394 Staatsblad Van Het Koninkrijk Der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 394 Besluit van 19 juni 1996, houdende voorschriften omtrent de schrijfwijze van de Nederlandse taal (Spellingbesluit) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, A. Nuis, van 12 april 1996, nr. 96010487/1422, directie Wetgeving en Juridische Zaken; Gelet op de besluiten van het Comite´ van Ministers van de Nederlandse Taalunie van 21 maart 1994, van 24 oktober 1994 en van 25 september 1995 alsmede op artikel 1, onderdelen 10 en 11, van de wet van 14 februari 1947, Stb. H52, houdende voorschriften met betrekking tot de schrijfwijze van de Nederlandse taal; De Raad van State gehoord (advies van 22 mei 1996, nr. W05.96.0161); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, A. Nuis, van 18 juni 1996, nr. 96014810/1422, directie Wetgeving en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1. Leidraad en woordenlijst van de Nederlandse taal Het voornaamwoordelijk gebruik, het gebruik van tweede- naamvalsvormen alsmede de schrijfwijze van bastaardwoorden en van tussenklanken in samenstellingen geschieden volgens hetgeen daarom- trent is gesteld in de leidraad en de woordenlijst, die zijn opgenomen in de bijlage 1, onderscheidenlijk de bijlage 2, die bij dit besluit behoren. Artikel 2. Overgang In afwijking van artikel 1 kunnen tot en met 31 augustus 1997 ten aanzien van de instellingen, bedoeld in artikel 3, en van de examens, bedoeld in artikel 4 van de wet van 14 februari 1947 (Stb. H52), het voornaamwoordelijk gebruik, het gebruik van tweede-naamvalsvormen alsmede de schrijfwijze van bastaardwoorden en van tussenklanken in samenstellingen geschieden overeenkomstig het besluit van 31 oktober 1953 (Stb.
[Show full text]