5 Beroep En Inkomen Gedurende Het Verstedelijkingsproces in Hoogezand-Sappemeer, Veendam En Winschoten

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

5 Beroep En Inkomen Gedurende Het Verstedelijkingsproces in Hoogezand-Sappemeer, Veendam En Winschoten 5 Beroep en inkomen gedurende het verstedelijkingsproces in Hoogezand-Sappemeer, Veendam en Winschoten 5.1 Inleiding Door de ontwikkelingen in de beroeps- en bedrijfsstructuur na te gaan, hebben we inmiddels kunnen vaststellen welke kernen in het Oost-Groningse veengebied verstedelijkt raakten. De primaire vraag die in dit hoofdstuk gesteld wordt, is of de beroepen die verband hielden met de nieuwe centrale functies van deze verstedelijkte kernen, ook het meest succesvol waren. Dit is na te gaan door te analyseren of zij hoog scoorden op de inkomensladder. In het verlengde daarvan moet uiteraard de vraag gesteld worden wat er gebeurde met de inkomens van de ‘traditionele’ beroepsgroepen. Door de gehanteerde vraagstelling komen alleen de verstedelijkte kernen Hoogezand-Sappemeer, Veendam en Winschoten aan de orde. Zo krijgen we een verdieping van het verstedelijkingsproces, want niet alleen de toename van het aantal werkenden in de stedelijke beroepen, maar ook hoe goed die het doen, komt nu aan de orde. Uitgangspunt voor deze analyse zijn de structuuranalyses die in de inlei- ding zijn geïntroduceerd. Deze zijn beperkt tot de beroepen van de gezins- hoofden. Maar dat is voor deze exercitie voldoende, omdat alleen gezinshoof- den werden aangeslagen in de hoofdelijke omslag. De hoofdelijke omslag is de enige bron die we hebben omtrent het inkomen in de door mij behandelde periode. Vooral in de eerste helft van de 19e eeuw was de gemeentelijke hoofdelijke omslag een belasting op vermogen en minder op inkomen. Later werd het meer een inkomensheffing.1 De hoofdelijke omslag bestond uit een aantal klassen met voor iedere klasse een gemiddeld inkomen. Van gemeentewege werd geschat in welke vermogens- c.q. inkomensklasse men thuishoorde. Daar kon bezwaar tegen gemaakt wor- den maar in deze relatief kleine gemeenten hadden de zetters, die van gemeen- tewege inschaalden, meestal wel een goed inzicht in wie rijker was dan wie. Voor elk gezinshoofd in de structuuranalyse is gekeken in welke klasse deze werd aangeslagen. In navolging van Richard Paping is voor iedere beroepsgroep een aanslag percentage vastgesteld op een schaal van 100.2 Als bijvoorbeeld in tabel 5.1 achter de landbouwers een cijfer van 71 staat vermeld, dan betekent VERSTEDELIJKING EN MIGRATIE IN 268 HET OOST-GRONINGSE VEENGEBIED 1800-1940 dit dat in Hoogezand in 1850 71% van de gezinshoofden lager werd aangesla- gen en 29% hoger dan de gemiddelde landbouwer. Dit cijfer van 71 noem ik de gemiddelde positie van de beroepsgroep in de hoofdelijke omslag. 5.2 De inkomensstructuur In de tabellen 5.1 t/m 5.4 staan de gemiddelde positie in de hoofdelijke omslag met de bijbehorende standaarddeviatie voor elke beroepsgroep ver- meld. Als extra informatie wordt ook het percentage dat de betreffende beroepsgroep van het totaal aantal gezinshoofden uitmaakte, gegeven. Alle arbeiders vormen hier tezamen één groep. Het kan hier dus zowel om fabrieksarbeiders, landarbeiders, sjouwers of losse arbeiders gaan. Arbeiders waren meestal niet in vaste dienst bij de landbouwers of bij de fabrieken. De landbouw was een sector waar de werkgelegenheid zich in een bepaald seizoen concentreerde en dat gold ook voor een industrie als de aardappel- zetmeelfabricage, die alleen voor aanvullende werkgelegenheid zorgde. De knechten in de nijverheid vormden een aparte categorie. Zij onder- scheidden zich van de arbeiders omdat zij in vaste dienst waren bij een baas. Verder gaat het hier om vast personeel in de fabrieken. Ook de zeelieden en schippersknechten zijn vanwege hun specifieke arbeid te onderscheiden van de arbeiders. Verder zijn in de plaatsen waar veel gezinshoofden als koop- mansknecht werkzaam waren, deze als aparte groep genomen.3 Van degenen die niet in loondienst waren, zijn de zelfstandigen in de nijverheid, de kooplieden, de (binnen- en zee)schippers, en de landbouwers als categorieën onderscheiden. Hierbij zijn de zelfstandigen in de nijverheid gesplitst in een groep fabrikanten en scheepsbouwers aan de ene kant en ambachtslieden aan de andere. De categorie scheepsbouwers en fabrikanten omvat zelfstandigen die een kapitaalintensief en/of grootschalig nijverheids- bedrijf exploiteerden.4 Bij de ambachtslieden onderscheid ik enkele beroepen die kenmerkend zijn voor een verzorgingsfunctie: de kleer- en schoenmakers, de bakkers en slagers en verder de timmerlieden en ververs, en de kuipers, smeden en wagenmakers. De beroepen in de economische diensten zijn van uiteenlopende aard. In de eerste plaats gaat het om zelfstandigen in de horeca: de tappers, de caféhou- ders en de logementhouders. Daarnaast komen in deze groep mensen voor die zich met verkeer en vervoer bezig hielden: de scheepsjagers, de verlaatmees- ters en de voermannen, maar ook degenen die in dienst waren van een spoor- weg-, diligence- of trammaatschappij, en ook hen die bij de posterijen werk- ten. Daarnaast bevinden zich hieronder ook af en toe gezinshoofden die in het bank- of verzekeringswezen werkzaam waren. Deze groepen waren elk afzon- derlijk te klein om ze apart te houden. De maatschappelijke diensten omvat de beroepen waarvoor vaak een hogere opleiding moest worden gevolgd: medici, advocaten, klerken etc. Ook BEROEP EN INKOMEN GEDURENDE HET VERSTEDELIJKINGSPROCES IN HOOGEZAND-SAPPEMEER, VEENDAM EN WINSCHOTEN 269 was dat het geval voor de onderwijsgevenden, overheidsdienaren en predikan- ten. In de gemeente Winschoten waren er zoveel gezinshoofden in dienst van de overheid, dat zij tot een aparte categorie gerekend worden. Voor de gemeente Hoogezand zijn er alleen cijfers van 1849 en latere steek- jaren, voor Sappemeer, Veendam en Winschoten zijn er ook cijfers eerder uit de 19e eeuw. Veendam en Winschoten kenden al voor 1815 bevolkingsre- gisters en kohieren van de hoofdelijke omslag. De volgorde van de beroepen voor deze plaatsen is die volgens het gemiddeld inkomen in het eerste steek- jaar. We hebben zo zicht op de ontwikkeling in de omvang van de verschillen- de beroepsgroepen, terwijl de combinatie van omvang en gemiddeld inkomen de lotgevallen van de verschillende beroepsgroepen laat zien. Tabel 5.1 De gemiddelde posities in de hoofdelijke omslag (gp), de standaarddeviaties (sd) en de percentages (%) van verschillende groepen gezinshoofden in de gemeente Hoogezand HOOGEZAND 1849 1870 1890 1910 gp sd % gp sd % gp sd % gp sd % fabrikanten, scheepsbwrs 82 17,5 2,6 84 9,6 1,9 89 14,9 2,1 89 16,5 2,1 landbouwers 71 23,0 19,9 77 21,9 16,6 73 24,2 14,5 76 23,1 10,9 schippers 67 21,7 2,7 37 9,3 3,5 40 14,4 9,0 38 14,6 10,9 kuipers, smeden, wagenmk 64 21,8 2,4 53 24,0 2,6 59 25,3 2,2 63 23,8 0,8 maatsch. diensten 63 29,5 4,2 72 24,7 4,0 68 24,7 3,1 70 25,0 4,9 bakkers, slagers 56 25,0 4,2 71 22,3 2,0 68 21,5 1,9 72 19,3 2,3 economische diensten 55 24,5 1,7 47 22,6 2,2 46 20,1 3,9 66 23,6 3,9 kooplieden 52 27,1 8,0 50 22,9 8,3 56 25,1 7,5 51 25,1 5,4 zelfst. ambachtslieden 52 26,3 7,4 58 24,6 4,7 59 25,4 3,4 61 24,1 2,3 timmerlieden, ververs 44 21,4 3,3 44 17,4 5,6 45 18,2 3,5 57 23,9 3,6 kleer-, schoenmakers 41 18,2 5,0 39 12,4 4,6 52 21,3 2,2 48 22,4 2,7 zeelui, schipperskn. 35 13,5 1,1 knechten nijverheid 34 11,9 6,2 36 7,4 11,8 37 8,3 14,8 41 16,9 17,5 arbeiders 32 7,5 22,5 36 4,1 26,2 36 0,0 22,9 35 8,9 25,1 zonder 37 19,5 8,9 49 23,8 6,2 51 25,5 9,0 54 27,6 7,6 N/N/N/N 663 808 945 Bron: structuuranalyses Hoogezand. Steekproefgroottes: 1850, 1870, 1890: 1/2, 1910: 1/3 VERSTEDELIJKING EN MIGRATIE IN 270 HET OOST-GRONINGSE VEENGEBIED 1800-1940 Tabel 5.2 De gemiddelde posities in de hoofdelijke omslag (gp), de standaarddeviaties (sd) en de percentages (%) van verschillende groepen gezinshoofden in de gemeente Sappemeer SAPPEMEER 1829 1849 1870 1890 1910 gp sd % gp sd % gp sd % gp sd % gp sd % maatsch. diensten 88 12,5 2,2 71 27,9 3,9 75 23,2 3,7 69 27,2 3,2 80 19,8 5,8 fabrikanten, scheepsbwrs 75 18,1 1,7 75 22,1 2,2 78 24,9 1,7 63 25,8 1,4 82 20,3 1,1 landbouwers 73 22,7 15,8 73 24,4 11,4 75 18,5 9,8 71 26,2 7,8 83 23,1 4,8 tuinders 54 21,6 3,7 kuipers, smeden, wagnm 70 15,9 2,1 59 23,7 3,3 50 20,8 2,5 43 13,3 2,3 68 23,7 1,8 bakkers, slagers 67 13,8 2,1 52 23,9 1,6 60 23,0 3,5 71 22,2 2,9 64 20,8 3,0 schippers 66 23,3 8,9 53 23,7 8,1 57 24,7 8,2 43 12,4 6,1 38 10,9 5,5 economische diensten 64 17,7 1,1 47 22,0 3,1 43 18,9 2,9 46 16,9 2,3 55 23,9 3,6 zelfst. ambachtslieden 60 21,8 6,7 57 26,0 7,7 64 26,6 5,6 70 27,6 3,8 58 25,0 4,6 kooplieden 53 27,7 9,4 57 25,5 7,1 51 25,4 8,9 57 24,2 9,0 55 25,2 8,9 timmerlieden, ververs 51 18,8 4,0 43 16,2 3,1 44 18,2 6,2 44 14,0 6,5 52 21,9 5,5 kleer-, schoenmakers 49 21,2 4,9 38 10,3 6,1 40 14,8 5,1 46 16,2 5,2 40 15,7 2,6 knechten nijverheid 32 16,5 4,8 36 5,9 8,1 35 5,3 8,9 40 6,4 10,6 37 9,0 10,8 zeelui, schipperskn.
Recommended publications
  • FINAL PROGRAMME April 05-08, 2018  Groningen, Netherlands
    19th European Symposium on Radiopharmacy and Radiopharmaceuticals FINAL PROGRAMME April 05-08, 2018 Groningen, Netherlands ESRR’18 – 19th European Symposium on Radiopharmacy & Radiopharmaceuticals Thursday, April 5 – Sunday, April 8, 2018 MartiniPlaza, Groningen, NETHERLANDS TABLE OF CONTENTS Welcome Address ........................................................................................................................................ 1 Scientific Committee ................................................................................................................................... 2 Local Organising Committee ....................................................................................................................... 2 Organising Secretariat ................................................................................................................................. 2 Congress Venue ............................................................................................................................................ 2 Exhibitors & Sponsors ................................................................................................................................. 3 General Information (A-Z) ............................................................................................................................ 4 Programme Overview .................................................................................................................................. 7 Highlights ....................................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Regional Area Development in the Netherlands – 43Rd ISOCARP Congress 2007
    Marjolein Spaans – Regional Area Development in the Netherlands – 43rd ISOCARP Congress 2007 Regional Area Development in the Netherlands: new tools for a new type of projects 1. Introduction For a number of years now area development has increasingly targeted the regional level in the Netherlands. The literature on area development is generally concerned with the suburban level of scale, using the terms ‘urban regeneration’ and ‘urban development/redevelopment’ interchangeably or as extensions of one another. Great Britain in the 1980s saw property-led urban regeneration, where government tried to breathe fresh life into the economic and social vitality of cities by promoting property development in inner cities. This policy has attracted a lot of attention in the academic literature, with new theoretical insights being developed in the form of models describing the development of the built environment (Healey, 1991; Gore & Nicholson, 1991; Louw, 2002). Priemus (2002) points out that remarkably few academic publications have appeared on the subject of area development and the development process at the regional level. In his article Priemus focuses on how spatial development at regional level ought to take shape, considers themes such as scope optimisation and value capturing and discusses ways in which the co-production of policy by the public actors could be brought about. Since then the Ministry has selected a number of examples of regional area development projects as examples of good practice. This paper presents one type of them. In current Dutch planning practice in regional area development one type of projects concerns projects covering dozens of square kilometres and several municipalities, in which housing and office development is combined with developments in leisure, nature conservation and agriculture.
    [Show full text]
  • A Geological History of Groningen's Subsurface
    A geological history of Groningen’s subsurface Erik Meijles, University of Groningen Date June 2015 Editors Jan van Elk & Dirk Doornhof Translated by E.L. Howard General introduction Ground acceleration caused by an induced earthquake is strongly dependent on the composition of local shallow soils. NAM commissioned Deltares to conduct a detailed survey of the shallow subsurface above the Groningen gas field. The survey focuses on Quaternary geology with an emphasis on the upper 50 metres. This report provides an introduction to Groningen’s Quaternary geology as a background to the comprehensive Deltares report, which has culminated in a detailed model of Groningen’s shallow subsurface. This report was written by Dr ir Erik Meijles, Assistant Professor of Physical Geography at the University of Groningen. Wim Dubelaar, Dr Jan Stafleu and Dr Wim Westerhoff of TNO Geological Survey of the Netherlands (TNO- NITG) in Utrecht assisted with editing this report and provided a number of key diagrams. Title A geological history of Groningen’s subsurface Date June 2015 Client NAM Author Erik Meijles, Assistant Professor Edited by Jan van Elk of Physical Geography and Dirk Doornhof Organization University of Groningen Organization NAM Significance for Research theme: earthquake Predicting ground acceleration research Explanation: Ground acceleration caused by an induced earthquake is strongly dependent on the composition of local shallow soils. NAM commissioned Deltares to conduct a detailed survey of the shallow subsurface above the Groningen gas field. This survey focuses on the Quaternary geology of Groningen with an emphasis on the upper 50 metres. Directly This research serves as background to the report entitled ‘Geological schematisation of related the shallow subsurface of Groningen’ written by various Deltares staff members.
    [Show full text]
  • V O O R D R a C H T
    v o o r d r a c h t 14 mei 2019 Documentnummer: 2019-039103, Mobiliteit Projecten Dossiernummer : K5708 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen voor een realisatiebesluit van het project "Sneltrein Groningen - Winschoten" en een realisatiebesluit voor het eerder uitvoeren van een onderdeel van het project "Wunderline". 1. Samenvatting Het project "Sneltrein Groningen - Winschoten" is een onderdeel van de programma's "Beter Benutten" en "Regionale Markt- en Capaciteit Analyse (RMCA, 2008)". Het project is daarnaast een van de stappen om de ambities van RSP-project Reistijdverkorting Groningen - Bremen (Wunderline) te realiseren. Het doel van het project is drieledig: 1. Het mogelijk maken van een spits sneltrein Groningen - Winschoten om de vervoerscapaciteit tussen Groningen en Bad Nieuweschans te vergroten; 2. Het verkorten van de reistijden tussen Groningen en Bad Nieuweschans; 3. Een eerste stap in het behalen van reistijdwinst voor het project Wunderline tussen Groningen en de Duitse grens. Reeds in 2014 heeft u een planuitwerkingsbesluit genomen voor de sneltrein Groningen - Winschoten. Die planuitwerking leidde tot een voorkeurstracé. Helaas bleek in 2017 uit een geotechnisch onderzoek van Prorail dat het baanlichaam van het spoor te zwak (slechte bodemgesteldheid) is om de snelheidsverhogingen die toen bedacht waren in die planuitwerking te kunnen dragen zonder extreme (kostbare (meer dan € 60 miljoen extra)) maatregelen, ook moest de gehele lijn er dan ca. 1 jaar volledig uit. Daarom heeft u op basis van voordracht 11/2018 ingestemd met het uitwerken van een alternatieve oplossing en voor het doorlopen van de hernieuwde planuitwerking een krediet van € 1,65 miljoen beschikbaar gesteld.
    [Show full text]
  • Bijlage Oogst NPG Oldambt: Overzicht Ideeën Per Thema Lokaal Programma Oldambt
    Bijlage Oogst NPG Oldambt: overzicht ideeën per thema Lokaal programma Oldambt Versie 22-06-2020 Toelichting In dit document staat een overzicht van alle ideeën en input die we de afgelopen periode hebben opgehaald. De ideeën zijn daarbij geclusterd naar een tiental thema’s. Per thema starten we met een korte weergave van wat hierover op hoofdlijnen is opgenomen in de dorps- en wijkvisies die in de afgelopen jaren zijn opgesteld. Vervolgens geven we een beeld van wat er uit het participatie-traject is gekomen die we begin 2020 hebben georganiseerd (bijeenkomsten en flitspeiling). En als laatste geven we per thema de ideeën die zijn ingediend, zowel via Toukomst als rechtstreeks bij ons als gemeente. Dit document is een bijlage van het rapport ‘Oogst NPG Oldambt’. Het doel van dit document is om overzicht en inzicht te geven in alle ideeën die zijn ingediend en alle input die we hebben gekregen. We zijn trots op de energie en het enthousiasme dat we zien in de samenleving om samen tot een goed programma NPG Oldambt te komen. Tegelijk beseffen we ons dat we met het NPG maar een heel klein deel van alle ideeën en ambities kunnen realiseren. We hebben hiervoor de ideeën en input geanalyseerd in het rapport ‘Oogst NPG Oldambt’. Verder hebben we op basis hiervan en de verbinding met de ambities van het NPG en het kader en de uitgangspunten de eerste richting beschreven in de ‘Contouren NPG Oldambt’. Overzicht thema’s Hieronder staat een overzicht van de thema’s. Houd de ctrl-knop ingedrukt en klik op één van de thema’s om snel naar het thema te navigeren.
    [Show full text]
  • Toolbox Results East-Groningen the Netherlands
    Customer needs Target group Transport challenge for the East-Groningen Region, Municipality Oldambt May 2012 WP 3 Cartoon by E.P. van der Wal, Groningen Translation: The sign says: Bus canceled due to ‘krimp’ (shrinking of population) The lady comments: The ónly bus that still passes is the ‘ideeënbus’ (bus here meaning box, i.e. a box to put your ideas in) Under the cartoon it says: Inhabitants of East-Groningen were asked to give their opinion This report was written by Attie Sijpkes OV-bureau Groningen Drenthe P.O. Box 189 9400 AD Assen T +31 592 396 907 M +31 627 003 106 www..ovbureau.nl [email protected] 2 Table of content Customer Needs ...................................................................................................................................... 4 Target group selection and description .................................................................................................. 8 Transportation Challenges .................................................................................................................... 13 3 Customer Needs Based on two sessions with focus groups, held in Winschoten (Oldambt) on April 25th 2012. 1 General Participants of the sessions on public transport (PT) were very enthusiastic about the design of the study. The personal touch and the fact that their opinion is sought, was rated very positively. The study paints a clear picture of the current review of the PT in East Groningen and the ideas about its future. Furthermore the research brought to light a number of specific issues and could form a solid foundation for further development of future transport concepts that maintains the viability and accessibility of East Groningen. 2 Satisfaction with current public transport The insufficient supply of PT in the area leads to low usage and low satisfaction with the PT network.
    [Show full text]
  • Main Results Test with Hydrogen Train in Groningen
    MAIN RESULTS TEST WITH HYDROGEN TRAIN IN GRONINGEN CONTENTS Main Results of the Hydrogen Train Test in Groningen Result of test with hydrogen train in Groningen .......................................................4 The Test Dispensation .................................6 The Trial Runs ................................................7 The Refueling Process ..............................17 Press- and Public Information Day ........21 RESULT OF TEST WITH HYDROGEN TRAIN IN GRONINGEN At the start of 2020, after a long preparation period of as much as one and a half year, the Province of Groningen, together with various partners, did a feasibility study in the form of a pilot test with a hydrogen (battery) train (running on green hydrogen) to explore whether this could be a full-fledged sustainable alternative to the current diesel trains. The Province of Groningen sees an important role for green hydrogen • For greening the chemical sector (raw material). • As a fuel in heavy mobility (buses, trains, trucks, ships, aircraft). • As an essential piece of the puzzle regarding energy transition (storage, transportation). • This will also create new economic opportunities and employment. Pilot The trial runs were done on the track between Groningen and Leeuwarden during nighttime for a period of two weeks, with a passenger train running on green hydrogen. During the tests, the train ran a number of times at normal speed – without passengers – alternately as an intercity- and a local train – between the stations of Groningen and Leeuwarden. By these trial runs, practical experience was gained in running on hydrogen. This was the first time a train ran on hydrogen in the Netherlands. The tests focused on, among other things, the actual running, fuel consumption, and refueling.
    [Show full text]
  • Letter to the House of Representatives About Extraction
    > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Directoraat-generaal Energie, Telecom & President of the House of Representatives Mededinging of the States General Directie Energiemarkt Binnenhof 4 Bezoekadres 2513 AA THE HAGUE Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 Datum T 070 379 8911 (algemeen) Betreft Extraction decree of gas extraction in The Groningen field and reinforcement measurements. www.rijksoverheid.nl/ez Ons kenmerk DGETM-EM / 14207601 Dear President, Uw kenmerk The consequences of years of gas extraction in Groningen are becoming increasingly clear. The number of earthquakes recorded in 2012, 2013 and 2014 Bijlage(n) (until 9 December) were 93, 119 and 77 respectively. In the same period there were a total of 20, 29 and 18 tremors respectively that measured more than 1.5 on the Richter scale. It is anticipated that the strength and frequency of the earthquakes will increase over the coming years. The consequences for houses, monuments and other buildings are plain to see. The Groningen field lies in the municipalities of Appingedam, Bedum, Bellingwedde, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Loppersum, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Ten Boer and Veendam. The sense of having a safe living environment has been eroded in the area where there are (frequent) earthquakes. This deeply affects the daily life of the residents. At the same time, gas extraction is essential to our energy supply in the Netherlands. The great majority of Dutch households use Groningen gas for their heating and cooking. Gas extraction is also an important source of revenue for the Dutch state.
    [Show full text]
  • Provincie Groningen Werkt Volgens Normen Die Zijn Vastgelegd in Een Handvest Voor Dienstverlening
    groningen Gedeputeerde Staten Aan het lid van Provinciale Staten, de heer M.S. Scheffers Datum 1 4 HAAR! 2 017 Briefnummer 2017-10.985/11/A.7 Zaaknummer 676025 Behandeld door F.B. van der Geest Telefoonnummer (050) 316 4987 Antwoord op uw brief d.d. 15 februari 2017 Bijlage Onderwerp schriftelijke vragen omtrent de subsidie aan het bureau Berenschot voor onderzoek naar een herindelingsvariant Pekela, Stadskanaal en Veendam Geachte heer Scheffers, In uw brief van 15 februari jl. heeft u ons coliege enkele schriftelijke vragen gesteld, naar aanleiding van ons besluit op 7 februari jl. om een financiële bijdrage van € 50.000 te verlenen in de kosten voor een onderzoek dat door bureau Berenschot is uitgevoerd. Een onderzoek dat de gemeenten hebben laten uitvoeren met als doel de raden te helpen een (principe)uitspraak te doen over de herindelingsvariant Pekela, Stadskanaal, Veendam. In deze brief reageren wij graag op de door u gestelde vragen. 1. Heeft u deze bijdrage beschikbaar gesteld naar aanleiding van een verzoek/aanvraag vanuit één van de betrokken gemeenten? Zo Ja welke gemeente(n) is/zijn dit. Ja, het college van Veendam heeft op 14 december 2016 een verzoek bij ons ingediend, mede namens de colleges van B&W van de gemeenten Pekela en Stadskanaal. 2. Zijn er voorwaarden verbonden aan de beschikbaar gestelde bijdrage? Zo Ja, welke zijn dit. Nee, er zijn geen voorwaarden gesteld aan de financiële bijdrage die wij aan de drie gemeenten hebben verleend. Wij hebben alle gemeenten die ons een verzoek hebben gedaan gefaciliteerd. Uitgangspunt is dat de gemeenten bepalen waarvoor zij een bijdrage wensen te ontvangen.
    [Show full text]
  • Hydrodynamics and Morphology in the Ems/Dollard Estuary: Review of Models, Measurements, Scientific Literature, and the Effects of Changing Conditions
    1 Hydrodynamics and Morphology in the Ems/Dollard Estuary: Review of Models, Measurements, Scientific Literature, and the Effects of Changing Conditions Stefan A. Talke Huib E. de Swart University of Utrecht Institute for Marine and Atmospheric Research Utrecht (IMAU) January 25, 2006 IMAU Report # R06-01 2 Executive Summary / Abstract The Ems estuary has constantly changed over the past centuries both from man-made and natural influences. On the time scale of thousands of years, sea level rise has created the estuary and dynamically changed its boundaries. More recently, storm surges created the Dollard sub-basin in the 14th -15th centuries. Beginning in the 16th century, diking and reclamation of land has greatly altered the surface area of the Ems estuary, particularly in the Dollard. These natural and anthropogenic changes to the surface area of the Ems altered the flow patterns of water, the tidal characteristics, and the patterns of sediment deposition and erosion. Since 1945, reclamation of land has halted and the borders of the Ems estuary have changed little. Sea level rise has continued, and over the past 40 years the rate of increase in mean high water (MHW) along the German coast has accelerated to 40 cm/ century. Climate has varied on a decadal time scale due to long-term variations in the North Atlantic Oscillation (NAO), which controls precipitation, temperature, and the direction and magnitude of winds. Between 1960 and 1990 the most intense variation in the NAO index on record was observed. As a result the magnitude and frequency of storm surges increased, and mean wave heights increased at 1-2 cm/year.
    [Show full text]
  • Fact Sheet Stadskanaal
    Fact sheet Stadskanaal Location map of the Stadskanaal oil field Fact sheet Stadskanaal Q4 2009 General information The Stadskanaal oil field was discovered in 1981 by NAM by well Stadskanaal-01- sidetrack-3 (STK-01-S3). There is oil in the Z2 Carbonate Member (ZEZ2C) and gas in the Upper Rotliegend Group (RO). The oil is trapped in a fault and dip closed structure. The oil is not produced due to the limited size of the field. The oil field lies in the Groningen concession of the NAM, close to the Drenthe II concession of the NAM to the southwest. The field is situated on the northwestern edge of the Lower Saxony Basin. The Zechstein 2 Carbonate is characterized by a great variation in thickness and composition within the area. To the south the Zechstein 2 Carbonate reaches a thickness of more that 190m. More information on the thickness pattern, 3D seismic and facies information is available in Van der Sanden (1996) and Geluk (2000). Regional geological information of the Zechstein 2 Carbonate, the Slochteren Formation and the Tubbergen Formation, including the structural, regional porosity distribution of the Zechstein 2 Carbonate and burial history of the area is available in map sheet VI Veendam-Hoogeveen (TNO-NITG 2000). Furthermore, a reference is made to map sheet III: Rotummeroog-Groningen for information on the sedimentology and the structural configuration of the area. Sequence of events Date Event 04-04-1963 Production license Groningen effective (NAM) 08-03-1981 Spud date Stadskanaal-01-sidetrack-3 18-04-1981 TD reached 2795
    [Show full text]
  • Geachte Leden Van Staten En Gemeenteraden, Graag Wijs Ik U Op
    Geachte leden van Staten en gemeenteraden, Graag wijs ik u op stukken met betrekking tot het spoorgoederenvervoer en ook een onderzoek in de context hierbij met de Zeehavens. Dit betreft dus ook de ontsluiting per trein van Delfzijl en de Eemshaven, Op 12 december publiceerde het Duitse Verkeersministerie ook een aantal documenten die in verband staan met het 'Masterplan Schienengüterverkehr'; hier is de link: https://www.bmvi.de/SharedDocs/DE/Artikel/StV/masterplan- schienengueterverkehr-af-TP.html?nn=14462 Tevens wil ik op een oud besluit wijzen gemaakt in het najaar 2013. In de 'Economische visie Eemsdelta 2030' wordt gesproken over een primaire goederenspoorlijn langs de N33 Framsum - Zuidbroek. Dit is de betreffende link: http://www.eemsdelta.nl/eemsdelta/visie- 2030_42143/ . In het hoofdstuk infrastructuur wordt dit bij de gemeente Deflzijl neergelegd. Zodra het om spoorlijnen gaat is de Provincie Groningen de eerste overheid die te zijn die dit project hoort te trekken. Daar zit meer specialistische kennis dan in de gemeente Delfzijl. Wat ook geldt voor Veendam - Stadskanaal. In het BO-MIRT van 22 november 2018 stond dit erover te lezen op bladzijde 35 van de bijgevoegde bijlage: 11. Reactivering Veendam-Stadskanaal; juridische verkenning v Rijk en regio onderkennen dat de spoorlijn Veendam – Stadskanaal een belangrijke bijdrage kan leveren aan de bereikbaarheid in de regio. v De provincie Groningen zoekt samen met ProRail en in afstemming met het Rijk naar mogelijkheden tot reactivering van deze spoorlijn. v Door betrokken partijen zijn hierin de afgelopen periode voortvarende stappen gezet, met name ten aanzien van de technische en juridische haalbaarheid. De provincie Groningen rondt de onderzoeken hiernaar op korte termijn af.
    [Show full text]