Oud-Gorcum Varia Tijdschrift van de historische vereniging “Oud-Gorcum”

2011-2 JG. 27 NUMMER 69 HISTORISCHE VERENIGING OUD-GORCUM

Opgericht 20 augustus 1909

Ereleden C. de Ruiter (1989) W. Kreukniet-den Hertog (2000) A.J. Busch (2001)

Bestuur A. Frings, voorzitter A.G.H. van Baardewijk-de Gier, secretaris D.C. Pleyte, penningmeester N. Klomp-Looijen G.J. Dop C. Warringa- van Genderen

Secretariaat St. Hubertuslaan 15 4205 ZA Gorinchem e-mail [email protected] tel. 0183-624335

Redactie A.C.J. de Vries H. v.d. Brink C. Warringa- van Genderen.

De contributie bedraagt minimaal € 18 per jaar, over te maken op rekening 472264761 van de ABN-Amrobank te Gorinchem of op Postbanknr. 5593243 t.n.v. penningmeester van Oud- Gorcum, Athene 4, 4205 AE Gorinchem.

Losse nummers van Oud-Gorcum Varia en de Historische Reeks Oud-Gorcum zijn verkrijgbaar bij het Regionaal Archief Gorinchem, Stadhuisplein 1.

ISSN 1384-721X

Ontwerp: Studio ID B.V., Gorinchem Grafische productie: Bergman Media Group, Gorinchem

Afbeelding omslag: Militairen in Gorinchem geven nieuwe invulling aan begrip stapelbedden, 1965/66. Inhoud

VOORWOORD VAN DE VOORZITTER door Allow Frings 2 > 1

KERKHOVEN OF WEILANDEN door R.F. van Dijk 3

HERINNERINGEN AAN HET GARNIZOEN door Cynthia Warringa 9

PRINS BERNHARD OP INSPECTIE door Aron de Vries 13

DE MAN MET DE RODE PET door A.J. Busch 21

KOOKKUNST door Cynthia Warringa 25

GORINCHEM EN HET BELEG VAN HUIS ALTENA door Aron de Vries 28

WOUTER DE KROES door R.F. van Dijk 45

WAT SUIKERZAKJES VERTELLEN -2- door Marius van Loon 47

UIT DE KRANT door Aron de Vries 53

KAMERAAD NIEUWSTAD door Astrid Nieuwstad 57

MARKANTE LEDEN door Aron de Vries 64

DE VOORZET KWAM VAN RECHTS door Jos Walraven 68

TWEE LUIFELS door Aron de Vries 78

AANVULLINGEN OP HET GORCUMSE BOEK door Bert Stamkot 81

ADDENDA ET CORRIGENDA 85

ANNOTATIE 86 Voorwoord van de voorzitter

2 < Beste Lezers, in de Gorcumse garnizoensstad. Ik verklap alvast dat de sfeer voor soldaten Koude en donkere tijden liggen weer in in Gorcum positief was. Al kreeg je in het vooruitzicht bij het verschijnen van Brabant in vergelijk tot de Alblasserwaard deze aflevering van Oud-Gorcum Varia. meer koffie geschonken. Dat dan weer Om mogelijke verkoudheid en griep een wel, aldus Klop. In het tweede interview beetje te temperen heeft Cynthia Warringa ruimte voor iemand die eveneens het zich verdiept in het recept van ‘de pap voor leger een warm hart toedraagt, en dan eene zieke’. Het werkt uiteraard alleen vooral de marine. Bas van Beuzekom als u vertrouwen heeft in de werking van vertelt deze keer niet over zeeofficieren het recept dan wel vertrouwen stelt in uw maar over zich zelf. eigen kookkunst. Beschikt u over geen van beide dan gewoon aankloppen bij uw Dat de geschiedenis zich dikwijls herhaalt zorgverzekeraar. Bij het samenstellen van is bekend. Daarom schrijft de heer Busch deze aflevering zult u zien dat de redactie niet over de huidige economische crisis er zelf ook pap van lust. U treft een veelheid maar over die van 80 jaar geleden. Ik en variatie aan van artikelen die popelen hoop dat u met plezier kunt lezen over om gelezen te worden. het fenomeen incassobureau en dat het allemaal niet te dicht bij komt. Ik las een Menigeen van u zal de komende tijd weer tijdje geleden dat Nederlanders slecht zijn in de dichterlijke pen klimmen om de in het tijdig betalen van rekeningen. Uiter- goedheiligman te gerieven. Wellicht was aard geldt dit niet voor u. Verder in dit dit voor René van Dijk aanleiding om wat nummer aandacht aan voetbal, kerkhoven licht te werpen op de dichter Wouter de en … weet u wat gaat u maar snel zelf Kroes. Om de dichterlijke muze nog meer lezen. Ik wens u daarbij veel plezier! te behagen worden er nog twee luifels met opschriften belicht. Allow Frings U ontdekt in deze uitgave verder Voorzitter Oud Gorcum ruimte voor twee interviews. Kees Klop vertelt over zijn diensttijd in Gorcum en memoreert zijn belevenissen als soldaat Kerkhoven of weilanden door R.F. van Dijk

> 3 Vroeger hadden vrij veel huizen en en de brouwer Adriaan Langenberch, die agrarische percelen een naam. Er waren van de koopsom de hypotheken van totaal immers nog geen kadastrale of huisnum- ƒ 700 mochten aftrekken.5 Zij losten de mers. Met een naam kon onroerend goed hypotheken af in 1640. beter geïdentificeerd worden. Zo waren er in heel Nederland nogal wat agrarische De erfgenamen van Joosten verkochten in percelen met de naam Kerkhof.1 In Gorin- 1641 hun onverdeelde helft van het land chem kennen we twee van die percelen. voor ƒ 1020 aan Langenberch.6 De curato- ren van Langenberch verkochten het land, KERKHOF aangeduid als zaailand, in 1658 voor ƒ 1200 Aan de Kleine Haarsekade lag ten zuiden aan Jan Fiot en Jan Lorijn.7 Lorijn verkocht van de huidige W.F. Emckstraat een zijn helft in 1668 voor slechts perceel dat zeker van 1704 tot 1804 de ƒ 250 aan Fiot.8 Diens zoon Adriaan ver- naam Kerkhof droeg. Het was volgens de kocht het in 1676 voor ƒ 630 aan de grutter pre-kadastrale bronnen 16½ of 17 hond Cornelis van Amersfoort.9 Diens kinderen groot, zo’n 22.000 m². Vanaf de kade liep verkochten het weiland, “nu genaemt het het tot aan de Dove Wetering, ook wel Kerckhoff”, in 1704 voor Ravensloot geheten, die voor de helft van ƒ 949 aan de voerman Jan van Beusecom.10 de breedte bij het eigendom hoorde. De Hij legateerde het aan Jacob den Dekker.11 eigenaar van het perceel moest een stuk Die was boer en voerman en gaf in 1721 en Nieuwe Wolpherensedijk bij dijkpaal 145 1722 twee hypotheken van elk ƒ 400 op zijn ter lengte van 5½ meter onderhouden.2 land.12 Zijn curatoren verkochten in 1734 het land, dat in huur was bij de beenhakker13 De eerst bekende eigenaar is Adriaan Cor- Jan van Schalen, voor nelisz den Hoogen, genoemd als belending ƒ 1350 aan de grutter14 Jurriaan Hommes.15 in een akte uit 1615.3 Zijn zoon Cornelis Hommes verkocht het in 1750 voor ƒ 800 bezwaarde het nog naamloze perceel in aan de grutter16 Daniel van Krieken.17 Diens 1628 en 1631 met twee hypotheken van elk zoon Reinier verkocht het land, “vanouds ƒ 200, wat diens weduwe in 1635 nog met genaamd het Kerkhof”, in 1804 voor ƒ 300 verhoogde.4 In 1638 verkocht zij het ƒ 1700 aan Melis Drijver.18 Diens weduwe land, in huur bij de voerman Jan Peters, benoemde in 1834 haar inwonend neefje voor ƒ 1856 aan de hoepmaker Jan Joosten Arie van de Giessen tot erfgenaam.19 4 < In haar testament werden de te erven van de spoorlijn en het Merwedekanaal, goederen niet gespecificeerd, zodat niet zodat het overblijvende deel (A 2103) bekend is of het perceel nog een naam 17.660 m² mat.22 De erfgenamen van droeg. Wel ontbreekt een veldnaam in Braakman en zijn vrouw Dina Geertruida de koopakte van 1850, toen Geertruij Willemstijn verkochten het akkerland, Willemstijn-van Breda voor ƒ 3425 eigena- voor ƒ 130 per jaar verpacht aan de hove- res werd. Volgens het kadaster bestond het nier Dirk Roeland, in 1909 voor ƒ 3250 aan perceel uit (van west naar oost) de langs oud-burgemeester Cornelis van Andel.23 de vliet gelegen kade (sectie A nr. 1106, Na zijn overlijden kwam het in 1913 in bezit groot 316 m²), een sloot (A 1107, 167 m²) en van zijn nichtje Louise Bosboom,24 die weiland (A 1107 bis en 1108, samengevoegd het in 1921 voor ƒ 5000 verkocht aan de tot A 1584, in totaal 22.980 m²), dus in het azijnfabrikant Cornelis van Seters.25 geheel 23.463 m². 20 Diens zoon Frans Adolf van Seters kreeg in Zij moest in 1856 officieel afstand doen van maart 1946 een brief van de gemeente, dat de kade en de sloot aan de gemeente, die zijn grond nodig was voor woningbouw. al sinds 1838 daarvan het beheer had.21 In Verwacht werd, dat hij, “doordrongen 1867 werd ds. Frederik Braakman eigenaar; van het feit, dat het algemeen welzijn der hij verkocht in 1880 en 1885 resp. 2330 m² bevolking dit vordert”, tot verkoop bereid en 2990 m² aan de Staat voor de aanleg was. Van Seters hield echter liever rekening

Perceel ‘Kerkhof’ bij de W.F. Emckstraat. > 5 met de belangen van pachter Aart van Emckstraat wel eens een vreemde ontdek- Bezooijen, die er bieten, haver, aardap- king deden of nog zullen doen in hun tuin. pelen en klaver teelde. Vooral de achterste helft van het land was door de wat hogere WOLPHERENSE KERKHOF ligging van uitstekende kwaliteit. Omdat In 1439 werd Machteld, de vrouw van Hen- er onteigening dreigde, ging Van Seters drik de Zwart, door de graaf van Holland uiteindelijk met verkoop akkoord. Na als heer van Arkel beleend met 4 morgen bindend advies van een commissie van land in Wolpheren. Nadat ze weduwe deskundigen stelde men de verkoopprijs in was geworden en zelf ook overleden was, 1948 vast op ƒ 9511. De pacht liep nog door zou haar zoon Gerard de Zwart beleend tot 1 december 1951. De Pachtkamer van kunnen worden, maar die overleed binnen het Kantongerecht bepaalde de schade- een jaar in het buitenland. Vervolgens, loosstelling op ƒ 3500. Burgemeester Van in september 1464, werd Gerards zoon Rappard ontbood Van Bezooijen echter op Hendrik de Zwart beleend. Maar binnen het stadhuis om mede te delen dat ƒ 1600 twee maanden verkocht hij het perceel wel genoeg was.26 Het land werd bouwrijp aan Jan de Oude Herdenz., die er ook mee gemaakt. Op een kaart behorende bij het beleend werd. Jan de Oude verkocht het in bestek is goed te zien hoe de ligging van 1495 aan Arnout (Aart) Jacobs van Goir, die het terrein was ten opzichte van de huidige er ook mee beleend werd. bebouwing.27 Zijn ouders Jacob Jans en Aleid Goverts, De vraag is nu of het Kerkhof inderdaad werden vervolgens eigenaar, maar een een kerkhof is geweest. In 1734 is het in belening is niet geregistreerd. Hun bezit gebruik bij een slager, die in zijn werk omvatte tevens 2 morgen aanpalend land, natuurlijk met dierlijke botten bleef zitten. zodat de totale oppervlakte 46.200 m² Gezien ook het feit dat het achterste bedroeg. Dit geheel van 6 morgen was deel van het land hoger lag, is het niet genaamd ‘Wolfferens Kerckhoff’. Aart van onmogelijk dat hier dierlijke overblijfselen Goir erfde in 1519 van zijn ouders Jacob Jans zijn begraven.28 Maar de naam duikt al op en Aleid Goverts het Wolfferens Kerck- in 1704 en daarvoor is geen verklaring. hoff.29 Van Goir verkocht het geheel, met Misschien dat bewoners aan de W.F. de hoefdijk daartoe behorende, in 1520 aan 6 < zijn zwager, de schoenmaker30 Robbrecht Ruwen en Cornelis Jans o.a. 16½ hond land Jans.31 Deze werd er ook mee beleend. in de Park, belast met een roede dijk op Jans (geboren rond 1490 en gehuwd met het Wolferse Kerkhof.37 Eelken, dochter Anthonia Jacobs) was een zoon van de van wijlen Robbrecht Jans, beloofde in nastelmaker en notaris Jan Robben en 1566 haar broer Jacob, die eigenaar van Aafken Vinck.32 het Wolferse Kerkhof was, dat zij de rente overnam.38 Anton Jacobs erfde in 1579 van Ten westen van dit land lag een stuk land zijn vader Jacob Robberts en werd ermee van 3½ morgen, dat de erfgenamen van de beleend.39 In 1589 namen Jan Sas Hoens en non Beeltje Wouters in 1523 verkochten aan zijn zus Elizabeth de Borchgreeff de rente het Manhuis; aan de andere zijde grensde over.40 In 1600 namen Jacob Kemp Laurens dit Manhuisland aan Aleid Roijen. Zuidelijk en Sander Gerrits van den Bosch de rente grensden de percelen aan de Merwede over.41 (dus over de Wolpherensedijk heen) en noordelijk aan de Wolpherense of Mid- Was dit Kerckhoff nu wel een echt kerkhof? delwetering annex Schelluinseweg.33 Jans, Ik denk het wel, want er blijkt in dit gebied inmiddels president-schepen, beloofde tevens een Kerksteeg te zijn. Die duikt nog in 1543 jaarlijks ƒ 25 te betalen aan het in 1591 op, als de stad uit naam van het convent van de predikheren te Keulen. kapittel een aveling in erfpacht geeft die Onderpand was o.a. genoemde 6 morgen, loopt vanaf de dijk en haaks daarop belendt belend oost het kapittel van Gorinchem aan zekere Kerksteeg.42 en west het Manhuis. De hypotheek was losbaar met ƒ 500.34 Ook Stamkot wijst erop, dat de aanwezig- heid van een kapel of kerkje in Wolpheren Het naastgelegen bezit van het kapittel, ter zeker tot de mogelijkheden behoort. Met grootte van 7 morgen, kwam vóór 1555 in zo’n honderd inwoners van Wolpheren handen van het Gasthuis.35 Het bezit van moet er genoeg vraag naar zielzorg het Manhuis was later 7½ morgen groot, geweest zijn.43 Dat zou het mooie verhaal bevatte kuilen en grensde aan de andere bevestigen dat dit kerkje, waarschijnlijk kant ook aan Jans i.p.v. Aleid.36 Jacob Rob- na een dijkdoorbraak, begin 13e eeuw is berts erfde in 1557 van zijn vader Robbrecht afgebroken om met het materiaal onze Jans en werd ermee beleend. Peter Aarts Grote Kerk te bouwen. de Roy verkocht in 1558 aan Job Peters van De plaatsbepaling van het Kerckhoff is ten > 7

dele onzeker. Houvast geeft de Middelwe- lijkt ook logisch om een kerkje niet aan de Plattegrond uit tering, nog gedeeltelijk te zien op kaarten rand, maar in het midden van het gebied te 1869 met daarop tot de eerste helft der 20e eeuw. Maar het bouwen, oost-west gezien en aan de dijk. ingetekend westelijk deel is dan al vergraven door de Nu wil het geval, dat Gorcumse vissers de Middelwetering. aanleg van achtereenvolgens Kanaal van geregeld last hadden van haften. Dit zijn Steenenhoek en spoorweg. Toch lijkt het uitsteeksels onder water waaraan netten gehele tracé op basis van oudere kadastrale blijven haken, met alle schade van dien. kaarten te schetsen op de ondergrond van De bekende amateur-historicus W.F. Emck bijgaand kaartje uit 1869.44 Opvallend is vermoedde al dat dit restanten waren van de knik halverwege de wetering, tevens het dorpje Wolpheren. Na peilingen en halverwege de ontginning Wolpheren. Het duikonderzoek bleek dat een bepaalde geul 8 < soms uitschuurde en dat er dan inderdaad twee verslagen in de pers 1000 tot 1200 muurresten van wel twee meter boven het meter kilometer westelijk van de Vlucht- bodemzand uitstaken. haven, 80 meter uit de wal en 6 meter onder de oppervlakte.46 We komen dan Verschillende autoriteiten sloegen de ten oosten van de huidige Merwedebrug, handen ineen en in 1920 zorgden de recht tegenover de westelijk haven van torpedisten, onder commando van de Avelingen-Oost of, als het 1200 meter is, kapitein Mussert, ervoor dat trotyl de onder de huidige Merwedebrug, en dàn muren opblies.45 De stukken steen en zit je keurig halverwege de ontginning eikenhout werden opgevist en aan land Wolpheren. Op een foto zien we grote gebracht. stenen, die niet van eenvoudige, groten- deels houten huizen, maar wel van een De plaats van de explosies was volgens kerkje geweest kunnen zijn. Herinneringen aan het garnizoen Soldaat Klop rapporteert aan Cynthia Warringa

Kees Klop werd in 1943 geboren te Neder- te volgen. Het was midden in de Koude > 9 Hardinxveld. Na verschillende opleidingen te Oorlog. Er heerste een voortdurende hebben gevolgd, was hij van april 1965 tot angst dat de Russen zouden komen, vooral en met mei 1966 als dienstplichtig soldaat gezien de opstand van 1956 in Hongarije. gestationeerd in ons vestingstadje. Aan deze Van de Nederlandse oostgrens tot aan de tijd bewaart hij prettige herinneringen. grens met het voormalige Oost-Duitsland is maar 400 kilometer. De Russen zouden BROEDERDIENST dus zo naar hier kunnen doorstoten.” Het gezin Klop had vier zonen. Kees was de derde zoon uit het gezin. In principe Een onderdeel van de Verbindingsdienst waren de eerste en de tweede zoon uit was de 890e Radio Compagnie die in een gezin dienstplichtig. Echter, door Gorinchem gestationeerd was. Deze familieomstandigheden werd Kees als jongens die de HBS of het Gymnasium derde zoon opgeroepen in plaats van zijn hadden gevolgd, werden verder opgeleid in oudere broer, de zogenoemde broeder- Harderwijk. Zij leerden Russisch om zo de dienst. Dienstplichtig soldaat Klop mocht plannen van de vijand te kunnen afluiste- Hare Majesteits wapenrok dragen in het ren. Dit bijzondere verbindingsbataljon nabije Gorinchem. zat in de luisterpost op de Dalemwal en de

DE 890E RADIOCOMPAGNIE Enthousiast vertelt hij: ”In de Wil- lemskazerne zat de Genie en daar had je ook de Vaar- en Duikersschool zitten. Bij de huidige poort op het Kazerneplein moest je regelmatig op wacht staan. Dat was vier uur op en vier uur af, gedurende vierentwintig uur. Ik had dan zicht op de torenklok en zag de tijd langzaam voorbij tikken, waardoor het wachtlopen extra lang leek te duren. In de Citadelkazerne Met stapelbedden draaide alles echter om de Verbindings- een steiger bouwen dienst. Het belangrijkste doel was om in de kazerne. de bewegingen van het Russische leger 10 < bastions eromheen. In de luisterpost zat voertuigen die in de garage stonden. een geheime peilpost, waar men militaire “Daar stonden onder andere de peilauto’s. berichten van de Russen afluisterde. Kees Daarmee reden we de velden in om de vertelt hierover: ”Ik vroeg dan wel eens afluisterapparatuur te testen. Wat ik nog of ze nog wat belangrijks gehoord waren, weet is dat je in Brabant bij de boer altijd maar dan zeiden ze dat ze niet veel meer werd uitgenodigd op de koffie en hier in de opvingen dan alleen het Russische weerbe- Alblasserwaard niet.” richt. “ Met het opheffen van het garnizoen in Gorinchem, eind 1967, vertrok de 890e MOEKE Radio Compagnie naar Eibergen. De vrije tijd werd vaak doorgebracht in de kroeg of in één van de militaire tehuizen Omdat hij een technische opleiding in de stad. Daar kon je tegen gereduceerd gevolgd had, werd Kees tewerkgesteld als tarief iets te drinken krijgen. “Ik kreeg onderhoudsmonteur wielvoertuigen in maar één gulden en tien cent soldij per de garage naast het Arsenaal in de Boe- dag. Daar moest je het mee doen. De renstraat. In deze garage stonden jeeps, meeste jongens gingen naar de kroeg. Ik drietonners en ook radiowagens gestald. ging wel eens naar het K.M.T. (Katholiek Met de radiowagens werden oefeningen Militair Tehuis, red.) bijna op de hoek van gehouden in de regio. Hij onderhield de de Gasthuisstraat met de Arkelstraat. Je

Links: het haar werd door de jongens zelf kort gehouden.

Rechts: tijdverdrijf op de kazerne. had er alleen een ‘moeder’. Het idee was Donderdagavond > 11 om de jongens na diensttijd een warm corvee. thuis te bieden en om ze van de straat te houden. De afzwaaifeesten bij ‘moeke’ van het K.M.T. waren heel gezellig en druk bezocht. Daar mocht tenminste bier geschonken worden. Dit moest je dan uiteraard wel zelf regelen en betalen.”

In de Krabsteeg was het Protestants Militair Tehuis gevestigd. Kees zegt: “In de Militaire Tehuizen kreeg je ook godsdienstlessen. Het bijwonen hiervan was verplicht. Het maakte helemaal niets uit of je nu En dan moest je hè. De kapper kostte wel protestants of katholiek was. Overal was vijf à zes gulden! Dat was iets wat je tot je welkom. Je kon kiezen tussen de ’doom‘ het laatst uitstelde. Je moest het immers (dominee) of de ’aal‘ (aalmoezenier). Je doen met maar één gulden en tien cent ging daarheen waar je de meeste gezel- per dag. Je kon je wel gratis laten knippen ligheid vond. Dat was in het P.M.T. Ik weet bij de dienstkapper, maar die schoor je nog dat we op een mooie zomermiddag bijna kaal…” godsdienstles kregen op de wallen. De helft lag te slapen in het gras en de dominee ”We hadden ook een luitenant, maar preken. Hij kon er wel om lachen.” bijgenaamd Jan de Regelaar. Hij was een boerenzoon uit Brabant en was in SLUIPIE Nederlands-Indië geweest. Daar had hij Kees weet ook nog een paar leuke anek- zijn officiersrang verdiend. Hij was hoofd dotes over een paar markante militairen van de radiowerkplaats, gevestigd in het te vertellen: ”Oh ja, de sergeant-majoor Arsenaal. Hij had nergens verstand van, met de bijnaam Sluipie. Dat was een echte maar hij deed alsof hij dat wel had. Zo liep dienstklopper. Bij inspectie tijdens het hij te paraderen met een schroevendraaier appel stond hij dan ineens achter je. Hij in zijn zak. In die tijd waren de transistor- kwam altijd zachtjes aansluipen. Dan zei radiootjes net in de handel. Eens was er hij: ’Zou je niet eens naar de kapper gaan?’ eentje behorend tot het privébezit van een 12 < Gewekt door de sergeant.

van de jongens ontstemd. Nadat verschil- Kees Klop denkt met plezier terug aan lende jongens geprobeerd hadden dit euvel zijn diensttijd in Gorinchem: ‘Belangrijk te verhelpen, zei Jan: ‘Laat mij eens kijken’. om te vermelden is dat Gorinchem een Het was geen gezicht, dat kleine radiootje echte garnizoensplaats was. De militairen in die grote boerenwerkhand. Hij maakte hoorden er gewoon bij. Het was er niet het radiootje open, draaide wat met de zo antimilitaristisch zoals bijvoorbeeld schroevendraaier en maakte ‘m weer dicht. in Ede. Als je daar in een winkel iets ging Dat ding deed het natuurlijk voor geen kopen, kwam je als laatste aan de beurt. In meter meer.” Gorinchem was de sfeer goed. Dat heeft zeker tot een leuke diensttijd bijgedragen.” Prins Bernhard inspecteert

Bernhard, prins zur Lippe Biesteveld, la suite, een honoraire functie. Negentien > 13 verloofde zich op 8 september 1936 dagen later werd hij beëdigd tot officier à met prinses Juliana. Officieel had hij de la suite bij de Nederlandse Land- en Zee- prinses ontmoet op een skivakantie in macht, waarna het huwelijk voltrokken het Duitse Garmisch-Partenkirchen, maar werd op 7 januari 1937. Aan het eind van inmiddels is bekend dat al eerder een de oorlog werd de prins bevelhebber van geheime ontmoeting was gearrangeerd in de Binnenlandse Strijdkrachten en tussen Amsterdam. Nadat Bernhard Nederlands 1946 en 1976 inspecteur-generaal van het staatsburger was geworden, werd hij op Nederlandse leger. Inspectie van troepen 4 december 1936 benoemd tot luitenant- deed de prins ook al voor de oorlog, ter-zee der eerste klasse én ritmeester à bijvoorbeeld in 1940 in Gorinchem.

Officieren in afwachting van de komst van de prins. 14 < Prins Bernard inspecteert de troepen.

Eind 1939 ging al het gerucht dat Bernhard de ’pittige marschen‘ van het onlangs Gorinchem met een bezoek zou vereren.1 opgerichte muziekkorps gewaardeerd Met man en macht werd de sneeuw verwij- door de verkleumende troepen en derd op de Grote Markt en werd met zand toegesnelde inwoners. Een luid gejuich gestrooid om slipgevaar te voorkomen. rees op toen een vijftal auto’s kwamen Alles diende tot in de puntjes verzorgd te aanrijden, waaronder die van de prins, die zijn. Gelukkig bleek het gerucht op waar- duidelijk te herkennen was aan zijn vlag heid te berusten, want op 3 januari kwam voorop. Bernhard werd vergezeld door de prins. De troepen stonden om één uur zijn waarnemend adjudant, overste Phaff, opgesteld langs postkantoor, Zusterhuis, generaal van Andel, commandant van de Krijtstraat en Kruisstraat, terwijl de hogere vesting Holland, kolonel Fruijt van Hertog, officieren samen met burgemeester Ridder commandant Oostfront vesting Holland, van Rappard en commissaris van politie kolonel de Jong, commandant van de Van der Marel de komst van prins Bernhard groep Merwede en andere hoge officieren. afwachtten voor het stadhuis. Klaarblijke- Alvorens met de inspectie begonnen werd, lijk liet de prins op zich wachten en werden speelde het muziekkorps het Volkslied. Daarna vond een defilé plaats onder op de Langendijk. Enkele foto’s zijn hier > 15 leiding van kapitein Leopold, waarnemend afgebeeld. Aansluitend wordt een brief garnizoenscommandant. Na een bezoek gepubliceerd die de kolonel aan zijn vrouw aan de kazerne vertrok het gezelschap naar in Hilversum schreef, omdat het een leuk Werkendam. Het was een bliksembezoek persoonlijk inzicht geeft in deze inspectie- dat slechts één uur duurde, maar dat veel reis. Eerst volgt echter een klein overzicht moraal gaf aan de gemobiliseerde troepen. van de oorspronkelijke eigenaar van het fotoalbum en schrijver van de brief. Onlangs verwierf het Regionaal Archief Gorinchem een fotoboek dat door de staf JAN DE JONG was geschonken aan bovengenoemde Op 19 april 1881 werd Jan te Kollumerland kolonel De Jong. Dit fotoboek bevat 25 geboren als zoon van Tjalke de Jong, foto’s van het bezoek van prins Bernhard schoolhoofd te Kollum, en Fet(t)je de aan onze vestingstad en omgeving. Het Vries.2 Tjalke werd later schoolhoofd, werd indertijd gekocht bij fotograaf Tukker schoolopziener en antirevolutionair

Pittige marsen van het muziekkorps. 16 < De prins stapt raadslid te Groningen en scriba van een uit weer in zijn auto. de Doleantie stammende gereformeerde kerk aldaar.3 Jan kon goed leren en bezocht het gymnasium te Amsterdam en studeerde aan de Vrije Universiteit aldaar klassieke talen. Na zijn studie werd hij in 1903 leraar geschiedenis en aardrijkskunde aan het Marnix Gymnasium te . In 1909 werd hij benoemd tot rector van het onlangs opgerichte Willem Lodewijk Gymnasium te Groningen, een instelling op christelijke grondslag, en trouwde vervolgens in hetzelfde jaar te Amsterdam met Neeltje Margaretha Buré.4 Zijn proefschrift’ De iure iurando apud Aeschy- lum, Sophoclem, Euripidem observationes’ verscheen in 1910 te Rotterdam. In 1920 werd hij rector van het net opgerichte Christelijk Lyceum in Hilversum, waar hij tot 1941 werkzaam was.5 Hij schreef verschil- lende werken waaronder het leerboek ‘Kort overzicht der Grieksche en Romeinsche geschiedenis’ (1912) en hij herzag het ‘Vocabularium op Xenophons Anabasis’ van Dr. F.F.C. Fischer (1912).

Naast man van het klassiek onderwijs, was Jan de Jong ook een legerman. Hij vervulde zijn militaire dienstplicht bij het tweede regiment infanterie. Als gestudeerde lag een leidinggevende taak op zijn pad. Na zijn dienstplicht was hij dan ook reserveof- ficier en diende hij tevens bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Hiermee trok hij in toedroeg, waardoor hij het bijzonder vond > 17 november 1918 naar Den Haag om op het Prins Bernhard persoonlijk te ontmoeten. Malieveld te voorkomen dat de socialis- tische revolutie van Pieter Jelles Troelstra BRIEF zou lukken. De Jong volgde militaire “Des morgens om negen uur stonden cursussen en klom in rang, uiteindelijk we in Schoonrewoerd en ontmoetten werd hij benoemd tot kolonel. Tevens was daar generaal Van Andel, die extra vroeg hij actief in de Vereniging van Christelijke was (de prins kwam pas om 9:30), daar Reserve Officieren. Toen in augustus de wegen zoo glad waren. Ik had des 1939 de mobilisatie werd afgekondigd, Dinsdags zelfs nog opgebeld, dat m.i. het werd De Jong commandant van de groep niet verantwoord was den prins te laten Merwede van de Vesting Holland met zijn komen met de smalle wegen en akelige commandopost in Meerkerk. bochten, maar daar was geen sprake van natuurlijk. Hij kwam en daarmee uit. Op 31 augustus 1939 werd de zitting van Enfin; toen is er een officier van my, die de Meerkerkse gemeenteraad onder- speciaal met het verkeer is belast, op uit broken. Kolonel De Jong hield buiten het gegaan en heeft overal de order gegeven stadhuis, in gezelschap van zijn troepen, van zand st[r]ooien en tot Dinsdagavond een toespraak waarin hij “feliciteerde den tien uur zyn ze bezig geweest met het burgemeester als hoogste gezagdrager schitterend succ[e]s, dat overal, waar we in de gemeente met den verjaardag van kwamen de weg nog stroever was dan des H.M. de Koningin en gaf de verzekering zomers. De prins, die des morgens nog dat het Oranjehuis in deze moeilijke dagen een glyparty had gehad met zyn groote ten volle kan rekenen op de officieren en Maybach (een locomotief) merkte het wel soldaten van ons leger.” Na een driewerf degelyk op en betuigde er me des mid- hoera werd burgemeester Slob benoemd dags zyn byzondere dankbaarheid voor. tot officier in de orde van Oranje-Nassau.6 Zelf ontving De Jong het Mobilisatiekruis Even te laat, maar niet veel verscheen 1914/8, het oorlogsherinneringskruis Z.K.H. en gingen we op stap. Het Neder- met gesp Nederland mei 1940 en het landsch van hem was al merkwaardig officierskruis xxxv. Jan de Jong overleed goed en als hy zoo doorgaat, bemerkt op 6 augustus 1959 te Hilversum. Uit alles men binnenkort niet meer dat hy blijkt dat hij het Oranjehuis een warm hart Duitscher is. Na het bezichtigen van de 18 < artillerie by Leerdam gingen we zoo alle In Vuren, dicht by Gorkum dronken forten langs en stellingen, die werden we koffie [bovengeschreven: in een geinspecteerd, waarby de prins blyk gaf heel mooie cantine] en het discours van heel goed op de hoogte te zyn van daarby was uiterst gezellig. Ik zat rechts alles en ook heel veel te zien. Hy deed dat en generaal Van Andel links van den prins op een leuke wys: een man, wiens rooie en we hebben honderd uit gebabbeld zakdoek uit zyn zak hing zag den prins op over allerlei onderwerpen o.a. ook over zich toekomen en met een knikje deze de Kerstfeest viering. Hy had het maar wegstoppen, terwyl een kapitein, by wiens vervelend gevonden, dat de kleine meid afdeeling een paar kragen loszaten onder (zooals hy zei) zoo begon te schreeuwen, de overjas te hooren kreeg, dat hy zyn man- daar hy zyn eigen lezen niet kon verstaan nen er eens op moest wyzen, dat ook onder en hij lachtte [doorgestreept “luid”, de overjas de kraag van de veldjas dicht bovengeschreven: er hartelyk om], dat dit moest zyn, maar op een toon, die absoluut juist zoo aardig was gevonden. Ik vertelde niet bits was. Toch kreeg de man een kleur hem nog van ons Kerstfeest in Meerkerk De prins samen tot achter de ooren en het trof juist een vry en elders, waarna hy met groote belang- met generaal eerzuchtig man, die meent, dat by hem stelling luisterde. Enfin, we vonden het Van Andel. allesbeter in orde is dan by anderen. haast jammer, dat we moesten opbreken en naar Gorkum gaan, waar om 1 uur een defilé plaats had. De generaal moest toen vertrekken zoodat ik als gastheer optrad. Gelukkig klopte alles in de puntjes en de troepen deden hu[n] best vanwaar ben je, terwyl de burgery uiterst enthousiast overal den prins toejuichte.

Na het defilé ben ik by den prins in de wagen gaan zitten en zyn we naar het veer gereden om met een moterboot naar Werkendam te varen. Je ziet dan direct, dat onze gast wel meer op een schip was geweest en al gauw hadden we het over varen en over zyn tochten Enthousiaste > 19 burgers tijdens de inspectiereis.

met de Piet Hein. Hy vindt de P.H. slordig Na een kop thee te hebben gedronken in afgewerkt en was er weinig over gesticht, de cantine van de Uppelsche Dijk, werd dat er reeds een f. 6000 reperatie aan het fort bezichtigd en vooral de keuken. was geweest daardoor. Je snapt, dat we By het langs gaan had de prins den kok in in Werkendam waren voor we het wisten, het oor gefluisterd, dat hy over eennige waar weer inspectie en bezichtiging minuten een lekker bord erwtensoep van logiesschepen op het programma van hem wilde hebben en dit stond klaar stond. Ook hier was de bevolking zeer toen we terug kwamen. Terwyl hij stond enthousiast en had de politie moeite hen te smullen en verklaarde dat het heel tegen te houden. goed was, merkte ik op, dat ik me maar 20 < De Prins is mogelyk nog lekkerder dan wat hy had de Merwede gehad. Direct vraagt de prins daarna een overgestoken. lepel of liever neemt er een en begint doodgemoedereerd met my samen uit hetzelfde bord te eten en me gewoon de stukken worst voor de lepel weg te graaien met een: U vergunt me? Natuurlyk draaide ik myn bord zoo, dat hy een lekker stukje spek voor zich zag en met vollen mond haast verklaarde hy aan de kok, dat ik volkomen gelyk had. Je snapt hoe er gelachen werd om dat tooneeltje.

Na Woudrichem, waar dit plaats had, gingen we per boot weer naar Gorkum terug en precies op tyd om vier vier uur lagen we aan den steiger na een werkelyk onvergetelyke dag met prachtig weer en in een stemming, die hy overal had gevonden (hy heeft ook met allerlei officieren gesproken en o.a. met Van ’t Lam heel wat gebabbeld over plaatsen, waar ze beiden op ski’s hadden gestaan een beetje af zou keeren, daar ik anders en hotels, waar ze hadden gelogeerd). jaloersch was. By een volgende keuken Met een “tot spoedig weerzien”, reed hy die we zagen, werd ik toen genomen, weg. Natuurlyk moest gen. Van Andel des daar de prins zóó toen we de keuken avonds nog even weten, hoe alles verder inkwamen – en ook hier als menue snert was geloopen [bovengeschreven: hy belde vonden – order gaf “voor den kolonel een me op] en ik kon hem niets dan goeds lekker bordje klaar te maken met kluif en ervan rapporteeren.” worst.” Je snapt, dat ik het niet afsloeg en alleronderdanigst Z.K.H. rapporteerde, dat het onvergelykelyk lekker was, zoo De man met de rode pet door A.J. Busch

Net als in deze tijd was er tachtig jaar > 21 geleden sprake van een economische crisis. Er heerste grote werkloosheid met als gevolg dat het in veel gezinnen armoe troef was. Evenals elders waren er ook in Gorinchem inwoners met financiële problemen; schulden bij de bakker, de melkboer, de kruidenier en als dan ook nog de kolenboer met een rekening kwam, bleef betaling noodgedwongen wel eens uit. Daardoor kwam de middenstand ook in moeilijkheden. Omdat het soms problematisch was uitstaande posten te innen, bood de bewoner of huurder van Tolsteeg 15 in 1934 zijn diensten aan om achterstallige betalingen te incasseren.

Net als in andere steden werd in Gorinchem een man met de rode pet geïntroduceerd. Op 29 juni 1934 stond een oproep in de Nieuwe Gorinchemsche Courant (zie afbeelding volgende bladzijde).

De man achter de advertentie bood via een circulaire zijn diensten aan bij winkeliers en handelaren. Hij zag er blijkbaar een aardige bijverdienste in om achter achterstallige betalingen aan te gaan. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden had hij een incasseerder nodig die ter afschrikking met een rode pet op het hoofd naar de klanten moest. Per advertentie riep hij kandidaten op. 22 < een reactie tegen dit systeem: “Maar er is een roode pet, die ons toch minder aangenaam zal aandoen als ze zich in onze straten mocht gaan vertoonen, voortbe- wegend in de richting van hen, die met hun medeburgers nog iets te verrekenen hebben en daarmee niet al te veel haast maken.” De redacteur zag niets in dit dwangmiddel en bestempelde de bode met de bijzondere pet als een surrogaat kantonrechter.

Het was overigens niet zo dat de man met de rode pet zomaar naar iemand met een achterstallige betaling werd afgestuurd. Eerst ging de bode zonder het gevreesde hoofddeksel naar het bewuste adres met het verzoek de schuld te voldoen. Hij droeg dan zoals de meeste heren in die tijd een gewone deukhoed. Bleef betaling toch achterwege, dan kreeg de nalatige Advertentie in Die baan kreeg H. Steehouwer, beter een uitnodiging om op het kantoor de Nieuwe bekend als ‘De Mos’. Aan zijn rode pet Tolsteeg 15 een en ander te bespreken en Gorinchemsche was te zien bij welke adressen hij aan de eventueel tot een betalingsregeling te Courant, deur kwam. Die pet was natuurlijk een komen. Kwam de debiteur niet opdagen 29-06-1934. stok achter de deur, want het werd als of bleef betaling achterwege, dan kwam een schande gezien als de incasseerder de bode weer aan de deur, maar nu met met het opvallende hoofddeksel aan- de rode pet, zodat iedereen kon zien dat belde. Het zou een vluggere betaling in het om iemand met een schuld ging. de hand werken. De krant De Gorcumer meldde dat op donderdag 2 augustus 1934 de man met ERGERNISSEN de rode pet voor het eerst in de stad was Weldra verscheen in een andere krant gesignaleerd. De incasseerder ging naar een adres in een der straten achter het > 23 Melkpad, dus de vroegere Warmoes- straat, Tuinstraat, Hovenierstraat of de Hovenierdwarsstraat. Met een groepje nieuwsgierigen achter zich aan haalde hij bij het opgegeven adres een papier uit zijn tas en belde aan. Helaas, hij was op een verkeerd adres beland en moest onder grote hilariteit afdruipen. Ook in Leerdam bestonden plannen om een rodepetdrager te introduceren. In de krant verscheen een ingezonden stuk van een jongedame die precies het zwakke punt van het systeem aangaf (z ie advertentie hiernaast).

INCASSOBUREAU GORCUM Het duurde niet lang of de man van het incassobureau klom in de pen en via personen waarvan de zekerheid bestond Dagblad De Vijf een ingezonden mededeling in de krant het achterstallige te kunnen innen. Rivieren, 19-11-1934. zette hij uitvoerig een en ander uiteen. Merkwaardig genoeg ondertekent hij niet De man met de rode pet ging alleen naar met ‘Incasso-Bureau De Rode Pet’, maar 24 < Advertentie in Gorinchemsch Nieuwsblad, 16-11-1934.

als ‘Incasso-Bureau “Gorcum”’. De Rode ting van bureau De Rode Pet, maar of dat Pet bleef verder buiten de publiciteit. werkelijk het geval was is onzeker. Het bureau bemiddelde ook bij Dit incassobureau was gevestigd hypotheken. Het is niet bekend hoe lang Arkelstraat 22, precies naast de Midden- dit bureau nog heeft bestaan. Voor het standsbank. In februari 1935 stond in het innen van vorderingen kon men ook zijn Gorinchemsch Nieuwsblad wederom een toevlucht nemen tot banken en elders advertentie van dit incassobureau. Het gevestigde incasso-bureaus die geregeld was toen gevestigd Wilhelminaplein 44. adverteerden. Zelfs bood deurwaarder De bewoner van dat adres was werkzaam Van Leeuwen zijn diensten hiervoor aan. op een sleepboot. Voor de scheepvaart waren het allesbehalve gouden tijden, dus was hij wellicht daarom overgestapt naar de financiële branche. Het lijkt de voorzet- Kookkunst

Koken met liefde. Velen doen dat elke dag. PAP VOOR EENE ZIEKE > 25 Soms maken we iets uit ons hoofd en soms Op het moment van schrijven, bevind ik gebruiken we hiervoor en recept. Vroeger mij nog in de nadagen van een prachtige maakten gegoede burgers ook gebruik nazomer. Doch ook bewust zijnde van het van kookboeken. Zo verscheen in 1834 naderende winterseizoen, kies ik ervoor bij de Gorcumse uitgeverij Noorduyn De om een ‘pap voor eene zieke’ te koken. volmaakte Geldersche keukenmeid. Hierin Het zal niet lang meer duren en weldra zal werd onderricht “hoe men verschillende de gehate seizoensgriep weer aanbreken spijzen op eene smakelijke en min kostbare met alle narigheden van dien. Om goed wijze kan koken, stoven, bakken en braden, voorbereid de griep te lijf gaan dan ook alsmede het inmaken en droogen van allerlei een recept om een ontstoken keel te groenten, het zouten en rooken van vleesch, verkwikken met ingrediënten als foelie, het maken van worsten en de bereiding rijnwijn en kaneel. van uitgezochte confituren, tinkturen enz.” Naast leeuwerikensoep, ganzenlever en Het recept klinkt niet ingewikkeld, maar kikkerbilletjes, komen we ook recepten tegen toch zijn een paar ingrediënten mij – een die het namaken nog meer dan waard zijn. absoluut niet-culinair persoon zijnde - Redactielid Cynthia Warringa gaat aan onbekend. Foelie? Tarwemeel? Een romer de slag. De redactie wenst de leden van rijnwijn? Dat vereist wat studie vooraf. Na Oud-Gorcum naast lees- vooral kookplezier. wat te hebben rondgekeken op internet en mijn schoonmoeder de keukenprinses te hebben geraadpleegd, wordt mij 26 < duidelijk dat foelie de rode zaadrok van de vermeng die met drie eetlepels tarwemeel. nootmuskaat is en na droging in de handel Dat ziet er niet verkeerd uit. Al snel voeg ik komt. Een romer rijnwijn betekent niets an- er kokend water aan toe om aanbranden ders dan een glas witte rijnwijn. Dat komt te voorkomen. Wat roeren en het mengsel mooi uit. In Aken had ik een prachtige wordt al snel een echte pap. Krenten, rijnwijn gekocht die nu als ingrediënt voor de pap mag dienen. Verder gaan er in de pap nog kaneel, krenten, suiker, roomboter en tarwemeel. Tarwemeel. Bestaat dat nog wel? Gelukkig vind ik in de plaatselijke supermarkt naast alle soorten bloem nog een heus pak tarwemeel. Verheugd ga ik naar huis om dit gezonde recept te gaan bereiden.

In een ouderwetse melkkoker, waar mijn oma vroeger de rijstepap en de haver- moutpap in kookte, smelt ik de boter en

suiker, foelie, kaneel en de romer rijnwijn gaan er daarna in. Nog even verder roeren, doorkoken en de pap is klaar.

Nadat de pap is afgekoeld, schenk ik het vervolgens in een schaaltje en proef ervan. De smaak is wel even wennen. Het is een mengeling van melige havermoutpap en rijstepap met een verkwikkende alcoholi- sche nasmaak die de keel heerlijk smeert in tijden van sneeuw en koude. De foelie zorgt voor een ietwat pittig aroma. De kaneel en krenten brengen het geheel weer in een zoet evenwicht. Het is niet zo dat mijn eerste poging > 27 geslaagd was. Een teveel aan witte wijn en foelie deden de zoete smaak overheersen. Ik raad u dan ook aan om eerder een klein glas wijn te gebruiken dan een royale ro(e)mer. Ook foelie is van zichzelf een scherp kruid dat met een beetje uitschieten de smaak van de pap te zeer kan gaan domineren. Maar ja, door schade en schande wordt men wijs. Witte wijn smaakt aanzienlijk beter dan rode wijn en een klein toefje foelie doet de keel zuiveren van ongerechtigheden. Al met al is de smaak even wennen, maar toch een verfrissende pap die menig (aankomend) grieppatiënt weet te verkwikken.

DOE MEE Hier staan nog drie gerechten. Maakt u een van deze gerechten, neem er dan een foto van en stuur die aan de redactie. Wilt u graag meewerken aan het tijdschrift door af en toe historisch te koken, stuurt u dan een e-mailtje aan de redactie: [email protected]. Ook kunt u uw kookbevindingen met foto’s opsturen naar Redactie OGV, Chirurgijnstraat 37, 4204 SJ Gorinchem. Gorinchem en het beleg van Huis Altena door Aron de Vries

28 < Rechts: portret Sinds 1390 was er sprake van oplopende van Willem van spanning in het graafschap Holland. Oostervant uit Hierbij omringden sommige edelen de Michiel Vosmeer, landsheer, hertog Albrecht van Beieren- Principes Hollandiae Staubing, graaf van Henegouwen, Holland et Zelandiae, en Zeeland, terwijl anderen gericht waren Domini Frisiae op zijn oudste zoon, graaf Willem van (Antwerpen, 1578). Oostervant. De niet al te vriendelijke verhouding tussen Willem van Oostervant als heer van Altena en zijn nabuur, Otto van Arkel, speelde hierin zeker een rol. De spanning kwam tot ontlading toen op 22 september 1392 meesterknaap Willem Kuser vermoord werd in Den Haag.

Links: portret van Hierbij kwam tevens Aleid van Poelgeest, hertog Albrecht een maîtresse van Albrecht van Beieren, van Beieren uit om het leven. Een dergelijke grove Peter Scrive- schending van de vrede binnen de ruimte rius, Hollandsche, van het hof en dus een vergrijp tegen de Zeelandsche ende landsheerlijkheid kon niet zonder gevol- Vriesche Chronyck gen blijven. Het huis van Dirc die Blote in (Den Haag, 1678). Rijswijk, die gold als een van de hoofd- daders, werd als eerste neergehaald. Vele Slot Altena bij > 29 Hollandse edelen werden op 28 mei 1393 Almkerk door tot verbanning veroordeeld.1 Roelant Roghman, 1646/47. Willem van Oostervant was het duidelijk niet met zijn vader eens, waardoor hij ontheven werd van het gouverneurschap van Henegouwen. De confrontatie met zijn vader aangaand, reisde hij in juni 1393 vanuit Henegouwen naar Woudrichem en ontving daar enkele ballingen. Dit was tegen het zere been van vader en op 18 juni gebood Albrecht viervoudige heervaart om gewapenderhand Woudri- chem en slot Altena in te nemen.2 Het leger van Albrecht verzamelde zich eerst in Rotterdam (29 juni), kwam over de Op 8 september 1394 kwam het tot een Merwede te Gorinchem (30 juni), nam formele verzoening tussen vader en zoon, vervolgens Woudrichem (vanaf 2 juli) waarbij het Land van Altena rechtstreeks om uiteindelijk Huis Altena bij Almkerk onder grafelijk gezag werd gebracht. te belegeren.3 Negen dagen lang werden Een situatie die tot 1398 zou voortduren, er stenen afgevuurd met kanonnen, waarna Willem in zijn oude rechten de zogenaamde ’bussen‘.4 Willem van werd hersteld. Oostervant zelf verbleef afwisselend te ’s-Hertogenbosch en Breda, maar de Jonker Jan van Arkel, heer van Hagestein, situatie in het kasteel was nijpend. Na bekleedde in deze roerige periode het onderhandelingen kwam het tot een belangrijkste (financiële) ambt van het wapenstilstand, die gesloten werd op het graafschap Holland, dat van tresorier. kasteel van de heer van Arkel.5 Slot Altena, Zijn rekening werd op 14 maart 1394 slechts verdedigd door tachtig man, werd afgehoord en daarin vinden we tal van opgegeven en was grotendeels verwoest. bijzonderheden over de wijze waarop het Slechts de middelste toren bleef staan.6 leger van hertog Albrecht werd bijeenge- bracht en het beleg van Huis Altena. Zo 30 < Banier van staan er posten in over de mobilisatie en hertog Albrecht de wapenschouw, het maken van wimpels van Beyeren. KB, en banieren, de aanschaf van wapens wapenboek en ammunitie en zelfs komen we een Beyeren (1405). betaling tegen voor 2½ el rood laken dat gebruikt werd om het ‘bannerzadel’ van Albrecht mee te overtrekken.7 Relatief weinig bronnen zijn bewaard gebleven over Gorinchem in de Arkelse periode, zodat het belang van bestudering van deze rekening evident is. Hier wordt de volgende vraag behandeld: Welke rol speelde Gorinchem in de veldtocht van huis’.9 Gedurende de hele veldtocht werd hertog Albrecht in 1393 en wat vertelt de hertog omringd door muzikanten, deze rekening over de Merwedestad voordrachtkunstenaars (sprekers) en eind veertiende eeuw? Hierbij zal vooral herauten. Zo werd hij in Gorinchem op gekeken worden naar de aanschaf van bier 2 juli vermaakt door de heraut van de ko- te Gorinchem, maar eerst richten we onze ning van Engeland en een andere Engelse blik op andere posten in deze rekening. heraut en na het beleg van Altena op 14 juli traden te Gorinchem twee sprekers LOGISTIEK op.10 Veel Gorcumers moeten dan ook In de kroniek van Abraham Kemp lezen hun ogen uit hebben gekeken toen die we: “Hertog Aelbrecht trok met heirkracht edele vorst met een leger vol glimmende de Merwe op, en quam daaghs na Sant harnassen, wapenschilden en banieren de Peeter en Pauwels, den 30 van Somer- stad aandeed. De aanschaf van brood zegt maant 1393 te Gorinchem, daar hem iets over de grootte van dit leger. Heer Ott’ van Arkel treflijk ontfingh.”8 Het ligt voor de hand dat Albrecht van Otto van Malsem was ‘consul uter Beieren, de edelen en de aanvoerders paneterye’, vertegenwoordiger van de van de stadslegers op de burcht van de hofbakkerij.11 In deze hoedanigheid kocht heren van Arkel verbleven en de gewone hij, waarschijnlijk in Dordrecht, 77 hoed soldaten daarbuiten. Voor de Hollandse en één schepel tarwe voor de expeditie.12 graaf was de burcht immers een ‘open Dit werd gemalen en deels gebakken. Maar de dagen erna waaide het weinig, clerc van Woudrichem die dat coerne > 31 waardoor hij veiligheidshalve besloot ende broot ontfinc ende rekende alst van 26.000 broden in Dordrecht en Den Briel Gorinchem quam.” Naast brood werd er te kopen. Om deze te transporteren waren mogelijk aan de gewone soldaten ook natuurlijk korven, manden en zakken vlees verstrekt. Afgezien van varkensspek nodig en deze vinden we dan ook gespe- kocht de hofkeuken namelijk 43 koeien, cificeerd in de rekening. Tevens wordt 28 runderen en 10 ossen.13 Tevens werden de hele logistieke operatie beschreven. in het land van Heukelum en het land Neem bijvoorbeeld de volgende post: van Arkel nog meer runderen en schapen “Item enen clerc tot Gorinchem gegeven gekocht.14 Dit vlees werd rijkelijk wegge- die dat coerne ende broot screef ende spoeld met bier, maar daarover later meer. halp ontfaen ende rekenen, ende enen In de rekening komen we echter ook

Het bakken van brood. 32 < tal van gegevens tegen over voedsel en met acht paarden “bussen, steen, scut, drank die bedoeld zijn voor de hertog zelf cruyt ende ander reescip” naar Gorinchem en zijn naaste volgelingen. Zo werden er brengen.19 De wagens moesten zes keer drie steuren bereid, kreeg een knecht van op en neer. Daarnaast werden pieken, Jan Molenaer een douceur wegens het bijlen en spaden en heel veel hout aange- leveren van kreeft en exclusieve kazen voerd om verdedigingswerken te maken. werden uit Henegouwen overgebracht.15 Zo kocht men in Gorinchem 58 eiken die Terwijl de gewone soldaten bier dronken, men gebruikte om schermen te maken stond op de hertogelijke tafel doorgaans tegen vijandige projectielen, 29 planken, wijn. Bottelier Philips kocht in Gorinchem hout waarvan men stoters (een voorwerp 2½ aam wijn, vermoedelijk afkomstig uit waarmee men iets in de grond stampt) het Rijnland. In veel steden kende een maakte en 25 sparren.20 aam 155 liter, zodat het dan zou gaan om 387½ liter rijnwijn. Tevens kocht men acht Al deze goederen moesten worden wijnvaten en 22 Hamburgse biertonnen overgezet naar Woudrichem. Hiertoe om de wijn in te doen en te vervoeren werden waarschijnlijk oorlogsschepen naar Woudrichem.16 Een deel ging via (baardsen) ingezet, want de baljuw van Rotterdam naar de grafelijke herberg, Rijnland had op 26 juni te horen gekregen terwijl het andere deel geconsumeerd dat hij “alle baerdse binnen sine bedrive werd bij het beleg van Huis Altena. dede bereyden om des sonnendaghes dair na tot Rotterdamme te wesen.”21 Naast levensmiddelen waren er ook Maar het Gorcumse veer deed ook goede zaken nodig voor het krijgsbedrijf. Zo zaken. We lezen immers “Item den veren kocht Lambrecht die Witte te Vlaanderen tot Gorinchem betaelt van miins heren 10.702½ pond salpeter en 3.733 pond perden over te voeren ende van siinre zwavel. Hertog Albrecht betaalde om provande die hi voirden huze voirscreven “desen cruyde tot Gorinchem te bereyden hadde ende van miins heren vrienden die ende voirden huze tot Althena te breng- hem te dienste quamen…”22 hen.”17 In Utrecht werden 55.000 pijlen, 1.200 vuurpijlen, 1.500 torken (toortsen), DE HEER VAN ARKEL, ZIJN ZOON EN GORINCHEM veertien vuurpannen waar men de torken Doordat boden werden gestuurd bij in brandde en acht tonnen teer gekocht.18 aanvang van de expeditie, is het goed Jonkheer Jan van Arkel liet uit Hagestein duidelijk wie troepen moest leveren. Brieven gingen uit naar leenmannen, valt op Otto van der Poorte die volgens > 33 baljuws en de Hollandse en Zeeuwse Kort neef en kamerling was van Jan van steden en zelfs werd aan de hertog van Arkel en in 1388 vijf morgen land in Dalem Gelre om een bijdrage gevraagd. Het is van hem in leen ontving.25 Na de belege- echter onduidelijk of de heer Van Arkel ring bleef hij achter om zorg te dragen en de stad Gorinchem troepen leverde. voor de bussen en het steen waarmee Otto, heer van Arkel, werd omstreeks 1330 men had geschoten.26 Tijdens het beleg geboren. Gezien zijn leeftijd is het minder werden deze kanonnen bewaakt door waarschijnlijk dat hij persoonlijk actief Wouter Wellen, Jan van Blankevoord, deelnam aan de krijg, maar hij kon natuur- Ghijstgen van den Zijl, Evert Naghel en Jan lijk wel troepen sturen. Waale betwijfelde Ghyer.27 Ze werden hierin elk bijgestaan in zijn dissertatie zelfs of jonkheer Jan van door een knecht en kregen gezamenlijk Arkel deelnam aan de expeditie, zonder 100 gulden. De eerste twee namen daarvoor argumenten aan te voeren.23 hebben een vertrouwde klank. Mogelijk kwam hij tot deze redenatie omdat Jan van Arkel tijdens het beleg van Wouter Wellen kreeg 104 Dordtse gulden Huis Altena betrokken was bij onderhan- voor de levering van dertien runderen delingen over een wapenstilstand en dus voor de expeditie en op 10 november mogelijk niet persoonlijk deelnam aan wat geld voor onkosten die hij gemaakt Steenbus van de belegering. In een later gepubliceerde had toen hij op last van hertog Albrecht rond 1450. bijdrage over de genealogie van het geslacht Van Arkel stelt Waale dat Jan van Kervenem – een bastaardzoon van Jan IV van Arkel – en jonkheer Jan van Arkel aan het beleg van Altena deelnamen.24 Dit lijkt aannemelijk, maar de door Waale gehanteerde bronnen geven onvoldoende uitsluitsel.

In de tresoriersrekening worden enkele personen genoemd die banden hadden met de van Arkels en die aanwezig waren bij het beleg van Huis Altena. Als eerste 34 < Om de twee uur naar Dordrecht ging om wijn te kopen. zo ook het kasteel van Dirk Hodenpijl bij kon met een ‘bus’ Dat Wouter Wellen een band heeft met Rijswijk. Een huis in het stadsdeel Over de geschoten worden. Gorinchem, kunnen we mogelijk aflezen haven werd door de heer Van Arkel in leen uit een post van 20 februari 1394, waarin gegeven aan een zekere Wouter Welle.29 staat: “Item Wouter Wellen gegeven ende Verder had hij bezittingen in Arkel, hi den metselaers gegeven hadde die Kwakernaat en Noordeloos.30 Mogelijk van Gorinchem gesent waren tot Rijswijc had hij kapitaal gemaakt als schipper, om Dircs huys van Houdenpijl te breken want we komen hem in de Heusdense Belegering van een tot horen teergelde…”28 De kastelen van tolrekeningen tegen in de jaren 1378/80.31 middeleeuwse stad. verbannen edelen werden neergeworpen, Bovendien was een Wouter Wel schepen en burgemeester van Gorinchem.32 Zeer waarschijnlijk gaat het om één en dezelfde persoon.

Jan van Blankenvoord kennen we eveneens als schepen en burgemeester van de stad.33 Sterker nog in 1393 was hij samen met IJsbrant van der Eyke burge- meester. Mocht Jan van Kervenem hebben deelgenomen aan het beleg, dan zijn we een derde inwoner van Gorinchem op het spoor. Jan had immers een huis in leen ter plaatse van Grote Markt 15.34 Tevens werden enkele gewonden verzorgd door een Gorcumse geneesheer, meester Willem en bracht een man van Arkel de hertog appels, peren en kersen.35 Kunnen we hieruit afleiden dat het Gorcums stads- leger werd ingezet in 1393? We weten niet of Wouter Wellen, Jan van Blankenvoord en eventueel Jan van Kervenem streden als leenman van de heer van Arkel of als burger van Gorinchem. Woudrichem had in 1386 zijn vestingwerken versterkt. Het vullen van > 35 De heer van Arkel, zijn zoon en de stad biervaten. Gorinchem zal het deugd hebben gedaan dat het stadje aan de overzijde van de rivier aanmerkelijk werd verzwakt door het verwoesten van de stadsmuren en het slot.36 De inzet van het stadsleger is aannemelijk, maar kan door het ontbre- ken van stadsrekeningen uit deze periode helaas niet bewezen worden.

BIER Eerder hebben we gezien dat hertog Albrecht voor zijn leger wijn en hout liet kopen in Gorinchem, producten die hier voorradig waren vanwege de rivierhandel. Bottelier Philip kocht daarnaast 413 vaten bier. Het ligt wel voor de hand te veron- derstellen dat er bier aanwezig was uit afsluitend hoe verhoudt zich deze produc- brouwsteden als Delft, Gouda, Haarlem tie ten aanzien van die in andere steden? of verder weg.37 Toch gaat het hier om bier van Gorcumse brouwers, want na Elke stad kende in de pre-industriële consumptie werden de 413 tonnen “den periode zijn eigen maten en gewichten. brouwers tot Gorinchem wedergele- Wil men weten hoeveel er geleverd werd vert.”38 Deze aankoop werpt een licht op door de Gorcumse brouwers, dan is het een bloeiende Gorcumse biernijverheid.39 zaak te weten hoeveel liter bier er in een Dit roept een aantal vragen op. Hoeveel vat ging. Aangezien we echter geen idee bier werd door deze brouwers geleverd? hebben van de inhoud van een Gorcums Om wat voor soort bier ging het? Hoeveel biervat in de late middeleeuwen, moeten brouwers waren nodig om dit te produ- we uitwijken naar de maatvoering in ceren? Uitgaande van bier in het dagelijks andere steden. In de literatuur is er op consumptiepatroon, hoeveel mensen gewezen dat de termen ‘vat’ en ‘ton’ kon men hiermee te drinken geven? En in de Nederlandse bronnen door elkaar 36 < gebruikt werden en verwezen naar een brachten ze het ook aan de man in een gelijke hoeveelheid bier.40 Hier zullen bierton die op de Hamburgse leek. Iets we beide termen dan ook naar oude soortgelijks kan ook in Gorinchem het gewoonte door elkaar gebruiken. Soms geval zijn geweest. was een andere plaats dermate dominant in de productie of handel in een bepaald Volgens Heinz Ziegler kende de Hambur- product dat men de maten van die andere ger bierton zestien Bremer vierendeel plaats overnam. Zo lag Gorinchem zowel in 1470, terwijl één vierendeel bestond in de invloedsfeer van Dordrecht als uit 8,055 liter.43 Hierdoor komt hij op Utrecht en in de niet zo verre omgeving een inhoud van 128,9 liter. Als we dit als waren Gouda, Haarlem en Amersfoort uitgangspunt nemen dan verkochten belangrijke brouwsteden. Maatvoering de Gorcumse brouwers 53.236 liter bier in deze plaatsen zou dus een goed in 1393. Tussen 1393 en 1470 is echter uitgangspunt kunnen zijn om te schatten een grote tijdspanne en er pleit nog iets hoeveel bier door Albrecht van Beieren tegen de Hamburgse bierton. Voor de werd aangekocht. Toch richten we eerst Hamburgse tonnen betaalde bottelier onze blik op de inhoudsmaat die gevoerd Philips zeven lichte groten. De 413 lege werd in Hamburg. We hebben namelijk vaten waar het Gorcums bier in zat, koste eerder gezien dat hertog Albrecht zijn slechts zes lichte groten per stuk. Waar- wijn overdeed in Hamburgse biertonnen. schijnlijk was er dus minder materiaal gebruikt door de kuipers om deze 413 In de stad aan de Elbe was men rond 1374 vaten te vervaardigen en dan gaat het om overgegaan op de productie van witbier, een kleinere maat. We kunnen de 53.236 gemaakt uit gerst en een klein deel liter echter als bovengrens hanteren. tarwe.41 Dit bier was een luxeartikel dat in heel Noordwest-Europa aftrek vond. Vele Een recent verschenen artikel van Leen duizenden vaten werden vanuit Hamburg Alberts vertelt ons veel over de stede- naar Brugge getransporteerd. In 1392 lijke biermaten in Holland en het Sticht kregen Gouda en Haarlem toestemming Utrecht in de late middeleeuwen.44 We van de landsheer om te brouwen “op komen in middeleeuwse bronnen zowel den aert van Hoemborch”.42 Niet alleen de term ‘smalvat’ als ‘grofvat’ tegen. Het produceerden zij een soortgelijk bier qua eerste kende een kleinere inhoud dan het smaak en samenstelling, maar mogelijk laatste. Alberts berekende dat in Utrecht een smalvat 108,8 liter bevatte in 1392, het Gorcums bier betaald werd, is het > 37 tegen 136 liter voor een grofvat in 1433. praktisch uitgesloten dat 413 vaten ael Gaan we uit van een smalvat dan leverden gekocht werden, maar gruitbier behoort de Gorcumse brouwers 44.934 liter bier. zeker tot de mogelijkheden. In de tol In Amersfoort kende een smalvat slechts van Heusden komen we de Gorcumse 104,8 liter in 1434, zodat we uitkomen op schipper Didderic Vranckenz. tegen die 43.282 liter bier. Dit laatste kunnen we in 1378/79 gagel vervoerde.46 Maar men hanteren als ondergrens. De grafelijkheid kocht in 1393 tussen de 43 en 53 duizend liter bier om de dorst van de troepen te lessen. Naar middeleeuwse maatstaven een enorme hoeveelheid.

AEL, GRUIT-, HOPPEN- OF KUITBIER Vóór 1320 brouwde men in Holland en het Sticht veelal gruitbier. Tijdens het brou- wen voegde men een kruidenmengsel toe, de gruit, met een streekafhankelijke samenstelling. Zo konden veertig verschil- lende kruiden als rozemarijn, gagel, salie, duizendblad en laurierbessen de ingrediënten vormen van de gruit.45 In onze streken werd vooral gagel toege- voegd, waardoor het bier een wrange kruidige smaak kende. Brouwers die gruit toevoegden, moesten hierover vaak een belasting betalen. Het ging dus om een relatief duur bier. Gagel in het Daarnaast brouwde men voor de onder- Cruydt-Boeck van laag van de samenleving een kruidloos Rembert Dodoens, goedkoop bier, in Dordrecht noemde deel 6 (Antwerpen, men dit ‘ael’. Gezien de prijs die voor 1644) blz. 728-729. 38 < moet wel bedenken dat gagel ook werd kreeg het bier een bittere in plaats van toegepast bij leerlooien. een kruidige smaak en het was ook langer In de jaren twintig van de veertiende houdbaar, waardoor export over langere eeuw zien we in Holland een aantal afstanden mogelijk werd. De inkomsten conflicten tussen de bezitters van het van het gruitgeld liepen hierdoor terug gruitrecht en de brouwers.47 De brouwers en al snel moesten brouwers ook voor de waren namelijk overgestapt op een hop gaan betalen. In 1398 werd bepaald andere manier van brouwen. In plaats dat men in Gorinchem van elke hoed van de traditionele gruit, ging men nu kool- en ander zaad, hop en gagel een de bloemen van de vrouwelijke hopplant groot moest betalen.49 tijdens het brouwen toevoegen. Zo werd er in 1322 al hopbier gemaakt in Waarschijnlijk leverden de Gorcumse Dordrecht.48 Door de toevoeging van hop brouwers hopbier. Zeker als men bedenkt dat het Land van Heusden een der eerste streken was waar de gagel verdrongen werd door de verbouw van hop.50 Hier ontstonden zelfs commerciële hoptelers die leverden aan alle belangrijke Hol- landse brouwsteden. Dordrecht kende rond 1380 al een levendige handel in hop.51 De neergang van het gruitbier zien we ook in de accijnsheffing in Brugge. De accijns op met gruit geproduceerd bier maakte in 1332/33 nog 18 procent uit van de stadsinkomsten en dit daalde tot 6 procent in 1391/92.52 In dat laatste jaar vertegenwoordigde de accijns op hopbier, lokaal geproduceerd of afkomstig van Hopplant in het Delft, maar liefst 25 procent van de Cruydt-Boeck van stadsinkomsten. Rembert Dodoens, deel 3 (Antwerpen, 1644) Eind veertiende eeuw begint men een blz. 671-673. nieuw type hopbier te produceren in Holland, het zogenaamde kuitbier. Zoals Aangezien het kuitbier een innovatie was > 39 eerder gezegd kregen Gouda en Haarlem en de prijs voor het Gorcums bier in verge- in 1392 toestemming het Hamburgs bier lijking met het Delftse hoger lag, neig ik te imiteren. Niet alleen veranderde het eerder naar een traditioneel hopbier dan brouwproces, maar het brouwgraan naar kuitbier. Ter vergelijking, tot “miins bestond bij dit bier voor de helft uit haver heren herberghe behoef” werden er in en voor de andere helft uit gerst en tarwe. Amsterdam ook twee partijen Hamburgs Gerst was veel duurder dan haver. In bier aangeschaft, groot 66 en 107 vaten. Hamburg gebruikte men zelfs helemaal Hiervoor betaalde men respectievelijk geen haver bij het brouwen. Het kuitbier 49 en 50 groten. Een veel hogere prijs, was dan ook een goedkope imitatie van deels bepaald door transportkosten en het Hamburger product. Het alcoholper- deels doordat het ging om een kwalitatief centage lag gewoonlijk tussen de 4 en 6 hoogstaand product. procent, maar er waren ook zwaardere varianten. In de vijftiende eeuw boden BROUWERS brouwers uit Haarlem, Utrecht en Amers- Hoeveel brouwers waren er in Gorinchem foort zowel hop- als kuitbier naast elkaar om 413 vaten bier te produceren? Moge- aan. Voor het hopbier moest men meer lijk biedt de bepaling van de bieraccijns geld neertellen. uit 1398 uitkomst. Hierin staat “dat men gheven sal van elken vate biers te assijnse Op 26 mei 1393 kocht bottelier Philips anderhalven groten ende elf vate voer die voor de grafelijke herberg dertig vaten cupe ghevaet sal men verassijnsen voer Delfts bier waarvoor hij 25 groten per tien vate.”54 In stedelijke verordeningen vat betaalde. Meesterbottelier Lemken werd vaak voorgeschreven hoeveel kocht negentig vaten Haarlems bier zakken graan of mout brouwers minimaal voor 30 groten per vat dat gebruikt werd per brouwsel moesten verbruiken (de voor de belegering van Huis Altena. storting) en hoeveel vaten bier hiervan Voor het Gorcums bier werd 26 groten maximaal mochten worden afgevuld (het per vat betaald, maar dit is exclusief de bierpeil).55 In de Gorcumse bepaling over prijs voor de tonnen.53 Telt men de prijs de bieraccijns komen we verder tegen: voor de biertonnen er bij op dan komt “Item mach een yeghelijc assijnser tot men op een bedrag van 30 groten per alre tijt der brouwer bier peylen ende vat, vergelijkbaar met het Haarlems bier. wesen daerbi als ment vaet.” Mogelijk lag 40 < het bierpeil dus op elf vaten. In dat geval ook niet uitzonderlijk voor de veertiende komt men op minimaal 38 brouwers. eeuw. Zo kende een Haarlems brouwsel in 1390 veertien ‘sticke’ (stukken) – waar- In de vijftiende eeuw kenden brouwsels schijnlijk gaat het hier om veertien (smal-) vaak meer dan twintig vaten, maar in vaten – en in Gouda kende een brouwsel de veertiende eeuw was dit minder. Een in 1366 dertien vaten. In 1340 bepaalde koperen brouwketel kende in de late graaf Willem IV dat de Delftse brouwers dertiende eeuw een capaciteit van 1.000 hop mochten kopen waar ze wilden, liter en dit liep op tot 4.000 liter in de loop zolang ze twaalf penningen Hollands per van de vijftiende eeuw.56 Elf vaten lijkt dan tien vaten betaalden.57

Recent is een artikel verschenen over de Zutphense brouwnijverheid van Jeroen Benders.58 De basis voor zijn artikel was een brouwaccijnsregister dat liep van 26 januari 1460 tot 25 januari 1461. Elke zondag, behalve met Pasen op de zaterdag, werd per brouwer voor elke dag dat er die week gebrouwen was het aantal vaten bier genoteerd. Benders telde 36 kuit- en dertien hopbierbrouwers. Drie brouwers produceerden zowel hop- als kuitbier. De vijf grote hopbierbrouwers produceerden op regelmatige basis standaardhoeveelheden van vijf, 5½ of negen vaten en veelvouden daarvan. Bij de kuitenbrouwers was de variatie groter van een ½ tot 34 vaten wekelijks per persoon. Brouwers die jaarlijks minder dan vijftig vaten vercijnsden ziet Benders Preumeister Joerg, als ‘gelegenheidsbrouwer’. Zo komt hij op 1437 uit Mendelsches een aantal van dertig brouwers die voor Hausbuch. ‘de markt’ werkten. In geen enkele week haalde Zutphen een productie van 400 natuurlijk kunnen de Gorcumse brouwers > 41 vaten bier, het gemiddelde ligt op 208 ook na 2 juli zijn doorgegaan met brou- vaten. De productie kon echter oplopen wen. De rekening geeft de indruk dat de tot boven de 300-350 vaten tijdens 413 vaten in één keer geleverd werden en Vastenavond en de jaarmarkten. vervolgens getransporteerd naar Woudri- chem, waar ze door twee knechten werden Door de enorme vraag naar bier door het bewaakt. Maar de werkelijkheid is vaak leger van hertog Albrecht, kan men er weerbarstiger dan een indruk verkregen natuurlijk toe zijn overgegaan om meer uit een middeleeuwse rekening. dan één keer per week te brouwen. Bij twee keer brouwen komt men in plaats Er zijn dus duidelijke argumenten aan te van 38 op een minimum aantal van voeren tegen het minimum aantal van negentien brouwers. Echter in Haarlem, 38 brouwers. Maar het aantal brouwers een belangrijke brouwstad, werd in kan ook hoger gelegen hebben. We de vijftiende eeuw gemiddeld slechts hebben immers in Zutphen gezien dat veel éénmaal per veertien dagen gebrouwen.59 hopbierbrouwers standaardhoeveelheden Maar er bestaat ook nog de mogelijkheid vercijnsden onder de elf vaten. En dat de dat er zelfs twee weken lang is gebrouwd. 36 brouwers in de IJsselstad nooit 400 In de rekening staat dat Otto van Malsen, vaten bier produceerden. Verder zal hertog Claes Jacopsz. en andere ambtlieden op Albrecht niet al het bier hebben opgekocht 26 juni twintig gulden kregen toen ze naar dat in Gorinchem geproduceerd werd. Gorinchem vertrokken “om reescip te De stadsbevolking moest immers ook te maken jegens miins liefs heren coomste.”60 drinken hebben en de Gorcumse brouwers De gehele productietijd van mouten en zullen ook buiten de stad vaste afnemers brouwen wordt geschat op tien dagen. gehad hebben. Albrecht was de dertigste al in Gorinchem en twee dagen later begon de expeditie op Het is dus hachelijk om tot een inschatting vijandelijke bodem. Zelfs als men leest dat te komen van het aantal brouwers in Otto van Malsen al op 23 juni van Haarlem Gorinchem in 1393. Het lijkt erop dat er in naar Gorinchem vertrok “om alrehande Gorinchem minimaal 19 brouwers actief provande te doen bereyden jegens miins waren, maar het kunnen er gemakkelijk 38 heren coomste”, dan laat dat weinig of meer geweest zijn. Ter vergelijking: in tijd om twee weken te brouwen.61 Maar 1376 waren er in Hamburg 457 brouwers 42 < en in de vijftiende eeuw kende Delft BIERCONSUMPTIE EN EXPORT meer dan 200 brouwerijen, Gouda 157 en De schattingen van de gemiddelde da- Haarlem 112.62 In de Informacie uit 1514 gelijkse consumptie van bier lopen in de lezen we: “ende hebben 6 brouweryen, literatuur sterk uiteen. Berekeningen op die eens te weecke brouwen, ende en basis van belastinggegevens duiden op hebben der noyt meer gehadt ende en een consumptie van minder dan één liter connen niet meerderen overmits dat bier per dag, maar hier kan ontduiking die van Delf ende Goude aldaer veel bier een rol hebben gespeeld. Onderzoek naar slijten, desgelijcx die van Nymmegen ende het verbruik van bier in gasthuizen toont Bommel.”63 Het is wel duidelijk dat deze soms een hoger volume van anderhalf bewering van het toenmalige stadsbestuur tot drie liter. Tevens wordt verondersteld op losse schroeven komt te staan. Emck dat de gedronken hoeveelheid bier vanaf Bierbrouwers in schrijft dat Gorinchem in 1567 zeventien het einde van de veertiende eeuw tot het de Digestum Vetus, brouwerijen kende die 11.013 tonnen bier midden van de zeventiende eeuw een 2e helft 15e eeuw, produceerden.64 De zestiende eeuw wordt stijging vertoonde.65 gemeentearchief gekenmerkt door schaalvergroting van het Kampen. brouwbedrijf. Laten we uitgaan van een voorzichtige schatting van één liter bier per hoofd van de bevolking in 1393. Ter vergelijking, Jeroen Benders gaat uit van een bier- verbruik in 1475 van 275 liter per hoofd van de Zutphense bevolking. Als we nu uitgaan van de meest conservatieve schatting van 43.282 liter bier die door de Gorcumse brouwers werd geleverd en ervan uitgaan dat één brouwsel per week werd geleverd, dan kon men wekelijks 6.183 mensen van bier voorzien. Door Waale werd de stadbevolking rond het uitbreken van de Arkelse oorlog geschat op ongeveer 3000-3.500 inwoners.66 Daar komt bij dat veel gezinnen bier voor zichzelf brouwden. Het Gorcums bier werd dan ook geëxporteerd naar het vaten bier. Indien men deze 413 vaten in > 43 omliggende platteland en verder weg. twee weken gebrouwen heeft dan komt men op de helft. Dit is dan nog steeds een In de tolrekening van Heusden uit aanzienlijk aantal. In 1460/1461 werden in 1379/80 vervoerde Heinric Gherijtsz. uit Zutphen per week gemiddeld 208 vaten Gorinchem een schip uien en zes vaten bier geproduceerd, 8.605½ vaten kuitbier bier, Jan van Remerswael een last haring en 2.221 vaten hopbier.69 In 1522 was en drie last bier – een last kent twaalf dit aantal opgelopen tot 18.868 vaten. vaten – en een zekere Roelken acht vaten Zutphen was daarmee een belangrijke bier.67 In de tolrekening van Tiel komen brouwstad in Gelders perspectief. In we Heinken Hubertsoen tegen die 1½ Arnhem werden in 1522 13.655 vaten last bier en 200 kazen vervoerde in 1394 geproduceerd. Tiel en Zaltbommel en 1 last bier en 200 kazen in 1395. Ook brouwden rond 1500 jaarlijks slechts Cuper uit Gorinchem komt twee maal 4.000 à 5.000 vaten. In vergelijking met in de Tielse tolrekening voor, namelijk Hollandse brouwers had de Gorcumse met 1½ last bier in 1394 en 2 last bier waarschijnlijk een bescheiden capaciteit. in 1395.68 Het is zeer aannemelijk dat In 1388 werd al 12.000 ton Delfts bier dit bier in Gorinchem geproduceerd verscheept naar Brugge. In het piekjaar werd. Doordat Gorinchem bij privilege 1432/1433 produceerde een honderdtal goederen tolvrij kon vervoeren door het Haarlemse brouwers circa 5.000 brouw- graafschap Holland weten we niet of de sels, waarvan ongeveer de helft voor Gorcumse brouwers bier exporteerden de export bestemd was. De productie naar het westen. De stad stimuleerde van alleen hopbier voor de thuismarkt de bierexport naar het westen wel. In bedroeg al 32.000 vaten in dat jaar. Er de regeling van de brouwaccijns staat wordt geschat dat Gouda in 1479 een immers dat men slechts half geld hoefde productie had van meer dan 400.000 te betalen voor bier dat men “beneden vaten. De grafelijke rekening laat echter den Scalunenresloet vuert.” Laat nu juist zien dat Gorinchem beschikte over een daar de grens met Holland beginnen. brouwnijverheid van enige omvang. Het is dan ook niet vreemd dat de gezworen Als Gorinchem wekelijks 413 vaten bier bierdragers de beschikking hadden over produceerde dan kwam men mogelijk op een ‘bory’, een wagen, om het bier te een jaarproductie van meer dan 20.000 vervoeren.70 44 < CONCLUSIE ging waarschijnlijk naar het omliggende Toen hertog Albrecht van Beieren in platteland, maar Gorcums bier komen 1393 optrok tegen zijn zoon, Willem van we ook tegen in rekeningen van de tol Oostervant, speelde Gorinchem een te Heusden en Tiel. Volgens Emck telde cruciale rol. De troepen van Albrecht Gorinchem in 1567 zeventien brouwerijen waren enige tijd in Gorinchem gelegerd die 11.013 tonnen bier produceerden. Hoe en veel proviand en wapens werd naar de Gorcumse bierbrouwerij zich tussen de Merwedestad vervoerd. De heer van 1393 en 1567 heeft ontwikkeld, valt op Arkel en zijn zoon hebben de expeditie dit moment moeilijk te zeggen. In het gesteund. Sommige Gorcumse burgers Nationaal Archief bevinden zich een serie waren actief betrokken bij het beleg van rentmeestersrekeningen van het Land Huis Altena. De inzet van het stadsleger van Arkel en de stad Gorinchem. Mogelijk behoort dan ook zeker tot de mogelijkhe- geeft dit nieuwe inzichten. den, maar voorzichtigheid is geboden. De wapenstilstand werd op 14 juli beklonken tussen de gezanten van beide kemphanen en kwam tot stand op de burcht van de heer van Arkel net buiten Gorinchem.

In Gorinchem werden hout en wijn aangeschaft. Producten waar men in Gorinchem relatief makkelijk aan kon komen vanwege de rol die de stad speelde in de rivierhandel. Daarnaast werden 413 vaten bier gekocht van Gorcumse brouwers. Omgerekend ging het om 43 tot 53 duizend liter bier voor een veldtocht die slechts een kleine twee weken zou duren. Gorinchem kende daarmee een brouwnijverheid van enige omvang. Mogelijk produceerde minimaal negentien brouwers jaarlijks tussen de 10 en 20.000 vaten bier. Een deel hiervan Wouter de Kroes, een vergeten dichter door R.F. van Dijk

Woutersdr. Duijser. Zijn broertje J.J. de Portret van > 45 Kroes is de grondlegger van de zoutebol- Wouter de Kroes, lenwinkel. Vrij vroeg verliet Wouter het Gemeentearchief ouderlijk huis en ging inwonen bij zijn Schiedam, welgestelde tante Maria Duijser. Zij was THA beeldnummer eigenares van het pand Hoogstraat 28 te 60945. Gorinchem. Verder woonde er alleen een dienstbode. In maart 1818 deed Wouter belijdenis in de Hervormde kerk alhier en reeds op 2 september 1830 overleed hij. De overlijdensakte meldt dat hij ”zonder beroep” was. Hij was dus vrijgesteld voor de poëzie en bracht het, volgens zijn biograaf, door eigen oefening ”vrij ver”. De meeste zijner vele dichtstukken, waaronder vrij uitgebreide, waren ”van luimigen inhoud”. Enkele gedichten bereikten postuum een bloemlezing, want zijn talent was “niet ongunstig”.3

Een manuscriptbundel is geschonken Gevreesd moet worden dat zelfs door mevr. A. den Hartog-van den de geleerdste specialist in vroeg Berg aan de Historische Vereniging negentiende-eeuwse poëzie wazig kijkt Oud-Gorcum. In een keurig handschrift bij de naam Wouter de Kroes. Toch heeft dichtte Wouter 160 pagina’s vol, onder hij postuum gepubliceerd, in tijdschriften meer op pagina 18, ter gelegenheid van en almanakken,1 en is aan hem zelfs een de intrede van ds. J.S. Wor in 1828. Ook lemma gewijd in een biografisch dichters- aan diverse dames waren poëmen gewijd: woordenboek.2 Emma, Julia, Dina, Laura, Dafne, ”eene stugge schoon”’ en in 1828 aan Catharina De Kroes is geboren te Schiedam op van Alphen.4 Catharina was toen 19 jaar 30 september 1800 als zoon van de oud en dochter van een logementhouder onderwijzer Gijsbert de Kroes en Klasina in de Westwagenstraat, waar Wouter 46 < wellicht somwijlen opdook voor een door haar te tappen biertje. Nog geen drie jaar na Wouters overlijden huwde Catharina de negotiant E.F.P. Massijn. Doch in haar album zal zij het volgende gedicht zijn blijven koesteren:

Lief meisjen, er zweeft in het leven een engel zoo goedig, zoo schoon, die allen haar zegen wil deelen en mild is voor hut en voor troon; die immer, wat ook moog’ begeven, ons bij blijft, ons troost en verheugt, die engel, lief meisjen! is – vriendschap, haar zegen – een loon voor de deugd.

O! moog zij u immer omzweven, omzweven waar ’t lot u doet gaan, bestrooi zij steeds kwistig uw paden met keur van gebloemte en van blaân: zelfs, als eens uwe oogen zich sluiten voor ’t dal dat ons voert naar omhoog, dat zij dan u ’t harte nog streele, uw mond nog haar zegen verhoog! Wat suikerzakjes vertellen -2- door Marius van Loon

DE CANSE POORT Drie generaties lang zou de familie Bui- > 47 Aan de stadspoorten van Gorinchem be- teman dit café gaan uitbaten. Het begint vonden weleer herbergen waar vermoeide in maart 1897. Notaris J.H. Muller kondigt gasten konden uitrusten en zich te goed in de Advertentieblad voor Gorinchem en doen aan drank en eten. Of aan de Canse Omstreken aan dat op 22 en 29 maart een Poort tijdens de omwalling van Gorin- openbare veiling zal plaatsvinden. Deze chem ook herbergen hebben gestaan, is openbare veiling houdt in het verkopen mij niet bekend. In het geval van De Canse van een woonhuis dat is ingericht tot een Poort, staat de naam van de tapperij tapperij, waaraan vergunningsrecht is rechtstreeks in verband met het naburige verbonden. De tapperij draagt de naam bouwwerk de Kansepoort of Cansepoort. “Het Wapen van Gorinchem” en gelegen Deze poort, de Arkelpoort en Waterpoort nabij de Keulsche Vaart en de Kansel zijn in de negentiende eeuw afgebroken Poort. Nicolaas Bernardus Buiteman koopt om het toegenomen verkeer een betere deze tapperij. Zijn oudste zoon Johannes toegang te geven tot de stad. Petrus Cornelis zal samen met zijn vrouw 48 < Elisabeth van der Loo de zaak gaan karbonade en een fles wijn. Vervolgens exploiteren. breken ze een secretaire open om daaruit ongeveer 200 gulden en voorwerpen van Na een grondige verbouwing gaat de waarden te ontvreemden. tapperij open. Het krijgt de naam Stati- onskoffiehuis. Vreemd, want de afstand Al vrij spoedig na de opening van de tap- tussen het koffiehuis en het station is perij is men rond 1900 overgegaan naar een enkele honderden meters en men moet nieuwe naam. De tapperij krijgt een meer bovendien twee bruggen passeren. toepasselijke naam: café de Kanselpoort. De stopverf is nog niet gehard, of de Op een dag krijgt het café de officiële naam familie Buiteman wordt door twee buiten- De Canse Poort anno 1603. Doordat het landse gasten met een onaangekondigd nabij de Merwedesluis gelegen is, zou men bezoekje vereert. het eigenlijk een typisch schipperscafé kunnen noemen. De politie is tijdens de nacht van maandag 15 en dinsdag 16 november nabij de In het verder zo rustige cafeetje, gebeurde tapperij bezig met het controleren van ook wel eens kleine geweldadige feiten. het vee dat de stad binnen komt. Gorin- Zo gedraagt ene zekere Marinus E. uit chemse hermandad heeft die nacht niet Nijmegen op 29 januari 1917 zich zo in de gaten dat in hun nabijheid gelegen oorlogszuchtig, dat de caféhouder J.C.N.B. tapperij een inbraak gaande is. J. Laufer en Buiteman hem gelast het café te verlaten. G. Gottron uit het Duitse Mainz hebben De Nijmegenaar weigert om te vertrek- die nacht snode plannen een inbraak te ken en onze heldhaftige Gorinchemse plegen in de nieuwe tapperij. hermandad wordt opgeroepen. Een te diep De inbraak gebeurde door middel van in het glaasje gekeken man, bedreigt de het uitbreken van een ruit in de keuken. agenten tevens met een mes en bijt agent De ruit hebben ze naast zich op de grond Van Elsacker in zijn hand. Met groot gevaar geplaatst. Door deze inbraak weten we voor eigen leven verwijderen de agenten ook wat er zoal heeft gestaan en ook op deze raddraaier. welke plaats in het vertrek. Uit een kast, staande tegen de slaapkamer van de Joseph Buiteman draagt in 1952 de fakkel bewoners hebben deze twee inbrekers over aan de derde generatie Buiteman in de zich te goed gedaan aan brood, rookvlees, persoon van zijn zoon Jan. Hij heeft naast het café ook een groothandel in bier en negentiende eeuw krijgt het koffiehuis de > 49 limonades. Deze groothandel verdwijnt in naam Merwezicht, maar in de volksmond 1962. Jan Buiteman heeft een bijzondere is het dan nog steeds koffiehuis Vervat, hobby, het verzamelen van antieke por- waarvan de familie dan nog steeds eige- seleinen bierpompen, waarvan hij toch naar van is. Op 1 mei 1892 krijgt het in de een vrij groot aantal bezit. Elk jaar is er een volksmond definitief de naam Merwezicht, ander exemplaar aan de beurt om aan de met als nieuwe eigenaar H.N.A. Reijns. fust te worden aangesloten. De Waterpoort is in die periode helaas gesloopt en wat er van over blijft is het De familie Buiteman besluit dan de zaak na café. Aan de kant van de rivier wordt het 80 jaar op 27 november 1981 over te dragen voorzien van een fraaie serre en gaat ook aan de familie Slootjes-Muller. Deze bruine dienst doen als restaurant. Tevens zou het kroeg veranderde regelmatig van eigenaar. ook een wachtplaats voor stoomboten zijn. Tot op de dag van vandaag heeft het nog steeds de naam De Canse Poort. Het is zomer 1894 en op een mooie vrijdag, 27 juli van dat jaar, arriveert bij café MERWEZICHT Merwezicht een doofstomme wielrijder Bij de voormalige Waterpoort op het Jaroslaw Barta uit Praag. Vanuit Praag is hij Eind zijn verreweg de oudst bekende op 9 mei met zijn fiets vertrokken voor een herbergen van deze stad te vinden. In 1670 tocht door Europa. Waarschijnlijk met de in is een herberg bekend onder de naam Het 1885 in Engeland ontwikkelde Rover Safety Gecroond Schippershuijs en herbergier fiets. De eerste fiets dat voor een breed Aelbert Hendricks van Steenbeek zwaaide publiek is bestemd en een doorslaand vrolijk de pollepel. Voor een goede dis en succes is. Men kan deze fiets zien als een drank kon menig vermoeide reiziger na de oerversie van onze huidige fiets. Na onder oversteek van de Merwede daar terecht. meer Berlijn, Hamburg en Amsterdam te hebben aangedaan, komt hij die ochtend In maart 1872 zien we in een emotionele van 27 juli om half tien in Gorinchem aan. advertentie dat J.H. Vervat eigenaar is van Een paar uur later, om twaalf uur, vertrekt het koffiehuis aan de Waterpoort. Een de avonturier met de veerboot naar gerucht deed toen de ronde dat in zijn Woudrichem om vervolgens al fietsend via huis pokken zou heersen. Volgens Vervat de Zuid-Europese steden naar Praag terug mogelijk door concurrentie verspreid. Eind te keren. 50 < Tijdens de kermisdagen is het alle dagen Zaterdagmiddag 9 maart 1946 wordt bal bij de firma Reijns van café Merwe- Merwezicht, ook nog steeds café Reijns zicht. Maar ook bij andere gelegenheden geheten, heropent. De oorlogsschade is het daar voetjes van de vloer. Van 18 tot is dan hersteld en mogelijk dat het toen en met 21 februari 1914 vindt in Gorinchem de “Onafhankelijkheidsfeesten” plaats. Ook dit café draagt een steentje bij aan de feestvreugde. Dat laat de eigenaar ook blijken in een aantal advertenties in een plaatselijke krant. Naast goede consump- tie en een strijkorkest, zijn de Gorcumers in de gelegenheid gesteld om een plaats te huren gedurende de optocht en vuurwerk. Over hedendaagse commercie gesproken!

Een markant figuur aan de toog is Hendrika de Kluiver, beter bekend als “juffrouw Rika”. Deze toen 18-jarige vrouw, afkomstig uit Giessendam, komt op 3 oktober 1899 als jong hulpje in dienst bij de firma Reijns voor een jaarsalaris van, schrik niet, zeventig gulden. In 1938 krijgt zij de leiding over de zaak. Tijdens de bezettingstijd is het toch zwaar voor haar geweest om Merwezicht goed draaiende te houden. De Duitsers worden bij haar ingekwartierd. Er vielen bommen bij de sluis en alle ruiten van het etablis- sement gaan aan diggelen. Tenslotte bivakkeren de Engelsen nog een tijdje in haar zaak. ook is uitgebreid tot hotel, zoals uit een kerkgemeenschappen en vele anderen > 51 advertentie van 16 december van dat jaar blijven Merwezicht trouw. De nieuwe valt op te maken. Men kent verder een uitbater schuwt niet om tijdens de kermis- rustig verloop in dit etablissement met dagen in november zaterdag en zondag vele vergaderingen, waar het soms verhit live muziek ten gehore te brengen. Elke aan toen kan gaan, van allerlei bonden zondagnamiddag was er vanaf 5 tot 9 uur en verenigingen. Ook worden regelmatig bij het diner livemuziek aanwezig door recepties van huwelijksfeesten gehouden. Aad van der Nat op zijn hammondorgel. Juffrouw Rika zorgt er wel voor dat het Het is dan echt een ontmoetingspunt en wel rustig blijft. Dat zij zeer geliefd is familiediners heeft men al vanaf zeven bewijst haar 50-jarige jubileum bij café gulden. Als uitsmijter lanceert men op Merwezicht. Op die dag zijn meer dan een zaterdagavond eenmalig een Zweeds 200 personen haar komen feliciteren en Buffet Smörgasbord en dat voor een prijs is overspoeld met talloze geschenken. van 12,50 gulden onbeperkt eten. Na tientallen jaren het café-restaurant Merwezicht te hebben gerund draagt zij op Onder de bezielde leiding van Nico Freling 5 november 1957 over aan banketbakker gaat het café-restaurant voor de wind. In J.H. Hootsen. het voorjaar van 1968 wordt het interieur vernieuwd en volgens de journalist van het Vele jaren lang gaan er geen voetjes meer Nieuwsblad ziet het er gezellig en sfeervol van de vloer. In 1961 is er weer eens live uit. Zouden de kosten van deze vernieu- muziek tijdens de kermis. Of er ook een wing niet te hoog zijn geweest? Een half gelegenheid was om de voetjes van de jaar later wordt de exploitatie van het vloer te halen is niet bekend. Na het restaurant Merwezicht voortgezet door overlijden van J.H. Hootsen, neemt zijn de heer B. Koekman die jarenlang chef-kok vrouw J.C. Hootsen-van Kampen de zaak in diverse Rotterdamse restaurants is in handen. geweest. Alle verenigingen enzovoort blijven gewoon in het café-restaurant. Op donderdag 29 april en vrijdag 30 Maar de keuken verandert drastisch. april 1965 vindt er een inventarisatie in Deze nieuwe eigenaar gaat op de Franse het café-restaurant plaats. De reden van toer en de prijzen van de diners schieten deze inventarisatie is de overname door omhoog. Zeker als men de menu’s tijdens Nico Freling. Alle verenigingen, bonden, de kerstdagen in ogenschouw neemt. Het 52 < is de vraag of het restaurant met haar dure menu’s wel goed loopt. Er komen geen advertenties meer in de kranten en in 1970 is het restaurant tijdens de kerstdagen dicht, terwijl het jaar daarvoor groots voor de kerstdagen is aangekondigd. Dan valt ook het doek voor de familie Koekman.

Het college van Gorinchem besluit eind augustus 1986 de eigendomsrechten van het pand voor 350 duizend gulden te kopen. Dit in verband met aankomende dijkverzwaringen en nieuwe sluis. Na B. Koekman zwaaide vanaf 5 april 1988 het echtpaar Bram en Mieke van der Pligt de scepter over het restaurant, die op 1 oktober 1996 werden opgevolgd door Hans en Atie van Lent. In 2001 veranderde de naam in bistro de Poort met als nieuwe eigenaar Kaapverdiër Danny Soares. Uit de krant

Op de website van het Regionaal Archief staat tegenover dat serieuze milieuvervui- > 53 Gorinchem zijn vele lokale kranten te raad- ling weer iets is van betrekkelijk recente plegen over de periode 1871 tot 2006. Maar datum. Van alle tijden is echter oplichting ook in kranten uit andere plaatsen vindt men en verduistering, waarvan we hier drie veel Gorcumse wetenswaardigheden. Vaak gevallen bezien. gebeurtenissen van vóór 1871. Hier wordt dit nieuws uit lang vervlogen tijden weer tot CHAIS EN PAARD leven gewekt. In de Overijsselsche courant komen we tegen dat op 5 juli 1843 werd “eene Soms hoor je mensen zeggen dat vroeger poging tot opligting beproefd, bij den alles beter was. Maar als je in de geschie- paardekooper Wouter Slob, wonende denis duikt dan weet je beter. Werd je onder Slingeland. Des morgens tegen ernstig ziek dan had je weinig kans te elf ure vervoegde zich ten zijnen huize genezen en er waren veel oorlogen, een vreemdeling, op het voorkomen overstromingen en hongersnoden. Daar en aan zijne spraak een Oldenburger, 54 < voorgevende in last te hebben voor vervolgen, en zijn spoor ontdekt heb- eenen heer te Parijs, een koppel paarden bende, dat over Schelluinen en Blokland te koopen. Naar de weide gegaan zijnde naar den straatweg ging, vond hij chais om de paarden te zien, werd de koop, na en paard ledig op den straatweg naar lang onderhandelen, eindelijk voor fl. 800 Meerkerk, doch niet den kooper, die zich gesloten, onder beding, dat de levering te met een blaauw lakensche jas, welke in de Gorinchem zou plaats hebben.” Wouter chais lag, had uit de voeten gemaakt. De Slob ging met het koppel paarden op opligter was gekleed in eene blaauwe kiel, weg naar Gorinchem en bood de koper eene pet en handschoenen.”Alle nasporin- “chais en paard aan, om naar Gorinchem gen bleven vruchteloos. Door iemand was te kunnen rijden, verder de voorzorg gezien dat de oplichter de jas van Wouter gebruikende om op een kruisweg, die hij Slob onderweg had aangetrokken.1 voorbijging, iemand te verzoeken den kooper den regten weg naar Gorinchem GODZOEKERS te wijzen, dien hij, gelijk bij zijne Maar ook de geletterden werden getrof- aankomst aan dien kruisweg bleek, dan fen door oplichting. Zo lezen we in de ook, zoo hij voorgaf uit onkunde, gemist Leydse courant van 1852: “Zoo alhier, als zou hebben. Gelijktijdig aan de Arkelpoort te Gouda, Schiedam en Gorinchem zijn dezer stad aangekomen, zeide de kooper, onderscheidene boekhandelaren opgeligt dat hij vooruit zou rijden, om stalling voor Bijbels van verschillend formaat bij voor de paarden te bestellen, en iemand hen gehaald op naam van in den omtrek in de stad te spreken; doch toen Slob ter dier steden wonende Predikanten of aangewezen plaatse kwam, vond hij er schoolmeesters. De persoonsbeschrij- nog zijne chais en paard, noch den koo- ving, zoo te Schiedam, Gouda als hier per, van het koppel paarden, die, naar hij door de verschillende boekhandelaren vernam, de Kanzelpoort was uitgereden. gegeven, komt overeen en stelt het Vermoedende, dat hij zich in de plaats buiten alle twijfel, dat die opligtingen vergist had, begaf hij zich met de paarden door denzelfden persoon zijn gepleegd.”2 naar eene buitenherberg, veelal door Waarschijnlijk ging het hier niet om paarden en veehandelaars bezocht, doch God- maar om ordinaire geldzoekers. Ze even vergeefs. Nu de zekerheid verkregen legden in ieder geval het gebod “Gij zult hebbende, dat hij was opgeligt, nam hij niet stelen” naast zich neer. dadelijk een rijtuig om den opligter te EERLIJKE VINDERS argwaan. Deze dienstmaagd werkte in > 55 Geen idee of bovenstaande zaken ooit zijn het koffiehuis en was die bewuste avond opgehelderd. Het kon echter ook anders gaan kijken wat er aan de hand was toen Gezicht op koffiehuis aflopen. Op 30 november 1861 begaf De Gier naar beneden was gevallen en luid De Beurs in Vlissingen, de heer Maarten de Gier, koopman en kermend op de grond lag. Ze vond de por- ca. 1850. Aquarel van logementhouder te Gorinchem, zich naar tefeuille en verborg die in een la van een J.C. van Hulsteijn. koffiehuis De Beurs van de heer F.C. Lobrij tafel. Kort daarop ging ze met de gevon- HTA gemeentearchief te Vlissingen.3 In zijn dichtgeknoopte jas den schat naar haar moeder en vertelde Vlissingen nr. 2347. bevond zich een bruin leren portefeuille waarop in vergulde letters zijn naam stond. In deze portefeuille bevonden zich maar liefst zes bankbiljetten van 1.000 gulden en nog eens negen van honderd gulden. Een kapitale som, verdiend door het leveren van granen aan het garnizoen. In het koffiehuis dronk hij samen met de heer J.J. de Ruiter van de garnizoensbak- kerij enige alcoholische versnaperingen om daarna in beschonken toestand zijn weg te vervolgen. Bij het afgaan van de trap kwam De Gier ten val, waarbij hij zijn “aangezigt bezeerde en zijne kleederen beslijkt werden.” Vervolgens ging hij naar het logement van de heer Peters om te gaan slapen, maar bemerkte daar tot zijn schrik dat zijn portemonnee verdwenen was. Paniek. Een onderzoek in het kof- fiehuis leverde niets op en het geld was voorgoed verdwenen, zo leek het.

In 1862 besloot echter een Vlissingse dienstmaagd een biljet van duizend gulden om te wisselen en dat wekte 56 < het verhaal. Moeder en dochter besloten het geld te houden. De portefeuille en de papieren werden verbrand en moeder wisselde vele bankbiljetten in België om tot kleinere coupures. Met dit geld werden verschillende aankopen gedaan als zijde, linnen en katoenen stoffen, een bed en gouden en zilveren sieraden. Dit alles buiten weten van haar echtgenoot, die als schipper bij het Nederlands loodswezen meestal van huis was. Moeder en dochter werden gearresteerd en er volgde een be- kentenis. De officier vroeg om een gevan- genisstraf van 1 één tot vijf jaar en terug- gave van alle goederen. De advocaat wees echter om verzachtende omstandigheden voor beide beklaagden en dat een veroor- deling toch ook de echtgenoot trof, een voorbeeldig lid van de maatschappij die maar liefst 59 mensenlevens had gered. De rechtbank veroordeelde respectievelijk de dochter tot twee jaar en de moeder tot drie jaar gevangenisstraf wegens diefstal en het helen en verbergen van de gesto- len goederen.4 Zo kwam een deel van de kapitale som weer in Gorinchem terecht. Moeder en dochter hadden beter kunnen gaan voor de beloning voor de eerlijke vinder, maar dat is naderhand praten. Kameraad Nieuwstad door Astrid Nieuwstad M.G. Nieuwstad, gemeenteraadslid 1919-1926.

‘Een lastige vent’, vond mijn moeder Hij ‘bestaat’ voor mij in anekdotes en > 57 (Cornelia Nieuwstad-Versluijs) haar brieven, op foto’s, in de krant van toen en schoonvader. En dat terwijl zij als arbei- in de Handelingen van de gemeenteraad derskind juist sympathie voor hem had van Gorcum. Wie was hij? kunnen opvatten. Want Rienus Nieuwstad (voluit Marinus Gerardus, geboren in ALGEMEEN KIESRECHT, LINKS IN DE RAAD 1888) werd in 1919 voor de communisten In 1919 gaan bij de verkiezingen voor in de Gorcumse gemeenteraad gekozen. de gemeenteraad voor het eerst alle Hij vocht voor de belangen van arbeiders volwassen mannelijke Gorcumers naar als haar vader: Kees Versluijs van de de stembus. Voor die tijd mochten Vissersdijk, melkrijder van beroep. alleen heren met ‘een zeker inkomen’ hun stem uitbrengen. Dat leverde een In dit artikel1 probeer ik een beeld te gemeenteraad vol soortgelijke heren op. geven van de persoon M.G. Nieuwstad. Het jaar 1919 belooft verandering. Twee In hoeverre dat beeld de werkelijkheid linkse partijen nemen deel aan de ge- benadert, is moeilijk vast te stellen. Ik meenteraadsverkiezingen: de SDAP en de heb mijn opa Nieuwstad nooit gekend. lijst ‘Communisten enz.’ Er komen twee SDAP-ers in de raad: Swaters en Maaskant. En drie communisten: het echtpaar De Boon en mijn opa Nieuwstad.2

In 1923 - als ook de Gorcumse vrouwen voor het eerst mee mogen stemmen - valt de verkiezingsuitslag minder gunstig uit voor links. Beide partijen verliezen een zetel. Maar mijn opa doet het goed. In 1919 kreeg hij slechts 50 stemmen (tegen 365 voor De Boon); in 1923 komt M.G. Nieuwstad uit op 625 stemmen.3

De Boon wist zowaar al in augustus 1918 door te dringen tot de gemeenteraad, Martinus Gerardus nog in het oude stelsel.4 In de collectie Nieuwstad (1888-1951). 58 < C. de Boon voert van mijn neef Arnold Nieuwstad zat een campagne tegen de ‘campagnefoto’, mogelijk uit dat jaar. Gorcumse ‘Dien duren doofpot’ kan verwijzen naar doofpotcultuur. de gemeentelijke voedseldistributie tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Boon voerde actie om die te verbeteren.5

Vijf van de vijftien zetels gaan in 1919 naar links. Dat lijkt veel, maar is in de praktijk te weinig om verandering te brengen. Zelfs als de linkse fracties met elkaar mee stemmen – wat ze in veel gevallen doen – halen hun voorstellen het niet. Het echtpaar De Boon raakt snel gedesillusioneerd. Hij verlaat al in juli 1920 de raad, omdat hij in de politiek niet kan bereiken wat hij wil.6 Zij vertrekt iets later, en burgemeester Gaarlandt spreekt haar toe: ‘Het was van korten duur en blijkt dus een illustratie van het meermalen waargenomen verschijnsel, dat het raads- lidmaatschap voor de vrouwelijke leden te veel beslommeringen medebrengt’.7 De EIGENHEIMER ideeën van feministe Wilhelmina Drucker Wie of wat maakte dat mijn opa Nieuw- waren niet aan de burgemeester besteed stad warm liep voor het gedachtegoed (en die van de communisten waarschijn- van Marx? Hij behoorde niet tot de lijk ook niet). De Boon wordt opgevolgd arbeidersklasse en was goed opgeleid. door de meer af- dan aanwezige Denies – Zijn fractiegenoot De Boon was smid van die als ‘neutraal’ lid zitting neemt wegens beroep, Rienus was accountant en docent. een conflict binnen zijn partij-8, zijn vrouw Had mijn opa zijn bevlogenheid voor de door Den Dekker. De laatste blijft ook na zaak van de arbeiders van zijn vader (mijn 1923 in de raad, samen met mijn opa. overgrootvader)? Rienus Nieuwstad met > 59 drie van zijn zonen, v.l.n.r. Jan, Cor (mijn vader) en Arnold.

Daar lijkt het niet op. Het is waarschijnlijk Rienus’ kleinzoon en naamgenoot - mijn een combinatie geweest van de aard neef Rienus – vertelde me een anekdote. van het beestje, de tijdgeest en de zichtbare armoede in de Eerste Wereld- Als de burgemeester van Gorinchem oorlog. Nederland blijft neutraal, maar na onlusten over de voedseldistributie door de oorlog wordt voedsel schaars en beweert dat er in de hele stad geen stijgen de prijzen. Rienus weet dat zijn aardappel te vinden is, terwijl Rienus vader, Arnoldus J. Nieuwstad, aardappels sr. weet dat het pakhuis van zijn vader verkoopt aan Duitsland. Het is lucratieve vol ligt, gaat het mis. Rienus woont met handel. Intussen lijden veel Gorcumers zijn vrouw Door en hun drie kinderen honger, ondanks de door de gemeente in de Arkelstraat, vlakbij burgemeester ingevoerde voedseldistributie. Blijkbaar zit Gaarlandt. Hij grijpt zijn geweer. Zijn de zoon anders in elkaar dan de vader: waar vrouw Door grijpt zijn arm. Ze weet hem Arnoldus handel ziet, ziet Rienus onrecht. tegen te houden en verandert daarbij de 60 < loop van richting. Het geweer gaat af, met DE GESCHIEDENIS HERHAALT ZICH als gevolg een gat in het plafond. En in de De onderwerpen waar Rienus regelmatig vloer: daar zakken ze samen door. het woord over voert in de raad zijn verrassend herkenbaar voor de krantlezer Waar of niet waar? Dat mijn opa een ‘kort van nu. Wel tellen de bedragen waar het lontje’ had, blijkt duidelijk uit de Hande- toen om ging wat minder nullen dan we lingen van de gemeenteraad en uit de nu gewend zijn. raadsverslagen in de Gorcumse kranten. Tact en diplomatie waren niet zijn sterkste De Gemeentelijke Gasfabriek is kanten. Hij was een eigenheimer, die verliesgevend. Wanbeheer, betoogt zich opwond over misstanden en daarbij raadslid Nieuwstad, deskundig als soms vergat zijn stellige opinies goed te hij is op financieel gebied. Niettemin onderbouwen. willen burgemeester en wethouders de directeur een minimum tantième van Waar maakte hij zich hard voor? In duizend gulden toekennen. Is dan niet essentie is dat: alles wat de positie van juist die directeur verantwoordelijk voor arbeiders kon verbeteren. Hogere lonen de wanprestaties van het gasbedrijf?9 en rechtvaardiger verdeelde belastingen, Uiteindelijk volgt ‘privatisering’: de steun bij werkloosheid en het tegengaan gasfabriek wordt eind 1921 verkocht aan daarvan – liefst door werkverschaffing -, de Nederlandsch Indische Gasmaatschap- lagere (energie)prijzen, goed onderwijs, pij uit Rotterdam (later OGEM). De goede (medische) zorg en goede en schuldenlast is opgelopen tot meer dan betaalbare woningen. Veel van wat vier ton en de gemeente kan het bedrijf toen nog vurig moest worden bepleit, niet meer overeind houden. Het bewijst behoort nu tot de verworvenheden van zijn gelijk, betoogt raadslid Nieuwstad.10 de welvaartsstaat. Vanaf die jaren is dat Maar wat koopt Gorinchem daarvoor? bevochten. Mijn opa vocht mee, en hoe! Gratis stadsverlichting voor een paar jaar, De burgemeester van Gorcum kon zich maar ook al snel hogere gasprijzen. En tot na een paar raadsvergaderingen met de overmaat van ramp blijkt de gemeente nieuwe ‘revolutionaire’ fractie waarschijn- nog enige duizenden guldens per jaar te lijk wel vinden in het (latere) oordeel van moeten bijdragen aan pensioenen van mijn moeder. onder andere de voormalig directeur van het gasbedrijf.11 Ook het beheer van het Levensmiddelen- men. Zijn verhaal overtuigt hierdoor – en > 61 bedrijf dat tijdens de Eerste Wereldoorlog door zijn optreden – niet, en hij krijgt een de voedseldistributie regelde, moet het motie van afkeuring aan zijn broek.16 ontgelden. Dat er fouten zijn gemaakt is duidelijk.12 Maar alle opwinding hierover EEN GOOI NAAR DE MACHT is mosterd na de maaltijd: het Levensmid- De positie van raadslid Nieuwstad wordt delenbedrijf is inmiddels opgeheven er hierdoor niet beter op. Hij lijkt zaak en persoon niet altijd even goed te kunnen Belangrijk onderwerp voor zowel de scheiden. Bovendien ontstaat er frictie tus- communisten als de SDAP is de steun aan sen hem en Swaters van de SDAP. Tijdens de werklozen. Al voor de beurskrach van 1929 zitting van 29 oktober 1926 escaleert het. neemt de werkloosheid toe. Bepaalde Na een eerdere schorsing vanwege het ge- groepen werklozen – sigarenmakers en drag van raadslid Nieuwstad toont Swaters metaalbewerkers – krijgen van rijkswege tijdens de rondvraag aan dat Nieuwstad nog steun als zij ‘uitgetrokken’ zijn.13 Als hem onterecht van draaierij heeft beschul- het rijk in 1923 zijn bijdrage stopzet, vindt digd. Mijn opa wil Swaters van repliek links dat de gemeente moet inspringen, dienen, maar burgemeester Gaarlandt en dat liefst voor alle werklozen. Maar ja, stelt vast dat hij zijn kans heeft gehad en waar moet het geld vandaan komen? ‘Wel, sluit de vergadering. Op dat moment gaat waar het zit, bijv. bij den heer Beausar het (weer) mis: Rienus Nieuwstad noemt (wethouder, AN), die het overgehouden de burgemeester ‘fielt’ en gooit een glas heeft uit de meerwaarde van den arbeid water naar zijn hoofd. Hij mist; de scherven der werklieden’, vindt Rienus Nieuwstad.14 belanden op de vergadertafel. Dit incident Hij vindt het kwalijk dat wie niets meer is niet genotuleerd – de vergadering was krijgt, moet aankloppen bij het Burgerlijk immers gesloten -, maar in de Gorcumse Armbestuur. Daar worden, beweert hij in kranten wordt het breed uitgemeten.17 De 1926, sommigen ‘ploertig’ behandeld. Dit burgemeester neemt raadslid Nieuwstad valt verkeerd bij wethouder Mortier, die apart en haalt de inspecteur van politie het Burgerlijk Armbestuur onder zijn hoede erbij. Na een driegesprek achter gesloten heeft. Mortier daagt hem uit met bewijzen deuren biedt mijn opa de in de zaal nog te komen.15 Dat doet Rienus – op zijn manier aanwezige raadsleden (en het publiek) zijn – tijdens de zitting van 7 juni 1926. Hij wil de excuses aan. namen van direct betrokkenen niet noe- 62 < Kort daarop, op 12 november 1926, bedankt misschien óók wel wat ‘steun’ gebruiken. M.G. Nieuwstad ‘door persoonlijke redenen Snoek, die als vervanger wordt benoemd, gedwongen’ voor het raadslidmaatschap.18 weigert het raadslidmaatschap. Uiteindelijk Waarschijnlijk vooral omdat hij zich nu toch wordt de vrijgekomen zetel ingenomen echt onmogelijk heeft gemaakt. En deels door Heiner, van de Anti-Revolutionaire omdat hij aan zijn baan en zijn gezin moet partij.19 denken. Inmiddels heeft hij vijf zoons. Martinus Gerardus De oudste is een jaar of dertien en wat je HET EINDE VAN EEN OUDE COMMUNIST Nieuwstad, 1951. noemt ‘een handvol’. Zijn vrouw Door kan Mijn opa blijft in de stad bekend als overtuigd communist. Én hij blijft maatschappelijk actief. Uit de Gorcumse kranten blijkt bijvoorbeeld dat hij in 1928 voorzitter werd van de Gorcumse afdeling van de Nederlandse Bond voor Handels- en Kantoorbedienden,20 waarvan hij medeoprichter was. Hij wordt in 1932 weer vast benoemd aan de Handelsavondschool,21 waar hij in 1919 ontslag nam22 vanwege zijn raadslidmaat- schap. Dit naast zijn baan bij Ravenswaaij op de Hoogstraat – handel in koffie, thee en tabak -, waar hij al sinds 1918 procura- tiehouder23 en later bedrijfsleider is.

De oorlog komt hij wonderwel veilig door. Volgens mijn neef Rienus had hij ‘beperkte bewegingsvrijheid’: er was hem te verstaan gegeven dat hij heen en weer mocht naar Ravenswaaij, maar dat hij zich verder gedeisd moest houden. Mijn opa zou een ‘beschermer’ hebben gehad bij de NSB, iemand die hem als persoon graag mocht. Opnieuw: waar > 63

of niet waar? Mogelijk kende mijn opa De oude communist schept erin op over kringleider E.H. Bakker uit zijn diensttijd. het salaris dat Cor als directeur zal gaan In het krantenarchief is terug te vinden verdienen. Als mijn moeder dát eens had dat zij in 1904 tegelijkertijd een ‘bewijs geweten!28 van voorgeoefendheid’ haalden.24 Dit artikel is voortgekomen uit het blog ‘Tijd In 1948 overlijdt Rienus’ vrouw Door. Hij van leven’ over het leven van mijn moeder, blijft achter met zijn dochter Betsie (het Cornelia Nieuwstad-Versluijs. Dit blog is te zesde en jongste kind uit het gezin). In vinden op http://tijdvanleven.blogspot.com 1949 stelt hij zich een laatste maal kandi- daat voor de CPN,25 samen met zijn zoon Theo die in 1946 in de gemeenteraad was gekozen (hij legde op 6 september 1946 de ‘eed’ af26). Maar de CPN haalt in 1949 geen enkele zetel. In juli 1951 neem hij afscheid als leraar van de Handelsavond- school. Tegelijkertijd treedt zijn zoon Cor – mijn vader – aan als directeur.27 Van mijn nicht Thea kreeg ik een brief die Rienus kort voor zijn dood op 12 november 1951 schreef aan zijn jongste zoon, haar vader. Markante leden door Aron de Vries

64 < Bas van Beuzekom, Bas van Beuzekom, al jarenlang lid van Oud een markant lid van Gorcum, is gefascineerd door de Gorcumse Oud-Gorcum. maritieme geschiedenis. In 1979 verscheen van zijn hand het boek ‘Van Watergeus tot Schorpioen. Vier eeuwen Gorcum en de marine’, maar we kennen hem natuurlijk ook van de vele artikelen in Oud Gorcum Varia over zeeofficieren met Gorcumse roots. Waar komt deze fascinatie vandaan? Een interview met een kleurrijk lid.

EEN MAN IN UNIFORM Bij Bas thuis hangen aan de muren foto’s, prenten en schilderijen van zeegezichten, schepen en admiraals. Op zijn werkkamer hangt een ingelijste foto van een man in uniform. Gaat het om een Gorcumse marineman, vraag ik achteloos. Nee, de afgebeelde is Bastiaan van Beuzekom (1870-1930), zijn grootvader. Vol trots zegt Bas: “Ik heb zijn militaire zakboekje nog. Hij wandelde in 1890 van Ottoland naar Giessendam om daar de trein te pakken naar Bergen op Zoom waar hij gelegerd was. Net als mijn vader was hij kleermaker, kapper en binnenvisser in Ot- toland.” In 1936 werd Bas van Beuzekom hier geboren.

Al sprekend wordt snel duidelijk waar Bas’ fascinatie voor het maritieme vandaan komt. Hij zegt: “Vroeger toen ik klein was – een jaar of vijf want het was in de oorlogstijd – ging ik met mijn vader mee > 65 vissen. Dat vond ik prachtig. We vingen snoek, karper, zeelt, brasem, voorn en paling natuurlijk. Om de haverklap aten we paling. Diegene die beschadigd raakten tijdens de vangst. En van klomp- jes maakte ik bootjes en op de middelbare school las ik al boeken over zeevaart. Ik was altijd met varen bezig.”

In 1947 werd het gezin getroffen door rampspoed. Vader Aart Adrianus van Beuzekom kreeg een bloedvergiftiging en werd naar het ziekenhuis gebracht in Gorinchem. Ondanks de goede zorg van dokter Hiemstra kon hij een half jaar niet werken. Daar kwam bij dat de winter van ’47 zo streng was dat alle vis was dood gevroren. Het roer moest om en vader Van Beuzekom ging werken in de textiel- handel en werd daarnaast antiquair. verder. We hadden zware tenten bij ons NAAR SCHOOL van de firma Hamel uit Rotterdam. Door Na zijn lagere schooltijd fietste Bas het slechte weer bereikten we net de dagelijks van Ottoland naar Gorinchem. Franse grens. We verbleven op die trip Hij ging hier van 1950 tot 1956 naar ook wel in hooibergen, herinner ik me. de Christelijke HBS. “In het eerste jaar Geschiedenis, aardrijkskunde en biologie zaten we in het Logegebouw van de waren mijn beste vakken. Mijn vader vond vrijmetselarij in de Molenstraat. Plezierige echter dat ik HBS B moest doen, dan had herinneringen heb ik aan die school. ik meer mogelijkheden.” Herman den Uyl, We hebben bijvoorbeeld een fietstocht voormalig bestuurslid van Oud-Gorcum , gemaakt naar Frankrijk. We gingen met was toen beginnend docent geschiedenis. de pont over en vandaar naar Breda en “Een aardige man, waardoor het vak 66 < geschiedenis voor mij ging leven. Dat is lang genieten van het ruime sop was er altijd zo gebleven.” niet bij. Op 20 augustus 1958 voer hij uit op de Mississippi Lloyd. Vijf dagen later Hierna volgde de Zeevaartschool in volgde een struikeling waarna hij tien Rotterdam. Willem Noorduyn was hier meter naar beneden viel in het ruim. directeur geweest en had een boek Het schip voer terug naar Las Palmas geschreven over zeevaartkunde. Het waar Bas werd opgenomen in het Queen eerste wat de jonge student zag, was Victoria Hospital. “Ik was buiten westen een borstbeeld met daaronder in grote en weet niks van die periode. Over de letters ‘Willem Noorduyn’ en hij wist dat val is mij verteld door een klasgenoot het om een Gorcumer ging. In 1958 werd die ook als stuurmansleerling meevoer. succesvol examen afgelegd. Al snel kon Het motorschip Kennemerland heeft me Bas aan de slag als stuurmansleerling bij teruggevaren naar Amsterdam, maar de de Koninklijke Rotterdamse Lloyd, maar dokter keurde me niet goed en ik mocht

Bas van Beuzekom weet ook veel van de moderne marine. niet meer varen voor de maatschappij. Maritieme Geschiedenis in Den Haag. In > 67 In Gorinchem ging ik werken bij JéWé 1972 gaf hij voor Oud-Gorcum een lezing en zat op vrachtwagens als bijrijder. over de viceadmiraal Aegidius van Braam Toen moest ik in militaire dienst en werd en in 1975 verscheen een artikel in de wachtmeester en kreeg een opleiding als krant over deze marineofficier. Nog steeds radioradarmonteur.” Werd u niet inge- zoekt Bas naar een portret, want hij zou deeld bij de marine, vraag ik verwonderd. Van Braam graag een gezicht geven. Dat “Nee, ze zeiden, je weet toch al wat varen is namelijk wel gelukt bij Jan Jacob van is, je gaat naar de landmacht. Ik had al wat Hoey, een andere Gorcumse viceadmiraal. radar gehad en dat lag me ook.” Na dit eerste artikel volgde er vele meer. Veel gaan over de marine, maar ook “Na mijn diensttijd solliciteerde ik veel, over de geschiedenis van Ottoland. Die maar het leverde niets op. Via een kennis worden gepubliceerd in het tijdschrift De van mijn vader kon ik aan de slag bij De Binnenwaard. Samen met zijn geschie- Vries Robbé. Gorinchem heb ik sindsdien denisleraar Den Uyl startte hij in 1983 het niet verlaten. Via de LOI studeerde ik tijdschrift van de historische vereniging geschiedenis. Daarvoor moest ik af en toe en werd tevens bestuurslid. “Ik vraag hem naar Amsterdam. Bij De Vries Robbé werd voorzichtig, kende Gorinchem verhou- ik echter ingezet als statistisch analist dingsgewijs dan veel marinemensen.” “Ja, en moest daarvoor ook studeren. Elke zegt hij enthousiast. In de negentiende week moest ik de kencijfers aanleveren.” eeuw woonde er wel vier marineofficieren Toen de staalgigant zijn poorten moest dicht bij elkaar. En mijn belangstelling sluiten, kon Bas gaan werken bij Shipyard gaat ook uit naar gewone manschappen, K. Damen. Mijn laatste werkgever was de maar daar is nu eenmaal minder over te gemeente Gorinchem, waar ik tot 1993 vinden in de bronnen.” Nu ben ik bezig werkzaam was als administratief mede- met een onderzoek naar de Gorcumse werker bij het werkvoorzieningschap De schutterijen. Avelingen.

MARITIEM In 1966 werd Bas van Beuzekom lid van Oud-Gorcum en van 1973 tot 1989 was hij vrijwilliger bij het Instituut voor De voorzet kwam van rechts door Jos Walraven

68 < “Koppen in vogelvlucht, daar doet men over de grond. Het Olympisch Stadion in de jaren dertig nog niet aan. Is het is even stil, een tel later stomverbaasd, een gebrek aan souplesse, aan atletisch vervolgens uitzinnig”.1 De voorzet, die vermogen dat aanvallers nooit horizontaal leidt tot dit fameuze doelpunt komt van met de kop naar de bal gaan? De buiten- rechts en wel van de voet van Gorcumer speler geeft een voorzet en op die voorzet en Unitasser . gaat de midvoor steil de lucht in. Dan is het koppen geblazen, anders niet. Op zondag In 1964 vertelt Bakhuys zelf over zijn 11 maart 1934 breekt Bep Bakhuys met die goal: “Frank Wels was in zo hoog tempo wetmatigheid. Om 14.44 uur produceert hij en zo verrassend met de bal naar voren een uniek doelpunt. Bep gaat languit, laag gestormd dat ik een meter of zes achterop raakte. Wat te doen op een moment als je de bal wel ziet aankomen, maar niet weet of je hem tijdig bereiken kunt. De enige mogelijkheid was de duik zoals zwemmers die uitvoeren als zij van de startblokken komen”.2

Frank wordt op 21 februari 1909 in Ede geboren als zoon van Adrianus Wels en Geertje Satter. Op 30 december 1910 komt het gezin Wels in Gorinchem aan en gaat wonen in de Revetsteeg. In 1911 wordt dochter Willemke geboren en in 1918 een zoon, Gerard.

Vader Adrianus wordt knecht bij slager Brobbel Dorsman, een fervent Cadeau van het Unitas-supporter. Het talent van de bestuur van Unitas kleine Frank valt op bij partijtjes Buiten bij zijn afscheid als de Waterpoort. Dorsman oefent druk uit eerste elftalspeler, 1950, op zijn streng gereformeerde knecht en Leerdams glaswerk. Dans om de bal met dreigt naar verluidt zelfs met ontslag… hij aan een spelerskaart kwam. Eindelijk Frank Wels (links) en > 69 Adrianus Wels stemt uiteindelijk toe en lukte het me toch te bewijzen dat ik Frankie de Fransman André op Hemelvaartsdag 1925 speelt Frank zijn Wels was en tegen Bolton Wanderers moest Chardar. Wedstrijd eerste wedstrijd in het vijfde elftal.3 Voor voetballen”5 Frankrijk-Nederland de aanvang van het seizoen 1925/26 wordt 3-4, Parijs (Stade Frank ingedeeld in het vierde elftal van INTERNATIONAL Colombes), zondagclub Unitas. Karel Lotsy, de voorzitter van de keuzecom- 29 november 1931.

In de loop van dat seizoen maakt het inmiddels zeventienjarige talent zijn debuut in het eerste elftal. Luttele jaren daarna, in 1928, ziet het er even naar uit dat de carrière van Wels bij Unitas van korte duur zal zijn. In een interview in de seizoengids 1981-1982 vertelt Frank. “Het zat zo, we kregen van Unitas een kaart voor de Olympiade in Amsterdam, nou ik kon niet, dus ik gaf die kaart aan iemand anders, afijn die drukt me tien piek in handen, terwijl dat ding een riks kostte. Een paar dagen later spreekt voorzitter Baltus Meijer me aan, die had er van gehoord en dacht dat ik het kaartje te gelde had gemaakt. Van het een kwam het ander. Dat werd ruzie…”4

In wat zijn laatste interview zal blijken te zijn, vertelt Frank verder over zijn eerste internationale wedstrijd. “Ik was zeventien toen ik werd opgeroepen voor een soort jeugdinterland in Groningen. De sup- poosten wilden me eerst niet toelaten en vroegen wat dat kleintje hier moest en hoe 70 < missie van de KNVB, acht de slechts 1 meter tegen Denemarken. In Kopenhagen wordt 63 grote Wels aanvankelijk ongeschikt met 2-0 van de Denen gewonnen. Het is voor het Nederlands Elftal. Bovendien voor de nieuwbakken international de eer- zal hebben meegespeeld dat Frank actief ste keer dat hij de grens overgaat, voorzien was bij een tweedeklasser, maar Unitas- van een grote koffer en uitgeleide gedaan voorzitter Baltus Meijer zorgt ervoor dat door vrienden en Unitas-bestuurders. Wels bij keuzeheer Karel Lotsy in beeld blijft. Uiteindelijk geeft Lotsy toe het eerst In een interview uit 1974 bekent Wels na verkeerd te hebben gezien. Op 3 mei 1931 is afloop van de wedstrijd in Kopenhagen, Frank Wels reserve bij de interland België – waarin hij één van de uitblinkers was, de Nederland, gespeeld in Antwerpen. schrik van zijn leven te hebben gehad. Hij kreeg zijn doop als international en werd Als international maakt hij zijn debuut op 14 geheel gekleed in het hotelzwembad juni 1931 in de vriendschappelijke wedstrijd gekieperd.6

Tussenstop in Luzern op weg naar Milaan. Frank Wels is de vijfde van links, met hand in zak, 1934. Toegangskaartje achtste > 71 finale WK Nederland- Zwitserland, 1934.

Frank Wels begint dus zijn interlandloop- pioenschap in Italië. Per trein gaat het baan in 1931 tegen de Denen. Er zouden via een overnachting in Luzern naar het nog vele interlands volgen. Hoogtepunten trainingskamp in Cernobbio in Noord- zijn de wedstrijden tegen de Belgen, Italië. Bijna daar aangekomen passeert meestal twee maal per jaar (uit en thuis) en men het hotel waar de tegenstanders, de de wedstrijden om het wereldkampioen- Zwitsers, verblijven. Zij staan bij wijze van schap in 1934 en 1938. Zo speelt Wels ook groet voor het hotel opgesteld. Zo groeten mee tegen de Belgen op 11 maart 1934. Hij de tegenstanders elkaar in die dagen. In de levert in de met 9-3 gewonnen wedstrijd achtste finale wordt in het San Siro-stadion vanaf de rechterflank de voorzet af waaruit in Milaan met 3-2 van Zwitserland verloren. Bep Bakhuys met zijn beroemd geworden Heel voetbalminnend Nederland zingt We kopbal scoort. gaan naar Rome… (zie kadertje) maar men komt niet verder dan Lombardije, ondanks Later dat jaar speelt de Gorcumer mee in het feit dat dit lied op de koffergrammo- de wedstrijdcyclus om het wereldkam- foon op de heenreis wordt grijsgedraaid. 72 <

WE GAAN NAAR ROME (WILLY DERBY 1934)

Heel Nederland dat juicht spontaan Ook Lotsy en de trainer Bob De vreugd’ is algemeen Zeggen: Je Maintiendrai Ons kranig Neerlandsch-elftal gaat We brengen als het even kan Vol moed naar Rome heen De hoogste titel mee Het Wereldkampioenschap Han Hollander is d’eerste dan ‘t Hoogste voetbal-ideaal Die ons dit draadloos meldt Is ‘t eervol en verheven doel Zijn stem trilt weer, wijl in z’n oog Dus zingen we allemaal Een traan van blijschap welt

Refrein: Bep Bakhuys trapt, een ren van Wels We gaan naar Rome, we gaan naar Rome Voor ‘t doel zweeft reeds de bal Bep Bakhuys doelpunt daar voor twee Van Mijnders door naar Smit, dan Vente We gaan naar Rome, we gaan naar Rome En plots een doffe knal En Vente neemt z’n kanjers mee ‘t Vijandelijke net dat trilt En Mijnders, Wels zóógoed als Smit Dat gaat zoo keer op keer Die juichen om de beurt: Hij zit Als Holland dat niet wint Als echte jongens, als ferme jongens Eet ik geen macaroni meer Hollandsche jongens van Jan de Wit

En die dribbelt fier En vuurt zijn mannen aan Wim Anderiessen staat hem dan bij Gesteund door Pellikaan De keeper, Weber en van Run Staan pal gelijk een rots Het Neerlandsch voetbal-elftal is Onz’ nationale trots Wels speelt in het Nederlands Elftal tot onder zijn time-out als clubvoetballer, > 73 en met de wereldkampioenschappen van want in het Olympisch Stadion is het op 29 1938, waar Nederland door Tsjechoslo- maart van dat jaar weer raak. Frank maakt wakije wordt uitgeschakeld. In totaal één van de doelpunten in de met 8-0 speelt hij 36 interlands, waarin hij vijfmaal van de Belgen gewonnen wedstrijd. Op scoort. Zijn eerste goal maakt hij in het 4 april 1937 scoort hij zelfs in de Hel van Olympisch Stadion in Amsterdam. Op 3 Deurne, het Bosuilstadion te Antwerpen. november 1935 wordt Denemarken daar Ondanks de Gorcumse goal verliest met 3-0 verslagen. Vervolgens scoort hij Oranje met 2-1. Zijn laatste interlandgoal in de uitwedstrijd tegen de Fransen. In het scoort Wels in het nieuwe Feijenoord- Parc des Princes krijgt het Franse elftal op stadion. Op 27 februari 1938 maakt hij 12 januari 1936 met 6-1 klop. Blijkbaar lijdt een van de treffers tegen de Belgen. het spel van de kleine rechtsbuiten niet Nederland wint met 7-2.

De interland Nederland- Duitsland in het Olympisch Stadion ging met 2-3 verloren, 17 februari 1935. 74 < In het najaar van 1938 wordt Wels nog één uit de competitie 1931-‘32 van de K.N.V.B., keer uitgenodigd voor de training van het overigens samen met clubgenoot Klaas Nederlands Elftal. Hij is echter uit vorm. Sterk. Ook staat Wels net als ieder van Uiteindelijk wordt na één wedstrijd DWS- zijn mede-internationals afgebeeld op een speler Guus Dräger zijn vaste opvolger. sluitzegel uit de jaren dertig.7 Het is dus een misvatting dat het uitbre- ken van de Tweede Wereldoorlog een FEIJENOORDER FRANK einde maakt aan de interlandloopbaan Op 23 maart 1935 trouwt Frank Wels in van Wels. Gorinchem met Catharina Bogers. Het huwelijk wordt voltrokken door wethouder Hoe goed voetballer Frank Wels is, blijkt Vonkenberg. Kort voor zijn trouwdag opent wel uit het feit dat hij wordt opgenomen de bruidegom aan de Varkenmarkt zijn in het ‘Miss Blanche Luxe Album’ met sportbar. In de Unitasser van september tweehonderd vooraanstaande voetballers 1935 spreekt clubicoon Wels als aanvoerder

Frank Wels siert met de overige Oranjespelers de omslag van het Miss Blanche Luxe Album, 1931/32. Sluitzegels met > 75 Oranjespelers, jaren dertig.

van het eerste elftal tot zijn sportmakkers: Frank een niet te vergeten factor. Ieder lid “Leden van Unitas en speciaal van het dient zich ten volle te geven voor de club, eerste elftal, toen ge er vroeger op uit want aan onderling gekijf en getwist gaat ging om U als lid van de vereeniging op te onherroepelijk een elftal ten onder en ook geven en gij werd aangenomen, dan wist de vereniging.8 U tevens, dat ge een zekere verplichting op U nam om als een goed en gezellig lid Toch is Wels Unitas daarna aanvankelijk niet ons Rood en Wit te dienen.” Onderlinge lang trouw gebleven. Reeds 1 december vriendschap en kameraadschap zijn volgens 1935 meldt hij zich aan als lid van Fe- 76 < ijenoord. Unitas belegt op 27 december een In verband met de komende overgang naar buitengewone bestuursvergadering. Het Feijenoord zegt Wels zelfs zijn kantoorbaan bestuur staat voor de beslissing al dan niet bij De Vries Robbé op. Het echtpaar Wels Wels het seizoen in het eerste elftal te laten wordt per 4 februari 1936 uitgeschreven afmaken. Het gemis van de rechtsbuiten zal naar Rotterdam, Katshoek 23b. Op 14 een gevoelige aderlating zijn. Het bestuur is februari opent Wels zijn sportbar aan de echter van mening dat clubliefde boven het Hofdijk /hoek Tweede Weenastraat in de spel gaat en besluit Frank voor de rest van Maasstad. Het voormalige café Vollemans het seizoen niet meer op te stellen. is daartoe geheel opgeknapt. Verschillende collega-internationals zenden bloemen en Puck van Heel is zelfs persoonlijk aanwezig bij de opening. Hij komt namens Franks nieuwe club Feijenoord de gelukwensen aanbieden.

De Rotterdamse periode is echter van korte duur. Op 11 juli 1936 keert het echtpaar Wels terug in Gorinchem. Wels kan niet wennen in het Rotterdamse en doet zijn bar uiteindelijk over aan mede-international , die in de zomer van 1936 de overstap maakt van Neptunus naar Feijenoord. Teruggekomen in Gorinchem strijkt Wels neer in de Arkelstraat waar hij café ’Frank Wels‘ gaat uitbaten. Tot 1966, wanneer hij om gezondheidsredenen moet stoppen, is zijn café het tweede clubhuis van Unitas, Aanvankelijk worden zelfs bestuursvergaderingen hier gehouden.

DE VERLOREN ZOON WEER IN GENADE AANGENOMEN Frank Wels achter In de bestuursvergadering van 9 juli 1936 de tap, 1935. wordt Frank Wels weer als lid van Unitas aangenomen.9 Zijn laatste wedstrijd in de Ok Formenoy, als international actief op > 77 hoofdmacht speelt hij op 41-jarige leeftijd de Olympische Spelen van 1924, traint op 2 april 1950. Bij zijn afscheid wordt Frank Unitas in de nadagen van Wels’ carrière. In tot voorbeeld gesteld voor de Unitassers 1979 speelt Jan Peters (ex-Unitasser en op en krijgt hij een glaskunstwerk met een dat moment uitkomend voor ) afbeelding van zichzelf aangeboden. Helaas voor Nederland tegen Argentinië. In 1988 scoort hij niet in zijn laatste wedstrijd. Het behoort Ruud Brood tot de voorselectie blijft tegen Sparta 0-0.10 van veertig spelers voor de EK in Duitsland. Uiteindelijk gaan 22 spelers mee. Brood is Volgens oud-SteDoCo-speler Joop van één van de afvallers. Doelman Hans Vonk Houwelingen verzorgde Wels begin is actief in de jeugd van Unitas en speelt veertiger jaren trainingen bij deze club.11 tussen 1998 en 2005 43 interlands voor zijn In 1945 staat Wels genoemd als trainer geboorteland Zuid-Afrika. En recentelijk, van het Werkendamse Kozakken Boys.12 op 6 september 2011, debuteert Unitas- Eerder is Wels ook al te zien in Werkendam speler Gersinio Constantia in de wedstrijd in de film ’De voetbalkampioen‘ met de tegen Haïti als international voor Curaçao. plaatselijke midvoor Timmermans in de hoofdrol.13 Na zijn afscheid is Wels niet in de Frank Wels is echter de speler die Gorin- voetballerij actief geweest. Wel speelt hij chem als eerste voetballer en sporter op vaak mee met de oud-internationals. de kaart zet. Hij is gedurende 24 seizoenen de vaste rechtsbuiten van Unitas en speelt Zijn laatste optreden beleeft Frank Wels op meer dan 450 wedstrijden voor het eerste vrijdagavond 6 november 1981 in Schel- elftal. Zijn voorzetten bereiken niet enkel luinen. Uit twee voorzetten van de kleine vele midvoors maar ook de voetbalge- rechtsbuiten schieten Johan Cruyff en Jan schiedenis. De bekendste is die ene uit Peters de Remonsporthal open.14 Ruim drie 1934 waaruit Bakhuys scoorde. Die voorzet maanden later overlijdt hij, een paar dagen kwam natuurlijk van rechts. voor zijn drieënzeventigste verjaardag. Zijn echtgenote was hem op 2 augustus 1973 reeds voorgegaan.

Wels is niet de enige voetbalinternational die een link heeft met Gorinchem. Twee luifels door Aron de Vries

78 < Als je het portret van Hieronymus Sweerts Hieronymus was dichter en boekverkoper- (1629-1696) ziet dan denk je niet meteen uitgever in Amsterdam. Hij drukte bijbels, aan een lolbroek. Statig kijkt hij je aan, religieuze werken, staatkundige en didac- met een kostbaar gewaad gedrapeerd tische verhandelingen, fabels, prenten, rond zijn schouders en een pruik op het poëzie en proza. In 1679 was hij een van hoofd. En inderdaad was er een neiging de veertig poëten die Vondel ten grave tot zwaarmoedigheid. Maar achter dat droegen. Maar zelf schreef hij geestige of kleine glimlachje gaat meer schuil. kluchtige gedichten, waarvan er enkele bij leven in druk verschenen. Na zijn dood publiceerde zijn zoon, Cornelis Sweerts, het verzamelwerk met de veelzeggende titel ‘Alle de gedichten’ (1697).

Hieronymus was verder auteur van het vierdelige ‘Koddige en ernstige opschriften, op luyffens, wagens, glazen, uithangborden en andere taferelen’ dat tussen 1682 en 1690 verscheen. Volgens het titelblad werd het uitgegeven door Jeroen Jeroensz., maar waarschijnlijk is dit een pseudoniem van Hieronymus zelf. In dit werk stonden opschriften die “door lange jaren met vlyt by een gezamelt en opgeteekent zijn”, waaronder een tweetal opschriften op Gorcumse luifels. Het eerste luidt (deel 2, pag 113):

Als imant de Fortuyne dient, Dan waayt hem aan zo meenig Vrient, Portret van Hierony- Maar krijgt hy slaagen op den Kop, mus Sweerts door Zo zijn de Vrienden weer haas-op. B. Vaillant (schilder) en P. van Gunst (graveur). Mogelijk hing dit rijm aan een luifel van een huis in de Robberstraat of in de Vooral de openingsregel is leuk. Net als > 79 Tinnegietersteeg. In beide straten stond Rembrandt Harmenz. van Rijn raakte onze immers een huis De Fortuin. Koddiger is Gorcumse spekslager geïnspireerd door het tweede ‘luifelrijm’ (deel 4, pag. 2) van dit apocriefe geschrift. De vrome jood een spekkoper bij de Markt: Tobias (of Tobit) werd in Nineve getroffen door de poep van een zwaluw. Hij raakte Tobias heeft sijn gezicht door de drek van blind en bovendien verviel het gezin tot swaluw verloren, bittere armoede. Tobias vraagt zijn zoon, Sommige menschen kan men van spijt niet eveneens Tobias geheten, tien talenten zien nog hooren. zilver op te halen die hij heeft achter- Die my benyen wensch ik haar oogen verblint gelaten bij een man in de stad Rages in door menschen-drek, Medië. Samen met Azarias, de vermomde Hier verkoop ik, tot iders gerijfs, saucyzen en aartsengel Rafaël, gaan ze op reis. Bij de pekel-spek. Tigris worden ze aangevallen door een

Tobias schrikt van de vis, pen- en penseelte- kening van Rembrandt van Rijn, ca. 1654 80 < vis. Nadat deze gevangen en gefileerd is, verdrijft de demon. Als het geld is opge- wordt hij opgegeten. Azarias vertelt dan haald, begint de terugreis naar Nineve. dat het hart en de lever slechte geesten Als Tobias daar zijn vader ziet, smeert hij doen verdrijven, terwijl de gal een goed de gal van de vis op zijn ogen. En zowaar, geneesmiddel is tegen blindheid. Tobias kan weer zien. Waarlijk een prach- tig verhaal voor een visverkoper, maar Tobias reist verder en ontmoet zo zijn Sara. minder geschikt voor een spekslager. Al zeven maal was zij eerder getrouwd, maar telkens stierf haar echtgenoot in de huwelijksnacht door toedoen van een demon. Tobias weet raad, hij verbrandt het hart en de lever van de vis en de reuk Aanvullingen op het Gorcumse boek door Bert Stamkot

In 2004 verscheen tegelijk met de ope- 1517 WILLEM, BOEKBINDER > 81 ning van de gelijknamige tentoonstelling Wij wisten al dat Willem in 1517 was over de boekgeschiedenis van Gorinchem gevestigd in de Zusterstraat, maar ‘Het Gorcumse Boek’.1 Wat daarin op 224 dankzij René van Dijk kan hieraan worden pagina’s is vastgelegd blijft natuurlijk toegevoegd dat hij vóór 6 juli 1527 moet staan, maar evenzo staat onderzoek zijn overleden, want op die datum bleek nooit stil, worden er nieuwe vondsten zijn echtgenote Sijken weduwe te zijn.2 gedaan, bronnen toegankelijker gemaakt en kunnen er dus extra gegevens aan het 1556 SIJKEN, BOEKBINDSTER boek worden toegevoegd. De belangstel- (in plaats van Eyloy) ling zal in eerste instantie vooral uitgaan Het 16e eeuwse handschrift is dikwijls naar de vroegste boekgeschiedenis en moeilijk leesbaar en met wat aarzelingen inderdaad zijn er ten aanzien van de was ik uiteindelijk tot de conclusie zestiende eeuw enkele nieuwe berichten gekomen dat er in de bron van een tot ons gekomen en wordt het zicht op boekbinder met de naam Eyloy sprake zal die toch nog redelijk duistere periode zijn geweest, er daarbij van uitgaand dat weer iets verhelderd. het hier, zoals meestal, een man betrof. De aanvullingen laten zich het best Waar ik het oorspronkelijke handschrift rangschikken onder hoofdstuk 8, dat een had overgenomen, daar kon nu, dankzij RA 55 fol. 88 met op overzicht van de Gorcumse boekbedrij- de hiervoor gemelde vondst van Van regel 3 en 4 Syken ven geeft (vanaf pagina 115). Dijk, de naam Sijken worden ingevuld. Willem de boeckbynder Het bleef nog lang gebruik dat vrouwen weduwe. 82 < eigenlijk alleen een zaak mochten stadhouder (plaatsvervangend) drost Jan runnen, als zij weduwe waren geworden. van Beeck een geldbedrag legateerde aan Sijken deed dat dus in ieder geval van Adriaan en pastoor (en latere martelaar) 1527 tot in 1556 en in dezelfde straat, als Lenard van Vechel.3 bezitster van een eigen huis waarvoor zij voor zes pond werd aangeslagen, blijkens 1583 JACOB JANSZ FIEBEEK, BOEKBINDER, het ‘Kohier van de Tiende Penning’. BOEKHANDELAAR Bekend was reeds dat Jacob Fiebeek 1561/76 ADRIAAN JANSZ VAN HOOGSTRATEN, uit Antwerpen afkomstig was. In 1583 BOEKHANDELAAR bestelde hij boeken bij zijn beroemde Er is nog geen aanleiding gevonden om stadgenoot Christoffel Plantijn. Dat de ‘Adriaan’ van de Hoogstraat met deze Fiebeek Plantijn ook persoonlijk kende Adriaan Jansz van de Havendijk te ver- bleek mij onlangs, toen ik het werk van eenzelvigen. Wij moeten dus uit blijven Rombouts raadpleegde, waarin alle gaan van twee boekhandelaren met activiteiten van Plantijn als aartsdrukker de naam Adriaan. Wel bleek, ook weer staan beschreven.4 In 1570 was Plantijn vanwege de alertheid van René van Dijk, door koning Philips II als aartsdrukker dat “Adriaan Jansz boekverkoper maar of prototypograaf aangewezen, om nu lopende bode” in 1550 van werkkring alle drukkers en boekhandelaren te was veranderd. Het zou de dubbele laten examineren op deskundigheid en inschrijving van twee ‘Adrianen’ bij het gedrag, door zowel de wereldlijke als kramersgilde kunnen verklaren, ware geestelijke overheid. Waren alle afge- het niet dat de inschrijvingen geacht geven verklaringen positief dan moest worden tussen 1561 en 1576 te hebben de desbetreffende ondernemer nog een Zes rijnse guldens voor plaats gevonden, terwijl de aangehaalde eed zweren en kon hij een certificaat Adriaen Jansz., eertijds passage dateert van 18 oktober 1550, bekomen. Deze censuurmaatregelen boekhandelaar. toen Lijsbeth Pauwels, de echtgenote van waren er duidelijk op gericht om controle op alle drukwerk te krijgen en zo met gestimuleerd hebben om elders zakelijke > 83 name de Hervorming tegen te gaan. mogelijkheden te verkennen? Feit is dat Plantijn zal niet zo gelukkig geweest zijn Plantijn zelf ook in 1583 even in Holland met deze opdracht, toch is hij energiek neerstreek om als academiedrukker aan gestart en zijn er in de eerste maanden de pas opgerichte universiteit van Leiden te 41 certificaten uitgereikt. Dit aantal liep werken (tot 1585). tot in 1576 op tot 62, waarvan er slechts acht betrekking hadden op drukkers uit Met Adriaan Jansz van Hoogstraten, de de Noordelijke Nederlanden (en géén hier niet genoemde boekbinder Wouter uit Gorinchem). Ook het personeel van Jansz (1573), Jacob Fiebeek en mogelijk ook de meesterdrukkers werd geregistreerd zelfs Jan Haansberg (vanaf 1588), blijkt dus en zo treffen we onder het werkvolk van dat het Gorcumse boekbedrijf, evenals de ‘Officina Plantina’ op 30 augustus elders in het noorden, flink gevoed is door 1570 ook ene Jacob Vibich aan!5 Het is boekhandelaren die van uit de Zuidelijke speculeren, maar zou Plantijn, gelet op de Nederlanden afkomstig zijn. Zeker naar- onzekere tijden, misschien Jacob Fiebeek mate de onrust toenam, en vooral na de Val van Antwerpen (1585) trokken velen uit het zuiden weg en gaven zij het boekbedrijf van de latere Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden een enorme impuls.6

1625 PETER LENARDSZ VAN TETTENRODE Wanneer we nog een uitstapje naar de zeventiende eeuw maken, dan doen wij dat om toch nog een nieuwe – en voor Gorcumse begrippen vroege – boekver- koper aan u voor te stellen. Ook zijn naam is door René van Dijk aan de archieven ontfutseld. Op 8 oktober 1625 werden getuigenverklaringen afgegeven door Portret van Christoffel glazenmaker Herben de Wijn Dirxs en Claes Plantijn (ca. 1520-1589), Hendixt Boot. Zij hadden tweeënhalf jaar gravure van daarvoor in de herberg van Jenne Koecken Johan Wierix. 84 < drukker Leendert Dierts van Tetrode (actief 1586-1609),8 mogelijk de vader van Peter.

Had Peter Lenardtsz contact met de Rotterdamse drukker Van Waesberge en was hij wellicht zelf afkomstig uit een Gouds boekbedrijf, dan hoeft hij nog niet in boeken te hebben gehandeld. Toch hebben wij ook daarvoor wel een concrete aanwijzing bekomen, maar dan weer uit een andere stad, namelijk het Gelderse Tiel. Op 9 maart 1611 verzocht hij vanuit Gorinchem om het poorterschap van die plaats en tegelijk ook maar om een woning, “tot sijne neringe bequaem”. De lokale magistraat gaf positief gehoor aan gezien en gehoord dat Pieter Lenardsz door zijn verzoek.9 De reden zal zijn geweest middel van een obligatie een openstaande dat de stad op dat moment nog geen rekening bij boekverkoper Pieter van Waes- boekhandel en/of drukkerij had en er wel berge vereffende.7 De Van Waesberges het nut van inzag om een dergelijk bedrijf zijn een bekend (stads)drukkersgeslacht binnen de muren te krijgen. In menige stad uit Rotterdam, dat overigens ook uit de werd zo gedacht en drukkers probeerden Zuidelijke Nederlanden stamde. op die vraag in te spelen en aantrekkelijke vestigingsvoorwaarden te bedingen. Maar Peter Lenardsz lijkt uit de omgeving van evenzo konden de marktkansen toch Haarlem afkomstig te zijn, vanwege de tegenvallen en trokken de drukkers snel plaatsnaam Tettenrode (tegenwoordig naar een volgende stad. Van activiteiten Overveen), maar waarschijnlijker is het te Tiel is verder niets gebleken,10 terwijl zijn afkomst in Gouda te zoeken, waar al Lenardsz later dus toch weer in Gorin- enkele generaties Tettenrode woonden chem is gesignaleerd. en in het boekbedrijf actief waren. Bekend zijn de boekbinder en boekverkoper Evert Woutersz Tetrode (actief in 1562-1573) en Addenda et corrigenda

Oud-Gorcum Varia nr. 57 > 85 p. 39 r. 2 v.o.: dochter i.p.v. weduwe.

Oud-Gorcum Varia nr. 58 p. 79: Buning ook leraar Openbare ULO.

Oud-Gorcum Varia nr. 65 p. 23: 1929 i.p.v. 1928.

Oud-Gorcum Varia nr. 68 Binnenwerk, afbeelding omslag: de brug anno 1961. Noot 52 op p. 80 is noot 53 op p. 100, en zo voort. p. 80: niet 16 maar 14 juli 1860. p. 81: Jan van de Giessen woonde niet vanaf 10 aug. 1868 in Gorinchem, maar sinds zijn geboorte; zijn vrouw kwam hier wonen op 30 aug. 1869. Niet sectie 6 maar sectie C. p. 83: niet Kortendijk A 26, maar Korten- dijk A 36. p. 84: Gerrit van der Hoff heeft tot na 1945 de werf voortgezet, blijkens zijn persoonskaart. Janneke Riemers is niet geboren in 1834, maar 1831. p. 85: Evert Groenhof is niet geboren in juni, maar juli. Annotatie

86 < KERKHOVEN OF WEILANDEN 26. Archief gemeentebestuur, dossier 707. 1. M. Schönfeld, Veldnamen in Nederland 27. Dossier 1120. (Arnhem, 1980), p. 156. 28. Mededeling archeoloog drs. P.M. Floore. 2. Regionaal Archief Gorinchem (RAG), Al- 29. RA 49, f. 89v. blasserwaard 1303, f. 185; id. 1303a, p. 186; 30. RA 55, f. 137. RAG, Rechterlijke Archieven (RA) 557, f. 1v. 31. RA 50, f. 103v. 3. RA 432, p. 23. 32. RA 50, f. 131; RA 52, f. 6; RA 53, f. 4v; RA 4. RA 442, p. 13; RA 445, p. 79; RA 448, p. 19. 58, f. 30; RA 67, f. 54. 5. RA 449, p. 139. 33. RA 51, f. 69. 6. RA 452, p. 100. 34. RA 68, f. 185. 7. RA 468, f. 67v. 35. H 31-94, f. 15v. 8. RA 478, f. 71. 36. H 31-94, f. 40v. 9. RA 486, f. 59v. 37. RA 80, f. 75v. 10. RA 511, f. 41v. 38. RA 87, f. 193v-194. 11. RAG, Notariële archieven (Not.) 4125, 39. J.C. Kort, Repertorium op de lenen van f. 258. de hofstede Arkel in het Land van Arkel 12. RA 528, f. 15v; RA 529, f. 2. 1263-1650, in: Ons Voorgeslacht, 39e jg. 13. RA 536, f. 39. (1984), p. 196-223, 275-300, ald. p. 214. 14. Not. 4187, f. 148. 40. RA 134, f. 453a. 15. RA 707, f. 43; RA 711, p. 206; RA 713, f. 41. RA 109, f. 128. 167v-168v; RA 720, f. 10 ; RA 722, f. 50. 42. RA 623, p. 39. 16. Not. 4188, f. 308. 43. Bert Stamkot, De ontstaansgeschiede- 17. RA 557, f. 1v. nis van Gorinchem, afl. II, in: Oud-Gor- 18. RA 611, f. 21. cum Varia nr. 62, p. 157-185, ald. p. 175. 19. Not. G.C. van Appeltere, akte 10. 44. J. Kuyper, Gemeenteatlas van Neder- 20. Not. G.C. van Appeltere, akten 37, 45. land, 3e deel Zuid-Holland (Zaltbommel 21. RAG, Archief gemeentebestuur, Hoofd- 1971). stuk 12, nr. 18, volgnr. 12, art. 5 en H 45. Archief gemeentebestuur, correspon- 31-102, rep.litt. O, nr. 486. dentie 1918, 22/12; 1919 22/1; 1920, 22/12. 22. Kadastraal artikel 2328. 46. Katholieke Illustratie, 54e jaargang, nr. 23. Not. V.G.A. Boll, akte 5358, 5385. 29 (17 april 1920), p. 344-345 [in collec- 24. Not. J.H. Muller, akte 3563. tie Oud-Gorcum, doos 8, nr. 2]; Nieuwe 25. Not. V.G.A. Boll, akte 9476. Gorinchemsche Courant, 10-3-1920, p 2. PRINS BERNHARD INSPECTEERT M.J. van Gent, “Pertijelike saken”. Hoeken > 87 1. De Gorcumer, 03-01-1940, p. 6; De Vijf en Kabeljauwen in het Bourgondisch- Rivieren, 04-01-1940, p. 3 en het Gorin- Oostenrijkse tijdperk (Den Haag 1994) chemsch Nieuwsblad, 05-01-1940, p. 3. p. 436 en M.J. Waale, De Arkelse oorlog 2. Burgerlijke stand, Geboorten Kollumer- 1401-1412. Een politieke, krijgskundige en land, 1881 aktenummer 78. Zijn vader economische analyse (Hilversum 1990) gaf les aan een school voor christelijk pp. 68-71. nationaal onderwijs. Zie hiervoor http:// 2. Bij viervoudige heervaart kwamen 2½ www.fryske-akademy.nl/fileadmin/ man per riem op volgens Jansen en Afbeeldingen/Hoofdpagina/pdf_files/ Hoppenbrouwers, Heervaart in Holland. kollumerland.pdf geraadpleegd op In: BMGN 94 (1979) p. 7, maar Ronald P. 24-10-2011. de Graaff, Oorlog om Holland 1000-1375 3. Veel genealogische gegevens zijn (Hilversum 1996) p. 40 komt op drie ontleend aan een overzicht in het man per riem. Beiden overigens zonder fotoboek over bezoek prins Bernhard aan bronvermelding. Gorinchem en omgeving. Zie daarnaast 3. Nationaal Archief (NA), Archief Graven D.Th. Kuiper, Tussen observatie en van Holland (AGH) nr. 1247 fol. 34v-35. participatie. twee eeuwen gereformeerde Hertog Albrecht ging op 13 juli terug naar en antirevolutionaire wereld in ontwik- Gorinchem en vandaar naar Rotterdam kelingsperspectief (Hilversum 2002) pag. en Den Haag. Bij het schrijven van dit 81 en P. van Beek, D.Th. Kuiper en J.C. artikel is dankbaar gebruik gemaakt van Okkema, De dolerenden van 1886 en hun de editie van deze rekening door W. de nageslacht (Kampen 1990) pag. 160. Savornin Lohman en C.L. Verkerk in de 4. Burgerlijke stand, Huwelijken Amster- Rijks Geschiedkundige Publicatiën, Grote dam, 1909 aktenummer. reg. 3E fol. 19. Serie 239, M.J. van Gent, D.E.H. de Boer 5. De Gooische Post, 08-09-1920, p. 1. en D.J. Faber (red.), De rekeningen van de 6. De Vijf Rivieren, 02-09-1939, p. 3. grafelijkheid van Holland uit de Beierse periode. Serie I: De rekeningen van de GORINCHEM EN HET BELEG VAN HUIS ALTENA tresorier en de dijkgraaf van de Grote MET DANK AAN LEEN ALBERTS EN JACQUES TER COCK Waard. Deel: 1393-1396 (Den Haag 1997). 1. A. Janse, Grenzen aan de macht. De Friese In deze bijdrage zal steeds verwezen oorlog van de graven van Holland om- worden naar de originele bron. streeks 1400 (Den Haag 1993) p. 109 vlg., 4. Ibidem, fol. 46. 88 < 5. L. Devillers, Cartulaire des comtes de 16. Gezien de hoeveelheid vaten en Hainaut. De l’avènement de Guillaume II tonnen vervoerde men mogelijk ook à la mort de Jacqueline de Bavière II (Brus- andere wijn hierin. Zo had men tevens sel 1883) pp. 535-557, m.n. pp. 553-554. wijn gekocht van Wouter Coevoet uit 6. Idem, p. 545-546. Nijmegen voor het beleg en de grafelijke 7. NA, AGH nr. 1247, fol. 27-27v, 45-47, herberg, ibidem, fol. 36. 69-69v, 81v-83. 17. Ibidem, fol. 46v. Dit bewaarde men in 8. Abraham Kemp, Leven der doorluchtige leren zakken, ibidem, fol. 47v. heeren van Arkel, ende jaar-beschrijving 18. Ibidem, fol. 46v.-47v. Hiervan werden der stad Gorinchem e.v. (Gorinchem 6.000 pijlen en 100 vuurpijlen die niet 1656) p. 133. gebruikt waren, verstuurd naar Geertrui- 9. J.G. Kruisheer, Oorkondenboek van denberg. Holland en Zeeland, deel IV 1278 tot 1291 19. Ibidem, fol. 47. (Assen 1979) nr. 2460 pp. 809-811. 20. Ibidem, 47v. 10. NA, AGH nr. 1247, fol. 58. 21. Ibidem, fol. 69v. 11. Ibidem, fol. 35v. In de rekening ook 22. Ibidem, fol. 47r. geschreven als Otto van Malsen. Mogelijk 23. Waale, De Arkelse oorlog, p. 70. was hij tevens meesterpentier in De 24. M.J. Waale, Nogmaals een bijdrage tot Werken (1396) en schepen van Zuilichem de genealogie van het middeleeuws (1402). Zie: http://www.benvanrijswijk. adellijke geslacht Van Arkel, in: De com/genealogie/malsen2.htm geraad- Nederlandsche Leeuw 2000, jrg. 117 pleegd op 28-08-2011. (2000), kolom 24. 12. Ibidem, fol. 35v-36 voor deze en 25. J.C. Kort, Repertorium op de lenen van volgende gegevens uit de hofbakkerij. de hofstede Arkel in het graafschap Een Dordtse hoed bevat volgens de Gelre, 1283-1647, in: Ons Voorgeslacht, databank maten en gewichten van het jrg. 40 (1985), p. 52. Hij ondersteunde P.J. Meertensinstituut 1107,2 liter graan Jan van Arkel in mei en dec. 1406, zie (http://www.meertens.knaw.nl/mgw/ Waale, De Arkelse oorlog, p. 249. geraadpleegd op 30-08-2011). Het ging 26. NA, AGH nr. 1247, fol. 82v. dan om 85.254 liter tarwe. 27. Ibidem, fol. 46v. 13. Ibidem, fol. 38 en 38v. 28. NA AGH nr. 1248 fol. 32. 14. Ibidem, fol. 47. 29. J.C. Kort, Repertorium op de lenen van 15. Ibidem, fol. 38 en 82. de hofstede Arkel in het land van Arkel 1263-1650, in: Ons Voorgeslacht, jrg. 39 Arkel, in: Ons Voorgeslacht, jrg. 39 > 89 (1984), p. 203. (1984), p. 204 en Bert Stamkot, De 30. Idem, pp. 199 en 299 en J.C. Kort, Lenen ontstaansgeschiedenis van Gorinchem, van de hofstede Cuyk in het land van afl. III, De ‘verborgen’ stad, in: Oud Heusden en Altena en in Zuid-Holland Gorcum Varia, jrg. 23 nr. 63 (2006-1), p. 1361-1641, in: Ons Voorgeslacht, jrg. 39 21. Jan van Kervenem had overigens een (1984), p. 113. bastaardzoon met dezelfde naam, zodat 31. J.F. Niermeijer (ed.), Bronnen voor de onduidelijk is om wie het nu precies economische geschiedenis van het gaat. Beneden-Maasgebied. Eerste deel: 35. NA, AGH nr. 1247, fol. 47 en 87. 1104-1399 (Den Haag 1968) pp. 634-637 36. Ibidem, fol. 47 en Devillers, Cartulaire en 648. des comtes de Hainaut, pp. 543-544, 32. Schepen in 1388 en 1412, burgemeester waar Woudrichem omschreven wordt in 1398 en ondersteunde Jan van Arkel, als een ‘petite ville’. dec. 1406 en was tevens heemraad in 37. Zie ook H. Bruch, Middeleeuwsche het Land van Arkel beneden de Zouwe, rechtsbronnen van Gorinchem (Utrecht zie Waale, De Arkelse oorlog, p. 248-249 1940), p. 197 betreffende de regeling uit en Kemp, Leven der doorluchtige heeren 1398 over draaggeld op vreemd bier. van Arkel, pp. 124 en 190. 38. NA, AGH nr. 1247 fol. 37. 33. Het is onduidelijk of Jan van Blan- 39. Ibidem, fol. 37. kenvoord en Jan van Blankenvoord 40. Leen Alberts, Bier drinken met maten. Sandersz. dezelfde persoon is. Is dit het Dronkenschap en het alcoholgehalte geval dan was hij schepen in 1391, 1393, van Stichtse en Hollandse bieren in de 1400, 1408, 1409, 1413 en burgemeester late middeleeuwen, in: Jaarboek voor in 1393 en 1394, thesorier in 1406 en Middeleeuwse Geschiedenis, deel ondersteunde Jan van Arkel mei en dec. 13-2010 (Hilversum 2010), pp. 125-126 1406. Hij was waarschijnlijk ook heem- noot 41. raad in het Land van Arkel beneden de 41. Idem, p. 136 en noot 92. Zouwe. Zie Waale, De Arkelse oorlog, p. 42. Jacques Cornelis van Loenen, De 248-249 en Kemp, Leven der doorluch- Haarlemse brouwindustrie vóór 1600 tige heeren van Arkel, p. 190. (Amsterdam 1950) p. 76 en V.C.C.J. 34. J.C. Kort, Repertorium op de lenen Pinkse, Het Goudse kuitbier. Gouda’s van de hofstede Arkel in het land van welvaren in de late Middeleeuwen 90 < 1400-1568, in: Gouda zeven eeuw stad. middeleeuwse samenleving. Het Land Hoofdstukken uit de geschiedenis van van Heusden ca. 1360–ca. 1515, Deel A Gouda (Gouda 1972) p. 113. (Wageningen 1992) pp. 258-260. 43. Heinz Ziegler, Flüssigkeitsmasse, fässer 51. Richard W. Unger, Beer in the Middle und tonnen in Norddeutschland vom Ages and the Renaissance (Philadelphia 14 bis 19 jahrhundert, in: Blätter für die 2007) p. 81. Deutsche Landesgeschichte 113 (1977), 52. Idem, p. 79. pp. 283, 293 en 306. 53. NA, AGH nr. 1247, fol. 36v-37. Wel vaker 44. Alberts, Jaarboek voor Middeleeuwse wordt bier zonder de ton gekocht. Zie Geschiedenis, deel 13-2010. bijvoorbeeld de aankoop van Delfts bier 45. Franz G. Moesdoerffer, A comprehen- NA, AGH 1248 fol. 13 met als specificatie sive history of beer brewing. In: Hans “elc vat sonder die tonne”. En in 1395 Michael Esslinger (ed.), Handbook of wordt Delfts bier gekocht met de brewing. Processes, technology and specificatie “elc vat mitter tonnen”, zie markets (Weinheim 2009) p. 15. NA, AGH 1250 fol. 34. 46. Niermeijer, Bronnen voor de 54. Bruch, Middeleeuwsche rechtsbronnen economische geschiedenis van het van Gorinchem, p. 196. Beneden-Maasgebied, p. 635. Overi- 55. Alberts, Jaarboek voor Middeleeuwse gens komt men in de tolrekeningen van Geschiedenis, deel 13-2010, p. 114. Heusden ook hop tegen dat stroomaf- 56. Unger, Beer in the Middle Ages and the waarts vervoerd wordt. Renaissance, p. 42. 47. A. Hallema en J.A. Emmens, Het bier en 57. J. Huizinga, Rechtsbronnen der stad zijn brouwers. De geschiedenis van onze Haarlem (Den Haag 1911) p. 78 en Van oudste volksdrank (Amsterdam 1968) Loenen, De Haarlemse brouwindustrie pp. 37-38. vóór 1600 , p. 37. 48. P.H. van de Wall, Handvesten, privile- 58. Jeroen Benders, ‘Umme een guet giën enz. der stad Dordrecht, Deel 1 regiment van den bier ende browampte (Dordrecht 1790) pp. 151-152. te hebben’. De laatmiddeleeuwse 49. Bruch, Middeleeuwsche rechtsbronnen brouwnijverheid te Zutphen in Gel- van Gorinchem, p. 199. derse context, in: Hanno Brand, Jeroen 50. G. Doorman, De middeleeuwse Benders en Renéé Nip (red.), Stedelijk brouwerij en de gruit (Den Haag, 1955) verleden in veelvoud. Opstellen over pag 13 en P.C.M. Hoppenbrouwers, Een laatmiddeleeuwse stadsgeschiedenis in de Nederlanden (Hilversum 2011) 1394/1395 (Arnhem 1939) pp. 53, 56, 58 > 91 pp.43-57. en 88. 59. Van Loenen, , De Haarlemse brouwindu- 69. Deze en volgende cijfers ontleend aan strie vóór 1600, p. 14. Benders, Stedelijk verleden in veelvoud, 60. NA, AGH nr. 1247, fol. 45v. p. 56, met uitzondering van cijfers 61. NA, AGH nr. 1247, fol. 81v. Op 20 juni betreffende Delft. Zie hiervoor Hallema werd een bode gestuurd naar de en Emmens, Het bier en zijn brouwers, heer van Arkel met waarschijnlijk de p. 45. boodschap van de op handen zijnde 70. Bruch, Middeleeuwsche rechtsbronnen veldtocht, ibidem, fol. 68v. van Gorinchem, p. 198. 62. Unger, Beer in the Middle Ages and the Renaissance, p. 60 en 82. WOUTER DE KROES, EEN VERGETEN DICHTER 63. R. Fruin (ed.), Informacie up den staat, 1. Bijv. ‘Almanak aan luim en ernst gewijd faculteyt ende gelegentheyt van de voor 1831’, p. 152 en ‘Zuid- en Noord- steden ende dorpen van Hollant ende Hollandsche volksalmanak voor het jaar Vrieslant om daernae te reguleren de 1835’, p. 32. nyeuwe schiltaele gedaen in den jaere 2. A.J. van der Aa, Nieuw biographisch, MDXIV (Leiden 1886) p. 414. anthologisch en critisch woordenboek 64. W.F. Emck, Kroniek van Gorinchem. van Nederlandsche dichters (Amsterdam Geschiedkundige en andere aanteke- 1845) Deel 2, p. 341. ningen in chronologische volgorde, 3. J. van Vloten, Bloemlezing uit de Neder- 1230-1927 (Gorinchem 1929), p. 44. landsche dichters der negentiende eeuw, 65. Alberts, Jaarboek voor Middeleeuwse voor hooger en middelbaar onderwijs, Geschiedenis, deel 13-2010, p. 116 en voor rederijkers en allen die in de vader- Unger, Beer in the Middle Ages and the landsche poëzy belang stellen (Deventer Renaissance, pp.126-133. 1861) en Schiedamsch jaarboek 1869, 66. Waale, De Arkelse oorlog, p. 173. aanhangsel, p. 25-30. 67. Niermeijer, Bronnen voor de 4. Emma p. 27, Julia 46, Dina 54 en 76, Laura economische geschiedenis van het 55, 61 en 157, Dafne 133, stugge 135 en Beneden-Maasgebied, pp. 649, 650 en Cath. 145. 655. 68. J.C. Westermann, De rekeningen van de UIT DE KRANT landsheerlijke riviertollen in Gelderland 1. Overijsselsche courant, 11-07-1843, p. 1. 92 < 2. Leydse courant, 27-10-1852, p. 2. geen aanspraak meer maken op een 3. Middelburgsche courant, 15-11-1862, p. 1. uitkering krachtens de werkloosheids- 4. Idem, 22-11-1862, p. 2. verzekeringsnoodwet van 1919’, Zie de inleiding bij de inventaris van het archief KAMERAAD NIEUWSTAD van de Commissie van hulpverleening 1. Met dank aan Arnold Nieuwstad jr. uit aan uitgetrokken werklieden van R.F. van Amsterdam voor de campagnefoto Dijk. van De Boon, aan Rienus Nieuwstad jr. 14. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- uit Vlaardingen voor de anekdotes en ken, 19-10-1923, p. 4. de overige foto’s, en aan Thea Bakker- 15. RAG, Handelingen gemeenteraad 1926, Nieuwstad, eveneens uit Amsterdam, p. 190-191. voor de brief uit 1951. 16. Idem, p. 228-237. 2. Nieuwe Gorinchemsche Courant, 17. Nieuwe Gorinchemsche Courant, 22-05-1919, p. 2. 03-11-1926, p. 1. 3. Idem, 19-05-1923, p. 2. 18. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- 4. Advertentieblad, 16-08-1918, p. 3. ken, 19-11-1926, p. 5. 5. Idem, 18-01-1918, p. 3. 19. Nieuwe Gorinchemsche Courant, 6. RAG, Handelingen gemeenteraad 1920, 09-03-1927, p. 2. p. 6. 20. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- 7. Idem, p. 202. ken, 09-03-1928, p. 3. 8. Nieuwe Gorinchemsche Courant, 21. Nieuwe Gorinchemsche Courant, 07-08-1920, p. 2. 12-03-1932, p. 2. 9. RAG, Handelingen gemeenteraad 1919, p. 22. Idem, 27-07-1919, p. 1. 326-330. 23. Idem, 26-05-1918, p. 3. 10. Idem, p. 445-450. Op pagina 446: 24. Idem, 16-01-1908, p. 2. ‘Sprekers vroegere kritiek blijkt thans 25. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- bewaarheid.’ ken, 13-05-1949, p. 3. 11. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- 26. Gemeenteblad 1946. ken, 26-10-1923, p. 4. 27. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- 12. Nieuwe Gorinchemsche Courant, ken, 18-07-1951, p.1. 01-06-1921, p. 1. 28. Brief verstrekt door Thea Bakker- 13. ‘Uitgetrokken werklieden konden door Nieuwstad uit Amsterdam. de lange duur van hun werkloosheid DE VOORZET KWAM VAN RECHTS lezen en leren te Gorinchem (Gorinchem > 93 MET DANK AAN DE HEER ROB VENTE TE PAPEN- 2004). DRECHT EN DE HEER H.TH. VAN DER STOEP (AR- 2. RAG, RA, inv.nr. 55, fol. 88 (schriftelijke SPORTCLUB FEYENOORD) TE ROTTERDAM. CHIEF mededeling R.F. van Dijk, 31-12-2008). 1. Raf Willems en Matty Verkamman, Rode 3. RAG, RA, inv.nr. 691, fol. 163A. Duivels & Oranje Leeuwen: 100 jaar Derby 4. Ph. Rombouts, Certificats délivrés aux der Lage Landen (Bilthoven 2000), p. 66. Imprimeurs des Pays-Bas par Christophe 2. Matty Verkamman e.a., De historie van Plantin et autres documents se rap- Oranje. Het Nederlands Elftal 1905-1989 portant à la charge du Prototypographe (Amsterdam 1989), p. 48. (Antwerpen/Gent 1881). 3. RAG, Archief Unitas, inv.nr. 112 De Unitas- 5. Idem, p. 53. ser maart/april 1950, p. 16-17. 6. J.G.C.A. Briels, Zuidnederlandse 4. RAG, Archief Unitas, inv.nr. 206 Seizoen- boekdrukkers en boekverkopers in de gids Unitas 1981-1982. Republiek der Verenigde Nederlanden 5. Idem. omstreeks 1570-1630, een bijdrage in de 6. Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstre- kennis van de geschiedenis van het boek ken, 12-02-1974, p. 5. (Nieuwkoop 1974). 7. RAG, Archief Unitas, inv.nr. 204. 7. RAG, RA, inv.nr. 142. 8. Idem, inv.nr. 102. 8. Lukke Boots, ‘Ghedruckt ter Goude, by 9. Ibidem, inv.nr. 9. Jasper Tournay’, het zeventiende-eeuwse 10. Ibidem, inv.nr. 112 De Unitasser mei boekenfonds van boekdrukker Jasper 1950, p. 9-10. Tournay. In: Tidinge van Die Goude 15 11. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- (1997), pagina 79-95, met name p. 90. ken, 15-08-1969, p. 23. 9. Regionaal Archief Rivierenland (RAR), 12. De Partisaan, 29-09-1945, p. 3. Tiel, Oud Archief Tiel, inv.nr. 1. 13. Nieuwsblad voor het Land van Heusden 10. Marjan Ligtelijn, Het boekenbedrijf in en Altena, 18-02-1944, p. 2. Tiel 1600-1800 een aanzet (Nijmegen 14. Nieuwsblad voor Gorinchem en omstre- ca.1989), p. 13. Onuitgegeven scriptie ken, 11-11-1981, p. 13. Katholieke Universiteit Nijmegen), geraadpleegd RAR bibliotheek 21S. AANVULLINGEN OP HET GORCUMSE BOEK 1. Bert Stamkot, Het Gorcumse Boek, Vijf eeuwen drukken, uitgeven, verzamelen, Notities

94 < > 95 96 <