Molenbuurt genoemd, maar die term is hier uiteraard niet wordt genoemd. van toepassing. Bij de kerk komt nog een derde weg vanuit het noorden, de Groote Houtweg. Deze markeert met de ca 600 m westelijker lopende Kleine Houtweg een bosontginning uit de 13de of 14de eeuw. Een geest is op deze plaats echter niet aanwijsbaar. 48 49

Velsen 43. Smaelgeest De Smael-, Smal- of Smalegeest vormt 41. Velsen-Hoge Geest het noordelijkste en smalste deel van een Velsen geldt als een van de ‘oerparochies’ blokvormig reeksje ‘ontginningsgeesten’ in het van Holland uit de tijd van Willibrord en voorduin cq nollengrond. De datering moet Bonifatius (eerste helft 8ste eeuw) en kent gesteld worden op de 12de eeuw. De vorm doet vermoedelijk een bewoningscontinuïteit vanuit denken aan de ‘rodes’ (bosontginningen) zoals de laat-Romeinse tijd. Het is echter niet zeker, die iets meer naar het zuiden, vanaf Brederode, of de bewoningskern steeds op dezelfde plaats zijn uitgevoerd in de loop van de 13de eeuw. heeft gelegen. Hetzelfde geldt voor de huidige Engelmunduskerk. 44. Daergeest De structuur van het kerkdorp is zeer moeilijk De Daer- of Darengeest is ruim tweemaal zo te reconstrueren wegens de aanleg van groot als de Smaelgeest. De naam is door buitenplaatsen (met name Velserbeek) en sommigen in verband gebracht met ‘doorn’ het graven van het Noordzeekanaal. Wel is (zoals Dorregeest), door anderen met een duidelijk, dat de ligging van de betreffende persoonsnaam Daro. De spelling met een strandwal hier atypisch is, nl west-oost. Evenals lidwoord (d’Aergeest) zou dan op een leesfout in Castricum en Heemskerk heeft dat uiteraard berusten. Merkwaardig is overigens dat de te maken met de werking van het Oer-IJ. De oudste vermelding pascua (weiland) betreffen, Hoge Geest was verhoudingsgewijs vroeg (12de wat niet in overeenstemming is met het gebruik eeuw) als akkerland in gebruik en lag zowel bij van geesten als bouwland. de Velserbeek (Engelmundusbeek) als bij de Kerkweg – al is de omschrijving in de bronnen 45. Hofgeest wat lastig te interpreteren. Wel ligt de kerk De Hofgeest is de derde en (gezien zoals gebruikelijk weer aan het uiteinde, in dit de tekstoverlevering) ook de jongste geval op de oostelijk punt van de dorpsgeest. ‘ontginningsgeest’ van de drie. Aan welke hof hij zijn naam ontleent, is uit de geraadpleegde 42. Velserhey literatuur niet duidelijk geworden. De Velserhey ziet eruit als wat de naam in feite al verraadt: een ontginningsgeest in het voorduin. 50 51

Schoten en Haarlem Haarlem, en zet zich daar voort in de Jansweg- Jansstraat. De lokale weg splitst zich bij de 46. Schoten Delft in het noorden af van de Vergierde Weg Schoten, behorende onder de parochie en loopt als voetpad door tot aan de Leprozen, Haarlem, is verdeeld in zes verschillende even buiten de noordelijke vestinggracht van rechtsgebieden. Deze zijn echter pas ontstaan Haarlem. Verenigd met de Middelweg zet nadat de nederzetting zijn vorm al had dit pad zich voort in de stad als Kruisweg- gekregen. Gezien de naam (‘vooruitstekend Kruisstraat. land’) was deze vorm al door het natuurlijke landschap bepaald. 47. Haarlem Evenals op de strandwal Alkmaar-Hei- Het wegenpatroon van Schoten zet zich in de loo-Limmen is er op die van Schoten-Haar- binnenstad van Haarlem als volgt voort: lem-Heemstede sprake van een algemene - Op de westflank via de Kruisweg-Kruisstraat, geestnederzetting over de volle breedte van de Barteljorisstaat, de Koningsstraat en de de strandwal, en niet, behalve misschien de Gierstraat naar het Houtplein – en vervolgens pre-stedelijke kern van Haarlem, van ‘klassieke’ via de Dreef en de Fonteinlaan naar het dorpsgeesten. Heemstede kent er weliswaar oosteind van de Spanjaardslaan. één die erop lijkt, maar feitelijk ligt dit dorp op - Op de oostflank via de Jansweg-Jansstraat, een oudere ‘zijtak’ van de grote strandwal (zie de Lange Veerstraat, de Kleine Houtstraat, de verder nrs 48-49). Kleine Houtweg en via een nu verdwenen tak In Schoten is een kenmerkende wegenstructuur naar hetzelfde punt van de Spanjaardslaan. aanwijsbaar met een hoofdweg, een lokale Daar lag de grens met Heemstede en daar weg en een middenweg – in ieder geval voor begon ook de oude, in 1573 vernielde Hout. een deel van het gebied, nu nog herkenbaar in Of binnen de stedelijke structuur van Haarlem de Middelweg-Achterweg. De hoofdweg loopt een oude ‘dorpsgeest’ is aan te wijzen, valt niet vanaf Santpoort via de Vergierde (= schuine) met zekerheid te zeggen. We houden het op Weg en de Schoterweg over de oostflank naar een gewone ‘geestnederzetting’. 52 53

Heemstede voortzet tot onder het kerkje van Spaarnwoude. Het meest noordoostelijke deel is het breedst: 48. Heemstede-Groote Geest dat wordt dan ook ‘Groote Geest’ genoemd. Op De structuur van de strandwal onder deze plek verrees het Bernaditenklooster, dat Heemstede is een andere dan die in Schoten later vervangen is door het Seminarie Hageveld. en Haarlem. Mede door de aanwezigheid van Vandaar liep een voetpad over de flank van de domeingoederen (de grafelijke Hout) is het grote strandwal, parallel aan de Binnenweg, middendeel woeste grond gebleven. Op de richting Haarlem. westflank zijn de rodes of bosontginningen ontstaan: Brederode, Tetterode, Rollant 49. Heemstede-Kleine Geest (Rodeland), Berkenrode en Vogelenzang, De kern van Heemstede, met de kerk en het alle vermoedelijk al in de 13de eeuw. Op de adellijk kasteel, ligt iets meer naar het zuiden; grens van deze in de strandvlakte gelegen het akkerareaal rond de kleine dorpskern wordt ontginningsblokken en de strandwal ontstond aangeduid als Kleine Geest. Deze kan worden de Heereweg, die zich afsplitst van de Grote gezien als een ‘klassieke’ dorpsgeest. Houtweg en de hoofdweg naar Hillegom, Lisse, Sassenheim, Oegstgeest en Leiden is gaan 50. Den Hout vormen. Meer naar het zuiden toe loopt de Binnenweg Op de oostflank vormde de lokale weg, de door, langs lintbebouwing en kleine akkertjes; Binnenweg, de verkeersverbinding. Dit feit een echte ‘dorpsgeest’ is hier verder niet te heeft aan Heemstede en Bennebroek het vinden. Sommige kleine akkercomplexen zien karakter van lintdorpen gegeven. Het eigenlijke eruit als afzandingen. Den Hout lijkt op een Heemstede ligt feitelijk op een ‘zijtak’ van de lokale bosontginning (rode) en kan worden grote strandwal, een oudere formatie die zich gekarakteriseerd als ‘ontginningsgeest’. ondergronds, overdekt door jonger sediment, 54 55

ZUID-HOLLAND strandwal bijeen en lopen naar de kerkheuvel op de noordpunt. Er lijkt hier sprake van een 1 Ten noorden van de Oude Rijn ‘klassieke’ dorpsgeest met een kerk aan één van de uiteinden, vergelijkbaar met onder Oegstgeest anderen Oudorp, Heemskerk, Wassenaar en Monster. De deelgebieden met de namen 51. Oegstgeest (met randgeesten) Voorgeest, Rijngeest en Endegeest liggen alle Oegstgeest behoort tot de eerst vermelde aan de zuidwestzijde en zijn als namen jonger geest-toponiemen. Als Osgeresgest vormt het dan het hoofddorp. Nederzettingshistorisch samen met Polgest (Poelgeest) en het niet te zijn ze vermoedelijk óók jonger, maar of we ze lokaliseren Hunsingesgest een groepje van dan als ‘ontginningsgeest’ moeten duiden is op drie in de Goederenlijst van de Dom uit ca basis van het verkavelingspatroon niet uit te 925. Het ligt op een strandwal die ongeveer maken. De situatie doet enigszins denken aan zuid-noord loopt en ca 2,7 km lang is. Aan de drie ‘randgeesten’ van Voorschoten de zuidzijde vinden we de localiteit met de (zie nr. 63). sprekende naam Endegeest, aan de noordzijde Met de nabijgelegen strandwal van Poelgeest staat de dorpskerk. Deze kerk geldt als een van zijn er twee wegverbindingen: de Voort de oudste van Holland en werd aanvankelijk (‘doorwaadbare plaats’) en de Hofdijk naar het aangeduid als Kerkwerve. Deze naam (‘hoogte goed Alkema of Oud-Poelgeest. met een kerkgebouw’) geeft inderdaad aan dat het godshuis lange tijd het enige in zijn soort in de omgeving moet zijn geweest. Wel gelden 52. Poelgeest ook het naburige Noordwijk en Rijnsburg als De strandwal waarop Poelgeest ligt is ongeveer vroege kerkstichtingen. Zij komen als toponiem 1,5 km lang en kent slechts één weg, de eveneens in de Goederenlijst voor, waarbij ook Heereweg, die een slingerend verloop vertoont. de oude naam van Rijnsburg (Rudolphuashem) In het begin van de 17de eeuw is er zowel aan de wordt vermeld. Rijnsburg ligt echter niet op zuid- als aan de noordzijde enige bewoning, een strandwal, maar is een oeverwalneder- maar een dorp is het niet. Er ontbreekt ook een zetting waarop zich geen geest heeft kunnen kerk. Bij de Hofdijk, de droge verbinding met ontwikkelen. Noordwijk heeft die wel en komt Oegstgeest, die de oudere Voort zal hebben hieronder nog ter sprake, evenals andere in vervangen, ligt het goed Oud Poelgeest. Dit zou dezelfde bron vermelde geestdorpen, t.w. de kern van de oorspronkelijke nederzetting Warmond, Sassenheim, Teijlingen en Lisse. kunnen zijn geweest. In het noorden ligt het goed Abtspoel, de centrale boerderij De geestnederzetting Oegstgeest is (uithof) van de Abdij van Egmond, die hier druppelvormig en bestaat in de vroege 17de talrijke bezittingen had. De wateren Poel eeuw uit twee reeksen lintbebouwing, één en Achterpoel begrenzen het gebied aan de langs de Heereweg aan de westzijde, één langs noordoostzijde; de verbinding met Warmond de Lijtweg of Binnenweg aan de oostzijde. Deze bestond aanvankelijk dan ook uit een veer over komen op tweederde van de lengte van de dit water. 56 57

Warmond Er is echter geen ‘klassieke’ dorpsgeest te onderscheiden. De structuur doet meer 53. Warmond denken aan die van Uitgeest, Akersloot of De strandwal van Warmond (ca 925 Voorburg, een strandwalbrede nederzetting UUarmelde) behoort tot dezelfde formatie als met een ongeveer halverwege de hoofdweg die van Poelgeest. Maar hij is langer, ca 3 km, en gelegen kerk. Vanaf de westflank vormen twee breder, 0,5 tot 0,7 km, en biedt dan ook ruimte dijkwegen een verbinding met de strandwal voor een dorp. De hoofdweg, de Heereweg, zet Oegstgeest – Sassenheim: de Oudendam en de zich hier voort, en wordt zowel ter hoogte van Warmerdam (uit te leggen als Warmonderdam). de dorpskerk als bij het Oosteinde vergezeld In de laatste zet de Heereweg zich voort van een Buerweg. Aan de oostzijde van de richting Sassenheim. Vanaf ongeveer hetzelfde strandwal, langs de Leek (een voortzetting punt in het Oosteinde loopt een verder van de Poel) ligt in het begin van de 17de eeuw naamloos voetpad door naar de oostzijde een havenbuurt. De verdere bebouwing van hetzelfde dorp. Later, in de 19de eeuw, is concentreert zich ter weerszijden van de kerk, dit pad verdwenen. De Buerweg staat dan waarbij het noordoostelijk deel volgens de bekend onder de naam Binnenweg en vormt Hollandse ‘afwijking van de windrichting’ samen met de weg genaamd Waschbekenlaan Oostgeest wordt genoemd. een derde verbinding naar de strandwal van Sassenheim. 58 59

Sassenheim is deze situatie nog een verre voortzetting van het duidelijk gescheiden oostelijke en westelijke 54. Sassenheim deel, zoals aangeduid in de Goederenlijst. Ter Sassenheim bestond al in het begin van hoogte van de Teijlingerlaan, de verbinding de 10de eeuw uit twee kernen, een (noord) met het westelijk gelegen Teijlingen, houdt de oostelijke aangeduid als Hostsagnem, een bebouwing weer goeddeels op. (zuid)westelijke als Uuestsagnem. De strandwal Curieus is wel het hiervoor onder Warmond waarop het dorp ligt vormt een voortzetting al genoemde voetpad, dat van het Oosteinde van die van Oegstgeest, vanwaar de Heereweg aldaar noordwaarts loopt, maar afstand van gewoon doorloopt. De lengte van het gedeelte Sassenheim zelf houdt. Ter hoogte van de kerk dat onder het ambacht valt is ongeveer 4,5 km, loopt dit pad langs de oostflank van de hier zich gemeten vanaf de Oudendam in het zw tot aan tot ca 0,7 km verbredende strandwal, om pas de Poellaan in het no. Het vroeg 17de-eeuwse vlakbij de grens met het ambacht Lisse af te kaartbeeld toont een geheel ander soort buigen naar de Heereweg. Het doet enigszins nederzetting dan Oegstgeest of Warmond. Wat denken aan het van Heemstede – Groote Geest betreft de verkeersverbindingen is er alleen (nr 48) naar Haarlem lopende voetpad. deze hoofdweg, dus achter- of burewegen ontbreken. Ook is het zuidelijk gedeelte in die Geest-toponiemen zijn in Sassenheim niet tijd geheel onbebouwd, met uitzondering van aangetroffen. Het gaat dus blijkbaar om een het goed Klinkenberg. Vlak bij de Warmerdam gebied waarvan de grenzen van de geest- of begint een rij huizen, die echter niet doorloopt bouwlanden eenvoudig door die van de naar het hoofddorp. Dit ligt verder naar het strandwal zijn bepaald. noorden, waar ook de dorpskerk staat. Mogelijk 60 61

Lisse duinrel, die mogelijk nog zijn natuurlijke loop is blijven volgen. Deze Achterweg blijft parallel 55. Wassergeest – Lisse aan de Heereweg lopen tot aan de dorpskerk. De strandwal Oegstgeest – Sassenheim, de Het tussen beide wegen gelegen gebied wordt tweede vanuit het oosten gezien, loopt verder aangeduid als Westgeest. naar Lisse. En daarmee ook de Heereweg, die uiteindelijk de belangrijkste interlokale Zowel aan de oost- als aan de westzijde van wegverbinding tussen Leiden en Haarlem zou de strandwal bevindt zich in het begin van de worden. Het dorp Lisse vertoont weer enigszins 17de eeuw een verspreide lintbebouwing. De eenzelfde structuur als Oegstgeest, maar de dorpskerk lijkt hier net als in Oegstgeest het basis daarvan is verschillend. Ongeveer 1,5 km einde van de nederzetting, maar juist daar blijkt ten zuiden van de dorpskerk komt de strandwal zich in diezelfde tijd een bewoningsconcentratie namelijk samen met de derde strandwal, die te hebben ontwikkeld van een stuk of 30 van Elsgeest – Teijlingen. Het punt waarop huizen. Nader onderzoek daarnaar is niet beide elkaar raken wordt gevormd door het gedaan, maar het lijkt erop dat dit een jongere goed Wassergeest. De ouderdom van deze uitbreiding van de dorpsbebouwing is. Wel was kleine geest kon niet worden vastgesteld, Lisse al in 1514 een van de grootste dorpen van evenmin als die van de benaming. Als de naam de regio met 87 haardsteden, tegenover 84 uit eenzelfde tijd zou stammen als Wassenaar in Warmond, 69 in Hillegom, 50 in Noordwij- (1200 Wasnare), zou ook hier het woord wasn kerhout, 40 in Voorhout, 32 in Sassenheim en (‘scherp’) een rol kunnen spelen. De vanaf de slechts 25 in Oegstgeest. Alleen Rijnsburg en de derde strandwal komende Lijtweg of Achterweg beide Noordwijken (binnen- en zeedorp) waren maakt hier een vrij onverwachte bocht over een op dat moment groter. 62 63

Voorhout de Elsgeest is hier geen sprake. Behalve de drie huizen Teijlingen ontbreekt omstreeks 1600 56. Elsgeest ook iedere verdere bebouwing. Vanuit de oeverwalnederzetting Rijnsburg Vanaf de Teijlingerlaan (bij het Slot) zet het loopt een Heereweg richting Voorhout. Hooilaantje zich voort onder de namen Deze splitst zich na ongeveer 0,6 km in de Achterweg, Buerweg en zelfs Oude Heereweg. Voorhouterweg en de Elsgeesterweg. De Vanaf de Ake(r)voort, de (doorwaadbare) laatste loopt in verschillende vormen (smalle verbinding die vanaf de vierde strandwal rijweg, dijkweg, voetpad) en onder wisselende benoorden Voorhout naar het zuidelijk gedeelte benamingen door tot aan het dorp Lisse over de van Lisse loopt, zien we omstreeks 1600 zeer smalle derde strandwal van het benoorden verspreide bebouwing. Daar waar de smalle Rijnse gebied. Teijlinger strandwal zich tenslotte verenigt met De Elsgeest zelf is als nederzettingsvorm zeer die van Lisse ligt het goed Wassergeest (zie goed herkenbaar tussen de strokenverkaveling boven onder nr 55). van de veenontginningen aan weerszijden. Daarmee vormt het gebied al in de 16de 58. Voorhout eeuw echter één waterstaatkundig geheel, De naam Voorhout (11de eeuw: Vuroholz, Elsgeesterpolder geheten. De naam van deze Vuoreholt, Foranholte) moet gezien worden (onbewoonde) geest duidt op een kenmerkende als gegeven vanuit het zuidoosten, dus begroeiing van laaggelegen land met elzen en feitelijk vanaf de eerste en de tweede andere waterminnende bomen en struiken. Of strandwal met dorpen als Warmond, we het daarom als ‘ontginningsgeest’ moeten Oegstgeest en Sassenheim. De aanduiding betitelen, is niet duidelijk; het past feitelijk ‘voor’ geeft weer, dat het hier gaat om het niet in een van de door ons onderscheiden dichtstbijzijnde (voorste) gedeelte van het categorieën. grote bosdomein op de grens van Rijnland en Kennemerland, dat ook zijn naam aan 57. Teijlingen het gewest Holland heeft gegeven. Het De Elsgeesterweg zet zich voort in de gedaante werd beheerd vanuit het Slot Teijlingen van ’t Hoylaentgen in de richting van Teijlingen. bij Sassenheim, waar de opperhoutvester Daarbij wordt de Dinsdagwetering gepasseerd, van de grafelijkheid resideerde. In de 16de een plek die Wedde wordt genoemd – hetgeen eeuw zijn er van dit enorme bosareaal nog hetzelfde betekent als de Voort tussen maar enkele plukjes over. Verder resteren Oegstgeest en Poelgeest, nl ‘doorwaadbare voornamelijk de toponiemen, waarvan plaats’. De naam Teijlingen hangt samen met Voorhout er één is. Daarnaast hebben we een aanduiding voor iets wat lang en smal is; de namen Noordwijkerhout, Den Hout bij het heeft dezelfde stam als het woord telg in Heemstede, de Haarlemmerhout en het de betekenis van ‘stam’ of ‘loot’. Aangezien moeilijk verklaarbare Aerdenhout. Ook het niet de naam al in de Goederenlijst voorkomt als te traceren jachtdomein Suuithardeshaga moet Taglingi, met de aantekening dat hier ‘alles hier ergens hebben gelegen. Al met al kunnen van St Maarten is’, moet hier toen al land zijn we veronderstellen, dat de naam Voorhout geweest dat opbrengsten had. Dit kan naast oorspronkelijk de naam is geweest van het bouw- en weiland ook bos zijn geweest, gehele bosgebied dat op de vierde strandwal hetgeen voor de hand ligt wanneer we kijken was gelegen. naar de rol van het Slot Teijlingen ter hoogte De ontginning van deze (vierde) strandwal van het kerkdorp Sassenheim als centrale is getuige de kaarten in het midden van post voor de houtvesterij van de graven van de 17de eeuw nog volop aan de gang. De Holland (zie hiervoor verder onder Voorhout veronderstelling van Van Snippenburg, dat de en Noordewijkerhout, nrs 58 en 60). Dit slot zogenaamde Voorhoutergeest zich tot voorbij ligt bijna op de noordpunt van de ca 3 km lange de Teijlingerlaan zou uitstrekken,17 wordt door strandwal en vormt niet de enige lokaliteit met de cartografische bronnen gelogenstraft. Het die naam. Meer naar het zw vinden we immers dorp ligt nog half in de nollengronden, die zich ook Hoog Teijlingen en Laag Teijlingen. Met verder ongerept uitstrekken en doorlopen andere woorden: de naam had in oorsprong tot de oude duinen van Vogelenzang en waarschijnlijk betrekking op de gehele Heemstede aan toe. Eenzelfde situatie vinden strandwal. Geest-namen ontbreken echter, en we onder Noordwijkerhout en Wassenaar. van een echt nederzettingspatroon zoals op 17 Van Snippenburg 2013. 64

De kerk van Voorhout ligt veel zuidelijker op de Teijlingerlaan weer als voetpad langs de deze strandwal. Hier is een nederzettings- onontgonnen nollengrond, tot aan de Ake(r) structuur te herkennen die in onderdelen voort bezuiden Lisse. De Heereweg verlegt wel lijkt op die van de naburige oudere zich meer naar de westflank. Daar ligt ook een geestdorpen. Vanaf Rijnsburg loopt aantal erven langs de rand van de strandwal de hoofdweg na de afsplitsing van de op vrij regelmatige afstand van elkaar. De Elsgeesterweg verder onder de namen hoofdroute neemt vlakbij de grens met de Voorhouterweg, Heereweg en (ter hoogte nollengrond de afslag via de Gravendam van het kerkdorp) Heerestraat. Direct aan het richting Noordwijkerhout. Wel zet deze weg zich begin van de strandwal loopt deze hoofdweg voort langs de westflank van de onontgonnen op de oostflank, en parallel daaraan een oude duinen onder de naam Lijtweg. naamloos voetpad op de westflank. Aan dit pad staan in de 17de eeuw enkele huizen. Er lijkt in het geval van Voorhout sprake te zijn Hierbinnen ligt een verder onbebouwde geest van een duidelijke chronologie, die opschuift met de bekende ovale vorm. Het voetpad van zw naar no. Het eerste deel, vanaf de twee wijkt na ca 1 km uit naar het nw, waar een staartvormige uiteinden van de strandwal kleine parallelle strandwal ligt waarop zich tot en met de kerk, lijkt het vroegst, wellicht eveneens enige bebouwing bevindt. Even vóór nog 9de- of 10de-eeuws. Het gedeelte tussen de Dinsdagswetering komen beide ‘staarten’ voetpad/Buerweg en Heereweg, waaraan van de strandwal samen en vormen de ca 0,6 de naam ‘geest’ ook wordt gegeven, zou uit km brede vierde strandwal waarop het dorp de periode 1200-1500 kunnen stammen. Het is ontstaan. Vanaf de dorpskerk splitst zich noordelijkste stuk lijkt echter op een postmid- een voetpad af van de Heerestraat, dat zich deleeuwse ‘ontginningsgeest’ zoals we die ook voortzet als Buerweg langs de oostflank van elders aan de binnenduinrand hebben kunnen de al genoemde Voorhouter Geest, en vanaf traceren.

66 67

Noordwijk en Noordwijkerhout De rechter achterweg gaat ter hoogte van het kerkdorp Noordwijk Bronsgeesterweg 59. Noordwijk - Bronsgeest heten, naar de daar gelegen kleinere Noordwijk heet oorspronkelijk Northgo, nederzetting (later ook een goed) met de oftewel ‘de streek ten noorden (van de Oude naam Bronsgeest. Dit toponiem zou zowel met Rijn)’. Later is men het naar analogie van het bron in de betekenis van ‘waterwel’ kunnen naburige Katwijk, of wellicht als hypercorrectie, samenhangen, als met de kleuraanduiding als wijk-naam gaan schrijven. De oorspron- bruin (waarvan de metaalkleur brons een kelijke aanduiding, dezelfde als gouw, is nog variant is). De kavelstructuur van deze kleinere bewaard gebleven in de naam van de hoofdweg geest is veel hoekiger dan die van het kerkdorp over deze vijfde strandwal, de Gooweg. zelf, waar de ovale vorm van de ondergrond in de wegstructuur zichtbaar is gebleven. Een Het dorp Noordwijk, later als pendant van het eventuele ‘klassieke’ dorpsgeest zal in ieder Zeedorp aangeduid als Noordwijk Binnen, geval groter zijn geweest dan het centrum van kent in de 17de eeuw een vrij geconcentreerde het dorp. bebouwing die zelfs als enigszins stedelijk kan worden gekarakteriseerd. De hoofdweg vanaf 60. Noordwijkerhout Katwijk aan den Rijn splitst zich al ongeveer De Noordwijkerhouter Geest is al in de 1,5 km vóór het kerkdorp in tweeën: de 17de eeuw de benaming van het gebied ter Noordwijkerweg - Gooweg en de Achterweg. weerszijden van de Gooweg tot vlakbij het Terwijl de Gooweg vrij recht midden over de dorp Noordwijkerhout. Er ligt echter geen strandwal blijft lopen, kronkelt de rechter dorpsgeest op de rechterflank, die omstreeks achterweg op natuurlijke wijze mee met de het midden van diezelfde eeuw nog vrijwel zuidoostelijke flank, en loopt er vanaf het dorp geheel uit nollengrond bestaat. Wel loopt de ook een achterweg langs de noordwestelijke ontgonnen geest op de linkerflank door tot aan flank. Dit is een voor geestnederzettingen het kerkdorp. Dit geeft net als het noordelijk tamelijk uniek fenomeen: één hoofdweg deel van Voorhout de indruk van een nog niet met twee achterwegen. De strandwal is voltooide duinontginning. Curieus is, dat ten zw verhoudingsgewijs natuurlijk breed, ca 1 km, van het dorp de achterweg zich opnieuw splitst maar vergelijkbare situaties zoals Haarlem en er naast de Buerweg ook nog een Groenweg en Heiloo bieden niet hetzelfde nederzet- loopt. Het lijkt erop, dat hier op de flank van de tingsgeografische beeld. Het verloop van de strandwal sprake is van een ‘ontginningsgeest’ Gooweg doet daarbij denken aan de Heereweg in de strandvlakte. Op de rechterflank zet de vanaf Haarlem op de rand van de betreffende achterweg zich vanaf Bronsgeest voort onder strandwal en de 13de-eeuwse bosontginningen de namen Achterweg, Buerweg, Leeweg aldaar, zoals Rolland, Tetterode, Berkenrode (hetzelfde als Lij- of Lijtweg) en uiteindelijk en dergelijke. Déze Heereweg is dus, net als Kerkweg. Daar is enige bebouwing te zien bij de de betreffende ‘rodes’, duidelijk planmatig, twee zijwegen, de Gravendam naar Voorhout en hetzelfde zou kunnen gelden voor de en de Peykendam, die echter niet verder loopt Gooweg en de geestgronden ter weerszijden dan het Zwet (de grenssloot die later vergraven daarvan. Voor zover de kavelstructuur op werd tot Trekvaart). Direct achter de kerk de geraadpleegde kaarten waarneembaar van Noordwijkerhout beginnen de ongerepte is, geeft die een tamelijk regelmatig beeld. nollengronden, later Oosterduinen genoemd. De kaarsrecht over de strandwal getrokken De hoofdweg splitst zich daar opnieuw in grens tussen de rechtsgebieden Noordwijk en tweeën, die beide Heereweg blijven heten. Noordwijkerhout versterken die indruk verder. De meest westelijke wordt echter ook met Mogelijk heeft ook de hier in de strandvlakte Doodweg aangeduid en was dus de minst gelegen abdij Leeuwenhorst een rol als belangrijke. Hij eindigt dan ook als duinspoor mede-ontginner gespeeld, maar dat is niet met de naam Langevelderlaan bij het punt waar nader onderzocht. later strandpaal 76 is neergezet. 68 69

2. Ten zuiden van de Oude Rijn De naam van Rijswijk komt later in de bronnen voor en dan in de eerste plaats als familienaam. Rijswijk Eind 11de eeuw is er sprake van een zekere Deddo de Riiswiic. Als ‘wijk’-toponiem kunnen we het 61. Rijswijk wel iets vroeger plaatsen, b.v. in de eerste helft De meest naar binnen gelegen strandwal in dit van de 10de eeuw. Hoe we het eerste gedeelte van gedeelte van Zuid-Holland is tevens een van de strandwal van Rijswijk nederzettingshistorisch de langste, zo niet de langste: ongeveer 15 km. moeten duiden, is niet helder. Al heel snel De gemiddelde breedte is 0,6 km. Het meest vinden we daar een reeks voorde-namen: zuidwestelijke punt wordt gevormd door de Westervoorde, Voorde, Overvoorde, Nieuw Sammersbrug op de grens van Rijswijk met Voorde en Hillevoorde. Het lijkt er evenwel Wateringen, al bevindt zich ter hoogte van ‘De op, dat er toch maar één ‘natte’ verbinding is Voorden’ een korte onderbreking in de (aan de geweest in de hoofdweg van Wateringen naar oppervlakte zichtbare) zandrug. Ook tussen Rijswijk. Op ongeveer 1,5 km van het kerkdorp Veur en Voorschoten is de strandwal weinig vinden we ook de toponiemen Werve en Nieuw prominent aanwezig aan de oppervlakte – en Werve, wat duidt op verhoogde woonplaatsen dus evenmin herkenbaar in de nederzettings- (ook aan het begin van de dorpskern bevindt structuur. Het meest noordoostelijke punt zich nog een erf van die naam). Ongeveer vanaf wordt uiteindelijk weer gemarkeerd door een dat punt is het kaartbeeld tamelijk stabiel. Er is brug, de St Nicolaasbrug enkele kilometers één hoofdweg, in de late 16de eeuw Breewech voorbij Voorschoten. In ieder geval is het geheten, maar ook bekend onder de naam zuidwestelijk deel van deze lange formatie al in Zandweg en Herenstraat (en later, in de 19de de Romeinse tijd intensief bewoond geweest. eeuw, Van Vredenburchweg). Binnen de Hier lag onder meer de civitas (burgerlijke geconcentreerde dorpsbebouwing, met de kerk stad) Forum Hadriani. Ook al is deze als op de noordoostelijke punt, splitst deze weg zich stedelijke nederzetting verdwenen, er kan in drieën, waardoor er een kleine, brinkachtige hier enige bewoningscontinuïteit zijn geweest structuur ontstaat die enigszins doet denken van de laat-Romeinse tijd tot in de vroege aan de situatie in Heemstede. De flanken van de middeleeuwen. Ook resten van Romeinse strandwal worden gevormd door de achterzijde bouwwerken moeten nog lang in het landschap van de erven aan de zuidoostzijde, echter zonder zichtbaar zijn geweest. Dat de toponiemen een duidelijke structuur, en door de Broeksloot Voorburg, Veur en Voorschoten samenhangen aan de noordwestzijde. Dat deze Broeksloot met de Latijnse aanduiding is echter niet inderdaad een grens tussen het geestland en waarschijnlijk, al zal het ‘burg’ in Voorburg de polder vormt, blijkt uit de situatie in het misschien een reminiscentie zijn aan de verlengde hiervan, onder Voorburg. Een werkelijk rechthoekige omwalling van deze plaats. Wel secundaire weg is er in Rijswijk niet; er loopt is er een direct verband tussen de drie namen: alleen een naamloos voetpad van het dorp in de waternaam van wat later de Vliet zou heten. zuidwestelijke richting, als een soort buurtweg Deze moet Fore hebben geluid, zoals de naam tot aan de 17de-eeuwse buitenplaats Duinzigt. voor het dorp Veur al in de Goederenlijst van de Geestnamen zijn in Rijswijk niet gevonden. Dom voorkomt. Daarin heet Voorburg Foreburg Met uitzondering dan van de Geestbrug over en Voorschoten Forschate. Het woord schate de Trekvliet naar Den Haag op de grens met of schote betekent ‘vooruitstekend stuk land’, Voorburg. Maar het is niet duidelijk of deze zijn dat we bijvoorbeeld ook in Schoten bij Haarlem naam heeft gekregen vanuit Rijswijk gezien, of tegenkomen. vanuit het belendende Voorburg. 70 71

Voorburg via een pad aftakt in de richting van de Vliet, wordt meestal aangeduid als Voorweg, in het 62. Voorburg dorpscentrum als Heerestraat, terwijl hij op De nederzettingsstructuur van Voorburg lijkt een detailkaart uit 1571 ook Heerwech heet. veel meer dan die van Rijswijk op die van Op laatstgenoemde kaart worden de percelen verschillende andere geestdorpen. Er zijn een bouwland tot aan de Broeksloot aangeduid voorweg en een achterweg, en de kerk staat met gheest en gheestlant. Het zijn tot nu toe precies in het midden van een noordelijk en de enige andere bronnen met betrekking zuidelijk door deze wegen omsloten gedeelte. tot Voorburg waarin deze soortnaam is Curieus genoeg liggen juist ter hoogte van deze aangetroffen. De al genoemde kaart uit 1623 dorpskerk nog in het begin van de 17de eeuw spreekt van teellant, maar maakt wel duidelijk (1611) ongecultiveerde nollen. Eenzelfde rest van dat de geestnederzetting daadwerkelijk tot de oude duinen vinden we in die tijd trouwens aan de Broeksloot heeft gelopen. Daarmee ook nog verderop, ter hoogte van Veur. Voor lijken de ‘randen’ van Voorburg op die van b.v. het overige is het land op de strandwal dan St Pancras en Akersloot. Curieus is overigens al afgevlakt en in cultuur gebracht, met de de naam Loo voor een goed ten noordwesten Vliet als grens aan de zuidoostzijde en de van het dorp, gelegen in de strandvlakte Broeksloot als grens tussen bouw- en weiland tegen de scheidingskade aan, die een zeer aan de noordwestzijde. Evenals in Rijswijk is de smalle en verder onbewoonde zandrug volgt dorpsbebouwing tamelijk dicht geconcentreerd - halverwege Voorburg en Den Haag gelegen. bij de kerk; op de kadastrale minuut van Namen op –loo (zie onder Heiloo) komen in 1812-1819 telden we tussen de 120 en 140 Zuid-Holland vrijwel niet voor, maar aangezien huizen. deze al in 1348 wordt vermeld is het in het geval van een importnaam geen late verschijning. De weg vanaf de Geestbrug op de grens met De vanaf de strandwal van Voorburg lopende Rijswijk zet zich voort, curieus genoeg onder de verbindingsweg heet uiteraard Loolaan en naam Achterweg, en loopt ongeveer midden scheidt – aan het begin, nog op de zandgrond over de strandwal tot ongeveer 1,5 km voorbij – een Westerloo en een Oosterloo. Dat zou de dorpskerk. Op detailkaarten uit 1560 en kunnen betekenen, dat het oorspronkelijke Loo 1623 komen echter ook de namen Binnenwech, toch op de strandwal zelf heeft gelegen en niet Lijtwech en Buyrpadt voor. De hoofdweg, die in de strandvlakte. 72 73

Voorschoten van Rijswijk. Er is echter geen reden om juist dit stukje als ‘de’ geest aan te wijzen, zoals Van 63. Voorschoten (met randgeesten) Snippenburg doet. Wanneer men ongeveer 1 Voorbij Voorburg ligt het dorp Veur op de km zuidwestwaarts van de dorpskerk begint, flank van de smalle strandwal, een bescheiden kan men de globale grenzen van het hogere havenbuurtje aan het water waaraan het zijn bouwland bepalen ter breedte van ongeveer naam ontleent. Er zijn geen sporen te vinden 0,6 à 0,7 km. De grens aan de rechterflank is van een op een geest gelijkende nederzettings- duidelijk waarneembaar. De erven liggen daar structuur. Wel liggen hier een Oosterbosch en precies op de rand, en de meeste daarvan een Westerbosch. Ook zet de wegenstructuur hebben een eigen verbindingssloot met de zich voort. De Achterweg kent een korte Vliet door het lage land van de Zuid-Hoflandse onderbreking, maar loopt dan nog ongeveer 3 polder. De grens van de linkerflank is minder km langs de noordwestflank van de strandwal. goed waarneembaar, met uitzondering van De Voorweg loopt in één ruk door als Veurweg het meest noordelijke gedeelte. Juist hier of Veurseweg naar het laatste dorp van de zijn enkele geest-toponiemen te vinden reeks, Voorschoten. in de hofsteden Adegeest, Boschgeest en Nog meer dan de andere drie dorpen is hier Almensgeest. De beide eerste namen zijn sprake van een semi-stedelijke nederzetting. bewaard gebleven in nieuwbouwwijken van Al in 1282 verwierf het marktrechten, maar het 20ste-eeuwse Voorschoten. De Almens- of een echte stad is het nooit geworden, Allemansgeest werd in 1829 herdoopt in vermoedelijk wegens de sterke concurrentie Berbice. Gezien de ligging tussen de Noord- en van het naburige Leiden. De geconcentreerde Zuid-Hoflandse Polder is een herkomst uit bebouwing van het centrum ligt rond een ovale grafelijk domeingoed van deze hofsteden wegstructuur mèt dorpskerk, die lijkt op die aannemelijk. 74 75

’s-Gravenhage Hollandse toponymie verder niet voorkomend begrip, met uitzondering van het niet te 64. ’s-Gravenhage localiseren Suuithardeshaga op de grens van Hoewel ’s-Gravenhage (kortweg Den Haag) Kennemerland en Rijnland. al vanaf de tijd van de graven Willem II Den Haag lijkt al met al op een 13de-eeuwse en Floris V, dus de 13de eeuw, een centraal duin- en bosontginning op de strandwal. regeringscentrum is geweest, ligt de stad Curieus is dan de naam van één kort straatje vier eeuwen later nog gedeeltelijk in de op enkele honderden meters afstand van de ongerepte nollengrond. Zelfs na de aanleg oude parochiekerk: de Geest. Dit vormt een van de vierkante omgrachting bevindt zich klein stukje van de linkerpoot van de dubbele binnen het stedelijk territoir, aan het begin strandwalformatie waarop de residentie is van de Loosduinseweg, nog een hoekje met ontstaan. In ieder geval is deze geest groter oude duinen. Aan de andere zijde vormen de geweest dan dit ene straatje lang is. Over de Lange en Korte Voorhout nog naamkundige ondergrond van Den Haag is niet alle literatuur herinneringen aan de oorspronkelijke overigens eenduidig. De strandwal die vanaf bosvegetatie. In hoeverre het dan (1649) al Loosduinen komt splitst zich volgens sommigen bestaande Haagse Bos, ook Benoordenhout in tweeën, juist onder het centrum door; de genoemd, nog een rechtstreekse voortzetting Hofvijver, oorspronkelijk een duinmeertje, zou vormt van dit natuurlijke bos, is niet duidelijk. dan precies in de laagte tussen beide ruggen Het woord hage geeft een bosdomein weer, zijn gelegen. De rechterpoot is dan te volgen een gesloten jachtwarande van een adellijk onder de Bezuidenhoutseweg tot ongeveer aan heer, in dit geval de graaf. Het is een in de de Landscheiding tussen Delfland en Rijnland. 76 77

Wassenaar 65. Wassenaar Vanaf Waalsdorp loopt de meest westelijke [Raaphorst en Hillenaar] strandwal van Zuid-Holland naar het De linkerpoot loopt door onder de Benoorden- noordoosten, aan beide zijden geflankeerd houtseweg, die onder het ambacht Wassenaar door een weg. Die wordt, uniek voor Holland, samenkomt met de iets westelijker (over een ook aan beide zijden Heerwegh genoemd. verbindende duinrug) lopende Heerwech. Daartussen bevinden zich in de eerste helft van Hier vinden we in de 17de eeuw nog ongerepte de 17de eeuw nog ongerepte nollengronden, nollengronden, waaronder het Raephorst hier aangeduid als Binnenclingen. Dit landschap Duyn, maar op de oostflank zien we een vrij zet zich voort tot aan het dorp Wassenaar. regelmatige rij erven. Na de Kerkdam, de De localisering van een geest ten zuiden van verbinding met Wassenaar, buigt de hoofdweg het dorp is op grond van de kaartbronnen schuin af in de richting van Leiden. Hier dus onjuist. De dorpskerk ligt zodanig, dat bevindt zich het grotendeels verdwenen dorp slechts één rij huizen deze van de duingronden Hillenaar, dat als Helnere reeds voorkomt scheidt. Ten noorden daarvan is wèl een in de Goederenlijst. Naamkundig is dit het ‘klassiek’ ogende structuur waarneembaar, zusje van Wassenaar. Beide toponiemen zijn waarbij de rechter Heereweg tot Buierwech samengesteld met het begrip here oftewel is geworden. Aan de buitenzijde daarvan ligt ‘heuvelrug’. Die is in het ene geval hellend en in een rij huizen, evenals langs het verlengde het andere scherp (‘wasn’). Een geest-structuur van de linker Heereweg; het midden is leeg. is hier overigens niet aanwijsbaar. Dit lijkt op een wat oudere duinontginning, Op de geraadpleegde kaarten komen evenmin of ontginningsgeest, die zich duidelijk geest-toponiemen voor. In de lokale archieven onderscheidt van de compact gebouwde van Wassenaar worden er wel enkele vermeld. dorpskern. Het gaat daarbij om goederen onder dit Geest-toponiemen zijn in dit gedeelte van het ambacht op de onderhavige strandwal ambacht niet aangetroffen. Toch was het begrip (Raaphorst). Tussen 1699 en 1766 is sprake in het algemeen wel bekend. In de Informacie van de Persijnse Geest bij het huis Persijn. van 1514 wordt onderscheid gemaakt tussen Tweemaal wordt ook een Geestwetering twee soorten land: dat ‘leggende in den polre, vermeld: in 1630 bij het Huis te Pauw, in 1455-59 dat tbeste lant es’ en ‘tander lant es geest ofte bij een niet met name genoemde woning. In het verdolven veen’ dat minder waard is. laatste geval gaat het om een eigendomsbewijs van de H. Geest in de Oude Kerk te Delft; hier zou de naam dus een andere connotatie kunnen hebben. Een vergelijkbaar geval is bekend uit Heiloo (zie nr 23). 78 79

Monster van de smalle duinenrij. Deze wordt in 1611 aangeduid als De Gheest en zou op grond 66. Monster van archeologische vondsten al in de late Het dorp Monster ontstond als secundaire middeleeuwen bewoond en bewerkt moeten nederzetting bij de handelsplaats Masamuden, zijn geweest. Tussen ca 1600 en 1859 stond er die tegen het eind van de 10de eeuw door slechts één huis, Geesterwijck genoemd; uit kustafslag is verdwenen. De naam (1006 historische gegevens blijkt dat het een weinig Masemunster sive Munster, 1156 Monasterio) lucratief domein is geweest. Waarschijnlijk houdt verband met kloosterbezit ter plekke. De hebben we hier dus te maken met een vroege ondergrond is geen reguliere strandwal meer, duinontginning, die alleen in stand is gebleven maar eerder een stroomwal – vergelijkbaar omdat de grond in één hand was geraakt. met Bergen en Schoorl. Het vertoont niettemin de kenmerken van een ‘klassieke’ dorpsgeest 68. Groote Geest met een door twee wegen, de Rhijnwegh en de Aan de noordoostzijde van de dorpsgeest Molenwegh, omsloten ovale structuur en de en de Geest van Geesterwijk vinden we een kerk aan het zuidwestelijke uiteinde. rechthoekige gebied met rechthoekige kavels, dat in 1712 de naam Groote Geest draagt. Hier 67. Geest moet het gaan om een latere ontginningsgeest, Een afzonderlijke structuur wordt gevormd die slechts gedeeltelijk op de strandwalgrond is door het gebied tussen de Rijnweg en de voet gelegen. 80 81

Naaldwijk begin van de 17de eeuw aangeduid als De Geest. Deze wordt omsloten door de Naaldwijkerweg, 69. Naaldwijk – Geest – Hoge Geest de Zwartendijk en de Zuiderweg. De stroomwal is echter groter en we zouden dus ook het Naaldwijk (1156 Nadelwich) is ontstaan op land langs het verlengde van de Zwartendijk, een strandwal met een atypische ligging, de Leeweg (hetzelfde als Lij- of Lijtweg), tot nl ongeveer zuidoost-noordwest. Net de geeststructuur willen rekenen. Ook het als bij Monster gaat het hier dan ook om verlengde van de Naaldwijkerweg richting een stroomwal aan de noordzijde van Monster wordt Geest of Geestweg genoemd, de Maasmond met een ingewikkelde terwijl de noordpunt ook te boek staat als landschappelijke geschiedenis. Het dorp geldt Hoge Geest. als vroegmiddeleeuws; de in de Goederenlijst genoemde Hustingest, Litlongest en 70. Grote en Kleine Geest Langongest worden in of rond deze plaats Ten zuidwesten van het kerkdorp liggen de gezocht. Geheel zeker is dat niet. De eerste Grote Geest en de Kleine Geest met daartussen naam, waarschijnlijk gevormd met een de Geestvaart. Het gaat hier in geen enkel persoonsnaam, zou identiek kunnen zijn met opzicht meer op een stukje strand- of de Husingesgest die in de buurt van Oegstgeest stroomwal, maar om een aandijking in de was gelegen. Toch doen de ‘kleine’ en de ‘lange’ richting van de rivier. Het gaat dus om een geest weer denken aan namen die we op de ontginningsgeest die niet, zoals bijvoorbeeld vroegste kaarten tegenkomen. bij Wimmenum, tegen de hogere grond aan ligt, maar om een geheel uit zijn oude context Het centrale gedeelte van de nederzetting, losgezongen begrip. En daarmee is deze laatste direct ten westen van de kerk, wordt in het geest direct uniek voor heel Holland. 82 8 Bronnen en literatuur

8.1 Kaarten, kaartboeken, atlassen Kaartboeken

• W.J. van den Berg, Historisch kadaster van de Kaarten, gealfabetiseerd op de achternaam Binnen-Egmonden 1-4. Utrecht 1985. van de maker [NA = Nationaal Archief, RAA = Regionaal Archief • Id., Kadastrale Atlas van Noord-Holland 1832. Alkmaar] Deel 3: Bergen. Haarlem 1990.

• Anoniem, Kaart van het dorp Rijswijk, eind 16de • Grote Historische Atlas van Nederland 1:50.000. I eeuw [NA Hingman 2400]. West-Nederland. Groningen 1990.

• Adriaen Anthonisz, Kaart van de bedijkte • Grote Historische topografische Atlas ca 1892-1914. Bergermeer, 1568 [RAA]. Zuid-Holland, schaal 1:25.000. Tilburg 2005, 2008-2. • Floris Balthasarsz van Berckenrode, Kaart van Rijnland, 1615. • Grote Historische topografische Atlas ca 1894-1933. Noord-Holland, schaal 1:25.000. Tilburg 2006. • Floris Balthasarsz en Balthasar Florisz van Berckenrode, Kaart van Delfland, 1611. • Grote Topografische Atlas van Nederland 1:50.000. I West-Nederland. Groningen 1987. • J. Blaeu, Kaart van ’s-Gravenhage, 1649. • J. Kuyper, Gemeente-atlas van Nederland. 11 • Jacob Coenraedts, Kaart van een perceel land delen, Leeuwarden 1871. NB De meeste kaarten onder Voorburg, 1560 [NA Hingman 4195]. zijn eerder los gepubliceerd en zijn wat Noord- en Zuid-Holland betreft merendeels gedateerd • Jacob Aertsz Colon, Kaart van Rijswijk, 1647. op 1867.

• J. Cruquius, Kaart van Delfland, 1712. • W. Siewertsen i.s.m. P. Glas, Het land achter de Hondsbossche. Een cultuurhistorisch monument. • J. Pz Dou, Kaart van een perceel land onder Met reconstructiekaarten van het grondbezit Voorburg, 1623 [NA Hingman 4708]. in de Hargerpolder in 1371, 1571 en 1682. Z.pl. [Petten/Schoorl] 2015. • J. Dou, Kaart van het Hoogheemraadschap van Rijnland, 1647. 8.2. Gedrukte bronnen en literatuur • id., Kaart van het Hoogheemraadschap der Uitwaterende Sluizen, 1660, 1745 [facsimile Alphen Aten, D., J. Drewes, J. Kila & H. de Raad (red.), aan den Rijn 1970, 1980]. 2005: Geschiedenis van Alkmaar, Zwolle.

• id., Kaart van de Heerlijkheid Bergen, uitgegeven Baas, H., B. van Snippenburg, H. Renes & door J. Blaeu, 1662. R. Rentenaar, 2014: De geesten van Holland. Stand van kennis over de oude akkercomplexen • Simon Meeuws van Edam, Kaart van de op de strandwallen van Holland, Historisch onbedijkte Berger- en Egmondermeer, 1540 [RAA, Geografisch Tijdschrift 32, 131-150. copie]. Beekman, A.A. 1905-1907: Het dijk- en • Kadastrale minuten van Rijswijk (1819), waterschapsrecht in Nederland vóór 1795. 2 delen, Voorburg (1812-1819) en Voorschoten (1832) ’s-Gravenhage. [NA]. Beekman, F. & L. van der Valk, 2016: • Simon Storm Gerritsz, Kaart van een perceel land Verrassende archeologische vondsten onder de onder Voorburg, 1571 [NA Hingman 4196]. voormalige camping Molenslag bij Ter Heijde, Holland’s Duinen, april 2016 [geen paginering]. 83

Bent, G. van der, G. van Ommering & R. van Henderikx, P.A., 1987: De beneden-delta van Rijn Rossum (red.), 2002: Dwars door de Duinen. Een en Maas. Landschap en bewoning van de Romeinse verkenningstocht van Den Haag naar Noordwijk, tijd tot ca 1000, . Leiden. Hulkenberg, A.M., 1984: Akervoorde, Jaarboek Boekenoogen, G.J., 1897: De Zaansche Volkstaal. Oud Leiden (1984), 155-169. Bijdrage tot de kennis van den woordenschat in Noord-Holland, Leiden, kol. 1207-1209. Fruin. R. (red.), 1866: Informacie up den staet faculteyt ende gelegentheyt van de steden ende dorpen Bussel-Eijlander, M. van & R.C. Hol, 1977: van Hollant en Vrieslant, Leiden. Inventaris van de oude archieven (tot 1895) van de Gemeente Wassenaar, Wassenaar. Graaf, B. van de (red.), 2003: Straatnamen in Bergen door de eeuwen heen, Bergen NH. Cock, J.K. de, 1965: Bijdrage tot de historische geografie van Kennemerland in de middeleeuwen op Jelgersma, S., J de Jong, W.H. zagwijn & J.F. fysisch-geografische grondslag, Groningen. van Regteren Altena, 1970: The coastal dunes of the Western : geology, vegetational DSL – Ordbog over det danske sprog. Historisk history and archeology, Mededelingen Rijksgeo- ordbog 1700-1950. Internetpublicatie (z.j.). logische Dienst, N.S. 21 (1970), 93-167.

Danner, H.S., B.K. van Rijswijk, C. Kerdijk, F., 1948: Haagse straatnamen, Den Haag. Streefkerk & F.D. Zeiler, 2009: Glossarium van waterstaatstermen, Wormer. Klerk, A. de, 1998: Bouwen aan de Hofstad, Delft.

Digitalisches Wörterbuch der deutsche Sprache, Koch, A.C.F., J.C. Kruisheer & E.G. Dijkhof, Internetpublicatie (z.j.). 1970-2005: Oorkondenboek van Holland en Zeeland I-V, ’s-Gravenhage. Doesburg, J. van, M. de Boer, J. Deeben, B.J. Groenewoudt & T. de Groot (red.), 2007: Koot, H., 2008: Opgegraven. Archeologisch Essen in zicht. Essen en plaggendekken in Nederland: onderzoek in Rijswijk, Rijswijk. onderzoek en beleid, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 34). Krah, V.J.W., 1977: Waar komt die naam vandaan? De straat-, veld- en waternamen van Uitgeest, Driesche, K. van den, 2016: Eene merkelyke Uitgeest. uitgestrektheid. De invloed van de fysische geografie op de historische landschapsontwikkelingen in de Künzel, R.E., D.P. Blok & J.M. Verhoeff, 1988: Castricummerpolder, Groningen. Lexicon van Nederlandse toponiemen tot 1200, . Druijven, C.N., 2012: De hofstede Dampegeest onder Limmen: de geschiedenis van dit huis en zijn Mast, M. Van der, R. van Lit & C. Nigten, bewoners, Limmen. 2016: Geschiedenis van Den Haag in vogelvlucht, Amersfoort. Fasel, W.A., 1976: Het stadsarchief van Alkmaar 1254-1815. Deel 2: regesten, Alkmaar. Meijer, A.H., 1992: Straatnamenboek van Noordwijk. Noordwijks Historie vanuit de straatnaam. Fasel, W.A., z.j.: Verzamelinventaris I, Alkmaar. Hilversum.

Fockema Andreae, S.J., 1976: Warmond, Muller, S. (red.), 1925: Goederenlijst van Valkenburg en Oegstgeest, Dordrecht. de Utrechtse Sint Maartenskerk (Domkerk), Oorkondenboek Sticht Utrecht I, nr 49. Heeringen, R.M. van & H.M. van der Velde (red.), 2017: Struinen door de duinen. Synthetiserend Oostendorp, H., 2003: Het straatnamenboek van onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis van het Heiloo, Heiloo. Hollands duingebied op basis van gegevens verzameld in het Malta-tijdperk, Amersfoort (Nederlandse Oppermann, O. (red.) 1933: Fontes Egmundenses, Archeologische Rapporten 52). Utrecht. 84

Parleviet, D., 2004: Holland – in het veen of langs Zeiler, F.D., 1995: Nollen – krochten – blinken. de kust?, Holland 36, 2-11. Duintoponiemen tussen en Camperduin, . Schermer, A., 1985: De Hoge Geest. Schoorl’s kleinste natuurgebied, Schoorl. Zeiler, F.D., 1996: Het dijkrecht van 1308–en wat tot 1600 volgde. In : Spek, T., F.D. Zeiler & Snippenburg, B.J.G. van, 2013: De geest van E. Raap: Van de Hunnepe tot de zee. De geschiedenis de Hollandse boer; catalogus van de middeleeuwse van het Waterschap Salland, Kampen, 85-102. akkercomplexen op de strandwallen van Noord- en Zuid-Holland. Stageverslag RCE, Amersfoort. Zeiler, F.D., 2008: Hel en Paradijs. Duintoponiemen in Zuid-Kennemerland, Velserbroek. Spek, Th., 2004: Het Drentse esdorpen- landschap. Een historisch-geografische studie, Zeiler, F.D., 2010: De Binnenweg als historisch Utrecht (proefschrift landbouwuniversiteit fenomeen. In: J. Verschoor (red.): Binnenweg en Wageningen). Raadhuisstraat. Van ‘wildernisse’ tot winkelstraat, Heemstede, 30-48. Streefkerk, C. (red.), 1995: Heiloo voor en na Willibrord, Heiloo. Zeiler, F.D., 2013: Nu groen en daal – ooit duin en kaal? Het wisselend lot van het bos Tielhof, M. van & P.J.M. van Dam, 2006: in Zuid-Kennemerland. In: J. Verschoor (red.): Waterstaat in stedenland. Het hoogheemraadschap Groenendaal. Van buitenplaats tot wandelbos, van Rijnland voor 1857, Utrecht. Heemstede, 53-67.

Westenberg, J., 1975: Kennemer Dijkgeschiedenis, Zeiler, F.D., 2015. Geestverschijningen in het Amsterdam/London. HGT? Een reactie op H. Baas e.a., De Geesten van Holland (Historisch Geografisch Tijdschrift IJsselstijn, M. & Y. van Mil, 2016: Atlas van het 32, 131-150), Historisch Geografisch Tijdschrift 33, Westland. 10.000 jaar ruimtelijke ontwikkeling, 106 -109. Bussum. Zeiler, F.D., 2016: ‘Geesten’ in Noord-Holland. Zeiler, F.D., 1986: Hoog en Vrij. Schetsen uit de Een poging tot herijking, rapport voor de RCE, geschiedenis van de Heerlijkheid Bergen tot 1798, Bergen NH. Schoorl. Zeiler, F.D., 2017: ‘Geesten’ in Zuid-Holland, rapport voor de RCE, Bergen NH. Bijlage: Overzicht toponiemen en 85 algemene vermeldingen van geesten

Afkortingen 10 - 14. Bergen

Blaeu: Kaarten uitgegeven door J. Blaeu in 1649 1514: “Ende es den ban van hueren dorpe groot (Den Haag) en 1662 (Bergen). omtrent 890 mergen sonder t geestlant, Cruquius: Kaart van Delfland door J. Cruquius, dat groot es 35 mergen, en dat veel van den 1712. conijnen gegeten wort. Seggen voorts dat Dou: Kaart van Rijnland door J. Dou, 1647. van den 890 mergen voors., twelck weyland FE: Fontes Egmundenses. ende hoylant geheeten es, ende behoort den Floris B.: Kaart van Delfland door Floris inbuyeren van den voors. dorpe van Berghen Balthasarsz en Balthasar Florisz, 1611. in eygendomme niet toe boven de 20 of 35 Hist.Ver.: Historische Vereniging. mergen. (…) Ende aengaende tvoorn. geestlant, Kad.: Kadastra(a)l(e). daer van en behoert den buyeren maer een OAW: Oud-Archief Wassenaar. driedeel.” [Informacie]. OHZ: Oorkondenboek van Holland en Zeeland. R: Regest. Zuidergeest TK: Topografische Kaart, 1839 – 1986. 1857-58: Zuidergeest [TK]. US: Kaart van het Hoogheemraadschap der In de 19de eeuw gebruikelijk voor de aanduiding Uitwaterende Sluizen, 1660 en 1745. van de brede strandwal ten zuiden van het dorp Z.d.: Zonder datum. tot aan de Nesdijk, die toen in gebruik was voor tuinderijen en voor het houden van kleinvee en De overige verwijzingen zijn die naar de betreffende pluimvee. auteur of hoofdwoord van de titel (zie literatuurlijst). Bij de officiële straatnaamgeving werd rekening gehouden met deze aanduiding: Geestweg in 1904, Verlengde Geestweg en Midden 1 - 9. Schoorl en Groet Geestweg in 1920 [VdGraaf 2003].

Campergeest Middelgeest 1371: Campergeest [Siewertsen]. 1295: “Jin Berghen. Dat lant dat men hiet 1682: Camper Neergeest, Camper Bovengeest, Nievenne ende Middelgheest vinden wi den het geestlant in Hogeduijne [idem]. grave.” [OHZ 3031]. 1730: Camper geest [De Cock p 217]. 1745: Mijlegeeste [Zeiler 1986]. NB De straatnaam Midden Geestweg (ook: Harger Geest Middengeestweg) is in 1920 gegeven aan een 1371: Harger Neergeest, Harger Uutergeest weg die midden over de Zuidergeest loopt, [Siewertsen]. maar deze naam houdt geen verband met de 1571: Harger Neergeest, Uutergeest [idem]. vermelding in 1295. 1682: Harger Neergeest [idem]. 1730: Benede geest, Boove geest, Warge geest Noordergeest [De Cock p 217]. Benaming van het land ten noorden van het Verklaring: hoger of lager ligging; de naam dorp Bergen, ongeveer tussen de Doodweg ‘Warge’ lijkt een verbastering van ‘Harger’. (Russenweg) en de Notweg; vooral gebruikelijk in de 18de en de 19de eeuw [Zeiler 1986]. ’t Gees(t)je Deze naam is uit de volksmond bekend en komt Zanegeest voor op hedendaagse gemeentekaarten. 1376: Zaandergeesterkerksteeg [Zeiler 1986]. 1461: Zanengeest [idem]. Geestwetering 1613: Sanegeest [idem]. 1648, 1745: Geest watering [US]. 1662: Saenegheest [Blaeu]. Verklaring: sloot langs de voet van de 1857-58: Zanegeest [TK]. strandwalgronden tussen Damweg en Verklaring: ‘Zane’ lijkt een waternaam, maar Smeerlaan, bedoeld om het duinval op te een dergelijk toponiem is niet in deze omgeving vangen. aangetroffen; mogelijk is het een vernoemings- of herkomstnaam. Hoge Geest Kleine hoogte onder Aagtdorp [Schermer 1985]. Verklaring: hoge ligging ten opzichte van de (vermoedelijk deels afgezande) omgeving. 86

Baakmeergeest 1587: “een kroft geestland, gelegen op de Geest 1561: Baecmeergeest [Arch. Staten van Holland in de ban van Alcmaer” [Fasel R 485]. 1221 fol. XIX]. 1785: “een kroft geestland in de Barnebroeck 1662: Baeck Meer Geest [Blaeu]. (= Varnebroek)” [Fasel R 1031]. Verklaring: mogelijk vernoemd naar het Z.d.: Geestmolen, Geestmolenpolder, meertje, dat in de uitloop lag van de Dorpsbeek Geestmolentocht, Geestbos, Overgeesterweg (Molensloot van de Zuurvenspolder) direct ten [VdBerg p 1322]. zuiden van deze geest. Vgl de nog bestaande naam Baakmeerdijk (1662 Baeckmeerdijck). 23 - 24. Heiloo

15 - 18. Wimmenum en Egmond Geest 1589: twee stukken land in de ban van Heyloe, Wimmenum het ene (…), het andere stuk, groot ca 1100 Z.d.: Legeest, Lege Geest: Weid bij de --, roeden, gelegen aan de Geest [Fasel R 489]. Oostende op de --, Legeesterweid (Schulpweg) [VdBerg p 1323]. Noordergeest Verklaring: de vorm ‘leeg’ is een variant voor Alleen indirect bekend via de straatnaam ‘laag’. ‘Noordergeesterstraat’ (1953), afgeleid van de Z.d.: Dronkgeest (Nattelaan) [VdBerg p 1325]. veldnaam Noordergeestcamp [Oostendorp Verklaring: naam ingegeven door de lage p 77]. ligging, waardoor het gebied op zeker moment Ook de straatnaam ‘Zuidergeeststraat’ dateert ‘verdronken’ is. uit 1953 en is gevormd naar analogie van de Noordergeeststraat [Oostendorp p 123]. Limmerweg – Zuiderdijkje De straatnaam ‘Geestakker’ is afgeleid van een 1602-1726: Geestland in de Droonen (tussen veldnaam van een perceel behorende tot het Heereweg en Limmerweg) [VdBerg p 1121] bezit van het Heilige Geestgasthuis in Alkmaar, en heet in 1727 nog d’Heijlige geestweid [Oostendorp p 41]. 19 - 20. Sint Pancras en Koedijk NB De landerijen van het klooster De Blinken op de nw-zijde van de strandwal werden Vronergeest na de confiscatie in 1571 onderscheiden in 1289: “universitas civium manentium in ‘weylanden’ en ‘croften’ [Streefkerk e.a. p 104]. Vronlegeist” [OHZ 2379, 2380]. 1319: “dat die gheest van Vroenen (…) dicken Boekel ende wateringhen maken zal” [Beekman p 637]. 1745: Boeckeler Gheest [US]. Verklaring: geestland behorende bij Verklaring: de naam komt van boeck, ‘beuk’ en Vronen, oorspronkelijk Vroonlo, uit vroon, lo, ‘bosweide’. ‘koningsgoed’ en lo, ‘bosweide’. NB De namen Achtergeestpad en ‘De Geist’ (buurthuis) komen voor op hedendaagse 25 - 26. Limmen gemeentekaarten. Dampengeest Huiswaard 1745: Dampengeest [US]. 1662: De geest [Blaeu]. Verklaring: vermoedelijk ‘gedempt’ of 1745: Huyswaerder Geest [US]. ‘drooggelegd’ land, mogelijk alleen een huisnaam.

22. Alkmaar 27 - 34. Bakkum en Castricum De Geest 1540: Over die Gheest [Meeuws]. Noordendergeest 1556: “een croft land (…) gelegen over de Geest Z.d.: Noordendergeest [VdDriesche p 55 ]. in de ban van Alcmaer” [Fasel R 204; vgl R 247, Verklaring: genoemd naar de daar gelegen 280, 356, 508, 509, 683, 697, 703, 729 en Verz. buurt aan de noordzijde van het rechtsgebied inv. R 203, 295]. van Castricum. 87

Schilgeest 1130-1161: “unam fiertel, que iacet in Ca 1850: Schilgeest [VdDriesche p 55]. Uytghesterbruch” [FE p 81]. Verklaring: mogelijk een verbastering van 1292: Vtgheest, VVtgheest [OHZ 2703]. ‘schilpgeest’, mogelijk ook vernoemd naar een Verklaring: ut is ‘buitenwaarts daar gelegen ondiepe geul. gelegen’[Lexicon]; een populaire verklaring is eenzelfde als ‘Endegeest’, men gaat hier ‘van de Blankgeest geest af’. 1585-1782: Blanckgeest, Blankgeest [VdDriesche p 56-57]. Geesterweg Verklaring: mogelijk zo genoemd vanwege de Weg langs de westrand van Uitgeest [Krah p 11]. ondergrond van wit zand. Geest Castricum – Korte Geest Gedeelte van de Middenweg richting Kleis [Krah 1385: een stuk land bij de kerk “op de Korte p 11]. geest” [VdDriesche p 59]. Wester- en Oostergeest Heemstede 12de eeuw: “in Westengheest dimidium fiertel Z.d.: Geestweid, Geesten, Geestjes [VdDriesche seminarie terre (= zaailand)” [FE 93]. p 53-55]. 1630: Westegeest [Krah p 18]. 17de eeuw: Oost- en westgeest, “of te Langebuerte ende berghe” [idem]. 35 - 36. Akersloot 1907: Westergeestweg (zw gedeelte van de weg langs de oostrand van Uitgeest) [Krah p 18]. Hondegeest Vgl De Cock p 175, die de kerk aanwijst als de 12de eeuw: “in Hondegest terram decem grens tussen de Wester- en de Oostergeest. unciarum” [FE p 76]; “de Hundegheest 45 uncie” [FE p 89]. NB De veldnamenkaart bij Krah vermeldt percelen op Verklaring: waarschijnlijk pejoratief voor de geesten veelal als ‘croft’. relatief slechte grond.

Kerkgeest 41 - 45. Velsen 12de eeuw: “de Kerkgheest 46 uncie” [FE p 89]. 1745: Kerckgeest [US]. Hoge Geest Verklaring: hier stond de dorpskerk. 12de eeuw: “unam fiertellam iacentem in Velson in loco qui dicitur Hochegheest et persolventem NB De tussen de beide geesten gelegen smalle duas uncias” [FE p 88]. strandvlakte is bepolderd onder de naam Binnen 1395: korentienden, zich uitstrekkende van “ter Geesterpolder. Beeke” tussen Daergeest en Smaelgeest tot het “ander eynde scheyt tot der Beeke tussen Hogegeest ende Adrichem ende alzoo de grote 37 - 38. Uitgeest wech gaat ter kerke” [De Cock p 133]. 1648, 1745: Hogegeest [US]. Dorregeest Verklaring: blijkbaar opvallend hoog gelegen 12de eeuw: “in Thorengest tres uncias et novem ten opzichte van de omgeving. denarii” [FE p 74]; “in Thorengest est abbatis hem” [FE p 93]. Smaelgeest 1292: Donregheest [OHZ 2703]. 12de eeuw: “dimidiam fiertellam iacentem Verklaring: thoren is ‘doorn’ met woekervocaal in Velsen in loco qui dicitur Smaleghest [Lexicon]; samentrekking van ’t hoorne, ‘hoek’ persolventem viginti octo denarios” [FE p 87]; [Krah p 3]. “dimidium mansum super Smelengheest (…) dimidium mansum super Smelengheest terre Uitgeest ararie (= bouwland)” [FE p 88]. 12de eeuw: “de Asthusa en Ekkerslote et in 1227: “totem decimam in Houetwere et Hutgheest mutate” [FE p 74]. totam decimam in Smalengest apud Velsen” 1105-1120: Burchardus de Uytghest [FE p 78]; [OHZ 468]. NB: het gaat hier vrijwel zeker om “terram in Hutgehest” [FE p 79]. korentienden. 88

1395: Smalgeest [De Cock p 133]. Husingesgest 1612: een stuk geest of teellant ca 4 hont, Ca 925: “in Husingesgest III ” gelegen onder Velsen in Smaelgeest [De Cock [Goederenlijst]. p 133]. Verklaring: Hussing is persoonsnaam [Lexicon]. 1684, 1745: Smaelgeesten [US]. Verklaring: smalle strook aan de noordzijde Rijngeest van een zandtong, van de aangrenzende geest 1850-51: Rijngeest [TK]. (Daergeest) gescheiden door een ‘beek’ of Verklaring: gelegen aan de westzijde van de duinrel. strandwal van Oegstgeest-Leidsche Buurt, in de richting van de Oude Rijn. Daergeest 12de eeuw: “et super Darengheest pascuam Voorgeest septem dimidiam vaccarum in pascua (…) 1874/88: Voorgeest [TK]. mansum plenum super Darengheest” [FE p 88]. Buurt tussen Rijngeest en Endegeest. NB: het gaat hier om ‘koeweiden’. Verklaring: mogelijk pendant van de naam 1395: Darengeest [De Cock p 133]. Endegeest. 1684, 1745: Aergeest [US]. Verklaring: evenals Dorregeest onder Uitgeest Endegeest afgeleid van ‘doorn(struik)’, dan wel afgeleid 1850-51: Endegeest [TK]. van de persoonsnaam Daro [Lexicon]. Verklaring: gelegen aan het zuidelijk uiteinde van de strandwal van Oegstgeest; huisnaam. Hofgeest 1227: mogelijk identiek met Houetwere [OHZ Poelgeest 468]. Ca 925: “in Polgest II ” [Goederenlijst]. 1684, 1745: Hofgeest [US]. 12de eeuw: “terram in Polghest tres uncias 1892: Hofgeest [TK]. solventem; de Polghest (…) domum suam Verklaring: behorende bij een hofhorig goed. et terram inibi iacentem singulis annis NB De in 1299 [OHZ 3440] genoemde persolventem 11 uncias” [FE p 80]; “terram 2 Hofghieste waarvan de halve tiend door de abt solidos persolventem, que iacet in Pulghest” van Egmond in achterleen wordt gegeven, ligt [FE p 81]; “terram in Polgheest iacentem et vermoedelijk in Zuid-Holland. persolventem singulis annis tres libras” [FE p 86]; “in Poelgheest cum sedecim libris et dimidia (…) terram habentem falcacionem 48 - 50. Heemstede quinque hominum et pascuam quinque vaccarum et dimidie et ghiestlant ipsius” [FE p Grote en Kleine Geest 87]. 1647: Groote Geest [Dou; De Cock p 130-131]. 1259: Polegeest, Polgeest; ruiling van o.a. Ten zw ervan lag een gebied dat Kleine Geest “decem vaccarum vennorum qui dicuntur werd genoemd [Zeiler 2010]. coienvennen et quinqque et dimidii agrorum geestlandes inter Polegeest et Oestgeest iacentium et septem coienvennen aggeri 51 - 52. Oegstgeest de Polgeest adiacentium necnon et trium mensurarum que dicuntur atmaden ultra Oegstgeest paludem de Polgeest” [OHZ 1207] Ca 925: “in Osgeresgest III ” 1276: “Polengeist (…) curtim de Pole” [OHZ 1724, [Goederenlijst]. 1725]. 1259: Oestgeest [OHZ 1207]. Zie verder onder 1850-51: Poelgeest [TK]. Poelgeest. Verklaring: pol is ‘poel’, vermoedelijk dezelfde Ca 1295: “apud Oesghest enen morghen als de Poel die aan de noordoostzijde van weidelands, ende vier hont ghestlants” de strandwal loopt. Vgl nog de 12de-eeuwse [Beekman p 647]. omschrijving “in Poel (…) terram, que dicitur 1850-51: Oegstgeest [TK]. Poel, quam aqua circumfluit (…) ad eundem Verklaring: Osger is persoonsnaam [ Lexicon]. Poel pertinet terra fenaria (…) quantum possunt viginti septem homines in una die falcare.” [FE 86, 87] Het gaat hier dus om een veeneiland bij het later zo genoemde Abtspoel op de noordpunt van de strandwal. 89

NB:De in 1259 genoemde ‘agger’ is vermoedelijk Verklaring: vermoedelijk genoemd naar de Hofdijk, de ‘curtis’ van 1276 zal het goed (de de kleur van de grond en/of de begroeiing hof) Oud Poelgeest zijn. ter plaatse; een verwijzing naar ‘brunst, crematieplaats der heidenen in een ver verleden’ [Meijer 1992] is nogal 54. Warmond onwaarschijnlijk.

Oostergeest Noordwijk of Noordwijkerhout 1850-51: Oostergeest [TK]. Ca 1295: “te Nordike (…) een pont gheets aen Verklaring: gelegen ten (noord)oosten van de lande op der gheest” [Beekman p 637]. dorpskerk. Noordwijkerhout 1514: “dat zy in als hebben 1000 mergen lants 55. Lisse (…) daerof de 13 mergen broucklant zijn (…) ende tsurplus is geestlant, dat hem geheel 1284: de woning bij Daerrode met 2,5 morgen verdorven wort van conijnen” [Informacie p tussen de geest en de hout [Parleviet 2004 p. 284]. 10]. 1647: Noortwijckerhouter Gheest [Dou]. 1403: een stukje geestland genaamd Berkhout 1850-51, 1981: Noordwijkerhoutsche Geest [TK]. [Parleviet 2004 p. 10]. NB: In 1850-51 benaming voor een groot deel van de met bos en bouwland bedekte Westgeest strandwal tussen Noordwijkerhout en 1647: Westgeest [Dou]. Noordwijk Binnen; in 1981 wordt ook het Verklaring: gelegen ten (noord)westen van de noordelijk deel van de Noordzijderpolder dorpskerk. daartoe gerekend. Verklaring: afgeleid van de dorpsnaam, die Wassergeest oorspronkelijk ‘Northgo’ (streek benoorden de Ca 1660: Wassergeest [vTielhof/vDam p 231]. Rijn) luidde. Verklaring: onduidelijk, mogelijk variant op ‘Westergeest’ of aanduiding van ‘aangewassen’ (aangegroeid) land; in het laatste geval zou het 61. Rijswijk om een lage ontginningsgeest gaan. Geestbrug 1712: Geest B [Cruquius]. 56 - 58. Voorhout Verklaring: de naam is al ouder dan de 18de eeuw, maar aan welke geest die refereert Elsgeest (Rijswijk of Voorburg) is niet duidelijk. Mogelijk 1647: Elsgeest [Dou]. werd de Trekvaart naar Den Haag, waarover 1850-51: Elsgeester polder [TK]. deze brug ligt, ter plaatse ook ‘Geest(wetering)’ 1981: Polder Elsgeest [TK]. genoemd, zoals in Alkmaar eveneens het Verklaring: de naam is afgeleid van een geval was. begroeiing met elzen, daar het een smalle en relatief lage geest betreft. 62. Voorburg Voorhout 1647: Voorhouter Gheest [Dou]. 1514: ”Ende de mergen es waerdich, deen deur Verklaring: afgeleid van de dorpsnaam, die dander, te weten de 262 mergen in den polre, gelezen moet worden als ‘het voorste gedeelte dat tbeste lant es (…) Ende tander lant es geest van het grafelijk bosdomein’, gezien vanuit ofte verdolven veen (…) dat toegemaict es (…) Sassenheim-Teijlingen. ende dat verdolven (…) omme dat weder toe temaicken.” (Informacie]. NB: ‘Toemaken’ is het aanbrengen van bagger, 59 - 60. Noordwijk mest of (in het veen) zand om de kwaliteit van de grond te verbeteren. Bronsgeest 1647: Bronsgheest, Bronsgheester Wegh [Dou]. 1571: “De gheest A 1 m 425 r (…) Dat gheestlant B 840 r” [kaart Simon Storm]. 90

63. Voorschoten De Geest 1611: De Gheest [Floris B]. Adegeest 1712: Geestwijck (enig huis op deze Geest) 1832, 1903: Adegeest [Kad. Minuut, TK]. [Cruquius]. Tevens naam van een 20ste-eeuwse Verklaring: algemene naam, vgl Alkmaar, nieuwbouwwijk. ’s-Gravenhage en Naaldwijk. Verklaring: mogelijk afgeleid van de persoonsnaam Ade of Ada. Grote Geest 1712: De Groote Geest [Cruquius]. Almensgeest Verklaring: blijkbaar ter onderscheid van de 1369: Hoeve Almansgeest [info Hist.Ver.]. oudere ‘Geest’ (zie hiervoor), die ook een 1832: Allemansgeest [Kad. Minuut]. stuk kleiner was; het gaat om een jongere NB: In 1829 herdoopt in ‘Berbice’. ontginningsgeest. Verklaring: mogelijk uit ‘algemeen’ en dan wellicht oorspronkelijk een soort meente. NB: Op de kaart van Cruquius van 1712 worden de nollengronden ten nw van Monster, onder Loosduinen, Boschgeest aangeduid als Klingen en Geest Landen. Naam voor een 20ste-eeuwse nieuwbouwwijk; herkomst niet duidelijk. 69 - 70. Naaldwijk

64. ’s-Gravenhage Hustingest – Litlongest – Langongest Ca 925: “in Hustingest III - in De Geest: nog bestaande, korte straat in de wijk Litlongest III - in Langongest mansus Kortenbos (Torenstraat-Slijkeinde) en naam van et dimidia” [Goederenlijst]. een buurthuis [Kerdijk 1948]. Verklaring: Husting is vermoedelijk Verklaring: algemene aanduiding, vgl. Alkmaar, persoonsnaam (vgl Husingesgest onder Monster en Naaldwijk. Oegstgeest). De beide andere zijn ‘luttel’ (klein) resp. lang van vorm.

65. Wassenaar De Geest 1849-50: De Geest [TK]. 1669: Persijnse Geest [OAW 452]. Gebied aan de westzijde van Naaldwijk. Verklaring: naar het huis Persijn en de 1902: Geestweg voor een deel van de weg naar gelijknamige familie. Monster [TK]. Op hedendaagse kaarten komt aan deze weg Geestwetering ook een Hoge Geest voor; verdere gegevens 1455: begrenzing, parallel lopend aan de ontbreken. Zijlwetering [OAW 1709]. Verklaring: algemene aanduiding, vgl. Alkmaar, 1630: begrenzing van land bij Huis te Pauw ’s-Gravenhage en Monster. [OAW 1599]. NB: vgl de Geestwetering onder Schoorl en Grote en Kleine Geest onder Naaldwijk. 1611: De Grote Geest – Clene Geest [Floris B]. Verklaring: groter en kleiner deel van lage ontginningsgeest; een verband met de 66 - 68. Monster Litlongest is niet waarschijnlijk.

1297: “tve morghen mitter woninghe an de Geestvaart gheest die him strecken oest ende west, die 1849-50: Geest Vaart [TK]. Hughe uten Campe waren.” [OHZ 3290, vgl Wetering door de Heen- en Kerktiend ten w van 3153]. Naaldwijk; dit gebied heet op de TK van 1981 de NB: Hughe was de zoon van Koenraad, heer Heen- en Geestvaartpolder. van Monster en deed in 1291 afstand van zijn rechten op de kerk aldaar. 91

Vermeldingen van geesten buiten Bloemendaal (Tetterode en Aelbrechtsberg) de inventarisatie 1514: “ zoe wel van den hoogen geestlande, daer zy luttel prouffijts of hebben, mits dat die ofghegheten wert van den conijnen Rinnegom en wilt, ende oock bestuyvet van den duynen, 1604-15: 1139 roe saatlant bewesten de als oeck van den laegen lande…” [Informacie Hogedijk op de Rinnegommer Geest [VdBerg p 24]. p 664]. 1832: Rietwilswegje of Lijwegje naar het Spaarnwoude Zuidoost, scheiding tussen de Rinnegommer 1953: De Giest [De Cock p 136, 138]. Geest ten westen en het Zuidoost (behorende bij de Sammerspolder) ten oosten [VdBerg Hillegom p 689]. 1514: “Ende leyt tvoors. lant all onder water, mits tinbreeken van Sparendamme, uytgeset Egmond-Binnen omtrent 100 mergen, dat hooch geestlant 1605: Geestland bij Sint Aalberts Capelwerff ende duyn es.” [Informacie p 320]. [VdBerg p 1120]. 1657: drie kroften land bij Sint Aalbertskerkhoff Vossemeer [VdBerg p 1121]. 1256: “t saylant dat men ghemeenlike t Geestlant heet…” [OHZ 1098]. Geestmerambacht Dit is tot nu toe de enige gevonden vermelding van 1299: Gheest(er)manner ambocht [OHZ 3537). ‘geestland’ buiten de kuststreek van Holland. De De gewone verklaring voor deze naam van betreffende plaats ligt op de rand van de klei- en het veengebied dat in de 11de eeuw (1094) zandgrond. Het lijkt erop, dat hier een ‘Hollandse’ als ‘Scorlewalt’ bekend stond (Noord- en term is geïntroduceerd. Het gebied, nu gelegen in Zuid-Scharwoude en Oudkarspel) is dat het Noord-Brabant, behoorde destijds tot het Graafschap ontgonnen is door ‘geestmannen’, bewoners Holland. van de geestgronden van Schoorl en Bergen. In 1299 gold het als één van de vier districten van West-Friesland; later werd het de naam van een polderdistrict. Het kreeg daarmee een grotere uitbreiding tot en met Warmenhuizen aan de noordzijde en Oudorp aan de zuidzijde.

In dit rapport wordt de actuele stand van kennis met betrekking tot het nederzettingsgeografische fenomeen ‘geesten’ gepresenteerd, evenals een herinventarisatie van deze oude complexen landbouwgrond op de strandwallen van Noord- en Zuid-Holland. Een 70-tal geesten is geïdentificeerd en die worden een voor een beschreven en op kaart getoond.

Met kennis en advies geeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de toekomst een verleden.