Media in Stad En Streek
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
MEDIA IN STAD EN STREEK Media in stad en streek Een inventariserende studie naar toekomstverwachtingen over de structuur van lokale en regionale medialandschappen in Nederland Coen van der Linden Ed Hollander I993 Otto Cramwinckel Uitgever © Publikatie van het Bedrijfsfonds voor de Pers, maart 1993 Tekst afgesloten: december 199'2 Uitgave: april 1993 Vormgeving: Saaltink & Kerremans (T & 0 sM/Rotterdam) Druk: A N D 0 B v, 's-Gravenhage Exemplaren van deze uitgave zijn te bestellen door overmaking van f65,- + f7,50 verzendkosten op rekening '24.07.64.188 van Pierson, Heldring en Pierson t.n.v. Otto Cramwinckel Uitgever, Herengracht 416, IOIJ BZ Amsterdam, onder vermelding van het ISB-nummer en het afleveringsadres. Ook verkrijgbaar bij de boekhandel. VOORWOORD Vanaf september 1991 is reclame bij lokale en regionale omroepen mogelijk. Bij de invoering werd bepaald, dat deze reclamemogelijkheid voorshands een tijdelijke gelding zou hebben - aanvankelijk tot I januari 1994 -. Vóór deze datum zou deze regeling geëvalueerd worden, zodat bekeken kon worden of ze in al dan niet gewijzigde vorm voortgezet kan worden. Om enig inzicht te krijgen in wat de invoering van reclame te weeg brengt bij en tussen lokale media en met name de pers, verleenden wij de Stichting 'Het Persinstituut', Vakgroep Communicatiewetenschap van de Katholieke Universiteit van Nijmegen, opdracht tot een inventariserend onderzoek. In het bijzonder vroegen wij Het Persinstituut daarbij na te gaan, welke ontwikkelingen in het lokale en regionale medialandschap in het nab~je verleden hebben plaatsgevonden en welke verwachtingen er bij vertegenwoordigers van media bestaan omtrent toekomstige ontwikkelingen op dit terrein. Het Persinstituut voerde vervolgens door middel van interviews een onderzoek van beperkte omvang uit en wel in 12 (naar provincies gespreide) gemeenten. Voorafgaand aan de interviews in de gemeenten werd gesproken met vertegenwoordigers van een aantal betrokken organisaties. Het thans voorliggende rapport over dit inventariserende onderzoek geeft gedetailleerde informatie over de recente veranderingen bij lokale en regionale media in die gemeenten. De totstandkoming van de huidige reclameregeling voor lokale en regionale omroepen en de positie van de pers in dat verband komen uitvoerig aan bod. Ook wordt in de vorm van een beschrijvende en een verklarende analyse een tussenbalans gegeven van de in gang gezette en te verwachten ontwikkelingen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de rapportage en de daarbij ingenomen standpunten berust uiteraard bij de onder zoekers. Uit hun rapportage valt af te leiden, dat de huidige regeling voor reclame bij lokale en regionale omroepen in de betrokken gemeenten in de praktijk vaak tot complexe en onwerkbare situaties heeft geleid. Overeenkomsten tussen uitgevers en lokale/regionale omroepen komen niet of na lange tijd en veelal na moeizame onderhandelingsprocessen tot stand. Waar overeenkomsten afgesloten worden, verschillen deze onderling ook aanzienlijk van inhoud en karakter. Van de doelstelling van de wetgever bij deze regeling, te weten uitgevers de mogelijkheid te bieden zich door middel van participatie in lokale en regionale omroepen multi-mediaal te ontwikkelen, is in de praktijk tot dusver weinig terecht gekomen. Ten behoeve van de oordeelsvorming over de huidige reclamere geling is informatie over de feitelijke situatie in de betrokken gemeenten zeker relevant. Vandaar deze rapportage, die boekdelen spreekt. Het bestuur van het Bedrijfsfonds voor de Pers. TEN GELEIDE Dit rapport is het resultaat van een onderzoek naar mogelijke toekomstige ontwikkelingen bij de lokale en regionale media in Nederland. Aanleiding voor dit onderzoek is de eind 1991 ingevoerde mogelijkheid tot reclame bij de lokale en regionale omroep, waardoor de van oudsher bestaande 'waterscheiding' tussen pers en omroep op gemeentelijk en provinciaal niveau opgeheven is. November 1991 heeft het Bedrijfsfonds voor de Pers de Stichting 'Het Persinstituut' / Vakgroep Communicatie wetenschap van de Katholieke Universiteit Nijmegen opdracht gegeven een inventariserend onderzoek te verrichten naar de invoering van reclame bij de lokale omroep en de mogelijke gevolgen daarvan voor de diverse lokale en regionale media. Door middel van een bronnenonderzoek en het afnemen van interviews met diverse actoren is aan dit onderzoek vormgegeven. Zonder de medewerking van verschillende personen zou deze studie niet tot stand zijn gekomen, daarom een woord van dank aan allen die aan het uiteindelijke resultaat hebben bijgedragen. Wij willen alle respondenten bedanken voor hun gastvrijheid en medewerking, in het bijzonder drs. J. Scholten (NI<.P/VNU) die meerdere malen als klankbord heeft gefungeerd. Voorts willen wij drs. M.W.P.C.M. van der Voort van de OL ON en P J.A. van der Sanden en drs. H.S. van Gelder van het Commissariaat voor de Media bedanken voor het beschikbaarstellen van de door ons gevraagde informatie. Ook willen wij drs. L.H.A. Lichtenberg, mw. mr. drs. VVo Vermeulen Naayen en drs. C.W.M. Buijs van het secretariaat van het Bedrijfsfonds voor de Pers bedanken voor hun begeleiding en adviezen gedurende het project en opmerkingen op een eerdere versie van dit rapport. Onze dank gaat zeker ook uit naar mw. A. Geritz en drs. F. Huysmans die resp. in de voorbereidende en de afrondende fase van het project hebben bijgedragen aan het uiteindelijke resultaat. Coen van der Linden en Ed Hollander, Nijmegen, 10 december 1992. INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 5 TEN GELEIDE 7 INHOUDSOPGAVE 9 SAMENVATTING II HOOFDSTUK I INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 17 I.I Doelstelling van het onderzoek 17 1. 2 Vraagstelling 18 1.3 Opzet en werkwijze 21 Deel 1 Ontwikkelingen bij lokale en regionale media 23 HOOFDSTUK 2 ACHTERGRONDEN VAN HET ONDERZOEK 23 2.1 Inleiding 23 2.2 Recente ontwikkelingen bij lokale en regionale media 23 2.3 De structuur van lokale medialandschappen in Nederland 43 2.4 De ontwikkeling van het overheidsbeleid inzake de toelating van reclame bij lokale en regionale omroep 48 2.5 Aandachtspunten voor het onderzoek 88 HOOFDSTUK 3 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN BINNEN LOKALE EN REGIONALE MEDIALANDSCHAPPEN: EEN TUSSENBALANS 93 3. 1 Inleiding 93 3.2 Een samenvattend overzicht van inzichten 94 3.3 Specifieke aandachtspunten: aard van de overeenkomsten tussen lokale omroepen en uitgevers I07 3-4 JYIogelijke ontwikkelingsscenarioJs II8 Deel 2 Inventarisatie van opvattingen 123 HOOFDSTUK 4 DE STANDPUNTEN VAN VERTEGENWOORDIGERS VAN OVERKOEPELENDE MEDIA-ORGANISATIES 123 4.1 Inleiding 123 4.2 Vereniging De Nederlandse Dagbladpers (NDP) 124 4.3 Vereniging De Nederlandse Nieuwsbladpers (NNP) 129 4.4 Vereniging De Nederlandse Kabelkrantpers (NKP) 133 4.5 Stichting Regionaal Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS) 139 4.6 Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) 146 HOOFDSTUK 5 DE MEDIASITUATIE IN TWAALF GEMEENTEN 155 5. 1 Inleiding 155 5.2 De mediasituatie in Almelo 157 5.3 De mediasituatie in Breda 164 5.4 De mediasituatie in Bunschoten 178 5.5 De mediasituatie in Js-Gravenhage 190 5.6 De mediasituatie in Groningen 201 5· 7 De mediasituatie in Harlingen 213 5.8 De mediasituatie in Hoogeveen 223 5.9 De mediasituatie in Ny'megen 231 5.IO De mediasituatie in Steenwijk 242 5.1I De mediasituatie op Texel 257 5.12 De mediasituatie op 17lOlen 271 5.13 De mediasituatie in Wittem 276 GERAADPLEEGDE LITERATUUR 289 LIJST VAN AFKORTINGEN 295 BIJLAGEN 297 I Dagbladondememingen en oplagen dagbladen in Nederland 297 2 Regionale omroepen in Nederland (editiesJ bereik) 301 3 Lijst van respondenten 303 4 Ly'st van aandachtspunten bij de cif.genomen interviews 307 5 Gegevensmatrix onderzoeksgemeenten 309 6 Lokale omroepen met een vClgunning tot uitzenden reclame 31I Samenvatting SAMENVATTING In opdracht van het Bedrijfsfonds voor de Pers is door Stichting 'Het Persinstituut' / Vakgroep Communicatiewetenschap van de Katholieke Universiteit Nijmegen in de periode december I99I tot september 1992 onderzoek verricht naar recente en te verwachten ontwikkelingen bij lokale en regionale media. Aanleiding voor het onderzoek was de invoering van de mogelijkheid tot reclame bij lokale en regionale omroepen. In het onderzoek is uitgegaan van de volgende probleemstelling: W"elke velwachtingen bestaan er by' vertegenwoordigers van lokale en regionale media ten aanzien van toekomstige ontwikkelingen in het lokale (en regionale) medialandschap en welke ontwikkelingen hebben in het nabije verleden jèitely"k plaatsgehad? Op basis van een literatuurstudie en door middel van het afnemen van interviews met vertegenwoordigers van media (regionale dagbladen, nieuws- en huis-aan-huisbladen, kabelkranten, lokale en regionale omroepen) en media organisaties (NDP, NKP, NNP, OLON, ROOS) is een inventarisatie gemaakt van het gevoerde (overheids-)beleid ten aanzien van lokale en regionale omroep' en pers, de opvattingen over het beleid, de implementatie van reclame bij lokale en regionale omroep, andere relevante ontwikkelingen bij lokale en regionale media en de toekomstverwachtingen die de verschillende respondenten hebben ten aanzien ontwikkelingen in het kleinschalige medialandschap. Ter illustratie is de mediasituatie in een twaalftal gemeenten in kaart gebracht, i.c. Almelo, Breda, Bunschoten, 's-Gravenhage, Groningen, Harlingen, Hoogeveen, Nijmegen, Steenwijk, Texel, Tholen en Wittem. De invoering van reclame bij de lokale en regionale omroep is sinds 9 september I99I een feit en is geregeld in een Algemene Maatregel van Bestuur. Kern van de door de wetgever opgestelde regeling is de overeenkomst