Het Gebruik Van Natuurspeelterreinen in Amsterdam
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Het gebruik van natuurspeelterreinen in Amsterdam Antonio Roade Tato Frits van den Berg 10 april 2014 Verslag “Het gebruik van natuurspeelterreinen in Amsterdam” Dit onderzoek maakt deel uit van het kortlopend project Academische Werkplaats Milieu & Gezondheid (AW-MMK) “Ontwikkeling instrument voor beoordeling gebruikswaarde gemeentelijke groene/speelplekken” (www.academischewerkplaatsmmk.nl/instrumentenor) Rapport van GGD Amsterdam Cluster Leefomgeving, Afdeling Milieu & Gezondheid Postbus 2200, 1000CE Amsterdam Antonio Roade Tato (Universiteit Wageningen) F. van den Berg (GGD Amsterdam) 10 april 2014 VOORWOORD Dit rapport is gebaseerd op de resultaten van de stage die Antonio Roade Tato, als onderdeel van zijn mastersopleiding Urban Environmental Management bij de Universiteit Wageningen heeft uitgevoerd. De bedoeling van de stage was om inzicht te krijgen in het gebruik van natuurspeelterreinen en de bijdrage van ‘natuurlijkheid’ aan dat gebruik. De stage vond in de periode april-augustus 2013 en vormde onderdeel van het landelijke project “Ontwikkeling instrument voor beoordeling gebruikswaarde gemeentelijke groene/speelplekken”) dat zich richtte op de gebruikswaarde en het gebruik van openbare groene plekken en speelplekken in Rotterdam, Zwolle, Amsterdam en Eindhoven. Antonio heeft een Engelstalig stageverslag opgemaakt van zijn onderzoek: The study of the use of natural playgrounds in the city of Amsterdam. Nature as playing element for children (augustus 2013). Het voorliggende rapport is min of meer een vertaling daarvan. De literatuurstudie uit het stageverslag is, met de literatuurlijst, in bijlage A opgenomen. De resultaten en conclusies zijn deels anders gepresenteerd, maar geven geen wezenlijk ander beeld. Deze versie is in de eerste plaats bedoeld voor geïnteresseerde professionals, al of niet in Amsterdam. blz. 1 INHOUD 1. HET BELANG VAN GROENE SPEELRUIMTE IN DE STAD .....................................................3 2. OPZET ONDERZOEK .........................................................................................................4 2.1 Doel van het onderzoek ............................................................................................4 2.2 Speelterreinen ..........................................................................................................4 2.3 Uitvoering ................................................................................................................4 3. ONDERZOEKSMETHODE ..................................................................................................5 3.1 Vragenlijsten ............................................................................................................5 3.2 Typering speelplekken ..............................................................................................6 4. BESCHRIJVING SPEELPLEKKEN .........................................................................................8 4.1 Amsterdam - Oost: natuurlijke speeltuinen ..............................................................9 4.2 Amsterdam West ...................................................................................................12 4.3 Amsterdam Nieuw West .........................................................................................13 4.4 Natuurlijkheid en grootte speelterreinen ...............................................................14 5. RESULTATEN ..................................................................................................................15 5.1 Resultaten waarnemingen ......................................................................................15 5.2 Resultaten vragenlijsten .........................................................................................17 5.3 Bezoekersaantallen door het jaar heen ..................................................................22 6 DISCUSSIE ......................................................................................................................26 6.1 Waarnemingen .......................................................................................................26 6.2 Bezoekersregistraties .............................................................................................27 6.3 Interviews ..............................................................................................................28 6.4 Beperkingen van het onderzoek .............................................................................28 7 CONCLUSIE ....................................................................................................................30 BIJLAGE A. Literatuuronderzoek ........................................................................................31 A1. Factoren van invloed op het gebruik van groene plekken .......................................31 A.2 Instrumenten voor beoordeling van kwaliteit en gebruik .......................................32 A3 Literatuur ...............................................................................................................33 BIJLAGE B. Vragenlijst interviews .....................................................................................37 BIJLAGE C. Waarneemformulier ....................................................................................38 blz. 2 1. HET BELANG VAN GROENE SPEELRUIMTE IN DE STAD Groene gebieden voor recreatie in de stad zijn van belang voor de gezondheid van de stadsbewoners (de Vries et al., 2003; Maas et al., 2009; Maas et al., 2006).1 Een van de belangrijke effecten van ‘buiten zijn’ is de toename in fysieke activiteit welke in de loop der tijd is gedaald (Rehrer et al., 2011). De vermindering in fysieke activiteit bij kinderen heeft al gevolgen voor hun huidige (Wilson and Sato, 2013) en toekomstige gezondheid (Fontaine et al., 2003). Fysiek actief zijn bevordert de beheersing van de motoriek bij kinderen (Fjørtoft, 2001; Strong et al., 2005) en buiten spelen helpt bij de ontwikkeling van sociale en psychologische vaardigheden (Arbogast et al., 2009). Er zijn verschillende soorten publieke ruimten in de stad om te recreëren, maar groene gebieden lijken de voorkeur te hebben van volwassenen en kinderen (Hino et al., 2010). Recreëren in de natuur zou extra voordelen hebben (von Benzon, 2011) zowel op psychologisch (Wells and Evans, 2003) als cultureel gebied (Nordström, 2010). De verwachting is dat kinderen die in groene gebieden spelen ook in de toekomst zich meer bewust zijn van natuur. Het extra belang van natuur was een belangrijke reden om ook in Amsterdam natuurspeelterreinen aan te leggen. Er is echter geen systematische evaluatie van het gebruik van deze natuurspeelterreinen. Dit onderzoek is een eerste poging in die richting. Amsterdam heeft bijna 800.000 inwoners, waarvan ruim 160.000 onder de 20 jaar en ongeveer 90.000 onder de 12 jaar oud zijn (Bureau Onderzoek en Statistiek, 2012). Net als in het algemeen in Europa is het aantal kinderen gedurende de 20 ste eeuw verminderd met tegelijk een toename in het aantal auto’s: de openbare ruimte is meer een ruimte voor volwassenen en minder voor kinderen geworden. Beide trends hebben geleid tot een verlies aan openbare ruimte voor kinderen (Karsten, 2005). De openbare ruimte is van belang voor het behouden en uitbreiden van sociale netwerken bij burgers en vooral kinderen (Karsten, 2003a, b, 2011). In Amsterdam en veel andere steden is in de afgelopen decennia het aantal kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond een groter deel gaan uitmaken van het totale aantal kinderen. Tezamen met het bovengenoemde verlies aan ‘ontmoetingsruimte’ heeft dit geleid tot een toenemende erosie van het sociale kapitaal (Karsten, 2011). Het verbeteren van openbare ruimten waar kinderen graag spelen is dan ook in sociale zin belangrijk. Daarnaast is gebleken dat kinderen in achterstandswijken een grotere kans hebben op overgewicht hetgeen (mede) verband houdt met een gebrek aan fysieke activiteit (de Vries et al, 2005). 1 Voor literatuurverwijzingen zie bijlage A3 blz. 3 2. OPZET ONDERZOEK 2.1 Doel van het onderzoek Op een natuurspeelterrein kunnen kinderen spelen of bezig zijn met natuurlijke elementen zoals zand, water, planten en dieren. De vraag is in hoeverre speelterreinen, en met name natuurspeelterreinen, bijdragen aan de activiteit van kinderen. Bevorderen natuur- speelterreinen het buiten spelen? Op het moment weten we weinig over de mate en manier waarop natuurspeelterreinen gebruikt worden. We zouden graag het volgende willen weten: 1. Wordt het gebruik van speelterreinen bevorderd door de aanwezigheid van natuur? 2. Wordt het buiten spelen bevorderd door natuurlijke elementen om mee te spelen? Daarnaast zullen we aandacht besteden aan de volgende vragen: 3. Welke factoren beïnvloeden het gebruik van natuurlijke gebieden? 4. Hoe ver willen mensen onderweg zijn naar een groen gebied? (het ‘calling effect’) 2.2 Speelterreinen Amsterdam kent een aantal natuurspeelterreinen van verschillende vorm, grootte, ontwerp en voor verschillende leeftijdsgroepen, maar er is geen overzicht van alle terreinen. Door eigen kennis en zoeken op het internet hebben we een lijst van veertien terreinen kunnen opstellen. Navraag bij enkele stadsdelen leverde niet meer informatie op. Van de veertien terreinen zijn acht terreinen geselecteerd in de stadsdelen Oost, Nieuw West en West welke tezamen een ruime variatie vertegenwoordigen in natuurlijke speelelementen en natuurlijk- heid. Bij alle speelterreinen werd het spelen geobserveerd en werden ouders kort geïnter- viewd