Download PDF ( Final Version , 2Mb )

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF ( Final Version , 2Mb ) Nieuwe en interessante voornamelijk in 1985 (Lepidoptera) 1 SEP 13 1 J. H. Küchlein, C. Gielis, K. J. Huisman, E. J. VAN NiEUKERKEN, H. W. van der Wolf & J. B. Wolschrijn MbifKKl KÜCHLEIN, J. H., C. GIELIS, K. J. HUISMAN, E. J. VAN NIEUKERKEN, H. W. VAN DER WOLF & J. B. WOLSCHRIJN, 1988. NEW AND INTERESTING MICROLEPIDOPTERA FROM THE NETHERLANDS, MAINLY IN 1985 (LEPIDOPTERA). - ENT BER., A MST 48(5): 69-81 Abstract: This is the third annual compilation of Microlepidoptera collected in The Netherlands. The following six species are here recorded for the first time from The Netherlands: Trifurcula eurema (Tutt) (Nepticulidae), reared from Lotus uliginosus in the Isle of Terschelling; Heliozela hammoniella Sorhagen (Heliozelidae), reared from mines and collected as adults flying over Betula saplings; Caloptilia populetorum Zeller (Gracillariidae); Teleiodes saltuum (Zeller) (Gele- chiidae), associated with Larix; T. fugacella (Zeller), from Ulmus\ Commophila aeneana (Hübner) (Cochylidae). Other records of rare species include many new records for the province of Friesland and the Frisian Wadden Islands in addition to the recent review of this province by Lempke (1986a). Corresp.: E. J. van Nieukerken, Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Postbus 9517, 2300 RA Leiden Inleiding Dit is het derde verslag van in Nederland ge¬ tenziektenkundige Dienst verwerkt zijn. Het vangen Microlepidoptera, verzorgd door leden betreft dieren die door de lijm van de vallen van de sectie „Snellen”. Voor eerdere verslagen vaak sterk beschadigd zijn en daarom in die zie Gielis et al. (1985) en Huisman et al. (1986). gevallen met behulp van het genitaal gedeter¬ De lijst behandelt voornamelijk vangsten uit mineerd moesten worden. Alleen de minder 1985, maar enkele onlangs bekend geworden gewone soorten zijn door ons overgenomen, oudere vondsten worden ook besproken. Bij ook vangsten uit 1984. schaarse soorten zijn soms alle ons bekende Een aantal vangsten uit 1985 werd behan¬ gegevens opgenomen. deld door Langohr & Schreurs (1987), waar¬ Een belangrijke gebeurtenis in het afgelopen onder vijf soorten nieuw voor de fauna: jaar was het gereedkomen van het monumen¬ Tischeria heinemanni (Wocke), Epinotia sub- tale overzicht van de Friese vlinders van sequana (Haworth), Olelhreutes umbrosana Lempke (1986a). Hierdoor is Friesland nu de (Freyer), Atralata albofascialis (Treitschke) en enige provincie waarvan we een up-to-date Capperia brittaniodactyla (Gregson). overzicht van de Lepidoptera hebben. In dit De volgorde van de soorten en de naamge¬ artikel wordt een hele reeks aanvullingen op dit ving volgen nog grotendeels Lempke (1976), boek gegeven, doordat met name in 1985 zeer maar het verschijnen van de Deense catalogus actief op de Friese Waddeneilanden is verza¬ van Schnack (1986) heeft duidelijk gemaakt meld. dat de naamlijst nodig aan revisie toe is. Op dit De afdeling Entomologie van de Planten- moment wordt daarom ook gewerkt aan een ziektenkundige Dienst heeft in 1984 en 1985 nieuwe naamlijst van Nederlandse Lepido¬ een groot aantal lokvalvangsten (pheromoon- ptera (Lempke & Van Nieukerken, in voorbe¬ vallen) ter identificatie aangeboden gekregen. reiding). De vindplaatsen zijn per provincie H. van den Heuvel, die de dieren (voorname¬ alfabetisch gerangschikt, de provincies van lijk Tortricidae) determineerde, zond ons de noord naar zuid. In sommige gevallen zijn de gegevens, die in een intern rapport van de Plan- vindplaatsen voorzien van een nauwkeurige 70 Ent. Ber., Amst. 48 (1988) plaatsbepaling door vermelding van het 1 X 1 voor Taxonomische Zoölogie (Zoölogisch km hok volgens het UTM-grid (in de vorm Museum), Amsterdam. LD0124), dat gebruikt wordt bij het European Invertebrate Survey. Indien het aantal exem¬ NEPTIC ULIDAE plaren niet wordt vermeld, betreft de vangst slechts één exemplaar. De verantwoordelijk¬ Stigmella lapponica (Wocke, 1862) - Fr: Ame¬ heid voor de determinaties ligt in principe bij land, Buren, Klein Vaarwater, 24.xi.1985, oude de inzenders, maar kritische soorten zijn door¬ mijnen, HD. Nieuw voor Friesland. gaans door ons gecontroleerd. De werkverde¬ ling tussen de auteurs is ongeveer als vorig jaar Stigmella confusella (Wood & Walsingham, (Huisman et al, 1986). 1984) - Fr: Ameland, Kooiplaats, 24.xi.1985, oude mijnen, HD; Terschelling, Hoorn: Koe- Wij willen hierbij de volgende personen van gelwieck, FV5519, 5.x. 1985, mijnen, EvN; harte bedanken voor het beschikbaar stellen Vlieland: Oost-Vlieland, 7.x. 1984, lege mijnen, van gegevens: J. E. F. Asselbergs, L. Bot, J. H. JHK. Nieuw voor Friesland. Donner, G. J. Flint, H. van den Heuvel, M. G. M. Jansen (Schore), M. Jansen (Hoogeveen), Stigmella betulicola (Stainton, 1956) - Fr: Ter¬ I. A. Kaijadoe, J. C. Koster, B. J. Lempke, C. schelling, Hoorn: De Koegelwieck, FV5519, en G. C. von Lettow, W. Oord, J. Peerenboom, 5. x. 1985, rupsen, 1 $ e.l., 27.V.1986, EvN; Ter¬ Mw. S. Ulenberg, R. de Vos, J. van Vuure en schelling, 2 km NO Oosterend: Boschplaat, FV P. Zumkehr. 6021, 6.x. 1985, rupsen, 5 <J, 5 Ç e.l., 4- 13.V.1986, EvN. Nieuw voor Friesland. Gebruikte afkortingen Stigmella luteella (Stainton, 1857) - Fr: Ame¬ Provincies: Dr - Drenthe; Fr - Friesland; Gld land, Kooiplaats, 24.xi. 1985, mijnen, HD; Ter¬ - Gelderland; L - Limburg; NB - Noord-Bra- schelling, Hoorn: Ijsbaan, FV5519, 5.x. 1985, bant; NH - Noord-Holland; Ov - Overijssel; U rupsen, EvN. Nieuw voor Friesland. - Utrecht; Z - Zeeland; ZH - Zuid-Holland. Verzamelaars: BvA - B. van Aartsen, ’t Stigmella zeileriella (Snellen, 1875) - Nieuwe Harde; JA - J. E. F. Asselbergs, Bergen op vindplaatsen: Fr: Ameland, Buren (HD); Ter¬ Zoom; HD - J. H. Donner, Amsterdam; GF schelling, diverse plaatsen (UTM FV5519, - G. Flint, Deventer; CG - C. Gielis, Lex- FV5218, FV4516) mijnen in x.1985, vlinders mond; HH - H. van den Heuvel, Plantenziek- V.1986 (EvN); NH: Callantsoog, Zwanewater tenkundige Dienst, Wageningen (alleen det.); (JCK). Deze uitsluitend op kruipwilg (Salix KH - K. J. Huisman, Melissant; JJ - J. Jager, repens L.) minerende soort blijkt vrijwel overal Vlieland; MJ - M. G. M. Jansen, Schore; IAK in de duinstreek voor te komen. Ze werd nog - I. A. Kaijadoe, Oegstgeest; JCK - J. C. niet door Lempke (1986a) uit Friesland ver¬ Koster, Callantsoog; JHK - J. H. Küchlein, meld, maar was al eerder door ons van Wageningen; AJM - pater A. J. Munsters, Schiermonnikoog opgegeven (Gielis et al, Stein; EvN - E. J. van Nieukerken & S. Rich¬ 1985) . Zie verder Van Nieukerken (1983). ter, Leiden; WO - W. Oord, Deventer; RV - R. de Vos, Zaandam; JV - J. van Vuure, Kort- Stigmella poterii (Stainton, 1857) (= comari gene; LW - L. Willemse, Renkum; HW - H. Wocke) - Fr: Ameland, Buren, Klein Vaarwa¬ W. van der Wolf, Nuenen; JW - J. B. Wol- ter, 24.xi.1985, mijnen, HD; Terschelling, schrijn, Twello; PZ - P. Zumkehr, J. Peeren¬ Hoorn: Koegelwieck, FV5519,5.x. 1985,7 rup¬ boom & L. Bot, Leeuwarden. sen, 1 (5, 1 2 e.l., 3.v.1986, EvN; Terschelling, Collecties: RMNH - Rijksmuseum van Na¬ 2 km NO Oosterend: Boschplaat, FV6021, tuurlijke Historie, Leiden; ZMA - Instituut 6. x. 1985, 1 rups (kweek mislukt), EvN; Ter- Ent. Ber., Amst. 48 (1988) 71 schelling, Midsland-Noord: Landerumer- EvN; Terschelling, 2 km NO Oosterend: heide, FV5218, 7.X.1985, 12 rupsen, 2 <J, 1 $ Boschplaat, FV6021, 6.x. 1985, 41 rupsen en e.L, 22-23.iii.1985, EvN; West Terschelling, poppen in Lotus uliginosus, 2 <J, 2 9 e.L, 17- Kroonpolders, FV4516, 8.x. 1985, rupsen (niet 26.iv.1986 (binnenshuis), EvN; West-Terschel- verzameld), EvN; NH: Callantsoog, Zwanen¬ ling: Kroonpolders, FV4516, 8.x. 1985, 18 rup¬ water, 15.ix.1985, 3 rupsen (kweek mislukt), senenpoppen, l<ï,2 9 e.L, 13-26.V.1986, EvN. JCK. Deze mineerder van kruidachtige Rosa- T eurema is de tweede Nederlandse soort van ceae werd hier voornamelijk gevonden in het subgenus Levarchama. De andere, T. cryp- vochtige duinheiden, waar ze mineert op tor- tella (Stainton) leeft eveneens als blad mineer¬ mentil (Potentilla erecta (L.) Räuschel). Mij¬ der op Lotus, maar in het algemeen is eurema nen van deze soort waren al eerder op Vlieland te onderscheiden, doordat ze in de mijn ver¬ gevonden, verder slechts van vier andere vind¬ popt, terwijl cryptella dit vrijwel nooit doet. plaatsen bekend (Gielis et al, 1985). Overigens schijnen de Britse populaties van eurema zich meestal niet in de mijn te verpop¬ Stigmella svenssoni (Johansson, 1971) - NH: pen (Emmet, 1976). De adulten van beide soor¬ Callantsoog, Zwanenwater, 28.vi.1984, 1 ten laten zich makkelijk onderscheiden: T eu¬ 10.vi. 1985, 1 9, JCK. Tot nu toe kenden we rema heeft een duidelijk licht dwarsbandje of slechts één exemplaar van deze zeldzame eike- een costale en dorsale vlek, terwijl T cryptella mineerder uit ons land, nl. een wijfje uit Huls¬ slechts een licht vlekje op de tornus heeft. T horst (Van Nieukerken, 1982a). Ook in andere eurema lijkt op Terschelling een gewone soort Westeuropese landen is dit de zeldzaamste te zijn van vochtige duinvalleien, waar ze leeft eikemineerder. op grote planten van de moerasrolklaver die groeien in kruipwilgstruweel. T cryptella is Stigmella airicapitella (Haworth, 1828) - Gld: daarentegen slechts uit Zuid-Limburg bekend, Wageningen-Hoog, 1 <J, 19.viii. 1985, JHK; van kalkgraslanden (Van Nieukerken, 1982a). NB: Eindhoven, 1 $, lO.v.1974, HW (ZMA); Ondanks intensief zoeken werden tot nu toe L: Eperheide, 1 9, 30.V.1944, L. Vâri (ZMA); nergens anders in ons land de mijnen van deze Valkenburg, 1 9> 7.vi. 1931, G. A. Bentinck soorten gevonden. In Denemarken werd (RMNH). Door de revisie van de Europese eurema onder vrijwel gelijke condities als op Stigmella soorten op eik (Johansson, 1971) is Terschelling gevonden (Karsholt, mond. me- duidelijk geworden dat er veel meer soorten ded). Beide soorten leven in Midden en Zuid zijn dan er vroeger onderscheiden werden en Europa ook op andere voedselplanten, zoals dat de tot dan toe gebruikte kenmerken geen Dorycnium spp. {eurema) en Coronilla spp. waarde hebben. De opgaven van de in Neder¬ («cryptella) (Van Nieukerken, 1986). land als algemeen beschouwde S. atricapitella bleken na revisie van het collectiemateriaal Trifurcula squamatella Stainton, 1849 (= T vrijwel alle te berusten op verkeerd gedetermi¬ maxima Klimesch, 1953) - NB: Bergen op neerde S.
Recommended publications
  • Motyle (Lepidoptera) Parku Krajobrazowego Cysterskie Kompozycje Krajobrazowe Rud Wielkich
    ROCZNIK MUZEUM GÓRNOŚLĄSKIEGO W BYTOMIU PRZYRODA Vol. 26 (online 001): 1–40 ISSN 0068-466X, eISSN 2451-0467 (online) Bytom, 10.04.2020 Jacek Maroń1, Adam Larysz2 Motyle (Lepidoptera) Parku Krajobrazowego Cysterskie Kompozycje Krajobrazowe Rud Wielkich http://doi.org/10.5281/zenodo.3747209 1 ul. Kuglera 9, 44-207 Rybnik, Polska, e-mail: [email protected] 2 Dział Przyrody, Muzeum Górnośląskie w Bytomu, pl. Jana III Sobieskiego 2, 41-902 Bytom, Polska, e-mail: [email protected] Abstract: The Butterflies and Moths (Lepidoptera) of the Cysterskie Kompozycje Krajobrazowe Rud Wielkich Landscape Park. The paper presents the research on Lepidoptera in Cysterskie Kompozycje Krajobrazowe Rud Wielkich Landscape Park between 1982 and 2019. The material was collected at nine selected sites, mainly in various forest environments. Overall, 1162 species in 66 families were recorded and listed, including 26 species new to the Province of Silesia. Key words: Lepidoptera, list of species, Cysterskie Kompozycje Krajobrazowe Rud Wielkich Landscape Park, biodiversity. WSTĘP Park Krajobrazowy Cysterskie Kompozycje Krajobrazowe Rud Wielkich (PK CKKRW) położony jest w południowo-zachodniej części województwa śląskiego i zajmuje wschodnią część Kotliny Raciborskiej oraz północne fragmenty Płaskowyżu Rybnickiego. Powstał na mocy Rozporządzenia Wojewody Katowickiego Nr 181/93 z dnia 23 listopada 1993 roku. Powierzchnia Parku wynosi 493,87 km², a strefa ochronna to obszar 140,10 km². Dominują tu drzewostany sosnowe, rosnące na siedliskach borowych, wykształconych na glebach bielicowych, a także wprowadzone sztucznie na siedliska żyznych lasów liściastych. Najbogatszym przyrodniczo terenem w obrębie Parku jest kompleks leśno-stawowy Łężczok w okolicach Raciborza, będący jedynym rezerwatem w granicach Parku. MATERIAŁ I METODY PROWADZENIA BADAŃ Stopień poznania entomofauny PK CKKRW jest niezadawalający, a dane dotyczące występowania poszczególnych gatunków są fragmentaryczne i rozproszone.
    [Show full text]
  • Micro-Moth Grading Guidelines (Scotland) Abhnumber Code
    Micro-moth Grading Guidelines (Scotland) Scottish Adult Mine Case ABHNumber Code Species Vernacular List Grade Grade Grade Comment 1.001 1 Micropterix tunbergella 1 1.002 2 Micropterix mansuetella Yes 1 1.003 3 Micropterix aureatella Yes 1 1.004 4 Micropterix aruncella Yes 2 1.005 5 Micropterix calthella Yes 2 2.001 6 Dyseriocrania subpurpurella Yes 2 A Confusion with fly mines 2.002 7 Paracrania chrysolepidella 3 A 2.003 8 Eriocrania unimaculella Yes 2 R Easier if larva present 2.004 9 Eriocrania sparrmannella Yes 2 A 2.005 10 Eriocrania salopiella Yes 2 R Easier if larva present 2.006 11 Eriocrania cicatricella Yes 4 R Easier if larva present 2.007 13 Eriocrania semipurpurella Yes 4 R Easier if larva present 2.008 12 Eriocrania sangii Yes 4 R Easier if larva present 4.001 118 Enteucha acetosae 0 A 4.002 116 Stigmella lapponica 0 L 4.003 117 Stigmella confusella 0 L 4.004 90 Stigmella tiliae 0 A 4.005 110 Stigmella betulicola 0 L 4.006 113 Stigmella sakhalinella 0 L 4.007 112 Stigmella luteella 0 L 4.008 114 Stigmella glutinosae 0 L Examination of larva essential 4.009 115 Stigmella alnetella 0 L Examination of larva essential 4.010 111 Stigmella microtheriella Yes 0 L 4.011 109 Stigmella prunetorum 0 L 4.012 102 Stigmella aceris 0 A 4.013 97 Stigmella malella Apple Pigmy 0 L 4.014 98 Stigmella catharticella 0 A 4.015 92 Stigmella anomalella Rose Leaf Miner 0 L 4.016 94 Stigmella spinosissimae 0 R 4.017 93 Stigmella centifoliella 0 R 4.018 80 Stigmella ulmivora 0 L Exit-hole must be shown or larval colour 4.019 95 Stigmella viscerella
    [Show full text]
  • Lepidoptera: Tineidae
    Beitr. Ent. Keltern ISSN 0005 - 805X 56 (2006) 1 S. 213-229 15.08.2006 Some new or poorly known tineids from Central Asia, the Russian Far East and China (Lepidoptera: T in e id a e ) With 18 figures R e in h a r d G a e d ik e Summary Results are presented of the examination of tineid material from the Finnish Museum of Natural History, Helsinki (FMNH) and the Institute of Animal Systematics and Ecology, Siberian Zoological Museum Novosibirsk (SZMN). As new species are described Tinea albomaculata from China, Tinea fiiscocostalis from Russia, Tinea kasachica from Kazachstan, and Monopis luteocostalis from Russia. The previously unknown male of Tinea semifulvelloides is described. New records for several countries for 15 species are established. Zusammenfassung Es werden die Ergebnisse der Untersuchung von Tineidenmaterial aus dem Finnish Museum of Natural History, Helsinki (FMNH), und aus dem Institute of Animal Systematics and Ecology, Siberian Zoological Museum Novosibirsk (SZMN) vorgelegt. Als neu werden beschrieben Tinea albom aculata aus China, Tinea fuscocostalis aus Russland, Tinea kasachica aus Kasachstan und Monopis luteocostalis aus Russland. Von Tinea semifitlvelloides war es möglich, das bisher unbekannte Männchen zu beschreiben. Neufunde für verschiede­ ne Länder wurden für 15 Arten festgestellt. Keywords Tineidae, faunistics, taxonomy, four new species, new records, Palaearctic region. My collègue L a u r i K a il a from the Finnish Museum of Natural History, Helsinki (FMNH) was so kind as to send me undetermined Tineidae, collected by several Finnish entomologists during recent years in various parts of Russia (Siberia, Buryatia, Far East), in Central Asia, and China.
    [Show full text]
  • Lepidoptera) Bývalého Vojenského Prostoru U Oleška (Česká Republika, Ústecký Kraj)
    Published September 15, 2010 Klapalekiana, 46: 69–130, 2010 ISSN 1210-6100 Motýli (Lepidoptera) bývalého vojenského prostoru u Oleška (Česká republika, Ústecký kraj) Butterflies and moths (Lepidoptera) of the former military training area near Oleško (Czech Republic, Ústí Region) Jan ŠumpICH 582 61 Česká Bělá 212, Czech Republic; e-mail: [email protected] Lepidoptera, ecofaunistics, species diversity, sand habitats, Czech Republic, Central Europe Abstract. The lepidopteran fauna of the former military training area near Oleško (Czech Republic: Ústecký Region) was studied in the year 2008. This area is on sandy ground, the predominant habitats are dry Scots pine forests growing on sand. 700 species were recorded, many of them are markedly psammophilous. Some characteristic spe- cies are very abundant there, namely on open habitats Aroga velocella (Zeller, 1839), Teleiopsis diffinis (Haworth, 1828), Platytes alpinellus (Hübner, 1813), Pyrausta ostrinalis (Hübner, 1796), Paradrina selini (Boisduval, 1840), Agrotis vestigialis (Hufnagel, 1766), Eilema pygmaeolum (Doubleday, 1847)���������������������������������������, some other species were only recorded individually (Aristotelia brizella (Treitschke, 1833), Helcystogramma lineolellum (Zeller, 1839), Pediasia fasce- linella (Hübner, 1813), Lythria cruentaria (Hufnagel, 1767) and Hadena irregularis (Hufnagel, 1766)). Elatobia fuliginosella (Lienig et Zeller, 1846), Decantha borkhausenii (Zeller, 1839), Epinotia rubiginosana (Herrich- Schäffer, 1851), Cydia conicolana (Heylaerts, 1874)
    [Show full text]
  • Verneverdige Nsekthabitater Oslofjordområdet
    Verneverdigeinsekthabitater Oslofjordområdet OddvarHanssen LarsOve Hansen NINA NJKU NINANorsk institutt for naturforskning Verneverdigeinsekthabitater Oslofjordområdet OddvarHanssen LarsOve Hansen NINANorsk institutt for naturforskning nina oppdragsmelding 546 NINA•NIKUs publikasjoner Hanssen, 0. & Hansen, L.O. 1998. Verneverdige insekt- habitater. Oslofjordområdet. - NINA Oppdragsmelding 546: NINA•NIKU utgir følgende faste publikasjoner: 1-132. NINA Fagrapport Trondheim, august 1998 NIKU Fagrapport Her publiseres resultater av NINAs og NIKUs eget fors- ISSN 0802-4103 kningsarbeid, problemoversikter, kartlegging av kunn- ISBN 82-426-0947-0 skapsnivået innen et emne, og litteraturstudier. Rapporter utgis også som et alternativ eller et supplement til inter- Forvaltningsområde: nasjonal publisering, der tidsaspekt, materialets art, mål- Bevaring av naturens mangfold gruppe m.m. gjør dette nødvendig. Conservation of biodiversity Opplag: Normalt 300-500 Rettighetshaver C): NINA Oppdragsmelding Stiftelsen for naturforskning og kulturminneforskning NIKU Oppdragsmelding NINA•NIKU Dette er det minimum av rapportering som NINA og NIKU gir til oppdragsgiver etter fullført forsknings- eller utred- Publikasjonen kan siteres fritt med kildeangivelse ningsprosjekt. I tillegg til de emner som dekkes av fag- rapportene, vil oppdragsmeldingene også omfatte befar- ingsrapporter, seminar- og konferanseforedrag, års- rapporter fra overvåkningsprogrammer, o.a. Opplaget er begrenset. (Normalt 50-100) NINAaNIKU Project Report Serien presenterer resultater fra
    [Show full text]
  • Projektowany Rezerwat Przyrody „Olszak” W Górach Opawskich – Ważna Ostoja Entomofauny (Lepidoptera, Neuroptera) KOMUNIKA
    Wiad. entomol. 29 Supl.: 111-114 Poznań 2010 KOMUNIKATY NAUKOWE COMMUNICATIONS Projektowany rezerwat przyrody „Olszak” w Górach Opawskich – ważna ostoja entomofauny (Lepidoptera, Neuroptera) A planned nature reserve ”Olszak” in the Opawskie Mountains – an important refuge of entomofauna (Lepidoptera, Neuroptera) Tomasz BLAIK Zakład Zoologii Bezkręgowców, Katedra Biosystematyki, Uniwersytet Opolski, Oleska 22, 45-052 Opole; e-mail: [email protected] ABSTRACT: Southern slope of Mt. Olszak (453 m) in the Opawskie Mts. (Eastern Sudety Mts., SW Poland) is planned to be protected as an entomological-and-phytocenotic reserve. The main objectives of the protection are acidophilous oak forest and maple-linden slope forest being habitats of many rare species of moths and lacewings known from not numerous localities in Poland. Out of them, the populations of two unique in native lepidopteran fauna, saproxylic and phytosaprophagous species: Alabonia staintoniella (ZELL.) and Zanclognatha zelleralis (WCK.), are preserved here at their northernmost locality in Europe. KEY WORDS: Lepidoptera, Neuroptera, protection, nature reserve, Mt. Olszak, Sudety Mts. Owady Gór Opawskich należą do słabo zbadanych na tle innych obsza- rów górskich Polski. Zainteresowanie entomologów tym niewielkim pa- smem Sudetów Wschodnich wzrosło dopiero w połowie lat 90. zeszłego wie- ku. Obiektem badań były tu wybrane rodziny chrząszczy (Coleoptera) (KUŚ- KA 1998; MAZUR 2008) i szczególnie pluskwiaki różnoskrzydłe (Heteropte- ra) (LIS B., LIS J. A. 2002; HEBDA, LIS 2007), a w ostatnim dziesięcioleciu także motyle (Lepidoptera) i owady siatkoskrzydłe (Neuroptera), będące obecnie w końcowej fazie opracowania (dane własne autora). Dotychczaso- 112 T. BLAIK we badania nad dwoma ostatnimi grupami owadów wykazały znaczne bogac- two tutejszej fauny oraz obecność bardzo rzadko spotykanych w Polsce ga- tunków (BLAIK 2007, 2010; BLAIK, KOREK 2008).
    [Show full text]
  • Schutz Des Naturhaushaltes Vor Den Auswirkungen Der Anwendung Von Pflanzenschutzmitteln Aus Der Luft in Wäldern Und Im Weinbau
    TEXTE 21/2017 Umweltforschungsplan des Bundesministeriums für Umwelt, Naturschutz, Bau und Reaktorsicherheit Forschungskennzahl 3714 67 406 0 UBA-FB 002461 Schutz des Naturhaushaltes vor den Auswirkungen der Anwendung von Pflanzenschutzmitteln aus der Luft in Wäldern und im Weinbau von Dr. Ingo Brunk, Thomas Sobczyk, Dr. Jörg Lorenz Technische Universität Dresden, Fakultät für Umweltwissenschaften, Institut für Forstbotanik und Forstzoologie, Tharandt Im Auftrag des Umweltbundesamtes Impressum Herausgeber: Umweltbundesamt Wörlitzer Platz 1 06844 Dessau-Roßlau Tel: +49 340-2103-0 Fax: +49 340-2103-2285 [email protected] Internet: www.umweltbundesamt.de /umweltbundesamt.de /umweltbundesamt Durchführung der Studie: Technische Universität Dresden, Fakultät für Umweltwissenschaften, Institut für Forstbotanik und Forstzoologie, Professur für Forstzoologie, Prof. Dr. Mechthild Roth Pienner Straße 7 (Cotta-Bau), 01737 Tharandt Abschlussdatum: Januar 2017 Redaktion: Fachgebiet IV 1.3 Pflanzenschutz Dr. Mareike Güth, Dr. Daniela Felsmann Publikationen als pdf: http://www.umweltbundesamt.de/publikationen ISSN 1862-4359 Dessau-Roßlau, März 2017 Das diesem Bericht zu Grunde liegende Vorhaben wurde mit Mitteln des Bundesministeriums für Umwelt, Naturschutz, Bau und Reaktorsicherheit unter der Forschungskennzahl 3714 67 406 0 gefördert. Die Verantwortung für den Inhalt dieser Veröffentlichung liegt bei den Autorinnen und Autoren. UBA Texte Entwicklung geeigneter Risikominimierungsansätze für die Luftausbringung von PSM Kurzbeschreibung Die Bekämpfung
    [Show full text]
  • Nepticulidae, Tineidae, Momphidae, Cosmopterigidae, Gelechiidae, Tortricidae En Geometridae)
    Melding van minerende en andere zeldzame Lepidoptera in België met 10 nieuwe soorten voor de Belgische fauna (Nepticulidae, Tineidae, Momphidae, Cosmopterigidae, Gelechiidae, Tortricidae en Geometridae) Steve Wullaert Samenvatting. De volgende 10 soorten worden als nieuw voor de Belgische fauna gemeld: Bohemannia pulverosella (Stainton, 1849) (Nepticulidae), voor het eerst gevonden door Willem Ellis maar nooit eerder gemeld; Trifurcula eurema (Tutt, 1899) (Nepticulidae), bladmijnen op Lotus corniculatus gevonden door Guido De Prins te Durbuy op 28.ix.2013; Trifurcula cryptella (Stainton, 1856) (Nepticulidae), bladmijnen op Lotus corniculatus gevonden door Zoë Vanstraelen en Steve Wullaert te Gellik op 06.x.2013; Mompha bradleyi Riedl, 1965 (Momphidae), gevangen door Pieter Blondée te Ename op 17.iv.2012; Syncopacma vinella (Bankes, 1898) (Gelechiidae); verscheidene mijnen op Genista tinctoria gevonden door de bladmijnenwerkgroep te Durbuy op 10.x.2012; Tinea dubiella (Stainton, 1859) (Tineidae), enkele imago’s gevangen door Zoë Vanstraelen en Steve Wullaert binnenshuis te Genk op 27.vi.2014; Nemapogon ruricolella (Stainton, 1849) (Tineidae), 1 ex. gevangen door Steve Wullaert te Moerbeke op 06.vi.2009; Cydia illutana (Herrich-Schäffer, 1851) (Tortricidae), 1 ex. gevangen door de bladmijnenwerkgroep te Ploegsteert op 29.v.2010; Sorhagenia janiszewskae Riedl, 1962 (Cosmopterigidae), 1 ex. gevangen door de bladmijnenwerkgroep te Ename in Bos t’Ename op 10.viii.2013; Lampropteryx otregiata (Metcalfe, 1917) (Geometridae), 1 ex. gevangen door
    [Show full text]
  • Additions, Deletions and Corrections to An
    Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) ADDITIONS, DELETIONS AND CORRECTIONS TO AN ANNOTATED CHECKLIST OF THE IRISH BUTTERFLIES AND MOTHS (LEPIDOPTERA) WITH A CONCISE CHECKLIST OF IRISH SPECIES AND ELACHISTA BIATOMELLA (STAINTON, 1848) NEW TO IRELAND K. G. M. Bond1 and J. P. O’Connor2 1Department of Zoology and Animal Ecology, School of BEES, University College Cork, Distillery Fields, North Mall, Cork, Ireland. e-mail: <[email protected]> 2Emeritus Entomologist, National Museum of Ireland, Kildare Street, Dublin 2, Ireland. Abstract Additions, deletions and corrections are made to the Irish checklist of butterflies and moths (Lepidoptera). Elachista biatomella (Stainton, 1848) is added to the Irish list. The total number of confirmed Irish species of Lepidoptera now stands at 1480. Key words: Lepidoptera, additions, deletions, corrections, Irish list, Elachista biatomella Introduction Bond, Nash and O’Connor (2006) provided a checklist of the Irish Lepidoptera. Since its publication, many new discoveries have been made and are reported here. In addition, several deletions have been made. A concise and updated checklist is provided. The following abbreviations are used in the text: BM(NH) – The Natural History Museum, London; NMINH – National Museum of Ireland, Natural History, Dublin. The total number of confirmed Irish species now stands at 1480, an addition of 68 since Bond et al. (2006). Taxonomic arrangement As a result of recent systematic research, it has been necessary to replace the arrangement familiar to British and Irish Lepidopterists by the Fauna Europaea [FE] system used by Karsholt 60 Bulletin of the Irish Biogeographical Society No. 36 (2012) and Razowski, which is widely used in continental Europe.
    [Show full text]
  • Travaux Scientifiques Du Parc National De La Vanoise : BUVAT (R.), 1972
    ISSN 0180-961 X a Vanoise .'.Parc National du de la Recueillis et publiés sous la direction de Emmanuel de GUILLEBON Directeur du Parc national et Ch. DEGRANGE Professeur honoraire à l'Université Joseph Fourier, Grenoble Ministère de l'Environnement Direction de la Nature et des Paysages Cahiers du Parc National de la Vanoise 135 rue du Docteur Julliand Boîte Postale 706 F-73007 Chambéry cedex ISSN 0180-961 X © Parc national de la Vanoise, Chambéry, France, 1995 SOMMAIRE COMPOSITION DU COMITÉ SCIENTIFIQUE ........................................................................................................ 5 LECTURE CRITIQUE DES ARTICLES .......................................................................................................................... 6 LISTE DES COLLABORATEURS DU VOLUME ..................................................................................................... 6 EN HOMMAGE : ]V[arius HUDRY (1915-1994) ........................................................................................... 7 CONTRIBUTIONS SCIENTIFIQUES M. HUDRY (+). - Vanoise : son étymologie .................................................................................. 8 J. DEBELMAS et J.-P. EAMPNOUX. - Notice explicative de la carte géolo- gique simplifiée du Parc national de la Vanoise et de sa zone périphé- rique (Savoie) ......................................................................................................,.........................................^^ 16 G. NlCOUD, S. FUDRAL, L. JUIF et J.-P. RAMPNOUX. - Hydrogéologie
    [Show full text]
  • Microlepidoptera in Nederland, Vooral in 2007-2010 Met Een Terugblik Op 30 Jaar Faunistisch Onderzoek
    entomologische berichten 91 73 (3) 2013 Microlepidoptera in Nederland, vooral in 2007-2010 met een terugblik op 30 jaar faunistisch onderzoek K. J. (Hans) Huisman J. C. (Sjaak) Koster Tymo S.T. Muus Erik J. van Nieukerken TREFWOORDEN Faunistiek, nieuwe waarneming, provincies, areaaluitbreidingen Entomologische Berichten 73 (3): 91-117 In de jaren 2007-2010 werden maar liefst elf soorten kleine vlinders nieuw voor onze fauna gevonden: Infurcitinea teriolella, Bucculatrix ulmifoliae, Caloptilia fidella, Phyllonorycter issikii, Coleophora motacillella, Cochylis molliculana, Cnephasia sedana, Clepsis dumicolana, Lobesia botrana, Pseudococcyx tessulatana en Evergestis aenealis. Daarnaast werden drie soorten al elders gemeld: Caloptilia hemidactylella, Cydalima perspectalis en Bucculatrix ainsliella. Na 30 jaar van jaarlijsten geven we een evaluatie, met onder andere een totaal van 128 nieuw gemelde soorten. Dit zijn er minder dan in Denemarken, maar meer dan op de Britse Eilanden of in Zweden. We verklaren deze verschillen door het verschil in oppervlak van de landen: hoe kleiner het land, hoe meer kans dat er nieuwe soorten gevonden worden. Dit jaaroverzicht is het laatste dat in deze vorm verschijnt. Dit is het negentiende jaaroverzicht van de Nederlandse Micro- die beoordeeld konden worden door specialisten. We hopen dat lepidoptera sedert 1983. Een index van alle overzichten tot 2000 we een goed evenwicht gevonden hebben in het spanningsveld werd gegeven door Koster & Van Nieukerken (2003). tussen volledigheid en betrouwbaarheid. De jaren 2007–2010 waren wederom aan de warme kant met Door de snelle berichtgeving op internet wordt het voor het uitzondering van 2010, dat sinds 1996 het eerste jaar was met samenstellen van een gedrukte ‘jaarlijst’ steeds moeilijker om een temperatuur beneden het langjarige gemiddelde van 9,8°C voldoende actueel te blijven en toch de grens van een bepaald (jaargemiddelden 2007-2010 11,2; 10,6; 10,5; 9,1°C).
    [Show full text]
  • Cambridgeshire & Essex Butterfly Conservation
    Butterfly Conservation Regional Action Plan For Anglia (Cambridgeshire, Essex, Suffolk & Norfolk) This action plan was produced in response to the Action for Butterflies project funded by WWF, EN, SNH and CCW This regional project has been supported by Action for Biodiversity Cambridgeshire and Essex Branch Suffolk branch BC Norfolk branch BC Acknowledgements The Cambridgeshire and Essex branch, Norfolk branch and Suffolk branch constitute Butterfly Conservation’s Anglia region. This regional plan has been compiled from individual branch plans which are initially drawn up from 1997-1999. As the majority of the information included in this action plan has been directly lifted from these original plans, credit for this material should go to the authors of these reports. They were John Dawson (Cambridgeshire & Essex Plan, 1997), James Mann and Tony Prichard (Suffolk Plan, 1998), and Jane Harris (Norfolk Plan, 1999). County butterfly updates have largely been provided by Iris Newbery and Dr Val Perrin (Cambridgeshire and Essex), Roland Rogers and Brian Mcllwrath (Norfolk) and Richard Stewart (Suffolk). Some of the moth information included in the plan has been provided by Dr Paul Waring, David Green and Mark Parsons (BC Moth Conservation Officers) with additional county moth data obtained from John Dawson (Cambridgeshire), Brian Goodey and Robin Field (Essex), Barry Dickerson (Huntingdon Moth and Butterfly Group), Michael Hall and Ken Saul (Norfolk Moth Survey) and Tony Prichard (Suffolk Moth Group). Some of the micro-moth information included in the plan was kindly provided by A. M. Emmet. Other individuals targeted with specific requests include Graham Bailey (BC Cambs. & Essex), Ruth Edwards, Dr Chris Gibson (EN), Dr Andrew Pullin (Birmingham University), Estella Roberts (BC, Assistant Conservation Officer, Wareham), Matthew Shardlow (RSPB) and Ken Ulrich (BC Cambs.
    [Show full text]