<<

Start: Tunneltje N34 Schipborgerweg, Het reliëfrijke landschap met verschillende Lengte: ca. 10,2 km bodemtypes, watersystemen, (oude) vegetaties en Toegang: Gehele jaar grondgebruik uit het verleden heeft geleid tot een Type pad: Zandwegen, bospaden, verharde wegen gevarieerd, kleinschalig waardevol natuurgebied. Tekst: JanSiem Rus Kaartje: Rika Rijnberg ______Wandelroute

Landschappelijke karakteristiek De wandeling start bij (voor) het tunneltje onder de N34 aan het oosteinde van de Schipborgerweg te De wandelroute ligt grotendeels hoog op de Annen (S). Na het tunneltje volgen we het fietspad Hondsrug in een dekzandgebied tussen het Hunzedal voor ca. 75 m en slaan dan linksaf, waar een klein en het dal van de Drentse Aa. Het betreft een zeer paadje door een gemengd bos een waterlossing oud, doorleefd landschap waar opeenvolgende volgt (1). culturen duizenden jaren hun stempel op hebben gedrukt. Vanwege de concentratie aan (zichtbare) Deze waterlossing voert in natte perioden het water archeologische en cultuurhistorische relicten, zoals van een groot deel van het zuidoosten van het deze aan te treffen zijn in de vorm van grafheuvels, natuurgebied af naar de Hunze. hunebedden, Celtic fields en oude karresporen heeft het gebied als grootste in Nederland het predicaat Het water wordt onder de N34 doorgeleid en volgt ‘Archeologisch reservaat’ gekregen. de sloot in het oude glaciale erosiedal tussen Het zijn niet alleen genoemde oudheidkundige Schuilingsoord en Annen. We volgen het pad in elementen die bewaard zijn gebleven, maar het westelijke richting en komen aan bij Hunebed D8 (2), gehele landschap heeft grotendeels de tand des tijds één van de twee hunebedden die nog aanwezig zijn doorstaan. Hierbij heeft iedere cultuur in de loop in het gebied. van de tijd eerder iets toegevoegd aan het landschap Deze grafmonumenten dateren uit de tijd van de dan afgebroken. Tot het midden van de negentiende Trechterbekercultuur en zijn ca. 5000 jaar oud. eeuw behoorde het gebied grotendeels tot de Bedacht dient te worden dat de hunebedden gemeenschappelijke gronden (marken) van de oorspronkelijk grotendeels bedekt waren met aarde, omliggende dorpen , , Annen en zodat ze op grafheuvels leken, waarbij de stenen Zuidlaren. Het terrein bestond uit heidevelden, waar slechts voor een deel boven de grond uitstaken. Met de schapen graasden. name in Noord-Duitsland worden deze bedekte Na de markeverdeling omstreeks 1850 en met name hunebedden nog aangetroffen. Onder de na de invoering van kunstmest kwam er een eind hunebedden zijn bijzondere grafgiften gevonden, aan de begrazing van de heide en het steken van maar geen botresten, welke in de zandige, plaggen. De boeren kregen meer belangstelling voor zuurstofrijke grond geheel vergaan zijn. de vruchtbare beekdalen en verkochten grote delen van het gebied aan particulieren, zoals aan de Bij het hunebed gaan we links af, volgen een kort familie Kniphorst. stukje van het (ontsierende!) betonnen fietspad van Net voor de 2 e wereldoorlog kocht het Ministerie de Oude Zuidlaarderweg en gaan, na het passeren van Defensie een groot deel van het terrein op voor van eerder genoemde waterlossing, vervolgens weer het gebruik als oefenterrein. Wonderbaarlijk genoeg linksaf een heideterreintje in (3). ging juist van deze functie een belangrijke landschapsbeschermende werking uit. Hier is in de eerste helft van de jaren ’90 een stuk De belangrijkste dissonant in het behoud van het naaldbos gekapt om een aantal grafheuvels beter unieke historische landschap is waarschijnlijk de zichtbaar te maken. Heel toevallig kwam men bij aanleg van de autoweg N34 geweest in de jaren ’60. deze werkzaamheden in 1992 de restanten tegen van twee verdwenen hunebedden (D8a en D8b).

Men heeft toen besloten de waardevolle We steken de Oude Zuidlaarderweg over, passeren archeologische restanten niet verder te onderzoeken een diepe wegsloot*, die veelal droog staat en en te begraven, zodat de plaats van deze vroegere nemen het bospaadje in noordwestelijke richting. hunebedden nauwelijks meer in het veld te zien zijn. In het zuidoostelijke deel van het open veldje liggen (*voor het passeren van de wegsloot kunt u ook twee fraaie grafheuvels. Het zijn grafheuvels uit het even teruglopen richting Anloo en dan het bospad laat neolithicum (3000 tot 2000 v. Chr.) en de vroege nemen) en midden bronstijd (2000 tot 1100 v. Chr.). Vaak liggen grafheuvels langs (bundels) karresporen, zoals Het pad voert door een gevarieerd jong bosgebied deze ook duidelijk te zien zijn in het reliëfrijke veldje. met spontane aanwas, met halverwege een restant van de vroegere heide. Aan de noordzijde van het In de zuidoosthoek van het heideveldje loopt ons heideterreintje houden we op een driesprong het pad al kronkelend zuidwaarts verder het bos in, waar linker pad aan, langs de heide. Het pad komt uit op we na een paar honderd meter twee oude een landbouwgebied, waar een lichte opbolling van grafheuvels (4) rechts passeren. Een honderdvijftig het maaiveld de waterscheiding tussen het meter verder komen we aan in de laagte van de stroomgebied van de Hunze en dat van de Drentse ‘Berekuil’ (5). Deze kuil is waarschijnlijk ontstaan Aa laat zien (zie figuur). door zandwinning, militair gebruik en natuurlijke De hier aanwezige grote waterlossing vormt de uitstuiving. Op de brede zandpaden hier naar toe grens met het natuurgebied. Deze brede sloot voert werd destijds met groot materieel geoefend door haar water af in noordelijke richting naar het het leger. Hunzedal, voor een deel via een lange duiker (ondergrondse buis)(8). We lopen in noordelijke We vervolgen onze route naar het zuiden langs de richting en passeren het brede bospad. westzijde van de zandkuil en nemen het kleine paadje aan de zuidzijde. Na ca. 75 m passeren we Hier eindigt ook de lange duiker en stroomt het een oude houtwal en komen aan bij twee water weer verder via een diepe, smalle sloot. Het grafheuvels. De eerste passeren we links, de laatste talud van deze sloot is prachtig begroeid met diverse rechts. De laatste, meest zuidelijke is de bekende soorten mossen en varens. Aangekomen bij het ‘Generaalsheuvel’ (6). Vanwege haar forse omvang weiland gaan we rechts af en steken genoemde sloot gaven de militairen deze naam aan de grafheuvel. De over. Het bosgebied waar we nu inkomen bestaat padvinderij maakte ook ‘gebruik’ van deze heuvel en voor een belangrijk deel uit middel oude beuken. Let spraken over de ‘totempaalheuvel’. op de vele greppels die hier liggen. Een teken dat het Deze en andere grafmonumenten zijn nu veelal gebied vanwege de keileem in de ondergrond erg duidelijk met paaltjes begrensd en worden nat kan zijn. Het beukenperceel (9) vormt een grotendeels (?) met rust gelaten. Het gebied waarin geliefd broedgebied voor zwarte spechten, we zijn aangeland is een open naaldbosgebied met boomklevers en andere holenbroeders. veel oude en kromme grove dennen. Bij de Figuur met hoogteligging m + NAP (oranje Generaalsheuvel gaan we rechtsaf en nemen na ca. stippellijn), waterafvoer (blauwe lijn met pijlen) en 150 m het tweede, kleine bospaadje rechts. markegrenzen (zwarte streep-stippellijn ) Na 100 m komen we weer aan bij de eerder gepasseerde houtwal/boswal met greppel (7). Ca. 100 m vanaf genoemd weiland nemen we het Deze boswal met waterlossing loopt door naar het pad links dat ons langs een oude beukenlaan voert. westen en vormde destijds de zuidelijke begrenzing Het bos rechts is een mix van jong naaldhout met van het vroegere landgoed Kniphorst. We gaan voor enkele omvangrijke oude douglassparren. Het is een de houtwal links af en volgen deze tot aan de Oude plek waar gewoonlijk vele soorten mezen en andere Zuidlaarderweg. kleine zangers voorkomen, zoals het goudhaantje. Aan het einde van de ‘beukenlaan’, steken we weer Typerend voor het landgoed zijn de vele lanen en de waterlossing over, gaan na ca. 100 m op de sloten/greppels (waterlossingen). Het landschap ten driesprong, rechtsaf en na ca. 150 m op de volgende zuiden van het vroegere landgoed nabij Anloo is veel driesprong links. minder ‘strak’ met kronkelende zandpaden, heideterreintjes, open plekken en solitaire bosschages. Maar helaas, onze wandeling gaat weer noordwaarts.

Zo komen we aan op een heel bijzonder historisch Met een klein beetje geluk ontmoet u hier de punt van ons gebied: de Galgenberg (10). Op deze huidige beheerder ofwel een grote kudde Drentse oude grafheuvel heeft destijds een galg gestaan. heideschapen. We vervolgen onze route over het Bekend is dat galgen, ter afschrikking, vaak opgericht zandpad (met fietspad) in westelijke richting. Na een werden langs doorgaande wegen (karresporen). Dit paar honderd meter loopt dit pad langs een weiland is hier ook het geval. Ten zuiden van de grafheuvel met ‘groene’ grazers. Daar waar links een treft men een goed zichtbare bundel van noord-zuid berkenbosje ligt, gaan we rechtsaf het hek door en gerichte karresporen aan. lopen langs de rand van het bos om het vroegere Tevens vormde deze grafheuvel een belangrijk Boekweitveentje heen (10). Dit veentje is oriëntatiepunt voor de afbakening van vroegere waarschijnlijk ontstaan als dekzandlaagte gevormd markegrenzen. in de laatste ijstijd (Weichsel-ijstijd). De naam van het veentje slaat mogelijk op het De grafheuvel vormt het meest zuidelijke puntje van vroegere gebruik van het water voor de verbouw de marke van Zuidlaren (zie figuur). Als je op de van boekweit. grafheuvel gaat staan en je kijkt in noordwestelijke Tijdens de herinrichting van het gebied heeft men richting, dan krijg je een prachtig beeld van het open het dichtgegroeide veentje weer geheel open en glooiende historische landschap. Dit landschap gemaakt, waardoor vochthoudende vegetaties, zoals was grotendeels dichtgegroeid, maar is zo’n 10 jaar de veenmossen zich weer konden herstellen. geleden weer op vakkundige wijze opgeschoond. De Bij onze rondwandeling om het veentje komen we jonge vegetatie is weggehaald, maar oude bij het enkele bomkraters uit de 2 e WO tegen en kijken aan gebied horende karakteristieke grove dennen zijn de noordzijde tegen een handgranatenbunker aan, gespaard gebleven. welke nu ingericht is als vleermuizenkelder. Ten noorden van het Boekweitveentje ligt een groot complex van grafheuvels (12), grotendeels uit de late bronstijd (1100 - 800 v. Chr.).

Deze grafheuvels laten we rechts liggen en vervolgen Schipborg (18). Dit relatief vlakke hooggelegen ons pad langs het veentje. landbouwgebied was eens een kleinschalig complex Voor het boscomplex houden we (rechts) het pad van vele akkertjes. langs het bos aan, welke ons na een paar honderd Aan het oosteinde maakt de weg een haakse bocht meter brengt bij Hunebed D7 (13). Dit hunebed ligt naar rechts. Na ca. 150 m van de bocht slaan we op een beschaduwde plaats, wat mogelijk de reden links af en volgen het kleine ‘olifantspaadje’ naar het is dat op enkele grafstenen het zeldzame ongenerfde bos van de Strubben. hunebedmos wordt aangetroffen. Lopend langs de bosrand komen we uit op een We lopen verder langs de bosrand in doorgaand zandpad, de verbinding (Holle Drift) naar noordwestelijke richting, passeren het pad naar de Schipborg. We gaan echter rechts af en volgen dit Borgweg en komen dan aan in een laagte (14) zandpad naar het zuiden. omringd door een hoge heuvelrug aan de noord-, west- en zuidzijde. Op de driesprong aangekomen nemen we het pad Dit is een bijzonder geologisch-archeologisch gebied. links, en passeren het wildrooster. De heuvelrug is geologisch gezien een paraboolduin, Hier bevinden we ons midden in het oude ontstaan door zandverstuiving. Op deze rug Strubbengebied (19). bevinden zich echter vele grafheuvels. Het zijn ‘Strubben’ is het Drentse woord voor kreupelhout. jongere grafheuvels (brandheuvels) uit de IJzertijd Kreupelhout bestaande uit krom gegroeide (800 – 12 v. Chr.). eikenstruiken en -bomen, die door vraat van schapen grillige vormen hebben aangenomen. We volgen het pad naar de Borgweg, steken deze Strubbenbossen zijn zeldzaam in Nederland. over en lopen tussen enkele huispercelen door het Eikenhout werd voor allerlei doeleinden gebruikt: bos in. Aan het einde van het pad gaan we rechts af, schors voor de leerlooierij, rechte stammen voor maar zien links de monumentale boerderij De afrasterings-palen, bonenstokken voor Schipborg liggen. dakbedekking, takkenbossen voor ovens van Deze boerderij is ontworpen door de bekende bakkerijen, etc. Door het verdwijnen van dit gebruik architect Berlage. Het bijbehorende landgoed ten konden de eikenhorsten uitgroeien tot imposante zuidwesten van de boerderij is zo’n 20 jaar geleden bundels kronkelbomen. opnieuw ingericht en omgevormd van bouwland naar bos. De paden in het nieuwe bos vormen rechte Ons pad in oostelijke richting volgend komt uit op diagonalen (15). een open heidegebied. Hier nemen we het pad rechts en na ca. 100 m een pad links. We bevinden Na ca. 150 m volgen we het pad rechts langs een ons nu midden in het gebied dat fors opgeschoond klein plasje met oude rododendronstruiken, nemen is, ofwel van jong opgaand hout is ontdaan. In dit vervolgens het 1 e pad links en komen uiteindelijk uit reliëfrijke gebied met afwisselend droge en natte op het fietspad van de Schapendrift langs de Drentse delen worden nu een prachtige bodembedekkende Aa, hier het Schipborgerdiep geheten. vegetaties aangetroffen met meerdere heidesoorten We lopen de Schapendrift af richting Schipborg. Op (20): struikhei, dopheide, kraaiheide, rode en blauwe enkele plaatsen liggen de beekmeanders dicht bij bosbes en op de meest vochtige delen het fietspad (16). Daar heeft de beek zich diep lavendelheide. ingesneden in het hogere dekzandplateau en Het pad komt uit op de doorgaande brede zandweg hebben we een prachtig uitzicht op het beekdal. met fietspad. Dat hier destijds veel militaire Daar waar de Schapendrift uitkomt op de hoofdweg activiteiten hebben plaatsgevonden kan afgelezen (Borgweg) ligt een opvallende heuvel, de worden aan de betonnen wegmarkeringen langs de Kymmelsberg (17), onderdeel van een stuifzand- zandweg (21). complex langs het beekdal. Sinds jaren vormt de heuvel een toeristische trekpleister en in vroegere We volgen de brede zandweg naar het zuidoosten tijden kon men vanwege de spaarzame begroeiing voor ca. 100 m en slaan dan weer links af het heel ver het gebied in kijken tot aan de kerk van heidegebied in. . Als we de afrastering met wildrooster gepasseerd Onze route gaat over de Kymmelsberg richting hebben, lopen we nog ca. 50 m door, gaan rechtsaf Schipborg. Na kanocentrum De Borg nemen we de langs het jonge naaldbos en komen bij een markante verharde Esweg naar rechts. Deze weg loopt, zoals grafheuvel (22). de naam al aangeeft over de vroegere es van

Deze oude grafheuvel, ook wel het Driemarkenpunt Zo komen we aan op de open speelweide, waar we genoemd, vormt de grens tussen de marken van aan het zuideinde ervan weer linksaf slaan naar het Zuidlaren, Anloo en Annen. Bij de grafheuvel gaan tunneltje van de N34 en ons rondje Kniphorstbosch - we linksaf en komen na De Strubben hebben volbracht. 100 m op de oude Zuidlaarderweg (23). Dit zandpad vormde vóór de aanleg van de N34 de Nadere info: hoofdverbinding tussen Zuidlaren en Anloo. - De Strubben-Kniphorstbosch: Archeologische en We volgen het zandpad in zuidelijke richting, nemen historisch-ecologische studies in een na ca. 200 m het bospad links en vervolgens na ca. natuurgebied in , Elerie e.a. 100 m weer rechts. - Archeologische route 7 Anloo Drenthe. We wandelen langs een boswal in een gebied met veel oude beuken en weinig ondergroei (24). - Knapzakroute Anloo-Schipborg.