Mededelingen Van De Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Mededelingen Van De Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31 Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31 bron Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31. Stichting Jacob Campo Weyerman, Moordrecht 2008 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_med009200801_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 1 Misdaadverslaggeving in de achttiende eeuw: de criminele biografie Frans Thuijs De criminele biografie Sinds het verschijnen van het boekje Levens van beruchte personen in 1980 worden we nog wel eens geconfronteerd met het begrip ‘criminele biografie’.1 Het is ook één van de rafelrandjes in mijn onderzoek naar de misdadiger Jacob Frederik Muller (1690-1718), alias Jaco, over wie in de achttiende eeuw en vooral daarna veel is geschreven.2 Enkele achttiende-eeuwse pamfletten over Jaco zouden aan de wieg van de Nederlandse criminele biografie staan. Het is meestal niet erg zinvol om kritiek te leveren op een publicatie van meer dan 25 jaar geleden. Hier moet toch een uitzondering worden gemaakt. Het begrip criminele biografie lijkt zich immers zó te hebben vastgezet, dat het nu wel al te gemakkelijk wordt misbruikt als synoniem voor álle achttiende-eeuwse misdaadverhalen en moderne navertellingen. Dat is niet juist en ook niet goed verklaarbaar, want de destijds gegeven kenmerken waaraan de criminele biografie zou moeten voldoen, lijken toch helder genoeg: (1) Het moet een levensbeschrijving zijn in proza (2) van een reële persoon (3) die crimineel was en daarom werd gevonnist, welke levensbeschrijving (4) gelijktijdig met het vonnis te boek is gesteld, (5) met als doel het publiek te amuseren, te waarschuwen en te stichten. Dat er niettemin verwarring over die uitgangspunten is ontstaan kan in de hand zijn gewerkt door de keuze van de voorbeelden en het gebrek aan historisch onderzoek destijds. Genoemd werden het in 1717 uitgegeven pamflet, Uitvoerig Verhaal en het in 1773 verschenen proza, Brief van Jacob Frederik Muller.3 Deze twee werkjes samen, zouden de aanzet vormen van de Nederlandse criminele biografie.4 Bij nadere beschouwing en vanwege de beperkte doelstelling voldoet het Uitvoerig Verhaal nauwelijks aan twee van de vijf kenmerken: het is geen levensbeschrijving in proza, het gaat wel over een reële persoon die crimineel was, er was ongebruikelijk proces waarover niets wordt verteld, de zaak werd ver vóór de definitieve uitspraak te boek gesteld en op straat gebracht zoals dat de Amsterdamse officier paste en niet voor amusement, waarschuwing of stichting. De combinatie met de maar liefst meer dan vijftig jaar later uitgebrachte Brief maakt het er niet beter op. Er zijn daarin wel enkele biografische gegevens opgenomen, maar er is nog veel meer dat op fantasie berust. Er is iets van verontschuldiging en het ontbreekt niet aan ironie, waarin misschien zelfs iets van maatschappijkritiek is verstopt, als je er tenminste oog voor hebt. Die kritiek, met verwijzing naar maatschappelijke achterstelling en misdadigheid, is minder diffuus in het eveneens uit 1773 daterende pamflet Aandoenlyke Beschouwing.5 De twee verhalen lopen als het ware in elkaar over. De Brief is volgens het titelblad gericht ‘aan zyne Opvolgers, die eerstdaags haar welverdiende Straf binnen Amsterdam zullen ontfangen’ en aan het einde staat de samenspraak tussen Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31 Jaco en Cartouche ‘Gehouden op de Brug van de Oude Stads Herberg, Op Zondagogtend den 22 Augustus 1733, by het apprehenderen van 9 Vrybuiters’. Die samenspraak gaat vloeiend over in die Aandoenlyke Beschouwing, waarin het treurige verhaal wordt verteld van negen onfortuinlijke schlemielige migranten, eenmalig op het slechte pad, verraden en berecht: zeven werden er gehangen en twee langdurig gevangen. De verbinding tussen deze twee pamfletten is duidelijk. Zij moeten vrijwel gelijktijdig zijn uitgegeven, beide anoniem, het eerste in Den Bosch, het tweede in Amsterdam. De Brief zou van de hand zijn van Nicolaas Hoefnagel, maar de Aandoenlyke Beschouwing niet. Als de twee verhalen werkelijk bij elkaar horen van wiens hand is dan het tweede stuk? Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31 2 Afbeelding in: Uitvoerig verhaal van alle Feyten en Schelmstukken van Jacob Frederik Muller, alias Jaco. Amsterdam, 1731. Er is sprake van enige maatschappijkritiek in beide publicaties, met maatschappelijke achterstelling en criminaliteit als uitgangspunt, ruim een halve eeuw na het Franse voorbeeld in de verhalen over Louis Dominique Cartouche (1693-1721) die in 1721 in Parijs werd berecht en geradbraakt. Zijn verhalen vervulden een functie in de Franse verlichtingsliteratuur.6 Vanaf 1722 kwamen er Nederlandse vertalingen op de markt. Des te meer is het dan opmerkelijk dat het nog zo lang duurde voordat er enige publieke twijfel ontstond over de Nederlandse strafrechtspleging. Dat kan alleen maar worden verklaard uit de verblinding van de magistraat, zoals de Aandoenlijke beschouwing letterlijk stelt. Maatschappelijk onrecht was elders, niet in de Republiek. Er was veel mis, maar daar had men geen oog voor. De publicaties rondom Jacob Muller De publicaties rondom en ver na Jaco's rechtszaak, dat wil zeggen het Uitvoerig Verhaal in combinatie met de Brief, worden na Buijnsters door Mattheij bestempeld als de meest oorspronkelijke Nederlandse criminele biografie. Veel waarde wordt gehecht aan het Uitvoerig Verhaal en terecht, maar het waren niet de goede redenen die Mattheij meende te zien. Het is niet juist om zonder behoorlijk onderzoek naar de brontekst en het strafproces, twee in stijl zo verschillende teksten, gepubliceerd met een tussenpoos van meer dan een halve eeuw, te verheffen tot één oorsprong! De historische context geeft duidelijkheid over het doel van de schrijver en het doel van de publicatie. Het Uitvoerig Verhaal is een formeel juridisch stuk, de conclusie van eis van de hoofdofficier van Amsterdam, Ferdinand van Collen, in het ongebruikelijke ordinaris strafproces tegen een gewone misdadiger, na de gebruikelijke extra-ordinaris procedure. Die conclusie is grotendeels overgeschreven Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31 uit de confessieboeken en is weinig anders dan het verhaal van de onbetrouwbare Griet Lommers, Jaco's bijzit, aan wie in ruil voor haar verklaringen immuniteit was verleend.7 Die conclusie van eis werd in hoger beroep de conclusie van antwoord voor het Hof, gepresenteerd door de procureur-generaal, Wolfert Nobeling, en advocaat-fiscaal Cornelis Wevering, om bevestiging van het Amsterdamse vonnis van 14 januari 1717 te verkrijgen. Dat document is onverkort in druk verschenen, om ter rechtvaardiging van de lange duur van het proces en de hoge kosten de communis opinio te bewerken.8 Het stuk kwam op straat in de zomer van 1717, ongeveer negen maanden voordat het Hof op 18 mei 1718 van een uitspraak beviel. Er valt op de inhoud van alles af te dingen. Het zoeken naar de waarheid, zoals het strafprocesrecht van 1570 al voorschreef, was in dit proces en met deze conclusie ondergeschikt aan het resultaat: de definitieve terdoodveroordeling van de verdachte. Het eufemisme van de moderne ‘tunnelvisie’ is hier al erg vriendelijk! Het pamflet heeft niets van doen met het levensverhaal. De pleitbezorgers die Jacob Muller willen verbinden met het begin van de Nederlandse criminele biografie zijn niet alleen met hun archiefonderzoek in gebreke gebleven, zij hebben ook een flink aantal andere achttiende-eeuwse publicaties over het hoofd gezien. Er verschenen omstreeks Jaco's executie op 6 augustus 1718 een bericht en nog een gefingeerde brief. Bovendien werd hij al in 1722 door Gysbert Tyssens in een toneelstuk aan Cartouche gekoppeld.9 Sindsdien is Jaco op het succes van Cartouche meegelift; was er een publicatie over hem, dan volgde Jaco.10 Het is allemaal wel Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 31 3 smakelijk, maar over Jaco's leven en de misdaden die hij zou hebben gepleegd, worden we in geen van die vertellingen iets wijzer. Goed beschouwd is het geschrevene rondom hem, wat dan ook bij elkaar wordt gevoegd, een van de sléchtste voorbeelden van een aanzet voor een Nederlandse criminele biografie. Het aanbod van achttiende-eeuwse misdaadverhalen Als de publicaties rondom Jaco niet geschikt zijn is het nuttig om te zien welke teksten dan wel in aanmerking komen. Welke voldoen wel en welke niet; welke meer, welke minder? Hoe passen zij in de kenmerken of juist niet? Of, als de definitie niet voldoet, moet of kan die dan nader worden gepreciseerd? Als eerste is genoemd dat het een levensverhaal in proza moet zijn. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen vroegmodern populair proza en pamfletten. Welke criteria zijn er om dat onderscheid te maken? Is dat onderscheid te maken? Volgens de samenstellers van Het lange leven van het pamflet, een van de laatste pogingen om het pamflet te karakteriseren, is het niet eenvoudig om een definitie te geven. We moeten in ieder geval uitgaan van een aanleiding en een doel, een eenvoudige schrijfstijl en een grote mate van actualiteit.11 Binnen dat raamwerk is er een grote verscheidenheid aan onderwerpen: zoals het uitdragen van standpunten, levenslessen, apologieën en protesten. Het konden ontboezemingen zijn van wereldverbeteraars, politieke manifesten, schotschriften en aan- of afkondigingen. Zij bestonden uit één of enkele pagina's, maar uitgaven van 50 tot 100 bladzijden of meer vormden geen uitzondering. Wat wordt gekend als populair proza, zeker
Recommended publications
  • A Utumn Catalogue 2016
    Autumn Catalogue 2016 antiquariaat FORUM & ASHER Rare Books Autumn Catalogue 2016 ’t Goy-Houten 2016 autumn catalogue 2016 Extensive descriptions and images available on request. All offers are without engagement and subject to prior sale. All items in this list are complete and in good condition unless stated otherwise. Any item not agreeing with the description may be returned within one week after receipt. Prices are EURO (€). Postage and insurance are not included. VAT is charged at the standard rate to all EU customers. EU customers: please quote your VAT number when placing orders. Preferred mode of payment: in advance, wire transfer or bankcheck. Arrangements can be made for MasterCard and VisaCard. Ownership of goods does not pass to the purchaser until the price has been paid in full. General conditions of sale are those laid down in the ILAB Code of Usages and Customs, which can be viewed at: <www.ilab.org/eng/ilab/code.html>. New customers are requested to provide references when ordering. Orders can be sent to either firm. Tuurdijk 16 Tuurdijk 16 3997 ms ‘t Goy – Houten 3997 ms ‘t Goy – Houten The Netherlands The Netherlands Phone: +31 (0)30 6011955 Phone: +31 (0)30 6011955 Fax: +31 (0)30 6011813 Fax: +31 (0)30 6011813 E-mail: [email protected] E-mail: [email protected] Web: www.forumrarebooks.com Web: www.asherbooks.com front cover: no. 163 on p. 90. v 1.1 · 12 Dec 2016 p. 136: no. 230 on p. 123. inside front cover: no. 32 on p. 23. inside back cover: no.
    [Show full text]
  • When the Ladies of Love Left
    When the Ladies of Love Left Contact: Sanne Derks [email protected] www.sannederks.com Ingrid Gercama [email protected] www.anthrovision.com When the Ladies of Love Left… Mariska (a pseudonym) fears what will happen with her little savings now the COVID19 outbreak rages on. It has already been weeks since the Ministry of Health’s Outbreak Management Team has prohibited so-called "contact professions", and Mariska and her colleagues have been at home ever since. "Some ladies will suffer unbearably", the representative of the Prostitution Information Centre (PIC) says. Many sexworkers she knows work illegally behind the famous red light windows and will not be able to access social emergency care. "They will be out on the street before long". Others, she says, continue to work out of pure necessity, risking their own and families' health. The COVID-19 pandemic has a severe impact on the daily life of Amsterdam’s Red Light District. There is no area in the Netherlands where the measures to prevent the disease from spreading have created such a large contrast with the daily status-quo than at ‘de Wallen’, as the area with many brothels, coffeeshops and sex workers is cal- led. The streets are empty -- tourists, customers that usually brought much needed money, have long gone. This photo story tells the story of the ladies of love and explores their fears, doubts and shows what actually happened when the red curtains closed. About us: Sanne is a Dutch photojournalist with a strong focus on social documentary projects. She publishes in various me- dia e.g.
    [Show full text]
  • Briefing on Legal Prostitution in the Netherlands: Policies, Evaluations, Normalisation
    Briefing on legal prostitution in The Netherlands: policies, evaluations, normalisation Author: Karin Werkman Date: June 2016 Website: http://feminismandhumanrights.org 1. Introduction In 2000 The Netherlands became the first country to legalise all aspects of prostitution. It has since been a strong advocate for its pragmatic approach. This brief explains the Dutch law, lists research on the effects and outcomes of it, and explains the pending law proposal and current discussions. The image that always comes to mind when discussing the Dutch prostitution policy is that of the statue of Belle in Amsterdam. It is an almost symbolic translation of Dutch thinking on prostitution. It translates the view that The Netherlands have on prostitution, on what prostitution is. It is the figure of a woman in a window frame, in a self- confident, proud posture, hands on her hips, chin in the air. The statue was placed on the square in April 2007, unveiled at the first open doors day of the red light district1. Less than a month earlier, the newspapers reported on a study that had been published on prostitution in Rotterdam. It found that more than half of the prostituted women in Rotterdam ‘worked illegally’. ‘Working illegally’ meant that the women had been either forced into prostitution; were illegal (no residence status); were minors or worked in ‘illegal sex establishments’2. If in Rotterdam at least half of the women weren’t in prostitution legally or voluntarily, then how could they place a statue for them in Amsterdam in the same month? This contradiction, between the thinking on prostitution and the reality of it, is the topic of this brief.
    [Show full text]
  • Open Monumentendag Amsterdam 2013 — ›‹ —
    4 op stand in de 10 praktische informatie 29 sponsors gouden bocht 26 monumentale activiteiten 29 colofon 10 de monumenten 27 juniorprogramma 30 kaart 26/5 open monumenten dag amsterdam — ›‹ — Van koopmanshuis tot stadspaleis — De Amsterdammer is smoorverliefd op zijn stad, schreef Tracy Metz onlangs in NRC Handelsblad. Dit willen we graag beamen. Wij zijn èn verliefd èn trots op Amsterdam. Daarom grijpen wij het heugelijke feit dat de grachtengordel 400 jaar bestaat met beide handen aan om vier exclusieve open monumentendagen te organiseren. In maart vertelden we het verhaal over het allereerste begin van de grachtengordel, nu staat de achttiende eeuw centraal. Een tijd van ver- nieuwingsdrang en enorme rijkdom. Koopmanshuizen werden omgetoverd tot ware stadspaleisjes en tal van nieuwe gebouwen verrezen aan de grachten. Op zondag 26 mei herleven gouden tijden! Team Open Monumentendag Amsterdam 2013 — ›‹ — 14/7 en 14 & 15/9 | nieuwe panden | nieuwe verhalen | nieuwe activiteiten — ›‹ — Vier 400 jaar grachten met Bureau Monumenten & Archeologie en Stadsarchief Amsterdam. 2 5 respectable living 10 practical information 29 sponsors in the golden bend 26 monumental activities 29 colophon 10 the monuments 27 junior program 30 map 26/5 amsterdam heritage days — ›‹ — From merchant house to city palace — The city folks of Amsterdam are madly in love with their city. Tracy Metz, a jour- nalist who writes about urban issues, recently made this observation in NRC Handelsblad. We completely agree with her: we are both in love with our city and proud to live here. That's why we celebrate the 400th anniversary of the canal district with four Amsterdam Heritage Days.
    [Show full text]
  • Luxury Low Countries
    LUXURY LUXURY in the LOW LUXURY COUNTRIES the in in the e superflu, chose très nécessaire”, wrote Voltaire 1736 in COUNTRIES LOW LOW his poem Le mondain. Needless to say that luxury is much Lmore than merely materialised/solidified redundancy. Offering a first panoramic view on various manifestations of conspicuous material culture in a Netherlandish context from 1500 until the present, this study – rather than investigating self- COUNTRIES evident cases of luxury – aims to explore its boundaries and the different stages in which luxury is fabricated or sometimes only simulated. Thematically, the volume focuses on two major issues, i.e. collections and foodways as means of expression of prosperity and splendour, which will be discussed by an international group of scholars, emanating from disciplines such as archaeology, history, book and media studies, art history, linguistics, and historical (ed.) Rittersma Rengenier ethnology. With an afterword by Maxine Berg. MIScellaneous RefleCtions on NETHERlandish MaTERial CULTURE, 1500 to the PRESENT Rengenier Rittersma (ed.) www.vubpress.be 9 789054 875406 Miscellaneous Reflections on Netherlandish Material Culture, 1500 to the Present Rengenier C. Rittersma (ed.) © 2010 FARO. Flemish interface for cultural heritage Cover image: Adriaan de Lelie, De kunstgalerij van Jan Priemstraat 51, B-1000 Brussels Gildemeester Jansz in zijn huis aan de Herengracht te www.faronet.be Amsterdam, 1794-1795 www.pharopublishing.be © Rijksmuseum Amsterdam Editorial board: Marc Jacobs, Rengenier C. Rittersma, All rights reserved. No part of this book may be Peter Scholliers, Ans Van de Cotte reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, Final editors: Frederik Hautain & Ans Van de Cotte recording, or on any information, storage or retrieval system without permission of the publisher.
    [Show full text]
  • The Resilience of the Gentrifying Red Light Districts of London and Amsterdam
    Dealing with neighbourhood change: The resilience of the gentrifying red light districts of London and Amsterdam The #no fucking photo’s campaign was launched by a collective of sex workers and entrepreneurs of De Wallen (photo by author) Marthe Singelenberg Research Master Urban Studies June 23rd 2017 Supervisor: Wouter van Gent Second reader: Rivke Jaffe Wordcount: 7431 1 1. Abstract Since the early 2000’s, western cities have developed urban policies aimed at the regeneration of their red light districts by reducing the number of sexually oriented business and by stimulating public-private investments in real estate. It has been argued that these processes of state-led gentrification are transforming these districts into ‘sanitized spaces’, whereby marginalised groups such as sex workers are targeted for displacement. This research will look at experiences of neighbourhood change in the gentrifying red light districts of London and Amsterdam. Based on ethnographic fieldwork, it will show that these districts accommodate communities of place-based stakeholders with social and financial interests in the neighbourhood. As they use these interests to negotiate urban change, they contribute to the ways in which the gentrification of red light districts is accepted, contested and adopted. 2. Introduction The status of red light districts has been subject to ongoing public and academic debate. Within the urban discourse, they have been both marginalised and romanticised, avoided and frequented, endangered and protected, and recently, their existence has been contested. Worldwide, in cities like Hong Kong, Taipei, Montreal, Antwerp, London and Amsterdam, municipalities have developed policies aiming at reducing the physical presence of sex work in the city (Cheng 2016).
    [Show full text]
  • L I C H T J E S TOCHT Amsterdam 01.10.2011
    Zaterdag 1 oktober 2011 “Lichtjes Grachtentocht “. Zaterdag 1 oktober aanstaande organiseert Willem 3 opnieuw ‘de Lichtjes Grachtentocht’. De tocht voert u, vanaf RV Willem 3 eerst over de Amstel richting het centrum van Amsterdam, daarna roeit u door verschillende grachten. De afstand is 18 kilometer. U kunt kiezen uit 2 routes, een A en B route. Vertrek: 17.00 uur, terugkomst uiterlijk 21.00 uur. Er zijn nog een beperkt aantal plaatsen/boten beschikbaar. Inschrijvingen: E.: [email protected] Kosten: € 7,50 (met eigen boot € 5,00) Zaterdag 1 oktober 2011 “Lichtjes Grachtentocht “. TOCHT A BERLAGEBRUG, CARRÉ, ARTIS, V.O.C. SCHIP, DE WALLEN RIJKSMUSEUM (CA. 17 KM) Amsterdam ziet er vanaf het water, ook in het donker, fantastisch uit. Blijf echter bij het roeien uitermate voorzichtig ! Achter de talrijke bruggen en zeker bij kruisingen van grachten kan plotseling een rondvaartboot opdoemen. Deze boten hebben en nemen ALTIJD voorrang. Geef ze dus de ruimte. Bij twijfel of je de brug kunt Passeren, laat altijd je riemen slippen. GOEDE VAART EN PRETTIGE TOCHT ! Telefoonnummers: Willlem III 020-6654230 Jan Sondervan 06-28373986 -.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.- Bij Willem III S.B. de AMSTEL op richting AMSTERDAM CENTRUM. U passeert oa de Rembrandt-toren (hoogste gebouw van Amsterdam) en vlak daarna de Berlagebrug. De AMSTEL volgen tot de Amstelsluizen voor Theater Carré . Na de sluizen S.B. de NIEUWE PRINSENGRACHT op .(=A) Aan het einde S.B. de PLANTAGE MUIDERGRACHT op. Aan het einde B.B. het ENTREPOTDOK op Aan het einde S.B. het sluisje door naar het OOSTERDOK. (=B) B.B. aanhouden en U rondt het imposante NEMO-gebouw.
    [Show full text]
  • Gouden Bochten Route Amsterdam 10 Km Start: Centraal Station
    Gouden Bochten route Amsterdam 10 km Start: Centraal Station In deze Gouden Bochten route maakt u als het ware een reis door de tijd. De tijd waarin het middeleeuwse stadje Amsterdam uitgroeide tot het economische en financiële centrum van Europa. De tocht begint bij de haven, de basis van de toenemende rijkdom en voert via het middeleeuwse centrum naar de grachtengordel, hét icoon van de Gouden Eeuw. Voor de aanleg van de grachtengordel -precies 400 jaar geleden- was het platteland rondom de stad onmisbaar. Dit leverde niet alleen de bouwmaterialen (zand, bakstenen, dakpannen) en vers voedsel maar bood ook goede investeringsmogelijkheden als boerderijen en droogmakerijen. Daarbij was het platteland de ideale omgeving voor een buitenplaats, het statussymbool bij uitstek voor de rijke kooplieden en regenten. De weilanden langs de Amstel, Vecht, Angstel en Gein werden omgetoverd tot schitterende tuinen en parken bij deze zomerhuizen. Ook bij de zandafgraving in ’s-Graveland werden buitenplaatsen gebouwd. Stad en platteland maakten dus gelijktijdig een enorme metamorfose door. Deze route door de stad neemt u mee langs de mooie plekken die deze bijzondere vormen van verwevenheid tussen ‘gracht’ en ‘groen’ laten zien. De route sluit via de Amstel-Geinroute aan op de Vecht- route en de ’s-Gravelandroute. Start: 1 Centraal Station Waar nu het Centraal station ligt, was eeuwen geleden de haven van Amsterdam. Hier mondde de Amstel uit in het IJ. Deze gunstige ligging was de reden dat mensen zich hier al in de 9de eeuw gingen vestigen. Zij legden rond 1270 een dam in de Amstel aan om zich te beschermen tegen het zeewater.
    [Show full text]
  • Vierhonderd Jaar Na Aanleg Is De Grachten- Gordel Nog Steeds De Ontmoetingsplaatsaan Van Oud En Nieuw Geld
    052 TEKST MARTIJN DE MEULDER M.M.V. ALBERT JAN SWART BEELD THIJS WOLZAK ILLUSTRATIES STEVE NESTOROVSKI VIERHONDERD JAAR NA AANLEG IS DE GRACHTEN- GORDEL NOG STEEDS DE ONTMOETINGSPLAATSAAN VAN OUD EN NIEUW GELD. WIE ZIJN DAT? WIE BEZIT DE STENEN? EN WOONT HET NOG EEN BEETJE, IN ZO’N MONUMENT? ‘ALS ER IEMAND AAN HET LOSSEN IS, STA JE EEN TIJD STIL MET JE DURE JAGUAR. DAAR MOET JE WEL TEGEN KUNNEN.’ DE GRACHT 053 WERELDERFGOED beeld Holland luchtfoto 054 oms is het niet te harden, komt in de gekste huizen en ontmoet de vooral in het weekend, met wonderlijkste mensen. Het is een soort dorp al dat tuig op straat. Dan waar iedereen elkaar kent.’ gaan we naar ons huis in Veel van zijn medegrachtbewoners denken Friesland. Toch zou ik niet er net zo over. Want ook al wordt het cen- ‘Szonder de grachtengordel willen. Amster- trum van de stad geteisterd door een per- dam is een van de mooiste steden ter wereld. manente verkeershorreur en overspoeld Be-dol-ven onder de fietsen, maar toch. door hordes toeristen en provincialen op Ik kanker op de stad omdat ik zo van haar zoek naar plat vertier, de grachtengordel houd’, vertelt Jan Meulendijks. Hij ver- oefent een niet aflatende aantrekkings- blijdde Nederland ooit met een uitgeverij kracht uit op vermogenden. Er woont een van puzzelboekjes en een tv-productie- tiental huidige en voormalige Quote 500- G RACHTEN-WAT? bedrijf (zie ook p.62), maar tegenwoordig is leden en honderden lieden die daar vaak DDe grachtengordel,E dat is de halve hij vooral actief in de Amsterdamse cultu- niet eens zo ver onder hangen.
    [Show full text]
  • Strong Mayors' Leadership Capital: New York, London & Amsterdam
    STRONG MAYORS’ LEADERSHIP CAPITAL: NEW YORK, LONDON & AMSTERDAM (2000-2016) by Max William Stafford Canterbury Christ Church University Thesis submitted for the Degree of Doctor of Philosophy 2019 1 Abstract This thesis examines mayors and their interaction with their institutional limits. In particular, it considers, from the perspective of political leadership studies, how far mayors fitting the strong-mayor typology are able to assert their will in the face of these institutional limits. David Sweeting’s expositions on the strong-mayor model, supplemented by those of other theorists, form the thesis’ theoretical framework. This framework is applied to three original case studies (Michael Bloomberg in New York and Ken Livingstone & Boris Johnson in London). A fourth case study, of Job Cohen in Amsterdam, follows these and offers alternative perspectives (based upon the application a model of an appointed mayoralty). The analytical tool chosen – the Leadership Capital Index (LCI) – is a recent innovation in political leadership studies. The thesis’ findings demonstrate that there was clear potential for all of the mayors within the systems examined to assert their political will. What varies is how far mayors in different forms of strong-mayor systems can do this and how they achieve it. With regard to the LCI, the study concludes that it needs further development if it is to achieve longevity in terms of its place in the field. The thesis ends by outlining the future research agenda emerging as a result of this study. 2 Table of Contents Abstract ................................................................................................................................ 2 Acknowledgements .............................................................................................................. 7 List of Tables and Figures ..................................................................................................... 8 List of Interviewees* ..........................................................................................................
    [Show full text]
  • De Herengracht En Keizersgracht in 1768 En Nu
    AmsterdamseGrachtenhuizen.info de Herengracht en Keizersgracht in 1768 en nu Ter herinnering aan Janna Vera Dijk © 2017 Erwin Meijers fotografie en eo Bakker tekst en opmaak Alle rechten voorbehouden Uitgegeven door: AmsterdamseGrachtenhuizen.info Druk en bindwerk: Pumbo - Zwaag Lettertype: Garamond, een lettertype dat vernoemd is naar de Franse stempelsnijder Claude Garamond (ca. 1480-1561) ISBN: 978-94-92733-00-9 NUR: 680 website: amsterdamsegrachtenhuizen.info Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. www.amsh.nl/H 2 3 Inhoud 5 Inhoudsopgave 89 Herengracht 474-488, tekeningen 1700 en 1767 474 - 488 7 Voorwoord 90 Nieuwe Spiegelstraat – Vijzelstraat 466 - 482 9 De site, het boek en de QR codes 92 Vijzelstraat – Reguliersgracht 498 - 532 11 Eerste en tweede uitleg 95 Tekeningen Herengracht 502 502 15 Derde en vierde uitleg 96 Reguliersgracht – Utrechtsestraat 534 - 558 19 Caspar Jacobsz Philips 98 Utrechtsestraat – Amstel 560 - 600 21 Uitgiftekaarten 101 Panorama’s Keizersgracht Huisnummers 23 Panorama’s Herengracht Huisnummers 102 Brouwersgracht – Herenstraat 1 - 95a 24 Brouwersgracht – Roomolenstraat 1 - 33 106 Herenstraat – Leliegracht 95b - 157 26 Roomolenstraat – Korsjespoortsteeg 33 - 77 110 Leliegracht
    [Show full text]
  • De Gouden Eeuw Van Amsterdam
    PRESS FEATURE De Gouden Eeuw van Amsterdam De zeventiende eeuw was voor Nederland de Gouden Eeuw, waarin Amsterdam zich in korte tijd ontwikkelde tot de rijkste stad ter wereld. Het aantal inwoners verdrievoudigde binnen vijftig jaar van 60.000 in 1600 tot 200.000 in 1650. Daarmee werd Amsterdam de derde grote stad van Europa, na Londen en Parijs. Bijna driekwart van de Amsterdammers in de zeventiende eeuw was dan ook elders geboren. Amsterdam was al in de middeleeuwen een grachtenstad, met als belangrijkste grachten de Oudezijds- en Nieuwezijds Voorburgwal en Achterburgwal. Deze werden parallel aan de rivier de Amstel aangelegd, die het hart van de stad vormde. Het middeleeuwse Amsterdam werd omringd en beschermd door de nu nog bestaande vestinggrachten Singel, Kloveniersburgwal en Geldersekade. Ook een aantal verdedigingstorens en stadspoorten zie je nu nog terug, zoals de Schreierstoren, Montelbaanstoren, Waag en Munttoren. Grachtengordel als werelderfgoed Pas echt beroemd werd Amsterdam door de grachtengordel, die vanaf 1613 rond de bestaande stad werd aangelegd. Kenners noemen de Amsterdamse grachtengordel het meest grandioze stedelijke plan dat in de zeventiende eeuw in Europa werd ontworpen en uitgevoerd. De grachtengordel kreeg in 2010 officiële erkenning van UNESCO als Werelderfgoed. Om alle nieuwe inwoners te huisvesten, werd de stad aan het begin van de zeventiende eeuw uitgebreid met drie brede grachten rond het middeleeuwse centrum. De gevels van de voorname huizen in deze gordel weerspiegelen de mode van die tijd: eerst classicisme, later ook barok. Voor de minder aanzienlijke immigranten werden 'nieuwbouwwijken' aangelegd in het noordwesten (de Jordaan) en in het oosten (de Nieuwmarktbuurt). In beide buurten woonden vele kunstenaars, onder wie Rembrandt.
    [Show full text]