Evart Van Dieren Een Kroniek Van Het Falen
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Dit is het verhaal van een ‘gewone man’ die verzeild raakte in de omwenteling jaap bos van de negentiende naar de twintigste eeuw. Een tijd van technologische vooruitgang en een grenzeloos optimisme, maar ook enorme sociale, politieke en maatschappelijke onrust. Het leven van allen – hoofdrolspelers en fi guranten gelijk – veranderde voorgoed. Ontmoet Evart van Dieren, Amsterdams schrijver-arts, sociaalcriticus, amateurfi losoof en auteur van een groot maar inmiddels vergeten oeuvre. Hij gleed als een schim langs de geschiedenis en werd wie hij niet had moeten zijn: een mislukking. Vijand van alles wat nieuw was, slaagde hij er niet in de moderne Dieren van Evart tijd tegen te houden. Wel lukt het om met zijn vreemde werken zijn tijdgenoten op unieke wijze een spiegel voor te houden. Als miskende buitenstaander bleek hij echter buitengewoon getalenteerd. Kroniek van het falen beschrijft de strijd van een sympathieke dwarsligger die gedoemd was te verdwijnen in de marge van het leven, en in die marge tenslotte een eigen plek wist op te eisen. Dr. Jaap Bos is verbonden aan de afdeling Algemene Sociale Wetenschappen (ASW) van de Universiteit Utrecht. ‘Het exemplarische lot van de eeuwige buitenstaander wordt door Bos meesterlijk en met veel gevoel voor stijl beschreven. Een schitterend portret van de interes- een kroniek van het falen santste querulant van Nederland.’ – Annet Mooij, redacteur De Gids ‘Evart van Dieren was een ongemakkelijk heerschap, een dwarsligger, een ridder van de droevige fi guur. Hij schreef een leven lang door aan een geagiteerd oeuvre dat geheel uit anti’s bestaat: anti-Troelstra, anti-Freud, anti-Darwin. Kortom: een man die je graag eens zou ontmoeten. Maar dan wel op de manier die Jaap Bos nu zo mooi heeft verzorgd: op papier.’ – Douwe Draaisma, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de Psychologie Evart van ‘Voor Evart van Dieren veranderde de wereld te snel. Hij zette zijn hakken in het zand en koos de positie van de buitenstaander. Met zijn borende studie over deze historische fi guur roept Jaap Bos een wereld op die verdacht veel lijkt op de onze.’ – Bert Theunissen, hoogleraar Geschiedenis van de Natuurwetenschappen Dieren een kroniek van het falen isbn 9789089640048 www.aup.nl jaap bos 9 789089 640048 amsterdam university press amsterdam university press Evart van Dieren.indd 1 01-02-2008 11:38:51 Evart van Dieren Evart van Dieren een kroniek van het falen Jaap Bos Amsterdam University Press Dit boek kwam tot stand met financiële steun van de Stichting Historia Medicinae en de Historische Vereniging Zutphen Omslagillustratie: foto Evart van Dieren Ontwerp omslag: Geert de Koning, Kampen Lay-out: Paul Boyer, Amsterdam isbn 9789089640048 nur 680/764 © Amsterdam University Press, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 kb Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Inhoud Voorwoord 7 1 De geboorte van een mislukking 12 2 Kiemen van een polemisch leven 27 3 Ik heb altijd gelijk 71 4 De geboorte van een idee-fixe 91 5 Een prachtige vijandschap 109 6 Een briefwisseling 123 7 Een onderaards bestaan 139 8 De schrijver en het woord 174 9 Eén tegen allen, allen tegen één 191 10 Onder vijanden en figuranten 227 11 Slotbeschouwing. Over marginaliteit als bestaanswijze 248 Overzicht publicaties van Van Dieren 259 Overzicht publicaties over Van Dieren 264 Geraadpleegde archieven 267 Fotoverantwoording 267 Noten 268 Register 288 selbst der Untergang war ihm nur ein Vorwand, zu sein: seine letzte Geburt Rainer Maria Rilke Un homme seul est toujours en mauvais compagnie Paul Valérie Voorwoord Mijn eerste Van Dieren kwam ik jaren geleden tegen in een Utrechts antiquariaat, waar mijn oog viel op de onweerstaanbare titel Prof. Freud en het door velen onderschatte perverse gevaar. Ik kocht het, hoewel ik eigenlijk vond dat er te veel voor werd gevraagd, de verzekering van de boekhandelaar ten spijt dat het een titel was die je zelden tegenkwam en dat er mensen waren die deze schrijver verzamelen. Het boek was nog nooit gelezen; het was zelfs nog nooit openge- sneden. Ik deed dus waar de vorige eigenaar van af had gezien: ik nam een mes en sneed het pagina voor pagina open – en verminderde zo de antiquarische waarde. In die ontwijdende handeling, waarmee lezers zich langgeleden een boek toe-eigenden, opende zich een bijna intieme 7 wereld. Wankelend, als koorddansers, stevenen lezer en schrijver op elkaar af over het smalle pad van het geschreven woord dat hen in tijd en ruimte van elkaar scheidt en toch verbindt. De deur van de werkkamer zwaait open en daar ontwaren we de auteur, lezend, verzamelend, schiftend, overdenkend, schrijvend en drukproef corrigerend. Zuchtend kijkt hij op van zijn werk, de lezer volgt zijn blik en merkt een motto op dat aan de muur van de werkkamer prijkt: The only real failure is to give up trying, maar hij weet niet wie hier wordt aangespoord nooit op te geven: lezer of schrijver? Nu de lezer die werkkamer is binnengestapt kan hij er al bijna niet meer uit. Vanaf de eerste pagina dwarrelden ronkende zinnen over elkaar als confetti tijdens carnaval; er viel geen touw aan vast te kno- pen. Zo’n bizar boek was ik niet eerder tegengekomen. Het nam de schrijver voor me in. Toch ben ik hem pas later gaan lezen, min of meer bij toeval. Ik hield een vrolijke voordracht over ‘marginale kritiek op de psychoanalyse’ waarin ik ook naar dit boek verwees. Een redacteur van een historisch tijdschrift vroeg of ik dat verhaal over die gekke Hollander niet wilde omwerken tot een artikel, en in een onbewaakt ogenblik zei ik niet nee. Bij het uitwerken ervan vroeg ik, brave wetenschapper die ik nu eenmaal ben, de beschikbare literatuur op die in de bibliotheek voorhanden is. En zo, terwijl de ene vreemd- soortige titel na de andere binnendruppelde, raakte ik langzaamaan gefascineerd door het buitenissige werk en een nog merkwaardiger leven. Als ik de historicus Richard Holmes mag geloven gaat het meestal zo. Nog ben ik verbaasd over de overstelpende hoeveelheid sporen die levens blijken achter te laten, ook gewone levens, en dat uit al die op zichzelf betekenisloze aanwijzingen zich levende geesten laten recon- strueren. Want het zijn niet de geschiedenissen die liggen opgesloten in de geboorte- en sterfakten, in de door de jaren heen op met kroontjes- pen bijgehouden archiefkaarten, en in de met zorg bijgehouden knip- selmappen, maar de levens zelf, die langgeleden tot zwijgen zijn gebracht en nu hun kans schoon zien zich te richten tot hen van wie ze geen weet hadden. Ik heb lang gedacht dat die kakofonie aan opgesloten stemmen mij enkel van mijn werk zou houden, totdat ik bedacht dat geschiedenis niet in stilte wordt geschreven, maar integendeel, dat geschiedenis zelf niets anders dan dialoog is, en dat ik met andere woorden een gesprek met de ghost of history moest aangaan. Om kort te gaan, nadat dat artikel verschenen was besloot ik ook nog een boek over Van Dieren te 8 schrijven. Een besluit dat te lichtvaardig was genomen, want terwijl ik dieper en dieper in een querulanteske ruimte verdwaald raakte sloeg de twijfel toe. Waar ben je mee bezig? Ik formuleer de vraag in de tweede persoon, omdat de twijfel van buiten leek te komen. Laat ik het wat preciezer zeggen. De mensen met wie ik sprak over mijn plan zeiden allemaal ‘niet doen’ – de een wat onomwondener dan de ander, maar toch. Niettemin heb ik, geheel in overeenstemming met het onderwerp zelf, dat advies in de wind geslagen, en zo is dit boek er dan toch gekomen, wat niet wil zeggen dat mijn vrienden ongelijk hadden. Een korte opmerking over de manier waarop ik hier te werk ben gegaan. Ik aarzel om aan dit boek het predicaat ‘biografie’ mee te geven. Waarom? Is dit boek dan geen biografie? Gaat het niet van A tot Z over Van Dieren? Niet in de strikte zin van het woord. Daar waar de biograaf de hoofdpersoon tot leven wil wekken om hem (of haar) in al zijn glorie en met al zijn zwakheden aan het publiek te tonen als een min of meer verklaarbaar figuur wiens leven om de een of andere reden verteld moet worden, het liefst binnen een samenhangend verhaal met aan het eind een logische conclusie die de raadsels oplost die aan het begin zijn gesteld, daar zie ik af van de gedacht dat het leven dat hier centraal staat verteld moet worden als verhaal op zichzelf. Het is waar, ik heb het historische handwerk niet geschuwd, en ik heb langer in bibliotheken en archieven doorgebracht dan ik voor wen- selijk hield, maar ik heb bij het verzamelen van mijn materiaal niet de vraag gesteld: wie is Van Dieren? En ook nu, nu het boek is geschreven, kan ik het antwoord op die vraag niet met zekerheid geven. Ik heb dit boek de ondertitel ‘kroniek van het mislukken’ meegegeven, niet ‘kroniek van een mislukkeling’. Het gaat mij niet om de persoon Van Dieren. Ik heb in de meest letterlijke zin van het woord een non-entity als onder- werp van studie gekozen; niet echter in de betekenis die Sam Dresden eraan gaf, namelijk van een ‘alledaagse persoon’, dus een onbelangrijk iemand, maar iemand die in zekere zin de alledaagse persoon vertegen- woordigt.1 ‘Ik ken ook een Van Dieren’ zeiden mensen als ik over mijn prota- gonist vertelde.