Jaarverslag LCR 2012

1

Inhoudsopgave Pagina

1. Voorwoord 3 2. Hink-stap-sprong door 2012; de highlights van de LCR van maand tot maand 4 3. Speerpunten werkplan 2012 6 3.1 Cliëntenparticipatie 6 3.2 E-dienstverlening 6 4. Evaluatie LCR 7 5. Wettelijke overleggen 9 5.1 Ministerie van SZW 9 5.2 Ambtelijk overleg met ministerie SZW 9 5.3 Overleg Programmaraad 10 5.4 Overleg VNG 10 5.5 Overleg UWV 10 5.6 Overleg SVB 11 5.7 Inspectie SZW 11 6. Wet werken naar vermogen 12 7. Congres 14 8. Beeldvorming 15 9. Stroomlijning cliëntenparticipatie gemeentelijk domein 16 10. Colofon 17

Bijlagen a. Overzicht en activiteiten 19 b. Missie en visie LCR 23 c. Artikel in Sociaal Bestek – ’10 jaar LCR’ 25 d. Programma en verslag congres LCR 2012 31 e. Cliënt in Beeld-prijs 2012 37 f. Ab Harrewijn-rede 2012 42 g. Overzicht leden en plaatsvervangende leden 2012 47

Publicaties

 10 jaar Cliënt in Beeld-prijs  E-Magazine

2

1 VOORWOORD

Voor u ligt het jaarverslag van een bewogen jaar. Bewogen voor de LCR zelf en zeker ook voor de sociale zekerheid. We hebben in 2012 geknokt voor onze achterban en geknokt voor onszelf. Met wisselend succes, zodat er ook in de komende jaren genoeg te knokken overblijft.

In 2011 wisten we al dat we in 2012 op zoek zouden moeten naar een nieuwe ‘huisvader’. De Raad voor Werk en Inkomen, waar wij vanaf het ontstaan van de LCR een goed onderkomen hadden gevonden, werd door het kabinet Rutte I opgeheven. Een beetje verweesd voelden we ons daar wel bij. Maar de SER bood ons een nieuw onderkomen, voor onze rechtspersoonlijkheid en voor onze huisvesting. Eind augustus verhuisden we naar het SER gebouw. Wij voelen ons daar nu prima thuis.

De soms moeizame discussies met het kabinet Rutte I over de plannen voor de sociale zekerheid voerden we in de eerste helft van het jaar nog vanuit ons tijdelijk onderkomen bij het Ministerie van SZW. Dat was makkelijk en lastig. Lastig omdat we daar natuurlijk niet thuishoorden, makkelijk omdat we voor ambtelijke en bestuurlijke overleggen niet eens de deur uit hoefden. Lastig toch ook omdat we met onze wensen, met name voor de Wet werken naar vermogen, geen stap verder kwamen bij de staatssecretaris. Niet dat we op dat punt illusies hadden, want ook de Tweede Kamer kreeg in 30 uur debat vrijwel geen voeten aan de grond. Totdat, enkele dagen na het debat en nog voor de moties en amendementen in stemming waren gebracht, het kabinet viel. De Wet werken naar vermogen werd prompt controversieel verklaard en velen hadden het gevoel dat alle discussies voor niets waren geweest. Dat gevoel hadden wij ook wel een beetje. Toch overheerste de opluchting dat een wet, waar heel pijnlijke maatregelen in zaten voor uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden, van tafel was. Dachten we.

Acht maanden, verkiezingen en een regeerakkoord later, weten we dat de Wet werken naar vermogen vooral een nieuwe naam heeft gekregen: de Participatiewet. Veel van de pijnlijke maatregelen blijven en ook het nieuwe regeerakkoord kent een enorme taakstelling in het sociale domein. Wie dacht dat we met de nieuwe bewindspersonen op SZW niet meer hoeven te knokken, moet het regeerakkoord nog maar eens goed lezen. Alle discussies uit 2012 komen terug, zij het gelukkig met een heel andere toon.

Misschien is die andere toon wel het meest in het oog springende gevolg van de grote veranderingen in 2012. Het gaat nu over mensen die ondersteund moeten worden bij het vinden van een zinvolle manier om in de samenleving te participeren en niet langer om mensen die “thuis lui op de bank zitten”. Daarmee neemt vooral de nieuwe Staatssecretaris een van onze grootste irritaties uit 2012 weg. Nu de rest van de politiek en de media nog. Daar gaan we in 2013 voor knokken. En we gaan vooral knokken voor een Participatiewet, die beter is dan de Wwnv was.

Gerrit van der Meer

Voorzitter Landelijk Cliëntenraad

3

2 Hink-stap-sprong door 2012 De hoogtepunten van de LCR van maand tot maand

Januari De start van de evaluatie van de LCR. De LCR laat zich evalueren met behulp van de scan cliëntenparticipatie.

Brief aan de Tweede Kamer over: Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek (31 929), kort genoemd de Wet huisbezoek. De LCR pleit voor het verplicht stellen van een protocol bij huisbezoeken.

Februari De Tweede Kamer steunt het pleidooi van de LCR voor een protocol bij huisbezoeken maar wil het niet verplicht stellen en stemt in met Wet huisbezoek (31 929).

De LCR maakt zich in een interview voor S magazine en op de eigen website boos over de beeldvorming over uitkeringsgerechtigden. Zij zijn in meerderheid geen bankzitters.

Maart Bestuurlijk overleg met staatssecretaris De Krom over de Wet werken naar vermogen.

De LCR neemt deel aan het Ronde Tafelgesprek in de Tweede Kamer over de Wet werken naar vermogen en vraagt o.a. aandacht voor cliëntenparticipatie en voor de negatieve beeldvorming rond uitkeringsgerechtigden.

Congres in het teken van 10 jaar LCR en Cliëntenparticipatie. Thema: “Op naar Cliëntenparticipatie 2.0”

10 jaar Cliënt in Beeld-prijs, voor het eerst werd een aanmoedigingsprijs uitgereikt.

April Brief aan de Tweede Kamer over samenhang Wet werken naar vermogen en de Wet maatschappelijke ondersteuning aan de hand van 8 casussen.

Start project werken naar vermogen.

Een aantal interessante moties en amendementen wordt ingediend (o.a. over cliëntenparticipatie) bij de behandeling van de Wet werken naar vermogen. De amendementen en moties komen niet meer in stemming vanwege de val van het kabinet en het controversieel verklaren van het wetsvoorstel.

In het Lente-akkoord wordt de huishoudinkomenstoets geschrapt.

Mei Bestuurlijk overleg met UWV. Gesproken wordt o.a. over e-dienstverlening en cliëntenparticipatie op de werkpleinen. Het UWV vindt dat cliëntenparticipatie op de werkpleinen tot de taken van de UWV-districtsraden behoort. De LCR pleit voor gezamenlijkheid/samenwerking met gemeentelijke cliëntenraden.

Het project ‘Voorlichting over Wet werken naar vermogen’ stopt vanwege de val van het kabinet. De Wet werken naar vermogen wordt controversieel verklaard.

De voorzitter van de LCR spreekt op het congres voor UWV-cliëntenraden en roept uitkeringsgerechtigden op om uit de slachtofferrol te komen.

4

Juni Brieven aan de Tweede Kamer over Handhaving en sanctiebeleid (nieuwe wet).

Heidagen over de evaluatie van de LCR

Juli De werkgroep cliëntenparticipatie gaat aan de slag met een voorstel voor een wet op de cliëntenparticipatie.

Augustus De LCR verhuist naar het kantoor van de SER.

September De LCR levert een bijdrage aan Ibestuur over digitale dienstverlening.

Het E-magazine met als thema “Zelf” wordt uitgebracht.

Oktober De LCR organiseert, samen met de Koepel Wmo-raden, twee expertmeetings over de stroomlijning van cliëntenparticipatie in het gemeentelijke domein.

De LCR levert een bijdrage aan de workshops van de Sociale Alliantiedagen over cliëntenparticipatie.

November Interview met De Volkskrant over de tegenprestatie.

Het nieuwe regeerakkoord is bekend. De LCR maakt zijn wensen kenbaar in een brief aan de informateurs.

De LCR voert bestuurlijk overleg met de VNG. Op de agenda staat o.a. de notitie ‘Bouwen op de kracht van burgers’. De LCR vraagt aandacht voor burger- en cliëntenparticipatie.

De LCR stuurt een brief aan Tweede Kamer over Werk.nl Cliënten moeten gebruik maken van digitale dienstverlening en Werk.nl functioneert niet.

December De LCR voert bestuurlijk overleg met de SVB. Hierin bespreken zij de gemeenschappelijke thema’s uit het regeerakkoord.

De motie van Ulenbelt over Werk.nl wordt ingediend. Hierin verzoekt hij de regering om met de LCR te overleggen.

5

3 Speerpunten LCR

3.1 Cliëntenparticipatie Het vastleggen van de verplichting tot het regelen van cliëntenparticipatie in de sociale zekerheid in de Wet SUWI, de Wet werk en bijstand en de Wet sociale werkvoorziening is een logisch uitvloeisel van het centraal stellen van het begrip ‘eigen verantwoordelijkheid’ in de sociale zekerheidswetgeving. Sterker nog: in het verlengde daarvan is de stelling gerechtvaardigd dat de wijze waarop cliëntenparticipatie vorm is gegeven een toetssteen is voor de mate, waarin het begrip ‘eigen verantwoordelijkheid’ ook daadwerkelijk serieus wordt genomen.

De dagelijkse praktijk van cliëntenparticipatie laat een heel divers beeld zien. Uit de evaluatie van de Wet SUWI in 2006 bleek dat alle partijen het erover eens waren dat cliëntenparticipatie bijdraagt aan een meer klantgerichte dienstverlening in de sociale zekerheid. Dat roept de vraag op hoe het er nu voor staat. Hoe staat het met de resultaten van cliëntenparticipatie en de invloed en het functioneren van cliëntenraden? Wordt de stem van de cliënt gehoord en is de cliënt de maat der dingen? De LCR heeft zich in 2012 opnieuw laten evalueren en heeft daar op de heidagen lessen uitgetrokken voor de toekomst.

In 2012 heeft de LCR diverse impulsen aan cliëntenparticipatie gegeven. Op het congres, in een artikel in Sociaal Bestek en door het verzorgen van een workshop tijdens de vier najaarsbijeenkomsten van de Sociale Alliantie. Samen met de Koepel van de Wmo-raden heeft de LCR twee expertmeetings over stroomlijning cliëntenparticipatie georganiseerd ten behoeve van de ontwikkeling van een handreiking over dit onderwerp. Op naar Cliëntenparticipatie in de 21e eeuw oftewel “Cliëntenparticipatie 2.0”.

3.2 E-dienstverlening Door bezuinigingen stelt de overheid e-dienstverlening voor WW-ers bij het UWV verplicht. WW-ers krijgen digitaal ondersteuning via de Werkmap op Werk.nl en ook de uitkeringsintake voor de WWB gaat digitaal.

Als een overheid kiest voor digitale dienstverlening als enige vorm van dienstverlening, dan moet dat digitale kanaal optimaal werken. Dat is vooral belangrijk, omdat cliënten een afhankelijkheidsrelatie hebben met het UWV.

Helaas constateert de LCR dat Werk.nl niet goed functioneert. De LCR heeft hierover meerdere signalen gegeven. In overleggen met het ministerie van SZW, via een artikel in I-bestuur en via brieven aan de Tweede Kamer. Dat laatste leidde in december tot een motie van Paul Ulenbelt die het kabinet verzocht met de LCR te overleggen over het verbeteren van Werk.nl.

6

4 Evaluatie LCR Het jaar begon met onze evaluatie. Daarvoor is de door de LCR ontwikkelde scan cliëntenparticipatie gebruikt.

De hoofdvraag van de evaluatie Hoe functioneert de LCR in de overlegrelaties met haar wettelijke overlegpartners, hoe tevreden zijn de LCR en de overlegpartners over de resultaten van de overleggen en hoe kan de LCR de resultaten vergroten?

Deelvragen Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn zes concrete onderzoeksvragen geformuleerd: 1. In welke mate vindt het overleg tussen de LCR en haar overlegpartners plaats volgens de SUWI-voorschriften? 2. In welke mate is de LCR tevreden over wat de overlegpartners doen met de inbreng van de LCR? 3. In welke mate zijn de overlegpartners tevreden over wat de samenwerking met de LCR hen oplevert? 4. Wat zijn de belangrijkste knelpunten en succespraktijken voor de LCR en de overlegpartners bij het bereiken van resultaten met het overleg? 5. Hoe verhouden de uitkomsten van de huidige evaluatie zich tot de uitkomsten van de vorige evaluatie (Trajecta, 2006)? 6. Welke handvatten zijn er voor de LCR om de resultaten (verder) te vergroten?

Conclusies Op basis van deze evaluatie komen we tot de volgende conclusies met betrekking tot het functioneren van de LCR in de overlegrelaties met haar overlegpartners. De LCR verricht als zeer kleine organisatie enorm veel werk. Overlegpartijen zien dit en sommige verwonderen zich daar ook over. De LCR werkt ook steeds professioneler.

Een blijvend probleem voor de LCR is dat de Wet SUWI uitsluitend regelt dat er op het terrein van werk en inkomen overleg plaatsvindt tussen de LCR en de minister van SZW, maar dat er geen sprake is van een formele adviesrelatie als het gaat om nieuw beleid op dit terrein. Doordat niet vastligt of en zo ja, op welk moment de LCR door de minister of staatssecretaris betrokken wordt om het cliëntperspectief in te brengen, is er veel ruimte voor bewindspersonen om hier een eigen invulling aan te geven. Het gevolg daarvan is dat de LCR zich voor beïnvloeding van nieuw beleid richt op de Tweede Kamer. In de tien jaar van ons bestaan hebben we te maken met een fundamenteel probleem: de adviesrelatie voor nieuw beleid is wettelijk niet goed geregeld. Zolang dat niet is geregeld, blijven we voor mogelijkheden om direct invloed uit te oefenen op nieuw beleid afhankelijk van de mate waarin de bewindspersonen op SZW hiervoor openstaan.

Hoe verder Voor de langere termijn gaan we positie bepalen ten aanzien van de huidige wettelijke rol die ons is toebedeeld door SUWI.

7

“De hei op” Met de handvatten voor verbetering uit het evaluatierapport zijn we onder leiding van bureau Insector “de hei op” gegaan.

Confrontatiematrix Met behulp van een confrontatiematrix werden kansen/bedreigingen gekoppeld aan sterktes/zwaktes. Hierdoor kregen we een beeld van onze hoofdaandachtspunten voor de komende jaren. Zwaktes ombouwen naar sterktes en de sterke kanten beter benutten dat was en is het adagium. We hebben veel nieuwe inspiratie opgedaan en gaan er de komende vijf jaar weer stevig tegenaan.

Hoofdaandachtspunten voor de komende jaren

1. Decentralisatie  Meer open staan voor nieuwe ideeën om decentralisatie tot een kans te maken binnen de cliëntenparticipatie.  Versterken van de lokale CR-raden in de nieuwe omstandigheden (decentralisatie) met LCR als spil.  Website als vehikel voor informatievoorziening. Onderlinge communicatie inzetten voor de uitwisseling van kennis- en ervaring tussen decentrale raden (gefaciliteerd door LCR). Deskundigheid en cliëntenperspectief daar ook voor inzetten.  Arbeidsmarktvraag beter onder de aandacht brengen bij de (lokale) cliëntenraden.  Lokale cliëntenraden handvatten geven om gemeenten aan te spreken op hun taak op het gebied van arbeidsmarktbeleid . 2. Beeldvorming over de cliënt in de publiciteit actief beïnvloeden  Duidelijk profiel: rechten van cliënten borgen in de wet- en regelgeving. Positie wordt zelfredzaamheid i.p.v. “zoek het maar uit”.  Mensen worden geacht verantwoordelijk te zijn voor eigen situatie. De vertegenwoordigers in de raad moeten dit goed voor ogen houden. Met name de positieve kant ervan. Ook cliëntenraden moeten in hun kracht worden gezet.  Meer publieke lobby t.b.v. positieve beeldvorming (campagne).  Goede geschreven aanbevelingen inzetten om beeldvorming aan te passen (ander beeld er tegenover zetten) en de positie van cliënten te versterken. 3. Proactiviteit richting beleid en regelgeving  Onduidelijke wettelijke basis biedt ruimte om bij politieke instabiliteit stevige en consistente standpunten in te nemen. Als je proactief bent, heb je van politieke instabiliteit weinig last.  Politieke instabiliteit: daar adequaat (snel, gedurfd en deskundig) op reageren.  Om verantwoordelijkheid in de samenleving te kunnen nemen, moet de LCR meer wettelijke bevoegdheden krijgen. 4. Relatie met achterban/representativiteit  Lokale en landelijke partijen koppelen om representatief te blijven.  De spilfunctie en het unieke platform van de LCR beter benutten.  Beter bereiken van de achterban en (uit)bouwen van relaties.  Faciliteren van de achterban (“koffer”/toolkit). Meer proactief.  Zorgen dat als iemand zegt namens de LCR te spreken dit ook daadwerkelijk zo is.

8

5 Wettelijke overleggen

5.1 Ministerie van SZW In maart sprak de LCR met staatssecretaris De Krom over de Wet werken naar vermogen en de herindeling Wajong. Rond de Wet werken naar vermogen werd onder andere gesproken over de noodzaak van goede voorlichting en ondersteuning van cliëntenraden bij de invoering en implementatie van de Wwnv. Voor de herindeling Wajong heeft de LCR aandacht gevraagd voor de grote onrust die de ontwikkelingen veroorzaken bij de cliënten. De LCR heeft de staatssecretaris gevraagd zorgvuldigheid te betrachten. De staatssecretaris begreep dat de veranderingen onzekerheid oproepen en zei open te staan voor suggesties van de LCR hoe hier het beste mee kan worden omgegaan.

5.2 Ambtelijk overleg met ministerie SZW Het bestuurlijk overleg werd voorafgegaan door een ambtelijk overleg. Op de agenda stonden ondermeer de volgende punten: Jobcoaching, Werkwijze herindeling Wajong, Wwnv aan de hand van casus Peter en de uitwerking van het moratorium schuldhulpverlening.

De LCR vroeg naar het rapport ‘Beter geregeld inzake de uitkomsten van het project 12 Inkomens-ondersteuningsvoorziening burgers’ van het uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst). Uit het overleg vloeiden ambtelijke overleggen over jobcoaching met het UWV en het ministerie SZW voort. Verder is de LCR betrokken bij de nadere uitwerking van het moratorium schuldhulpverlening. Het rapport in het kader van de compacte overheid kreeg de LCR niet.

In het najaar schreef de LCR een uitgebreide reactie op het Astri rapport ‘Aansluiting van vraag en aanbod laaggeschoold werk’. Daardoor werd de LCR uitgenodigd voor een ambtelijk overleg. In dat overleg heeft de LCR laten weten grote bezwaren te hebben tegen de beeldvorming over werklozen als zouden zij niet willen werken.

In november vond ambtelijk overleg plaats ter voorbereiding op het bestuurlijk overleg in december. Op de agenda stonden onder meer : het nieuwe kabinet en de campagne om boetes bij fraude te voorkomen. Naar aanleiding van onze opmerkingen bij het agendapunt campagne over boetes en fraude heeft begin 2013 een ambtelijk overleg plaatsgevonden.

Het bestuurlijk overleg in december ging niet door vanwege ziekte van de staatssecretaris.

9

5.3 Overleg Programmaraad In februari schoof de LCR aan tafel bij de Programmaraad. De LCR stelde een aantal punten aan de orde. 1 Overdracht van de groep die in 2012 in de Wajong stromen en die in 2014 wordt overgedragen aan gemeenten. Worden afspraken gemaakt voor de overdracht van mensen die in een traject zitten? Worden afspraken gemaakt voor de groep die aan het werk is (al of niet met behulp van voorzieningen? 2 Jonggehandicaptenteams In de rapportage van de IWI leest de LCR dat gemeenten nauwelijks participeren in deze teams. Worden afspraken gemaakt voor continuering gehandicapten teams? 3 afstemming indicatiestelling Wajong, WSW en loondispensatie 4 Keurmerk voor diagnose-instituten wordt het een onafhankelijk keurmerk? Wie ontwikkeld de criteria? Betrokkenheid van cliënten bij de ontwikkeling? 5 Ontwikkeling op de werkpleinen Vormgeving complementaire dienstverlening Cliëntenparticipatie op de werkpleinen. Helaas kregen we geen heldere antwoorden op onze vragen.

5.4 Overleg VNG Met de VNG is diverse keren gesproken over de Wet werken naar vermogen. De VNG deelt een aantal zorgen van de LCR. Ook over de nieuwe fraudewet hebben LCR en VNG gezamenlijke zorgen. Het betreft de verplichting van gemeenten om in geval van recidive bij de verrekening van bestuurlijke boete en terugvordering drie maanden geen beslagvrije voet te mogen toepassen. Dat kan betekenen dat mensen drie maanden zonder geld komen te zitten.

Op uitnodiging van de VNG heeft de LCR een twee keer deelgenomen aan een simulatiespel voor wethouders.

In het najaar vond bestuurlijk overleg plaats. In dit overleg stond de nieuwe nota van de VNG ‘Bouwen op de kracht van burgers’ centraal. De LCR constateerde helaas dat in deze nota wel over burgers wordt gesproken maar dat er weinig aandacht was voor praten met burgers.

5.5 Overleg UWV In mei vond het bestuurlijk overleg met de RvB UWV plaats. Op de agenda stond: E-dienstverlening, de toekomst van de werkpleinen en de cliëntenparticipatie hierbij, training aan oudere werkzoekenden en jobcoaching. Voorafgaand aan het bestuurlijk overleg heeft de LCR gesproken met de centrale cliëntenraad van het UWV. Daarbij stonden de volgende onderwerpen op de agenda: taakstelling UWV, digitale dienstverlening, Wet werken naar vermogen (waaronder overdracht van mensen die in 2012 in Wajong stromen en in 2014 worden overgedragen aan gemeenten), jobcoaching, de nieuwe positie van de werkpleinen, de cliëntenparticipatie op de werkpleinen en handhaving.

10

5.6 Overleg SVB Met de SVB is uitvoerig gesproken over het regeerakkoord en de raakvlakken van SVB en LCR in dit verband. Voorafgaand aan het overleg met de RvB SVB heeft overleg plaatsgevonden met de Cliëntenraad SVB. In dit overleg is uitgebreid stilgestaan bij de relatie CR SVB en LCR. De CR SVB zegt toe dat de zetels van de CR SVB in de LCR met ingang van 2013 allemaal worden ingevuld. Ook wordt gestreefd naar een meer inhoudelijk bijdrage van de CR SVB in de LCR. Een mogelijk onderwerp is de monitoring van de uitvoering van de nieuwe fraudewet.

5.7 Inspectie SZW In oktober is uitvoerig gesproken met de inspectie SZW over het onderzoek ‘Dienstverlening aan kwetsbare ouderen op de arbeidsmarkt’. Uitvoerig werd stilgestaan bij de onderzoeksopzet en de vraagstelling van het onderzoek. In december nam de LCR deel aan een bijeenkomst van de inspectie in het kader van dit onderzoek.

11

6 Wet werken naar vermogen De eerste helft van 2012 stond voor een belangrijk deel in het teken van het wetsvoorstel werken naar vermogen.

De LCR heeft drie hoofdbezwaren tegen dit voorstel. Deze zijn in 2013, bij de wijziging naar een Participatiewet, nog steeds relevant.

1. De prikkel in de WWB leidt ertoe dat de gemeente kiest voor mensen met de meeste kans op werk en niet voor de mensen aan de zogenaamde onderkant van de arbeidsmarkt. De WWB prikkelt gemeenten om zoveel mogelijk mensen snel uit de bijstanduitkering te krijgen tegen zo laag mogelijke kosten. De mensen die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt kunnen niet snel aan het werk. Zij zullen vaak langdurig geld kosten omdat zij bijvoorbeeld werkvoorzieningen nodig hebben. De prikkel zou zich er op moeten richten dat gemeenten mensen die echt niet zelf aan het werk kunnen komen ondersteunt. Dat is tenslotte de doelstelling van werken naar vermogen. 2. De wet waar werken centraal staat leidt niet tot één regeling om aan het werk te komen. Een deel van de mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft een uitkering van UWV. De decentralisatie van beleid leidt ertoe dat er veel meer regelingen komen omdat gemeenten zelf beleid willen maken. Daarnaast zijn er de landelijke regelingen die het UWV uitvoert. De LCR heeft aangegeven dat het bestaan van verschillende regelingen ook zeer nadelig is voor werkgevers. Wanneer werkgevers geen zaken willen doen met gemeenten en het UWV omdat regelingen te zeer verschillen, pakt dat nadelig uit voor werkzoekenden. 3. Er wordt een samenhang verondersteld in het decentrale sociale domein. Tussen WMO, Jeugdzorg en Werk en Inkomen. De LCR is voorstander van meer samenhang omdat cliënten nu last hebben van beleid en regels die onsamenhangend zijn. Wel zijn grote twijfels gerezen of die samenhang er ook gaat komen. De LCR heeft, samen met een aantal lidorganisaties (Platform VG, CG-Raad, Landelijk Platform GGZ en CSO), zowel de commissie SZW als VWS laten weten dat die samenhang nu onvoldoende wordt gewaarborgd en dat afwenteling binnen gemeenten dreigt (tussen SZW en Zorg en Welzijn). Ook dreigt afwenteling naar Wajong en AWBZ.

De LCR heeft haar bezwaren tegen het wetsvoorstel Werken naar vermogen onder de aandacht gebracht bij staatssecretaris De Krom en leden van de Tweede Kamer. Zowel in de Ronde Tafelgesprekken als in individuele gesprekken met leden van de Tweede Kamer commissie sociale zaken en werkgelegenheid. De LCR heeft meerdere brieven geschreven waarin ook verbeterpunten werden aangereikt. Zo heeft de LCR gepleit voor een betere regeling dan loondispensatie, een duidelijker rechtspositie voor individuele cliënten en gemeentelijke cliëntenraden. De LCR heeft ook voorgesteld om een aantal instrumenten, zoals werkvoorzieningen, niet te decentraliseren en hiervoor een landelijke regeling te behouden.

De LCR heeft de uitwerking van het wetsvoorstel Werken naar vermogen inzichtelijk gemaakt via cases. Daarmee heeft de LCR laten zien wat de effecten zullen zijn op mensen die een beroep willen doen op de Wet werken naar vermogen.

Een van de cases is met het ministerie van SZW besproken omdat het wetsvoorstel Werken naar vermogen botst met de uitgangspunten van het stelsel van sociale verzekeringen. Bijvoorbeeld als mensen die werken met loondispensatie ziek worden. Dan zijn er vele vragen over de re-integratieverantwoordelijkheid voor deze werknemer en hoe hij verzekerd is tegen arbeidsongeschiktheid.

12

Dat laatste heeft er toe bijgedragen dat de staatssecretaris op het allerlaatste moment, tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer, nog met wijzigingsvoorstellen kwam om de aansluiting met het SV-stelsel te regelen. Enige dagen later viel het kabinet en is nooit meer gestemd over het wetsvoorstel.

Dat de Tweede Kamer ook naar de LCR had geluisterd bleek uit een aantal amendementen en moties. Zo is er door D66 een amendement in gediend voor de versterking van cliëntenparticipatie en een motie voor een onderzoek naar de stroomlijning cliëntenparticipatie in de Wet werken naar vermogen en de Wmo.

13

7 Het jaarlijks LCR-congres thema “Op naar cliëntenparticipatie 2.0” Op het jaarlijks LCR congres werd het 10–jarig bestaan van de LCR gevierd. Niet door terug te kijken, maar vooruit. Op naar cliëntenparticipatie 2.0!

Veel workshops behandelden onderwerpen om de kwaliteit van cliëntenparticipatie te verbeteren. Bijvoorbeeld het bevorderen van de representativiteit, zoals het betrekken van jongeren bij cliëntenraden. Aan het einde van de dag werd met een panel gesproken over de perspectieven om te vernieuwen.

Staatssecretaris De Krom feliciteerde de LCR met het 10-jarig bestaan. Verder sprak hij over het voor hem belangrijke wetsvoorstel Werken naar vermogen. Hij voorspelde dat deze wet zou leiden tot een cultuurverandering bij werkgevers, in de uitvoering en ook bij werkzoekenden die graag willen meedoen. Om gemeentelijke cliëntenraden te ondersteunen bij de implementatie van deze wet meldde hij dat de LCR daarvoor subsidie zou krijgen.

De Ab Harrewijnr-ede werd uitgesproken door Paul Dekker (Professor Universiteit Tilburg, SCP). Hij ging in op cliëntenparticipatie en de relatie met het denken over de Civil Society. Hij meent dat cliëntenparticipatie toch een ander karakter heeft, opkomen voor specifieke belangen, maar ook betekenis heeft voor burgerparticipatie. Hij zag ook een belang in cliëntenparticipatie omdat SCP-onderzoek uitwijst dat mensen met een uitkering minder vertrouwen hebben in de politiek en minder stemmen. Met andere woorden, minder betrokken zijn bij onze samenleving. Cliëntenraden zouden die verwijdering mogelijk kunnen verkleinen.

Een zeer gewaardeerd spreker was Nicolette van Gestel (Professor Universiteit Tilburg). Op droog humoristische wijze fileerde zij het sociale zekerheidsbeleid. Telkens nieuwe plannen, maar geen echte verbetering. Daarom voorspelde zij ook weinig positieve resultaten van de Wwnv (nu de Participatiewet). Het was voor haar een nieuwe ontdekking dat cliëntenraden in de sociale zekerheid meedenken over het beleid en de uitvoering en ze constateerde dat dit een onderbelicht terrein is in de wetenschap.

14

8 Beeldvorming Misvattingen en vooroordelen over uitkeringsgerechtigden zijn helaas wijdverbreid. Men hoort ze overal. Dat is zorgelijk, en kwetsend voor de betrokkenen. Deze ontwikkeling is niet zo verbazingwekkend. Uitkeringsgerechtigden komen vaak, ook in 2012, op een negatieve manier in het nieuws. Vaak in combinatie met woorden als werkschuw, lui, fraude of profiteurs. Veel krantenartikelen en andere nieuwsbronnen zijn daarvan een voorbeeld, berichten met koppen als "Kabinet pakt luie werkloze aan" of "Massale uitkeringsfraude in gemeente X". Er wordt een direct verband gelegd tussen lui en werkloos, tussen werkloos en de noodzaak mensen "aan te pakken" (stoere taal!) en tussen bijstandsgerechtigden en fraude. Men leest echter niet hoeveel mensen “lui" zouden zijn, als zoiets al objectief is vast te stellen. Men leest ook niet hoeveel mensen wel hun best doen om werk te vinden en zich keurig aan de regels houden.

De benaming ‘luie bankzitter’ zet mensen niet sneller aan het werk Uitkeringsgerechtigden moeten van de bank af komen. Ze zijn “lui” en “werkschuw”. Deze uitspraken doken in allerlei media op. De LCR heeft zich zeer geërgerd aan deze beeldvorming. Alsof de schuld alleen maar bij uitkeringsgerechtigden ligt! Er is veel meer aan de hand. In diverse onderzoeken en rapporten wordt dit ook geconstateerd. Maar in de media en in diverse brieven van het ministerie van SZW krijgt dat te weinig aandacht.

Er speelt méér ‘Mensen worden echt niet gestimuleerd om aan de slag te gaan door ze lamzakken te noemen die op de bank blijven hangen’. In het rapport ‘Iedereen aan de slag’(van de Inspectie SZW) wordt inderdaad geconcludeerd dat dwang en drang belangrijke instrumenten zijn om een motivatieprobleem bij werkzoekenden te voorkomen. Uitvoerders onderschatten de effectiviteit daarvan. Daar mag dus sterker de nadruk op komen te liggen, vindt het ministerie. Maar er speelt méér. Het elektronisch matchen van vacatures met geschikte kandidaten levert problemen op. Persoonlijk contact is vereist om tot een goede match te komen, maar daar wringt juist de schoen. Dat persoonlijk contact gaat steeds meer ontbreken. Het UWV kan straks door de bezuinigingen nog slechts in 10 procent van de gevallen persoonlijk contact hebben met werkzoekenden.

Beeldvorming is en blijft heel belangrijk. Al merken we wel dat er een iets andere wind is gaan waaien op dit punt. Waar sprake is van valse of eenzijdige beeldvorming zal de LCR deze blijven corrigeren met feiten. Fraude en misbruik van voorzieningen moet worden gestraft. Dat is ook in het belang van de vele goedwillende en zich keurig aan de regels houdende uitkeringsgerechtigden. Het is echter niet terecht dat er wordt gegeneraliseerd en dat een hele groep mensen daardoor in een kwaad daglicht wordt gesteld.

15

9 Stroomlijning cliëntenparticipatie gemeentelijke domein Beleid wordt meer en meer gedecentraliseerd. De gemeente zoekt een integrale benadering en heeft ook inbreng van burgers of cliënten nodig. In veel plaatsen bestaan aparte adviesraden voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet werk en bijstand (WWB). Daarnaast treffen we ook nog gehandicaptenplaforms, ouderenraden en jongerenraden in gemeenten aan. Door verandering in beleid zijn zij genoodzaakt bij elkaar in de keuken te kijken, samen te werken of samen te gaan. Sommige gemeenten willen graag dat de raden samengaan of zelfs komen tot de vorming van één participatieraad. De vraag is of dit de kwaliteit van de inspraak ten goede komt en of het leidt tot beter beleid van gemeenten.

De Koepel Wmo-raden en de LCR werden regelmatig gevraagd naar een standpunt over het samenvoegen van Wmo- en WWB-raden bij gemeenten. Beide organisaties constateerden dat zij hier geen goed antwoord op hadden. Besloten werd om gezamenlijk te werken aan een handreiking voor leden van Wmo- en WWB-raden. Hiervoor zijn twee expertbijeenkomsten georganiseerd. Eén bijeenkomst voor leden van zowel Wmo- als Wwb-raden. En één bijeenkomst met gemeentelijke ondersteuners van gemeentelijke raden. Ook heeft de LCR op de Sociale Alliantie dagen vier workshops in het land georganiseerd over de vraag hoe Wmo- en WWB-cliëntenraden samen kunnen zorgen voor een integrale belangenbehartiging. Daarnaast hebben we onze oren te luisteren gelegd bij experts op het terrein van participatievraagstukken. Zoals Paul Dekker die in zijn Ab Harrewijn-rede in ging op de verschillen tussen burger- en cliëntenparticipatie en Movisie.

Afstemming noodzakelijk Om te voorkomen dat decentrale raden voor voldongen feiten worden gesteld, is een goed zicht op diverse mogelijkheden voor samenwerken en samengaan belangrijk. Dát er samengewerkt moet worden, is inmiddels duidelijk. Doordat cliënten van de WWB ook te maken krijgen met de Wmo is een heldere afstemming noodzakelijk. Hoe samengaan of samenwerken vorm moet krijgen, is niet simpel te beantwoorden. Elke lokale situatie vraagt immers weer om een andere oplossing. In de handreiking wordt het belang uiteengezet dat de participatie van burgers én cliënten heel belangrijk is en elk hun eigen waarde hebben. Vervolgens worden modellen voor samenwerking geschetst met elk hun voor- en nadelen. Hierdoor kunnen WWB- en Wmo-raden zich goed oriënteren op de vormgeving van het gemeentelijke beleid en hun beleidsbeïnvloeding. Inmiddels hebben de Koepel Wmo-raden en de LCR een handreiking uitgebracht ‘Samen Sterk’. Deze is te downloaden via de website van de Koepel Wmo-raden en de website van de LCR.

16

Colofon

De Landelijke Cliëntenraad De Landelijke Cliëntenraad is een overlegorgaan waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van SVB en UWV zitting hebben.

De Landelijke Cliëntenraad biedt een kader voor integrale betrokkenheid van de representatieve cliëntenorganisaties van pensioen- en uitkeringsgerechtigden en mensen met een handicap of chronische ziekte bij de beleidsontwikkeling op het terrein van werk en inkomen.

Samenstelling Landelijke Cliëntenraad

 Landelijke cliëntenorganisaties: - Unie MHP/Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) - Chronisch zieken en Gehandicaptenraad Nederland (CG-Raad) - Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) - Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, Publieke sector) - Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA) - Samenwerkingsverbanden Landelijk Overleg Minderheden (LOM) - Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV, marktsector) - Platform VG - Landelijk Platform GGZ  Vertegenwoordigers van centrale cliëntenraden van SVB en UWV: - 3 vertegenwoordigers per centrale cliëntenraad.  Vertegenwoordigers van de gemeentelijke cliëntenparticipatie: - Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ) - Cliëntenraden G4/Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid - Landelijke Vereniging Thuislozen (LVT)

Onafhankelijk voorzitter: Gerrit van der Meer.

Uitgave Landelijke Cliëntenraad Bezuidenhoutseweg 60 2594 AW Den Haag 070 349 97 90 [email protected] www.landelijkeclientenraad.nl @lcrnederland

maart 2012

17

Bijlagen pagina a. Overzicht activiteiten LCR 2012 19 b. Missie en visie LCR 23 c. Artikel in Sociaal Bestek ‘10 jaar LCR’ 25 d. Programma en verslag congres 2012 31 e. Cliënt in Beeld-prijs 2012 37 f. Ab Harrewijn-rede 2012 42 g. Overzicht leden en plaatsvervangende leden LCR 2012 47

18

Bijlage a Overzicht Activiteiten LCR in 2012 1 Bijeenkomsten 1.1 Actieve bijdrage Jury innovatieprijs Stimulansz 23-jan Presentatie en discussie gemeenteraadsfracties Ridderkerk over Wwb 20-feb Verzorgen presentatie bij bijeenkomst leden van cliëntenraden FNV 23-feb Ronde tafelgesprek Wwnv 14-mrt PvdA bijeenkomst Wwnv Leidschendam-Voorburg en Rijswijk 21-mrt Voorlichting Wwnv Weide Meren 22-mrt Deelname simulatiespel voor gemeenten bij VNG 18-apr Inleiding verzorgen bij vluchtelingen werk 26-apr Panel in Amsterdam over Wwnv 26-apr Invitational conference NVvA/AKC 27-apr Interview met studenten over gevolgen Wwnv voor begeleid werkenorganisatie 27-apr Beoordelen aanvragen (bij UWV) tbv onderzoek werk en Licht Verstandelijke Beperkingen 8-mei Bijdrage congres CC UWV 10-mei Inleiding Wwnv op bijeenkomst voor ondersteuners GGz-initiatieven 24-jun Workshop toekomstscenario's participatie 26-jun Interview evaluatie interne jobcoach door Astri 8-jun Inleiding Clientenparticipatie Werkpleinen en SUWI bij BUS 19-jun Beoordelen aanvragen (bij UWV) tbv onderzoek werk en Licht Verstandelijke Beperkingen 20-jun Coalitie voor Inclusie over voortgang 28-jun Met FNV besloten bijeenkomst georganiseerd met externen over werkaanbod gemeenten aan werkgevers 2-jul Bijdrage aan De Pijler over Clientenparticipatie 21-sep Begeleidingscie pilots De Vries 27-sep Verzorgen inleiding over SUWI bij SPOC 27-sep Verzorgen workshop cliëntenparticipatie Sociale Alliantie dagen 12/10, 26/10, 02/11,09/11 Werkbezoek voor SZW over loondispensatie (met KPJ) 26-okt Organiseren meeting tbv handreiking WWB-/WMO-raden ism WMO-koepel en Movisie 2-10 en 31-10 Workshop Progo 16-nov Coalitie voor Inclusie strategiegroep project 'om de hoek' 20-nov Congres NVvA Iedereen aan het werk (deelname forum) 22-nov Begeleidingscommissie Project re-integratieketens 3-dec Verzorgen inleiding bijeenkomst gemeente Alphen a/d Rijn over cliëntenparticipatie 12-dec Deelname forum congres minimabeleid in crisistijd 12-dec Begeleidingscommissie Project leer-/werkprojecten 13-dec

1.2 Deelname Projectenparade stimulansz 9-feb Participatieprofessionals over armoedebeleid maart SZW congres 26-mrt SZW-dagen 12 april Utrecht, 19 april Eindhoven, 25 april Zwolle. Info geven over cl.part op infomarkt. april Deelname UWV-congres 10-mei Bijeenkomst CrossOver 'Ik kan aan het werk' (van school naar werk) 16-mei Deelname ad-college NvvA/AKC over loondispensatie 24-mei Bijeenkomst over zelfregie (Welder/ZONmw) 7-jun Deelname conferentie PSW over social return 12-jun Afscheid Erry Stoové (vz RvB SVB) 14-jun Voorjaarscongres Divosa 14-15 jun Kennisbijeenkomst over mensen met psy-problematiek en werk van de WA-stichting 26-jun Overleg Slotervaart met UWV 20-aug Interview door International Forum over IRO 22-aug Overleg Welder over zelfregie 27-aug Cursus Casemanagementgroep samenwerken 30-aug Hannie van Leeuwen-lezing (WMO-koepel) 6-sep Overleg met Petra van der Horst (AVI) 13-sep Overleg tbv WWB/WMO-raden met Koepel en Movisie 13-sep Overleg in Venlo over SW-problematiek 18-sep Overleg met SZW (Wynanda van Nord), oriënterend 20-sep NGSZ over ZZP en flexwerkers 20-sep Themabijeenkomst Stimulansz 'De eeuwige mismatch' 31-okt NGSZ decentralisatie WMO 1-nov Begeleidingscommissie onderzoek arbeidsparticipatie LVB-jongeren 6-nov E-dienstverlening 15-nov Bijwonen voorlichting Platform VG 21-nov SVB conferentie 26-nov WMO en WWB-raden Drenthe 28-nov VNG/Divosa congres 29-nov Jubileumdebat Astri 29-nov Conferentie 'Van school naar werk' 10-dec Bijeenkomst inspectie SZW (onderzoek kwetsbare groepen) 10-dec NGSZ Jeugdwerkloosheid 13-dec

19

Webcare en social media 13-dec Kenniscentrum Crossover 14-dec Bijeenkomst over werkloosheid onder ouderen 14-dec Stakeholdersoverleg UWV over oWajong naar nWajong 17-dec

2 Bestuurlijke Overleg CC UWV 13-feb overleggen Programmaraad (agenda LCR:Wwnv, Wajong instroom 2012, monitoring 17-feb Wijzigingen SUWI, aanscherping WWB 4 weken wachttijd jongeren) Zoeken naar raakvlakken met programmaraad op deze thema's PO SZW (voorbereiding BO) 20-feb BO VNG 22-feb BO SZW 21-mrt BO UWV 9-mei Inspectie SZW over onderzoek naar oudere werkzoekenden 17-okt PO SZW 12-nov BO VNG 14-nov CR SVB 19-nov BO mbt pilots Wwnv 22-nov BO SVB 3-dec Koepel WMO-raden (Hans Martin Don) 5-dec BO pilots Werken naar vermogen 10-dec

3 Overige OverleggenSER onderzoeken mogelijkheid onderbrenging LCR 10-jan Overleg over Wwnv / werkvoorzieningen met gemeente Apeldoorn 12-jan Overleg over wetgeving mensen met beperking Coalitie voor Inclusie 17-jan Overleg over communicatie LCR / presentatie Zenc 17-jan Min SZW onderbrenging LCR 18-jan Gesprek SGP E.Dijkgraaf 18-jan Begeleidingscommissie pilots werken naar vermogen 19-jan UWV onderzoek interne jobcoach 24-jan Min SZW onderbrenging LCR 25-jan Gesprek VVD 25-jan UWV klankbordgroep jongeren met Lichte verstandelijke beperking 26-jan Min SZW voorstel project implementatie Wwnv t.b.v. cliëntenraden 26-jan Sociale Alliantie Werkgroep verweer en vernieuwing 30-jan Gesprek met Koser Kaya 10-feb Overleg met RWI einddossier re-integratie cliëntperspectief (Alec Driesen) 20-feb Overleg accountant 27-feb Wilma Kuiper 28-feb Overleg SVB Aart Stijntjes (verbeteren samenwerking CR SVB) 29-feb Technisch overleg pilots werken naar vermogen 5-mrt Ambtelijk overleg VNG 5-mrt Overleg AS Works onderbrenging LCR 9-mrt Afscheid J. Hilgersom, SZW 12-mrt Klankbordgroep (h)erkenning socialer ondernemen (TNO) 20-mrt Deelname keukentafelgesprek over Wwnv 3-apr Overleg met NvvA 7-mei Overleg Platform GGZ 9-mei Deelname overleg over jobcoaching bij UWV 11-mei Overleg CG-Raad 11-mei Loonwaardebepaling en jobcarving (overleg met KennisPlatform Jobcoaching) 14-mei Bijeenkomst minimacheck (Divosa) 15-mei Overleg over voorstel UWV rond kwaliteit Jobcoaching 18-mei Koepel Wmo-raden over Wwnv en Wmo 21-mei Diverse overleggen SZW over onderbrenging LCR 29-mei Sociale Alliantie 1-jun VN-verdrag en WNV (Coalitie voor Inclusie, CGB) 4-jun Overleg Platform VG 23-jun Sociale Alliantie 27-jun Onderbrenging LCR diverse overleggen met de SER 29-jun Overleg met vereniging Mobility 4-jul Begeleidingscommissie pilots werken naar vermogen 5-jul Overleg Slotervaart met PL van UWV 2-aug Overleg Koser Kaya rond wet Clientenparticipatie 6-aug Overleg GH-lidorganisatie en LCR 16-aug Overleg Vilans over ontwikkelingen 16-aug Ambtelijk overleg pilots Wwnv 4-sep Overleg Wmo-koepel en Movisie over ontwikkeling handreiking samenwerking WMO/WWB-raden 7-sep Overleg C. Egas over projecten (uitwisseling en participatie LCR) 7-sep Overleg St.PakdieKans/Vilans/St. Perspectief over product versterking zelfredzaamheid 11-sep Overleg Vilans over ontwikkelingen 16-sep Overleg met G-4 clientenraden evaluatie lidmaatschap LCR 3-okt

20

Overleg min SZW (aansluiting laaggeschoolden arbeidsmarkt) 4-okt Overleg LocSZ evaluatie Lidmaatschap LCR 15-okt Overleg inspectie SZW (kansarmen op de arbeidsmarkt) 17-okt Kennismaking DG SZW 15-okt Ambtelijk overleg VNG 15-okt Overleg Koepel Wmo-raden, Movisie tbv 31 okt 22-okt Overleg CNV Jongeren (samenwerking) 23-okt Rob de Krieger 24-okt Christen Unie (VN verdrag) 24-okt MHP/CNV evaluatie lidmaatschap LCR 29-okt Afscheid , SZW 29-okt Evaluatiegesprek CSO 5-nov Minimacheck 6-nov Overleg Hans Spigt over LCR-agenda: Participatie en Clintenparticipatie 7-nov Evaluatie gesprek FNV 7-nov Yvette Bommeljé 8-nov Nico de Boer (over WCP) 12-nov Evaluatiegesprek CC UWV 12-nov Rob de Krieger 13-nov De heer Holman (VWS 14-nov Stichting De Ombudsman ivm Wsw 15-nov NVvA Monique Klompé en Martin van der Krogt 19-nov Op eigen kracht overleg 23-nov Afscheid 27-nov Overleg met gehandicaptenorganisaties 27-nov Overleg met secretaris Ab Harrewijn-prijs 19-dec Beroepskrachtenoverleg 19-dec Interview in kader van onderzoek LVB 20-dec

Brief aan Tweede Kamer over Wet houdende een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatiena het aanbod van een huisbezoek 4 Adviezen (31 929) 12-jan Brief aan Tweede Kamer over arbeidsmarktbeleid 24-jan Brief aan Tweede Kamer over ketenbepaling in de flexwet 24-jan Brief aan Tweede Kamer over wijziging Wet SUWI 26-jan Brief aan Tweede Kamer over SUWI AO op 16 februari 9-feb Reactie bij voortgangsrapportage armoede (Europa) 24-feb Brief aan Tweede Kamer over Armoede en schuldhulpverlening AO op 4 april 28-mrt Uitwerken casussen t.b.v. reactie Wwnv 13-mrt Positionpaper t.b.v. Ronde Tafelgeprek in de Tweede Kamer over Wwnv 13-mrt Brief aan Tweede Kamer over Wwnv t.b .v. inbreng verslag 31-mrt Voorb. Gez. - Brief aan Tweede Kamer over met gehandicapten en ouderenorganisatie over afstemming WMO en Wwnv13-apr Voorbereiden voorstel verbeteren Wwnv 16-apr Brief aan Tweede Kamer over aanscherping sanctiebeleid 4-jun Brief aan Tweede Kamer over Handhaving (in verband met AO) 6-jun Brief aan Tweede Kamer over Wet beperking ziekteverzuim 12-jun Brief aan Tweede Kamer over arbeidsmarktbeleid 26-jun Inspectie SZW mbt zorgvuldigheid e-dienstverlening 28-jun Inspectie SZW mbt 4-wekeneis jongeren in WWB 5-jul Brief aan Eerste Kamer over Wet beperking ziekteverzuim 24-sep Brief aan Eerste Kamer over aanscherping sanctiebeleid 24-sep Brief aan de kabinetsformateur (versterking positie cliënt) 10-okt Brief aan Tweede Kamer over begroting min SZW 25-okt Bespreking AG-monitor UWV 1-nov Reactie aan VNG over Bouwen op de Kracht van Burgers 7-nov Brief aan Tweede Kamer over arbeidsmarktbeleid 20-nov Brief aan Tweede Kamer over Werk.nl 21-nov Brief aan Tweede Kamer over schuldhulpverlening en armoede 4-dec Movisie reactie op notitie 'Modellen van zeggenschap' 18-dec

21

5 Communicatie Beantwoorden vragen van journalist van Spits over brief LCR inzake Wet huisbezoek 23-jan Overleg met Rietje Krijnen over e-magazine 30-mei Magazine LCR (beoordelen tekst en koppeling met actuatliteit) 20-aug

6 Bijdrage bladen Blog voor website CSO 17-feb Artikel voor Aan de Slag 24-feb Artikel 10 jaar LCR voor Sociaal Bestek maart Interview e-bestuur 3-sep Interview Volkskrant 15-nov

7 Congres 2012 Congres op 29 maart 29-mrt Evaluatie met Manja Greutert (congresorganisatie) 3-mei Evaluatie met werkgroep congres 31-mei

Congres 2013 Overleg met werkgroep congres 13-aug en 23 okt Overleg met Manja Greutert over congres 24-sep Overleg met Rietje Krijnen (journaliste) 30-okt Overleg met Greenwish 18-okt Overleg met werkgroep congres 20-nov

8 Cliënt in Beeld-prijs Bijeenkomst jury 8-feb Uitreiking jury- en publieksprijs op 29 maart tijdens congres 29-mrt Boekje '10 jaar Cliënt in beeld-prijs' 29-feb

9 Organisatie LCR Voorbereiden globaal werkplan en begroting 2013 7-jun

9.1 Raads- Voorbereiding raadsvergadering 13-feb vergaderingen Voorbereiding raadsvergadering 19-apr Voorbereiden raadsvergadering 28-jun Voorbereiden raadsvergadering 3-sep Voorbereiden raadsvergadering 25-okt Voorbereiden raadsvergadering 17-dec

9.2 DB Voorbereiden DB 25-jan Voorbereiden DB 2-apr Voorbereiden DB 11-jun Voorbereiden DB 13-aug Voorbereiden DB 3-okt Voorbereiden DB 26-nov

9.3 Werkgroepen Werkgroep Wwnv - voorbereiden advies over startnotitie en wetsvoorstel t/m half april Werkgroep WW - voorbereiden advies ontslagrecht juli t/m okt Werkgroep cliëntenparticipatie - voorbereiden notitie over Wet Cliëntenparticipatie juli t/m dec

9.4 Financiën Jaarrekening 2011 gereed Financiële tussenrapportage (in verband met overgang naar SER) 4-jun Indienen definitieve begroting 2013 30-sep

10 Evaluatie LCR Invullen vragenlijst 13-jan Interview voorzitter en bureau 23-jan Groepsinterview leden LCR 9-feb Afspraak met regioplan bespreken conceptrapportage 12-mrt Voorbereiding heidagen naar aanleiding evaluatie LCR mei/juni Heidagen 18 en 25 juni Bespreking conceptrapportage heidagen 11-okt Extra heibijeenkomst 25-okt

11 Projecten Uitwerken project voorlichting cliëntenraden bij invoering Wwvn feb-mrt Uitvoering (stopzetten/afhandelen) project voorlichting cliëntenraden bij de invoering van de Wwnv mei Overleg met Divosa over implementatieproject Wwnv 20-apr

Zitting hebben in Jury innovatieprijs Stimulansz GvdM Raad van Advies PSO GvdM Raad van Advies NVvA GvdM Lid klankbordgroep project platform GGZ sociale activering en werk GvdM

Lid Raad van Advies Blik op Werk JH

Lid begeleidingscommissie Pilots werken naar vermogen BH Lid begeleidingscommissie interne jobcoach BH Lid begeleidingscommissie over reintegratieketens BH Lid begeleidingscommissie voor duurzaam functionerende leer-/werkprojecten BH

22

Bijlage b

Visie LCR

 Als verzameling van belangenbehartigers van alle burgers die gebruik maken van de sociale zekerheid (werk & inkomen) doen wij als LCR ons werk voor- en met de cliëntenraden en cliëntenorganisaties.

 Wij weten, mede uit eigen ervaring, wat er speelt in de wetgevings- en uitvoeringspraktijk. Wij bundelen de signalen over knelpunten daarin tot constructieve adviezen. Wij reageren proactief op actuele ontwikkelingen en wetgeving. Onze opvattingen kaarten we slagvaardig aan bij onze gesprekspartners (SZW, UWV, SVB, gemeenten en inspectie SZW).

 De buitenwereld erkent ons als een volwassen overlegorgaan van deskundige vertegenwoordigers van burgers in de sociale zekerheid. Wij staan bekend om onze scherpe blik en in de media hebben we een goede reputatie.

 In de LCR werken de leden samen met respect voor elkaars meningen om gezamenlijk als één geheel naar buiten te treden in het belang van de cliënt. Binnen de Raad werken wij - adequaat ondersteund - creatief, kritisch en in actieve werkgroepen, op basis van een meerjarenbeleidsplan. Onze Raad is representatief doordat onze raadsleden zorgen voor een goede dialoog met hun achterban (maar als LCR nemen wij niet het werk van de liëntenorganisaties en de cliëntenraden over) en omdat wij ernaar streven een afspiegeling te zijn van de burgers die gebruik maken van de sociale zekerheid. We kennen een goede continuïteit van raadsleden (zittingstermijnen).

 Gesprekspartners kunnen van ons verwachten inspirerende adviezen, zinvolle voorstellen met betrekking tot wetswijziging, voorstellen van wet, algemene maatregelen van bestuur, besluiten en uitvoeringsbesluiten, eigen initiatiefvoorstellen en adequaat overleg verwachten.

 We zijn een volledig geaccepteerd overlegorgaan binnen de sociale zekerheid, met een consistent verhaal. Onze mening en adviezen doen er toe en worden opgevolgd. Cliënten(raden) bemoedigen wij door de kwaliteit van ons werk.

23

Missie LCR

Het versterken van de positie van individuele cliënten. In het beleid van overheid en uitvoeringsorganisaties moet de cliënt werkelijk centraal komen te staan zodat de cliënt zijn verantwoordelijkheid kan nemen.

Deze missie vertaalt zich in:

1 Collectieve belangenbehartiging; 2 Bevorderen van cliëntenparticipatie.

Bevorderen van cliëntenparticipatie Dit betekent o.a. dat de LCR overzicht bewaart op vormgeving en realisatie van cliëntenparticipatie. Aanbevelingen doen over de gewenste vormgeving van cliëntenparticipatie.

De LCR treedt niet in de plaats van de cliëntenraden bij UWV, SVB en gemeenten. Hier geldt het principe: Decentraal Tenzij.

Decentraal Tenzij betekent:

Onderwerpen dienen aan de orde te komen op het niveau waar zij spelen. Tenzij:

 Op verzoek van cliëntenraden;  Als we zien dat er gaten vallen.

24

Bijlage c

Artikel in Sociaal Bestek

Op naar Cliëntenparticipatie 2.0! Feest! De Landelijke Cliëntenraad (LCR) bestaat tien jaar. Een jaar om vooruit te kijken: hoe kan de cliëntenparticipatie in de sociale zekerheid verder worden verbeterd en ontwikkeld? Via debatten, beginnend op het LCR-congres op 29 maart 2012, ontwikkelen we een werkagenda voor ‘cliëntenparticipatie 2.0’.

Eerste ontwikkeling van cliëntenparticipatie Cliëntenparticipatie in de sociale zekerheid bestaat nog geen 30 jaar. De aanzet ligt in het begin van de tachtiger jaren als de werkloosheid groeit en er voor het eerst wordt gekort op uitkeringen. Binnen en buiten de vakbeweging ontstaan diverse organisaties van uitkeringsgerechtigden. Zij stellen ook de uitvoering van het sociale zekerheidsbeleid ter discussie.

Vanuit Divosa ontstaat een eerste initiatief voor het vormen van cliëntenraden (1984). In 1985 gaat een proeftuinproject van start met zeven gemeenten. Dit wordt een speerpunt van beleid. In 1988 heeft 7% van de gemeenten een cliëntenraad. Dit aantal groeit van de helft van de gemeenten in 1995 tot driekwart van de gemeenten in 2002.

Bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) ontstaan de eerste vormen van cliëntenparticipatiein 1988: de regionale adviescolleges. Bij de voorgangers van het UWV ontstaan overlegvormen met cliënten, zijn bestuurlijke zetels ingeruimd voor cliënten en in 1998 zijn klantenpanels opgericht.

Wettelijke verankering De cliëntenparticipatie bij de uitvoeringsorganisaties CWI, SVB en UWV is in de wet SUWI (2002) ondergebracht. De cliëntenparticipatie bij gemeenten is in de WWB geregeld (2003). In 2008 is ook in de WSW cliëntenparticipatie geregeld. Bij de evaluatie van de Wet SUWI is besloten dat geïntegreerde dienstverlening aan cliënten op werkpleinen moet plaatsvinden.

Tegelijkertijd werden UWV en gemeenten verantwoordelijk zijn voor het organiseren van cliëntenparticipatie op de werkpleinen (2009). Deze verplichting lijkt een kort leven beschoren, omdat deze in het voorstel tot wijziging van de Wet SUWI (2011) weer uit de wet is geschrapt.

Het is de taak van de uitvoerders om cliëntenparticipatie vorm te geven. Gemeenten moeten bij verordening vastleggen hoe zij cliënten of hun vertegenwoordigers bij de uitvoering betrekken. Dat komt vrijwel altijd neer op de instelling van een vorm van een cliëntenraad.

De SVB en het UWV moeten een regeling vaststellen die leidt tot adequate cliëntenparticipatie op centraal en decentraal niveau bij de uitvoering van hun wettelijke taken. Het instellen van regionale cliëntenraden is niet verplicht. Het UWV heeft ook op regionaal niveau cliëntenraden ingesteld. De SVB heeft alleen een cliëntenraad op centraal niveau.

25

LCR Bij de behandeling van de Wet SUWI is kamerbreed een amendement van Ab Harrewijn (GroenLinks) aangenomen om cliëntenparticipatie op landelijk niveau te regelen. Cliënten zijn officieel gesprekspartner van de landelijke overheid op het terrein van werk en inkomen geworden. Zo is de LCR geboren. In de wet is de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een belangrijke overlegpartner. Daarnaast voert de LCR overleg met het UWV, de SVB en de VNG over de vormgeving en realisatie van cliëntenparticipatie. De LCR is ook overlegpartner van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI houdt per 1 juli 2012 op te bestaan). De RWI is op grond van de Wet SUWI verplicht om met de LCR afspraken te maken over beleid en uitvoering op het terrein van werk en inkomen. Andere taken van de LCR zijn het organiseren van een jaarlijks congres voor cliëntenraden, de organisatie van de Cliënt in Beeld-prijs en de Ab Harrewijn-rede. Het ondersteunen van cliëntenraden behoort niet tot de reguliere taken van de LCR.

Vier functies van cliëntenparticipatie De kern van cliëntenparticipatie is de beïnvloeding van het beleid en de uitvoering vanuit het perspectief en de ervaringsdeskundigheid van cliënten. De LCR onderscheidt 4 kernfuncties van cliëntenparticipatie.

1 Verbetering van dienstverlening Cliënten kunnen, op basis van hun ervaringen, invloed hebben op de uitvoering van de dienstverlening. Dit kan door raadpleging van een raad, onderzoeken onder cliënten (klanttevredenheidsonderzoek) en het raadplegen van cliënten met behulp van cliëntenpanels.

2 Creëren van draagvlak voor beleid Zonder het altijd met elkaar eens te hoeven worden, is het belangrijk cliënten te betrekken bij de ontwikkeling van beleid. Uitvoerders kunnen de visie van cliënten meenemen in hun overwegingen. Deze uitwisseling kan het draagvlak en de legitimiteit van beleid verhogen.

3 Beïnvloeding van beleid en dienstverlening Cliënten kunnen vanuit hun ervaring zeer goed aangeven hoe het beleid en de uitvoering eruit moeten zien. Deze functie heeft een emancipatorisch karakter. Cliënten (als collectief) geven zelf mede richting aan de sociale zekerheid.

4 Controle-instrument Beleidsdoelen worden niet altijd gehaald, een verbetering van dienstverlening lukt niet altijd. Cliëntenraden kunnen, ook naar gemeenteraden, een goede bijdrage leveren aan de monitoring van beleid op beoogde resultaten. Zij kunnen als geen ander aangeven welke effecten het beleid op cliënten heeft.

26

Voorwaarden werkzame cliëntenparticipatie Op basis van diverse evaluaties1, onderkennen we de volgende voorwaarden voor een goed functionerende cliëntenparticipatie:De cliëntenraad acteert op de vier genoemde functies van cliëntenparticipatie.

- De cliëntenraad wordt tijdig in de beleidsketen (ontwerp van beleid) betrokken. - De taken van cliëntenraden rond advisering en initiatief liggen vast. Daarnaast lijkt informeel overleg belangrijk. - De overlegpartners van de cliëntenraad nemen cliëntenparticipatie serieus. - Goede organisatie van de cliëntenraad. Ambtelijk secretarissen en onafhankelijke voorzitters kunnen bijdragen aan de kwaliteit (zonder de regie van cliënten over te nemen). - De cliëntenraad is voldoende deskundig en vaardig. - De cliëntenraad is representatief: zij spreekt namens alle cliënten. - Voldoende faciliteiten (scholing, werkbudget) om als cliëntenraad het werk te kunnen verrichten.

Kunnen we tevreden zijn? Op basis van diverse onderzoeken2 en ervaringen in het veld van cliëntenparticipatie, zijn we over het algemeen tevreden over het feit dat:

- Cliëntenparticipatie onomstreden is en door de wettelijke borging een feit is. - Ongeveer 80% van de (ongevraagde) adviezen wordt door gemeenten overgenomen (IWI). - Cliëntenraden successen boeken. Zoals op landelijk niveau de introductie van de onafhankelijke arbeidsadviseur en de individuele reïntegratieovereenkomst. Via de jaarlijks uitgereikte Cliënt in Beeld-prijs worden successen van cliëntenraden in beeld gebracht.

Maar echt tevreden zijn we niet, want

- 20% van de gemeenten heeft geen cliëntenraad! - Cliëntenraden worden niet altijd voldoende betrokken. - Cliëntenraden volgen te veel de agenda van de overlegpartij: meer initiatief is wenselijk, evenals een minder bescheiden opstelling. - Gemeentelijke cliëntenraden benaderen de gemeenteraad niet altijd actief. - Cliëntenraden zijn niet altijd voldoende deskundig, representatief en de continuïteit is niet altijd gewaarborgd. - De controlefunctie is zwak ontwikkeld.

Toekomst De LCR zwengelt het debat aan met twee kernvragen. 1. Welke ontwikkelingen hebben invloed op de aanpak bij cliëntenparticipatie? 2. Hoe kan de doelmatigheid van cliëntenparticipatie verder worden vergroot?

1 Belangrijkste bronnen: ‘Cliëntenparticipatie’, (LCR 2004), ‘De bijdrage van cliëntenparticipatie aan klantgerichte dienstverlening’, (IWI publicatie in 2012). ‘Samen werken aan werk’ (E. Roetering en M. Verschelling. In Participatie Ontward, Movisie (2011). 2 Naast eerder genoemde bronnen, baseer ik mij op waarnemingen van LCR, ondersteuningsorganisaties en terugkoppeling van overlegpartners.

27

Decentralisatie Beleid wordt met de Wwnv verder gedecentraliseerd. Cliëntenraden zullen een grotere rol moeten nemen op het gemeentelijke speelveld. Cliëntenraden kunnen de lokale democratische werking bevorderen door de gemeenteraad actiever te benaderen.

Voor het debat Decentralisatie vraagt meer van de cliëntenraden én gemeenten. - De randvoorwaarden moeten hierop worden afgestemd, welke zijn dit? - De schaal van opereren, gemeentelijk, intergemeentelijk, arbeidsmarktregio. Wat is wijs? - Cliëntenraden kunnen leren van elkaar, hoe?

Betere representativiteit Als de inbreng van de ervaring van cliënten de kern van cliëntenraden is, moet die inbreng ook representatief zijn. Door de decentralisatie komen bij gemeenten en dus ook bij de cliëntenraad nieuwe doelgroepen in beeld. Er worden al maatregelen getroffen om jonggehandicapten te kunnen begeleiden, maar deze zijn nu niet vertegenwoordigd in de gemeentelijke cliëntenraden.

Voor het debat Nieuwe uitdagingen voor cliëntenraden: - beschikken over kennis en vaardigheden om nieuwe doelgroepen (als lid van een cliëntenraad) te betrekken. - samenwerking met cliëntenraden van zorginstellingen, regionale cliëntenorganisaties en Wmo-raden. - innovatieve benaderingen om ervaringskennis van specifieke klantgroepen zoals mensen met autisme in beeld te krijgen.

Een integrale kijk op de mens Cliënten van de sociale zekerheid, hebben ook ondersteuningsvragen op andere levensterreinen. Ongeacht de decentralisatie is samenhang van beleid voor deze mensen van het grootste belang. Die samenhang gaat verder dan de (gemeentelijke) WMO: ook AWBZ en (passend) onderwijs horen hierbij.

Voor het debat - Cliëntenraden kunnen hun inbreng versterken omdat zij de problematiek van cliënten het beste kennen. Volgens rapporten over stapeling (Nicis/Ecorys) is hier nog maar beperkt inzicht in). - Conclusie van een expertmeeting van Movisie en LCR: ontdek samenhang via persona’s3 en leg op die manier contact met andere cliëntenraden en beleidsmakers.

3 Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karakterisering van een bepaald type van gebruiker. 28

Van overlegparticipatie naar…? Nu zijn organisaties verplicht om overleg te voeren met cliënten(raden). Past dit model in de toekomst van burgerparticipatie? Is het bestuderen van en adviseren over stukken alleen wel effectief genoeg om de belangen van cliënten te behartigen?

Voor het debat: Hans Spigt heeft in zijn Ab Harrewijn-rede (2011) de suggestie aan de hand gedaan om de cliëntenkracht verder te ontwikkelen naar het model van de ANWB en de Consumentenbond. Producten bieden én invloed uitoefenen op het beleid. Hans Spigt discussieert op het LCR congres mee over de toekomst van de cliëntenparticipatie.

De arbeidsmarkt Het kabinet rekent op grote tekorten op de arbeidsmarkt. De LCR verwacht echter dat mensen met een zwakke positie op de arbeidsmarkt toch vaak buitenspel blijven staan. Voldoet het arbeidsmarktbeleid van de werkpleinen en gemeenten wel?

Voor het debat - De LCR ontwikkelt een duidelijker visie om de arbeidsmarkt beter open te stellen voor mensen die dreigen weg geselecteerd te worden. - LCR en cliëntenraden kunnen zich meer positioneren als overlegpartner van werkgevers: zelfs mogelijke bondgenoot van werkgevers die maatschappelijk verantwoord willen ondernemen. - Werkgevers zijn ook cliënten van onze sociale zekerheid. Zij zijn ook niet onverdeeld tevreden over de dienstverlening. Start samen projecten op voor een betere dienstverlening.

Sociale zekerheid Tot op heden volgt de organisatie van cliëntenparticipatie de organisatie van de sociale zekerheid. Maar wat gebeurt er met de sociale zekerheid? Wordt de eigen verantwoordelijkheid leidend? Welk effect heeft dit op cliëntenparticipatie? Bij de private uitvoering van de WGA is geen cliëntenparticipatie geregeld.

Voor het debat - We oriënteren ons op de scenario’s van de toekomstige sociale zekerheid. - Professor Nicole van Gestel geeft op ons congres een aftrap.

Samen sterk staan De LCR constateert dat cliëntenraden veel meer uit hun samenwerking kunnen halen. Cliëntenraden realiseren hun doelen in het politiek-bestuurlijke domein. Hiervoor is een goede representatieve inbreng vanuit de ledenorganisaties van het grootste belang. Het is belangrijk dat het bewustzijn hierover toeneemt. Een bewustere afstemming tussen lokale cliëntenparticipatie en de LCR. Maar ook samen met cliëntenorganisaties, gericht op alle aspecten van het leven, kan het rendement van cliëntenparticipatie vergroten.

Voor het debat - met cliëntenraden wordt met behulp van een schema wordt het belang besproken van (betere) samenwerking.

29

Contouren van toekomstige cliëntenparticipatie De LCR gaat met alle spelers in het veld op zoek naar de contouren van de toekomstige cliëntenparticipatie. Hierbij worden de volgende stellingen gebruikt: - een aparte wet voor cliëntenparticipatie, voor een betere borging en samenhang tussen cliëntenraden. - Introduceer een vijfde functie van cliëntenparticipatie. Alternatieven voor beleid ontwikkelen, projectmatig initiatieven nemen en zich daarbij ook te richten op andere organisaties (zoals werkgevers). - Andere competenties van cliëntenraden zijn nodig. Meer netwerken buiten het eigen domein, de gemeenteraad betrekken bij cliëntenparticipatie en een bredere deskundigheid. - De toekomst vraagt om innovatie van instrumenten en werkwijzen. Zoals het leren creëren van persona’s en de toepassing van social media om achterbannen te raadplegen.

Ter afsluiting Cliëntenparticipatie is in 25 jaar op poten gezet en het werkt! Maar verslapping van de aandacht dreigt. De kwaliteit kan hoger en nieuwe tijden vragen om vernieuwing. Cliëntenparticipatie is toe aan een volgende fase. We zien ernaar uit het debat te voeren over de toekomst van cliëntenparticipatie met de cliëntenbeweging, de overlegpartners en andere geïnteresseerden. Het congres, met de Ab Harrewijn-rede en vele andere programmaonderdelen, staat in het teken van die toekomst. Dat 2012 een levendig en vruchtbaar feestjaar mag worden!

30

Bijlage d

Programma Congres Landelijke Cliëntenraad 29 maart 2012 Op naar cliëntenparticipatie 2.0!

Dagvoorzitter: Tom van ’t Hek

9.30 uur Ontvangst/bezoek infomarkt

10.15 uur Opening: Interview met Gerrit van der Meer (voorzitter LCR) door Tom van ’t Hek

10.25 uur Ab Harrewijn-rede

10.50 uur Interview met Gerrit van der Meer (voorzitter LCR) door Tom van ’t Hek

10.55 uur Intermezzo door Joop Vos

11.00 uur Cliënt in Beeld-prijs

11.30 uur Van plenaire zaal naar workshopruimtes (koffie en thee in de ruimtes)

13.00 uur Lunch

14.00 uur Presentatie door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer P. de Krom

14.25 uur Interview met Gerrit van der Meer (voorzitter LCR) door Tom van ’t Hek

14.35 uur Intermezzo Joop Vos

14.45 uur Sociale Zekerheid in de toekomst Prof. dr. Nicolette van Gestel (Radboud Universiteit en Universiteit van Tilburg)

15.10 uur Pauze

15.50 uur Panel en zaaldiscussie over de weg naar cliëntenparticipatie 2.0

16.30 uur Inhoudelijke afsluiting door de voorzitter van de LCR

16.40 uur Feestelijke afsluiting door Joop Vos

17.00 uur Borrel

18.00 uur Buffet

31

Workshops

Workshop 1: Mensen met een verstandelijke beperking in de cliëntenraad? Kan dat wel? Vanaf 2013 zullen steeds meer mensen met een (lichte) verstandelijke beperking te maken krijgen met gemeentelijke organen zoals de WMO, maar ook de uitvoering van de WWnV. Ook hun belangen moeten in de gemeentelijke cliëntenraad worden behartigd, maar hoe. Workshop van Dorien Kloosterman, beleidsmedewerker Arbeid & Inkomen van Platform VG.

Workshop 2: ‘Contact gewenst?!’ Wetend dat één op de vier Nederlanders ooit de kans loopt om met de GGZ in aanraking te komen, is deelname aan een cliëntenraad vanuit deze doelgroep van groot belang. Maar hoe bereik je deze medeburgers? Workshopleiders waren Tino Gnocchi, Kwaliteitsmedewerker bij het LSR en Marcella Kleine, Cliëntvertrouwenspersoon bij het LSR en Ondersteuner van cliëntenraden in de forensische psychiatrie.

Workshop 3: Aan de slag met diversiteit. U bent aan zet! Deelnemers gingen interactief en praktisch aan de slag met een diversiteitsscan van hun organisatie. Zij kregen instrumenten aangereikt om diversiteit in de medezeggenschap te organiseren. De workshop is gegeven door mw. Fatos Ipek-Demir, adviseur bij HOF, Promotie Haags Vrijwilligerswerk.

Workshop 4: Jongeren komen wel voor zichzelf op! Cliëntenraden komen op voor de belangen van álle cliënten, mensen met een beperking, oud én jong. Komt dit ook tot uitdrukking in de samenstelling van de raden? Tips en tricks krijgt u van Marieke Mulder en Imke de Graaf.

Workshop 5: Cliëntenparticipatie en de verbinding tussen Wmo en WWNV De veranderingen in het sociale domein hebben gevolgen voor de manier waarop medezeggenschap georganiseerd moet worden. Movisie informeerde over de veranderingen in cliëntenparticipatie. Een workshop van Karin Sok (projectleider kennisprogramma cliëntenparticipatie) en Marjoke Verschelling (adviseur participatie kwetsbare groepen).

Workshop 6: Zuinig met beleid In 2012 wordt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ingevoerd. In deze workshop is uitgelegd aan welke knoppen de gemeente (op advies van de cliëntenraad) kan draaien om de schuldhulpverlening overeind te houden met een krimpend budget. De workshop is verzorgd door Martijn Schut, adviseur bij Stimulansz.

Workshop 7: De werkelijke waarde van jobcoaching voor cliënten Via de methodiek van Supported Employment kunnen mensen, vaak jonggehandicapten, werknemer en collega worden. In de workshop werd aan de hand van cases duidelijk hoe mensen via een individuele benadering werknemer en collega worden. De workshop is, namens het Kennisplatform Jobcoaching, begeleid door Ton Albers van Refrisken Frans Hoebink van VAC.

Workshop 8: Zin en onzin van digitale dienstverlening In deze workshop gaan Yvette Bommeljé en Peter Keur in op de zin en onzin van digitale dienstverlening. Deelnemers hebben een hand-out ontvangen met relevante achtergrondinformatie over dit onderwerp. Yvette en Peter zijn adviseur bij Zenc. Zij leverden zeer divers materiaal aan.

32

Workshop 9: Een goede werkgever in plaats van een uitkering Steeds meer werkgevers zien kansen om mensen met een grote achterstand op de arbeidsmarkt in hun organisatie op te nemen. In de workshop is een beeld gegeven van de verschillende ontwikkelingen waarbij werkgevers bewust een ander personeelsbeleid voeren. Dorien Verhoeven van Kenniscentrum Crossover verzorgde samen met een werkgever de workshop.

Workshop 10: Wet werken naar vermogen actueel In deze workshop wordt de laatste stand van zaken gegeven van de Wet werken naar vermogen. Else Roetering en Branko Hagen van de LCR hebben deze workshop verzorgd.

33

Verslag Congres 2012 - Op naar cliëntenparticipatie 2.0! Goede sprekers, een boeiend workshopprogramma, een aansprekende ‘vrolijke noot’ en…de staatssecretaris zou komen. Alle elementen waren aanwezig om het LCR- jubileumcongres van 29 maart 2012 succesvol te laten zijn. En dat is ook gebleken. Nog nooit waren de reacties van de deelnemers zò positief over programmaonderdelen.

Sneltram Het spande er in de vroege ochtend van 29 maart even om of alle deelnemers tijdig aanwezig zouden zijn in NCB De Blokhoeve te Nieuwegein. Een ongeval met de sneltram leek te zorgen voor urenlange vertragingen. De congresorganisatie regelde binnen 10 minuten bussen die deelnemers vanaf station Utrecht Centraal naar Nieuwegein konden brengen. Uiteindelijk liep het allemaal met een sisser af. Het programma kon gewoon op tijd beginnen.

Politieke ontwikkelingen Voorzitter Gerrit van der Meer heette de aanwezigen welkom met een bespiegeling op de sociale zekerheid. ‘We vieren nu ons tienjarig bestaan. De politieke ontwikkelingen zorgen ervoor dat wij ons af moeten vragen of het stelsel van de sociale zekerheid straks nog het stelsel is waarin we ons kunnen vinden. En hoe staat het met cliëntenparticipatie. Dat is nu al niet vanzelfsprekend, want het blijkt dat 20 procent van de gemeenten nog niet over enige vorm van cliëntenparticipatie beschikt. Maar hoe is het straks? Dat cliëntenparticipatie nodig blijft, hebben we gezien bij de Ronde Tafel Gesprekken over de Wet werken naar vermogen (WWNV). Wij hebben ons sterk gemaakt voor ideeën om deze wet te verbeteren. Die rol blijven we vervullen. Dat hebben we de eerste tien jaar gedaan en daar gaan we nog even mee door.’

Ab Harrewijn-rede Al direct na het openingswoord stond de Ab Harrewijn-rede gepland. Verrassingsspreker was Paul Dekker, hoogleraar Civil Society aan de Universiteit van Tilburg en hoofd van de onderzoeksgroep Participatie & Bestuur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Hij maakte een vergelijking tussen civil society en cliëntenparticipatie. Een heel andere benadering, maar wel een erg boeiende. Zijn powerpoint presentatie is als bijlage opgenomen.

Cliënt in Beeld-Prijs Daarna was de Cliënt in Beeld-prijs aan de beurt. Het leek wel alsof het jubileumjaar voor extra gouden randjes zorgde. Zowel de juryprijs (het juryrapport is in de bijlage van dit jaarverslag te vinden) als de publieksprijs gingen naar de Cliëntenraad Sociale Zekerheid Amersfoort. Als extraatje werd er een inspiratieprijs uitgereikt aan een initiatief dat nog niet direct resultaat laat zien, maar wel anderen kan inspireren. Winnaar hiervan (met een geldbedrag van 1000 euro) was de Cliëntenraad ZO RIWB IJsselvlecht te Zwolle. Als verrassing was er voor alle deelnemers aan het einde van het congres het boekje ‘10 jaar Cliënt in Beeld-prijs - het tweede vijftal 2008-2012’. Daarin zijn alle prijswinnaars opgenomen, maar kon de publieksprijs nog niet worden vermeld omdat het boekje voor het jubileumcongres was gedrukt. Het boekje is mogelijk gemaakt dankzij steun van PGGM.

Joop Vos In de ochtend stond de eerste van drie optredens van Joop Vos gepland. Het is niet eenvoudig om zijn werk te omschrijven. Hij noemt het zelf cabaretesk maatwerk. En dat is het ook. Met scherpzinnig tekstgebruik fileerde hij het eerste deel van het congres op erg humoristische wijze. De deelnemers, die eerst nog afwachtend reageerden, kreeg hij uiteindelijk in zijn geheel aan het zingen. Ook dit programmaonderdeel kreeg een erg goede beoordeling van het publiek.

34

Workshops Sinds een aantal jaren vinden de workshops van het LCR congres in de ochtend plaats en dat blijkt een goede zet. De deelnemers hebben veel meer gelegenheid om na te praten over de informatie die daarbij is gekregen.

Staatssecretaris Na de lunch stond de staatssecretaris op het programma. Vanwege de besprekingen in het Catshuis was het spannend of Paul de Krom aanwezig zou kunnen zijn, maar het is allemaal gelukt. Hij kwam met een cadeautje voor de LCR: een subsidie van ruim een ton om de lokale cliëntenraden goed te informeren over de komst van de WWNV. Dat lijkt een groot bedrag, maar in de wandelgangen werd al gefluisterd dat dit lang niet toereikend is om deze grote omslag goed onder de aandacht te brengen in het hele land. Uiteraard kon Joop Vos naderhand deze bijdrage én het boe-geroep uit de zaal prachtig inpassen in zijn programma.

Civil Society Civil Society kwam als thema ook in het middagdeel terug tijdens de bijdrage van Prof. dr. Nicolette van Gestel van de Universiteit Tilburg en de Radboud Universiteit. Zij toonde zich een ervaren spreker en haakte nog in op de woorden van de staatssecretaris. ‘De staatssecretaris kijkt in tevredenheid terug op het verleden, maar de zaal is niet tevreden. Waar ligt dan de waarheid. Als we kijken naar de rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau van 2007 (Beter aan het werk) en 2010 (Werken aan werk) is de arbeidsparticipatie gestegen. Maar dat geldt niet voor mensen die langdurig aan de kant staan, zoals arbeidsgehandicapten, mensen in de WW of in de bijstand. Daar is de arbeidsparticipatie niet gestegen en zelfs gedaald. En dat heeft staatssecretaris De Krom niet genoemd.’

Paneldiscussie Nicolette van Gestel schoof daarna aan bij de paneldiscussie. Daar zaten ook Bernique Tool (secretaris/penningmeester én directeur van CNV jongeren) en met Dick Buursink (Statenlid Provincie Overijssel). Zij discussieerden onder de deskundige leiding van dagvoorzitter Tom van ’t Hek over drie stellingen. De stelling Traditioneel raadswerk is prima, maar het is effectiever om daarnaast andere initiatieven te ondernemen kreeg bijval van zowel de panelleden als de zaal. Met daarbij een waarschuwing dat niet alle traditionele vormen weggegooid moeten worden om maar te vernieuwen. Een en/en benadering is het beste. Vanuit de zaal kwamen verschillende tips. Zoals het samenwerken met andere organisaties in het veld om zo meer input te krijgen voor het eigen raadswerk. Centrale boodschap: je moet zelf goed bedenken wat je als organisatie wilt bereiken en dat moet je doen los van systemen. Je moet jezelf niet in een keurslijf laten zetten, maar daar juist uitbreken.

Tweede stelling De tweede stelling Cliënten moeten zich verenigen in een vereniging als de Consumentenbond: ledenbinding en macht van het getal leverde wat meer tegenstelling op. Aan de ene kant werd deze gedachte onderschreven, omdat er een benadering vanuit de leden zou worden gevonden. Aan de andere kant is de collectiviteitsgedachte in deze samenleving op zijn retour. Er zou een vorm gevonden moeten worden die aansprekend genoeg is. Bernique Tool: ‘Kijk welke organisaties op deze manier werken en zoek dan samenwerking. Anders moeten de organisatievormen van de cliëntenraden eerst veranderen om deze benadering te kunnen kiezen.’ Nicolette van Gestel: ‘Bundeling van initiatieven lijkt me heel zinvol. Het idee dat er rechtstreeks hulp geboden kan worden, is zo gek nog niet.’

35

Derde stelling De laatste stelling Cliënten krijgen de invloed die ze zelf verdienen werd een interessante gedachte gevonden. Ook daar kwam een andere manier van werken aan bod. Eigenlijk, zo memoreerde Van Gestel, moet een LCR zich achter de oren krabben als de staatssecretaris hem een compliment geeft. Alle cliëntenraden zijn erbij gebaat om een eigen koers te varen en zich niet te veel te laten inbedden in bestaande structuren.

Slotwoord In zijn slotwoord kwam Gerrit van der Meer hier nog op terug. ‘Wij willen net als de staatssecretaris dat er veel mensen aan het werk komen en dat het begrotingstekort wordt teruggedrongen. We hebben alleen andere ideeën over de uitvoering, maar we zijn wel zo fatsoenlijk om hem aan het woord te laten en met hem in gesprek te blijven.’ En Van der Meer vervolgde: ‘We moeten het ons aantrekken dat mensen als Nicolette van Gestel ons voorheen niet kenden. Wij moeten, en dat geldt voor alle cliëntenraden, zorgen dat de aandacht op ons wordt gericht en dat we meer exposure krijgen. Daar gaan we de komende jaren hard aan werken.’ Joop Vos besloot het congres op geheel eigen wijze, met een passend lied 'Duizend bloemen'. Opvallend daarbij was dat de zaal nog nooit zo lang zo vol was gebleven. Met recht een goede jubileumviering.

Opvallend: tweetfountain Tijdens het LCR congres werd duidelijk hoezeer de organisatie met de tijd meegaat. Al enkele dagen eerder werd #LCRcongres gelanceerd. Alle deelnemers konden hun tweet voorzien van deze hashtag. Die verschenen vervolgens op een roulerend beeld in de hal naast de ingang. Het verwoede getwitter leidde er zelfs toe dat #LCRcongres op 29 maart 2012 een uurtje trending topic was!

36

Bijlage e

Cliënt in Beeld-prijs 2012 Tijdens haar jaarlijkse congres reikt de Landelijke Cliëntenraad de Cliënt in Beeld-prijs uit. Voorafgaand aan het congres stelt de LCR elk jaar een jury samen. De juryleden maken een selectie uit de inzendingen en deze worden genomineerd. Van de genomineerden wordt een filmportret gemaakt. Tijdens het congres worden twee prijzen uitgereikt: de juryprijs en de publieksprijs. In het kader van het 10-jarig bestaan van de LCR mocht de jury dit jaar zelfs nog een derde prijs toekennen.

Juryprijs Na de beoordeling van de inzendingen kiest de jury enkele genomineerden. Uit die overgebleven inzendingen kiezen de juryleden de winnaar voor de juryprijs. De winnaar ontvangt een beeldje en een geldbedrag van € 2.500,00.

Publieksprijs De genomineerden worden tijdens het congres met filmportretten in beeld gebracht. De deelnemers aan het congres kiezen de winnaar van de publieksprijs. Deze prijs bestaat uit een glasobject en een geldbedrag van € 2.500,00.

Extra prijs De LCR bood de jury dit jaar de mogelijkheid om, naast de juryprijs, een extra prijs toe te kennen. Daarvoor kwam ‘een goed voorbeeld waarvan het resultaat nu nog niet meteen zichtbaar hoeft te zijn’ in aanmerking. De jury gaf deze prijs de naam ‘Inspiratieprijs’. Hier is een geldbedrag aan verbonden van € 1.000,00.

Jury De jury was dit jaar als volgt samengesteld: IJmert Muilwijk, voorzitter CNV Jongeren, voorzitter Fatoş Ipek – Demir, HOF, promotie Haags Vrijwilligerswerk, extern lid Karin Sok, projectleider cliëntenparticipatie Movisie, extern lid Jan Zwanepol, LCR, namens werkgroep congres.

Gerrit van der Meer (voorzitter LCR) en Branko Hagen (beleidsadviseur LCR) waren toegevoegd als adviseurs en Ger Ramaekers (stichting CliP) als secretaris.

Thema Het thema van de Cliënt in Beeld-prijs 2012 is: het bevorderen van de kwaliteit van cliëntenparticipatie.

Voordrachten Bij de LCR zijn veertien voordrachten ontvangen voor de Cliënt in Beeld-prijs 2012.

De voordrachten kwamen uit alle windstreken en uit zes provincies: Friesland, Drenthe, Overijssel, Utrecht, Zuid Holland en Noord Brabant.

Verheugend was dat het aantal voordrachten weer een stijgende lijn kende. Na achttien voordrachten in 2009, steeg het aantal dit jaar tot veertien, na twee mindere jaren met tien (2010) en negen voordrachten (2011).

37

Heel divers is dit jaar de herkomst van de voordrachten:

UWV districtraad 3 X Wsw-raad 3 X Wwb-raad 4 X Cliëntvertegenwoordiging Werkplein 1 X Anders 3 X

Die herkomst had in enkele gevallen tot gevolg dat een voordracht buiten de basale criteria ‘sociale zekerheid’ en ‘cliëntenparticipatie’ viel. De Cliënt in Beeld-prijs heeft in tien jaar tijd blijkbaar belangstelling in een brede kring kunnen opwekken. Het is een goede zaak dat cliëntenraden in de sociale zekerheid zo ook kennis kunnen nemen van andere vormen van cliëntenparticipatie.

Nominaties De jury is op 8 februari 2012 bijeen geweest om de voordrachten te bespreken en tot de nominaties te komen.

Bij haar beoordeling hanteerde de jury de basiscriteria van deze prijs: sociale zekerheid en cliëntenparticipatie, en het thema voor dit jaar ‘het bevorderen van de kwaliteit van cliëntenparticipatie’. Daarbij waren voor de jury belangrijke aandachtspunten:

• Cliëntenparticipatie = breder dan inspraak • Betrokken zijn bij, proactief handelen • Actief zijn in het veld (ken je achterban, weet wat er leeft) • Representatief, oog voor belangen van cliënten • Met, voor en door cliënten • Wat bereik je?

Daarnaast werden enkele kwalitatieve criteria gehanteerd: • Innovatief, in hoeverre is het nieuw of vernieuwend • Toekomstbestendig, bijvoorbeeld met het oog op de veranderingen die de Wet werken naar vermogen teweeg zal brengen • Voorbeeldfunctie, bijzonder • Overdraagbaarheid • Impact = effect, omvang, meetbaar (SMART geformuleerd) resultaat, bereik

Genomineerden Twee Wsw-raden en een Wwb-raad werden genomineerd: • Wsw-raad Utrecht • SW-raad GRWRE/Ergon Eindhoven • Cliëntenraad sociale zekerheid Amersfoort.

38

Cliëntenparticipatie Wsw-raad Utrecht De Wsw-raad heeft zich vanaf de oprichting in 2009 ontwikkeld tot een actieve en serieuze gesprekspartner voor de gemeente Utrecht. Het eerste jaar was een jaar van bouwen aan een stevig fundament. De Wsw-raad heeft veel energie gestoken in het bereiken van de achterban. Voor alle personen op de wachtlijst werd in september 2010 een bijeenkomst georganiseerd. Hun ervaringen leverden stof op voor een ongevraagd advies aan B&W. Het is een stabiele raad met vrijwel geen verloop. Er is gewerkt aan goede relaties met de OR van het SW-bedrijf en andere organisaties. De Wsw-raad Utrecht zoekt een actieve en constructieve samenwerking met de gemeente, denkt proactief mee over het Wsw-beleid, geeft mondelinge en schriftelijke adviezen. De Wsw-raad werd al in een vroeg stadium betrokken bij de herstructurering van de sociale werkvoorziening. Wsw-raad en gemeente zijn het niet altijd eens met elkaar, maar werken constructief met elkaar samen.

Oordeel: Een stabiele proactieve raad zijn is al vrij bijzonder. Zij zijn in vrij korte tijd geslaagd, draaien goed, hebben een goede relatie met gemeente. Zeer goed is ook de aandacht voor deskundigheidsbevordering, en hoe dat de kwaliteit van de cliëntenparticipatie beïnvloedt. Deze werkwijze zou niet bijzonder moeten zijn, maar ze zijn hard op weg om daar boven uit stijgen. De voordracht zelf is kwalitatief ook goed. Het is niet innovatief, maar wel een goed voorbeeld. Als alle cliëntenraden zo zouden functioneren…

(Hinderlijk) volgen Cliëntenraad sociale zekerheid Amersfoort (Hinderlijk) volgen is niet zozeer een project, maar eerder een motto en een werkwijze van deze cliëntenraad. Gedurende het gehele jaar 2011 heeft de CR elke raadsvergadering, hoorzitting, ronde en debat waarin de in het collegeakkoord dichtgetimmerde bezuinigingen op het minimabeleid aan de orde kwam, met inhoudelijk scherpe en soms humoristische bijdragen verrijkt. De cliëntenraad corrigeerde en weersprak consequent de beeldvorming die fracties en afzonderlijke raadsleden oproepen als het om de mensen gaat die de cliëntenraad vertegenwoordigt. De cliëntenraad is een gerespecteerde en geaccepteerde speler gebleken: soms zeer hard op de inhoud en de gevolgen, ook hard waar raadsleden lieten blijken nauwelijks te weten wat de werkelijkheid is voor de getroffen minima waarover ze besluiten. Dit alles met behoud van goede verhoudingen. “Nu onze gesprekspartner, Maatschappelijke Ontwikkeling Amersfoort, de afgelopen vier jaar tot drie keer toe verkozen is tot beste sociale dienst, lijkt het goed ook de bijdrage van de Cliëntenraad daaraan afzonderlijk zichtbaar te maken.”

Oordeel: Heel slim, positief, strategisch, getuigt van deskundigheid (lobby en kennis), prikkelen van de gemeenteraad om zich te bemoeien met zaken waar je als cliëntenraad voor staat en waar de gemeenteraad over gaat. Zij zijn niet bang om afkeuring te laten blijken, maar ze complimenteren raadsleden ook. Heel belangrijk om, indien nodig, een beroep te kunnen doen op hun medewerking. De praktijk leert dat je met een goed verhaal leden van de gemeenteraad over de streep kunt trekken. Veel cliëntenraden zijn huiverig om de route naar de gemeenteraad te volgen. Zij hebben een aardige strategie ontwikkeld om raadsleden te volgen. Als methode wens je dit alle cliëntenraden toe, naast wat je nog meer in huis hebt als cliëntenraad.

39

Succesvol opereren in het politieke landschap SW-raad GRWRE/Ergon Eindhoven Een zelfstandige, onafhankelijke en onderscheidenlijke opstelling loont. De SW-raad GRWRE/Ergon heeft voor zichzelf een serie criteria geformaliseerd ter bevordering van de beleidsbijsturende rol van de SW-raad.

1. Een onafhankelijke voorzitter. 2. ‘Buitenleden’ in de raad. 3. Een reëel, professioneel budget. 4. Opleiding, training en begeleiding. 5. Informatie uit de eerste hand. 6. Actief contact met de OR. 7. Direct contact met de beleidsmakers. 8. Direct contact met het bestuur. 9. Actief contact met directie en management. 10. Actieve benadering van de gemeenteraden. 11. Contact met andere SW-raden. 12. Zichtbaar zijn in het landelijke circuit/netwerken. 13. Leuke dingen doen. 14. Rekening houden met ieders kwaliteiten. 15. Een actie/jaarplan. 16. Een verordening die ruimte schept. 17. Zelfstandig apart vergaderen/beraadslagen. 18. Een Ambtelijk Secretaris. 19. Proactief optreden. 20. Geduld betrachten.

Dankzij het werken volgens bijgaande criteria is het gelukt om een plaats te veroveren in de intergemeentelijke politieke participatie.

Oordeel: Goed georganiseerde raad met heldere criteria. Bijvoorbeeld 14: rekening houden met ieders kwaliteiten, zorgen dat iedereen kan meekomen. Het geeft ook een goed voorbeeld van toepassing van vrijwilligersmanagement. Het is een soort handboek om te beoordelen wanneer je het als cliëntenraad goed doet. Ze kijken heel erg in de breedte, en zetten in op samenwerking. Ze hebben een goed oog voor de ontwikkelingen in de sociale zekerheid: samenwerking wordt steeds belangrijker. De Wet werken naar vermogen, ontwikkelingen in AWBZ en Jeugdzorg. Transities die gemeenten in samenhang gaan oppakken en in samenwerking. Daarmee wordt samenwerking ook voor belangenbehartigers en adviesraden van steeds groter belang. Dit is een prima voorbeeld dat ook op andere plaatsen toepasbaar is.

40

Winnaar juryprijs De jury heeft unaniem besloten om de Cliënt in Beeld-prijs 2012 toe te kennen aan de cliëntenraad sociale zekerheid Amersfoort.

Door de jury gewaardeerde aspecten bij deze voordracht: slim, positief, strategisch, deskundig (lobby en kennis). De jury wil met de toekenning onderstrepen dat een cliëntenraad ook oog dient te hebben voor de rol van de gemeenteraad. Veel cliëntenraden zijn huiverig om de route naar de gemeenteraad te volgen. Terwijl de praktijk leert dat je met een goed verhaal leden van de gemeenteraad over de streep kunt trekken.

De cliëntenraad sociale zekerheid Amersfoort heeft een strategie ontwikkeld om raadsleden te volgen. Die strategie omvat beide kanten: afkeuring en complimenten. Het is de kunst om daarin de balans te vinden. En vooral het geven van complimenten kan van belang zijn: indien nodig kun je dan ook een beroep doen op hun medewerking.

Deze methode, of beter deze manier van werken, zou elke cliëntenraad, naast wat je nog meer in huis hebt, in zijn gereedschapskist moeten hebben. Amersfoort bewijst dat het werkt!

Winnaar Inspiratieprijs De extra prijs, in het kader van het 10-jarig bestaan van de LCR, bood de mogelijkheid om een interessante ‘buitenstaander’ voor het voetlicht te brengen. De jury verleende de ‘Inspiratieprijs’ aan de cliëntenraad ZO van RIBW IJsselvlecht te Zwolle. Wij doen Mee RIBW IJsselvecht Cliëntenraad ZO Zwolle

Cliëntenraadsleden maken zich zorgen over de veranderingen van hun dagbesteding (AWBZ - WMO). Ze Hebben zelf een presentatie gemaakt. Bij hun foto vertellen cliënten zelf waarom de dagbesteding voor hen zo belangrijk is. Dat komt heel indringend (“professioneel gepresenteerd, kippenvel, beter beeld van toekomstige doelgroep”) over bij wethouders, beleidsmedewerkers, WMO baliemedewerkers, woningstichting en zorgverzekeraars. De eerste presentatie werd samen met de manager verzorgd bij een gemeente (wethouder en een beleidmedewerker). Bij een symposium van de drie zorginstellingen in Overijssel werd een workshop gegeven. In de komende maanden volgen nog vijf gemeenten. Andere cliëntenraden hebben ook stappen ondernomen om zich in hun gemeentes zichtbaar te maken.

Wat spreekt de jury aan: innovatief, dicht bij mensen, positief, heel proactief, heft in eigen hand nemen. Deze cliëntenraad heeft met dit initiatief veel aandacht gegenereerd, maar over het uiteindelijke resultaat valt nog niet veel te zeggen. Vanwege het werkterrein ‘ziekte/handicap en werk’ is de koppeling naar cliëntenparticipatie sociale zekerheid op het eerste gezicht niet zo duidelijk. Niet uitgaan van beperkingen, maar van wat mensen wel kunnen. Laten zien wat mensen wel kunnen, dat past zeker bij de ontwikkelingen van de Wet werken naar vermogen. Dat is een model voor de toekomst. En het is zeker een vorm die cliëntenraden in de sociale zekerheid ook kunnen toepassen.

Het volledige juryrapport is te vinden op de website van de LCR (www.landelijkeclientenraad.nl)

41

Bijlage f

Civil society en cliëntenraden Ab Harrewijnrede, Nieuwegein 29 maart 2012 Paul Dekker

Hartelijk dank voor de uitnodiging. Ik vind het een eer hier te mogen spreken. Dat ga ik doen als buitenstaander: iemand die zich op het Sociaal en Cultureel Planbureau en de universiteit al langer bezig houdt met civil society, met inspraak en andere vormen van burgerparticipatie, maar zich niettemin nooit in cliëntenraden verdiepte. Inmiddels ben ik dankzij alle informatie van Branko Hagen wel iets meer ingewijd in de wereld van de cliëntenraden, maar ik wil me toch maar even als verwonderende buitenstaander blijven gedragen. Daar hebt u hopelijk ook het meeste aan.

Maar laat ik eerst de LCR feliciteren met zijn tienjarig bestaan. Dat is een hele tijd op het beweeglijke terrein van de sociale zekerheid. Veel succes gewenst met de komende tien jaar. Het is ook bijna tien jaar geleden dat Ab Harrewijn overleed op 47-jarige leeftijd, een week na de moord op Fortuyn en twee dagen voor de Kamerverkiezingen, waarbij hij kandidaat was. De thema’s waar hij mee bezig was, zijn tien jaar na zijn dood nog steeds en opnieuw hoogst actueel: geloof en politiek, topinkomens en bovenal groepen aan de ‘onderkant’. Ik ga mijn best doen in deze naar hem vernoemde rede.

Mijn invalshoek is de civil society, de participatiekant van uw werk, niet sociale zekerheid. Ik begin met de spanning tussen ideeën over de civil society en cliëntenraden, dan volgt een intermezzo met enquêtegegevens en dan ga ik door over de echte civil society en cliëntenraden.

Civil society Cliëntenraden Ik begin met de tegenstelling van de civil society en cliëntenraden. In definities van de civil society gaat het ofwel om een deel van de samenleving of om een goede samenleving, een beschaafde, civiele samenleving. In het eerste geval staan vrijwillige verbanden, verenigingen en lossere verbanden centraal. In ieder geval is het geen staat/overheid en in de overgrote meerderheid van definities ook geen markt/bedrijfsleven of gezin/privésfeer. Als ideaal van de samenleving heeft de civil society verschillende betekenissen. Van oudsher is er de tegenstelling tot de dictatoriale en dominante staat: als ideaal van een samenleving die zichzelf reguleert en bestuurt door vrijwillige verbanden, door burgers die uit zijn op het ontdekken en ontwikkelen van hun gemeenschappelijke belangen, tolerant tegenover de diversiteit van opvattingen en belangen in hun midden (geweldloos, respectvol, ook terughoudend in de behartiging van het eigenbelang) en de overheid kritisch volgend en bereid om te protesteren. Kijken we naar de ontwikkeling van het ideaal in Nederland, dan zien we dat de afgelopen jaren dat dat laatste politieke element naar de achtergrond is verschoven. Civil society werd in de jaren negentig in ons land welkom geheten als begrip van de dappere oppositie tegen Oost-Europese en andere dictaturen, maar het is steeds meer een oproep geworden van Wmo-wethouders om voor elkaar te zorgen, zeg maar de ‘zorgzame samenleving’ die sommigen van u nog zullen kennen uit de tijd van minister Brinkman. De andere ontwikkeling is die van een sterkere benadrukking van ‘eigen verantwoordelijkheid’ in de zin van minder rekenen op de overheid. Sinds het aantreden van het kabinet Cameron in het Verenigd Koninkrijk staat daarvoor ‘big society’ in tegenstelling tot de ‘big government’ van Labour en ook van het individualistische liberalisme van Thatcher. Tot zover de civil society. Dan de cliëntenraden. Omdat u daarvan veel meer weet dan ik, houd ik het korter. Uitgangspunt is de afhankelijke positie van gebruikers, klanten, patiënten

42 etc., van instellingen. Die positie wil je versterken. Het gaat om een betere behartiging van de specifieke belangen van die gebruikers, tegenover het management, eventueel ook tegenover de wetgever, andere regelgevers, financiers etc. In het perspectief van de civil society zijn cliëntenraden grofweg ook een teken van verwording. Idealiter heb je verenigingen die dingen doen voor hun eigen achterban of de grotere samenleving en waar leden democratisch toezicht op houden, als actieve leden richting geven. Denk aan oude woningbouwverenigingen, vakverenigingen etc. Die organisaties zijn geprofessionaliseerd, verbureaucratiseerd en verstatelijkt en nu zitten we met grote non-profitdienstverleners en maatschappelijke ondernemingen zonder actieve leden en moeten we van alles bedenken om gebruikers en andere belanghebbenden (stakeholders) een stem te geven. Maar dat blijft behelpen vanuit het ideaal van de civil society als (deel van de) samenleving gebaseerd op vrijwillige verbanden met actieve burgers. U begrijpt dat op deze wijze bezien de cliëntenraden geen onderdeel zijn van een ideale civil society. Ze organiseren afhankelijke cliënten in plaats van vrije bur3 gers; behartigen slechts een bijzonder belang in plaats van gerichtheid op het algemeen belang, houden geen afstand tot de overheid, maar perfectioneren de afhankelijkheidsrelaties met de instituties van en rond de overheid.

Cijfers opinies & participatie Tot zover geen feestrede en dan ga ik u ook nog belasten met tabellen. Als u dat niet zo ligt, hoeft u er niet naar te kijken, want ik vat ze wel samen. Het gaat om gegevens uit SCP-enquêtes van de afgelopen vijf kwartalen. Ik wil met u kijken naar verschillen tussen twee groepen uitkeringsontvangers – mensen die bijstand ontvangen en werklozen (vanwege de kleine aantallen gecombineerd) en arbeidsongeschikten – verschillen van drie andere groepen: studerenden, mensen met betaald werk en huisvrouwen en -mannen en al of niet vervroegd gepensioneerden. (Het gaat me dus om cliënten van de sociale diensten en het UWV, niet om de cliënten van zorginstellingen etc.) Allereerst iets over zorgen en ontevredenheid. We zien dat arbeidsongeschikten en gepensioneerden/huisvrouwen zich iets meer zorgen maken over hun financiële situatie en de beide groepen uitkeringsgerechtigden wat bezorgder zijn over bezuinigingen en vaker vinden dat het de verkeerde kant op gaat met Nederland. Het meest verschillen ze echter door hun grotere ontevredenheid met de Haagse politiek: van de werklozen en arbeidsongeschikten geeft 60-65% daarvoor een voldoende, bij de scholieren en studenten is dat de helft, bij de betaald werkenden 45%. Dan de percentages die een onvoldoende geven als gevraagd wordt om een rapportcijfer voor vertrouwen in diverse instituties. dat ligt zo rond de 30% voor de media en de groepen verschillen daarin weinig. Bij de vakbonden treedt meer verschil op met aan de ene kant de voortdurend meest positief gestemde studentenen aan de andere kant de arbeidsongeschikten. Met 39% onvoldoendes mag ook van hen de vakbond nog wel door, maar geweldig is niet als je als vakbeweging meent toch zeker ook de belangen van deze groep speciaal te behartigen. Erger is het weer voor de politiek: een meerderheid van de beide groepen uitkeringsontvangers heeft de Tweede Kamer en regering een onvoldoende en hoewel ook de rest van de bevolking over deze instituties het minst positief is, verschillen ze hier weer het sterkst. Gaan we meteen verder met een paar opvattingen over de politiek: Uitkerings4 ontvangers stemmen het minst in met de stelling dat mensen ‘meer eigen verantwoordelijkheid’ moeten nemen en minder moeten rekenen op overheidsvoorzieningen, en ze zijn het er veel meer mee eens dat de overheid onvoldoende doet voor ‘ons soort mensen’ en daar ook eigenlijk niet in is geïnteresseerd.

43

Tabel met kenmerken van uitkeringsontvangers en drie andere groepen (in %)

Studie Betaald Werkloos/ Arbeidson- Huishouden/ werk bijstand geschikt pensioen Zorgen en ontevredenheid Verwacht financiële 16 19 23 30 29 verslechtering Zorgen voor bezuiniging 47 43 51 50 43 voor de eigen situatie Gaat de verkeerde kant op 56 63 69 70 59 met NL Onvoldoende voor de 33 45 60 65 52 Haagse politiek Onvoldoende vertrouwen in Televisie 23 28 26 29 31 Kranten 22 30 31 31 33 Vakbonden 19 32 33 39 34 Tweede Kamer 28 39 60 54 45 Regering 36 43 64 62 47 Opvattingen over politiek Meer eigen verantwoordelijkheid, minder rekenen op 50 53 29 40 54 overheidsvoorzieningen Overheid doet voldoend 34 33 62 68 39 voor mensen zoals ik Politici geven niet veel om wat mensen zoals ik 41 45 71 70 59 denken Participatie Geeft informele hulp 49 61 52 49 61 Doet vrijwilligerswerk 39 44 50 38 50 Gaat zeker stemmen TK 84 86 67 74 86 Grote kans te protesteren tegen een onrechtvaardige 17 13 17 13 11 wet in de TK Bron: Continue Onderzoek Burgerperspectieven 2011/1-2012/1

Ten vierde enkele participatiegegevens. De verschillen zijn niet heel groot en hebben ook niet steeds hetzelfde patroon. Werklozen/bijstandontvangers vallen het meest op door een hoog niveau van vrijwilligerswerk en protestgeneigdheid, maar de minste geneigdheid om te gaan stemmen. Ook arbeidsongeschikten voelen zich minder aangetrokken tot de stembus. Dat bevestigt het beeld van een grotere afstand tot de (Haagse) politiek. Voor wie het duizelt de verschillen heel kort samengevat: uitkeringsontvangers zijn somberder over hun eigen toekomst en die van Nederland en een heel stuk negatiever over de politiek.

44

Cliëntenraden Civil society Tot zover het cijfermatige intermezzo. Ik ga zo op de bevindingen door. Keren we eerst terug naar de civil society, maar nu niet naar hoe die er idealiter uitziet, maar naar wat ervan geworden is, de reëel bestaande civil society. Daarin constateren we dat het zelden zuiver vrijwillige verbanden zijn die maatschappelijke ontwikkelingen dragen en richting geven en dat ‘maatschappelijke ondernemingen’ (grote zakelijk functionerende non-profits met hoogstens vrijwilligers in een dienende rol) de dominante organisatievorm is geworden naast publieke instellingen. Dat constateerden we eerder, maar vanuit het oude ideaal meer als iets wat niet zo had moeten zijn. Nu accepteren we dit en zien we ook de voordelen: op een veel breder front speelt vrijwilligheid een rol en wordt gepraat over maatschappelijke verantwoordelijkheden, van ondernemingen (csr/mvo, mbo etc.) en ook van consumenten. Het idealiseren en romantiseren van een civil society waarin alleen maar ‘echte vrijwilligers’ en autonome verenigingen waardering verdienen, wordt afgewezen. Om veel mensen te bereiken, om toegankelijk te zijn voor nieuwkomers, om impact te hebben, moet je accepteren dat de civil society zich verspreidt over de samenleving: de markt moreler kan maken en de staat responsiever, maar zelf dan ook wat zakelijker en moreler wordt. Die ontwikkeling is er ook in de politiek: van burgerparticipatie 1.o (inspraak, eventueel ook protest van buitenaf, incidenteel) naar burgerparticipatie 2.0 waarin het gaat om vastere vormen van wederzijdse betrokkenheid en intensievere samenwerking. Natuurlijk gaat dat vaak mis en zijn verhoudingen vaak moeizaam en frustrerend, maar er wordt ook veel geleerd. Wat nu in omloop is als reactie op de frustraties is het eerder gememoreerde ideaal van een ‘big society’ waarin met een radicaal beroep op eigen verantwoordelijkheid wordt gestreefd naar herstel van een scherpere scheiding van overheid en samenleving. Ik geloof niet zo in die burgerparticipatie 3.0 (zo wordt het trouwens zelden genoemd, maar ‘derde generatie burgerparticipatie’ is wel gebruikelijk). Hoewel het nuttig kan zijn om zo nu en dan wat meer afstand te creëren, vrees ik dat de ideologie van ‘loslaten’ en ‘op eigen benen stellen’ uiteindelijk meer kapot maakt dan ons lief is (door de beeldvorming van vooruitgang in generaties en een negatief taalgebruik van afhankelijkheid, is het lastig om er tegenin te gaan). In de reëel bestaande civil society kunnen we ook veel positiever tegen de cliëntenraden aankijken. De behartiging van het specifieke belang van uitkeringsontvangers is waardevol voor die groep en ze is van hoger belang als bijdrage aan de balans van maatschappelijke krachten en van de responsiviteit en verantwoording van de betreffende uitvoeringsorganisaties. U weet meer van de successen en tegenvallers van het werk, maar in ieder geval wordt de bijdrage onderkend door de Inspectie Werk en Inkomen in haar evaluatie van cliëntenparticipatie van eind vorig jaar (p. 6: ‘adviezen hebben zeker betekenis’). Daarnaast – en hier verwijs ik naar de tabel – kan deze belangenbehartiging van cruciale betekenis zijn om het zelfvertrouwen van de cliënten op te krikken. Het is van groot belang dat mensen zich niet machteloos overgeleverd voelen aan de instanties en we mogen veronderstellen dat ervaringen met uitkeringsinstanties en daarmee verwante beleidsinstanties sterk doorwerken in gevoelens tegenover de politiek. Gezien de hogere ontevredenheidsscores en het grotere gebrek aan politiek vertrouwen is dat nodig. Niet omdat mensen positief zouden moeten staan tegenover hun regeerders, maar wel omdat ze erin moeten geloven dat ze daar invloed op hebben, dat het zin heeft om zich met de politiek te bemoeien. In het verlengde hiervan noem ik twee andere bijdragen van cliëntenraden aan de reëel bestaande civil society, maar ik voorzie ze van vraagtekens: stimulering / beïnvloeding van het politieke en publieke debat en bevordering van sociaal kapitaal in de achterban, zeg maar het vermogen om elkaar te helpen en om bij te dragen en gebruik te maken van weidsere relaties van vrijwillige hulpbereidheid en collectief handelen.

45

Ik plaats er vraagtekens bij omdat dit het draagvlak en de legitimiteit van cliëntenraden gemakkelijk te boven kan gaan. Deze raden mogen immers geacht worden op te komen voor de gemeenschappelijke belangen van alle klanten van de instelling of het voorzieningenstelsel waaraan men gelieerd is. Dat beperkt de mogelijkheden om specifieke oplossingen te bepleiten en nieuwe wegen in te slaan. En daarmee kom ik op mijn dertiende en laatste slide. Wat kunnen cliëntenraden leren van ervaringen van andere organisaties en bewegingen in de civil society? Ten eerste, denk ik, het belang van idealen, van een positief zelfbeeld. De verdediging van bestaande rechten en verworvenheden heeft maar een beperkte kracht om langdurig enthousiaste participatie te mobiliseren. Daarvoor is meer nodig: het willen realiseren van verbeteringen in de samenleving met een idee van de eigen positieve bijdrage daaraan. Maar dat is niet bij uitstek een cliëntenbelang. Dat is bijna per definitie verdedigend of in ieder geval iets binnen de afhankelijkheidsrelatie. Ten tweede de les van pluriformiteit. Iedereen mag naar zoveel mogelijk aanhang streven, maar monopolies zijn slecht. Als cliëntenraad heb je een monopolie (ook al wordt bij de samenstelling rekening gehouden worden met diversiteit en waren er eventueel kunnen zijn). Ten derde, in het verlengde daarvan, arbeidsdeling. Probeer niet alles zelf te organiseren. Een beweging is vaak succesvoller als er organisaties zijn met verschillende doelstellingen, verschillende radicaliteit en verschillende actierepertoires. ‘Landschapsbeheer’ kan radicaler actie gaan voeren om de natuur te beschermen, maar er is een kans dat de organisatie daarmee wilgenknottende vrijwilligers verliest en weinig wint omdat er al organisaties zijn die beter zijn in actievoeren. Dan kun je beter een beetje afstand houden en coalities sluiten. Wat dat betreft lijkt me de ANWB (vorig jaar genoemd door Hans Spigt in zijn Ab Harrewijn-rede) ook een problematisch voorbeeld: Mensen worden lid van de Wegenwacht en ze krijgen er ongevraagd beleidsbeïnvloeding bij, soms gewaardeerd, maar soms ook niet (de ANWB als deel van de autolobby). Met het oog op de discussies die u gaat voeren over vernieuwing van de participatie besluit ik met twee punten: Probeer niet alle mogelijke behoeften en belangen die uw cliënten hebben als cliëntenbelangen te formuleren. Cliënt zijn is een kwetsbare positie, kwetsbaarder dan van de consument op de markt, die met koopkrachtige vraag ook naar een concurrent kan stappen. De rol van cliënt is veel kleiner die van de burger. Wees daarom terughoudend met een dekkende belangenbehartiging vanuit een ‘integrale’ visie. En ten slotte: We zitten niet alleen in een economische recessie en een tijd van financiële problemen en onzekerheid voor uitkeringsontvangers, maar ook met een crisis van het poldermodel en een crisis van de vakbeweging. Het is een cliché om te zeggen dat een crisis ook kansen biedt, maar zoals een voorganger van me bij het begin van zijn Ab Harrewijn-rede zei: sommige clichés zijn gewoon waar.

Het lijkt me verstandig in de discussie over toekomstige taken van cliëntenraden ook te betrekken welke rol vakorganisaties willen en kunnen vervullen in de behartiging van belangen van uitkeringsontvangers, maar ook bv. ouderenorganisaties.

Ik wens u heel veel succes met deze discussies, al het goeds voor de komende tien jaar en ik dank u voor uw aandacht.

46

Bijlage g

Organisaties/orgaan Leden Plaatsvervangend leden Landelijke cliëntenorganisaties CG-Raad dhr. Q. van Woerdekom mw. A. van Dam Platform GGZ/LOC dhr. E. Paardekooper Overman mw. M. Paalvast MHP/CNV mw. T. Voortman mw. M. Morsink CSO mw. A.Willemse-v.d. Ploeg dhr. W.J. van Minnen FNV (publieke sector) mw. A. Hoeflak mw. S. van der Burg FNV dhr. R. Smits Vacature (markt sector) LOM dhr. Z.I. Kutluer mw. G. Kaptein LVA dhr. S. Aerts dhr. H. Wolfs PlatformVG/LFB mw. D. Kloosterman dhr. J. Barendrecht Gemeentelijke cliëntenparticipatie LVDT dhr. C.L. Lindeboom vacature Cliëntenraden G4 dhr. H. van Zanten dhr. Q.E.M. de Pater Loc SZ dhr. T. Salet dhr. E.H.H. Schelhaas Vertegenwoordigers cliëntenraden SVB en UWV CC UWV dhr. A. den Hartog mw. A. v.d. Mijden CC UWV dhr. K. Elling dhr. H. v.d. Meen CC UWV dhr. R.M. Karstens mw. T. Ververis CC SVB mw. G.F.P. Baaij mw. M.J.D. Kassens-van Asperen CC SVB vacature Vacature CC SVB dhr. H.P.G. van Roosebeek Vacature

Onafhankelijk voorzitter : dhr. G. van der Meer

Leden Dagelijks Bestuur Voorzitter: dhr. G van der Meer Vice-voorzitter/lid: mw. A. Hoeflak Penningmeester/lid: dhr. T. Salet Secretaris: A. den Hartog

47