Jaarverslag 2009

Foto J.-D. Burton © KMMA.

Verantwoordelijke uitgever: Guido Gryseels, directeur Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Tervuren 2010 www.africamuseum.be

ISBN: 978-9-0747-5284-8 Wettelijk depot: 2010/0254/29 2 3

Voorwoord

Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika renovatie steeds tastbaarder in het museum zelf. bouwde in 2009 verder op het positieve elan van Dit jaar werd – na de geologiezaal in 2004 – de de vorige jaren. Het museum ontving zo’n 20 000 archeologiezaal definitief leeggemaakt. Tot aan bezoekers meer dan in 2008 en stond in de kij- de renovatie zullen hier kleine tijdelijke tentoon- ker met zijn mooie en innovatieve tentoonstelling stellingen plaatsvinden. Persona. Rituele maskers en hedendaagse kunst. Het aantal deelnemers aan educatieve en cultu- In 2009 werd met de steun van het Federaal Weten- rele activiteiten steeg met bijna 20%. Ook voor het schapsbeleid voortgewerkt aan een ambitieus wetenschappelijk onderzoek was het een erg pro- digitaliseringproject dat in 2010 uitmondt in een ductief jaar, met een stijging van bijna 50% van virtueel museum dat toegankelijk is via de web- het aantal peer review-publicaties ten opzichte site. Zo heeft het KMMA in 2009 zijn 8800 muziek- van 2007 en 2008. Het stageprogramma voor Afri- instrumenten gedigitaliseerd en werd een groot kaanse wetenschappers en conservatoren kon deel van de collectiefoto’s en de steek­kaarten van eveneens op grote belangstelling rekenen. Dit jaar de etnografische objecten gedigitaliseerd. Het werden ook heel wat meer collectiestukken­ in digitaliseringproject is prioritair, vooral omdat het bruikleen gegeven, en werkte het KMMA mee aan wetenschappelijke informatie toegankelijk maakt bijna 20 tijdelijke tentoonstellingen in het buiten- voor onderzoekers over de hele wereld. land. Belangrijk in de strategie van het KMMA is nieuwe Toch stond 2009 voor een groot deel in het teken samenwerkingsverbanden ontwikkelen met part- van het Congojaar 2010. Er werd volop gewerkt ners in binnen- en buitenland, en activiteiten aan de voorbereidingen voor de wetenschappe- aanmoedigen die leiden tot een grotere synergie lijke expeditie op de Congostroom en de tijdelijke met andere federale wetenschappelijke instellin- tentoonstellingen Indépendance ! en Congostroom. gen. Er zijn hiervan dan ook heel wat voorbeelden 4700 km bruisende natuur en cultuur. Met het oog te vinden in dit jaarverslag 2009. op de Expeditie Congostroom 2010, vertrok er in 2009 al een verkenningsmissie. Het multidiscipli- Ten slotte wil ik al onze partners in binnen- en naire team bestond uit zoölogen, botanisten en buitenland van harte danken, en in het bijzonder zoetwaterbiologen. Met de voorbereidende expe- onze Afrikaanse partners, zowel in Afrika als in de ditie werden enkele praktische aspecten uitge- diaspora. test, maar het zwaartepunt lag toch vooral op de Ik dank ook het Federaal Wetenschapsbeleid, de wetenschappelijke opdracht. Het hoofddoel was Federale Ontwikkelingssamenwerking, Buiten- dus de biodiversiteit langs de stroom documente- landse Zaken, de Nationale Loterij en de Regie der ren en de zoetwaterbiologische, meteorologische Gebouwen voor hun grote duurzame steun. en sedimentaire milieufactoren optekenen. Ik wens u veel leesplezier toe en verheug me op Eén van de grote uitdagingen voor het KMMA was uw komend bezoek aan het Koninklijk Museum ook dit jaar het prestigieuze renovatieproject van voor Midden-Afrika, persoonlijk of virtueel via het museum. Na vele discussies met de bevoegde onze website www.africamuseum.be. overheden, werd in 2009 het schetsontwerp goed- gekeurd. Het onthaalpaviljoen is nu wat kleiner geworden, waardoor er meer bomen in het park Guido GRYSEELS, gespaard kunnen blijven. Langzaamaan wordt de Directeur De tijdelijke tentoonstelling Omo. Herders en design. Foto J.-D. Burton © KMMA M u s e u m l e v e n 6 Museumleven

Tijdelijke tentoonstellingen

Omo. Herders en design Persona. Rituele maskers en hedendaagse kunst (7 november 2008 - 3 januari 2010) (24 april 2009 - 3 januari 2010) Op 7 november opende de tentoonstelling Omo. Op 24 april opende de nieuwe tijdelijke tentoon- Herders en design haar deuren. De sluitingsdag stelling Persona. Rituele maskers en hedendaagse werd verschoven van 31 augustus 2009 naar 3 kunst officieel haar deuren. 180 maskers waarvan januari 2010. De tentoonstelling handelt over de 120 uit de eigen collectie werden in een schit- herdersvolkeren die in de vallei van de Omo-rivier terende scenografie voorgesteld. Naast topstuk- in het zuidwesten van Ethiopië wonen. Ze spreken ken uit de eigen collectie, werden ook maskers verschillende talen en de meeste migreerden in de geleend uit Belgische privécollecties en 4 partner- loop van de laatste drie eeuwen naar dat gebied. musea van een Europees project: het Musée du In totaal zijn ze met zo’n 110 000 op een opper- quai Branly in Parijs, het museum voor etnografie 2 vlakte van 24 000 km . Het leven in deze Omo- van Stockholm, het Museo Nazionale Preistorico vallei is hard en overleven is een constante bekom- Etnografico ‘Luigi Pigorini’ te Rome en het Musée mernis. Vee staat centraal in de economie en de du Carnaval et du Masque van Binche. denkwereld van deze herders. Het behoud van de Temidden van de rituele maskers werden heden- veestapel bepaalt in grote mate hun manier van daagse werken geplaatst van kunstenaars uit leven en verplicht hen tot een veeleisend semi- Afrika en de Afrikaanse diaspora. Ze gaan de dia- nomadisch bestaan. Toch besteden deze herders loog aan met de maskers en roepen vragen op opvallend veel aandacht aan het design van hun gebruiksvoorwerpen. Daarnaast zijn er de visuele rond identiteit, zelfrespect en het beeld over de codes in de haartooi, versieringen en kledij waar- Andere. uit men de identiteit van het individu en de groep kan afleiden. Vicepremier Didier Reynders was aanwezig op de persconferentie, ’s avonds werd de tentoonstel- Met zijn meer dan 1250 voorwerpen bezit het ling plechtig geopend door minister Sabine Laru- Koninklijk Museum voor Midden-Afrika één van elle, bevoegd voor het Federaal Wetenschapsbe- de belangrijkste en meest gevarieerde collecties leid. Beide ministers waren sterk onder de indruk van de herdersvolkeren in de Omo-vallei. Een deel van het uitzonderlijk wereldpatrimonium dat ervan werd nu voor het eerst getoond. deze instelling beheert.

Een 60-tal prachtige foto’s van fotograaf Hans Persona. Rituele maskers en hedendaagse kunst Silvester vulden de verschillende thema’s van de kadert in het Europese READ-ME-project (Réseau tentoonstelling aan. européen des Associations de Diasporas & Musées

De foto’s van Hans Silvester voor de Omo-tentoonstelling Minister Reynders bezoekt de creatieve studio voor tonen prachtige lichaamsbeschilderingen. kinderen die bij de tentoonselling Persona hoort. Foto © San-Ho Korrewyn Foto © KMMA Museumleven 7 d’Ethnographie). Dit project heeft als doel een Africa. Snel vooruit is een productie van de vzw dialoog te bevorderen tussen de musea en de Atomium naar een origineel idee van placepubli- verschillende diasporaleden die zich in Europa que, Speculoos en Monsieur et Madame. gevestigd hebben en op wie de collecties in de musea betrekking hebben. KMMA extra muros Sinds jaar en dag geeft het museum collectie- Zaal 19: nieuwe tentoonstellingszaal stukken in bruikleen voor tentoonstellingen. Uit In juli 2009 sloot zaal nr. 19 ‘Prehistorie en Archeo- de collecties van Etnografie, Geschiedenis van logie’ voor het publiek en werd ze definitief leeg- de Koloniale Tijd en Etnomusicologie vertrekken gemaakt. De meeste tentoongestelde voorwer- jaarlijks tussen 100 en 200 stukken naar tijdelijke pen keerden terug naar de verzamelingen van de tentoonstellingen in binnen- of buitenland. afdeling Archeologie. De apenskeletten werden In 2009 was de collectie van Tervuren te zien in 17 opnieuw ondergebracht in de afdeling Vertebra- tijdelijke tentoonstellingen. Daarenboven vertrok- ten en een aantal keerde terug naar het Konink- ken 104 topstukken uit onze collectie muziek- lijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen instrumenten naar het Musical Instruments dat ze ons in bruikleen had gegeven. Het Kisali- Museum in Phoenix (Arizona) voor een langdurige aangraf verhuist vanaf april 2010 naar de tijde- bruikleen tot 2020. lijke tentoonstelling over de Congostroom. Vanaf Een greep uit de tentoonstellingen waar het KMMA dan zullen in deze zaal kleine tijdelijke projecten aan deelnam: plaatsvinden, gratis toegankelijk voor het publiek. Eerste in de rij is Africa. Snel Vooruit. Exotische Mensen, Teylersmuseum, Haarlem 17/01/2009 - 10/05/2009 Africa. Snel Vooruit Recettes des dieux, musée du quai Branly, Parijs Deze tentoonstelling is een gezamenlijk project 03/02/2009 - 10/05/2009 met het Atomium dat gelijktijdig op beide loca- It’s our history, Centennial Hall (Hala Stulecia), ties loopt. De tentoonstelling belicht het moderne Wroclaw (Polen) Afrikaanse continent. Een continent in verande- 01/05/2009 - 05/08/2009 ring, vindingrijk en dynamisch, maar waarover tal- De exotische mens, Dr. Guislain Museum, Gent rijke vooroordelen bestaan. 29/05/2009 - 13/09/2009 In het KMMA komt het thema ‘de stad’ aan bod via verschillende deelthema’s zoals de nieuwe Mar sem Fim. Portugal e o Mundo nos séculos technologieën en telefonie, jeugd en stadscul- XVI & XVII, Museu Nacional de Arte Antiga, Lisboa tuur, informele economie, vernieuwende cul- 09/07/2009 - 1/11/2009 turele bewegingen, … Leven en overleven in een L’art d’être un homme, Musée Dapper, Parijs proefbuis van de moderniteit. 14/10/2009 - 11/07/2010

De zaal ‘Prehistorie en Archeologie’ wordt definitief Zicht op de expo Africa. Snel Vooruit. leeggemaakt. Foto S. Eelen © KMMA Foto C. Bluard © KMMA 8 Museumleven Museumleven 9

Oceanië, tekens van riten, symbolen en gezag, van het creatief project ‘Creëer een masker en stel Wereldmuseum, Rotterdam het tentoon in het KMMA’. Vanaf 16 mei tot 30 13/11/2009 - 30/05/2010 augustus werden meer dan honderd maskercrea- Monacophil 2009, Musée de l’automobile, Monaco ties tentoongesteld, gemaakt door studenten van 03/1/2009 - 06/12/2009 kunstacademies en beroepsopleidingen, kunst- minnaars en creatieve geesten. Voor deze zesde Evenementen editie van Africa <> Tervuren mocht het museum 3347 bezoekers verwelkomen. In het kader van de tijdelijke tentoonstellingen worden telkens heel wat omkaderende activi- In het najaar stonden er ontmoetingen met kun- teiten georganiseerd. In de tentoonstelling Omo. stenaars, een lezingenreeks en een filmcyclus op Herders en design gebruikten de gidsen materiaal het programma, telkens over thema’s die aanslui- speciaal overgevlogen vanuit Ethiopië en gaven ten bij de tentoonstelling Persona. Rituele mas- antropologen lezingen en cursussen. Phillemon kers en hedendaagse kunst. De filmcyclus werd Nakali, lid van het Nyangatomvolk werd uitgeno- georganiseerd i.s.m. het Afrika Filmfestival. digd om lezingen en rondleidingen te geven. Ook In de aanloop naar de herdenking van 50 jaar de erfgoeddag stond in het teken van de Omo- onafhankelijkheid van Congo, engageerde het tentoonstelling en op zondag 1 maart bood het KMMA zich als partner in het project ‘Heritage’, een museum zijn bezoekers een ZondagSpecial aan. initiatief van rapper en acteur Pitcho Womba. Een Op het programma stonden een Ethiopische kof- vijftiental Belgische artiesten van Congolese ori- fieceremonie, rondleidingen, livemuziek en nog gine denkt samen na over 50 jaar onafhankelijk- veel meer. heid van Congo. Dit proces mondde in 2010 uit in de lancering van een cd en een event-concert. Bij de tentoonstelling Persona. Rituele maskers en hedendaagse kunst werden themarondleidin- In de permanente tentoonstelling gen georganiseerd en gezinnen konden de expo ontdekken dankzij een boeiend verhalenparcours. Om onze museumbezoekers ook te laten ken- In 2009 was de vakantiestage ‘Het masker toont nismaken met het werk van de wetenschappers zijn gezicht’ een groot succes. Talrijke kinderen die verbonden zijn aan het museum, werd in de verkenden de wereld van het masker en maakten kleine inkomhal een Science Corner ingericht. een eigen creatie met onder meer piepschuim, Met interactieve applicaties wordt een goed beeld papier en leem. gegeven van waar in Afrika wetenschappers van het KMMA in welke domeinen actief zijn. Maar de grote blikvanger van de publieksactivi- teiten was zonder twijfel de zesde editie van het Dankzij een betere signalisatie met verlichte 2-jaarlijkse evenement Africa<>Tervuren. Deze panelen, vinden de bezoekers nu vlotter hun weg vond plaats op zaterdag 16 en zondag 17 mei naar de tijdelijke tentoonstellingen, de shop, de onder het thema ‘Mask-up!’, geïnspireerd op cafetaria, … de tentoonstelling Persona. Op het programma stonden concerten en spektakels, lezingen, rond- Nadat in 2008 de audiogids voor volwassenen leidingen, een verhalenparcours en workshops. gelanceerd werd, volgde in 2009 een speciale Studenten van de hedendaagse dansschool van audiogids voor kinderen. De dieren, maskers, Anne Teresa De Keersmaeker (studio P.A.R.T.S.) beelden, … vertellen de kinderen op een boeiende gaven performances. Hoogtepunten van dit week- manier zelf hun verhaal. Zodra ze weer thuis zijn, end waren het optreden van een groep Pende- kunnen de jonge fans van het KMMA terecht op de maskerdansers uit de DRCongo, Congolese rumba nieuwe kidspages van het museum. met Malage de Lugendo en het concert van de Via http://kids.africamuseum.be vinden kin- Ivoriaanse sterzangeres Dobet Gnahoré. Verder deren niet enkel aangepaste informatie over het werden tijdens dit weekend de resultaten getoond museum maar ook over de DRCongo en Afrika.

Een Pende-maskerdanser tijdens het Africa <> Tervuren-festival. Foto V. Cordi © KMMA 10 Museumleven

Scholenwerking Het museum heeft al heel wat jaren ervaring in Met ons ruim aanbod voor leerlingen en leer- het organiseren van vormingen voor leerkrach- krachten blijven schoolgroepen een bevoorrecht ten. Er wordt ingegaan op specifieke thema’s en publiek van het KMMA. In 2009 namen zo’n 20 000 ook pedagogische hulpmiddelen komen aan bod. scholieren deel aan één van onze activiteiten. In 2009 was er voor leerkrachten uit het kleu- De dienst Educatie en Cultuur is ook actief in teronderwijs ‘Afrika voor de allerkleinsten’, de Congo. In het kader van onze structurele samen- leerkrachten geschiedenis konden meer opste- werking met het Musée National de Lubumba- ken over de kolonisatie en de dekolonisatie van shi (MNL) ontwikkelden de educatiediensten van Congo. Maar ook culturele en educatieve groepen beide musea samen een eerste pedagogische kunnen terecht in het museum voor een bijscho- fiche die de workshop Ecologie : SOS Environne- ling. Steeds meer worden er vormingen à la carte ment moet begeleiden. Deze fiche is bedoeld voor aangeboden met een programma aangepast aan de leerkrachten die de workshop met hun klas de specifieke wensen van de groep. komen volgen, zodat er in de klas verder gewerkt kan worden op het thema.

Meer dan 17 000 scholieren namen deel aan één van Een groep kinderen bij de giraf. onze workshops. Foto J.-D. Burton © KMMA Foto J.-D. Burton © KMMA Museumleven 11

Ons publiek Ook de creatieve studio voor kinderen was een In 2009 ontving het museum 162 960 bezoekers, voltreffer. van wie ongeveer de helft ook een bezoek bracht aan één of meer tijdelijke tentoonstellingen. 1. rondleidingen: 18 446 Het museum blijft een aantrekkingspool voor 2. lezingen, ontmoetingen, films: 822 kinderen: naast de 20 000 scholieren die het 3. workshops: 17 227 museum bezochten, kwamen ongeveer 25 000 4. vormingen voor leerkrachten: 561 kinderen jonger dan 12 jaar in gezinsverband naar 5. kinderstages en -studio’s: 4 360 het museum. 6. projecten en evenementen: 7 344

Ongeveer een vijfde van onze bezoekers nam deel Totaal aantal deelnemers alle activiteiten: aan één van onze activiteiten. De grootste stijging 48 760 lag bij de volwassenen die deelnamen aan rond- leidingen, lezingen, ontmoetingen en filmvoor- stellingen. De activiteiten op zondagnamiddag voor individuele bezoekers liggen duidelijk goed in de markt.

168

127

121

108

69

67

44

28

11

4

2

749 groepen namen deel aan een van onze workshops. Met maar liefst elf verschillende workshops heeft het museum een erg ruim aanbod. 12 Museumleven

223

201

131

97

72

25

De meeste workshops worden gevolgd in schoolverband, met de leerlingen van het lager onderwijs op kop. Maar ook allerlei organisaties of groepen vrienden kunnen een workshop volgen.

Er worden ongeveer even veel workshops in het Nederlands als in het Frans gegeven. Slechts een minderheid is in het Engels of het Duits. Museumleven 13

Samenwerkingen taat waren van een creatief project in 2007-2008. Het museum heeft heel wat structurele partners. De totale opbrengst van 1760€ werd geschonken Zo werken we samen met aan de lagere school Saint-Dominique Savia de Article 27 / Steunpunt Vrije Tijdsparticipatie Lubumbashi voor de aankoop van nieuwe school- om ook mensen met een laag inkomen de kans te banken. geven het museum te bezoeken of deel te nemen • 18/05/09: De partners van het Europese project aan één van onze activiteiten. READ-ME (Réseau européen des Associations de Diaspora et Musées d’Ethnographie – Europees We zijn ook partner van Kleur bekennen/Annon- netwerk van verenigingen uit de diaspora en etno- cer la couleur, een organisatie die mondiale vor- grafische musea), waarvan het KMMA projectleider ming en actief wereldburgerschap in het onder- is, kwamen voor de laatste keer samen. Tijdens wijs promoot en ondersteunt. de afsluitende vergadering werd de balans opge- maakt van de activiteiten van de voorbije twee Daarnaast nam het KMMA in 2009 deel aan acti- jaar en werd gekeken hoe de resultaten ervan in viteiten georganiseerd door derden zoals de een publicatie gegoten konden worden. Erfgoeddag, georganiseerd door Erfgoed Vlaan- deren, en de Week tegen racisme. • 21/06/09: Het museum zorgt voor kinderanima- tie tijdens het Djansa-festival in Kapelle-op-den- Bos. Telex • 24/06/09: Bezoek van de First Lady van Mozam- • 05/01/09: Ook het KMMA heeft nu een vrienden- bique, mevr. Maria da Luz Guebuza. groep op Facebook. • 19/08/09: De grote houten olifant van kunste- • 05/01/09: Een delegatie van de Parlementaire naar Andries Botha heeft een opknapbeurt gekre- commissie voor Economie bracht onder leiding gen. Zijn linkerachterpoot werd verstevigd want van minister van Economie en Wetenschapsbe- de stier begon de jongste tijd wat door zijn knie te leid Sabine Laruelle een bezoek aan het museum. zakken. Er kwamen ook extra buizen van roestvrij De directeur stelde het KMMA voor, wat alle deel- staal in zijn achterpoot zodat de olifant nog even nemers heel erg konden waarderen. Nadien wan- kan blijven staan. Ook de andere acht exemplaren delde het gezelschap nog door de permanente kregen een facelift. Er werden twee lagen op gespo- tentoonstelling. ten: één tegen veroudering en één tegen graffiti. • 16-17/05/09: Tijdens het Africa <> Tervuren- • 04/09/09: Mevr. Francine Chainaye, de nieuwe weekend werden 29 stoelen verkocht die het resul- Belgische ambassadeur bij Unesco bracht een

16-17/05/09, Africa <> Tervuren. 19/08/09, de grote houten olifant van kunstenaar Andries Foto © KMMA Botha krijgt een opknapbeurt. Foto Veerle Taekels © KMMA 14 Museumleven bezoek aan het museum. Ze bezocht onder meer nemen aan de workshop ‘Het museum ontmas- de Omo- en Persona-tentoonstelling en ging een kerd’. kijkje nemen tijdens de educatieve activiteiten. • 18/10/09: Een delegatie moedige lopers van het • 29/09/09: Oud-president van Frankrijk Jacques KMMA nam opnieuw deel aan de Run for Congo, Chirac bezocht, in gezelschap van de Franse georganiseerd door de gemeente Kortenberg. ambassadeur mevr. Michèle Boccoz, de tentoon- • 20/10/09: Bezoek van de heer Wang Yajun, stelling Persona. Ze werden rondgeleid door Anne- minister-adviseur van de Chinese afvaardiging bij Marie Bouttiaux. Nadien bespraken ze samen met de Europese Gemeenschap. de directeur de mogelijke samenwerkingsvormen voor een tentoonstellingsproject in het Musée du • 26/11/09: Het KMMA nam ook dit jaar deel aan Président Jacques Chirac in Sarran (Frankrijk). de Nocturnes van de Brusselse Musea. Meer dan 400 bezoekers namen deel aan 11 avondrond- • 04/10/09: Voor het eerst nam het KMMA deel leidingen. Op het programma stond een rondlei- aan de Open Bedrijvendag. Ruim 1800 geïnte- ding doorheen de tentoonstelling Persona en een resseerde bezoekers namen een kijkje achter de architectuurwandeling. schermen van het CAPA-gebouw waar verschil- lende wetenschappelijke diensten en collecties • 21/12/09: Dit jaar nam ook het KMMA deel aan gehuisvest zijn. Music for Life, een bewustmakings- en geldin- zamelactie voor een goed doel i.s.m. het Rode • 17/10/09: Het museum nam deel aan Place aux Kruis. Met een zelf gecomponeerd lied hielden enfants, een initiatief van de Ligue des familles we zangstonde aan het Glazen Huis in Gent. Het (de tegenhanger van de Gezinsbond), de vereni- KMMA overhandigde een cheque van 3124 euro, ging Provinces wallonnes, de Commission Com- afkomstig van een inzamelactie onder het perso- munautaire française, het Brussels Hoofdstedelijk neel. Gewest en de gemeenten van Brussel. Kinderen van 8 tot 12 jaar uit Oudergem konden gratis deel-

21/12/09, het KMMA neemt deel aan Music for Life. Jacques Chirac kwam naar het museum om een rond­ Foto V. Taekels © KMMA leiding van Persona te volgen. Foto V. Taekels © KMMA Museumleven 15

Om onze museumbezoekers ook te laten kennismaken met het werk van de wetenschappers die verbonden zijn aan het museum, werd in de kleine inkomhal een Science Corner ingericht. Met interactieve applicaties wordt een goed beeld gegeven van waar in Afrika wetenschappers van het KMMA in welke domeinen actief zijn. Foto J.-D. Burton © KMMA 16 Museumleven

Renovatie

In 2006 gaf de federale regering groen licht voor dat opgericht wordt tussen het directiegebouw de renovatie van het museum. De Regie der en het Koloniënpaleis. Het nieuwe gebouw oogt Gebouwen stelde een internationaal team aan strak, sereen en transparant en zal op harmo- om deze grootse renovatie vorm te geven. De nieuze wijze in de bestaande omgeving wor- krachtlijnen van het plan zijn een terugkeer naar den geïntegreerd. Daarom worden bovengronds de historische benadering van de site via de Ter- slechts een gelijkvloers en één verdieping voor- vurenlaan, en het centraliseren van functies. De zien zodat het volume beperkt blijft. Het restau- aandacht gaat in een eerste fase uit naar het rant op de verdieping zal een mooi zicht bieden museumgebouw zelf. In een latere fase komen op het omliggende park en zal zowel toegankelijk de andere gebouwen aan bod. De collectie en zijn voor de museum- als voor de parkbezoeker. archieven, nu over zes gebouwen verspreid, zul- De bouw van het onthaalpaviljoen en de onder- len onderdak vinden in een nieuwe collectieto- grondse galerij naar het museumgebouw zal zo’n ren. De wetenschappelijke diensten, die vandaag twee jaar in beslag nemen. in vier verschillende gebouwen zitten, worden op termijn ondergebracht in het CAPA-gebouw, met Ondergrondse tentoonstellingsgalerij een doeltreffendere administratie en een ratio- De ondergrondse galerij die de bezoeker vanuit nalisering van bureaus, labo’s en bibliotheken. het nieuwe onthaalpaviljoen naar het huidige En het Koloniënpaleis krijgt zijn publieksgerichte museumgebouw leidt, biedt ruimte voor tijde- functie terug als congrescentrum, mediatheek lijke tentoonstellingen. In totaal 920 m2, uitbreid- en feestzaal. baar tot 1200 m2. Deze oppervlakte kan modulair gebruikt worden voor één grote of meerdere klei- De renovatie van het museumgebouw nere tentoonstellingen. In de ondergrondse gale- Het museumgebouw dateert uit 1910. Het heeft rij is eveneens een nieuw auditorium voorzien. nog altijd een unieke charme, maar de infra- structuur is niet meer aangepast aan de noden Restauratie van het huidige museumgebouw van een modern museum. De laatste ingrijpende Het museumgebouw wordt gerenoveerd en aanpassingen gaan immers terug tot Expo 58, gerestaureerd met respect voor het oorspronke- intussen meer dan 50 jaar geleden. De perma- lijke, beschermde architecturale concept. Licht nente tentoonstelling is sterk verouderd en staat en transparantie worden opnieuw in het gebouw in schril contrast met de tijdelijke tentoonstel- geïntroduceerd, net zoals architect Girault het lingen die inspelen op de actualiteit van de col- bij de bouw van dit museum voor ogen had. De lecties en het wetenschappelijk onderzoek. oorspronkelijke perspectieven en doorzichten in Nu willen we het museum aanpassen aan de ste het gebouw worden opengewerkt. De museum- behoeften van de 21 eeuw. bezoeker komt via het onthaalpaviljoen en de ondergrondse galerij in de vroegere inkomhal Bepaalde functies zoals ticketverkoop, shop, res- van het museumgebouw (straatzijde). taurant, picknickruimte voor kinderen, vestiai- De originele tentoonstellingsvitrines worden res, … zullen worden overgebracht in een nieuw bewaard en aangevuld met nieuwe vitrines. De onthaalpaviljoen. Zo komt er in het museum zelf huidige patiotuin krijgt een moderne toets. Cen- meer ruimte vrij voor een nieuw tentoonstel- traal komt er een verdiepte binnentuin met een lingsparcours. Een ondergrondse galerij zal het platform dat het ondergrondse muziekatelier onthaalpaviljoen met het museumgebouw ver- afdekt. Deze binnentuin zal toegankelijk zijn via binden. de kelderverdieping. Er wordt ook werk gemaakt van een nieuwe verhaallijn. Een eerste deel van Een nieuw onthaalpaviljoen de nieuwe referentietentoonstelling begint al op Het meest in het oog springende element in de kelderverdieping van het museumgebouw, de het ontwerp is het nieuwe onthaalpaviljoen, rest van de tentoonstelling bevindt zich op de Museumleven 17 volledige oppervlakte van de gelijkvloerse ver- Timing dieping. In 2009 werd het schetsontwerp goedgekeurd De start van de werken is voorzien voor 2012; de door de vergunningverlenende overheden en is werken zullen zo’n twee jaar in beslag nemen. de voorontwerpfase begonnen. Pas na de goed- keuring van het voorontwerp en het ontwerp zal Parking men aan de eigenlijke constructie kunnen begin- Er wordt een nieuwe parking voorzien zodat de nen. De eerste graafwerken worden voorzien in bezoeker op eenvoudige en veilige wijze toegang 2011 en de opening van een nieuw museum, met kan krijgen tot de museumsite. een eigentijdse infrastructuur en aankleding en een volledig nieuw en origineel verhaal, is voor eind 2014. Alle renovatiewerken met inbegrip van de collectietoren, het wetenschapscentrum en mediatheek-kenniscentrum zullen pas in 2020 afgerond zijn.

De maquette van het masterplan met rechts de nieuwe collectietoren naast het CAPA-gebouw en links het nieuw te bouwen onthaalpaviljoen. Foto V. Taekels © KMMA 18 Museumleven

In 2009 werd in het park een ‘renobox’ geïnstalleerd die wandelaars meer informatie geeft over de renovatie van het KMMA. Foto V. Taekels © KMMA Museumleven 19

CHRONOLOGIE

2006 2008 In 2006 keurt de federale regering de gunnings- Op 7 januari krijgt TV SBA de officiële opdracht procedure voor de aanduiding van een studie- om een masterplan op te stellen voor de volle- team goed en wordt de offerteaanvraag gepubli- dige KMMA-site, en om een studie te voeren naar ceerd in het Bulletin der Aanbestedingen. Intern de algemene restauratie, renovatie en herinrich- wordt een werkgroep samengesteld die vanuit ting van het museumgebouw. Enkele maanden publiekswerking, wetenschappelijke, technische later wordt het voorontwerp van het masterplan en ondersteunende diensten, collectiebeheer, voor de site ingediend. Dat kwam tot stand in communicatie en infrastructuurwerken een continu overleg met het KMMA en de Regie der behoeftenprogramma samenstelt. Gebouwen. Nu kan er begonnen worden aan het tweede deel van de opdracht: het uittekenen van 2007 een schetsontwerp voor het eigenlijke museum- complex. Intern volgt een stuurgroep ‘Renovatie’ De Regie der Gebouwen (RdG) ontvangt op 11 de architecturale vooruitgang van nabij en zij januari 11 kandidaturen voor het ‘Moderniseren, zorgt ervoor dat het behoeftenprogramma van ste restaureren en aanpassen aan de 21 eeuw van het KMMA vertaald wordt binnen die architec- de infrastructuur en omgeving van het Konink- tuur. Op verschillende momenten worden ook lijk Museum voor Midden-Afrika’. Van deze 11 informatie- en overlegvergaderingen georgani- studieteams kwamen er – na controle van de seerd met de vergunningverlenende overheden: administratieve documenten – 7 in aanmerking. de agentschappen Onroerend Erfgoed, Natuur & Gedurende meer dan een half jaar bestudeert en Bos en Ruimtelijke Ordening Vlaanderen, die uit- evalueert een team van de RdG en het KMMA de eindelijk hun goedkeuring zullen moeten geven ingezonden projecten tot in de kleinste details voor de gunning van een bouwtoelating. aan de hand van welbepaalde criteria. Op 11 september van dat jaar ondertekent Didier 2009 Reynders, vice-eersteminister en minister van Na overleg met de vergunningverlenende over- Financiën bevoegd voor de Regie der Gebou- heden, ondergaat het eerste ingediende wen, de toewijzing van de opdracht aan de tij- schetsontwerp van het museumcomplex een delijke vereniging Stéphane Beel Architecten (TV aantal veranderingen qua volume en hoogte van Beel). De tijdelijke vereniging is samengesteld het nieuwe onthaalpaviljoen. In augustus wordt uit specialisten in de verschillende domeinen het schetsontwerp voor de renovatie van het (architectuur, techniek, engineering, scenogra- museumcomplex goedgekeurd. Het onthaalpa- fie, tuinaanleg, ...). Het project wordt later dat viljoen is nu kleiner en lager, wat tot enkele aan- jaar voorgesteld aan de pers en aan alle externe passingen binnenin heeft geleid, maar waardoor betrokken partijen. ook meer bomen in het park gespaard konden blijven. Op 1 oktober begint het architectenteam aan de voorontwerpfase. Foto C. Van Poucke © KMMA wetenschap 22 Wetenschap

HET WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika mag dan wel ‘s werelds belang- rijkste collecties over Afrika in zijn bezit hebben, toch is dat slechts één facet van het museum. Achter dat bijzondere uitstalraam schuilt ook een wetenschappelijke onderzoeksinstelling met internationale uitstraling.

Zo’n 85 wetenschappers en 150 studenten en stagiaires werken mee aan projecten in de mens- of natuurwetenschappen. Het onderzoek spitst zich toe op drie pijlers, die elkaar aanvullen: beheer en conservatie van het Afrikaans cultureel en natuurlijk erfgoed, exper- tise en wetenschappelijke diensten, en ten slotte fundamenteel onder- zoek. De wetenschappers bestuderen niet alleen museumcollecties en -archieven, ze zijn ook samen met Afrikaanse partners betrokken bij tal van andere projecten waarvoor ze bijvoorbeeld veldwerk moeten ver- richten.

Daarnaast begeleiden de museumwetenschappers elk jaar stagairs en studenten bij hun scriptie of doctoraatsthesis, en als lid van internatio- nale wetenschappelijke netwerken nemen ze ook deel aan conferenties en seminars in het buitenland.

Onderzoek van een houten object. Foto C. Van Poucke © KMMA Menswetenschappen 23

MENSWETENSCHAPPEN

De menswetenschappers zijn in de volgende domeinen actief: sociale antro- pologie, etnografie, etnomusicologie, taalkunde, prehistorie en archeolo- gie, geschiedenis van de koloniale tijd en eigentijdse geschiedenis. n Sociale Antropologie De veranderingen die de Malinese natuur onder- Deze afdeling bestudeert de hedendaagse Afri- gaat door de goudontginning en de goudafvloei- kaanse samenlevingen, door hun historische ingsnetwerken (voor de landelijke en de markt- diepgang te reconstrueren. Hun socioculturele economie) zijn prioritaire onderzoeksthema’s. In praktijken worden vanuit plaatselijk standpunt januari 2009 heeft de afdeling, in samenwerking bekeken en getuigen van een dynamiek van ver- met de Universiteit Leiden, meegewerkt aan een andering. De onderzoekers bestuderen meer- voorbereidende workshop van het project WOTRO dere regio’s van Afrika maar zijn vooral gespeci- (Nederlandse wetenschappelijke samenwerking) aliseerd in Rwanda en Mali. ‘Worlds of Debts’ over de socio-economische uit- dagingen die de artisanale en industriële zoek- Voor een onderzoeksprogramma over populaire tocht naar goud in West-Afrika (Mali, Burkina Faso, culturen, wordt momenteel de laatste hand gelegd Guinee, Sierra Leone) met zich meebrengt. aan een werk in het Engels over het geheugen en de creativiteit binnen diverse aspecten van de ste- Als lid van het directiecomité voor het CREATING- delijke cultuur. Kaapstad, Nairobi en Lubumbashi project (Cooperative research on East African ter- komen aan bod in het werk, dat aansluit op een in ritorial integration within globalization), gefi- 2005 gepubliceerd boek over die laatstgenoemde nancierd door de Europese Commissie, heeft de stad in Congo. Op twee na zijn alle auteurs Afrikanen. afdeling meegewerkt aan de organisatie van ver- Partners van het project zijn de National Museums schillende internationale vergaderingen in Nai- of Kenya (Nairobi), het museum en de Université de robi en Kampala, en aan een coördinatievergade- Lubumbashi en de University of Western Cape. ring van het KMMA in december.

Momenteel wordt er ook geschreven aan een De afdeling beheert ook een online databank met werk over de circulatie van Afrikaanse kunst en de bibliografisch materiaal over sub-Saharisch Afrika sociale ongelijkheid en marginalisering, veroor- binnen verschillende domeinen van de menswe- zaakt door een politieke en culturele elite die het tenschappen. Die wordt bijgewerkt naargelang de internationale debat over het culturele erfgoed disciplines evolueren. De wetenschappers van de helemaal stuurt. In een ruimere context wordt afdeling pluizen zo’n tweehonderd kranten uit en dit debat opengetrokken naar de politieke con- na lectuur kennen ze goedbedachte sleutelwoor- structie van ‘onwettigheden’, via een transversale den toe aan de artikels die ze hebben geselecteerd aanpak binnen verschillende domeinen, van het op basis van hun werkelijke inhoud, waardoor sociale tot dat van het ongeoorloofde (verboden deze databank anders is dan de andere informa- handel in kunstvoorwerpen en natuurlijke rijk- tie die men op het net kan vinden. dommen, illegale migratie). In 2010 volgt hierover Op het internetadres http://societies.africamu- een eerste voordracht tijdens de tweejaarlijkse seum.be zijn via verschillende wegen, inclusief EASA-conferentie (European Association of Social die van de gedetailleerde sleutelwoorden, 45 000 Anthropologists). Deze denkoefening, over wie of referenties toegankelijk. De hulppagina’s, de his- wat de circulatie van de Afrikaanse kunst beïn- toriek en de sleutelwoorden zijn opgesteld in drie vloedt, is tot stand gekomen dankzij de expertise talen. van het museum over de zwarte markt van archeo- logische objecten. Er werd al heel wat gecommu- Aan twee andere databanken wordt nog gewerkt: niceerd over dit thema tijdens internationale con- Rwandabase en Tanganyikabase. Die eerste is ferenties in Europa en de Verenigde Staten. een update van de nationale bibliografie van 24 Wetenschap

Rwanda. De verwijzingen naar dit land werden uit lijke rol als conservator van exotische objecten de algemene databank gehaald en werden dan en als vitrine van politieke propaganda moeten aangevuld dankzij systematisch onderzoek van opgeven en zijn ze tegelijkertijd een wetenschap- literatuur na 1987 over Rwanda. Ook om de Tan- pelijke en maatschappelijke omwenteling onder- ganyikabase aan te leggen moest er aan de hand gaan. De werknemers en wetenschappers van de van de literatuur onderzoek gevoerd worden om betrokken musea buigen zich onder meer over de werken en artikels in de speciale databank de oprichting van een internationaal netwerk van te gieten die voor het CREATING-project werd etnografiemusea (Réseau international de Musées gemaakt en die aan de Inter-University Council d’Ethnographie - RIME). Bij afloop van het project in East Africa zal worden gegeven. Deze databank moet dit netwerk volledig operationeel zijn zodat zal gegevens bevatten over de regio’s rond het talrijke andere musea in Europa en de rest van de Tanganyika-meer en hun hinterland, vanaf de wereld zich daarop kunnen aansluiten. Musea uit eerste periodes in de geschiedenis waarover iets landen met een economische achterstand krijgen geweten is, tot nu. Er is ook een inventaris in te een bevoorrechte plaats. vinden met kaarten uit de KMMA-collecties van Er worden onder meer wetenschappelijke work- Burundi, Rwanda, Kenya, het oosten van de DR shops, tentoonstellingen, colloquia en voorstel- Congo, het westen van Tanzania, het westen van lingen georganiseerd en er komen publicaties over Zambia, evenals een overzicht van de Europese maatschappelijke kwesties die te maken hebben en Afrikaanse luchtfotoreserves (opgesteld door met de perceptie van de bevolkingsgroepen op de universiteit van Stockholm). Deze databanken andere continenten. De activiteiten draaien rond zullen in 2010 online gezet worden. twee grote thema’s: ‘moderniteit’ en eerste ont- moetingen. n Etnografie Relanceringsproject voor samenwerking tussen het IMNC (Kinshasa) en het KMMA Deze afdeling bestudeert de materiële en imma- De samenwerking tussen het Institut des musées teriële getuigenissen die een beeld geven van nationaux du Congo (IMNC) en het KMMA bete- de expressieve culturen uit het heden en het kent ook een samenwerking tussen de onder- verleden, van de sociale ontwikkelingen in sub- zoekers en een stageprogramma in het KMMA. Saharisch Afrika en van de Afrikaanse diaspora. De renovatie van de permanente tentoonstel- Het doel is om de kennis over het Afrikaans cul- lingszaal op Mont Naliema, die op 11 maart 2010 tureel universum van gisteren en vandaag te opende ter gelegenheid van 40 jaar IMNC, is een bevorderen. gezamenlijk project van de twee instellingen. De directeur van de afdeling Patrimoine et Servi- Langdurig onderzoek is het basiswerk van deze ces techniques (erfgoed en technische diensten) afdeling. Hier volgen enkele voorbeelden. van het IMNC, Henry Bundjoko, heeft in de afde- ling Etnografie van het KMMA een stage gevolgd. Dankzij dit studiebezoek kon worden bepaald Project RIME welke verschillende thema’s en objecten in de Tien Europese etnografiemusea (Koninklijk referentietentoonstelling horen. Daarnaast wer- Museum voor Midden-Afrika, Tervuren; Musée du den de collecties van het IMNC verder gedigita- Quai Branly, Parijs; Pitt Rivers Museum, Oxford; liseerd en werd de gezamenlijke informatie en Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden; Museo het geheel van beide archieven over de etnogra- Nazionale Preistorico Etnografico ‘Luigi Pigorini’, fische en fotografische collecties van het IMNC Rome; Världskulturmuseet, Göteborg; Linden- en het KMMA met elkaar vergeleken en bij elkaar Museum, Stuttgart; Museo de América, Madrid; gevoegd. Museum für Völkerkunde, Wenen; Nàprstek’s Muzeum, Praag) verenigen hun ervaringen om de Vergelijkend onderzoek over de denksystemen plaats en de rol van de etnografiemusea te her- bij de Kasaï en de Bandundu definiëren. De meeste werden opgericht in een De Leele en de Kuba leven elk aan een kant van de koloniale context en dus hebben ze na de onaf- rivier Kasaï in de Democratische Republiek Congo. hankelijkheid van de kolonies hun oorspronke- Ze hadden in een ver verleden een gemeen- Menswetenschappen 25 schappelijke geschiedenis en hebben een erg Toposa een opmerkelijke demografische groei. gelijkaardige mythologie (waarin ook de Mbuun Door de demografische druk en de oorlog in voorkomen) en kunstzinnige complexen die bizar Soedan, hebben de Toposa zich territoriaal uit- genoeg erg dicht bij elkaar aanleunen. Toch zijn gebreid naar het noordoosten. Door deze bewe- deze twee koninkrijken erg verschillend. Terwijl de ging werden ze letterlijk over de grenzen van Leele-koning een veeleer onopvallend personage hun buren, de Jiye en de Nyangatom, geduwd. is, zonder werkelijke maar enkel symbolische en Veldwerk heeft uitgewezen dat de Toposa in rituele macht, kende het Kuba-koninkrijk gedu- de regio nu zo dominant zijn dat de bewoners rende zijn geschiedenis tot op de 19de eeuw een in volledige Jiye- en Nyangatom-gebieden zich grote politieke uitstraling. Door hun respectieve- momenteel helemaal integreren in de Toposa- lijke instellingen, kunst en mythologie te vergelij- wereld. Maar de Toposa behandelen niet ieder- ken, kan men de verschillende evolutie van beide een op dezelfde manier. De Nyangatom hebben maatschappijen doorheen de geschiedenis beter een vredelievende relatie met hun nieuwe ver- begrijpen. Dit onderzoek kadert in een samen- overaars – omdat zij vreedzaam opgaan in de werking tussen het KMMA en het IMNC en stoelt Toposa-samenleving – terwijl de Jiye letterlijk op vergelijkend onderzoek van de afdeling Etno- manu militari gedwongen worden om zich te grafie rond de kunst, denksystemen, rituelen en integreren, of om naar het noorden te migre- mythologie uit die regio, evenals op nieuw Leele- ren waar ze in rechtstreeks conflict komen materiaal van het IMNC. met andere vijanden van oudsher, de Murle. Een diepgaand onderzoek van dit historisch Culturele diversiteit in gevaar: integratieproces- proces zal gaan over de verschillende soorten sen in de Karimojong-cluster interetnische relaties (zoals oorlog, conflicten, In de zuidoostelijke hoek van Soedan wonen economische en interetnische uitwisselingen de Jiye, Nyangatom en Toposa, drie etnische van primaire grondstoffen voor het maken van groepen die tot de ‘Karimojong-cluster’ beho- versieringen en wapens …). Daaruit zal duidelijk ren (een reeks etnische groepen die taalkun- blijken hoe verschillende groepen omgaan met dig en sociocultureel sterk met elkaar verbon- een proces van marginalisering, waarbij hun den zijn). De afgelopen twintig jaar kenden de etnische identiteit bedreigd wordt.

Vitrine nr. 10 in de nieuwe tentoonstellingszaal van het Interview met informanten in Natelengoreit, Toposa- IMNC. Foto V. Baeke © KMMA gebied, Soedan. Foto © M. de Roeck 26 Wetenschap

n Etnomusicologie – die de klank voortbrengt – net boven de staaf te Deze eenheid bestudeert en bewaart traditio- bestuderen. nele muziek uit sub-Saharisch Afrika. De col- lectie bevat 36 000 muziekopnames en 8800 Studie van de traditionele muziek in Ivoorkust muziekinstrumenten. Ze worden gebruikt voor Het KMMA stelt samen met de instelling voor onderzoek naar Afrikaanse stedelijke en traditi- het cultureel erfgoed in Abidjan een anthologie onele muzikale culturen. op van de traditionele muziek. Een plaatselijke onderzoeker bezoekt eerst en vooral de bevol- Musical instruments museums online (MIMO) kingen waarvan de muzikale cultuur niet of nau- wordt in het kader van eContentPlus door de welijks bekend is. De instrumenten, de vocale en EU gefinancierd en heeft tot doel de collecties instrumentale muziek en dansen van de etnieën muziekinstrumenten van 11 partnermusea te Agni, Koulango, Gagou, Abbey en M’bgatto zijn digitaliseren. Zij fotograferen hun instrumenten reeds bestudeerd. In 2009 is er veldwerk gedaan en produceren audio- en videomateriaal voor het bij de etnieën Nafana en Dégha in Bondoukou. De internet. In 2011 zal dit via de website van Euro- resultaten hiervan zijn vooral via publicaties en peana www.europeana.eu toegankelijk zijn. Het een reeks muziek-cd’s toegankelijk voor het grote KMMA heeft in 2009 zijn 8800 muziekinstrumen- publiek. ten gedigitaliseerd. Conferentie van professor Kofi Agawu Studie van de akoestische kwaliteiten van in Kofi Agawu, professor Afrikaanse en Afro-Ame- Afrikaanse xylofoons gebruikte houtsoorten rikaanse muziek aan Princeton (New Jersey, Ver- Dit gezamenlijk project van de ULB en het KMMA enigde Staten) stelt dat tonaliteit in Afrika een toont aan dat de klank van de staven erg verschil- kolonisatiemiddel was en dat nog altijd is. Tijdens lend kan zijn, zelfs al komen ze van dezelfde soort een conferentie van de afdeling Etnomusicologie en zijn ze op dezelfde manier gesneden. Ook de kwam hij zijn theorie uiteenzetten. Volgens hem snijrichting van de staaf (radiaal of tangentiaal) was tonaliteit (muzikaal systeem op basis van een beïnvloedt het geluid enorm. Er werd een expe- welbepaalde tonenreeks) voor Europeanen een rimentele methode ontwikkeld om de vibratie manier om een beschavingsmissie in Afrika door

N’Gofè-ensemble, groep met zes ivoren hoornen van de Abbey, Grand-Morié, Ivoorkust. Foto Aka Konin © KMMA Menswetenschappen 27 te voeren, vnl. via christelijke hymnen, koorpsal- de negatie, de werkwoordelijke morfosemantiek men en orkestmuziek voor bals. (applicatief, causatief, passief), de geschiedenis Met deze tonale muziek werd macht uitgeoe- van bepaalde planten (banaan, maniok) evenals fend op de Afrikaanse bevolking, die zich niet over de Braziliaanse woordenschat van Bantoe- meer kon uitdrukken in een eigen muzikale taal origine. Enkele voorbeelden: en die zich moest voorbereiden op de externe tekenen van moderniteit. Voor Kofi Agawu vormt Opwaardering van plaatselijke kennis en inte- de tonaliteit uit het westen zowel een inbreuk gratie van nationale talen in het onderwijssys- op de Afrikaanse muzikale taal als een manier teem: voorbeeld van het Kituba-talig gebied (een om zich met de moderniteit te assimileren. Een variant van het Kikongo die als voertaal geldt) manier die verschillende Afrikaanse muzikanten Doel van dit samenwerkingsproject is fundamen- en componisten zich daarna dan ook eigen heb- teel onderzoek voeren naar de Kikongo-voertaal ben gemaakt. en de talen waaruit ze ontstaan is, en de middelen en kennis ontwikkelen die nodig zijn om echt in die taal te kunnen onderwijzen in de beide Con- n Linguïstiek go’s (universiteiten van Kinshasa en Brazzaville). Deze eenheid houdt zich bezig met de beschrij- Zoals talrijke studies hebben uitgewezen heeft vende en vergelijkende studie van Afrikaanse een scholing in de moedertaal, zowel op korte als talen, in het bijzonder de Bantoe-talen. Nieuw op lange termijn, een gunstig effect op de samen- onderzoek binnen deze afdeling gaat over het leving. Na decennia van schichtige pogingen om Afrikaans taalkundig erfgoed in Latijns-Amerika, de nationale talen te bevorderen, wil men met dit in het bijzonder in Brazilië. project de broodnodige en optimale voorwaarden creëren om die talen in het onderwijssysteem op De lopende projecten gaan over de talen in West- te nemen. Men is begonnen met het Kituba, de Zambia, Mozambique, de DRC (Neder-Congo, nationale taal in de DRCongo en Congo-Brazza- Bandundu, Katanga), Gabon, over de modaliteit, ville.

Interview in Zambia om de etnische/taalkundige achtergrond en de geboorteplaats te achterhalen van de geïnterviewde, zijn ouders en grootouders. Foto C. de Filippo © KMMA 28 Wetenschap

Talen, genen en de Bantoe-kwestie: Western maticalisatie en (inter)subjectivatie in een rich- Zambia als een casestudy voor een interdisci- ting of niet? En ten slotte de ‘draagwijdte’ van plinaire benadering van de bevolkingsgeschie- die processen: wat is het verband tussen de denis van zuidelijk Midden-Afrika. grammaticalisatie en de (inter)subjectivatie en Dit project moet leiden tot een interdiscipli- de andere mechanismen voor taalkundige ver- naire aanpak, in dit geval tussen de disciplines andering, in het bijzonder de analogie? linguïstiek en genetica, om de geschiedenis van Het onderzoek in 2009 ging over de aanvoe- de samenlevingen in Western Zambia te bestu- gende wijs, de negatie, de evidentialiteit en de deren, en om de geschiedenis van zuidelijk focalisatie in de Bantoe-talen. Midden-Afrika en de Bantoe-kwestie beter te begrijpen. In de provincie Western Zambia is de De afdeling zorgde eveneens bijna maandelijks sociolinguïstische situatie heel complex omdat voor een ‘seminar over Afrikaanse talen en cul- de taal daar uit verschillende taalkundige lagen turen’. De wetenschappers hebben daarnaast in bestaat en verschillende soorten taalverande- maart 2009 nog een internationale conferentie ringen gecombineerd werden met taalvervan- georganiseerd over de Bantoe-talen. gingen. De provincie is dus een ideaal regionaal testterrein om te onderzoeken wat de gevol- gen kunnen zijn van taalverandering in functie n Archeologie en Prehistorie van de veranderende genenfrequenties. Met dit Het werk van deze afdeling spitst zich toe op onderzoek kan men ook de schematische sce- de afgelopen 40 000 jaar in Midden-Afrika. Het nario’s verbeteren die momenteel het linguïs- onderzoek steunt op de studie van materiële tisch-genetisch debat beheersen. cultuur, en wordt deels gevoerd in samen- werking met andere disciplines. De afdeling Crossing borders: een geïntegreerde archeolo- gische en taalkundige aanpak van de bevol- wil graag het archeologisch werk in Midden- kingsdynamiek in zuidelijk Midden-Afrika Afrika, en meer in het bijzonder in de DRC, In feite wordt met dit project de overdracht van bevorderen. de materiële en immateriële cultuur in de tijd en ruimte bestudeerd. De Upemba-depressie In het kader van Crossing Borders, een project (Noord-Katanga, DRC) bleek daarvoor een uiterst in samenwerking met de eenheid Linguïstiek, geschikt studieterrein aangezien die zich in het werden de gegevens die in 2008 tijdens veld- hart van het oude Luba-koninkrijk bevindt en werk verzameld werden, geanalyseerd. De ver- op een cultureel kruispunt ligt tussen Midden-, gelijkende studie van de woordenschat uit de Oost- en zuidelijk Afrika. Via een nieuwe blik pottenbakkerij heeft aangetoond dat er een op het verleden zal men de politieke en sociale onderscheid gemaakt kan worden tussen twee situatie van vandaag beter begrijpen. groepen: het Kiluba, Kisanga en Kinwenshi ener- zijds en het Kibemba en Kilamba anderzijds. De Grammaticalisatie en (inter)subjectivatie twee andere bestudeerde talen, het Kilomotwa Doel van dit project is een aanzienlijke bijdrage en Kisumbu, vertonen gelijkenissen met beide leveren aan het actuele onderzoek over (de groepen. Deze taalkundige onderverdeling komt interacties tussen) het grammaticalisatieproces overeen met de geografische grenzen van de (op structureel niveau) en de (inter)subjectiva- vervaardigingstechnieken in de pottenbakkerij. tie (op semantisch niveau) die optreden bij taal- De Kiluba- en Kibemba-pottenbaksters gebrui- kundige wijzigingen. ken totaal andere technieken dan de Luba- en Het onderzoek richt zich op drie belangrijke Bemba-pottenbaksters en dat vertaalt zich ook punten. De precieze aard van de semantische in de enorme verschillen binnen hun techni- veranderingen bij subjectivatie en intersub- sche woordenschat. jectivatie, en hun verband met de structurele ontwikkelingen van de grammaticalisatie. De Voor archeologisch en etnografisch onder- teleologie van de processen: verloopt de gram- zoek in samenwerking met de universiteit van Menswetenschappen 29

Bujumbura en de Université libre de Bruxel- pisch regenwoud in Midden-Afrika bestaat uit les zijn wetenschappers naar Burundi getrok- een mozaïek van verschillende soorten vege- ken. Er waren archeologische opgravingen in tatie. Sommige woudgebieden bevatten abnor- Mihere (de provincie Nkoma) en Murumvya (de maal veel zonneminnende soorten die normaal provincie Muramvya). Op deze twee plekken gezien alleen in open vlaktes voorkomen. De vierde men het sorghumzaaifeest, de belang- hypothese waar er van wordt uitgegaan is dat rijkste jaarlijkse viering in het oude koninkrijk dit het resultaat is van aanzienlijke natuurlijke van Burundi. Er werden ook interviews afgeno- of menselijke (pre)historische storingen. Deze bijzondere vegetatie is misschien een aanwij- men in Rutana, Muranvya en Bujumbura om de zing dat de mens ooit in deze gebieden heeft bestaande gegevens over de tradities in de taal- geleefd. kunde en pottenbakkerij aan te vullen. De afdeling organiseerde ook de workshop ‘Red- Een van de doelstellingen van de afdeling is dingsarcheologie in de Democratische Repu- de archeologie in de DRCongo bevorderen. De bliek Congo’ in oktober 2009 in het museum. archeologen werken aan een archeologische Daarnaast werd er ook verder gewerkt aan prospectiemethode voor het tropisch regen- archeologische kaarten van de DRCongo. woud waar het moeilijk, en zelfs bijna onmo- gelijk, is om de sites te identificeren. Het tro-

Zijn vader beschouwt Jean-Marie M. (13) als een volleerde pottenbakker. Hij maakt en verkoopt zijn potten op de markt van Rutana, Burundi. Foto © KMMA 30 Wetenschap n Geschiedenis van de Koloniale Tijd algemeen. De longbox bevat het nodige materiaal Het doel van deze afdeling is de geschiedenis om uitleg te geven bij die historische documen- van Midden-Afrika bestuderen, van de koloniale ten en om ze te kunnen becommentariëren en illustreren. Er zit ook een catalogus bij met een periode tot de dekolonisatie. Er wordt rekening beschrijving van de gedigitaliseerde films uit de gehouden met verschillende aspecten, zoals de collecties van drie belangrijke Belgische instellin- Afrikaanse actoren en de gevolgen van de Euro- gen: het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, pese aanwezigheid voor de Afrikaanse samenle- het Koninklijk Belgisch Filmarchief en het Docu- vingen. mentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving – KULeuven. In 2009 werkte de afdeling mee aan verschillende tentoonstellingen in het museum, waaronder die De onafhankelijkheid van Congo, 1960-2010. over het 100-jarige bestaan. De geschiedenis van Visies, erfgoed en projecten het museumgebouw, sinds de opening in 1910, Ter gelegenheid van 50 jaar Congolese onafhan- werd neergepend in een publicatie voor het grote kelijkheid, benadert een multidisciplinair team publiek: Als muren spreken. Het museum van Ter- van Belgische, Congolese en Amerikaanse weten- vuren 1910-2010. Hier volgen nog enkele projec- schappers dat sleutelmoment in een gezamenlijke ten waar in 2009 aan werd gewerkt: publicatie op een iets andere manier dan de vele werken in 2010 over het onderwerp. Geschiedkun- Erfgoed van Midden-Afrika. Archieffilms. Congo, digen, kunsthistorici, kunstenaars, antropologen, Ruanda-Urundi (1912-1960) sociologen, archivarissen en collectiebeheerders België herbergt een uitzonderlijk historisch patri- verbinden geschiedenis en geschiedschrijving, her- monium van de Democratische Republiek Congo, inneringen, weergaves, collecties en hedendaagse Rwanda en Burundi, dat werd aangelegd tijdens creaties. Ze bieden nieuwe of algemene visies op de Belgische aanwezigheid in Midden-Afrika tot enkele periodes uit de geschiedenis, op nieuw erf- en met 1960. Vooral het filmerfgoed beschou- goed – waarvan een deel pas onlangs naar boven wen de onderzoekers als een ongeëvenaarde kwam – en op nieuwe projecten. Ze willen vooral bron en als een gemeenschappelijk cultureel de reflectie, debatten en conservatie aanzwengelen patrimonium dat belangrijk was om op te waar- en het onderzoek stimuleren naar het materiële en deren. Uit deze ambitie groeide het project om immateriële erfgoed, zoals het sociale geheugen deze collecties te digitaliseren. Zo heeft het Bel- en de museumkwestie in de DRC. Een ander doel gische en internationale publiek, met name het is ook informatie en kennis verspreiden, het onder- Afrikaanse, er makkelijker toegang toe en wordt, zoek vergemakkelijken, netwerken oprichten in de via transculturele uitwisselingen, de kennis in dit DRC en er samenwerkingsverbanden mee aangaan. domein bevorderd. De 178 gedigitaliseerde films Doelgroep van dit werk is dan wel het grote publiek, werden aan zes universiteiten in die drie landen er wordt vooral gemikt op universiteiten en peda- ter beschikking gesteld opdat ze zouden kunnen gogen. Enkele bijdragen over de dekolonisatie en dienen als didactisch materiaal en als basis voor het Congolese nationalisme schetsen een alge- wetenschappelijk onderzoek over de koloniale meen kader en bieden standpunten die vergeleken geschiedenis, de cinema en de overdracht van het kunnen worden met de specifieke visies van het collectief geheugen. multidisciplinair team. Pedagogisch nuttig is dat Om die films in een context te plaatsen, is ook de onafhankelijkheidsdagen zijn opgenomen van een wetenschappelijke publicatie verschenen, de 18 Afrikaanse landen die zich in 1960 losmaak- aangevuld met een longbox die twintig filmar- ten van het koloniale bewind, evenals de data van chieven bevat, onder de titel Patrimoine d’Afrique de andere landen die sinds 1945 hun onafhanke- centrale. Archives Films. Congo, Rwanda, Burundi, lijkheid verwierven. Bij de teksten, die in een aan- 1912-1960 (Erfgoed van Midden-Afrika. Archief- genaam boekformaat zijn gegoten, horen onder- films. Congo, Rwanda, Burundi, 1912-1960). Ze is steunende illustraties. De publicatie is voorzien bedoeld voor onderzoekers, studenten, docenten voor 2011. en leerkrachten (aan universiteiten, hogescho- len, in de 3de graad van het humaniora) en voor Dankzij drie projecten die gesteund worden door de wetenschappelijke en culturele wereld in het het Federaal Wetenschapsbeleid konden weten- Menswetenschappen 31 schappers postdoctoraal onderzoek voeren en de het bijzonder het onderzoek in Midden-Afrika, wetenschappelijke capaciteiten van de afdeling door de (toegankelijkheid van de) belangrijkste versterken: archiefcollecties te beschrijven.

• De Guide des archives relatives à l’histoire colo- • Met het werk L’intégration sociale de la diaspora niale de la République démocratique du Congo, du congolaise en Belgique : identité sociale, capi- Rwanda et du Burundi, 19e-20e siècles (Archiefgids tal social et mémoire sociale du temps colonial voor de koloniale geschiedenis van de Democrati- (De sociale integratie van de Congolese diaspora sche Republiek Congo, Rwanda en Burundi, 19de- in België: sociale identiteit, sociaal kapitaal en 20ste eeuw) biedt een overzicht van de Belgische sociaal geheugen van de koloniale tijd) wil men de en buitenlandse producenten en bewaarders van verhouding inschatten tussen de mate waarin de archieven over de DRC, Rwanda en Burundi tij- Congolese diasporaleden in de Belgische samen- dens de koloniale periode en over de relatie van leving geïntegreerd zijn, hun sociale geheugen die landen met België. Doel van dit project is het van de koloniale tijd en hun sociaal kapitaal. De internationaal onderzoek vergemakkelijken, in resultaten van dat onderzoek zijn te zien in de tij- 32 Wetenschap delijke tentoonstelling Indépendance ! Congolese Opwaardering van de Stanley-archieven en de ter verhalen over 50 jaar onafhankelijkheid. beschikkingstelling ervan voor het lezerspubliek Het eerste deel van de uitgave met kritische anno- • Congo in Tervuren. Geschiedenis van het Konink- taties over de reisdagboeken van ontdekkings- lijk Museum voor Midden-Afrika (1925-2010). Dit reiziger Henry M. Stanley, waarvan de archieven project ligt op het kruispunt van de disciplines van het Koning Boudewijnfonds bij het KMMA in geschiedenis en antropologie en werd gelanceerd bewaring zijn, wordt momenteel gedrukt. Dit werk om de geschiedenis van het museum tussen 1925 werpt een nieuw licht op een onbekend avontuur en 2010 grondig te bestuderen. Dit onderzoek van de reiziger in Turkije en omvat niet alleen stoelt vooral op multi- en zelfs interdisciplinariteit. een index en inleidende essays, maar ook uitleg De resultaten van dit onderzoek mondden reeds van de auteurs om zowel Stanleys verhaal als de uit in input voor de renovatie van het museum. geschiedschrijving in een context te plaatsen en uit te leggen. De hedendaagse creativiteit en het koloniale Er wordt ook voortgewerkt aan de reorganisatie verleden. Kunstenaars Sammy Baloji en Patrick van het onderzoek waarmee in 2008 is begonnen. Mudekereza in residentie in het KMMA Daarbij wil men zich vooral voorbereiden op een Na een workshop in 2008 georganiseerd door het onderzoeksbeleid waar ook enkele thema’s zijn KMMA en de UGent, werden de muren tussen het opgenomen die de actuele context overheersen, wetenschappelijk onderzoek en de benadering zoals duurzame ontwikkeling van Midden-Afrika. van de maatschappij via hedendaagse creativi- Ook de algemene reflectie daarover binnen het teit gesloopt. Twee kunstenaars uit de DRC zullen KMMA opvolgen en de band met de nationale worden ondergedompeld in de collecties van het universiteiten versterken, maken deel uit van de KMMA, en hun interactie met de expertise van doelstellingen. het KMMA en de UGent zal leiden tot kunstwer- ken die het heden met het verleden verbinden. De kunstwerken die in het kader van die work- n Eigentijdse Geschiedenis shop gemaakt zijn, en hun plaatsing binnen een wetenschappelijke context, zullen in 2011 uit- Deze afdeling voert sociopolitiek onderzoek monden in een tentoonstelling en publicatie. Op naar de postkoloniale periode (vanaf 1960) in langere termijn zou dit proefproject de start kun- Midden-Afrika, in het bijzonder in de DRCongo. nen zijn van een hele reeks voor kunstenaars in De belangrijkste bestudeerde thema’s zijn de residentie in het KMMA en voor een onderzoeks- politieke veranderingen, de ontwikkeling, het programma over de hedendaagse geschiedenis milieubeleid, de relatie tussen maatschappij en en creativiteit. staat en de rol van België in Midden-Afrika.

Steun voor de opleiding van academici uit de DRC De nieuwe provincies in de DRCongo In 2009 - 2010 konden dankzij het Programma De leden van de afdeling werken, samen met vele voor Onderdompeling in de Archieven en His- andere collega’s van het KMMA, aan een ambiti- torische Collecties (1 maand) en het follow-up- eus onderzoeksproject rond de nieuwe adminis- programma (3 maand) 8 nieuwe doctoraats­ tratieve indeling van de DRC. De doelstellingen studenten met beurs en een zonder beurs uit de van dit project zijn enerzijds de monografieën DRC naar hier komen. De opleidingsseminars en van de nieuwe provincies voorstellen en ander- de methodologische en geschiedkundige steun zijds strategisch nadenken over de leefbaarheid werden verzekerd door zowel interne weten- van het decentralisatieproces. Het gaat hier om schappers als Belgische en buitenlandse (VS, een vijfjarenproject dat de mogelijkheid biedt DRC, Frankrijk) universiteiten en specialisten, multidisciplinair werk te verrichten, waarbij een waarbij alle disciplines binnen de mensweten- beroep wordt gedaan op de onderzoekers van de schappen aan bod kwamen. Daarnaast verwel- verschillende KMMA-afdelingen. Het project ging komde het KMMA nog verschillende groepen in 2008 van start. individuele stagairs, van wie het 4 tot 12 weken In 2009 werd er gewerkt aan de monografieën durende verblijf betaald werd door de Belgische van de volgende provincies: Maniema, Tangan- Ontwikkelingssamenwerking. yika, Kwilu, Boven-Katanga, Kasaï, Boven-Uélé. Menswetenschappen 33

Er werden teams met plaatselijke medewerkers ten en tijdschriften, thematische persdossiers, ingeschakeld om de ontbrekende gegevens te ver- kaarten, verkiezingsposters, foto’s … De afde- zamelen of om de onvolledige aan te vullen. De ling heeft in 2009 153 werken en 72 thesissen of geselecteerde gegevens zijn verbeterd, herlezen, scripties gekregen. Naast die werken, thesissen gelay-out en gestructureerd. De monografieën en scripties, zijn nog eens 229 documenten, 41 van de provincies Maniemia en Boven-Uélé wor- nieuwe documentaire dossiers en 400 artikels in den in 2010 gepubliceerd. de catalogus opgenomen. De afdeling heeft ook haar persknipselmap verder aangevuld. De cata- Cahiers africains logus van de afdeling is net als de inventaris met De afdeling publiceert de Cahiers africains, een tijdschriften en kranten op de website van het reeks werken die kadert in het historische en KMMA beschikbaar. Het documentatiecentrum sociale domein en die voornamelijk inzoemt op verwelkomt dagelijks verschillende onderzoekers. Congo-Kinshasa en de regio van Midden-Afrika. De afdeling beantwoordt ook een steeds groeiend Van 1993 tot 2009 werden 45 werken in die reeks aantal aanvragen om informatie of om levering gepubliceerd. De afdeling staat in voor de uitgave van fotokopieën. van de publicaties, en zorgt voor de contacten met de auteurs en peer reviewers, de herlezing, Om de collecties op te waarderen, maar even- correcties en lay-out van de manuscripten. eens wegens conservatieredenen, is de afdeling begonnen met de digitalisering van enkele docu- Het documentatiecentrum is een van de belang- menten, waaronder de foto’s en geluidsbanden rijkste centra ter wereld voor documentatie over uit de archieven van Jules Gérard-Libois, een col- de sociopolitieke evolutie van Congo, van 1960 tot lectie over de Rondetafelconferentie van 1960 nu. Het centrum beschikt over meer dan 27 700 en microfilms waarop Congolese tijdschriften en werken, documenten, thesissen en scripties, kran- dagbladen uit de jaren 1960 staan.

Bibliografië

Cultural Anthropology Verswijver, G. 2009. ‘Rendez-vous chez les Toposa’. Science Connection 27: 45. Ethnography Verswijver, G. 2009. ‘Unieke ceremonie bij de Toposa van Baeke, V. 2009. ‘A la recherche du sens du bwami. Au fil d’une Zuidoost-Soedan’. Science Connection 27: 45. collection lega pas comme les autres’. URL: www. Verswijver, G. 2009. ‘[review] The Vitality of Karamojong anthroposys.be Religion: Dying Tradition or Living Faith (Ben Knighton). Baeke, V. 2009. ‘Des racines et des rêves. Se relier à sa 2005, Aldershot – Burlington (VT): Ashgate’. Social mémoire et à son histoire’. &CO Kids, Le magazine Anthropology 16(2): 241-242. de la Coopération belge en République démocratique Volper, J. 2009. ‘Le corps transformé: une esthétique du Congo 6: 10-15 (avec Henry Bundjoko Banyata et africaine’. In: Les Mésaventures de Vénus. Book of Chantal Tombu). abstracts. Paris: Publications de la Sorbonne, pp.163- Bouttiaux, A.-M. 2009. Persona. Masques d’Afrique: identités 173. (PR) cachées et révélées. Tervuren, Milan: RMCA, Five Volper, J. 2009. ‘Les masques à rayures peintes des Continents Editions. 303 p. ISBN: 978-8-8743-9512- Luba’. Afrique, Archéologie & Arts 5: 109-118. (PR) 5. (PR) Volper, J. 2009. La Part indomptée: les masques Bouttiaux, A.-M. 2009. Persona. Maskers uit Afrika: verborgen d’homme-fauve des Luba. Series ‘Original en ontsluierde identiteiten. Tervuren, Milan: RMCA, Five Papers’, vol. 1. Brussels: Momentum Publications. Continents Editions. ISBN: 978-8-8743-9514-9. (PR) Bouttiaux, A.-M. 2009. Persona. Masks of Africa: identities Ethnosociology & Ethnohistory hidden and revealed. Tervuren, Milan: RMCA, Five de Lame, D. 2009. ‘Enfants des ancêtres, enfants du Continents Editions. ISBN: 978-8-8743-9512-5. (PR) monde. Les rituels rwandais de dation du nom, Bouttiaux, A.-M. 2009. ‘Guro Masked Performers Serving moments-clés d’intelligence sociale’. In: Ndaywel è Spirits and People’. African Arts XLII, 2: 56-67. (PR) Nziem & Mudimbe-Boyi E (eds), Images, mémoires et Bouttiaux, A.-M. 2009. ‘Persona. Masks of Africa. Identities savoirs - Une histoire en partage avec Bogumil Koss Hidden and Revealed’. African Arts XLII, 3: 52-61. (PR) Jewsiewicki. Series ‘Hommes et Sociétés : histoire et Seiderer, A. 2009. ‘Réinvention de la tradition vodoun par l’art géographie’. Paris: Karthala, pp. 417-433. ISBN: 978- contemporain’. Rivista Africa e Mediterraneo 67: 10-15. 2-8111-0208-1. (PR) 34 Wetenschap

de Lame, D. 2009. ‘Délinquance et zones équivoques savoirs en Afrique subsaharienne. Acteurs, lieux de la structuration coloniale’. In: de Lame, et usages dans la longue durée, 13-15/5. Book of D. (ed.). 2009. Afrique et histoire. Revue inter­ abstracts. Paris: Université Paris 7-Diderot/Inalco/ nationale 7, special issue: Dans les plis de la Université de Lyon. (PR) structuration coloniale: ombres et délinquances: 15- Panella, C. 2009. ‘Économies de genre et relations de 24. CEMAF (Université Paris I/Verdier). ISBN: 978-2- dette: orpaillage et sécurité alimentaire dans le 86432-582-6. ISSN: 1764-1977. (PR) Basidibé’. A World of Debts. Gold Mining Sites as de Lame, D. (ed.). 2009. Afrique et histoire. Revue inter­ Fields of Cohabitation in Francophone West Africa, nationale 7, special issue: Dans les plis de la structura­ 19-20/1. Book of abstracts. Bamako: Workshop of tion coloniale: ombres et délinquances: 7-132. CEMAF WOTRO project. (Université Paris I/Verdier). ISBN: 978-2-86432-582- Panella, C. 2009. ‘L’estetica del quotidiano. Memoria di 6. ISSN: 1764-1977. (PR) Stato, corporaità ed economie di sopravvivenza de Lame, D. 2009. ‘[review] L.A.Fujii. Killing neighbours. Webs tra gli scultori della Maison des Artisans di Bamako of violence in Rwanda’. African Studies Review 52, (Mali)’. Prospettive di studi africanistici in Italia. 3: 187-188. (PR) Convegno in memoria di Bernardo Bernardi, de Lame, D. 2009. ‘Under the Friendly Glance of “Community”, 5-7/3. Book of abstracts. Roma: Cultural Anthropology a Methodological Search for Social Strategies. Panel Department of La Sapienza University. abstract’. Africa at a Crossroads, 19-22/11. Book of Panella, C. 2009. ‘[review] Englund, H. (2006), Prisoners of abstracts. New Orleans: African Studies Association Freedom. Human Rights and the African Poor’. Cahiers (ASA). (PR) d’Études africaines 195: 849-851. de Lame, D. 2009. ‘Le génocide des Tutsi et les meurtres politiques au Rwanda en 1994’. Encyclopédie en ligne des violences de masse, 7/4. Book of Linguistics abstracts. Paris: Centre d’Études des Relations Bostoen, K. 2009. ‘Semantic Vagueness and Cross-linguistic internationales (CERI). (PR) Lexical Fragmentation in Bantu: Impeding Factors de Lame, D. 2009. ‘Réflexions sur la bureaucratisation for Linguistic Palaeontology’. In: Möhlig, W. J.G., de la recherche “belge”’. La bureaucratisation de la Seidel, F., Seifert, S. (eds), Sprache und Geschichte in recherche, 5-6/2. Book of abstracts. Paris: Centre Afrika 20, special issue: Language Contact, Language d’Étude des Relations internationales/Paris I Change and History Based on Language Sources in Panthéon-Sorbonne. (PR) Africa: 51-64. Köln: Rüdiger Köppe. ISBN: 978-3- de Lame, D. 2009. ‘Umuco karande, entre continuité 89645-093-7. (PR) et changement, les paradoxes d’une “tradition” Bostoen, K. 2009. ‘Shanjo and Fwe as Part of Bantu Botatwe: vivante’. In: Rutayisire, P., Schreiber, J.-P., Byanafashe, A Diachronic Phonological Approach’. In: Ojo, A. & D. (eds), Les Religions au Rwanda: défis, convergences Moshi, L. (eds), Selected Proceedings of the 39th et compétitions. Butare: Université nationale du Annual Conference on African Linguistics. Sommerville, Rwanda, pp. 25-35. ISSN 1996-3158. MA: Cascadilla Proceedings Project, pp. 110-130. de Lame, D. 2009. Societies. Centre de documentation en ISBN: 978-1-57473-431-7. (PR) sciences humaines. Tervuren: RMCA. URL: http:// Kahlheber, S., Bostoen, K. & Neumann, K. 2009. ‘Early societies.africamuseum.be Plant Cultivation in the Central African Rain Forest: de Lame, D. 2009. ‘[review] C. Andrieu & S. Gensburger. La First Millennium BC Pearl Millet from South Résistance aux génocides. De la pluralité des actes Cameroon’. Journal of African Archaeology 7, 2: 253- de sauvetage (www.massviolence.org)’. Histoire@ 272. (PR) Politique 9. URL: www.histoire-politique.fr / www. Maniacky, J. 2009. ‘Thèmes régionaux bantu et africanismes massviolence.org. brésiliens’. In: Petter, M. & Beline Mendes, de Lame, D. 2009. ‘[review] Alexander Laban Hinton & R. (eds), Proceedings of the Special World Congress Kevin Lewis O’Neill. Genocide: Truth, Memory, and of African Linguistics São Paulo 2008. Exploring the Representation’. American Ethnologist 37, 4. African Language Connection in the Americas. São Panella, C. 2009. ‘Cultural Heritage at the Margins. The Paulo: Humanitas, pp. 153-165. ISBN: 978-85-7732- Wood-carvers of the “Maison des Artisans” in 121-6. Bamako (Mail) between Reification and Survival Smith Livingstone, A. & Van der Veken, A. 2009. ‘The “Crossing Economies’. Respacing Africa, 4-7/7. Book of Borders Project”:Pottery traditions in Katanga abstracts. Leipzig: Africa-Europe Group for (DRC)’. Afrique, Art, Archéologie 5: 141-148. (PR) Interdisciplinary Studies (AEGIS). (PR) Panella, C. 2009. ‘Heroes and Looters as “imagined communities”. The Creation of Illegality in the Prehistory & Archeology Rhetoric of Malian Cultural Heritage: Narratives from Lequellec, J.-L., Poissonnier, B. & Livingstone Smith, A. 2009. the Margin’. Africa at a Crossroads, 17-20/11. Book of ‘Une nouvelle meule ornée au Messak (Lybie)’. Sahara abstracts. New Orleans: African Studies Association 20, 187-190. (ASA). (PR) Smith Livingstone, A. & Van der Veken, A. 2009. ‘The Panella, C. 2009. ‘Hiérarchies en “vases-clos”. Parrains et “Crossing Borders Project”:Pottery traditions in marginaux dans les réseaux du commerce de terres Katanga (DRC)’. Afrique, Art, Archéologie 5: 141- cuites anciennes du Baniko (Mali)’. La fabrique des 148. (PR) Menswetenschappen 35

Collection management Van Schuylenbergh, P. 2009. ‘Entre délinquance et Van Hooland, S. & Vanhee, H. 2009. ‘Van steekkaart tot résistance au Congo belge: l’interprétation webinterface. De evolutie van metadatabeheer coloniale du braconnage’. CEMAF (Université binnen de erfgoedsector’. In: De Nil, B. & Walterus, J. Paris I/Verdier) (ed.), Afrique et histoire. Revue (eds), Erfgoed 2.0. Nieuwe perspectieven voor digitaal internationale 7, special issue: Dans les plis de la erfgoed. Brussel: FARO, pp. 87-108. ISBN: 978-90- structuration coloniale: ombres et délinquances: 25- 8992-004-1. (PR) 48. ISBN: 978-2-86432-582-6. ISSN: 1764-1977. (PR) Van Schuylenbergh, P. 2009. ‘Les collections audiovisuelles du Musée royal de l’Afrique centrale à l’heure History du numérique’. In: Hiraux, Fr. (ed.), Les Archives Colonial History audiovisuelles. Politiques et pratiques dans la société Cornelis, S. 2009. ‘Koloniale kunst. Een herontdekking de l’information. Series ‘Publications des archives de van gedeeld cultureel erfgoed?’ In: Viaene, V., Van l’Université catholique de Louvain’, 23. Louvain-la- Reybroeck, D. & Ceuppens, B. (eds), Congo in België. Neuve: Academia Bruylant, pp. 109-120. ISBN: 978- Koloniale cultuur in de metropool. Leuven: Universitaire 2-87209-941-2. Pers, pp. 215-230. (PR) Van Schuylenbergh, P. 2009. ‘Les archives d’entreprises du Cornelis, S. 2009. ‘Leopold II en de Onafhankelijke Musée royal de l’Afrique centrale: terrains en fri- Congostaat in de volkse, de contesterende en che, gisements pour la recherche’. In: Van Over- de officiële kunst, tussen Noord en Zuid’. In: straeten, D. (ed.), Entreprises et Congo. Le destin d’un Dujardin, V., Rosoux, V. & de Wilde, T. (eds), Leopold patrimoine Archivistique exceptionnel. Series ‘Stu- II. Ongeneerd genie? Buitenlandse politiek en dia’, 118. Brussels: Archives générales du royau­ kolonisatie. Tielt: Lannoo, pp. 287-307. (PR) ­me, pp. 33-46. ISBN: 978-90-5746-139-2. Cornelis, S. 2009. ‘Léopold II et l’État indépendant du Van Schuylenbergh, P., ‘The Albert National Park: birth of the Congo dans les arts populaires, contestataires et Africa’s first Park, from 1925 to 1960’. In: Languy, M., officiels entre nord et sud’. In: Dujardin, V., Rosoux, de Merode, E. (eds), Virunga: The Survival of Africa’s First V. & de Wilde, T. (eds), Léopold II. Entre Génie et gêne. National Park, Tielt, Lannoo International, pp. 65-73. Politique étarngère et colonisation. Brussels: Éditions ISBN: 978-90-209-6562-9. Racine, pp. 329-350. (PR) Cornelis, S. 2009. ‘Musée royal de l’Afrique centrale, interview de Sabine Cornelis’. In: Fol, K. (ed.), Liaisons insolites. Contemporary History Dialogues à propos de l’art outsider. Brussels: Éditions de Villers, G. 2009. République démocratique du Congo. De Tandem et Art et marges musée-museum, pp. 77-83. la guerre aux élections. L’ascension de Joseph Kabila et Cornelis, S. 2009. ‘François Thango’. In: Fol, K. (ed.), Liaisons la naissance de le Troisième République (janvier 2001- insolites. Dialogues à propos de l’art outsider. Éditions août 2001). Series ‘Cahiers africains’, no. 75. Tervuren, Tandem et Art en marges musée-museum, p. 74. Paris: RMCA, L’Harmattan, 478 p. Cornelis, S. 2009. ‘Inleiding’. In: Géradin, S. & D’Haens, Omasombo, J. 2009. Biographie des acteurs de la Troisième K. (eds), Congo. De koloniale tijd. Pedagogische brochure République. Tervuren, Kinshasa, Lubumbashi: RMCA/ voor geschiedenisleerkrachten van de derde graad van CEP/CERDAC, 502 p. het middelbaar onderwijs. Tervuren: RMCA, pp. 6-7. Omasombo, J. 2009. ‘Je veux la civilisation mais le Blanc Couttenier, M. 2009. ‘Fysieke antropologie in België ne veut pas de moi ou le drame du Congo belge en Congo 1883-1964’. In: Sliggers, B. & Allegaert, au travers de son élite’. In TOUSIGNANT, N. (études P. (ed), De exotische mens. Andere culturen als réunies par), Le Manifeste Conscience africaine (1956), amusement. Tielt: Lannoo, pp. 96-113. Brussels: Publications des Facultés universitaires Couttenier, M. 2009. ‘De impact van Congo in het Saint-Louis, pp. 141-182. Museum van Belgisch Congo in Tervuren (1897- Trefon, T. 2009. ‘Public service provision in a failed state : 1946)’. In: Ceuppens, B., Viane, V. & van Reybrouck, looking beyond predation in the Democratic Republic D. (ed), Congo in België. Koloniale cultuur in de of Congo’. Review of African Political Economy 36: metropool. Series ‘Alfred Cauchi’. Leuven: Universitaire 119: 9-21. Routledge. ISSN: 0305-6244. (PR) Pers Leuven, pp. 114-130. Trefon, T. 2009. Réforme au Congo: attentes et Leduc-Grimaldi, M. 2009. ‘[review] P. Gillen & D. Ghosh, désillusions. Series ‘Cahiers Africains’, no. 76. Tervuren, Colonialism and Modernity (UNSW Press, Paris: RMCA, L’Harmattan. 275 p. ISBN: 978-2-296- Sydney, 2008)’. Journal of World History 20: 605- 10204-0. 607. Hawai’i: University of Hawai’i. (PR) Trefon, T. 2009. ‘Réforme et désillusions’. In: Trefon, Leduc-Grimaldi, M. 2009. ‘Getting guns out when culture T. (ed.), Réforme au Congo: attentes et is in’. Africa at a Crossroads, 17-20/11/2009. Book désillusions. Series ‘Cahiers Africains’, no. 76. Tervuren, of abstracts. New-Orleans: African Studies Paris: RMCA, L’Harmattan, pp. 15-34. ISBN: 978-2- Association. (PR) 296-10204-0. Leduc-Grimaldi, M. 2009. ‘“Said He”: traducteurs, Trefon, T. 2009. ‘Hinges and fringes. Conceptualizing the interprètes et autres truchements au secours des peri-urban in central Africa’. In: Locatelli, F. & Nugent, voyageurs en Afrique équatoriale’. In: La Fabrique P. (eds), African cities: competing claims on urban des savoirs en Afrique, 13-15/05/2009. Book of space. Leiden: Brill, pp. 15-36. ISBN: 978-9-0041- abstracts. Paris: Université Diderot Paris 7. (PR) 6264-8. 36 Wetenschap Natuurwetenschappen 37

Natuurwetenschappen

De onderzoeksprojecten van het museum op het vlak van biologie en aardwetenschappen spitsen zich toe op de volgende domeinen: verte- braten, entomologie, invertebraten niet-insecten, houtbiologie, molecu- laire biologie, cybertaxonomie, geodynamica, cartografie, (bio)geoche- mie, isotopengeologie, teledetectie, metallogenie en geomorfologie.

Studie van de biodiversiteit in het Congobekken deelnemers werden geleverd door de universiteit In 2010, Internationaal Jaar van de Biodiversi- van Kisangani (UNIKIS), het nationaal instituut teit, exploreerde een multidisciplinaire Belgisch- voor agronomische studies en onderzoek (INERA) Congolese wetenschappelijke expeditie voor het – afdeling Yangambi, en de universiteit van Kin­ eerst de Congostroom. Doel van deze studiereis was shasa (UNIKIN). de biodiversiteit schetsen met betrekking tot een aantal geselecteerde categorieën planten en die- Het multidisciplinaire team bestond uit zoölogen, ren die in en rond de stroom leven tussen Kisangani botanisten en limnologen. en Kinshasa. Deze expeditie leverde bovendien col- De voorbereidende expeditie beoogde het uit- lecties aan het nieuwe Centre de surveillance de la testen van enkele praktische aspecten zoals de biodiversité, dat intussen in Kisangani is opgericht. samenwerking op het terrein tussen wetenschap- pers uit verschillende disciplines, de snelheid Met het oog op de praktische voorbereiding van van de verplaatsing en het brandstofverbruik op Expeditie Congostroom 2010, vertrok er in 2009 de boten en prauwen, de praktische organisatie een verkenningsmissie. De deelnemende onder- aan boord, het benodigde personeel, enz. Het zoeksteams – het FWO, het FNRS en het IMAB- zwaartepunt lagt echter op de wetenschappelijke fonds van het KBIN-raamakkoord – financierden opdracht die zich toespitste op het documente- dit project met eigen middelen. ren van de biodiversiteit langs de stroom en het optekenen van limnologische, meteorologische Deze voorbereidende expeditie voer af in Lisala en sedimentaire milieufactoren; het leveren van met aan boord 9 Belgische en 15 Congolese onder- gegevens met het oog op het identificeren van zoekers. Het traject Lisala-Kisangani nam in totaal 22 dagen in beslag (14 juni - 1 juli 2009), met nieuwe te beschermen gebieden langs de water- inbegrip van verschillende stops voor het nemen loop en het opstellen van beheersplannen voor van wetenschappelijke stalen en het onderzoeken deze gebieden; het inzamelen van biologische en van de biodiversiteit. limnologische stalen voor later onderzoek, zowel in de DRCongo als in Europa; het verstrekken van Het Belgische team telde wetenschappers van het taxonomische gegevens over planten en dieren en KMMA, het KBIN, de NPB, de Universiteit van Gent van cryptogamen, en de omschrijving ervan aan en werd bijgestaan door een onderzoeker van de de hand van het DNA-barcodesysteem (JEMU en University of Davis, CA-K.U. Leuven. De Congolese CBOL).

Foto’s © P.-D. Plisnier 38 Wetenschap

Biologie

Het departement telt vier afdelingen: Vertebraten, Entomologie, Inver- tebraten niet-insecten en Houtbiologie. Deze afdelingen werken samen met twee bijkomende eenheden: het JEMU-laboratorium en Cybertaxono- mie. De onderzoeksactiviteiten richten zich voornamelijk op taxonomie (discipline die levende specimens beschrijft en klasseert), biodiversiteit, ecologie, morfologie, systematiek, biogeografie en osteologie. De weten- schappers maken gebruik van nieuwe technieken voor de digitalisering van kennis en voor genetische identificatie. Centraal staat het verwerven en verspreiden van kennis over biodiversiteit bij het publiek, de weten- schappers en de Afrikaanse partners. Daarnaast werkt het departement samen met talrijke Europese en internationale projecten en netwerken.

n Vertebraten FishBase De onderzoeksafdeling van de vertebraten De online gegevensbank FishBase vormt de groot- bestaat uit 4 eenheden: Ichtyologie, Ornitho- ste wetenschappelijke encyclopedie over vissen logie, Herpetologie en Mammalogie. De weten- uit de hele wereld. Binnen dit project, beheerd schappers specialiseren zich in taxonomie en door een internationaal consortium van weten- werken actief samen met de eenheden JEMU en schappelijke instellingen, is het museum ver- Cybertaxonomie. antwoordelijk voor de gegevens betreffende de Afrikaanse zoet- en brakwatervissen. In 2009 con- Ichtyologie troleerden en pasten de wetenschappers voor- De onderzoeken van de ichtyologie-eenheid focus- namelijk de gegevens aan over de vissen van het sen op de studie van de biologische diversiteit bij Congobekken. Ook werkten ze aan de structuur de Afrikaanse zoet- en brakwatervissen, met de van de portaalsite www.FishBaseForAfrica.org. In oude en nieuwe collecties van het museum als 2009 volgden 5 Afrikaanse Engelstalige onder- uitgangspunt. De gebruikte technieken zijn mor- zoekers een jaarlijks georganiseerde driemaande- fologie, osteologie, kleurpatronen, zoögeografie, lijkse stage over het gebruik van Fishbase en over genetica … Het merendeel van de projecten con- de theorie en praktijk van de taxonomie van de centreert zich op de ichtyologische fauna van het Afrikaanse vissen. Deze stage wordt afwisselend Congobekken. in het Frans en in het Engels gegeven. De eenheid nam deel aan belangrijke initiatieven van de Species Survival Commission van de IUCN Biodiversiteit, fylogenie en evolutie van de vissen (International Union for Conservation of Nature) in het Oost-Afrikaanse Riftgebied en van Wetlands International voor de opstelling De meren van het Riftgebied in oostelijk Afrika van een lijst van Afrikaanse bedreigde vissoor- kunnen bogen op een soortenrijke visfauna. Ze ten. In 2009 werkte ze samen met de IUCN om de vormen unieke natuurlijke laboratoria voor de inconsequenties weg te werken in de verspreiding studie van de systematiek, de ecologie, de etholo- van sommige vissoorten. gie en de evolutie van deze soorten, die tevens van Bovendien zette het laboratorium in 2009 het groot economisch belang zijn voor de streek. De moleculaire onderzoek voort van de Synodontis, meeste vissen zijn endemisch voor een bepaald van de familie van katvisachtigen in Midden-Afrika, meer en komen dus enkel daar en nergens anders en droeg het bij tot het DNA-digitaliseringsproject­ voor. De inventaris is echter nog lang niet volle- voor de vissen van Midden-Afrika. De wetenschap- dig. Er wachten nog honderden soorten op een pers werkten tevens mee aan de voorbereiding beschrijving. Deze leemte op taxonomisch vlak van Expeditie Congostroom 2010 via de in 2009 remt verder biologisch onderzoek af. Dit multidis- georganiseerde verkenningsmissie. ciplinaire project combineert veldwerk, morfome- trie, gegevensanalyse en genetische technieken. Natuurwetenschappen 39

Deze laatste onderzoeken gebeuren in samen- kaanse gebruikers. De studie verloopt in verschil- werking met het Koninklijk Belgisch Instituut voor lende fases: identificatie van de specimens in het Natuurwetenschappen. museum en determinering van de gegevens over de verspreiding ervan, bepaling van de afmetin- Ornithologie gen en beschrijving. In 2009 controleerden de In samenwerking met de JEMU-eenheid (Joint wetenschappers de determinering van bepaalde Experimental Molecular Unit) van het museum, specimens en verzamelden ze aanvullende gege- neemt de afdeling Ornithologie deel aan het luik vens uit de wetenschappelijke literatuur. ‘vogels’ van het project Barcode of Life. Dit onder- De afdelingsleden stellen tevens lijsten op van zoeksproject legt zich toe op de identificatie van reptieltypes in de museumcollecties. De aanmaak zoölogische specimens aan de hand van een van dergelijke lijsten is van essentieel belang voor barcode met hun genetische code. Deze code, elke wetenschappelijke verzameling. Dit impli- gebaseerd op het DNA eigen aan elke biologi- ceert de identificatie van typespecimens, het sche soort, bestaat uit een reeks elementen die onderzoek en de controle van bibliografische zich herhalen volgens een specifieke sequentie. In gegevens en de integratie van alle elementen in 2009 bepaalde de afdeling de moleculaire fyloge- de databanken. nie van de vertegenwoordigers van de familie van de Accipitridae, Ploceidae, Caprimulgidae, Cuculi- Mammalogie dae en Tytonidae. In 2009 spitsten de studies en publicaties zich toe De wetenschappers werkten mee aan de tweede op de volgende onderzoeksthema’s: editie van La Faune terrestre des Comores gepubli- ceerd in 2009. De redactie van het werk Oiseaux du • De hersenen van grote katachtigen Katanga, in samenwerking met de vzw Biodiver- In samenwerking met de Wildlife Conservation sité au Katanga, ging van start in 2009. Research Unit (University of Oxford, VK) maakte de eenheid een vergelijkende studie van de her- Herpetologie senomvang van grote katachtigen. Zo blijkt de Het fundamentele onderzoek Systematiek en fau- tijger voor een vergelijkbaar lichaamsgewicht te nistiek van de Afrikaanse slangen beoogt de bepa- beschikken over een grotere hersenmassa dan ling van praktische determinatiesleutels voor de leeuw. Bovendien kenmerken de soorten en slangen. Dit project maakt het mogelijk om tege- ondersoorten van de grote katachtigen van Afrika lijk de wetenschappelijke collecties te valoriseren en Azië zich door een uiteenlopend hersenge- en de kennis ter beschikking te stellen van de Afri- wicht dat geen enkele correlatie schijnt te hebben

Vergelijking tussen het schedelvolume en de maximale lengte van de schedel bij de luipaard (links op de onderste Nieuwe Chromidotilapia-soort ontdekt in de Luki-rivier, lijn), de jaguar (in het midden op de onderste lijn), de leeuw Neder-Congo, DRC. Foto M. Hanssens © KMMA (rechts op de onderste lijn), en de tijger (op de bovenste lijn). 40 Wetenschap met gedragsverschillen. In het geval van de tijger kaak. Wetenschappers kunnen dit materiaal op en de leeuw is het waarschijnlijk dat het verschil aanvraag raadplegen en zo dit sleutelspecimen in in hersengewicht verband houdt met de energie- hun eigen onderzoek opnemen. In dit kader nam investering van de moeder, hier geïllustreerd door de eenheid ook deel aan een forum in het Jour- de intervallen tussen de drachten. Dit verschil nal of Anthropological Sciences over het delen van stemt dus overeen met een niet-functionele stij- gegevensbanken van gedigitaliseerde specimens. ging van het hersengewicht in verhouding tot de ecofysiologische parameters die de levensom- De eenheid verleent ook steun aan stagiairs en standigheden van het dier bepalen. gastonderzoekers via de programma’s SYNTHE- SYS en ABIC. In het kader van dit laatste pro- • Digitalisering van het holotype van de bonobo gramma werkte de eenheid samen met de univer- In het kader van het door de Europese Unie gefi- siteit van Kisangani voor de copromotie van een nancierde Paul Broca II Project, verwezenlijkte de proefschrift over de springspitsmuis en voor een eenheid, met behulp van nieuwe beeldtechnie- verblijf op het onderzoeksterrein. ken, een globale studie over de schedelmorfologie van het holotype van de bonobo (Pan paniscus). Het gaat om een oorspronkelijk wetenschappelijk n Entomologie onderzoek dat tevens een maximum aan morfolo- Het wetenschappelijk onderzoek richt zich op gische gegevens beschikbaar wil stellen voor ver- taxonomische studies over diptera (tweevleu- der onderzoek zonder dat het materiaal opnieuw geligen) en lepidoptera (schubvleugeligen) en gemanipuleerd dient te worden. De osteologische analyseert hun specificiteit ten aanzien van verzamelingen bestaan immers uit zeldzame, gastplanten en biogeografie. De wetenschap- fragiele en dus onvervangbare specimens. Het pers doen ook onderzoek naar schadelijke behoud van dit materiaal en het beschikbaar stel- insectensoorten en werken modellen uit voor len ervan voor onderzoek in optimale omstandig- geïntegreerde bestrijdingsprogramma’s om hun heden vormt dus een dilemma. Daarom maakten expansie af te remmen. Andere onderzoeken de wetenschappers een schedelmodel in 3D en betreffen microstructuren en morfologie. De beelden met 3D-gegevens van 116 opmerkelijke afdeling is tevens nauw betrokken bij het JEMU- punten (landmarks) op de schedel en de onder- laboratorium.

Lateraal linkerbovenaanzicht van een 3D-reconstructie van het typespecimen van de Pan paniscus (RG9338) dat de interne pneumatisering illustreert van het slaapbeen (paars) en de Opstellen van een val voor fruitvliegen in Tanzania. Foto verschillende sinussen. M. de Meyer © KMMA Natuurwetenschappen 41

Dankzij veldwerk en via het netwerk van mede- Tephritid Barcoding Initiative (TBI) werkers in verschillende Afrikaanse landen, heeft Dit door het Consortium for the Barcode of Life de afdeling haar verzameling van de familie van (CBOL) opgestarte project wil streepjescodes toe- de Tephritidae aanzienlijk kunnen uitbreiden. kennen aan alle fruitvliegsoorten die een impact Bovendien resulteerden expedities in Tanzania hebben op de economie. De dichtste verwanten en in Ghana in een uitbreiding van de verzame- en een selectie van taxonomische groepen van ling tweevleugeligen, met respectievelijk 756 de familie van de Tephritidae zijn ook in de studie en 1250 specimens. Ook van de digitalisering inbegrepen. De afdeling onderzoekt de Europese van de collecties werd verder werk gemaakt, en Afrikaanse fauna. meer bepaald met de familie van de Gra- cillariidae voor de online databank Glo- bal taxonomic database of gracilariidae n Invertebraten niet-insecten (http://gc.bebif.be/). De onderzoeksactiviteiten richten zich voorna- melijk op spinnen, mijtachtigen, diplopoden, en Biodiversiteit en moleculair onderzoek van op bepaalde zeeorganismen zoals zeekomkom- nachtvlinders (lepidoptera, Gracillariidae) in tro- mers. De wetenschappers specialiseren zich in pisch Afrika de taxonomie, de systematiek en de biogeogra- In 2009 legden de wetenschappers zich toe op fie van de Afrikaanse soorten. Voorts handelen de uitwerking van moleculaire protocols voor de onderzoeken ook over biodiversiteit, onder- het onderzoeken en testen van de aangewezen zoek van indicatorsoorten en bescherming van genen in het kader van een diepgaande fylogene- land- en zeefauna. tische analyse. Deze genen werden getest op de voornaamste taxons teneinde de fylogenie van In 2009 breidden de collecties zich uit met 7500 de Gracillariidae toe te lichten aan de hand van specimens Arachnomorpha, 250 Echinodermata moleculaire methoden. De afnamemethodes en en 200 vertegenwoordigers van andere groepen. laboratoriumprotocols werden ontwikkeld om Een deel van deze specimens werd verzameld een zo veel mogelijk DNA van de minuscule spe- tijdens de verkenningsexpeditie van 2009, ter cimens af te nemen. Daarenboven kwam er een voorbereiding van Expeditie Congostroom. Daar- samenwerkingsnetwerk tot stand met het oog op enboven kreeg de afdeling een kostbare verzame- de verdeling van de taken en de werkingskosten. ling met een groot aantal holotypes in haar bezit, Dit netwerk liet tevens toe de soortencomplexen afkomstig uit de Verenigde Arabische Emiraten. op andere groepen Afrikaanse tweevleugeligen De digitalisering van de collecties boekte een te bestuderen. Onderzoek in Tanzania (streek van opmerkelijke vooruitgang met meer dan 13 000 Morogoro) richtte zich op de studie van kleine toevoegingen aan de databank. De hele wormen- nachtvlinders, in het bijzonder de potentieel verzameling, met meer dan 8000 specimens, is nu schadelijke soorten. volledig gedigitaliseerd. De belangrijkste toevoe- gingen van 2009 betreffen de families spinnen, Integrated pest management voor fruitvliegen in duizendpoten en stekelhuidigen. Tanzania Dit project ging van start in 2008 en concentreert De wetenschappers voerden in 2009 een aantal zich op de strijd tegen de schade veroorzaakt onderzoeken uit op het vlak van systematiek en door fruitvliegen in Tanzania. Het onderzoek zet taxonomie, waaronder de revisie van het genre Pseu- zich voort in samenwerking met de universiteit docorinna (Corinnidae), de beschrijving van nieuwe van Sokoine in Morogoro (Tanzania). De evalu- soorten uit Burundi, de indeling van de soort Par- atie van de doeltreffendheid van de verschillende dosa injucunda op basis van moleculaire analyses bestrijdingsmethoden moet leiden tot het uitwer- en de beschrijving van een nieuw genre van Cteni- ken van een controleprogramma ten bate van de dae, een spin uit Kenia. De beschrijving van de soort lokale fruittelers. In 2009 lag de nadruk op een Cousinea keeleyi werd herzien en een nieuw type vergelijkende studie van verschillende binnen dit kwam aan het licht: Melchisedec. Ook de onderzoe- programma toepasbare controlemethodes. Voor- ken – taxonomie, morfologie, biogeografie, ecologie aleer het programma in andere Afrikaanse landen en biodiversiteit – over de Afrikaanse diplopoden en te introduceren, wordt het uitgebreid getest. de zeekomkommers werden voortgezet. 42 Wetenschap

De wetenschappers van de afdeling zijn betrok- De in 2009 lopende projecten hadden onder meer ken bij internationale projecten zoals PBI (Plane- betrekking op de volgende domeinen: het klimaat tary Inventory) Oonopidae (National als variabele voor de groei van bomen in tropisch Science Foundation, VS) dat een globale inventa- Afrika, de hydraulische structuur van mangrove- risering maakt van deze spinnenfamilie en PEET bomen en het functioneel belang ervan, de dyna- (Partnerships for Enhancing Expertise in Taxo- miek van het tropische woud in Luki (DRCongo) nomy) Echinodermata (National Science Founda- en de ecomorfologie en anatomie van de schors- tion, VS) dat zich toespitst op de taxonomie van regeneratie van medicinale boomsoorten in tro- deze groep zeeorganismen. Ze zijn tevens betrok- pisch Afrika. ken bij een aantal Afrikaanse projecten zoals de inventarisering van de bodemspinnen in Burundi, Exploitatie van medicinale schors de diplopoda in Ivoorkust, en de spinnen en diplo- Het onderzoek richtte zich op het regeneratiepro- poda in de Congolese wouden. ces van de schors van 12 houtsoorten afkomstig uit dun begroeid bos in Benin, zowel vanuit ecolo- n Houtbiologie gisch als vanuit anatomisch standpunt. De weten- schappers bepaalden enerzijds de beste win- Houtbiologie is de discipline die de anatomie ningsvoorwaarden van de schors in functie van de en de dendrochronologie van bomen en andere intrinsieke kenmerken van elke soort en onder- houtachtige planten onderzoekt. De laboratori- zochten anderzijds de anatomische kenmer- umactiviteiten richten zich voornamelijk op de ken die het regeneratiefenomeen van de nieuwe analyse van de celopbouw en op het groeiproces schors verklaren. Uit deze studie blijkt dat enkel van Afrikaanse tropische bomen. de Khaya senegalensis en de Lannea kerstingii in staat zijn te herstellen van een kwetsuur binnen Het laboratorium maakt voor zijn onderzoeks- een tijdspanne van twee jaar. Voor de 10 andere materiaal gebruik van het xylarium, een referen- soorten verloopt de regeneratie of langzamer of tieverzameling met 61 000 houtstalen afkomstig is ze ineffectief. Daarenboven toont de studie dui- van 13 000 soorten van over de hele wereld. De delijk aan dat de dikte van het geleidende floëem wetenschappers bestuderen in het bijzonder de (vertegenwoordigt het werkelijk actieve floëem in Afrikaanse tropische houtsoorten, maar werken het vervoer van het aangemaakte sap) de variabele ook aan projecten rond houtanatomie en dendro- is die het nauwst samenhangt met het vermogen chronologie van houtsoorten over de hele wereld. van een boom om zijn schors te regeneren. Hoe De onderzoeken leveren hoofdzakelijk een bij- dikker deze zone (± 600µm), hoe groter de capa- drage tot de productie van duurzaam hout en tot citeit van de boom om zijn kwetsuur te dichten de woudecologie in tropisch Afrika. door hout en schors te produceren. Hieruit volgt

Laboratorium houtbiologie. Foto C. Van Poucke © KMMA Natuurwetenschappen 43 dat de verstoring van het specifieke geleidingsop- tiesystemen), de ontwikkeling van digitale kaar- pervlak (uitgedrukt als de som van de vaatopper- ten over de verspreiding van soorten, de expertise vlakken per mm2) beperkt blijft tot de zone van de over het beheer van materiële en digitale natuur- kwetsuur. De ganse niet door ontschorsing aange- wetenschappelijke collecties, en het beheer van taste boompartij zet haar fysiologische ontwikke- Europese projecten. In 2009 werkte de eenheid ling voort zonder stress. mee aan de ontwikkeling van verscheidene Euro- pese wetenschappelijke projecten. n JEMU-laboratorium Synthesis II (Synthesis of Systematic Resources) Dit project wil zowel de fysieke als elektronische Het KMMA ontwikkelde, in samenwerking met toegang tot de collecties verbeteren en streeft het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuur- naar een uitbreiding van de wetenschappelijke wetenschappen, het JEMU (Joint Experimental voorzieningen van de 20 deelnemende Europese Molecular Unit), een laboratorium voor molecu- natuurwetenschappelijke musea en plantentui- laire biologie. Deze onderzoekseenheid draagt nen. Het KMMA is actief betrokken bij deze twee bij tot de DNA-barcoding en ontwikkelt nieuwe aspecten en verwelkomt tal van wetenschappers DNA-extractietechnieken voor de bestaande ver- die de verzamelingen bestuderen in het kader van zamelingen. dit programma. Het museum is tevens verant- woordelijk voor de ontwikkeling van een geogra- In 2009 volbracht het laboratorium tal van micro- fische module die toegang verleent tot de infor- projecten, waaronder Barfly (optimalisering van matie over voorbije en actuele wetenschappelijke de DNA-streepjescodes voor de fruitvliegen), Bar- expedities. pan (voorbereidende studie voor het verkrijgen In 2009 nam de eenheid deel aan de uitwerking van de DNA-streepjescodes van de grote apen van de Europese normen inzake het beheer van onder de museumspecimens) en Eces-Pseu (evo- fysieke verzamelingen en natuurwetenschappe- lutie en chemo-ecologie van de Tenthrenidae, lijke databanken. zaagvliegen, waarvan de larve in het woud leeft). In 2009 gingen ook een aantal nieuwe projecten BHL-EUROPE (Biodiversity Heritage Library – van start, zoals Barmar (codering van de reptie- Europe) len van Madagaskar) en Galcar (onderzoek over Deze digitale bibliotheek verzamelt alle publica- de soorten schildvleugeligen van de Galapagos ties op het vlak van taxonomie en biodiversiteit. en DNA-codering). Het speerpuntproject van het 26 Europese instellingen kiezen ervoor hun actu- laboratorium, BarCoVer, gericht op het digitalise- ele en vroegere documenten, zeldzame en minder ren van een selectie gewervelden uit het Congo- zeldzame, online beschikbaar te maken. Dankzij bekken op basis van hun DNA, werd voortgezet in haar ICT-expertise (Informatie en Communicatie 2009. In de museumverzamelingen kregen drie Technologie) levert de eenheid niet alleen inhoud, groepen een DNA-streepjescode: de zoetwatervis- maar voorziet ze ook in de technische implemen- sen (1123 exemplaren), de Afrikaanse vogels (970 tatie van dit project. Het museum werkt nauw exemplaren), en een aantal zoogdieren. samen met de Nationale Plantentuin van België en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuur- wetenschappen, meer bepaald in het kader van n Cybertaxonomie de digitaliseringsprocedures en de actualisering Deze onderzoeksgroep levert wetenschappelijke van de documenten over Afrika. en administratieve ondersteuning. Hoofddoel is de ontwikkeling van informaticatoepassingen K2Nature voor het uitwisselen van digitale informatie over Dit project wil taxonomische identificatiesleutels biodiversiteit en over de natuurwetenschappe- online toegankelijk maken via draagbare telefoons. lijke museumverzamelingen. In een eerste fase ontvangen studenten en leer- lingen tijdens hun museumbezoek via hun draag- De eenheid legt zich toe op de implementatie en bare telefoons informatie over zoölogische spe- de ontwikkeling van GIS (Geografische informa- cimens. 44 Wetenschap

Bibliografië

Zoology in the hermaphroditic land snail Succinea putris (Gastropoda, Pulmonata)’. Invertebrate Biology 128: 97-106. (I.F. 1.217) Entomology Dillen, L., Jordaens, K. & Backeljau, T. 2009. ‘Life-history Amevoin, K., Sanbena, B., Nuto, Y., Gomina, M., De Meyer, variation in the hermaphroditic land snail Succinea M. & Glitho, I. 2009. ‘Les mouches des fruits (Diptera: putris (Gastropoda, Pulmonata, Succineidae)’. Journal Tephritidae) au Togo: inventaire, prévalence et of Molluscan Studies 75: 311-313. (I.F. 1.405) dynamique des populations dans la zone urbaine de Erbout, N., De Meyer, M., Vangestel, C. & Lens, Lomé’. International Journal of Biological and Chemical L. 2009. ‘Host plant toxicity affects developmental Sciences 3: 912-920. (PR) rates in a polyphagous fruit fly – experimental Billah, M., Mansell, M., De Meyer, M. & Goergen, G. 2009. ‘Fruit evidence’. Biological Journal of the Linnean Society fly and identification’. In: Ekesi, S. & 97: 728-737. (PR) Billah, M. (eds), A field guide to the management Erbout, N., De Meyer, M., Vangestel, C. & Lens, of economically important tephritid fruit flies in L. 2009. ‘Host plant toxicity affects developmental Africa. Nairobi: ICIPE, pp. H1-H32. rates in a polyphagous fruit fly – experimental Billah, M., Mansell, M., De Meyer, M. & Goergen, G. 2009. ‘Fruit evidence’. Biological Journal of the Linnean Society fly taxonomy and identification’. Ekesi, S. & Billah, 97: 728-737. (PR) M. (ed.), A field guide to the management of Gessmallah, A. E., Virgilio, M., De Meyer, M., Backeljau, economically important tephritid fruit flies in Africa. T., Bashir, N. H. H., Elkashif, M. E. & Assad, Y. O. H Nairobi: ICIPE, pp. H1-H32. . 2009. ‘DNA barcoding and mini-barcoding for De Meyer, M., Robertson, M., Mansell, M., Ekesi, S., Tsuruta, K., Mwaiko, W., Vayssières, J.-F. & Peterson, the molecular identification of tephritid fruit flies T. 2009. ‘Ecological niche and potential geographic (Diptera: Tephritidae)’. African Association of Insect distribution of the Invasive Fruit Fly Bactrocera Scientists 18th Biennial Meeting (Ouagadougou, invadens (Diptera, Tephritidae)’. Bulletin of Burkina Faso). Book of abstracts. Entomological Research 100: 35-48. (PR) Jordaens, K., Dillen, L. & Backeljau, T. 2009. ‘Shell shape and De Meyer, M. 2009. ‘Taxonomic revision of the mating behaviour in pulmonate gastropods’. Biological Perilampsis (Diptera: Tephritidae)’. Journal of Natural Journal of the Linnean Society 96: 306-321. (I.F. 2.019 History 43: 2425-2463. (PR) Jordaens, K., Bruyndoncx, L., Van Goethem, J. & Backeljau, De Meyer, M. & Copeland, R. 2009. ‘A new Ceratitis from T. 2009. ‘Morphological and anatomical differentiation Kenya (Diptera: Tephritidae)’. Journal of Afrotropical of three land snails of the genus Rhynchotrochus Zoology 5: 21-26. (PR) (Gastropoda, Pulmonata: Camaenidae)’. Journal of De Meyer, M. 2009. ‘Family Tephritidae’. In: Gerlach, Molluscan Studies 75: 1-8. (I.F. 1.408) J. (ed.), Diptera of the Seychelles. Pensoft Kappes, H., Jordaens, K., Hendrickx, F., Maelfait, J. P., Lens, Publishers, pp. 321-326. (PR) L. & Backeljau, T. 2009. ‘Response of snails and De Meyer, M. & Foldvari, M. 2009. ‘Family slugs to fragmentation in NW European lowland Pipunculidae’. In: Gerlach, J. (ed.), Diptera of the forests’. Landscape Ecology 24: 685-697. (I.F. 2.453) Seychelles. Pensoft Publishers, pp. 238-241. (PR) Kappes, H., Jordaens, K., Van Houtte, N., Hendrickx, F., De Meyer, M. 2009. ‘The Solanum fruit fly,Bactrocera latifrons, Maelfait, J. P., Lens, L. & Backeljau, T. 2009. ‘A land in Africa: its origin, distribution, host plant specificity snail’s view on a fragmented landscape’. Biological and interspecific competition in Tanzania’. Insect Pest Journal of the Linnean Society 98: 839-850. (I.F. 2.019) Control Newsletter 73: 36. Khamis, F. M., Karam, N., Ekesi, S., De Meyer, M., Bonom, De Prins, J. & Kawahara, A. 2009. ‘On the taxonomic history A., Gomulski, L. M., Scalari, F., Gabrieli, P., Siriliano, of Phyllocnistis, Zeller, 1848 (Gracillariidae)’. Nota P., Masiga, D., Kenya, E.U., Gasperi, G., Malacrida, A. lepidopterologica 32: 113-121. ISSN: 0342-7536. (PR) R. & Gublielmino, C.R. 2009. ‘Uncovering the tracks De Prins, J., Mozûraitis, R., Lopez-Vaamonde, C. & of a recent and rapid invasion: the case of the fruit Rougerie, R. 2009. ‘Sex attractant, distribution and fly pest Bactrocera invadens in Africa’. Molecular DNA barcodes for the Afrotropical leaf-mining Ecology 18: 4798-4810. (PR) moth Phyllonorycter melanosparta (Lepidoptera: Missa, O., Basset, Y., Miller, S., Curletti, G., De Meyer, M., Gracillariidae)’. Zootaxa 2281: 53-67. ISSN: 1175- Eardley, C., Mansell, M. & Wagner, T. 2009. ‘Monitoring 5326. URL: http://www.mapress.com/zootaxa/2009/f/ in a tropical landscape: relative effects zt02281p067.pdf (I.F. 0.740) of sampling methods and habitat types on trap De Prins, J. & Kawahara, A. 2009. ‘Lithocolletinae (Lepidoptera: catches’. Journal of Insect Conservation 13: 103-118. Gracillariidae) species in the Afrotropical region’. The (PR) XVIth European Congress of Lepidopterology (25-31 Mwatawala, M., De Meyer, M., Makundi, R. & Maerere, May, 2009, Cluj-Napoca, Romania). Book of abstracts, A. 2009. ‘Host range and distribution of fruit-infesting pp. 35-36. pestiferous fruit flies (Diptera, Tephritidae) in selected Dillen, L., Jordaens, K. & Backeljau, T. 2009. ‘Sperm areas of Central Tanzania’. Bulletin of Entomological transfer, sperm storage and sperm digestion Research 99: 629-641. (PR) Natuurwetenschappen 45

Mwatawala, M., De Meyer, M., Makundi, R. & Maerere, Haplodesmidae Cook, 1895, with descriptions of A. 2009. ‘Design of an ecologically-based IPM some new or poorly-known species (Diplopoda: program for fruit flies (Diptera: Tephritidae) in Polydesmida)’. Zoosystema 31(1): 71-116. (PR) Tanzania’. Fruits 64: 83-90. (PR) Golovatch, S., Geoffroy, J. J., Mauries, J. P. & Vandenspiegel, Mwatawala, M., De Meyer, M., Makundi, R. & Maerere, D. 2009. ‘Review of the millipede genus A. 2009. ‘An overview of Bactrocera (Diptera: Eutrichodesmus Silvestri, 1910 (Diplopoda, Tephritidae) invasions and their speculated Polydesmida, Haplodesmidae), with descriptions dominancy over native fly species in Tanzania’. Journal of new species’. Zookeys 12: 1-46. URL: http:// of Entomology 6: 18-27. pensoftonline.net/zookeys/index.php/journal/index Mwatawala, M. W., De Meyer, M., Makundi, R. H. & Maerere, (PR) A. P. 2009. ‘An overview of Bactrocera (Diptera: Golovatch, S., Geoffroy, J. J., Mauries, J. P. & Vandenspiegel, Tephritidae) invasions and their speculated D. 2009. ‘Review of the millipede genus dominancy over native fly species in Tanzania’. Journal Plusioglyphiulus. Silvestri, 1923 with description of Entomology 6: 18-27. of new species from Southeast Asia (Diplopoda, N’Depo, O., Hala, N., Allou, K., Aboua, L., Kouassi, K., Vayssières, Spirostreptidae, Canbalopsidae)’. Zoosystema 30 J.-F. & De Meyer, M. 2009. ‘Abondance des mouches des (1): 71-116. (PR) fruits dans les zones de production fruitières de Côte Jocqué, R. 2009. ‘A redescription of Pseudoctenus meneghettii d’Ivoire: dynamique des populations de Bactrocera Caporiacco, 1949 (Araneae, ), a poorly invadens (Diptera: Tephritidae)’. Fruits 64: 313-324. known Afrotropical taxon, with description (PR) of a new enigmatic species’. Contributions to natural Sruoga, V. & De Prins, J. 2009. ‘The Elachistinae (Lepidoptera: history 12: 707-721. (PR) Elachistidae) of Kenya with descriptions of eight Jocqué, R. 2009. ‘Some keep it short: on the radiation in the new species’. Zootaxa 2172: 1–31. ISSN: 1175- Afrotropical spider genera Capheris and Systenoplacis 5326. URL: http://www.mapress.com/zootaxa/2009/f/ (Araneae, Zodaridae) without male pedipalp z02172p031f.pdf (I.F. 0.740) complexity increase’. Journal of Afrotropical Zoology Tamesse, J. L., Burckhardt, D., Dzokou, V. J., Yana, W., 5: 77-148. (PR) Ndankeu, Y. P. & De Coninck, E. 2009. ‘Inventaire Nzigidahera, B. & Jocqué, R. 2009. ‘An update of faunistique et taxonomie des psylles du genre Zelotibia (Araneae, Gnaphosidae), a spider Pauropsylla (Hemiptera, Psylloidea, Triozidae) genus with a species swarm in the Albertine ravageurs des plantes au Cameroun’. 18e Conférence rift’. Zookeys 13: 1-28. URL: http://pensoftonline.net/ de l’Association africaine des Entomologistes. Book of zookeys/index.php/journal/article/view/145/116 abstracts. Ouagadougou - Burkina Faso, p. 72. (PR) Van Houdt, J., Sonet, G., Reygel, A., De Meyer, M., Louette, Russell-Smith, A., Jocqué, R. & Alderweireldt, M. 2009. ‘A M. & Breman, F. C. 2009. ‘DNA barcoding of European revision of the African wolf spider genus Amblyothele Accipiter and their African relatives’. 3rd International (Araneae, Lycosidae, Piratinae)’. Zookeys 16: 149-180. Barcode of Life Conference, Mexico City. Book of abstracts, p. 172. URL: http://pensoftonline.net/zookeys/index.php/ Virgilio, M., De Meyer, M., Gessmallah, A. E., Nevado, B. journal/article/view/233/137 (PR) & Backeljau, T. 2009. ‘DNA barcoding and mini- Seyfulina, R. R. & Jocqué, R. 2009. ‘Venia kakamega gen. n., barcoding for molecular identification of Diptera’. 3rd sp. n., a new, canopy-dwelling Afrotropical erigonine International Barcode of Life Conference, Mexico spider (Araneae, Linyphiidae)’. Journal of Afrotropical City. Book of abstracts, p. 191-192. Zoology 5: 3-13. (PR) Virgilio, M., Backeljau, T., Nevado, B. & De Meyer, Sudhikumar, A. V., Jocqué, R. & Sebastian, P. A. 2009. ‘A new M. 2009. ‘Performance of DNA barcoding for insect species of the spider genus (Araneae: identification’. 3rd International Barcode of Life Zodariidae) from the Western Ghats, India with a key Conference, Mexico City. Book of abstracts, p. 140. to the species of the genus’. Zootaxa 2203: 59-64. Virgilio, M., Fauvelot, C., Costantini, F., Abbiati, M. & Backeljau, (I.F. 0,740) T. 2009. ‘Phylogeography of the common ragworm Vandenspiegel, D. & Pierrard, G. 2009. ‘Révision du genre Hediste diversicolor (Polychaeta: Nereididae) reveals Prionopetalum (Odontopygidae, Diplopoda) et cryptic diversity and multiple colonisation events descriptions de nouvelles espèces d’Afrique de across its distribution’. Molecular Ecology 18: 1980- l’Est’. Journal of Afrotropical Zoology 5: 149-163. (PR) 1994. (I.F. 5.3.) Wesener, T. & Vandenspiegel, D. 2009. ‘First phylogenetic Virgilio, M., De Meyer, M., White, IM. & Backeljau, analysis of Giant Pill-millipedes (Diplopoda: T. 2009. ‘African Dacus (Diptera: Tephritidae): Molecular Sphaerotheriida)’. Cladistics 25: 1-29. (PR) data and host plant associations do not corroborate morphology-based classifications’. Molecular Phylogenetics and Evolution 51: 531-539. (I.F. 3.9.) Vertebrates Balzeau, A., Gilissen, E. & Grimaud-Hervé, D. 2009. ‘Where are inion and endinion? Anatomical analysis in hominids Invertebrates non insects and preliminary results’. Société d’Anthropologie de Golovatch, S., Geoffroy, J. J., Mauries, J. P. & Vandenspiegel, Paris, Colloque international, 26-30 Jan. 2009. Book of D. 2009. ‘Review of the millipede family abstracts. (PR) 46 Wetenschap

Balzeau, A., Gilissen, E., Wendelen, W. & Coudyzer, cats’. Annual Scientific IAP P6/43 meeting. Book of W. 2009. ‘Internal cranial anatomy of the type abstracts. Brussels: University of Brussels. (PR) specimen of Pan paniscus and available data for Gilissen, E. 2009. ‘Museum collections, scanning, and data study’. Journal of Human Evolution 56: 205-208. (PR) access’. Journal of Anthropological Sciences 87: 223- Balzeau, A., Gilissen, E., Wendelen, W. & Coudyzer, 226. (PR) W. 2009. ‘Erratum to “Internal cranial anatomy of the Gilissen, E., Suliga, M., Deklerck, R., Nyssen, E., Achten, R., type specimen of Pan paniscus and available data for Erwin, J. M., Hof, P. R. & Sherwood, C. C. 2009. ‘Sulcus study”’. Journal of Human Evolution 57: 96-97. (PR) topography and asymmetry of the common Balzeau, A. & Gilissen, E. 2009. ‘Endocranial shape chimpanzee parietal cortex’. American Society of asymmetries in extant hominids assessed via skull Physical Anthropologists Annual Meeting. Book of based landmark analysis of 3D reconstructions from CT abstracts, suppl. 48, pp. 133-134. (PR) images’. American Society of Physical Anthropologists Gilissen, E., Balzeau, A., Wendelen, W. & Coudyzer, Annual Meeting. Book of abstracts, suppl. 48, W. 2009. ‘Internal cranial anatomy of the type p. 82. (PR) specimen of Pan paniscus and available data for Balzeau, A., Gilissen, E., Wendelen, W. & Coudyzer, study’. Société d’Anthropologie de Paris, Colloque W. 2009. ‘The type specimen of bonobo (Pan paniscus) international, 26-30 Jan. 2009. Book of abstracts. (PR) made available for study’. EDIT (The European Gilissen, E. & Smith, T. 2009. ‘Early mammalian brain Distributed Institute of Taxonomy) Newsletter 18: 8-9. diversity: insights from multituberculates’. European Cael, G., Mergen, P., Huxley, R. & Owens, S. 2009. ‘The Association of Vertebrate Paleontologists, Extraordinary importance of a good balance between collections Meeting, Brussels, Belgium, February 9-14, 2009. Book management and digitalization’. Biodiversity of abstracts. Brussels: Belgian Science Policy and Information Standards (TDWG) 2009 Conference. Book RBINS, p. 47. (PR) of abstracts, 2009. Montpellier: Open Journal Gilissen, E., Balzeau, A., Wendelen, W. & Coudyzer, System Proceedings of TDWG, http://www.tdwg.org/ W. 2009. ‘Internal cranial anatomy of the type proceedings/article/view/481. (PR) specimen of Pan paniscus and available data for Cooleman, S., Geser, G., Louette, M., Heerlien, M., Meirte, study’. Primate Tidings 9: 13. D., Mergen, P. & Mulrenin, A. 2009. ‘STERNA Semantic Gilissen, E. 2009. ‘Data sharing in the case of scanned Web-based integration of digital resources on museum collections: suggestions for best birds’. Biodiversity Information Standards, TDWG 2009 practice’. EDIT (The European Distributed Institute of Annual Conference. Book of abstracts. Montpellier. (PR) Taxonomy) Newsletter 14: 11-12. Cooleman, S., Mulrenin, A., Mergen, P., Heerlien, M., Meirte, D. Gilissen, E. 2009. ‘L’encéphale des multi tuberculés & Louette, M. 2009. ‘STERNA advanced semantic web et les radiations adaptatives des mammifères tool for ornithology’. 7th Conference of the European mésozoïques’. Séminaires de formation doctorale de Ornithologists’ Union 2009. Book of abstracts. Zurich. l’école thématique en neurosciences (http://edsmed. Cooleman, S., Mulrenin, A., Mergen, P., Heerlien, M., Meirte, umh.ac.be/Neuro/default.aspx), école doctorale en D. & Louette, M. 2009. ‘STERNA advanced semantic sciences médicales. Book of abstracts. web tool for ornithology - connecting Europe’s Gilissen, E. 2009. ‘Sulcus topography and asymmetry of the digital resources on the birds of the world’. 6th common chimpanzee parietal cortex’. Réunion projet International Meeting of European Bird Curators. Book INRIA ARC 2008, 3D-Morphine (http://3dmorphine. of abstracts. Tervuren. inria.fr), Paris, place du Trocadéro, musée de l’Homme, Cooleman, S., Mulrenin, A., Mergen, P., Heerlien, M., Meirte, 11 May 2009. Book of abstracts. D. & Louette, M. 2009. ‘STERNA digital library Gilissen, E. 2009. ‘Characterization of amyloid depositions includes Afrotropical bird related information in a in the cerebral cortex of aged, clinically characterized Resource Description Framework’. 6th International cats’. Séminaires de formation doctorale de l’école Tropical Zoology Symposium: ‘Tropical Vertebrates in a thématique en neurosciences (http://edsmed.umh. Changing World’. Book of abstracts. Bonn. ac.be/Neuro/default.aspx), école doctorale en sciences Cooleman, S. & Geser, G. 2009. ‘ STERNA Deliverable 5.3.1: médicales. Book of abstracts. STERNA Evaluation Methodology, 1th version, STERNA Hanssens, M. 2009. ‘A review of the Clarias species Project, ECP-2007-DILI-517012’. (Pisces, Siluriformes) from the Lower Congo and Dambach, J., Meißner, M., Rödder, D., Eekhout, X., Cael, G., Pool Malebo’. Jocqué, R., De Meyer, M. & Louette, Mazza, G., Zinetti, F. & De Biaggi, M. 2009. ‘Young M. (eds), Journal of Afrotropical Zoology 5: 27-40 (PR) European taxonomists searching for herps in Central Kahindo, C., Theeten, F., Mergen, P., Cael, G., Louette, M., Spain’. Amphibia 8-1: 17-28. Bakasanda, O., Kasajima, M., Kelbert, P., Holetschek, Gilissen, E., Suliga, M., Deklerck, R., Nyssen, E., Achten, R., J., Arnaud, E. & Djallo, D. 2009. ‘Biodiversity networks Erwin, J. M., Hof, P. R. & Sherwood, C. C. 2009. ‘Sulcus in Africa: from knowledge management to technical topography and asymmetry in great apes parietal and institutional implementation’. Presentation cortex’. European Winter Conference in Brain Research, at the TDWG 2009 Annual Conference. Book of Les Menuires, France, March 7-14, 2009. Book of abstracts, 2009. Montpellier: Open Journal System abstracts. (PR) Proceedings of TDWG. DOI: http://www.tdwg.org/ Gilissen, E., Yilmaz, Z., Boom, A., Poncelet, L. & Brion, proceedings/article/view/473. (PR) J.P. 2009. ‘Characterization of amyloid depositions in Kahindo, C., Theeten, F., Mergen, P., Meganck, B., Jacobsen, the cerebral cortex of aged, clinically characterized K., Cael, G. & Louette, M. 2009. ‘Implementing Natuurwetenschappen 47

a Biodiversity Information Network in Central Vreven, E. & Snoeks, J. 2009. ‘A new mastacembelid species Africa’. e-Biosphere 09 International Conference. Book from Lake Tanganyika: a case of complex evolutionary of abstracts. London. history’. Journal of Fish Biology 75: 1018-1047. (PR) Kahindo, C., Theeten, F., Mergen, P., Meganck, B., Jacobsen, Vreven, E. & Milondo, L. 2009. ‘Description of Synodontis K., Cael, G. & Louette, M. 2009. ‘Implementing punu sp. nov. (Siluriformes; Mochokidae) from the a Biodiversity Information Network in Central Lower Guinea ichthyofaunal province (Gabon and Africa’. e-Biosphere 09 International Conference. Book Congo-Brazzaville), Africa’. Ichthyological Exploration of abstracts. London. of Freshwaters 20(2): 97-104. (PR) Louette, M. & Hasson, M. 2009. ‘Rediscovery of Lake Vreven, E. & Snoeks, J. 2009. ‘A new mastacembelid species Lufira Weaver Ploceus ruweti’. Bulletin African Bird from Lake Tanganyika: a case of complex evolutionary Club 16: 168-173. (PR) history’. Journal of Fish Biology 75: 1018-1047. (PR) Louette, M. 2009. ‘Birds from the Albertine Rift’. Mountain Vreven, E. & Stiassny, M. 2009. ‘Mastacembelus simbi, a new Forum Bulletin 9 (2): 50. dwarf spiny eel (Synbranchiformes: Mastacembelidae) Mergen, P., Cael, G., Theeten, F., Meganck, B., Jacobsen, from the lower Congo River’. Ichthyological Exploration K., Fariñas Crespo, L., Cooleman, S., Meirte, D. & of Freshwaters 20 (3): 213-222. (PR) Louette, M. 2009. ‘Not only birds migrate! You can too! Yamaguchi, N., Kitchener, A.C., Gilissen, E. & Macdonald, D. Discover EU mobility opportunities’. e-Biosphere 09 W. 2009. ‘Brain size of the lion (Panthera leo) and International Conference. Book of abstracts. London. the tiger (P. tigris): Implications for intrageneric Mergen, P., Meganck, B., Theeten, F., Cael, G., phylogeny, intraspecific differences, and the effects Jacobsen, K., Cooleman, S., Meirte, D. & Louette, of captivity’. Biological Journal of the Linnean M. 2009. ‘Biodiversity and Cyber-taxonomy unit of Society 98: 85-93. (PR) the Royal Museum for Central Africa’. e-Biosphere 09 Young, K., Snoeks, J. & Seehausen, O. 2009. ‘Morphologic International Conference. Book of abstracts. London. diversity and the roles of contingency, Missoup, A. D., Nicolas, V., Wendelen, W., Bilong-Bilong, chance and determinism in African cichlid C. F., Cruaud, C. & Denys, C. 2009. ‘First record of radiations’. Plos One 4 (3) e4740: 1-8. (PR) Hylomyscus walterverheyeni (Rodentia: Muridae) on the north-western side of the Sanaga River (western Cameroon)’. Zootaxa 2044: 46-60. (PR) Wood Biology Nevado, B., Koblmüller, S., Sturmbauer, C., Snoeks, J., Usano-Alemany, J. & Verheyen, E. 2009. ‘Complete Baeten, L., Bauwens, B., De Schrijver, A., De Keersmaeker, mitochondrial DNA replacement in a Lake Tanganyika L., Van Calster, H., Vandekerkhove, K., Roelandt, B., cichlid fish’. Molecular Ecology 18 (20): 4137-4340. Beeckman, H. & Verheyen, K. 2009. ‘Herb layer changes (PR) (1954-2000) related to the conversion of coppice- Reygel, A. & Louette, M. 2009. ‘Gemengde tomen van Kuifeend with-standards forest and soil acidification’. Applied en Wilde eend in het Park van Tervuren’. Natuur. Vegetation Science 12(2): 187-97. (PR) Oriolus 75: 46-48. (PR) Beeckman, H. 2009. ‘Houtnamen: sleutels tot hout­ Roca, P., Sastre, P., Lobo, J., Meganck , B., Theeten, F., kennis’. HCTO Nieuws 50(2): 10-12. (PR) Mergen, P., Müller, A., Kohlbecker, A., Dusan, S. & Beeckman, H. 2009. ‘Le Bois. Le langage du bois’. In: Van Der Mikiewicz, D. 2009. ‘Enhancing the visualization Kelen, D. (ed.), La Peinture décorative selon Van Der of biological data: Edit Geographic Tools’. Poster Kelen. Éditions Vial, pp. 139-210. Presented at the TDWG 2009 Annual Conference. Book Beeckman, H. 2009. ‘Wood. The language of Wood’. In: Van of abstracts, 2009. Montpellier: Open Journal System Der Kelen, D. (ed.), Decorative Painting the Van Der Proceedings of TDWG. (PR) Kelen way. Éditions Vial, pp. 139-210. Sumner, A., Riddle, A. T., Gilissen, E. & Bruner, E. 2009. ‘Sharing Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie commer­ databases in the age of the digital anthropology: cieel hout; opdrachtgever: Indufor nv’, 1 p. problems and perspectives’. Journal of Anthropological Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie commer­ Sciences 87: 219-228. (PR) cieel hout; opdrachtgever: Agemap nv (Sodefor)’, 1 p. Theeten, F., Mergen, P., Bakasanda, O., Holetschek, Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie commer­ J., Kelbert, P., Kasajima, M., Cael, G. & Kahindo, cieel hout; opdrachtgever: Amanowood’, 1 p. C. 2009. ‘Enhancing the Access and Publication Beeckman, H., Ntahobavuka, H. & Toirambe, B. 2009. Cours of Biodiversity Data in Central Africa: The CABIN d’anatomie et propriétés des bois tropicaux, 130 p. Technical Infrastructure’. Poster presented at Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie hout the TDWG 2009 Annual Conference. Book of (etnografisch); opdrachtgever: De Beus’, 1 p. abstracts, 2009. Montpellier: Open Journal System Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie hout Proceedings of TDWG. (PR) URL: http://www.tdwg.org/ (kunsthistorisch); opdrachtgever: Koninklijk Instituut proceedings/article/view/476. voor het Kunstpatrimonium’, 1 p. Van Houdt, J., Sonet, G., Reygel, A., De Meyer, M., Louette, Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie hout M. & Breman, F. C. 2009. ‘DNA barcoding of European (kunsthistorisch); opdrachtgever: Koninklijk Museum Accipiter and their African relatives’. 3rd International voor Schone Kunsten Antwerpen’, 1 p. Barcode of Life Conference, Mexico City. Book of Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie commer­ abstracts. 172. cieel hout; opdrachtgever: Satimex bvba’, 1 p. 48 Wetenschap

Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie commer­ Engl. & Diels)’. Starters in het Bosonderzoek, 19/3/2009, cieel hout; opdrachtgever: Satimex bvba’, 1 p. Brussels. Book of abstracts. Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie commer­ Robert, E.M., Koedam, N., Beeckman, H. & Schmitz, N. 2009. ‘A cieel hout; opdrachtgever: Van Looy Sport’, 1 p. safe hydraulic architecture as wood anatomical Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag identificatie commer­ explanation for the difference in distribution of the cieel hout; opdrachtgever: Martin Schoukens’, 1 p. mangroves Avicennia and Rhizophora’. Functional Beeckman, H. 2009. ‘Expertiseverslag dendrochronologi- Ecology 23(4): 649-657. (PR) sche datering; opdrachtgever: W. S. L.-Zwitserland’, 3 p. Robert, E. M., Koedam, N., Beeckman, H. & Schmitz, Beeckman, H. 2009. ‘Expertise museologie voor Provinciaal N. 2009. ‘Successive cambia in three dimensions: Domein “Het Leen”, 1 p. the mangrove Avicennia inside’. TRACE (Tree Rings in De Ridder, M., Hubau, W., Toirambe, B., Dié, A., Roobroeck, Archaeology, Climatology and Ecology), 16-19/4/2009, B., Van de Velde, K., Van Wonterghem, M., Van Acker, Otocec, Slovenia. Book of abstracts. J. & Beeckman, H. 2009. ‘Combating global warming Robert, E. M., Schmitz, N., Beeckman, H. & Koedam, by planting trees? Some case studies from tropical N. 2009. ‘Successive cambia in three dimensions: the Africa’. International Symposium Developing Countries mangrove Avicennia inside’. Impacts of global change facing Global Warming: a post-Kyoto assessment, on tropical ecosystems, 27-30/7/2009, Marburg, 12/6/2009. Book of abstracts. Brussels: Royal Germany. Book of abstracts. Academy of Overseas Sciences, p. 32. (PR) Robert, E. M., Koedam, N., Beeckman, H. & Schmitz, Haneca, K., Dewilde, M., Ervynck, A., Boeren, I., Beeckman, N. 2009. ‘Successive cambia in three dimensions: the H., Goetghebeur, P. & Wyffels, F. 2009. ‘De “houten mangrove Avicennia inside’. African Botany in Brussels, eeuw” van een Vlaamse stad. Archeologisch en 27/3/2009, Brussels, Belgium. Book of abstracts. dendrochronologisch onderzoek in Ieper (prov. West- Robert, E. M., Koedam, N., Beeckman, H. & Schmitz, Vlaanderen)’. Relicta 4: 99-134. (PR) N. 2009. ‘Successive cambia in three dimensions: Haneca, K., Cufar, K. & Beeckman, H. 2009. ‘Oaks, tree- the mangrove Avicennia inside’. Startersdag voor rings and wooden cultural heritage: a review of the main characteristics and applications Bosonderzoekers 2009, 19/3/2009, Brussels, of oak dendrochronology in Europe’. Journal of Belgium. Book of abstracts. Archaeological Science 36(1): 1-11. (PR) Schmitz, N., Beeckman, H. & Koedam, N. 2009. ‘Ecological Hubau, W., Beeckman, H. & Van Acker, J. 2009. ‘Charcoal significance of wood anatomical variation in Kenyan from the Congo Basin: palaeo-botanical evidence mangroves’. Joint Annual Meeting ATBC-gtö, Impacts of for climate change?’. Starters in het Bosonderzoek, global change on tropical ecosystems, 27-30/7/2009, 19/3/2009, Brussels. Book of abstracts. Marburg, Germany. Book of abstracts. Kitin, P., Beeckman, H., Fujii, T., Funada, R., Noshiro, S. & Schmitz, N., Beeckman, H. & Koedam, N. 2009. ‘Hydraulic Abe, H. 2009. ‘What is disjunctive xylem parenchyma? architecture of mangroves: towards an understanding A case study of the african tropical hardwood of water transport under intertidal conditions’. African Okoubaka aubrevillei (Santalaceae)’. American Journal Botany in Brussels, march 27, 2009. Book of abstracts. of Botany 96(8): 1399-1408. (PR) Van Den Eeckhaut, A., Muys, B., Van Loy, K., Poesen, J. & De Ridder, M., Beeckman, H., Van Acker, J. & Hubau, Beeckman, H. 2009. ‘Evidence for repeated re- W. 2009. ‘Morphology and growth periodicity of activation of old landslides under forest’. Earth plantation grown limba trees (Terminalia superba Surface Processes and Landforms 34(3): 352-65. (PR) Aardwetenschappen 49

AARDWETENSCHAPPEN

Dit departement voert uiterst diverse geologische en milieuonderzoe- ken uit in tal van Afrikaanse landen. Tot de disciplines behoren algemene (structurele en tektonische) geologie, stratigrafie, metallogenie en mine- raologie, geochronologie, isotopengeologie en petrologie, cartografie, geomatica en teledetectie, (bio)geochemie en geomorfologie. n Geodynamica en metallogenie ele wetenschappelijke benaderingen, waaronder De activiteiten van de afdeling spitsen zich toe petrografische, geochemische, isotopische en op de DRCongo, Rwanda en Burundi. De weten- mineralogische onderzoeken. De aanwezigheid schappers zijn er actief in twee onderzoeksge- en de rijkdom van de ertsafzettingen spelen een bieden: de dynamiek van geologische processen, belangrijke rol in de uiteenlopende conflicten in meer bepaald de vervormingsmechanismen van deze gebieden. De onderzoeken in samenwerking de aardkorst, en de verhouding tussen deze geo- met Afrikaanse partners kunnen bijdragen tot een logische processen en de verspreiding van delf- beter duurzaam beheer van de minerale rijkdom stoffen in Midden-Afrika. van Midden-Afrika.

De meeste van deze onderzoeken zijn het resul- TRACE, traceerbaarheid van heterogeniet taat van samenwerkingsovereenkomsten met Heterogeniet (Co3O(OH)), hydroxide van kobal- onderzoekscentra, het academische milieu en terts, is het voornaamste product voortkomend actoren uit de mijnbouw en de oliesector, in bin- uit de oxidatie van carroliet (Cu(Co,Ni)2S4), de nen- en buitenland. In 2009 liepen er een tiental meest voorkomende ‘primaire’ kobaltsulfide. Dit projecten waaronder de volgende twee. erts wordt hoofdzakelijk gelokaliseerd bovenop de afzettingen, in de vorm van secundaire lagen Metallogenese van tin, wolfraam & mineralisa- in de valleien of als bodembestanddeel. De toe- ties van niobium-tantaliet in de formaties uit het gankelijkheid van deze delfstof, het brokkelige en Mezoproterozoïcum (tussen 900 en 1400 miljoen zanderige karakter ervan en het buitengewoon jaar) hoge kobaltgehalte, maken het tot het door de De studie van de evolutie van de proterozoïsche artisanale mijnwerkers (‘creuseurs’) van Katanga bergketens (laatste subdivisie van het Precam- meest intensief geëxploiteerde erts. brium; meer dan 560 miljoen jaar oude formaties) De kopergordel van Katanga (zuidoosten van de in Midden-Afrika en het verband tussen de regi- DRCongo) omvat een van de belangrijkste koper- onale geologie en de verschillende ertsformaties (Cu) en kobalt (Co)-afzettingen ter wereld in een vormen een van de voornaamste activiteiten van sedimentair milieu. De productie en de voorraden de afdeling. Het project onderzoekt de verertsing bedragen 6 miljoen ton Co voor het geheel van de van de oude Kibara-bergketen die zich vandaag gordel (DRCongo en Zambia). De kobaltsector wordt uitstrekt van het zuidoostelijke deel van Oeganda beheerd door industriële groepen en door de infor- tot de Katangaprovincie in het zuidoosten van de mele of artisanale sector. De artisanale ontginning DRCongo. In dit gebied komen verschillende erts- gebeurt in betreurenswaardige omstandigheden, soorten voor: kassiteriet (tinsteen), columbiet- zowel op het vlak van veiligheid als van gezond- tantaliet of coltan (oxide van niobium en tantaal), heid. Dit brengt ook een gebrek aan transparantie wolframiet (oxide van ferromagnetisch wolfraam), bij het vervoer van grondstoffen en een onduide- goud, lithiumerts (monaziet en amblygoniet), lijke geldomloop met zich. TRACE wil de karakteris- berylliummineraal (zoals beril) … tieken van heteregoniet omschrijven en bijdragen De wetenschappers trachten het ontstaan van tot de traceerbaarheid en/of echtverklaring ervan. deze mineralisaties te reconstrueren door de gegevens afkomstig uit onze archieven en ver- Vanuit het standpunt van de traceerbaarheid zamelingen te combineren met een aantal actu- stricto sensu lijkt het moeilijk om elke mijn van de 50 Wetenschap kopergordel te kenmerken op basis van precieze 1/200 000 en de kaart van de nationale parken geochemische criteria. De heterogenieten van van Kundelungu en van Upemba op 1/350 000. eenzelfde sector van de gordel schijnen gemeen- schappelijke geochemische karakteristieken te GORISK vertonen die echter niet volstaan om het kobalt- In 2002 werd de stad Goma in de streek van erts te traceren. Bepaalde in sporen aanwezige Noord-Kivu gedeeltelijk verwoest door de uitbar- elementen (waaronder nikkel, uranium en vana- sting van de Nyiragongo-vulkaan. Het KMMA lan- dium) zorgen niettemin voor bijkomende infor- ceerde kort daarna het project GORISK dat tot doel matie over de heterogenieten en laten toe enkele heeft toezicht te houden op twee van de actiefste specifieke afzettingen te onderscheiden. vulkanen in Afrika, de Nyamulagira en de Nyirag- ongo, die zich ten noorden van Goma bevinden. Een netwerk van bodeminstrumenten (seismo- n Cartografie meters, inclinatiekompassen en GPS) gecombi- De afdeling maakt (geologische, topografische …) neerd met teledetectie verzekeren deze controle. themakaarten aan, meer bepaald voor het depar- Het project onderzoekt ook de door de vulkanen tement Geologie en voor diverse onderzoekspro- uitgestoten rookpluimen, de gasuitwasemingen jecten van het museum. Het wetenschappelijk en hun impact op de gezondheid. onderzoek maakt gebruik van satellietteledetec- Tevens werd er een databank gecreëerd voor lokale tie en van digitale informatiebronnen. gebruikers, zoals het vulkanologisch observatie- centrum van Goma en de gezondheidssector. Deze In 2009 werden de activiteiten in het kader van gegevens helpen hen bij het evalueren en beheren meerjarenprogramma’s met andere museumaf- van vulkanische risico’s. In 2009 werd de databank delingen voortgezet. Voor het project ‘Provincies aangevuld met de epidemiologische gegevens van van de DRCongo (2009 – 2011)’ voltooiden de de jaren 2007 en 2008. In het kader van dit pro- wetenschappers zowel de administratieve, terri- ject worden ook de mazuku’s (‘duivelse winden’ in toriale, topografische en geologische kaarten als het Swahili) onderzocht. Ze stemmen overeen met de wegenkaarten en de kaarten van het bodem- inzinkingen waar kooldioxide (CO2) van magmati- gebruik voor de provincies Maniema, Boven- sche oorsprong zich opstapelt in concentraties die Katanga, Tanganyika, Kasaï, Kwilu en Boven-Uele. vaak dodelijk zijn voor mens en dier. In 2009 werkte De volgende kaarten werden toegevoegd aan de een extra onderzoeker op dit luik en kreeg Goma publicatiecatalogus van het museum: de admi- een meetstation. Dit station meet elke 30 minuten nistratieve kaart en wegenkaart van Maniema op de uitwasemingen van radon en van kooldioxide.

Heterogeniet afkomstig uit de Kabolela-mijn Artisanale ontginning van heterogeniet, Kawama-site, Katanga, (Katanga, DRC). Afmeting staal:7cm. DRC. Foto Th. De Putter © KMMA Aardwetenschappen 51

De eerste resultaten wijzen op een sterke invloed kers verwezenlijkten het grootste deel van de car- van bepaalde meteorologische parameters op de tografie van de stadswegen in 2009. De kaart zal gasconcentraties. Om deze parameters te kwanti- in 2010 worden voltooid. ficeren plannen de onderzoekers de installatie van een weerstation in 2010. n Geochemie Cartografie van de stad Goma Geochemie is de wetenschap die de geologische De cartografie van Goma is binnen het GORISK- project onmisbaar voor het risicobeheer en voor processen bestudeert waardoor chemische ele- de voorbereiding van een evacuatieplan van de menten en isotopen verplaatst worden aan de stad bij een uitbarsting van de Nyiragongo. In een oppervlakte en aan de binnenkant van de aard- eerste fase werden er, tijdens de twee zendingen bol. De wetenschappers interesseren zich ook in 2009, 41 controlepunten (GCP) bepaald op de voor de biogeochemische aspecten (transit van differentiële GPS in de stad Goma. De validatie van elementen in de biosfeer) en voor de geologische het beeld biedt een nauwkeurigheid van ongeveer processen die een impact hebben op de mense- 0,5 tot 2 meter (op de zones met een sterk reliëf), lijke samenlevingen. De afdeling bestaat uit drie wat overeenstemt met een precisie vergelijkbaar eenheden: geochemie van endogene processen, met de ruimtelijke resolutie van het beeld. petrologie en mineralogie; bio- en aquageoche- Het cartografische werk zal zich toespitsen op de mie, milieuwetenschappen, laboratoria en ana- creatie van een kaart op 1/10 000. De onderzoe- lytische methodologieën.

Detectie van een mazuku langs het Kivu-meer op een Ikonos-beeld. Met dit beeld konden nog meer mazuku’s ontdekt worden, zoals is gebleken uit veldwerk. Deze techniek heeft echter ook zijn beperkingen. Kleine mazuku’s zijn moeilijk te detecteren en zwarte vlekken kunnen ook overeenkomen met landbouwgewassen of privé-eigendom zonder vegetatie. Links: de verschillende vlekken zonder vegetatie komen overeen met grote mazuku’s langs de grens tussen de twee lavastromen in het Virunga National Park (1 km ten noorden van de kustlijn van het Kivu-meer). Rechts: Bulengo (ten westen van Goma). De rode stippen verwijzen naar de gekende mazuku’s. Dit beeld toont aan hoe moeilijk het is om – in het bijzonder kleine – mazuku’s te detecteren in stedelijk gebied omdat het landgebruik er complexer is. 52 Wetenschap

CLANIMAE (Climatic and Anthropogenetic zendingen in 2008 en 2009, is in uitvoering. De impacts on African Ecosystems) siliciumisotopen in het water en in het opaal van Doel van dit project is de simultane reconstruc- de diatomeeën worden bestudeerd in het KMMA. tie van klimaatvariaties in het verleden, van de Ze vormen potentiële indicatoren van de meer- geschiedenis van de vegetatie en van veranderin- productiviteit en van de klimatologische variaties. gen in de waterkwaliteit door multidisciplinaire Voorafgaande analyses werden gemaakt van twee analyses van gedateerde meersedimenten. Dit reeksen waterstalen afkomstig uit de kratermeren onderzoek wil inspelen op de dringende nood van Oeganda. De resultaten worden momenteel aan een degelijk langetermijnperspectief voor geïnterpreteerd. interacties tussen mens en milieu in tropisch Oost-Afrika. De wetenschappers van het museum BELCANTO III (BELgian research on Carbon uptake bestuderen in het bijzonder het limnologische in the ANTarctic Ocean) milieu van een geheel van 89 meren in Oeganda. Dit project onderzoekt de belangrijke rol die de Het trofische niveau van de meren en de impact Zuidelijke Oceaan speelt in de globale biogeoche- van de verschillende parameters hierop worden mische cycli en analyseert de impact van zijn bio- geanalyseerd. Dit maakt de identificatie mogelijk logische koolstofpomp op de globale klimaatre- van de voornaamste natuurlijke en antropogene gulatie. De onderzoekers maken deel uit van een factoren die een invloed uitoefenen op de pro- multidisciplinair netwerk van marinebiologen, ductiviteit van de meren en op de impact van de scheikundigen, geochemici en natuurkundige en klimaatsveranderingen erop. De verwerking van ecologische modelbouwers van de ULB, VUB, ULG, de limnologische gegevens, verworven tijdens de UCL en het KMMA. In 2009 legden de onderzoekers

Ruimtekaart van de stad Goma op 1/10 000, gemaakt voor het GORISK-project. Aardwetenschappen 53 de laatste hand aan het grootste deel van de ana- Zeegebied) en gekweekt in het laboratorium bij lyses van de oceanografische actie International een gecontroleerde ziltheid en temperatuur. Het Polar Year – GEOTRACES Bonus-Goodhope. Ook onderzoek van de tweekleppigen verliep in samen- alle isotopenanalyses van silicium (opgeloste fase) werking met LEMAR (Brest, Frankrijk) en had het werden verwezenlijkt. Deze nieuwe gegevensbank Japanse schelpdier (Ruditapes philippinarum) tot over dit onderwerp biedt de hoogste ruimtelijke onderwerp. De Mg-isotopen werden onderzocht resolutie ooit bereikt in de oceaan. Deze resulta- in de verschillende compartimenten betrokken bij ten maken het mogelijk de bronnen te identifice- de vorming van de aragonietschelp (interne vloei- ren en de toevoerflux van het silicium en van de stoffen en biologische weefsels). Op deze manier diatomeeënproductie in de Zuidelijke Oceaan in kon de opnamewijze van Mg bij de tweekleppigen getallen uit te drukken, aangezien de siliciumcy- worden bepaald in functie van het zoutgehalte. clus nauw verbonden is met die van koolstof. In 2009 werd tevens een aanvang gemaakt met Ook de analyses van bariumpartikels werden projecten over het isotopische fractioneerproces uitgevoerd. Ze tonen aan dat een groot deel van van Mg in connectie met het verloop van de niet- de koolstof die dankzij de biologische activiteit organische versnelling van de twee types calcium- van het fytoplankton van het oppervlak naar de carbonaat, aragoniet en lateriet. bodem wordt geëxporteerd, geremineraliseerd wordt in de mesopelagische zone. Deze remi- neralisatie is maximaal rond het gebied van n Isotopengeologie het polaire front. Deze bevindingen laten een Isotopengeologie vertrekt vanuit een multidis- betere berekening toe van het opslagvermogen ciplinaire benadering van de geologische pro- in de oceaan van CO2 en van andere gassen met cessen vanaf het terrein tot in het laboratorium, broeikaseffect, uitgestoten door antropogene zich hierbij baserend op isotopische verhoudin- activiteiten die klimatologische veranderingen gen van bepaalde elementen. Concreet richt het teweegbrengen. actuele onderzoek van de afdeling zich voorna- melijk op de centrale en de westelijke Sahara, Calmars II (CALcareous MARine Skeletons as maar ook op Kasaï-Katanga (DRCongo). recorders of environmental changes) In 2009 was het voornaamste studieonderwerp De activiteit van de afdeling in het kader van het de metacratonische evolutie van West-Afrika tij- CALMARS II-programma richt zich op de studie van dens de pan-Afrikaanse orogenese, in het bij- de isotopische samenstelling van Mg (magnesium) zonder in volgende gebieden: het Toearegschild in de calciet- en aragonietskeletten voortgebracht (Algerije, Niger), de Anti-Atlas (Marokko) en de door uiteenlopende zeeorganismen (stekelhuidi- Gourmastreek (Mali). Hierbij gaat de aandacht uit gen, tweekleppigen, Sclerospongiae en foramini- naar de actuele gevolgen, zoals het recente vul- feren). Door het onderzoeken van de fenomenen kanisme (Hoggar, Algerije; Saghro, Marokko) en de van het isotopische fractioneren van Mg tijdens mineralisaties (Hoggar, Anti-Atlas, Kasaï-Katanga). de biomineralisatie wordt getracht de traceerca- De verschillende onderzoeken gebeuren in nauwe paciteit van dit nieuwe isotopische instrument samenwerking (terrein, laboratorium, publicaties, te evalueren in connectie met de milieuomstan- proefschriften …) met Afrikaanse wetenschappers digheden van het zeekustmilieu (temperatuur en in de betrokken landen. zoutgehalte) en de biologische effecten eigen aan elk type van organisme. In 2009 spitsten de acti- Saharaanse geologie viteiten zich toe op de studie van de Mg-isotopie Een orogenese – vormingsproces van bergke- in de biogene carbonaten geproduceerd door ver- tens en andere reliëfs van de aardschors – ken- schillende zeeorganismen, de stekelhuidigen en merkt zich door een vroege fase bestaande uit de de tweekleppigen. Wat de stekelhuidigen betreft, accretie van een eilandenboog en een hoofdfase onderzochten de wetenschappers, in samenwer- gekenmerkt door een intercontinentale botsing king met het departement Marinebiologie (ULB), gevolgd door een post-collisionele fase rijk aan het isotopische fractioneren van Mg in de kalk- magma en potentieel rijk aan mineralisaties. Deze skeletten van de zee-egel (Paracentrotus lividus), evolutie kan metacratonisch zijn in de onderste afkomstig uit een natuurlijk milieu (Middellandse plaat (subductieplaat) en de verkregen structuur 54 Wetenschap kan vervolgens gereactiveerd worden in intraplaat Vanuit dit perspectief vormen de isotopen van (vulkanisme en mineralisaties), mits druk wordt strontium een uitstekende indicator wegens de uitgeoefend aan de rand van de plaat. In dit laat- bestaande isotopische contrasten in de sokkel, ste geval is de kennis van de voorafgaande geo- overigens een studieobject van de afdeling. logische evolutie primordiaal, zelfs indien deze meerdere honderden miljoenen jaren voordien Geologie van Kasaï-Katanga plaatsvond. De afdeling boekte in 2009 vooruit- De ongedifferentieerde sokkel uit het Archeozoï- gang binnen volgende onderzoeksprojecten: cum/Paleoproterozoïcum van het zuiden van de - de genese van eilandbogen en hun accretie, Kasaï-craton (DRC) wordt in het oosten omgeven reactie van de onderste plaat: boog van Amala- door twee van de grootste bergketens van Midden- oulaou (Gourma, Mali) en bogen van Iskel (Mid- Afrika waarin zich metaalafzettingen bevinden die den-Hoggar, Algerije); tot de rijkste ter wereld behoren, de tin- en wol- - het metacratonische gedrag van de onderste fraamhoudende Mesoproterozoïsche Kibarische plaat: terreinen van Djanet en Edembo (ooste- bergketen en de Katangese koper- en kobalthou- lijke Hoggar, Algerije); dende Neoproterozoïsche bergketen. Dit project - het post-collisonele magmatisme: plutonisme legt zich toe op het fundamentele onderzoek van en vulkanisme van Ifni (Hoge Atlas, Marokko); de sokkel uit het Archeozoïcum/Paleoproterozoï- - het intraplaat-vulkanisme: Atakor (Hoggar, Alge- cum, gesitueerd op de intersectie van deze twee rije) en Saghro (Anti-Atlas, Marokko); bergketens. Zo wil deze studie een antwoord for- - de isotopen van strontium vormen een uitste- muleren op de volgende onderzoeksthema’s: kende indicator voor zowel continentaal water hoe heeft de lithosfeer van de Kasaï-craton zich als zeewater. gevormd en welke zijn, in de Kasaï-craton, de ruim- telijke en temporele zones resulterend uit de Kiba- In 2009 werd het water aanwezig in het Hoggar- rische, Grenville- en pan-Afrikaanse orogenese? gebergte (Algerije) bestudeerd om oorsprong De twee recente en complementaire geodyna- en verplaatsing te kunnen controleren. De stad mieken, met name de ‘accretie-orogeneses’ en de Tamanrasset telt momenteel officieel 100 000 en ‘metacratonisatie’ (vaak aangehaald als gunstig voor officieus 200 000 inwoners, tegenover 15 000 in mineralisaties), zullen worden getest en geconfron- 1985. Vroeger putte de stad enkel uit het opper- teerd met de nieuwe tijdens het onderzoek verkre- vlaktewater gegenereerd door de regens, maar gen analytische gegevens. Een voorafgaand biblio- nu pompt ze uit de fossiele grondwateren die per grafisch onderzoek werd aangevat over de geologie definitie uitputtelijk zijn. Het is dus van het groot- van de Kasaï-craton en van de Katangese bergketen ste belang de reserves en hun locatie te kennen. (DRC). De geologische gegevens met betrekking tot

Cluster ertsaders van Tin Amali, bij Djanet, metacrato- Alkali-calciumhoudend graniet van Tin Ghoras, 550 nische rand van de craton van Mourzouk, Algerije. Foto miljoen jaar oud. Foto J.-P. Liégeois © KMMA J.-P. Liégeois © KMMA Aardwetenschappen 55 het onderzoeksproject (terreinopmetingen, geolo- op basis van lucht- en satellietfoto’s. Om inzicht gische kaarten, onuitgegeven verslagen), afkomstig te verwerven in de geomorfologische processen uit de archieven van het departement Geologie van uit het verleden analyseren de onderzoekers de het KMMA, werden samengebracht en gedeelte- afzettingslagen aan het aardoppervlak. lijk geanalyseerd. Ook de rotsstalen uit de KMMA- lithotheek, sinds de koloniale tijd verzameld tijdens Databank van natuurrampen in Midden-Afrika voorafgaande expedities in het onderzoeksgebied, Midden-Afrika, en meer bepaald het gebied langs werden gelokaliseerd. Hierbij ging de aandacht de grenzen van de DRC, Rwanda en Burundi, wordt vooral uit naar stalen die gebruikt werden voor geo- opvallend vaak getroffen door natuurrampen. chronologische doeleinden. Deze zone komt overeen met de westelijke tak Geleidelijk aan zorgt deze benadering voor een van de Oost-Afrikaanse Rift die zich uitstrekt van beter begrip van de complexiteit van het terrein het Albertmeer tot het Tanganyikameer. eigen aan de zones van de cratonische randen. Het De Riftvallei kenmerkt zich door breuken in de laat tevens toe om een betere planning op te stel- aardkorst die hierdoor een dunner en fragieler len voor de belangrijke aandachtspunten die aan karakter vertoont. Het hele gebied is bijgevolg bod zullen komen en onderzocht dienen te wor- onstabiel en onderzoekers stellen er dan ook den tijdens de volgende veldexpedities in Kasaï en regelmatig vulkanische uitbarstingen en seismi- Katanga in 2010. sche activiteit vast. De natuurrampen die zich sinds 1900 voordeden in de DRC, Rwanda en Burundi zijn opgenomen in n Geomorfologie een databank. Voor het opmaken van een inventa- Het geomorfologisch onderzoek bestudeert ris van de ravijnen, maakten de onderzoekers ook reliëf­veranderingen aan het bodemoppervlak in gebruik van recente satellietbeelden. Tot natuur- Afrika, en in het bijzonder in Midden-Afrika. De rampen worden gerekend: vulkanische of seismi- wetenschappers van deze afdeling specialise- sche activiteit, droogtes, stormen, overstromingen, ren zich in het evalueren van risico’s die verband aardverschuivingen en betrekkelijk ernstige erosie. houden met volgende natuurfenomenen: aard- Er wordt gesproken over een natuurramp indien er verschuivingen, overstromingen, uitslijting, ver- ofwel 10 personen getroffen zijn, er een dodelijk storing van meren en stilstaande waters, storm- slachtoffer valt, of als er zich materiële schade voor- winden en ernstige agrarische erosie. doet. Binnen dit project volstaat dus een enkel van deze criteria om een van deze fenomenen als een Actuele geomorfologische processen worden op natuurramp te beschouwen. De databank stond in het terrein en in het laboratorium bestudeerd 2010 online op de website van het museum. De

Ravijnvorming, Mama Mobutu-wijk, Kinshasa. Aardverschuiving in Kinshasa. Foto © KMMA Foto © KMMA 56 Wetenschap

actualisering zal grotendeels gebeuren in samen- ling zijn gericht op de bevordering van het lokale werking met het netwerk van correspondenten. onderzoek: stages, gezamenlijke wetenschappe- lijke publicaties, copromotie van eindscripties of RéCO (Réseau de correspondants) doctoraten van beursstudenten in België. In 2009 legde de afdeling zich toe op de uitbouw De afdeling ging overigens een institutionele van een netwerk van onderzoekers die natuurlijke samenwerking aan met het CRGM (Centre de risico’s in Midden-Afrika bestuderen. Dit initiatief recherche géologique et minière) in Kinshasa. wil de lokale wetenschappers stimuleren bij hun Ravijnvorming, bodemverschuivingen en over- onderzoek over geomorfologische fenomenen van stromingen vormen in deze stad een steeds gro- catastrofale aard (aardverschuivingen, overstro- ter wordend socio-economisch probleem en zet- mingen, erosies …). Het RéCO komt ook tegemoet ten een rem op de duurzame stadsontwikkeling. aan de wens van de onderzoekers in Midden-Afrika Dit project van stedelijke geologie richt zich in het om zich te verenigen in een werkgroep die natuur- bijzonder op hydraulogische problemen en risico- lijke risico’s in Midden-Afrika in kaart brengt en evaluatie in Kinshasa en omstreken. bestudeert. Ook andere activiteiten van de afde-

Bibliografië

GEOLOGY ing event, N-Tanzania’. Tectonic Studies Group Meet- ing. Book of abstracts. Keele, UK. General Geology De Putter, Th., Decrée, S., Banza, C., Nemery, B. & Meerts, Banza, C., Nawrot, T., Haufroid, V., Decrée, S., De Putter, P. 2009. ‘Geology, source of exposure, environmental Th., Smolders, E., Kabyla, B., Luboya, O., Ilunga, A. & and health effects of cobalt and associated traces Mutombo, A. 2009. ‘High human exposure to cobalt elements in the Katanga Copperbelt (Democratic and other metals in Katanga, a mining area of the Republic of Congo)’. International Symposium on Min- Democratic Republic of Congo’. Environmental eralogy, Environment and Health. Book of abstracts. Research 109: 745-752. (I.F. 3.04) El Desouky, H., Muchez, P., Boyce, A., Cailteux, J. & Dewaele, S. Barth, A., Delvaux, D. & Wenzel, F. 2009. ‘Tectonic stress field 2009. Sources of Sulphur in the Katanga Copper­belt, in rift systems – a comparison of Rhinegraben, Bai- Democratic Republic of Congo. Series ‘Proceedings kal Rift and East African Rift’. ECGS Blue Book, special of the 10th Biennal SGA Meeting of the Society for issue: Proceedings of the 27th ECGS Workshop “Seis- Geology Applied to Mineral Deposits, Townsville micity Patterns in the Euro-Med Region”, Luxembourg City (17-19 November 2008). (PR) Australia, 17th-20th August 2009’. Townsville: Eco- De Clercq, F., Muchez, P., Dewaele, S., Fernandez-Alonso, nomic Geology Research Unit, James Cook Univer- M. & Boyce, A. 2009. ‘Tungsten mineralisation in sity, 434 p. ISBN: 978-0-9805-5868-5. (PR) the northeastern Kibara belt (Rwanda)’. Jens Ander- El Desouky, H., Muchez, P., Boyce, A., Schneider, J., Cailteux, J. sen, Frances Wall, Ben Williamson (ed.), Applied & Dewaele, S. 2009. ‘Petrographic, fluid inclusion and Earth Science (Trans. Inst. Min. Metall. B) 118, special isotopic study of the Luiswishi and Kamoto Cu-Co ore issue: Abstracts from the 32nd annual winter meet- deposits, Katanga Copperbelt, Democratic Republic ing of the Geological Society’s Mineral Deposit Stud- of Congo’. Third International Conference Geologica ies Group and the Applied Mineralogy Group of the Belgica “Challenges for the Planet: Earth Sciences’ Mineralogical Society: 24. London: Maney Publish- Perspective”. Book of abstracts. Gent: Ghent Univer- ing. DOI: 10.1179/174327509X434911. (PR) sity, p. 29. De Clercq, F., Muchez, P., Dewaele, S., Fernandez-Alonso, M. Haest, M., Muchez, P., Dewaele, S., Boyce, A., Von Quadt, A. & Boyce, A. 2009. ‘Magmatic-hydrothermal versus mix- & Schneider, J. 2009. ‘Petrographic, fluid inclusion ing magmatic-metamorphic origin for tungsten min- and isotopic study of the Dikulushi Cu-Ag deposit, eralisation in the northern Kibara belt (Rwanda)’. Third Katanga (D.R.C.): implications for exploration’. Mine- International Conference Geologica Belgica “Challenges ralium Deposita 44: 505-522. (PR) for the Planet: Earth Sciences’ Perspective”. Book of Macheyeki, A. S., Delvaux, D., De Batist, M. & Mruma, A. abstracts. Gent: Ghent University, p. 70. H. 2009. ‘Active faults and fault segmentation in the De Clercq, F., Muchez, P., Dewaele, S., Fernandez-Alonso, Dodoma area, Tanzania: A first assessment of the M. & Boyce, A. 2009. ‘Tungsten mineralisation in the seismic hazard in the area’. Tanzanian Journal of Earth northeastern Kibara belt (Rwanda)’. 32nd annual win- Sciences 1: 38-57. Dodoma, Tanzania: Geological Sur- ter meeting of the Geological Society’s Mineral Deposit vey of Tanzania. ISSN: 1821-5637. (PR) Studies Group and the Applied Mineralogy Group of the Melcher, F., Graupner, T., Sitnikova, M., Oberthur, T., Henjes- Mineralogical Society. Book of abstracts. Kunst, F., Gabler, E., Gerdes, A., Bratz, H., Rantitsch, Delvaux, D., Smets, B., Wauthier, C., Macheyeki, A. S., Sariah, D. & Dewaele, S. 2009. ‘Discriminating “coltan” from E., d’Oreye, N., Oyen, A. & Kervyn, F. 2009. ‘Surface African rare element pegmatites based on mineral- structures related to the July 2007 Natron dyk- ogical and geochemical data of tantalum-niobium Aardwetenschappen 57

oxides’. DMG meeting 2009. Annual meeting of the ger- Laghmouch, M. 2009. Carte de l’occupation du sol - Province man Mineralogical Society. Book of abstracts. Halle- du Kasaï. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. Wiitenberg: Martin-Luther Universität. Laghmouch, M. 2009. Carte géologique et minière - Province Tack, L., Wingate, M., De Waele, B., Meert, J., Griffin, B., du Kasaï. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. Belousova, A., Tahon, A., Fernandez-Alonso, M., Bau- Laghmouch, M. & Kalanga, P. 2009. Carte administrative et det, D., Cutten, H. & Dewaele, S. 2009. ‘The Mesopro- routière de la République démocratique du Congo - terozoic “Kibaran Event” in Central Africa: a 1375 Ma Province du Haut-Katanga. Series ‘1/750.000’. Tervu- intracratonic emplacement of a Large Igneous Prov- ren: RMCA. ince (LIP)’. Fermor meeting 2009 Edingburgh, Rodinia: Laghmouch, M. 2009. Carte géologique et minière - Province Supercontinents, Superplumes and Scotland. Book of du Haut-Katanga. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. abstracts. London: Geological Society of London. Laghmouch, M. 2009. Carte de l’occupation du sol - Province Thys, T., Decree, S., Burlet, C., De Putter, Th., Dupin, L., Goeth- du Haut-Katanga. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. als, H. & Vanbrabant, Y. 2009. ‘Characterisation of Laghmouch, M. 2009. Carte orographique et hydrographique - Heterogenite (CoOOH) from oxidized copper-cobalt Province du Haut-Katanga. Series ‘1/750.000’. Tervu- deposits in the Katanga Copperbelt, D.R.Congo’. 3rd ren: RMCA. Belgian Geological Congress. Book of abstracts. van Overbeke, A.-C., Bagalwa, M., Durieux, J., Kavotha, D., Kervyn, F., Kies, A., Lukaya, F., Mitangala, P., d’Oreye, N., Osodundu, E., Smets, B., Tedesco, D., Wauthier, Cartography and Photographic Interpretation C. & Yalire, M. M. 2009. ‘The importance of remote Delvaux, D., Smets, B., Wauthier, C., Macheyeki, A. S., Sariah, sensing in the monitoring of volcanic activity in the E., d’Oreye, N., Oyen, A. & Kervyn, F. 2009. ‘Surface Goma region (D.R. of Congo)’. 2009 IEEE International structures related to the July 2007 Natron dyk- Geoscience & Remote Sensing Symposium. Book of ing event, N-Tanzania’. Tectonic Studies Group Meet- abstracts. Cape Town, South Africa. ing. Book of abstracts. Keele, UK. Wauthier, C., Cayol, V., Kervyn, F. & d’Oreye, N. 2009. ‘The Laghmouch, M. 2009. Carte de l’occupation du sol de la January 2002 eruption of Nyiragongo volcano (DRC) République démocratique du Congo Province du captured by InSAR’. Proc. of Geoscience and Remote Katanga. Series ‘1/1.000.000’. Tervuren: RMCA. Sensing Symposium, 2009 IEEE International, IGARSS Laghmouch, M. 2009. Carte de l’occupation du sol de la 2009 II: 416-419. DOI: 10.1109/IGARSS.2009.541804 République démocratique du Congo - Arc cuprifère du 3. URL: http://ieeexplore.ieee.org/search/freesrchab- Katanga. Series ‘1/500.000’. Tervuren: RMCA. stract.jsp?tp=&arnumber=5418103&queryText%3Dw Laghmouch, M., Hasson, M., Anastassiou, V., Ngeleka, F., Lowele, authier%26openedRefinements%3D*%26searchFiel E., Balonda, M., Kalenga, W. K. & Hardy, B. 2009. Carte d%3DSearch+All. des parcs nationaux de Kundelungu et de l’Upemba - Wauthier, C., Oyen, A.M., Marinkovic, P., Cayol, V., Fernandez, Katanga - RDC. Series ‘1/350.000’. Tervuren: RMCA. J., Gonzalez, P., Hanssen, R. F., Kervyn, F. & d’Oreye, Laghmouch, M. & Kalonga, V. 2009. Carte administrative et N. 2009. ‘L-band and C-band studies of African vol- routière de la République démocratique du Congo - canic areas’. Proc. of Geoscience and Remote Sens- Province du Maniema. Series ‘1/750.000’. Tervu- ing Symposium, 2009 IEEE International, IGARSS ren: RMCA. 2009 II: 210-213. DOI: 10.1109/IGARSS.2009.541804 Laghmouch, M. 2009. Carte orographique et hydrographi- 3. URL: http://ieeexplore.ieee.org/search/freesrchab- que - Province du Maniema. Series ‘1/750.000’. Tervu- stract.jsp?tp=&arnumber=5418043&queryText%3Dw ren: RMCA. authier%26openedRefinements%3D*%26searchFiel Laghmouch, M. 2009. Carte géologique et minière - Province d%3DSearch+All. du Maniema. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. Laghmouch, M. 2009. Carte de l’occupation du sol - Province du Maniema. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. Mineralogy and Petrography Laghmouch, M. & Kisonga, D. 2009. Carte administrative et Abraham, K., Cardinal, D., Hofmann, A., Foley, S. & André, routière de la République Démocratique du Congo - L. 2009. ‘The origin of Eoarchean silicification infered Province du Tanganyika. Series ‘1/750.000’. Tervu- from coupled Si-O isotopes’. Goldschmidt. Book of ren: RMCA. abstracts. Davos, Switzerland. Laghmouch, M. 2009. Carte géologique et minière - province Borremans, C., Hermans, J., Baillon, S., André, L. & Dubois, du Tanganyika. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. Ph. 2009. ‘Effect of salinity and growth rate on the Laghmouch, M. 2009. Carte de l’occupation du sol - Province Mg/Ca and Sr/Ca ratios in the skeleton of the starfish du Tanganyika. Series ‘1/750.000’. Tervuren: RMCA. Asterias rubens (L.)’. Geology 37: 351-354. (I.F. 3.754) Laghmouch, M. 2009. Carte orographique et hydrographi- Bouillon, S., Abril, G., Borges, A. V., Dehairs, F., Govers, G., que - Province du Tanganyika. Series ‘1/750.000’. Ter- Hughes, H. J., Merckx, R., Meysman, F. J. R., Nyunga, J., vuren: RMCA. Osburn, C. & Middelburg, J. J. 2009. ‘Distribution, origin Laghmouch, M. & Yindula Flungila, F. 2009. Carte adminis- and cycling of carbon in the Tana River (Kenya): a dry trative et routière de la République Démocratique du season basin-scale survey from headwaters to the Congo - Province du Kasaï. Series ‘1/750.000’. Tervu- delta’. Biogeosciences 6(11): 2475-2493. Copernicus ren: RMCA. GmbH. ISSN: 1726-4170. URL: www.biogeosciences. Laghmouch, M. 2009. Carte orographique et hydrographi- net/6/2475/2009/ (I.F. 3.445) que - Province du Kasaï. Series ‘1/750.000’. Tervu- Boyé, M., de Baar, H. J., Bowie, A. R., Bathmann, U., Cardinal, ren: RMCA. D., Murphy, E. & Tréguer, P. 2009. ‘An overview of the 58 Wetenschap

biogeochemical features of the Southern Ocean dur- Jitaru, P., Gabrielli, P., Marteel, A., Plane, J., Planchon, F., ing the International Polar Year’. ASLO Aquatic Science Gauchard, P., Ferrari, C., Boutron, C., Adams, F., Hong, Meeting. Book of abstracts. Nice, France. S. & Cescon, P. 2009. ‘Mercury depletion in the Antarc- Boyé, M., Cardinal, D. & et al,. 2009. ‘A First look at GEO- tic atmosphere during glacial epochs’. Nature Geosci- TRACES issues from the IPY BONUS GOODHOPE ences 2: 505-508. (PR) cruise in the Southern Ocean’. Goldschmidt. Book of Mees, F., Cornelis, E., Jacobs, P., Doménech Cárbo, M. T. & abstracts. Davos, Switzerland. Römich, H. 2009. ‘Microfocus X-ray computed tomog- Cardinal, D., Carbonnel, V., Chou, L., Van Damme, S. & André, raphy analysis of corroded glass objects’. Engineering L. 2009. ‘Seasonal variations of silicon isotopes in Geology 103: 93-99. (PR) rivers: Impact of land-use and other biogeochemi- Opfergelt, S., de Bournonville, G., Cardinal, D., André, L., cal processes’. ASLO Aquatic Science Meeting. Book of Delstanche, S. & Delvaux, B. 2009. ‘Impact of soil abstracts. Nice, France. weathering degree on silicon isotopic fraction- Cocquyt, C., Horion, S., Bergamino, N., Naithani, J., ation during adsorption onto iron oxides in basal- Deleersnijder, E., André, L., Descy, J. P. & Cornet, tic ash soils, Cameroon’. Geochimica Cosmochimica Y. 2009. ‘Limnological variability and pelagic fish Acta 73: 7226-7240. URL: http://dx.doi.org/10.1016/j. abundance (Stolothrissa tanganicae and Lates stap- gca.2009.09.003 (I.F. 4.235) persii) in Lake Tanganyika’. Hydrobiologia 625 (1): 117- Opfergelt, S., Cardinal, D., André, L., Delvigne, C., Brémond, 134. Springer. DOI: 10.1007/s10750-009-9701-4. L. & Delvaux, B. 2009. ‘Tracing impact of banana cul- (I.F. 1.45) ture in tropical basaltic ash soils using d30Si and Ge/ Dehairs, F., André, L. & Cardinal, D. 2009. ‘Late summer Si’. Silicon by the Sea - 3rd Workshop on the Aque- mesopelagic carbon remineralization in the Atlan- ous Chemistry and Biochemistry of Silicon. Book of tic sector of the Antarctic Circumpolar Current’. ASLO abstracts. San Diego, USA. Aquatic Science Meeting. Book of abstracts. Nice, Opfergelt, S., Cardinal, D., André, L., Delvigne, C., Brémond, France. L. & Delvaux, B. 2009. ‘Tracing impact of banana cul- Delstanche, S., Opfergelt, S., Cardinal, D., Elsass, F., André, ture in tropical basaltic ash soils using d30Si and Ge/ L. & Delvaux, B. 2009. ‘Silicon isotopic fractionation Si’. Silicon by the Sea - 3rd Workshop on the Aque- during adsorption of aqueous monosilicic acid onto ous Chemistry and Biochemistry of Silicon. Book of iron oxide’. Geochimica Cosmochimica Acta 73: 923- abstracts. San Diego, USA. 934. URL: http://dx.doi.org/10.1016/j.gca.2008.11.014 Plisnier, P.-D., Mgana, H., Kimirei, I., Chande, (I.F. 4.235) A., Makasa, L., Chimanga, J., Zulu, F., Delvigne, C., Opfergelt, O., Cardinal, D., Delvaux, B. & André, Masalehdani, M. N., Mees, F., Dubois, M., Coqui- L. 2009. ‘Distinct silicon and germanium pathways not, Y., Potdevin, J. L., Fialin, M. & Blanc-Valleron, M. in the soil-plant system: evidence from banana M. 2009. ‘Condensate minerals from a burning coal and horsetails’. Journal of Geophysical Research – waste heap in Avion, northern France’. Canadian Min- Biogeosciences 114: G02013. URL: http://dx.doi. eralogist 47: 573-591. (PR) org/10.1029/2008JG000899 (I.F. 3.147) Van Damme, S., Govers, G., Struyf, E., Van Wesemael, B., Fripiat, F., Corvaisier, R., Navez, J., Elskens, M., Schoemann, Clymans, W., Frot, E., Cardinal, D., Smis , A. & Meire, V., Leblanc, K., André, L. & Cardinal, D. 2009. ‘Measur- P. 2009. ‘The effect of land-use changes on silica ing production-dissolution rates of marine biosilica transport through river basins’. ASLO Aquatic Science determined by 30Si isotope dilution using a high res- Meeting. Book of abstracts. Nice, France. olution sector field inductively coupled plasma mass spectrometer (HR-SF-ICP-MS)’. Limnology and Ocean- ography – Methods, 7: 470-478. URL: http://www.aslo. Physical and Mineral Chemistry org/lomethods/free/2009/0470.pdf (I.F. 1.832) Berger, J, Ennih, N, Mercier, J. C. C., Liégeois, J.-P. & Demaiffe, Gabrielli, P., Planchon, F., Barbante, C., Boutron, C., Petit, J. R., Bulat, S., Hong, S., Cozzi , G. & Cescon, P. 2009. ‘Ultra- D. 2009. ‘The role of fractional crystallization and low Rare Earth Elements content in accreted ice from late-stage peralkaline melt segregation in the miner- sub-glacial Lake Vostok, Antarctica’. Geochimica et alogical evolution of Cenozoic nephelinites/phono- Cosmochimica Acta 73: 5959-5974. (PR) lites from Saghro (SE Morocco)’. Mineralogical Maga- Hughes, H., Cardinal, D., Sondag, F., Bouillon, S., Borges, A. zine 73: 59-82. DOI: 10.1180/minmag.2009.073.1.59. V. & André, L. 2009. ‘Seasonal and spatial variations (I.F. 0.810) of silicon isotopes in large tropical rivers’. ASLO meet- Berger, J, Caby, R, Liégeois, J.-P., Mercier, J. C. C. & Demaiffe, ing. Book of abstracts. D. 2009. ‘Dehydration, melting and related garnet Hughes, H., Cardinal, D., Sondag, F., Cocquyt, C., Bouillon, S., growth in the deep root of the Amalaoulaou Neo- Borges, A. V., Pandi, A. & André, L. 2009. ‘Seasonal and proterozoic magmatic arc (Gourma, NE Mali)’. Geo- spatial variations of silicon isotopes in large tropical logical Magazine 146: 173-186. DOI: 10.1017/ rivers’. Third scientific meeting of the Hybam Observa- S0016756808005499. (I.F. 1.853) tory on amazonian rivers. Book of abstracts. Henry, B, Liégeois, J.-P., Nouar, O, Derder, M. E. M., Bayou, B, Hughes, H., Cardinal, D., Cocquyt, C., Bouillon, S., Borges, A. Bruguier, O, Ouabadi, A, Belhai, D, Amenna, M, Hemmi, V., Pandi, A. & André, L. 2009. ‘Seasonal and spatial A & Ayache, M. 2009. ‘Repeated granitoid intru- variations of silicon isotopes in large tropical riv- sions during the Neoproterozoic along the western ers’. First World Young Earth-Scientists Congress. Book boundary of the Saharan metacraton, Eastern Hog- of abstracts. gar, Tuareg shield, Algeria: An AMS and U-Pb zircon Aardwetenschappen 59

age study’. Tectonophysics 474: 417-434. Amster- Descheemaeker, K., Kindeya Gebrehiwet, Moey- dam: Elsevier. DOI: 10.1016/j.tecto.2009.04.022. ersons, J., Munro, N., Deckers, J. & De Dapper, (I.F. 1.677) M. 2009. ‘Land degradation and resilience in the Talmat, S. B., Liégeois, J.-P. & Ouabadi, A. 2009. ‘Résultats North Ethiopian Highlands as evidenced by historical préliminaires de l’étude géochimique du batholite photographs’. International Conference on Land Con- de l’Amsel (LATEA, Hoggar, Algérie)’. Journées scienti- servation, 26-30 May 2009. Book of abstracts. Tara fiques. FSTGAT. Book of abstracts. Mountain, Serbia: University of Belgrade, Faculty of Forestry, p. 90. (PR) Nyssen, J., Poesen, J., Mitiku Haile, Moeyersons, J., Deck- Geomorphology ers, J. & Hurni, J. 2009. ‘Effects of land use and land Descheemaeker, K., Moeyersons, J., Deckers, J. & Munro, cover on sheet and rill erosion rates in the Tigray N. 2009. ‘Desertification and land resilience in the Highlands, Ethiopia’. Zeitschrift für Geomorphologie north Ethiopian highlands as evidenced by historical N.F. 53(2): 171-197. (I.F. 1.250) photographs’. Class of Natural and Medical Sciences, Nyssen, J., Clymans, W., Poesen, J., Vandecasteele, I., De 27 January 2009. Book of abstracts. Brussels: Belgian Baets, S., Nigussie Haregeweyn, Naudts, J., Aman- Royal Academy for Overseas Sciences. (PR) uel Hadera, Moeyersons, J., Mitiku Haile & Deckers, Moeyersons, J., Trefois, Ph., Nahimana, L., Ilunga, L., Van- J. 2009. ‘How soil conservation affects the catchment decasteele, I., Biyzigiro, V. & Sadiki, S. 2009. ‘River sediment budget – a comprehensative study in the and landslide dynamics on the western Tanganyika north Ethiopian highlands’. Earth Surface Processes rift border, Uvira, D.R.Congo: diachronic observations and Landforms early view. (I.F. 1.917). and a GIS inventory of traces of extreme geomorphic Sadiki Ndyanbo, S., Vandecasteele, I., Moeyersons, J. & activity’. Natural Hazards 21: 21. Amsterdam: Else- Trefois, P. 2009. ‘Climate-related natural hazards in vier. DOI: 10.1007/s11069-009-9430-z. (PR) Bukavu’. International Symposium: developing coun- Nyssen, J., Mitiku Haile, Naudts, J., Monroe, N., Poesen, J., tries facing global warming: a post-Kyoto assessment, Moeyersons, J., Frankl, A., Deckers, J. & Pankhurst, 12-13 June 2009. Book of abstracts. Brussels: United R. 2009. ‘Desertification? Northern Ethiopia re-pho- Nations Brussels, Royal Academy Overseas Sci- tographed after 140 years’. Science of the Total Envi- ences, p. 71. (PR) ronment early view. (PR) Tesfamichael GebreYohannes, De Smedt, F., Miruts Hagos, Nyssen, J., Clymans, W., Descheemaeker, K., Poesen, J., Van- decasteele, I., Vanmaercke, M., Amanuel Zenebe, Kassa Amare, Kurkura Kabeto, Abdulwassie Hous- Mitiku Haile, Moeyersons, J., Martens, K., Van Camp, sein, Nyssen, J., Bauer, H., Moeyersons, J., Deckers, J. & M., Deckers, J. & Walraevens, K. 2009. ‘Hydrological Nurhussein Taha. 2009. Large-Scale Geological map- Response of Catchment Management in the North ping of the Geba basin, northern Ethiopia. Tigray Live- Ethiopian Highlands’. AGU Chapman Conference lihood Papers. on Examining Ecohydrological Feedbacks of Land- Vandecasteele, I., Moeyersons, J., Byizigiro, V., Nkurunziza, scape Change Along Elevation Gradients in Semiarid D., Muhindo, S., Nahimana, L., Lutumba, I., Sadiki, N. Regions. Boise and Sun Valley, Idaho, USA 4-8 October, & Trefois, P. 2009. ‘Spatial and temporal distribution 2009. Book of abstracts, pp. 51-52. (PR) of geomorphic hazards: the new “Natural Hazards Nyssen, J., Frankl, A., Mitiku Haile, Nigussie Haregeweyn, Database for Central Africa”’. 7th International Con- Descheemaeker, K., Moeyersons, J., Deckers, J., ference on Geomorphology (ANZIAG), 6-11 July 2009, Munro, N. & Poesen, J. 2009. ‘Repeat photography for Melbourne. Book of abstracts, cd of the congress. (PR) evaluation of desertification and land resilience: the Walraevens, K., Vandecasteele, I., Martens, K., Nyssen, North Ethiopian highlands rephotographed since J., Moeyersons, J., Tesfamichael GebreYohannes, 1868’. Second Conference on Desertification, 24 janu- De Smedt, F., Poesen, J., Deckers, J. & Van Camp, ary 2009. Book of abstracts. Ghent: Unesco Chair on M. 2009. ‘Groundwater recharge and flow in a small Eremology, p. 14. (PR) mountain catchment in northern Ethiopia’. Hydro- Nyssen, J., Frankl, A., Poesen, J., Mitiku Haile, Gebreyo- logical Sciences 54 (4), special issue: Groundwater and hannes Girmay, Bauer, H., Nigussie Haregeweyn, Climate in Africa: 739-753. Amsterdam: Elsevier. (PR) 60 Kennisverspreiding

Kennisverspreiding

n METAFRO het online beschikbaar maken van een gegevens- Metafro-Infosys (Metadata African Organization- bank voor de bevordering van het socio-cultureel Information System) is een metadatabank die en historisch onderzoek met betrekking tot het informeert over gegevensbronnen met betrekking hinterland van de oevers van het Tanganyikameer. tot Midden-Afrika. Deze online databank verstrekt Deze gegevensbank telt meer dan 3000 bibliogra- ook inlichtingen over uiteenlopende domeinen fische referenties en een inventaris van de weten- zoals economie, politiek, landbouw en geologie. De schappelijke tijdschriften die informatie bevat- dienst Metafro is verantwoordelijk voor de ontwik- ten over de streek. Een interface voor de toevoer keling van deze interface en levert tevens steun aan van gegevens opereert via het KMMA-intranet en de museumafdelingen op het vlak van informatica. een tweetalige site op maat werd ontworpen om deze gegevens op internet beschikbaar te maken De museumwebsite www.africamuseum.be werd (http://tanganyikabase.africamuseum.be). volledig herzien in 2009. De nieuwe site ging online in 2010. Naast de aanmaak van up-to-date Voorts nam de dienst deel aan de hosting van het teksten en functionaliteiten voor de nieuwe web- project Geco (Geology for an economical sustaina- site, integreerde de dienst ook de gegevens van ble development, http://geco.africamuseum.be). Metafro dat tot nog toe beschikte over een eigen Metafro verleende tevens zijn medewerking bij URL-adres. Overigens ontwikkelde de dienst een de verwezenlijking van digitale bakens en digitale multidisciplinair zoeksysteem gebaseerd op pro- geografische kaarten, leverde een technische dra- gramma’s zoals Talend (dialogeren met databan- ger voor de creatie en het retoucheren van beel- ken) en Sphinx (indexering), teneinde de zoekmo- den en assisteerde bij de aanmaak van didacti- dules (losse tekst of sleutelwoorden) te kunnen sche kaarten voor de educatieve ateliers … gebruiken op de toekomstige website. Een appli- catie zorgt ervoor dat zowel de wetenschappelijke n Bibliotheek onderzoeksprojecten als de wetenschappelijke De bibliotheek steunt de museumafdelingen door publicaties van onderzoekers worden gecentra- uiteenlopende taken te vervullen: follow-up boe- liseerd in een enkel systeem. Dit schept allerlei kenaankoop, catalogiseren en retrocatalogiseren nieuwe mogelijkheden: de aanmaak van nieuwe van boeken, beheer van interne en externe uitle- teksten voor de geactualiseerde website, het ningsaanvragen, beheer van de uitwisseling van samenstellen van het jaarverslag van de publica- publicaties met andere instellingen. ties, de creatie van een centrale informatiepool die inspeelt op diverse interne vereisten. Dit sys- Tot op heden werden er 22 000 boeken gecata- teem zal de interne functionering van het KMMA logiseerd in het geïntegreerde bibliotheekbe- sterk vereenvoudigen, aangezien een eenmalige heersysteem (Aleph 500 / Libis) van de meer dan codering diverse doeleinden dient. 130 000 in het museum geïdentificeerde boeken. Het digitaliseringsproject van de documentaire De dienst Metafro verleent ook steun en advies fondsen blijft dus een prioriteit. Deze digitale aan de verschillende museumafdelingen op het catalogus is geïntegreerd in het netwerk Libis-Net vlak van informatica. Het zwaartepunt ligt hierbij en Bib-belgium (gemeenschappelijke catalogus op de expertise geleverd in het kader van de lan- van de bibliotheken ESF-SPF). cering van bepaalde projecten of voor de structu-

rering van kleinschalige databanken. n Publicaties Een belangrijk initiatief in 2009 was ook het online plaatsen van ‘Société, Culture et Histoire Sinds zijn oprichting in 1887 gaf het Museum du Rwanda. Encyclopédie bibliographique’ van de meer dan 1500 publicaties uit met betrekking afdeling Sociale Antropologie (http://rwandabase. tot uiteenlopende domeinen. Het gaat vooral om africamuseum.be). wetenschappelijke werken in de vorm van reek- sen en monografieën. Daarnaast verschenen er De dienst realiseerde nog een tweede project voor echter ook talrijke catalogi, museumgidsen, cd’s de afdeling Sociale Antropologie: de aanmaak en en dvd’s. Het verkoopcijfer van de Publicatiedienst Kennisverspreiding 61 stabiliseerde zich rond 2005 met een bedrag van texte de Roger Pierre Turine. Catalogue de omgeveer 100 000 euro. 2009 was een beter jaar l’exposition. Co-édition du MRAC et de 5 wat de verkoop betreft dan 2008 en zelfs dan 2007, Continents Editions (Milan) (PR). dat op een verkoopcijfer kon bogen dat boven de Persona – Maskers uit Afrika. Verborgen en 100 000 euro uitsteeg. ontsluierde identiteiten door Anne-Marie De wetenschappelijke publicaties spelen niet Bouttiaux met een tekst door Roger Pierre alleen een belangrijke rol in de kennisversprei- Turine. Catalogus van de tentoonstelling. ding, de internationale uitwisseling van publica- Uitgave door het KMMA en 5 Continents ties zorgt ook voor heel wat aanwinsten. Editions (Milaan) (PR). In 2009 verschenen er 18 titels: Partnerships Natuurwetenschappen Nouvelle histoire du Congo. Des origines à la République démocratique, Isidore Ndaywel Journal of Afrotropical Zoology, vol. 5, onder leiding è Nziem, Co-editie Le Cri (Brussel), Afrique van R. Jocqué (PR). Editions (Kinshasa) met het KMMA. R. Manconi en R. Pronzato, African Sponges, in Series « Studies in Afrotropical Zoologie », Online publicaties vol. 295 (PR). Les Instruments de musique gban van Konin Aka. La Faune terrestre de l’archipel des Comores, La Métallurgie des Sénoufo et des Guéré de Côte Louette, Meirte, Jocqué et al. herdruk 2009. d’ivoire van Arnoldussen et al. Traditions musicales chez deux peuples Menswetenschappen gour du Nord-Est de la Côte d’Ivoire : Bostoen, K., Devos, M., Janssens, B. & Maniacky, J. cas des Nafana et des Dégha de la région de (uitgs). Africana linguistica, vol. XV (PR). Bondoukou van Konin Aka. De Grauwe, J., Lexique yoombe-français, in « Tervuren Series for African Language Diverse Documentation and Description ». Gérard, I. 2008. « Publier sur et pour l’Afrique : Cahier africain, nr. 75 : Gauthier de Villers, RDC, De les éditions du Musée royal de l’Afrique la guerre aux élections. L’ascension de Joseph centrale ». L’Invitation au musée (Courrier Kabila et la naissance de la 3e république (PR), du Patrimoine culturel de la Communauté co-editie KMMA/L’Harmattan. française) 21: 26-29. Cahier africain nr. 76, uitg. Th. Trefon, Réforme au Congo : attentes et désillusions, co-editie KMMA/L’Harmattan. n Doctorandi 2009 G. Gansemans, Instruments de musique. Série De wetenschappers van het museum begeleiden “Collections du MRAC”. heel wat doctorandi bij hun proefschrift. In 2009 G. Gansemans, Muziekinstrumenten. Reeks werden volgende dissertaties gepresenteerd: “Collectie van het KMMA”. G. Gansemans, Organology. Series “Collections of Ornithologie RMAC”. E. Mulotwa: “Ecologie du Paon Congolais Afropavo Buiten reeks congensis Chapin en vue de sa Conservation”. J. Omasombo et al., Biographies des acteurs Doctoraatsthesis, Université de Kisangani, politiques de la 3e République RDC, nieuwe DRCongo, promotor: A. Dudu, copromotor: M. Lou- aangevulde editie. ette, 19 februari 2009.

Tentoonstellingscatalogi Houtbiologie Persona – Masks of Africa. Identities Hidden and C. Delvaux: “Strip-trees: The Life After. Responses Revealed by Anne-Marie Bouttiaux with to Bark Harvesting of Medical Tree Species from a text by Roger Pierre Turine, Exhibition’s Forêt Classée des Monts Kouffé, Benin.” catalogue. Published by RMCA and 5 Postdoctoraal proefschrift, Faculty of Bioscience Continents Editions (Milan) (PR). Engineering, Universiteit van Gent, promotoren: Persona – Masques d’Afrique. Identités cachées et prof. Patrick Van Damme, prof. Brice Sinsin en dr. révélées par Anne-Marie Bouttiaux avec un Hans Beeckman, 15 september 2009. 62 Kennisverspreiding

Algemene geologie Linguïstiek A. Melnik: “La gestion des risques naturels et M. Michael Kasombo: “Le kanincin : description anthropiques dans la région du lac Baïkal : une grammaticale et interprétation prospective des approche spatio-temporelle”. unité prosodiques”. Doctoraatsthesis, Université de Liège, promoto- Doctoraatsthesis, Université de Lubumbashi, pro- ren: A. Ozer en S. Shmitz, 9 februari 2010. motor: D. Nkiko, co-promotor: J. Maniacky, 2 mei 2009. Isotopengeologie F. Béchri-Benmerzoug: “Pétrologie, géochimie Geomorfologie isotopique et géochronologie des granitoïdes G. Y. Tesfamichael, postdoctoraal proefschrift panafri­cains de type TTG de Silet : contribution à hydrogeologie, Vrije Universiteit Brussel en la connaissance de la structuration du bloc d’Iskel Mekelle University, 28 september 2009. (Silet, Hoggar occidental) Algérie”. A. Zenebe Abraha, postdoctoraal proefschrift Doctoraatsthesis van de Université des Sciences hydrogeologie, Katholieke Universiteit Leuven en et Techniques Houari Boumediene, Alger, Algerije, Mekelle University, 28 september 2009. thesispromotor: prof. Abla Azzouni-Sekkal, op 17 december 2009. Kennisverspreiding 63 Foto © KMMA de collecties 66 De collecties

COLLECTIEBEHEER

Het KMMA heeft erg diverse collecties van grote De dienst is verantwoordelijk voor alle collecties wetenschappelijke waarde. De meeste stukken van de departementen Antropologie en Geschie- werden voor de onafhankelijkheid in Congo ver- denis, behalve de archeologische collecties. In zameld, maar de collecties blijven aangroeien 2008 is men de collecties beginnen te digitalise- dankzij wetenschappelijke expedities, aankopen ren, een belangrijk onderdeel van het takenpak- en giften. ket. Binnen het departement Natuurwetenschappen beschikt elke afdeling over haar eigen collectie. Digit08 Voor het departement Menswetenschappen werd Na jaren van intensieve voorbereidingen brak in in 2006 de coördinatiedienst Collectiebeheer 2009 de beslissende fase van het digitaliserings- opgericht. project aan. Digit08 is de eerste fase van het digita- De dienst Collectiebeheer voert haar taken voor- liseringsproject dat gedeeltelijk door het Federaal namelijk uit in twee domeinen: enerzijds is er het Wetenschapsbeleid wordt gefinancierd. Tijdens fysiek beheer en anderzijds zorgt ze voor de basis- deze fase moeten alle fiches van de etnografische registratie van de museumcollecties. De dienst objecten en een deel van de fotografische collec- leidt verschillende projecten en verleent ook dien- ties gedigitaliseerd zijn, goed voor zo’n 190 000 sten die verband houden met de collecties, zoals afbeeldingen. Het scannen werd uitbesteed en die bezoekers verwelkomen, objecten voor interne en externe firma heeft nu vertraging opgelopen. De externe tentoonstellingen uitlenen, reproducties wetenschappers en de informaticadienst van het maken door digitale fotografie of scanning. museum hebben oplossingen gevonden zodat er geen al te grote vertraging was die ook andere Basisregistratie is de niet-wetenschappelijke projecten zou treffen zoals de website met de col- gegevens beheren terwijl we met fysiek beheer lecties van het museum. verwijzen naar het depotbeheer, de conservatie en restauratie van de objecten. Voorbereiding van tentoonstellingen De objecten worden meestal uitgeleend op aan- In samenwerking met een externe firma heeft de vraag van buitenaf. De dienst waakt er in het bij- afdeling 180 sokkels gebruiksklaar gemaakt voor zonder over dat de procedures gerespecteerd en de maskers uit de tentoonstelling Persona. Er de objecten veilig vervoerd worden. werden ook zo’n zestig interne steunstructuren uit schuimrubber gemaakt. Een twintigtal stuk-

Vervaardiging van inwendige steunen in schuimrubber. Foto © KMMA De collecties 67 ken moest daarnaast nog gerestaureerd worden. deel uitmaakt van de permanente tentoonstelling De dienst heeft ook meegewerkt aan de voorbe- van het museum, was met een bepaalde soort reiding van de tentoonstellingen Congostroom en kever besmet. Alle objecten werden er ontsmet en Indépendance ! gereinigd.

Strijd tegen schadelijke insecten Verbetering van de conservatieomstandigheden Er werden regelmatig controles uitgevoerd, zowel Net als de vorige jaren werden inspanningen gele- in de verschillende reserves als op de objecten in verd om de objecten op lange termijn beter te de tentoonstellingen Omo en Persona. De metin- conserveren. Om schade te voorkomen hebben de gen worden up-to-date gehouden en bewaard leden van de dienst er namelijk voor gezorgd dat voor eventuele raadplegingen in de toekomst. Een ze de objecten beter beschermden, het contact- vijftigtal objecten werd in de koelkast geplaatst materiaal vervingen en nieuwe behandelingsme- om ze te ontsmetten. Een te groot masker werd thodes voor conservatie toepasten. In 2009 werd vacuümverpakt. De objecten werden daarna gron- een lokaal helemaal heringericht om te voldoen dig gereinigd. De landbouweconomiezaal, die aan de vereisten voor conservaties. Dankzij de

Metalen steunsokkel. Na restauratiebehandeling. Stenen beeldje klaar voor een bruikleen. Foto © KMMA Foto © KMMA Foto © KMMA

aanpassingen kunnen de etnografische objecten, nial Hall (Hala Stulecia), Wroclaw, Polen; Dr. Guis- archieven en schilderijen die er stonden makkelij- lain Museum, Gent; Bruneaf - P. Bergé, Brussel; ker behandeld en beter bewaard worden. Museu Nacional de Arte Antiga, Lissabon, Portugal; Koninklijk Paleis, Brussel; VIP-ruimte luchthaven Objecten in bruikleen van Zaventem; Brussels Museum van de Molen; 345 objecten werden in bruikleen gegeven voor musée Dapper, Parijs; Wereldmuseum, Rotterdam, 17 tentoonstellingen buiten het museum. De volgende instellingen hebben van onze objec- Nederland; MIM, Brussel; Arts en marge-museum, ten gebruik kunnen maken: het Teylersmuseum, Brussel; Musical Instruments Museum, Phoenix, Haarlem, Nederland; De Elektriciteitscentrale, VS; musée des Timbres et des Monnaies, Monaco; Brussel; het musée du Quai-Branly, Parijs; Centen- musée de l’Automobile, Monaco. Foto I. Gérard © KMMA organisatie 70 Organisatie

PARTNER VAN DE BELGISCHE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

De Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGD) speelt een cruciale rol in de financiering van de ontwikkelingssamenwerkingsprojecten van het museum. In 1998 werd voor het eerst een samenwerkingsprotocol ondertekend, dat in 2007 werd herzien voor de periode 2008-2012.

Hier volgt een greep uit de activiteiten – zowel in Prijs Belgische Ontwikkelingssamenwerking het noordelijk als zuidelijk halfrond – die het DGD Het museum is sinds 1998 verantwoordelijk voor in 2009 heeft (mede)gefinancierd: de organisatie en coördinatie van de Prijs Belgi- sche Ontwikkelingssamenwerking. Deze tweejaar- - de voorbereiding van de tentoonstellingen Con- lijkse prijs kan worden toegekend aan studenten gostroom en Indépendance !; het onderzoeks- en jonge onderzoekers, uit België en uit ontwikke- project ‘Territoriale decentralisatie en provinci- lingslanden. In 2009 werd de formule voor de uit- aal beheer in de DRC. Vergelijkende studie van reiking herzien. De volgende edities, vanaf 2010, de provinciale eenheden’. zullen georganiseerd worden rond een centraal thema. Voorafgaand aan de prijsuitreiking zal er - samenwerking met Afrikaanse instellingen voor een studiedag zijn rond datzelfde thema. lopende projecten: Musée national de Lubum- De editie van 2010 werd op 31 maart 2009 gelan- bashi, Centre de recherches géologiques et ceerd rond het thema ‘biodiversiteit en milieu voor minières & université de Lubumbashi, Centre een beter leven’. Van april tot september werden d’études politiques (universiteit van Kinshasa), de kandidaten in samenwerking met 61 experts Centre d’études et de recherches documen- geëvalueerd. Alle 44 ontvankelijk verklaarde wer- taires sur l’Afrique centrale (universiteit van ken werden gelezen en beoordeeld door 3 onaf- Lubumbashi), École régionale postuniversitaire hankelijke experts. De jury heeft daaruit in oktober d’aménagement et de gestion intégrés de forêts 2009 10 kandidaten geselecteerd en uitgenodigd et territoires tropicaux in Kinshasa, Sokoine Uni- voor de prijsuitreiking op 24 maart 2010. versity of Agriculture in Tanzania en de Rwan- dese geologische dienst. De toegekende bedragen werden eveneens herzien zodat er nu kredietlijnen van in totaal 25 000 € - de in 2009 opgestarte projecten: ontwikkeling uitgereikt worden opdat de laureaten hun profes- van een tentoonstellingszaal en een referentie- sionele carrière verder kunnen uit­bouwen: tentoonstelling in het Institut des musées nati- - 5000 € voor 1 student verbonden aan een Bel- onaux du Congo in Kinshasa, en capaciteitsver- gische universiteit/hogeschool. sterking in de universiteit van Kinshasa en de - 5000 € voor 1 student verbonden aan een uni- universiteit Marien Ngouabi (Brazzaville) voor versiteit/hogeschool in een partnerland van de het onderwijs van de Kikongo-taal en de inter- Belgische Ontwikkelingssamenwerking. gratie ervan in het onderwijssysteem. - 15 000 € voor 1 jonge onderzoeker verbonden aan een universiteit in een partnerland van de De Belgische Ontwikkelingssamenwerking onder- Belgische Ontwikkelingssamenwerking. steunt eveneens de educatieve kinderactiviteiten in het museum, zoals de permanente workshops Stages en verblijf van studenten en Afrikaanse en vakantiestages. Ze biedt ook steun aan het onderzoekers COMRAF (KMMA-comité - Afrikaanse verenigin- In 2009 kon het KMMA met de steun van DGD een gen) waarin verkozen vertegenwoordigers van zestigtal personen verwelkomen voor de groeps- Afrikaanse verenigingen in België zetelen en men- en individuele stages. Voor het eerst werd er een sen uit de Afrikaanse gemeenschap die de directie groepsstage georganiseerd rond de taxonomie van het KMMA kan raadplegen voor alle activitei- en systematiek van Afrikaanse fruitvliegjes en die ten in het museum. wordt in 2011 vervolgd met een nieuwe sessie. Organisatie 71

Uitreiking van de certificaten na de teledetectiestage. Van links naar rechts: Guido Gryseels, directeur van het museum; Cécile Olive Mbesse (Kameroen); Luc André, hoofd van de afdeling Geologie. Foto © KMMA

Dankzij de follow-up na het zomerprogramma gramma CIBA - Centre d’information sur la biodi- van de afdeling Koloniale Geschiedenis konden 3 versité africaine). jonge Congolese onderzoekers aanzienlijke vor- deringen maken met hun thesiswerk. De andere Behalve de stageprogramma’s en verblijven voor groepsstages draaiden rond FishBase, de taxono- studenten en Afrikaanse onderzoekers onder- mie van Afrikaanse vissen en teledetectie. steunt DGD ook informatiebronnen en -systemen Via de individuele stages kregen wetenschappers zoals het Knowledge Centre, FishBase, Central toegang tot de collecties, onze expertise en de African Biodiversity Information Network (CABIN), museumbibliotheken van onder meer de afdelin- en de verspreiding van de museumpublicaties in gen Afrikaanse Zoölogie en Houtbiologie (het pro- de DRCongo. 72 Organisatie

Adviesorganen

Naast de drie beheersorganen hecht het KMMA groot belang aan de samenwerking met twee adviesorganen, het Basisoverlegcomité en het COMRAF.

Het Basisoverlegcomité Het Basisoverlegcomité is een adviserend orgaan voor welzijn op het werk en werkomstandigheden. Het is samengesteld uit vertegenwoordigers van het personeel en van werknemersorganisaties (vakbon- den).

Interne leden: Guido Gryseels, voorzitter Els Cornelissen, afdelingshoofd Jan Moeyersons, afdelingshoofd Dirk Verbist, preventieadviseur Henri-Marie André Jacques Navez Eric Warner Marie-Pascale Le Grelle

Externe leden: Yvette Piérard (CCSP) Eric Van den Broeck (CCOD) Rudy Tourlamain (VSDA) Dr. Ann Reinquin, arbeidsgeneesheer

COMRAF COMRAF is het consultatief comité van het KMMA en de Afrikaanse verenigingen. Het verleent advies bij de organisatie van culturele activiteiten en tentoon- stellingen, bij de renovatie van het museum en bij de communicatie van de instelling naar de mensen uit de Afrikaanse diaspora. Organisatie 73

De beheersorganen

Het KMMA is een Federale Wetenschappelijke Instelling, een bevoegdheid van de minister van KMO’s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbe- leid. Het KMMA is administratief een staatsinstelling met een afzonder- lijk beheer en heeft drie beheersorganen.

1. De Beheerscommissie 2. Wetenschappelijke Raad De Beheerscommissie draagt de verantwoordelijk- De Wetenschappelijke Raad formuleert adviezen heid voor het financieel, materieel en administra- over de kwaliteit en de relevantie van de weten- tief beheer van de instelling. Het is een gemeen- schappelijke activiteiten van de instelling. Deze schappelijke beheerscommissie voor het KMMA en Raad bestaat voor de helft uit externe experten het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwe- van de universiteiten. De andere helft is samen- tenschappen (KBIN). De Beheerscommissie wordt gesteld uit interne leden van het leidinggevend voorgezeten door een vertegenwoordiger van de wetenschappelijk personeel. De leden van de POD Wetenschapsbeleid en bestaat uit 4 externe Wetenschappelijke Raad worden voor een periode leden van de universiteiten en managementex- van 4 jaar benoemd door de minister van Weten- perten, de algemeen directeurs van de instellingen schapsbeleid. en 2 vertegenwoordigers van de POD Wetenschaps- beleid. Interne leden • Guido Gryseels, directeur Stemgerechtigde leden • Marc De Meyer, afdelingshoofd • G. GRYSEELS, directeur KMMA • Els Cornelissen, afdelingshoofd • C. PISANI, directeur KBIN • Jean-Paul Liégeois, afdelingshoofd • R. VAN DE WALLE, POD Wetenschapsbeleid • J. de GERLACHE, communication manager Solvay NV Externe leden • B. VAN DE ROYE, bedrijfsadviseur • Pierre de Maret, Université Libre de Bruxelles, • K. VERHOEST, docent KUL voorzitter • E. SERUSIAUX, buitengewoon hoogleraar ULG • Frans Ollevier, Katholieke Universiteit Leuven • R. RENIER, POD Wetenschapsbeleid • Pierre Defourny, Université catholique de Louvain • Eric Pirard, Université de Liège Leden met raadgevende stem • Valérie Sandoz, Université de Paris I • N. VANDENBERGHE, voorzitter van de Weten- schappelijke Raad KBIN 3. De jury voor Werving en Bevordering • W. DE VOS, afdelingshoofd KBIN • P. de MARET, voorzitter Wetenschappelijke Raad, De jury voor Werving en Bevordering is verant- KMMA woordelijk voor de selectie en bevordering van • L. VAN WASSENHOVE, rekenplichtige, KMMA statutair wetenschappelijk personeel. Deze jury • G. SNYKERS, inspecteur van Financiën wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger • C. VANBEGIN, rekenplichtige, KBIN van het Federaal Wetenschapsbeleid en bestaat • J. LAVREAU, departementshoofd, KMMA uit 2 externe experten van de Belgische universi- • J. LUST, adjunct-adviseur, POD Wetenschapsbeleid teiten en de directeur van het KMMA. • Y. GOBERT, adjunct-adviseur, POD Wetenschaps- beleid Leden • O. NINANE, adjunct-adviseur, POD Wetenschaps- • Robert Van De Walle, voorzitter, Belspo beleid • Professor Marc De Batist, Universiteit Gent • S. CORNELIS, afdelingshoofd van het KMMA • Professor Olivier Gosselain, ULB • P. ANNICAERT, inspecteur-generaal van Financiën • Guido Gryseels, algemene directeur, KMMA • K. DEWULF, administratief medewerkster van het KMMA • E. DE WEER, beheerder bij KBIN 74 Organisatie

1. Indicatoren - Beheer van de collecties

Afdeling Collectiebeheer

2007 2008 2009 Externe bruiklenen 374 332 362 instellingen 21 12 17 items 353 320 345 Reproductie dossiers 196 226 257 Geregistreerde nieuwe bezoekers 24 19 16 Aantal objecten waarvoor preventieve conser- vering werd verbeterd (EO, MO, HO, AP, HP)1 4308 8041 9279 Aantal objecten waarvoor registratie in de databank werd verbeterd (EO, MO, HO)1 50 253 62 400 104 410

1 EO = etnografische objecten MO = muziekinstrumenten HO = historische objecten (objecten dept gesch) HP = historische foto’s (foto’s dept gesch) AP = oude foto’s (oa oude glasplaten) Organisatie 75

2. Indicatoren - Museumwerking en verspreiding van kennis

Bezoekers tentoonstellingen

2007 2008 2009 Aantal bezoekers 135 551 145 539 162 960 Aantal bezoekers permanente tentoonstelling 93 990 95 640 85 619 Aantal bezoekers tijdelijke tentoonstellingen 41 561 49 899 77 341

Deelname educatieve en culturele activiteiten

2007 2008 2009 Totaal aantal deelnemers aan educatieve en culturele 33 358 44 158 53 084 activiteiten Deelname scholen 19 481 20 715 19 314 Deelname jeugd buitenschools - 5502 9166 Deelname volwassenen - 13 326 17 650 Deelname gezinnen + breed publiek - 4615 6954 Deelname gerichte activiteiten, evenementen, projecten2 5767 5747 7344

2007 2008 2009 Rondleidingen 605 733 802 Workshops 699 820 749 Gebruik museumtools3 1511 2692 4324

Percentage taalverdeling 2007 2008 2009 Nederlandstalige deelname 53% 56% 49% Franstalige deelname 42% 40% 48%

Media coverage

2007 2008 2009 Aantal persartikels 441 366 388 Aantal uitzendingen TV/radio 14 11 17 Totaal 455 377 405

2 Creatief project, vakantiestages, Africa-Tervuren … 3 Doeboekje, audioguids … 76 Organisatie

3. Organisationele indicatoren

Personeel: verdeling statutairen, contractuelen volgens niveau 2007 2008 2009 Wetenschappelijk 102 112 118 Statutair 30 29 33 Contractueel 72 83 85 Niveau A 29 29 24 Statutair 5 7 6 Contractueel 24 22 18 Niveau B 29 27 29 Statutair 18 16 15 Contractueel 11 11 14 Niveau C 67 65 66 Statutair 44 41 42 Contractueel 23 24 24 Niveau D 74 71 71 Statutair 6 6 6 Contractueel 68 65 65 Totaal 301 304 308

Afwezigheid (Bron : MEDEX) Voor het KMMA 2007 2008 2009 Gemiddeld aantal personeelsleden4 287.67 288.33 294.67 Verzuimdagen met prorata5 2543.49 2775.92 1834.98 % afwezigheden 1 dag6 34,22% 32,26% 38,84% % afwezigheden > 1 dag7 65,78% 67,74% 61,16% % ziekteverzuim van het personeel8 3,72% 4,05% 2,66%

Gender Gendersituatie voor het personeel 2007 2008 2009 Statutair, man 59 57 59 Contractueel, man 97 101 94 Statutair, vrouw 44 42 43 Contractueel, vrouw 101 104 112 Totaal 301 304 308

4 Gemiddeld aantal personeelsleden per maand in de bestudeerde periode. Elke maand waarin een personeelslid voor minstens één dag actief in dienst is, telt hij voor 1/12de mee wanneer het verzuimcijfer voor een kalenderjaar wordt berekend. 5 Het aantal niet gepresteerde werkdagen in de bestudeerde periode, ook van afwezigheden die voor de bestudeerde periode gestart zijn. Een werkdag wordt beschouwd als niet gepresteerd – en dus geteld als een volledige verzuimdag – vanaf één uur ziekte (indien geregistreerd). Het aantal afwezigheidsdagen van deeltijdse medewerkers wordt geproratiseerd (in verhouding met het werkregime). Vb. voor iemand die 4/5 werkt en 5 dagen afwezig is, is het aantal verzuimdagen 5 x 0,8 = 4. 6 Het aantal nieuw begonnen ziekteperiodes van één dag x 100 gedeeld door het totaal aantal ziektemeldingen. 7 Het aantal nieuw begonnen ziekteperiodes van meerdere dagen x 100 gedeeld door het totaal aantal ziektemeldingen. 8 Aantal verzuimdagen x 100 gedeeld door het product van het aantal voltijdse equivalenten (VTE’s) en het aantal te presteren dagen voor een VTE. Organisatie 77

4. Maatschappelijke indicatoren

2007 2008 2009 Rosetta-contracten 7 4 5 Gemeenschapsdiensten Werkstraffen 9 4 10 Artikel 60 0 0 0 78 Organisatie

Financiële balans

Ontvangsten

Dotatie 3 541 000,00 Sponsoring, giften 34 150,00 Eigen ontvangsten 1 377 389,59 Federale Overheid 4 948 803,65 Buitenl. universiteiten, Navo, Kon. Boudewijnstichting, 130 901,32 buitenl. musea + ministeries Europese Unie 462 139,31 Vlaamse Gemeenschap 9 549,52 Région wallonne 0,00 Communauté française 3 592,74 Belgische universiteiten 5 190,90 Ontvangsten vzw 0,00

TOTAAL ONTVANGSTEN 10 512 717,03

Uitgaven

Personeelskosten 5 372 716,53 Werking - bestaansmiddelen 3 337 795,13 Specifieke werking 2 110 230,12 Uitrusting - bestaansmiddelen 408 037,47 Specifieke uitrusting 81 307,56 Bibliotheek 143 054,18 Collecties 9 990,40 Bufferkrediet 0,00

TOTAAL UITGAVEN 11 463 131,39 Organisatie 79

Gebouwen

A. Het Koloniënpaleis is het oudste gebouw van het museum. Het werd opgericht naar aanleiding van de eerste Koloniale Tentoonstelling in Tervuren in 1897. Nu zijn er naast een feestzaal wetenschap- pelijke departementen in ondergebracht. In de zuidelijke vleugel vind je het departement Geologie en Mineralogie en de afdeling Prehistorie en Archeologie. De noordelijke vleugel huisvest de afdelingen Entomologie en Invertebraten niet-insecten.

B. In het directiepaviljoen zijn enkele administratieve functies ondergebracht zoals het directiesecre- tariaat, de administratie, de boekhouding en HR.

C. Het museumgebouw is toegankelijk voor het grote publiek. Hier kan je de permanente en tijdelijke tentoonstellingen bezoeken. Op de zolderverdieping zijn er de workshops en bevinden zich de bureaus van de diensten Educatie & Cultuur en Museologie.

D. Het personeel van de afdeling Geschiedenis van de Koloniale Tijd werkt in het Stanley-paviljoen.

E. Het CAPA-gebouw huisvest de afdelingen Etnografie, Etnosociologie, Etnogeschiedenis, Linguïs- tiek, Musicologie, de diensten Collectiebeheer en ICT, en de afdelingen Land- en bosbouweconomie en Vertebraten. Ook de centrale bibliotheek is hier ondergebracht.

G. Hier vind je de afdeling Eigentijdse Geschiedenis.

H. In dit gebouw is de Publicatiedienst van het museum gevestigd. 80 Organisatie