Mededelingen Mededelingen Van De Koninklijke Antwerpse Mycologische Kring V .Z

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Mededelingen Mededelingen Van De Koninklijke Antwerpse Mycologische Kring V .Z Afgiftekantoor: Hoboken 1 Mededelingen Mededelingen van de Koninklijke Antwerpse Mycologische Kring v .z. w. verschijnt driemaandelijks 15 juni 2001 2001.2 AMK Mededelingen Inhoud AMK Mededelingen 2001.2 A. de Haan Editoriaal 35 U it de Bestuursraad 35 J. De Keyser Verslag: 1 Ode Vlaamse-Mycologen-Dag in het RUCA te Antwerpen 36 Macroscopische sleutels van Plaatjeszwammen 38 J. Werts www.weetjes 38 H. De Meulder Onderzoek naar het voorkomen van paddestoelen op mest van Galloway-runderen (deel 4) 39 K. Van de Put Nodulisporium cecidiogenes, een galvormer op Coniophora puteana 46 T. Stijve Opgepast voor Clitocybe amoenolens Malençon, een uiterst giftige dubbelganger van de Roodbruine trechterzwam! 48 J. Schoutteten Nieuwe vondst van Achroomyces lunaticonidiatus in Vlaanderen 50 T. Stijve Boekbespreking 52 K. Van de Put Nieuwtjes uit de recente tijdschriften 54 Educatieve avonden 57 Zomer- en najaarsexcursies2001 57 Excursiesvan de Cortinarius-werkgroep 60 Uitnodiging 60 Redactie AMK Mededelingen A. de Haan, A. De Kesel, H. De Meulder, J. De Sutter, F. Dielen, J. Schavey, K. Van de Put, E. Vandeven, R. Walleyn Tikwerk & vormgeving: J. De Sutter, Bloemenlaan 15, B-2950 Kapellen, tel.: 03/664.94.14, e-mail: [email protected] Verzending: H. De Meulder, Verenigde Natieslaan 131, B-2660 Hoboken Richtlijnen voor auteurs van artikels in AMK Mededelingen Alle leden van de Koninklijke Antwerpse Mycologische Kring hebben het recht te publiceren in AMK Mededelingen. Artikels kunnen ingestuurd worden zowel in duidelijk handschrift als getikt. Teksten op diskette van 3.5"zijn ook van harte welkom. Alle artikels moeten naar Joke De Sutter, e-mail: [email protected] of Bloemenlaan 15 te B-2950 Kapellen gezonden worden, minimum zes weken voor het verschijnen. Figuren in inkt mogen maximaal 16,6 cm x 23,4 cm groot zijn, inclusief maatstrepenen nummering van de tekeningen. Grotere tekeningen zullen verkleind of versneden worden. De figuren worden best voorzien van een maatstreepom de afmetingen aan te duiden. Vermeld steeds naam en adresvan de auteur. Omslagfiguur: Cortinarius cohabitans, Kousenvoetgordijnzwam, door Omer Van de Kerckhove ISSN 0771-9884 wettelijk depot: BD 36771 verantwoordelijke uitgever en eindredactie: J. De Sutter, Bloemenlaan 15, B-2950 Kapellen AMK Mededelingen wordt gerealiseerd met steun van het Provinciebestuur van Antwerpen ""ll... AMK Mededelingen Editoriaal André de Haan K.A.M.K. heeft in deze paddestoelen arme en normaal vormen van één soort, bijeengebracht uit verschil• rustige periode, met de jaarlijkse Algemene vergade• lende streken, naast elkaar kunt observeren. ring en de organisatie van de Vlaamse Mycologendag, niet stilgezeten. Verschillende van onze leden namen deel aan de, Zoals Frans Dielen in het vorige editoriaal bijna klassiek geworden, buitenlandse activiteiten. Zo aankondigde werden tijdens de Algemene vergade• waren er in Nederland de Nieuwjaarsbijeenkomst en ring 11 bestuursleden verkozen, waaronder 4 nieuw• de Floradag en in het Groot Hertogdom Luxemburg komers. Al bij al toch een vrij ingrijpende verande• het 13de Mycologisch Voorjaarscongres; ook hier ring in onze kring. Het bestuur, en ik weet zeker dat weinig paddestoelen maar wel veel ambiance. De alle leden zich hierbij aansluiten, dankt via deze weg Myxomyceten-fans kwamen aan hun trekken op het Frans Dielen, Jean Schavey, Leo Noten en Emiel 13de "Session des Espèces de Myxomycètes nivales". Vandeven voor hun inzet en toewijding en bekrachtigt het voorstel tot hun benoeming als: Zelfs aandachtige lezers zullen het misschien niet erevoorzitter, erebibliothecaris en erebestuursleden. gemerkt hebben, AMK Mededelingen heeft een Ondertussen ging de vernieuwde ploeg aan de slag nieuwe hoofdredatrice. Joke De Sutter nam de taak en meer hierover vindt u in de nieuwe, vaste rubriek over van Mil Vandeven en met succes want aan de "Uit de Bestuursraad". 15 maart-editie kon je het verschil niet zien. Mil wi Ilen we nog eens extra bedanken voor het vele Op 17 maart organiseerde K.A.M.K. in het RUCA de werk, al die jaren, en voor het uitbouwen van ons 10de Vlaamse Mycologendag. Een evenement tijdschrift tot het huidige niveau. waarop wij met voldoening kunnen terugblikken, veel belangstelling, interessante conferenties en Ondertussen trekt het paddestoelenseizoen zich wat mededelingen en vlot verloop, niettegenstaande een aarzelend op gang. Vocht genoeg maar bij de wat eigenzinnige verlichting. Onze dank aan de voorbije lage temperaturen houden de meeste verantwoordelijken van het RUCA, voor het ter zwammen zich nog schuil. beschikking stellen van de lokalen en faciliteiten en Toch lokken de eer~le zonnestralen ons naar buiten, aan allen die meegewerkt hebben aan het succes van al was het maar in de tuin, speurend naar de eerste deze manifestatie. "tuinpaddestoelen ". Geen paddestoelenweer en dus heel wat minder Zoals vorig jaar koos de V.M.V. de paddestoelen in soorten dan vorig jaar, op de 24ste Nationale de "eigen" tuin als gezamenlijk actie-thema. Doe tentoonstelling van voorjaarspaddestoelen, dit jaar mee! Ook de waarnemingen van algemene soorten georganiseerd in de Nationale Plantentuin te Meise. zijn belangrijk en voor de moeilijkere is er altijd wel Toch zeer interessant wanneer je al die verschillende hulp te vinden. Uit de Bestuursraad Met deze rubriek wi I het bestuur de leden informeren bestuursraad met als belangrijkste agendapunt de over onderwerpen die aan bod kwamen op de raad verdeling van de statutair voorziene functies. van bestuur. Zodat de dikwijls gestelde vraag: "wat Werden verkozen tot wordt daar eigenlijk besproken en beslist?" een klaar voorzitter: André de Haan antwoord krijgt. Uit elk verslag zal een keuze ondervoorzitter: Freddy Moorthamer gemaakt worden van de relevante punten, die dan secretaris: Myriam de Haan nader worden toegelicht. penn ingmeester: André lacobs Ook zal elke genomen beslissing, die invloed heeft bibliothecaris: Pascale Holemans op de werking van onze kring, via deze weg worden raadsleden: Joke De Sutter, Harrie Hen• meegedeeld. drickx, Guy Le Jeune, Karel Van Op 12 maart hielden de, tijdens de Algemene de Put, los Volders en Ruben vergadering, verkozen bestuursleden een eerste Walleyn 2001.2.35 AMK Mededelingen Ook werden afspraken gemaakt over de activiteiten, algemene coördinatie op zich te nemen. K.A.M.K. van onze kring, en de verantwoordelijkheid en stelt voor dit project de Funbel-gegevens ter coördinatie die elk bestuurslid hiervan op zich beschikking en verschillende leden reageerden al neemt. positief op de vraag tot medewerking. Eén van de belangrijkste punten van de bestuursraad Dergelijke projecten zullen o.i. een belangrijke van 27 maart was de bespreking en goedkeuring van stimulans betekenen voor de V.M.V., K.A.M.K. en de K.A.M.K.-inbreng en medewerking aan een voor de mycologie in Vlaanderen. project tot het opstellen van een eerste soortenlijst Op voorstel van los Volders zal elk jaar een artikel van Macrofungi en Myxomyceten voor Vlaanderen gepubliceerd worden waarin alle, voor Funbel, en het BrusselsGewest. Dit project, waarover u in de nieuwe soorten van het vorig seizoen kort worden nabije toekomst ongetwijfeld meer zult vernemen, besproken. los zal de coördinatie ervan op zich zal wat betreft praktische uitvoering gecoördineerd nemen. worden door Ruben Walleyn en Mil Vandeven. Zij Harrie Hendrickx zorgde voor een micro- en hopen, in een tijdsbestek van 3 jaar, tot een geluidsinstallatie zodat zelfs de stilste sprekerstijdens publicatierijp geheel te komen. Het bestuur van de de voordrachten en andere activiteiten duidelijk te Vlaamse-Mycologen-Vereniging werd gevraagd de verstaan zullen zijn. Verslag: 10de Vlaamse-Mycologen-Dag in het RUCA te Antwerpen Judith De Keyser Rond 10 uur werden we ontvangen door P. Van der Karel Van de Put hield een zeer interessante Veken, die het woord gaf aan de kersversevoorzitter uiteenzetting over Mycotoxines, die geproduceerd van de K.A.M.K., André de Haan. Deze richtte een worden door schimmels die een echt mycelium woord van dank aan al de mensen die deze dag vormen en dus aangepast zijn om in te dringen in mogelijk maakten en in het bijzonder Arlette substraten en ze af te breken d.m.v. afscheiding van Lemouche, die zich voor de organisatie bijzonder primaire stoffen. De afscheiding van secundaire heeft ingezet. stoffen geeft aan leiding tot Mycotoxines. Deze komen voor in veevoeder en zo onrechtstreeks in Vervolgens schetste P. Van der Veken de historiek onze voeding. Zo is er onder andere het Moeder• van de Vlaamse Mycologendagen van de voorbije 10 koren dat vroeger aanleiding gaf tot gangreen en jaar en meer in het bijzonder de overgang van het invloed had op het zenuwstelsel. Infectie gebeurt ook Overlegcomité van Vlaamse mycologische groepe• door bv. slechte opslag van veevoeders (te warm en ringen in de vzw Vlaamse-Mycologen-Vereniging. te vochtig), een te late oogst, het overwinteren van Ook richtte hij de blik op de toekomst van de V.M.V. tarwe op de akker en een slechte stockering. en diens rol in het contact met de overheid en de Hierover gaf Karel ons een korte historiek, de andere natuurverenigingen, het accentueren van de ecologie en de belangrijkste mycotoxinen met hun ecologische aspecten en de evolutie van onder gevolgen. Hopelijk kunnen we deze belangrijke andere de nieuwe nomenclatuur ingevolge het materie nog eens rustig nalezen in het V.MV.• moleculaire onderzoek waar wij in de toekomst jaarboek. rekening zullen moeten mee houden. Myriam de Haan gaf ons haar belangrijkste Myxo• André de Haan heeft getracht ons een goed inzicht te vondsten van 2000 met de volgende introductie: "De geven in de subgenera van de Gordijnzwammen, myxo's stelden het goed. .. en toen kwamen wij .. .toch onder andere aan de hand van prachtige dia's. ook een horrorverhaal." (wat een verwijzing was naar Hij baseerde zich hierbij op de indeling volgens de vorige voordracht). Zoals we van Myriam gewoon Tartarat, een Franse mycoloog die werkt met zeven zijn kregen we weer prachtige dia's te zien. Het ondergeslachten. accent op het einde lag op een mooie vondst uit Dezelfde indeling wordt ook gebruikt in de nieuwe vochtige dennenbossen van Colloderma oculatum: beknopte aantekenlijst.
Recommended publications
  • Diversity of Species of the Genus Conocybe (Bolbitiaceae, Agaricales) Collected on Dung from Punjab, India
    Mycosphere 6(1): 19–42(2015) ISSN 2077 7019 www.mycosphere.org Article Mycosphere Copyright © 2015 Online Edition Doi 10.5943/mycosphere/6/1/4 Diversity of species of the genus Conocybe (Bolbitiaceae, Agaricales) collected on dung from Punjab, India Amandeep K1*, Atri NS2 and Munruchi K2 1Desh Bhagat College of Education, Bardwal-Dhuri-148024, Punjab, India 2Department of Botany, Punjabi University, Patiala-147002, Punjab, India. Amandeep K, Atri NS, Munruchi K 2015 – Diversity of species of the genus Conocybe (Bolbitiaceae, Agaricales) collected on dung from Punjab, India. Mycosphere 6(1), 19–42, Doi 10.5943/mycosphere/6/1/4 Abstract A study of diversity of coprophilous species of Conocybe was carried out in Punjab state of India during the years 2007 to 2011. This research paper represents 22 collections belonging to 16 Conocybe species growing on five diverse dung types. The species include Conocybe albipes, C. apala, C. brachypodii, C. crispa, C. fuscimarginata, C. lenticulospora, C. leucopus, C. magnicapitata, C. microrrhiza var. coprophila var. nov., C. moseri, C. rickenii, C. subpubescens, C. subxerophytica var. subxerophytica, C. subxerophytica var. brunnea, C. uralensis and C. velutipes. For all these taxa, dung types on which they were found growing are mentioned and their distinctive characters are described and compared with similar taxa along with a key for their identification. The taxonomy of ten taxa is discussed along with the drawings of morphological and anatomical features. Conocybe microrrhiza var. coprophila is proposed as a new variety. As many as six taxa, namely C. albipes, C. fuscimarginata, C. lenticulospora, C. leucopus, C. moseri and C.
    [Show full text]
  • LUNDY FUNGI: FURTHER SURVEYS 2004-2008 by JOHN N
    Journal of the Lundy Field Society, 2, 2010 LUNDY FUNGI: FURTHER SURVEYS 2004-2008 by JOHN N. HEDGER1, J. DAVID GEORGE2, GARETH W. GRIFFITH3, DILUKA PEIRIS1 1School of Life Sciences, University of Westminster, 115 New Cavendish Street, London, W1M 8JS 2Natural History Museum, Cromwell Road, London, SW7 5BD 3Institute of Biological Environmental and Rural Sciences, University of Aberystwyth, SY23 3DD Corresponding author, e-mail: [email protected] ABSTRACT The results of four five-day field surveys of fungi carried out yearly on Lundy from 2004-08 are reported and the results compared with the previous survey by ourselves in 2003 and to records made prior to 2003 by members of the LFS. 240 taxa were identified of which 159 appear to be new records for the island. Seasonal distribution, habitat and resource preferences are discussed. Keywords: Fungi, ecology, biodiversity, conservation, grassland INTRODUCTION Hedger & George (2004) published a list of 108 taxa of fungi found on Lundy during a five-day survey carried out in October 2003. They also included in this paper the records of 95 species of fungi made from 1970 onwards, mostly abstracted from the Annual Reports of the Lundy Field Society, and found that their own survey had added 70 additional records, giving a total of 156 taxa. They concluded that further surveys would undoubtedly add to the database, especially since the autumn of 2003 had been exceptionally dry, and as a consequence the fruiting of the larger fleshy fungi on Lundy, especially the grassland species, had been very poor, resulting in under-recording. Further five-day surveys were therefore carried out each year from 2004-08, three in the autumn, 8-12 November 2004, 4-9 November 2007, 3-11 November 2008, one in winter, 23-27 January 2006 and one in spring, 9-16 April 2005.
    [Show full text]
  • 80130Dimou7-107Weblist Changed
    Posted June, 2008. Summary published in Mycotaxon 104: 39–42. 2008. Mycodiversity studies in selected ecosystems of Greece: IV. Macrofungi from Abies cephalonica forests and other intermixed tree species (Oxya Mt., central Greece) 1 2 1 D.M. DIMOU *, G.I. ZERVAKIS & E. POLEMIS * [email protected] 1Agricultural University of Athens, Lab. of General & Agricultural Microbiology, Iera Odos 75, GR-11855 Athens, Greece 2 [email protected] National Agricultural Research Foundation, Institute of Environmental Biotechnology, Lakonikis 87, GR-24100 Kalamata, Greece Abstract — In the course of a nine-year inventory in Mt. Oxya (central Greece) fir forests, a total of 358 taxa of macromycetes, belonging in 149 genera, have been recorded. Ninety eight taxa constitute new records, and five of them are first reports for the respective genera (Athelopsis, Crustoderma, Lentaria, Protodontia, Urnula). One hundred and one records for habitat/host/substrate are new for Greece, while some of these associations are reported for the first time in literature. Key words — biodiversity, macromycetes, fir, Mediterranean region, mushrooms Introduction The mycobiota of Greece was until recently poorly investigated since very few mycologists were active in the fields of fungal biodiversity, taxonomy and systematic. Until the end of ’90s, less than 1.000 species of macromycetes occurring in Greece had been reported by Greek and foreign researchers. Practically no collaboration existed between the scientific community and the rather few amateurs, who were active in this domain, and thus useful information that could be accumulated remained unexploited. Until then, published data were fragmentary in spatial, temporal and ecological terms. The authors introduced a different concept in their methodology, which was based on a long-term investigation of selected ecosystems and monitoring-inventorying of macrofungi throughout the year and for a period of usually 5-8 years.
    [Show full text]
  • Taxonomic Studies on Some Members of Family Bolbitiaceae Sing
    TAXONOMIC STUDIES ON SOME MEMBERS OF FAMILY BOLBITIACEAE SING. FROM PUNJAB N.S. ATRI, S.S. SAINI AND G IW E E T KAUR Department of Botany, Punjabi University, Patiala-147 002, India (Accepted June 1992) Six taxa of family Bolbillaceae Sing, namely Bolbitius coprophilus (PK)n)Hon%. B. mesoxporus Sing,. Af;roc\he Unoi S\a%. A. xuchilensis(Murr.)Sing., Conocybeambigua (KOhner) Sing, and C. rickenii (Schacf.) KOhn. collcclcd from I’unjabarc included in Ihis paper. Of Ihese, the species of Bolbitius and Af^rncybc are new fungus records from India while the species of CoiuKiyhf arc new record.-; for Niirlh India. Key words: Conocybe, Bolbitius, Agrocyhe, Homoiometous In this paper six taxa of family BoJbitiaceae Raiya (250 m); growing in open area among grasses, Sing, are included. Out oilhcseBolbitiuscopropkilus Anil Kumar, PUN 1589, April 30, 1*)«K. (Peck) Hong., B. mesosporus Sing., Agrocybe lazoi The above examined collcclion has been Sing, and A. xuchilensis (Murr.) Sing, arc illustrated identified as Bolbitiur coprophilus as it agrees well and described for the first time from India while with the detaijs provided by Singer (1977) for this Conocybe ambigua (Kiihner) Sing, and C. rickenii species. (Schaef.) Kiihner are new records for North India. The collections have been deposited in the Herbar­ Bolbitius mesospores Sing. Sydowia 30: 219, 1977. ium of Botany DgiartmenI, Punjabi University, Fig-2 (A-E) Patiala (PUN.). The colour tcnninology used in the Fructification up to 4.2 cm in height. Pileus up to text is after Komerup and Wanschef (1978). 3.5 cm broad, broadly umbonate; margin pectinate, Bolbiiiits coprophilus (Peck) Hongo.
    [Show full text]
  • Checklist of the Genera Conocybe and Pholiotina (Agaricales, Agaricomycetes) in Estonia
    Folia Cryptog. Estonica, Fasc. 50: 33–39 (2013) http://dx.doi.org/10.12697/fce.2013.50.05 Checklist of the genera Conocybe and Pholiotina (Agaricales, Agaricomycetes) in Estonia Kuulo Kalamees1,2, Anton Hausknecht3 & Jukka Vauras4 1Institute of Ecology and Earth Sciences, University of Tartu, 14A Ravila St., 50411 Tartu, Estonia. E-mail: [email protected] 2Institute of Agricultural and Environmental Sciences, Estonian University of Life Sciences, 5D Kreutzwaldi St., 51014 Tartu, Estonia. E-mail: [email protected] 3Fakultätszentrum für Biodiversität der Universität Wien, Rennweg 14, A-1030 Wien, Austria. E-mail: [email protected] 4Biological Collections of Åbo Akademi University, Herbarium, FI-20014 University of Turku, Finland. E-mail: [email protected] Abstract: 38 taxa of the genera Conocybe and Pholiotina (Agaricales, Agaricomycetes) have been recorded in Estonia. A checklist of these taxa with notes on ecology, phenology and distribution is presented. INTRODUCTION A monograph of the agaricoid genera Conocybe mycological literature used in identifying Esto- Fayod and Pholiotina Fayod has been published nian species; (4) data on the ecology, phenology recently (Hausknecht, 2009), as well as surveys and distribution; (5) references to the specimens of Conocybe from Finland (Hausknecht et al., available in fungal collections of Estonia and/ 2005) and Bolbitius, Conocybe and Pholiotina or Finland, using the internationally accepted from Norway (Hausknecht et al., 2011). abbreviations; (6) comments. The present checklist contains 28 species Paal (1997) classification of forest types were and varieties of Conocybe and 10 of Pholiotina used in order to characterize the habitats, if pos- recorded in Estonia. All the taxa included corre- sible.
    [Show full text]
  • Occurrence of Coprophilous Agaricales in Italy, New Records, and Comparisons with Their European and Extraeuropean Distribution
    Mycosphere Occurrence of coprophilous Agaricales in Italy, new records, and comparisons with their European and extraeuropean distribution Doveri F* Via Baciocchi 9, I-57126-Livorno [email protected] Doveri F 2010 – Occurrence of coprophilous Agaricales in Italy, new records, and comparisons with their European and extraeuropean distribution Mycosphere 1(2), 103–140. This work is the successor to a recent monograph on coprophilous ascomycetes and basidiomycetes from Italy. All Italian identifications of coprophilous Agaricales, which the author has personally studied over an 18 year period, are listed and categorized depending on the dung source. All collections were subjected to the same procedure and incubated in damp chambers and an estimate of occurrence of fungal species on various dung types is made. A second collection of Coprinus doverii is described and discussed, while the southern most finding of Panaeolus alcis is listed. An additional collection of Psilocybe subcoprophila, a species previously reported from Italy, is described and illustrated with colour photomicrographs. The morphological features of each species is briefly described, and substrate preferences compared with those reported from previous data. Key words – Coprinus doverii – damp chambers – fimicolous basidiomycetes – frequency – natural state – Panaeolus alcis – Psilocybe subcoprophila – survey. Article Information Received 25 March 2010 Accepted 21 May 2010 Published online 19 July 2010 *Corresponding author: Francesco Doveri – e-mail –[email protected] Introduction have recently been made and despite a The commencement of our systematic relatively slow increase in the numbers of studies on the dung fungi of Italy started in coprophilous basidiomycetes known from Italy 1992 resulting in Doveri (2004) and Doveri et and the inability to use field records for al.
    [Show full text]
  • Persoonia V18n2.Pdf
    PERSOON I A Volume 18. Part 2. 149- 150(2003) rN MEMORIAM RUDOLF ARNOLD MAAS GEESTERANUS DEN HA AG, 20 JANUA RY 19 11 - 0 EGSTGEEST, JS MAY 2003 On 18 May 2003 Rudolf Maas Geestemnus died peacefully at the age of 92. With him the mycological world has lost a remarkable and versatile per onality. who worked on the taxonomy of fungi for almost 60 years producing papers and books on a wide range of topics. including both asco- and ba idiomycetes. The bibliographical notes and publication list printed in this journal on his retirement from active service at the Rijksherbarium in 1976. and on his eightieth birthday in 1991 (Bas. Persoonia 8 ( 1976) 335-343. and Persoonia 14 (1992) 353-356) reflect the extent of his profes­ sional interes1s and output during his long career. After 1991 Maas Geesteranus went on tirelessly. producing another set of papers on the genus Mycena. which was his main interest in his last years of mycological activities. M ilestones in 1his period were the 1wo volumes of the Mycenas of 1he orthem Hemisphere ( 1992). a compila1ion of his vast knowledge of the genus, and a monograph of the Mycenas occurring in the state of Parana, Brazil. produced in close cooperation with Andre de M eijer ( 1997). Although M aa Gee ternnus retired from active mycology a few years ago, he was well and active until his death. still very much engaged with his hobbies. such as the study of minerals. butterflies. and painting. Rudolf M aas Gccstcranus will be remembered not only as an outstanding mycologist.
    [Show full text]
  • The Ecology of Macromycetes in Roadside Verges Planted with Trees
    THE ECOLOGY OF MACROMYCETES IN ROADSIDE VERGES PLANTED WITHTREES . <,,<•,;-' 0000 0513 4693 Promotor: Dr. Ir. R.A.A. Oldeman, hoogleraar in de Bosteelt en Bosoecologie. Co-promotor: Dr. E.J.M. Arnolds, universitair hoofddocent, Biologisch Station, Wijster. II ; tivo$?&(( /( '^£ Peter-Jan Keizer THE ECOLOGY OF MACROMYCETES IN ROADSIDE VERGES PLANTED WITH TREES Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor in de landbouw- en milieuwetenschappen, op gezag van de rector magnificus, Dr. H.C. van der Plas, in het openbaar te verdedigen op woensdag 19 mei 1993 des namiddags te half twee in de aula van de Landbouwuniversiteit te Wageningen. Ill àOSfflTO "De hedendaagse architectuur, in stedebouw zowel als in de weg- en waterbouw, heeft de aansluiting op de menselijke maat en op de polsslag van culturele ontwikkelingen verlaten. Alles wat er nu gebeurt bestaat uit een meer dan honderdvoudige vergroting van een ontwerp op schaal. De ware grootte van de ontwerpen is onafzienbaar geworden. Niemand is in staat om deze megalomanie te beheersen, want al zou er een planoloog bestaan die zijn vak verstaat en die zijn verantwoordelijkheid beseft, dan mist hij nog de historische distantie die nodig is om deze buitenmaatse ontwikkelingen te overzien, laat staan te beoordelen. De ontwerpers volstaan met een verwijzing naar hun deskundigheid die uit een papieren bevoegdheid bestaat die lang geleden, ver weg van de werkelijkheid, op grond van een schoolwerkstuk verleend is." Gerrit Noordzij, 1990. Woorden aan de dijk. In: Attila op de bulldozer - Rijkswaterstaat en het rivierengebied. G.A. van Oorschot, Amsterdam. BIBLIOIHU^K LANDBOUWUNlVERSnmi JKAGENINGEM CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Keizer, Peter-Jan The ecology of macromycetes in roadside verges planted with trees / Peter-Jan Keizer.
    [Show full text]
  • East Devon Pebblebed Heaths Providing Space for Nature Biodiversity Audit 2016 Space for Nature Report: East Devon Pebblebed Heaths
    East Devon Pebblebed Heaths East Devon Pebblebed Providing Space for East Devon Nature Pebblebed Heaths Providing Space for Nature Dr. Samuel G. M. Bridgewater and Lesley M. Kerry Biodiversity Audit 2016 Site of Special Scientific Interest Special Area of Conservation Special Protection Area Biodiversity Audit 2016 Space for Nature Report: East Devon Pebblebed Heaths Contents Introduction by 22nd Baron Clinton . 4 Methodology . 23 Designations . 24 Acknowledgements . 6 European Legislation and European Protected Species and Habitats. 25 Summary . 7 Species of Principal Importance and Introduction . 11 Biodiversity Action Plan Priority Species . 25 Geology . 13 Birds of Conservation Concern . 26 Biodiversity studies . 13 Endangered, Nationally Notable and Nationally Scarce Species . 26 Vegetation . 13 The Nature of Devon: A Biodiversity Birds . 13 and Geodiversity Action Plan . 26 Mammals . 14 Reptiles . 14 Results and Discussion . 27 Butterflies. 14 Species diversity . 28 Odonata . 14 Heathland versus non-heathland specialists . 30 Other Invertebrates . 15 Conservation Designations . 31 Conservation Status . 15 Ecosystem Services . 31 Ownership of ‘the Commons’ and management . 16 Future Priorities . 32 Cultural Significance . 16 Vegetation and Plant Life . 33 Recreation . 16 Existing Condition of the SSSI . 35 Military training . 17 Brief characterisation of the vegetation Archaeology . 17 communities . 37 Threats . 18 The flora of the Pebblebed Heaths . 38 Military and recreational pressure . 18 Plants of conservation significance . 38 Climate Change . 18 Invasive Plants . 41 Acid and nitrogen deposition. 18 Funding and Management Change . 19 Appendix 1. List of Vascular Plant Species . 42 Management . 19 Appendix 2. List of Ferns, Horsetails and Clubmosses . 58 Scrub Clearance . 20 Grazing . 20 Appendix 3. List of Bryophytes . 58 Mowing and Flailing .
    [Show full text]
  • 73 Supplementary Data Genbank Accession Numbers Species Name
    73 Supplementary Data The phylogenetic distribution of resupinate forms across the major clades of homobasidiomycetes. BINDER, M., HIBBETT*, D. S., LARSSON, K.-H., LARSSON, E., LANGER, E. & LANGER, G. *corresponding author: [email protected] Clades (C): A=athelioid clade, Au=Auriculariales s. str., B=bolete clade, C=cantharelloid clade, Co=corticioid clade, Da=Dacymycetales, E=euagarics clade, G=gomphoid-phalloid clade, GL=Gloephyllum clade, Hy=hymenochaetoid clade, J=Jaapia clade, P=polyporoid clade, R=russuloid clade, Rm=Resinicium meridionale, T=thelephoroid clade, Tr=trechisporoid clade, ?=residual taxa as (artificial?) sister group to the athelioid clade. Authorities were drawn from Index Fungorum (http://www.indexfungorum.org/) and strain numbers were adopted from GenBank (http://www.ncbi.nlm.nih.gov/). GenBank accession numbers are provided for nuclear (nuc) and mitochondrial (mt) large and small subunit (lsu, ssu) sequences. References are numerically coded; full citations (if published) are listed at the end of this table. C Species name Authority Strain GenBank accession References numbers nuc-ssu nuc-lsu mt-ssu mt-lsu P Abortiporus biennis (Bull.) Singer (1944) KEW210 AF334899 AF287842 AF334868 AF393087 4 1 4 35 R Acanthobasidium norvegicum (J. Erikss. & Ryvarden) Boidin, Lanq., Cand., Gilles & T623 AY039328 57 Hugueney (1986) R Acanthobasidium phragmitis Boidin, Lanq., Cand., Gilles & Hugueney (1986) CBS 233.86 AY039305 57 R Acanthofungus rimosus Sheng H. Wu, Boidin & C.Y. Chien (2000) Wu9601_1 AY039333 57 R Acanthophysium bisporum Boidin & Lanq. (1986) T614 AY039327 57 R Acanthophysium cerussatum (Bres.) Boidin (1986) FPL-11527 AF518568 AF518595 AF334869 66 66 4 R Acanthophysium lividocaeruleum (P. Karst.) Boidin (1986) FP100292 AY039319 57 R Acanthophysium sp.
    [Show full text]
  • Algunas Especies Del Genero Conocybe Fayod Que Fructifican En Los Jardines Y Parques De La Provincia De Madrid
    5 Acta Botánica Malacitana, 4: 5-10 Málaga, 1978 ALGUNAS ESPECIES DEL GENERO CONOCYBE FAYOD QUE FRUCTIFICAN EN LOS JARDINES Y PARQUES DE LA PROVINCIA DE MADRID G. MORENO (*) RESUMEN: Se estudian macro y microscópicamente tres especies del género Conocybe Fayod, reco- lectadas en ambientes artificiales (jardines) en Madrid, son: C. cylindracea Maire & Kühner ex Sing., C. lactea (Lange) Métrod y C. rickenii (J. Schdeffer)Kühner, de los cuales la primera es- pecie solo se conoce actualmente del Norte de Africa (Marruecos), y la última citada en Eu- ropa es nueva para el Catálogo micológico español. SUMMARY: Three species of the Conocybe Fayod genus were studied macro and microscopically. They were collected in artificial Madrid environments (gardens) and we found that they be. long to the following species: C. glindracea, C. lactea, C. rickenii. The first one has only been described on Norther Africa (Maroc), and the last one, has al ready been described in Euro- pe, but it is a new specie for the Spanish mycological catalogue. INTRODUCCION El género Conocybe Fayod, Prodrome Ann. Sc. Nat. Bot. 7 (9): 357, (1889), agru- pa a pequeñas especies encuadradas en la Familia Bolbitiaceae Sing. Pap. Mich. Acad. Sc. Arts. Lett. 32: 147 (1948), que presentan la cutícula formada por células piriformes a claviformes, entre las que es frecuente observar pileocistidios o células diferentes morfológicamente, alargadas, capitadas o no. Las láminas no poseen es- trato medio y sin embargo tienen el subhimenio bien desarrollado, presentan cisti- dios faciales y marginales generales capitados. Ecológicamente se presentan algunas especies de este género como coprófilas, Moreno (1976), Moreno y Barrasa (1977) o bien viviendo sobre restos de plantas herbáceas, comportándose la gran mayoría como pratícolas, Kiihner (1935), Singer (1975), algunas son muy raramente lignícolas Kiihner-Romagnesi (1953).
    [Show full text]
  • Biological Diversity and Conservation ISSN 1308-8084 Online; ISSN 1308-5301 Print 10/1 (2017) 133-143 Macro
    www.biodicon.com Biological Diversity and Conservation ISSN 1308-8084 Online; ISSN 1308-5301 Print 10/1 (2017) 133-143 Research article/Araştırma makalesi Macrofungi biodiversity of Kütahya (Turkey) province Hakan ALLI 1, Bekir ÇÖL, İsmail ŞEN *1 1 Muğla Sıtkı Koçman University, Faculty of Science, Department of Biology, Menteşe, Muğla, Turkey Abstract In this study, determination of macrofungi biodiversity of Kütahya province is aimed and 332 species belonging to 57 families, 15 order, 5 classis and 2 divisio were identified from the study area as a consequence of routine field and laboratory studies between 2011 and 2014 years. Key words: macrofungi, biodiversity, taxonomy, Kütahya, Turkey ---------- ---------- Kütahya yöresi makrofunguslarının biyoçeşitliliği Özet Bu çalışmada, Kütahya yöresinde yetişen makrofunguların belirlenmesi amaçlanmıştır ve, 2011 ve 2014 yılları arasında yapılan rutin arazi ve laboratuar çalışmaları sonucunda araştırma bölgesinden 57 familya, 15 takım, 5 sınıf ve 2 bölümde dağılım gösteren 332 tür belirlenmiştir. Anahtar kelimeler: makrofunguslar, biyoçeşitlilik, taksonomi, Kütahya, Türkiye 1. Introduction The studies on Turkish mycota have been carried out for more than one hundred years (Solak et al., 2015) and nearly 2400 macrofungi species have been documented in the checklists of Turkey (Solak et al., 2007; Sesli and Denchev 2008; Acar et al. 2015; Sesli et al., 2015; Solak et al., 2015; Akata et al. 2016; Doğan and Kurt 2016; Sesli et al. 2016). However, Turkish mycota have not yet been fully determined, and new macrofungi records and checklists of some limited areas have also been published by several researchers as a consequence of routine field and laboratory studies. Prior to this study, Kütahya province was the one of the areas in which macrofungi biodiversity was not determined.
    [Show full text]