Horecabeleid stadsdeel Zuid 2011 Concept

Bestuurlijke opdrachtgevers Paul Slettenhaar Simone Kukenheim

Beeldmateriaal voorpagina Stadsdeel Zuid (boven), Edwin van Eis (onder)

Kaarten & grafieken Stadsdeel Zuid (Jurjen Tjallema, André van den Berg)

2

Inhoudsopgave

Samenvatting ...... 4

1 Inleiding ...... 5 1.1 Waarom horecabeleid voor stadsdeel Zuid? ...... 5 1.2 Horeca in stadsdeel Zuid ...... 5 1.3 Doelstellingen en randvoorwaarden horecabeleid stadsdeel Zuid ...... 7 1.4 Besluitvormingsproces...... 9 1.5 Leeswijzer...... 9

2 Juridisch kader...... 10

3 Algemeen horecabeleid...... 12 3.1 Openingstijden...... 12 3.2 Horecacategorieën...... 13 3.3 Mengformules en additionele horeca ...... 16 3.4 Cultuur & horeca...... 19 3.5 Bedrijfsverzamelgebouwen ...... 20 3.6 Kwaliteit bestaande en nieuwe horeca...... 20 3.7 Tijdelijke horeca...... 21 3.8 Coffeeshops...... 21

4 Gebiedsgericht horecabeleid ...... 23 4.1 Gerichte horeca-uitbreiding per wijk...... 23 4.2 Museumkwartier...... 24 4.3 en ...... 28 4.4 en (inclusief industriegebied Schinkel) ...... 31 4.5 Willemsparkbuurt ...... 34 4.6 ...... 36 4.7 en ...... 38 4.8 Rivierenbuurt ...... 41 4.9 ...... 44 4.10 en omgeving...... 46

5 Toezicht en handhaving ...... 48

Motie . .50 Geraadpleegde literatuur...... 50 Bijlagen...... 52

3

Samenvatting

Doelstelling van het Horecabeleid stadsdeel Zuid 2011 is het verlevendigen en aantrekkelijker maken van het stadsdeel en het verruimen van mogelijkheden voor ondernemers, zonder dat het woon- en leefklimaat onder onevenredige druk komt te staan. Daarnaast wordt met het horecabeleid een bijdrage geleverd aan de ruimtelijk-economische doelstellingen om stadsstraten en -pleinen te ontwikkelen, vrijetijdsmilieus met elkaar te verbinden en het toerisme in het stadsdeel te stimuleren.

De Algemeen Plaatselijke Verordening (APV 2008) en bestemmingsplannen van het stadsdeel vormen de belangrijkste juridische kaders voor het horecabeleid.

In het horecabeleid zijn algemene beleidsregels opgenomen voor de horeca in stadsdeel Zuid. De hoofdlijnen van het algemeen horecabeleid zijn dat stadsdeel Zuid: omzetting van dag- naar avondzaken mogelijk maakt in enkele gebieden van het stadsdeel; horecacategorieën hanteert om gericht horecabeleid mogelijk te maken; onder bepaalde voorschriften een exploitatievergunning verleent aan mengformules (winkelconcepten met een horecadeel) en additionele horeca; de pilot voor gevelbanken bij mengformules continueert; horecamogelijkheden creëert voor cultuurinstellingen en bedrijfsverzamelgebouwen; de kwaliteit van bestaande en nieuwe horeca in het stadsdeel wil vergroten; mogelijkheden wil bieden voor tijdelijke horecaconcepten.

Naast het algemene horecabeleid wordt in deze beleidsnota de mogelijkheid van horeca-uitbreiding in stadsdeel Zuid per wijk beschreven. Op basis van een analyse van het gebied is per wijk aangegeven waar de vestiging van nieuwe horeca mogelijk is en welke categorie horeca (II, III of IV) in welke mate (maximaal aantal/percentage) hierbij past. Naast de algemene en ruimtelijk-economische doelstellingen van het horecabeleid geldt dat de horeca-uitbreiding wordt mogelijk gemaakt om: het vestigingsklimaat in stadsdeel Zuid te bevorderen; een verblijfsmilieu te creëren bij publieksaantrekkende voorzieningen, zoals theaters en musea. Het vestigen van horeca op nieuwe plaatsen zal vaak niet passen binnen het bestemmingsplan. Om nieuwe vestiging mogelijk te maken, zal een omgevingsvergunning worden verleend waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan.

Het stadsdeel wil ruimte en mogelijkheden bieden aan horecaondernemers en benadrukt hierbij de eigen verantwoordelijkheid die ondernemers hebben ten aanzien van het voorkomen van overlast. Het stadsdeel ondersteunt het samenwerkingsverband Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU).

4

1 Inleiding

1.1 Waarom horecabeleid voor stadsdeel Zuid? In mei 2010 zijn de stadsdelen Oud-Zuid en gefuseerd tot stadsdeel Zuid en heeft het stadsdeel een nieuw bestuur. Het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid heeft opdracht gegeven tot het opstellen van algemeen en gebiedsgericht horecabeleid, waarmee een beheersbare en uitgebalanceerde verruiming voor horeca mogelijk wordt gemaakt en waarmee excessen als gevolg van uitbreiding worden voorkomen.

Voormalig stadsdeel Oud-Zuid heeft eind 2009 het Horecabeleid Oud-Zuid 2009 opgesteld en vastgesteld. Aanleiding vormden onder andere het gebrek aan mogelijkheden voor extra horecavestigingen en een toetsingskader voor het afwijken van bestemmingsplannen. Ook stadsdeel Zuideramstel heeft in 2009 horecabeleid opgesteld. Dit beleid is begin 2010 ter inspraak gebracht, maar is toen niet vastgesteld en daarmee niet van kracht. Zuideramstel heeft wel horecabeleid vastgesteld in 2002 in het Vergunningenbeleid Horeca Zuideramstel 2002 . Dit horecabeleid is onder andere door de herziening van landelijke en stedelijke kaders verouderd. Met de vaststelling van dit horecabeleid stadsdeel Zuid worden het Horecabeleid Oud-Zuid 2009 en het Vergunningenbeleid Horeca Zuideramstel 2002 ingetrokken.

De algemene beleidsregels zoals opgenomen in dit horecabeleid zijn grotendeels gelijk aan de algemene beleidsregels van voormalig stadsdeel Oud-Zuid. Voor voormalig Zuideramstel betekent dit een verruiming van de mogelijkheden voor horeca-ondernemingen, bijvoorbeeld door de regeling voor mengformules en de pilot gevelbanken. De gebiedsgerichte horeca-uitbreiding is voor de wijken in voormalig stadsdeel Oud-Zuid minimaal gewijzigd ten opzichte van het Horecabeleid Oud-Zuid 2009 . In dit beleid is gebiedsgerichte uitbreiding van horeca toegevoegd voor wijken in voormalig stadsdeel Zuideramstel.

1.2 Horeca in stadsdeel Zuid Volgens de definitie van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) 2008, gaat het bij een horecabedrijf om:

De voor publiek toegankelijke besloten ruimte waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of eetwaren voor directe consumptie worden bereid of verstrekt; tot een horecabedrijf worden ook gerekend een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.

Onder de reikwijdte van het begrip horecabedrijf vallen onder andere een restaurant, café, cafetaria, snackbar, discotheek, koffiehuis en aanverwante inrichtingen zoals een afhaalrestaurant, ijssalon, buurthuis of sportkantine. Hotels vallen ook onder het begrip horeca, maar het beleid voor hotels in stadsdeel Zuid wordt in een aparte nota uitgewerkt.

Aantal horecavestigingen en spreiding in stadsdeel Zuid Om het aantal horecavestigingen in beeld te brengen zijn er naast een overzicht van de verleende vergunningen door het stadsdeel twee bronnen: de functiekaart van de Dienst Ruimtelijke Ordening (die een beeld geeft van het ruimtegebruik door niet-woonfuncties) en de gegevens uit het Aktiviteitenregister van de Dienst Onderzoek en Statistiek (met name gebaseerd op inschrijving bij de Kamer van Koophandel). Omdat het doel van beide bronnen verschillend is (in kaart brengen van ruimtelijke functies versus inventarisatie van bedrijfseconomische vestigingen en werkgelegenheid), is ook de klasse-indeling en het aantal functies ofwel vestigingen verschillend. Volgens de functiekaartgegevens van Dienst Ruimtelijke Ordening telt stadsdeel Zuid in 2010 ongeveer 749 horecafuncties, waarvan 76 hotels, pensions en andere logiesverzorgende bedrijven, en 673 eet- en drinkgelegenheden. De sterkste concentraties van eet- en drinkgelegenheden bevinden zich in , in de Scheldestraat en langs de Amstelveenseweg. Kaart 1 geeft een beeld van deze ruimtelijke spreiding van horecafuncties over het stadsdeel.

5

Noord-Pijp Museumkwartier

Willemsparkbuurt

Zuid-Pijp

Hoofddorpplein-/Schinkelbuurt Stadion-/Apollobuurt

Rivierenbuurt

Zuidas e.o.

Buitenveldert

Horecavestigingen in stadsdeel Zuid bron: Functiekaart DRO 2010 Overnachten (76) Eten - Drinken - Dansen (673)

Kaart 1: Horecavestigingen in stadsdeel Zuid. De kaart geeft een indicatie van de spreiding van horeca in het stadsdeel. Er kunnen echter afwijkingen op voorkomen.

Volgens het Aktiviteitenregister van Onderzoek en Statistiek telt Zuid begin 2010 in totaal 773 horecavestingen. Hieronder bevinden zich ook 84 hotels en overige logiesverstrekkende bedrijven die grotendeels buiten dit beleidskader vallen. Ook de 109 kantines en cateringbedrijven (waaronder afhaal) vallen deels buiten dit kader. Tot de grootste horecacategorie behoren de eetgelegenheden zoals restaurants, cafetaria s en snackbars ( 412 vestigingen). Daarnaast zijn er in Zuid volgens de hier gehanteerde indeling nog 168 drinkgelegenheden zoals cafés, bars, tearooms, koffiehuizen en coffeeshops. De meeste horecavestigingen bevinden zich in De Pijp (Oude en Nieuwe), het Museumkwartier, en de Rivierenbuurt. Deze gebieden trekken veel bezoekers en hebben (in toenemende mate ) een centrumfunctie.

6

Vestigingen horeca in stadsdeel Zuid naar gebied, per 1-1-2010 hotels, hotel-restaurants, pensions, restaurants, café's, conferentieoord, cafetaria's, coffeeshop, bar, kantines en totaal aantal gebied (zie kaartje) e.d.* snackbars, e.d. tearoom e.d. catering vestigingen

Noord-Pijp 10 117 62 17 206 Zuid-Pijp 10 45 30 12 97 Museumkwartier 32 61 14 12 119 Willemsparkbuurt 8 15 10 10 43 Apollo-/Stadionbuurt 12 31 10 12 65 Hoofddorpplein-/Schinkelbuurt 4 35 16 20 75 Rivierenbuurt 3 58 16 16 93 Buitenveldert 1 35 4 4 44 Zuidas e.o 4 15 6 6 31 totaal aantal vestigingen 84 412 168 109 773 daarin werkzame personen 1527 2197 760 323 4807

* incl. verhuurbedrijf vakantiehuisjes/-appartementen (5x) bron: Activiteitenregister Regio (Arra) Deze tabel geeft een indicatie van het aantal horecavestigingen in het stadsdeel. Er kunnen echter afwijkingen in voorkomen.

Deze nota heeft met name betrekking op de horecavestigingen in de tweede en derde kolom van bovenstaande tabel. Daarom is in onderstaande tabel alleen de ontwikkeling aangegeven van deze beide categorieën voor de afgelopen 10 jaar. Duidelijk zichtbaar is een ontwikkeling van drinkgelegenheden naar eetgelegenheden: een groei van het aantal eetgelegenheden (van 381 naar 412) en een daling van het aantal cafés e.d. (van 219 naar 168). Bij elkaar opgeteld is het aantal vestigingen in deze twee categorieën daarbij wel iets gedaald. Het aantal hierin werkzame personen is echter in beide categorieën toegenomen; er zal dus waarschijnlijk sprake zijn van een intensievere bedrijfsvoering door een toename van het horecabezoek. Naar gebied is het aantal eet- en drinkgelegenheden in de Zuidas en omgeving het meest gestegen (wat voor de hand ligt voor een dergelijk gebied in ontwikkeling).

Ontwikkeling eet- en drinkgelegenheden naar gebied in stadsdeel Zuid, per 1 januari 2000, 2005 en 2010. restaurants, cafetaria's, café's, coffeeshop, bar, snackbars, e.d. tearoom e.d. totaal beide categorieën gebied (zie kaartje) 2000 2005 2010 2000 2005 2010 2000 2005 2010

Noord-Pijp 102 110 117 90 69 62 192 179 179 Zuid-Pijp 47 51 45 34 31 30 81 82 75 Museumkwartier 57 62 61 19 14 14 76 76 75 Willemsparkbuurt 16 17 15 9 8 10 25 25 25 Apollo-/Stadionbuurt 29 27 31 9 9 10 38 36 41 Hoofddorpplein-/Schinkelbuurt 39 34 35 17 17 16 56 51 51 Rivierenbuurt 55 63 58 27 19 16 82 82 74 Buitenveldert 30 32 35 10 8 4 40 40 39 Zuidas e.o 6 9 15 4 5 6 10 14 21 totaal aantal vestigingen 381 405 412 219 180 168 600 585 580 daarin werkzame personen 1827 1783 2197 668 701 760 2495 2484 2957

bron: Activiteitenregister Regio Amsterdam (Arra)

1.3 Doelstellingen en randvoorwaarden horecabeleid stadsdeel Zuid

Bestuurlijke doelstellingen stadsdeel Zuid Het horecabeleid geeft invulling aan het programma-akkoord stadsdeel Zuid 2010-2014 Vernieuwen, Verbinden, Vereenvoudigen . De belangrijkste opgave voor het nieuwe bestuur van stadsdeel Zuid voor de komende jaren is om een bruisend en leefbaar stadsdeel te behouden. Horeca bevordert de levendigheid in het stadsdeel en vormt een aangename voorziening voor bewoners en bezoekers. Winkels, markten, horeca en kleine én grote (internationale) bedrijven zijn een onmisbaar onderdeel

7

van de leefbaarheid en veiligheid van wijken en de aantrekkingskracht van Amsterdam als bruisende stad (Perspectiefnota 2011- 2014, programma 4 Werk, inkomen en economie ). Horeca bevordert een aantrekkelijk vestigingsklimaat en biedt werkgelegenheid. In 2010 waren er bijna 5.000 personen werkzaam in de horecasector in Zuid.

Het huidige bestuur streeft daarnaast minder en vereenvoudigde regels na. Meer ruimte en mogelijkheden voor ondernemers, waarbij van ondernemers wordt verwacht dat zij zichzelf primair verantwoordelijk voelen voor hun zaak, klanten, omwonenden en omgeving in de breedste zin van het woord. De bescherming van het woon- en leefklimaat is een belangrijke randvoorwaarde voor het horecabeleid.

Stedelijke doelstellingen en ontwikkelingen Het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid wil met het horecabeleid tevens bijdragen aan stedelijke en ruimtelijke ontwikkelingen en doelstellingen zoals verwoord in de Structuurvisie Amsterdam 2040 en het project Zuidwaarts. Ook wordt in het horecabeleid rekening gehouden met de stedelijke doelstellingen op het gebied van toerisme. Al deze stedelijke doelstellingen en ontwikkelingen bieden een kader voor het horecabeleid van stadsdeel Zuid.

In de Structuurvisie Amsterdam 2040, waarin keuzes zijn vastgesteld voor de ruimtelijke ontwikkelingen van de stad, worden verschillende ruimtelijke ontwikkelingen beschreven die in en om Amsterdam te herkennen zijn; de zogenaamde ruimtelijke bewegingen. Eén van deze bewegingen wordt gekenmerkt als de uitrol van het centrumgebied : het hoogstedelijke centrumgebied wordt steeds intensiever gebruikt en breidt zich uit. Voor stadsdeel Zuid betekent dit dat er vanuit de een steeds groter deel van het stadsdeel in het succesvolle stedelijke centrummilieu komt te liggen. Vanaf de andere kant brengt de Zuidas-ontwikkeling een nieuwe stedelijke dynamiek in Zuid.

Om de toenemende stedelijkheid te geleiden, moeten zogenaamde stadsstraten en - pleinen verbeterd en ontwikkeld worden. Stadsstraten en - pleinen zijn in het algemeen de ruimere, drukkere straten en pleinen in of tussen buurten. Het zijn de visitekaartjes van de stad. Ze hebben nagenoeg altijd een belangrijke winkel- of horecafunctie. Ook hebben ze meestal een belangrijke verkeersgeleidende functie. Stadsstraten en - pleinen verbinden (potentiële) hoogstedelijke gebieden definitief met het centrummilieu. Stadsstraten kunnen onder andere ontwikkeld worden door het voorzieningenaanbod te verruimen en diversifiëren, onder andere door toevoeging van horecavoorzieningen. In een aantal gevallen is hiervoor bestemmingswijziging nodig. Een overzicht van de stadsstraten en -pleinen in stadsdeel Zuid is in bijlage 1 te vinden.

Het Project Zuidwaarts is een samenwerking en denktank gericht op de stedelijke en ruimtelijke ontwikkelingen in en om Amsterdam Zuid. In het kader van dit project heeft de Dienst Ruimtelijke Ordening een onderzoek gedaan naar succesvolle vestigingsplekken voor (creatieve) ondernemingen. Belangrijke kansen voor het versterken van het vestigingsklimaat liggen volgens onderzoek in het verbinden van vrijetijdsmilieus. Vrijetijdsmilieus zijn gebieden waar mensen eten, drinken, winkelen en welke door dagjesmensen en toeristen graag bezocht worden om te recreëren. Verbindingen tussen vrijetijdsmilieus kunnen worden gecreëerd door economische functies (horeca of winkels) in de plint (de begane grond van een bouwblok) langs doorgaande wegen of schakelverbindingen tussen vrijetijdsmilieus aan te brengen. Een kaart en overzicht van vrijetijdsmilieus en potentiële schakelverbindingen in stadsdeel Zuid zijn in bijlage 2 opgenomen.

In het meest recente toeristische beleidskader van Economische Zaken, Gemeente Amsterdam, zet Amsterdam in op het meer spreiden van het toerisme over Amsterdam. Momenteel is het toerisme in Amsterdam geconcentreerd in stadsdeel Centrum en op en rond het . Voor stadsdeel Zuid betekent dit dat op en rond het Museumplein er voldoende horecavoorzieningen moet worden gecreëerd. Voor het spreiden van het toerisme heeft het college ingezet op die gebieden die het meest geschikt zijn voor toeristische ontwikkeling. Voor stadsdeel Zuid is gebiedsdeel De Pijp hiervoor aangewezen. Het gebied kan profiteren van de verwachte groei van bezoekers van het Museumplein, wanneer de bezoekers van het Museumplein het horeca-aanbod in De Pijp weten te vinden. Om dat te bereiken wordt horeca-uitbreiding langs de verbindingswegen tussen Museumplein en De Pijp mogelijk gemaakt. Om bij te dragen aan de stedelijke doelstelling spreiding van toerisme zet stadsdeel Zuid tevens in op horeca-uitbreiding voor het evenementengebied op en rond het

8

Olympisch gebied dat naar verwachting de aankomende jaren meer toeristen en bezoekers zal gaan trekken.

Randvoorwaarde Het is de ambitie van het bestuur van Zuid om met dit horecabeleid bij te dragen aan de bestuurlijke en stedelijke doelstellingen, zonder dat het woon- en leefklimaat in buurten onevenredig onder druk komt te staan. Randvoorwaarde is daarom de bescherming van het woon- en leefklimaat. In het horecabeleid wordt ter bescherming van het woon- en leefklimaat op basis van de APV een onderscheid gemaakt tussen dag-, avond- en nachtzaken, waarbij de verwachte invloed op het woon- en leefklimaat oploopt naarmate de sluitingstijd later wordt. In bestemmingplannen wordt ter bescherming van het woon- en leefklimaat ook een categorisering aangebracht naar type horeca (zie paragraaf 3.2). Deze categorisering vindt zijn grondslag in ruimtelijk en sociaal relevante aspecten als ruimtelijke uitstraling, verkeersaantrekkende werking, invloed op directe (woon)omgeving, geluid- en stankoverlast en sociale veiligheid. Ook wordt in dit horecabeleid ter bescherming van het woon- en leefklimaat het toezicht op en de handhaving van horecabedrijven beschreven (zie hoofdstuk 5).

De doelstellingen van het horecabeleid kunnen op basis van bovenomschreven ambities en ontwikkelingen als volgt worden omschreven: het verlevendigen en aantrekkelijker maken van stadsdeel Zuid en het verruimen van mogelijkheden voor ondernemers, zonder dat het woon- en leefklimaat onder onevenredige druk komt te staan.

Daarnaast wordt met het horecabeleid een bijdrage geleverd aan de ruimtelijk-economische doelstelling om stadsstraten en -pleinen te ontwikkelen, vrijetijdsmilieus met elkaar te verbinden en het toerisme in het stadsdeel te stimuleren.

1.4 Besluitvormingsproces Dit horecabeleid is tot stand gekomen op basis van gesprekken met interne en externe experts en betrokkenen en bestudering van relevante publicaties en beleidskaders.

Dit horecabeleid moet worden vastgesteld door zowel de deelraad als de burgemeester van Amsterdam: de bevoegdheid tot het vaststellen van het ruimtelijk planologische deel van deze nota is gelegen bij de deelraad van Zuid; de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels voor horeca in het kader van de toetsing aan het woon- en leefklimaat en ten behoeve van het toezicht (waaronder ook wordt begrepen vergunningverlening) is gelegen bij de burgemeester.

De planning van het besluitvormingsproces is globaal als volgt: Inspraak concept horecabeleid 2e kwartaal 2011 Advisering definitief horecabeleid door Commissie Samenleving 4e kwartaal 2011 Vaststelling definitief horecabeleid door deelraad 4e kwartaal 2011 Vaststelling definitief horecabeleid door burgemeester 4e kwartaal 2011

1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de verschillende juridische kaders van toepassing op horeca kort weergegeven. Hoofdstuk 3 beschrijft vervolgens het algemene horecabeleid voor stadsdeel Zuid. Hierin wordt onder andere aandacht gegeven aan openingstijden en horecacategorieën. Daarna staat in hoofdstuk 4 het gebiedsgerichte horecabeleid centraal. In dit hoofdstuk worden de keuzes gemaakt op welke locaties en in welke vorm horeca-uitbreiding wenselijk is. Het horecabeleid wordt afgesloten met een hoofdstuk over toezicht en handhaving.

9

2 Juridisch kader

Hoewel op horecabedrijven vooral landelijke en stedelijke kaders van toepassing zijn, heeft het stadsdeel de ruimte om een eigen horecabeleid vorm te geven. Hieronder worden de verschillende kaders en bevoegdheden beschreven.

Landelijke wetgeving Horeca raakt verschillende landelijke wet- en regelgeving. Hiervan zijn de belangrijkste: Drank- en horecawet: deze wet stelt eisen aan de verkoop en distributie van alle alcoholhoudende dranken. Horeca-inrichtingen waar alcoholhoudende drank wordt geschonken, zijn verplicht een drank- en horecavergunning aan te vragen; Wet milieubeheer/Activiteitenbesluit: horeca-inrichtingen vallen over het algemeen onder het Activiteitenbesluit. Hierin zijn onder meer geluidsvoorschriften opgenomen; Tabakswet: op grond van deze wet mag er per 1 juli 2008 niet meer gerookt worden in horecagelegenheden.1

Stedelijke kaders en bevoegdheden Op basis van artikel 174 van de Gemeentewet is het toezicht (waaronder vergunningverlening) op openbare samenkomsten en op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven een bevoegdheid van de burgemeester. Ook het vaststellen van beleidsregels ten behoeve van de uitvoering van deze bevoegdheid ligt bij de burgemeester.

Volgens de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (APV) toetst de burgemeester een aanvraag om exploitatievergunning aan een aantal criteria, waaronder de invloed van het voorgenomen bedrijf op het woon- en leefklimaat en de planologische inpasbaarheid. De APV biedt ten aanzien van horeca kaders voor onder andere: exploitatie-eisen aan een horecabedrijf; bijzondere weigeringsgronden; openingstijden; terrassen.

Bevoegdheden stadsdeel De bovenbeschreven bevoegdheid van de burgemeester is gemandateerd aan de stadsdeelvoorzitters. Zij verlenen de exploitatievergunningen onder verantwoordelijkheid van de burgemeester.

In bestemmingsplannen van het stadsdeel is vastgelegd waar, wat voor typen horecagelegenheden zijn toegestaan. Indien een aanvraag voor een nieuwe horeca-exploitatie of ondersteunende horeca niet mogelijk is binnen het geldende bestemmingsplan, kan het stadsdeel op grond van het horecabeleid onder voorschriften afwijken van het bestemmingplan met een omgevingsvergunning. Dit is een bevoegdheid van het dagelijks bestuur. Uitzondering vormen de bestemmingsplannen van grootstedelijke gebieden. De centrale stad heeft in deze gebieden de bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van de bestemmingsplannen.In stadsdeel Zuid liggen grootstedelijke gebieden, zoals de Zuidas. De omvang van de om te zetten bestemming zoals vastgelegd in het bestemmingspan is leidend voor de maximale toegestane oppervlakte van een nieuwe horecavestiging wanneer die in strijd is met het bestemmingsplan. Voor de maximale oppervlaktemaat voor horecavestigingen wordt in eerste instantie uitgegaan van de maximale maat zoals deze in het bestemmingsplan is aangegeven voor niet-woonfuncties. Deze variëren uiteraard per bestemmingsplan. Indien de maximaal toegestane oppervlakte zoals aangegeven in het bestemmingsplan ten aanzien van niet-woonfuncties groter is dan 500m², dan gelden de volgende maximale oppervlaktematen voor het eventueel nieuw te vestigen horecabedrijf: voor horecavestigingen gelegen langs het hoofdnet auto (zie bijlage 3) mag de bruto vloeroppervlakte maximaal 400m² bedragen (inclusief eventueel in de kelder of souterrain gelegen keukens, toiletten en/of berging);

1 In het gedoog- en regeerakkoord dat VVD, CDA en PVV in 2010 zijn overeengekomen, is aangegeven dat het rookverbod in de kleine horeca wordt opgeheven.

10

voor horecavestigingen gelegen op of direct aangrenzend gelegen langs het Museumplein mag de bruto vloeroppervlakte maximaal 500m² bedragen (inclusief eventueel in de kelder of souterrain gelegen keukens, toiletten en/of berging); voor horecavestigingen gelegen langs alle overige wegen en locaties mag de bruto vloeroppervlakte maximaal 300m² bedragen (inclusief eventueel in de kelder of souterrain gelegen keukens, toiletten en/of berging).

Omgekeerd kan het horecabeleid als beleidskader dienen voor het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen. Hoe deze vertaling exact plaats vindt, is afhankelijk van welke flexibiliteit voor het gebied wenselijk is. Er zijn in hoofdlijnen drie mogelijkheden: 1. Heel gericht direct bestemmen in het bestemmingsplan (bestemming horeca of het opnemen van een aanduiding horeca); 2. De functie horeca niet specifiek bestemmen, maar mogelijk maken met een bestemming, waarin meerdere functies mogelijk zijn; 3. Het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid, waarmee geanticipeerd kan worden op toekomstige verzoeken.

Samengevat zijn de APV en bestemmingsplannen van het stadsdeel de twee belangrijkste juridische kaders voor dit horecabeleid.

In dit horecabeleid wordt niet ingegaan op de wetgeving die ook op horecabedrijven van toepassing is, en waarop door het stadsdeel wordt gehandhaafd of worden toegepast voor diverse vergunningaanvragen, zoals: Drank- en horecawet; Wet milieubeheer; Wet Bibob; Wet op de kansspelen; Bouwverordening Amsterdam; Wabo (omgevingsvergunning).

Dit horecabeleid vormt ook uitdrukkelijk geen beleidskader voor hotels. Het kader voor hotels wordt gevormd door stedelijk beleid. Het stadsdeel kan aanvullende kaders opstellen om hotelinitiatieven te toetsen en te begeleiden. Stadsdeel Zuid wil deze kaders in relatie tot het beleid op het gebied van uitgaan en ondernemen in een hotelnota uitwerken. Ook de terrasregels zijn niet in dit beleid opgenomen; deze zijn verwoord in de Beleidsregels terrassen stadsdeel Zuid 2011 .

11

3 Algemeen horecabeleid

3.1 Openingstijden De APV 2008 maakt een onderscheid in openingstijden voor alcoholvrije en alcoholverstrekkende horecazaken.

In stadsdeel Zuid gelden, conform de APV 2008 voor alcoholvrije horecazaken de volgende openingstijden (artikel 3.13)2:

Alcoholvrije bedrijven Door de week Van 07:00 tot 01:00 uur Weekeinde Van 07:00 tot 03:00 uur

Bij alcoholverstrekkende bedrijven wordt onderscheid gemaakt in dag-, avond- en nachtzaken. In stadsdeel Zuid gelden, conform de APV 2008, voor alcoholverstrekkende horecazaken de volgende openingstijden (artikel 3.12):

Alcoholverstrekkende bedrijven Dagzaken Avondzaken Nachtzaken

Door de week Van 07:00 tot 01:00 uur Van 09:00 tot 03:00 uur Van 09:00 tot 04:00 uur Weekeinde Van 07:00 tot 03:00 uur Van 09:00 tot 04:00 uur Van 09:00 tot 05:00 uur

Dagzaken Het grootste deel van alle horecazaken zijn dagzaken. Dagzaken kunnen een positieve impuls geven aan straten, buurten en wijken. Veel Amsterdammers wonen graag op plekken waar economische functies, zoals winkels en horeca, in de directe nabijheid te vinden zijn. Veel (creatieve) ondernemers vestigen zich graag in omgevingen waar s middags kan worden geluncht en s avonds voldoende gelegenheid is voor dineren en ontmoeting. Tevens kan horeca bijdragen aan de sociale cohesie en sociale veiligheid in buurten. De aanwezigheid van mensen op straat, dan wel op een terras of met zicht op straat vanuit een restaurant of lunchroom kan er voor zorgen dat een omgeving als minder anoniem wordt ervaren en bijdragen aan een gevoel van veiligheid.

Avondzaken Horeca met langere openingstijden (avondzaken) kunnen bijdragen aan de internationale uitstraling en allure van het stadsdeel en daarmee van Amsterdam. Stadsdeel Zuid telt momenteel 15 avondzaken.

Het dagelijks bestuur biedt ondernemers de mogelijkheid om een dagzaak om te zetten in een avondzaak. Een omzetting van een dag- naar een avondzaak is alleen mogelijk voor alcoholverstrekkende bedrijven aan het Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV (zie bijlage 3) in een aantal specifieke gebieden: 1. De Zuidas; 2. Het gebied ten noorden van de ringweg Zuid A10 In andere gebieden zou omzetting naar een avondzaak en daarmee verruiming van de sluitingstijden het woon- en leefklimaat te veel belasten.

Bij het bepalen of en waar omzetting in een avondzaak in bovenstaande gebieden mogelijk is, wordt rekening gehouden met: de druk op het woon- en leefklimaat (onder andere door het bestaande aantal avond- en nachtzaken); openbare orde en veiligheid (onder andere een goede aan- en afvoer van publiek moet mogelijk zijn); de kwaliteit van de horecazaak (bij voorkeur nieuwe, eigentijdse horeca die past in de omgeving en een aanvulling is op bestaande horecaconcepten in de stad).

2 Op centraal stedelijk niveau speelt de discussie de openingstijden vrij te geven. Afhankelijk van de uitkomst hiervan zal het staddeel bepalen welke openingstijden in het stadsdeel gelden.

12

Voor de verdere uitwerking van het aantal toegestane avondzaken in deze specifieke gebieden wordt verwezen naar het gebiedsgericht horecabeleid in hoofdstuk 4. Hierin wordt per gebied het maximum aantal omzettingen aangegeven.

Kaart 2: Avondzaken in stadsdeel Zuid.

Nachtzaken Naast dag- en avondzaken beschrijft de APV 2008 ook het type nachtzaak . Een nachtzaak heeft later openingstijden dan de avondzaak en is hoofdzakelijk in gebruik of bestemd voor het bieden van dansgelegenheid. Op dit moment zijn er nog geen nachtzaken in stadsdeel Zuid.

Het huidige bestuur wil nachtzaken op een paar specifieke locaties toestaan: het industriegebied Schinkel (maximaal 2 nachtzaken) en het Stadionplein (westzijde van de Amstelveenseweg, maximaal 3 nachtzaken). Ook in het gebied Zuidas (grootstedelijk gebied, onder regie van de centrale stad) zijn nachtzaken toegestaan.

3.2 Horecacategorieën Om een gerichter horecabeleid te voeren, zal stadsdeel Zuid in (nieuwe) bestemmingsplannen horecacategorieën hanteren3. Doel van deze categorie-indeling is om gericht horecabeleid mogelijk te maken, waarbij enerzijds het woon- en leefklimaat kan worden beschermd en anderzijds om gericht wenselijke uitbreiding van horeca mogelijk te maken met uitsluiting van ongewenste

3 Voor bestaande bestemmingsplannen geldt dat waar de bestemming Horeca is opgenomen zonder dat daar een categorie aan is toegekend, in beginsel alle horecacategorieën zijn toegestaan. Slechts in de gevallen dat een horecavestiging zich wil vestigen op een andere bestemming dan horeca, is het mogelijk om in het kader van de belangenafweging voor afwijking van het bestemmingsplan de horecacategorieën te hanteren ut dit horecabeleid. Dit geldt dus alleen in geval van strijd met het vigerende bestemmingsplan.

13

horecacategorieën. Deze systematiek is al eerder geïntroduceerd in voormalig stadsdeel Oud-Zuid en in stadsdeel Centrum waar het goed heeft gewerkt.

Categorie-indeling Uitgangspunt van de categorie-indeling (zie onderstaande tabel) is de belasting van het woon- en leefklimaat. Horeca II (onder andere discotheek / dansclub) veroorzaakt doorgaans de meeste overlast voor het woon- en leefklimaat, gevolgd door Horeca I (onder andere snackbar, shoarmazaak) en Horeca III (onder andere café, bar). Horeca IV (restaurant, eetcafé) veroorzaakt over het algemeen de minste overlast. Deze categorisering vindt zijn grondslag in ruimtelijk en sociaal relevante aspecten als ruimtelijke uitstraling, verkeersaantrekkende werking, invloed op directe (woon)omgeving, geluid- en stank overlast en sociale veiligheid. Een horecabedrijf met meer dan één activiteit valt onder de categorie die de meeste overlast veroorzaakt.

Om de lichtste categorie, Horeca IV, verder te specificeren, is deze categorie opgesplitst in een horecacategorie IV A (restaurant, eetcafé) en IV B (lunchroom, ijssalon, koffiehuis, theehuis, juicebar).4 Een eetcafé levert een andere belasting op voor het woon- en leefklimaat, dan een lunchroom of koffiehuis. Koffiehuizen en lunchrooms sluiten doorgaans in Amsterdam aan het begin van de avonduren terwijl de restaurants en eetcafés pas sluiten aan het eind van de door de APV voorgeschreven uren (1.00 uur doordeweeks, 3.00 uur in het weekend). Een deel van de voorgestelde horeca-uitbreiding in dit horecabeleid heeft daarbij voor bepaalde gebieden tot doel om het vestigingsklimaat te versterken. Hierbij wordt dan gedacht aan daggerelateerde horeca, zoals lunchgelegenheden en koffiegelegenheden.

Categorie: definitie Inrichting Activiteit

Horeca I: een inrichting die Fastfood restaurant Verkoop van fastfood geheel of in overwegende mate Cafetaria etenswaren al dan niet voor fastfood producten verstrekt, Snackbar consumptie ter die ter plaatse kunnen worden Automatiek plaatse. genuttigd dan wel afgehaald Loketverkoop kunnen worden. Shoarmazaak Horeca II: een inrichting die Dancing/discotheek Ten gehore brengen van geheel of in overwegende mate Zaalverhuurbedrijf muziek en het gelegenheid gericht is op het bieden van Sociëteit geven tot dansen. vermaak en ontspanning, al dan (Dans)club Verhuur van zalen aan niet met levende muziek en al (besloten) gezelschappen dan niet met verstrekking van inclusief de verkoop van dranken en kleine etenswaren. dranken en spijzen. Horeca III: een inrichting die Café Verstrekken van (sterke) geheel of in overwegende mate Bar dranken. gericht is op het verstrekken Cocktailclub In ondergeschikte mate ten van alcoholische dranken, of gehoren brengen van muziek anderzijds de uitstraling hebben en het gelegenheid geven tot van een café. dansen.5 Horeca IV = IV A + IV B Horeca IV A: Een inrichting die Restaurant Verkoop van ter plaatse bereide geheel gericht is op het Eetcafé Etenswaren. verstrekken van maaltijden of In ondergeschikte mate ten etenswaar, die uitsluitend ter gehoren brengen van muziek plaatse aan tafel genuttigd en het gelegenheid geven tot worden, en in zoverre deze dansen. inrichting niet valt onder de categorieën Horeca I en III.

4 Na veel reacties in de inspraakperiode van het Horecabeleid Oud-Zuid 2009 naar aanleiding van de categorie-indeling, is onderscheid gemaakt tussen Horeca IVA en IVB vanwege het verschil in belasting voor het woon- en leefklimaat. 5 Horeca III en IVA: muziek en dansen moeten ondergeschikt zijn aan de primaire activiteit. Dit moet tot uiting komen in het Bedrijfsplan. Zo mag de dansvloer niet groter zijn dan 20% van de bruto vloeroppervlakte en er mag geen entreegeld worden geheven.

14

Horeca IV B: Een inrichting die Lunchroom Verkoop van kleine etenswaren, gericht is op het verstrekken Koffie-/theehuis consumptie-ijs voor gebruik ter van alcoholvrije dranken, dan IJssalon plaatse, sandwiches, lunches, wel van kleine etenswaren (niet Juicebar dan wel van alcoholvrije vallende onder de dranken als koffie, thee, sap. horecacategorie I), sandwiches en ijswaren.

Nieuwe trends en ontwikkelingen in de horeca De afgelopen jaren is onduidelijkheid ontstaan over wat de grenzen zijn tussen de horecacategorieën. Dit heeft onder andere te maken met nieuwe trends, concepten en formules van creatieve ondernemers waar de regelgeving niet in voorziet. Nieuwe trends zijn onder andere: cafés en restaurants waar een dj live optreedt waarbij soms kan worden gedanst of waar na 23.00 uur de stoelen en tafels aan de kant worden gezet om dansgelegenheid te bieden; (thema)feesten met een besloten karakter in een horecagelegenheid. Deze nieuwe ontwikkelingen pasten niet eenduidig binnen de bestaande horecacategorieën, en roepen vragen op als: is dansen toegestaan in panden die in bestemmingsplannen niet expliciet voor dansen aangewezen zijn? voor welke activiteiten is zaalverhuur toegestaan? Hieronder wordt aangegeven wat is toegestaan met betrekking tot dansen in een restaurant of café en zaalverhuur.

Dansen in een restaurant of café Er wordt regelmatig de mogelijkheid tot dansen geboden in andere zaken dan discotheken. Dansen in een café of restaurant is niet verboden als dat past binnen het karakter van het café of restaurant. Dat moet bijvoorbeeld uit het bedrijfsplan blijken. Zodra de zaak het karakter van een discotheek of zalenverhuur krijgt, zoals bij het heffen van entreegeld of wanneer de dansvloer groter is dan 20% van de bruto vloeroppervlakte, is er sprake van horeca II. In het kader van het bestemmingsplan is dan een zwaardere toetsing aan de orde. Getoetst wordt op mogelijke aantasting van het woon- en leefklimaat. In het Activiteitenbesluit wordt geregeld dat er geen geluidsoverlast door muziek mag ontstaan, ongeacht de horecacategorie. Muziek ten gehore gebracht door dj s was in het verleden verbonden met het op grote schaal dansen (horeca II), maar er zijn nu vele formules waarbij een dj in een café optreedt, zonder dat er gedanst wordt. Voor toekomstige bestemmingsplannen moeten de definities van de horecacategorieën zoals gehanteerd in dit horecabeleid worden opgenomen in de regels, zodat dergelijke concepten mogelijk worden gemaakt.

Zaalverhuur Zaalverhuur komt in verschillende vormen voor, voorziet in verschillende behoeften (van vergadering tot feest), en geeft een verschillende mate van overlast. Het is wenselijk om deze verschillende vormen van zaalverhuur mogelijk te maken. Hieronder worden vijf verschillende vormen van zaalverhuur beschreven, waarbij wordt aangegeven welke functie in het bestemmingsplan en welke exploitatievergunning hierbij horen. De vijf categorieën onderscheiden zich wat betreft: het doel van de bijeenkomst waarvoor een zaal gehuurd wordt; het karakter van de ruimte die verhuurd wordt; de omvang van de groep waarvoor een zaal verhuurd wordt. Overigens moet bij iedere vorm van zaalverhuur waar alcoholhoudende dranken worden verstrekt, worden voldaan aan de vereisten van de Drank- en Horecawet.

1. Bijeenkomst voor opleidingen of van zakelijke aard Het verhuren van ruimte ten behoeve van opleidingen of bijeenkomsten van zakelijke aard (zoals congressen, cursussen, workshops) wordt gezien als een kantoorfunctie. Overlast komt daarbij niet of nauwelijks voor. De activiteiten vinden bijna altijd overdag plaats en zijn niet openbaar toegankelijk en het schenken van drankjes in de pauze of na afloop is alleen mogelijk als onderdeel van de hoofdactiviteit. Bestemmingsplan: kantoorfunctie Exploitatievergunning: niet nodig

15

2. Bijeenkomst van sociaal-culturele aard Het verhuren van een ruimte voor bijeenkomsten van verenigingen en buurtvergaderingen (zoals vaak in buurthuizen gebeurt) wordt gezien als een bijeenkomst van sociaal-culturele aard. De bijeenkomst is vaak besloten en soms zijn belangstellenden welkom wat doorgaans wordt aangekondigd middels een oproep in de krant. Als daarbij in beperkte mate drank wordt verkocht, kan bijvoorbeeld een buurthuis een exploitatievergunning voor additionele horeca krijgen (zie paragraaf 3.3). De kans op overlast is kleiner dan bij een normaal café. De bijeenkomsten eindigen meestal ver voor middernacht, met een eventuele uitloop als er na afloop nog de mogelijkheid is een drankje te nuttigen. In een buurthuis is men meestal binnen een uur na afloop van de bijeenkomst weer vertrokken, waarmee aan de voorschriften voor additionele horeca wordt voldaan. Bestemmingsplan: maatschappelijke functie Exploitatievergunning: dagzaak met beperkende voorschriften additionele horeca (zie paragraaf 3.3)

3. Bijeenkomsten in een gebouw met een duidelijke horecacomponent, niet zijnde een café of restaurant Het verhuren van een ruimte voor bijeenkomsten en/of feesten waarbij (na afloop) kan worden gegeten of gedronken gaat weer een stap verder. Zodra tegen betaling op grotere schaal en structureel eten en/of drinken wordt geserveerd, ook los van de kantoor- of cultuurfunctie, wordt de grens overschreden van additionele horeca. Een exploitatievergunning is dan vereist. Afhankelijk van de soort bijeenkomsten waarvoor zalenverhuur plaatsvindt, wordt bekeken welke exploitatievergunning aan de orde is. Bestemmingsplan: horecafunctie (Horeca III, Horeca IV of Horeca C, zie paragraaf 3.4) Exploitatievergunning: dag- of avondzaak

4. Verhuren van ruimte in een café of restaurant Het verhuren van ruimte in een café of restaurant voor bijvoorbeeld een afscheidsborrel, verjaardag, jubileum, trouwreceptie, diner of feest wordt binnen de gebruikelijke voorschriften van de exploitatie toegestaan. Alle tafels van een restaurant reserveren, maakt het restaurant voor een avond min of meer een besloten gelegenheid. Een exploitant kan zelf beoordelen of het de goede naam van de zaak schaadt als dat te vaak voorkomt. Deze vorm van zalenverhuur wijkt niet wezenlijk af van de normale exploitatie als café of restaurant en heeft daarmee ook dezelfde kans op overlast. Bestemmingsplan: horecafunctie (Horeca III, Horeca IV, of Horeca C, zie paragraaf 3.4) Exploitatievergunning: dag- of avondzaak

5. Verhuur van ruimtes voor feesten en partijen De zwaarste vorm van zalenverhuur is die waarbij structureel ruimtes worden verhuurd ten behoeve van feesten voor grotere groepen, al dan niet besloten of tegen entreegeld. Bij deze vorm is in de regel sprake van (live) muziek, waarbij gedanst wordt tot een laat tijdstip. De kans op overlast van komend en vertrekkend publiek is hier het grootst, de sociale binding tussen de bezoekers is bij niet besloten feesten kleiner. Een dergelijke vorm van zalenverhuur lijkt op een discotheek en vraagt om de zwaarste toetsing, zowel ruimtelijk als wat exploitatievergunning betreft. In de exploitatievergunning kunnen eventuele voorschriften worden opgenomen ter voorkoming of vermindering van overlast. Bestemmingsplan: Horeca II Exploitatievergunning: dag- of avondzaak

3.3 Mengformules en additionele horeca Onder mengformules en additionele horeca vallen alle vormen van niet-zelfstandige horeca op locaties zonder planologische hoofdbestemming horeca. Een onderscheid wordt gemaakt tussen: Mengformules: winkels, kantoren (met een publieks- of baliefunctie), dienstverlenende bedrijven, grootschalige detailhandel concepten, verzorgingstehuizen en ziekenhuizen die geen planologische bestemming horeca hebben waarbij een deel van het vloeroppervlak gebruikt wordt voor het tegen vergoeding schenken van dranken en/of verstrekken van spijzen voor directe consumptie. Bijvoorbeeld een bakker met een koffiehoek of een meubelwinkel met een eetgelegenheid. Additionele horeca: maatschappelijke, culturele en sportieve voorzieningen, waarbij een deel van het vloeroppervlak van de voorziening gebruikt wordt voor het tegen vergoeding schenken van dranken en/of verstrekken van spijzen voor directe consumptie. Bijvoorbeeld een sportkantine of een museumrestaurant voor bezoekers. Voor mengformules en additionele horeca bestaan speciale criteria en regels.

16

Mengformules De laatste jaren is een toenemende vraag te zien naar winkelconcepten met een horecadeel. In deze winkel- of kantoorconcepten worden meerdere, uiteenlopende, activiteiten gecombineerd in één onderneming. Ondernemers spelen hiermee in op het veranderende consumentengedrag zoals recreatief winkelen of funshoppen. Consumenten komen steeds meer naar winkelgebieden om een dag(deel) te winkelen en zoeken tussen het winkelen door naar een rustpunt. Ondernemers kunnen een dergelijk rustpunt bieden door een zitruimte in te richten en gelegenheid te bieden voor het consumeren van dranken en etenswaren. Mengformules leveren ook een bijdrage aan een positief vestigingsklimaat voor (startende) ondernemers, omdat het de mogelijkheid biedt om bedrijfsactiviteiten uit te breiden. Dit bevordert de overlevingskansen van bijzondere en specialistische winkels. Dit heeft tot gevolg dat de gevarieerdheid van het winkelaanbod in stand blijft of wordt vergroot. Mengformules zijn in stadsdeel Zuid mogelijk zowel mét als zonder exploitatievergunning. Hierbij gelden verschillende voorschriften.

Mengformules zonder exploitatievergunning Op basis van artikel 3.9 APV (2008), en het besluit van de burgemeester van oktober 1997, nr. 9715676 is er géén exploitatievergunning vereist als een mengformule voldoet aan de volgende voorschriften: 1. Het horecagedeelte wordt als dienstverlening gezien voor winkelend publiek; 2. Het horecagedeelte door dezelfde ondernemer wordt geëxploiteerd; 3. Men voor de horeca-activiteiten geen andere openingstijden claimt dan voor de winkel; 4. De mengformule alcoholvrij is; 5. Het horecagedeelte kleiner dan 20 m² is.

Mengformules met exploitatievergunning Voor mengformules met een horecagedeelte dat groter is dan 20 m² geldt wel een vergunningseis. Een exploitatievergunning wordt afgegeven als een mengformule naast de voorschriften zoals door de burgemeester gesteld (1 t/m 4) ook voldoet aan de volgende criteria:

1. Het deel van het netto verkoopvloeroppervlakte dat in gebruik is als horeca mag bij de mengformule ten hoogste 30% van dat netto verkoopvloeroppervlakte bedragen, tot een maximum van 30m². Toelichting: om ervoor te zorgen dat het horecadeel van ondergeschikt belang is en blijft, is aan de mengformule een maximaal vloeroppervlak verbonden dat afhankelijk is van de oppervlakte van de winkel die toegankelijk is voor het publiek, met andere woorden de ruimte waarin de producten worden verkocht (het netto verkoopvloeroppervlakte).

Voorbeeld bij bovenstaande oppervlakte criteria: Netto verkoopvloer in m² Mengformule in m² 60 18 67 20 80 24 100 30 100 30

2. De mengformule dient te passen binnen de categorie koffie- en theeschenkerij, lunchroom, ijssalon en dergelijke (in overeenstemming met horecacategorie IV B). Toelichting: een mengformule met activiteiten die overeenkomen of lijken op café, fastfood, nachtzaak, discotheek of zalenverhuur, is niet toegestaan. Uitgesloten van het voeren van een mengformule zijn smartshops, speelautomatenhal, seksinrichting, en bezorgbedrijven. Bij bovengenoemde functies is de vermenging van functie met horeca ongewenst.7

6 Op grond van artikel 3.9 van de APV 2008 heeft de burgemeester de mogelijkheid om de eis van het hebben van een exploitatievergunning niet van toepassing te verklaren. Een van de belangrijkste afwegingen om de vergunningeis buiten toepassing te laten is, dat de horeca-activiteit een zodanig beperkte omvang heeft en ondergeschikt van aard is dat geen invloed op het woon- en leefklimaat mag worden verwacht. De burgemeester heeft in 1997 enige soorten horecabedrijven aangewezen waarvoor geen exploitatievergunningplicht geldt. Het thans nog geldende besluit van oktober 1997 (nr. 971567) wordt begin 2011 vervangen door een nieuw besluit. Een onderdeel van dit besluit kan zijn een wijziging ten aanzien van de gestelde voorschriften en uitbreiding van de horeca-activiteiten. 7 In alle bestemmingsplannen waar het gebruik van panden ten behoeve van niet-woonfuncties (detailhandel, bedrijven, dienstverlening, etc.) wordt toegestaan, zijn verboden opgenomen voor gebruiksvormen die weliswaar passen binnen de

17

3. Het horecagedeelte van de mengformule mag geen eigen ingang aan de straat hebben en mag geen terras exploiteren. Toelichting: een eigen ingang maakt van de mengformule zelfstandige horeca. Indien wel een terras zou worden toegestaan, krijgt de mengformule de visuele uitstraling van horeca en is het horecagedeelte nauwelijks meer ondergeschikt aan de hoofdfunctie. Wel wordt in stadsdeel Zuid bij mengformules een gevelbank toegestaan (zie hieronder).

Als aan één of meerdere van bovenstaande criteria niet wordt voldaan dan is geen sprake van een mengformule (met exploitatievergunning) in de zin van deze beleidsnota, maar van horeca als hoofdactiviteit.

Het bestemmingsplan voor mengformules Wanneer het bestemmingsplan geen mengformule toestaat, dan is er een planologische procedure noodzakelijk. Hieraan zal worden meegewerkt wanneer de aanvraag voor de mengformule voldoet aan de gestelde criteria. Op basis van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met artikel 4 uit bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, bestaat de mogelijkheid af te wijken van het geldende bestemmingsplan.

Gevelbank pilot voor mengformules Een mengformule mag op basis van genoemde criteria geen terras exploiteren. Het dagelijks bestuur wil voor mengformules wel de mogelijkheid creëren om een gevelbank te plaatsen. De ervaringen en resultaten van pilots in stadsdeel Centrum met gevelbanken voor horeca in smalle straten waren positief. Gevelbanken dragen bij aan de sociale veiligheid op straat.

Het nut van gevelbanken voor de stad Amsterdam wordt ook door B&W van Amsterdam erkend. Zo heeft het college van B&W op 18 december 2007 categorieën aangewezen waaronder gevelbanken voor particulieren, waarvoor niet langer het vergunningenvereiste geldt. Voor ondernemers geldt de vergunningsplicht voor het aanwezig hebben van gevelbanken wel. De gevelbank wordt in het stadsdeel al door een aantal mengformules toegepast en deze dragen bij aan de sfeer en uitstraling van Zuid. Het voormalige bestuur van stadsdeel Oud-Zuid is een drie jarige pilot gestart (2009 2011) om te onderzoeken of het toestaan van gevelbanken voor mengformules bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van het stadsdeel en geen ongewenste effecten oproept. Het huidige bestuur van Zuid wil deze pilot voortzetten en gevelbanken op basis van een vergunning mogelijk maken in het stadsdeel onder de volgende voorschriften: 1. Mengformules mogen alleen de gevelbank plaatsen direct aan de gevel; 2. Aan de gevelbank mag niet tegen vergoeding dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt. Is dat wel het geval dan is de gevelbank een terras8; 3. De gevelbank mag niet dieper zijn dan 0,5 meter; 4. De obstakelvrije doorloopruimte op het trottoir mag niet kleiner zijn dan 1,5 meter; 5. De gevelbank moet los op de grond staan (zie artikel 4.2 lid 1 APV 2008)9.

Eind 2011 zal deze pilot worden geëvalueerd. In deze evaluatie zal onder andere worden onderzocht of gevelbanken geen ongewenst effect hebben op het woon- en leefklimaat.

Additionele horeca Additionele horeca is onzelfstandige horeca in instellingen van maatschappelijke, culturele en sportieve voorzieningen, waarbij een deel van het vloeroppervlakte van de voorziening wordt gebruikt voor het tegen vergoeding schenken van dranken en/of verstrekken van spijzen voor directe consumptie. Additionele horeca is altijd ondergeschikt aan de hoofdfunctie. Voorbeelden hiervan zijn: een sportkantine, een foyer in een bioscoop of theater. Additionele horeca is in stadsdeel Zuid mogelijk onder de volgende voorschriften en bepalingen: de voorschriften uit artikel 3.22 APV 2008 worden overgenomen in de exploitatievergunning voor additionele horeca (zie ook voorschriften van artikel 4 van de Drank en Horecawet10); toegestane niet-woonfuncties, maar ongewenst zijn. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan smartshops, speelautomatenhallen, seksinrichtingen, prostitutiebedrijven, telefoneerinrichtingen, internetcafés, geldwisselkantoren etc. 8 Een terras is volgens APV artikel 3.1.2: een buiten de besloten ruimte liggend deel van een horecabedrijf waar zitgelegenheid wordt geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt. 9 Artikel 4.2 lid 1 APV 2008: het is verboden voorwerpen aan te brengen boven of over de weg of vast te maken aan bomen of aan objecten die zijn bestemd voor of gebruikt worden ten behoeve van de openbare dienst.

18

aanvullende bepalingen worden bij het verlenen van de omgevingsvergunning (of in een bestemmingsplan) gesteld aan het vloeroppervlakte dat gebruikt mag worden voor horeca- activiteiten en het verbod op terrasexploitatie is van toepassing.

Regeling additionele horeca (artikel 3.22 APV 2008): 1. Van de vergunning mag uitsluitend gebruik worden gemaakt één uur vóór, tijdens en één uur na de (hoofd)activiteit van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard; 2. De vergunning geldt niet tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen; 3. Het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard mag niet openlijk worden aangeprezen; 4. Het dagelijks bestuur kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard tot ten hoogste driemaal per kalenderjaar ontheffing verlenen van de voorschriften 1 en 3.

Aanvullende ruimtelijke bepalingen additionele horeca stadsdeel Zuid: 5. Het deel van het netto vloeroppervlakte dat in gebruik is als additionele horeca mag ten hoogste 20% van dat netto vloeroppervlak zijn; 6. Horeca op basis van de additionele horecaregeling mogen geen terras exploiteren omdat zij niet functioneren als zelfstandige horeca (hiervoor ontbreekt de noodzakelijke planologische bestemming horeca).

3.4 Cultuur & horeca Voor veel culturele instellingen is een goede horeca-exploitatie vaak noodzakelijk om de exploitatie financieel mogelijk te maken. De meeste culturele instellingen exploiteren horeca als ondergeschikte horeca op basis van de additionele horeca regeling (zie paragraaf 3.3). Deze regeling stelt een aantal beperkende voorschriften aan de horeca exploitatie en staat hiermee in sommige gevallen een goede culturele exploitatie in de weg. Deze beperkingen kunnen alleen worden opgeheven door (gedeeltelijk) zelfstandige horeca voor culturele instellingen mogelijk te maken. Dit kan wanneer een pand (met een maatschappelijke functie, of bestemming cultuur en ontspanning) een (gedeeltelijke) horecafunctie krijgt in het bestemmingsplan.

Het dagelijks bestuur wil culturele instellingen ruimte geven op het gebied van horeca om een goede culturele exploitatie mogelijk te maken. Daarom zal het bestuur meewerken aan een gedeeltelijke, dan wel gehele bestemmingverandering binnen de bestemming maatschappelijk of cultuur en ontspanning wanneer deze tot doel heeft de culturele exploitatie te verstevigen. Per situatie wordt bekeken of een gedeeltelijke of gehele bestemmingverandering wenselijk en/of mogelijk is. Hierbij wordt onder andere nagegaan of het afscheiden van de horecacomponent van de culturele functie fysiek mogelijk is. Indien dit niet mogelijk of zeer lastig is (omdat bijvoorbeeld de horeca-activiteit in de hoofdruimte plaatsvindt), krijgt het pand een gehele omzetting naar Horeca C . Horeca C is een bestemmingscategorie waarbij zelfstandige horeca wordt gekoppeld aan een culturele functie. Het toekennen van een horecabestemming kan hiermee nooit een bedreiging vormen voor het voortbestaan van de cultuurfunctie.

10 Drank en Horecawet artikel 4: 1. Aan een vergunning, die op grond van artikel 3 voor het horecabedrijf wordt verleend aan een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, verbinden burgemeester en wethouders een of meer voorschriften of beperkingen die, gelet op de plaatselijke of regionale omstandigheden, nodig zijn ter voorkoming van mededinging door het verstrekken van alcoholhoudende drank, die uit een oogpunt van ordelijk economisch verkeer als onwenselijk moet worden beschouwd. 2. De in het eerste lid bedoelde voorschriften of beperkingen kunnen op geen andere onderwerpen betrekking hebben dan: a. in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen; b. het openlijk aanprijzen van de mogelijkheid tot het houden van bijeenkomsten als bedoeld onder a; c. de tijden gedurende welke in de betrokken inrichting alcoholhoudende drank wordt verstrekt. 3. Bij gemeentelijke verordening kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde voorschriften of beperkingen. 4. Door burgemeester en wethouders worden, indien dit in verband met een wijziging in de plaatselijke of regionale omstandigheden nodig is, aan een reeds verleende vergunning als bedoeld in het eerste lid voorschriften of beperkingen als in dat lid bedoeld verbonden of aan een zodanige vergunning verbonden voorschriften of beperkingen gewijzigd of ingetrokken. 5. Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard ontheffing verlenen van de aan een vergunning verbonden voorschriften of beperkingen als bedoeld in het eerste lid.

19

Deze (gedeeltelijke) bestemmingsverandering kan mogelijk worden gemaakt op basis van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met artikel 4 uit bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

3.5 Bedrijfsverzamelgebouwen Amsterdam heeft grote behoefte aan bedrijfsruimte voor creatieve, ambachtelijke en startende ondernemers en ZZP ers. Deze bedrijfsruimten kunnen worden gecreëerd in bedrijfsverzamelgebouwen. Zo kunnen leegstaande kantoren (voor grote ondernemingen) in Amsterdam een nieuwe invulling krijgen als bedrijfsverzamelgebouw voor een mix van kleinere bedrijven. Bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen speelt vaak ook de vraag of het mogelijk is om een horecavoorziening in te passen.

Horeca in bedrijfsverzamelgebouwen heeft enerzijds het doel als voorziening en verzamelpunt voor de ondernemers, maar horeca maakt het bedrijfsverzamelgebouw ook toegankelijk en transparant voor buurt en omgeving. Daarnaast ondersteunt horeca de exploitatie van het bedrijfsverzamelgebouw.

Het dagelijks bestuur wil de ontwikkeling van bedrijfsverzamelruimte stimuleren bij onder andere leegstaande kantoorgebouwen door mee te werken aan een gedeeltelijke bestemmingwijziging, indien: 1. Het pand een kantoor- of een bedrijfsmatige bestemming in het bestemmingplan heeft; 2. De inkomsten van de horeca-exploitatie aantoonbaar ten goede komen aan de exploitatie van het bedrijfsverzamelgebouw; 3. De horeca fysiek losgekoppeld kan worden van de kantoor- of bedrijfsfunctie (bijvoorbeeld een kantine of een foyer); 4. Om te voorkomen dat deze verzelfstandiging van de horecafunctie leidt tot te grote horecazaken mag maximaal 20% van het vloeroppervlak van het bedrijfsverzamelgebouw worden omgezet tot zelfstandige horeca. De omzetting kan wanneer deze voldoet aan de bovengenoemde criteria mogelijk worden gemaakt op basis van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met artikel 4 uit bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

3.6 Kwaliteit bestaande en nieuwe horeca Stadsdeel Zuid wil de kwaliteit van het horeca-aanbod en hiermee de aantrekkingskracht voor bewoners en bezoekers vergroten. De kwaliteit van de zaak is echter de verantwoordelijk van de ondernemer.

Bestaande horeca Het stadsdeel wil de kwaliteit van het bestaande horecabestand op de volgende manieren vergroten: handhaven op overlastgevende horeca (zie hoofdstuk 5); daar waar het bestemmingsplan alleen voorziet in horeca en geen andere functies, zal bij leegstand van langer dan 1 jaar het stadsdeel deze bestemming wijzigen; omzetten van horecabedrijven in een horecacategorie die minder druk en overlast geeft aan de omgeving: o omzetting van Horeca I en II in Horeca III of IV is toegestaan, omdat deze horeca minder hinder veroorzaakt; o omzetting van Horeca I, II en III in Horeca IV is toegestaan, omdat deze horeca minder hinder veroorzaakt; o niet toegestaan zijn omzetting van Horeca IV in een andere categorie en alle overige vormen van omzetting; o niet toegestaan zijn omzettingen van Horeca IV B in categorie IV A of in een andere categorie.

Nieuwe horeca Stadsdeel Zuid kiest voor een uitbreiding van horeca met name in minst overlastgevende horecacategorie (Horeca IV eetcafé, lunchroom), zoals uitgewerkt in het gebiedsgerichte horecabeleid in hoofdstuk 4. Het is daarnaast wenselijk dat nieuwe horecavestigingen aansluiten bij de visie op kwaliteitsontwikkeling en vooraf rekenschap geven van het woon- en leefklimaat.

20

Kwaliteit horeca Kwaliteit is moeilijk te definiëren. Wel zijn er eigenschappen of referenties te noemen die de kwaliteit van een horecazaak vergroten: (de uitstraling van) het bedrijf past in de omgeving, ondersteunt omliggende functies, en hindert de andere functies niet; de horeca is bij voorkeur nieuw en eigentijds en een aanvulling op de bestaande horecaconcepten in de stad; de horecaondernemer voelt zich verantwoordelijk voor zijn zaak, klanten en de omgeving, in de ruimste zin van het woord. Deze criteria worden aan nieuwe ondernemers als advies meegegeven en worden niet als toetsingskader (weigeringgronden) gebruikt.

Rekenschap Woon- en leefklimaat. Om ondernemers vooraf bewust te maken van aspecten van overlast op het gebied van geluid, het gedrag van klanten en vervuiling wordt bij vergunningstrajecten aan nieuwe horecaondernemers gevraagd een plan te presenteren hoe zij tijdens de exploitatie-uren rekening houdt met het woon- en leefklimaat in de omgeving. Elementen in dit plan kunnen zijn: regelmatig overleg met omwonenden een geluidsbegrenzer het aanspreken door het personeel van luidruchtige klanten andere maatregelen Met deze aanpak hoop het stadsdeel te zorgen dat horeca-ondernemers zich vooraf meer rekenschap geven van de omgeving. Dit is in het belang voor ondernemers en de buurt.

3.7 Tijdelijke horeca Als gevolg van de crisis, de daaruit voortvloeiende vertraging en het stilleggen van ruimtelijke projecten, wordt de gemeente geconfronteerd met braakliggende terreinen en leegstaand vastgoed. Terreinen en gebouwen die niet gebruikt worden, maar wachten tot het moment dat er (ooit) nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden. Het stadsdeel wil, in het kader van het gemeentelijke initiatief Ondertussen op dergelijke locaties mogelijkheden creëren om een functie te geven voor het openbare leven. Geen definitieve functie, maar een tijdelijke en experimentele functie. Horeca in leegstaande bedrijfsruimte / op braakliggende terreinen en ondersteunend aan de omliggende functies en activiteiten behoort tot de mogelijkheden. Gedacht kan hierbij worden aan een bijzondere horecavoorziening in BL46 (het voormalige Universitair Sport Centrum) aan de Boelelaan, waarbij sport met kunst en cultuur in één concept worden gecombineerd. Tijdelijke horecavoorzieningen moeten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving ten aanzien van horeca (onder andere horeca exploitatievergunning). Het stadsdeel zal bij dergelijke initiatieven samen met betrokkenen nagaan of, waar en op welke manier invulling aan tijdelijke horeca kan worden gegeven.

3.8 Coffeeshops Coffeeshops vormen een aparte categorie horeca-inrichtingen waarvoor een specifieke exploitatievergunning wordt verleend. Een coffeeshop is een alcoholvrij bedrijf waarin wordt gedoogd dat tegen vergoeding aan personen boven de 18 jaar softdrugs worden verstrekt.

Het justitiële gedoogbeleid heeft een plaats gekregen binnen het horecabeleid van de gemeente Amsterdam. Het beleid voor coffeeshops is door de burgemeester vastgesteld voor de gehele stad. De verkoop van softdrugs wordt alleen gedoogd in inrichtingen waarin dit op 1 april 1995 reeds gebeurde, vanaf deze datum mogen er geen nieuwe coffeeshops bij komen. De gemeente Amsterdam heeft een lijst aangelegd van deze bedrijven. In het stedelijk coffeeshopbeleid is vanaf 1995 een uitsterfregeling van kracht voor enkele coffeeshops in stadsdeel Zuid. Deze locaties zijn specifiek aangemerkt als zijnde in de ongewenste nabijheid van een school. Daarbij is geen concreet afstandscriterium toegepast. Zodra de onderneming in andere handen overgaat, zal de verkoop van softdrugs niet langer worden gedoogd op die locatie.

Het stadsdeel zal het huidige beleid van nauwgezette handhaving op coffeeshops voortzetten. Coffeeshops vallen planologisch gezien in de categorie horeca IV (restaurant, lunchroom, koffie- of

21

theehuis). Indien coffeeshops in de toekomst als gevolg van nieuw gemeentelijk beleid moeten verdwijnen, is er in dat pand horeca-exploitatie mogelijk binnen deze categoriesoort.

22

4 Gebiedsgericht horecabeleid

4.1 Gerichte horeca-uitbreiding per wijk In dit hoofdstuk worden de horeca-uitbreidingsmogelijkheden beschreven. Op basis van een analyse van het gebied wordt per wijk aangegeven waar de vestiging van nieuwe horeca mogelijk is en welke categorie horeca (II, III of IV) in welke mate (maximaal aantal/percentage) hierbij past. Ook wordt aangegeven of omzetting van dag- naar avondzaken en of vestiging van nachtzaken zijn toegestaan en of er sprake is van (gedeeltelijke) zelfstandige horeca in panden met een culturele functie. Dit gebiedgerichte horecabeleid zal in de toekomst worden opgenomen in nieuw op te stellen bestemmingsplannen.

Om zogenaamde horecalinten in bepaalde straten te voorkomen, is waar nodig en passend, uitbreiding van horecavestigingen in straten uitgedrukt in een maximaal percentage van een gevelwand: aan een straat gelegen zijde van een aaneengesloten bouwblok, welke: aan weerszijden begrensd wordt door openbare ruimte en/of; begrensd wordt door verandering van straatnaam. Het percentage van de gevel waar uitbreiding van het aantal horecavestigingen gewenst is, wordt bepaald op basis van functionele en ruimtelijke inpasbaarheid, de kenmerken van de straat, de positie van de straat ten opzichte van het centrum, en eventueel bestaand inzicht en verwachtingen over de toekomstige behoefte aan horeca.

Gezien de doelstellingen van het horecabeleid (zie paragraaf 1.3), geldt in het algemeen dat de horeca-uitbreiding zoals opgenomen in dit hoofdstuk wordt mogelijk gemaakt om: het vestigingsklimaat in stadsdeel Zuid te bevorderen; stadsstraten en -pleinen verder te ontwikkelen; een verblijfsmilieu te creëren bij publieksaantrekkende voorzieningen, zoals theaters en musea; bestaande vrijetijdsmilieus met elkaar te verbinden; het toerisme in het stadsdeel te stimuleren.

Vanuit het oogpunt van veiligheid stimuleert het stadsdeel de spreiding van dag- en avondzaken en de vestiging van nieuwe horecavestigingen op de hoeken van (winkel)straten. Dit geeft een natuurlijk toezicht en draagt bij aan de levendigheid en daarmee het gevoel van veiligheid s avonds.

Alle wijken van Zuid komen achtereenvolgend aan bod in dit hoofdstuk: Museumkwartier (4.2), Stadionbuurt en Apollobuurt (4.3), Hoofddorppleinbuurt en Schinkelbuurt (4.4), Willemsparkbuurt (4.5), Oude Pijp (4.6), Nieuwe Pijp (4.7)11, Rivierenbuurt (4.8), Buitenveldert (4.9) en Zuidas en omgeving (4.10). Op kaart 3 zijn alle wijken en de locaties voor vestiging van nieuwe horeca aangeven.

11 De horeca-uitbreidingsmogelijkheden van de wijken uit voormalig stadsdeel Oud-Zuid zijn ongewijzigd overgenomen uit het Horecabeleid Oud-Zuid 2009.

23

Kaart 3: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in stadsdeel Zuid.

4.2 Museumkwartier

Gebiedskenmerken Het Museumkwartier is onderdeel van de 19de eeuwse gordel van Amsterdam. Het Museumkwartier heeft een grote toeristische aantrekkingskracht door de musea, het concertgebouw en de hotels. De culturele instellingen rond het Museumplein ondergaan momenteel grote veranderingen. Het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum worden flink verbouwd en verplaatsen hun entrees richting het Museumplein. Ook het Van Gogh Museum en het Concertgebouw verkennen de mogelijkheden van een verbeterde oriëntatie op het plein. De instellingen verwachten dat de bezoekersaantallen flink zullen groeien. De verplaatsing van de entrees en het groter aantal bezoekers zullen andere bezoekersstromen tot gevolg hebben.

Voor een gebied met zoveel toeristische aantrekkingskracht als het Museumplein is er in de nabije omgeving opvallend weinig horeca. De verwachte groei van bezoekers rond het Museumplein maakt het noodzakelijk horeca uit te breiden op en rond het plein en daarbij ook aandacht te schenken aan het ontwikkelen van de schakelverbindingen naar De Pijp met behulp van horeca.

24

Kaart 4: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in het Museumkwartier met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

Binnen het geldende bestemmingsplan Museumplein e.o. worden twee winkelconcentratiegebieden onderscheiden. Voor het winkelconcentratiegebied bij de P.C. Hooftstraat/Van Baerlestraat is in het bestemmingsplan bepaald dat maximaal vijftien horecavestigingen aanwezig mogen zijn. Deze uitbreidingsmogelijkheid is volledig benut. Ook in het winkelconcentratiegebied Van Baerlestraat/Roelof Hartplein/Roelof Hartstraat is de mogelijkheid om maximaal vijftien horecavestigingen te realiseren volledig benut. Buiten deze gebieden zijn in het bestemmingsplan alleen de bestaande horecavestigingen opgenomen. Een verdere uitbreiding is op basis van het bestemmingsplan niet mogelijk. Binnen bestemmingsplan Museumplein 1995 is horeca niet algemeen mogelijk gemaakt. Wel is voor de musea (het Rijksmuseum, het Stedelijk en het Van Gogh Museum) de mogelijkheid opgenomen maximaal 600 m² per bestemmingsvlak te gebruiken voor horeca.

In het nieuwe bestemmingsplan Museumkwartier en Valeriusbuurt, waar het Museumkwartier onderdeel van uitmaakt, zijn de bestaande horecavestigingen opgenomen. Het ontwerpbestemmingsplan is eind september 2010 ter visie gelegd ten behoeve van het kunnen indienen van zienswijzen. Doordat het horecabeleid van Oud-Zuid reeds was vastgesteld, zijn de categorisering (zoals ook opgenomen in paragraaf 3.2 van dit horecabeleid) en de uitbreidingsmogelijkheden uit dat beleid overgenomen (als wijzigingsbevoegdheid) in het ontwerpbestemmingsplan.

25

Horeca-uitbreiding

Paulus Potterstraat (noordzijde) Uitbreiding: 25% gevelwand Horeca IV, waarvan maximaal één vestiging Horeca III Tegenover het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum is momenteel geen horeca gevestigd. Ter ondersteuning van de gastvrijheid van het gebied en het faciliteren van de bezoekers van en rond het museumplein is vestiging van horeca op de begane grond op deze locatie gewenst. Het is wenselijk dat een eventuele omzetting naar horeca plaatsvindt in panden die nu ook een niet-woonfunctie hebben. Door de vestiging van enkele horecagelegenheden kan het voorzieningenniveau rond het plein verbeteren zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat.

Museumplein (oostzijde) Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV tussen de Gabriel Metsustraat en de Tenierstraat en maximaal één vestiging Horeca IV tussen de Tenierstraat en de Honthorststraat. Maximaal één van deze twee uitbreidingslocaties mag Horeca III zijn Het Museumplein wordt momenteel voornamelijk aan de westkant gebruikt en bezocht door bezoekers. Om het plein echt als plein tot ontwikkeling te laten komen is het wenselijk dat aan de oostzijde van het Museumplein ook een aantal interessante trekkers zich vestigen om te bezichtigen en te verblijven. Deze vestigingen kunnen bijdragen aan de gastvrijheid en aantrekkelijkheid van de stad Amsterdam op één van de belangrijkste culturele locaties van Nederland.

Stadhouderskade tussen P.C. Hooftstraat en de Jan Luijkenstraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca III of IV De vestiging van horeca op deze locatie kan bijdragen aan de wens van de gemeente Amsterdam tot het creëren van een internationaal centrumgebied. Hierin is een mix van functies belangrijk. De realisatie van maximaal één horecavestiging is gezien het karakter van dit gebied een wenselijke ontwikkeling. Er kan hier ook niet gesproken worden van een woongebied, waardoor de toevoeging van horeca geen onevenredige druk zet op het woon- en leefklimaat in de buurt.

Van Baerlestraat tussen Vossiusstraat en Willemsparkweg Uitbreiding: maximaal 25% straatwand horeca IV De Van Baerlestraat heeft (met de PC Hoofdtstraat) internationale allure. Het ontbreekt in dit gedeelte echter aan voldoende horeca die aansluit bij dit internationale niveau. Vestiging van een paar goede restaurants is wenselijk om aan te sluiten bij het niveau van de detailhandel.

Van Baerlestraat tussen Nicolaas Maesstraat en Ruysdaelstraat Uitbreiding: maximaal 25% straatwand Horeca IV B De Van Baerlestraat is een belangrijkste doorgaande winkelstraat. In deze straat is al veel horeca gevestigd, maar biedt weinig horeca op het dagsegment (horeca IV B categorie). Om dit dagsegment toe te voegen voor de omgeving wordt voor dit horecaluwe gedeelte van de Van Baerlestraat een uitbreiding van horeca mogelijk gemaakt exclusief voor Horeca IV B categorie. Door de uitbreiding van horeca te beperken tot maximaal 25% van een straatwand, ontstaat er een wenselijke mix tussen de verschillende niet-woonfuncties in de Van Baerlestraat. De uitbreiding is daarmee functioneel goed inpasbaar. Met dit uitgangspunt komt het woon- en leefklimaat door toevoeging van horeca niet onder druk te staan.

Concertgebouwplein Uitbreiding: twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III Het plein tegenover het Concertgebouw is een goede locatie voor horecavestigingen. Horecavestiging op deze locatie kan bijdragen aan het zichtbaar maken en verlevendigen van dit plein. Deze horeca- uitbreiding sluit aan bij de huidige en toekomstige behoefte aan horeca op en rond het Museumplein en in de horecabehoefte van de bezoekers van het Concertgebouw in het bijzonder. Horeca op deze locaties past goed in het gemengde gebied, en de mate van toegestane horeca uitbreiding zorgt ervoor dat deze functie niet dominant wordt.

Honthorststraat tussen Johannes Vermeerstraat en Hobbemakade met uitzondering van nummers 30-52 (even) Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III

26

De Honthorststraat is een belangrijke schakelverbinding tussen het Museumplein en De Pijp. De straat is te kenmerken als een woonstraat (tussen de Pieter de Hoochstraat en de Hobbemakade) met een groot aantal bedrijven/kantoren. Er bevindt zich geen horeca in dit gedeelte van de Honthorststraat. Bezoekers en toeristen op het Museumplein kunnen echter wel via deze verbinding aangetrokken worden om na afloop te recreëren en te verblijven in De Pijp. Om deze verbinding zichtbaar en aantrekkelijk te maken, is een aantal zichtbare horecabedrijven langs deze verbinding wenselijk. Deze schakelverbinding komt zowel ten goede aan het faciliteren van toeristen en bezoekers (gastvrij Amsterdam) als mede aan de aantrekkingskracht en het economische klimaat van De Pijp. Gezien het karakter van de straat en het huidige gebruik van de panden dient de uitbreiding beperkt te worden tot maximaal twee horecavestigingen. Daarmee wordt voorkomen dat er een zekere mate van concentratie ontstaat die niet gewenst is.

Verbinding Museumplein - Albert Cuyp (metrostation De Pijp) - Gabriël Metsustraat: met uitzondering van de nummers 22-34 en 9-13 - Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca III of IV - Johannes Vermeerstraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV B aan de evenzijde - Ruysdaelstraat tussen Pieter Baststraat en Hobbemakade met uitzondering van de evenzijde Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV B Deze drie straten vormen samen een tweede schakelverbinding tussen De Pijp (Albert Cuypstraat) en het Museumplein. Deze sluit in de toekomst aan bij het metrostation De Pijp in de Ferdinand Bolstraat. Het is de verwachting dat in de toekomst veel bezoekers via dit metrostation naar het Museumplein wandelen. Voor deze verbindingsas wordt horeca IV B mogelijk gemaakt voor de Johannes Vermeerstraat en de Ruysdaelstraat om de toekomstige loopstroom tussen De Pijp en het Museumplein te ondersteunen. De Gabriël Metsustraat heeft een aantal bijzondere panden die in de toekomst samen met een horecafunctie in cultureel opzicht kunnen bijdragen aan het culturele cluster rond het Museumplein. Op dit moment is er slechts één horecavestiging aanwezig in deze verbindingsas (Johannes Vermeerstraat nr. 52). Het is ruimtelijk en functioneel gezien wenselijk dat er een aantal horecavestigingen komen die deze verbindingsroute versterken. Daarbij is het belangrijk rekening te houden met de woonfunctie die domineert op deze route. Daarom is het algemene uitgangspunt dat deze extra horecavestigingen alleen in panden met een niet-woonfunctie gevestigd kunnen worden en daarmee niet ten koste gaan van bestaande woningen.

Joh. M. Coenenstraat nr. 1 Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca III of IV Deze straat vormt samen met de Beethovenstraat en de Van Baerlestraat de belangrijkste verbinding tussen de Zuidas en het Museumplein. Momenteel houdt het vrijetijdsmilieu van het Museumplein op bij het Roelof Hartplein, terwijl het winkelgebied in de Beethovenstraat vanuit die locatie onzichtbaar is. Mensen moeten kunnen zien dat het vrijetijdsmilieu niet ophoudt maar doorloopt door de Joh. M. Coenenstraat naar de Beethovenstraat. In het project Zuidwaarts wordt het ontwikkelen van de verbinding langs de Beethovenstraat naar de Zuidas als belangrijkste prioriteit gezien. De straat kenmerkt zich echter door de woonfunctie welke dominant aanwezig is. Een omzetting van wonen naar een niet-woonfunctie is niet gewenst, omdat dit ten koste zal gaan van het aantal woningen in dit gebied en het woon- en leefklimaat onder druk kan zetten. Een omzetting van het gebruik van het pand aan de Joh. M. Coenenstraat (nr.1) naar horeca is wel goed inpasbaar, omdat deze gebruiksverandering niet ten koste gaat van bestaande woningen. Een horecagelegenheid op die locatie past in de aanwezige menging van functies op en rond het Roelof Hartplein.

Plein Jacob Obrechtstraat/Johannes Verhulststraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV B Kruising Valeriusstraat/ Emmastraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV Kruising Emmastraat / Van Breestraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV De pleinen worden gevormd door de kruisingen tussen de verschillende straten. Deze pleinen zijn kansrijke locaties voor enkele horecavestigingen. In de bestaande situatie zijn er op de verschillende pleinen één of meerdere horecavestingen aanwezig. Op veel van de pleinen in de Willemsparkbuurt is

27

het maximum van horeca bereikt. Uitbreiding is op deze locaties niet wenselijk. Op één plein is nog ruimte beschikbaar voor horeca-uitbreiding. Horeca op deze locaties past in de mate waarin de menging van functies aanwezig is. Voor de vier genoemde pleinen wordt ingezet op maximaal drie horecavestigingen per plein. De plint wordt veelal gedomineerd door niet-woonfuncties (winkels en bedrijven) als uitloper van de Cornelis Schuytstraat en de Jacob Obrechtstraat. Omzetting van een niet-woonfunctie naar horeca is functioneel goed in te passen terwijl de overlast voor de omgeving en het woon- en leefklimaat beperkt wordt door alleen bepaalde categorieën van horeca toe te staan en een maximalisering in aantallen te hanteren. Er kan in ruimtelijk en functioneel opzicht een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de bedoelde pleinen, de winkelstraten en de woonbuurten erachter. Om het voorzieningenniveau en het vestigingsklimaat in de buurt een positieve impuls te geven en tegelijk het woon- en leefklimaat te beschermen, is het wenselijk juist op deze locaties enkele Horeca IV vestigingen mogelijk te maken. De Emmastraat biedt in het bijzonder op de straathoeken bijzondere locaties voor horeca. De Emmastraat is een belangrijke doorgaande straat tussen en Apollobuurt. Deze straat heeft bijzonder geschikte plinten voor horecavestigingen. Uitbreiding van Horeca IV wordt mogelijk gemaakt op de hoekpunten van deze straat. Dit sluit aan bij de vestigingslocaties van de meeste huidige horeca in de Willemsparkbuurt.

Avondzaken Het Museumkwartier is een gebied met een grote toeristische aantrekkingskracht en een ideale locatie voor horecaconcepten die de internationale uitstraling en allure van Amsterdam kunnen versterken. De locaties op en rond het plein staan in overwegende mate vrij van woonstraten of ze deze worden afgeschermd door verkeersstraten (Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV) waardoor er geen onevenredige druk te verwachten is op het woon- en leefklimaat in de omliggende woonbuurten. Vanwege deze ligging en de internationale uitstraling is de locatie op en rond het Museumplein een goede locatie voor maximaal twee avondzaken.

Culturele horeca

Stedelijk Museum, Rijksmuseum, Van Goghmuseum - 600 m² horeca III en IV Binnen bestemmingsplan Museumplein 1995 is voor de musea (het Rijksmuseum, het Stedelijk Museum en het Van Gogh Museum) de mogelijkheid opgenomen maximaal 600 m² per bestemmingsvlak te gebruiken voor horeca. Dit bestemmingsplan is niet specifiek over zelfstandige dan wel additionele horeca. Horeca-initiatieven van het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum kunnen van grote waarde zijn voor de gastvrijheid en het functioneren van het gebied, mits deze openbaar toegankelijk zijn. Om dit te bereiken wordt de bovengenoemde 600m² in het bestemmingsplan beschikbaar gemaakt voor zelfstandige horeca. Daarnaast kunnen de instellingen gebruik maken van de additionele horeca regeling.

Concertgebouw Horeca C Het Concertgebouw geeft aan dat de stedelijke regeling voor additionele horeca voor het concertgebouw onvoldoende ruimte geeft voor exploitatie. Na afloop van het concert wil het concertgebouw ruimte geven aan haar gasten en organisaties om na te borrelen. De additionele horecaregeling geeft hiervoor maximaal een uur de ruimte. Omdat de evenementen in het concertgebouw rond half elf of elf uur eindigen geeft deze regeling onvoldoende ruimte voor het organiseren van een gastvrije naborrel voor sponsors en gasten.

Om ervoor te zorgen dat het Concertgebouw optimale service kan verlenen aan haar gasten en ervoor te zorgen dat de horeca-exploitatie ondersteunend kan worden gebruikt voor de culturele exploitatie van het concertgebouw is mede op advies van de Bestuursdienst Amsterdam het Concertgebouw voorgedragen voor de bestemming Horeca C (zie paragraaf 3.4). Consequentie van deze bestemmingsaanpassing is dat de duur van de naborrel doorgaans iets langer mag duren en gelijk is aan de dagopeningstijden van zelfstandige horeca.

4.3 Stadionbuurt en Apollobuurt

Gebiedskenmerken De Stadionbuurt en de Apollobuurt maken in stedenbouwkundige zin onderdeel uit van het Plan Zuid van Berlage. Deze stedenbouwkundige opzet en architectuur kenmerken zich door woonstraten

28

zonder andere functies in de plint die doorsneden worden door brede statige lanen. Het zijn wijken om te wonen en te werken, die ondanks de vestiging van een aantal grote kwaliteitshotels, slechts in geringe mate door toeristen worden bezocht. De wijken nodigen door het lage voorzieningenniveau nauwelijks uit voor bezoek. Dit is een gemis voor de stad, want de stedenbouwkundige architectuur maakt dag- en toeristisch bezoek de moeite waard.

Kaart 5: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in de Stadion- en Apollobuurt met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

Binnen het geldende bestemmingsplan Stadion- en Beethovenbuurt zijn ten tijde van het vaststellen alleen bestaande horecavestigingen opgenomen zonder uitbreiding van horeca toe te staan. Een verschuiving binnen een straatwand van een bouwblok is onder bepaalde voorwaarden wel toegestaan. Dit betekent dat in de loop der jaren weinig tot geen nieuwe horeca is gevestigd in de Stadion- en Apollobuurt. In het kader van dit beleid wordt een afweging gemaakt of en waar uitbreiding van horeca inpasbaar en gewenst is. Binnen het geldende bestemmingsplan Gebied ten noorden van Olympisch Stadion is de mogelijkheid opgenomen centrumvoorzieningen te realiseren in de eerste bouwlaag van panden gelegen aan onder andere de Laan der Hesperiden. Binnen centrumvoorzieningen valt ook horeca. Voor dit gebied zijn de vestigingsmogelijkheden zoals neergelegd in het geldende bestemmingsplan het uitgangspunt.

Het woon- en leefklimaat in deze wijken kan gekenmerkt worden als een woonbuurt met een laag voorzieningenniveau. Door op bepaalde plekken meer horeca toe te staan dan nu aanwezig is, kan het voorzieningenniveau in de buurt verbeterd worden. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat dit niet ten koste mag gaan van het huidige woon- en leefklimaat.

Horeca-uitbreiding

Beethovenstraat tussen Apollolaan en Stadionweg Uitbreiding: maximaal 20% gevelwand Horeca IV, waarvan maximaal 10% Horeca III De Beethovenstraat is een belangrijke winkelstraat voor de Beethovenbuurt. Er bevinden zich vooral voorzieningen gericht op de buurt. Er bevinden zich, verspreid over de straat, op een aantal plekken horecavestigingen in de Beethovenstraat die in het bestemmingsplan staan aangegeven. Een belangrijk uitgangspunt in dit beleid en het geldende bestemmingsplan is dat deze straat een winkelstraat is en blijft. De toevoeging van horeca dient ondergeschikt te zijn aan de winkelfunctie en wordt beperkt door het maximum aan horeca IV binnen een straatwand te stellen op 20%. Gezien het feit dat er op dit moment al horeca aanwezig is, maakt het gestelde maximum van 20% een beperkte, maar gewenste, uitbreiding van horeca IV mogelijk. Wanneer het om een uitbreiding van Horeca III

29

gaat, mag maximaal 10% van de straatwand uit Horeca III bestaan. Het kan dus voorkomen dat in een straatwand wél Horeca IV gevestigd kan worden maar geen Horeca III.

Marathonweg tussen de Olympiakade en het Hygiëaplein Uitbreiding: maximaal 20% gevelwand Horeca IV, waarvan maximaal 10% Horeca III Binnen bestemmingsplan Stadion- en Beethovenbuurt behoort de Marathonweg tot een van de vier winkelconcentratiegebieden. Horeca wordt binnen deze gebieden als een afwijkend gebruik gezien, hoewel het als het op beperkte schaal voorkomt als een ondersteuning geldt. In het gedeelte tussen de Olympiakade en de Olympiaweg bevinden zich de meeste winkels en enkele horecavestigingen. In het gedeelte tussen de Olympiaweg en het Hygiëaplein vormen vooral de hoekpanden de plekken waar de niet-woonfuncties aanwezig zijn en waar kansen liggen voor uitbreiding van horeca. Voorwaarde voor een omzetting naar horeca is dat dit niet ten koste gaat van bestaande woningen. Door uitbreiding van Horeca IV te beperken tot maximaal 20% per straatwand kan horeca op de verschillende hoekpanden gevestigd worden en kan binnen het winkelgedeelte iets meer menging ontstaan.

Hygiëaplein Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV Om het Hygiëaplein verder te ontwikkelen als een stadsplein en de leefbaarheid op en rond het plein te vergroten, is vestiging van één horecazaak wenselijk.

Parnassusweg Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV Aan de noordzijde van de Parnassusweg (eerste gedeelte bij het Olympiaplein) is één horecavestiging aanwezig. Een tweede Horeca IV vestiging wordt hier gezien als een kansrijke toevoeging in het gebied zonder dat het de winkelfunctie onder druk zet. Het uitgangspunt is dat een omzetting naar horeca niet ten koste gaat van een bestaande woning. Uitbreiding van horeca aan de zuidzijde van de Parnassusweg wordt beschreven onder Zuidas en omgeving (paragraaf 4.10).

Stadionweg Noordzijde tussen de nummers 252-320 Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV De stadionweg is een belangrijke verbindingsweg in Zuid. Aan de noordzijde van de Stadionweg is geen horecagevestigd terwijl de hoekpunten van de gevels zich daar bijzonder goed voor lenen. Vestiging van twee horecavestigingen op het gebied van lunch, koffie en restaurant zijn wenselijke functies voor deze doorgaande stadstraat. .

Minervaplein Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III Aan het Minervaplein is geen horeca aanwezig. Momenteel wordt dit plein voornamelijk gebruikt als verkeersplein. Dit plein kan zich ontwikkelen tot een aantrekkelijker plein met een paar horecavestigingen. Door het aantal laag te houden (maximaal twee vestigingen) vormen de horecavestigingen een wenselijke ondersteuning voor de aanwezige centrumfuncties.

Minervalaan kruising Gerrit van der Veenstraat Uitbreiding: twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III De Minervalaan is een erg drukke fietsroute naar Station Zuid en is een boulevard naar de vijf sterren hotels het Hilton en de Bilderberg. De prachtige architectuur van de Minervalaan is één van de verborgen kwaliteiten van de Apollobuurt. De groenstrook langs de Minervalaan kan meer benut worden voor bezoek en bezichtiging met een Grand Café of restaurant op de hoekpunten van deze kruising. Er is nu geen horeca aanwezig. Een aantal horecavestigingen in de hoekpanden kan het verblijfsklimaat versterken en het gebied ook aantrekkelijk maken voor bezoek van toeristen en dagbezoekers.

Stadionplein - westzijde van de Amstelveenseweg Uitbreiding: maximaal 3 nachtzaken, met de categorie Horeca II en één met de categorie Horeca III12

12 Amendement Horecabeleid Oud-Zuid 2009.

30

Het Stadionplein is in potentie een fantastische plek. Het ligt op een belangrijke locatie in Amsterdam, tegenover het Olympisch Stadion en als toegangspoort tot de stad. Nu is het nog een parkeerterrein zonder uitstraling. Nieuwe horeca kan gevestigd worden in de Citroëngebouwen of het Olympisch Stadion. Verdere uitbreiding van de horecacapaciteit in dit gedeelte van de Stadionpleinbuurt hangt af van de ruimtelijke ontwikkelingen in dit gebied.

Schinkeleilanden Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV13 Ten behoeve van de te realiseren jachthaven op de Schinkeleilanden kan een horecavestiging het verblijfsklimaat op de Schinkeleilanden versterken.

Olympisch Stadion terrein Het terrein tussen de Laan der Hesperiden, de Amstelveenseweg en de waterwegen, Stadiongracht en Zuider Amstelkanaal is een evenemententerrein voor sport en cultuur en een onderdeel van de Amsterdamse Sportas. De verwachting is dat de aankomende jaren respectievelijk het bezoek aan de evenementen en het gebruik van de sportieve faciliteiten zal toenemen. Om deze toename van bezoekersstromen te kunnen faciliteren, is uitbreiding van horeca gewenst. In dit gebied geldt geen bestemmingsplan. Tevens is er nog geen nieuw bestemmingsplan voor dit gebied in voorbereiding. Het toegestane gebruik wordt beperkt door de mogelijkheden die privaatrechtelijke overeenkomsten bieden.

Olympisch Kwartier Zuid Zuid is gelegen tussen het Zuider Amstelkanaal, de Amstelveenseweg, de Ring A10 en de Schinkel. Dit gebied wordt in het huidige structuurplan van Amsterdam gerekend tot hoogstedelijk gebied. Er wordt momenteel een visie opgesteld voor de ontwikkeling en programmering van dit terrein, die aansluit bij de Zuidas en Sportas ontwikkelingen. Om bij te dragen aan het hoogstedelijke vestigingsklimaat, en het faciliteren van de bezoekers van de sportas zijn horeca vestigingen wenselijk in dit gebied. Eventuele uitbreiding van horeca dient zich te verhouden met de Visie Olympisch Kwartier Zuid. Bij de verdere uitwerking van deze visie zal afgewogen worden hoeveel horeca toegevoegd kan worden en waar dit gerealiseerd kan worden. Dit zal vervolgens in een bestemmingsplan worden geregeld.

Avondzaken Het Sportas terrein (het Olympisch Stadion Terrein en het Olympisch Kwartier Zuid) is een geschikte locatie om avondzaken mogelijk te maken vanwege de internationale uitstraling en de ligging. Dit gebied is gelegen ten zuiden van de Laan der Hesperiden, ten westen van Amstelveenseweg, ten noorden van de ringweg zuid en ten oosten van de Stadiongracht en het nieuwe fietspad in het verlengde van de Stadiongracht tot de ringweg. De locaties binnen dit gebied staan in overwegende mate vrij van woonstraten of deze worden afgeschermd door verkeersstraten (Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV) waardoor er geen onevenredige druk te verwachten is op het woon- en leefklimaat in de omliggende woonbuurten. Op het Sportas terrein zijn maximaal twee omzettingen van dag- naar avondzaken mogelijk.

4.4 Hoofddorppleinbuurt en Schinkelbuurt (inclusief industriegebied Schinkel)

Gebiedskenmerken De Schinkelbuurt is onderdeel van de 19de eeuwse gordel en kenmerkt zich stedenbouwkundig door smalle woonwijken en drukke winkelstraten als de Amstelveenseweg en de Zeilstraat. De Hoofddorppleinbuurt komt voort uit de stadsgordel gebouwd in de jaren 20-40, die gekenmerkt wordt door een verstrakte Amsterdamse schoolstijl.

13 Amendement Horecabeleid Oud-Zuid 2009.

31

Kaart 6: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in de Hoofddorpplein- en Schinkelbuurt met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

32

Zowel de Hoofddorppleinbuurt als de Schinkelbuurt zijn aantrekkelijke woonbuurten en deze worden meer en meer onderdeel van het centrummilieu binnen de ring. Versterking van de functierijkdom is daarom wenselijk op aantrekkelijke locaties. Verspreid over de Hoofddorppleinbuurt en Schinkelbuurt bevinden zich horecabedrijven. Deze bedrijven zijn in het nieuwe bestemmingsplan Hoofddorpplein- en Schinkelbuurt, dat recent (2009) in werking is getreden, overeenkomstig met het huidige gebruik bestemd. Binnen het bestemmingsplan is een bevoegdheid opgenomen voor het dagelijks bestuur om ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen voor de uitbreiding van Horeca IV in de volgende straten: Zeilstraat, Hoofddorpweg, Aalsmeerweg, Hoofddorpplein, Heemstedestraat en Haarlemmermeerstraat. Dit betekent dat in die straten dus uitbreiding van het huidige aantal horecavestigingen is toegestaan. De reden hiervoor is dat het winkelstraten zijn. Daarbij zijn dit belangrijke doorgaande straten met verschillende functies op de begane grond. Het wordt belangrijk gevonden dat consumenten de gelegenheid wordt geboden iets te eten of te drinken. De horecafunctie mag echter niet gaan overheersen. Om te voorkomen dat de uitbreiding van horeca het leefklimaat en de functiemenging teveel schaadt, is in het bestemmingsplan een regeling opgenomen die dat voorkomt. Randvoorwaarde is dat van de gehele lengte per straatwand slechts 15% mag worden gebruikt voor horecavestigingen. Doelstelling is het aantal horecagelegenheden te reguleren. Aan de Amstelveenseweg is sinds 2003 het aanbod aan horecavestigingen gestegen. Hierdoor is er (in toenemende mate) een clustering ontstaan. Een verdere uitbreiding van het aantal horecapanden aan de Amstelveenseweg is daarom niet gewenst en wordt ook niet mogelijk gemaakt in het nieuwe bestemmingsplan. De algemene uitbreidingsmogelijkheden vanuit dit nieuwe bestemmingsplan vormen het uitgangspunt voor de keuzes in dit beleid en blijven bestaan. Deze locaties worden dan ook niet apart benoemd. In aanvulling op de algemene uitbreidingsmogelijkheden vanuit het nieuwe bestemmingsplan voor de winkelstraten worden in dit beleid nog een aantal kansrijke locaties benoemd en aangewezen waar toevoeging van horeca wenselijk is. Deze kansen zijn niet geïdentificeerd in de keuzenotitie voor het nieuwe bestemmingsplan Hoofddorpplein- en Schinkelbuurt uit 2005, en worden om die reden in dit horecabeleid opgenomen.

Zowel de Schinkelbuurt als de Hoofddorppleinbuurt zijn woonwijken met relatief weinig bedrijvigheid (met uitzondering van het industriegebied Schinkel) en weinig overlast van horeca, met uitzondering van de Amstelveenseweg. Langs de Schinkel en langs de Weissenbruchstraat bevinden zich potentiële aantrekkelijke locaties. Vanwege het karakter van beide buurten wordt uitbreiding van horeca alleen mogelijk gemaakt voor de horecacategorie die het minste het woon- en leefklimaat belast.

Industriegebied Schinkel wordt in het huidige structuurplan van Amsterdam beschreven als een stedelijk bedrijventerrein (voor de milieuklassen III en IV). Volgens het locatiebeleid van Amsterdam is horeca mogelijk op bedrijventerreinen. Het bedrijventerrein is net als vele andere Amsterdamse bedrijventerreinen in transformatie. Tussen de meer ambachtelijke en industriële bedrijven hebben zich de afgelopen jaren ook een aantal creatieve ondernemingen gevestigd zoals architectenbureaus en mediaproductiemaatschappijen. De huidige ontwikkelingen bieden kansen voor clustering of thematisering van het bedrijventerrein.

Horeca-uitbreiding

Weissenbruchstraat Uitbreiding: maximaal twee extra vestigingen Horeca IV In de Weissenbruchstraat is op dit moment één horecavestiging mogelijk op basis van het nieuwe bestemmingsplan (Weissenbruchstraat nr. 12). Omdat het niet wordt aangemerkt als één van de winkelstraten van de Hoofddorpplein- en Schinkelbuurt is uitbreiding in het nieuwe bestemmingsplan niet voorzien. Een versterking van de functierijkdom en het vestigingsklimaat in de Hoofddorppleinbuurt is gezien de opkomst van het centrummilieu binnen de ring wenselijk. De Weissenbruchstraat heeft de potentie om zich te ontwikkelen als interessant verblijfsmilieu. De toevoeging van een aantal extra horecagelegenheden in de lichtste categorie kunnen dit verblijfsmilieu versterken. Gezien het karakter van de Hoofddorppleinbuurt als typische woonbuurt is dit één van de locaties, buiten de winkelstraten, waar de toevoeging van horeca goed inpasbaar is in de plint. Vooral de hoekpanden rond het Legmeerplein zijn potentiële vestigingslocaties voor horeca.

33

Schinkelhavenkade Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV Schinkelkade tussen Schinkelhavenstraat en Zeilstraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV Schinkelkade tussen Zeilstraat en Vaartstraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV De Schinkelhavenkade samen met de Schinkelkade is te verdelen in drie delen. Het deel ten noorden van de Schinkelhavenstraat (Schinkelhavenkade), het deel tussen de Schinkelhavenstraat en de Zeilstraat en het zuidelijk deel ten zuiden van de Zeilstraat. Op enkele locaties is al horeca gevestigd. In ieder deel is één extra horecavestiging inpasbaar en wenselijk. De locatie aan het water en de hoekpanden zijn interessante plekken waar een beperkte uitbreiding van horeca het verblijfsklimaat kan versterken zonder dat het woon- en leefklimaat onder druk wordt gezet.

Sloterkade Uitbreiding: maximaal twee extra vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III De Sloterkade biedt interessante locaties langs de oever van de Schinkel. Een beperkte uitbreiding van horeca langs de Schinkel draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de Hoofddorpplein- en Schinkelbuurt zonder dat het woon- en leefklimaat onder druk wordt gezet.

Theophile de Bockstraat tussen de Westlandgracht en de Jacob Marisstraat Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III Langs dit deel van de Theophile de Bockstraat zijn kansen om het stadsdeel aantrekkelijker te maken langs de veelgebruikte de fietsverbinding naar stadsdeel Slotervaart. Uitgangspunt is dat de horecavestigingen niet ten koste gaan van bestaande woningen. Alleen in de hoekpanden is daarmee een omzetting mogelijk naar horeca. Deze locaties zijn goed inpasbaar in de nieuwe invulling van de Theophile de Bockstrook.

Industriegebied Schinkel voor het gehele gebied Uitbreiding: maximaal twee extra vestigingen horeca IV Uitbreiding: maximaal twee extra vestigingen Horeca II14 Lunchgerelateerde horeca kan voorzien in een behoefte van gevestigde en toekomstige ondernemingen op het bedrijventerrein, en kan bijdragen aan de economische ontwikkeling van het bedrijventerrein. Uitbreiding van horeca II is mogelijk gemaakt op basis van amendement 270 lid 2 (GL/ D 66/VVD/ CDA) Daarnaast biedt de geringe concentratie van woningen mogelijkheden voor experimentele en tijdelijke horecaconcepten, die minder passen in een woon- en leefgebied. Deze concepten kunnen vanwege het experimentele karakter alleen tijdelijk, voor een bepaalde periode, worden vergund.

Havenstraat terrein Voor de ontwikkeling van het Havenstraat terrein zal ter ondersteuning van de functie van het gebied nader bepaald worden welke soort en hoeveel horeca wenselijk is. Tot die tijd kan het gebied benut worden voor tijdelijke horecaconcepten. De ontwikkeling van het Havenstraat terrein zal leiden tot een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied, dat op basis van het stedenbouwkundig programma van eisen wordt voorbereid.

Avondzaken Om het woon- en leefklimaat niet te veel te belasten (er bevinden zich in de wijk al verschillende avondzaken), is hier geen omzetting van dag- naar avondzaak mogelijk.

4.5 Willemsparkbuurt

Gebiedskenmerken De Willemsparkbuurt maakt onderdeel uit van de 19de eeuwse gordel. Het is een chique wijk, met de Cornelis Schuytstraat als belangrijke winkelstraat, veel creatieve ondernemers en zakelijke dienstverlening. Deze ondernemers zijn er onder andere gevestigd doordat het vestigingsklimaat in de

14 Amendement Horecabeleid Oud-Zuid 2009

34

Willemsparkbuurt uitstekend is. Dit vestigingsklimaat wordt gecreëerd door de functierijkdom in deze buurt, zoals de horeca rond pleintjes en op hoekpunten in de wijk.

Kaart 7: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in de Willemsparkbuurt met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

In het geldende bestemmingsplan Vondelpark-Concertgebouwbuurt is per bouwblok aangegeven hoeveel horeca ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan (1983) aanwezig was en hoeveel extra horecavestigingen mogelijk zijn. De beperkte uitbreidingsmogelijkheden die ingevolge het bestemmingsplan mogelijk zijn, zijn vrijwel volledig benut. Er is binnen het bestemmingsplan per bouwblok aangegeven welke functies in een bepaald blok aanwezig mogen zijn. Onderlinge uitwisselbaarheid is dus mogelijk waarmee de horecavestigingen door de jaren heen niet per definitie op eenzelfde plek aanwezig is geweest.

Een beperkte uitbreiding van horeca in de Willemsparkbuurt kan het vestigingklimaat (voor ondernemers en bewoners) versterken. Ten oosten van het Valeriusplein bieden de straathoeken en de pleintjes goede kansen voor de vestiging van horeca. Ten westen van het Valeriusplein is de functierijkdom minder in vergelijking tot het oostelijke deel. De Hendrick Jacobszstraat is vanwege de aanwezigheid van statige plinten de meest geschikte locatie om het vrijetijdsmilieu ten westen van het Valeriusplein te versterken.

Op basis van de binnengekomen klachten over de horeca veroorzaakt de gevestigde horeca in dit gebied een geringe druk op het woon- en leefklimaat. De uitbreiding van horeca in de Willemsparkbuurt beperkt zich tot de Horeca IV categorie. Omdat de uitbreiding in de Willemsparkbuurt veelal in woonstraten mogelijk wordt gemaakt, is gekozen voor de categorie die de minste belasting geeft op het woon- en leefklimaat.

Horeca-uitbreiding

Koninginneweg noordzijde nr. 226- 216 (Amstelveenseweg tot Saxen- Weimarlaan) Uitbreiding: twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III Het westelijke gedeelte van de Koninginneweg is een uitloper van het winkelsegment in de Zeilstraat en de Amstelveenseweg. Vanwege de aansluiting met deze winkelconcentratie is het een goede plek voor horeca. Momenteel bevindt zich in de bovengenoemde straatgevel één winkelvestiging met een groot horecasegment. Omzetting naar zelfstandige horeca lijkt gezien de omvang deze vestiging gewenst.

35

Henrik Jacobszstraat Uitbreiding: twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III In deze straat bevinden zich een horecavestiging (gevestigd aan de Koninginneweg), en een Horeca I vestiging (snackbar). Ten westen van het Valeriusplein is er een geringere functiedichtheid qua horeca dan ten oosten van dit plein. Juist deze horeca draagt in hoge mate bij aan een aangenaam verblijfmilieu en een sterk vestigingsklimaat. Omdat de Hendrik Jacobszstraat, de belangrijkste straat, in deze buurt, mooie geschikte plinten heeft, is een uitbreiding van twee Horeca IV vestigingen wenselijk ter versterking van het vestigingsklimaat en het vrijetijdsmilieu.

Avondzaken Avondzaken zijn mogelijk aan het Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV (zie bijlage 3). Om het woon- en leefklimaat niet te veel te belasten, is hier maximaal één omzetting van dag- naar avondzaak mogelijk.

4.6 Oude Pijp

Gebiedskenmerken De Oude Pijp begint zich te ontwikkelen als een onderdeel van het centrum van Amsterdam, maar behoudt zijn eigen karakter en identiteit. De Oude Pijp wordt intensief gebruikt door bewoners, ondernemers, dagjesbezoekers en toeristen. Wonen, werken en verblijven zijn functies die naast elkaar bestaan in de Oude Pijp. Deze functies kunnen elkaar alleen versterken als ze in evenwicht met elkaar zijn. Door de hoge concentratie aan functies willen veel mensen er wonen en vestigen er de laatste jaren steeds meer creatieve ondernemers. Dat is de charme van de Oude Pijp en vanwege deze charme en de grote aanwezigheid van horeca, terrassen en kunstenaars wordt het ook wel het Quartier Latin van Amsterdam genoemd.

Kaart 8: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in de Oude Pijp met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

Sinds 2000 is het aantal horecavestigingen in de Oude Pijp gedaald. Het betrof vooral een afname van het aantal cafés, terwijl het aantal eetgelegenheden en hotels iets toenam. Deze ontwikkeling was ook tussen 1995 en 2000 al zichtbaar. Er lijkt zich dus in de wijk een verschuiving voor te doen waarbij het aantal cafés afneemt ten gunste van eetgelegenheden, waarbij het totale aantal horecaondernemingen afneemt.

36

Het horecabeleid De Pijp 2003 heeft ingezet op uitbreiding van Horeca IV (restaurant, lunchroom, eetcafés) vooral in de Oude Pijp. De uitgangspunten vanuit dit beleid zijn vervolgens vertaald in bestemmingsplan De Pijp 2005. De uitgangspunten met betrekking tot horeca zoals neergelegd in bestemmingsplan De Pijp 2005 blijven onverkort geldig. Binnen het bestemmingsplan is een bevoegdheid opgenomen voor het dagelijks bestuur om af te wijken van het bestemmingsplan voor de uitbreiding van Horeca IV in de volgende straten: Amsteldijk; Stadhouderskade; Ceintuurbaan; Van Woustraat; Ferdinand Bolstraat; Albert Cuypstraat; Eerste Jacob van Campenstraat; aan de westzijde; Eerste van der Helststraat tussen Sarphatipark en de Quellijnstraat (met uitzondering van het Gerard Douplein); Quellijnstraat tussen het Marie Heinekenplein en de Eerste van der Helststraat. Voorwaarde voor het afwijken van het bestemmingsplan is dat het percentage van de lengte van de straatwand dat voor Horeca I, III en IV wordt toegestaan in totaal maximaal 25% bedraagt.

Het horecagebied in de Oude Pijp, rond de Eerste van der Helststraat, het Gerard Douplein en het Marie Heinekenplein, is een interessant horecagebied waar vooral Amsterdammers hun weg weten te vinden, maar waar ook dagjesmensen en toeristen komen voor een authentieke en stedelijke beleving van Amsterdam. Voor het Amsterdams toerisme is het gebiedsdeel De Pijp één van de zes gebieden die de stad heeft aangewezen voor het spreiden van toerisme (zie paragraaf 1.3). Door een goede balans tussen de functies wonen, werken en vrijetijdsbeleving is de Oude Pijp aantrekkelijk voor dagbezoekers en toeristen. Het is voor het toerisme belangrijk dat er verbindingen worden gemaakt tussen het Museumplein en De Pijp. Het huidige bestemmingsplan maakt voor de belangrijkste verbindingsroutes, de Eerste Jacob van Campenstraat en de Albert Cuypstraat voldoende horeca mogelijk.

Om horecaoverlast te voorkomen wordt er in het kader van het overleg Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan samengewerkt door ondernemers, Koninklijke Horeca Nederland politie en stadsdeel. Gezamenlijk wordt er gewerkt aan initiatieven om de horecaoverlast te beperken en de kwaliteit van het horecagebied te verbeteren.

Horeca-uitbreiding In een aantal straten in de Oude Pijp mag en zal door het dagelijks bestuur van het bestemmingsplan worden afgeweken ter uitbreiding van Horeva IV, tot maximaal 25% van de gevelwand (zie de opsomming hierboven). Deze ruimte voor uitbreiding van Horeca IV is voor een deel al benut op basis van het bestemmingsplan, voor een deel is er nog ruimte. Kaart 8 laat bijvoorbeeld zien dat de Amsteldijk, Stadhouderskade en de Eerste Jacob van Campenstraat (westzijde) minder (concentratie aan) horeca kennen en dus ruimte bieden voor de genoemde uitbreiding. Daarnaast is specifieke uitbreiding mogelijk op:

Hemonylaan (noordzijde) Uitbreiding: maximaal één vestiging horeca IV Tijdens een schouw door de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) is deze locatie geïdentificeerd als een kansrijke locatie voor horeca. Op dit moment is op deze locatie geen horeca aanwezig. Er bevinden zich op dit deel van de Hemonylaan veel uitbouwen en bijgebouwen van panden aan de Stadhouderskade die slechts mogen worden gebruikt ten dienste van de hoofdbebouwing aan de Stadhouderskade of ten dienste van de tuin. Er is daarmee op dit moment weinig mogelijkheid voor de vestiging van horeca. Omdat deze buurt zich meer en meer gaat ontwikkelen als onderdeel van het stedelijke centrum, is er behoefte aan meer economische functies in de buurt. Om het woon- en leefmilieu niet teveel te belasten, maar toch de kansen te benutten om meer economische functies aan het gebied toe te voegen, is het wenselijk dat er een beperkte uitbreiding van Horeca IV wordt gerealiseerd. Concreet wordt er in dit voorstel ruimte geboden aan één Horeca IV vestiging.

37

Gerard Doutstraat 35 ruilt horecabestemming met nummer 48bg. Zie hiervoor ook de nota van beantwoording: Het beoogde uitbreidingspand nummer 35 (de voormalige wasserette) is al jaren verwaarloosd. Verbetering van de uitstraling van dit pand is goed voor de uitstraling van de straat en past in het beleid van de Economische Visie Winkelgebied Ferdinand Bolstraat waar meer aandacht wordt gevraagd voor de uitstraling van de zijstraten in de Ferdinand Bolstraat. Omdat het in het verzoek van restaurant Saray gaat om een ruil van bestemmingen en dit dus niet leidt tot een bovenmatige hoeveelheid horecabestemmingen in een straat, en omdat de invulling van dit pand past binnen de bovengenoemde beleidsdoelstellingen is het Dagelijks Bestuur bereid om mee te werken aan een uitruil van bestemmingen van pand Gerard Doustraat 48 naar Gerard Doustraat 35.

Avondzaken Avondzaken zijn mogelijk aan het Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV. Gezien de huidige druk op het woon- en leefklimaat (er bevinden zich al verschillende avondzaken in deze wijk) is maximaal één omzetting van dag- naar avondzaak mogelijk.

4.7 Nieuwe Pijp en Diamantbuurt

Gebiedskenmerken Net als in de Oude Pijp wordt het karakter van de Nieuwe Pijp bepaald door de aanwezigheid van kunstenaars, creatieve en ambachtelijke ondernemers in de wijk. Ook de Nieuwe Pijp begint zich te ontwikkelen als een onderdeel van het centrum van Amsterdam. Voor de Diamantenbuurt geldt dit in mindere mate. De woonfunctie in de Nieuwe Pijp en Diamantenbuurt is echter belangrijker dan in de Oude Pijp.

De uitgangspunten vanuit het Horecabeleid De Pijp 2003 zijn ook voor dit gebied vertaald in bestemmingsplan De Pijp 2005. De uitgangspunten die in het bestemmingsplan De Pijp 2005 zijn vertaald in uitbreidingslocaties, blijven ook voor de Nieuwe Pijp ongewijzigd in dit horecabeleid. Binnen het bestemmingsplan is voor de Nieuwe Pijp een bevoegdheid opgenomen voor het dagelijks bestuur om ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen voor de uitbreiding van Horeca IV in de volgende straten: Amsteldijk; Ceintuurbaan; Van Woustraat; Sarphatipark (zuidzijde); Noordelijk deel Ferdinand Bolstraat tot het Cornelis Troostplein. Voorwaarde voor het geven van ontheffing is dat het percentage van de lengte van de straatwand dat voor Horeca I, III en IV wordt toegestaan in totaal maximaal 25% bedraagt. De ruimte voor uitbreiding van Horeca IV is voor een deel al benut op basis van het bestemmingsplan.

38

Kaart 9: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in de Nieuwe Pijp en Diamantbuurt met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

De nieuwe invulling op het voormalige gemeentearchiefterrein gaat een creatieve impuls geven aan de Nieuwe Pijp. Op dit terrein is ook ruimte gereserveerd voor horeca. Door horeca rond het gemeentearchiefterrein mogelijk te maken kan ook de omgeving profiteren van deze creatieve impuls. Ook de Van Woustraat kan als winkelstraat hiervan profiteren. Hiervoor is het belangrijk dat er door horeca-uitbreiding een verbinding wordt gemaakt tussen de winkelstraat en het voormalige gemeentearchiefterrein.

Horeca-uitbreiding

Ferdinand Bolstraat (zuidelijk deel vanaf Cornelis Troostplein) Uitbreiding: Horeca IV waardoor maximaal 25% van de gevelwand uit horeca bestaat Om de verbinding te ontwikkelen tussen de verblijfsmilieus van het winkelgebied in de Scheldestraat en de Oude Pijp is het wenselijk dat de uitbreidingsmogelijkheden die nu voor het noordelijk deel van de Ferdinand Bolstraat gelden (zoals neergelegd in het bestemmingsplan De Pijp 2005) ook toe te staan in het zuidelijk deel van de Ferdinand Bolstraat vanaf het Cornelis Troostplein.

Tweede van der Helststraat Uitbreiding: Horeca IV waardoor maximaal 25% van de gevelwand uit horeca bestaat Om de verbinding te ontwikkelen tussen de verblijfsmilieus van het winkelgebied in de Maasstraat en de Oude Pijp is het wenselijk dat de uitbreidingsmogelijkheden die voor het westelijke gedeelte van het Sarphatipark gelden (zoals neergelegd in het bestemmingsplan De Pijp 2005) ook toe te staan in de Nieuwe Pijp voor de Tweede van der Helststraat.

Pijnackerstraat Uitbreiding: Horeca IV waardoor maximaal 25% van de gevelwand uit horeca bestaat De Pijnackerstraat verbindt twee bijzondere pleinen in de Nieuwe Pijp. Het Cornelis Troostplein, waar aan de noordzijde op dit moment voldoende horeca aanwezig is en het Vredeskerkplein. De pleinen en de Pijnackerstraat vormen samen het gebied dat de Ferdinand Bolstraat en de Nieuwe Pijp verbindt met de Stadionweg (een belangrijke verbinding naar verblijfsmilieus Beethovenstraat en Stadionplein). De plinten in de Pijnackerstraat bieden kansen voor een beter gebruik. Door horeca- uitbreiding mogelijk te maken kan dit ook het gebruik van andere functies als winkels of

39

bedrijfsvestigingen stimuleren. Om zowel in als rond dit gebied het verblijfsmilieu te laten ontwikkelen, wordt horeca langs de Pijnackerstraat mogelijk gemaakt overeenkomstig de systematiek zoals gebruikt in het bestemmingsplan De Pijp 2005.

Van Hilligaertstraat (tussen de Ruysdaelkade en de Pijnackerstraat/Pienemanstraat) Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca III of IV De Pijnackerstraat en de Van Hilligaertstraat vormen samen een doorgaande verbinding in de Nieuwe Pijp tussen Stadionweg en Ferdinand Bolstraat. Momenteel is er één Horeca III vestiging gevestigd in de Van Hilligaertstraat (nr.1). Om deze verbinding tussen verblijfsmilieus te ondersteunen wordt in het verbindende gedeelte van de Van Hilligaertstraat maximaal één extra horecavestiging mogelijk gemaakt. De toevoeging van één extra horecavestiging is ruimtelijk en functioneel goed inpasbaar in dit gebied omdat horeca daarmee een ondergeschikte functie blijft ten opzichte van de woonfunctie en andere niet-woonfuncties in het gebied.

Tolstraat (tussen Amstel en Van Woustraat) Uitbreiding: maximaal drie vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III De Tolstraat verbindt het toekomstige creatieve centrum van het voormalige Gemeentearchief met de winkelstraat Van Woustraat. De Van Woustraat en de omgeving kan profiteren van de creatieve programmering van het gemeentearchief. Op dit moment is slechts op één locatie (Tolstraat nr. 91) horeca aanwezig in de Tolstraat tussen de Amstel en de Van Woustraat. Een beperkte uitbreiding van horeca in de Tolstraat kan door het ontwikkelen van een vrijetijdsmilieu bijdragen aan de synergie. Om de bestaande kwaliteit van het woon- en leefmilieu niet onder druk te zetten, is het wenselijk dat slechts beperkte uitbreiding van horeca plaatsvindt. De toevoeging van maximaal twee extra Horeca IV vestigingen en één Horeca III vestiging is ruimtelijk en functioneel goed inpasbaar in dit gebied omdat horeca daarmee een ondergeschikte functie blijft ten opzichte van de woonfunctie en andere niet-woonfuncties in het gebied.

Henrick de Keijserplein Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal één Horeca III Het Henrick de Keijserplein is een aantrekkelijk plein voor buurt, mede door de aanwezigheid van de speeltuin op het plein. De plinten rondom het plein zijn door het uitzicht op het plein ideale plekken voor horeca. Op dit moment is er één horecavestiging aanwezig aan het plein (Hendrick de Keijserplein 20). Rond het plein is de woonfunctie dominant met in de plint op hoeken en op enkele andere locaties niet-woonfuncties. Door toevoeging van enkele horecavestigingen kan het voorzieningenniveau rond het plein vergroot worden zonder dat dit ten koste gaan van het woon- en leefklimaat in de buurt. Concreet betekent dit dat uitbreiding van horeca mogelijk is op maximaal twee locaties aan het plein, zodat deze functie niet dominant aanwezig is en ruimtelijk en functioneel ondergeschikt is aan de woonfunctie.

Lutmastraat 199 t/m 211 Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV De Lutmastraat ten oosten van de Van Woustraat vormt een pleintje tussen deze nummers. Dit pleintje is ideaal voor bewoners. Op dit moment is hier geen horeca gevestigd. Horeca kan bijdragen aan de kwaliteit en de uitstraling van deze locatie in de Nieuwe Pijp. Één Horeca IV vestiging in (bijvoorbeeld) een hoekpand kan een duidelijk accent vormen op het pleintje zonder dat daarmee de woonfunctie onder druk komt te staan.

Jozef Israëlskade (in het Okura Hotel) Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca III De locatie langs het Amstelkanaal aan het Okura wordt momenteel alleen gebruikt door hotelgasten. Door het faciliteren van zelfstandige horeca kan het een bijzondere plek worden waar de hele stad profijt van heeft. De toevoeging van één extra Horeca III vestiging is ruimtelijk en functioneel goed inpasbaar in dit gebied omdat een zelfstandige horecazaak gevestigd kan worden in het hotel en daarmee geringe effecten heeft op het woon- en leefklimaat in het gebied.

Bruggenhuisje Ferdinand Bolstraat (bij overgang naar de Scheldestraat) Uitbreiding: maximaal één van de twee bruggenhuisjes Horeca IV Het winkelgebied in de Scheldestraat en de Ferdinand Bolstraat zijn nu niet goed met elkaar verbonden. De bruggenhuisjes kunnen bijdragen aan een verbinding tussen beide verblijfsmilieus zo

40

is geconstateerd tijdens een schouw van het project Zuidwaarts. Omdat de bruggenhuisjes een kleinere oppervlakte hebben dan 35m² zal de horeca altijd alcoholvrij moeten zijn.

Cornelis Troostplein 23 In de Economische Visie Ferdinand Bolstraat wordt aangegeven dat dit pand (het huidige kantoor van de CWI) ideaal is voor het toevoegen van een (culturele) trekker. Gedacht wordt aan een toekomstige publieksgerichte culturele invulling. Om deze culturele functie mogelijk te maken kan (zie paragraaf 3.4) meegewerkt worden aan zelfstandige horeca aan de pleinzijde en de Ferdinand Bolstraatzijde op de begane grond van dit pand.

Culturele horeca/Horeca C: Filmhuis Rialto (Ceintuurbaan), Muziekpodium De Badcuyp (Eerste Sweelinckstraat) en het Ostadetheater (Ostadestraat) Rialto, De Badcuyp en Ostadetheater zijn bijzondere culturele trekkers in De Pijp. Zij exploiteren op dit moment additionele horeca. Deze regeling geeft niet altijd voldoende ruimte aan de culturele ondernemers op het gebied van openingstijden en zalenverhuur. Omzetting van (een deel van) de maatschappelijke bestemming in horeca draagt bij aan de culturele exploitatie. Rialto en De Badcuyp hebben de bestemming Vrijetijdsfuncties in het vigerende bestemmingsplan De Pijp 2005. Binnen deze bestemming zijn bioscopen, theaters en musea toegestaan. Om de additionele horeca (gedeeltelijk) om te zetten naar zelfstandige horeca, dient afgeweken te worden van het bestemmingsplan. Voor het Ostadetheater geldt dat de mogelijkheden voor horeca-exploitatie worden meegenomen in de plannen voor het cultuurcluster op het voormalig archiefterrein.

Avondzaken Avondzaken zijn mogelijk aan het Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV. Gezien de huidige druk op het woon- en leefklimaat (er bevinden zich al verschillende avondzaken in deze wijk) is maximaal één omzetting van dag- naar avondzaak mogelijk.

4.8 Rivierenbuurt

Gebiedskenmerken De Rivierenbuurt maakt onderdeel uit van Plan-Zuid en is grotendeels in de jaren twintig en dertig van de 20e eeuw gebouwd. In de Rivierenbuurt is veel bebouwing te vinden in de stijl van de Amsterdamse School. De Rivierenbuurt, gelegen tussen de nieuwe ontwikkelingen rond de Zuidas en de Amsteloevers, wordt gekenmerkt door rust en veel plekken met kwalitatief hoogwaardige openbare ruimte. De buurt is het eindpunt van de rode loper , de openbare ruimte boven de Noord-Zuidlijn. Horeca is in deze buurt geconcentreerd in de Scheldestraat, Scheldeplein en Europaplein. Daarnaast speelt het beurs- en congrescentrum RAI ook een belangrijke rol in deze buurt.

In het bestemmingsplan Rivierenbuurt Oost (1996) is de horeca op het moment van het opstellen van dat bestemmingsplan vastgelegd op de locaties waar horecazaken destijds aanwezig waren. Uitbreidingsmogelijkheden worden in dit bestemmingsplan niet geboden. In het bestemmingsplan Waalstraat e.o. (1997), met name het middengebied van de Rivierenbuurt, is de horeca op eenzelfde wijze bestemd: hetgeen dat aanwezig was ten tijde van het opstellen van dat bestemmingsplan, is in het bestemmingsplan vastgelegd. In dit gebied is uitbreiding dan ook niet toegestaan. In het bestemmingsplan Rijn-, Maas- en Scheldestraat (1994) is een andere bestemmingssystematiek gehanteerd. Winkels zijn in de winkelstraten op de begane grond altijd toegestaan, de niet- winkelfuncties worden per gevelwand met een maximale gevellengte beperkt. Binnen de niet- winkelfuncties gelden voor horeca ook een maximale gevellengte. Voorbeeld: voor de Rijnstraat (oneven zijde) tussen de Amstelkade en de Vrijheidslaan is het toegestaan om 248 meter aan winkels te realiseren. Het is toegestaan om 66 meter van de gevelwand te gebruiken voor niet-winkelfuncties (kantoor, maatschappelijke voorzieningen, horeca, bedrijven, etc.). Binnen de niet-winkelfuncties mag dan maximaal 48 meter worden benut ten behoeve van horeca. Door deze bestemmingssystematiek hoeft de horeca die in de winkelstraten aanwezig was ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan Rijn-, Maas- en Scheldestraat, niet per definitie op de plek te blijven waar het destijds zat. Het is mogelijk horeca binnen de gevelwand te verplaatsen naar een ander pand, zolang de maximale gevellengte voor die functie niet wordt overschreden. Samenvoeging en splitsen van

41

horecavestigingen is eveneens mogelijk, mits de maximale toegestane gevellengte aan horeca dit toelaat. De bestemmingsplannen zijn ouder dan 10 jaar, waardoor een actualisatie op grond van de Wet ruimtelijke ordening verplicht is gesteld. Er wordt voor de Rivierenbuurt, in ieder geval voor dat deel van de Rivierenbuurt dat gelegen is ten noorden van de President Kennedylaan, een nieuw bestemmingsplan opgesteld. De geplande vaststelling van dit bestemmingsplan is na de vaststelling van het voorliggende horecabeleid, waardoor de uitbreidingsmogelijkheden voor horeca mee kunnen worden genomen.

Kaart 10: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in de Rivierenbuurt met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

Horeca-uitbreiding

Rijnstraat Uitbreiding: Horeca IV tot een maximum van 25% per gevelwand De Rijnstraat valt te typeren als een stadsstraat (stadsstraten zijn de ruimere en drukkere straten en hebben vaak een belangrijke winkel- of horecafunctie) en is een belangrijke verbindingsweg. Naast een trambaan is er sprake van tweerichtingsverkeer op de Rijnstraat waar het verkeer van de A2 de stad in- en uitrijdt. De Rijnstraat, een van de winkelstraten in bestemmingsplan Rijn-, Maas- en Scheldestraat, heeft de bestemming Bw + W (Winkels met daarboven woningen). De maximale gevellengte die ten behoeve van horeca mag worden benut, is per gevelwand aangegeven. In één gevelwand (onevenzijde, tussen Vrijeheidslaan en Lekstraat) is het op basis van het bestemmingsplan toegestaan méér dan 25% van de gevelwand te benutten ten behoeve van horeca. Voor de overige gevelwanden betekent dit een minimale uitbreiding ten opzichte van de huidige situatie en in een aantal gevallen het nieuw introduceren van horeca in een gevelwand. Voor die

42

gevallen waar de toegestane gevellengte voor horeca wordt overschreden door de horeca uit te breiden naar 25% van de gevelwand, kan dit alleen door af te wijken van het bestemmingsplan.

De dagzaak is een gewenst horecatype in de Rijnstraat. Horeca moet ondersteunend zijn aan de winkels en in balans zijn met de woonfunctie. Door de uitbreidingsmogelijkheden te beperken tot maximaal een kwart van iedere gevelwand en tot horeca in categorie IV, wordt de balans tussen de huidige winkelfunctie en de woonfunctie binnen de Rijnstraat behouden.

Maasstraat tussen Rooseveltlaan en Geleenstraat (plein in de Maasstraat) Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IVB Ook de Maasstraat is een stadsstraat. De verkeersgeleidende functie is gering. De straat heeft een belangrijke winkel- en horecafunctie. Er bevinden zich zowel winkels in huishoudelijke artikelen en foodsector als in de kleding- en modebranche en er is een divers aanbod aan restaurants in de straat. De horeca is gecentreerd rond het plein, maar biedt weinig horeca op het dagsegment. Het huidige bestemmingsplan laat in de Maasstraat geen nieuwe horeca toe. Door het toevoegen van enkele horecavestigingen IVB in bij voorkeur de hoekpanden aan het plein kan het voorzieningenniveau rond het plein en het gebruik van de andere voorzieningen (als winkels) echter worden vergroot.

Maasstraat kruising Uiterwaardenstraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IVB Dit zuidelijke deel van de Maasstraat heeft aanzienlijk minder winkels en horecavoorzieningen dan de rest van de straat. In de hoekpanden op deze kruisingen zit een aantal winkels voor de dagelijkse boodschappen en persoonlijke dienstverlening. Het huidige bestemmingsplan laat in de Maasstraat geen nieuwe horeca toe. Om de recreatieve winkelfunctie van de straat ook in dit deel van de straat te ontwikkelen, kan op deze kruising in één van de hoekpanden uitbreiding van één Horeca IVB plaatsvinden.

Uiterwaardenstraat 98a Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IVB De Uiterwaardenstraat is een zijstraat van de Rijnstraat met verschillende functies (winkels, zakelijke en persoonlijke dienstverlening) in de plint. De straat is verder vooral te kenmerken als een woonstraat. Er bevindt zich een broodjeszaak met interesse in een horecavergunning.

Plein Uiterwaardenstraat / Kinderdijkstraat / Hunzestraat / Winterdijkstraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IVB Aan dit plein is een basisschool speciaal onderwijs gevestigd en op het plein bevinden speelgelegenheid en sportfaciliteiten (onder andere een tennisbaan). Op een aantal hoekpanden aan dit plein bevindt zich momenteel (zakelijke) dienstverlening. In de hier geldende bestemmingsplannen zijn geen horecavestigingen toegestaan. Het plein wordt met name gekenmerkt door (atelier)woningen en de school. Alleen op de hoek van de Hunzestraat met de Trompenburgstraat is een horecavestiging toegestaan, die ook feitelijk aanwezig is. Om het voorzieningenniveau een positieve impuls te geven, het verblijfsklimaat van het plein te verstreken en tegelijkertijd het woon- en leefklimaat te beschermen, kan op dit plein uitbreiding van maximaal één Horeca IVB plaatsvinden, bij voorkeur in één van de hoekpanden aan dit plein.

Plein Vechtstraat / Lekstraat/ Trompenburgstraat / Gaaspstraat Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV, waarvan maximaal een vestiging Horeca IVA op Lekstraat (nummer 16-48), Gaaspstraat (nummer 3-35) en Trompenburgstraat (nummer 99-109) Dit plein wordt gevormd op de kruising van bovengenoemde straten. Het plein is gelegen tussen de Rijnstraat en de Amsteldijk. Er bevindt zich speelgelegenheid op het plein. De plint wordt veelal gedomineerd door woonfuncties, afgewisseld met winkels en bedrijven. Binnen de aangegeven straatwanden is volgens het bestemmingsplan Rivierenbuurt Oost één horecavestiging toegestaan, te weten op Gaaspstraat 3 (Lekstraat 11). Hier is thans een café gevestigd. Om het voorzieningenniveau een positieve impuls te geven en tegelijk het woon- en leefklimaat te beschermen, is het wenselijk om op het plein enkele Horeca IV vestigingen mogelijk te maken. Lunchgerichte horeca kan bovendien voorzien in een behoefte van de aan de Amsteldijk gevestigde bedrijven.

43

Merwedeplein Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IVB In de Waalstraat tussen de Rooseveltlaan en de Churchillaan ligt het Merwedeplein. Het is een ruim plein met een speelgelegenheid voor kinderen en een klein parkje met een jeu de boulesbaan. In de plint bevinden zich grotendeels woningen, met aan de kant van de Waalstraat ook winkels en bedrijven. Om het voorzieningenniveau een positieve impuls te geven en tegelijk het woon- en leefklimaat te beschermen, is het wenselijk om op het plein maximaal één Horeca IVB vestiging mogelijk te maken. Amstelkade Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IVB De Amstelkade biedt interessante locaties voor horeca. Er bevinden zich enkele horecazaken aan de Amstelkade, met name daar waar de Amstelkade andere straten kruist. Een beperkte uitbreiding van horeca aan de Amstelkade draagt bij aan de aantrekkelijkheid van het gebied zonder dat het woon- en leefklimaat onder druk wordt gezet.

Amsteldijk tussen Uithoornstraat en Waverstraat Uitbreiding: maximaal één vestiging Horeca IV of Horeca III Dit deel van de Amsteldijk wordt door de brug over de Amstel verbonden met stadsdeel Oost en ligt in de nabijheid van het station Amstel en het bedrijventerrein dat begint bij de Rembrandttoren. Er zijn al enkele horecazaken gevestigd aan de Amsteldijk. Op nummers 132 en 133 is reeds horeca (categorie II van het bestemmingsplan: snackbar, cafetaria, afhaalwinkel, lunchroom, koffiehuis) toegestaan. Op nummer 132 zit thans een snackbar. Uitbreiding van de horeca in het lichtere segment (horeca III of IV) kan de aantrekkelijkheid van gebied verhogen.

Avondzaken Gezien de huidige druk op het woon- en leefklimaat (er bevinden zich al verschillende avondzaken in deze wijk) is geen omzetting van dag- naar avondzaak mogelijk.

4.9 Buitenveldert

Gebiedskenmerken Buitenveldert is gebouwd in de jaren 60 en 70 als tuinstad. Anders dan in de zijn hier veel kantoorruimten in de woontorens gerealiseerd en zijn er veel meer koopwoningen en dure vrijesectorwoningen. Kenmerkend voor Buitenveldert is de rust en het vele groen, de Vrije Universiteit Amsterdam, het VU Medisch Centrum en winkelcentrum Gelderlandplein.

De laatste jaren zijn er grote ontwikkelingen gaande rondom Buitenveldert die zeker invloed zullen gaan hebben op de wijk. Het gaat hierbij om de Zuidas, dat het tweede centrum van Amsterdam zal worden met 1,3 miljoen m² kantoorruimte en zo n 10.000 tot 12.000 woningen. Station Zuid ontwikkelt zich tot het tweede station van Nederland en zal aansluiting geven op de Noord-Zuidlijn. Met andere woorden: hier zullen straks 24 uur per dag mensen werken, wonen en leven. Deze mensen zullen ook gebruik gaan maken van de winkels en voorzieningen in Buitenveldert. Door de toenemende vraag is de verwachting dat vooral in het noordelijk deel van Buitenveldert meer bedrijven, winkels en horeca zich willen vestigen, waardoor dit meer een onderdeel van de stad gaat worden.

In het Visiedocument Buitenveldert in Balans (2009) zijn uitgangspunten omschreven voor de toekomstige ontwikkeling van Buitenveldert. Eén van deze uitgangspunten is dat verstedelijking in de wijk met wonen, werken en voorzieningen, op een aantal specifieke plaatsen zal plaatsvinden. Sterke stedelijke ontwikkeling kan plaatsvinden langs de hoofdontsluitingsassen zoals de Buitenveldertselaan en het Gelderlandplein.

44

Kaart 11: Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in Buitenveldert met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

Horeca-uitbreiding

Gelderlandplein Het huidige overdekte winkelcentrum Gelderlandplein vervult binnen Buitenveldert een belangrijke centrumfunctie. Ook op het zuidelijke deel van Amsterdam oefent het een grote aantrekkingskracht uit, met name in de foodsector. Concurrentie ondervindt het winkelcentrum van de binnenstad van Amsterdam en het winkelcentrum Amstelveen. De komst van de Zuidas kan de positie van het winkelcentrum Gelderlandplein versterken, maar kan tegelijkertijd een bedreiging inhouden. Horeca in aansluiting met de Zuidas-ontwikkelingen is daarom gewenst.

In het voorjaar 2010 heeft het bestuur van voormalig stadsdeel Zuideramstel ingestemd met de ontwikkelingsvisie voor het Gelderlandplein. Het Gelderlandplein moet meer dan het nu is, een bruisende centrumplek in Buitenveldert worden. De plek wordt stedelijk met een meer gemengd programma. Naast uitbreiding van de winkelfunctie, wordt ingezet op meer levendigheid na 18:00 uur, onder andere door de (mogelijke) komst van een bioscoop meer horecavoorzieningen en / of andere vrijetijdsvoorzieningen. De horeca-uitbreiding dient opgenomen te worden in een integraal plan voor dit gebied en dient ondersteunend aan de winkels te zijn (horeca IV) dan wel een geheel zelfstandige horecavoorziening te zijn (bijvoorbeeld horeca III).

Rooswijck Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IVB Rooswijck omvat een relatief kleine concentratie van ongeveer 25 winkels in de plint en overdekte kramen op het voorliggende plein. Het winkelgebied ligt op loopafstand van metrohalte Van Boshuizenstraat. Het winkelaanbod richt zich vooral op de dagelijkse boodschappen. Daarnaast bevinden zich er enkele speciaalzaken en is er één restaurant aanwezig. Dit restaurant richt zich op het diner en is overdag gesloten. De uitstraling van het winkelgebied behoeft verbetering. Waarschijnlijk wordt de openbare ruimte van het centrum eind 2011/begin 2012 opgewaardeerd. Met de toekomstige ontwikkelingen van de Amstelveenlijn is het wenselijk in de nabijheid van de metrohaltes het voorzieningenniveau te verbeteren. De toevoeging van een daghoreca ter ondersteuning van de detailhandel zou gezien huidige situatie en de toekomstige ontwikkelingen wenselijk zijn.

45

Winkelgebied A.J. Ernststraat Uitbreiding: Horeca IV waardoor maximaal 10-15% van de gevelwand uit horeca bestaat Het winkelgebied A.J. Ernststraat valt uiteen in een westelijk deel, gelegen tussen De Buitenveldertselaan en het Gelderlandplein en een oostelijk deel, gelegen tussen het Gelderlandplein en de Europaboulevard. Het westelijke deel kent een zekere menging van bedrijvigheid (bedrijven, winkels en consumentverzorgende dienstverlening), in het oostelijk deel is sprake van een concentratie van winkels. De winkels vormen samen een goede aanvulling op het winkelcentrum Gelderlandplein. Aannemelijk is dat het winkelgebied op termijn zal weten te profiteren van de woningbouw in het Zuidasgebied. Horeca in het winkelgebied (tussen Buitenveldertselaan en Willem van Weldammelaan en tussen Van Heenvlietlaan en Havikshorst) ter ondersteuning van de detailhandel en zakelijke dienstverlening is hier wenselijk. Het huidige bestemmingsplan Buitenveldert 2001 geeft voor de zuidzijde van de A.J. Ernststraat mogelijkheden voor het vestigen van niet-woonfuncties, maar horeca is daar niet bij inbegrepen.

Avondzaken Gezien het karakter van dit gebeid (woonfunctie is hier dominant) is geen omzetting van dag- naar avondzaak mogelijk (zie ook paragraaf 3.1 over avondzaken )

4.10 Zuidas en omgeving

Gebiedskenmerken Kernmerkend aan deze buurt is de Zuidas (waar de komende twintig jaar ruim een miljoen vierkante meter om te werken en een miljoen vierkante meter om te wonen wordt gerealiseerd), station Zuid, maar ook het Beatrixpark, de Gerrit Rietveld Academie, het Kenniskwartier en het World Trade Centre. De gebouwen die momenteel in de Zuidas zijn gerealiseerd, zijn mogelijk gemaakt na toepassing van vrijstellingsprocedures. Er zijn bestemmingsplannen in voorbereiding die de huidige situatie vastleggen, of de toekomstige situatie op hoofdlijnen vastlegt. De mogelijkheden voor horeca wordt hierbij afgewogen en in de bestemmingsplannen opgenomen.

Kaart 12 Overzichtskaart locaties horeca-uitbreiding in de Zuidas en omgeving inclusief met een indicatie van de spreiding van bestaande horeca in het gebied.

Horeca-uitbreiding

46

Prinses Irenebuurt: Parnassusweg tussen Peter van Anrooystraat en Prinses Irenestraat Uitbreiding: maximaal drie vestigingen Horeca IV De Prinses Irenebuurt, ten noorden van de Zuidas, wordt sterk beïnvloed door ontwikkelingen in de Zuidas. De Prinses Irenbuurt moet daarom worden betrokken bij de dynamische omgeving. Aan de Prinses Irenebuurt is momenteel één horecabestemming toegekend op de hoek van de Prinses Irenestraat en Beethovenstraat. Daarnaast is horeca mogelijk binnen de gemengde doeleinden langs de Beethovenstraat en Parnassusweg. Om de ontwikkeling van de Parnassusweg als stadsstraat te stimuleren, is uitbreiding van het aantal horecazaken wenselijk in dit deel van de straat.

Jachthavengebied: Pramenpad, Jachthavenweg, Skütjespad Uitbreiding: maximaal twee vestigingen Horeca IV of Horeca III Het jachthavengebied, gelegen tussen de A10 en het , kent momenteel vooral kleine watersport-gerelateerde bedrijven. Aandachtspunt is het behoud van de watersportverenigingen en kleinschalige bedrijven die hier nu gevestigd zijn (Visie document Buitenveldert in Balans, 2009). Het is daarom wenselijk de horeca-uitbreiding niet in de jachthaven zelf, maar in de bebouwing naast het jachthavengebied toe te staan (Pramenpad, Jachthavenweg, Skütjespad). Het gaat hierbij om kantoorpanden gelegen aan het water. Horeca ter bediening van het kantoorpersoneel doordeweeks en de recreant in het weekend, komt de levendigheid in het gebied ten goede.

Zuidas Een belangrijk onderdeel van een goede leef- en woonomgeving is de nabijheid van voldoende winkels voor de dagelijkse boodschappen en horecavoorzieningen voor ontspanning. In de Zuidas wordt gestreefd naar een hoog kwaliteitsniveau; de horeca moet er aantrekkelijk uitzien en een hoog niveau nastreven voor het aantrekken van stadsdeelbewoners, bewoners van omliggende wijken, maar ook de werkenden in het Zuidasgebied en studenten in het Kenniskwartier. Voor deze locatie wordt in dit horecabeleid geen uitbreiding vastgesteld omdat dit geregeld wordt via de bestemmingsplannen voor de Zuidas (centrale stad en stadsdeel in coalitieverband).

Avond- en nachtzaken Avond- en nachtzaken zijn mogelijk op specifieke locaties in de Zuidas. Deze locaties staan in overwegende mate vrij van woonstraten of deze worden afgeschermd door verkeersstraten (Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV), waardoor er geen onevenredige druk te verwachten is op het woon- en leefklimaat in de omliggende woonbuurten. Voor het Mahlerplein en George Gershwinplein geldt dat in het bestemmingsplan is opgenomen dat in gebouwen met tevens een kantoorfunctie de diverse horeca categorieën zijn toegestaan, dus ook horeca II (dancing/discotheek). Avond- en nachtzaken zijn niet toegestaan in de voor wonen bestemde gebouwen. Voor de Zuidas zijn momenteel verschillende bestemmingsplannen in ontwikkeling.

47

5 Toezicht en handhaving

Het stadsdeel acht ondernemers primair verantwoordelijk voor hun zaak, klanten, omwonenden en omgeving. Wangedrag voor de deur door klanten of overmatig alcoholgebruik in de horecazaak worden tegengegaan door de ondernemer. De meest horecaondernemers nemen deze verantwoordelijkheid. Wanneer ondernemers hun verantwoordelijkheid niet nemen, kunnen handhavingstappen worden ondernomen.

Voor het toezicht en de handhaving op de naleving van de regelgeving voor horeca-inrichtingen zijn verschillende instanties verantwoordelijk. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke instanties dit zijn en welke bevoegdheden zij hebben.

Bevoegdheden toezicht en handhaving Voor het toezicht en de handhaving op de naleving van de regelgeving voor horeca-inrichtingen zijn de politie, de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) en het stadsdeel verantwoordelijk. De politie richt zich vooral op het controleren van de sluitingstijden en het bewaken van de openbare orde. De VWA houdt toezicht op en verzorgt de handhaving van de Drank- en Horecawet en Tabakswet (waaronder het rookverbod). Het stadsdeel verzorgt het toezicht en de handhaving voor wat betreft naleving van de exploitatievergunning (inclusief terrasregels) en naleving van het Activiteitenbesluit (algemene voorschriften op grond van de Wet milieubeheer), onder andere geluidsoverlast. Ook als sluiting van een horeca-inrichting aan de orde is, neemt het stadsdeel de handhaving over.

Toezicht stadsdeel Zuid Het toezicht op de naleving van regelgeving vanuit het stadsdeel kent twee sporen: het houden van een programmatisch toezicht met een integraal karakter (controlebezoek) en het reageren op horecaklachten van omwonenden.

Integraal controlebezoek Deze vorm van toezicht voorziet in een bezoek van circa tweehonderd horecabedrijven per jaar. Om de toezichtlast voor ondernemers zoveel als mogelijk te verminderen, zijn horeca-checklisten opgesteld om de voornaamste aspecten van verschillende vakdisciplines in de controle te betrekken (onder andere brandveiligheid, vergunningseisen, bouwkundige eisen). Waar er voorheen drie toezichthouders waren die elk afzonderlijk bij horecabedrijven op bezoek kwamen, is dit verminderd tot één toezichthouder en één controlebezoek.

Overlastklachten: geluidsoverlast Klachten van omwonenden betreffen in de regel geluidsoverlast. Geluidsoverlast kan men momenteel telefonisch melden via drie kanalen: het algemene nummer van de gemeente Amsterdam (14020); Horeca Overlast Telefoon (HOT-line); Milieuklachtentelefoon van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB). Alleen de HOT-line is momenteel zeven dagen per week, gedurende 24 uur bereikbaar. Het streven is dat ook het algemene informatienummer van de gemeente Amsterdam permanent bereikbaar wordt in 2011. Hiermee kunnen de andere kanalen komen te vervallen. De binnengekomen overlastmeldingen worden doorgezet naar een mailbox, waaraan de diensthebbende handhavers zijn gekoppeld. De handhavers zijn tijdens alle weekenden (zaterdagnacht tot 03.00 uur en zondagavond tot 24.00 uur) volgens een vast rooster actief. De bezetting bestaat uit twee koppels van twee of drie personen.

Het constateren van een overtreding van geluidsnormen eist een geluidmeting buiten de inrichting. Op straat is dat niet altijd goed uit te voeren (onder andere door het omgevingslawaai). Het doen van een geluidsmeting in boven- of naastgelegen woningen is afhankelijk van medewerking van de bewoners. Ook deze factoren kunnen de uitvoering van de geluidsmeting belemmeren.

Handhaving stadsdeel Zuid Bij geconstateerde overtredingen treedt in stadsdeel Zuid een handhavingstappenplan in werking, waarin de wijze van handhaving nader is uitgewerkt. Afhankelijk van de aard en zwaarte van de overtreding resulteert dit in een waarschuwing, een lastgeving met een dwangsom of andere vorm van

48

bestuursdwang, ten einde de overtreding te beëindigen. Dit kan resulteren in een beperkte of uiteindelijk totale sluiting. Op grond van het Activiteitenbesluit is het ook mogelijk om bij overtreding van geluidsnormen het nemen van bronmaatregelen af te dwingen (aanbrengen van een begrenzer op de installatie, geluidisolatie van de inrichting etc. zie ook bijlage 5).

De centrale stad bereidt momenteel een voorstel voor de herziening van het handhavingstappenplan voor. De verwachting is dat dit zal leiden tot een strenger en scherper regime, met een positief effect op het naleefgedrag.

Overige ontwikkelingen en maatregelen met betrekking tot overlast

Flankerend terrassenbeleid In de zomer van 2009 is een discussie ontstaan over de terrasregels in Amsterdam doordat de actiegroep Ai!LoveAmsterdam aangaf dat het huidige beleid leidt tot vertrutting van Amsterdam. Met name de regel dat niet staand gedronken mag worden op een terras werd ter discussie gesteld. In 2010 is als gevolg van deze discussie door de gemeenteraad een motie aangenomen met daarin de opdracht dat de APV zodanig gewijzigd moet worden dat staand consumeren op een terras mogelijk wordt gemaakt. Hierbij moet flankerend beleid ontwikkeld worden om maatwerk in gebieden mogelijk te maken en de handhaving te versterken. Stadsdeel Zuid is naast enkele andere stadsdelen, ondernemers en bewoners, betrokken bij de ontwikkeling van dit flankerend terrassenbeleid.

Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan Het dagelijks bestuur gaat ervan uit dat horecaondernemers eigen verantwoordelijkheid nemen wanneer bezoekers overlast veroorzaken in en rond de horecagelegenheid. Een belangrijk initiatief waarmee de horecaondernemers van het Marie Heinekenplein, het Gerard Douplein en de Eerste van der Helststraat hun verantwoordelijkheid hebben genomen, is het samenwerkingsverband Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU). In dit samenwerkingsverband werken ondernemers samen met politie, brandweer, Koninklijke Horeca Nederland en het stadsdeel met het doel te komen tot een veiliger en kwalitatief hoogstaand horecagebied.

De laatste paar jaar wordt er in KVU-verband extra aandacht besteed aan de overlast van horecabezoekers bij het verlaten van de horecavestiging na sluitingstijd. De KVU-samenwerking is ook een geschikt platform voor het bespreken (onder andere met omwonenden) van zaken als horecaoverlast. Het KVU-overleg in het horecagebied De Pijp heeft in korte tijd al bewezen van grote waarde te zijn. Stadsdeel Zuid vindt het KVU-overleg van groot belang voor het horecagebied en wil deze samenwerking de komende jaren voortzetten.

Wanneer in het stadsdeel met enige regelmaat horecaklachten worden ontvangen over dezelfde omgeving of veroorzaker kan dat een signaal zijn om de achtergronden van de klachten te onderzoeken. Soms kan een gesprek tussen omgeving en ondernemers duidelijk maken wat de aard en achtergronden zijn van de klachten. Bewoners en ondernemers kunnen daarna dan wegen vinden om er samen uit te komen. Het stadsdeel kan (op basis van signalering en ontvangen horecaklachten) het initiatief nemen tot een gesprek tussen horecaondernemers en omwonenden. Bij eerder geïnitieerd overleg tussen bewoners en ondernemers van Gerard Douplein en omgeving (eind 2008), hebben beide partijen het belang onderstreept van het in gesprek blijven met elkaar en hiermee naar het vinden van oplossingen.

49

Motie

Geraadpleegde literatuur

50

Bestaande eigen beleidskaders Horecabeleid Oud-Zuid 2009 Vergunningenbeleid Horeca Zuideramstel 2002 Perspectiefnota 2011- 2014 (juni 2010) Programma-akkoord stadsdeel Zuid 2010-2014 Vernieuwen, Verbinden, Vereenvoudigen Handhavingprogramma 2011 (concept december 2010) Buitenveldert in Balans, stadsdeel Zuideramstel (november 2009)

Beleidskaders centrale stad Algemeen Plaatselijke Verordening Amsterdam 2008, Gemeente Amsterdam (2008) Ontdek Amsterdam! Spreiding van Toerisme over de stad, Dienst Economische Zaken (2008) Structuurvisie Amsterdam 2040, Gemeente Amsterdam (2010) Zuidwaarts, Gemeente Amsterdam (februari 2010) Handreiking Mengformules, Dienst Economische Zaken (november 2008) Nota Hotelbeleid 2007-2010, , Dienst Economische Zaken (november 2007) Wijkanalyses Zuid, factsheets buurtcombinaties stadsdeel Zuid, Dienst Onderzoek en Statistiek (november 2009)

Beleidskaders andere stadsdelen Horecabeleidsplan 2008, stadsdeel Centrum (december 2008) Beleidsregels voor Mengformules, stadsdeel Centrum (2006) Horecanota 2008-2013, stadsdeel De Baarsjes (augustus 2008) Horecavisie 2009, stadsdeel (2009)

Overig Onder-tussen, diensten, bedrijven en onafhankelijke ondernemers uit de metropoolregio Amsterdam Gelderlandplein Amsterdam, Kroonenberg groep (april 2010) Horecawetgeving in de Praktijk 2007, Frank Joosten, Kluwer 2007

51

Bijlagen

1. Overzicht stadsstraten- en pleinen in stadsdeel Zuid 2. Overzicht verblijfmilieus en potentiële schakelverbindingen in stadsdeel Zuid 3. Overzicht Hoofdnet Auto stadsdeel Zuid 4. Geluidswaarden en horecatypen 5. Overzicht horeca-uitbreidingsmogelijkheden stadsdeel Zuid 6. Vervolgacties en operationele zaken

52

Bijlage 1 Stadsstraten en -pleinen stadsdeel Zuid

Stadsstraten en pleinen Zoals aangegeven in de Ontwerp structuurvisie Amsterdam 2040 (lijst is niet uitputtend) Amstelveenseweg (tot aan Stadionplein) Beethovenstraat Ferdinand Bolstraat Scheldestraat Maasstraat Parnassusweg Van Woustraat Rijnstraat Cornelis Schuytstraat P.C. Hooftstraat Frans Halsstraat Constantijn Huygensstraat Van Baerlestraat Hoofddorpplein Stadionplein Museumplein Marie Heinekenplein

53

Bijlage 2 Overzicht vrijetijdsmilieus en potentiële schakelverbindingen in stadsdeel Zuid

Bron: Zuidwaarts, Vrijetijdsmilieus, concept augustus 2008. De rode lijnen zijn de te verbindingen tussen Centrum en Zuidas waar kansen liggen voor uitbreiding van economische functies. De gekeurde gebieden zijn de vrijetijdsmilieus. Doelstelling van dit horecabeleid is om de vrijetijdsmilieus met elkaar te verbinden.

In stadsdeel Zuid zijn de belangrijkste vrijetijdsmilieus: de Pijp; de omgeving rond P.C. Hooftstraat, Museumplein en Van Baerlestraat; de omgeving rond de Cornelis Schuytstraat; het winkelgebied rond de Beethovenstraat; het winkelgebied ten zuiden van het Olympiaplein; het gebied rond Stadionplein en Olympisch Stadion; het winkelgebied Amstelveenseweg/Zeilstraat; het winkelgebied Maasstraat; het winkelgebied Scheldestraat/ en het evenemententerrein Europaplein, Rai; de Zuidas.

Voorbeelden van verbindingswegen tussen vrijetijdsmilieus in stadsdeel Zuid: Zuidelijk deel Ferdinand Bolstraat (tussen Oude Pijp en Scheldestraat/Europaplein, ook wel de Rode Loper genoemd); Sarphatipark west, Tweede van der Helstraat (tussen Oude Pijp en Maasstraat); J.M. Coenenstraat (tussen Museumplein en Beethovenstraat); Stadionweg (tussen Stadionplein, winkelgebied Olympiaplein, Beethovenstraat); Willemsparkweg, Koninginneweg (tussen Museumplein, Cornelis Schuytstraat en Amstelveenseweg); Van Woustraat en de Rijnstraat.

54

Bijlage 3 Overzicht Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV

Hoofdnet Auto

Bron: Nota Stedelijke Infrastructuur 2006, DIVV

55

Straten Hoofdnet Auto en Hoofdnet OV Op deze straten in de Zuidas en in het gebied ten noorden van de ringweg Zuid A10 is een aantal omzettingen van dag-naar avondzaak mogelijk in stadsdeel Zuid (zie hoofdstuk 6). Straat Hoofdnet Auto Hoofdnet OV Amstelveenseweg X X Buitenveldertselaan X X De Boelelaan X X Diepenbrockstraat X X Europaboulevard X X (Europaplein - Van Boshuizenstraat) Europaplein X X Olympiaplein X X Scheldeplein X X Stadionplein Stadionweg X X Van Nijenrodeweg X X (Europaboulevard Buitenveldertselaan) Wielingenstraat X X Amsteldijk X Hobbemakade X President Kennedylaan X Stadhouderskade X Albert Cuypstraat X (Hobbemakade - Ferdinand Bolstraat) Apollolaan X Beethovenstraat X Ceintuurbaan X Churchill-laan X Concertgebouwplein X Cornelis Krussemanstraat X De Lairessestraat X Ferdinand Bolstraat X Johan M. Coenenstraat X Johannes Vermeerstraat X Koninginneweg X Muzenplein X Parnassusweg X Paulus Potterstraat Rijnstraat X Roelof Hartplein X Roelofhartstraat X Rooseveltlaan X Ruysdaelstraat X (Hobbemakade - Johannes Vermeerstraat) Sarphatipark X Scheldestraat X Strawinskylaan X Van Baerlestraat X Van Boshuizenstraat X (Buitenveldertselaan Europaboulevard) Van Leijenberghlaan X (Boelelaan - Van Nijenrodeweg) Van Woustraat X Victorieplein X Vrijheidslaan X Willemsparkweg X Zeilstraat X

56

Bijlage 5 Geluidswaarden, horecatypen en uitzonderingen op geluidhindervoorschriften

Geluidswaarden en horecatypen Het dagelijks bestuur wil binnen de wettelijke mogelijkheden van de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit het maximale doen om geluidsoverlast van horeca te voorkomen. De wet milieubeheer maakt het mogelijk voor nieuwe horecazaken een akoestisch onderzoek te eisen, indien aannemelijk is dat de inrichting een bepaalde geluidsemissie zal produceren, bijvoorbeeld wanneer de inrichting gelegen is aan een geluidsgevoelige bestemming, of wanneer klachten of overtredingen uit het verleden daar aanleiding toe geven. Het handboek exploitatievergunning geeft een indicatie (zie onder) van de gemiddelde geluidswaarden van voor de volgende horecatypen:

Bij bestaande horecazaken kan een aanvullend akoestisch onderzoek geëist worden wanneer na aanleiding van klachten een geluidsovertreding geconstateerd is en deze overtreding verder akoestisch onderzoek aannemelijk of noodzakelijk maken. Een akoestisch onderzoek toont aan of een onderneming aan de geluidsnormen kan voldoen en onder welke voorwaarden. Deze voorwaarden worden vervolgens in een nadere eis (maatwerkbesluit) opgenomen. Deze eisen behelzen vaak het hebben van een verzegelde geluidsbegrenzer op de muziekinstallatie, het sluiten van deuren en ramen behalve voor het doorlaten van personen, een verbod op livemuziek of flexibele ophanging van geluidsboxen.

Ook voor geluidsklachten van horecazaken in de binnentuinen is handhaving mogelijk. Geluidsoverlast in binnentuinen kan beschouwd worden als een verstoring van het woon- en leefklimaat. Na aanleiding van klachten van omwonenden zal een handhaver een constatering moeten doen. Op basis daarvan kan het handhavingstappenplan in werking worden gezet. Dit kan leiden tot een tijdelijke beperking van het gebruik van de vergunning en uiteindelijk zelfs tot intrekking van de exploitatievergunning.

Uitzondering op geluidhindervoorschriften In artikel 5.6 van de APV 2008 wordt aangegeven wanneer van de geluidhindervoorschriften kan worden afgeweken. Per horeca-inrichting kan maximaal twee keer per kalenderjaar worden afgeweken van de reguliere geluidhindernormen ten behoeve van incidentele festiviteiten of activiteiten. De exploitant vraag hiervoor ontheffing bij het stadsdeel aan. De ontheffing geluidsvoorschriften wordt maximaal verleend tot 1 uur vóór de reguliere sluitingstijd. Het stadsdeel (lees: de afdeling vergunningen) maakt per aanvraag de afweging of de ontheffing geluidsvoorschriften wordt verleend tot de hierboven omschreven maximale tijd. Op basis van de aard en omvang van de festiviteit of activiteit, de aard van het bedrijf, de situering daarvan, de plaatselijke omstandigheden, eerder veroorzaakte overlast, etc. kan besloten worden om de tijd te vervroegen.

57

Bijlage 6 Vervolgacties en operationele zaken

In deze nota Horecabeleid stadsdeel Zuid 2011 is een aantal acties benoemd. Hieronder worden deze acties per uitvoerende afdeling van de stadsdeelorganisatie omschreven.

Afdeling Beleidsrealisatie Fysiek Domein Betrekken van uitgangspunten en voorschriften van deze nota Horecabeleid stadsdeel Zuid bij nieuw op te stellen bestemmingsplannen. Speciale aandacht daarbij voor: o Categorisering horeca; o Dansen in restaurant of café; o Zalenverhuur; o Mengformules en additionele horeca; o Bedrijfsverzamelgebouwen; o Culturele horeca en Horeca C. Op basis van de gebiedsgerichte horeca-uitbreiding omgevingsvergunningen verlenen waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan; Uitvoeren evaluatie pilot gevelbanken eind 2011; Continuering van de overleggen Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan in De Pijp. Het initiëren van overleg tussen bewoners en horecaondernemers wanneer overlastklachten daartoe aanleiding geven.

Afdeling Vergunningen Aanvragen voor exploitatievergunningen voor zelfstandige horeca, mengformules, additionele horeca, Horeca C en bedrijfsverzamelgebouwen toetsen aan de criteria en uitgangspunten zoals opgenomen in deze nota; Aanvragen voor gevelbanken voor mengformules toetsen aan de criteria van de pilot gevelbanken in deze nota; Beoordelen en behandelen van aanvragen voor nieuwe horecavestigingen op basis van de uitgangspunten van deze nota; Beoordeling en behandelen van aanvragen avondzaakvergunningen (omzetting van dag- naar avondzaken) op basis van de uitgangspunten van nota.

Afdeling Handhaving en veiligheid Regulier horecatoezicht op grond van een door het dagelijks bestuur jaarlijks vast te stellen prioriteitenplan; Uitrollen van de pilot integrale horecacontrole over (een deel van) het totale horecabestand in het stadsdeel.

58