Een Inspirerende Kijk op Wonen en Kunst Kijkbungalow Minerva 1991-1995 Colofon

ISBN: 978 90 8954 886 3 1e druk 2016 © 2016, Johan Meijering

Realisatie: Uitgeverij Elikser Fotografie: Arthur Blonk (1945-2012), Gijs van der Sleen, Aerophoto Eelde Vormgeving: Evelien Veenstra Omslag: Elzo Smid Ontwerp

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op wat voor wijze dan ook, zonder voorafgaan- de schriftelijke toestemming van de auteur en de uitgeverij.

This book may not be reproduced by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permis- sion from the author and the publisher. Een Inspirerende Kijk op Wonen en Kunst

Kijkbungalow Minerva 1991-1995

JOHAN MEIJERING 4 5

Eerder verschenen:

Vuurwerk 2008 ISBN: 978 90 8954 0690 Dagboek van een ruststoker Johan Meijering

Explosief vuurwerk 2008 ISBN: 978 90 8954 0775 Feiten liegen niet Johan Meijering

Dromen en geheimen 2011 ISBN: 978 90 8954 3349 De andere wereld van Arie Zuidersma Samenstelling Johan Meijering en Carla Durville

La Pasión 2015 ISBN: 978 90 8954 7927 Salon de Tango y Cultura Johan Meijering

Argentijnse Tango 2015 ISBN: 978 90 8954 7903 Van Groningen tot Maastricht Johan Meijering

Groninger Forum 2016 ISBN: 978 90 8954 8863 Een bodemloze put

7

Dit boek is een ode aan allen die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en instandhouding van het project Kijkbungalow Minerva: sponsoren, beeldend kunstenaars die met hun werk hebben geëxposeerd, artiesten die hebben op- getreden, diegenen die een voordracht hebben gehouden, en vooral aan al die bezoekers die een afspraak maakten en in weer en wind de moeite namen om Kijkbungalow Minerva te vereren met een bezoek.

Graag wil ik dit boek opdragen aan mijn kinderen Margreet, William, Alexander en kleinzoon Christiaan-Carlos Meijering.

Mijn oprechte dank gaat uit naar al diegenen die een ondersteunende bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van dit boek. Met name Annemarie de Groot, Arthur Blonk, Elzo Smid, Erik Hoving, Gerhard Klaasen, Gijs van der Sleen, Hans Kromme, Henk Visser, Herman Logtenberg, Jan Timmer, Margreeth Letitre, Mary Fontaine, Rudy van Hunnick, Suzan Hoving, Sip Hofstede, Sjoerd de Boer en Sonja Koopal. Ook het team van uitgeverij Elikser ben ik zeer erkentelijk voor alle support.

Voor hun buitengewone inzet wil ik in het bijzonder graag noemen: Carla Durville, Fransina Ganzeveld en Malgorzata Marlinska.

9

Cultureel Erfgoed

In november 2014 werden de activiteiten van Kijkbungalow Minerva door het Regionaal Historisch Centrum De Groninger Archieven erkend als cultureel erf- goed. Dit geldt ook voor alle overige projecten die ik heb mogen initiëren. De archieven van Kuifje ’64, Kijkbungalow Minerva, Kunsthuis De Permanente, La Pasión, Do, Altink Affaire II (kunstvervalsingzaak Groninger Ploeg), La Nueva Pasión en Staakt het Vuren zijn door mij aan dit historisch centrum geschonken. Al deze projecten zullen worden overgedragen en ondergebracht in het Archief Johan Meijering.

11

Inhoudsopgave

Deel I 1990 & 1991

1. Inleiding 21

1990

2. Pleidooi voor beeldende kunst 31 2.1 Voorstel aan gemeente Groningen 31 2.2 Reactie Academie Minerva 36 2.3 Hoog tijd voor kunstwerk 36 2.4 Reactie gemeente Groningen 37

1991

3. Kijkbungalow Minerva 41 4. Een landelijke primeur op woongebied 45 5. Public Relations 63 6. Radio Noord 67 7. Feestelijke opening 79 8. Eerste tentoonstelling 91 9. Kuifje in Hoogkerk 93 10. Creatieve samenwerking 101 11. Kijkbungalow op nationale televisie 107 12. Actie verlenging geluidswal en meer groen 111

13 Deel II 1992

13. Winterexpositie 115 14. Omroep Flevoland 119 15. Radio Noord 125 16. Voorjaarsexpositie 131 17. Zomerexposities 135 18. Radio Nederland Wereldomroep 139 19. Omroep Flevoland 145 20. Viering eenjarig bestaan 149 21. Najaarsexpositie 159 22. Winterexpositie 171

Deel III 1993

23. Winterexpositie 177 24. Omroep Flevoland 181 25. RTV Noord 187 26. Voorjaarsexpositie 197 27. Kunst voor de hoofdsponsor 209 28. RTV Drenthe 211 29. Zomerexpositie 217 30. RTV Noord 223 31. Omroep Flevoland 235 32. RTV Noord 241 33. Kunstcommissie Minerva Hoogkerk 249 34. Media 255 35. Voorbereidingen Ploegexpositie 263 36. Expositie in de kijkbungalow 273 37. Ploegmanifestatie 287 38. Reacties 301 39. Nieuwe initiatieven 309

14 Deel IV 1994

40. Omroep Flevoland 317 41. Lente-expositie 325 42. Open dag 331 43. Kunsthuis De Permanente 345 44. RTV Noord 351 45. Driejarig bestaan 361 46. Open dag 387 47. Zwartwoud Hoza Designprijs 415 48. Schrijfavond Amnesty International 423 49. Najaarsexpositie 425 50. Radio Aorta 435

Deel V Interviews voor documentaire

51. Interview met architect Jan Timmer 459 52. Interview met tuinarchitect Henk Visser 485 53. Interview met interieurontwerper en kunstenaar Sip Hofstede 493 54. Interview met beeldend kunstenaar Gijs van der Sleen 509 55. Interview met kunstenares Annemarie de Groot 531

Deel VI Terugblik

56. Reacties uit de media 545 57. Terugblik 553 58. Tot slot 565

15 Deel VII Bijlagen

1990

1. Brochure Kijkbungalow 572 2. Brief van drs. P.G.J. Leijdekkers Directeur Academie Minerva in Groningen 575 3. Brief van B. Hageman Docent Academie Minerva 576 4. Brief N. Verdonk Vakdirecteur Dienst RO/EZ gemeente Groningen 577

1991

5. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 01 580 6. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 02 581 7. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 03 582 8. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 04 583 9. Brief van Bureau Promotions uit Vorden 584

1993

10. Brief van VVV Groningen 586 11. Brief van Omroep Martini uit Groningen 587 12. Briefkaart mevr. De Bruin 589

16 1994

13. Oprichtingsakte Stichting De Permanente 592 14. Nieuwsbrief Stichting De Permanente 595 15. Brief van Maggie Nolan International Art Management uit Groningen 598 16. Kaart van Sylvia van Berkel uit Amsterdam 600

1991-1994

17. Perspublicaties Kijkbungalow 603 18. Publicaties Kijkbungalow in kranten en week- en vakbladen 613 19. Radio- en tv-uitzendingen en audio-documentaires 615 20. Exposities 621 21. Artiesten en voordrachten 625

2016

22. Curriculum vitae 631 23. Cultureel Testament 639

17

DEEL I

1990 & 1991

1. Inleiding

Enige tijd geleden besloot ik om mijn autobiografie te gaan schrijven. Ik heb in mijn leven veel bijzondere dingen gedaan en meegemaakt en vond het daarom de moeite waard om dit samen te vatten in een boek. Om ideeën op te doen en herinneringen op te halen, ben ik in mijn archieven gedoken, waar ik veel bruikbaar materiaal tegenkwam: brieven, documenten, foto’s, video- banden en tientallen radio- en televisiereportages. Zo ook over Kijkbungalow Minerva in Hoogkerk, waar ik in 1990 met mijn toenmalige partner Marije Breeuwsma ben gaan wonen en waar de kijkbungalow is ontstaan. Mijn roots liggen in Hoogkerk, mijn grootouders van moederszijde hebben er gewoond. De autobiografie zette ik in de koelkast en ik stortte mij op dit boek.

We kochten een patiobungalow in de Ploegbuurt van Hoogkerk, in de Jan van der Zeestraat. De straten hadden allemaal namen van Groninger Ploegschilders: de Jan Wiegersweg, de Johan Dijkstralaan, de Ploeglaan enz.

Straatnaamborden Ploegbuurt

21 De bungalow maakte deel uit van een serie van achttien – negen premie C-patiobungalows en negen vrijesector-atriumbungalows – en was de eerste in de rij. In tegenstelling tot de overige woningen werd ons woonhuis casco opge- leverd. Wij betrokken ons huis in maart 1991, terwijl de meeste bewoners er al vanaf december 1990 woonden.

Aanvankelijk moest ik erg wennen aan de nieuwe omgeving. Ons huis lag pal naast de A7, de snelweg van Groningen naar Leeuwarden. Een prima locatie, overigens, om van daaruit regelmatig naar Leeuwarden te tuffen om de sociale contacten die ik daar nog steeds had, te onderhouden.

Het pand werd in ruim vijf maanden tijd omgetoverd tot een sfeervolle ruimte. Marije en ik hadden beiden een tic voor alles wat met wonen en wooncultuur te maken had. Voortvarend gingen we aan de slag om van iedere ruimte iets moois te maken. De woning begon als standaardwoning, werd verrassend stijlvol ver- bouwd en ingericht tot een, voor die tijd, niet alledaags huis. Enkele veranderin- gen konden al tijdens de bouw worden gerealiseerd. Het werd uiteindelijk een uniek samenwerkingsverband tussen enerzijds de architect, de binnenhuis- en tuinarchitecten, ontwerpers, inrichters en beeldend kunstenaars, en anderzijds een scala aan leveranciers op het gebied van apparatuur en accessoires. Vroegtijdig inschakelen van creatievelingen bij nieuw- of verbouw leidt tot een totaal andere, inspirerende kijk op wonen. De samenwerking tussen de veelal zelfstandig opererende specialisten heeft uiteindelijk geleid tot een bijzonder uit- gebalanceerd eindproduct: Kijkbungalow Minerva.

Noodgedwongen aan huis gebonden, besloot ik overdag rondleidingen te or- ganiseren in onze eigen woning. Mijn partner had door de weeks haar baan en ondervond hier geen hinder van. Het leek me leuk om er ‘colleges’ te geven aan geïnteresseerden en de bezoekers te informeren over hoe wonen anders kan.

En zo geschiedde. Het project werd op 27 september 1991 officieel geopend door Jan Kamminga, destijds makelaar in Groningen, werkgeversbestuurder en voormalig politicus namens de VVD. In een latere periode was hij commissaris van de koningin in Gelderland.

22 In de kijkbungalow was iedereen van harte welkom. We stelden het huis zes dagen per week open, en de mensen konden op afspraak terecht. Een gratis rondleiding duurde gemiddeld tweeënhalf uur. De bezoekers konden onder meer het ruimtelijk effect van een glaswand ervaren, een voor die tijd mo- derne keuken bewonderen, en konden zich verwonderen over de eigenzinnige vormgeving van tafels, stoelen, wandrekken en kastwanden. Ook maakten zij kennis met de toepassing van nieuwe materialen voor vloeren, wanden en raambekleding, met eigentijdse ontwerpen van wooncomponenten en een aantal verrassende vondsten op het gebied van audio, verlichting en commu- nicatietechniek, en men kon genieten van beeldende kunst. Met dit alles kon men op een prettige wijze kennismaken, zonder dat er sprake was van een commercieel belang. Kijkbungalow Minerva was veel meer dan een model- woning.

Uiteindelijk participeerden bijna honderd bedrijven uit de provincie Groningen in dit project. Onder hen bevonden zich een aantal (grote) sponsoren, waar wij zeer content mee waren. De eerste Nederlandse kijkbungalow was een landelijke primeur op het gebied van wonen en bleek al snel een succes. Het was een uniek project dat zich na- dien niet heeft herhaald.

Het vrijwilligersproject Kijkbungalow Minerva was aanvankelijk opgezet voor de duur van twee jaar. Er werd rekening gehouden met een bezoekersaantal van vijfduizend mensen per jaar. Door het succes en de vele positieve reacties besloten wij het project te verlengen. Uiteindelijk is de kijkbungalow drie jaar en drie maanden opengesteld geweest voor het publiek. Op 1 januari 1995 werd het project afgesloten. Gedurende het gehele project bezochten maar liefst 13.000 mensen uit binnen- en buitenland ons woonhuis. Bezoekers wer- den verzocht hun eigen sloffen mee te nemen. Na afloop ontvingen de gasten een kop koffie of thee met daarbij gebak. Dit alles werd gesponsord door het Limburgs Vlaaienhuis uit Groningen, gedurende de hele periode. Elke zater- dag werd de wekelijks bestelling van Limburgse vlaaien met een bestelbusje aan huis bezorgd, geweldig.

23 Unieke ontmoetingsplek Het was een bijzondere en inspirerende periode. Regelmatig denk ik met een vleugje weemoed terug aan die prachtige tijd. En met mij ook anderen, dat weet ik zeker. De kijkbungalow is vanuit het niets ontstaan en groeide in korte tijd uit tot een unieke ontmoetingsplek. Het bood een podium voor creatievellingen en was laagdrempelig. Er is met vereende krachten hard en met veel gepassioneerdheid gewerkt om dit project in stand te houden.

De belangstelling groeide gestaag. Behalve mond-tot-mondreclame kreeg de kijkbungalow vanuit de media veel aandacht. Er kwamen ten minste 92 publicaties in dertig verschillende kranten, vak- en woonbladen, met onder meer artikelen in landelijke kranten zoals het , , , en het Nederlands Dagblad. Ook publi- ceerde de Sunday Times uit Malta twee keer een artikel over de kijkbunga- low. Buiten dat was er met enige regelmaat iets over het project op de radio (veelal rechtstreeks) en televisie. De verslagen van de dertien radio-uitzendingen in de verschillende jaren zijn integraal in dit boek opgenomen. Bijzonder was wel dat ook de Radio Nederland Wereldomroep aandacht besteedde aan de kijkbungalow.

Bijzondere activiteiten De meest uiteenlopende activiteiten vonden plaats in de kijkbungalow. Vele bezoekers werden verwezen naar de participanten en ook participanten on- derling ontplooiden zakelijke activiteiten. Behalve de rondleidingen op af- spraak en de openingen van tentoonstellingen, werden er een paar keer per jaar op de zaterdag openhuisdagen georganiseerd, waar bezoekers van harte welkom waren. Zowel het wonen in als het bezichtigen van de kijkbunga- low kreeg een extra dimensie door de steeds wisselende exposities van bin- nen- en buitenlandse beeldend kunstenaars. Deze tentoonstellingen genoten eveneens bijzonder veel belangstelling. De creatieve impulsen die hiervan uitgingen, verhieven het gewone wonen tot wooncultuur, zonder de uit- straling van een museum. De beeldende kunst had een voorname plaats. De openingen van de vele tentoonstellingen op zaterdagmiddagen werden altijd muzikaal opgeluisterd en trokken gemiddeld 150 bezoekers. Veel spre- kers traden op, tientallen musici zorgden voor onvergetelijke momenten. De

24 combinatie van rondleidingen en genieten van beeldende kunst bleek een gouden combinatie.

Een speciaal aan dit project gewijde animatiefilm oogstte alom waardering en vond zijn weg naar congressen in het buitenland. Zo werd deze film onder meer door de importeur van Allmilmö Keukens ingezonden en vertoond op het Allmilmö International Congress te Zeil am Main (Duitsland). De Groninger academie voor beeldende kunsten Academie Minerva adopteerde het woonproject als ‘kunst-in- opdracht’-studieobject. De winkel Kookboek en keukengerei uit Groningen orga- niseerde op kleine schaal culinaire avonden in combinatie met rondleidingen. Het Groningse restaurant Nescio zette een speciaal Minervamenu op de kaart.

Ook werd er een promotiefilm in het pand opgenomen voor een nieuw product van Philips: de eerste stofzuiger die ook water kon opnemen. Het huis lag twee dagen lang vol met kabels en ander materiaal.

Een historisch moment was wel de viering van het tweejarig bestaan. Op 25 september 1993 organiseerde Kijkbungalow Minerva in samenwerking met buurtbewoners ter gelegenheid van haar tweejarig bestaan een unieke expositie van werken van oud-leden van kunstkring De Groninger Ploeg in ongeveer der- tig woningen in de Jan van der Zeestraat, die allen hun deuren openzetten. De straat werd gedurende één middag een museumstraat met een huis-aan-huis­ tentoonstelling. In dertig huizen hingen schilderijen van overleden schilders van De Groninger Ploeg. Ongeveer tweeduizend bezoekers bezochten deze unieke eendaagse tentoonstelling.

Veel prominenten uit de politiek, artiestenwereld en kunstenaars, zoals diverse leden van het college van B en W van Groningen, de commissaris van de ko- ningin van de Provincie Groningen en de gedeputeerde Bestuurlijke Zaken en Cultuur van de provincie Groningen, Jacques d’Ancona, en beeldhouwer en schilder Nic Jonk bezochten de kijkbungalow.

Vanuit de kijkbungalow ontstonden nieuwe initiatieven, zoals het project Kunst & Kunst en Kunsthuis De Permanente.

25 Reünie kijkbungalow Als datum voor de reünie van de kijkbungalow werd gekozen voor zaterdag 17 september 2016, bijna een kwart eeuw na de officiële opening van dit woon- project destijds. Op die dag beleefden we met veel belangstellenden in de con- certzaal van de stichting Vrijdag in Groningen een mooie terugblik naar een bevlogen tijd. De documentaire werd vertoond, dit boek werd gepresenteerd en het geheel werd muzikaal omlijst met diverse optredens. Het eerste exemplaar van dit boek werd overhandigd aan mevrouw F.Q. Gräper-van Koolwijk, gedeputeerde Cultuur van de provincie Groningen.

Met een glimlach Bij het schrijven van dit boek en bij het zien van de documenten van de vele uiteenlopende multiculturele activiteiten, realiseerde ik mij voor het eerst na 25 jaar dat de kijkbungalow eigenlijk een klein particulier cultureel centrum bleek te zijn en aan de basis stond van het latere multiculturele centrum La Pasión (1999-2003), door mij ontwikkeld en gerealiseerd. In 2015 verscheen hierover het kleurrijke boek La Pasión, Salon de Tango y Cultura.

In dit boek worden de vele hoogtepunten van Kijkbungalow Minerva in chronologische volgorde beschreven. Het is onmogelijk alle activiteiten te be- lichten. Er is een selectie gemaakt van de meest in het oog springende activi- teiten. Waar in het boek wordt gesproken over de kijkbungalow, wordt bedoeld Kijkbungalow Minerva.

Ik hoop dat velen bij het lezen van dit boek en het bekijken van de foto’s met een glimlach terug zullen denken aan een bijzondere periode. Voor geïnteres- seerden worden op verzoek gratis twee dvd’s beschikbaar gesteld, een met een documentaire van een uur en een met opnames van alle radio-interviews en particuliere opnames. De verslagen van alle radio-uitzendingen in dit boek zijn woordelijk overgenomen. Het boek is opgedeeld in zes zelfstandige delen.

Oprechte dank wil ik uitspreken aan al diegenen die, op welke wijze dan ook, destijds een bijdrage hebben geleverd aan de werkzaamheden rond de kijkbungalow. Ik denk hierbij aan de tientallen vrijwilligers, gastdames, bood- schappers, ideeënleveranciers, buurtbewoners en sponsoren. Zonder hen was

26 het niet mogelijk geweest de kijkbungalow te realiseren en gedurende drie jaar en drie maanden met uiteenlopende programma’s zes dagen per week te laten functioneren. En natuurlijk de duizenden mensen die vaak van heinde en ver kwamen en de moeite namen om de kijkbungalow te bezoeken. Na de vie- ring van het eerste jaar dacht ik erover om een boek samen te stellen over het project Kijkbungalow Minerva, omdat het toen al zo succesvol was. Nu, vijf- entwintig jaar later, ligt het er. Graag wens ik iedereen veel kijk- en leesplezier.

Groningen, zomer 2016 Johan Meijering

27

1990

2. Pleidooi voor beeldende kunst

Als toekomstig bewoner maakte ik op een bijzondere wijze kennis met Groningen. Al voor dat we ons nieuwe huis in Hoogkerk konden betrekken, had ik vanuit mijn woonplaats Leeuwarden het initiatief genomen om het woon- en leefmilieu in de Groningse wijk Hoogkerk te verbeteren. Tot mijn grote vreugde werd het initiatief door het gemeentebestuur in dank aanvaard en uitgevoerd en zo is Hoogkerk in de loop der jaren beduidend opgevrolijkt met kleurrijke en duidelijk herkenbare, gezichtsbepalende kunstwerken.

2.1 Voorstel aan gemeente Groningen Allereerst schreef ik op 2 april 1990 een brief aan het gemeentebestuur. Een afschrift van deze brief stuurde ik aan de gemeenteraad, het bedrijfsleven in Hoogkerk en de Academie Minerva voor beeldende kunsten – toepasselijk, want onze nieuwe wijk heette ook Minerva. De inhoud van de brief was als volgt:

“Verbetering woon- en leefmilieu middels realisering gezichtsbepalende beeldende kunstwerken in de wijk Hoogkerk.

Eind dit jaar hoop ik mij definitief te vestigen in uw mooie en dynamische gemeente. Bijzonder verheugd ben ik met de aankoop van een thans in aanbouw zijnde patiobungalow in het bestemmingsplan Minerva te Hoogkerk.

Van de door de architectenmaatschap Timmer bna te Scheemda ontworpen bungalows worden in totaal negentien bungalows gebouwd. Op 16 maart jl. is door uw wethou- der Gietema op verzoek van de aannemingsmaatschappij Bam Wijn en Dekker te Groningen officieel de eerste paal voor dit woningproject geslagen. Met betrekking tot het feit dat u het wonen in de gemeente Groningen weer aantrekkelijk wilt maken met onder meer als doelstelling een einde te maken aan het vertrek van Groningers naar omliggende plaatsen zoals Roden en Eelde, bent u mijns inziens ten aanzien van dit woningproject volkomen geslaagd.

31 Bepalend bij de aankoop was met name de fraaie opzet van dit woningproject en de te ge- bruiken kleurstellingen. De bungalows worden namelijk gebouwd met een lichte baksteen en krijgen de fleurige Mondriaankleuren geel, rood en blauw. Vanzelfsprekend heeft ook de locatie een rol gespeeld bij deze aankoop. Het bestemmingsplan Minerva, gelegen aan de rijksweg Groningen-Drachten (A7), is uitstekend bereikbaar.

Als toekomstige nieuwe inwoner van uw gemeente en in de verwachting een echte Stadjer te worden, heb ik inmiddels ook uw stad mogen verkennen. Wandelend door uw stad heb ik op vele locaties (beeldende) kunstwerken op straat waargenomen. Van diverse kunstwerken kan mijns inziens zonder meer gezegd worden dat zij in belangrijke mate de (woon)omgeving bepalen.

Vanuit de binnenstad bereikt men via het fraaie stadspark en de Peizerweg uw wijk Hoogkerk (sinds 1969). Tot mijn grote spijt/verbazing moet ik constateren dat in deze (volwaardige) wijk van uw gemeente niet of nauwelijks een kunstwerk op straat te ont- dekken valt. Mijns inziens is op dit terrein (naar alle waarschijnlijkheid ook op andere terreinen) duidelijk sprake van een grote achterstandssituatie.

Hoogkerk Het aanzien van de wijk Hoogkerk wordt in belangrijke mate bepaald door de in- frastructuur (Hoendiep, spoorlijn Groningen-Leeuwarden, intensief gebruikt wegennet (Zuiderweg, rijksweg A7)). De hiervoor genoemde spoorlijn splitst de wijk Hoogkerk in twee gedeelten: Oud- en Nieuw-Hoogkerk. De gevestigde industrieën, zoals de suiker- fabriek C.S.M. en de strokartonfabriek De Halm, bepalen eveneens in belangrijke mate het aanzien van de wijk Hoogkerk en domineren dit woon- en leefmilieu (horizonver- grijzing c.q. -vervuiling).

In ieder geval maakt de wijk Hoogkerk daardoor voor de buitenstaander/nieuw-ingeze- tene een trieste, kleurloze indruk. Verheugend is het feit dat met de invulling van het bestemmingsplan Minerva meer kleur en fleur kan worden/wordt aangebracht. Met het eerder vermelde woningproject van de architectenmaatschap Timmer is hiertoe een eerste aanzet gegeven.

32 Bestemmingsplan Minerva Het bestemmingsplan Minerva, gelegen aan de rijksweg A7, zal in belangrijke mate het aanzicht van (Nieuw-)Hoogkerk bepalen. Inmiddels is de realisering van de eerste fase in een vergevorderd stadium, met de realisering van de tweede fase is een start gemaakt. De laatste, derde bouwfase wordt thans ontwikkeld.

Komend uit westelijke richting (Drachten, afsluitdijk, Amsterdam) zal de automobilist(e) ervaren dat de stad Groningen begint bij de wijk Hoogkerk, met ca. tienduizend inwo- ners. Óók zal hij/zij bij binnenkomst van uw dynamische gemeente in eerste instantie die trieste, kleurloze, horizon vergrijzende/vervuilende leef- en woonomgeving ervaren.

Mijns inziens kan deze visuele ervaring aanzienlijk verbeterd worden door de plaatsing van kleurrijke (vrolijke), duidelijk herkenbare, gezichtsbepalende (beeldende) kunstwer- ken. Onder het motto ‘Meer kleur en fleur in de stadswijk c.q. geen horizonvergrijzing/- vervuiling meer, maar horizonverfraaiing’ vangt u een aantal vliegen in één klap: • het imago van de stad Groningen wordt verbeterd; vanuit westelijke richting gezien begint de stad Groningen immers bij Hoogkerk; • de grote achterstand c.q. ernstige verwaarlozing met betrekking tot kunstwerken in de wijk Hoogkerk wordt weggewerkt.

Suggesties Gelet op de naam van het bestemmingsplan, Minerva, godin der wijsheid en dapperheid, is mijn suggestie de academie voor beeldende kunsten Minerva te Groningen te betrekken bij de planontwikkeling van de te realiseren kunstwerken.

Verder doe ik de suggestie de gevestigde industrieën in de wijk Hoogkerk te verzoeken (financiële) medewerking bij de plannen te verlenen, om te komen tot een aanzienlijke verbetering/verfraaiing van deze wijk. Hoewel – in tegenstelling tot de milieuwetgeving – in dit geval de uitspraak ‘de vervuiler betaalt’ niet van toepassing is, zou een geste en participatie vanuit het bedrijfsleven mijns inziens zeer gewenst zijn. Behalve het voordeel van werkgelegenheid ondervinden de Hoogkerkers erg veel nadelen van deze industrieën (stank-, lawaai- en verkeersoverlast).

33 Voorstellen Gelet op vorenstaande stel ik u voor: 1. op korte termijn (een) krediet(en) beschikbaar te stellen ten behoeve van de plaatsing van kleurrijke (vrolijke), duidelijk herkenbare, gezichtsbepalende beeldende kunstwerken in de wijk Hoogkerk (urgent, hoge prioriteit);

2. bij de ontwikkeling van de derde en tevens laatste bouwfase van het bestem- mingsplan Minerva rekening te houden met c.q. een herkenbare, centrale plaats te bepalen voor het te plaatsen Minerva-kunstwerk;

3. in overleg met de bevolking van Hoogkerk c.q. de Vereniging Wijkopbouw Hoogkerk en de stuurgroep Kunst en Cultuur Hoogkerk 1990 in oprichting te komen tot een planopzet met betrekking tot de te realiseren kunstwerken (decentralisatie, sociale vernieuwing);

4. de gevestigde industrieën in de wijk Hoogkerk te verzoeken actieve (financiële) medewerking bij de plannen te verlenen, om te komen tot een aanzienlijke verbetering/verfraaiing van de wijk Hoogkerk;

5. de academie voor beeldende kunsten Minerva in Groningen te betrekken bij de planontwikkeling (examen-/studieopdrachten, project ten behoeve van recent afgestudeerden?).

Dit jaar bestaat uw gemeente 950 jaar, het is derhalve een feestelijk jaar. Ik hoop dat met het op korte termijn beschikbaar stellen van (een) krediet(en) een aantal kunstwerken in de wijk Hoogkerk worden gerealiseerd en de Hoogkerkers kunnen meedelen in uw feest- vreugde. Ik wens uw college ter zake veel wijsheid en vooral dapperheid toe.”

34 april 1990, pleidooi voor kunstwerk, fotografie Sjors Visscher

35 2.2 Reactie Academie Minerva De directie van de kunstacademie Minerva reageerde meteen zeer positief en ondersteunde het initiatief.

Op 9 april 1990 ontving ik van drs. P. G. J. Leijdekkers, directeur van de afde- ling Beeldende Kunst en Bouwkunst van de Academie Minerva een brief met de volgende inhoud:

“Met waardering heb ik kennis genomen van uw brief. Van de kant van Academie Minerva kan uw plan op volledige instemming en medewerking rekenen. Het is te hopen dat de wijs- heid en dapperheid van de godin neerdaalt in de hoofden van onze bestuurders en onderne- mers, zodat uw aanbeveling weerklank en realisatie vindt. Graag wissel ik met u hierover binnenkort van gedachten.”

Ik verwijs hierbij naar de brief die is opgenomen in deel VII: Bijlagen.

2.3 Hoog tijd voor kunstwerk Op 29 juni 1990 publiceerde het Nieuwsblad van het Noorden onder de titel Hoog tijd voor kunstwerk in nieuwbouw Hoogkerk:

“Als kind had hij meestal weinig zin om op bezoek te gaan bij zijn grootouders in Hoogkerk. Niet vanwege opa en oma. Daar was niets mis mee, maar vanwege de omgeving. Grijs, grauw en triest was het er onder de rook van suikergigant CSM en kartonfabriek De Halm. Echt enthousiast over Hoogkerk is sociaal wetenschapper Johan Meijering (1947) nog steeds niet. Het is dat hij en zijn vriendin vielen voor een van de huizen in het bestemmingsplan Minerva: een patiowoning naar het ontwerp van architectenbureau Timmer uit Scheemda. Anders zou geen haar op zijn hoofd erover denken begin 1991 neer te strijken in die zo verfoeide Groninger wijk.

‘Momenteel woon ik nog in Leeuwarden,’ vertelt hij. ‘Maar ik kom regelmatig in Groningen. Als ik via de A7 de stad binnenrijd, valt mij steeds die dominerende, sombere massa op. Horizonvergrijzing noem ik dat. Terwijl Hoogkerk, sinds 1969 bij Groningen ingelijfd, toch een entree vormt tot de stad.’ Dat kan anders, meende Meijering. Hij schreef een brief, naar het gemeentebestuur, waarin hij suggesties deed voor de verbetering van het aanzien van de wijk en in het bijzonder voor

36 een beeldbepalend kunstwerk in Minerva. ‘Heel spontaan ben ik in de pen geklommen. In de rol van nieuw ingezetene, van toeschouwer, zonder allerlei oordelen of vooroordelen. Ik heb de stad Groningen inmiddels verkend en mij viel op dat het in de binnenstad barst van de beeldende kunst. Zo’n 250 werken schijnen er te staan, terwijl je er in heel Hoogkerk met veel moeite twee kunt ontdekken. Dat lijkt me een onevenwichtige situatie. Minerva in Hoogkerk-Zuid leent zich mijn inziens uitstekend voor een vrolijk en markant kunstwerk. Het nieuwe bestemmingsplan is van de A7 af te zien, maar er komen ook verschillende wegen en afritten bij elkaar. Kunst van allure zou daar de aandacht van die grauwe omge- ving af kunnen leiden, zou kunnen zorgen voor kleur en fleur als een compensatie van dat negatieve beeld.’

Meijering stuurde afschriften van zijn brief naar de verschillende politieke partijen in de stad, naar Academie Minerva, naar makelaars en naar het bedrijfsleven, in het bijzonder dat van Hoogkerk. ‘De bedrijven die daar zitten, CSM, De Halm, Smit en Hollander, zijn bepaald grote jongens,’ licht hij toe. ‘Ze schijnen goed te boeren en zouden een deel van hun winst kunnen besteden aan de verbetering van het woon- en leefmilieu. In samenwerking dan met de ge- meente, die immers een kunstbeleid voert, haar eigen taken en verantwoordelijkheden heeft.’

Johan Meijering heeft zijn zinnen gezet op fase 3 van Minerva. Aan die derde fase wordt nu door de gemeente nog volop ontworpen. Daar zou het bewuste kunstwerk kunnen komen. Meijering: ‘De gemeente heeft inmiddels positief op mijn voorstellen gereageerd. Groningen barst volgens mij van de creativiteit en ik hoop dat door mijn initiatief vonken over zullen springen, naar de gemeentelijke overheid en het bedrijfsleven, naar kunstenaars en burgers.’”

2.4 Reactie gemeente Groningen Net als de directie van de Academie voor Beeldende Kunsten reageerde de gemeente Groningen óók zeer positief en ondersteunde mijn initiatief.

Op 27 november 1990 schreef de heer N. Verdonk, vakdirecteur Bouwen en Wonen Dienst RO/EZ van de gemeente:

“Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het plan uw nieuwe woning in Hoogkerk in te richten als ‘kijkbungalow’. Enthousiast voor alles wat met wonen en wooncultuur verband houdt, gaat u in uw nieuwe premie C-bungalow aan de Jan van der Zeestraat

37 tijdens de bouw een aantal veranderingen aanbrengen en laat u, met medewerking van architecten en inrichtingsspecialisten, uw woning en tuin inrichten tot een stijlvolle en verrassende woonervaring. Die ervaring wilt u graag delen met allen die hiervoor belangstelling hebben en mogelijk zelf ook inspiratie en ideeën willen opdoen. U wilt uw ‘kijkbezoekers’ bovendien graag adviseren over wat er komt kijken bij het kopen van een huis, subsidie- en financierings- mogelijkheden, verbouw- en inrichtingsplannen.

Ik heb begrepen dat een aantal bedrijven op het gebied van bouw, inrichting en vormge- ving bereid is gevonden aan uw initiatief mee te werken. U begrijpt dat een gemeentelijke overheid geen directe rol kan spelen in een project dat steunt op een aantal private deel- belangen. Niettemin wil ik uw project Kijkbungalow Minerva graag alle succes wensen.”

Ik verwijs hierbij naar de brief die is opgenomen in deel VII: Bijlagen, pagina 578.

38 1991

3. Kijkbungalow Minerva

In de loop der jaren had ik een warme belangstelling ontwikkeld voor interi- eur, wonen, kunst en architectuur. Ik begon zelfs aan een makelaarsopleiding, maar die heb ik niet afgerond. Ik ben een organisatieman in hart en nieren, die altijd op zoek is naar extreme uitdagingen; passie en kunst zijn hierbij mijn grootste drijfveren. Ook vind ik het mooi om samenwerkingsverbanden te creëren en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Tijdens de bouw van de bunga- low begon bij mij het idee te rijpen om al mijn vergaarde kennis en opgedane ervaringen op het gebied van wonen met anderen te delen.

Organische ontwikkeling Ik schreef een projectplan en legde dit in eerste instantie voor aan de bouw- ondernemer en architect. Zij reageerden beiden positief. Vanaf dat moment werden er diverse disciplines bij het project betrokken. Stap voor stap bena- derde ik op een gerichte maar organische wijze ondernemers die binnen mijn projectplan pasten. Nagenoeg iedereen was direct enthousiast en wilde parti- ciperen. Een van de eerste kandidaat-sponsors was de Nederlandse Middenstandbank (nu ING), gevestigd aan het Hereplein in Groningen.

Na een aantal verkennende gesprekken met medewerkers van de bank en ver- volgens de directeur, besloot de directie van deze bank een tweejarig sponsor- contract aan te bieden. De NMB werd hiermee hoofdsponsor van het project. Op 13 maart 1991 werd de overeenkomst getekend. Deze bestond uit een financiële bijdrage in de exploitatiekosten van het eerste jaar. Op basis van de ervaringen van het eerste jaar zou worden besloten tot verlenging van deel- name in het tweede jaar, eveneens met een financiële bijdrage. Deze ervaring bleek later positief. Als tegenprestatie zou vanuit de kijkbungalow promotie worden geleverd in de vorm van: • fulltime inzet gedurende minimaal twee jaren; • naamsvermelding in de brochure;

41 • een persoonlijke benadering van bezoekers t.a.v. de diensten van de NMB; • uitgifte van folders c.q. brochures aan de bezoekers; • andere nader overeen te komen PR-activiteiten; • deelname aan de beurs ‘Voorjaar 1991’.

Overeenkomstig de afspraken met de hoofdsponsor, stond ik voor het eerst van mijn leven in een stand op een woonbeurs. Deze voorjaarsbeurs van vier da- gen werd gehouden van 18 tot en met 21 april in de Martinihal in Groningen. Met bijzonder veel plezier heb ik daaraan meegewerkt. Van de directie van de NMB had ik alle vrijheid om de stand in te richten. In samenwerking met bin- nenhuisarchitect Sip Hofstede, die zelf de nodige ervaring had met het inrich- ten van stands op allerlei beurzen, werd de NMB-stand onder meer ingericht met de ontwerptekening en het logo van de kijkbungalow.

Stand NMB, voorjaarsbeurs, fotografie Arthur Blonk

42 Bijzonder was dat er op dat moment nog volop gebouwd werd aan de bunga- low. Met het tonen van een aantal bijzondere beelden van de Maltese kunste- naar Joe Xuereb, die inmiddels uit Malta was gearriveerd voor een komende tentoonstelling, kon ik tijdens mijn gesprekken met beursbezoekers ook vertel- len dat het de bedoeling was dat er in de kijkbungalow regelmatig wisselende tentoonstellingen te zien zouden zijn. Ik had alle vrijheid om geïnteresseerde bezoekers te vertellen over het project Kijkbungalow Minerva, dat vijf maan- den later officieel zou worden geopend. Het was een mooie vooraankondiging van het project en ik verstrekte zo veel mogelijk informatiemateriaal over de kijkbungalow.

Ik had tijdens deze vierdaagse woonbeurs altijd gezelschap van een medewerker van de NMB. Een aantal medewerkers van deze bank wisselden elkaar tijdens deze beurs af. Het was voor mij een bijzondere activiteit om te mogen doen. Ik was bijzonder blij met het vertrouwen dat ik kreeg van de directie van de NMB en vond het eervol om in hun stand het project Kijkbungalow Minerva te promoten, terwijl dit project nog niet was geopend. Voor mijn voorstel aan de NMB verwijs ik naar mijn brief die is opgenomen in deel VII: Bijlagen.

De kijkbungalow is opgezet vanuit de grondgedachte dat je met minimale bouwkundige ingrepen van een seriebouwwoning een totaal ander wooncon- cept kunt creëren. Vooral de vroegtijdige inschakeling van creatievelingen bij nieuw- of verbouw geeft een andere, inspirerende dimensie aan het begrip ‘wonen’. Enkele veranderingen konden al tijdens de bouw worden aangebracht: • de puien van de patio zijn veranderd in volledige glaswanden; • door het weghalen van een niet-dragende binnenwand is een van de oor- spronkelijke slaapkamers opgeofferd voor een vergroting van de living; • een muur van de badkamer is verwijderd, waardoor er een open bad-/slaap- kamer is ontstaan; • de oorspronkelijke garage is dusdanig verbouwd dat zij nu dienst doet als multifunctionele ruimte. Voor het woonproject is het een ontvangstruimte geworden. De stalen kanteldeur is vervangen door een vaste pui.

Hoewel de kijkbungalow primair ontwikkeld was om in te leven, besloot ik ook wisselende tentoonstellingen te gaan organiseren. Zowel het wonen in als het bezichtigen van de kijkbungalow kreeg daardoor een extra dimensie.

43

4. Een landelijke primeur op woongebied

‘Ik ben geen standaardmens, ik hou van uitdagingen.’

In juni 1991, ongeveer drie maanden vóór de officiële opening van Kijkbungalow Minerva, publiceerde het vakblad Bouwen in het Noorden, een kwartaaluitgave van Bouwhuis Noord, als een van de eerste:

“De zwartglanzende draadloze telefoon is net aangelegd en kent nog wat kin- derziektes, maar voor de rest lijkt niets een vlekkeloze opening – eind septem- ber – van de kijkbungalow Minerva meer in de weg te staan. Een landelijke primeur en een statement van hedendaags wonen; geen modelwoning waarbij het streven is om meer huizen te verkopen, evenmin een commerciële toon- zaal, maar een huis bewoond door twee idealistische mensen die – voorlopig voor een periode van twee jaar – hun ervaringen op het gebied van wonen graag willen delen met anderen. Hier kunnen in de toekomst aspirant-huizen- kopers en -(ver)bouwers, maar ook anderszins geïnteresseerden gratis en onaf- hankelijke adviezen krijgen en mogen zij rondkijken om ideeën op te doen op het gebied van eigentijdse woninginrichting en wooncultuur.

Kijkwoning Een uniek project in het Groningse Hoogkerk, ooit een zelfstandig dorp dat nu echter – ten offer gevallen aan de expansiedrift van de stad Groningen – in betrekkelijke anonimiteit als wijk van de stad voortleeft. Maar Hoogkerk lijkt zijn langste tijd als kleurloze wijk gehad te hebben; het be- stemmingsplan Minerva bracht opmerkelijke nieuwbouw, waaronder een 18- tal Premie C- en vrijesectorwoningen aan de Jan van der Zeestraat, ontworpen door architectenbureau Timmer uit Scheemda. Woningen die alom werden geroemd getuige de tweede prijs die het project van publiek en vakjury kreeg dit jaar in de inmiddels beroemd geworden publieksenquête van de Groninger Gezinsbode, die elk jaar in het kader van de Dag van de Architectuur gehou- den wordt. Het project dat bestaat uit een geschakeld geheel van afwisselend bungalows met een plat dak rond een patio (een binnentuin) en woningen met

45 een schuine kap, valt op door zijn tegendraadse structuur. Niet alleen werken de schuine kappen als ruggenwervels van de wijk, ook de vorm van de huizen en het eigenzinnige gebruik van de Mondriaankleuren geel, rood en blauw maken het geheel tot een geslaagd voorbeeld van eigentijdse woningbouw.

Toen Johan Meijering (44), socioloog/organisatiedeskundige en zijn vriendin Marije Breeuwsma (33), coördinatrice van werkgelegenheidsprojecten, twee jaar geleden op zoek waren naar een huis in Groningen en de plannen zagen, waren ze dan ook meteen verkocht. De introvert opgezette bungalow rond de aan drie zijden gesloten patio, waarbij binnen- en buitenruimte als het ware in elkaar lopen, paste in hun budget, bleek precies overeen te komen met hun woonwensen en was uiterst geschikt om hun plan, om van hun woning een ‘kijkwoning’ te maken, te realiseren. Dat alles gelijkvloers was, was met name van belang voor Johan, die aan een ongeval enkele jaren terug ernstige rug- klachten had overgehouden. Dat ongeval werd, hoe vreemd het ook moge klinken, de aanleiding tot het idee dat nu bijna gerealiseerd is. Van de ene dag op de andere werd Johan ar- beidsongeschikt verklaard en was hij zijn twee belangrijkste passies – zijn werk en de sport – kwijt. Wat hem restte, was een aangeboren talent tot organiseren en een grote liefde voor wonen en kunst. Die eigenschappen vormden de basis voor het idee van de kijkbungalow: een project waarbij bewoners van een se- riebouwwoning met diverse creatieve disciplines gezamenlijk komen tot een samenspel met als resultaat een uitgebalanceerd eindproduct. Maar het huis is meer dan de zichtbare resultaten van die gebundelde creatieve samenwerking. In de toekomst zal het ook als onafhankelijk advies- en informatiecentrum gaan functioneren. De patiobungalow is niet Johan Meijerings eerste eigen huis; hij heeft er inmiddels acht gehad, waarvan hij er vier volledig renoveer- de. Tijdens die verbouwingen en aankopen deed hij het nodige aan ervaring en kennis op, kennis die hij nu met anderen wil delen. ‘Veel mensen zijn niet in staat om vanaf folders of bestektekeningen keuzes te maken. De informatie is vaak niet compleet, schetsen in brochures zijn soms zelfs bezijden de waar- heid. Vaak worden die mensen dan pas in een later stadium geconfronteerd met ‘onomkeerbare’ situaties en dan is het te laat. Ik kan mensen daarop attent maken, ze tegemoet komen, maar ook waarschuwen. Deskundige, onpartijdi- ge hulp kan een bijdrage leveren tot het nemen van juiste beslissingen. Je kunt

46 het een vrijwillige maatschappelijke functie, een ombudsfunctie noemen, die ik helemaal onafhankelijk kan vervullen.’

De emancipatie van huizenkopers die Johan en Marije voorstaan, hebben ze zelf ook vanaf het moment van aankoop in de praktijk gebracht. Ze stelden een lijst op met een aantal voorstellen die zij nodig achtten om tot een optimale realisering van hun kijkbungalow te komen en gingen met aannemer en archi- tect om de tafel zitten. Dat vroegtijdig ingrijpen is noodzakelijk, meent Johan Meijering, hoe onplezierig een aannemer dit ook vaak vindt: ‘Het is voor de aannemer lastig als mensen komen met allerlei afwijkingen, daar zit hij niet di- rect om te springen. Het liefst bouwt hij standaard, dat is het makkelijkste bin- nen de planning en bedrijfsvoering. Het is een van mijn grote kritiekpunten op aannemers in het algemeen, dat ideeën van mensen om hun woonsituatie aanzienlijk te verbeteren, niet worden gehonoreerd. Ik zou voorstellen om een aantal van zulke verbeteringen als standaardmogelijkheid in te brengen; daar hangt uiteraard een prijskaartje aan, maar op zo’n manier laat je aan mensen zelf de keuze en je verrijkt het woonklimaat. De mogelijkheid ontbreekt nu grotendeels en dat is jammer.’

Ingrepen In samenspraak met architect en aannemer realiseerden Johan en Marije een aantal bouwkundige ingrepen in het in- en exterieur, waardoor het huis de woonervaring werd die zij wilden. Zo werd, om de relatie interieur en patio te versterken, de oorspronkelijke pui met borstwering rond de binnentuin vervangen door volledige glaswanden, werden in het dak lichtkoepels aan- gebracht en werden wanden verwijderd, waardoor een grotere woonkamer ontstond en de badkamer bij de slaapkamer kon worden betrokken.

47 Combinatie slaap-/badkamer

Vanaf het begin is het de bedoeling geweest om diverse disciplines binnen dit ene project te laten samenwerken, een creatief samenspel van specialisaties waarover Johan Meijering nog steeds lyrisch kan worden: ‘Ik ben geen standaardmens, ik hou van uitdagingen. De combinatie van bedrijfsleven en de hele creatieve hoek, architecten, kunstenaars en vormgevers. Om die samen in één project te laten spelen, dat is voor mij een ideaal. Het is ook een groeiproces, steeds meer mensen gaan meedoen, waardoor een netwerk van contacten ontstaat.’

Het enthousiasme werkte aanstekelijk, getuige de indrukwekkende lijst van participanten in het project. Alle deelnemers werden door Johan en Marije zelf benaderd: ‘Wij hebben zelf uitgezocht wat we mooi vonden, wat binnen ons budget paste en waar we vertrouwen in hadden. Natuurlijk moest het passen in het totale beeld, maar wat voor ons vooral van belang was, was dat het ook op het persoonlijke vlak ‘klikte’. Op die manier zijn steeds meer mensen en bedrijven gaan meedoen.’ Eén van die participanten is interieurontwer- per Sip Hofstede van het Groningse M&M Design, die Johan en Marije op een beurs

48 zagen. Hij is samen met Marije verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van de inrich- ting: de meubels, de belijning, de kleurkeus, de afwerking van wanden en plafonds. Het overleg was behoorlijk intensief: bijna wekelijks zaten inrichter en bewoners om de tafel. De samenspraak is noodzakelijk, want zoals Hofstede het uitdrukt: ‘De interieuront- werper moet een open oog en oor hebben voor zijn opdrachtgever. Hij reikt dingen aan, maar het is de klant die beslissingen neemt. Mijn taak is het vooral te voorkomen dat mensen ongelukkig worden in hun nieuwe omgeving, want zij zijn het die erin moeten leven.’ Hij heeft het als een uitdaging ervaren ‘zoveel mogelijk’ uit een standaardwoning te halen. Zoals de meeste participanten in het kijkbungalowproject werd hij meegesleept door Johan Meijerings enthousiasme, maar het mes snijdt aan twee kanten. Hofstede: ‘Bedrijven doen natuurlijk ook mee om er zelf beter van te worden, dat is duidelijk; door middel van dit project kan ik een grotere groep klanten bereiken, die ik kan doorverwij- zen naar Hoogkerk om een indruk te krijgen van hoe een interieur eruit kan zien.’ Over zijn relatie met de andere participanten binnen het project is Sip Hofstede zeer tevreden: lijnen voor toekomstige samenwerking zijn uitgezet, onderlinge contacten versterkt.

Entree: verrijdbaar scherm, ontwerp Sip Hofstede, fotografie Arthur Blonk

49 Tuinarchitectuur Hoe geslaagd die samenwerking tussen verschillende disciplines in de praktijk kan uitpakken, laat zich wellicht het beste aflezen aan de hand van de (on- derhoudsarme) tuinen, creaties van tuinarchitectuur De Punt uit Glimmen. Met name in de patio krijgt het samenspel van in- en exterieur op verrassende wijze gestalte. Aan de vloertegels uit het huis en in de patio is dit bijvoorbeeld goed te zien: de tuin heeft een esthetische structuur die dicht bij het huis strak en zakelijk begint en naar de opening van de binnentuin naar buiten toe, steeds losser wordt.

50 Tuinontwerp Henk Visser

51 Die overgang manifesteert zich niet alleen door andere plantengroei en ge- leidelijk ronder wordende vormen, maar ook in het materiaalgebruik: van plavuizen via betonklinkers naar los grind. Ook in het water dat door de bin- nentuin stroomt, wordt dat beeld herhaald: vanuit het huis stroomt het water via een strakke kunststof goot naar een vierkante vijver, terwijl iets verderop in de tuin het water verzameld is in een meer organisch gevormd bassin. De tuinarchitect is in zijn werkzaamheden seizoengebonden; september is niet de juiste maand om te planten, zodat het beeld dat de bezoeker nu van de tuinen bij de kijkbungalow krijgt, incompleet is. In de toekomst zal dan ook nog aanvullend geplant worden.

Patio

52 Afke Holt is verantwoordelijk voor het kleurige wandobject met een onder- gaande zon achter in de binnentuin; een multifunctioneel kunstwerk: het dient niet alleen een esthetisch doel, maar is tevens een geraffineerd decor om de overkapping van de schuur aan het oog te onttrekken.

Wandobject, ontwerp Afke Holt

Het buitenaanzicht van het huis werd veranderd door de stalen kanteldeur van de garage te vervangen door een vaste pui. Het interieur van de oorspronke- lijke garage werd zo verbouwd dat het gebruikt kan worden als een multifunc- tionele ruimte. Hier zullen in de toekomst de bezoekers ontvangen worden.

53 Voorzijde kijkbungalow

De tuin voor het huis verschilt met die in de patio. Hier is sprake van een puur functionele opzet, zij het dat de bezoeker hier al voorbereid wordt op wat hem binnen te wachten staat: het materiaal van de binnentuin is herhaald en in de bestrating wordt de karakteristieke belijning van het interieur aangezet. Op de foto is de crèmekleurige kanteldeur van de garage van de buren rechts te zien.

Kunst Het betrekken van beeldende kunst bij het interieur en de omgeving van de kijkbungalow is een ander specifiek kenmerk van het huis: binnen hangen aquarellen en acrylschilderijen van Jan Kenter en staan kleine sculpturen van de Maltese kunstenaar Joe Xuereb. Glasatelier Ballast en Bonekamp maakte speciaal voor het huis een glas-in- loodraam.

54 Glas-in-loodpaneel, ontwerp Ballast en Bonekamp

55 Aanzicht woonkamer vanuit de patio

56 Woonkamer

57 Designbank met rechts een Wurlitzer-jukebox

58 In de patio en aan de voorkant van het huis zijn lichtobjecten geplaatst van Bert Zikken. Als inspiratiebron gebruikte hij het ontwerp van de belijning van de daken van de huizen, de zogeheten ‘hanekam’.

Lichtobject, ontwerp Bert Zikken (1958-2010)

De ontwerpen van Bert Zikken zijn later in productie genomen bij de firma Artilite, voor Johan Meijering een duidelijk bewijs van de innoverende wer- king die van een project als dit kan uitgaan.

Voor hem is het opnemen van beeldende kunst in de gebouwde omgeving een zaak die met name door het bedrijfsleven nog veel te weinig wordt opgepakt: ‘Bij de overheid heb je vaak een 1%-regeling bij openbare gebouwen, waarbij één procent van de bouwsom benut kan worden voor kunsttoepassing. Ik zou wel tegen het bedrijfsleven willen schreeuwen: doe dat ook, bouw dat in! En

59 dan zal iedereen wel roepen dat niet kan, dat daar geen ruimte voor is. Nou, dan creëer je maar ruimte, ga daar maar creatief mee om. Het stikt hier van de supercreatieve mensen, daar ben ik in dit project van overtuigd geraakt, dus schakel ze maar in bij die vaak saaie, duffe projecten, om daar wat toevoegin- gen in aan te brengen. Dat gebeurt veel te weinig.’

Johan Meijering

60 Willemien Zoutewelle ontwierp een mobiel tuinscherm. De twee delen wa- ren afzonderlijk te verplaatsen. Op die manier kon er ‘gespeeld’ worden met het object, zoals te zien op onderstaande foto.

Verplaatsbaar scherm, ontwerp Willemien Zoutewelle

61 Doorkijkje naar de patio

Vervolmaking Johan Meijering is een gedreven mens, iemand met een heel uitgesproken visie op het fenomeen wonen en het talent die alom op dat terrein aanwezige creati- viteit te bundelen en het resultaat van die gezamenlijke inspanning vervolgens voor een breed publiek open te stellen. En het einde van het groeiende netwerk is nog lang niet in zicht. Ook na de opening zal de vervolmaking van zijn droom verdergaan: de plannen voor een daktuin, bereikbaar met een speciaal voor dit project omgebouwde invalidenlift, verkeren al in een vergevorderd sta- dium. De inbreng van beeldende kunst krijgt in de toekomst zelfs een educatief vervolg: leerlingen van de Groningse kunstacademie Minerva (de gelijke naam is niet toevallig) zullen straks het huis als studieobject kunnen gaan gebruiken om de toepassing van kunst binnen een gebouwde omgeving te onderzoeken. Het zijn slechts enkele van de plannen die Johan Meijering wil gaan realiseren. Ongetwijfeld zullen er nog vele volgen.”

62 5. Public Relations

De gemeente Groningen stond positief tegenover het project Kijkbungalow Minerva en ondersteunde dit initiatief met het beschikbaar stellen van een kleurenfolder voor de public relations. De voorlichter van de Dienst RO/EZ maakte een tekst, de Dienst RO/EZ liet een ontwerp maken voor een kleu- renbrochure en stelde vijfduizend exemplaren beschikbaar. De hele brochure is opgenomen in deel VII: Bijlagen.

Voorzijde folder Logo, ontwerp Sip Hofstede

63 Binnenhuisarchitect Sip Hofstede, met wie ik een samenwerkingsrelatie was aangegaan, ontwierp het logo, dat werd gebruikt voor de brochure met de volgende tekst:

“Kijkbungalow, een meer-dan-modelwoning”

Tekst uit de Brochure:

“Wonen is privé. Wonen is je thuis voelen, jezelf zijn. Dat betekent veel meer dan een dak boven je hoofd. Je huis is een stuk van jezelf. Eigen smaak, eigen stijl bepalen hoe de woning is ingericht en wordt beleefd.

Niet helemaal. Slechts weinig mensen zijn in staat de woning van hun keus te bouwen. Ook de inrichting is meestal gebonden aan beperkte mogelijkheden.

Toch kan er meer dan je denkt. Je moet maar op het idee komen, het juiste advies krij- gen, er op tijd bij zijn. Dan kan wonen een belevenis worden: heel persoonlijk, en toch heel haalbaar.

Neem de kijkbungalow Minerva. Een landelijke primeur in de wijk Hoogkerk. Groningen. Begonnen als standaardwoning, verrassend stijlvol verbouwd en ingericht tot een opmer- kelijke woonervaring.

Die ervaring willen de bewoners graag met u delen. de kijkbungalow is open voor alle mensen die goed willen wonen.

Even voorstellen: Johan Meijering en Marije Breeuwsma. Hij socioloog, zij coördinator van werkgelegenheidsprojecten, beiden met een tic voor alles wat met wonen en wooncul- tuur te maken heeft.

Zij kochten een nieuwe premie C-woning, een patiobungalow, in het plan Minerva Hoogkerk en gingen voortvarend aan de slag om van iedere ruimte iets moois te maken.

64 Enkele veranderingen konden al tijdens de bouw worden aangebracht, en voor de inrich- ting werd contact gezocht met binnenhuis- en tuinarchitecten, met beeldend kunstenaars, ontwerpers en inrichters, en met een scala van leveranciers op het gebied van apparatuur en accessoires. Het werd een uniek samenwerkingsverband van een aantal veelal zelfstan- dig opererende specialisten.

Het enthousiasme van Johan en Marije werkte. Hun huis werd de woonervaring die ze wilden: de kijkbungalow Minerva. Klaar om nieuwsgierige gasten te ontvangen.

In de kijkbungalow Minerva bent u welkom om te zien hoe wonen anders kan. U ondergaat het ruimtelijk effect van een glaswand, een zwevende hoogglanskeuken, een daktuin. U verwondert u over de eigenzinnige vormgeving van het vele maatwerk in tafels, rekken en kastenwanden.

Inspirerend is de toepassing van nieuwe materialen voor vloer-, wand- en raambekleding, het eigentijds ontwerp van wooncomponenten en een aantal verrassende vondsten op het gebied van audio, verlichting en communicatietechniek.

Gastheer Johan Meijering loopt graag met u door zijn kijkbungalow om u alles te laten zien. Als u zijn enthousiasme even voor lief wilt nemen, kan hij u ook uitstekend informeren over hoe iets is aangelegd, waar het vandaan komt, wat het kost, hoe het bevalt, kortom: hoe wonen anders kan. U bent welkom!

De kijkbungalow Minerva is voor nieuwsgierige mensen – ook in klein groepsverband – te bezoeken ná telefonische afspraak. Alleen op werkdagen, ´s zondags niet. Behalve op zondag kunt u daarvoor elke dag bellen met Johan Meijering.

De kijkbungalow Minerva ligt in Hoogkerk, het meest westelijke woongebied in de stad Groningen, aan de Jan van der Zeestraat 4.”

65 Visitekaartje

Routekaartje

66 6. Radio Noord

Op 27 september 1991 bezocht een team van RTV Noord de kijkbungalow. Het interview met Kirsten Klijnsma werd voor de radio uitgezonden. Het was mijn eerste interview in een radio-uitzending. Er zouden nadien nog vele volgen:

Johan: Ik zou zeggen: hartelijk welkom bij project Kijkbungalow Minerva. Zoals je weet is dit een landelijke primeur en daar zijn we heel erg trots op. Er is absoluut in Nederland niet een ander project met dezelfde doelstelling als die we hier hebben. Vandaar dat we heel blij zijn een nieuw project in het Groningse te kunnen tonen. Ik vind het heel leuk om met jou een rondleiding te organiseren. Misschien mag ik even uitleggen hoe dit project tot stand is gekomen. Dit is een totaalproject van achttien bungalows. Die achttien bun- galows bestaan uit negen bungalows met een plat dak, dat zijn dus patiobun- galows. Dat zul je straks wel zien, die patiobungalows hebben namelijk een binnentuin. En er zijn negen atriumbungalows, je ziet dat die een kap hebben. Die achttien bungalows zijn geschakeld aan elkaar. De woningen met een kap sluiten aan op de woningen met een plat dak, dus zo krijg je een heel gevari- eerd geheel.

Wat wel heel leuk is, is dat dit hele project, dat ontworpen is door de architec- tenmaatschap Timmer uit Scheemda, onlangs op de Dag van de Architectuur de tweede prijs heeft gehaald en voor ons project is dat heel erg leuk. We heb- ben destijds de eerste keus gehad bij de aankoop. En voor ons gevoel hebben we de mooiste uit mogen kiezen, het zit namelijk op de hoek, waardoor we de enige bungalow zijn met een hoektuin, wat een extra dimensie geeft.

We proberen in de kijkbungalow mensen te laten zien dat je op een andere manier kan wonen, mensen kunnen hier 101 ideeën opdoen, van heel klein tot wat groter. Misschien mag ik je een paar ideetjes vertellen. Een aantal maan- den geleden stonden we hier voor een kanteldeur. Oftewel, dit was een garage. Deze garage is nu omgetoverd tot de ontvangstruimte. En dat is heel simpel, er

67 is een vaste pui in gekomen en de kanteldeur is ergens anders naartoe verhuisd. We laten dus zien dat je van een garage een multifunctionele ruimte kunt ma- ken, dat houdt in dat hij gebruikt kan worden als slaapkamer, of kantoor aan huis. Hij kan worden gebruikt als ontvangstruimte, zoals we dat nu hebben, maar hij kan in de toekomst ook weer terug naar garage, door die kanteldeur er weer in te plaatsen. Eigenlijk heel simpel, maar op die manier voldoet het aan onze woonwensen op dit moment.

Een ander punt dat opvalt, is dat hier een kunstwerk voor in de tuin staat, we zijn heel blij dat in ons project allerlei beeldend kunstenaars een rol hebben vervuld. Dat is heel uniek want die hebben heel mooie dingen gemaakt. Een van die kunstwerken staat hier in de voortuin, dat is van Bert Sikken. Die heeft een soort tuinmeubel gemaakt, dat tevens tuinverlichting is. Het is ook een zitelement en bovendien fungeert het als een soort baken, als een herken- ningspunt voor ons project.

Kirsten: Jullie zijn de opdrachtgevers?

Johan: Ja, stap voor stap hebben we mensen benaderd en dat is een groeiproces geweest. We zijn daar twee jaar geleden mee begonnen en het is één grote keten van contacten en van relaties geworden. En zo zijn we uiteindelijk ook via via bij Bert Sikken beland. Zijn mooie ontwerp zie je nu voor je.

Kirsten: Ja, mooi. Je ziet een beetje groen, blauw, turquoise en oranje, dat zijn de kleuren.

Johan: Dat klopt, de kleuren zie je weer terug in het gehele project. We heb- ben geprobeerd om een stuk rust in de hele sfeer te bouwen, en we hebben gekozen voor vier hoofdkleuren. Groen is eigenlijk de huiskleur geworden, oranje zul je ook bijna in iedere ruimte terugvinden, zij het in allerlei kleur- schakeringen. Een derde kleur die je terug zal vinden is de kleur zwart en de vierde kleur is de jasmijnkleur, een kleur die ook regelmatig terugkomt.

Kirsten: Ik ben ontzettend benieuwd hoe het er van binnen uitziet.

68 Johan: Misschien mag ik nog één ding over de tuin vertellen, wij hebben ge- kozen voor onderhoudsarme tuinen, en dat heeft ook te maken met het feit dat ik rugpatiënt ben. Je ziet hier veel grind, daaronder zit een filterdoek, een soort weefseldoek, en dat heeft twee functies. Van de ene kant houdt het on- kruid tegen en van de andere kant zorgt het dat het grind bij elkaar blijft. En verder, het regenwater gaat er gewoon door naar beneden, dus in die zin krijg je geen schrale grond.

Kirsten: En je kunt er gewoon plantjes op zetten?

Johan: Ja hoor, ja als je dus wilt planten, dan zorg je dat er ruimte gemaakt wordt in dat doek, dat snij je uit. En je kunt daar dan gewoon planten.

Kirsten: Een idee.

Johan: Een van de vele ideeën. We lopen nu naar de regenpijp. Je ziet dat alle regenpijpen in de straat nog grijs zijn, de gewone pvc-kleur. Wij vonden dat wat onrustig, dus wij hebben gekozen voor dezelfde kleur als de boeirand. Zo zie je dat er een stukje rust aan de voorkant is ontstaan.

Je ziet hier op de voordeur een aantal strepen, dit is het feestje van onze bin- nenhuisarchitect. Die heeft zich onlangs op een avond lekker mogen uitleven. En dat gunnen wij hem van harte, want we hebben driekwart jaar heel inten- sief met hem samengewerkt. We vinden het heel leuk dat hij zich hier op de voordeur van ons project mocht uitleven.

Kirsten: Vrolijke streepjes erop.

Johan: Ja, gewoon vrolijk.

Kirsten: Dit was dus ooit de garage?

Johan: Dit was tot kort geleden nog de garage, ik denk tot voor een maand of drie of vier. Ik moet wel zeggen dat we een aantal bouwkundige aanpassingen hebben aangebracht tijdens de bouw. We hebben bijvoorbeeld de vloer laten

69 isoleren. In de garage zit een stampbetonvloer. Als je vooruit wilt kijken wat je met ruimtes gaat doen, dan is het belangrijk dat je daar vooraf en tijdens de bouw al over nadenkt. En normaal is een garagevloer niet geïsoleerd. Een an- der punt is dat wij een verwarming hebben laten aanbrengen tijdens de bouw. En je ziet dat hier een kapstokradiator is geplaatst, in onze huiskleur, in oranje.

Kirsten: Ja, en die staat niet dwars maar verticaal tegen de muur aan.

Johan: Dat klopt. En het verhaal hier is dat mensen die wij als gasten ont- vangen, hier met een natte jas binnen kunnen komen en dat ze hopelijk na ongeveer een uur weer naar huis keren met een droge jas en allerlei ideeën in hun achterhoofd.

Kirsten: De vroegere garage is afgeschermd met een soort rondlopende han- gende wand, wat bevindt zich daarachter? Het maakt me nieuwsgierig.

Johan: Nou, dat is onze rommelhoek. En bovendien is het de natte hoek. Achter dat scherm daar staat onze wasmachine. Deze is gewoon standaard in de garage opgenomen en daar staat ook de cv-ketel. We hebben iets bedacht in overleg met de binnenhuisarchitect, iets creatiefs. Er moet iets afgescheiden worden wat functioneel is. Ik zal het even demonstreren.

Kirsten: Ja, hé, er zitten wieltjes onder die wand.

Johan: Ja, die ronde wand is opgehangen aan een systeem en er zit een wieltje onder, en is dus in die zin verplaatsbaar. Het is een rommelhoek en op deze manier kan je dat heel goed camoufleren. Verder werken we in ons project heel veel met spiegels, dat geeft ruimte.

Kirsten: Hoe groot is de kijkbungalow?

Johan: De kijkbungalow is zeventien meter diep en negen meter breed en heeft verder een voortuin, een binnentuin die helemaal in het glas omgeven is, een hoektuin en een achtertuin, aangrenzend aan een openbaar park.

70 Rondleiding

Kirsten: En zo begint de rondleiding door de kijkbungalow Minerva in Groningen, een rondleiding die u ook kunt krijgen, geheel gratis maar wel op afspraak. Het nummer geef ik u over pakweg een kwartier van nu en dan kunt u hem zelf opbellen en een afspraak met hem maken en daar eens rond gaan kijken en misschien doet u er wel leuke ideeën op. De kijkbungalow Minerva zal voor het grootste deel het pakkie an zijn van Johan. Door omstandigheden buiten het arbeidsproces gezet, vond hij in de kijkbungalow Minerva een zin- volle invulling van zijn leven. Het overbrengen van zijn ideeën over wonen, het integreren van kunst in het leven van alledag, in huis en bedrijf, maar vooral het inspireren van anderen. Waar komt dat ideaal vandaan?

Johan: Ik ben zelf inmiddels vierenveertig, ik ben zestien keer verhuisd. Dit is mijn negende eigen woning. Van die negen woningen zijn er vier totaal verbouwd, en altijd heel erg extreem. Voor mij was dat altijd een enorme uit-

71 daging om te kijken wat je met wonen kunt doen. Het ideaal is om te kunnen spelen met ruimten die je hebt, multifunctioneel maken, doordenken wat je er allemaal mee kunt doen. En dat is gewoon te gek, het is een soort versla- ving geworden. Een hobby, en door omstandigheden kan ik dit idee van de kijkbungalow uitvoeren.

Kirsten: Wat is wonen voor jullie? Wat betekent wonen voor jullie?

Johan: Wonen betekent in ieder geval voor mij een rustpunt, je veilig voe- len, je lekker voelen, goed in je vel zitten in je thuissituatie. Een stuk har- monie om je heen.

Kirsten: Twee jaar lang in eerste instantie, ontvangen jullie hier allerlei men- sen, hoeveel mensen verwacht je eigenlijk dat hier zullen komen?

Johan: Wij houden er rekening mee dat er per jaar zo’n vijfduizend mensen kunnen komen.

Kirsten: Waar baseer je dat op?

Johan: We hebben een paar jaar geleden in Rotterdam een kubuswoning be- zocht en dat is commercieel opgezet, daar betaal je entree, en dat willen we dus ook absoluut niet. Maar daar komen zo’n 75.000 mensen per jaar. Dat is natuurlijk erg veel, nu is Rotterdam ook een andere stad dan Groningen. Ik wil beslist niet zeggen dat het beter is, maar er wonen meer mensen, het ligt wat centraler, maar we hebben een inschatting gemaakt wat we ongeveer per week kunnen verwachten. En we zijn uitgegaan van zo’n honderd mensen per week.

Kirsten: Je vertelde dat een aantal vrijwilligsters zich hebben aangemeld die jullie willen helpen, die gaan ook rondleidingen verzorgen hè? Want jij ver- wacht dat je dat niet in je eentje zal kunnen doen.

Johan: Klopt. ik ben rugpatiënt dus in die zin heb ik ook hulp nodig om dit te kunnen doen. En daarom is het ook op afspraak, dus dat houdt in dat

72 je dat ook zelf kunt bepalen. Wij moeten in die zin ook niets, we zijn geen bedrijf. Hier is ook niets te koop, dus we doen het geheel vrijwillig.

Kirsten: Het is niet zo dat mensen binnenkomen en gewoon zelf maar een beetje rond mogen kijken, het gaat echt onder begeleiding. Als er iemand hier komt, hoe lang zijn mensen dan bezig?

Johan: Zo’n rondgang of rondleiding of excursie, hoe je het ook wilt noemen, die zal minimaal een half uur en maximaal drie kwartier duren. En dan is het de bedoeling dat we gezellig gaan nakeuvelen met de mensen, van: ‘Goh, wat hebben jullie allemaal gezien.’ We zijn heel benieuwd naar de reacties van mensen en we zijn vooral benieuwd naar wat mensen hier zelf uitgepikt heb- ben, wat ze dus eigenlijk in hun eigen situatie kunnen toepassen.

Kirsten: Maar je hoopt toch niet, hoop ik dan, dat al die mensen een soort interieur à la Marije en Johan inrichten?

Johan: Nee, wat wij zeker niet propaganderen is dat wij het evangelie even zullen verkondigen. Maar wat we wel leuk zouden vinden is als we kunnen inspireren. Hier zijn 101 ideetjes te zien, van heel klein tot vrij groot. Ik zeg de laatste tijd weleens: als iedere bezoeker met één of twee ideetjes naar huis gaat, van ‘Goh dat heb ik nooit geweten’ of ‘Dat lijkt me helemaal te gek’, of ‘Daar ben ik net aan toe’, dan zou ik dat ontzettend leuk vinden.

Kirsten: Zijn het allemaal dure dingen die jullie hier verwerkt hebben?

Johan: Nee, absoluut niet. Er zitten wel dure dingen bij, bijvoorbeeld een rond scherm in de ontvangstruimte is duur, maar dat zou je ook in een hele andere vorm kunnen gieten qua materiaal. We gaan ervan uit dat er heel veel crea- tieve mensen rondlopen, ook handige mensen die eventueel het idee op een eigen manier kunnen vormgeven.

Kirsten: Wat ook heel opvallend is denk ik voor heel veel mensen die hier bin- nen zullen komen en rondlopen, is jullie slaapkamer hè?

73 Johan: Ja, daar zijn we ook wel een beetje trots op, hoor. We hebben hier alles diagonaal gelegd, zelfs de vloeren. Dat komt omdat er een schuine wand in de woning zit. Dus op die wand is alles gericht zeg maar. En dat zie je ook in de slaapkamer terug. En de standaard slaapkamer was te klein voor ons woonidee, want wij wilden graag een bad en een douche en een dubbele wastafel en een toilet, en dat kon er niet in.

En verder ben ik allergisch voor alles wat met hokjes te maken heeft. In veel woonsituaties kom je zoveel hokjes tegen. En dat hebben we hier doorbroken door een wand, een binnenwand, te laten vervallen. Dat kon probleemloos voor de bouw, en in die zin heb je dus één grote ruimte en stap je vanuit het bad in bed en vanuit het bed in bad. Bovendien kun je met elkaar communi- ceren, dat vind ik ook een heel belangrijk punt.

Kirsten: Je kan in bad zitten en Marije kan in bed liggen en ondertussen kun- nen jullie gezellig babbelen?

Johan: Ja, zeker en we gaan ervan uit dat we elkaar ook heel veel te vertellen hebben. Marije heeft een drukke baan, die werkt fulltime. Die gaat ’s morgens vroeg weg en is ’s avonds laat terug en ik hoop dan in die tijd hier vele leuke mensen ontmoet te hebben. Dus dat kunnen we dus in de badkamer bespre- ken.

Kirsten: Hoe reageren vrienden van jullie op dat bad in de slaapkamer?

Johan: Nou, wat heel leuk is, wat we tot nu toe gemerkt hebben, is dat vrienden en kennissen die op bezoek komen, vaak blijven hangen in die badkamer. Dat komt ook omdat we die meestal als laatste laten zien. En het is tot nu toe een aantal keren gebeurd dat we onder het genot van een glaasje wijn daar lekker hebben zitten napraten en soms wel een paar uurtjes langer. En wat ik zelf heel leuk vind, er zitten een paar zuilen in zoals je hebt gezien, die zijn afgeknot. We hebben geprobeerd een link te leggen met het oude Rome. Vroeger had je daar badhuizen waar politiek werd bedreven. In die zin krijg je dus een klein stukje sfeer weer terugkrijgen van het oude badhuis als sociale ontmoetingsruimte.

74 Kirsten: Door het hele huis is ook kunst te vinden hè, dat maakt een heel we- zenlijk onderdeel van de kijkbungalow uit. Jullie vragen kunstenaars om hier te exposeren?

Johan: Ja, de bedoeling is dat om de drie maanden een wisselende expositie plaatsvindt. Als kunstenaars daarin geïnteresseerd zijn, dan kunnen ze contact met ons opnemen.

Kirsten: En dat is ook volledig gratis?

Johan: Ja, als bezoekers kunstwerken willen aanschaffen, dan houden we ons ook buiten de eventuele transacties die plaatsvinden. Het enige wat we kun- nen doen voor bezoekers is vertellen wie de kunstenaar is. Dan kunnen men- sen zelf contact opnemen met de kunstenaars.

Kirsten: Heb je nou niet het gevoel of misschien de angst, als het nou echt goed gaat lopen hè, dat het druk wordt, dat er veel mensen hier komen en om rondleidingen vragen, dat je een beetje gast in je eigen huis gaat worden?

Johan: Dat gevoel heb ik zeker niet, nee absoluut niet.

Kirsten: Nog niet, maar ben je niet bang dat het niet nog gaat komen?

Johan: Nee, ik ben daar niet bang voor want nogmaals, wij doen dit geheel vrijwillig en we doen ook wat we aankunnen en dat zou ook in kunnen hou- den dat als het druk zou worden, dat we dat toch wat moeten temperen en tegen mensen moeten zeggen dat ze nog even geduld moeten hebben.

Kirsten: Wat is nou het leukste van deze hele onderneming, want zo mag je het wel noemen, voor jullie?

Johan: Nou, het is een enorme uitdaging. En wat ik verschrikkelijk leuk vind, is dat je twee blokken bij elkaar ziet komen, het blok van het bedrijfsleven die met name een grote rol hebben vervuld in het meedenken, het uitdenken, en daar ook heel veel tijd aan besteed hebben om in harmonie tot een gezamen-

75 lijk eindproduct te komen. En het tweede blok van alle creatieve mensen, de kunstenaars, binnenhuisarchitect, die hele sector. Het geeft een heel rijk gevoel te laten zien dat je dus twee verschillende we- relden in één project bij elkaar kunt brengen. Dat is ook het stukje ideaal dat we hebben en de uitdaging.

Kirsten: Een beetje ook de filosofie ook daarachter?

Johan: Ja, ik heb fantastische creatieve mensen gezien en ontdekt en ik zal in die zin ook naar het bedrijfsleven toe willen zeggen: schakel kunstenaars in bij uw bedrijf. Het liefste zou ik willen dat ieder bedrijf één kunstenaar adopteer- de of daar een relatie mee aan zou gaan. Want dat verrijkt namelijk de cultuur en ik ben ervan overtuigd dat het allemaal nog leefbaarder kan worden dan dat het nu is. Ik mis dat juist. Om een voorbeeld te noemen, bij de overheid heb je vaak een 1%-regeling, dat houdt in dat bij nieuwbouwprojecten één procent van de bouwsom bestemd is voor kunst, voor kunsttoepassingen. Die regeling kent het bedrijfsleven zelf niet. Dus in die zin zou ik eigenlijk aan het bedrijfsleven willen vragen: bouw dat gewoon in, neem dat gewoon mee automatisch in bouwprojecten. Daarmee geef je ook de hele creatieve wereld meer mogelijkheden, meer impulsen. Één van de kunstenaars hier heeft inmiddels een parttime baan gekregen. Hij heeft een ontwerp hier gemaakt, het ontwerp is uitgevoerd door het bedrijfs- leven. En bij datzelfde bedrijf is Bert Sikken inmiddels parttime vormgever.

Kirsten: En dat geeft jou een lekker gevoel?

Johan: Ja, dat is krankzinnig, dat is fantastisch. Als je ziet dat je daarmee men- sen kunt helpen en ziet wat zo’n verhaal uiteindelijk teweegbrengt.

76 77

7. Feestelijke opening

Na een lange en intensieve voorbereiding was het eindelijk zover. Op 27 sep- tember 1991 werd Kijkbungalow Minerva officieel geopend. Het resultaat van een intensieve samenwerking tussen de verschillende participerende architec- ten, bedrijven, beeldend kunstenaars, vormgevers en de bewoners. Vanwege de vele gasten werd het feest gehouden in het Drentse Peize, op korte afstand van Hoogkerk. Het werd een feest om nog eens aan terug te denken.

Peizer Hopbel

Door de Peizer Hopbel werd een biercocktail aangeboden, daarna werd voor het feestelijk gedeelte uitgeweken naar de tegenovergelegen zaal van café- restaurant Boonstra.

79 Café-restaurant Boonstra

De ‘overtocht’ van het ene restaurant naar het andere werd muzikaal omlijst door doedelzakband The Spirit of Scotland uit Hoogkerk.

Doedelzakband Hoogkerk

80 81 Tijdens deze feestelijke bijeenkomst werden drie speeches gehouden.

Officiële opening Als eerste sprak Jan Kamminga, destijds makelaar in Groningen, werkgevers- bestuurder en voormalig politicus namens de VVD. In een latere periode werd hij commissaris van de koningin in Gelderland. Kamminga hield als eerste een speech en verrichte de officiële opening. Hij kon niet lijfelijk aanwezig zijn, omdat hij op dat moment voor een werk- bezoek in de VS verbleef. Zijn speech was daarom kort daarvoor opgenomen in de kijkbungalow en werd tijdens de opening vertoond op een groot video- scherm.

“Het zal velen van u zo zijn vergaan als mij. Johan Meijering op kantoor, een verhaal, een beetje onover- zichtelijk, erg idealistisch en dan het idee van tja, zal het allemaal werken. Gaat dat nu, wat is dat voor een merkwaardige gedachte. Het is toch gewoon het bouwen van zo’n huis en verkopen. En kopers moeten niet al te veel zeuren want dat werkt niet in de bouw want Jan Kamminga het is een seriematig product en individuele wensen, ja daar kun je toch moeilijk een kant mee op. Maar eerlijk gezegd realiseren we ons allemaal dat veel mensen ook gemakkelijker zullen kopen wan- neer de drempel tot een koopwoning wat wordt verlaagd. Wanneer ideeën kunnen worden opgedaan, wanneer mensen wat meer vertrouwd kun- nen worden gemaakt met het bouwproces en individuele wensen die misschien in zo’n huis kunnen worden ingebracht. En ik wil best toegeven dat tijdens dat gesprek, waarvoor ik een kwartiertje had uitgetrokken en dat uiteindelijk meer dan een uur duurde, toch steeds enthousiaster werd en dacht: het is toch eigenlijk een gek en goed idee. En ik wil er nog iets bij zeggen, want we zijn in onze samenleving zo erg afhankelijk van creatieve en inventieve mensen, mensen die eens hun nek uitsteken en die eens wat durven, wat willen proberen.

U mag zich erop verheugen om hier straks die kijkbungalow te zien, want wat Marije Breeuwsma en Johan Meijering hier samen voor elkaar hebben gebracht, is echt indruk- wekkend. Creatief, inventief, gekke dingen bedenken, maar die ook goed bruikbaar zijn

82 in een woning. Ik heb er het grootste respect voor. Wij van Kamminga Makelaars, en nou zet ik snel even een andere pet op dus, zullen ook gebruik gaan maken van deze kijkbungalow. Want veel mensen zullen toch de neiging hebben ideetjes op te doen in een verhaal van drie kwartier à een uur, over de drempel te komen en wat dichter bij het eigen huis te geraken.

Ik wil de familie Meijering ontzettend veel succes wensen in de komende paar jaar. Ik wens ze veel mensen over de vloer toe, veel nieuwe creatieve gedachten. Wat ons betreft, wat mij betreft kun je, Johan, op mijn steun rekenen als je die nog eens nodig hebt en ik wens u hier straks een nuttige kijk in de kijkbungalow.

Met deze woorden wil ik graag de bungalow als officieel geopend verklaren en ik wens u nog een gemoedelijke middag toe.”

83 De hoofdsponsor Namens hoofdsponsor ING, voorheen NMB, haakte directeur Gilles van Keulen vervolgens in zijn toespraak namens alle participerende bedrijven in op de filosofie van architect Alberts, ontwerper van het eigenzinnig vormge- geven nieuwe hoofdkantoor van zijn bank.

Gilles van Keulen

Deze filosofie gaat uit van de drie menselijke ‘huiden’, die bepalend zijn voor hoe mensen zich voelen: de eerste huid is je eigen vel, de tweede je kleding en de derde is je gebouwde omgeving. Als die derde huid niet ‘past’, voelen mensen zich er niet prettig in. Het streven moet er dus op gericht zijn dat mensen zich ook in die omgeving ontspannen kunnen voelen. Om dat te re- aliseren, bestaan een drietal eisen: de gebouwde omgeving moet niet alleen in alle opzichten functioneel zijn, maar ook een grote flexibiliteit kennen en lage operationele kosten hebben. Voor alles geldt echter dat de mens het centrum en de maat van zijn gebouwde omgeving is. Een doelstelling die volgens ING directeur Van Keulen zeker ook in de kijkbungalow gerealiseerd is.

84 De interieurontwerper Sip Hofstede, interieurontwerper te Groningen (MM Design), sloot de gele- deren namens alle creatieve participanten:

“Ik herinner me nog het eerste gesprek. Een aantal trefwoorden werd gecombineerd met een ‘programma van eisen’. Marije en Johan gaan niet over één nacht ‘eis’. De plan- nen werden uitvoerig doorgenomen en waar nodig aangevuld. Stap voor stap gingen we verder. Johan had in elk gesprek wel één vraag, en een tweede en een derde. De vragen van Johan waren vaak voor ons participanten een weet. Daarnaast kwam hij vaak even binnenwippen om de nieuwe plannen die hij onderweg had ontwikkeld te melden. Zo werd het aantal participanten een aanzienlijke rij. Kunst moest geïntegreerd worden. Velen van u zullen, net als ik, weleens gedacht hebben: als dat maar goed komt. Nou, de toewijding waar al die vragen uit voortkwamen is waarschijnlijk de sleutel geweest tot het welslagen van de kijkbungalow Minerva. Nu hoeven we Johan en Marije niets meer te vertellen. Naast dit alles is van groot belang dat de deelnemers aan dit project met elkaar in contact kwamen. Het zijn niet alleen Johan en Marije die een kijkbungalow hebben. Wat de participanten betreft, en wij zijn inmiddels met meer dan Johan gevraagd had, is het ook een beetje onze kijkbungalow, waaraan we van harte meewerken! Fijn is er dan ook samengewerkt: van de architect tot de leverancier van welk onderdeel dan ook en van de tuinarchitect, de kunstenaar tot de buurvrouw die voor de opening de ramen lapte!”

Sip Hofstede

85 Veel waardering was er voor de vertoonde animatiefilm, gemaakt door twee vakdocenten van de Academie Minerva, Ed Ubels uit Wagenborgen (Computer Graphics), en Hans Roos uit Groningen (Picture a Frame), in sa- menwerking met de stichting Scan en onder regie van ltamar Kool (Kool, De Smeth e.a. audiovisuele producties Groningen).

Wicher Werk, eigenaar van de bekende Groninger restaurants De Koning van Denemarken en Arues, verzorgde een door hem aangeboden perfect verzorgd ‘koninklijk buffet’, bestaande uit dertig verschillende gerechten.

86 In totaal 45 musici en artiesten in diverse formaties traden afwisselend non- stop op en completeerden het feest.

87 GADO-pendelbus

De hele avond pendelden er twee shuttlebussen van de Gado heen en weer tussen Peize en Hoogkerk. Op deze wijze werd iedereen in de gelegenheid ge- steld om de kijkbungalow voor het eerst te bezichtigen. Men werd rondgeleid door een van de gastdames.

Gastdames in afwachting van de pendelbus met de eerste kijkers

88 Vóór de openingsdag had ik een flinke voorraad tasjes laten bedrukken met het logo van de kijkbungalow. Veel bedrijven die mee meewerkten aan het project hadden een relatiegeschenkje beschikbaar gesteld. De tasjes waren ge- vuld met onder andere pennen, rekenmachientjes, consumptie- en kortings- bonnen, schrijfblokjes enz. Iedere bezoeker ging die avond met een tasje over de schouder naar huis.

Promotietasjes

89

8. Eerste tentoonstelling

‘Kunst is het vermogen om dat wat in geest of gemoed leeft of gewekt is, op zodanige wijze tot uiting te brengen, dat het kan ontroeren door schoonheid.’

De start van de eerste tentoonstelling vond plaats tegelijk met de officiële opening van de kijkbungalow op 27 september 1991. Kunstenaar Jan Kenter (1955) uit Groningen exposeerde van 27 september tot en met 31 december met kleurrijke aquarellen en acrylschilderijen. Ik zag zijn werk voor het eerst bij een van de participanten van de kijkbun- galow en was meteen onder de indruk. Ik maakte vervolgens een afspraak bij hem thuis, waar ik kennis met hem maakte en zijn oeuvre kon bewonderen. Hij groeide op in Winschoten en werd opgeleid op de Academie Minerva in Groningen, waar hij zowel de vrije afdeling Tekenen en Schilderen als de le- rarenopleiding doorliep en midden jaren tachtig afstudeerde. De spontaniteit en transparantie van het aquarelleren werden uitgangspunt voor zijn werk uit die tijd. Hij maakte reeksen grote aquarellen, met veel vaart en kleur opgezet en met het vrouwelijke model als hoofdthema.

Hij wilde zijn werk graag tentoonstellen in de kijkbungalow, en daarmee be- gon voor mij een lange en inspirerende weg in de wereld van de kunst. Een wereld die voor mij tot op dat moment niet bekend was. Wel had ik van jongs af aan oog voor aparte kunstzinnige dingen, rariteiten, en had ik jarenlang antiquiteiten verzameld.

Mijn idee was idee was aanvankelijke om wisselende tentoonstellingen te or- ganiseren en vooral jonge, beginnende kunstenaars gelegenheid te geven om in de kijkbungalow te exposeren. Dit idee veranderde in rap tempo. Al heel snel zou ik contact krijgen met gerenommeerde kunstenaars. Behalve dat ik zelf kunstenaars benaderde, waren er ook kandidaat-exposanten die zich aan- meldden met het verzoek om te mogen exposeren. Een boeiende tijd brak aan. Voor een expositie bezocht ik de ateliers van de

91 kunstenaars om te kijken of het werk zou passen in de kijkbungalow en of het werk mij aansprak. Ook vond ik het belangrijk dat ik een zekere klik met de kunstenaar had.

Rechts aan de wand een aquarel van Jan Kenter

Om de bezoekers te ‘verwennen’, organiseerde ik na de solotentoonstelling van Jan Kenter uitsluitend groepstentoonstellingen, met verschillende, uiteen- lopende disciplines: schilderijen, beelden en sieraden. Door de vele contacten met beeldend kunstenaars kreeg ik bijzonder veel respect voor deze wereld van creatievellingen en begon ik met het verzamelen van kunst, waar ik jarenlang veel plezier aan beleefde. Vele jaren later (2003-2016) zou ik zelfs een mis- sie zou gaan voeren tegen het vervaardigen van en de handel in valse (Ploeg) kunst, de Altink-affaire.

92 9. Kuifje in Hoogkerk

‘Organiseren zit me echt in het bloed, samenwerken trouwens ook.’

Twee dagen voor de publicatie van het interview op 28 september 1991 belde de journalist Henk J. Meier van het Nieuwsblad van het Noorden mij op: “Ik ga straks naar Amsterdam en kom bij je voor de deur langs. Ik heb nog een paar korte vragen. Schikt het je dat ik nog heel even – op doorreis – bij je langskom?” Uiteraard had ik hiertegen geen enkel bezwaar. We hadden het interview enige dagen daarvoor afgesloten en als hij nog met een paar vragen zat, was er geen enkele reden om niet aan dit verzoek te voldoen.

Zo gezegd, zo gedaan. Een uurtje later stond Henk J. Meier opnieuw bij de voordeur. Tijdens de koffie raakten we aan de praat. De publicatie, echter, werd een ge- heel andere dan die ik mij had voorgesteld. Tot mijn grote verbazing herkende ik in de zaterdageditie op pagina 41 niets van het uitgebreide interview dat ik had gehad over Kijkbungalow Minerva en werd ik geconfronteerd met mijn spontane reacties die ik had gedaan tijdens het informele koffierondje. De lezers van het Nieuwsblad van het Noorden werden verrast met de vol- gende tekst:

“Langs de snelweg Groningen-Drachten staat een opvallend straatje. Bij de afslag Hoogkerk zien we nu nog een rijtje rode haaientanden.

Binnenkort worden die roodpannen puntdaken aan het zicht van de auto- mobilist onttrokken. Dan wordt de wijk Minerva door een dikke aarden wal afgeschermd van het eeuwig zoevend snelverkeer. De haaientanden staan in de Jan van der Zeestraat: achttien koopwoningen op een rijtje. Afwisselend een hoog huis met rode dakpannen en een lage bungalow met plat dak. De hoge huizen kosten ongeveer twee ton, de laagbouw 175.000 gulden. Eén van die laagbouwbungalows timmert nogal aan de weg. In de Jan van der Zeestraat in de De Ploeg-buurt in Hoogkerk staat vanaf oktober een ‘kijkbungalow’ te

93 kijk: honderd en één eigenzinnige woonideeën en toegepaste kunstwerken. De hobby van een sociale wetenschapper.

‘Eerst even een bakkie koffie?’ vraagt drs. J.L. Meijering. Zijn populistische woordkeus detoneert met zijn trendy kostuum, de moderne koffiepot en het stijlvol opgetrokken interieur van de platgedakte ‘kijkbungalow’ op nummer 4. Samen met zijn vriendin Marije Breeuwsma heeft hij het casco van deze bungalow twee jaar geleden gekocht. ‘Marije kreeg werk in Groningen en ik kon haar volgen, want ik ben ver- vroegd gepensioneerd en mag nu overal wonen. In verband met mijn rug- klachten zochten we een gelijkvloers huis. Dat was een absolute voorwaarde. Ik had in Leeuwarden een soortgelijke woning, helemaal verbouwd. We had- den strontmazzel: dit project kwam op de markt en we hadden de eerste keus. We hebben meteen een optie genomen. Ook de ligging vonden wij fantas- tisch, want onder de snelweg door zit je in twee minuten in Drenthe bij Peize en Roden. Dan krijg je een hele andere beleving. Bovendien zitten we in een mum in Leeuwarden en dat is voor mij ook ideaal. Vrijwel al mijn vrienden en kennissen zitten in Friesland. Nou, heerlijk. Dus uiteindelijk was die keuze niet zo moeilijk: het moest Hoogkerk worden. Het bevalt ons hier fantas- tisch.’ Johannes Lourens Meijering werd in 1947 geboren in Kampen. Zijn ouders verhuisden nogal eens. Naar Zwolle, naar Rotterdam. Toen hij veer- tien was, belandde de familie Meijering in Leeuwarden: ‘Mijn vader werkte bij de douane en solliciteerde regelmatig om zich te verbeteren. Vandaar die vrij frequente verhuisbewegingen.’ Johan zat twee jaar op de kweekschool: ‘Veel klasgenoten van de ulo gingen ook die richting uit, dus dat leek me heel leuk. Wat ik verder heel erg leuk vond, dat was organiseren. Als vijftienjarige ben ik begonnen te organiseren. Klassenavonden, een schoolavond en daarna iedere zaterdag een zaaltje huren voor middelbare scholieren. Want destijds, in de jaren zestig, was er in Leeuwarden heel weinig. Vijf jaar lang heb ik zater- dagsavonds grote festiviteiten georganiseerd. Dat mondde uit in een club van tweeduizend leden en dat deed ik in mijn uppie. Van het gebouw van de speel- tuinvereniging via de Beurs in Leeuwarden tot uiteindelijk de Frieslandhal. Dat waren enorme succesavonden. Die club heette K64. Het jaar was 1964 en ik had een slag in mijn haar. In de trein zei een dame tegen me: “Goh, u lijkt precies op Kuifje!” Dus Kuifje en 1964 werd K64. Dat was in de jaren zes-

94 tig in Leeuwarden en Friesland een begrip. Dat was een fantastische periode. Prachtig, geweldig. Dat organiseren zat me echt in het bloed. Samenwerken trouwens ook. Ik denk met heimwee aan de jaren zestig. Vandaar mijn voor- liefde voor jukeboxen.’

Kuifje

Bij de politie ‘Maar door al die activiteiten bleef ik zitten op de kweekschool en ik moest van mijn ouders van school. Zo ben ik bij de politie terechtgekomen. Want ik zag militaire dienst überhaupt niet zitten en ik had indertijd serieus verkering. Dus solliciteerde ik bij de politie, want dan hoefde je niet in dienst. Als poli- tieman werd ik een maand in Amsterdam gedetacheerd. Dat was hartstikke

95 leuk en verrijkend. Ik was bijna nog nooit in Amsterdam geweest, kwam aan, meldde me en kreeg gelijk een autosleutel in de hand geduwd: “Ga maar op patrouille.” Ik zat nog geen uur in de auto, toen we een melding kregen dat er in een portiek een lijk, of liever gezegd een dood persoon lag. Maar ik wist heg noch steg in dat hele Amsterdam. En mijn collega die net uit Drenthe was ge- arriveerd, wist er helemaal de ballen van. Die wist niet eens waar Amsterdam lag. We vroegen over de mobilofoon welke richting dat was. Nog geen twee minuten later komt er zo’n wegsleepwagen met zwaailicht voor ons rijden. Die bracht ons gewoon naar die plek toe. Fantastisch. Krankzinnig. Ik heb daar in een maand tijd dingen beleefd die een normaal mens in zijn hele leven niet beleeft. Er was constant wat te beleven, de meest gekke dingen. Ik vond het een genot om een maand onder Amsterdammers te vertoeven. Die hele andere mentaliteit vond ik fantastisch. Ik had destijds een gezin, anders was ik er gebleven.’ ‘Daarna kwam ik in de zomer op Terschelling. Dat is helemaal het omge- keerde. Fantastisch. Daar moet je absoluut niet de politieman uit gaan hangen, dan ga je echt op je bek. Dus iedere keer stond ik te posten bij de boot. Dan zag je allemaal bekenden van K64 waar je een paar jaar geleden dikke feesten mee maakte. En daar stond ik dus in mijn ambt. Een hele krankzinnige confrontatie. Niemand be- greep er een zak van.’

Afwijkend gedrag ‘Bij de politie was ik ook een vreemde eend in de bijt. Ik wilde al heel snel de sociale richting uit. Maar als je voor je 27ste bij de politie wegging, moest je alsnog in militaire dienst. Dat was mijn dilemma. Dus ik begon aan de studie maatschappelijk werk, kinderbescherming en creatieve handvaardigheid. Ik had kinder- en zedenpolitie voor ogen, want in Leeuwarden was dat absoluut niet aanwezig. Terwijl je de leeftijd van de zware criminelen ieder jaar zag da- len. Eerst was de jongste leeftijd voor hele ernstige misdrijven zeventien. Dat daalde al snel naar veertien jaar. Daar wilde ik aan werken, maar die kans is me niet gegund. Want ik moest me ‘bewijzen’ en dat doe je door bekeuringen te maken. Dat wordt absoluut gezien als een prestatie. Maar daar voelde ik niet zoveel voor. Je had collega’s die de kantjes eraf liepen, die bij een ernstige vechtpartij een blokje om gingen. Daar baal ik nog steeds van. Maar die gin-

96 gen stiekem in het donker wel bekeuringen schrijven. En aan het eind van de maand stonden zij met al hun bekeuringen twee keer zo hoog genoteerd. En dat soort mensen die kwamen mooi op burgerposten terecht.’

In 1969 getrouwd, in 1977 gescheiden. Hij werkte toen als maatschappelijk werker in het Twentse, christelijke Den Ham: ‘Toen aan het licht kwam dat ik ging scheiden, was er voor mij geen plaats meer. Afwijkend gedrag wordt zeker in die regio niet getolereerd. Dus ik ben teruggegaan naar de Oldehove, naar Leeuwarden. Daar lag mijn hele jeugd, ik kon dat zo weer oppakken. Toen ben ik gaan studeren en kon ik een project van het ministerie opstar- ten. Daar werd ik toen coördinator van.’ In 1980 studeert hij af in de sociale wetenschappen, op een onderzoek over de sociale werking tussen de gezond- heidszorg en de maatschappelijke dienstverlening. Men begrijpt dat het te ver zou voeren om dat hier allemaal uit te leggen. In 1981 wordt hij beleids- medewerker Stadsvernieuwing en Samenlevingsopbouw van de gemeente Leeuwarden. Begin 1987 helpt hij het bureau van zijn baas te versjouwen en gaat door zijn rug. Een bedrijfsongeval waaraan hij ernstige rugklachten over- houdt. De herniaoperatie van eind 1987 blijkt ‘inefficiënt’. Anders gezegd: hij is er daarna nog beroerder aan toe en gaat met vervroegd pensioen. Nadien heeft hij nog een tijdje gestudeerd: rechten en makelaardij: ‘Als hobby, maar toen begon dit project en dat vond ik nog leuker...’

Het project was een gezochte afleiding: ‘Ik heb een nieuwe invulling moeten zoeken na twee jaar in het medische circuit. Dag in dag uit. En ik word nog steeds drie keer per week behandeld door een fysiotherapeut. Ik heb dag en nacht pijn, slaap dus heel weinig. Ik heb me daaruit proberen te ontworstelen, een afleiding gezocht. Die afleiding is dat jij hier nu zit voor het interview. En het volgende uur hele aardige mensen, waar ze ook vandaan komen. Door praten. Ik ben een sociaal wezen, ik ben een vis als sterrenbeeld, ik heb altijd in het sociale gezeten. Met groepen en sport: zaalvoetbal, veldvoetbal, tennis, zeilen. En opeens donder je dus in een leegte, tenminste, daar dreigde ik in te vallen.’ ‘Maar ik hou van uitdagingen in mijn leven. Al mijn ervaringen uit mijn ver- leden komen in dit project bij elkaar. We doen dit voor minimaal twee jaar. Van jongs af aan zijn wonen en kunst mijn grote liefdes en hobby’s geweest.

97 Verder ben ik een samenwerkingsideoloog en ik zie dit project als een geza- menlijk creatief eindproduct van drie architecten, een stuk of vijf beeldend kunstenaars, het bedrijfsleven en heel veel vrienden en kennissen. Ik zie het ook als soort ombudsfunctie. Mijn achtergrond van maatschappelijk werker zit er natuurlijk ook wel een beetje in.’

‘Ik ben allergisch voor hokken, als vis heb ik ruimte nodig. Ik vind dat Nederland te veel in hokken is opgedeeld. Op allerlei fronten. Ik hou van spelen met ruimten, multifunctioneel maken, van licht en van ruimte. Wij houden van strakke lijnen in combinatie met rond. Daarom vind ik deze juke- box ook het einde. Dit is een Wurlitzer uit 1951. Ik ben helemaal gek van die jaren zestig, vijftig.’

98 ‘We zijn hier op 1 maart van dit jaar komen wonen. Terwijl iedereen hier vo- rig jaar december al woonde. Dat was wel een beetje schlemielig hoor. Met de kerstdagen liepen we erlangs en dachten: wanneer is het nou zover. Maar dat heeft te maken met alle wijzigingen en aanpassingen die we wilden maken. We hebben dit huis min of meer casco gekocht en aan het uiterlijk niks kun- nen veranderen. We hebben een paar grote wijzigingen laten plaatsvinden. De pui van de patio is bij ons bijvoorbeeld volledig in glas uitgevoerd en bij alle andere woningen zitten er borstweringen in.’ Hij geeft ons een rondleiding van een uur door de relatief kleine woning. Elke schroef, elk plintje heeft zijn eigen verhaal. We zien veel spiegels, ook op de wc: ‘Je zit hier dus nooit alleen.’ Er is een wisselexpositie van schilderijen uit Nederland en beeldhouwwerk uit Malta: ‘De hele woning is expositieruimte, maar het is geen galerie.’

‘We verwachten vijfduizend mensen per jaar. We willen de mensen ideeën aan de hand doen. Er zijn hier honderd en één ideetjes en als iedereen met twee naar huis gaat, dan ben ik een heel gelukkig man. Na de rondleiding ga ik wat napraten met de mensen. Maar dit is absoluut geen bedrijf en er is ook niks te koop. Wij willen onafhankelijk zijn en blijven. De bedoeling is dat we hier een soort eigen identiteit creëren.’

Absolute rijkdom ‘Mijn oprechte, opbouwende kritiek op de aannemers is dat kopers tijdens de bouw te weinig mogelijkheden krijgen aangereikt om de wooncultuur te verbeteren. Daar hebben aannemers geen boodschap aan. Dat is alleen maar lastig. Bij iedere woning ligt een veranderingslijst en hoe minimaler die is, hoe beter. Veel mensen krijgen een bouwtekening aangereikt en daar snappen ze vaak de ballen van. Misschien kunnen we een beetje helpen om ze een beetje bewust te maken.’

Schat eens hoeveel alle kunst en verbouwing extra heeft gekost... ‘Nee, dat wil ik niet doen,’ zegt hij beleefd maar beslist. ‘Ik wil ook niet over geld praten. Het is een uitdaging. Wat ik crazy in dit verhaal vind, is dat ik al mijn persoonlijke ervaringen in mijn leven hierin kwijt kan. Ik zie twee grote blokken bij elkaar komen: het hele zakelijke bedrijfsleven en het hele creatieve

99 blok van kunstenaars. Die twee werelden schuiven hier in harmonie in el- kaar. Ik vind het fantastisch om dat te mogen beleven. Daar krijg ik een kick van. Mensen vragen zich misschien af waarom en hoe ik het doe. Nou, door een ongelukkige omstandigheid ben ik in de gelukkige omstandigheid dat ik mensen iets mag vertellen. Onafhankelijk, zonder dat iemand zegt: dat en dat moet je vertellen. Dat is er niet meer bij. Dat heb je in de ambtenarenwereld natuurlijk heel sterk, want daar mag je helemaal niks zeggen, laat staan een interview houden. Nou, dat is een rijkdom. Absolute rijkdom. Ik vind het heel ‘rijk’ om dit te mogen doen. Rijk tussen aanhalingstekens. En voor mij is dit een hobby. En die ligt in het verlengstuk van mijn verleden, want ik ben zes- tien keer verhuisd, met mijn ouders meegerekend. Dit is mijn negende eigen woning. En ik heb vier woningen totaal gerenoveerd, altijd met krankzinnige dingen erin.’

Als dit huis klaar is, stort hij zich dan in een nieuw huizenavontuur? ‘O god nee, absoluut niet. Ik heb nu een zinvol bestaan gecreëerd. Er komt nu een periode dat we mogen genieten van wat we met elkaar allemaal tot stand hebben gebracht. Want het is een gezamenlijk product van veel vrienden en vrijwilligers. Het is heerlijk om daar een periode van te mogen genieten en daar mensen van mee te mogen laten delen. Hoe zeg je dat? Beleven. Iedereen mag dit gewoon beleven...’ Alles wat je zegt ben je zelf. Ofwel: de woorden die je kiest, zeggen vaak meer dan het verhaal dat je vertelt. Deze pagina is te klein voor Johan Meijerings enthousiaste spraakwaterval. Als u het allemaal wilt zien, moét u op 16 oktober even naar Van Gewest tot Gewest kijken.”

100 10. Creatieve samenwerking

In het oktobernummer in 1990 schonk Bouwen in het Noorden voor de twee- de keer aandacht aan de kijkbungalow:

“Geen modelwoning of een toonzaal, maar een door twee idealistische men- sen bewoond huis, dat gedurende een periode van voorlopig twee jaar open- gesteld wordt voor het grote publiek. Een uit liefde voor wooncultuur geboren idee om mensen die bewust bezig zijn met wonen in de meest brede zin van het woord, gratis en onafhankelijk van advies te dienen en te informeren over de vele mogelijkheden die er op dat gebied bestaan. Hier kunnen bezoekers ideeën opdoen over eigentijdse woninginrichting, maar ook tips krijgen hoe je in een bestaand of een nieuw te bouwen huis het beste je eigen woonwensen kunt realiseren. Op 7 oktober opende de kijkbungalow officieel zijn deuren, reden voor Bouwen in het Noorden om na twee maanden eens te informeren naar de voorlopige conclusies.

Het enthousiasme van de initiatiefnemers/bewoners, Johan Meijering en Marije Breeuwsma, heeft aanstekelijk gewerkt; het kijkbungalowproject, dat twee jaar geleden als een betrekkelijk bescheiden idee is gestart, is inmid- dels uitgegroeid tot een wijdvertakt netwerk van samenwerkende disciplines. Samenwerking tussen tientallen participanten: bedrijven, specialisten en beel- dend kunstenaars, die niet alleen hun eigen specifieke kennis in het project hebben ingebracht, maar juist ook door hun onderlinge samenwerking tot nieuwe, innoverende resultaten komen en zich wederzijds laten inspireren.

De formule Het blijkt een formule te zijn die aanslaat. Bij het publiek (inmiddels is de 500e bezoeker rondgeleid), maar ook bij de participanten. De onderlinge contacten blijken nu reeds hun vruchten af te werpen: bedrijven vinden elkaar bin- nen het project en kunnen elkaars kwaliteiten en werkwijze van nabij volgen, waardoor een vertrouwensband ontstaat die een positief effect heeft op ver- dere, toekomstige samenwerking. Een ‘commerciële club’ van participanten

101 heeft elkaar inmiddels gevonden en heeft besloten om door middel van half- jaarlijkse bijeenkomsten de onderlinge contacten te verdiepen.

Creatieve samenwerking Initiatiefnemer Johan Meijering is als spil en intermediair tussen alle deelne- mers uiterst tevreden met het resultaat tot nu toe: ‘Ik voel me heel gelukkig dat ik alle creativiteit die hier gebundeld is, namens al die mensen mag uitdragen’, meent hij en het eind van nieuwe samenwerkingsverbanden is nog lang niet in zicht, getuige de indrukwekkende lijst van nieuwe deelnemers en donateurs die zich sinds de opening hebben aangemeld.

Links het uurwerk, een ontwerp van Jacob ten Hoeven

102 Samenwerken Hoe zo’n nieuwe samenwerking gestalte kan krijgen, wordt duidelijk aan de hand van een voorbeeld: klokkenmaker Jacob ten Hoeven uit Joure is sinds jaren bezig met het restaureren en construeren van – veelal grote – ambachte- lijke uurwerken. Minder bekend is dat hij ook eigentijds gestylede uurwerken op de markt brengt, waarmee hij zich met name op de particuliere markt richt. Ten Hoeve hoort van het kijkbungalowproject, komt in contact met Johan Meijering, waarop een overleg volgt over de vraag hoe Ten Hoeve zich het beste binnen het bestaande concept kan manifesteren. Besloten wordt een uurwerk te maken, speciaal ontworpen voor de kijkbungalow, dat echter, bij voldoende respons, een prototype kan worden voor een klok die ook voor de markt beschikbaar zal zijn.

Het netwerk van samenwerkende specialismen, zo kenmerkend voor de Kijkbungalow, werkt ook in dit specifieke project weer mee: om tot een zo optimaal mogelijke vorm te komen, zullen ook bij de totstandkoming van de klok de binnenhuisarchitect en een van de deelnemende beeldend kunstenaars (verantwoordelijk voor de lichtobjecten bij de bungalow) bij het ontwerp be- trokken worden.

Derden spelen erop in Volgens Johan Meijering is een creatieve werkwijze als deze tekenend voor het hele project en op steeds meer bedrijven en instellingen slaat Meijerings enthousiasme over: de Kookboekenwinkel in Groningen organiseert op klei- ne schaal culinaire avonden in de bungalow, de Groninger academie voor beeldende kunsten Minerva heeft het project geadopteerd als ‘kunst-in-op- dracht’-studieobject en voor de publiciteit van de kijkbungalow zijn inmiddels contacten gelegd met VVV-kantoren, de ANWB en de NS, die bereid zijn gevonden het project in hun publicaties en routes op te nemen.

De reacties van bezoekers zijn tot nog toe zeer positief; een kleine telefonische enquête wijst dat uit. De motieven om de kijkbungalow te bezoeken zijn zeer uiteenlopend: variërend van pure nieuwsgierigheid tot zeer gerichte vragen, maar over het algemeen willen bezoekers het liefst ideeën opdoen. Veelvuldig blijkt ook dat (aspirant-)huizenkopers niet op de hoogte zijn van de mogelijk-

103 heden om ook tijdens de bouw van hun huis in te grijpen om zo veranderin- gen te realiseren die in een later stadium vaak veel duurder kunnen uitvallen, of dat ze door hun bezoek aan de kijkbungalow over de angst heen geholpen zijn om bij de problemen die zij bij de inrichting van hun huis tegenkomen specialisten als een binnenhuis- of een tuinarchitect te betrekken.

Het is een beeld dat overeenkomt met Johan Meijerings eigen ervaring: hij heeft zelf drie ‘categorieën’ bezoekers geconstateerd. Een groep die een huis wil kopen of verbouwen en zodoende vooral in het bouwtechnische aspect is geïnteresseerd, een tweede die vooral voor de inrichting komt en een derde groep die met name is geïnteresseerd in de toepassing van de beeldende kunst in het huis.

Rondleiding

104 Johan neemt de tijd voor zijn bezoekers: ‘Het zijn over het algemeen zeer ge- motiveerde mensen die vanuit hun eigen situatie te maken hebben met heel specifieke problemen. Daarom wordt na de rondleiding van een uur, zeker een half uur geëvalueerd en nagepraat.’

Hoort, zegt het voort! Hoewel de eerste publiciteitsgolf intussen wat geluwd is, merkt Johan Meijering niet dat de attentie afneemt; integendeel, de mond-tot-mondreclame zorgt er- voor dat er nog steeds een stijging in het aantal bezoekers valt waar te nemen. Hij zit nu op zo’n tachtig bezoekers per week, die in kleine groepjes in het huis rondgeleid worden.

Johan Meijering: ‘Het vergt veel energie, het rondleiden en het napraten, maar de vele positieve reacties maken alles goed’ en hij laat zo’n reactie lezen:

105 Brief ROWI

106 11. Kijkbungalow op nationale televisie

Blij verrast was ik met een telefoontje van de redactie van de NOS met het ver- zoek om een reportage te mogen maken van het project Kijkbungalow Minerva. Het zou mijn eerste tv-optreden worden voor de nationale televisie.

Onder de titel Groningse kijkbungalow in de rubriek Van Gewest publiceerde de op woensdag 16 oktober 1991:

“In de NOS-regiorubriek ‘Van Gewest tot Gewest’ is vandaag een reportage te zien over een expositie aangaande het leven van Dorothea Visser, die in de eerste helft van de vorige eeuw leefde en stigmata kreeg.

Verder een kijkje in de ‘kijkbungalow’ in het Groningse Hoogkerk, van de fa- milie Meijering. Drs. Johan Meijering in Groningen is gefascineerd door alles wat met wonen te maken heeft. Hij stelt zijn bungalow in Hoogkerk, gemeente Groningen, de komende twee jaar open voor iedereen die wil weten hoe hij en zijn vrouw daar wonen. Deze ‘kijkbungalow’ is uniek in Nederland. Het is geen modelwoning, maar wel een voorbeeld van hoe je met enige fantasie méér kunt maken van een rijtjeshuis.

Het huis zit vol met snufjes en handigheidjes, waarmee iedere bezoeker zijn voor- deel kan doen. Bovendien is de bungalow een permanente expositieruimte voor kunstenaars geworden. Johan Meijering verwacht vijfduizend bezoekers per jaar (Nederland 3, om 19.20 uur).”

107 Tv-ploeg gearriveerd

Tv-opnames in ontvangstruimte

108 Tv-opnames van jukebox

Tv-opnames in woonkamer

109 Tv-opnames in patio

110 12. Actie voor verlenging geluidswal en meer groen

Met de eerste succesvolle actie Verbetering woon- en leefmilieu middels realisering gezichtsbepalende beeldende kunstwerken in de wijk Hoogkerk’ in april 1990, volgde aan het einde van dat jaar een tweede actie en nam ik het initiatief om de ge- luidswal die langs de A7 en langs de wijk Hoogkerk liep, te verlengen.

De eerste paal voor de tweede fase van onze wijk Minerva werd geslagen door de toenmalige wethouder Ypke Gietema. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om met hem te brainstormen over het doortrekken van de nieuwe geluidswal langs heel Hoogkerk. Volgens het plan zou alleen langs het nieuw- bouwgedeelte, het bestemmingsplan Minerva, waar we zouden gaan wonen, een geluidswal komen. Deze wal zou niet worden geplaatst langs de al be- staande bebouwing aan de Albert Hahnlaan. Dit zou wettelijk niet verplicht zijn. Ik vond dit onbegrijpelijk en in mijn ogen was er sprake van een incon- sequent beleid en een vorm van onrecht.

Ook dit initiatief werd zonder horten of stoten door het gemeentebestuur ge- honoreerd. Ypke Gietema kwam mij het goede nieuws persoonlijk brengen. Door het gemeentebestuur was besloten de geluidswal aan te leggen langs zowel het nieuwbouw- als het bestaande bebouwde gedeelte. Ik was blij met de jarenlange ervaring die ik had opgedaan bij de verschillende gemeentelijke overheden waar ik voor had gewerkt, het initiatief werd snel opgepakt en uit- gevoerd.

111 Dagblad van het Noorden, april 1990 112 DEEL II

1992

13. Winterexpositie

1990 had in het teken gestaan van de aankoop van de patiobungalow, de bouw, de verhuizing van Leeuwarden naar Groningen en het ontwikkelen van het project Kijkbungalow Minerva. Daarnaast had ik nog een tweetal acties gevoerd: het verlengen van de geluidswal langs de A7 in Hoogkerk en het ontplooien van initiatieven voor beeldende kunst en meer groen.

1991 was een zeer succesvol jaar, boordevol mooie activiteiten. Het project Kijkbungalow Minerva werd verder uitgewerkt en er werden actief sponso- ren en participanten gezocht. Nadat bekend was dat de NMB ging fungeren als hoofdsponsor, gingen voor mij vele deuren open. Na de eerste positieve reacties in de media genoot ik het volste vertrouwen van de directie van de hoofdsponsor. Alle inspanningen bleken niet voor niets. Het resulteerde in een wervelende opening op 27 september 1991, waarna de rondleidingen begonnen, die bui- tengewoon succesvol bleken te zijn. Het project sloeg aan en was op de rit gezet. Een televisie-uitzending van de NOS in het programma Van Gewest tot Gewest droeg bij aan het succes.

1992 zou wederom een bijzonder actief jaar worden, waarin de dagelijkse rondleidingen (behalve op zondag) centraal stonden. Daarnaast was het orga- niseren van wisselende tentoonstellingen en de daarbij horende contacten met beeldend kunstenaars en de vele atelierbezoeken van aankomende exposanten bijzonder inspirerend. De beeldende kunst had inmiddels haar weg gevonden en zou een belangrijke plaats gaan innemen in de kijkbungalow. De permanente kunstwerken die tentoongesteld werden, hadden een mooie plek gekregen.

Winterexpositie Afke Holt uit Roden (Dr.) was de tweede exposant in de kijkbungalow. Zij had een permanent werk gemaakt voor in de binnentuin, met een onder- gaande zon. In de kijkbungalow exposeerde zij van 1 januari tot en met 4

115 april 1992, met kleurrijke aquarellen en acryl op perspex en papier. Evenals de eerste tentoonstelling met aquarellen en schilderijen van Jan Kenter, werd ook deze tentoonstelling door de bezoekers tijdens de rondleiding bijzonder ge- waardeerd. Dit werkte voor mij stimulerend om op de ingeslagen weg voort te gaan. Als organisatieman in hart en nieren besloot ik om elke twee maanden een nieuwe tentoonstelling te organiseren. Het doel was om het publiek op een zo breed mogelijke manier kennis te laten maken met de meest uiteenlo- pende vormen van beeldende kunst. Ook besloot ik om van elke opening een feest te maken met voordrachten en muzikale optredens. De vernissages wa- ren openbaar en vrij toegankelijk. Bezoekers van deze feestelijkheden kregen behalve de tentoongestelde kunstwerken tevens een indruk van de kijkbunga- low. Al snel vonden bekende kunstenaars uit binnen- en zelfs buitenland hun weg. Het werd een bundeling van netwerken die samenkwamen in de kijk- bungalow. Behalve de vele media-aandacht voor de tentoonstellingen zorgden ook de kunstenaars zelf voor de nodige publiciteit bij hun eigen relaties.

116 117

Omroep Flevoland

14. 14.

Op 23 januari 1992 had ik een interview met Marc van Amstel in een recht- streekse radio-uitzending van Omroep Flevoland.

Marc: In Hoogkerk wordt driftig gebouwd, en dat is niet zo opvallend. Dat doen we hier in Flevoland natuurlijk ook. Wat wel opvalt echter, is dat in één van de nieuwe bungalows een opmerkelijk project is gerealiseerd. Aan de telefoon heb ik de heer Johan Meijering en dat is de bewoner van een bijzondere bungalow, Johan, goedemorgen.

Johan: Dag Marc, goedemorgen.

Marc: Johan, jij hebt van je huis een kijkbungalow gemaakt hè, wat bedoel je daar nou precies mee?

Johan: De kijkbungalow is een privéproject van mijn vriendin Marije en mij. Het is geen bedrijf, het is een heel idealistisch project. En het is een onafhankelijk advies-, informatie- en ideeëncentrum. Mensen kunnen hier op afspraak onze bungalow bezoeken. De bungalow is zeventien meter diep en negen meter breed. Het is een patiobungalow. Er zit heel veel glas in, dus je kijkt eigenlijk dwars door de bungalow heen, met zicht op een aantal tuinen: een hoektuin en een binnentuin.

Marc: Ja, ik heb er foto’s van gezien Johan, het is inderdaad schitterend, jammer dat we dat niet aan de luisteraars kunnen laten zien. Dan rijst meteen de vraag, je woont daar met je vriendin, is dat nu niet een enorme inbreuk op de persoonlijke levenssfeer dat iedereen maar langs kan komen? Want je laat ook de slaapkamer bijvoorbeeld zien, en de badkamer.

Johan: Alles wordt bezichtigd. Zo’n rondleiding duurt

119 ongeveer anderhalf uur. Wat de privacy betreft, ik heb daarvoor gekozen. Ik ben helaas door een ongeluk uit mijn werk geraakt. En ik ben zelf socioloog en ik kan al mijn ervaring die ik heb opgedaan, ook in de bouwwereld, in dit verhaal kwijt. Mijn vriendin heeft een volledige baan. Dit is dus mijn vrijwil- ligersproject. Op die manier blijf ik onder de mensen. Ik heb het gevoel dat ik een leuke maatschappelijke functie vervul.

Marc: Ja, ik vind het een ontzettend leuk idee. En voor de mensen die een huis gaan kopen, is het natuurlijk ook heel nuttig. Want jij brengt ze op ideeën, begrijp ik?

Johan: Ja, ik zeg tegen mensen dat hier 101 ideeën te zien zijn, alles wijkt ei- genlijk een beetje af van de standaarddingen. Er hebben drie architecten aan meegewerkt, een binnenhuisarchitect, de architect die het project ontworpen heeft en een tuinarchitect. Verder zes beeldend kunstenaars en een honderdtal participanten. Ik voel me heel erg rijk dat ik namens al die mensen, al die dis- ciplines en al die specialisten dit verhaal mag uitdragen.

Marc: Wat is het meest opvallende in jouw kijkwoning?

Johan: Het meest opvallende? Ja, dat is natuurlijk heel persoonlijk, maar wat direct opvalt is dat het hele project één groot stuk creativiteit is. En dat geldt voor iedere ruimte. We hebben een standaardbungalow gekocht, maar hebben met eigen ideeën erg veel laten veranderd, via de aannemer.

Marc: Zoals?

Johan: We hebben bijvoorbeeld een badkamer en een slaapkamer gecombi- neerd tot één grote ruimte, die helemaal in marmer is gelegd. Met een bad dat midden in de badkamer staat. We hebben één slaapkamer laten vervallen, zodat we dus een heel grote living hebben, van zeventien meter.

Marc: Ik ben dol op badderen, ik kom een keer in bad zitten daar bij jullie.

120 Johan: Uitstekend, je bent van harte welkom.

Marc: Maar Johan, als ik dat hoor, een marmeren badkamer, al die aanpassin- gen, dat kost natuurlijk heel veel geld hè?

Johan: Ja, dat kost inderdaad heel veel geld.

Marc: Of kon je heel veel ook zelf doen?

Johan: Nou, ik ga ervan uit dat er heel veel luisteraars ongetwijfeld erg creatief kunnen zijn. En wat we hier dus beogen is dat we mensen ideeën aan de hand willen doen, en dat zijn er echt heel veel. Zowel op bouwkundig gebied, als vormgeving, design, architectuur, alles wordt onder de loep gebracht, plus dat we wisselende exposities hebben om de drie maanden.

Marc: Wat voor tentoonstellingen zijn dat?

Johan: Wij bieden beeldend kunstenaars de gelegenheid om van deze bunga- low gebruik te maken. Momenteel exposeert Afke Holt uit Roden hier met hele mooie aquarellen. Maar ook buitenlandse kunstenaars komen hier. Dus wat de bezoekers kunnen verwachten, is een heel breed aanbod in een huise- lijke sfeer.

Marc: Ja, het is heel gezellig dus ook, ik moet je zeggen, het boeit me bijzon- der, maar wat jij misschien niet weet Johan, in Flevoland doen we ook nogal wat op het gebied van architectuur, in Almere bijvoorbeeld hebben we in 1990 de bouwexpositie gehad, in 1992 is er de nieuwe bouw-RAI-expositie met een wijk van zeshonderd hele buitenissige woningen. Ik raad je aan om daar ook eens te komen kijken. Ik ga er wonen, dus je bent bij mij welkom!

Johan: Je zult je kunnen voorstellen dat wij ons georiënteerd hebben in het land en een van de eerste dingen die wij bezocht hebben, is dat waar je het nu over hebt.

Marc: Nou, dat is leuk!

121 Johan: Ja, dat is al een hele tijd geleden en ik moet alleen wel zeggen, dat pro- ject dat we nu doen is een landelijke primeur en het is ook eigenlijk nergens mee vergelijkbaar, het is niet commercieel opgezet, het is een gratis informa- tiecentrum, ideeëncentrum, het is niet vergelijkbaar met een modelwoning of met een huis van de toekomst of een kubuswoning in Rotterdam. Het heeft een hele eigen sfeer en eigen identiteit en nogmaals, we zijn heel enthousiast, ook over de bezoekers die hier komen, hele gemotiveerde mensen die komen uit het hele land, ook uit het buitenland.

Marc: Zelfs uit het buitenland?

Johan: We hebben hier Amerikanen op bezoek gehad, Italianen, Polen, Belgen, mensen uit Duitsland. Fantastisch om te mogen doen.

Marc: Nog even en je wordt een bekende Nederlander Johan, tot slot: mensen kunnen bijna dagelijks bij jullie terecht.

Johan: Ja, zes dagen per week, behalve op zondag, dat is echt onze vrije dag. Mensen kunnen afspraken maken ’s morgens tussen negen en tien, en dat geldt dus voor zes dagen in de week.

Marc: Ja, dus als u naar de kijkbungalow toe wilt: van maandag tot en met zaterdag, en dan bellen tussen negen en tien uur ’s ochtends met Johan. En anders even bellen met Omroep Flevoland.

Johan: Mag ik nog even zeggen dat het heel makkelijk bereikbaar is, het ligt na- melijk aan de snelweg Groningen-Drachten in de wijk Hoogkerk, direct aan de snelweg. En wat ik ook niet moet vergeten, we zijn heel dankbaar dat we hulp hebben gekregen uit het bedrijfsleven, want dit kost natuurlijk erg veel geld.

Marc: Ja, we gaan de namen niet noemen, want dan krijg ik weer een boete, Johan.

Johan: Nee, maar dat wou ik toch wel even vermelden.

122 Marc: Precies, Hoogkerk is een wijk van Groningen tegenwoordig hè? Dacht ik.

Johan: Dat klopt ja, dat was vroeger een dorp en is twintig jaar geleden gean- nexeerd.

Marc: Johan bedankt, en veel succes verder.

Johan: Jij ook succes met je programma! Oké, dag.

Marc: Dag!

123

RTV Noord

15.

Op 3 april 1992 werd ik samen met een van de gastvrouwen van de kijkbun- galow, Manon ter Haar, en de voorzitter van kunstkring De Groninger Ploeg, Jan ten Hoope, uitgenodigd voor een rechtstreekse uitzending voor Radio Noord.

Interviewer: In Hoogkerk aan de laan, hoe heet-ie ook alweer? De Groninger Ploeglaan?

Johan: De Jan van der Zeestraat.

Interviewer: In de Jan van der Zeestraat staat een kijkbungalow, een heel leuk ding, ik ben er vorige week toevallig zelf geweest. Een van de bewoners daarvan is Johan Meijering. Johan, goedemorgen. Goedemorgen, Manon ter Haar. Ook aan Jan ten Hoope, je bent voorzitter van De Ploeg. Hoe het zich allemaal verhoudt tot elkaar, zullen we zo in dit gesprekje gaan uitvissen.

Interviewer: Johan, jij drijft daar dus, drijft is een beetje een gek woord, maar ik weet er zo gauw niks beters voor, een kijkbungalow waar mensen een kijkje kunnen nemen, niet alleen op het gebied van nieuwe snufjes en dat soort din- gen, maar ook een beetje een nieuw idee over wonen kunnen krijgen.

Johan: Dat klopt. De kijkbungalow is een gratis onafhankelijk advies-, infor- matie- en ideeëncentrum. Het is een landelijke primeur. Er hebben drie archi- tecten aan meegewerkt. De architect die de bungalow ontworpen heeft, Jan Timmer uit Scheemda, een binnenhuisarchitect, Sip Hofstede uit Groningen, en de tuinarchitect, De Punt uit Glimmen. Verder hebben er zes beeldend kunstenaars aan meegewerkt. Die hebben daar permanent schitterend werk gemaakt. En ongeveer een negentig participanten, en het is een landelijke primeur.

125 Interviewer: Ja, dat is heel leuk, en je woont er ook nog prettig?

Johan: Ik woon er samen met mijn partner, met mijn vriendin Marije Breeuwsma, en het is fantastisch en ook prachtig om te doen. De rondleidin- gen, mag ik er wel even bijzeggen, duren pakweg zo’n anderhalf uur. Dan wordt er onder het genot van een kop koffie met iets lekkers erbij geëvalueerd, en wat we proberen is mensen bewust te maken hoe je dus met wonen kunt omgaan en ook met kunst kunt omgaan. We proberen kunst dichter bij de mensen te brengen vanuit een woonsituatie en we geven dus adviezen, ideeën en tips op het gebied van architectuur en bouwkundige zaken, vormgeving, design, en we hebben wisselende exposities.

Interviewer: Ja, dat is een heleboel ineen. Hoeveel mensen zijn er geweest sinds het is opengesteld?

Johan: We zijn de eerst week van oktober opengegaan na een enorm ope- ningsfeest met ongeveer veertig artiesten en 340 genodigden. Schitterend, dat was in Peize trouwens. Heel mooi, met een excursie naar de kijkbungalow, met shuttlediensten, dus dat ging prachtig. Er zijn tot nu toe ongeveer 2.100 mensen geweest uit binnen- en buitenland. Ook met veel dank en steun aan de VVV, ook landelijk. De Nederlandse Spoorwegen die werkt zelfs mee, er is veel publiciteit over geweest. Het wordt straks een dagtrip van de Nederlandse Spoorwegen. Het word opgenomen als een van de markante gebouwen in Nederland, een van de 25.

Interviewer: Nou, dat is bijzonder leuk.

Johan: Ja, mensen komen echt overal vandaan, uit Zeeland, uit Brabant, uit Italië, uit Amerika hebben we ze gehad, Polen.

Interviewer: En wat vinden de buren ervan?

Johan: Dat zou je het beste zelf even kunnen vragen, maar ik heb de indruk heel positief. Mijn naaste buurvrouw die is zelfs zo enthousiast geworden dat ze met een cursus binnenhuisarchitectuur is begonnen.

126 Interviewer: Dat is prachtig. Ik zag toen ik er was dat de kleur van de regenpijp ook langzamerhand navolging krijgt in de straat.

Johan: Ja, het is heel grappig dat wij elkaar nu hier treffen, terwijl ik dat niet wist, maar het wereldje is maar klein.

Interviewer: Ja, hoe doorstaat de vloerbedekking al dat bezoek?

Johan: We hebben iets bedacht. We zijn een vrijwilligersproject, dus wij doen dit ook volstrekt belangeloos en om de entree, de drempel, te verlagen, heb- ben we besloten om geen entree te vragen. Dat brengt natuurlijk wel erg veel kosten met zich mee, maar we vragen de mensen, het is op afspraak trouwens en misschien mag ik het telefoonnummer straks geven?

Interviewer: Ja, dat is allemaal best, nu mag dat wel.

Johan: Zondag zijn we dicht en even wat die vloer betreft, ik vraag altijd of de mensen hun privésloffen of slippers mee willen nemen, en dat is altijd grote hilariteit, want de meest prachtige sloffen die komen uit de tas en het is altijd lachen geblazen. In Japan is dit gebruikelijk, zelfs in Scandinavië heb ik begre- pen, en de bedoeling is dat mensen zich echt thuis voelen en ik heb de indruk dat dat in de loop van de tijd ook gebeurt.

Interviewer: Ja, dat is leuk. Manon ter Haar, je bent een van de gastvrouwen die belangeloos meewerkt. Jij bent erbij vanaf het eerste begin?

Manon: Nou, ik heb Johan ontmoet vorig jaar in het voorjaar op een woon- beurs. Mijn man moest daar ergens zijn en ik stond even te wachten en mijn blik werd getroffen door de beeldjes die Johan daar had, heeft hij uit Malta of zoiets, ik weet het niet precies, en toen kwam ik met Johan in gesprek, nou, dan raak je hem niet meer kwijt. Hij is zo enthousiast en vertelde dus wat er allemaal ging gebeuren en toen dacht ik: daar kon je best es wat hulp bij gebruiken, en toevallig had ik de volgende dag een soort kleine vergadering met een aantal gastvrouwen van de UVV waar ik dan ook bij werk zeg maar, en daar heb ik dus gevraagd of een aantal mensen wilden helpen. Zo zijn wij eigenlijk bij elkaar gekomen.

127 Interviewer: Het is de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers?

Manon: Nee, het is nu veranderd, het is nu Unie van Vrijwilliger, UVV, Unie van Vrijwilliger, dus het vrouwelijke is eraf.

Interviewer: O, dus je mag ook man zijn om vrijwilliger te wezen.

Manon: Ja, graag zelfs.

Johan: Mag ik daar even op reageren, zij hebben op 27 september vorig jaar bij ons openingsfeest absoluut ons feest gered, want wij hadden dat zonder hun steun en hulp nooit en nooit kunnen redden.

Interviewer: Dat is mooi. Is jouw huis nog veranderd sinds je bij Johan af en toe rondloopt?

Manon: Nee nee, dat moet ik zeggen, ik vind het heel leuk wat hij heeft, maar wij hebben een iets andere indeling.

Interviewer: Goed, nou zijn er ook wisselende exposities, dat is ook een van de redenen dat Johan hier eens terugkomt. Er zal worden geëxposeerd straks door Bé Kracht, een kunstenaar van De Ploeg. De voorzitter van De Groninger Ploeg, Jan ten Hoopen, is in de studio, goedemorgen. Meestal is het zo dat je dus straten vernoemt naar overledenen, maar er is nu al een Groninger Ploeglaan toch?

Jan: Ja, inderdaad, de Groninger Ploeglaan, maar kijk de namen die vernoemd zijn, Jan van der Zeestraat en dat soort straten, die mensen zijn inderdaad al- lemaal overleden, maar De Ploeg die bestaat nog.

Interviewer: Die is springlevend hè?

Jan: Die is springlevend, want volgend jaar, dan zijn er drie grote exposities in het Noorden van de Groninger Kunstkring. In samenwerking met het mu- seum hebben we een expositie in de Oosterpoort en er komt een in Warffum

128 op de Parallel, met het 125-jarig bestaan van het Hogelandcollege. En volgend jaar is er dus een groot feest. Op drie plaatsten in het museum hangt het werk van De Ploeg. Het zijn ongeveer vijftig kunstenaars die lid zijn en exposeren in de Oosterpoort en dat wordt inderdaad een grote manifestatie. Het is een springlevende club en Bé kracht is een van leden die al meer dan twaalf jaar lid is. Ik ken hem al meer dan twintig jaar van de vrije tekenacade- mie die op woensdagavond altijd hier in Groningen gehouden wordt. En Bé Kracht is een heel enthousiast kunstenaar, hij tekent en schildert. Het is een expressionist.

Interviewer: Is dat nou heel kleurig wat hij maakt?

Jan: Dat is heel kleurig werk ja, en hij maakt veel schilderijen van het Gronings landschap en hij brengt inderdaad ook kleuren in die je niet meteen waar- neemt, maar die toch een gevoelswaarde hebben zoals hij ze beleeft. En dat heeft hij twintig jaar geleden ook vastgelegd in een soort gedicht en in feite is hij heel consequent bezig en maakt hij prachtige schilderijen, die overal bewonderd kunnen worden. Het is ook erg fijn dat ze nu hangen in de kijk- bungalow. En heel goed toepasselijk in de Ploegbuurt.

Johan: Hij heeft ook geëxposeerd in binnen- en buitenland en verder kan ik nog even aanvullen dat er morgen twee exposities starten. Ook een van Jan van der Nobelen uit Zuid-Holland, met keramisch werk.

Interviewer: Goed, nou, het is heel duidelijk, Bé Kracht en Jan van der Nobelen zijn vanaf morgen te zien in de kijkbungalow. Wil je kijken in de kijkbunga- low, maak dan een afspraak.

Johan: Mag ik nog twee opmerkingen plaatsten? Ik zou bij dezen graag een oproep willen doen aan het bedrijfsleven. Ik heb intussen erg veel contacten gehad met kunstenaars. Er zijn ontzettend veel creatieve mensen, ook hier in de provincie Groningen, die vaak onder moeilijke omstandigheden anoniem werken, maar schitterende dingen doen. Ik zou eigenlijk willen vragen aan ieder bedrijf: zoek eens contact met een kunstenaar, adopteer hem, tussen aanhalingstekens, of ga er een samenwerkingsrelatie mee aan, want daar ont-

129 staan fantastische dingen en verder tot slot wil ik eigenlijk dank uitspreken aan alle bedrijven die ons ondersteunen. We hebben gelukkig een hoofdsponsor gevonden, dat is de NMB in Groningen en daar zijn we verschrikkelijk blij mee en daar hebben Manon en ik elkaar ook ontmoet. Op de voorjaarsbeurs vorig jaar.

Interviewer: Goed, bedankt en veel succes.

Johan: Dank je wel.

130 16. Voorjaarsexpositie

In april en juni stonden twee nieuwe tentoonstellingen gepland. Bé Kracht uit Groningen (Hoogkerk) met schilderijen (olieverf), aquarellen, pastel- en potloodtekeningen en Jan van de Nobelen uit Gorkum, met keramische ob- jecten. Zij exposeerden hun werken in de kijkbungalow van 4 april tot en met 4 juni 1992.

Bé Kracht Bé Kracht (Garnwerd, 1933) volgde de kunstopleiding Academie Minerva te Groningen, met als studierichting schilderen en grafiek. Als lid van de kunstkring De Ploeg heeft hij – meestal samen met andere leden – in zijn loopbaan diverse tentoonstellingen gehad in binnen- en buitenland. In zijn werken toont Bé Kracht zich als een zeer veelzijdig kunstenaar, zowel in stijl als in techniek. Zijn schilderstijl varieert van enerzijds naar het impressionisme neigende, figuratieve afbeeldingen met een duidelijke voorkeur voor de na- tuur, tot meer expressionistische, in soms felle en stevige kleuren uitgevoerde composities. Naast schilderen en tekenen bekwaamde hij zich eveneens in de grafische kunsten en met name in linosneden.

Bé Kracht, olieverfschilderij ‘Richting Hoogkerk’

131 Jan van de Nobelen Onder de titel Keramiek geïnspireerd op oude culturen. Arkelse Jan van de Nobelen exposeert in Groningen, publiceerde de Gorcumse Courant op woensdag 15 april 1992:

“Groningen is niet bepaald naast de deur als het gaat om het bezoeken van een tentoon- stelling. De keramische objecten van Jan van de Nobelen uit Arkel staan echter niet op- gesteld in een galerie, maar in een alledaagse woonomgeving, zodat bezoekers een indruk kunnen krijgen van een object in een huiselijke omgeving. Tot 4 juni exposeert Van de Nobelen namelijk in de kijkbungalow Minerva in de Groningse woonwijk Hoogkerk. Deze geheel verbouwde en naar de wensen van de bewoners aangepaste patiobungalow is op werkdagen geopend voor belangstellenden, zowel voor de inrichting als voor de regel- matig geëxposeerde kunstwerken. Jan van de Nobelen volgde zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg (avondstudie), waar hij zich specialiseerde in klei. De eerste jaren ontstonden er keramische vormen die aangeduid werden als urnen en die geïnspireerd waren op de Cretensische sarcofagen en de urnen uit de tijd van de Etrusken. Deze sarcofagen en ur- nen hadden de vorm van een huis en werden sober gedecoreerd naar de stijl van de streek. De eerste objecten van Jan van de Nobelen hadden ook die specifieke huisvorm, die in de loop van de tijd echter plaatsmaakte voor kist-, doos- en vaasvormen.

Niet alleen de vorm van zijn objecten veranderde in de loop der jaren, ook de decoratie werd anders. Door de jaren heen werd veel geëxperimenteerd, waarbij het uitgangspunt steeds was het kunnen vormen en rekening houden met het materiaal. ‘Ik probeer zoveel mogelijk recht te doen aan de klei, waarbij ik objecten samenstel uit plaatmateriaal in combinatie met opbouwen’, heeft hij in een interview in deze krant gezegd naar aanlei- ding van een tentoonstelling in Giessenburg (1 mei 1991). ‘Het gaat me in de objecten uitsluitend om de vorm, zonder dat de inhoud van het oor- spronkelijke object aan de orde is.’ Het recht doen aan het materiaal resulteerde steeds in strakke vormen, waarin niet alleen de ontstaanshandeling is af te lezen (de opbouw: structuren die bij de handeling ontstaan zijn, scheuren, krassen, vingerafdrukken), maar waarin tevens het kleurgebruik sober te noemen is en glazuren minimaal worden gebruikt.

De objecten hadden steeds aardse kleuren of waren uitgevoerd in verschillende blauw- tinten. Glazuur werd spaarzaam gebruikt en dan zodanig dat de huid van het object

132 intact gelaten werd. Sommige delen van een object werden gepolijst, meestal echter bleef de structuur enigszins korrelig, compleet met barstjes en oneffenheden. In de objecten werden heden en verleden samengebracht. Enerzijds waren er verwijzingen naar oude culturen, anderzijds werd de belangstelling voor architectuur zichtbaar en werd gerefereerd aan de huidige tijd. Behalve klei werden materialen als hout of ijzer aan de objecten toegevoegd. De werken ontstonden steeds associatief, rekening houdend met de puurheid van het materiaal.

In de recente objecten borduurt Jan van de Nobelen voort op het thema urnen. De toevoe- ging van ornamenten en reliëfs van gestileerde vormen (bloemen, druiventrossen, visjes, sterren) geven Van de Nobelen de mogelijkheid een spel uit te voeren op de ruimtelijke vormen. Door de ingrepen gaan de objecten voor hem een rol spelen in de wereld van oude en/of niet-westerse culturen. De aantasting van de basisvorm betekent een uitdaging, omdat het eindbeeld toch binnen zijn eigen vormentaal dient te blijven.

‘Het gebruik van goudluster in combinatie met de ingetogen blauwe glazuren versterkt het associatiespel en plaatst de vorm voor mij soms in een neoclassicistisch beeld’, zegt hij over het gebruik van kleur en ornament. Genoemde toevoegingen roepen associaties op met Griekse architraven of kapitelen, maar ook met oriëntaalse kunst en geven aan een object een nauwelijks te duiden meerwaarde. Steeds echter blijven vorm en huid van het object de belangrijkste uitgangspunten en blijft het proces van opbouw zichtbaar. Puurheid is voor Jan van de Nobelen een eerste vereiste.”

133

17. Zomerexposities

Van 13 juni tot en met 1 augustus 1992 exposeerden Talpa (Riete Mol uit Ezinge (Gr.), met schilderijen en wanddoeken, en Christien van Bussel uit Groningen, met keramiek.

Onder de titel Schilderingen op doek en fraaie gebruikskeramiek publiceerde de Leeuwarder Courant op zaterdag 20 juni 1992:

“‘Schilderingen op doek’ pleegt de in Ezinge werkende kunstenares Talpa (pseudoniem van de uit Leeuwarden afkomstige domineesdochter Riete Mol) zelf haar creaties te noe- men. Zij schildert namelijk op doek van honderd procent katoen met speciale textielverf abstracte kleurenerupties, soms met hier en daar figuratieve elementen of stukken tekst. Het verdikkingsmiddel waarmee de verf is aangemaakt, wordt er na voltooiing van de schildering uitgewassen, terwijl de kleuren zelf worden gefixeerd. Het beschilderde doek behoudt zo de oorspronkelijke soepelheid en blijft wasbaar. De doeken van Talpa hebben door deze bijzondere techniek verschillende toepassings- mogelijkheden. Zij kunnen als een schilderij worden ingelijst, maar voorzien van een randbies hebben zij de verschijningsvorm van wandkleden. Maar men kan er ook kleding van maken of ze gebruiken als meubel- of gordijnstof. In de kijkbungalow Minerva (een initiatief en project van oud-Leeuwarder drs. Johan Meijering) is momenteel een aantal creaties als wandkleden opgehangen.

Het is werk dat gekenmerkt wordt door picturale uitbarstingen in een gedurfd en nogal wild kleurenpalet. Compositorisch is het vaak niet al te sterk, maar het bezit wel een zekere fascinerende aantrekkingskracht. Vooral ook omdat het duidelijk wat meer dan alleen maar decoratieve waarde heeft.

Verder staat in deze kijkbungalow thans keramiek opgesteld van Christien van Bussel, die in Groningen woont, maar in Welsrijp haar atelier heeft. Het is esthetisch zeer ge- slaagd gebruiksaardewerk zoals serviesgoed, vazen, potten, schalen en boekensteunen. Het is gevormd door middel van gietmallen, geglazuurd met toepassing van bodystains en gebakken op steengoedtemperatuur. De vormentaal is van een wiskundige klaarheid. Van Bussel gaat namelijk uit van een bepaalde basisvorm, zoals een kegel, trapezium of tetraëder, zijnde een door vier driehoeken ingesloten lichaam.

135 Rechts aan de wand schildering op doek van Talpa

Die basisvorm versnijdt zij meestal op een bepaalde manier en soms brengt zij die afge- sneden delen dan weer op een andere plaats op het voorwerp aan. Mede hierdoor hebben haar ontwerpen bijna steeds iets verrassends. Daarbij tracht zij vaak door het gebruik van spits toelopende vormen en corresponderende lijnen een even- wichtig concept expressieve lading te geven. Door dit alles stijgt haar werk, ondanks alle duidelijke functionaliteit, ver uit boven het niveau van triviaal gebruiksgoed.”

De bezoekers kregen na de rond- leiding een kopje koffie aangebo- den. Het kunstzinnige servies van Christien werd hiervoor gebruikt.

Keramiek van Christien van Bussel

136 Van 1 augustus tot en met 25 september 1992 exposeerden Annelies Haverkate (1957) uit Beuningen (Gld.), met schilderijen, olieverf op linnen, en Gert Langedijk (1955) uit Groningen, met klein plastiek in brons.

Annelies Haverkate Annelies volgde haar opleiding aan de AKI – Academie voor Kunst en Industrie in Enschede – met als specialisatie schilderen en bijvakken choreo- grafie en theater. “Het zoeken naar symbolen met uitgesproken vormen en lijnen die als mijn eigen beel- dentaal kunnen fungeren, loopt als een rode draad door mijn schilderijen. In de kleuren druk ik de gevoelswaarden uit.”

Gert Langedijk Gert studeerde aan de academie voor beeldende kunsten Minerva in Groningen, van 1980 tot 1985. Zijn werk laat zich duiden als figuratief klein plastiek met een grote zeggingskracht. In zijn werk speelt de compositie een grote rol, ver- der is zijn werk thematisch met een vleugje humor.

137

Radio Nederland Wereldomroep

18.

Tot mijn grote verrassing ontving ik van de redactie van Radio Nederland Wereldomroep een verzoek voor een radio-interview. De opnames werden op 22 september 1992 in de kijkbungalow opgenomen en die dag wereldwijd uitgezonden.

Interviewer: Ik stel u voor aan Johan Meijering uit Groningen met zijn visie op wonen, zijn ‘house with a view’.

Johan: Heel kort samengevat is de kijkbungalow Minerva een gratis onafhan- kelijk informatie-, advies- en ideeëncentrum en dat is nieuw in Nederland. Het is ook een landelijke primeur.

Interviewer: Ja, ideeëncentrum en gratis allemaal tot je dienst, maar wel met een prijs voor jullie eraan vast, want jullie huis staat op afspraak voor iedere Nederlander die het leuk vindt hier te komen kijken, open. Dat betekent dat je dan wel wakker moet zijn, uitgeslapen moet zijn en je verhaal moet willen vertellen.

Johan: Ja, dat klopt, maar het is fantastisch om te mogen doen. Ik heb nog nooit zo’n leuke bezigheid gehad, moet ik zeggen. Ik ben inmiddels 45 en heb al allerlei banen achter de rug. Misschien is het goed om even te vertellen waarom ik dit doe. Ik was in 1987 werkzaam als socioloog bij een gemeente en ben tijdens een interne verhuizing door mijn rug gegaan met het vertillen en verslepen van een bureau. Een paar jaar in een medisch circuit gezeten, de ene specialist na de andere, een half jaar plat gelegen en een rugoperatie gehad die niet goed is gegaan of geen effect heeft gehad en ik heb iets bedacht wat ik heel erg leuk vind. Ik mag graag organiseren en ik ben trouwens zestien keer verhuisd en heb negen keer een eigen woning mogen bezitten waarvan er ongeveer vijf zijn verbouwd, totaal, maar heel radicaal, en voor mij waren dat altijd uitdagingen om te kijken wat je maximaal met een woning zou kunnen doen. Bijvoorbeeld van één huis drie huizen maken. Altijd een beetje

139 gek, een beetje vreemd, maar altijd met heel veel plezier. Fantastisch om te mogen doen en dat is dan mijn vorm van creativiteit. Met name ook het or- ganiseren en bedenken van allerlei dingen. Maar goed, ik raakte uiteindelijk door dat ongeluk een hele periode uit mijn werk en ja, ik heb iets bedacht om toch bezig te zijn en om toch het gevoel te hebben dat je maatschappelijk een functie vervult en dat idee is geworden de kijkbungalow Minerva. Wat houdt het nu in, heel concreet: ik heb samen met Marije Breeuwsma, mijn partner, een woning gekocht, een patiobungalow in Groningen, in de wijk Hoogkerk. Die bungalow hebben wij opengesteld voor publiek. Dat doen wij dagelijks, behalve zondag. Dat is voor ons dan ook een beetje een rustdag om bij te komen en om andere dingen te doen. Dat betekent dat mensen op af- spraak hier een rondleiding kunnen krijgen, zo’n rondleiding duurt ongeveer anderhalf tot twee uur en die wordt afgesloten met uitgebreid koffiedrinken met iets lekkers erbij en er wordt dan geëvalueerd en nagepraat. Tijdens die rondleidingen kunnen mensen allemaal ideeën krijgen en adviezen krijgen, gevraagd en ongevraagd, gewoon te gek en op die manier kan ik mensen ver- derhelpen die bezig zijn met een huis verbouwen, die een huis willen kopen, die bezig zijn met inrichting.

Interviewer: Ja, daar wil ik het even over hebben, want je zegt nou wel ‘die een huis willen kopen’, maar het is eigenlijk het handigste als ik dit zo zie, dat mensen die bezig zijn met een huis of een huis dat in de steigers staat, al hier komen kijken, want heel wat adviezen zijn bouwkundige adviezen en als een huis af is en je gaat dan nog een keer verbouwen, dan is dat veel duurder dan meteen met de bouw je idee meenemen.

Johan: Ja, dat is zeker een heel belangrijk punt. Vaak ben je te laat om wezen- lijke dingen tijdens de bouw mee te nemen en als dat achteraf plaatsvindt, dan moet je allerlei concessies doen en is het vaak veel duurder en dat is gewoon jammer, dus in die zin voorzien we met ons toch wel idealistische project – het is ook een vrijwilligersproject, we krijgen hulp van allerlei gastvrouwen en vrijwilligers, onbetaald – in die zin voorzien we denk ik in een behoefte en dat merken we ook. We draaien nu een jaar en binnenkort is het groot feest en we hebben ook een soort open huis, maar als ik naga dat we inmid- dels zo’n vierduizend mensen bijna hebben gehad uit het hele land en zelfs ook

140 uit het buitenland, en dat komt ook omdat de VVV’s allemaal meewerken en zelfs de Nederlandse Spoorwegen heeft het meegenomen in een trip, en als ik kijk naar de mensen die hier komen en wat voor soort mensen dat zijn, dan zijn het veel mensen die een huis willen gaan kopen, het zijn mensen die een huis hebben en die willen gaan verbouwen, of het zijn mensen die, dat is ook een categorie, die met name geïnteresseerd is in inrichting, en vooral is er een grote groep die geïnteresseerd is in kunst, want wat we ook doen, is dat het huis een permanente expositieruimte is. Wij wisselen om de twee maand meestal met twee exposities en dat is op zich al een feest. Volgende week heb- ben we een grote expositie uit Malta bijvoorbeeld, dus ook internationaal en de kunstenaar komt over, dus het is fantastisch allemaal.

Interviewer: Het is overigens wel iets anders dan een modelwoning hè? Want dit is allesbehalve een model.

Johan: Ik mag wel zeggen dat het absoluut niet vergelijkbaar is. Zeker niet met een modelwoning. Een modelwoning is sowieso commercieel ingesteld. Gericht gedurende een hele korte periode op de verkoop van een woning en vaak moet je in lieslaarzen door de blubber naar zo’n huis gaan om dat te be- kijken. Heeft een functie, is onpersoonlijk en wat hier de bedoeling is, is dat mensen zich thuis voelen. Wij vragen de mensen ook altijd of ze hun sloffen of slippers mee willen nemen, dat heeft ook een functie in verband met de inloop, en wij zijn nogmaals een vrijwilligersproject, wij doen dit volstrekt belangeloos, maar het brengt wel kosten met zich mee. Wij zijn dus ook af- hankelijk van donaties, en giften, maar nee, zeker geen modelwoning. Het is ook niet vergelijkbaar met een huis van de toekomst, dat is een heel ander verhaal. Dat is heel commercieel opgezet. We hebben een kubuswoning in Rotterdam gezien en dat is eigenlijk hetzelfde verhaal, het is eigenlijk een soort museum. Binnen een paar minuten ben je erdoorheen en je krijgt daar geen uitleg, je mag er even in.

Interviewer: Ja, en nou heb je in Almere, ik ben niet zo bekend in Rotterdam wat dit betreft, maar in Almere heb je zo’n wijk waar een aantal mensen de vrije hand heeft gehad om indertijd hun eigen woning te bouwen en op één dag in het jaar, ik geloof dat dat de museumdag is, die op 5 september of daar-

141 omtrent wordt gehouden, heb je de gelegenheid om met de daar wonende persoon een rondleiding te krijgen. Hier kun je dus op afspraak naar binnen, maar ken je dat project in Almere?

Johan: Ja, ik ken dat project, dat is de filmwijk in Almere, een fantastisch ini- tiatief en ik zou bij dezen alle gemeentebesturen willen oproepen en trouwens ook het bedrijfsleven: gebruik veel meer creativiteit en vooral dit soort evene- menten en geef bewoners of kandidaat-kopers meer ruimte, geef architecten meer ruimte om te komen tot experimenten, want we praten hier in Almere ook over experimentele bouw. Daar is ook een aparte wijk voor ingericht en daar mogen mensen zelf, compleet naar eigen ideeën, los van allerlei voor- schriften, hun woning bouwen en dat zou eigenlijk veel meer moeten worden toegepast, want daar ontstaan natuurlijk weer allemaal nieuwe initiatieven en dat bevordert alleen maar een creatieve samenleving in plaats van wat je toch wel vaak ziet: grijs, grauw en monotoon. Laat het maar wat swingen. We heb- ben in Nederland toch vaak te maken met veel regen en wij mogen heel graag het zonnetje een keertje opzoeken. Laat het zonnetje wat vaker binnenkomen in Nederland. Dat zou mijn filosofie zijn.

Interviewer: Ja goed, de creativiteit meer in de samenleving zei je zo-even. Hoe wil je dat bereiken als dit huis toch uitstraalt: zeer moderne spullen; van koffiekopje tot stoel en van ligbank tot verlichting, het is allemaal zeer modern design. Daar moet je maar van houden. Je hebt natuurlijk ook mensen die komen kijken en die een huis hebben uit bijvoorbeeld de dertiger jaren en dat willen inrichten volgens die stijl, of mensen die het rococo willen inrichten. Kunnen die mensen hier ook nog terecht met ideeën en creativiteit?

Johan: Jazeker, ik denk juist dat het toegankelijk is voor een heel breed pu- bliek. Nogmaals, tijdens een rondleiding probeer ik alle aspecten te benoe- men. We beginnen in de voortuin, en gaan vervolgens het hele huis door, tot en met het toilet, badkamer, slaapkamer enzovoorts en ik leg heel veel achter- gronden uit. Ik geef allerlei ideeën en tips, en ik noem het weleens 101 ideeën, van heel klein tot heel groot. Het is ook afhankelijk van iemands beurs, maar het voordeel is dat niemand iets moet. Het is geen bedrijf en je wordt niet op je nek gesprongen door verkopers. Mensen kunnen hier aanhoren en kunnen

142 ook met elkaar discussiëren. Dat gebeurt veel tijdens de samenstelling van groepen. Mensen komen overal vandaan en kennen elkaar niet en komen dan met elkaar aan de praat. Het heeft ook een sociale functie. Er wordt gepraat over architectuur, bouwkundige zaken, over inrichting, over kunst. Het is fantastisch om dat mee te mogen maken en dat we dit kunnen bieden. Dat is een heel rijk gevoel.

143 144 Omroep Flevoland

19.

Op 25 september 1992 had ik een interview met Mark van Amstel, in een rechtstreekse radio-uitzending van Radio Flevoland.

Marc: Morgen is er open dag in de Groninger kijkwoning Minerva, dat is in Groningen-Hoogkerk, zo spreek je dat uit, en daarom aan de telefoon de heer Johan Meijering van de kijkwoning. Dag Johan, goedemorgen.

Johan: Goedemorgen, Marc.

Marc: Nog even, wat is nou die kijkwoning van jullie?

Johan: De kijkbungalow is een particulier initiatief. Ik woon er samen met mijn vriendin Marije Breeuwsma en het is samengevat een gratis onafhanke- lijk advies-, informatie- en ideeëncentrum.

Marc: Ja, dus een bungalow waarin jullie wonen en iedereen kan daar maar langskomen?

Johan: Ja, alleen op afspraak, en mensen krijgen 101 ideeën te horen en te zien, dat zeg ik weleens, en het is gratis.

Marc: Ja, mensen doen dus woonideeën ook op bij jullie denk ik hè?

Johan: Het is een heel breed verhaal, het gaat over bezoekers die tips en ideeën krijgen over bouwkundige zaken, over architectuur, over vormgeving, over design en over kunst. Eigenlijk is het ook een permanente expositieruimte, want wij geven gelegenheid aan kunstenaars om te exposeren en dat wisselt om de twee maand.

145 Marc: Ja, het is wel heel aardig van jullie, het is jullie woonhuis. Voel je je dan niet geschaad in je privacy?

Johan: Ik heb daarvoor gekozen. Ik ben helaas door een ongeluk uit mijn werk geraakt en mijn partner heeft een volledige baan en dit is mijn vrijwilligers- baan en dat doe ik samen met heel veel vrijwilligers en dat is fantastisch om te mogen doen.

Marc: Ja en dan denk ik altijd: zitten ze dan niet aan je spulletjes, aan je leuke vaasjes en weet ik veel wat je er allemaal hebt staan?

Johan: Nee, in tegendeel. We hebben inmiddels ruim vierduizend mensen het eerste jaar gehad. Die zijn zeer gemotiveerd sowieso, en die passen zich uitste- kend aan. Ik bedoel, die zijn onder de indruk over het algemeen van wat ze allemaal te horen en te zien krijgen. Geen enkel probleem met het aanraken of laat staan dat dingen vernield worden. Nee, dat is gelukkig niet het geval.

Marc: Als we het over de kijkbungalow Minerva in Groningen hebben, dan hebben we het over een heel modern huis en dat ook heel nieuw en modern is ingericht hè?

Johan: Dat klopt, en er hebben aan het project ook drie architecten meege- werkt en zes beeldend kunstenaars en ongeveer honderd participanten. Dus het is een heel creatief totaalgebeuren geworden.

Marc: Johan, ik heb jou aan de telefoon omdat jullie als kijkbungalow morgen één jaar bestaan, groot feest dus?

Johan: Dat klopt, alles is hier in rep en roer, de hele buurt staat zo’n beetje op z’n kop. We hebben het huis met 22 meter verlengd aan de voorkant en er staan allemaal grote hallen. Verder hebben we theater in huis en we krijgen vanavond allemaal artiesten die optreden, waaronder Willem de Ridder uit Amsterdam, de bekende verhalenverteller. Het Gronings Salonorkest gaat hier

146 in de patio een concert geven, allerlei duo’s treden op. Morgen hebben we ook een grote feestdag. Vanavond is het voor de participanten en morgen is het voor iedereen vrij en toegankelijk.

Marc: Open huis dus?

Johan: Open huis en ik zou het heel erg leuk vinden als luisteraars uit de regio en omstreken langskomen. Die zijn van harte welkom.

Marc: Ja, en veel Flevolanders houden van modern wonen, want wij hebben ook allemaal moderne huizen uiteraard, dat begrijp je. Waar vinden we de kijkbungalow precies, Johan?

Johan: De kijkbungalow die ligt in Hoogkerk, aan de snelweg de A7 en als men vanaf Drachten komt richting Groningen, dan is het de afslag Hoogkerk en dan is het direct de parallelweg gelegen naast de snelweg waar geparkeerd kan worden. Ik denk dat iedereen dat wel kan zien, want we verwachten erg veel mensen. We houden rekening met zo’n vierhonderd à vijfhonderd men- sen en iedereen werkt mee. Iedereen is enthousiast. Ja en fantastisch nogmaals om te mogen doen. Het is morgen natuurlijk niet de rondleiding die mensen krijgen. Die duurt normaal zo’n twee en een half uur en er wordt afgesloten met koffie en wat lekkers erbij, maar dat is er morgen niet bij, maar er staan wel hapjes en drankjes klaar en er zullen permanent allerlei artiesten optreden.

Marc: Vanaf hoe laat kunnen we terecht?

Johan: Vanaf half twaalf tot vijf uur.

Marc: Johan bedankt, en een leuke dag morgen.

Johan: Dank je wel en succes verder met je programma.

147

20. Viering eenjarig bestaan

Het eenjarig bestaan hebben we niet ongemerkt voorbij laten gaan. We heb- ben de viering zelfs over twee dagen gespreid; vrijdagavond 25 september was bedoeld voor de participanten en officiële genodigden, en zaterdag 26 september voor alle belangstellenden in het algemeen.

Op deze dag was tevens de opening van de tentoonstelling van de kunste- naars Jeanine Geerts (schilderijen) en Joe Xuereb (beelden). Zie hiervoor het volgende hoofdstuk. Tijdens dit feestelijke weekend werden er geluidsopna- men gemaakt door Gerhard en Janet Klaasen uit Hoogkerk. Deze opnamen zijn uitgetypt en integraal opgenomen in dit hoofdstuk. Op beide dagen traden allerlei artiesten op, zoals vermeld op onderstaande uitnodiging.

Programma vrijdag 25 september 1992

Willem de Ridder Op vrijdagavond verrasten we de gasten met een uitgebreid programma met onder andere een optreden van meesterverhalenverteller Willem de Ridder. Willem Cornelius de Ridder is een karakteristieke verschijning in het Nederlandse kunst- en medialandschap. Hij is vooral bekend geworden door zijn enerverende vertelstijl. Speciaal voor Willem hadden we de grote rode relaxstoel in de patio gezet.

Ademloos luisterden de gasten naar zijn verhaal:

“Jullie staan en ik zit. Leuk is dat normaal de situatie zo is dat in de meeste landen de verhalenverteller op een kleedje zit en de omstanders eromheen staan te luisteren. En die staan er inderdaad urenlang en die hebben op een gegeven moment niet meer in de gaten dat ze staan. Dat is een heel eigenaar- dig fenomeen met een verhalenverteller. Als je eenmaal begint met vertellen, dan gebeuren er een paar merkwaardige dingen. Ten eerste houdt de tijd op te bestaan, als tenminste de verhalenverteller echte verhalen vertelt, en ten

149 tweede weet je op een gegeven moment niet meer waar je bent. En dat leidt ertoe dat het gevoel dat je krijgt daarbij zo’n lekker gevoel is, dat je ook niet wilt ophouden.

Dus normaal is het zo dat in de meeste landen, en dat zijn bijna allemaal lan- den waar in de meeste gevallen niet gelezen of geschreven wordt, daar duren de verhalen niet een uurtje of anderhalf met pauze, zoals hier in Nederland. Daar worden verhalen verteld die ook gemakkelijk zes, zeven, of acht uur duren. In Egypte worden verhalen verteld die duren soms een maand. En dan niet zomaar een maand, nee, elke dag zes uren lang! Dus als je zo’n verhalen- verteller uitnodigt, dan heb je hem een maand lang in je huis en al die gasten erbij en die moet je nog eten geven ook!

En het fantastische is, dat het namelijk meestal verhalen zijn die gaan over bijvoorbeeld twee koningen die met elkaar strijden, en hele veldslagen wor- den beschreven en enorme intriges aan het hof, hele weddenschappen worden afgesloten, wat zal er gebeuren?

Maar dan komt er iets heel moois, wat niet kan. Want die verhalenvertellers die verzinnen die verhalen niet zelf. In feite, als je in die landen komt, dan is dat omdat ze het verhaal al kennen. Die mensen hebben dikwijls vanaf hun vierde jaar al die verhalen al gehoord. En die horen al die verhalen elk jaar opnieuw. Soms wel een paar keer per jaar. En niet steeds hetzelfde, nee, ze ho- ren soms honderden verhalen die al die luisteraars allemaal van buiten kennen. Dus als die verhalenverteller het lef heeft om ook maar iets aan het verhaal te veranderen, dan loopt iedereen kwaad weg. Dat nemen ze absoluut niet! En het klinkt misschien een beetje vreemd voor ons, maar het interessante is, dat kennen wij zelf ook. Als wij aan een kind een verhaal vertellen, dan zegt zo’n kind...: ‘Nog een keer!’ Die willen het verhaal nog een keer horen. Dan zeg je: ‘Vandaag niet, maar morgen.’ En dan vergeten we dat en dan vertellen we volgende week het verhaal opnieuw. Nou, dan begin je. En dan wil je het leuk maken, een klein beetje anders, maar nee hoor. ‘Nee, zo was het niet hoor!’ Zo’n kind wil het precies weer horen zoals die het zich herinnerde. En hij herinnert zich alles!

150 Dus je zou kunnen zeggen, verhalen vertellen is een absoluut ideaal voor een perfect geheugen. En die mensen kenden honderden, soms duizenden verha- len allemaal van buiten. En niet alleen verhalen, ze kennen ook honderden liedjes en ingewikkelde melodieën van buiten.

Ik zat een keer in Afrika in een bus en het was een hele lange rit in de woes- tijn. Op een gegeven moment begint er iemand te zingen met ingewikkelde klappatronen erbij en de hele bus valt in. Het is zeker een tophit! Maar nee hoor, twee en een half uur later zitten ze nog met elkaar te zingen. En alle- maal verschillende liedjes. En iedereen kent ze. Dat kun je hier wel vergeten, dat bestaat hier niet. Wij weten aan het eind van de avond niet eens meer wat we aan het begin van de avond op de televisie gezien hebben, bij wijze van spreken. Want vanaf het moment dat je leert lezen en schrijven is het gedaan met je geheugen! Tweeduizend jaar geleden in Griekenland zei Plato weleens: ‘Lezen en schrij- ven vermoordt je geheugen.’ Niemand kan een boek navertellen, maar een verhaal wel. Die verhalen zijn dus, omdat iedereen ze al kende, nooit ver- anderd. En als we proberen na te gaan hoe oud bijvoorbeeld Doornroosje of Roodkapje of Assepoester is, dan merken we dat ze ongelooflijk oud zijn, terwijl ze in Egypte al verteld werden, toen waren ze al eeuwen oud.

Dus de oorsprong van die verhalen weten we niet, maar één ding we- ten we zeker: de meeste verhalen, zoals Hans en Grietje, Sneeuwwitje, komen uit tijdperken waar we helemaal niets meer van weten. Geen beeldje is meer over, geen schrift is ervan over. We weten er niets meer van, behalve ver- halen. Ze hebben stenen

Willem de Ridder

151 tabletten teruggevonden, vijf en een half duizend jaar oud en daar stonden verhalen op en die worden nog steeds op dit moment ongewijzigd verteld in Europa.

Moet je uitrekenen hoeveel generaties dat zijn! Van mensen die niet kunnen lezen en schrijven en die de verhalen alleen maar oraal hebben doorgegeven. Het zijn de schrijvers geweest die zijn gaan knoeien, die de boel hebben ver- anderd. Die hebben ingegrepen! Een schrijver die schrijft alleen. Die zit in een klein kamertje en niemand controleert hem. Ze kunnen pas controle- ren als ze het boek zien. En zelfs een boek lees je in je eentje. Nooit met z’n tweeën of met z’n drieën, dat is lastig. Daarom zie je ook dat een hele hoop gesproken verhalen sinds de boekdrukkunst veranderd zijn. Daarvoor nooit. De tweede helft van Doornroosje hebben wij nooit gehoord. Wij denken dat als Doornroosje wakker gekust wordt en ze gaat trouwen met de prins, dat dit het dan is. Helemaal niet. Maar dat is maar de helft van het verhaal. Dan begint de ellende pas! En dan wordt het echt spannend, maar ja. Zo spannend, dat vinden wij niet geschikt voor kinderen. ‘Daar zijn jullie nog te klein voor.’ Neem nou Duizend-en-een-nacht bijvoorbeeld...”

Dit was slechts de inleiding... Willem vervolgde zijn verhaal voor een aandachtig publiek, dat tot het einde toe ademloos zat te luisteren.

Programma zaterdag 26 september 1992

Welkomstwoord door Johan

“In één woord fantastisch dat jullie hier allemaal zijn gekomen, waar ook vandaan. Uit Denemarken, Malta, Duitsland, uit Hoogkerk, en natuurlijk uit onze prachtige gemeente Groningen. Namens Marije Breeuwsma, mijn part- ner, ook allemaal nogmaals heel hartelijk welkom. We zijn heel erg vereerd vanwege deze enorme belangstelling. We hebben gisteren ook een fantastisch feest mogen beleven met alle participanten. Het is wat laat geworden, maar desalniettemin, prachtig dat dit allemaal gebeurt. Wat ik nog wil noemen, is dat we het project Kijkbungalow Minerva, een vrijwilligersproject, alleen

152 maar hebben kunnen doen met hulp en steun van iedereen, fantastisch, het bedrijfsleven heeft meegeholpen, de hele buurt helpt ons mee, allerlei vrijwil- ligers, gastvrouwen, nou, te veel om op te noemen. Het is heel mooi om dit te mogen doen, om dit te mogen uitdragen. Het is een heel creatief verhaal, waarin bouwkundige zaken, kunst, en allerlei andere dingen door elkaar heen lopen.

153 Welkomstwoord door Johan

Ik kom gelijk al even op de kern van wat het project Kijkbungalow Minerva in- houdt. Kort samengevat, het is een gratis onafhankelijk in- formatie-, advies- en ideeën- centrum over wonen. Het is nieuw in Nederland. En daar zijn we ook heel erg trots op. U bent van harte welkom voor een rondleiding, die duurt ge- middeld twee en een half uur. U krijgt koffie met vlaai, er is geen entree, en u zult onge- twijfeld erg veel te zien en te horen krijgen. Een uitgebreid informatiepakket kunt u mee- nemen na afloop, dat ligt in de ontvangstruimte. Een heel belangrijk onderdeel van het project zijn de exposities geworden. En daar zijn we heel erg blij mee. Er hebben ongeveer zes beeldend kunstenaars aan ons project meegewerkt, met permanent werk, en drie architecten en ongeveer honderd participanten. Maar los daarvan hebben we wisselende exposities die om de twee maanden een opening te zien geven. En meestal zijn dat twee exposities. Een aantal criteria voor ons project wil ik toch even noemen. De kunst moet passen binnen de hele sfeer van dit project, en het tweede punt dat we heel erg belangrijk vin- den, is dat het eigenlijk ook moet klikken met de kunstenaar die komt expose- ren. Het is toch een heel emotioneel gebeuren met elkaar, we gaan met elkaar in een bepaald proces. En het derde punt, dat we ook belangrijk vinden, is dat wij vinden dat kunst toegankelijk en betaalbaar moet blijven. Dat houdt in dat de kunstenaars zelf hun prijzen bepalen en de kunst kan dus rechtstreeks van

154 hen gekocht worden. We zijn geen galerie, dat zullen we ook niet worden. Maar dat is misschien ook een van de leuke dingen aan dit project, en we zijn heel erg blij dat we een aantal bijzondere gasten hebben.

Allereerst Jeanine Geerts uit Groningen die exposeert, ik weet niet waar Jeanine ergens... Ja, daar staat ze, in het midden. Zij kan u alles vertellen over haar werk, en schroom niet, ze zal ongetwijfeld veel kunnen vertellen. Verder hebben we als bijzondere gasten Miriam en Joe Xuereb Uit Malta. Fantastic, we are very glad you are here in our beautiful town Groningen. En, ja, great! Alle mensen kunnen dus ook contact opnemen met Joe en vragen hoe zijn werk tot stand is gekomen. Hij is specialist op het gebied van sculpturen en is in Malta zeer bekend en zijn werken gaan over de hele wereld. We zijn heel blij dat zijn werk hier in Hoogkerk staat. En verder wil ik in het bijzonder nog noemen alle artiesten die hun medewerking hieraan verlenen. Die hier zullen optreden, de hele middag lang. Heel hartelijk dank, en we hopen dat het een fantastisch gebeuren wordt met elkaar. We hebben ook alles mee, moet ik zeg- gen, fantastisch mooi weer. En ik wil heel graag ook welkom heten wethouder Swaak van Cultuur van de gemeente Groningen, samen met zijn vrouw hier aanwezig. En die bereid is gevonden om de beide exposities officieel hier te openen in de kijkbungalow Minerva. Ik wens u heel veel vreugde en plezier en nogmaals dank voor uw komst.”

’s Middags waren er verschillende optredens en een demonstratie Taiji en Qigong.

155 Wang-Yan, Chinese Taiji en Qigong-meesteres

156 157 158 21. Najaarsexpositie

Van 26 september tot en met 28 november 1992 exposeerden Jeanine Geerts (1945) uit Baflo (Gr.), met olieverfschilderijen op doek, en Joe Xuereb uit Malta, met sculpturen in limestone.

Op 18 mei 1992 stuurde Joe een brief naar wethouder Swaak van Cultuur en Sociale Zaken van Groningen, met het verzoek om de tentoonstelling van Jeanine Geerts en hemzelf te openen.

159 160 161 Jeanine Geerts Zij studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten (vrije afdeling) in Arnhem en volgde de lerarenopleiding Ubbo Emmius (tekenen en textiel) in Groningen. De kunstenares verraste de bezoekers van haar expositie met de volgende tekst:

“Mensen dieren planten herinneringen dromen gedachten getallen systemen constructies gebouwen instrumenten kunst”

“Terwijl je op zoek bent naar waarheid, schoonheid en rust, ontmoet je ook geweld, onderdrukking, leegte en activiteit.

De aangetroffen tegenstellingen zijn nu eens genadeloos scherp, dan weer vloeien ze als het ware in elkaar over.

Dit bijna onafzienbare terrein, waarin alles met alles in conflict is, is tevens het slagveld van de kunst. Hier staat de kunstenaar en tracht zich een positie te verwerven.

In mijn geval is dat willen verblijven met Parmenides, maar achternagelopen te worden door Heraclites.

Mijn personages bevinden zich op eilanden in heden en verleden. Ze zijn alleen met de natuur, omringd door anonieme systemen. Met andere woorden: ze zitten beklemd tussen natuur en cultuur.”

Op zaterdag 26 september werd om 12.00 uur door de heer K.W. Swaak, wet- houder Cultuur en Sociale Zaken van de gemeente Groningen, de feestelijk opening verricht van de expositie van Jeanine Geerts (schilderijen) uit Baflo en Joe Xuereb (beelden) uit Malta.

162 Olieverfschilderij Jeanine Geerts, fotografie Paul Kramer

163 164 165 Wethouder Cultuur Klaas Swaak

“Tegen de zon in kijken levert niet het meest intrigerende gezicht doorgaans op, maar dat neem ik dan maar voor lief met dit mooie weer.

Dames en heren, Johan en Marije, toen ik vanmorgen de uitnodiging en de in- formatie doorlas om me voor te bereiden op dit toespraakje, sloeg me eigenlijk de schrik om het hart.

Wethouder Cultuur Klaas Swaak

Wat van mij verwacht werd, bleek een toespraakje bij de opening van de tentoonstelling. Wat mij bijstond, uit deze voorzomer, was dat ik een korte feestrede zou uitspreken bij de kijkbungalow. In het lastige pakket waar ik mij vanmorgen bevond, heb ik besloten aan het eenjarig bestaan van Minerva de meeste aandacht te besteden. Het lijkt mij, zonder het werk van de kunstenaars vooraf gezien te hebben, zonder het goed in me te hebben kunnen opnemen en erover te hebben kunnen nadenken, ook niet eerlijk een mening te geven over een werk, overwegend op basis van schriftelijke informatie. Dat spijt mij, want ik heb dit werk inmiddels gezien en het zou daardoor best de gelegen- heid hebben geboden. Niettemin open ik graag een tentoonstelling en spreek de hoop uit dat velen de weg naar hun werk in de kijkbungalow zullen vinden.

To you, mister Joe Xuereb, I have to apologize not knowing that I had to open your exposition, thinking that I had to speech on the first anniversary of the kijkbungalow. I can only wish that many visitors will come to the kijkbunga- low to enjoy your work and that of misses Jeanine Geerts.

166 Dames en heren, bij de bespreking van het pamflet ‘de Cultuurnota’ van de gemeente Groningen in de afgelopen winter, heb ik, toen nog als raadslid sprekend voor de Partij van de Arbeid, een drietal kanttekeningen gemaakt bij de doelstellingen van het voorgestelde beleid. Die doelstellingen waren parti- cipatie, en er was de uitdrukking van de wil om de dynamiek in de stedelijke cultuur te vergroten. De kanttekeningen die ik destijds maakte, behelzen geen kritiek, maar waren als aanvullingen bedoeld bij die dynamiek. Het waren op de keper beschouwd eerder omschrijvingen van de voorwaarden waaronder aan die dynamiek impulsen gegeven konden worden. De eerste opmerking kan samengevat worden in de zin: de stedelijke cultuur is meer dan dat wat de lokale overheid aan cultuur brengt, in stand houdt of mogelijk maakt. De tweede ging over het lokale en regionale karakter, de eigen identiteit, in een kader geplaatst waarin niet altijd wat in de provincie gebeurt, afgezet wordt tegen wat in de randstad plaatsvindt en waarbij de blik grensoverschrijdend gericht moet worden op een groot deel van Noord-Duitsland met zijn be- langrijke culturele centra. En het derde punt was een kanttekening over een productieve maatschappij, die tegenwicht moet bieden in mijn ogen tegen de maatschappij die sterk op consumptie is gericht. Hoewel het woord cultuurconsumptie natuurlijk een vreselijk woord is, be- helst het wel een fenomeen waaraan moeilijk voorbijgegaan kan worden. In ieder geval was het mijn bedoeling uit te drukken dat er meer belangstelling moet zijn voor de actieve kant van de cultuur, zowel van professionals als van amateurs. Ik denk dat die drie kanttekeningen die ik destijds plaatste, een uit- stekend raamwerk vormen om over de kijkbungalow een aantal opmerkingen te maken.

Het is deels een toevalstreffer dat met de aanwezigheid van Xuereb grenzen, zelfs verre grenzen, worden overschreden en het drukt uit dat het eigen en verre elkaar nooit kunnen uitsluiten. Van groter belang voor de kijkbungalow lijkt mij de kanttekening over een actieve, productieve houding. Hier wordt er duidelijk naar gestreefd om actief met architectuur, vormgeving en kunst om te gaan. Hier wordt geen passieve consumptieve instelling van de bezoe- ker verwacht, integendeel, er wordt van uitgegaan dat de bezoekers zich actief opstellen en zich helder worden van keuzes en gestimuleerd worden tot een bewuste kijk op een aantal culturele disciplines.

167 Mijn laatste kanttekening betreft de relatie tussen overheid en cultuur. En waarvan ik vind dat de overheid naast een terecht zelfbewustzijn van haar taak, ook de bescheidenheid past dat de cultuur en met name heel specifiek de kunsten zich ook buiten haar domein afspelen, ook moeten afspelen. Het betekent dat de relatie tussen de overheid, de burgers en de kunstenaars wat ingewikkelder in elkaar zit dan een alledaagse taakverdeling tussen hen leert. Het is mijn stellige overtuiging dat een initiatief als de kijkbungalow de uit- drukking is van een andere dan de traditionele relatie en eens te meer beves- tigt dat een particulier initiatief een verrijking betekent, een verrijking die in mijn ogen een extra accent krijgt doordat nu eens niet een rechtstreeks ver- band wordt gelegd tussen een particulier initiatief en commercieel handelen. Er is dus alle reden de kijkbungalow te feliciteren met haar eerste verjaardag, en zoals dat bij een verjaardag past, haar een lang leven toe te wensen. En daarmee, dames en heren, verklaar ik deze tentoonstelling voor geopend. Ik dank u wel!”

168 169 170 22. Winterexpositie

Van 28 november 1992 tot en met 16 januari 1993 exposeerden Marijke Ketting (1934-2014) uit Houtigehage (Fr.), met schilderijen, diverse technie- ken, en Anita Franken uit Groningen, met klein plastiek in brons.

De bezoekers kregen van de beide exposanten de volgende informatie:

Marijke Ketting “Geboren in Katwijk aan Zee. Zij had haar opleiding verworven in de prak- tijk, door te werken als ontwerpster, decoratrice en illustratrice. Vanuit deze achtergrond ontwikkelde zij een grote veelzijdigheid. Zij verwerkt onder meer stoffen, zoals tule, zijde en voile, tussen acrylplaten. Deze platen worden onder meer gebruikt als separatiewanden en kamerschermen.

Haar veelal figuratieve olieverfdoeken worden met zachte, warme kleuren gebracht. Directe gevoelsbelevenissen worden in acrylverf en glasvernis weer- gegeven. Hierin ontstaan schilderingen die een abstract landschap in een ma- gische wereld doen beleven.”

Anita Franken “Het eerste wat opvalt aan de bronsplastieken van Anita Franken: het zijn vooral vrouwen in allerlei verschijningsvormen. Speciale reden? ‘Ik kan met de vrouwelijke vorm het best gestalte geven aan een beeld. Omdat ik zelf een vrouw ben, maak ik het als vanzelf. Deze beelden staan dus heel dicht bij me- zelf.’ Franken is beïnvloed door Afrika. Ze heeft veel gekeken naar volksstammen als de Masai uit Oost-Afrika. Rijzige gestaltes met uitzonderlijk lange benen. Maar het is niet alleen de vorm. Vooral de rituelen van dit soort stammen zijn op de een of andere manier heel herkenbaar voor de kunstenaar.

171 Ook de mythologie is in haar beelden terug te vinden, maar net als het ritu- eel, altijd impliciet. De beelden van Franken zijn vaak net in evenwicht, soms door overdreven gedraaide heupen en schouders, dan weer door een subtiele knik in het geheel. Beweging is heel belangrijk, waardoor je vaak niet echt een voor- of achterkant kan ontdekken aan het beeld.

Vrouwelijk, vrij in gestalte en geheimzinnig. Een beeld zoals een beeld zich ruimtelijk mag voelen!”

Drie Gratiën, brons, hoogte 37 cm., Twee vrouwen, brons, hoogte 26 cm., Anita Franken Anita Franken

172 DEEL III

1993

Na een enerverend en afwisselend 1992 besloot ik op de ingeslagen weg voort te gaan. De afwisselende activiteiten in de kijkbungalow werden alom gewaar- deerd, de bezoekers bleven komen, beeldend kunstenaars van naam en faam bleken bereid te exposeren en de media bleven publiceren, wat er mede aan bijdroeg dat het project nog meer naamsbekendheid zou krijgen. Dit jaar, 1993, zou in het teken staan van de dagelijkse rondleidingen op afspraak, waarbij de bezoekers werd verzocht hun sloffen mee te nemen. Daarnaast kon men genieten van gevarieerde exposities met de bijbehorende openingen en leuke optredens. Ook het tweejarig bestaan zou natuurlijk niet ongemerkt voorbijgaan.

175

23. Winterexpositie

Van 16 januari tot en met 6 maart 1993 exposeerden Maya Wildevuur uit Midwolda (Gr) met schilderijen, en Cees Hollander uit Sneek (Frl) met meu- belen en interieurobjecten in de kijkbungalow.

Maya Wildevuur Maya Wildevuur volgde haar opleiding aan de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede. Ze woonde eerst enkele jaren in Enschede en werd in de jaren 1980-1985 vooral bekend om haar ‘zijdecollages’, die op Engelse landschappen waren geïnspireerd. De zijdetechniek die zij in haar eerste wer- ken gebruikte, straalde zowel eenvoud uit als complexiteit. Hierdoor kreeg ze grote naamsbekendheid in Nederland en daarbuiten.

Maya Wildevuur

177 Later paste ze ook andere technieken toe, maar haar stijl is steeds onmisken- baar gebleven. Het werk van Maya Wildevuur kenmerkt zich door het gebruik van sterke, contrasterende kleuraccenten, strakke maar soms grillige vormen en emo- tionaliteit, al is dit laatste in eerste instantie niet altijd evident. De laatste jaren werkt ze met verschillende stijlen en verschillende technieken. Maya Wildevuur schildert vooral bloemen, landschappen en soms dieren, maar is ook bekend om haar karakteristieke portretten van bekendheden, die een heel eigen stijl hebben. Ze maakte onder andere een schilderij van Willem- Alexander der Nederlanden en Prinses Máxima, maar bijvoorbeeld ook van Paul van Vliet en van andere bekende Nederlanders. Met alle nuances tussen grijs, groen en blauw, verbeelden de collages van Maya Wildevuur landschappen en gebeurtenissen. Een enorm boeket dat ze cadeau kreeg bij de eerste opening van haar galerie werd de aanzet tot een aquarel, en langzaam begonnen de zijdecollages plaats te maken voor doeken. Sinds 1984 woont ze in het Noorden van het land. In 1984 open- de ze de galerie Maya Wildevuur in Hooghalen. Sinds 1992 woont ze in de Ennemaborg in Midwolda, in de provincie Groningen.

Cees Hollander “Ik hou mij bezig met het ontwerpen van eigentijdse meubelen. Uniek, speciaal op maat gemaakt, in mo- derne materialen en kleuren.”

In 1987 studeerde Cees Hollander af aan de lerarenopleiding Ubbo Emmius in de vak- ken tekenen en handvaardigheid. Al tij- dens zijn studie werd hij geïnspireerd door Memphismeubelen en speciaal door de Italiaanse ontwerper Ettore Sottsass. Hij stu- deerde af op het onderwerp ‘stoelen’.

Een overzicht van al zijn meubelen en interi- eurobjecten werd in maart 1991 getoond in galerie BAS te Sneek. Voor Cees Hollander

stoel Cees Hollander

178 heeft het interieur in zijn werk een aparte betekenis. Zo laat hij op exposi- ties ontwerpen zien van meubelen die bedoeld zijn voor gebruik, maar ook objecten die alleen de herinnering oproepen van bijvoorbeeld een stoel. De grenzen tussen design, beeldende kunst en architectuur zijn soms moeilijk aan te geven. In zijn ontwerpen speelt geometrie een centrale rol. Maar ook ‘willekeurige’ vormen worden gecombineerd met strakke vormen. Verder is kleur voor Cees Hollander erg belangrijk. Zijn voorkeur gaat meestal uit naar frisse kleuren, zoals blauw, blauwgroen en geel. Van Cees Hollander zijn in de kijkbungalow Minerva meubelen en interieurobjecten te zien.

Bijzondere kunst in Minerva Onder de titel Bijzondere kunst in Minerva publiceerde Uit in Groningen, de toeristische krant van de provinciale VVV Groningen: “Duizenden geïnteresseer- den brachten het afgelopen jaar een bezoek aan de kijkbungalow Minerva in Hoogkerk. U krijgt na telefonische afspraak een uitvoerige rondleiding door deze patiobungalow, die door een samenwerkingsverband van architecten, beeldend kunstenaars, ontwerpers en inrichters samen met de bewoners Johan Meijering en Marije Breeuwsma omgetoverd werd tot een bijzonder kijk- en woonobject. U kunt er zien hoe wonen op een andere manier kan, met onder andere glas- en spiegelwanden, een zwevende hoogglanskeuken en verrassende vondsten op het gebied van audio en verlichting.”

179

Omroep Flevoland

24.

Op 22 april 1993 had ik samen met de beeldend kunstenaars Albert in ’t Veld uit Den Haag en Willem Faas uit Den Ham een interview met Marc van Amstel in een rechtstreeks radio-uitzending van Omroep Flevoland.

Onderwerp: tentoonstelling Wederzijdse inspiratie

Mark: Johan, goedemorgen.

Johan: Dag Mark, goedemorgen.

Mark: Johan, de kijkbungalow die hebben we al eens eerder belicht in ons programma, kun je ons nog even in het kort uitleggen wat de kijkbungalow Minerva nu precies is, je hebt in ieder geval heel wat telefoons, als ik dat zo hoor.

Johan: Het is hier een beetje een gekkenhuis op het ogenblik. Vandaag wordt er ingericht door de beide kunstenaars en alles staat hier een beetje op zijn kop, maar heel gezellig.

Mark: Ja.

Johan: Om op jouw vraag even terug te komen wat de kijkbungalow Minerva inhoudt. Het is samengevat een woonhuis, het is een patiobungalow, in Groningen, in de wijk Hoogkerk. Het staat aan de snelweg de A7 Groningen- Drachten en het is een idealistisch project en samengevat noemen wij het zelf een onafhankelijk advies-, informatie- en ideeëncentrum, met de nadruk op ideeën. Mensen kunnen hier een afspraak maken, dat is wel verplicht. Er is geen entree en dan kunnen mensen een rondleiding krijgen, die duurt onge- veer twee en een half uur. En dan zien ze 101 ideeën en tips en het is heel erg leuk om te doen, we doen het nu anderhalf jaar.

181 Mark: Ik ben een keer bij jou op bezoek geweest, het is een heel apart huis om te zien. Niet alleen qua vormgeving als het om de architectuur van het huis gaat, maar ook qua inrichting hebben jullie hele bijzondere dingen. Ik moet je zeggen, ik vond het heel mooi, maar wat ook frappant is: jij woont daar met je vriendin en al die vreemde indringers lopen aldoor maar door jullie slaapka- mer, jullie badkamer, jullie woonkamer, en dat vinden jullie niet erg hè? Dat vind ik het meest frappante.

Johan: Nee, absoluut niet, want ik heb daar ook voor gekozen...

Mark: Ja.

Johan: Ik ben van huis uit socioloog, ik mag graag organiseren. Ik ben gek van wonen en kunst, dat geldt trouwens ook voor Marije. Maar ik ben door een heel vervelend ongeluk uit mijn werk geraakt een aantal jaar geleden. Ik ben rugpatiënt en ik heb een vrijwilligersbaan bedacht en dat doe ik dan zes dagen per week. En Marije die heeft een fulltime baan bij de gemeente Groningen, dus die gaat ’s morgens vroeg weg en aan het eind van de middag is ze weer thuis en dan hebben we allebei onze daginvulling.

Mark: Ja, jullie hebben dus toch nog een beetje privacy af en toe hè?

Johan: Ja, ’s avonds wordt hier normaal geleefd en op de zondag, dat is dan onze rustdag om het zo maar even te zeggen.

Mark: Ja, en wat ik wel aardig vond, Marije, jouw vriendin, zei tegen mij toen ik bij jullie was: “Ons huis is altijd netjes, want dat moet wel omdat we iedere dag weer gasten ontvangen”, dat vond ik een hele aardige.

Johan: Ja, maar dat is ook ontzettend leuk hoor, gisteren kwam hier een groep van 22 mensen met paard en wagen aan en de meest gekke dingen gebeuren hier, maar wat vooral heel erg leuk is, is de kunstpoot. Eigenlijk ontwikkelt het verhaal Kijkbungalow Minerva, het is overigens een landelijke primeur, zich tot een soort cultureel centrum en zelfs intercontinentaal, er gebeurt hier van alles en vandaar ook dat we zaterdag een unieke expositie hebben van twee beeldend kunstenaars uit Nederland...

182 Mark: Ja, dat is een expositie van recente werken van de kunstenaars Willem Faas en Albert in ’t Veld. Die zijn ook bij je nu hè, om de tentoonstelling in te richten, wat is het voor tentoonstelling?

Johan: Willem Faas is een bekende schilder uit Overijssel, hij maakt heel kleurrijke werken. Prachtige doeken zijn hier net binnengebracht, je kijkt echt je ogen uit, fantastisch. Hij zit hier naast me en kan zelf denk ik het beste ver- tellen wat zijn werk inhoudt en Albert in ’t Veld komt uit Den Haag, is heel veelzijdig. Is voorheen balletdanser geweest, ook door een vervelend ongeluk moest hij die inspiratiebron laten varen, maar hij is doorgegaan op beeldende kunst, is dichter, maakt grafieken, prachtige neon-objecten, dat is zijn specia- lisatie, heel uniek, maar dat kunnen ze zelf allemaal vertellen.

Mark: Ja, Willem zit naast je hè, geef die even.

Johan: Willem en Albert zitten naast me ja.

Mark: Dag Willem.

Willem: Goedemorgen, met Willem.

Mark: Ja, Willem, jij maakt schitterende schilderijen, dat doe je, ik heb de foto’s daarvan, jij doet dat samen met Albert in ’t Veld, hij is dichter hè? Schilderijen met gedichten erop, kun je op de radio even uitleggen, in het kort hoor, hoe dat er dan uitziet?

Willem: Nou, we hebben dus speciaal voor deze Minervabungalow hebben we dus zeefdrukken gemaakt, en Albert heeft daar een gedicht bij geschreven en ik heb de tekeningen gemaakt en de kleuren hebben we samen bepaald. Het unieke daarvan is dat we dus een prachtige eenheid hebben gekregen met gedichten en de tekening die erop staat, het is een vrij abstracte tekening. Bijvoorbeeld van de eerste hebben we er drie gemaakt, van de eerste is het bij- voorbeeld zo dat het logo van de Minervabungalow in een vrij abstracte vorm gegoten is, daaronder staat het gedicht en nu is het zo, het Minervalogo heeft een streep naar beneden en die heeft de binding met dat gedicht. Wij hebben

183 daar nog twee abstracte figuurtjes aan toegevoegd, heel weinig dus, het is een wit vel papier, vrij kleurig, leuk voor de compositie en samen is het een hele mooie eenheid. En als je dan het gedicht leest, je begrijpt het, je voelt het, dan gaat er een hele fijne werking van zo’n zeefdruk uit. En we zijn er erg blij mee dat we dat gemaakt hebben.

Mark: Ja, geef Albert ook nog even aan mij.

Willem: Ja hoor, daar komt-ie, hier is Albert.

Mark: Dankjewel.

Albert: Met Albert in ’t Veld.

Mark: Ja, dag Albert, jij bent dus dichter hè, is dat een inspiratiebron om sa- men te werken met iemand die zeefdrukken maakt, die schildert?

Albert: Ja, dat is fantastisch natuurlijk.

Mark: Ja, het is uniek eigenlijk wat jullie doen hè, samen.

Albert: Absoluut ja.

Mark: En dan moet je ontzettend op elkaar ingespeeld zijn, denk ik.

Albert: Ja, maar Willem Faas die was al aardig geïnspireerd naar aanleiding van mijn gedichten, die kende hij. En dat is eigenlijk het eerste contact geweest. Ik heb hem ooit benaderd in een ver verleden, of hij mij, dat weet ik niet meer, toen hebben we het daarover gehad en daaruit is dit project gekomen.

Mark: Ja, zonder dat ik bijbedoelingen heb hoor, het is een soort huwelijk ei- genlijk wat je met elkaar hebt dan hè? Een kunstzinnig huwelijk.

Albert: Ja, alles kan natuurlijk.

184 Mark: Ja precies, dan wil ik nu Johan Meijering weer spreken.

Albert: Oké.

Mark: Dag, mooie tentoonstelling, dan komt nu Johan Meijering weer aan de telefoon, een heel gedoe hè, dat gepasseer van die hoorn.

Johan: Met Johan.

Mark: Morgenmiddag om twaalf uur Johan, zal de expositie worden geopend, hoe gaat dat gebeuren?

Johan: Het wordt een compleet feest hier, het is namelijk een integratie tus- sen dichtkunst, schilderkunst, muziek, dans en de kijkbungalow Minerva. De kijkbungalow Minerva daar hebben trouwens drie architecten aan meege- werkt en zo’n honderd participanten en zo’n zes beeldend kunstenaars met permanent werk.

Mark: Ja, ik moet een beetje opschieten Johan, even naar morgen, want we hebben weinig tijd meer.

Johan: Ja sorry, er is ook een optreden uit Afrika van George Momboye en er komt een muziekgroep. Er zijn twee professionals die hebben een gelegen- heidsformatie gevormd onder de naam van de The Art Lovers. En Albert in ’t Veld zal gedichten daarbij voordragen, er komt nog een buikdanseres optre- den, dus een enorme happening en ook de luisteraars zijn van harte welkom om twaalf uur.

Mark: Leuk, ja, nou, het wordt zeker heel leuk, want het is een fantastisch programma dat jullie morgen te bieden hebben als ik dat zo hoor, de combi- natie van de bungalow, muziek en deze prachtige kunst van Albert en Willem, morgenmiddag om twaalf uur zal de expositie worden geopend, onze luis- teraars zijn welkom bij jullie in de kijkbungalow Minerva in de Groningse wijk Hoogkerk, als u weten wil waar het precies is, dan kunt u met Omroep Flevoland bellen, wij hebben alle informatie hier voor u paraat. Johan, helaas

185 ik moet het daarbij laten, bedankt voor deze uitleg en ik wens je een hele mooie dag morgen.

Johan: Ja, en jij alvast een heel fijn weekend. Dag Mark!

Mark: Dankjewel hè, dag!

186 RTV Noord

25.

Op 23 april 1993 had ik samen met de beeldend kunstenaars Albert in ’t Veld en Willem Faas een interview met Kirsten Klijnsma in een rechtstreekse radio-uitzending van RTV Noord.

Onderwerp: tentoonstelling Wederzijdse inspiratie

Kirsten: Johan, wat gebeurt er allemaal voor fantastisch, waarom is deze ope- ning anders dan andere openingen?

Johan: Morgen is het heel groot feest, morgen vindt er een integratie plaats tussen dichtkunst, schilderkunst, muziek, dans en de kijkbungalow Minerva. Voor de mensen die nog niet weten wat ons project inhoudt: het is een gratis onafhankelijk advies-, informatie- en ideeëncentrum en vooral ook exposi- tieruimte. We doen dit nu anderhalf jaar en wat morgen zo bijzonder is, is dat allerlei kunstvormen en kunstuitingen integraal samen worden gebracht, zelfs intercontinentaal. We hebben een optreden uit Afrika...

Kirsten: Met één been in Afrika en het andere been in Groningen? Moet je wel hele lange benen hebben hoor.

Johan: Ja, dat is topballetdansen. Maar ja, het is heel bijzonder. Er is een mu- ziekgroep geformeerd van profmusici en dat is een gelegenheidsformatie. Onder de naam The Art Lovers. Het wordt toch wel een spektakel en Albert die zal daar gedichten bij voordragen. En wat heel erg leuk is, is dat de kijk- bungalow Minerva min of meer uitmondt in een soort cultureel centrum, en dat is een hele leuke, onverwachte dimensie.

Kirsten: Ja, meestal is het zo bij tentoonstellingen, of ze zijn open voor een ieder, iedereen is van harte welkom, of het is heel duidelijk voor genodigden. Jullie gooien nu de deuren wagenwijd open voor iedereen die het leuk vindt om te komen hè?

187 Johan: Ja, normaal voor genodigden, in die gevallen mogen ook luisteraars aanwezig zijn. En dat begint om twaalf uur precies.

Kirsten: Ja, exact om twaalf uur en hoelang gaat het in beslag nemen?

Johan: Tot een uur of vier of halfvijf, maar de officiële opening, waar ook van alles gebeurt, zal tussen twaalf en één uur of halftwee plaatsvinden.

Kirsten: Ja, gedichten van Albert in ’t Veld hè? Of haal ik het door elkaar.

Johan: Nou, Albert is een hele veelzijdige kunstenaar.

Kirsten: Jaja, maar dat is de dichter hè, Albert in ’t Veld.

Johan: Maakt ook neon-objecten, toegepaste kunstenaar...

Kirsten: Jaja, dat kan hij zelf wel vertellen, maar ik wil even een gedicht van hem laten horen, haha, Johan is niet te stuiten als hij eenmaal begint.

Kirsten: Dat was het hè, Albert in ’t Veld, oud gedicht al.

Albert: Ja, dit is inderdaad uit 1984 en het unieke van dit gedicht is dat Henk het heeft voorgedragen.

Kirsten: Ja, hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

Albert: Ik ken Henk al vrij lang, in samenwerking met Wim Wieland, de componist, heeft hij dit voor me opgenomen.

Kirsten: Ja, je hebt drie bundels gepubliceerd.

Albert: Drie bundels ja.

Kirsten: En dit was de eerste?

188 Albert: Nee, dat was de tweede. De bundel Littekens.

Kirsten: Je bent kunstenaar, veelzijdig kunstenaar, je houdt je met heel veel verschillende disciplines bezig, bent geboren in Lisse in ’42, waar woon je nu?

Albert: Ik woon nu in Den Haag.

Kirsten: Je woont in Den Haag, neon-objecten, grafiek schilderen, fotografie, industriële vormgeving, het maken van gedichten, was er niet ook nog iets met ballet?

Albert: Ik ben vroeger balletdanser geweest, en dat ben ik dus duidelijk niet meer. Maar boven dat feit, dan was ik het natuurlijk op deze leeftijd ook niet meer geweest hè, dat heb ik me altijd heel goed gerealiseerd.

Kirsten: Nee, op een gegeven moment is dat einde hè.

Albert: Ja, dan is het over en moet je een ander vak kiezen en ik beweer ook dat als je creatief bent, dat je in principe in alles creatief bent, je moet de tech- niek leren.

Kirsten: Maar om met zoveel verschillende disciplines bezig te zijn, maak je het jezelf dan niet vreselijk moeilijk?

Albert: Nou ja, ik maak het mezelf wel moeilijk natuurlijk, maar het is wel vreselijk boeiend.

Kirsten: Wat doe je het liefst?

Albert: Ja, industriële vormgeving doe ik op dit moment weer veel. Maar neon vind ik natuurlijk heel leuk en ik heb het al eens eerder verteld in inter- views, maar dat heeft te maken denk ik met dat ik uit de balletwereld kom en de theaterwereld. Gekleurd licht, beweging, en dat herken je natuurlijk ook aan alle werken op de een of andere manier.

189 Kirsten: Neon-objecten is iets wat je heel leuk vindt om te doen, wat moet ik me daarbij voorstellen, want ik heb het nooit gezien.

Albert: Wat je je er vooral bij voor moet stellen is een strak gebeuren, twee kubussen bijvoorbeeld. En daartussenin wordt dan een neonbuisje geplaatst, maar de kick daarvan is dat ik ze bijvoorbeeld vervorm. Je moet een glas bla- zen.

Kirsten: En dat doe je zelf?

Albert: En dat doe ik zelf, en dat vervorm ik dan weer. En daar kan ik natuur- lijk hele speelse motieven in bedenken.

Kirsten: En daar komt licht van?

Albert: Daar komt het licht uit.

Kirsten: En is het dan de bedoeling dat je dat gebruikt als lamp of als object om naar te kijken?

Albert: Nou, eigenlijk meer als object, de neon is toegevoegd hè, toegevoegde waarde.

Kirsten: Maar het zou theoretisch kunnen fungeren als lamp?

Albert: Tuurlijk, dat kan absoluut natuurlijk.

Kirsten: Maar je gebruikt veel verschillende kleuren?

Albert: Ja, dat is ook een beetje de bedoeling ervan hè. Je verstevigt bij wijze van spreken het object daardoor, je maakt een extra dimensie eraan.

Kirsten: Ik vind het zo gek dat je neon leuk vindt, ik vind het altijd iets arti- ficieels hebben, iets hards.

190 Albert: Dat is het natuurlijk ook wel, maar in combinatie met bijvoorbeeld staal hè, het is staal met neon of marmer met neon, is het natuurlijk twee ui- tersten, want dat staal kan bij wijze van tegen schoppen en marmer ook, maar neon niet want dan is dat buisje kapot, dus de kick ervan is die twee uitersten.

Kirsten: Datgene wat de mensen van jou kunnen zien, zijn objecten, neon- objecten...

Albert: Ja, en die zijn dus ook in de kijkbungalow, wat heel uniek is, er zijn ook een paar stoelen die ik heb ontworpen, die zijn er ook. En een lessenaar, een lessenaar die in de Eerste Kamer gestaan heeft.

Kirsten: En waar zijn die stoelen van gemaakt?

Albert: Van staal.

Kirsten: Van staal?

Albert: Ja, iedereen schrikt zich rot en denkt: dat is vreselijk hard en dat zit voor geen meter, maar het zit fantastisch.

Kirsten: Ja, en mogen mensen als ze komen kijken morgen gewoon lekker gaan zitten?

Albert: Ja hoor, benen over de leuning, alles mag.

Kirsten: Even voelen, even schuiven. Stalen stoelen kunnen natuurlijk ook heel veel hebben hè. Daar kun je met tientallen op gaan zitten, jaja. Goed, dus dat is met name van jou te zien.

Albert: Dat is er allemaal te zien, ja.

Kirsten: Dan even naar Willem Faas, want ik vergeet je niet hoor. Wat kunnen mensen van jou daar zien?

191 Willem: Vrij grote schilderijen.

Kirsten: Je bent schilder hè.

Willem: Ik ben schilder dus, doe ik van acht jaar af, ik heb altijd al geschil- derd. Waar ik momenteel mee bezig ben dat zijn primaire en complementaire kleuren, heel sterk dus.

Kirsten: Even voor de mensen die niet weten wat primaire en complementaire kleuren zijn.

Willem: Primaire kleuren zijn voor mij dus rood, geel en blauw en de com- plementaire dat zijn dan oranje, violet en groen. Dat zijn de onderlinge men- gelingen van dat rood, geel en blauw.

Kirsten: En dat zijn de kleuren waar je mee werkt?

Willem: En dat zijn de kleuren waar ik mee werk.

Kirsten: Ja.

Willem: Wat gaat er nou gebeuren, je kunt zo’n kleur een vorm geven en die vorm en die kleursterkte ten opzichte van elkaar geven dus een bepaalde span- ning. Ik ben blij dat die schilderijen dus bij Johan in de Minervabungalow mo- gen komen, want het is heel anders dan bij een galerie. Je krijgt ze dus nu voor iedereen, Johan heeft net al de mensen uitgenodigd om te komen allemaal, de luisteraars, voor mij zijn ze ook van harte welkom en het lijkt me dus wel erg leuk om dat tentoon te stellen.

Kirsten: Ja, want als je in de galerie hangt, heb je eigenlijk toch het vaste ga- leriepubliek hè, dat daar binnenkomt, het is altijd een drempel voor mensen toch een beetje.

Willem: Ja en een galerie is ook, ik heb een bepaalde stal zoals dat heet, de stal De Schilders, je krijgt een uitnodiging, een hapje en een drankje, en dan kun

192 je de deur weer uit en zo werkt het eigenlijk niet. Wij willen als kunstenaars graag dat het werk onder de mensen komt.

Kirsten: Ja, dat is de bedoeling uiteindelijk, en jullie zullen wel moeten ook hè.

Willem: En we zullen wel moeten, daar hebben we zelf voor gezorgd. En ik vind het wel gezond ook.

Kirsten: 1928 geboren in Amsterdam, je woont daar ook nog steeds?

Willem: Nee hoor, ik woon nu in Den Ham, dat is in Overijssel, vlakbij Ommen, en daar werk ik al zo’n jaar of twintig, tweeëntwintig.

Kirsten: Het leuke is dat los van het feit dat mensen jullie werk los van elkaar kunnen bekijken, in kijkbungalow Minerva er ook nog een bepaalde lijn ge- legd is tussen jullie twee hè...

Willem: Tussen ons tweeën wel.

Kirsten: Jullie hebben elkaar geïnspireerd?

Willem: Ja, inderdaad. Toen ik kennis met Albert maakte en zijn gedichten las, daar ging zo’n fijn gevoel van uit, en wat ook wel op mijn levensfilosofie geënt is zeg maar, daar heb ik schilderijen van gemaakt, daar kon ik gewoon niet van buiten, dat moest ik.

Kirsten: Sorry, ik zit er steeds tussendoor, wat is die levensfilosofie dan?

Willem: Nou, heel kort verteld. Wij leven dus in tegenstellingen, laat ik het zo even stellen. Die tegenstellingen daar moet je zelf steeds in bijsturen als het ware. Het kan prettig zijn, het kan niet prettig zijn, het veranderd steeds, steeds ben je ermee bezig. Nou, dat is niet alleen zoals we leven in de hele wereld, maar dat is met alles, het heelal, noem maar op, steeds is dat aan die wet van veranderingen gebonden. Mijn schilderijen probeer ik dus die tegenstellingen

193 te geven, qua vorm, qua lijn, qua kleur. Maar waar we allemaal naar verlangen dat is een bepaalde harmonie, rust. Als je heel hard gewerkt hebt, vind je het fijn om met vakantie te gaan, maar je komt wel weer in die tegenstelling, zij het met je buurman in je tent die bijvoorbeeld weer hard de radio aan heeft staan om een uur of twaalf. Die rust probeer ik met die tegenstellingen in mijn werk te brengen. En daar ben ik ook wel, dacht ik, met verschillende dingen in geslaagd. Elk schot is geen één vogel hè.

Kirsten: Wat?

Willem: Elk schot is geen één vogel hè, dat wil zeggen: alles wat je maakt, is niet altijd de top.

Kirsten: Nee gelukkig niet, dan zou het heel vervelend worden hè, lijkt mij. Ik moet heel streng zijn, ja, je mag nog één ding, dat vergeet ik heus niet Johan. Ik moet naar een eind van het gesprek, jullie hebben allemaal heel kort even iets kunnen zeggen wat leuk is, wat ook met die samenwerking van jullie te maken heeft, dat is dus het verschijnen van een serie zeefdrukken. Die wor- den ook gepresenteerd morgen. Speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt. Poëzie van Albert in ’t Veld en daar heb jij jouw eigen invulling aan gegeven hè?

Willem: Inderdaad ja...

Kirsten: Daar beelden omheen gemaakt. Die zeefdrukken zijn in een beperkte oplage gedrukt en zijn morgen ook verkrijgbaar hè, mensen kunnen die ko- pen, die kunnen daarop intekenen.

Willem: Ja, inderdaad.

Kirsten: En dat is het bijzondere eigenlijk, het leuke van deze expositie. Johan, wil je daar tot slot iets aan toevoegen, heb ik het goed verwoord?

Johan: Uitstekend verwoord, ik wou dat inderdaad nog even aanhalen, ik vind het heel uniek dat twee kunstenaars samengewerkt hebben, kunstenaars

194 zijn vrij solistisch over het algemeen bezig. Maar nu hebben ze samen werk gemaakt en dat wordt vanmiddag gepresenteerd. De eerste zeefdrukken wor- den aangeboden aan de hoofddirectie van de ING-bank in onze eigen stad Groningen. Om vier uur een groot feest.

Kirsten: Jaja, goed, maar daar hebben we het verder niet over, we hebben het steeds over morgen, verdorie nog aan toe, even kijken, het zijn ontzettend mooie, het zijn mooie zeefdrukken, ja het is radio, dus ik kan het de mensen niet laten zien. Als u ze wilt zien, de schilderijen, er staat hier ook een heel groot schilderij, moet u gewoon naar kijkbungalow Minerva. En wat doen mensen dan om erheen te gaan, noem even het adres, Johan?

Johan: Kijkbungalow Minerva zit in de wijk Hoogkerk, aan de snelweg Groningen-Drachten, de A7. In het bestemmingsplan Minerva. En om twaalf uur precies wordt het officieel geopend. Het is morgen prachtig mooi weer en er is schitterende kunst en iedereen is van harte welkom.

Kirsten: En leuke muziek, ook dat nog.

Johan: En dans.

Kirsten: Oké! Goed, dank jullie wel!

195

26. Voorjaarsexpositie

Wederzijdse inspiratie vormt nieuwe kunstuiting

Van 24 april t/m 11 juni 1993 exposeerde Willem Faas (1928-2009) uit Den Ham (Ov) met schilderijen, olieverf op doek, en diverse technieken, samen met Albert in ’t Veld uit Den Haag met neon-objecten en toegepaste kunst.

Deze expositie was voor die tijd nogal vernieuwend. De opening op deze zaterdag zou je zelfs een kleine voorstelling kunnen noemen, want alles werd op elkaar afgestemd en achter elkaar uitgevoerd. Dichtkunst, schilderkunst, muziek en dans integreerden in het project Kijkbungalow Minerva en de ver- schillende disciplines inspireerden elkaar. Het unieke van deze expositie was dat beeldend kunstenaar Willem Faas on- der andere schilderijen tentoonstelde die geïnspireerd waren op gedichten van beeldend kunstenaar Albert in ’t Veld. Deze dichter droeg tijdens de opening spraakgezangen voor, muzikaal begeleid door de speciaal voor deze gelegen- heid geformeerde professionele muziekformatie The Art Lovers. Tevens exposeert Albert in ’t Veld met neon-objecten en toegepaste kunst.

Op uitnodiging van Albert gaf George Momboye uit Ivoorkust een prach- tige solodansvoorstelling. Hij introduceerde voor deze gelegenheid een in Nederland nog niet bekende dansstijl. The Art Lovers gaven hem tijdens zijn optreden muzikale ondersteuning. George was voorheen choreograaf en dan- ser bij het Ballet National de Côte d’Ivoir en op dat moment woonachtig in Parijs. Hij danst van jongs af aan. Op dertienjarige leeftijd gaf hij al Afrikaanse danslessen en hij volgde opleidingen in klassieke dans, jazz en moderne jazz. Hij werd geboren in Kouibly, in een van de mooiste bosgebieden van Ivoorkust. In zijn geboorteland maakte hij deel uit van verscheidene balletgezelschappen, met wie hij wereldwijd heeft opgetreden.

197 Zijn nieuwsgierigheid en verlangen naar perfectie bewoog hem ertoe om een opleiding choreografie te volgen. Hij genoot zijn opleiding bij de bekende choreografen Alvin Ailey, Brigitte Matenzi Rick Odums en Gisele Houri. In september 1992 verhuisde George naar Frankrijk en vestigde zich in Parijs. Hij richtte het bedrijf Yankady Ballet op, waarmee hij zeven shows creëerde, waaronder The Zaouli. Met deze show won hij de eerste prijs voor de beste show bij de Young Audience Award van de Jeunesses Musicales van Frankrijk en de Afrika Tradition East Association. In 1998 richtte hij cen- trum Dance Pluriafricaines op en werd hiervan directeur. Al vele jaren geeft hij workshops in Europa.

Omdat er in de kijkbungalow te wei- nig ruimte was om deze dans uit te voeren, vond deze buiten op het plein- tje plaats. Zowel voor beeldend kun- stenaars Willem Faas en Albert in ’t Veld, muziekformatie The Art-Lovers als topdanser George Momboye was deze samenwerking een primeur. De ruim tweehonderd bezoekers waren George Momboye zeer enthousiast over dit alles.

Ter gelegenheid van deze bijzondere expositie hebben beide beeldend kun- stenaars samen een serie unieke zeefdrukken (drie stuks) vervaardigd voor de bezoekers van Kijkbungalow Minerva. Deze zeefdrukken zijn in een beperkte oplage vervaardigd en werden alleen tijdens deze tentoonstelling tegen een speciale prijs aangeboden.

Willem Faas (1928-2009) Elk werk van beeldend kunstenaar Willem Faas (1928) is een intense zoek- tocht naar nieuwe materialen, kleurovergangen en verhoudingen tussen licht

198 en donker. In zijn overwegend abstracte schilderijen vallen direct de energieke structuren op en de briljante kleuren die bij nadere beschouwing uiteenvallen in talloze tonen: van primair rood via transparant violet naar verzadigd paars, van ultramarijn naar haast onmogelijke tinten blauw.

Het creëert een sfeer die niet van deze wereld is, het streeft naar een gevoel zonder tegenstellingen. Elk werk is een nieuwe wereld op zich, die de kijker uitnodigt tot verkenning. Zijn gedreven zoeken heeft hem steeds verder gevoerd naar het eindeloze mysterie van het universum en de plaats van de mens daarin. Het nooit eindi- gende proces van ‘opgaan, blinken en verzinken’ in de onmetelijke nucleaire keuken, waar wij alle- maal deel van uitmaken, is voor 1991, olieverf op linnen, ‘Naakt’ de meesten van ons niet meer dan een vaag begrip. Daaraan vorm te geven, dat gevoel zichtbaar te maken en een plaats te geven, was voor Willem Faas de ultieme uitdaging.

Albert in ’t Veld “Het werk van Willem Faas heeft een eigen karakter, dat niet de behoefte heeft om in een bepaalde stroom ge- plaatst te worden. Een schilderij van Willem Faas is een Willem Faas. Zet het schilderij op zijn kop of bezie het van alle kanten: het heeft karka- ter. Het is aanwezig met al zijn duide- lijkheid aan kleur en compositie. Een compositie die mede bepaald wordt door zijn emoties. Die emoties zijn soms 1991, olieverf op linnen, zonder titel

199 heel fel, een woede die over het doek raast in een krachtige, opbouwende vorm. Toch lig- gen er ook hele mooie, rustige gevoelens in zijn werk. Vaak geïnspireerd door gedichten en zijn levensfilosofie. Hij ontwikkelde zich tot iemand met een eigen visie op kunst. Het is voor mij een grote eer dat Willem Faas mede geïnspireerd werd door mijn gedich- ten. U kunt dit zelf zien en hopelijk beamen.”

Albert in ’t Veld Albert in ’t Veld was danser, is nog steeds dichter en richtte zich na een abrupt einde van zijn danscarrière in de jaren ’70 op de beeldende kunst. Hij bezocht onder meer de Vrije Academie in zijn woonplaats Den Haag en richtte zich op ruimtelijk werk. Door opdrachten ontwikkelde hij zich tot een kunstenaar die naast beelden ook meubels en interieurs vormgeeft. Staal en neonlicht zijn materialen die hij het meest gebruikt.

Stalen stoel

200 Daarnaast schildert Albert in ’t Veld, maakt grafiek en schrijft gedichten. Albert is een veelzijdig kunstenaar en werkt graag in opdracht. Veel van zijn werk is te vinden in overheidsgebouwen, en verschillende musea bezitten werk van hem. Zijn werk is te zien in binnen- en buitenland en onder meer de stalen tafels en stoelen die hij ontwierp, staan vaak bij tandartspraktijken en kantoren.

Neon-object

201 202 203 204 205 206 207

27. Kunst voor de hoofdsponsor

De opening van de voorjaarstentoonstelling werd een gedenkwaardige dag. Het gevarieerde culturele programma trok veel bezoekers. Behalve de bijzon- dere expositie zelf was het dansoptreden van Georges Momboye, afkomstig uit Ivoorkust, een hoogtepunt.

Het doel van deze voorjaarstentoonstelling met het thema Wederzijdse Inspiratie met een nieuwe kunstuiting – de integratie van dicht- en schilderkunst, mu- ziek en dans in de kijkbungalow – werd ruimschoots verwezenlijkt.

Naar aanleiding van het persbericht over deze bijzondere expositie werden de beide kunstenaars, Willem Faas en Albert in ’t Veld, en ikzelf uitgenodigd voor een interview bij drie rechtstreekse radioprogramma’s: Omroep Flevoland op 22 april, Radio Noord op 23 april en RTV Drenthe op 25 april 1993.

Een spontane actie leidde tot het aanbieden van een acrylverfschilderij op doek door Willem Faas aan de hoofdsponsor van de kijkbungalow, de directie van de NMB. Dit als dank voor hun financiële ondersteuning voor het project. Met de beide exposanten, mijn partner en het door Willem Faas beschikbaar gestelde schilderij vertrokken we op vrijdagmiddag 23 april 1993 naar het Hereplein in het centrum van Groningen, waar de bank was gevestigd. Het spontane aanbod werd door de directie van de ING, de voormalige NMB, zeer gewaardeerd.

209 210 RTV Drenthe

28.

Op 25 april 1993 had ik samen met beeldend kunstenaars Albert in ’t Veld en Willem Faas een interview in een rechtstreeks radio-uitzending van RTV Drenthe.

Onderwerp: tentoonstelling Wederzijdse inspiratie

Interviewster: Anderhalf jaar geleden begon Johan met het kijkproject, Johan, wat wilde je precies?

Johan: Ik mag heel graag organiseren. Ik ben zestien keer verhuisd inmiddels en dit is mijn negende eigen woning. Deze woning heb ik trouwens samen gekocht met Marije Breeuwsma, maar door een heel vervelend ongeluk ben ik uit mijn werk geraakt een aantal jaar geleden, ik ben rugpatiënt, geopereerd en dat is niet helemaal goed gegaan, en nu heb ik iets bedacht wat ik heel erg leuk vind, vanuit huis. Omdat ik helemaal gek ben van wonen en beeldende kunst, en alle ervaringen die ik heb opgedaan, hebben we dus in het verhaal Kijkbungalow Minerva gestopt. Een heel creatief gebeuren, er hebben drie architecten aan meegewerkt, zes beeldend kunstenaars en ongeveer honderd participanten. En ik draag eigenlijk namens al die creatieve mensen een toch wel heel uniek verhaal uit en het is een landelijke primeur, het is ook nergens mee vergelijkbaar, niet met een kubuswoning of met het ‘huis van de toe- komst’. Het is gewoon een eigen verhaal, uit het hart ontstaan. We noemen onszelf een onafhankelijk advies- en informatie- en ideeëncentrum, waar met name de nadruk op ideeën komt te liggen. Mensen kunnen hier echt 101 idee- tjes weghalen, van heel klein tot heel groot. Er mag ook gefotografeerd wor- den, niks is geheim, alle ruimtes worden bekeken. En zo’n rondleiding duurt dan ook gemiddeld twee tot drie uur en wordt altijd afgesloten met koffie en wat lekkers erbij. En dan krijgen mensen veel informatie mee.

211 Interviewster: Is dit nou jouw droomhuis?

Johan: Daar ben ik eigenlijk nooit zo mee bezig. Ik zoek altijd iets in een huis wat voor mij dan een uitdaging was, iets geks, iets bijzonders. Bijvoorbeeld van één huis drie huizen maken, of bij een standaardhuis nog een keer een huis erachteraan gooien, dus een dubbele woning, maar dan geïntegreerd. En dit huis is dus weer bijzonder geworden doordat we allerlei bouwkundige ver- anderingen hebben toegepast, tijdens de bouw zijn we toch gaan afwijken ten opzichte van de standaardwoning, en dat wil ik dus ook als verhaal uitdragen, ik wil mensen daarin adviseren, tips geven van ‘als je gaat bouwen of verbou- wen, denk daar en daar eens aan’, mensen vergeten dat heel vaak. Je wordt heel gauw blind, je krijgt blinde vlekken en daar voorziet dit project in. We doen dit nu anderhalf jaar, er zijn ruim zesduizend mensen op bezoek geweest, uit binnen- en buitenland. En we zijn ook expositieruimte en dat is helemaal te gek eigenlijk, dat je vanuit een woonsituatie zoveel leuke dingen kunt doen.

Interviewster: Hoe reageren je buren hierop?

Johan: Heel leuk, mijn buurvrouw naast de buurvrouw is van schrik al een cursus binnenhuisarchitectuur gaan doen. Regelmatig als we dus openingen hebben, zo om de zes of zeven weken, van beeldend kunstenaars, dan is het hier altijd feest. De mensen leven heel erg mee, men voelt zich heel erg betrok- ken. Iets unieks in de wijk Minerva. We zitten in de Ploegwijk en we wonen in de Jan van der Zeestraat, dat is een bekende schilder van De Groninger Ploeg, zoals je ongetwijfeld weet. Ik heb wat dat betreft nog nooit zo’n leuke ‘baan’ gehad en ik hoop dat ik die nog heel lang mag voortzetten. We zouden dit tot 1 oktober 1993 gaan doen. Maar we hebben toch besloten om door te gaan, maar ons grote ideaal is om nog eens een keer een leuke plek in Drenthe te vinden in de toekomst. Het wordt toch wel wat klein, we groeien al bijna uit onze voegen door het succes. We zouden het liefst in Drenthe een soort cultureel centrum willen stichten in een oude school of een oude kerk. We willen graag naar het zand toe.

212 Interviewster: Maar voorlopig zit je nog in deze kijkbungalow, je zei het al: je organiseert allerlei zaken, onder andere exposities bij je thuis, wie nodig je daarvoor uit?

Johan: Dat is tot nu toe eigenlijk op een hele organische manier gebeurd. Via connecties van de ene naar de ander, op een hele plezierige manier. Veel kun- stenaars bieden zich nu aan door de bekendheid die we hebben gekregen. We hebben een enorm aanbod en daar kunnen we uit selecteren en we hebben voor onszelf drie criteria bedacht. Het moet passen binnen de hele woonsfeer, wij kijken uiteindelijk zelf, we wonen er, dus we kijken daar toch zes tot zeven weken tegenaan. Het moet ook betaalbaar zijn vinden wij, kunst, vinden we, moet toegankelijk zijn voor een breed publiek. En wat trouwens leuk is, is dat de kunstenaars zelf hun prijzen bepalen, wij werken niet met provisies, wij zijn ook geen galerie, we zijn ook geen bedrijf. Er is verder ook niets te koop in de kijkbungalow, behalve de kunst van de kunstenaars. Dus bezoekers die kopen kunst eigenlijk uit het atelier. Dat is heel erg leuk. En het derde criterium, dat vinden we ook erg belangrijk: het moet eigenlijk ook wel klikken met de kunstenaar of kunstenares. En je bouwt een bepaald iets op, een proces, en dat is niet niks, want kunstenaars zijn kwetsbaar, hun hele hebben en houwen stel- len ze tentoon en ik weet hoe dat is voor kunstenaars, dat is heel emotioneel en ja, dat zijn ongeveer de criteria.

Interviewster: Momenteel zijn Willem Faas en Albert in ’t Veld bezig hun werk uit te stallen... Willem, een schilderij van Willem Faas is een Willem Faas, las ik ergens. Je werkt niet in een bepaalde stroming ter plaatse?

Willem: Nee, ik doe dat niet bewust, ik schilder gewoon zoals ik het voel zeg maar, en vooral de laatste tijd, dat ik met de gedichten van Albert ben geconfronteerd, werkt dat voor mij heel inspirerend. Dat doet mij wat, dat is heel typisch, het laat me ook niet los, wij zeggen dan wel ‘het kleeft aan je’ hè, snap je wel? En ik krijg gewoon zin om te schilderen. En met die sfeer van die gedichten ga je aan de gang.

213 Interviewster: Maar hoe zou je zelf je werk omschrijven?

Willem: Omschrijven... Ik werk dus met primaire kleuren, dat wil zeggen rood, geel en blauw, en complementaire, groen, oranje en violet. Zitten veel witte bij, wit is ook een specialiteit eigenlijk van me om daarmee te werken, om de kleuren er goed uit te kunnen laten komen. Die kleuren krijgen bij mij dus een bepaalde vorm. Die vormen zijn vaak tegengestelde vormen. Ik ga ervan uit, en Albert ook wel met zijn gedichten: het hele leven is een wet van verande- ringen. Alles verandert steeds. En steeds moet je zelf bijsturen om met die ver- anderingen mee te gaan. En de ene keer komt het verkeerd aan, de andere keer komt het je net weer uit. Tot je weer de verandering krijgt en dan ga je weer de andere kant op. Dus waar we eigenlijk naar snakken, is om tussen die tegenstel- lingen te staan, een bepaalde harmonie. Door middel van die kleuren dus, die primaire kleuren, de vormen, de lijnen, het hele spel met elkaar, probeer ik dus de harmonie evengoed in het schilderij te krijgen. Dus ik gebruik de tegenstel- lingen om een harmonie in mijn werk te krijgen. Dat is de bedoeling.

Interviewster: Je zei het al, dat je onder andere geïnspireerd wordt door de poëzie van Albert in ’t Veld, Albert, jij hebt hier wat gedichten ook liggen, zou je eens een gedicht van jezelf willen voorlezen?

Albert: Dat wil ik, dit gedicht is opgedragen aan Minerva, dat is de kijkbunga- low te Groningen: De vrouw, als muze van wetenschap, die in een kus en omarming de wonderen belicht van schoonheid, liefde en trouw in verharding. Haar waarheid van kun- nen is de handeling van onze wensen. Onze wensen is haar geloof in kijken naar nobel, edel werk. Zij draagt een erenaam, Minerva.

Interviewster: Albert, een gedicht van jouzelf, een bron van inspiratie voor Willem, wat vind jij van de schilderijen van Willem, herken je daar iets in?

Albert: De werveling vooral hè, dus de contrasten, wat-ie eigenlijk zelf al ver- telt, de contrasten van kleurstelling en de directe impulsen die erop liggen, dat vind ik vooral heel boeiend. En dat herken ik uiteraard ook in mijn eigen woordkeuze.

214 Interviewster: Je schildert zelf ook, heb jij zelf die combinatie dichten en schil- deren in je werk? Albert: Dat is heel wisselend, omdat ik niet alleen schilder, ik maak ook etsen, en dat heeft toch te maken met waar ik op dat moment het meeste mee aan het werk ben. Ik werk ook heel veel met staal. Ben ik met staal bezig, dan kan ik bijvoorbeeld geen gedichten schrijven, het is wel zo: als ik aan het schilderen ben, dan zit je veel dichter bij de poëzie. Dat is zachter op de een of andere manier, kleurrijker ook, en dat lukt me beter.

Interviewster: In de kijkbungalow staan ook neon-objecten van jou, wat drukken die uit?

Albert: Ja, ik vind dat altijd een beetje een moeilijk verhaal wat het uitdrukt, het is vooral vormgeving natuurlijk hè. Het is hele strakke vormgeving van staal, gelast, gezet, geponst vaak. En daar zit dan een hele vrijblijvende neon- buis soms doorheen gestoken, soms een krul, en vaak toegepast natuurlijk hè. Want neon is toegepast.

Interviewster: Deze tentoonstelling heeft de titel ‘Wederzijdse inspiratie’ staan, word jij nou op jouw beurt door Willem geïnspireerd?

Albert: Nou zeker, het enthousiasme dat Willem altijd heeft, de manier van praten, ik vind bijvoorbeeld met Willem wandelen altijd een feest. Ik hoor altijd heel veel over de natuur, hij ziet veel, weet het over te brengen en dat is natuurlijk inspirerend.

Interviewster: Het werk van Willem Faas en Albert in ’t Veld is tot 10 juni te zien in Kijkbungalow Minerva, en als u gewoon nieuwsgierig bent naar het huis van Johan Meijering, hij leidt u graag rond. De kijkbungalow is vandaag niet open, maar wel op werkdagen, van tien tot zes uur. Maar maakt u wel even van tevoren telefonisch een afspraak.

215

29. Zomerexpositie

Van 12 juni tot en met 31 juli 1993 exposeerden Tiny Bouter-Snijders uit Roodeschool (Gr), met keramiek, en Gijs van der Sleen uit Zuidhorn (Gr), met schilderijen, diverse technieken. De tentoonstelling werd geopend door Hans Zabel (kunstnetwerk) uit Borger (Dr), met muzikale omlijsting.

Tiny Bouter-Snijders

Het werk van keramiste Tiny Bouter - Snijders is sterk beïnvloed door het Groninger landschap met zijn dijken, doorgangen, ruimte, stilte en ruwheid van het omgeploegde land. Het vrije werk is opgebouwd uit plakken klei, gestookt op 1200 graden en voorzien van een laag zelfontwikkeld glazuur.

217 Gijs van der Sleen Onder de titel Schilder Gijs van der Sleen is een kijkje waard publiceerde het Nieuwsblad van het Noorden op vrijdag 11 juni 1993: “Je hebt een volle- dige baan in het pathologielaboratorium van het Martiniziekenhuis in de stad Groningen en in de weinige vrije tijd zit je hoofdzakelijk in je schildersatelier. En je maakt dan ook nog hele opvallende schilderijen. Ik heb het over Gijs van der Sleen, lid van de schildersbent De Ploeg, die zich een tijd heeft laten stimuleren door de bekende Haagse kunstschilder Frans Erkelens, maar nu op geheel eigen wijze fotografie, airbrushtechniek en olie- verftechnieken gebruikt in zijn werk. Stillevens en portretten maakt Van der Sleen en ik zocht hem dezer dagen op in zijn atelier. Hij sluit namelijk het expositieseizoen af bij Johan Meijering die – zoals bekend – zijn woonstee in de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk tot kijkbungalow met exposities en bin- nenhuisarchitectuurverrassingen ‘ombouwde’. Hans Zabel uit het Drentse Borger opent morgen Van der Sleens expositie, die tot 31 juli zal duren. ‘Alles goed en wel, ik verkoop aardig,’ vertelde Gijs van der Steen mij, ‘maar ik blijf in het Martiniziekenhuis werken. Ik heb de tijd en wil als schilder blijven groeien.’ Van der Sleen is mede geïnspireerd door de bekende Jofra. Hij omschrijft zijn werk als fantastisch realisme, een stijl waarin kunstenaars zich bezighouden met de magische, de allegorische en de in het teken van de droom staande realiteit. In een deel van zijn werk komen sprookjesachtige taferelen voor.”

218 Gijs van der Sleen in zijn atelier

219 Airbrush

220 Olieverf

221 222 RTV Noord

30.

Op 21 juli 1993 had ik samen met twee leden van de kunstcommissie Minerva, Gerrie Timmer (voorzitter) en Dora Velleman, een interview met Kirsten Klijnsma, in een rechtstreeks radio-uitzending van RTV Noord.

Kirsten: Johan, wat zit je nou op te schrijven?

Johan: Dat onze straat 350 meter lang is. Haha, ja dat heb ik vanmiddag nog even uitgemeten. Dat vond ik wel leuk, dat mensen die dus straks komen dus weten...

Kirsten:... hoe lang de straat is?

Johan: Hoe lang ze dus...

Kirsten:... moeten lopen voordat ze bij jou zijn?

Johan: Dus heen en terug is dat al 700 meter ja.

Kirsten: Ja, ja moet wel in goede conditie zijn hè?

Johan: Ja, inderdaad.

Kirsten: Goed, nou, ik vind het een ontzettend interessante mededeling, ik kan niet anders zeggen. Heb je ook nog geteld hoeveel huizen er in die straat staan?

Johan: Ja, er staan vijftig huizen.

Kirsten: Vijftig huizen.

Johan: Ja, en het woont er fantastisch.

223 Kirsten: Weten we dat ook weer. Dames, ook allemaal tevreden daar in de straat?

Gerrie en Dora: Jazeker.

Kirsten: Het is daar een prettig klimaat en een prettige wooncultuur?

Gerrie en Dora: Ja, ook.

Kirsten: Het is een cultuurprogramma namelijk, wooncultuur.

Gerrie en Dora: Ja, nee, sowieso.

Kirsten: Goed, nou, Johan, eerst weer even terug bij jou, want dat hadden we afgesproken. Je bent er heel officieel gezegd de geestelijke vader van. Dat klinkt een beetje erg zwaar allemaal. Je gaat er nog niet onder gebukt?

Johan: Nee, maar ik moet wel denken aan Bonifatius en Dokkum en dat soort dingen.

Kirsten: Ja...

Johan: Maar... Nee, dat is prima hoor.

Kirsten: De kijkbungalow Minerva, twee jaar geleden, eind september ge- opend. Officieel, met heel veel feestelijkheden en veel vertoon, veel gasten, reuzegezellig. Voor de mensen die het nog steeds niet weten, die nog steeds niet weten wat die kijkbungalow Minerva is, en wat het idee was. Even daar- naar terug.

Johan: Ja, samengevat is de kijkbungalow Minerva een gratis, onafhankelijk advies-, informatie- en ideeëncentrum. En bovendien is het ook een exposi- tieruimte. Wij organiseren ook permanente exposities.

Kirsten: Jij woont in die ruimte?

224 Johan: Ik woon daar samen met Marije Breeuwsma. Het is gewoon een privé- woning, het is een patiobungalow. Alles gelijkvloers, de woning is zeventien meter diep en heeft een binnentuin, zoals je gezien hebt gisteren. En die is helemaal in het glas, dus daar kijk je dwars doorheen. Er is heel veel licht, heel veel ruimte.

Kirsten: Die woning ziet er net zo uit als de andere woningen in de straat, aan de buitenkant.

Johan: Dat klopt.

Kirsten: Van binnen is die toch een beetje anders.

Johan: We hebben in overleg met de aannemer tijdens de bouw allerlei bouw- kundige veranderingen toegepast. En daar zijn we heel blij mee. En we laten eigenlijk zien dat je vanuit een standaardproject toch kunt komen tot een ei- genlijk hele andere individuele woonsfeer.

Kirsten: Dat wilde je niet alleen aan je vrienden, kennissen en familie laten zien en er jezelf prettig bij voelen, maar daar wilde je een groter publiek deel- genoot van maken.

Johan: Ja, er is niets bij ons geheim, alle ideeën, alles wat toegepast is dat gaan we vertellen aan de mensen en we hopen, en dat gebeurt ook, dat mensen daar allerlei ideeën weghalen en in hun eigen situatie kunnen toepassen.

Kirsten: Alles wat er in het huis aanwezig is en is aangelegd, is bedacht en heel goed doordacht?

Johan: Ja, ik moet wel zeggen dat er... We zijn zelf twee jaar in voorbereiding geweest voordat we het huis betrokken en er hebben drie architecten aan mee- gewerkt. De architect die het huis ontworpen heeft, een binnenhuisarchitect, Sip Hofstede uit Groningen, en de tuinarchitect. En die hebben ook samen- gewerkt. En wat heel bijzonder is, er hebben ook zes beeldend kunstenaars aan meegewerkt, die permanente werken hebben gemaakt in overleg met ons,

225 dus dat is een onderdeel van het hele interieurgebeuren, zowel binnen als bui- ten. En verder hebben er ongeveer honderd participanten aan meegewerkt. En eigenlijk vertolken we een heel creatief gebeuren namens ontzettend veel mensen.

Kirsten: Het huis moest een soort ontmoetingsplaats worden?

Johan: Ja, dat is het ook geworden, moet ik zeggen. Zelf ervaren we het een beetje als een soort sociaal cultureel centrumpje, om het zo maar te noemen.

Kirsten: Dat was een droom van je?

Johan: Ja, nog steeds en die is meer dan uitgekomen. Boven verwachting zelfs.

Kirsten: Ja, de bedoeling was dat zoveel mogelijk mensen daar deelgenoot van konden zijn, ideeën konden opdoen, zowel wat inrichting betreft, allerlei snufjes die je in je huis kan toepassen, als hoe je je tuin kan inrichten, een daktuin, die heb ik trouwens nog nooit gezien, of is die er nooit gekomen?

Johan: Nou, we hebben wel een lift daar staan. We kunnen mensen naar bo- ven schieten, elektrisch, alleen de inrichting van het dakgebeuren daar was het budget niet toereikend voor, dus dat hebben we op een laag pitje gezet en misschien komt het er nog een keer van.

Kirsten: Ja, want ik zat ernaar te kijken, ik was alle papieren nog eens aan het doorneuzen, en toen dacht ik: die daktuin, dat is toch iets wat ik gemist heb kennelijk laatst toen ik bij je was, maar goed.

Johan: Akkoord.

Kirsten: Dat is dus bij dezen uitgelegd. Mensen zijn ook in groten getale ge- komen?

Johan: Dat kun je wel zeggen, ja. Ja, het is ongelooflijk. Ik heb het eerste jaar bijna vierduizend mensen op bezoek gehad. En dat komt denk ik ook door

226 de enorme publiciteit die we gekregen hebben. Het project is een landelijke primeur. Het is ook absoluut nergens mee vergelijkbaar. Je hebt bijvoorbeeld in Rotterdam een kubuswoning. En daar kun je in, maar daar ben je in tien minuten weer uit.

Kirsten: Daar wonen ook geen mensen in?

Johan: Daar wonen geen mensen in, je krijgt er geen uitleg bij. Is wel heel bijzonder. Je koopt er gewoon een kaartje, net zoals in een museum. Verder heb je natuurlijk een ‘huis van de toekomst’ in Rosmalen. Heel commercieel opgezet project. Maar ja, een project als dit is gewoon uit het hart ontstaan en door een omstandigheid. En voor mij is dit een vrijwilligersbaan.

Kirsten: Het is ook een non-profitproject hè?

Johan: Ja, absoluut.

Kirsten: Ik bedoel, mensen mogen eraan ruiken, mogen ervan genieten, mo- gen er dingen uithalen om thuis toe te passen. Maar verder, nou ja, de kunste- naars die bij jou exposeren en eventueel verkopen, die houden er echt wat aan over. En misschien de mensen die de ideeën geleverd hebben voor het huis.

Johan: Nou, vooral de contacten die ontstaan tussen mensen. Tussen bezoe- kers onderling, tussen bedrijven en bezoekers, tussen kunstenaars en bezoekers enzovoorts, dus als wij ook exposities hebben, dan wordt dat ook duidelijk meegegeven, de achtergrond van de kunstenaars, waar ze wonen, waar ze hun atelier hebben, hoe ze bereikbaar zijn en we hopen dus dat er een beweging ontstaat en waarbij wij als een soort intermediair fungeren.

Kirsten: Ja, jij zegt nou: “We hopen dat er een beweging ontstaat”, dat deed je ook twee jaar geleden toen we erover praatten, maar is die beweging ontstaan?

Johan: Nou, ik zeg het wat voorzichtig, maar er is op alle fronten een bewe- ging ontstaan...

227 Kirsten: Een soort kruisbestuiving ook?

Johan: Zou je zo kunnen noemen ja, ja, dat is heel mooi gezegd. Maar een voorbeeld is dat er inmiddels vijf mensen aan dit project een baan hebben overgehouden, omdat wij toevallig wisten dat er vacatures bestonden bij be- paalde relaties. En dan kom je aan de praat, kijk, mensen zijn twee en een half uur bij ons te gast en zijn soms dan niet weg te branden, omdat er toch een bepaalde sfeer ontstaat. En in die sfeer ontstaan ook persoonlijke dingen, per- soonlijke gesprekken. En dan krijg je weleens te horen dat iemand een goeie opleiding heeft, en helaas door omstandigheden geen werk heeft...

Kirsten: Dat is tegenwoordig niet zo...

Johan: En op dat moment heb je net ’s morgens gehoord van een relatie dat er weer een vacature is daar en daar.

Kirsten: Zo werkt het gewoon...

Johan: En dat ga je koppelen, belangeloos, en dat is ontzettend leuk.

Kirsten: Ja, zeg, heb je nou nooit één moment gehad in die afgelopen paar jaar dat je dacht van: ik baal als een stekker van al dat volk dat maar door mijn huis heen komt?

Johan: Nee, nee, zelf persoonlijk absoluut niet, het gekke is, het geeft zoveel energie, het kost ook veel energie, maar er ontstaan zoveel dingen uit en ik sta daar ook volledig open voor en ik heb zelf nu het gevoel: ik moet me absoluut indammen en gaan remmen, want het wordt steeds gekker en ik hou dus van uitdagingen en iedere keer ontstaan er uit dit gebeuren...

Kirsten:... weer nieuwe dingen?

Johan: Weer nieuwe dingen en dat is natuurlijk waanzinnig dat je vanuit een woning zoveel dingen kunt doen, want onze woning is ook een theater af en toe. We hebben optredens gehad onder meer van Willem de Ridder, bekend

228 van radio en tv, in onze patio, vorig jaar, tijdens het eenjarig bestaan. Ik moet zeggen, dat was een enorm feest, er zijn toch vijfhonderd mensen op bezoek geweest, op een vrijdagavond en op een zaterdag. Met dank en steun van de hele buurt, want ja, dat gaf dan wel overlast, ook in verband met de auto’s en parkeren, maar die medewerking kregen we gelukkig. En als dat niet het geval was, hadden we dit nooit kunnen realiseren.

Kirsten: Maar het antwoord op mijn vraag is dus eigenlijk nee, jij baalde nooit als een stekker?

Johan: Nee, nee, in tegendeel.

Kirsten: Maar jouw huisgenoot werd het af en toe wel een beetje te veel, wat ik me ontzettend goed kan voorstellen, kijk want de één leeft daarvan en de ander denkt: ik vind het eigenlijk wel leuk geweest nu. Altijd alles netjes, altijd alles keurig opgeruimd, want er komen altijd andere mensen in je huis.

Johan: Dat klopt, we zijn samen ook eigenaar, we hebben samen ook goed doorgepraat van te voren of we dit zouden doen en onder wat voor condities. En we hebben toen gezegd: “We doen dit voor twee jaar. Dan gaan we samen evalueren.” En dat doen we ook, we trekken ons binnenkort terug, langdurig gaan we met vakantie, dat hebben we vorig jaar niet gedaan. Dan gaat het antwoordapparaat er een tijdje op...

Kirsten: En dan gaan jullie evalueren?

Johan: En dan... Maar het principebesluit staat vast, we gaan door. Wel onder een bepaalde noemer.

Kirsten: Ja, want dat was mijn volgende vraag, wat doen jullie? Eind septem- ber weer een opening van een nieuwe tentoonstelling, is dat dan tevens de afsluiting van het project of ga je door?

Johan: Ja, we hebben besloten dat we het project dus continueren. En dat we formeel eigenlijk wel afsluiten, we hebben... Ja, bepaalde verplichtingen zijn

229 we aangegaan naar participanten, voor twee jaar, dus dat stuk sluiten we af op 25 september. En we gaan zeg maar vrijwillig gaan we door omdat het zo leuk is, en wat exposities betreft, die hebben we nu om de zes weken. Dat doen we dan twee keer in het jaar, bijvoorbeeld met het voorjaar en najaar.

Kirsten: Dus jullie gaan door, maar alleen op een wat bescheidener manier?

Johan: Ja, wat betreft de kijkbungalow gaat het normaal door, mensen kun- nen blijven komen, maar wel op afspraak. Dat is een voorwaarde. Wij moeten daar een morgen of een middag voor uittrekken. En het expositieonderdeel dat vergt heel veel tijd en heel veel voorbereiding, dat is ook waanzinnig leuk hoor, moet ik zeggen. Want je komt natuurlijk ook overal op atelierbezoek. Maar dat gaan we dus op een lager pitje brengen.

Kirsten: Goed, we praten zo even door, ik wou eventjes... We hadden het over een huis, en jij voelt je lekker in je huis, nou, de mensen die het volgende liedje zingen ook. We gaan luisteren naar ‘Our house is a very, very, very fine house’ van Crosby, Stills, Nash and Young.

Johan: Aan tafel zitten een aantal dames die deel uitmaken van de kunstcom- missie Minerva: Gerrie Timmer, de voorzitter, Dora Velleman, de vicevoor- zitter die in eerste instantie als woordvoerster optreed, en Grietje Kooistra, die gewoon een luisterend oor biedt hier aan tafel. Dora?

Dora: Ja?

Kirsten: De kunstcommissie Minerva is veertien dagen geleden ontstaan tij- dens een buurtvergadering?

Dora: Ja, dat klopt, wij hebben als straat een belangenvereniging opgericht op het moment dat de huizen klaar waren. En op de laatste vergadering voor de vakantie is dit ontstaan, dus heel kort, heel snel zijn we nu ook bezig om alles goed te laten verlopen. En we staan allemaal voor de vakantie dus we hebben allemaal een beetje een druk achter ons dat het allemaal moet en...

230 Kirsten: Kortetermijnwerk hè?

Dora: Kortetermijnwerk, ja.

Kirsten: Ja, die kunstcommissie Minerva is in het leven geroepen voor een een- malig gebeuren, een huis-aan-huistentoonstelling, in de Jan van der Zeestraat.

Dora: Ja, dat klopt. Je had het net al over het enthousiasme van Johan Meijering. Nou, dat is in die twee jaar natuurlijk ook op ons overgeslagen, hij heeft ons altijd heel enthousiast meegetrokken in de zaken die hij tentoonstelde. En ja, op een gegeven moment... Zijn woning bestaat dus twee jaar en dit jaar vieren ook de Ploegleden hun 75-jarig bestaan en toen dachten wij als straatvereni- ging: goh, wat is het niet leuk om dat samen aan elkaar te koppelen en daaraan mee te werken.

Kirsten: Bovendien wonen jullie allemaal, of wonen jullie in de straat van een ex-Ploeglid, hè?

Dora: Ja, dat klopt ja.

Kirsten: Of van een Ploeglid, Jan van der Zee, en nog niet zo verschrikkelijk lang geleden overleden, een paar jaar geleden overleden, en de hele buurt be- staat uit straten die genoemd zijn, of vernoemd zijn naar Ploegleden.

Dora: Ja, het plan Minerva, zoals dat bij ons in Hoogkerk genoemd wordt, bestaat dus uit Ploegleden, de straatnamen.

Kirsten: Vertel eens, die huis-aan-huistentoonstelling die dus te maken heeft met 75 jaar Ploeg en twee jaar kijkbungalow Minerva, hoe gaat dat eruitzien? Wat is de bedoeling?

Dora: De bedoeling is als volgt. Op een zaterdag, op diezelfde zaterdag dat Johan zijn tweejarig bestaan viert, is het de bedoeling dat de woningen in de Jan van der Zeestraat geopend zijn voor een expositie, van ’s middags twee tot ’s middags vijf uur, en dan komen er in alle woningen, of bijna alle wonin-

231 gen, schilderijen te hangen van de Ploegleden. De overleden Ploegleden. Daar hebben wij inmiddels al ontzettend veel schilderijen voor gekregen om daar neer te gaan hangen, die komen uit particulier bezit. Mensen zijn ontzettend enthousiast als we ze vertellen van ons idee. Dus die schilderijen die komen er.

Kirsten: Iedereen wil het ook? Iedereen wil zijn huis openstellen? Want dat is natuurlijk nogal wat.

Dora: Ja, het is... Ja, mensen moeten vaak wel even nadenken. Maar dan zijn ze zo enthousiast en zeggen ‘nee, daar doen we aan mee’. Niet iedereen doet er aan mee, maar er zijn ook mensen die doodgewoon niet aanwezig zijn of al andere plannen hadden voor dat weekend. Het is ook heel kort, dus nee, niet iedereen, maar toch wel heel veel.

Kirsten: Het grootste deel van de straat doet mee?

Dora: Ja!

Kirsten: En dat is uniek, het is nog nooit vertoond geloof ik? Althans niet op die manier.

Dora: Nee, zeker niet.

Kirsten: Nee, het grootste gedeelte van de werken, de Ploegwerken, dat krij- gen jullie bij elkaar? Dat lukt wel allemaal? Waar halen jullie ze vandaan?

Dora: Ja, nou, kijk, dat is iets voor Gerrie, denk ik.

Gerrie: Er zijn een aantal particulieren die daar heel enthousiast op hebben gereageerd, die ook direct spontaan hun werk afstaan. Het is wel heel goed verzekerd al door ons en er komt een erkend verhuisbedrijf om het op te halen, dat is ook allemaal verzekerd. En dan zijn mensen toch heel snel bereid om hun werk af te staan voor één of twee dagen, dat weten we nog niet precies.

232 Kirsten: Ja, goed, werk van Ploegleden in de huizen bij de mensen in de Jan van der Zeestraat, niet in alle huizen, maar praktisch alle huizen, dus een huis-aan-huistentoonstelling van De Groninger Ploeg, dat is niet het enige wat er gebeurt, want in de huizen kunnen de mensen dan gaan kijken, maar op straat, in de straat gebeurt ook van alles.

Gerrie: Ja, het is onze bedoeling om van de hele straat, ja één grote kunstma- nifestatie te maken. In de straat komen stalletjes met overkappingen en daar kunnen andere kunstenaars hun werk tentoonstellen. Dat kunnen schilders zijn of beeldend kunstenaars, dat maakt ons in die zin niet zoveel uit, indien ze maar professioneel bezig zijn met kunst. Er is natuurlijk ook een eettentje, want als je daar ’s middags bent van twee tot vijf, dan lust je ook wel wat lek- kers. Verder, we zijn nog maar kort bezig dus het kan best zijn dat in... als iedereen weer terug is van vakantie, dat er nog meer ideeën ontstaan, ja, we weten het nog niet.

Kirsten: Er kan van alles nog gebeuren.

233

Omroep Flevoland

31.

Op 22 september 1993 had ik een interview met Marc van Amstel, in een rechtstreekse radio-uitzending van Omroep Flevoland.

Onderwerp: viering tweejarig bestaan Kijkbungalow Minerva met de Ploegmanifestatie

Marc: Johan, goedemorgen.

Johan: Goedemorgen, Mark.

Marc: Eerst even iets voor de luisteraars die jou niet eerder in de uitzending hebben gehoord, je bent weleens eerder te gast geweest via de telefoon in de Status Aparte, wat is dat, een kijkbungalow?

Johan: De kijkbungalow is een privéwoning van mijn vriendin Marije Breeuwsma en mijzelf. En we hebben twee jaar geleden besloten om deze patiobungalow open te stellen voor publiek, ik hou daar rondleidingen. En dagelijks, dat duurt ongeveer twee en een half uur. Het is gratis en samengevat is het een onafhankelijk advies-, informatie- en ideeëncentrum.

Marc: Kijk.

Johan: En bovendien een expositieruimte voor beeldend kunstenaars.

Marc: Ik vind het wat hoor, dat je al die mensen zomaar in je privédomeinen toelaat. Want we mogen ook lekker bij jullie in de slaapkamer kijken hè?

Johan: Ook dat.

Marc: Ja, en die slaapkamer is tevens badkamer, dat is heel mooi trouwens hè. Maar daar hebben we het al eerder over gehad, jullie hebben nu een hele bij- zondere expositie vanaf zaterdag, jullie hebben ter gelegenheid van het 75-ja-

235 rig bestaan van de kunstenaarsvereniging De Ploeg een expositie waaraan alle bewoners van jouw straat meedoen. Eerst even over die kunstenaarsvereni- ging, wat was dat voor club of wat is het voor club?

Johan: De kunstkring De Ploeg is eigenlijk een begrip in het Noorden, ja, het is een groep kunstenaars geweest die nogal revolutionair bezig zijn geweest destijds...

Marc: Allemaal schilderijen waar wij niks van begrijpen?

Johan: Ja, een beetje uit onvrede destijds. En een van de kenmerken is dat het heel kleurrijk, knallend werk is. De rillingen die gaan je over het lijf als je het ziet, het is echt heel mooi. En die zijn nationaal maar ook internationaal be- kend geworden en die vereniging, die kunstkring, die bestaat nog steeds, en die bestaat 75 jaar en wij hebben besloten om ter gelegenheid van dat 75-jarig bestaan en het feit dat wij twee jaar bestaan en het feit dat wij in de Ploegbuurt wonen, namen van bekende schilders uit de vroegere periode...

Marc: Ja, Van der Zee hè, jij woont in die straat.

Johan: Jan van der Zee is er één van, en dan Jan Altink, Wobbe Alkema, Werkman niet te vergeten, heel bekend. Johan Dijkstra, Job Hansen, Jan Jordens, George Martins, Ben Walrecht, nou, dat soort mensen.

Marc: Ja, en je vriendin en jij zijn zo aardig dus om jullie huis bijna dagelijks open te stellen, en ik ben bij je geweest, jullie hebben een prachtige woning. Die zou niet misstaan in de Almeerse wijk, de BouwRAI, in de filmwijk of de muziekwijk.

Johan: Dankjewel...

Marc: En die woning is ook prachtig ingericht overigens, en zeker voor de liefhebbers van moderne inrichting, maar het leuke is, Johan, vind ik, dat jij alle andere bewoners van jouw straat zover hebt gekregen dat ze dus vanaf komende zaterdag ook hun deuren openzetten voor het publiek.

236 Johan: Ja, dat klopt...

Marc: Hoe krijg je mensen in godsnaam zover?

Johan: Ja, ik noem het zelf dat er een soort onzichtbare wave ontstaan is. Het is een en al enthousiasme en een soort olievlek, een golfbeweging, en die is niet meer te stuiten. We hebben dit in juli pas bedacht op een bewonersvergade- ring van alle eigenaren, en toen dat voorgesteld, dat idee ontstond plotseling bij een rondvraag en we hebben dat voorgelegd en ja, binnen een week had- den we geïnventariseerd en toen hadden we besloten van ‘doet 50% of meer mee, dan doen we het’, en dat is dan vlak voor de vakantie en dat wordt een ongekende happening, we verwachten...

Marc: Ja, het is voor Nederland uniek, maar in Vlaanderen was het al eerder gepresteerd hè? In Gent had je die manifestatie waar iedereen bij iedereen kon binnenkijken.

Johan: Ja, ik weet daar niet het fijne van, of daar ook de mensen de huizen konden...

Marc: Jaaa... Ja, want ik heb het zelf gedaan.

Johan: Kijk eens aan.

Marc: Ja, en ik ben een beetje een Vlaming, dus ik weet dat. Maar nu gaat het in Groningen gebeuren, het leuke is ook dat jullie dus ook kunst hebben tentoongesteld in die woningen van de mensen bij jou in de straat hè?

Johan: Ja, we hebben 97 werken kunnen bemachtigen voor één middag en dat komt allemaal uit particulier bezit, dus dat houdt ook in dat het nog nooit ten- toongesteld is. Het zijn hele kostbare werken, er komt bijna voor een miljoen hier te hangen.

Marc: Nou nou nou...

237 Johan: En dat zijn ook veel werken die nog nooit vertoond zijn of eigenlijk nog nooit vertoond in een expositie. En we hebben de woningen een bepaalde naam gegeven. Zo hebben we het Jan Altinkhuis, het Wobbe Alkemahuis, het Jan van der Zeehuis, het J. Dijkstrahuis, het Werkmanhuis enzovoort. En het is slechts één middag en ja, alles staat hier op zijn kop. Televisie komt er ook bij, de NOS, het is allemaal prachtig en we houden er rekening mee dat hier duizenden mensen op af zullen komen.

Marc: Ja.

Johan: En de straat, de hele straat wordt afgezet, autovrij gemaakt, en er ko- men ook nog eens tientallen artiesten uit binnen- en buitenland, die komen hiernaartoe om op te treden. Dus de bedoeling is dat het één grote creatieve situatie wordt...

Marc: Ja, een unieke gebeurtenis zou je kunnen zeggen hè?

Johan: Ja, de mensen kunnen vier elementen bekijken, op één middag. Dat is de kijkbungalow zelf van twaalf uur tot twee uur. Daar hebben we drie expo- sities van onder meer Annemarie de Groot, een bekend huidig Ploeglid, heel mooi werk. We hebben Winneth Salah uit Markeloo en iemand uit het wes- ten, Henri de Bruin, met – die is beeldhouwer – met prachtige sculpturen...

Marc: Ja...

Johan: En om twee uur komt de heer Vonhoff, die komt de manifestatie ope- nen.

Marc: Dat is de gouverneur van Groningen hè, dat is die wat gezette man die ook geloof ik aan kunst doet. Hij is in ieder geval wel geïnteresseerd. Ik moet het hierbij een beetje laten in verband met de tijd. Nog even, het is dus allemaal komende zaterdag hè? Bij jullie in de Jan van der Zeestraat in de Groningse wijk Hoogkerk. Vroeger was dat een aparte plaats en iedereen is welkom.

238 Johan: Jazeker, hartelijk welkom en het is gratis en het is ongekend. Mensen kunnen ontzettend genieten van prachtige dingen.

Marc: Vanaf hoe laat zijn de mensen welkom?

Johan: Vanaf halftwaalf voor de kijkbungalow en dan loopt het, de hele mani- festatie, door tot vijf uur ’s middags.

Marc: Mooi zo, Johan, ik wens jullie een hele fijne dag en ik hoop dat het begunstigd wordt door prachtig najaarsweer.

Johan: Absoluut, dankjewel.

Marc: Dank je voor dit gesprek.

239

RTV Noord

32.

Op 24 september 1993 had ik samen met Gerrie Timmer, voorzitter van de kunstcommissie Minerva, een interview met Kirsten Klijnsma, in een recht- streeks radio-uitzending van RTV Noord.

Onderwerp: viering tweejarig bestaan kijkbungalow Minerva en Ploeg­ manifestatie in dertig huizen.

Kirsten: Gerrie Timmer en Johan Meijering, goedemorgen. Jullie wonen al- lebei in de Jan van der Zeestraat in Groningen, en daar gaat het werkelijk helemaal uit z’n bol morgen hè?

Johan: Ja, de vlam is in de pan gegaan.

Kirsten: Ja, de vlam is in de pan gegaan, en in welke pan? In een Ploegpan, haha!

Johan: Ja, ja, ik noem het ook wel een onzichtbare wave.

Kirsten: Ja...

Johan: Een soort golfbeweging.

Kirsten: Groningen staat een beetje in het teken van De Ploeg. 75 jaar De Ploeg. Er wordt van alles georganiseerd in Warffum, oude en nieuwe Ploegleden door elkaar in het CBK hier in Groningen, het centrum voor beeldende kunst. De nieuwe Ploegleden, de mensen die nu nog lid zijn van De Ploeg en daar schilderen en tekenen. En jullie hebben ook in het kader van ‘De Ploeg 75 jaar’ een tentoonstelling georganiseerd bij jullie in de buurt, in de straat, bij de mensen thuis. Een heel onalledaags gegeven. Ploegleden die allemaal overle- den zijn, want dat is de keuze die jullie hebben gemaakt.

241 Johan: Dat klopt, we hebben dertien schilders, en jij kunt misschien even over ze vertellen.

Kirsten: Gerrie is als een gek bezig geweest om die dertien schilders, althans werken van die dertien schilders, boven tafel te krijgen en die hangen nou bij jullie, bij de bewoners...

Gerrie: Die komen vanmiddag en vanavond er te hangen, we moeten ze al- lemaal nog verdelen, we hebben afgelopen zondag tot diep in de nacht een verdeling gemaakt in welke huizen welke werken komen te hangen. En we hebben dus een De Vrieshuis, een Wiegershuis, een Werkmanhuis, nog een De Vrieshuis, een Jan van der Zeehuis, een Jordenshuis, een Alkemahuis, en ga zo maar door.

Kirsten: Was het moeilijk om die werken boven tafel te krijgen? Want van de geordende instanties, ik kan zo gauw niet een beter woord bedenken, hebben jullie wat tegenwerking gekregen?

Gerrie: Ja, niet veel, of vrijwel helemaal geen medewerking. We hebben van veel particulieren gekregen, dat ging toch vrij snel, als mensen weten dat het goed verzekerd is, dan geven ze toch wel snel hun werk af. En ook van de stichting Canticleer hebben we werken gekregen, meneer De Haan was ook erg bereidwillig. Mensen zijn toch inderdaad wel heel snel bereid om kleurrijk werk af te staan. Dat ook haast nooit te zien is geweest, dus wat dat betreft is het wel heel origineel.

Kirsten: Het is dus voor een groot deel uit particulier bezit?

Gerrie Ja...

Kirsten: En het hangt bij particulieren in huis...

Gerrie: In huis, ja.

242 Kirsten: De straten, er is iets moois ontstaan in de Jan van der Zeestraat door dit te organiseren hè Johan?

Johan: Ja, ik zei net al, de vlam is in de pan gegaan en het is echt ongekend wat er aan de gang is. Onze straat bestaat al een paar jaar, tenminste, een gedeelte ervan. En hij is nog niet helemaal klaar, er wordt nog gebouwd. Maar ook het nieuwe gedeelte, het tweede gedeelte, dat net klaar is: mensen kennen elkaar niet en nu is het eigenlijk, zou ik zeggen, één grote kunstfamilie geworden.

Kirsten: Ja, ja...

Johan: En het is fantastisch, ja...

Kirsten: Het is een eenmalig, eendaags gebeuren hè?

Johan: Ja, slechts één middag...

Gerrie: Drie uur...

Johan: En het is ook niet voor herhaling vatbaar. En het is ook in Nederland nog niet voorgekomen, dus het is een landelijke primeur, vandaar ook dat er erg veel publiciteit is. En wat ook leuk is, er zijn ook werken bij van de wat onbekendere Ploegschilders.

Kirsten: Ja, Melgers...

Johan: Melgers, Van der Baan, Jordens is wel bekend, Walrecht...

Kirsten: Nou hebben jullie, toen jullie dit allemaal op de rails zetten hè, toen het idee ontstond en jullie als een gek aan de gang zijn gegaan, bedacht van... Op zichzelf is het natuurlijk heel uniek om een tentoonstelling bij mensen thuis te organiseren, dat je van het ene huis het andere huis in wandelt om werken te kunnen bekijken, dat is al heel uniek. Maar toen dachten jullie: we moeten dat unieke ook maar extra feestelijk en extra leuk maken, opdat nie- mand het maar ooit zal vergeten hè. Want het is niet het enige wat er gebeurt.

243 Johan: Ja, de bedoeling is... Er zijn... Het is eigenlijk van de gekke hoor, alles staat werkelijk op zijn kop. We beschouwen de hele straat in dit geval als mu- seum, met drie toegangspoorten. Het leuke is dat het gratis is, mensen krijgen bij aankomst een plattegrond en wat huisregels, we hopen dat iedereen onze gastvrijheid zal respecteren. Maar het is natuurlijk te gek dat je niet hoeft te betalen voor een uniek museum, met prachtige werken, de rillingen die krijg je over je lijf als je de werken ziet, er zijn onder meer 36 kleurrijke olieverf- schilderijen, fantastisch om te zien, maar los daarvan hebben we in een korte tijd, één middag, geprobeerd dat er voor iedereen ongekend veel te zien en te horen is. Het houdt in dat er vijf onderdelen zijn van de manifestatie, het begint om twaalf uur. Eigenlijk al om halftwaalf, met een serenade van het Groningse Salonorkest voor de kijkbungalow Minerva. Om twaalf uur wordt daar de opening gedaan door de directeur van de Academie Minerva.

Kirsten: Ja, want de kijkbungalow Minerva bestaat dan ook twee jaar en daar is dan ook weer een speciale expositie in de kijkbungalow voor ingericht?

Johan: Ja, het is ter gelegenheid van die twee feiten, het tweejarig bestaan van de kijkbungalow en het 75-jarig bestaan van de kunstkring...

Kirsten: Ja, die heb je gekoppeld?

Johan: Die hebben we gekoppeld, en we wonen in de Ploegbuurt, dus dat...

Kirsten: Ja, dat weten we nu al, we willen even weten wat er verder gebeurt...

Johan: Nou, en om twee uur... In de kijkbungalow zijn drie exposities, van Annemarie de Groot, Winneth Salah en Henri de Bruin. Om twee uur komt onze commissaris van de koningin en die zal de kunstmanifestatie openen. Dat houdt in, in 27 woningen kunnen mensen in en uit tussen twee en vijf uur. Dat is heel kort om dat te realiseren, dus het is aan te raden dat mensen daar op tijd komen...

Kirsten: Ja...

244 Johan: Verder zal op straat – de straat is Bunne, die loopt dwars door het mu- seum heen – daar zullen tientallen artiesten optreden, uit binnen- en buiten- land. En verder, in de zijstraat van de Jan van der Zeestraat daar staan vijftien professionele kunstenaars uit de noordelijke provincies, ook met een expositie. Dat zijn trouwens verkoopexposities...

Kirsten: Jaja...

Johan: En tot slot mondt het uit in een grote happening ’s avonds voor alle bewoners en vrijwilligers en medewerkers, 150 mensen die zullen daar geza- menlijk gaan eten. En met muziek zullen we dit evenement...

Kirsten:... afsluiten, ja...

Johan: Ik hoop dat we tot in de late uurtjes na kunnen genieten.

Kirsten: Ja, het is... We zitten hier een beetje naar een wand in de studio van Radio Noord te kijken, want er hangt een hele grote plattegrond van de Jan van der Zeestraat, waar op is aangegeven in welke huizen de kunst is te be- zichtigen, waar de kunstmarkt precies is, waar de muziek is en waar mensen kunnen parkeren. Ik wou het gaan afronden, het is maar heel kort, dat moeten de mensen goed weten. Om twee uur opent commissaris van de koningin Vonhoff het. Het duurt tot vijf uur dus in drie uur moet het gebeuren, verder het randgebeuren, nou dat sijpelt misschien nog een tijdje door, als mensen naar de opening willen van de kijkbungalow, om twaalf uur zijn ze welkom...

Johan: Ja, van harte welkom...

Kirsten: Dat is dus om twaalf uur. Maar die auto’s hè, jullie hopen natuurlijk dat mensen in groten getale naar de Jan van der Zeestraat komen, dat jullie heel goed je zult realiseren dat je het absoluut niet voor niks hebt gedaan, Gerrie, die auto’s, wat... Hoe hebben jullie dat geregeld?

Gerrie: Er is langs de Roderwolderdijk parkeergelegenheid, er staan op drie plaatsen parkeerjongens die de mensen zullen verwijzen. We hopen dat we

245 ook bij de carpoolplaats, aan het einde van de snelweg, bij de oprit of afrit van de snelweg, dat we daar auto’s kwijt kunnen. En voor de rest geeft het wat overlast, denk ik, in de Ploegbuurt, maar we hopen dat de mensen ons dat vergeven.

Kirsten: Ja, en jullie hebben drie plekken waar de mensen de buurt in kunnen?

Gerrie: Ja...

Kirsten: Maar dat merken de mensen vanzelf wel?

Gerrie: Dat staat aangegeven en daar staan ook jongens om de mensen te ver- wijzen.

Kirsten: Ja, vanuit de stad gaan de mensen richting Drachten hè?

Gerrie: Ja en dan neem je de afslag Hoogkerk en daar heb je dus direct de carpoolplaats waar mensen al hun auto beter neer kunnen zetten.

Kirsten: En dan wijst het zich vanzelf...

Gerrie: Precies.

Kirsten: De Jan van der Zeestraat, bol van de activiteiten, één groot levens- museum, tussen twee en vijf uur, u kunt er al eerder naartoe als u de opening van de tentoonstelling in Kijkbungalow Minerva wilt meemaken, die begint om twaalf uur. Jongens, ik wens jullie een onvergetelijke dag toe. Nog even, als u iets wilt vragen aan mensen van de organisatie, die zijn herkenbaar aan een button hè.

Johan: Dat klopt...

Kirsten: En iedereen krijgt een briefje uitgereikt met de plattegrond en de huisregels, en dat is heel belangrijk, want die moeten de mensen echt goed lezen.

246 Gerrie: Inderdaad.

Kirsten: Want je komt bij iedereen zomaar de deur binnen...

Gerrie: Thuis...

Kirsten: Dus daar moet je wel een klein beetje rekening mee houden.

Gerrie: Inderdaad.

Johan: Mag ik nog één ding zeggen?

Kirsten: Eén ding, Johan. Want dan moet ik je echt de mond snoeren.

Johan: Al die mensen die om wat voor reden dan ook – omdat ze ziek zijn bijvoorbeeld – het niet kunnen bijwonen, die kunnen dinsdag aanstaande, 28 september, voor de buis gaan zitten, voor Nederland 3 om twintig over zeven, ’s avonds dus. Van Gewest tot Gewest zal de hele happening filmen, en er zal er een reportage over uitgezonden worden.

Kirsten: Dinsdag...

Johan: Aanstaande dinsdag, 28 september, om twintig over zeven.

Kirsten: Van Gewest tot Gewest, wij zitten voor de buis.

Johan: En iedereen is van harte welkom.

Kirsten: Oké, dank jullie wel.

247

33. Kunstcommissie Minerva Hoogkerk

Evenals op 25 en 26 september 1992 bij het eenjarig bestaan, wilde ik het tweejarig bestaan van de kijkbungalow met een feestelijk programma vieren. In ieder geval weer met een mooie en gevarieerde expositie. Hiervoor had ik in het begin van dit jaar vier kunstenaars benaderd, die graag bereid waren te exposeren en op de opening aanwezig wilden zijn. Deze was gepland op zater- dag 25 september 1993. Door alle ervaringen in de loop der tijd, had ik inmid- dels geleerd om kunstenaars, zeker die met naamsbekendheid, ruimschoots van tevoren te benaderen. Sommigen hadden mij verteld dat ze wel twee jaar van tevoren geboekt worden voor exposities en dat veel van hun werk door- lopend onderweg is en verhuist van de ene expositieruimte naar de andere.

Behalve een expositie wilde ik weer iets bijzonders organiseren. Aan het begin van de zomerperiode had ik hierover nog geen idee, maar ik maakte me daar- over geen zorgen. De activiteiten in de kijkbungalow liepen haast als vanzelf, op een organische manier. Vaak op het laatste moment dienden zich leuke ideeën aan.

Het project Kijkbungalow was opgezet voor de duur van twee jaar. Dit was met alle participanten besproken. Deze periode was echter omgevlogen. In overleg met mijn partner had ik inmiddels besloten om het project in ieder geval nog met een jaar te verlengen en dit na 25 september 1993 publiekelijk bekend te maken.

Kort voor de zomervakantie van 1993 hadden wij op 5 juli 1993 voor de twee keer een vergadering met bewoners van de Jan van der Zeestraat. Wij hadden geen vereniging of stichting, maar vonden het belangrijk om elkaar af en toe te ontmoeten en nader kennis te maken in een prille, nieuwe wijk. Er was door de initiatiefnemers een agenda gemaakt. De avond werd goed bezocht. Al snel waren we door de agenda heen, er bleek niet zoveel te melden. Vele buurtbe- woners waren in hun hoofd bezig met de vakantie die voor de deur stond. Op de korte agenda prijkte nog het laatste agendapunt: de rondvraag.

249 Ik bedacht ter plekke iets en gooide dit meteen maar op tafel. Ik vertelde mijn buurtbewoners dat de kijkbungalow op zaterdag 25 september 1993 haar tweejarig bestaan zou vieren en nodigde iedereen hiervoor alvast uit. Ik ver- telde dat er inmiddels een opblaasbare hal was gehuurd, dat deze voor de bun- galow zou worden geplaatst en dat onder andere het Groninger Salonorkest daar zou optreden. Ik vertelde ook dat we allemaal in de Ploegbuurt woonden en dat de kunstkring De Groninger Ploeg, opgericht in 1918, in 1993 ook feest vierde, ter ere van haar 75-jarig bestaan. Tot slot vertelde ik dat het mij ontzet- tend leuk leek als we beide heuglijke feiten met elkaar zouden gaan vieren. Ik vroeg de bewoners of zij mee wilden werken aan een straattentoonstelling in de huizen van de Jan van der Zeestraat. We zouden kunnen proberen 75 ori- ginele Ploegwerken van overleden schilders van De Groninger Ploeg tentoon te stellen. Ik informeerde de buurtbewoners ook over het feit dat op die dag in ieder geval kunstenares Annemarie de Groot haar schilderijen zou exposeren in de kijkbungalow, dat zij ook lid was van de kunstkring De Groninger Ploeg en dat het mij bijzonder leek het heden en het verleden met elkaar te verbin- den: schilderijen van overleden Ploegschilders en schilderijen van een huidig, jong Ploeglid.

Ik stelde voor om deze tentoonstelling onder het motto ‘75 jaar – 75 werken van De Ploeg’ slechts één middag open te stellen voor publiek. Hoewel ik geen enkele verwachting had van mijn inbreng, realiseerde ik mij op dat moment wel dat mijn voorstel een kans van slagen had als het experiment slechts een paar uur zou duren.

Tot mijn grote verrassing sloeg het idee aan. De vergadering was hiermee ten einde, maar tot mijn grote vreugde bleven er vier buurdames zitten en na enig overleg was de kunstcommissie Minerva een feit. Er volgden spannende en energievretende weken. Het was een enorme uitdaging om binnen een paar weken een programma samen te stellen voor een grote culturele manifestatie.

We besloten om alle activiteiten rond de viering van het tweejarig bestaan van de kijkbungalow en de Ploegmanifestatie te bundelen in één programma. De Jan van de Zeestraat zou die dag in het teken staan van kunst, muziek, dans en straattheater.

250 Kunstcommissie Minerva Hoogkerk

Voorbereidingen Ploegexpositie en kunstmanifestatie Binnen de kunstcommissie waren we het snel eens. We zouden de heer H.J.L. Vonhoff, commissaris der koningin in de provincie Groningen, benaderen en verzoeken of hij de kunstmanifestatie en Ploegexpositie zou willen openen. Een brief naar de commissaris werd onze eerste actie.

251 252 253 Tot onze verrassing ontvingen we kort daarna een telefoontje van de secreta- ris, met een positieve reactie. De heer Vonhoff bleek graag bereid om met zijn vrouw naar Hoogkerk te komen en de kunstmanifestatie en Ploegexpositie in de woningen van de Jan van der Zeestraat te openen. Dat was een leuk be- richt! Het motiveerde ons om in volle vaart aan de slag te gaan...

De hele Jan van der Zeestraat werd er in ijltempo bij betrokken. Alle bewo- ners werden persoonlijk bezocht en ontvingen een schrijven met een voorstel om hun huis op zaterdag 25 september 1993 open te stellen voor publiek. Het idee sloeg aan. De ontwikkeling kreeg vaart! Veruit het merendeel van de bewoners reageerde enthousiast. Zo’n lange straat betrekken bij een expositie met daarnaast een culturele manifestatie bleek een landelijke primeur. Van alle kanten kwamen toezeggingen om schilderijen van Ploegleden beschikbaar te stellen voor deze tentoonstelling. Alle buren hadden hun best gedaan om familieleden, vrienden, bekenden en relaties te benaderen om een schilderij beschikbaar te stellen voor één dag. Er werden beeldend kunstenaars, musici en podiumkunstenaars benaderd, vrijwilligers voor de functie van gastdame/gastheer, boodschappers en vrij- willigers voor hand- en spandiensten.

We hadden zelfs een ‘straatbaas’ bedacht, in de persoon van Wim Eilering. Zijn taak was alles wat buiten in de straat plaatsvond, in de gaten te houden. Er zou een rookverbod gaan gelden in alle woningen en een verbod om bin- nen op naaldhakken te lopen. Per slot van rekening zouden er bij iedereen veel bezoekers over de vloer komen. Mijn uitgebreide netwerk vanuit het kijkbun- galowproject kwam nu zeer goed van pas. Ron Visser van organisatiebureau Ront bleek bereid om mee te denken over een leuke handeling bij de officiële opening. Binnen drie weken maakten we een compleet programma.

254 34. Media

In de aanloop naar het evenement op zaterdag 25 september 1993 verstuurden we een persbericht. Dit leverde bij zowel bij de regionale als landelijke media direct veel aandacht op, met titels als:

• Bewoners Jan van der Zeestraat bereiden kunstmanifestatie voor • Grote culturele manifestatie in Hoogkerk • Expositie De Ploeg in Hoogkerk • Hele straat houdt open huis • Straat in Hoogkerk voor één middag een museum • Ploegexpositie in dertig huizen te Hoogkerk • Hele straat in Hoogkerk toont Ploegschilderijen • Een straat vol kunst • Vonhoff opent expositie in Hoogkerk • Jan van der Zeestraat in teken van kunst • Unieke manifestatie met 75 werken van De Ploeg op 25 september in Hoogkerk • Een doorsnee-straat boordevol kunst • NOS komt filmen in Minerva

De publicaties op de volgende pagina zijn integraal opgenomen.

255 “Reklame-Bode”, no. 834, woensdag 25 augustus 1993, voorpagina

Jan van der Zeestraat in teken van kunst

VONHOFF OPENT EXPOSITIE IN HOOGKERK

Op zaterdag 25 september a.s. staat de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk-Minerva in het teken van twee heugelijke feiten: de viering van het twee-jarig bestaan van de Kijkbungalow Minerva en het 75- jarig bestaan van de Groninger Kunstkring De Ploeg. Als het aan de kunstcommissie ligt wordt het een evenement van landelijke allure onder het motto: 75 werken / 75 jaren De Ploeg.

VERNIEUWERS De Groninger Kunstkring “De Ploeg” werd in 1918 opgericht door o.a. de beeldende kunstenaars J. Altink en J. Wiegers. Later trad ook de schil- der-drukker Hendrik Werkman toe. Via “De Ploeg” werd in Nederland het expressionisme van de Duitse Kunstkring “Die Brucke” in Nederland geïntroduceerd. Door “De Ploeg” werd vooral de kunst van houtsnede en typografie vernieuwd. In de Hoogkerkse wijk Minerva dragen de straten de namen van leden uit de beginperiode van de Kunstkring. Daarmee werd naadloos aange- sloten op de naamgeving van het zuidwestelijke gebied van Plan Zuid, waar ook bekende en minder bekende Groninger kunstenaars met een straatnaam werden geëerd. De Kijkbungalow Minerva is een projekt van de eigenaars van het Kunstcommissie Minerva Hoogkerk pand Jan van der Zeestraat 4 in Hoogkerk, Johan Meijering en Marije boven: Griet Kooistra, Johan Meijering en Dora Velleman (v.1.n.r.) Breeuwsma. Sinds september 1991 stellen zij hun huis als expositie- onder: Gré Waltmans, Gerrie Timmer ruimte beschikbaar voor beeldende kunstenaars en – dus – ook voor (v.l.n.r.). publiek. Na telefonische afspraak kan zo’n expositie worden bekeken. De bungalow is bovendien voorzien van allerlei vondsten en snufjes die wonen veraangenamen. Bij een rond- leiding komt dat ook aan de orde. De afgelopen twee jaren vonden ruim zevenduizend personen de weg naar Kijkbungalow Minerva.

KUNSTCOMMISSIE MINERVA Tijdens een vergadering van de bewoners van de Jan van der Zeestraat op 5 juli ontstond het idee om de beide vieringen te koppelen aan een tentoonstelling van werken van Ploegleden uit de beginperiode en een expositie van o.m. een huidig Ploeglid, Annemarie de Groot uit Groningen. Snel werd een kunstcommissie gevormd die zich moest buigen over de organisatie van de culturele- en kunst- manifestatie. Dat had nogal wat voeten in de aarde. De commissie moest een groot aantal zaken regelen in een tijd waarin de meeste mensen slechts aan één ding denken: een zonnige vakantie. Het huidige bestuur van “de Ploeg” zag – ondanks een uitdrukkelijk verzoek van de commissie – af van deel- name. Men wilde niet de naam van de huidige kunstkring aan de expositie verbinden. Door die elitaire opstelling van het Ploegbestuur moest de Kunstcommissie Minerva de benodigde vijfenzeventig schilderwerken lenen uit particuliere verzamelingen. Het ging om een éénmalige ééndaagse expositie.

256 “Reklame-Bode”, no. 834, woensdag 25 augustus 1993, voorpagina

CONTACTEN Daartoe moesten er contacten worden gelegd met verzamelaars van werken van Ploegleden. Gelukkig zegden vele verzamelaars en enkele nabestaanden hun medewerking toe zodat de expositie op 25 september kan doorgaan. De kunstcommissie heeft een bezoek gebracht aan alle bewoners van de Jan van der Zeestraat en hen ver- zocht om enkele van de kostbare werken onderdak te verschaffen. Het idee sloeg bij de bewoners aan. Er zul- len dan ook in circa 35 deelnemende woningen werken werken te zien zijn. Het betreft hier werken van o.a. Jan Altink (één der oprichters van De Ploeg), Wobbe Alkema, Johan Dijkstra, Jan Jordens, Jannes de Vries, Hendrik Werkman (!) en Jan van der Zee. Het wordt dus een Huis-tot-huis tentoonstelling. Dat is een uniek gebeuren en het betreft hier dan ook een lan- delijke primeur. Aan de culturele en kunstmanifestatie zal ruime ruchtbaarheid worden gegeven in pers, radio en televisie.

MEDEWERKING De leden van de kunstcommissie hebben zich danig ingespannen en op 23 juli kan het programma worden gepresenteerd. Johan Meijering: “We hebben een ongelofelijke berg werk verzet. Kun je begrijpen: er moest een verzekerings- maatschappij worden gevonden die de werken wilde verzekeren. Dat doet de OVVM. En het gaat geheel belan- geloos. Op dezelfde basis wilde het erkende verhuisbedrijf De Lange de werken vervoeren. Ook in het dorp zijn vanuit de zakenwereld veel positieve reacties binnengekomen. Bedrijven willen als sponsor meewerken, een podiumwagen krijgen we voor kostprijs, het is fantastisch om te zien hoeveel medewerking we krijgen.” Voorzitster Gerrie Timmer vult aan: “In overleg met de politie is er in parkeergelegenheid voorzien langs de Roderwolderdijk. We verwachten toch vele honderden mensen op zaterdag 25 september. De hele Jan van der Zeestraat is dan autovrij en iedere deelnemende woning staat open om de Ploegwerken te bekijken.” Het is de bedoeling dat op de rijbaan allerlei kunstuitingen plaatsvinden van beeldende en uitvoerende kunste- naars. Commissielid Dora Velleman: “Zo moet je denken aan muziek en theater, aan mime, zang en dans. We heb- ben ook iemand uitgenodigd die schildert terwijl zij zingt. De beeldende kunstenaars kunnen op straat hun werk exposeren.”

FEEST OP STRAAT Is er iets over het programma bekend? Gerrie Timmer: “Er is eerst om half twaalf een serenade door het Gronings Salonorkest bij de Kijkbungalow. Om twaalf uur opent Erik Akkermans de kijkbungalowexpositie. (Akkermans is directeur kunstvakopleidingen van de Rijkshogeschool Groningen-red.) Om twee uur wordt de expositie 75 werken–75 jaren De Ploeg geopend. Dat zal gebeuren door een bekende Groninger die de kunst een warm hart toedraagt. Dan is er tot vijf uur een heel gebeuren in en op de straat.” Wie is die bekende Groninger, willen we weten. Johan: “Dat is de Commissaris van de Koningin dhr. Vonhoff. Wij zijn er erg mee in onze schik dat hij heeft toegezegd om zo’n unieke expositie te komen openen.” De expositie in Kijkbungalow Minerva zal na de manifestatie ook nog te zien zijn op afspraak. Daar exposeren ter gelegenheid van het tweejarig bestaan van het projekt: Annemarie de Groot (schilderijen, diverse technie- ken), Henri de Bruin (sculpturen in brons en steen) en Winneth Sala (klein plastiek in brons). Tijdens de ope- ningsdag zullen deze kunstenaars in de Kijkbungalow aanwezig zijn om hun werken toe te lichten.

257 Unieke manifestatie met 75 werken van De Ploeg op 25 september in Hoogkerk Een doorsnee-straat boordevol kunst Op woensdag 15 september 1993 publiceerde het Nieuwsblad van het Noorden: “Je moet ze maar zover krijgen. Zo’n 35 bewoners van de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk stellen zaterdag 25 september hun woningen beschikbaar voor een unieke kunstmanifestatie. Maar liefst 75 kunstwerken uit de beginperiode van de Groninger kunstkring De Ploeg worden tentoongesteld en het is de bedoeling dat de bezoekers die zaterdag woning in, woning uit gaan, een kijkje nemen en gastvrij worden onthaald. Als je het over de Jan van der Zeestraat en over kunst hebt, dan valt al snel de naam van Johan Meijering. Hij stond ook deze keer aan de basis van de manifestatie. ‘Op een vergadering van de buurt heb ik het ter sprake gebracht en iedereen was enthousiast’, vertelde Meijering mij. En terwijl de vakanties begonnen, dichtte een comité van vijf buurtbewoners in allerijl alle mogelijke organisatiegaten, liet 10.000 folders drukken, verspreidde ze en heeft deze week alles rondgekregen. CdK Henk Vonhoff opent de kunstmanifestatie om 14.00 uur en het be- gint allemaal om 11.30 uur, met een serenade van het Gronings Salonorkest. Vonhoff – dan net terug van een feestje bij PTT Telecom – zal zich zonder enige twijfel verbazen over de 350 meter lange ‘kunstgalerie’, die niet alleen bestaat uit de uit particulier bezit afkomstige Ploegwerken, maar ook kra- men zal laten zien met kunstenaars uit deze periode, muziekoptredens (o.a. Gronings Salonorkest, Djin-Djinni, Marlies de Waard, Kawinaband Pleku), theateracts en straatartiesten.

‘Op een enkele uitzondering na doet iedereen in de straat mee’, vertelt Meijering. ‘De straat wordt autovrij gemaakt, een speciale parkeerplaats langs de Roderwolderdijk wordt geregeld, de NOS komt, OOG TV, en er zal een videofilm worden opgenomen. In ‘Van Gewest tot Gewest’ op dinsdag 28 september (19.20 uur Ned. 3) komt de manifestatie uitvoerig ter sprake.’

Uit de beginperiode van De Ploeg worden werken getoond van o.a. Jan Altink, Wobbe Alkema, Johan Dijkstra, Job Hansen, Jan Jordens, George Martens, Jannes de Vries en Jan van der Zee. Veel olieverven en gouaches, aldus Meijering, die in eigen huis (de kijkbunga-

258 low) nog tot en met 6 november werken heeft hangen van Annemarie de Groot (Groningen), Henri de Bruin (Wijdewormer) en Winneth Sala (Markelo). Johan Meijering: ‘Het enthousiasme was zo groot, dat we zelfs de beschik- king hebben gekregen over werken van De Ploeg die nog nooit het brede publiek hebben bereikt. OVVM Verzekeringen heeft alle werken verzekerd – van haak tot haak, zoals dat heet – en De Lange Verhuizingen verzorgt het vervoer, want het materiaal komt uit het hele Noorden.’ Tijdens ‘Swingin’ Groningen kwam ik in het holst van de nacht Meijering al tegen. IJverig in de weer folders te verspreiden. Hij en zijn vier andere comi- téleden verwachten die 25e september duizenden bezoekers. ‘De enige niet te voorziene factor zal het weer zijn. Dat hebben we niet in de hand, maar ik weet zeker dat de weergoden meehelpen.’”

NOS komt filmen in Minerva Op 22 september 1993 publiceerde de Reclame-Bode uit Hoogkerk: “De Tentoonstelling ‘75 jaren Ploeg – 75 werken’ in de wijk Minerva aan- staande zaterdag heeft de belangstelling van de NOS-rubriek ‘Van Gewest tot Gewest’ getrokken. Er zal zaterdag de hele middag een televisiefilmploeg aanwezig zijn. Ook OOG Radio is erbij.

‘Het is vooral het unieke dat opgevallen is in de landelijke pers en bij de tele- visie. Een manifestatie en expositie van overleden Ploegleden in combinatie met een expositie van een huidig Ploeglid, Annemarie de Groot’, verklaart Johan Meijering. Hij is lid van de kunstcommissie Minerva en de stuwende kracht achter het geheel. De commissie heeft het de afgelopen weken zeer druk gehad. Zo’n manifestatie is een kostbare aangelegenheid en dus moesten er sponsors worden gezocht. De beide supermarkten van Hoogkerk waren erg vroeg met hun toezeggingen. Dat was een grote steun voor de commissie. Een aanvraag voor subsidie bij de Vereniging Wijkopbouw werd echter niet gehonoreerd. Meijering: ‘Dat is erg spijtig. Het zou een fantastische gelegen- heid zijn geweest om eens heel duidelijk pro-Hoogkerk iets te doen. Het gaat erom hoeveel idee men heeft bij de eigen Groningse cultuur. Wij zijn wel heel blij met een toezegging van de Gasunie. We hadden graag gezien dat de Hoogkerkse middenstand en de Vereniging Wijkopbouw dit initiatief zouden hebben opgepakt en ermee aan de slag waren gegaan.’ De kunstcommissie

259 zoekt nog steun. Zowel financiële steun als man(-/vrouw)kracht. ‘We hebben gastheren en gastdames nodig en mensen die het publiek willen begeleiden. Wij rekenen op zo’n vijfduizend bezoekers’, aldus Meijering. De televisiere- portage van Van Gewest tot Gewest over de kunstmanifestatie zal worden uitgezonden op dinsdag 28 september, om 19.15 uur op Nederland 3.”

Persbericht provincie Groningen Tot onze grote verrassing stuurde de provincie Groningen op 21 september 1993, vier dagen voor ons evenement, zelf een persbericht, met daarin het vol- ledige programma. We waren als kunstcommissie en organisatoren bijzonder blij met deze provinciale actie en voelden ons buitengewoon gesteund.

260 261 262 35. Voorbereidingen Ploegexpositie

Voordat de manifestatie van start kon gaan, moesten er natuurlijk allerlei werk- zaamheden verricht worden. Dit gebeurde een dag van tevoren, op de vrijdag. Verhuisbedrijf De Lange had alle schilderijen die beschikbaar waren gesteld door particulieren kosteloos bij de mensen opgehaald en naar de Jan van der Zeestraat vervoerd. Daar aangekomen werden de werken verdeeld over de huizen. De schilderijen waren gratis verzekerd door OVVM Verzekeringen.

Ook bij de in de straat gevestigde huisarts Bauke Seldentuis werden diverse schilderijen afgeleverd.

Alle Ploegschilderijen hingen voortreffelijk in de participerende woonhuizen.

Alle medewerking was toegezegd door de politie, er werd zelfs voor extra parkeergelegenheid gezorgd. De auto’s van de buurtbewoners werden voor de volgende dag alvast verderop in de wijk geplaatst. Aan alles was gedacht, we hadden voor alle vrijwilligers een button gemaakt, zodat iedereen herkenbaar zou zijn. Er stond een informatiestand klaar die bemand zou gaan worden door de vrijwilligers, er stonden kraampjes klaar voor de verkoop van snacks en drankjes, en afvalcontainers. De vijftien kunstenaars kregen een kraam om de volgende dag in de galerie- straat hun werken te koop aan te bieden. Een filmmaatschappij zou een film gaan maken van de manifestatie en had daarvoor een aantal hoogwerkers ge- huurd, die de volgende morgen zouden arriveren. Alles zat mee, iedereen was enthousiast en keek uit naar de volgende dag. Moe maar zeer voldaan dronken we als buurtbewoners met elkaar nog een biertje op de zwoele, zomerse avond.

Dat beloofde wat voor de dag van morgen... Wij waren er in ieder geval klaar voor!

263 B. Seldentuis in actie voor zijn huisartspraktijk.

264 265 266 267 268 269 270 271 272 36. Expositie in de kijkbungalow

In tegenstelling tot de avond ervoor, regende het de volgende dag pijpen- stelen. Gelukkig waren er twee grote geschakelde opblaasbare hallen voor de kijkbungalow geplaatst, vanwege de te verwachten drukte. En dat kwam extra goed uit vanwege de regen. Deze hallen waren gesponsord door Gall Speciaal Verhuur. Vroeg in de ochtend ontving ik een telefoontje van een medewerker van de filmmaatschappij dat deze te elfder ure had besloten om vanwege de weersomstandigheden die dag de filmopnamen niet te maken. De hoogwerkers waren inmiddels geannuleerd. Tegen elven waren er al behoor- lijk wat mensen op de been om de opening van de expositie bij te wonen. De drie kunstenaars waren inmiddels gearriveerd. Na de koffie werd door het Groninger Salonorkest met een serenade om 11.30 uur de aftrap gegeven voor deze bijzondere dag.

Groninger Salonorkest

273 Groninger salonorkest

Welkomstwoord Johan

Om 12.00 uur hield Johan een welkomstwoordje, links van hem de drie kunstenaars, v.l.n.r. Henri de Bruin, Winneth Sala en Annemarie de Groot.

274 Erik Akkermans

Buiten, in de opblaasbare hal, werd rond het middaguur de expositie die in de kijkbungalow was ingericht, geopend door Erik Akkermans, directeur kunstvakopleidingen van de Rijkshogeschool Groningen en voorzitter van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Het geheel werd muzikaal opgeluisterd door het trio Accord Vocalique en het Groninger Salonorkest.

275 Interview met OOG RADIO

OOG Radio maakte de hele middag livereportages. Voordat we naar de kijk- bungalow gingen, werd ik geïnterviewd.

276 Tv-opnames Van Gewest tot Gewest, regisseur Hans Peerbolte (r)

De NOS had een televisieploeg gestuurd om een verslag te maken voor het programma Van Gewest tot Gewest.

277 De expositie bestond uit werk van drie kunstenaars, Annemarie de Groot uit Groningen met schilderijen, Henri de Bruin (1927-2003) uit Wijdewormer (NH) met sculpturen in brons en steen, en Winneth Sala uit Markelo met klein plastiek in brons, ter gelegenheid van het tweejarig bestaan van de kijk- bungalow. Deze expositie zou tot 6 november 1993 duren.

Annemarie de Groot Zij studeerde in 1978 af aan de kunstacademie Minerva in Groningen. Enkele jaren later volgde ze de Oskar Kokoschka-academie in Salzburg. Sinds haar jeugd is ze gefascineerd door de wereld van het circus, theater, opera en ca- baret. Deze thema’s zijn regelmatig terug te vinden in haar werk: ballerina’s, muzikanten, cabareteske figuren, dieren. Ze zijn in een bonte kleurenpracht op haar doeken te zien, geschilderd in een wervelende toets, laag over laag. Haar persoonlijk expressionisme kenmerkt zich door een losse schildertrant en een verscheidenheid aan onderwerpen, met een voorkeur voor mens en dier. Deze kunstenares houdt van gepassioneerde schilderkunst met een theatra- le aanpak en met veel kleur. Haar schilderkunstige vertalingen van bijvoor- beeld grote opera’s, circussen en naakten komen associatief en al persoonlijk interpreterend tot stand, en tonen een eruptie van creativiteit en levenszin. Aanvankelijk maakte Annemarie de Groot olieverfschilderijen, maar midden jaren ’80 maakte zij de switch naar het werken met acrylverf.

278 Annemarie de Groot in haar atelier

279 Annemarie de Groot: Serenade aan de varkens, 120 x 120, acryl op doek

280 Henri de Bruin (1927-2003) Henri de Bruin werkte in zijn atelier in Purmerend met steen, brons, hout en metaal. Hij onderscheidde zich door zijn relativerende opvattingen over de beeldende kunst in het belang van zijn bijdrage daaraan. Behalve in materiaal wisselde hij ook in stijl van werken. Zijn werk is overwegend realistisch, naar de zichtbare werkelijkheid. Soms werkte hij ook abstract, naar de vorm van de geest.

Beeld in brons Beeld in steen

281 Winneth Sala In 1985 studeerde Winneth Sala in de richting beeldhouwen en tekenen af aan de Academie voor Kunst en Industrie (AKI) in Enschede. Haar opleiding om zich verder in het gietersambacht te bekwamen, verkreeg ze door vier jaar te werken bij een beeldhouwer-bronsgieter in Hengelo. Sindsdien werkt ze als vrije kunstenares, voert ze werk in opdracht uit en geeft ze les in boetseren en brons gieten. Als gietproces past zij de ‘cire perdue’-methode toe.

Moeder met kind (8 cm hoog) Paard Yuri (brons, 10 cm hoog)

De stijl van haar werk is niet onder één noemer te brengen. Het fascineren- de proces van dit klassieke ambacht is voor haar een bron van inspiratie om steeds weer nieuwe kunstwerken te maken. Haar onvoorwaardelijke liefde voor de natuur, voor dierbaren, voor oude volkeren met hun wijsheden zoals de Tibetanen en voor de Boeddhistische filosofie, vormen de kern van haar wezen en zijn reden voor het scheppen van haar werk.

282 “Onder invloed van de stilte ontstaat een leegte, die ontvankelijk maakt voor een ieder die mij lief is, mijn paard, de natuur in de meest wijde vorm. De drang om hieraan vorm te geven uit zich in deze periode in het maken van bronzen. Het zelf gieten is een belangrijk deel van het wordingsproces. Hierbij is het samenwerken van elementair belang. Alle elementen weerspiegelen zich in het zelf gieten. Het creëren, de lange weg van techniek. Vuur, ledigen, weer tot vaste vorm komen. Een cyclus die steeds herhaald wordt. Echter altijd nieuw en anders.”

Na de openingsspeech van Erik Akkermans konden de bezoekers vanuit de op- blaasbare hal naar de kijkbungalow wandelen om daar de expositie te bekijken.

Bezoekers in de rij voor de expositie in de Kijkbungalow

283 284 285

37. Ploegmanifestatie

Na de opening van de expositie van de drie kunstenaars verrichtte de heer H.J.L. Vonhoff, commissaris der koningin in de provincie Groningen, aan- sluitend om 14.00 uur de officiële opening van de huis-aan-huistentoonstel- ling 75 werken, 75 jaar Groninger Ploeg. Dit vond plaats halverwege de Jan van der Zeestraat, ter hoogte van de Jan Wiegersweg. Na zijn speech vanaf een baal stro wandelde hij door een grote schilderij- enlijst die door een aantal buurtbewoners was gemaakt, en stapte kordaat af op een ouderwetse ploeg die reeds klaarstond. De ploeg werd getrokken door een heus paard, dat was ‘gesponsord’ door Stalhouderij Kuipers. De commissaris stapte met ploeg en paard fier door de Jan van der Zeestraat richting de kijkbungalow, gevolgd door de belangstellenden, waaronder me- vrouw Vonhoff. Zij liep aan mijn arm mee door de straat. Het was een mooi schouwspel. De kunstmanifestatie was hiermee geopend en het werd een prachtige middag.

Trots Het duurde slechts één middag, van 12.00 tot 17.00 uur! Niet eerder had een dergelijk evenement in Nederland plaatsgevonden en tot op heden, anno 2016, is het niet herhaald. Velen hebben aan deze manifestatie meegewerkt. Iedereen deed zijn of haar uiterste best om de vele bezoekers wegwijs te ma- ken en gastvrij te ontvangen.

Achteraf kan ik zeggen dat de dag fantastisch is verlopen. Het heeft welis- waar de hele dag geregend, maar dat was misschien maar goed ook. Er zijn ongeveer tweeduizend bezoekers over ‘de Ploegvloeren’ en in de kijkbun- galow geweest. Een onwaarschijnlijk aantal. Waren er nog meer mensen op afgekomen, dan waren de huizen en de straat ‘te klein’ geweest!

Wat is er een werk verzet door veel mensen, de kunstcommissie, de vrij- willigers en iedereen die spontaan kwam helpen of met lekkere dingen kwam aanzetten. In de loop van de middag kwam er een grote open vracht-

287 auto aangereden met een groep Molukkers, die spontaan gingen zingen en dansen. Er waren mensen die spontaan hun garages leegruimden om de the- ateracts of muzikanten vanwege de regen naar binnen te halen. De volgende dag moest alles wat er opgebouwd was, ook weer worden afgebroken. En opgeruimd. Een hele klus. De schilderijen uit de 27 ‘Ploeghuizen’ moesten weer van de wand worden gehaald, worden ingepakt en in de verhuiswagen worden geladen. Deze bracht ze weer keurig terug naar de rechtmatige eige- naren, verdeeld over zo ongeveer de hele provincie.

Kortom: ik was (en ben dat eigenlijk nog steeds) reuzetrots op iedereen die op welke manier dan ook heeft geholpen om deze dag tot een groot succes te maken.

288 De commissaris van de koningin, de heer Vonhoff, gaat ploegend door de Jan van der Zeestraat

289 290 291 Johan Meijering met mevrouw Vonhoff op weg naar de Kijkbungalow

292 Commissaris van de koningin, de heer Vonhoff wordt in de Kijkbungalow geportretteerd door de kunstenares Sylvia van Berkel.

293 294 295 296 297 298 De heer en mevrouw Vonhoff met de kunstcommissie Minerva-Hoogkerk

299 300 38. Reacties

Vier dagen na de kunstmanifestatie ontving ik per post de volgende schrifte- lijke reactie van een mij onbekende bezoekster uit Santpoort.

“In de Volkskrant van 18 september 1993 staat een bespreking over de viering van het 75-jarig bestaan van De Ploeg in Warffum. Aan het slot wordt vermeld: ‘Op 25 sep- tember ook in de Jan van der Zeestraat in de stad Groningen en alleen die dag: in 30 woningen 75 werken uit de beginperiode van De Ploeg.’ Hier wil ik meteen meer van weten. Dat komt omdat ik het Ploeglid Hendrik Nicolaas Werkman en zijn werk een warm hart toedraag. Ik ben zoveel mogelijk alert op alles met betrekking tot hem.

Als ik in de bibliotheek ben, zoek ik meteen het telefoonnummer van de VVV in Groningen op om nadere inlichtingen. Zij verwijzen mij naar Johan Meijering van de kijkbungalow Minerva. Deze vertelt mij dat het idee voor deze manifestatie spontaan in juli jl. geboren werd. Dat de opening om halftwaalf is en dat het beslist de moeite waard is te komen. Het wordt een binnen- en buitengebeuren. Nou, daar wil ik wel graag heen. Maar vanwege een kleine medische ingreep ben ik niet helemaal optima forma. Ik weet niet of ik genoeg energie heb die lange reis naar het hoge Noorden, waar ik nog niet eerder geweest ben, te maken. Wel werk ik zo positief mogelijk naar de zaterdag toe en als ik ’s morgens wakker word om halfzeven, besluit ik te gaan. De weerberichten zijn niet gunstig, maar misschien valt het allemaal wel mee. Om 7.42 uur stap ik in Santpoort-Noord op de trein en stap in Sloterdijk over op de intercity. Ik tref een dorpsgenote die op familiebezoek naar Steenwijk gaat en zo rijden wij tot Zwolle gezellig samen. Buiten striemt de regen tegen de ramen. De koeien in groepen, de paarden meestal alleen of met z’n tweeën laten alles met het hoofd naar beneden gelaten over zich heen komen. Daar moest ik later aan denken toen ik het kleine bronsje – twee paardjes – van Winneth Sala in de kijkbungalow zag staan. Exact dezelfde houding.

Om ongeveer elf uur ben ik in Groningen. Onder de beschutting van de stationsover- kapping speur ik naar de blauwe zuil van de treintaxistandplaats. Die is links. Ik loop

301 er heen en bof. De taxi wil net wegrijden en heeft nog een plaats voor mij. Om en nabij halftwaalf stap ik uit bij de nieuwbouwwijk Minerva. Had ik op het station al zoiets van ‘zal ik maar meteen de eerstvolgende trein terugne- men’, nu de taxi wegrijdt, bekruipt me even een desolaat gevoel. Regen, regen, regen, natte straten, lege kramen, zelfs de trossen kleurige ballonnen aan de huizen kunnen daar niets aan veranderen. Ze wijzen me wel de weg naar het gebeuren waar ik bij wil zijn.

Bij de bungalow Minerva verwijst een vriendelijke heer (vrijwilliger, later praat ik nog met hem) me naar de grote tent, daar is straks de opening. En er is koffie, heerlijke vlaai en een salonorkest. Daar kom ik van bij. Door de muziek heen is het een gezellig geroezemoes van de stemmen van de genodigden. Een baby in een ligstoeltje (heet dat zo?) slaapt door alles heen de slaap der onschuldigen. Een paar jongens proberen met behulp van twee grote paraplu’s ballonnen die tegen het plafond hangen omlaag te halen. Johan Meijering houdt een welkomstwoord. Erik Akkermans opent de expositie in de kijkbungalow. Hij vindt dat Minerva en Pluvius wat betere afspraken over het weer had- den moeten maken.

Na de toespraakjes ga ik het werk van Henri de Bruin, Annemarie de Groot en Winneth Sala bekijken. Van deze laatste ben ik onder de indruk van de ‘Optocht,’ die op de lange vensterbank goed tot zijn recht komt. Ze heeft het werk verkocht, vertelt ze me. Heel fijn natuurlijk, maar ze kan er eigenlijk nog niet goed afstand van nemen. Ja, die gevoelens ken ik. Ik blijf hier lekker binnen zitten, bekijk het fotoboek van Winneth Sala, praat met an- dere bezoekers, geniet van het drankje en hapje dat aangeboden wordt. Tegen twee uur ga ik naar de plek (hoek Ploeglaan-parkje) waar de heer Vonhoff zal aankomen. Er staat al een grote groep mensen. Maar als er nu een helikopter zou over- vliegen, zou die waarschijnlijk alleen maar paraplu’s in alle maten en kleuren zien. Na een kort woord waarin de heer Vonhoff onder andere de mensen die vandaag hun huis openstellen sterkte wenst met het opruimen daarna, stapt hij in en door een grote schilderijlijst en neemt de plaats van de boer achter een ploeg in (een kunstwerk?).

302 De heer Vonhoff krijgt een grote schilderskwast die hij op zijn beurt overhandigt aan de leerling Alpha. Deze zet hiermee de eerste streek op het papier en daarna beginnen ook de andere leerlingen te schilderen. In de garage waar dit plaatsvindt, had ik die jongens al bezig gezien met het opspannen van het papier, om de open verfbussen heen en elkaar waarschuwend deze toch vooral niet omver te lopen.

303 Voor de huis-aan-huistentoonstelling zijn er 75 werken van leden uit de beginperiode van de Groninger kunstkring De Ploeg in korte tijd bijeengebracht. Motto: ‘75 jaar -75 werken van De Ploeg’. Tevens viert het project Kijkbungalow Minerva haar tweejarig bestaan. Al de werken zijn op zeer verantwoorde wijze opgehangen in de huizen van de bewoners aan de Jan van der Zeestraat. Bewoners die hun huizen vandaag graag openstellen.

Voor de inloop hebben ze hun maatregelen getroffen. In een huis wordt ons verzocht de schoenen uit te doen. Wat een prachtig stilleven levert dat in de hal op. Het bezoek werd ook mondjesmaat binnengelaten, zodat iedereen op zijn gemak kan kijken en eventueel een praatje maken. Ja, het is allemaal prima geregeld. En de mensen zijn allervriendelijkst. Bijna alle huizen heb ik aangedaan. En wat een mooie huizen en interieurs. En wat kwa- men de kunstwerken goed tot hun recht.

Het eerst bezoek ik het Werkmanhuis. Daar ligt veel bekend materiaal: • ‘De schilder Hendrik Werkman’ door Jan Martinet • ‘Hendrik Nicolaas Werkman; de drukker van het paradijs’ door Hans van Straten, ik meen de derde druk van 1980. Waar ik nog steeds naar uitkijk. • De negen exemplaren van The Next Cail • ‘Land-Volk-Zeit-Kunst’ • De hot printing ‘Terugblik’ welke op de voorkant van het boekje ‘Herinneringen aan mijn Vader’ door Fie Werkman staat, en • Ik meen een dun, groot formaat boekje over de Blauwe Schuit.

Verder hangen er vier van de Chassidische Legenden, al kan ik me absoluut niet meer voor de geest halen welke. Ze zijn, net zoals de exemplaren van Huub Oosterhuis, met een breed passe-partout ingelijst. Dat staat heel rijk. In de Verweyhal in Haarlem zag ik de originelen van de tweede suite zonder passe-partout hangen, alleen een smal houten lijstje eromheen. Sandberg schonk die in 1984 aan het Frans Halsmuseum, waar de Verweyhal een onderdeel van is.

Wiegershuis • Een schilderij (pastel?) van zijn tijd in Zwitserland (kuren) met bergen, sneeuw, sparren en een kinderlijk getekend zonnetje. • Een werk in blauwe kleuren van na die tijd, en • Uit zijn laatste periode (1957-’58) een landschap van Schiermonnikoog.

304 Van der Zee-huizen • Ik dacht drie mooie zeefdrukken • Een heel kleurig haventje met boten • Een rij ook heel kleurige huizen aan de Hoge of de Lage der Aa.

Jordenshuis • Zes fleurige kleine gouaches de Vrieshuis • Een kleurige akker • Idem, haven met bootjes

Dijkstrahuis • Een bospad met bomen erlangs. Links van het pad runderen met grote hoorns. • Een rood huisje met rood pad

Alkemahuis • Iets grafisch, heeft iets van Werkmans grafiek weg, of heb ik dat mis?

Altinkhuis • Het kerkje van Oostum (1944) in oorlogstijd. Om het kerkje heen, dat wat hoog ligt, is er in normale tijd grasland. In de oorlog moest er van de Duitsers graan worden verbouwd. Op dit schilderij zie je het oogsten en schoven maken. Daar had degene die mij het uitlegde een naam voor, maar die weet ik niet meer. • Gehooid land, 1970 • Een stilleven met een grote glazen fles en ik denk een olielamp of -lantaarn

Dit is maar een greep uit alles wat ik heb gezien. Tot vorig jaar had ik nog nooit van De Ploeg en van de meeste kunstenaars die daar lid van waren, gehoord. Met de ten- toonstelling in Warffum en in het Groninger Museum voor de boeg zal ik dan een brede informatie hebben gekregen.

Op een gegeven moment zit ik propvol indrukken en neem ik afscheid van de wijk Minerva, waar alle straten genoemd zijn naar leden van De Ploeg.

Op het station neem ik een warme kop champignonsoep en een bruin broodje met een kroket. De trein van 17.37 uur staat inmiddels klaar. Als ik erin zit, stapt ook het

305 echtpaar Beunk in, uit Zevenaar. Het zijn vrienden van de ouders van Johan Meijering. Ik heb al met ze kennisgemaakt in het Wiegershuis. We stonden daar een schilderij te bekijken van Wiegers in zijn Zwitserse periode (kuren). Het passe-partout en de lijst passen daar prachtig bij, vinden we. Opvallend in dit schilderij is het kinderlijke zonne- tje. Tot Zwolle praten we genoeglijk met elkaar over wat we vandaag beleefden en andere dingen. Dan moeten zij overstappen en ik reis alleen verder. Ik lees de krant, mijn broek is inmiddels zo goed als droog.

Om negen uur ben ik thuis. Ik ga vrij snel naar bed met een beker warme thee, maar kan de slaap niet vatten. Alle beelden van vandaag komen naar boven. Het buitengebeuren is totaal in het water gevallen. Jammer voor iedereen, voor alle geleverde inspanningen om er een mooie dag van te maken. En toch is het dat geworden. Met zijn allen hebben wij er een feestelijke, rijke dag van gemaakt.

Ik ben enorm blij er bij te hebben kunnen zijn. Santpoort, 25 september 1993, Reinie Jansen-Voors”

Twaalf dagen na de historische kunstmanifestatie publiceerde de Reclame- Bode uit Hoogkerk op 6 oktober 1993 op haar voorpagina: “Op zaterdag 25 september kwamen eenparig gestadig aan de vlagende wind en de straf sijpelende regen al tegen elven de eerste bezoekers het expositiegebied in de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk binnendruppelen. De bewoners waren er klaar voor: 75 werken uit de be- ginperiode van de Groninger kunstkring hingen in de huiskamers te wachten om door publiek te worden bewonderd. Kunst in huis, daar waar het hoort: onder de mensen.

‘Het weer zat tegen’, verklaarde Johan Meijering, een der organisatoren. ‘Dat is dan ook wel zo’n beetje het enige.’ Aan enthousiasme onder het publiek en de aanwezige artiesten ontbrak het echter niet. ‘De bewoners vertoonden een verassende flexibiliteit’, aldus Meijering. De opening van de expositie verrichtte de heer Vonhoff. Hij wenste de gastheren en -dames veel sterkte toe en verklaarde de expositie geopend door in een levensgroot schil-

306 derij te stappen. Een ploeg hanterend achter een levend paard zwoegde hij de Van der Zeestraat in.

Bijna ieder huis was betrokken bij de expositie. De familie Staghouwer was direct bereid om schilderijen in hun huis te exposeren. ‘Ik schilder zelf ook, dus dan heb je wel ver- bondenheid’, zei de huiseigenaar. In Hoogkerk werd zaterdag 25 september Italiaans, Duits en Engels gesproken. Wij spraken met bezoekers uit Zevenaar en Arnhem. Een heel cluster Rotterdammers had er een speciaal uitje van gemaakt. Uit Garijp (Frl) was de kunstschilder Klaas Koopmans (73) naar de expositie gekomen. Koopmans heeft nog veel Ploegleden persoonlijk gekend en was zeer verheugd om veel nooit geëxposeerde werken te kunnen bekijken. ‘Er was veel durf nodig voor die jongens om zo te schilderen in die tijd’, vertelde hij.

Een uitlener die anoniem wil blijven: ‘Ik heb zeven werken uitgeleend om nou eens gewoon mensen kennis te laten maken met Jan van der Zee.’ De Hoogkerker kunstschilder Bé Kracht: ‘Er was veel publiek, ondanks de regen. Dat viel mij mee. Ik had wel de indruk dat veel mensen niet zozeer voor het werk kwamen, maar ook uit sensatie.’ Heel bijzondere werken waren uitgeleend door de stichting Canticleer uit Glimmen. De voorzitter, de heer De Haan, zei: ‘Dat je de doeken van jezelf ziet in een andere huis- kamer, dat doet je iets. Je laat het achter bij iemand die je niet goed kent en dan heb je zo’n gevoel van: je kunt het niet meer beschermen.’ Toch verklaarde de heer De Haan dat hij het initiatief van Minerva prachtig vond en er graag aan had meegewerkt. Volgens huiseigenaar Kim bracht het slechte weer veel gemotiveerd publiek. ‘De bezoe- kers waren zeer gedisciplineerd. Sommigen wilden zelfs de schoenen wel in de regen laten staan en er ging niemand de deur uit zonder dankjewel gezegd te hebben.’ De Roderwolderdijk was net lang genoeg om de geparkeerde auto’s te kunnen plaatsen.

‘Straatbaas’ Wim Eilering: ‘Ik denk dat we zo’n tweeduizend bezoekers hebben gehad. Het slechtweerprogramma liep goed. Het is jammer voor de vele muzikanten die hoopvol kwamen, maar niet ten volle hun programma konden afwerken.’”

307 308 39. Nieuwe initiatieven

Op donderdag 25 november 1993 publiceerde het Nieuwsblad van het Noorden met de titel Johan Meijering gaat gewoon door met kijkbungalow: “De beoogde periode van twee jaar Kijkbungalow-activiteiten is voorbij, maar Johan Meijering heeft besloten gewoon door te gaan met zijn kijkbungalow aan de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk. ‘We plakken er gewoon nog een aantal jaren aan vast’, vertelde hij mij dezer dagen. Ruim zevenduizend mensen liet hij de afgelopen twee jaar binnen, voorzag ze van gratis koffie en een stuk vlaai en vertelde dan van zijn bevlogenheid eens iets anders te willen doen met zijn woonruimte en dat het volk mee te delen. En dat alles onder het motto ‘Maak eens wat leuks van je huis’. Uit alle delen van het land kwamen ze en Meijering kreeg zelfs gedaan dat hij opgenomen werd in het NS-reisprogramma en aangeprezen werd bij de VVV’s.

Het besluit dóór te gaan is ook ingegeven door het grote succes van de manifestatie De Ploeg op 25 september, toen ondanks het slechte weer meer dan tweeduizend bezoekers zijn kijkbungalow en nog 26 andere woningen in de Jan van der Zeestraat bezochten om een hele serie fraaie werken van De Ploeg te bekijken. ‘Zelf,’ vertelde Meijering mij, ‘wil ik per jaar een drietal aardige exposities in huis hebben en met de buurt overleggen we momenteel over de mogelijkheden de stichting Minerva op te richten. Die zou dan wellicht in de toekomst nog eens een dergelijke ma- nifestatie als de 25ste september kunnen regelen. Verder willen we graag met een aantal mensen uit Hoogkerk een groot monumentaal kunstwerk in de wijk hebben. We wonen hier prachtig, maar wij vinden dat de wijk nog niet af is. Een leuk kunstwerk zou heel passend zijn.’ De kijkbungalow kent het komende jaar drie open huizen, waarop iedereen welkom is: zaterdag 16 april, zaterdag 17 september en zaterdag 29 oktober.”

Nieuwe initiatieven Door de vele contacten met beeldend kunstenaars en het respect dat ik had voor deze creatieve mensen, werd ik eind 1993 initiatiefnemer en medeorga- nisator van de kunstwinkel van beeldend kunstenaars aan de Grote Markt in Groningen. Tijdens de Kijkbungalowperiode onderhield ik veelvuldig contact

309 met de participanten van de kijkbungalow. Zo ook met Anneke en Ruud Jansen, die onder de naam Jansen en Jansen vol verve een art-, trend- en de- signwinkel aan de Grote Markt nr. 43 runden. Boven hun zaak hadden ze een prachtige, geheel verbouwde ruimte tot hun beschikking, waar zij graag een brasserie wilden vestigen met de naam Buitenzorg. De ruimte was bereikbaar met een nostalgische lift. De gemeente Groningen wilde hiervoor echter geen medewerking verlenen, met het gevolg dat deze ruimte op een unieke locatie in het hartje van de binnenstad al geruime tijd leegstond. Ik stelde het echt- paar voor om hun ruimte permanent als expositieruimte te gaan gebruiken met wisselende exposities, betaalbare kunst voor een breed publiek, en bood aan hen daarbij te helpen en te adviseren. Jansen en Jansen waren direct en- thousiast. Ik nam vervolgens contact op met veel beeldend kunstenaars die ik inmiddels kende. Er werd zeer positief op dit initiatief gereageerd. Kort voor de kerstdagen had ik de eer om op donderdagavond 16 december 1993 de eerste wisselende tentoonstelling te openen met een expositie van elf beeldend kunstenaars uit de stad Groningen en de regio.

Er zouden nog vele wisselende exposities volgen. De eerste Nederlandse kunstwinkel was geboren, een supermarktidee met voortdurend wisselen- de kunstenaars. Via een eigen ingang kon de kunstwinkel zeven dagen per week worden bezocht. De exposerende kunstenaars waren afwisselend zelf bij toerbeurt aanwezig en verkochten hun werk rechtstreeks aan de consument. Jansen en Jansen kregen voor hun dienstverlening een bescheiden onkosten- vergoeding. Het initiatief van de kunstwinkel mondde vervolgens weer uit in een nieuw project in het jaar daarop in het centrum van de stad, de oprichting van de stichting Kunsthuis De Permanente.

310 Publicatie Nieuwsblad van het Noorden op 17 december 1993

311

DEEL IV

1994

Het jaar 1994 gingen we op de ingeslagen weg voort. Rondleidingen met wisselende exposities bleken een goede formule te zijn. De bezoekers bleven komen. Klinkende namen van beeldend kunstenaars prijkten op de uitnodi- gingen. De exposanten brachten vaak hun fans mee. Zodoende breidde het netwerk zich nog steeds uit. In de regel bezochten we de woon- of werkplek van de kunstenaars die wilden exposeren. We zijn op veel bijzondere locaties geweest. De atelierbezoeken waren altijd een klein feestje en maakten vaak grote indruk op me. Ik vond het iedere keer spannend om persoonlijk kennis te maken met een kunstenaar en diens werk. Diep respect kreeg ik voor deze creatievelingen. Ook in 1994 was er geen dag gelijk. Wonend in de Ploegbuurt waren we bijzonder vereerd met de expositie van Ploeglid Arie Zuidersma, die bijna tien jaar voorzitter van De Groninger Ploeg is geweest. Eerder al hadden we in 1993 exposities gehad van Annemarie de Groot en Gijs van der Sleen. Beiden waren als kunstenaars van de nieuwe garde lid van deze kunstkring. Net als Arie Zuidersma zou Gijs later ook jaren voorzitter zijn.

In de media werd het Open huis geïntroduceerd. Dit waren de openingsdagen van de wisselende tentoonstellingen. Iedereen was van harte welkom. Een af- spraak was niet nodig. Door de media-aandacht werden deze dagen zeer goed bezocht. Het driejarig bestaan van de kijkbungalow zou op 17 september 1994 weer op een bijzonder manier worden gevierd. Ondanks alles wisten we op dit moment al dat het project aan het einde van het jaar zou worden afgesloten. Aan alle moois komt een eind en er zouden zich nieuwe uitdagingen voordoen. Maar voor het zover was, zouden we er alles aan doen om er een mooi jaar van te maken...

315

Omroep Flevoland

40.

Op 15 april 1994 had ik samen met de beeldend kunstenaars Charles Henri de Vries en Roger Gérard Veldman vanuit de kijkbungalow een telefonisch inter- view met Marc van Amstel, in een rechtstreeks radio-uitzending van Omroep Flevoland, in de rubriek Status Aparte.

Onderwerp: expositie van de beeldend kunstenaars Marga Brey, Hans Verschoor, Charles Henri de Vries en Roger Gérard Veldman.

Marc: Goedemorgen, Johan.

Johan: Goedemorgen.

Marc: Johan, het was toch de bedoeling dat dit project maar twee jaar zou plaatsvinden, je zou het huis toch maar twee jaar openstellen voor publiek?

Johan: Dat klopt. Alleen, we hebben in september vorig jaar, toen we eigen- lijk formeel zouden sluiten na twee jaar, zo’n enorme manifestatie gehad, toen heeft de hele straat meegedaan, 27 woningen zijn opengesteld. We hebben een hele grote tentoonstelling van huis tot huis georganiseerd in die 27 woningen, die is geopend door de commissaris van de koningin, de heer Vonhoff. Het was zo’n succes, er zijn op één middag ruim tweeduizend mensen geweest. En dat was zo inspirerend, dat we hebben besloten om door te gaan.

Marc: Dus je hebt nog steeds mensen over de vloer?

Johan: Jazeker, mensen komen uit het hele land, zelfs ook uit het buitenland. Maar ook de VVV’s werken daar actief aan mee, dus we krijgen overal mensen vandaan. En centraal staat ook hier de beeldende kunst.

Marc: Ja, even voor de duidelijkheid voor de mensen die er nog nooit van ge- hoord hebben, kun je vertellen wat Minerva inhoudt?

317 Johan: Ja, het is een privéwoning. Het is een patiobungalow, die is zeventien meter diep met een prachtige besloten tuin erbij. Alles wat hier valt te zien is privé, maar wijkt af van de standaard. Er hebben drie architecten aan mee- gewerkt, zes kunstenaars en ongeveer honderd participanten. En namens al die creatieve mensen draag ik dit verhaal uit en ik organiseer rondleidingen. En die duren gemiddeld twee uur. Het is gratis, wel op telefonische afspraak, ook voor groepen, tot maximaal vijfentwintig mensen. En het is eigenlijk ook permanent een expositieruimte voor beeldend kunstenaars. En wij zijn heel blij dat we dit jaar hele goede kunstenaars naar ons project krijgen om te exposeren.

Marc: Je hebt bijvoorbeeld de beeldhouwer Charles Henri de Vries hè?

Johan: Charles Henri de Vries, die zit hier naast me...

Marc: O, die zit naast je?

Johan: Uit Meppel...

Marc: Klinkt niet echt als iemand uit Meppel, althans, de voornaam niet.

Johan: Nee, hij heeft gewoond en gewerkt in Frankrijk en ja, je zou het hem kunnen vragen waarom zijn naam zo verfranst of ja, hoe moet je het zeggen... Daar heeft hij vast wel een uitleg over. Maar verder hebben we ook Marga Breij, met beelden in brons. Dat is een beeldhouwster, ze heeft prachtige ob- jecten gemaakt, binnen in de bungalow exposeert ze vijftien werken, en dan hebben we nog Roger Gérard Veldman. Dat is een goud- en zilversmid uit Ezinge in Groningen. Hij heeft daar zelf ook een galerie of een bijouterie. Ook al zo’n mooie naam en hij maakt prachtig werk. En ten slotte hebben we nog een schilder, Hans Verschoor. En die heeft hier vijftien hele knallende werken hangen die hij vorig jaar in Parijs gemaakt heeft. En waar momen- teel ook een tentoonstelling van hem is. Hans die woont in Bakkeveen in Friesland, midden in een natuurgebied bij de Volkshogeschool. En wat zo leuk is, wij proberen de kunstenaars in contact te brengen met kunstliefhebbers en met kunstkopers. We zijn een idealistisch project. We zijn geen commercieel

318 bedrijf of een galerie. Maar wij schermen dus geen kunstenaars af. Dus bezoe- kers kunnen rechtstreeks contact krijgen met de kunstenaars. Ze krijgen ook informatie mee met adressen en telefoonnummers en we hopen dat daardoor ook een wisselwerking ontstaat. En ze zijn morgen ook allemaal aanwezig om hun werk verder toe te lichten.

Marc: En twee van hen zijn nu ook aanwezig. Hoor ik overigens Gregoriaanse muziek op de achtergrond?

Johan: Ja, dat is mijn lievelingsmuziek...

Marc: Zou ik even kunnen spreken met Charles Henri de Vries?

Johan: Charles Henri de Vries, die krijg je, uit Meppel. Net gearriveerd met zijn echtgenote. Hier is-ie hoor...

Marc: Uit Meppel... Oké... Goedemorgen.

Charles: Ja, hallo ...

Marc: Charles Henri de Vries uit Meppel. Fantastische Franse voornaam en een Nederlandse achternaam hè?

Charles: Ja.

Marc: Ik heb hier een heel mooi beeldhouwwerk voor me, op foto. Een vrouw die één been gestrekt houdt en het lijkt alsof ze op een zuil klimt. Wat is dat voor een werk?

Charles: Ik moet even denken hoor. Ik heb een aantal werken... De beschrij- ving is dat ze met één been... Ik kan het namelijk ook niet goed horen...

Marc: Nee?

Charles: Met één been...

319 Marc:... klimt ze op een zuil, één been houdt ze gestrekt. En met het andere been klimt ze ergens op...

Charles: O ja, ja...

Marc: Naakt is het.

Charles: Ja ik ben geïnspireerd door beweging en heb dus allerlei mogelijk- heden uitgedacht van hoe je natuurlijke bewegingen zou kunnen creëren en daarbij ben ik gekomen op het in en uit het water komen. En zij komt dus uit het water of laat zich erin zakken en kijkt even om te kijken of haar teen het water al raakt. Zo zou je dat kunnen zien, maar dat is natuurlijk een invulling die mensen er zelf aan kunnen geven en ook natuurlijk hoe je het neerzet.

Marc: Is dat beeld ook te zien in Minerva of staat het ergens anders? Heb je het verkocht, of...

Charles: Nee, dat is hier ook.

Marc: Dat is te zien?

Charles: Als we het over hetzelfde beeld hebben, dan staat dat hier ook...

Marc: Waarschijnlijk wel. Was jij al eerder in Minerva geweest, in de kijkbun- galow?

Charles: Nee, nee ...

Marc: Wat is je eerste indruk, want je bent net gearriveerd hè?

Charles: Nou, ik ken het huis natuurlijk wel, want je gaat natuurlijk niet er- gens exposeren als je niet weet waar het komt te staan. Het is een heel apart gebeuren natuurlijk hè. Het is een woonhuis, het is tegelijk een soort van museum.

320 Marc: Ja. Heb jij je in je werk laten inspireren door bepaalde voorbeelden uit het verleden?

Charles: Nou, dat probeer ik juist niet te doen. Ik ben natuurlijk eigenlijk heel klassiek, maar ik probeer juist het beeld zo te maken dat je niet het idee krijgt dat het een Grieks of 19e-eeuws beeld is. Maar dat het dus heel eigentijds is. Dus je zou kunnen zeggen: het is een inspiratiebron om juist dat pad te verla- ten. Ik probeer het dus echt zoveel mogelijk eigentijds te doen.

Marc: Ja. Naast je zit ook Roger Gérard Veldman ...

Charles: Ja...

Marc: Mag ik die nog even?

Charles: Ja hoor, komt-ie aan.

Marc: Iedereen die daar aan het koffie drinken is wil ik gewoon even spreken daar, hè.

Roger: Goedemorgen.

Marc: Goedemorgen. Roger Gérard is het hè?

Roger: Ja, dat zijn de voornamen.

Marc: Ook al van die fantastische Franse voornamen en een Nederlandse ach- ternaam. Jij maakt sieraden zou je kunnen zeggen, je bent smid.

Roger: Ja.

Marc: Goudsmid, dat is echt een vak hè?

Roger: Ja, dat is een puur ambacht...

321 Marc: Ja, jaja, want als je het daar met mensen over hebt, zeggen ze: “Dat is echt een ambacht.” Ben je ook kunstenaar vind je zelf?

Roger: In de tweede plaats.

Marc: In de tweede plaats ja...

Roger: Ik ga uit van het handwerk. En met dat pure handwerk maak ik ge- smede sieraden. En die zijn op geen andere wijze te fabriceren dan met de hand.

Marc: Maar doe je dat omdat mensen ernaar vragen, dat je iets speciaals voor ze maakt, of maak je eerst en verkoop je dan?

Roger: Gecompliceerd antwoord, beide. Ik doe twee dingen. Ik maak in op- dracht wat mensen graag willen hebben en daarnaast maak ik sieraden hoe ik denk dat een sieraad eruit zou kunnen zien.

Marc: Aha.

Roger: En dat maak ik uit een draad en die is gesmeed. Die verloopt van dik naar dun en die draad die maakt een spel. En door dat smeden zit er een be- paalde spanning in het materiaal zelf, wat het materiaal een soort veerkracht geeft. Maar tevens zit er spanning in de vormgeving.

Marc: En wat voor materiaal is het?

Roger: Over het algemeen goud en zilver.

Marc: Goud en zilver dat zijn de belangrijkste materialen die je verwerkt?

Roger: Ja, dat zijn gewoon klassieke goudsmidmaterialen.

Marc: Ja. Nou exposeer je morgen ook heel veel van deze sieraden...

322 Roger: Ja...

Marc: Ik neem aan dat je heel veel vragen moet beantwoorden, of niet?

Roger: Ik hoop het.

Marc: Vind je dat leuk?

Roger: Ja, ik vind het fantastisch, want ik maak de sieraden niet als decorstuk- ken. Ze zijn wezenlijk onderdeel van degenen die ze gaan dragen.

Marc: Aha ...

Roger: En belangrijk is dat het eigenlijk de persoonlijkheid van de drager of draagster gaat onderstrepen.

Marc: Dat is het principe eigenlijk.

Roger: Ja. En het leuke van morgen is vooral dat er zes gastdames aanwezig zullen zijn, die ieder een stuk zullen dragen. En dat ook echt uit zullen dragen.

Marc: Ja, ja, ik vrees dat het erg druk zal worden morgen, op zaterdag 16 april...

Roger: Ik denk het ook.

Marc: Mag ik Johan Meijering nog even?

Roger: Jazeker. Bedankt.

Marc: Oké. Dáág. Johan?

Johan: Zo, daar was-ie weer.

Marc: Ja, het zal wel druk worden morgen hè?

323 Johan: Wij verwachten echt heel veel mensen. Als ik zo hoor de reacties van mensen, die vinden het ook zo bijzonder dat voor het eerst een goud- en zil- versmid exposeert. Dat vinden wij ook heel bijzonder. Het gaat hier dus om een expositie in de breedte. Prachtige schilderijen, schitterende goud- en zil- verwerken, bronzen en werken in kunststof, dus er is ontzettend veel te zien. Afgezien dan van de kijkbungalow zelf, maar die staat dus nu niet centraal. De kunst staat hier centraal en één van onze opties is om juist kunst gewoner te maken, toegankelijker te maken, dichter bij en onder de mensen te brengen. Ja, dat is een van onze hoofddoelstellingen op dit moment.

Marc: Wanneer kunnen mensen terecht morgen?

Johan: Morgen kunnen ze terecht van twaalf uur tot drie uur, zonder tele- fonische afspraak dit keer. En we hopen dat het een geweldige dag wordt en er komen ook allerlei artiesten optreden. En er is een visagist. Er wordt dus een kunstwerk, een levend kunstwerk gemaakt als het ware. Er komt ook een groep uit Friesland optreden...

Marc: Kortom: er is genoeg te doen, aan de Jan van der Zeestraat nummer 4 is het hè, in Hoogkerk?

Johan: Het is in Hoogkerk en we zitten pal aan de snelweg de A7. Dat is de weg van Groningen naar Drachten. En Hoogkerk was vroeger een dorp en is twintig jaar geleden geannexeerd door Groningen. Je zou kunnen zeggen een voorstad van Groningen, maar heel makkelijk bereikbaar dus.

Marc: Johan bedankt, ik wens je veel succes morgen.

Johan: En iedereen, alle luisteraars: van harte welkom. En dat het maar mag swingen morgen!

Marc: Goed Johan, tot ziens!

Johan: Dankjewel!

324 41. Lente-expositie

Van 16 april tot en met 28 mei 1994 exposeerden met recente werken: • Marga Brey uit Lobith, met beelden in brons; • Charles Henri uit Meppel (1948-2014), met beelden in brons en kunststof; • Roger Gérard Veldman uit Ezinge, met zilveren en gouden sieraden en objecten, en • Hans Verschoor uit Bakkeveen (1947-2011), met schilderijen in acrylverf.

Deze expositie werd geopend door schrijver en beeldend kunstenaar Wouter van der Horst, tot 1993 conservatordirecteur van het museum ‘t Bleekerhûs in Drachten. Daarna was er een veelkleurig muzikaal en cultureel programma. De Amsterdamse kunstenares Sylvia van Berkel uit Amsterdam ‘portretteerde’ enkele gasten muzikaal. De stad-Groningse visagiste Catharina Graaf gaf een demonstratie bodypainting. Verder was er zang van de folkgroep Roetsj en muziek van Caspar Christiaan en Isolde Snikkers. hier afb 02 Affiche Lente-expositie

Marga Brey De kunst van Marga Brey leent zich bij uitstek voor plaatsing in de openbare ruimte. Zij is in staat om abstracte begrippen te vatten in figuren die voor iedereen begrijpelijk zijn. Haar bronzen voegen zich bijna vanzelfsprekend in hun omgeving.

Enkele sprekende voorbeelden zijn De Beschermvrouwe, in opdracht van water- schap Rijn en IJssel geplaatst vlak bij de pont naar Dieren, en De Ontmoeting, voor het gemeentehuis van het Brabantse Heeswijk-Dinther. In totaal heeft zij een twintigtal beelden gemaakt voor openbare instellingen in het hele land. Op dit terrein is zij een toonaangevende en veelgevraagde kunstenares. Het werk van Marga Brey komt evenzeer tot zijn recht in een meer klein- schalige, huiselijke omgeving. Met dezelfde stijlkenmerken, ronde vormen die overgaan in of contrasteren met scherpe hoeken, weet zij een intieme sfeer te scheppen die past bij huis en tuin.

325 326 Zij past in een traditie die begint met het werk van Henry Moore, maar anders dan Moore blijven haar figuren altijd herkenbaar als mens of dier. Zij werkt niet volgens een vooropgezet plan, maar heeft een bepaald gevoel of thema in gedachten, dat terwijl ze werkt zijn definitieve vorm en betekenis vindt. Marga Brey heeft vele tientallen malen geëxposeerd in binnen- en buitenland, in galeries, beeldentuinen en openbare gelegenheden.

Charles Henri Charles Henri, pseudoniem van Henri Charles de Vries, volgde aanvankelijk een opleiding aan de Amsterdamse Grafische School en verhuisde naar Meppel om daar letterzetter te worden. Na een aantal jaren in het grafische vak, stapte hij over naar de kunst. Hij volgde opleidingen aan de Academie Minerva in Groningen en aan de academie van Kampen. Hij schilderde in olieverf en acryl en wordt gerekend tot de onafhankelijke realisten. Als beeldhouwer begon Henri in 1993 met een tentoonstelling in de tuin van kasteel De Havixhorst in De Wijk, waarna het zwaartepunt van zijn scheppen- de arbeid bij de beeldhouwkunst kwam te liggen. Hij maakte bronzen sculp- turen. Zowel bij zijn beelden als in zijn schilderijen staat de mens centraal.

Roger Gérard Veldman Na zijn opleiding tot goudsmid in Schoonhoven en na een jaar in Zwitserland en vijf jaar in een ju- welenfabriek in Frankrijk te hebben gewerkt, begon hij in 1980 zijn ei- gen bijouterie en atelier in een pand in het historische Noord-Groninger dorp Ezinge. Roger signeert zijn sie- raden met zijn voornaam.

327 Hans Verschoor Hans Verschoor werd in 1947 geboren in Hillegom, in de Bollenstreek, als zoon van een kapper en drogist. Na de mulo en hbs doorlopen te hebben, bleef het leven een raadsel voor hem, dat opgelost diende te worden. Hij luis- terde naar zijn innerlijk en zwierf langdurig zoekend, fietsend en werkend door Europa. Hij zocht rust in kloosters, onderzocht het hindoeïsme, antro- posofie, transcendente meditatie, macrobiotiek en was jaren vegetarisch kok. Uiteindelijk ontdekte hij de kunstenaar in zichzelf en woonde jaren als halve kluizenaar in de bossen van Bakkeveen.

Zijn huis was een ‘culturele baarmoeder‘, een kraamkamer vol zelfontworpen meubels, klokken, kistjes, kastjes en objecten. Hij was ondernemer en had een uitstekend en intensief contact met zijn buitenwereld.

328 Hans Verschoor was een individualist. “De groep doodt. De individualiteit kan alleen maar voortkomen uit het collectief. Binnen de groep wordt de persoonlijkheid ge- vormd en versterkt, zodat het als fundament kan dienen voor de individualiteit. Daarna wordt innerlijk afstand genomen van het groepsdenken en worden eigen ideeën ontwik- keld. Waarna de individualiteit tot volle ontplooiing kan komen.”

Begin jaren 80 richtte hij zich vooral op het maken van kleine tekeningen die op markten werden verkocht, dit liep uitstekend. Van het een kwam het ander. Het werk werd groter en het schilderen werd ontdekt. Een bekend kunstenaar vroeg hij om begeleiding. Na enig aandringen was de man bereid hem één les te geven. Het motto van de les was ‘Goed kijken, vanaf nu mag alles’. Dit was de vrijheidsformule die paste bij zijn individualiteit.

Het kunstenaarschap was na die ene les wakker en een waterval van werk volgde. In zijn busje reed hij van kunstmarkt naar kunstmarkt. Hij zag door dit dynamische leven soms maanden achtereen zijn huis niet, maar leerde de kunstwereld en de samenleving van binnen uit goed kennen.

De opgaande lijn zette zich voort. De galerieën volgden. Hans exposeerde onder meer in Parijs, New York en Amsterdam.

329 330 42. Open dag

Op 16 april 1994 beleefden we de eerste open dag, waar de opening van de expositie van drie kunstenaars een onderdeel van was, met recente werken van Marga Brey, Charles Henri, Roger Gérard Veldman en Hans Verschoor.

Op deze dag maakte Gerhard Klaasen uit Hoogkerk, van Pigeon Clearwater Productions, een au- diodocumentaire in de kijkbunga- low. Hij maakte een praatje met de exposerende kunstenaars en met bezoekers, en maakte hiervan ge- luidsopnames.

Johan: Ik zal een start maken. Ik Gerhard Klaasen wil jullie allemaal ontzettend har- telijk welkom heten. Ik woon hier samen met Marije Breeuwsma in dit huis, in de kijkbungalow Minerva, in het Groningse, ofwel in het Hoogkerkse. En wij vinden het fantastisch dat jullie hier allemaal van heinde en verre naar toe zijn gekomen. Gisteren heb ik even geoefend voor deze speech en toen schrok ik, want hij duurde anderhalf uur. Toen dacht ik: kan ik eigenlijk niet maken. Ik had wel gehoopt dat de zon erbij kwam. Dus ik zal proberen het kort te houden.

Er zijn zes gastdames die u zullen helpen met drankjes en vragen enzovoort, en die hebben bovendien een heel mooi kunstwerk op van één van de beel- dend kunstenaars, daar kom ik zo nog even op. Hun namen zijn Manon ter Haar en Corina ter Haar, Gerrie Timmer, Sietske Hofman, Gonda de Maar en Janneke Eilering. En die wil ik even ontzettend bedanken voor hun assistentie vandaag. En er mag een applausje hoor...

Ja, we hebben een paar Amerikanen onder ons en dat vind ik toch wel heel bijzonder. Elizabeth van Hunnick, ik weet niet of ik het goed uitspreek, waar

331 ben je, Elizabeth? Welcome to this house and we hope you have a very plea- sent day today. Thank you very much for coming. En Maggie Nolan, waar zit Maggie? Daar is Maggie en Maggie die houdt zich bezig met kunst in New York en die wil heel graag samenwerken heb ik begrepen. Mijn Engels is niet zo, my English is not so very well, but I understand that you want to corporate with our project in New York. Thank you very much.

En het is de bedoeling dat er constant de hele middag allerlei optredens zijn van artiesten. De eerste die ik wil noemen is de folkgroep Roetsj uit Friesland.

En verder is er het duo Ottava Bassa, als ik het goed uitspreek. Ze zijn broer en zus. Ook hartstikke welkom. Jullie spelen in mijn ogen prachtige muziek. En jullie namen zijn Caspar Christiaan, hele mooie naam, en Isolde Snikkers.

En dan is er nog Catharina de Graaf, een visagiste, die zal hier ongetwijfeld ergens rondlopen. Die is aan het mediteren op het ogenblik. En verder hebben we... Wie hebben we nog meer? Ja, we hebben uit Amsterdam een hele beroemde kunstenares. En die is net te- rug van een wereldtournee en net op tijd aangekomen met een treintaxi, Silvia van Berkel uit Amsterdam. Welkom, alle artiesten. Wouter van der Horst heb- ben wij gevraagd of hij deze opening wil verzorgen. Wouter van der Horst is een begrip in het Noorden en in het land en is, ja, wat is hij, heel veel. Hij is punt één mens, maar hij is ook beeldend kunstenaar. Hij is beeldend schrijver, hij is conservatordirecteur geweest van een museum in Drachten. Hij heeft nu zijn sporen weer ergens anders liggen. Hij voelt zich verwant met alles wat met kunst te maken heeft en met kunstenaars en Wouter van der Horst is bereid om deze expositie officieel te openen en zal daarna een ope- ningshandeling aankondigen, heb ik begrepen...

Wouter: Als je nu een beetje dichter bij elkaar gaat staan, dan wordt het van- zelf warmer. Ik zal daarom maar gauw deze manifestatie ‘per vers’ openen, met een heel klein versje. Een versje als een soort vooroverbuigende wiskun- delerares. Kort van stof en diep van inzicht. In deze architectuuromgeving heb ik een toepasselijk versje gezocht: zes regeltjes, en u mag het later citeren, want ik word ontzettend veel geciteerd. Vooral op mijn verjaardag.

332 Woningnood ik houd, zo zei een vette slak heel veel van koffie met gebak, toch moet ik dat snoepen staken, ik ga in de problemen raken, op zondag in mijn nette pak dan zit mijn weekendhuis te strak.

Dat was ik dus even als dichter. Nu zal ik verder snel gaan verdergaan als... O nee, die preek is niet van mij. Ik dank u voor uw aandacht. Ik wou met deze woorden de tentoonstelling openen en kunstenaar en kijker succes toe wensen. Adieu! Het ga u goed. Met mij gaat het al goed. Want ik ben weer ambtenaar geworden en mijn pensioen is verzekerd. Dank u!

Gerhard: Zo’n lentetentoonstelling in de kijkbungalow Minerva komt niet zomaar tot stand, wij waren ook al bij de voorbereidingen...

De telefoon gaat. Johan: Dag mevrouw Bolt, met Johan Meijering van Kijkbungalow Minerva uit Hoogkerk, goedemorgen. Dat is alweer een tijdje geleden hè? Graag zes kruisbessen en drie advocaat, ja, met schuim. Ja graag, drie vlaaien advocaat en drie maal appelkruim, die doen het ook altijd heel goed. En als het mogelijk is, zou dat morgen bezorgd kunnen worden?

Gerhard: Wat verwacht je ervan?

Johan: Ik verwacht een fantastische tentoonstelling, met vier hele goede kun- stenaars die zowel landelijk maar ook internationaal hun sporen meer dan verdiend hebben. En dan gaat er eigenlijk van alles gebeuren hier in huis. En als het mooi weer is ook buiten huis. Met allerlei activiteiten, zoals bodypainting, een zangeres uit Amsterdam die optreedt, die gaat mensen portretteren, en een levend kunstwerk. Nou, een en al teken van kunst op allerlei fronten. Heel veelzijdig en we zijn bijzonder

333 blij dat ook Hans Verschoor hier is met zijn werk. Je ziet het hier, het knalt van de muur af...

Gerhard: Het is mooi kleurig, heb je... Ons eerste interview was dus ook met Hans Verschoor...

Hans: Het werk wordt gemaakt voor mijn eigen plezier. En ja, dat het in huis- kamers belandt. Het is niet zulk makkelijk werk hoor...

Gerhard: Nee, maar...

Hans: Je kwam hier in een huiskamer, het was niet zomaar in een bestaand interieur.

Gerhard: Nee, nee, je maakt het voor jezelf, niet voor een ander?

Hans: Nou ja, je maakt het gewoon voor jezelf. Of misschien maak je het zelfs wel voor het schilderij. Maar dit is niet een gericht... eh, een aanpassen aan of zo.

Gerhard: Nee...

Hans: Nee, nee...

Gerhard: Je hebt niet bij voorbaat een interieur in gedachten?

Hans: Nee, je hebt ook geen doelgroep. Je werkt, je kloot maar een end heen.

Gerhard: Er ligt zomaar een boekje op een boekenkast met teksten van Hans Verschoor: “Hoe wilt u uw ei meneer?” “Zonder de kip graag! Dank u.” En: “Ik werk niet voor de eeuwigheid, maar de eeuwigheid werkt voor mij.” En deze, hele mooie: “Ich bin kein Berliner!”

De expositie van Charles Henri werd ingericht door zijn echtgenote Anja...

334 Anja: Ik zit zo even te kijken wat er hier allemaal kan staan ondertussen, hoe en wat...

Johan: Waar je rekening mee moet houden is dat het druk wordt, tenminste bij de opening. Het wordt hier gewoon stampvol mensen, daar moet je van uitgaan.

Anja: Ja, dus het moet een beetje uit de loop staan in ieder geval...

Johan: Kijk, die hoek bijvoorbeeld is een hele mooie plek altijd om iets te doen... En in het grind, grind is natuurlijk super mooi!

Anja: Ja, dat is heel mooi.

Johan: Ruimtelijk ook. Dat kan voor en achter. We kunnen eventueel nog iets aan de voorkant zetten? Dat is een ruimtelijk beeld.

Anja: Ja, maar dat staat erg aan de openbare weg hè?

Johan: Ja, maar dat halen we naar binnen.

Anja: De beelden worden namelijk vastgezet aan de sokkels. Maar dan zou je die daar kunnen plaatsen. Die zou je dan gewoon los kunnen laten staan. En daar wat kunststoffen neerzetten, die zijn niet zo zwaar, dus kun je makkelijk tillen. Nou, moeten maar eens kijken. Zal ze eens even op gaan halen...

Johan: Kijk en dat gedeelte willen we een beetje als podium in principe hou- den voor de artiesten die hier komen. Dat is op zich een hele leuke plek ook om optredens te verzorgen.

Gerhard: Heeft Charles Henri een schoonheidsideaal?

Anja: Een schoonheidsideaal? Ja, dat zijn allemaal vrouwen die hij maakt, boetseert. En ik denk dat hij die op een zo mooi mogelijke manier wil por- tretteren. Dus... Dat wil niet zeggen dat het vrouwen zijn met allemaal ideale figuren, dat niet. Wat hem betreft denk ik dat het wel zo realistisch mogelijk

335 moet blijven. Dus jonge meisjes met mooie figuren. Maar ook, ja, de wat rij- pere en vollere vrouwen...

Gerhard: Ik heb Anja gevraagd of jij een ideaalbeeld had van een vrouw.

Charles: Nee, dat heb ik niet. Het is zo dat verschillende verschijningsvormen natuurlijk interessant zijn. Dus ik wil niet idealiseren. Ik heb ook echt geen ideaalbeeld. Het kan groot zijn, het kan klein zijn. Als het maar klopt hè. Dun of dik, het maakt eigenlijk niet uit. Ik probeer de werkelijkheid inderdaad vast te leggen zoals je in het echt zou kunnen tegenkomen. Niet in de Kalverstraat uiteraard, zover zijn we nog niet...

Gerhard: Nee...

Charles: Maar wel tegenwoordig natuurlijk op stranden of in parken waar het toegestaan is, waar mensen zich bloot kunnen manifesteren, van de zon en van het water kunnen genieten.

Gerhard: Wat me heel erg trof, is dat Anja de beelden ook ‘zij’ noemt. Zij kent de modellen natuurlijk, zij moet aan het water staan, zij moet daar staan. Als je iemand portretteert, maak je er dan eerst een schets van of doe je het ook ter plaatse?

Charles: Nee, ik maak foto’s om de stand vast te leggen. Omdat de standen natuurlijk heel moeilijk zijn, dat houd je dus niet vol, hè. Het zijn bewegingen en die bewegingen die leg ik dus eerst vast op fotomateriaal. Op een draaipla- teau neem ik pakweg zo’n zestien verschillende hoeken en zet dan het beeld op. Daarna, als ik zover ben, komt het model er weer bij en dan zal ze dus even moeten afzien. En een aantal uurtjes om de finishing touch aan te brengen.

Gerhard: Ja, en iedereen doet dat met plezier?

Charles: Nou, niet iedereen, maar het is wel zo dat de modellen met wie ik over het algemeen werk, dat wel zonder probleem doen. Ze zien dan wat het oplevert enz. Het is misschien geen plezier, maar het is wel met inzet.

336 Gerhard: De muziek tijdens de expositie werd verzorgd door folkgroep Roetsj.

Van het werk van de visagiste Catharina Graaf kunnen we helaas niets laten horen, omdat ze tijdens het uitoefenen van haar ambacht geen verbaal com- mentaar wenst te leveren, maar het resultaat mocht er zijn. Een half naakte, uitgestrekte dame, op de eettafel in de eetkamer.

Nog even terug naar de openingshandeling. De Amsterdamse Silvia van Berkel werd door Johan verzocht een portret te tekenen van de exposerende kunstenares Marga Brey.

Onder het zingen of zeggen van klanken schilderde ze met houtskool op pa- pier. En de waarneming van het portret was dus zowel visueel als auditief.

Zelf was Marga Brey niet helemaal tevreden over het resultaat. Misschien wel verbaasd of zelfs geschrokken.

De muzikale omlijsting van het gebeuren werd verzorgd door de folkgroep Roetsj. Een duo, een Gronings duo van een man of twee, het duo Ottava Bassa, dat bestaat uit Christiaan Caspar en Isolde Snikkers, broer en zus. En evenals de andere beeldende kunstenaars viel ik ook hen rauw op het lijf met: “Vertel eens wat over je kunst.”

Christiaan: Nou, een fagot is een dubbelrietinstrument. Dat wil zeggen dat- ie een riet heeft met twee bladen op elkaar in plaats van, zoals bij een kleine klarinet en een saxofoon, een mondstuk met een riet erop. De fagot is in een symfonieorkest vaak het laagste rietinstrument. Maar verder is er ook nog de contrafagot. Die wordt niet zoveel gebruikt. En die is nog een octaaf lager. En verder zijn er met dubbelriet nog de hobo en de althobo.

Gerhard: Isolde studeerde al een jaar aan het conservatorium, muziek.

Isolde: Ja, sinds september.

Gerhard: Ja, vertel eens wat over jouw instrument.

337 Isolde: Nou ja, het is het grootste strijkinstrument. En...

Gerhard: Hoe heet-ie?

Isolde: Contrabas. Ja, hij is op zich nog niet zo oud, de bas. Er zijn vele voor- lopers geweest, bijvoorbeeld de viola de gamba. Wordt meestal gerekend tot de voorloper van de cello, maar het is de voorloper van de bas. Ja...

Gerhard: Ik hoorde zonet iets over spiergeheugen, wat is dat?

Isolde: Dat je weet welke afstand je moet hebben om de goede toon te krijgen.

Gerhard: Jaja...

Isolde: Bij een gitaar zitten bijvoorbeeld frets, maar dat is bij een bas niet zo, dus je moet het allemaal in je spiergeheugen hebben. Hoe ver je je vingers uit elkaar moet zetten en hoe ver op de toets naar beneden.

Gerhard: Ja, je bent maar een klein meisje, is dat niet raar met zo’n groot in- strument?

Isolde: Nou, ik ben de eerste en de enige vrouwelijke bassist hier op het con- servatorium in Groningen. Er zijn er wel meer, maar niet zoveel.

Gerhard: Onze lokale artistieke trots, de kunstschilder Bé Kracht, was ook ter expositie gekomen.

Heb je nu je zinnen op iets gezet vanmorgen? Dat je denkt van: dat zou ik willen tekenen vanochtend, of...

Bé: Dat is altijd voor mij ook weer een verrassing. Ik zie wel wat er tevoor- schijn komt. En dan plotseling dan springt het over en dan begin ik wel. Maar ik moet me eerst wat oriënteren.

Gerhard: Goed, ga je gang joh!

338 De beelden van Marga Brey worden omschreven als dynamisch, spel, uitge- balanceerde spanning van lijnen, harmonisch geheel, abstracte, ronde vormen. Wat vindt de kunstenares er zelf van?

Marga: Tja, ik vind dat zo moeilijk hè. Ik zou zeggen: kijk naar mijn beelden. Kijk wat je erin ziet. Ik weet niet of mijn beelden zo harmonisch zijn. Men zegt het. Communicatie, ik ben inderdaad heel veel met mensen bezig en ik heb nogal wat beelden gemaakt in gesprek en in ontmoetingen, dat soort... En het is een beetje, ja, het spreken van communicatie. Ik heb eigenlijk niks te zeggen met mijn beelden, ik maak gewoon mooie ronde vormen. Kijk er maar naar en kijk maar wat je erin ziet...

Gerhard: Ja, ik kijk met mijn oren nu...

Marga: Jaja... Jaja, maar je kunt beter met je ogen kijken. Ik heb weleens een blinde voor een expositie van mij gehad en die voelde met zijn handen de vor- men en die zei: “Wat maak jij een mooie beelden.” Dus je kunt ze ook met je handen voelen. Maar misschien maar beter niet te veel over praten, dat denk ik...

Gerhard: Natuurlijk kreeg ook Roger Gérard Veldman de vraag naar zijn kie- zen geslingerd, vertel eens wat over je eigen werk?

Roger: Mooi, onverwachte vraag.

Gerhard: Materiaal, is het goud, zilver?

Roger: Nou, voornamelijk dus zilver. Vooral wat ik hier ook laat zien. En zilver heeft voor mij een hele andere uitstraling dan goud. Het is ook een heel ander materiaal om mee te werken. Je kunt er wat royaler mee omgaan. Het heeft meer beperkingen, omdat het zachter blijft dan goud. Vandaar dat je met goud ook bij wijze van spreken wat dunner kunt werken, wat fragieler kunt werken, en de uitstraling van goud vind ik ook dat die veel, nog veel subtieler moet zijn dan van zilver.

339 Gerhard: Dus je zet de grote dingen op en ik zag een gastvrouw lopen met een hele mooie schuine... Dat vond ik schitterend, ik dacht van: hé, merkwaardig is dat. Hoe komt iemand nou op het idee om zoiets te maken en dan zie ik die vorm op je revers ook terugkomen een beetje. Heb je een periode waarin je een bepaalde vorm ontwerpt en die uitwerkt en in verschillende vormen naar buiten doet komen?

Roger: Nou, eigenlijk ben ik continu in gevecht met het materiaal en vooral in feite met een draad. Mijn uitgangspunt is een draad. En die draad die smeed ik op zo’n manier, zodat er spanning in het materiaal komt, want dat heb ik dan nodig om zo dun te kunnen werken. Maar er moet ook spanning in de vorm zijn die uiteindelijk ontstaat. En de vorm die ontstaat, die vraagt om de hals gedragen te worden of die vraagt om door de stof geprikt te worden. Er worden dus geen hulpmiddelen gebruikt. En dat gevecht dat heb ik continu. En dat probeer ik, dat laat ik nooit los, dat gaat continu door.

Gerhard: Ja, en heb je wel een idee als je ergens aan begint?

Roger: Nee, ik pak die draad. Ik weet wel hoe groot ik wil gaan werken. Het uitgangspunt moet daar genoeg voor zijn, maar ik weet niet waar ik terecht kom.

Gerhard: Is het de eerste keer dat je exposeert in zo’n huis?

Roger: Absoluut, ja...

Gerhard: En wat is je indruk?

Roger: De eerste keer dat ik het huis heb bezocht om te kijken van hoe het er hier uit zou gaan zien, was ik helemaal getroffen door de openheid en trans- parantie van de woning. Ook getroffen door de eigenaren die er allebei in wonen. En ik had het gevoel: ja, het is een uitdaging. En het is ook iets wat denk ik heel goed zal gaan werken.

340 Gerhard: Een van de gastdames die expliciet aanwezig was op de exhibitie, was Gerrie Timmer. Ook zij droeg een sieraad van Roger Gérard Veldman en wij vroegen haar wat ze er precies van vond. Gerrie, hoe voelt het om deel uit te maken van een expositie?

Gerrie: Een expositie? Gewoon prima...

Gerhard: Ja, een tentoonstelling...

Gerrie: Prima... Expositie... Haha.

Gerhard: Je hebt een sieraad op van Roger Gérard. Heb je die voor jezelf uit- gekozen of heeft hij die voor je uitgekozen?

Gerrie: Hij heeft hem voor me uitgekozen, met instemming van mij.

Gerhard: Waar heb je daarbij op gelet?

Roger: Fysieke uitstraling.

Gerhard: Dus je dacht: die vraagt om iets priemigs?

Roger: Nee hoor, nee hoor, verre van dat. Die vraagt om, om... Ze heeft durf en dat moet je benadrukken.

Gerhard: Zie je wel, dat is hetzelfde wat wij altijd zeggen.

Gerrie: Zo kom ik over dus, fijn.

Gerhard: Inderdaad...

Uiteraard was ook expliciet aanwezig op de exhibitie: de gastvrouw Marije Breeuwsma. Kun je een groep nu ook herkennen? Mensen die vaak komen, of zijn er ook veel nieuwe gezichten?

341 Marije: Er zijn nu heel veel nieuwe gezichten. Er zijn wel een aantal mensen die je kunt herkennen, ook al zijn het nieuwe gezichten. Die dragen de siera- den van Roger Veldman.

Gerhard: Dat zei hij zelf ook al.

Marije: En ik heb er zelf al een paar ontdekt van ‘eh, dat is ook van Roger?’ ‘Ja, dat is ook van Roger.’ En ik heb natuurlijk zelf ook een prachtig sieraad op van Roger...

Gerhard: Ja, ja... Van goud.

Marije: Een gouden bal met drie kleuren goud. De bal is geelgoud en de stan- gen die erdoorheen komen, zijn... De ene is wit- en de andere is roodgoud. En dat staat ook heel mooi op de hals. Dus eigenlijk wil ik ze wel houden. Maar daar moeten we het nog maar eens over hebben... En voor de rest loopt het heel lekker! Heb jij het ook naar je zin?

Gerhard: Er is hier heel veel gesproken over kunstenaars, kunstwerken, kunst- liefhebbers. Er zijn ook mensen die aan deze expositie hebben meegewerkt en die beslist ook genoemd mogen worden en in zijn openingsspeech deed Johan dat ook inderdaad.

Wouter van der Horst die vatte nog even het hele kunstwerkgebeuren samen.

Wouter: Het is heerlijk werk om stil naar te kijken, in de tuin bijvoorbeeld, die beschaafde schaamteloosheid. Ik zeg niet onbeschaamdheid hoor, maar de schaamteloosheid van die dames die daar zitten, daar heb ik wat mee. Ja, ja, ik ben dat dus. En het is van een, je zou bijna zeggen, traditionele kwaliteit. Het is eerlijk werk om over te discussiëren, omdat het die verplichte samenlevings- symbiose is die een integer kunstwerk kenmerkt. Een samenlevingsverband, een communicatie van vernieuwing en artistieke traditie. Een vruchtbare op- telsom van individuele eigenheid en culturele ervaring. Een samengaan van Ich und Umwelt.

342 Gerhard: Nog even Johan Meijering.

Johan: Dat kunst normaal wordt en wij doen daar een poging toe. En wat wij heel erg belangrijk vinden, is dat wij kunstenaars graag in contact brengen met kunstenaars, kunstenaars graag in contact willen brengen met kunstkopers. Kunstenaars en kunstkopers en kunstliefhebbers bij elkaar in contact brengen, dat kan allemaal dus hier in ons huis en ik hoop dat het navolging biedt. Dat is heel belangrijk.

Mocht u een werk kopen, dan koopt u dat rechtstreeks van de kunstenaar, en wij zijn geen bedrijf, dus er wordt niet met provisies gewerkt. U krijgt ook informatie mee. Dat ligt hier allemaal, van alle kunstenaars, met hun adressen en telefoonnummers. U kunt, wanneer dan ook, vrijblijvend contact met hen opnemen.

343

43. Kunsthuis De Permanente

Door de vele goede contacten met kunstenaars die ik had opgedaan in de tijd van de kijkbungalow, had ik in 1993 een nieuw initiatief genomen: de opzet en organisatie van een kunstwinkel voor beeldend kunstenaars aan de Grote Markt in Groningen.

Dit initiatief mondde vervolgens weer uit in een nieuw project in het centrum van de stad, op loopafstand van de Grote Markt. Op 27 april 1994 werd ik oprichter en voorzitter van de stichting De Permanente. De oprichtingsakte van de stichting en de eerste nieuwsbrief zijn opgenomen in deel VII, de bijlagen.

Artikel 2 van de statuten van de stichting:

1. De stichting heeft ten doel het scheppen van een kunst- en vormgevingswinkel voor Groninger kunstenaars. 2. De stichting tracht haar doel te bereiken door: a. het bieden van een platform aan meubelontwerpers, vormgevers, beeldend kun- stenaars, architecten, modeontwerpers en fotografen; b. het bevorderen van de bewustwording en het initiëren van verbanden tussen beel- dende kunst en andere culturele uitingsvormen, hetgeen verwezenlijkt zal worden door het organiseren van tentoonstellingen, lezingen, workshops en het uitgeven van publicaties rond deze activiteiten; c. het bemiddelen en innoveren tussen potentiële opdrachtgevers en kunstenaars; d. de verkoop van kunstwerken; e. het creëren van een ontmoetingsplaats, waar vormgevers en kunstenaars uit ver- schillende disciplines elkaar kunnen treffen om contacten te leggen, inzichten uit te wisselen en samenwerkingsverbanden tot stand te brengen; f. het stimuleren van de ongedwongen ontmoeting en interactie tussen winkelend publiek en bedrijfsleven; g. het promoten van meubelontwerpers, vormgevers, beeldend kunstenaars, archi- tecten, modeontwerpers en fotografen uit Noord-Nederland als economische en culturele vitaliteit naar buiten toe;

345 h. door samenwerking met instellingen en organisaties die op soortgelijk gebied als dat van de stichting werkzaam zijn en zo mede middels alle andere wettige mid- delen die aan dit doel bevorderlijk kunnen zijn.

Officiële opening De stichting vestigde zich voor ruim tien jaar in een huurpand, Kreupelstraat nr. 12 in het centrum van Groningen. Op donderdag 8 september 1994 werd Kunsthuis De Permanente officieel geopend door de heer K.W. Swaak, wet- houder Cultuur van de gemeente Groningen. De openingsexpositie werd ver- zorgd door Pink Smeenge, Rob koot en George van Engelen. Ik zou bijna twee jaar lang voorzitter blijven en heb toen de voorzittershamer overgedragen aan de toenmalige vicevoorzitter Wim Eilering.

346 Uitnodiging officiële opening Kunsthuis De Permanente

347 348 Kunsthuis De Permanente sluit haar deuren Op 16 december 2005 publiceerde de Groninger Gezinsbode op de voorpagina: “Permanente gaat dicht. Kunsthuis De Permanente sluit 1 januari 2006 de deuren aan de Kreupelstraat. Zonder een structurele subsidie van de lokale overheid lukt het niet de expositieruimte open te houden. Het podium richtte zich vooral op jonge en/of startende beeldend kun- stenaars, die er in verregaande mate hun ideeën konden verwezenlijken. Daarmee werd getracht een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kunstenaars en het kunstklimaat in het algemeen. De stichting De Permanente is blijven bestaan als trajectorganisatie voor kunstenaars, en wordt ondergebracht bij het Kunstencentrum aan de Walstraat.”

Kreupelstraat nr. 12 in Groningen

349

RTV Noord

44.

Op 15 september 1994 had ik ter gelegenheid van de open dag en de vie- ring van het driejarig bestaan van de kijkbungalow samen met poppenspeel- ster Freya Noest en beeldend kunstenaar Arie Zuidersma een interview met Kirsten Klijnsma, in een rechtstreekse uitzending van RTV Noord.

Kirsten: Johan Meijering, eigenaar van de kijkbungalow Minerva, zo’n beetje, zou je kunnen zeggen, vaste gast in dit programma, want elke keer als er weer iets groots wordt georganiseerd, dan zit je hier. Dat wil niet zeggen dat je tussendoor stilzit want er gebeurt van alles daar, regelmatig tentoonstellin- gen. Die kijkbungalow daar ben je mee begonnen samen met jouw vriendin Marije. Dat gebeurde nou niet in een echte opwelling, maar het was een idee dat eigenlijk een kort leven zou hebben, maar dat inmiddels al drie jaar be- staat. Jouw optie was om mensen te laten zien wat je kunt doen met een huis en wat je kunt doen binnen dat huis.

Johan: Dat klopt. En we zouden dat aanvankelijk voor twee jaar doen. Dat houdt in: ons huis openstellen en dagelijks rondleidingen organiseren.

Kirsten: En dat doen jullie nog steeds hè?

Johan: En dat gebeurt nog steeds en het is zo ontzettend leuk, dat we hebben besloten om nog weer een jaar eraan te koppelen. Dus ook volgend jaar is de kijkbungalow op afspraak te bezoeken.

Kirsten: Maar zou je nou niet gewoon zeggen van, je vindt het zo ontzettend leuk, ‘ik heb er zo de smaak van te pakken, dit blijft gewoon een kijkbungalow’?

Johan: Nee, dat denk ik niet. Ik heb ook wel behoefte aan nieuwe uitdagin- gen. En die ontstaan ook weer uit dit project. Daar ontstaan de meest bij- zondere contacten uit. Ik zou er uren over kunnen praten wat er allemaal uit ontstaat, maar...

351 Kirsten: Daar heb je dus nu geen tijd voor?

Johan: Kom ik graag nog een keer voor terug...

Kirsten: Je zit hier nu met name om de open dag een beetje te promoten, om de mensen te vertellen dat ze allemaal van harte welkom zijn in die kijkbun- galow. In de loop der jaren, die drie jaar dat de kijkbungalow nu bestaat, heb- ben heel veel mensen, niet alleen uit de noordelijke provincies maar uit heel Nederland, de weg naar jullie gevonden.

Johan: Ja, maar ook uit het buitenland, omdat alle VVV ’s in Nederland eraan meewerken. En we hebben ruim elfduizend bezoekers inmiddels gehad voor een vrijwilligersproject, en daar zijn we best heel erg trots op. En ik moet ook heel eerlijk zeggen: de mensen zijn heel erg enthousiast als ze weggaan en dat is zo inspirerend om ook dus nog een tijdje door te gaan. Het zou zonde zijn om wat je allemaal opgebouwd hebt, om dat zomaar weg te laten vloeien.

Kirsten: Ja, nou wil je mensen kennis laten nemen van wat de mogelijkheden zijn van een huis, wat je met een huis kan doen, mensen attenderen op het feit dat als ze bijvoorbeeld een huis laten bouwen of een nieuw huis kopen en de bouw is nog bezig, om daar attent op te zijn. Om te kijken wat er gebeurt en eventueel misschien als daar mogelijkheden toe zijn wijzigingen aan te brengen. Wat dat betreft mensen ook wat weerbaarder, assertiever te maken en mensen te kunnen laten zien wat je dus kan doen binnen dat huis aan mo- gelijkheden, snufjes, handige dingetjes, kunst integreren in je huis, inrichting, het is een verzameling van heel veel verschillende dingen.

Johan: Ja, het is heel breed, vandaar dat zo’n rondleiding ook gemiddeld twee en een half uur duurt. En dan is het vaak moeilijk voor de mensen om weg te gaan, omdat ze zoveel indrukken krijgen. Het is een soort ideeëncentrum. Mensen krijgen heel veel te zien op allerlei gebied: bouwkundige zaken, vorm- geving, design, architectuur, maar vooral ook beeldende kunst. En ik moet zeggen: de laatste twee jaar of laatste anderhalf jaar is met name die kunst een heel belangrijk onderdeel geworden. En een van onze hoofddoelstellingen, bijgesteld wel, is om kunst rechtstreeks te promoten voor de beeldend kunste-

352 naars die bij ons exposeren. En dat houdt in dat wij ook graag willen dat kunst toegankelijk wordt en we willen heel graag dat kunstenaars in contact komen met hun publiek. En daar voorzien we denk ik met dit project in.

Kirsten: Dat werkt ook echt, dat merk je?

Johan: Ja, dat werkt en we stimuleren dus ook vanuit ons project. We geven heel veel informatie over de kunstenaars die exposeren, dat mensen ook de kunstenaars gaan opzoeken in hun ateliers en rechtstreeks ook werken kunnen kopen.

Kirsten: Ja, het zijn niet alleen mensen, het loslopende volk dat bij jullie komt, maar met name bedrijven en instellingen hè, die jullie ook in contact brengen met kunstenaars?

Johan: Ja, dat klopt.

Kirsten: Ja, goed, dat is helder, dat is duidelijk. Een verhaal dat regelmatig over de tafel komt maar dat toch eventjes helder gesteld moet worden. Drie jaar een feestje, wat heet een feestje, een groots feest hè? Open dag.

Johan: Open dag. Dat houdt in: alle mensen die daar zin in hebben, zijn van harte welkom. Om twaalf uur is de opening. En dat gebeurt door de wet- houder van Cultuur, Henk Pijlman uit Groningen. En het programma loopt ongeveer tot drie uur. Het bijzondere is dat mensen geen afspraak hoeven te maken. Het is ook gratis en er zullen allerlei artiesten optreden. En mensen kunnen ook genieten van topwerk mag ik wel zeggen van vier hele goede kunstenaars uit het land, twee uit Limburg, één uit het westen. En één uit het Noorden, die naast me zit, Arie Zuidersma, die komt uit Zuidlaren. Dat is een schilder. We hebben een beeldhouwer, dat is Frank Rosen, heel bekend, beroemd zou ik zeggen in binnen- en buitenland. Dat is een beeldhouwer die exposeert in de tuin met prachtige werken in brons uitgevoerd. En dan heb- ben we kunstenaars, een paar uit Limburg, Lo van der Linden, een beeldhou- wer en die maakt ijzeren plastieken en dat is binnen te zien. En zijn vrouw is edelsmid en die maakt echt de meest mooie dingen die bewonderd kunnen

353 worden, die ook gedragen worden door onze gastvrouwen. Dus het wordt al met al een heel levendig programma, met allerlei artiesten die optreden.

Kirsten: Een zigeunerorkest heb je, een studentenzigeunerorkest. Nou, Freya treedt op, met een hele voorstelling, Freya? Beweeg je je door het publiek of mag je daar niets over zeggen, is dat nog een beetje een verrassing?

Freya: Dat is de vraag aan Johan.

Johan: Ja, ik heb daar alle vertrouwen in en Nelly Ploeg komt optreden, dat is ook een mimespeelster. Samen weer met een partner uit Amsterdam, de Bizzy Lizzy’s. Nou, je hebt ze al genoemd, de Groninger studenten, de zigeunerband Bikavér zal optreden. En het lijkt ook heel spannend. Het zijn zes jonge mensen die prachtige muziek maken. Verder treedt op Gerrit Breuker, dat is een kunstenaar en die gaat samen met twee collega’s een hele bijzondere act doen en die heet Verbondenheid. Dus dat past ook wel een beetje in ons thema. De bedoeling is om mensen met elkaar in contact te brengen en verder treedt nog op Henk Boogaard uit Apeldoorn. Dat is een liedjeszanger en componist en tekstschrij- ver.

Kirsten: Kortom, mensen hoeven zich niet te vervelen als ze naar die open dag gaan bij jullie in de kijkbungalow Minerva. Het is een gewoon huis, nou ja, het is geen gewoon huis, maar het is een gewoon huis.

Johan: Ja...

Kirsten: Dus het kan er wel barstensvol worden. Wel prop-, om het zo maar eens te zeggen. Mensen kunnen gratis naar jullie toe?

Johan: Jajaja ...

Kirsten: Helemaal gratis en voor niets. Zeg, nou heb jij Arie Zuidersma ook meegenomen. Nou is het natuurlijk niet zo dat je al het werk van alle kunste- naars uit de provincie uit je hoofd moet kennen en meteen moet weten wat

354 iemand maakt. Maar meneer Zuidersma, toen u mij een catalogus voor de neus hield van de tentoonstelling Ploegwerk op de borg van Verhildersum in Leens, toen wist ik het weer: ja, dat heb ik gezien. U maakt dingen die heel herkenbaar zijn hè?

Arie: Ja.

Kirsten: Ja, landschappen, dingen die buiten geschilderd zijn of schilderingen van buiten. U heeft er ook twee meegenomen. En u vertelde mij, u schildert ook echt buiten hè?

Arie: Ja, ik schilder nog altijd buiten. Het schilderij, dat rechtse, dat is vorige week nog gemaakt.

Kirsten: Het is een kersvers schilderij?

Arie: Ja hoor.

Kirsten: Met acrylverf gedaan?

Arie: Met acrylverf, ja.

Kirsten: Dat is ook snel droog hè? Want olieverf dat is...

Arie: Nou, dat deed ik vroeger wel, maar dat is wel een probleem hoor.

Kirsten: Ja, maar het is wel erg mooi vind ik altijd.

Arie: Het is wel mooi, maar acryl ook.

Kirsten: Jajaja, is anders.

Arie: Ja, ja, kijk, ze zeggen wel: acryl is wat matter. Dat hoeft helemaal niet, je kunt het vernissen. En dan, nou ja, dan lijkt het ook veel op olieverf, maar ja, het heeft wel een eigen karakter hoor, dat is waar.

355 Kirsten: Ja, u heeft een jaar Academie Minerva gedaan..

Arie: Ja..

Kirsten: En toen dacht u van ‘jongens bekijk het maar, ik zoek het zelf wel uit’...

Arie: Ik vind het wel goed zo... Jaaaaaa.

Kirsten: Ja...

Arie: Ik heb me helemaal zelf ontwikkeld en veel buiten geschilderd en met Marten Klompien jaren geschilderd.

Kirsten: Ja... Echt samen met een krukje buiten in het veld?

Arie: Ja hoor. We hebben ontzettend veel plezier gehad altijd. En ik zeg altijd maar, ik zag eens een schilderij van Jan Sluiters en dat had als titel ‘De vreugde van het schilderen’. Maar ik vind, zo kan ik elk schilderij van mij wel gaan noemen.

Kirsten: U vindt het schilderen nog altijd een vreugde?

Arie: Ja hoor, ik vind dat gewoonweg. En als ik dan als hobby mijn muziek erbij doe, dat is ook een soort uiting. Maar ja, het is meer een directe uiting, muziek hè, daar kun je meteen alles in kwijt hè.

Kirsten: Wat doet u dan met muziek?

Arie: Nou, ik speel piano, en wel meer instrumenten, maar ik hoop ook nog te spelen bij... Johan.

Johan: Ik was het even vergeten te vermelden...

Kirsten: Ja, ja...

356 Arie: Met mijn vriend Cor Knoop, een hele goede pianist, hoop ik afwisselend wat te gaan spelen.

Kirsten: Wat vindt u van zo’n initiatief, van zo’n kijkbungalow?

Arie: O, ik vind het heel prima, toen hij mij belde dacht ik: ach, alweer zoiets hè. Ze bellen mij wel van meubelzaken, maar daar heb ik zo weinig aan hè ... De mensen die kijken alleen. Ik let er weleens op, maar dan kijken ze alleen naar beneden, ze kijken niet naar boven, naar het schilderij hè. Maar toen hij bezig was, ik dacht: nou, die doet er wat voor, dat is de moeite waard hè. Dus ik doe het graag voor hem... En voor mezelf.

Kirsten: Ja, er staan twee schilderijen. Eén heel duidelijk herkenbaar, de ander is wat meer geabstraheerd hè, zoals je dat noemt.

Arie: Ja, dat andere is meer een... Ik zou zeggen expressionistisch. Dat land- schap is impressionistisch, maar ik schilder ook abstract, dat ligt eraan.

Kirsten: Ja, bent u echt een schilder of tekent u ook veel? Maakt u ook gra- fieken?

Arie: Nou, ik ben meer een schilder dan dat ik een tekenaar ben, alhoewel ik wel linosneden gemaakt heb vroeger. En dan heb ik zo’n periode van een paar maanden, dat ik opeens linosneden maak. Ik heb dus wel andere grafische technieken geprobeerd, om maar eens even te kijken hoe het ging. Maar ik hou me maar gewoon bij mijn schilderen, dat ligt mij het beste en ik doe het graag.

Kirsten: Ja, het is uw lust en uw leven?

Arie: Wat zegt u?

Kirsten: Het is uw lust en uw leven?

Arie: Ja, absoluut, ja.

357 Kirsten: En onderwerpen? Moet ik dan toch steeds in verband met het buiten schilderen aan natuur, aan buiten denken?

Arie: Ja kijk, ik hou eigenlijk het meeste van fabrieken en van...

Kirsten: Van fabrieken?

Arie: Ja, scheepswerven. De suikerfabriek heb ik geloof ik wel twintig keer geschilderd. Maar scheepswerven, je ziet ze nog wel, maar het is niet meer zoals dat het vroeger was.

Kirsten: Nee...

Arie: Je had vroeger in Hoogkerk scheepswerf Barkmeijer, is er niet meer. Ik ga nog weleens naar Hoogezand, Martens Hoek. Maar ja, het is niet meer zoals vroeger.

Kirsten: Nee, maar dat is met veel dingen natuurlijk het geval.

Arie: Ja, ik probeer het nog wel, maar ja, het gaat voorbij hè.

Kirsten: Schilderen, u schildert dagelijks?

Arie: Ja.

Kirsten: Elke dag een aantal uren?

Arie: Nou, ik sla weleens een paar dagen over, maar dan kan het zijn dat ik ’s morgens begin en dat ik ’s nachts eindig. Dat kan.

Kirsten: Zeg, we hebben geen tijd nu op dit moment om daar verder over te praten. U bent lang lid geweest van De Ploeg...

Arie: Ja...

358 Kirsten: U bent afgehaakt, gaat gewoon op eigen kracht verder.

Arie: Ja, ja, ik ben afgehaakt. Ik was ook lid van de Nederlandse Kunstkring, ben ik ook twaalf jaar lid van geweest. Ben ik ook afgehaakt. Maar een half jaar later bestond die ook niet meer, trouwens. Het interesseert me niet meer zo om in zo’n groep te zitten.

Kirsten: U bent lekker gewoon bezig...

Arie: Ik heb aanbiedingen genoeg van tentoonstellingen hoor, dus...

Kirsten: Onder andere dus een tentoonstelling bij Johan Meijering in de kijk- bungalow Minerva, waar mensen kennis van u kunnen nemen. En u heeft thuis ook nog een galerie waar mensen werk van u en van uw zoon kunnen bekijken hè?

Arie: Ja, en ik heb ook in Warffum nog een galerie, Lutjeborg heet dat. Daar ben ik permanent.

Kirsten: Daar bent u permanent en daar kunnen mensen altijd terecht?

Arie: Ja, nou, zaterdags en zondags, en dan verder op telefonische afspraak.

Kirsten: Zaterdags en zondags, de Lutjeborg ...

Arie: In Lutjeborg, ja ...

Kirsten: Galerie van Arie Zuidersma in Warffum, nou dat is te vinden in het telefoonboek ...

Arie: Ja hoor...

Kirsten: Zaterdag, open dag kijkbungalow Minerva. Freya is er met haar pop- pen en met haar spel. Nou, en nog een heleboel andere mensen met hun eigen stek waar ze mee bezig zijn. Johan loopt daar als stralende gastheer rond met

359 Marije. Hoop dat er heel veel mensen komen kijken en luisteren en genieten, en een drankje drinken en een hapje eten. Vanaf twaalf uur kunnen mensen naar de kijkbungalow Minerva, aan de Jan van der Zeestraat om maar in Ploegtermen te blijven spreken, in Hoogkerk hè?

Johan: Dat klopt, aan de A7, pal aan de A7 ligt het.

Kirsten: En tot hoe laat zijn ze welkom?

Johan: Het programma is tot drie uur. Maar rond twaalf uur gebeurt er heel veel rond die opening...

Kirsten: Rond de opening...

Johan: Dus ik zou aanraden van...

Kirsten:... wees op tijd!

Johan: Kom allemaal op tijd, en voor de mensen die zaterdag niet zouden kun- nen, hebben we dit jaar nog een open dag en die is op zaterdag 29 oktober ...

Kirsten: Lieve schat, dat is nog een eind van ons bed, dat duurt nog een paar nachtjes slapen.

Johan: Dat klopt...

Kirsten: 29 oktober, dan doe je het nog even dunnetjes over.

Johan: Ook van twaalf uur tot drie uur.

Kirsten: Oké, maar nu hadden we het over de dag van zaterdag. Dank jullie wel voor het komen naar de studio!

360 45. Driejarig bestaan

Jubileumexpositie Ter gelegenheid van het driejarig bestaan van de kijkbungalow exposeerden van 17 september tot en met 28 oktober 1994: • Arie Zuidersma (1925-2014) uit Zuidlaren, met schilderijen, acrylverf en aquarellen; • Frank Rosen uit Beemster, met bronzen en houten beelden; • Lo van der Linden uit Puth, met ijzerplastiek en • Marietje Mazèl uit Puth, met gouden en zilveren sieraden.

De Jubileumexpositie werd in het bijzijn van de exposerende kunstenaars op zaterdag 17 september geopend door Henk Pijlman, wethouder van Cultuur van de gemeente Groningen. Muzikale omlijsting: • Groninger studentenzigeunerband Bikavér en • Cor Knoop, elektronisch orgel. Optredens van: • actrice Freya Noest; • Duo Bizzy Lizzies met Nelly Ploeg, mimeclown en • Gerrit Breuker & Co, performers.

361 Brief Arie Zuidersma

362 Arie Zuidersma Arie mocht zich als verdienstelijk kunstschilder verheugen in vele tientallen succesvolle tentoonstellingen en kreeg regelmatig lovende recensies uit binnen- en buitenland. Hij exposeerde in diverse musea, zoals het museum Panorama Mesdag in Den Haag, samen met anderen in het Groninger Museum en tij- dens de KunstRAI in Amsterdam. Werk van hem bevindt zich onder meer in kunstcollecties in de VS, Nieuw-Zeeland, Canada en Australië.

363 Grote Markt in Groningen, 1982, acryl op doek

364 Behalve vele schilderijen op doek en board in olieverf en acryl heeft hij aqua- rellen, pastels, tekeningen in houtskool, linosneden, zeefdrukken en muur- schilderingen gemaakt, en schilderde hij decorstukken voor diverse theaters. In kunstkringen is Arie vooral bekend als een ambitieuze en professionele kunst- schilder. Zijn werk is bekend om zijn expressionistische, explosieve kleurgebruik waarmee hij zijn onderwerpen op het doek zet. Ooit is geschreven dat kleur en spontaniteit in zijn werk vaak vechten om voorrang. Hij schilderde vele stadsge- zichten en maakte ook abstracte schilderijen.

365 Zon, 1984, acryl op doek

366 Landschap Drenthe, 1988, acryl op doek

367 Eigenlijk was het maken van muziek zijn eerste ding. Arie speelde gitaar en leefde zich uit op het elektronische orgel. Als solozanger trad hij op met oude liedjes. Hij trad ook weleens op met de inmiddels overleden kunstenaar Marten Klompien, ook een ‘oud-Ploeger’ en goede vriend van het echtpaar Zuidersma. In diverse toneelgezelschappen trok hij door het land en gaf hij meer dan vijf- honderd voorstellingen. Ook speelde hij vele malen voor Sinterklaas en was hij grimeur bij toneelverenigingen. Met zijn zoon Sieger kon hij zich uitleven bij het maken van kostelijke slapsticks die op video werden vereeuwigd.

Arie was de laatste oud-voorzitter (1969-1978) van de kunstenaarsvereniging De Ploeg, van de oude garde van dit illustere gezelschap. Hij was een van de meest veelzijdige kunstschilders van deze succesvolle kunststroming.

Arie koesterde zijn geliefde eilanden Terschelling en Ameland, met hun dage- lijks wisselende panorama’s van de zee en weergaloze, kilometerslange stranden.

Hij dacht na over maatschappelijke thema’s en had de wereld iets te vertellen, wat soms tot uiting kwam in zijn schilderijen. Hij wilde zijn gedachtegoed graag delen met anderen. Arie heeft de traditie van zijn oud-collega’s van De Ploeg in ere gehouden. Ook zij experimenteerden er jaren geleden lustig op los.

Sinds zijn expositie in de kijkbungalow ben ik Arie niet uit het oog verloren.

368 Johan Meijering (l) met Arie en Sitha Zuidersma

Tijdens een van onze vele ontmoetingen kwam tot mijn verrassing vele jaren later een geheel andere, onbekende kant van de kunstschilder tevoorschijn: Arie de schrijver, de dichter. Hij vertelde eens dat hij in de oorlogsjaren 1940-1945 met schrijven was begon- nen. In stilte en in volstrekte anonimiteit schreef hij allerlei teksten. Tot op late leeftijd greep hij als hij ’s nachts niet kon slapen naar de pen, die samen met een schriftje altijd op zijn nachtkastje lag. Arie hield van het donker. In die sfeer voelde hij zich op zijn best. Dan kon hij zijn gedachten makkelijker laten vloeien, zei hij dan. Het kostte hem dan niet veel moeite om zijn gevoelens aan het papier toe te vertrouwen. Zijn gedachtespinsels vlogen uit de pen: “Wat mijn gedichten betreft, hier doe ik niet moeilijk over. Het ligt gewoon aan mijn stemming. Ben ik een ietsje zwaarmoedig, dan zal dat in een gedicht wel voelbaar zijn. In het andere geval zal er zomaar een limerick uitrollen. Voor mij is het echt een vorm van ontspanning.”

369 Arie’s teksten kwamen regelrecht uit het hart. Hij was altijd zoekende naar dingen die hij nooit vond. In zijn persoonlijke zielenroerselen uitte Arie zijn diepste gevoelens over thema’s als natuur, liefde, verlangens, heimelijke ge- noegens, heimwee naar het verleden en angst voor de toekomst. Nog meer dan in zijn talrijke kleurrijke schilderijen wordt de lezer meegenomen tot in het diepst van zijn zielenleven. Met zijn teksten liet hij een testament van het leven zien. Met een blik op de toekomst en een terugblik naar het verleden. Er wordt wel eens beweerd: grote zielen lijden in stilte. De Arie die ik heb mogen ontmoeten, kende geen verborgen agenda’s, hij gaf zich volkomen bloot. In al zijn bescheidenheid en met een vleugje humor omschreef Arie zijn tek- sten en illustraties als ‘krabbels en babbels in letters en verf’. Maar dat het dieper ging dan dat, blijkt uit de teksten die hij schreef. Dit alles leidde ertoe dat ik samen met Carla Durville een prachtig boek heb samengesteld over de ‘zielenroerselen’ van Arie Zuidersma, die zelf de gedichten voorzag van pas- sende illustraties. Een ode aan een persoonlijkheid.

370 Kunstenaar

Een kunstenaar zocht troost in jenever Zijn lijnenspel werd steeds maar schever Hij zag het niet meer Dat scheve gesmeer Hij ging naar de kroeg en hij bleef er

Arie Zuidersma

Cover van het boek

371 Mijn schildersdroom

’k Zie velden met winden en takken, En razende wolken zo groot. De gloedvolle zon zie ik zakken, En hangende schoven zo rood.

Ik snuif van het bos en de bloemen, Van plassen met halmen en boom. ’k Wil alle bij name hen noemen, En voel me alleen met mijn droom.

’k Zie vogels zo zwart tegen koren, En stroken van groenen en geel. Het schuimende meer kan ik horen, Geluiden van dieren, zo veel.

Nu ben ik alleen met mijn dromen, ’k Verlang naar dit alles het meest. ’k Heb angst voor hetgeen nog zal komen, En heimwee naar wat is geweest.

Arie Zuidersma

372 Goed of slecht?

Een goed schilderij is: als gebak zonder uitje of een meisje zonder truitje als een haring zonder slagroom of een mens zonder stroom

Arie Zuidersma

Abstracte kunst

Zo nu en dan moet ik mijn pad verlaten En mij begeven in abstracte kunst

Soms wil ik wel vechten, een harde strijd en kleuren doen spatten op het doek Rood en groen complementeren Zo raak ik al mijn zorgen kwijt

Zonder ontwerp en helemaal niets Alleen maar dromen op gevoel En toch te komen tot een groter iets

Het is toch heerlijk zo te werken Zo zorgeloos, en met een blij gevoel En als ik klaar ben kan ik merken Dit is precies wat ik bedoel

Arie Zuidersma

373 Terschelling

De sfeer op het eiland Terschelling Zo vrij, zo intiem en zo rijk Als sprookje, zo hemels gelijk Het werkt als een soort van bedwelming

Een avond bij zee, zo vol kleuren Met wolken, de zon en het strand Waar ’t ruikt naar zee en zonnebrand ’t Gevoel om je op te beuren

De wind die snijdt door de duinen Je voelt op je lippen het zout Van de zee, al jaren zo oud Het strand vervangt honderden tuinen

’t Krijsen van meeuwen op het strand Klinkt als een orkest zo vol gloed En het geluid van eb en vloed Met schuimende golven zo elegant

En dan... waar ben ik, waar kwam ik vandaan De horizon met kleuren van groen, geel en rood In de verte een vreemde boot Ik was even weg van dit aardse bestaan

En als ik het eiland weer moet verlaten De haven uit het zicht verdwijnt De Brandaris nog de zee beschijnt Bedenk ik, wat ik moet achterlaten

Arie Zuidersma

374 Frank Rosen Frank Rosen werd in 1946 in Amersfoort geboren. Hij volgde de opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Hij was een leerling van Theo Kurpershoek en van Ap Sok. Rosen is werkzaam op meerdere terreinen van de beeldende kunst, onder meer als schilder, etser en beeldhouwer. Daarvoor was hij ook als decorontwerper bij de NOS werkzaam. Hij ontwierp onder meer het decor voor het televisieprogramma Zo Vader, Zo Zoon en was als art- director betrokken bij de serie Sil de Strandjutter. Hij illustreerde ook boeken van Gertie Evenhuis en van Beccy de Vries. In de publieke ruimte van meer- dere plaatsen in Nederland is werk van zijn hand te vinden. Daarnaast ont- wierp hij ook het bronzen borstbeeld van Annie M.G. Schmidt voor de Annie M.G. Schmidt-prijs, die jaarlijks wordt toegekend voor het beste theaterlied van het afgelopen jaar.

Les-Mosset Les-Pyrenees

375 Lo van der Linden Lo werd in 1937 geboren te Klimmen, studeerde van 1954 tot 1957 aan de Stadsacademie te Maastricht en vervolgens, van 1962 tot 1964, aan de acade- mie voor beeldende kunsten in München. Van 1969 tot 1984 was hij docent aan de Jan van Eyck Academie te Maastricht en sindsdien is hij werkzaam als zelfstandig beeldend kunstenaar. Hij woont in Puth, waar hij een oude vak- werkboerderij heeft verbouwd tot een royaal kunstenaarsdomein voor zichzelf en zijn echtgenote, sieraadontwerpster en edelsmid Marietje Mazèl. Lo heeft een heilig ontzag voor materiaal zoals het gemaakt en gebruikt is. Recycling betekent voor hem niet het hellevuur of de shredder, maar mooi optuigen in allerlei nieuwe kunstvoorwerpen. Zo werkt hij met wielen, on- derdelen van ploegen, eggen, hekwerken en andere objecten die hij krijgt of koopt. Maar ook met materialen uit het mijnbedrijf. Vooral gebogen ijzeren stutten die de mijnwerkers hebben behoed voor instorten. “Zoiets doe je niet weg”, zegt hij rustig maar vastberaden. Hij bewerkt de onderdelen niet, maar gebruikt ze zoals ze zijn. Met hun eigen identiteit worden ze dus in zijn vele kunstwerken ‘voor eeuwig’ behouden.

Beelden van Lo staan onder meer in Gent, Hückelhoven, Stolberg, Jülich, Alsdorf en Hamm. Duitsland beschouwt hij als zijn jachtgebied, men heeft daar veel meer affini- teit met ijzeren beelden zoals die door hem worden gemaakt. In Nederland is dat minder, vooral bo- ven de rivieren, vindt hij.

Lo van der Linden verwierf inter- nationale faam met zijn sculpturen, die onder meer geplaatst werden in Duitsland, Nijmegen, Amsterdam en Den Haag. Spotvogel

376 Marietje Mazèl Marietje volgde haar opleiding aan de academie voor toegepaste kunst in Maastricht en de Akademie für angewandte Kunst in Wenen en is afgestu- deerd in Maastricht. Zij werkt met zilver en (edel)steen, kiezel en fossielen, ruw of zelfgeslepen, of gevonden en door de natuur gepolijst.

• Activiteiten en verenigingen: van 1967 tot 2001: lid van de edelsmeden- groep 54-64 Maastricht. • Exposities: een eigen expositie in huis met haar kunstenaarsfamilie: Lo van der Linden en Remi van der Linden.

Haar werk is te zien in allerlei galeries in Nederland, o.a. in Maastricht, Eindhoven, Groningen, Sittard en Wassenaar. En in Duitsland onder andere in München, Koblenz, Aken, Xanten en Hamm (bij Otmar Alt).

Hanger-tijgeroog-jaspis

De Reclame-Bode uit Hoogkerk publiceerde twee artikelen over deze jubi- leumexpositie op de voorpagina, op woensdag 14 en woensdag 28 september 1994. Beide artikelen zijn integraal opgenomen:

(1) Arie Zuidersma exposeert in Hoogkerk

“De bekende Drentse kunstschilder Arie Zuidersma is een van de vier deel- nemers aan de jubileumtentoonstelling van Kijkbungalow Minerva. Deze tentoonstelling wordt op 17 september a.s. geopend door de wethouder van Cultuur van de gemeente Groningen, Henk Pijlman, en zal daarna nog tot 29 oktober a.s. te bezien zijn.

377 Arie Zuidersma is een sympathieke en rondborstige man. Hij werd 69 jaren geleden geboren in Emmen. In 1959 exposeerde hij voor het eerst in de be- kende galerie De Mangelgang in Groningen.

Vrijwel elk jaar heeft hij wel belangrijke tentoonstellingen, zowel als ‘solist’ als met andere kunstenaars. In dat kader past ook zijn expositie in Kijkbungalow Minerva. Hij formuleert zijn deelname als volgt: ‘Het is natuurlijk wel de eerste keer dat ik in een woonhuis exposeer. Maar het ziet er goed uit en ik vind het een origineel en vindingrijk idee.’ Zuidersma heeft een aantal jaren deel uitgemaakt van ‘De Ploeg’ en vaak in dat verband ook geëxposeerd. ‘Het is leuk om eens een tentoonstelling te hebben in een buurt waar de straten namen hebben van mensen die ik goed heb gekend.’

378 Drentse Aa 1988 Acryl op doek

379 Acrylverf Arie Zuidersma vervaardigt aquarellen, tekeningen, portretten, wandschil- deringen, decors, kleinplastieken, grafiek en natuurlijk schilderijen in acryl. Acryl is een verfsoort op waterbasis. Wat biedt dat voor voordelen? Zuidersma: ‘Het droogt snel. Als je werkt kun je sneller een laag verf over een andere heen zetten. Met schilderijen in olieverf zat je weleens met een paar schilderijen in diverse stadia van voltooiing. Je moest eerst wachten tot de verf voldoende gedroogd was. Dan pas kon je verder. Dat je nu praktisch in één keer kunt doorwerken, is natuurlijk een groot voordeel.’

380 Abstract, 1993, acryl op doek

381 Abstract, 1993, acryl op doek

382 Onderwerp Zuidersma acht zijn werken bestemd voor iedereen die van kunst houdt. Zijn verbondenheid met het onderwerp is minder groot dan met het geheel van het schilderij: ‘Het gaat mij om het doek zelf! De koper kan bijvoorbeeld een binding hebben met het onderwerp, zijn dorp of boerderij of iets dergelijks. Zelf vind ik de compositie in beeld en kleur het belangrijkste.’ Een bekend doek van Zuidersma hangt in het raadhuis van Haren. Het is een tafereel van Koninginnedag 1990, toen Koningin Beatrix die dag daar vierde.

Kleuren Wie werken in acryl van Arie Zuidersma ziet, wordt direct getroffen door de kleuren die hij gebruikt. Hij test zelf de houdbaarheid van de verven waarmee hij werkt. Zijn schilderijen doen opgewekt aan. Zij composities zijn vol leven, ze ‘pronken’ op het doek, zonder opdringerig of schreeuwend te zijn. De wijze waarop hij de wereld om hem heen vastlegt, doet een goed waarnemingsver- mogen en een bewogen geest vermoeden. Hij vat de sensatie van het moment in verf en compositie. Zelf zegt hij erover: ‘Mijn werk wordt gewoonlijk als abstract impressionistisch beschreven. Dat geeft wel iets aan, maar niet alles. Ik hanteer als maatstaf voor mijzelf dat ik het schilderij zó in moet willen stappen.’ Johan Dijkstra schreef in 1959: ‘Er zit een ernstige ondertoon in zijn werk, die sympathiek aandoet.’ U kunt kennis maken met hem en zijn werk op zaterdag 17 september, tijdens de opening van de tentoonstelling in Kijkbungalow Minerva. Daar zullen bovendien aanwezig zijn in lijf en werk: Lo van der Linden en Marietje Mazèl (beelden van ijzer en gouden en zilveren sieraden) en Frank Rosen (beelden in brons). De open dag vangt aan om 12.00 uur en eindigt te 15.00 uur.”

(2) Wethouder Pijlman opende tentoonstelling kijkbungalow

“Op zaterdag 17 september is Kijkbungalow Minerva het derde jaar ingegaan als particulier initiatief, als non-profit ideeëncentrum op het gebied van wonen en binnenhuisarchitectuur. Wethouder Henk Pijlman (Cultuur) feliciteerde Johan Meijering en Marije Breeuwsma als initiatiefnemers met het gebeuren. Hij zei dat de kijkbungalow een aparte plaats inneemt onder de woonhuizen in Hoogkerk.

383 ‘Niet iedereen’, zo sprak hij, ‘zal zijn huis willen openstellen voor het publiek en zo de vondsten in het interieur aan de mensen willen laten zien. Wij felici- teren Johan en Marije hiermee en eigenlijk onszelf ook een beetje. Wij kun- nen er tenslotte van genieten.’ Het begin van het derde jaar viel samen met de opening van een kunstten- toonstelling in de woonruimten van de kijkbungalow. Er exposeren vier be- langrijke kunstenaars.

384 Warffum (Gr) 1988, acryl op doek

385 De expositie In de tuin van de kijkbungalow is al direct een sculptuur te zien van Frank Rosen. Het beeld draagt de naam ‘Geborgenheid’. Zelf zegt hij over zijn kunst: ‘Ik moet beslist tevreden zijn met een werk. Als het niet voldoet aan de normen die ik mijzelf stel, gaat het terug naar de bronsgieter en wordt weer omgesmolten.’ Aan de wanden van de woon-, respectievelijk eetkamer zijn schilderijen van Arie Zuidersma tentoongesteld. De werken vallen op door een intense kleu- renrijkdom, die nergens hinderlijk wordt, maar juist als een visuele bevestiging van de wijze van kijken van de kunstenaar wordt ervaren. Arie Zuidersma schildert met acrylverf. Heel apart is de uitstraling van de sieraden die edelsmid Marietje Mazèl expo- seert in de kijkbungalow. Sommige sieraden hebben een dubbele functie: zij kunnen kleding sieren als speld, maar ook op een voetje als klein beeldhouw- werkje een plaatsje krijgen in het interieur. Marietje werkt veel met stenen in haar sieraden. Zij slijpt en bewerkt ze en vat ze in gouden of zilveren zettingen. Ieder sieraad krijgt een bijzondere uitstraling door de zorg die eraan is besteed.

Op de parketvloer en de brede vensterban- ken van de kijkbungalow zijn de sculpturen opgesteld van Lo van der Linden. Hij is de echtgenoot van Marietje Mazèl. Beiden wo- nen in Puth (L). ‘Ik ben een vormenman,’ aldus Lo, ‘en ik maak mijn werken uit metaal dat een ander op de schroothoop gooit. Zo wordt de oor- spronkelijke bedoeling van een werktuig of iets dergelijks een andere richting gegeven.’”

IJzerplastiek

386 46. Open dag

Op 17 september 1994 maakte Gerhard Klaasen van Pigeon Clearwater Productions in de kijkbungalow een audiodocumentaire van de open dag tij- dens de opening van de expositie van Arie Zuidersma, Frank Rosen, Marietje Mazèl en Lo van der Linden. Het verslag is in zes thema’s onderverdeeld:

1. Exposanten 2. Voorbereiding 3. Opening 4. Artiesten 5. Publiek 6. Vakbroeders

Gerhard: Hoogkerk is een rustiek dorpje aan de westkant van Groningen en wel onder de rook van de stad. En de Stadjers namen dat in 1969 zeer letterlijk en annexeerden het dorp. Hoogkerk ligt tussen de Friesestraatweg en de A7 Groningen-Leek. Het dorp wordt als het ware in tweeën gesplitst door de spoorlijn Groningen-Zuidhorn en die splitsing is ook een splitsing der geesten. Aan de noordkant van de rails ligt het oude dorp, daar wonen de Hoogkerkers. Hoogkerk-Zuid is een onderdeel van het dorp waarvoor die echte Hoogkerkers, die echte dorpelingen, zich een beetje generen. Daar staan de huizen te dicht op elkaar, er is een busroute dwars door het dorp en er zijn maar vier winkels: de apotheek, een supermarkt en een groentehal. En ook nog een slijterij. Nou, dat kan nooit goed zijn. De Hoogkerker is een opge- wekt en ook wilvaardig mens. Ook al zie je dat er niet direct aan af. Maar toch heeft men in de plaatselijke krant, de Reclame-Bode, een rubriekje ‘Pech onder weg’.

‘Zo, dus u heeft pech onderweg?’ ‘Ja, hij bleef zomaar staan.’ ‘Oké dankjewel, succes ermee.’

387 Tegen de A-7 ligt een stuk grond waarmee de echte Hoogkerkers niets te maken willen hebben. De kavels daar zijn verkocht aan Stadjers en andere vreemdelingen. En de enkele Hoogkerker die er een huis heeft gekocht, wordt met de nek aangekeken en vol achterdocht bejegend, terecht overigens. Deze nieuwe wijk heet Minerva en de straten zijn vernoemd naar schilders en dan met name naar de niet onverdienstelijke leden van de Groninger kunstkring De Ploeg. Zo is er ook een straat vernoemd naar Jan van der Zee. De echte Hoogkerkers hebben de bouw van deze huizen met argwaan gevolgd. En terecht, want ze hebben gelijk gehad, want het mag gezegd worden: in deze huizen kunnen nooit normale mensen wonen. Aan het begin van de Jan van der Zeestraat hebben Johan Meijering en Marije Breeuwsma een huis gekocht. Ze noemen het huis Kijkbungalow Minerva. Allerlei ideeën op het gebied van wonen zijn bijeengebracht. Zo mogen de bewoners zich bijvoorbeeld verheu- gen in het bezit van een badkamer met slaapgelegenheid, of andersom. Een aantal keren per jaar worden in de kijkbungalow Minerva exposities georga- niseerd. Kunstenaars van nationale en internationale naam en faam exposeren in een ruimte van het woonhuis. En in september 1994 was het weer zover.

Exposanten

Gesprek met Arie Zuidersma

Arie: Het is wel leren zien, je moet verschillen leren zien. En als je dat niet hebt, je hebt het of je hebt het niet. En opeens heb je het. En als je het hebt, dan word je gek. Dat is hij dus ook en zo moet je het hebben. En die mensen die moet ik hebben. En dan heb je dus ook nog dat ze dan aan je werk wen- nen en aan je stijl. En die komen regelmatig terug. Ik heb een vaste groep ei- genlijk, die altijd terugkomt. Ik heb ze ook in Holland, ik heb ze in Limburg. Er zijn mensen, die hebben een binding met een onderwerp. Maar die moet ik eigenlijk niet, hoor. Ik heb liever een binding met kunst. Het gaat mij om het schilderij en niet om wat het is, dat maakt me niets uit. Als ik een kerkje moet schilderen ergens of zo, dan gaat me dat niet om dat kerkje, maar om het geheel. Waar dat in staat en dat vind ik dan leuk. Maar niet omdat ik een boerderij en de boerderij van Jansen heb en dat vind ik

388 dan mooi. Nee, het gaat om het schilderij. Ik heb overal mijn contacten wel. Ik had eens een keer een paar mensen bij me. Ik dacht: dat zijn boeren, dat wordt niks hè. Dus die komen bij mij thuis, de hele avond. Ik zet er wat schilderijen neer en die zoon die zou dan een schilderij van me krijgen. Maar zegt die oude vrouw: “Dat vind ik ook wel een mooi ding, ja, vind ik ook wel mooi.” Maar die zoon had al eentje uitgezocht. Maar die oude man die zei helemaal niks. Hij keek wat en uiteindelijk zei hij: “Die vind ik prachtig, die koop ik!” Uiteindelijk gingen ze met drie schilderijen de deur uit. Ik dacht dat wordt niks hè, maar dat ging prima.

En dan heb ik felle kleuren en ze wennen er toch blijkbaar in zeer korte tijd aan. Acryl dat is de allernieuwste verf. Het is, nou, je kunt niet zeggen vervanging van olieverf, maar het lijkt er wel verdacht veel op. Acryl heeft het grote voor- deel dat als je buiten schildert, dat het meteen droog is. En dat je een tweede laag eroverheen kunt zetten, ook als je thuis schildert met acryl. Toen ik vroeger met olieverf schilderde, had ik een opzet en dan moest dat eerst drie dagen drogen. En dacht ik: wat doe je in die tijd. Dus dan begon ik met een ander en zo had ik er vijf, zes, zeven schilderijen staan die niet af waren hè. Maar met acryl, nou, je gaat maar even wat door. En het is kwalitatief uitstekend. Je hebt bijvoorbeeld als je een oud olieverfschilderij hebt en je zou hem naar binnen oprollen met de voorstelling naar binnen, dan heb je kans dat het gaat knappen, dat het gaat barsten. Dus je moet altijd een schilderij naar buiten oprollen. Maar met acryl is dat ook alweer niet nodig. Het heeft allerlei voordelen ...

Gerhard: Je weet natuurlijk niet hoe de kleuren zich over honderd jaar gedragen.

Arie: Dat weet ik wel. Alle verven die ik krijg die hangen altijd voor mijn raam. Ik maak allemaal staaltjes, van elke kleur, en die meng ik ook uit met wit, want bijvoorbeeld een karmijn is meestal niet echt licht. Maar als je die met wit uit- mengt en je hangt hem in de zon, dan verdwijnt die kleur toch wel enigszins. Maar niet als je hem puur gebruikt. En al die staaltjes maak ik en die snij ik dan doormidden. De helft gaat de kast in en de helft gaat in de zon, dat heb ik altijd. En dan vergelijk ik dat na een half jaar, of er ook kleurverschil in zit. En als er kleurverschil in zit, dan schrijf ik de fabriek. Zo en zo zit dat en dan gebruik je zo’n kleur niet...

389 Gerhard: Dat was Arie Zuidersma, een van de vier kunstenaars. De andere kunstenaars die deelnamen, waren Marietje Mazèl, Lo van der Linden en Frank Rosen.

Gesprek met Johan

Gerhard: Wat wil je nou eigenlijk met deze exposities bereiken?

Johan: Ik wil bereiken dat goede kunst betaalbaar en toegankelijk is voor een breed publiek. En kunst laten we zien in een woonsituatie, waar het in feite ook thuishoort, waar het aanvankelijk voor bedoeld is. Afgezien van dat het prachtig is hoor, dat we hele mooie musea hebben, maar er zit wel weer een grote drempel naartoe voor een breed publiek. En vooral vind ik het fantas- tisch om eraan bij te dragen dat mensen elkaar ontmoeten, met elkaar praten, met elkaar communiceren en vooral ook contacten kunnen leggen.

Gerhard: Jaja...

Johan: Ik hoop dan ook dat er daardoor allerlei bewegingen ontstaan in allerlei richtingen.

Gerhard: Probeer je met zo’n opening de zomer een beetje vast te houden?

Johan: Dat is wel een grote wens. Ik ben van de zomer en die kan voor mij niet lang genoeg duren of hoe zeg je dat, die mag van mij wel doorlopen. Ik moet ook aan het Franse klimaat denken en dan denk ik aan het avondgebeuren. Lange avonden op straat, converseren met mensen, jeu de boules, ja, heerlijk. Maar goed, dat lukt hier in Nederland niet altijd.

Gerhard: Wanneer er iets tentoongesteld wordt, hangt het echt in jouw huis hè? Heb je niet de begeerte om het vast te houden, om het niet weer af te staan aan de kunstenaar?

Johan: Ja, er zijn momenten dat het heel moeilijk is om afscheid te nemen van

390 een tentoonstelling. Dat gaat dan ook met pijn. Maar van de andere kant, ja, het is goed dat het beweegt, dat is heel belangrijk. Dat het verplaatst, dat het onder de mensen komt.

Gerhard: Ja, maar waarom bezorg je jezelf die pijn van het afscheidnemen steeds weer?

Johan: Ik kan het ook wel relativeren, dus zo zwaar zit het gewoon niet. Maar soms word je zo gepakt en dan creëert die kunst zo’n bepaalde sfeer in je om- geving en ja, dat is dan misschien een beetje menseigen, maar dan zou je dat het liefst nog een tijdje willen vasthouden, ja...

Gesprek met Frank Rosen

Frank: Er is al ontzettend veel kunst gemaakt. En nou ben ik me vanaf drie jaar bewust dat ik een kunstenaar wilde worden.

Gerhard: Vanaf je derde jaar?

Frank: Jaja. Echt, ik ben een van die mensen die wist dat hij dat wilde. Maar mijn punt is dat ik voortdurend denk als ik een beeld heb gemaakt: voegt het nou echt wat toe? Kom ik nou over Picasso heen? Wil ik over Picasso heen? Wil ik over Chagall heen? Dan denk ik van: er is al zo ontzettend veel, heeft het zin wat ik aan het doen ben?

Gerhard: Wat is jouw nobelste drijfveer, geldzucht?

Frank: Nou, een drijfveer is dat ik mijn gezin te eten wil geven. Nobel heeft daar niets mee te maken. Een drijfveer is opdrachten regelen en zorgen dat er brood op de plank komt.

Gerhard: Ja, maar ik bedoel nobel in relatie tot kunst.

Frank: Ja, dat is een heel interessant onderwerp, omdat je dan de afweging

391 maakt van: waarom maak je nou die zeefdruk, waarom maak je dat schilderij dan, waarom maak je dat beeld, alleen maar om het te verkopen? En dan zeg ik: nee, de opdracht regel ik voor het geld en dat probeer ik zo goed mogelijk te doen, naar eer en geweten. En de vrije kunst die ik dus ophang aan eigen geregelde opdrachten van een tentoonstelling, een deadline, daarvoor moet ik wel iets produceren...

Gerhard: Is de kwaliteit van het ene werk hoger dan het andere?

Frank: Nee, dat mag niet van mij.

Gerhard: Dat vroeg ik niet, ik vroeg niet of het mocht...

Frank: Nee, is ook niet zo...

Gerhard: Heb je die indruk van jezelf?

Frank: Nee, dat is niet zo. Het is wel zo dat onder de tijdsdruk soms een ge- voel me bekruipt van: hou ik mijn hoge standaard, mijn eigen eisen nog wel vast. Want ik moet acht beelden produceren en dit is nummer acht. Dus dat bekruipt me wel. Ik signaleer het en ik ben ook zover dat ik slechte beelden terugbreng naar de gieter en die worden weer gesmolten.

Gesprek met Marietje Mazèl

Marietje: Ik maak sieraden voor de mensen, ja.

Gerhard: Dus als er iemand bij je komt met een opdracht dan kun je dat doen?

Marietje: Ja, dan doe ik dat.

Gerhard: Waar let je op?

Marietje: Waar ik op let?

392 Gerhard: Bij zo’n persoon.

Marietje: Op alles, op de uitstraling, op de kleuren natuurlijk en dan toch ook op de wensen van die persoon natuurlijk.

Gerhard: Ja, zo’n steen zoeken, je schreef dat dat toch een hels karwei is, hè?

Marietje: Een steen zoeken, dat gebeurt in de hoofdzaak gevoelsmatig hè. Dat je vindt dat tóch een bepaalde steen bij iemand past. En als je hem dan ook nog zelf mooi vindt, dan zit je goed natuurlijk hè.

Gerhard: En welke steen zou bij mij passen, denk je?

Marietje: Oei, nou, een hele moeilijk vraag, wat zal ik zeggen. Een hele mooie gepolijste kiezelsteen of zo?

Gerhard: Wat, Marietje, komt de mens tekort volgens jou dat hij zich moet gaan tooien met sieraden?

Marietje: Ik denk niet dat die iets tekort komt.

Gerhard: Maar?

Marietje: Maar ik denk dat toch op de een of andere manier zijn persoonlijk- heid, zijn smaak, sterker naar voren kan komen door iets te dragen en dan, ja, dat heeft te maken met karakter. Ik krijg soms wel heel erg, dat mag ik mis- schien niet zeggen, de kriebels als ik mensen zie met heel veel gouden dingen. Met briljanten, die echt willen laten zien van ‘kijk mij eens!’ Dat is niet mijn bedoeling met het maken van sieraden. Dat is niet eh...

Gerhard: Je geeft niet de welstand aan van de mens?

Marietje: Nee, alsjeblieft niet, nee.

Gerhard: Maar, je geeft aan: het onderstrepen van de persoonlijkheid, dat vind ik erg vaag, eigenlijk.

393 Marietje: Vind je dat vaag? Nou, dat denk ik niet. Iemand die een speciale ring draagt, daarmee verander je, wordt je karakter versterkt.

Gerhard: Die verandert. Toch wel?

Marietje: Vind ik wel, ja.

Gerhard: Hebben stenen magische eigenschappen? Of geloof je daar niet in?

Marietje: Ja, daar geloof ik heel sterk in. Ik werk er zelf iedere dag mee, ik voel het echt...

Gerhard: Wat is de magie van een steen?

Marietje: Kun je dat omschrijven? Kun je dat zeggen?

Gerhard: Jij werkt ermee, probeer het eens.

Marietje: Ik voel het. Ik kan soms helemaal niet ophouden. Ik moet soms een steen nemen om hem te slijpen.

Gerhard: Zo’n steen manipuleert jou?

Marietje: Tot op zekere hoogte ja, dat vind ik wel. Want als ik dus een ma- lachiet in mijn handen heb, de vorm, het gewicht, ja, waarschijnlijk ook het materiaal waaruit het is samengesteld, dat doet iets heel speciaals met me. Niet iets wat ik dus echt kan omschrijven, maar iets waardoor je niet kunt ophou- den voordat het klaar is. En ook gewoon de schoonheid ervan als het geslepen is of ook niet-geslepen. Fascineert ontzettend.

Gesprek met Lo van der Linden

Gerhard: Wat zijn de wetten van de beeldhouwkunst?

394 Lo: Ja, nou ik heb weleens iets in die richting gezegd. En er zijn natuurlijk algemene wetten, überhaupt voor schoonheid, lijkt mij.

Gerhard: Noem eens een paar.

Lo: Nou, dat zou ik niet direct onder woorden kunnen brengen, maar ik denk toch dat je... Sommige dingen worden algemeen als lelijk ervaren. Andere dingen als absolute schoonheid. Je kunt natuurlijk flauw zijn, je kunt aan het menselijk lichaam denken. Een lichaam voor ons mannen speciaal, dat wordt als algemeen schoon ervaren. De natuur of een boom. Er zou niet snel iemand zijn die zegt ‘gatverdamme, wat een lelijke boom is dat’. En van zulke dingen hè, dat noem ik dan de algemene dingen. En in de kunst speciaal, daar zijn ook academies waar ik dan vijftien jaar heb rondgelopen om die jongens dan ook nog wat bij te brengen op dit gebied. Dan verengt het zich al naar de beeldende kunst en dan krijg je bepaalde wetten. Denk aan de gulden snede of zo, dat soort dingen. Maar wat ik eigenlijk bedoelde, wat er dan geschreven staat, is dat je voor jezelf wetten legt en die zijn verrekte streng denk ik, maar ik geloof niet dat ik ze kan omschrijven.

Gerhard: Op een schroothoop telt de bruikbaarheid van een voorwerp niet meer. Omsmelten en hergebruik voor industriële doeleinden acht je respect- loos voor het materiaal. Naar wie moet het respect uitgaan bij het beschouwen van een voorwerp op de schroothoop, naar de maker, naar het materiaal, naar de oorspronkelijke bedoeling?

Lo: Nou, kijk, dat verschilt hè. Op zo’n schroothoop ligt natuurlijk enorm veel door elkaar hè. Je zult mij niet gauw iets van een oude auto zien maken, tenzij die heel oud is. Maar het gewone normale gebruiksspul, of wasmachi- nes, noem maar op, dat is allemaal... Dat is totaal onbruikbaar. Waar ik op uit ben, zijn dingen die toch op een of andere manier, en dat hoeft niet eens per se oud te zijn, een soort historie achter zich hebben waar je aan ziet dat ze echt gebruikt zijn en dat ze het hebben uitgehouden. Die zo solide waren, bij wijze van spreken, dat er generaties mee gewerkt is.

395 Gerhard: Gietijzer...

Lo: Ja, en dat bedoel ik met historie en dat zit opgeslagen in het ijzer. En dan vind ik het bijvoorbeeld ook nog heel interessant als dat ding al, als die machi- ne waar het van is, als dat al kapot is als het bij die schrootman aankomt. Dat ik niet voor het dilemma sta dat ik het zelf nog een keer moet gaan vernietigen. Want dat is vreselijk onprettig.

Gerhard: Welke affiniteit heb je nou met metaal?

Lo: Nou, kijk, het komt weleens voor dat je bijvoorbeeld van iemand die je dan goed kent, hoort ‘ik heb dit of dat moois gezien’ en die komt dan met een complete antieke aardappelrooimachine of weet ik veel wat en dat vind ik ge- woon doodzonde om dat ding dan uit mekaar te halen. En dat bedoel ik met: ik vind het veel leuker als het al kapot is of gesloopt is, zodat je dat ding ook alleen nog maar in onderdelen herkent en dan wordt het voor mij interessant.

Gerhard: In hoeverre is voor jou interessant het toeval van de dingen die je vindt voor de uiteindelijke bestemming die je als nieuwe compositie wil gaan maken? Laat je je door de oorspronkelijke vorm, het oorspronkelijke idee ach- ter het ijzer beïnvloeden of probeer je het toch een hele nieuwe bestemming te geven?

Lo: Het wordt een nieuwe bestemming. Ja, zeer zeker wel. En daar komt nog bij dat ik het geheel ook behandel als een beeldhouwer. Dus ik ben eigenlijk dan toch een vrome man en niet zozeer een verteller, een poëet of zo, een schrijver, hè. En dat ik me laat inspireren door het oorspronkelijke gebruik van dat apparaat of delen van dat apparaat, dat vind je eigenlijk nergens meer terug. Dus het worden gewoon nieuwe dingen.

Gerhard: Voor zo’n tentoonstelling is altijd van alles te doen, op de vroege morgen, vanaf de late avond die dag ervoor. En het is inderdaad ook een hele voorbereiding geweest. We kunnen daar iets van laten horen. We zouden zeggen, dit eigenlijk is deel drie, deel twee en deel vier samengevoegd. De voorbereiding dus eigenlijk.

396 Voorbereiding

Gerhard: Dit is het orkest?

Gerrit: Orkest? Nou nee, wij zijn een performancegroep.

Gerhard: En wat is precies het verschil tussen een performancegroep en een orkest?

Gerrit: Nou met een orkest worden instrumenten gebruikt die bestaan en wij spelen voornamelijk op instrumenten die hebben bestaan, maar totaal zijn om- gevormd. Het is een happening. Er is een muziekstuk van geschreven, maar het is niet gebruikelijke muziek.

Gerhard: Ben heel benieuwd, hoe heet het?

Gerrit: Hoe heet het, ‘De Verbondenheid’ heet het hele gebeuren. En je hebt hier verschillende partituren staan zoals je ziet, en die hebben verschillende namen. Die noemen wij verder ook niet op.

Gerhard: Hoe laat beginnen jullie te spelen?

Gerrit: Half een spelen wij.

Gerhard: Uitstekend. O, en de naam van de groep?

Gerrit: De naam van de groep? Er is geen naam.

Opening

Johan: Ik wil jullie allemaal heel hartelijk welkom heten, mede namens mijn partner Marije Breeuwsma, waar is Marije?... Die is even naar het toilet, maar die komt zo weer terug. Voor degenen die mij nog niet kennen: mijn naam is Johan Meijering en Marije en ik wonen hier samen in dit huis en dat hebben

397 we genoemd Kijkbungalow Minerva. En vandaag is het feest. We bestaan van- daag drie jaar met ons vrijwilligersproject en ik vind het fantastisch dat jullie hier in groten getale naar Hoogkerk zijn gekomen. Overal vandaan. Ik heb mensen uit Duitsland getroffen, uit Amsterdam, uit Zeeland zijn ze erbij en natuurlijk ook uit het Noorden. Maar fantastisch dat jullie hier allemaal op dit moment aanwezig zijn. En ik hoop dat jullie ook een fantastische middag zul- len beleven. Ik wil toch even een aantal mensen, ik zal het niet al te lang hou- den, maar ik zal toch even een aantal mensen noemen. In het bijzonder wil ik graag voorstellen, allereerst Henk Pijlman, die staat hier voor me. De kersverse wethouder van Cultuur van Groningen, en die gaat de tentoonstelling openen en het feit dat we drie jaar bestaan. En hij gaat daar een verhaal over houden na mij. Henk, fijn dat je er bent. Je hebt nog meer verplichtingen, dat hoort zo bij een wethouder. Dus jij zit ook op tijd. Nog een paar opmerkingen. In de kijkbungalow mag niet gerookt worden en mogen geen naaldhakken ge- dragen worden. En verder geef ik nu het woord aan Henk Pijlman, wethouder van Cultuur, die deze expositie gaat openen. Ik dank jullie wel.

Henk: Beste Johan, beste Marije. Ik denk dat ik maar kort spreek. Maar gefe- liciteerd dat jullie voor het derde jaar je eigen huis openstellen voor ons...

Gerhard: De poppenspeelster Freya Noest brak in tijdens de speech van Henk Pijlman.

Katrijn: Meneer Pijlman, meneer Pijlman, alstublieft, mag ik even met u pra- ten? Moet je toch horen ...

Jan Klaassen: Katrijn, dat moet je toch echt niet doen hoor, met die kunsten- makers.

Katrijn: O, meneer Pijlman, moet u horen, mag ik misschien hier mijn schil- derij ophangen?

Henk: Ja, kijk, er hangt hier verantwoord werk.

Katrijn: Ja, maar meneer, mijn werk is heel erg verantwoord.

398 Henk: Weet je wat, vraag het Johan.

Katrijn: Wie is Johan?

Henk: Johan die staat daar.

Katrijn: Waar woont-ie? Waar woont Johan?

Henk: Die woont hier.

Katrijn: En hoe heet die straat?

Henk: Weet je dat niet?

Katrijn: Nee...

Henk: Hoe ben je hier dan gekomen?

Jan Klaassen: Ja, eh... Dit is de Zeedijk.

Katrijn: Niet waar, hoe heet deze straat, meneer Pijlman?

Henk: Nou, je zit bijna goed. Straat, als je dat nou achter Zee doet.

Katrijn: Het is de Jan van der Zeestraat, niet de Zeedijk.

Jan Klaassen: Ja, maar je weet toch, Katrijntje, artiesten dat zijn toch allemaal viezeriken.

Katrijn: Hoe kom je daar nou bij? Kijk eens even rond, zeg. Het zijn allemaal keurige mensen. Hier, moet je eens even kijken, prachtige mensen, keurig gekleed. En ze ruiken zalig naar bloemetjes. Jan Klaassen, zit niet te zeu- ren. Naar huis terug in de poppenkast. Jan Klaassen, je moet niet zo zeuren. Meneer Pijlman, zeg tegen hem dat het allemaal veilig is hier. De fiets zelfs van die mevrouw, die werkt toch ook?

399 Henk: Ja, en nog wel bij de gemeente, dus dat zit wel goed.

Katrijn: Ja, en wat doet die mevrouw dan voor werk?

Henk: Ik heb geen idee, maar allemaal nuttige zaken.

Katrijn: Ja, maar wat doet ze voor werk, hoe heet dat precies?

Henk: Ze is een ambtenaar...

Jan Klaassen: Een ambtenaar. Ik zal het vertellen. Die mevrouw die werkt dus als coördinatrice bij het Aidsfonds. Je moet hier weg, zie je wel, ik heb het nog gezegd... Aids aids aids, dat kan toch niet. Je moet hier echt weg...

Katrijn: Jan Klaassen, je moet nou ophouden. Kunt u mij misschien even voorstellen dan aan die meneer Johan Meijering?

Henk: Zal ik dat eens even doen? Kijk eens, die staat achter u.

Jan Klaassen: Ah, Katrijntje, kijk nou toch, wat ga je nou beginnen?

Katrijn: Bent u meneer Meijering?

Johan: Ja, ik ben meneer Meijering, dag. Wat gezellig.

Jan Klaassen: Dat zie je toch zo, dat zie je toch zo dat dat een hele erge grote griezel is. Katrijn, kom nou toch mee, het is hier niet veilig.

Katrijn: Ach Jan Klaassen, je moet niet zo zeuren. Gewoon geëmancipeerd zijn en een eigen kunstwerk hier ophangen. Meneer Meijering, alsjeblieft, mag ik hier wat ophangen?

Johan: Lijkt me heel spannend als je hier wat ophangt, maar we zouden het heel graag willen zien, heb je het kunstwerk meegenomen?

400 Katrijn: Ja, ik heb het kunstwerk meegenomen...

Jan Klaassen: Katrijn, trap er nou niet in.

Katrijn: Jan Klaassen, als je nou niet ophoudt ... BAF...

Jan Klaassen: O, wat is dat verschrikkelijk zeg. O hemeltje, moet je nou toch eens even kijken, wat gebeurt daar allemaal?

Freya: De mensen stonden allemaal onder een paraplu dus, en ja, was gewoon een beetje jammer omdat de poppen kletsnat werden en veel geluiden, bijge- luiden en zo. Ja...

Gerhard: Ja, haalde dat je uit je concentratie of heb je zoiets van ‘het is iets wat ik moet doen’? Heb je van tevoren een plan gemaakt? Je wist dat je in moest gaan breken?

Freya: Jajaja, een scenario, maar ook tegelijkertijd een choreografie, want die pop moet daarheen en die pop moet daarheen en zus en zo en dan moet ik met die praten en die praten. En zo gaat dat steeds op en neer.

Katrijn: Echt waar, kijk, het zit in een krantenpapiertje, ziet u wel? Hé, wat is dat nou? O nee, mijn kunstwerk, o meneer Meijering, o meneer Meijering, mijn kunstwerk. Waar is het gebleven? O meneer Meijering. Regionale brand- weer, wat is dat nou volleybal, o meneer Meijering, alsjeblieft...

Johan: Dit was Freya Noest uit Zoutkamp.

Henk: Maar ik zou het kort houden... Het wordt weer droog dus ik ga er nu eens even echt voor staan. Ik wilde jullie complimenteren, maar ik wilde ei- genlijk ons ook complimenteren, want wij hebben geluk gehad, want Johan en Marije zouden dit initiatief eigenlijk maar twee jaar laten duren. En het is nu het derde jaar dat ze hun eigen huis op deze manier voor ons allemaal openstellen. En ik vind dat eigenlijk heel fantastisch, want waar maak je zoveel gastvrijheid mee? Mijn jas bijvoorbeeld ligt nu op het echtelijke bed. En ik

401 ben net even door het huis gelopen en er hangt echt en er staat echt fantastisch werk. Jullie hebben denk ik een mooie verbinding gelegd met Zuidersma van zeg maar De Ploeg, naar kunst uit de omgeving en kunst uit de verdere om- geving. Er is echt heel mooi werk bij, dat op een hele speciale manier wordt getoond. De tentoonstelling is geopend.

Johan: Mag ik nog heel even? Henk, heel hartelijk bedankt voor je mooie woorden. Jullie vroegen nog of wij een wens hadden omdat we drie jaar be- staan. Nou, die hebben we. En ik ben blij dat je er nog even bent. Onze grote wens is dat er meer kunst komt in Hoogkerk. Want wij zijn inmiddels even op stap geweest in Hoogkerk en toen kwamen we twee kunstwerken tegen. En Hoogkerk is een wijk van Groningen en hier wonen tienduizend mensen en we zijn toen naar de binnenstad gegaan en daar wonen misschien vijfduizend mensen en daar kwamen we tegen: 251 kunstwerken. En toen dachten we: er klopt helemaal geen zak van, dat is niet eerlijk. Dat is onrechtvaardig, dat is achterstand. Wij willen meer kunst en wij wonen in Minerva, wij wonen in de Ploegbuurt. Minerva betekent godin der schone kunst en wijsheid en dap- perheid. En dapperheid is, als het gemeentebestuur zegt ‘wij zetten Hoogkerk stampvol kunst, prachtige kunst’! Hier staat er één, deze mag blijven. Deze gaat hier niet meer weg...

Artiesten

Johan: Verder wil ik alle artiesten even voorstellen, en dat zijn er nogal wat. De actrice Freya Noest, waar is Freya? Daar is Freya. Freya die komt uit Zoutkamp, dat ligt ergens in het noorden van Groningen, half uurtje onge- veer. En Freya die heeft een eigen theater en dat heet Eya Popeya. Freya die gaat iets doen, wat, dat weten we absoluut niet, dat hoort ook bij een actrice. En verder wou ik even voorstellen: Nelly Ploeg. Die komt uit Visvliet en die heeft ook een eigen theater, is helemaal te dol om daar een keer heen te gaan. Ook een half uurtje hè Nelly, hiervandaan? Ongeveer...

Nelly: Ja...

402 Johan: Met de trein ook bereikbaar?... Met de trein ook bereikbaar. En zij vormt samen met haar partner een duo en ze heten de Bizzy Lizzy’s en die komen dan uit Amsterdam samen. Ik hoop dat jullie het nog kunnen volgen, Visvliet, Amsterdam. En jullie hebben hen vermoedelijk al zien optreden, fijn dat jullie er zijn. Dan wil ik even noemen de Groninger studentenband, zigeu- nerband Bikavér. Jullie hebben ze al horen spelen. Fijn dat jullie er zijn, fantas- tische muziek, prachtige kledij. En Bikavér, dat betekent stierenbloed. Bikavér dat is een wijnsoort in Hongarije en vrij vertaald betekent het: als je veel wijn drinkt, dus veel Bikavér drinkt, word je ontiegelijk sterk. Vermoedelijk zijn ze heel sterk en ook heel slim. Dan hebben we nog een artiest, of meerdere artiesten. Dat is de Groninger beeldend kunstenaar en artiest Gerrit Breuker, daar staat-ie. Dag Gerrit, welkom. En die gaat met twee maatjes optreden, met een componist en musicus, en dat is Steven Pietersma. Even kijken, waar is Steven, dat is Steven. Verwar hem niet met Steven Spielberg, dat is een an- dere, hebben toch wel iets van elkaar. En verder staat er nog een psycholoog naast, dat is Björn Dirksen. Ook welkom, Björn. Interdisciplinair hier. En dit trio, die gaan dus iets bijzonders doen, na Henk Pijlman. En die gaan een performance doen, een act. Dat is de verbondenheid en schrik niet, dat is een wereldprimeur. En dat vindt allemaal plaats hier in Hoogkerk.

Ten slotte wil ik nog even noemen de beeldend kunstenaar Arie Zuidersma. Arie, ik ga je nu even voorstellen als artiest, want hij gaat spelen op zijn key- board, samen met zijn vriend Cor Knoop. Jullie gaan je terugtrekken in een ruimte in de kijkbungalow. Fantastisch. Ik heb Henk Boogaard nog niet ge- zien, die komt uit Apeldoorn, maar dat zal ongetwijfeld file zijn. Misschien moeten we even Apeldoorn bellen, maar Henk Boogaard is een liedjeszanger, componist, tekstschrijver en een malloot. Dus misschien komt hij nog.

Ik moet nog een paar noemen, Gerhard en Jeannet Klaassen, waar zijn ze?... Hier, sorry. Zij vormen samen al jarenlang een duo en zij maken een bijzon- dere reportage van dit hele gebeuren. Een audioreportage die tegen onkos- tenvergoeding te koop is, en er ligt een folder in de ontvangstruimte om mee te nemen. U kunt hem bestellen, wordt heel speciaal. Daar zijn ze weken, nachten mee bezig. Maar dat wordt helemaal te gek. Verder wil ik Jan-Willem Douma nog even noemen met zijn videoapparatuur. Ook trouwe gast in de

403 kijkbungalow. Jouw naam ben ik even kwijt... Hallo?... Harm Schuren. Harm Schuren komt plotseling binnen met zijn apparaat, prachtig, en is helemaal in trans dus. Ik wou de familie Osmani even voorstellen, die hebben wekenlang geoefend en hebben allerlei hapjes gemaakt. En die zijn tegen redelijke kosten hier verkrijgbaar. Het zijn Molukse hapjes, helemaal traditioneel, origineel bereid en het schijnt je van het te zijn.

Gerhard: Een van de andere artiesten, Nelly de clown, een moeizaam gesprek.

Gerhard: Je spreekt in het geheel niet, je mimet alleen.

Nelly: Ehm... Nee hoor, ik heb alleen mijn mond vol en dit is lastig spreken, maar goed.

Gerhard: Wat dacht je toen je van Johan de uitnodiging kreeg om hier een act te gaan doen?

Nelly: Ik dacht: het is een hele ongewone uitnodiging. En het lijkt me heel erg leuk om te doen in ieder geval. Een niet-theatergebonden situatie, niet echt een hele voorstelling van een uur of zo. En een gelegenheid voor ons om ons weer eens lekker te laten gaan om wat nieuws te bedenken, speciaal voor de gelegenheid. En dat is ook ontzettend leuk om te doen.

Gerhard: Wat ik gezien heb, is dat je je kostelijk vermaakt met het publiek hè?

Nelly: Met het publiek?

Gerhard: Niet?

Nelly: Ja ook, ook ja, lekker kijken naar het publiek natuurlijk, dat hoort bij ons vak hè?

Gerhard: Ik vind het zo leuk. Ik vind het ook goed wat jullie doen, omdat je je mengt tussen het publiek. Je wordt een deel van het publiek, terwijl je toch erbuiten staat en je trekt de aandacht. Niet alleen door de make-up, maar

404 ook door wat je doet hè. Laat je dat afhangen van het moment, of heb je dat bestudeerd?

Nelly: Nou, dit soort dingen dat laten we wel afhangen van het moment. Het is ook niet zo nadrukkelijk eigenlijk hè. Dat gebeurt vanzelf, omdat wij ook in een rol zijn, uiteraard. Met collega’s ben je eigenlijk altijd in een rol. Maar het is dan ook moeilijk om niet al te nadrukkelijk de hele tijd ermee bezig te zijn, want dan ben je dus uren aan het stuk aan het spelen. Dat is ook weer niet de bedoeling.

Gerhard: Ik zal even uitleggen wat er toen precies gebeurde. Stefan Pietersma, Björn Derksen en Gerrit Breuker maakten een performance, waarbij het pu- bliek mee moest werken. Het publiek werd verbonden met de mindraad, waarbij de drie heren zichzelf met de plusdraad verbonden en zo op het blote vel contact maakten, waardoor de verschillende tonen in de lucht in trilling werden gezet. Of eigenlijk wordt de lucht natuurlijk in trilling gezet, waar- door verschillende tonen ontstaan. Dit is de performance. Het publiek dat aanvankelijk bang was geëlektrocuteerd te worden, werkte vreselijk mee aan deze performance. De weinige variatie werd later wel wat opgevuld. En zo ontstond er op een bepaalde tijd een soort muziekstuk.

Publiek

Gerhard: Waar komt u vandaan?

Bezoekster: Uit Zuidbroek.

Gerhard: En komt u speciaal voor de opening?

Bezoekster: Nou, we hebben dus een uitnodiging gekregen van Johan, ik ben dus een fan van Johan. En alle openingen ben ik hier aanwezig geweest.

Gerhard: Uiteraard ja, wat vindt u van deze speciale opening?

405 Bezoekster: Heel mooi.

Gerhard: Wat spreekt u het meest aan?

Bezoekster: De entourage, de combinatie van beelden. En de kunst die dus goed verweven wordt met elkaar.

Gerhard: Ben u zelf kunstenaar?

Bezoekster: Ik schilder graag, ja. Ik ben niet van professie kunstenaar op een doek. Maar ik heb wel les bij Arie Zuidersma.

Gerhard: O leuk, prima, schitterend, oké. Bedankt.

Gerhard: Dag, waar komt u vandaan?

Bezoekster: Uit Groningen.

Gerhard: Dag, waar komt u vandaan?

Bezoekster: Ik kom uit Groningen.

Gerhard: Groningen. En waarom bent u naar deze tentoonstelling gekomen?

Bezoekster: Omdat ik het altijd leuk vind om bij openingen te zijn. Te kijken wat ze bieden.

Gerhard: Überhaupt openingen?

Bezoekster: Ja, galeries, en dat vind ik altijd heel leuk.

Gerhard: En u gaat gewoon mee?

Bezoeker: Wij zijn heel erg geïnteresseerd in kunst.

406 Gerhard: Wat spreekt u het meest aan? Sieraden, bronzen beelden, ijzeren constructies?

Bezoekster: Moderne kunst. Dat vinden wij... Dat spreekt ons het beste aan. Maar eigenlijk alles.

Gerhard: En waarom moderne kunst? Want dat u daar zelf invulling aan kunt geven, die uw eigen emoties misschien een beetje...

Bezoekster: Inderdaad, voor thuis, daar zoeken we nog steeds het een en an- der. En als je dus naar verschillende galeries gaat, dan heb je ook allerlei andere keuzes.

Gerhard: U komt dus om zich te oriënteren, eigenlijk?

Bezoekster: Ja, ik vind de inrichting hier ook ontzettend leuk. Zoals ze dat hier opgebouwd hebben. Zoals ze zo’n standaard huis hebben ingevuld vind ik ook heel knap.

Gerhard: Is dit de eerste keer dat u naar deze kijkbungalow komt?

Bezoekster: Ja, hier ben ik voor het eerst nu, ja. En we vinden het leuk.

Gerhard: Het is een heel eigen idee natuurlijk... Heeft u nu ook ideeën opge- daan?

Bezoekster: Nou, we zijn er net, dus nog even nadenken. En ook zo’n tuin, ik hou heel erg van schoonheid en kleur. Mooie dingen dus. Alles neem je mee, zowel de inrichting, tuin, omgeving. Dat je van iets eenvoudigs toch iets moois kunt maken.

Gerhard: Oké, veel plezier!

Bezoekster: Dankuwel.

407 Bezoeker: Ik kom uit De Kwakel.

Gerhard: En dan moet ik even informeren waar dat ligt.

Bezoeker: De Kwakel ligt tussen Amstelveen en de Westenderplas.

Gerhard: En waarom bent u naar deze expositie gekomen?

Bezoeker: Ik kom uit Amsterdam, dat is een ander verhaal dan ook.

Gerhard: En waarom bent u naar deze expositie gekomen?

Bezoeker: Omdat wij Marije kennen.

Gerhard: Niet om de kunst maar om de persoon?

Bezoeker: Om de persoon.

Bezoekster: Maar dat gaat dan ook vaak samen.

Gerhard: Wat vind je nou het meest aansprekend hier? Sieraden, bronzen beel- den, ijzeren constructies?

Bezoekster: Ik vind de bronzen het mooist. Van Frank Rosen. Absoluut, ja echt.

Bezoeker: Ik kan met de ijzeren constructies geen kant op. Lo van der Linden, dat lukt dus niet, maar Arie Zuidersma, die schilderijen, dat spreekt me wel aan. Het is wat moeilijk hier en daar, maar sommige zijn erg plezierig om je heen te hebben. Maar de bronzen van Frank Rosen, buiten, die zie ik wel zit- ten. Die zou ik wel willen hebben.

Gerhard: Heb je gekeken naar de sieraden van Marietje Mazèl? Wat vond je daarvan?

408 Bezoeker: Ja, lief, maar te grof...

Gerhard: U bent pas aangekomen?

Bezoekster: Ja.

Gerhard: Vindt u het leuk, zo’n opening? Met performances van artiesten en zo?

Bezoekster: Jaja, alleen dan is het allemaal erg dicht op elkaar hè. Voor in een gewoon huis bedoel ik, anders zou je Het Kruithuis moeten huren of zo.

Gerhard: Wat vindt u van het idee van zo’n kijkbungalow openstellen voor je?

Bezoekster: Dat vind ik heel leuk.

Gerhard: Zou u het zelf willen doen?

Bezoekster: Ik weet niet of ik nou zo Jan en allemaal over de vloer zou willen hebben, maar ik vind het wel leuk.

Gerhard: Waar komen jullie vandaan?

Bezoeker: Ik kom van Maastricht.

Gerhard: Je komt voor het werk van Lo van der Linden?

Bezoeker: Ook, ja.

Gerhard: Wat nog meer bijvoorbeeld? Waarom ga je naar zo’n opening in een huis en een woonhuis?

Bezoeker: Misschien omdat ik zelf ook kunstenaar ben.

409 Gerhard: Wat is jouw discipline?

Bezoeker: Beeldhouwer.

Gerhard: Je bent geïnteresseerd in sculpturen in het algemeen?

Bezoeker: Uiteraard.

Gerhard: En wat spreekt jou dan aan? Wat voor werk maak je zelf?

Bezoeker: Ik maak zelf vrij monumentaal werk, in brons of in steen.

Gerhard: Ja, zou je ook weleens iets willen exposeren in zo’n huis, eigenlijk, want dit is natuurlijk iets heel unieks hè, dat het in een huis gebeurt, of niet?

Bezoeker: Ja, dit is ook heel uniek, maar ja, je moet wel de ruimte ervoor heb- ben om het te doen en ook durven hè. Om je huis open te stellen voor allerlei wildvreemde vogels die allerlei dingen hier neer gaan zetten.

Gerhard: Denk je dat de kunst hier goed in het woonhuis tot uiting komt?

Bezoeker: Ik denk het niet altijd. Ik denk toch dat het erg veel is.

Gerhard: Ja, want jij werkt monumentaal, dus jij hebt grote ruime pleinen in gedachten en zo.

Bezoeker: Dat niet eens zozeer. De rust is natuurlijk heel belangrijk, of het nu een groot of klein werk is. En dat is vaak het probleem, dat vind ik hier ook het probleem.

Gerhard: De rust?

Bezoeker: De rust, sommige werken verdienen rust. Als je hierachter kijkt, daar hangen twee van die kleurrijke schilderijen, daar heb ik dan zo mijn be- denkingen bij.

410 Gerhard: Maar het is toch een concentratie van kwaliteit, dacht ik. Ik wil je geen woorden in de mond leggen.

Bezoeker: Tuurlijk, ja, dat is het ook.

Gerhard: Oké, hoe is je naam?

Bezoeker: Van Bergen.

Gerhard: In?

Bezoeker: Maastricht.

Vakbroeders

Kunstenaar:... maar ook in Kunsthuis de Permanente hebben we dat soort ex- posities. Dan moet je dus ook daarvoor wel alles op papier hebben.

Arie: Je moet alles op papier hebben, ja.

Kunstenaar: Ik doe dat zelf dus niet, maar mijn vriend die regelt dat dus al- lemaal.

Arie: Jaja, ik hoop dat hij het goed doet! Wat ik allemaal moet hebben van de mensen en zo, nou...

Kunstenaar: Wij zijn vaak nog te weinig zakenman.

Arie: Ja, ik ben helemaal geen zakenman. Ik geef soms twee schilderijen mee aan mensen die bij mij thuis komen. En dan denk ik: in die mensen heb ik helemaal geen interesse. En dan laat ik ze even zien en zeg ik ‘hou ze maar veertien dagen’. Die komen altijd terug hoor. Één enkele keer niet, nou, dan ben je de schilderijen kwijt.

411 Kunstenaar: Ik doe dat ook wel, maar dan ga ik dus mee. Dan is het een kwes- tie van even zien of het past, qua grootte, qua kleur. Bij hen in de woonkamer. En dan ga je onderling dus wat wisselen. En uiteindelijk wordt er een besluit genomen van ‘we kunnen dit wel gebruiken’.

Arie: Ja, zo kan het ook natuurlijk. Beter, ja, dat is wel beter. Maar, zoals ik dat doe, dat is een beetje waardeloos.

Gerhard: Waar komt u vandaan?

Kunstenaar: Ik kom uit China.

Gerhard: Komt u apart voor deze vergadering uit China, of niet? Voor deze opening?

Kunstenaar: Nee, ik woon nu in Groningen.

Gerhard: In Groningen, en waarom bent u naar deze opening gekomen?

Kunstenaar: Ik ben kunstenaar.

Gerhard: U bent kunstenaar? En wat is uw discipline, wat werkt u? Schilder?

Kunstenaar: Schilder.

Gerhard: En u exposeert ook?

Kunstenaar: Ja, in het centrum, in Kunsthuis De Permanente.

Gerhard: Op de Grote Markt?

Kunstenaar: Ja, boven de winkel van Jansen & Jansen.

Gerhard: Ja precies, is leuk.

412 Kunstenaar: Kent u hem wel? Arie Zuidersma?

Gerhard: Jawel, ik ken hem wel. Heeft u hier veel werk gezien? Wat vindt u van het werk van Arie Zuidersma?

Kunstenaar: Ik vind het beeld mooi. Ja, die beelden. Heel mooi. Sommige schilderijen ook.

Gerhard: Oké, wat was uw naam?

Kunstenaar: Mijn naam is Tang Wei.

Gerhard: En u komt uit China?

Kunstenaar: Ja.

Gerhard: Oké, bedankt.

Kunstenaar: Graag gedaan.

413

47. Zwartwoud Hoza Designprijs

In hoofdstuk 43 staat beschreven dat ik op 27 april 1994 oprichter en voorzit- ter werd van de stichting De Permanente. Een van de eerste activiteiten was het zoeken van kandidaat-bestuursleden. Mijn voorkeur ging uit naar minimaal vijf bestuursleden. Dit lukte wonderwel. Uit mijn relatiebestand kwamen ze één voor één tevoorschijn. Er werd subsidie aangevraagd en er moesten spon- soren worden gezocht.

Het eerste contact dat ik legde met een mogelijke kandidaat-sponsor was het bedrijf Zwartwoud Hoza Sales BV in Hoogkerk. Ik maakte rond de zomerva- kantie een afspraak met de heer Ludo Zwartenkot, directeur van dit bedrijf. Het werd een bijzonder openhartig gesprek.

Onder het genot van een kopje koffie vertelde hij mij dat het van oorsprong familiebedrijf Zwartenkot & Van der Woude’s Machinehandel was uitge- groeid tot een metaalverwerkend bedrijf met een jaaromzet van ca. 50 miljoen en ruim 180 medewerkers. De producten van verkooporganisatie Zwartwoud Hoza Sales werden gepresenteerd onder de merknamen Hoza (rolcontainers), Zwartwoud (balies en winkelinrichtingen) en Zettoe (kantoormeubilair). Het bedrijf heeft twee vestigingen, in Groningen (Hoogkerk) en Scheemda.

Ik merkte aan alles dat de heer Zwartenkot bijzonder trots was op de onder- neming en haar medewerkers. Op mijn belangstellende vraag wanneer het bedrijf was opgericht, hoelang het bedrijf al bestond, kwam direct het ant- woord. Het bedrijf stamde uit het jaar 1924. Het was niet moeilijk om ter plekke, zonder rekenmachine, uit te rekenen dat het bedrijf in 1994 zeventig jaar bestond. Ik verwachtte dat er ook iets verteld zou worden over de viering van het lustrum. Dat gebeurde niet. Toen begon ik er zelf maar over en vroeg aan de heer Zwartenkot: “Wat doen jullie zoal met dit heuglijke feit?” Het werd al snel duidelijk dat er binnen het bedrijf niet aan was gedacht. Op zich niet verwonderlijk als je als onderne- ming zoveel bruisende activiteiten hebt.

415 Ik adviseerde om een open dag te organiseren voor relaties en belangstel- lenden. De heer Zwartenkot hoefde daar niet over na te denken en vond dat meteen een heel goed idee. Hij vroeg me of ik die dag wilde organiseren en de leiding hiervan op mij wilde nemen. Hij gaf mij daarin de vrije hand.

Ik voelde me zeer vereerd dat ik dit lustrum voor een gerenommeerd com- mercieel bedrijf uit Hoogkerk mocht organiseren. In overleg met het bedrijf schakelde ik Ron Visser van organisatiebureau Ront in en maakte samen met hem een programma voor die dag. Al brainstormend ontstond er een leuk idee: het instellen van een designprijs. De directie van het bedrijf zag dit helemaal zitten en besloot de Zwartwoud Hoza Designprijs in te stellen. De winnaar zou een bedrag van 7.500 gulden in ontvangst mogen nemen. Met het instellen van de designprijs wilde het bedrijf ontwerpers, vormgevers en kunstenaars stimuleren vernieuwende en innova- tieve meubels te ontwerpen. Het doel was de designprijs uit te bouwen tot een nationaal erkende wedstrijd voor meubelontwerpers.

Het jubileum van het bedrijf werd gevierd op 21 oktober 1994 en viel samen met enkele andere gebeurtenissen binnen het bedrijf: • het behalen van het ISO-9002 certificaat; • het winnen van de Groninger Ondernemingsprijs; • de instelling van de Zwartwoud Hoza Designprijs 1994; • de introductie van de nieuwe kantoormeubellijn Zettoe 3000.

Open dag Het werd een feestelijk middagprogramma op vrijdagmiddag 21 oktober 1994, dat bezocht werd door ongeveer vijfhonderd mensen. Een open huis waar ie- dereen van 14.30 tot 18.00 uur welkom was. Genodigden konden tijdens een rondleiding het gehele bedrijf zien en de inzendingen voor de designprijs be- kijken, die in de Montagehal geëxposeerd werden. Op het buitenterrein was een grote feesttent geplaatst.

416 Uitreiking Zwartwoud Hoza Designprijs 1994 De Zwartwoud Hoza Designprijs 1994, een cheque van 7.500 gulden, werd zaterdag 5 november 1994 in Kunsthuis De Permanente uitgereikt aan kun- stenaar Wout Wessemius uit Groningen.

Zwartwoud Hoza Designprijs Tongstoel (1e prijs)

417 418 419 420 421 422 48. Schrijfavond Amnesty International

Tot onze verrassing kregen we in het voorjaar van 1994 een verzoek van Amnesty International afdeling Hoogkerk, om een schrijfavond te mogen houden in de kijkbungalow. Dit in het kader van politieke moorden en ‘ver- dwijningen’. Ik wist niet dat de Hoogkerkers zich voor deze mooie organisatie inzetten. Amnesty International is een vereniging die de naleving van de mensen- rechten beoogt zoals die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechtendocumenten. Het symbool van de organisatie is een kaars met prikkeldraad, een verwijzing naar het motto ‘Het is beter een kaars aan te steken dan de duisternis te ver- vloeken’. Met afdelingen en individuele leden in meer dan 150 landen en een totaal van meer dan zeven miljoen leden en ondersteuners, is het ’s werelds meest verbreide mensenrechtenorganisatie. Gevangenschap, marteling en exe- cutie zijn de belangrijkste onderwerpen.

We voelden ons zeer vereerd en zeiden natuurlijk direct volmondig ja op dit verzoek. Ongeveer twintig mensen uit Hoogkerk kwamen op dinsdagavond 19 april 1994 op bezoek. Het was een bijzonder mooie avond, die zou duren van 19.30 tot 21.30 uur. En voorbeeldbrieven waren aanwezig. Mooi om te zien hoe de aanwezigen allemaal een plek uitzochten om in alle rust aan deze activiteit mee te werken. Na de serieuze inspanningen was het met elkaar, Hoogkerkers onder ons, nog een tijdje aangenaam vertoeven.

Aangenaam verrast waren we dat er in het najaar van 1994 een tweede ver- zoek binnenkwam. Op dinsdagavond 25 oktober 1994 kwam er een vervolg. Wederom een huis vol schrijflustige Hoogkerkers. Dit keer werden er kaarten verzonden aan de Servische autoriteiten, in het kader van noodhulp voor de Kosovaarse vluchtelingen.

423 424 49. Najaarsexpositie

Van 29 oktober tot en met 3 december 1994 exposeerden: • Jits Bakker (1937-2014) uit De Bilt, met bronzen beelden (buiten); • Marc Jonk uit Haarlem, met olieverfschilderijen en gouaches en • Gerda van den Bosch uit Zoeterwoude, met bronzen beelden (binnen).

De najaarsexpositie werd in het bijzijn van de exposerende kunstenaars of hun vertegenwoordigers op zaterdag 29 oktober om 12.00 uur geopend door Mirjam de Meijer, gedeputeerde Cultuur/Bestuurlijke Zaken van de provin- cie Groningen. Het Groninger duo Ottava Bassa en de troubadour Martin Kamerbeek uit Zuidhorn verzorgden de muzikale omlijsting.

Aanvankelijk had ik voor deze tentoonstelling Nic Jonk uit Grootschermer uitgenodigd, beeldend kunstenaar, vooral bekend geworden om zijn plastische beeldhouwwerken met rondingen, die in brons zijn gegoten. Voluptueuze beelden van mythologische voorstellingen van zowel vrouwen als dieren. Hij was ook actief als graficus, schilder en sieraadontwerper. In 1965 vestigde hij zich met zijn vrouw en zes kinderen in Grootschermer, om- dat hij op zoek was naar een grote werkruimte. Daar richtte hij de stichting Museum en Beeldentuin Nic Jonk op. Hij werkte het hele jaar door, dag in dag uit, ondanks dat hij kampte met hartklachten en jeugdreuma. Ter voorbereiding op deze expositie zocht ik Nic in de zomerperiode op in zijn atelier. Hij stelde voor dat zijn zoon Marc kwam exposeren. Volgens Nic was zijn zoon Marc de échte schilder binnen de familie Jonk. Ik wist op dat moment niet dat Nic ernstig ziek was.

Ongeveer een maand voor de expositie kwam een trotse vader Nic met zijn zoon Marc naar de kijkbungalow om de expositieruimte te bekijken. Vader en zoon combineerden dit met een bezoek aan het Groninger Museum. Nog een grote wens, zo vertelde hij mij openhartig. Kort daarna, op 11 oktober 1994, tweeënhalve week voor de opening van de

425 expositie van Marc, overleed Nic Jonk, een veelzijdig kunstenaar. Hij wordt gerekend tot een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de naoorlogse Nederlandse beeldhouw- kunst.

Jits Bakker Oorspronkelijk begon Jits Bakker als schilder, maar via glasmozaïeken groeide hij naar zijn grote liefde. Een echte renaissancekunstenaar met een unieke, ei- gen stijl. Zijn bronzen beelden blaken van levenslust, beweging en uitbundig- heid, terwijl zijn marmeren beelden tederheid en warmte uitstralen. Van 1950 tot 1953 volgde hij drie jaar onderricht op de ambachtsschool en hij behaalde zijn diploma voor decoratieschilder. Hij werkte eveneens als vloerstoffeerder en behangontwerper, en studeerde in de avonduren aan de kunstacademie in Arnhem. Daarna werkte hij bij een reclamebureau in Arnhem.

In 1959 studeerde Bakker af aan de grafische school in Utrecht en had hij zijn eerste tentoonstelling van aquarellen en portretten in Renkum en in schouwburg De Reehorst in Ede. In 1962 werkte hij als grafisch vormgever bij ingenieursbureau Grontmij NV. Vanaf 1969 richtte hij zich volledig op het kunstenaarschap. Hij vestigde zich in zijn atelier De Kooi met beeldentuin in De Bilt en in het Zuid-Spaanse Andalusië, nabij Málaga. Vanaf zijn eerste tentoonstelling in 1959 exposeert Bakker in Nederland en in het buitenland, onder andere in Portugal (de Algarve en Lissabon), op Malta en in Spanje (Andalusië en Barcelona), en in de steden Los Angeles, Atlanta, Johannesburg, Mexico-Stad en Parijs.

Fameuze opdrachten, monumentale beelden in steden, op pleinen en in tentoon- stellingen, hebben zijn naam wereldwijd verspreid. Zijn werken bevinden zich in museale en particuliere collecties in onder andere de Verenigde Staten, Engeland, Duitsland, Zuid-Afrika, Finland, Spanje, Portugal, Frankrijk en België.

Jits Bakker is de maker van onder meer de Jaap Edentrofee (1972), de sculptuur van de internationale Hockey Champions Trophy, het beeld De Junior – voor het sporttalent van het jaar – en het beeldje dat bestemd is voor de winnaars van de Tom Sebastiaan Gans Prijs.

426 Swan lake, brons

427 Het Provinciaal JitsArt Museum, Beelden op Beerschoten, is sinds 2009 een muse- um-beeldenpark op het landgoed Beerschoten in De Bilt, met een grote per- manente verzameling monumentale beelden van Bakker, bestaande uit dertig beelden in brons en marmer.

Bakker werd benoemd tot ereburger van de Finse stad Turku, en ook tot ere- burger van de gemeente Renkum. In december 2014 ontving Jits Bakker pos- tuum de Sport and Art Award van het IOC, als eerbetoon voor het verspreiden van de olympische waarden en zijn betekenis voor de sport.

Marc Jonk “Je moet gewoon gaan werken, veel maken, op een gegeven moment blijven er een paar hele goeie over.”

Figuurvoorstellingen, landschappen en naakten zijn met name de thema’s van de schilder Marc Jonk (1951). Hij schildert met olieverf in felle kleuren en werkt vooral met een paletmes. Zelf omschrijft hij zijn werk als expressionistisch.

428 Liggende vrouw 1988 Zeefdruk

429 Marc Jonk

430 Marc Jonk (l.) en Johan in zijn atelier in Noord-Holland

431 Gerda van den Bosch De beelden van Gerda van den Bosch hebben grote zeggingskracht. Ze zijn tot in detail verantwoord. Zij werd in 1929 in het toenmalige Nederlands Indië geboren. Al in haar jeugdjaren omringde ze zich met dieren. Het afscheid dat ze van hen moest nemen toen ze geïnterneerd werd, viel haar zwaar. In het kamp tekende ze onder meer al haar vijftig achtergebleven duiven uit het hoofd na en sneed ze van regenboompitten miniatuurbeeldjes. Na de oorlog sloot ze in Nederland haar opleiding af door het behalen van lesbevoegdheden, onder meer in biologie. Het bloed kruipt echter waar het niet gaan kan. Gedurende meer dan tien jaren werkte ze samen met de uiterst vakbekwame beeldhouwer Marcus Ravenswaaij, die haar leermeester werd en haar afbeeldde, aldus een mededeling van Van den Bosch, op een van de medaillons in de linkertoren van het Centraal Station te Amsterdam.

Haar eerste grote opdracht was de op de terugkomst van zijn baas wachtende hond voor het station in Gorcum. Dit beeld lokte een stroom van opdrach- ten uit. En hoewel haar beelden van andere dieren en van mensen zeker net zo goed zijn als die van honden, heeft ze aan de laatste – ook internati- onaal – toch haar faam te danken. Voor de overheid werden enkele gro- tere beeldengroepen gemaakt. Veel werk is in particulier bezit. Van den Bosch heeft vooral beeldhouwwerken van dierenfiguren in brons gemaakt. Haar werk is te vinden in de publie- ke ruimte van diverse Nederlandse De wachtende hond gemeenten. Zij heeft gewerkt in de Gelderse plaatsen Vorden en Zutphen.

432 Naast dierenfiguren heeft zij ook het borstbeeld van zanger en bluesicoon Harry Muskee gemaakt. Het beeld is geplaatst aan de Voorstreek in Grolloo, waar hij woonde en waar hij met Cuby and the Blizzards repeteerde.

Aan Harry Muskee bewaar ik goede herinneringen. Op zeventienjarige leeftijd begon ik mijn eerste project op cultureel gebied en in 1964 werd ik oprichter, presentator en voorzit- ter van de dans- en instuifvereniging K64 (Kuifje ‘64) in Leeuwarden (1964 tot en met 1967). Met zijn band Cuby and the Blizzards met onder meer Herman Brood en de bekende gitarist Eelco Gelling trad Cuby daar in de beginperiode van zijn muzikale carrière een tien- tal keren op. Onvergetelijke avonden waren het, om nooit meer te verge- ten! Beeld Harry Muskee in Borger

433

50. Radio Aorta

Op zaterdag 29 oktober 1994 zond Radio Aorta, de amateuromroep van Hoogkerk en Aduard, een livereportage uit van Gerhard Klaasen, op de open dag met de expositie van Jits Bakker, Marc Jonk, Martien Veldman en Gerda van den Bosch. Deze expositie werd geopend door Mirjam de Meijer, gede- puteerde Cultuur/Bestuurlijke Zaken van de provincie Groningen.

Gerhard loopt rond in de kijkbungalow, heeft gesprekjes met allerlei mensen en neemt deze gesprekken op met een geluidsrecorder.

Gerhard: Dit is een uitzending van de Aorta, amateuromroep te Hoogkerk en Aduard. Vrienden, deze uitzending gaat in zijn geheel over twee ingezetenen van Hoogkerk die wij met nogal wat eer en opwinding verwelkomd hebben in ons dorp. Het zijn Johan Meijering en Marije Breeuwsma. Zoals u weet wonen zij in Minerva, dat is een wijk van ons dorp. De echte Hoogkerkers zullen het wel niet kennen, wat de boer niet kent dat eet hij niet. En waar men niet wil wonen, daar gaat men ook niet kijken. Maar in de Jan van der Zeestraat wonen Johan Meijering en Marije in een kijkbungalow, en zij organiseren daar exposities. Vandaar hebben wij wat opnamen gemaakt en die laten we u nu horen. Het is dus eigenlijk een soort verslag van een soort tentoonstelling, net echt en net niet echt. Dit werd natuurlijk wel even gevierd, en wel door de gastdames die ons in de vroege morgen al op stonden te wachten.

Gastdame: Koffie of thee?

Gerhard: Ja, koffie, jullie zijn eigenlijk elke tentoonstelling hier hè?

Gastdame: Wij zijn hier geloof ik vanaf het begin geweest, drie jaar geleden?

Gerhard: Waar doe je het voor?

Gastdame: Beetje voor Johan natuurlijk, ook een beetje voor onszelf. Vind het leuk om te doen. En dat groeit dan. Eerst denk je: daar doe ik een paar keer

435 aan mee, maar in de loop der tijd hebben we heel wat ervaring opgedaan en we vinden het eigenlijk nog steeds leuk om te doen.

Gerhard: Wat ik heel leuk vind is dat jullie geen koffie- en theedames zijn, maar echt gastvrouwen. Jullie hebben je ook gekleed in de stijl van...

Gastdame: Dat hopen wij ook wel een beetje, om ons dusdanig een beetje te profileren.

Gerhard: Vind je het ook leuk om te kijken welk werk geëxposeerd wordt?

Gastdame: Eerlijk gezegd komen we daar nooit aan toe. Het is altijd zo druk. Er zijn dan zoveel mensen, dan kunnen we het niet echt goed zien. Zoals van- morgen hebben we van tevoren, toen het nog vrij leeg was, even gekeken van of het wat is, maar dat is eigenlijk de eerste keer. We zien wel hier en daar een snap, maar het geheel overzien we dan niet.

Gerhard: Jij bent degene die de mensen de pennen in de handen duwt, ‘hier tekenen’, hè?

Gastdame: Ja, inderdaad. En ik vertel dat ze niet mogen roken en nog wat andere dingen. Ik bied ze straks ook nog een drankje aan, dat heb ik eigenlijk altijd gedaan hier bij Johan.

Gerhard: Maak je ook nieuwe kennissen op zo’n dag?

Gastdame: Nou, je kent op den duur wel veel mensen, maar niet dat ik er bui- ten deze dagen mee omga of zo. Je leert wel veel mensen kennen.

Gerhard: Wat ik vragen wilde, wat me heel erg interesseert: komen hier steeds dezelfde mensen of zie je toch ook veel andere gezichten?

Gastdame: Je hebt wel heel vaak dezelfde mensen. Er is een tijdje dat er weer wat nieuwe mensen kwamen. Maar bepaalde mensen die komen wel aldoor terug, zeg maar.

436 Gerhard: Oké!

Een andere gastdame.

Gerhard: Jij bent helemaal nieuw als gastvrouw? Hoe heet je?

Gastvrouw: Tanja Sterk.

Gerhard: En hoe heeft Johan je gerekruteerd?

Tanja: Ik werk als vrijwilliger bij De Permanente in de binnenstad, vandaar. En daar een keer bij een opening hebben we elkaar ontmoet, vandaar.

Gerhard: Je weet wat je te wachten staat vandaag?

Tanja: Nog geen idee eigenlijk, geen idee. Wel een klein beetje gehoord van mensen die hier al eens eerder gewerkt hebben, dus eh... Het lijkt me heel leuk!

Gerhard: Sterkte!

Gerhard: De tentoonstelling wordt geopend door Mirjam de Meijer, gedepu- teerde Cultuur/Bestuurlijke Organisatie van de provincie Groningen. Zij is ook ontvangen door de gastdames en was gekleed in een herfstig ensemble, gedekt door een mooie hoed.

Ik loop natuurlijk niet voor niets met zo’n recorder rond te sjouwen, dus je wilt ook wel wat vragen en je wilt wel wat opnemen. En je wilt natuurlijk ook even praten met de artiesten. Eén van die jongens is Marc Jonk. Die schildert en die maakt hele felle kleu- ren. En wij maakten van hem de volgende opname.

Gerhard: Waar doe je het allemaal voor, Marc?

Marc: Waar ik dit allemaal voor doe? Voor mezelf en voor anderen eventueel.

437 Gerhard: Werk je in opdracht ook?

Marc: Ja, niet zoveel. Dan word je een beetje beperkt in je manier van doen en laten.

Gerhard: Waar haal jij je inspiratie vandaan?

Marc: Die komt vanzelf, die zoek ik...

Gerhard: Ach kom...

Marc: De inspiratie, wachten op inspiratie, wat sommigen doen, dat vind ik wachten tot je een ons weegt. Je moet gewoon gaan werken en veel maken en dan op een gegeven moment blijven er een paar hele goeie over.

Gerhard: Bespeur ik een beetje een ambachtelijke inslag?

Marc: Ja... Ja ...

Gerhard: Is dat zo? Hoe zou je je werk noemen? Als je het een noemer moest geven.

Marc: Expressionistisch, denk ik. Weet ik wel zeker, ja.

Gerhard: Je wilt een beeld opleggen en de mensen mogen zelf weten wat ...?

Marc: Nou, dat heb ik meestal wel. Kijk, zoals dat schilderij, dat is een lig- gend naakt. Andere mensen zagen er een opstijgend vliegtuig in. Mogen ze zelf weten.

Gerhard: Ben je ook beledigd als ze vragen ‘welke kant moet boven?’

Marc: Nee hoor, dat vind ik juist een compliment.

Gerhard: Waar duidt het dan op?

438 Marc: Dat het een goed schilderij is.

Gerhard: Dat je niet precies weet of het ondersteboven hangt?

Marc: Ja.

Gerhard: Want wat zijn dan de criteria die je hangt aan een goed schilderij?

Marc: De kleur en materie.

Gerhard: Materie is waar je mee werkt of wat je ziet?

Marc: Ja, zoals ik het erop leg, met een paletmes. Die kan ik soms, met het wrijven, dat het iets smerig wordt, met al die plakjes erop leggen.

Gerhard: Ja, het is ook reliëf dus?

Marc: Ja.

Gerhard: Dus je bent eigenlijk heel afhankelijk van de lichtval?

Marc: Ja, maar het is meestal zo kleurrijk, het heeft niet veel licht nodig, hoor.

Gerhard: Nee, want ik zie je hier ook die schilderijen ophangen en dan heel zorgvuldig uitkiezen. ‘Op die plaats moet het hangen.’ Maakt dat wat uit voor jou, hoe het hangt?

Marc: Nou, meer de maat van de lijsten, de composities van de lijsten. Ook dat het geen rommeltje is.

Gerhard: Dus de kleur van het interieur doet eigenlijk niet ter zake?

Marc: Nee, dat is toch ondergeschikt aan het schilderij.

439 Gerhard: U begrijpt natuurlijk wel: we konden dit niet zonder uitleg zomaar uitzenden, dus wij hebben Gijs van der Sleen gevraagd om daar wat over te zeggen.

Gijs: Het is een bepaalde manier van met verf omgaan. Je kan met kwasten werken, maar er is ook een manier van werken met paletmes. Willink heeft dat inderdaad ook gedaan in zijn steenformaties. Dat kun je dus heel duidelijk zien als-ie tegels maakt. Die heeft vrij veel ook met pallet gewerkt. Beheers je het werken met paletmes, dan kan dat inderdaad heel leuk eruit komen.

Gerhard: Ja, nat in nat daar, dat is moeilijk, toch?

Gijs: Ja, redelijk moeilijk is dat. Laat ik het zo formuleren. Ook een beetje af- hankelijk van de verfkeuze die je maakt. Je kan wat siccatief eraan toevoegen, je kan wat andere media eraan toevoegen dat het wat minder snel droogt en dat je wat meer mogelijkheden hebt om de boel uit te smeren. Maar wat je dus hier ziet, is... Ik vind dit wel mooi...

Gerhard: Tot zo ver Gijs van der Sleen. Ik vroeg Marc natuurlijk wat hij er verder van vond.

Gerhard: Ben je nou ook tevreden na afloop, als je contact hebt gehad met mensen die inderdaad zeggen van ‘het een is dit’, de ander zegt ‘het is dat’.

Marc: Er hoeft maar één enthousiast iemand tussen te zitten en dan ben ik al tevreden, dan kan ik weer verder.

Gerhard: Gewetensvraag, hoe lang werk je aan een schilderij?

Marc: Verschillend. Soms zitten er twee tot drie schilderijen onder. Soms gaat het heel vlot. En soms moet ik hem wel vier keer weer afschrapen of erover- heen schilderen.

Gerhard: Toch inspiratie?

440 Marc: Ja, je kunt het inspiratie noemen. Ik zeg altijd: het lukt niet. slechte dag of zo.

Gerhard: En daar ga je ook onmiddellijk overheen?

Marc: Ja.

Gerhard: Je wilt geen slecht werk afleveren voor jezelf?

Marc: Nee. Of ik gooi het in een hoek. En dan doe ik het over een half jaar nog eens.

Gerhard: Is het acryl?

Marc: Nee, dit is olieverf.

Gerhard: Werk je niet liever met acryl?

Marc: Nee, acryl vind ik kunststof, kunstverf. En dat is ook een beetje licht- gevend, vind ik. Maar sommige mensen zien geen verschil. Ik wel.

Gerhard: Nu nog even over die hoed van gedeputeerde Mirjam de Meijer.

Mirjam: Jawel, ik heb dat weleens meegemaakt, dat was heel mooi toen. Waar was het ook alweer? O ja, toen was prinses Margriet hier om de bibliotheek te openen. En ik vind hoeden dragen leuk en dat doe je normaal natuurlijk nooit, want je haar gaat er helemaal verkeerd van zitten. Maar bij bepaalde gelegen- heden is dat leuk. Dus ik had een hele grote hoed, iets anders dan wat ik nu heb. Maar prinses Margriet had geen hoed. En daar was ik niet op voorbereid en toen stonden we daar met de prinses en toen kwam dus de mevrouw van de hofhouding op mij af en zei: “Mevrouw, wilt u even wat uit beeld gaan, want u leidt de aandacht zo van de prinses af.” En toen zeiden ze op Radio Noord inderdaad: “Nou, er was maar één prinses en dat was onze Mirjam.”

441 Gerhard: Zo’n bungalow is natuurlijk laag gebouwd, maar dat wil niet zeggen dat je daar over de vloer hoeft te kruipen hoor. Zo laag is het nou ook weer niet. En ergens in die grote ruimte hadden ze een artiest neergezet die met een gitaar wat zat te zingen...

Gerhard: Troubadour, zei je toch?

Martin Kamerbeek: Ja, zoiets hè.

Gerhard: Je staat in een ruime traditie?

Martin: Ruime traditie, hoe bedoelt u precies?

Gerhard: Van troubadours? hier afb 37 Martin Kamerbeek, troubadour

Martin: Ja, zo kun je dat wel zeggen, ja. Vaak zijn het luisterliedjes en ik ben toch wel geïnteresseerd in Ierse muziek, dus ik heb heel veel Ierse muziek. Maar ja, troubadour in de ware zin van het woord is het natuurlijk niet. Ik zing liedjes van anderen dus wat dat betreft... En ik neem aan dat troubadours mensen waren die tijdens het zingen aan het dichten waren. Zoiets, maar nee, dat is niet bij mij het geval.

Gerhard: Oké, hoe vind je het om op zo’n tentoonstelling te spelen?

Martin: Dat vind ik heel leuk. Achtergrondmuziek, ja hoor, dat is prettig.

Gerhard: Ja, je voelt jezelf dan niet in een hoekje gedrukt?

Martin: Nou, dat ben ik wel een beetje, maar nee, dat gevoel heb ik niet.

Gerhard: Nee, je zit namelijk met die werken hier, je valt als het ware niet op...

442 Martin: Nou, mijn stem wel, denk ik. En de muziek. En daar gaat het uit- eindelijk om. Het moet een gezellige sfeer geven, mensen moeten het leuk vinden. Het moet ook zo zijn dat mensen blijven praten en ja...

Gerhard: Je wilt zelf bewust niet overheersen nu?

Martin: Nee, zeker niet, zeker niet. Nee hoor, ik ben achtergrond. Ik ben vulling.

Gerhard: Dat was de troubadour Martin Kamerbeek. Nou was hij niet de enige artiest die werd uitgenodigd, want Johan en Marije hadden ook twee bassisten uitgenodigd. Uiteraard had ik daar ook even een vraaggesprekje mee.

Gerhard: Hoe heette het ook alweer?

Artiest: Ottava Bassa, dat is het duo. En dat doe ik nu samen met een andere bassist. Vorige keer met een contrabassist.

Gerhard: En Isolde is er niet nu?

Artiest: Nee, Isolde is er niet, die is ziek geweest.

Gerhard: U snapt natuurlijk wel dat dit in ruime mate bijdroeg aan het vor- men van de sfeer. Maar eerst kreeg onze gedeputeerde, koningin eigenlijk, Mirjam de Meijer, nog een rondleiding van Johan door het huis. Het is mis- schien ook nog leuk om te vertellen dat de opening van deze kunstexpositie samenviel met de opening van het nieuwe museum in Groningen, waar ko- ningin Beatrix natuurlijk voor zou komen. Nou hadden Johan en Marije ge- dacht: dat kan allemaal net zo makkelijk in één keer. Ze kunnen namelijk net zo makkelijk even deze expositie openen, maar dat ging dus niet door, want daarvoor moest iemand anders komen, Mirjam de Meijer dus.

Johan: Hier bevinden we ons in de garage. Dit was standaard een garage. Daar hebben wij een ontvangstruimte van gemaakt. We hebben de kanteldeur eruit laten halen en daar een vaste pui in laten zetten.

443 Mirjam: O, dan zit je ook niet met zo’n lelijk oprijlaantje ervoor.

Johan: Ja, we verwachten dus heel veel mensen met dit project. We starten nu, vandaar dat we de garage opgeofferd hebben, en dit kan ook als kantoor die- nen of als slaapruimte. Mijn kinderen hebben hier wel gepit. Hier begint dus normaal de ontvangst van de bezoekers.

Mirjam: Toen jullie het huis gingen... Zeg maar toen het gebouwd werd, toen wist je al dat je dit ermee ging doen dus?

Johan: Jaja, ik heb het verhaal beschreven en dit hebben we met de aannemer besproken. Vandaar ook heel veel veranderingen, lichtkoepels zijn erin aange- bracht. Allerlei snufjes hè. Dit is ook weer zo’n snufje om de rotzooihoek, de natte hoek, weg te werken.

Mirjam: Wat leuk! Fantastisch, heel slim.

Johan: Een idee dus. En dit is een kapstok en tevens een verwarming. Multifunctioneel. Met een natte jas naar binnen en met een droge jas weer weg. Ik geef dus eigenlijk een soort college in mijn eigen huis.

Mirjam: Ja, nee, ik snap het, fantastisch.

Johan: Dat duurt dus tweeënhalf uur normaal. Dit is het toilet van de be- zoekers. Nou, je zit hier dus nooit alleen zoals je ziet. En hier zijn nog wat snufjes uitgehaald. Die zijn door glazeniers uit Groningen gemaakt, Ballast en Bonenkamp. We hebben een spiegelwand door laten trekken, zo’n zuiltje laten maken. Dus allemaal afwijkende dingen.

Mirjam: Ja, en heel erg op details hè. Dat zie je ook goed, heel goed, heel mooi die details. Netjes afgewerkt, mooi hoor!

Johan: Dan hebben we hier het halletje. Dit is heel klein, hier kom je normaal binnen. Hier hebben we dus ook een meterkast en we hebben deze grote spie- gel erop gezet.

444 Gerhard: Wij gaan verder met onze reportage die wij vanmorgen maakten in de kijkbungalow, waar een expositie wordt gehouden, en deze is nog tot drie december te bezichtigen. Dus wij willen alle plaatsgenoten oproepen om daarnaartoe te gaan. Wij waren gebleven bij de gezellige opening en er was muziek, er waren schilderijen en er waren beelden in brons. Maar natuurlijk: muziek staat voorop...

Gerhard: Tot zover de troubadour Martin Kamerbeek. En we willen ook voorkomen natuurlijk dat het de Martin Kamerbeek-show wordt.

Twee van de exposerende beeldend kunstenaars, namelijk Jits Bakker en Gerda van den Bosch, waren wel in het werk maar niet in het lijf aanwezig. Zij had- den twee familieleden afgescheiden om het woord te doen, zeg maar, om ze te vertegenwoordigen. En wij spraken met de man van Gerda van den Bosch, die maakt prachtige sculpturen in brons, bronsplastieken, zeg maar. Beeldjes van huisdieren en van andere dieren. Prachtige beelden. En ik vroeg aan de man van Gerda van den Bosch: wat vind je nou zo leuk aan dieren, wat is nou zo mooi voor een vrouw om dieren te maken?

Man van exposant, Willem Kuiper: Mijn vrouw is van jongs af aan geïnteres- seerd geweest in dieren. Toen ze een heel klein meisje was, is ze gebiologeerd geworden door de verschijnselen van de erfelijkheidsleer, doordat ze duiven op de Pasar, de avondmarkt, kocht in Indonesië. En die vermeerderden zich en daar kwamen allerlei kleuren uit. En toen heeft ze zich daar wat in ver- diept. Heeft daardoor een interesse gehad, had ook altijd zwerfdieren in huis, enzovoort. Ze is in India geboren. Na de oorlog, op zestien-, zeventienja- rige leeftijd, teruggekomen naar Nederland. Heeft dus haar leven in kampen doorgebracht voor een deel. Maar kwam toen in Nederland. Wou hier toen dolgraag naar de kunstacademie, maar haar ouders, die allebei leraar waren, die vonden dat niet zo’n beste opleiding. Dus ze moest maar leren... En toen is ze naar Wolling Kate in Amerika gegaan en daar heeft ze tuinbouw gedaan. Maar daar zat een stuk biologie.

Gerhard: Ja, die modellen, fotografeert ze die eerst?

445 Willem: Nee, alle modellen worden in levenden lijve gemodelleerd. Ze wor- den opgemeten. We maken wel wat foto’s van details, om te zien hoe bepaalde haarval is en dat soort dingen. Maar de dieren die komen bij ons en die loge- ren een tijd, of komen met hun baas.

Gerhard: U heeft ook een aandeel in het werk?

Willem: Ik maak bijvoorbeeld de staketsels voor het spul, en het deel dat ik heb is de zakelijke kant. Je hebt natuurlijk je contacten. We hebben brons- gieters, tentoonstellingsorganisatoren, en vandaar dat ik ook hier ben. Mijn vrouw excuseert zich dat ze er niet kan zijn vandaag, maar ach, de kinderen zijn thuis. We hebben nog wat jongere kinderen, of jonger, ik bedoel zij is nu vijfenzestig en we hebben kinderen van twintig, dus...

Gerhard: Jaja... Het maakt niet uit hoe groot of de modellen zijn? Ze zou ook een levensecht schaap of zo kunnen maken?

Willem: Maakt ze veel. Ja hoor, die heeft levensechte schapen.

Gerhard: Zijn het opdrachten of is het de belangstelling?

Willem: Allebei, maar op het ogenblik is het vervelende dat de opdrachten zo overheersen, dat ze voor een paar jaar aan opdrachten heeft. We nemen dus geen opdrachten aan op het ogenblik. Dat kan gewoon niet meer.

Gerhard: Nee, wachtlijst. Ja.

Willem: Wij zeggen dus ook wel tegen de klant: over een paar jaar, misschien dat ze het dan wel doet. Maar zoals gezegd: ze is de jongste niet meer. Ze wil er zo langzamerhand ook een beetje mee ophouden.

Gerhard: Ja, tekenen? Schilderen?

Willem: Het ligt natuurlijk in de verwachting dat ze redelijk tekent en schil- dert. Ze heeft wel aquarellen gemaakt. Ze heeft wel wat geschilderd, maar niet van die kwaliteit als haar beelden.

446 Gerhard: Dat is echt haar hoofddiscipline?

Willem: Ja, dat is haar enige discipline.

Gerhard: En de rondleiding van Johan ging maar door en ging maar door. Mirjam de Meijer vertelde nog iets over de koningin.

Mirjam: Ze is heel aardig, want toen de provincie Groningen het vierhon- derdjarig bestaan had, hadden we in de Martinikerk een ontvangst en daar was zij ook. En dan gaat ze altijd net als vandaag met een paar mensen in het publiek nog een klein gesprekje voeren. Die werden natuurlijk wel eerst ge- selecteerd. En toen dacht ik echt van: waar moet je met zo’n koningin over praten, want ik had het nog niet meegemaakt. En ik had ook weleens gehoord dat zij eigenlijk praat en dat jij niet zoveel mag zeggen. Maar dat was helemaal niet waar. En er was een kleine tentoonstelling van het Groninger Museum. Van een altaar, een beetje. Ja, ik zal het maar even oneerbiedig zeggen, zeg maar van dat kitscherige Italiaans met allemaal lamp- jes en een katholiek en een protestants altaar. Toen hadden we inderdaad een beetje gedonder gehad van tevoren, of de kerkelijke achterban dat wel gepast zou vinden. Maar goed, ik heb op een gegeven moment de knoop doorgehakt en gezegd: “Dan leg ik wel uit dat het kunst is. Ik vind dat we daar geen con- cessies aan moeten doen.” De koningin zat te kijken en toen zei ze: “O, daar heeft u vast ontzettend geduvel mee gehad.” En ik zei: “Ja.” En ze zegt: “Ik vind dit enig.”

Gerhard: Zoals we al zeiden, de dochter van Jits Bakker was ook ter tentoon- stelling getogen.

Gerhard: Jij bent de dochter van Jits Bakker. Is je vader een jolige, springerige figuur?

Dochter: Ja, hij zit wel vol levensvreugde en levensenergie. Dat zeker.

Gerhard: En dat uit zich in zijn sculpturen hè?

447 Dochter: Ja, veel blijdschap maar ook veel liefde, veel innigheid. En heel ide- alistisch is hij, want hij wil de mooie dingen van de schepping, eigenlijk, en van het leven naar voren brengen. Want er zijn zelden depressieve dingen te vinden in zijn werk.

Gerhard: Vanuit welke visie doet hij dat?

Dochter: Toch vanuit een levensfilosofie. Liefde voor de medemens en liefde voor de natuur en liefde voor alles dat leeft. Ook zorg voor alles dat leeft. En dat wil hij scheppen, eigenlijk, en uitdrukken in zijn werk.

Gerhard: Heeft hij modellen?

Dochter: Ja, hij heeft een aantal vaste modellen, gewoon thuis. Zijn vrouw staat regelmatig model. Ook wel zijn kinderen.

Gerhard: Jij ook.

Dochter: Ja, ook. En hij gaat ook naar veel dingen toe. Hij gaat bijvoor- beeld naar concerten. Hij heeft in Amerika Bob Dylan bezocht en Emmy Lou Harris, om zo echt mogelijk dingen uit te drukken. Johan Cruijff is ook bij hem geweest, onder andere. Dus hij heeft echt wel de mensen erbij gehaald die expert waren in die sport, figuren die hij uit wilde drukken.

Gerhard: Jaja. Heeft hij als hij een model wil modelleren een levend model of foto’s?

Dochter: Hij schetst altijd alles eerst en bij voorkeur levende modellen, maar als het moet, als het echt moet, gebruikt hij ook veel platenboeken. Hij ge- bruikt eigenlijk ook alles wel samen, vaak. Dus, het liefst natuurlijk levende modellen. Maar als dat niet gaat, gewoon alles bij elkaar schrapen wat je hebt.

Gerhard: Ja, zijn werk is ontzettend springerig hè, levenslustig. Dat heb je heel goed gemerkt. Wat me intrigeert is: hij maakt ook vaak paartjes, twee dames, jongen en een meisje, hoe zit dat? Heeft het te maken met dualiteit of eenvor- migheid?

448 Dochter: De eenheid van twee mensen die elkaar lief hebben. Dat zoekt hij overal. De innigheid, ook soms tussen een groepje mensen, bijvoorbeeld die roddelende vrouwtjes. Daar zoekt hij een stukje innigheid in. Dus mensen bij elkaar brengen als het ware.

Gerhard: Heel mooi!

Zo nu hebben we alles gehad. We hebben de artiesten gehad, publiek, gastda- mes, we hebben de rondleiding gehad. Kijk, en dan ontkom je er natuurlijk niet aan of de zaak moet ook een keer opengegooid worden. En daar hadden ze nou Mirjam de Meijer voor gevraagd, en die vatte met verve het woord.

Mirjam: Als er nou één voorbeeld is van iemand die ontzettend enthousiast is en dat op een geweldige ma- nier, het is echt ongelooflijk, als ik zie wat voor kun- stenaars hij hier krijgt, die zomaar dit soort dingen organiseert. Ik vind dat echt, ik wil het bijna populis- tisch zeggen, ik vind dat we even voor Johan moeten klappen. Hij kan ook nog blozen...

Mirjam de Meijer Nee, ik vind het echt ontzettend knap. Want als je nou heel simpel... Ja, zo zijn die tuttige bestuurders, die kijken ook altijd even naar de bezoekersaantallen hè, omdat we natuurlijk ook nog weleens een subsidieaanvraag krijgen. Voor klein en heel experimenteel werk hoef je niet veel bezoek te hebben, maar het is toch wel aardig als je voor kunst... Dat er toch mensen komen kijken. En als ik dan kijk naar de bezoekersaantallen die Johan en Marije hier met hun initiatief weten te trekken, dan doet dat dus niks onder voor meer pretentieuze galeries hier ter stede. Dat is echt hartstikke knap. Ik denk dat het ook niet alleen voor de bezoekers heel leuk is, maar ook voor de kunstenaars die hier exposeren. Want je hebt toch denk ik voor een deel weer een ander circuit. En wat ik ook verschrikkelijk knap vind, ja, het is bijna een wondertje, is dat je hier inderdaad in een straat zit, de Jan van der Zeestraat. Hij heeft natuurlijk destijds, toen die wijk hier werd gebouwd, tegen het college van Groningen gezegd van ‘ik wil daar graag wonen, kunt u even zorgen dat deze straat Jan

449 van der Zeestraat gaat heten’. Maar zover reikt zijn invloed nog niet, heb ik begrepen.

Johan: Dat is geregeld van boven...

Mirjam: Ja, er heeft iemand iets moeten regelen, want het kan gewoon geen toeval zijn. Fantastisch. Goed, kortom: ik vind het een ontzettend leuk initia- tief. Ik vind het heel leuk om dit te doen, juist in combinatie met het Groninger Museum. Want je kunt natuurlijk wel hele grootschalige, dure projecten heb- ben als het museum, maar zo’n museum dat haalt natuurlijk helemaal niets uit voor een beeldendekunstklimaat als dat niet gepaard gaat met al die andere dingen die we doen. Daar moet gewoon rondomheen een klimaat zijn, een voedingsbodem. Dat moet een wisselwerking zijn met de omgeving, en zon- der dit soort initiatieven hebben wij ook niets aan het museum, zo zou ik het wel willen stellen. Dat is gewoon hartstikke belangrijk.

Bezoekster: Geeft u vanmiddag ook een pleidooi daar? Wij zijn echt een stuk- je vergeten Nederland.

Mirjam: Waar, Groningen?

Bezoekster: Ja, mag u ook een woord doen?

Mirjam: Ik praat wel met de koningin, ja.

Bezoekster: Geef het alsjeblieft aan.

Mirjam: Dat wil ik wel even proberen, als dat nu toch zo spontaan gevraagd wordt. De koningin hoef je niets over Groningen te vertellen hoor, die komt hier heel vaak incognito. Die is helemaal weg van een aantal mensen die schilderen, nou, net zoals bij de vader van Marc komt de koningin hier ook bij een aantal kunstenaars op het platteland, incognito. Dat weten natuurlijk niet veel mensen, maar ze is gewoon heel erg gecharmeerd van Groningen en wat hier allemaal gebeurt.

450 Bezoekster: Toch is er niet veel aandacht voor. Je merkt dat op het journaal. Alle ellende komt alleen maar uit de andere kant...

Bezoeker: Is toch mooi? Haha.

Bezoekster: Alles komt uit het westen, maar nooit uit het Noorden.

Mirjam: Wij doen dus steeds meer ons best en ik denk dat... Dit is natuurlijk wat kleinschalig, maar zo’n museum denk ik echt dat het daar heel erg aan bijdraagt als mensen hier komen. Dat ze zien dat het toch minder provinciaal is dan sommige mensen denken. Maar we doen dat voortdurend. Het is mijn werk, ik doe niks anders.

Bezoekster: Mijn vraag is dan ook of het echt besteed is aan deze boeren ...

Mirjam: Jaja, nee, sowieso, dat bevestig ik helemaal, juist niet. Is toch ook wel leuk tijdens zo’n opening hè. Zelden dat je op zo’n opening nog discus- sieert. Goed, ik zou zeggen, de kunstenaars in de eerste plaats, die wil ik feli- citeren dat hun werken op zo’n originele wijze tentoongesteld worden, en ik hoop natuurlijk ook dat het wat uithaalt. Dan kijk ik eerst maar eventjes naar Marc... Dit is helemaal wel fraai, ik voel me nou een soort standbeeld of zo... Alsjeblieft!

Marc: Dankjewel!

Mirjam: Willem Kuiper, voor Gerda.

Willem: Dankjewel!

Mirjam: Die komt wel heel over hè?

Willem: Ja hoor!

Mirjam: En de dochter van Jits Bakker die is er nou, want ik zie een rood vestje. Je hebt de toelichting op het werk gemist, maar toen was je even zoek, geloof ik.

451 Dochter: Nee, ik was hier wel.

Mirjam: O, je hebt het wel gehoord?

Dochter: Ja.

Mirjam: Goed, ook veel succes. En Johan en Marije natuurlijk nog heel veel succes met dit initiatief en wat je nog meer allemaal voor rare dingen gaat bedenken.

Johan: We komen elkaar wel weer tegen! Ik wou je heel hartelijk bedanken voor je prachtige woorden. Zo uit het hart. En zonder dat je een briefje erbij hebt. En dat vind ik altijd heel mooi, spontaan, en het heeft me ook geraakt, moet ik zeggen. En het maakt me ook verlegen...

Mirjam: Nou, is die ook stil! Haha.

Johan: Ja, heel mooi. En ik heb nog een paar dingen, wou ik toch nog even kwijt. Ik voel me heel erg vereerd met deze stropdas. Die heeft Marc Jonk gemaakt. Ik moet even zeggen, ik draag nooit stropdassen, het geeft mij altijd een beknellend gevoel en ik wil graag lekker los. Maar ik moet zeggen, toen ik hem vanmorgen, deze dus omdeed, beetje onwennig en onzeker, toen kreeg ik opeens heel veel power, heel veel kracht. En ik zou eigenlijk jullie allemaal willen oproepen van als je ook die kracht wil voelen, stap naar Marc, hij kost slechts 50 gulden. Het is een juweel, je kunt hem ophangen, je kunt hem dra- gen, je kunt hem koesteren, je kunt hem mee naar bed nemen. Je kunt er van alles mee doen.

Gerhard: Nog vijf minuten en dan is het bijna zes uur. Ik neem alvast afscheid van u. Wij komen morgen natuurlijk terug, weer van vijf tot zes uur, met onze uitzending. Maar ik wil ook nog wel even laten weten en dat wil ik echt van- uit het diepste van mijn hart even vertellen, dat deze tentoonstelling beslist de moeite waard is om te bezoeken.

U heeft geluisterd naar live-opnamen die wij op 29 oktober maakten in de kijkbungalow Minerva.

452 Stropdas Marc Jonk gesigneerd

453

DEEL V

Interviews voor documentaire

Behalve het maken van een boek, besloot ik om de cirkel rond te maken door alle verzamelde radio-uitzendingen op een DVD uit te brengen en het laten maken van een documentaire. De interviews had ik met: • de architect; • de tuinarchitect; • de interieurontwerper en • twee beeldend kunstenaars, die geëxposeerd hebben in de kijkbungalow.

Ze vonden plaats in het najaar van 2015, bij de geïnterviewden thuis. De film- opnamen hiervan zijn gemaakt door documentairemakers Sonja Koopal en Herman Logtenberg uit Assen.

De interviews zijn uitgewerkt en worden in het hoofdstuk woordelijk weer- gegeven. Tijdens de gesprekken bekeken we de twee fotoboeken die ik had meege- bracht om herinneringen uit het verleden op te halen. De foto’s in deze boeken zijn in de periode van het kijkbungalowproject gemaakt en geleverd door Gijs van der Sleen.

457

51. Interview met architect Jan Timmer

Johan Meijering (l.) en Jan Timmer

Johan: Jan, jij was architect van een heel bijzonder project in Hoogkerk. Tegenwoordig een wijk van de gemeente Groningen, geannexeerd door de gemeente Groningen, zoals je weet. Wat mij nog bijstaat is dat het jouw eer- ste project was als architect in de stad Groningen. En wij hebben begin jaren 90 voor het eerst contact gekregen omdat ik een woning heb gekocht uit dat project dat jij hebt ontworpen. Ik ben heel benieuwd of jij misschien nog iets kan vertellen over dat project in Hoogkerk. Ik heb hier ook een krantenartikel bij me. “Architect Timmer past hanenkamwoningen Hoogkerk Minerva aan”. Alleen al het woord hanenkam, daar zul je je ongetwijfeld nog wat van kun- nen herinneren. Waarom die naam, maar ook ben ik heel benieuwd wat jou als architect heeft bewogen om op die locatie dat project te realiseren en voor jou ook nog een primeur in de stad Groningen.

459 Jan: Daar was ik me zeer van bewust natuurlijk hè. Niek Verdonk was op dat moment architectuurpaus van de stad. En die bepaalde hoe de stad eruit zou gaan zien.

Johan: Dat was de directeur van Ruimtelijke Ordening?

Jan: Ja of het dat was weet ik niet, maar in ieder geval uit die richting kwam hij inderdaad, de Dienst RO/EZ.

Johan: Zuiderdiep?

Jan: Zuiderdiep. Dat oudere gedeelte van het gebouw dat is nog door mijn grootvader gebouwd. Dat mooie gebouw langs het straatje naar het station, weet je wel? Amsterdamse School.

Johan: Jaren 30. Prachtig.

Jan: Als bouwondernemer hoor, niet als architect.

Johan: Met die gele steentjes? Schitterend.

Jan: Ja precies. Dus ik was altijd erg geïnteresseerd in de stad Groningen, om- dat daar zoveel nadruk werd gegeven aan de kwaliteit van de architectuur. En dat was in de tijd waarover we spreken absoluut niet vanzelfsprekend. De stad Groningen had daar het voortouw in genomen. En daardoor was Niek Verdonk daar ook gekomen, misschien hebben ze daardoor het voortouw ge- nomen. Ik weet het niet, maar dat viel mooi samen. Het was in een tijd dat er absoluut geen waarde werd gehecht aan de kwaliteit van architectuur. Het moest goedkoop, er moest kwantiteit geleverd worden en als het dan mooi werd dan was het mooi, maar daar ging het eigenlijk niet om. Dus toen heeft hij mij gevraagd en me samengebracht met een bouwondernemer, de GCB, om dit te doen. Daar zat ene Luuk Hardenberg op, directeur.

Dat was eigenlijk wel een sprankelende samenwerking en eindelijk niet eens een aannemer die alleen maar zat te drammen vanuit het geld. Luuk was ie-

460 mand die ook wel interesse had in wat er meer mogelijk was. Het was een uitbreidingswijk die grensde aan industrie en zo. En het gedeelte van de wijk waar wij moesten bouwen, lag midden in een stuk waar ongeordende archi- tectuur zou komen, namelijk vrijesectorwoningen. Daar werd altijd heel sma- lend over gesproken en iedereen mocht dan bouwen wat die zelf wilde. En dat was ook een soort chaos die er kwam. En daar te midden van die chaos, was dan een rijtje gepland waar woningen moesten komen. Dat was mijn opgave. Toen dacht ik: als je nou van opvatting bent dat dit een soort chaos wordt met die vrijesectorwoningen, dan is hier de kans om die chaos aan elkaar te rijgen en structuur te geven. Als ik dat met zadeldaken doe en met rode dakpannetjes erop, dan zal het als een soort hanenkam boven die rij uitsteken. Dat is eigen- lijk heel in het kort de gedachte erachter.

Johan: Ik heb hier een luchtfoto in mijn archief. En jij bedoelt eigenlijk – dit is de A7 naar Drachten, hier naar Groningen – je bedoelt eigenlijk dat gebied- je dat ontwikkeld werd waar hier ook allemaal vrijstaande huizen gebouwd konden worden naar eigen ideeën, waarbij jij eigenlijk dat hebt doorbroken met je ontwerp door daar een hele duidelijke lijn en opvallend ook met die hanenkamdaken, om daar zeg maar, die structuur in aan te brengen, parallel aan de A7.

Jan: Die foto is heel treffend. Precies wat ik bedoelde.

Documentairemaker: Kun je de vinger leggen op het gebied waar het om gaat?

Jan: Hier, dit is de hanenkam. En daaromheen, dat is nu hoofdzakelijk nog niet bebouwd, daar zouden dan die vrijesectorwoningen komen. Je ziet nu al dat die met dat heldere wit erbij, dat het een diagonaal is die alle aandacht trekt hè, die heel ordenend werkt.

Johan: Ja, wat ik zelf wel leuk vind om even te noemen: ik woonde hier nog niet, maar ik had wel het huis gekocht dat jij hebt ontworpen. In dit geval, er waren twee type woningen hè, patiobungalows en er waren atriumbungalows met die schuine daken en dat wisselde elkaar af.

461 Jan: Eentje met een ingesloten patio en eentje met een open patio.

Johan: Ja, en ik woonde destijds in Leeuwarden en ik had nooit gedacht dat ik nog een keer in Hoogkerk zou wonen. En het toeval wil dat mijn grootouders hier ook gewoond hebben, die woonden aan de spoorlijn. En ik vond het als kind eigenlijk nooit zo leuk om naar Hoogkerk te gaan, want het stonk altijd zo langs het kanaal. En dat ik er uitgerekend een woning heb gekocht, ja, waarom? Omdat ik viel voor het type woning. Als rugpatiënt wilde ik gelijkvloers wo- nen en ik ben zelf heel vaak verhuisd, een keer of 35. En ik heb eigenlijk nog nooit zo prettig gewoond als in de woning die jij hebt ontworpen. Dat wou ik toch even vertellen. En een van mijn eerste dingen die ik gedaan heb vanuit Leeuwarden – en toen woonde ik daar dus nog niet – was een brief schrijven aan de gemeente om iets te doen met kleur in Hoogkerk en iets met kunst. Want in heel Hoogkerk was geen kunstwerk te bekennen en het was allemaal grijs en grauw. Als ik dus vanuit Leeuwarden naar Groningen reed en ik zag dan Hoogkerk dichterbij komen, zag ik een grauw en grijs gebeuren. Nou, er is inmiddels kunst ont- staan. Ik heb ook nog een andere missie gehad, om een geluidswal door te laten trekken. Er was alleen een geluidswal gepland voor het nieuwbouwgedeelte waar jij dan je ontwerp hebt gemaakt, je project. Maar voor het bestaande deel hier, waar allemaal bungalows staan, daar hoefde opeens die geluidswal niet omdat het oude bebouwing was. Dat vond ik zo raar. Dat druiste zo te- gen mijn rechtsgevoel ook in. Dus ik heb me ook nog hard gemaakt om die geluidswal door te trekken. En dat is gelukt. Is een hele leuke missie geweest. Maar even over de kleur...

Jan: Daardoor zie je hem niet meer van de A7.

Johan: Wat zie je niet meer?

Jan: De hanenkam.

Johan: Dat is waar, want hier is inderdaad ook die geluidswal neergezet, maar goed, als je het over kleur hebt, en je ziet nu ook met die luchtfoto, hoe domi- nant positief gekleurd dit opeens in het Hoogkerkse gebied is, heel leuk!

462 Kun je nog, als je terugkijkt op dat project in de Ploegbuurt hè, het was de Jan van der Zeestraat, bekende Ploegschilder en je had daar ook de Jan Altink-, Wobbe Hendrik Alkemastraat, noem maar op, de bekende oud-Ploegleden van de kunstkring De Groninger Ploeg. Als jij nu terugkijkt als architect over dit voor jou eerste project in Groningen, hoe kijk je dan daarop terug? Ben je daar tevreden over? Zou je het anders gedaan hebben? Ben je nog helemaal content met jouw keuze van destijds?

Jan: Die keuze is heel duidelijk geweest en die is nog steeds duidelijk zichtbaar. Dus die heeft een functie alleen daardoor al. Gevoel van tevredenheid, als ik zo van jou hoor met hoeveel plezier je daar gewoond hebt, is dat een ander soort bevestiging dat het een goed project was. Maar natuurlijk eigenlijk het eerste argument dat je moet hebben om een project goed te vinden, is dat be- woners tevreden zijn.

Johan: Ja, nou, een eerste indicatie had je denk ik snel want ik kan me nog herinneren, de huizen kwamen op de markt, wij waren als eersten erbij, dus wij hebben ook naar ons gevoel de mooiste plek gekozen, maar ze waren heel snel verkocht.

Jan: Ja, dat was een avontuur hoor. Om na die moeilijke tijd, die helemaal op kwantiteit was gericht, met zo’n project te komen, en ze waren niet goedkoop de woningen, ze waren niet goedkoop.

Johan: Er zat wel een subsidie op hè? Het waren premie C- woningen. Er zat een subsidie op van ik geloof 5.000 gulden toentertijd.

Jan: Ja, maar goed, dat waren stevige bedragen, vond ik zelf. Maar goed, het heeft gewerkt.

Johan: En hoe kwam jij op het idee om daar geschakeld twee types woningen neer te zetten en dan ook doorlopend in een hele lange rij?

Jan: Het was toch nog wel een tijd waar kwaliteit heel belangrijk was, is altijd natuurlijk belangrijk. Men wilde heel veel woningen hebben op een relatief klein

463 stukje grond. Dan kun je zeggen dan gaan we de hoogte in of een andere wijze, maar dan zul je heel snel het gevoel krijgen: het zijn kleine woningen op een piepklein stukje grond. Dan vind ik: kun je beter royaal zijn en zeggen we gaan schakelen en we gaan het hele terrein dat je tot je beschikking hebt, van voor tot achter, van links naar rechts, volbouwen. Dan heb je een omsloten tuin en daar ligt eigenlijk de kwintessens van dit project, en dan zijn er twee soorten in gemaakt. Eén soort is rondom de patio gebouwd, alles op de begane grond en eentje daarnaast weer. Links en rechts van deze woning dan een woning met een open patio en dan met een verdiepinkje erop met de slaapkamers. En die afwis- seling geeft dan deze hanenkam, twee soorten die een heel verschillende bena- dering hebben van de plattegrond. Het geeft ook een diversiteit in bewoners. Ik denk dat het goed is.

Johan: Ja, en ik heb hier even wat foto’s meegenomen, deze is van de badkamer. En dit is dus ook jullie ontwerp geweest, in dit geval van jouw collega Roel Smit. Daar heb ik nog contact mee gehad en we hebben een combinatie gemaakt van een slaapkamer en een kleine badkamer. De muur is verwijderd, het is één ruim- te geworden. En jij kent dit ontwerp ongetwijfeld nog wel. Hoe vond je dat idee om in één ruimte te slapen en ook dat je vanuit je bed zo in het bad kan stappen?

Jan: Ja, dat zou ik voor mezelf ook altijd gedaan hebben. De meeste mensen wil- len dat niet hè, die hebben een vastgeroest patroon in hun hoofd. ‘Zo moet het huis eruitzien, er moet een woonkamer zijn en er moet een slaapkamer zijn.’ In plaats van: je hebt een woonruimte tot je beschikking en daar kun je van alles mee doen. Daarom vond ik dit erg leuk, het is nog ondersteund met een heel strategisch neergezette spiegel en zo wordt wat je noemt de kleine badkamer toch nog groot.

Documentairemaker: Was het voor de hele serie of alleen voor deze woning?

Jan: Nee, het was puur voor Johan. Er is altijd overleg tussen architect en op- drachtgever. Het leuke aan deze aannemer was dat hij voor dit soort dingen openstond.

464 Johan: Heel leuk om deze uitleg ook van jou te horen. En ik moet zelf natuur- lijk ook even behoorlijk terug in de tijd. We zitten nu in 2015, oktober. En we gaan terug naar 1991. In dit geval bijna 25 jaar! Ik ben ook even benieuwd, die foto’s, ik heb even een paar foto’s meegenomen. Zegt jou dat nog iets? Heb je daar nog bepaalde herinneringen bij van ons huis van destijds?

Jan: Jouw huis staat me natuurlijk nog behoorlijk scherp voor de geest. Toen jij hierover belde moest ik even denken, toen vreesde ik dat ik er niets meer van zou weten en je weet gewoon eigenlijk alles nog, blijkt dan. Ik weet nog, die grijze wand, dat we daar zo over gedelibereerd hebben met de aannemer. Zonder zwarte wand is het wat goedkoper, maar ja, dan zweeft dat dak er niet zo lekker overheen.

Johan: Dit was onze binnentuin.

Jan: Ja, jullie hadden die binnen-/buitentuin.

Johan: Ja, hier ook in overleg met de aannemer en met jullie denk ik, de borstwering in die patio hebben we dus helemaal weggenomen. Tegen meer kosten, meer werk. Ik moet zeggen, daar was ik heel blij mee met die mede- werking, want ik ben zelf vaak verhuisd. Het is niet vanzelfsprekend dat een bouwer bij een standaardproject bereid is om ook aanpassingen te doen. Ook al wordt dat gewoon normaal betaald.

Jan: Ook voor die aannemer gold: wees blij dat je voor de gemeente Groningen bouwt. Dus iedereen zette gewoon zijn beste beentje voor.

Johan: Het werd ook min of meer een prestigeproject? Of gaat dat te ver.

Jan: Ja, we hadden beiden dat ambitieuze gevoel, ja.

Johan: En ik ben natuurlijk ook heel benieuwd wat jij je nog kan herinneren over het idee om zeg maar deze woning open te stellen voor publiek en dat daar rondleidingen kwamen. We hebben het daar verder nooit over gehad. Even terug in de tijd, ik was uit mijn werk geraakt, ik had een dubbele hernia,

465 mislukte rugoperatie, van de een op de andere dag zat ik dus eigenlijk thuis. Op jonge leeftijd. En ik had besloten om iets te doen wat ik leuk vond, maar ook vooral om onder de mensen te zijn. En ook om mijn kennis die ik in de loop van de jaren had opgedaan te delen met anderen. Ik had onder meer een makelaarsopleiding gedaan, kortom: ik vond het leuk om wat te doen te hebben. Ik ben ook begonnen met het idee, het groeide, het ging eigenlijk vanzelfsprekend, het liep ook allemaal. Iedereen die ik benaderde die deed ge- woon mee. Uiteindelijk hebben daar zo’n honderd participanten en bedrijven aan meegewerkt.

Maar ik ben natuurlijk begonnen bij jullie als architectenbureau en bij de aan- nemer. En daar is de basis gelegd voor het project Kijkbungalow. Ik weet niet of jij dat in die tijd ook nog een beetje hebt gevolgd, ook omdat er in de media heel veel aandacht aan werd gegeven. Maar wat kan je je nog herinneren en hoe vond je dat idee? Want het heeft zich nooit herhaald. Hoe vond jij dat idee dat er rondleidingen werden gegeven in het huis dat je had ontworpen met het idee om mensen, toekomstige kopers, of op het gebied van vormgeving, dat die ideeën konden opdoen die ze zelf thuis konden toepassen?

Jan: Met dit soort woningprojecten, verkoopprojecten, kom je normaal als architect niet in contact met bewoners. Hier opeens wel, dus in wezen hadden wij toen het gevoel al: voor ons is het project al geslaagd. En toen ging die bewoner er een kijkbungalow van maken en toen dachten we: goh, wat leuk zeg. Aan de andere kant: wat voor exhibitionist is het dan die het publiek zo in zijn privéhuis laat kijken.

Johan: Oké, dat dacht je?

Jan: In die tijd hè.

Johan: Ja ja ja ja.

Documentairemaker: Je bent komen kijken?

466 Jan: Jawel, ja, we zijn er geweest. Je kreeg ook niet de gelegenheid om niet te komen.

Johan: Hoezo niet?

Jan: Er was zoveel reuring, alleen al uit een soort van ijdelheid wilde je er graag bij horen.

Johan: Dat is leuk om te horen.

Jan: Dat zijn dingen die gaan op een gegeven moment meespelen. Ik vond het gewoon hartstikke leuk. En als er dan iets met je werk op deze manier gebeurt, vind ik dat mooi. Ik weet nog dat er een keer een hele donkere avond was, dat er een showavond was georganiseerd. Je moest je verzamelen in een ander dorp geloof ik, met veel parkeergelegenheid. Dan werd je in bussen geladen en dan kon je voor de kijkbungalow van Johan Meijering uitstappen. En dan: er was een mooie route om de patio heen zodat je elkaar niet in de weg liep, dan werd je door de bungalow gevoerd en dan naar de badkamer. Deze badkamer, die was gevuld met water met een heleboel schuim erop. En als je goed keek, stak het hoofd van een erg aantrekkelijke juffrouw eruit. Was heel spannend!

Johan: Ik heb hem weer, ik weet ook nu weer wie het is, ik was het kwijt, wat leuk, wat leuk!

Jan: Ja, en dat gevoel voor show dat Johan had, dat heeft hij wel op een hele leuke manier geëxploiteerd en hij heeft er op een of andere manier een zake- lijk object van gemaakt haast. Van het kijken naar de kijkbungalow, het laten inrichten, het zorgen dat er publiek komt, zodat iedereen het gevoel had dat er een win-win situatie zou ontstaan.

Johan: Nou, dat is wel heel mooi samengevat moet ik zeggen. Wat jij bedoelde net, dat was in Peize.

Jan: Peize ja, iets met Schots of Iers.

467 Johan: Ja, de doedelzakband was erbij. Maar dat was de officiële opening.

Jan: O ja!

Johan: En daar ben jij natuurlijk bij geweest. Helemaal, ook bij het diner met 340 gasten? Dat heb je ook allemaal meegemaakt?

Jan: Ja, ik geloof het wel!

Johan: En weet je nog wie het officieel heeft geopend? Wie daar heeft gespro- ken, maar niet aanwezig was?

Jan: Ypke Gietema?

Johan: Nee, nee, Jan Kamminga.

Jan: Jan Kamminga, ja!

Johan: Hij zat toen in Amerika, maar zijn speech was eerder opgenomen. Er was een groot scherm en daar werd het verhaal van Jan Kamminga vertoond, dat eerder was opgenomen in de kijkbungalow. Dat werd op groot beeld ver- toond. Hij was toen makelaar en is later commissaris van de koningin gewor- den in Gelderland.

Jan: Ja, dat was mooi...

Documentairemaker: Maar om je dat allemaal nog te herinneren, want hoe- veel geweldige diners zijn er in die 25 jaar voorbijgekomen toch hè, wat vind je van die tijd?

Jan: Ik denk dat jouw leven van diners samenhing...

Johan: In die periode, er gebeurde heel veel, het was zo wervelend en dan in feite vanuit een huiskamer hè.

468 Jan: Ja, op dat moment was het begrip kijkbungalow en vooral de invulling van Johan daarbij, zo persoonlijk met show enzovoort, dat was heel nieuw. Vanuit de tijd van nu denk je: dat kennen we wel. Maar op dat moment beslist niet.

Johan: Heeft het jou ook geïnspireerd? Als ik nu hier rondkijk, anno 2015 in oktober, in Duitsland en alleen al het woord kunst? Het is een en al kunst om me heen. Heb jij nog wat opgestoken uit dit project bijvoorbeeld, wat je zelf hebt mee kunnen nemen in je handbagage en misschien hebt kunnen toepas- sen?

Jan: Het zou erg gemakkelijk zijn om hier nu ‘ja’ op te zeggen. Maar laten we zeggen: de interesses die liggen niet ver uit elkaar. Wat ik hier heb, kun je niet kunstmatig oproepen. Het moet uit je innerlijk komen, anders wil dit niet.

Johan: Ik ben wel eigenlijk heel benieuwd, als jij dat in grote lijnen misschien zou kunnen zeggen: als je teruggaat naar eind jaren jaren ’80, begin ’90, vo- rige eeuw. En nu pakweg 25 jaar verder. Hebben er dan veranderingen plaats- gevonden in jouw vakgebied, binnen de architectuur? Zou je daar iets over kunnen zeggen? Iets kunnen benoemen, een kwart eeuw geleden...

Jan: Er is veel veranderd. Tot die tijd was de opgave van de bouw vooral tech- nisch gericht. Technisch-financieel, en na die tijd is het toch meer de alfakant opgegaan. Dus het is eigenlijk de kant opgegaan die ik wilde. Toen ik in het vak zou gaan stappen met mijn studie – mijn vader was architect, mijn groot- vader was aannemer – wist ik dat er een heleboel techneuten in het vakgebied rondliepen. En dat had niet direct mijn interesse, maar ik wist wel dat er een gebrek was aan alfamensen in het vak. En daarom, hoewel ik architect wilde worden, heb ik eerst de designacademie in Eindhoven gedaan om daarna de ontwerpopleiding te doen, die veel elementairder was dan in traditionele op- leidingen. Daar leerde je hoe je de fundering maakte, hoe je de muren zette en hoe je het dak goed dicht kreeg. Dat interesseerde me minder. Hoewel dat natuurlijk heel belangrijk is, maar dat is gewoon mijn uitgangspunt. Er moet niet meer zijn dan dat. Het leuke is, na die tijd is er meer ruimte gekomen voor fantasie. Dat is het leuke in mijn vak geworden. Dat kun je ook hier zien,

469 je kunt vanuit hier terugkijken naar de kijkbungalow. Hier vloeit de ruimte in elkaar over. Daar hebben we dat ook geprobeerd, hoewel er al een struc- tuur vanwege de bouw aanwezig was. Dit gebouw bestaat dankzij de kunst en daarom is het het Kunsthuis. Dit soort dingen geeft aan hoe de verandering is geweest, tenminste bij mij.

Johan: En bespeur je ook veranderingen bij de consument, de gebruiker? Is daar wat over te zeggen? Kijkt een koper anders bijvoorbeeld dan destijds, 25 jaar geleden? Is daar verschil in, of... Zijn mensen bewuster geworden, of kritischer?

Jan: Bewuster en kritischer zeker. Daar weet iedere beroepsgroep over mee te praten, dat dat zo is. Bij ons ook. Dat vind ik ook heel erg fijn. Ik vind het bij- zonder vervelend om een geweldig mooi huis voor iemand te moeten bouwen zonder wensen. Nu bouw ik relatief heel weinig huizen, maar ik begin pas te leven met de beperkingen van een wensenlijstje.

Johan: En hoe is het verder met jou in de stad Groningen verlopen? Omdat ik begrepen heb dat het gewoon lastig was ook om daar als architect een beetje een bodem te krijgen. Heb je meer projecten in Groningen kunnen doen?

Jan: Het schiet me niet zo te binnen. Nee.

Johan: Oké.

Documentairemaker: Ik hoorde van Johan onderweg dat de Blauwe Stad een belangrijk ontwerp is van jou. Is dat in de provincie Groningen geweest, hoe ging dat?

Jan: Aan de ene kant wacht je als architect bij de telefoon wat voor opdrachten er binnenkomen en dat bevredigt niet altijd helemaal mijn ambities. Dus ik heb altijd een belangrijk deel van mijn tijd gebruikt om dingen uit te den- ken die wel aan mijn ambities beantwoorden. En één van de dingen was de Blauwe Stad. Dat heette toen natuurlijk niet de Blauwe Stad, maar er was een structureel probleem in de landbouw. En in Europa, in Brussel, werd

470 het opgepakt door te zeggen: “Ja, het probleem is er, laten wij dat probleem gedeeltelijk oplossen door land braak te gaan leggen.” En dat braakleggen dat lag ten gronde om die om te buigen in de natuur. En dat was een soort wens, om vijftien procent van het landbouwareaal – want de techniek van de land- bouw die groeide zodanig, je kon heel makkelijk toen dezelfde productie met vijftien procent minder grond – om die 15% grond ter beschikking te stellen aan de natuur. Dat was een beetje de beweging die er gaande was. Nou, zo’n geometrisch landschap, waar ik geboren was en waar ik woonde, dat zie je dan veranderen. Iedere boer had de opdracht om vijftien procent van zijn land braak te leggen, maar had wel de vrijheid om zelf de keuze te maken waar hij dat zou doen. Dus je zag op al die postzegels van land, zag je hele kleine postzegeltjes ont- staan. Vijftien procent van die grotere postzegels, die wilden we hebben. Op die manier ontstond een soort verloedering van het landschap. Samen met een vriend van mij hebben we ons dat aangetrokken, van ‘als we niet oppassen dan verloedert dat landschap’, je ziet het nu gebeuren. De oplossing lag er in onze ogen, ‘als we nou al die vijftien procent gaan samenvoegen tot één groot gebied, dan ontstaat daar een gebied waar je iets mee zou kunnen doen. Zo geef je ook weer de gelegenheid om er misschien wat geld mee te verdienen, dus het is een project dat zich in principe zelf moet kunnen bedruipen.’ Dat was het uitgangspunt. En ja, wat doe je daarmee, laat nou toevallig vijftien procent van het land beneden de NAP-nullijn liggen. Dus heel simpel, maak dat blauw en zet het onder water. Zo simpel is dat. Met die boodschap zijn we toen naar de politiek gegaan, die in die tijd toevallig een constellatie had dat ze dat begrepen. Toen wij zeiden: “Het probleem kan opgelost worden door het voor een deel onder water te zetten”, zijn we niet meteen de deur uitgetrapt maar ze zijn er even over na gaan denken, zo is dat tot stand gekomen.

Johan: Sindsdien ben jij de ‘vader van de Blauwe Stad’?

Jan: Ja, het is een project dat we zelf gedaan hebben, eigen initiatief, eigen portemonnee.

Johan: Prachtig. Maar dat moet jou toch ook een heel goed gevoel geven als je zo’n project toch ziet groeien en ontwikkelen met alle belangstelling van dien.

471 Jan: Ja, nou is het zo, het gebied dat we oorspronkelijk voor ogen hadden, was veel groter dan dit. Je kunt altijd de vergelijking maken met een glas wijn dat halfvol is of halfleeg. Je kunt treuren dat het halfleeg is en je kunt blij zijn dat het halfvol is. Dit project heeft beide in zich. Het was 1989 toen ik ermee begon. Dat was precies de tijd dat de eenwording van Europa gestalte kreeg. Wij zagen dit project als het moment om de eenwording te vieren met een grensoverschrijdend project, ook grensverleggend. Omdat het grens- overschrijdend is, is het in principe onderwerp van gesprek bij de thee tussen koningin Beatrix en de Duitse bondspresident. En die zien daar kansen in om een pilotproject te maken voor de eenwording van Europa en die besluiten daarom om beiden hun beste ambtenaren in te zetten. Dat is de bedoeling geweest. Dat is ook een deel geweest van de verklaring van het enthousiasme van de mensen. Maar je zou kunnen zeggen: in Nederland is het van onderop gekomen. Aan de Duitse kant zagen ze dat tot stand komen en dachten ze: dat kunnen wij ook. En daar is het van bovenaf gedropt. En daardoor is het verkeerd gevallen. Toen in die tijd werden dat soort dingen van bovenaf niet gepikt. Dus de ambtenaar die dat om de hals had, is toen binnen een half jaar verplaatst naar de grens van Tsjechië. In Duitsland zei men: “Jullie problemen zijn wat anders dan bij ons en wij hebben zo’n project niet nodig.” Toen werd het een Nederlands project en zoals wel vaker, dan begint het te krimpen. De kern die bleef liggen bij Beerta, Scheemda, Winschoten, Bellingwolde. En om voldoende draagvlak bij Europa te krijgen, is er toen vrij snel gezegd: “Het oostelijke gedeelte van het gebied laten we zoals het is.” De weerstand van de gemeenteraad in Bellingwolde en Beerta zou waarschijnlijk te groot gewor- den zijn. En als een soort afkoop is er toen gezegd: “Dan doen we dat van jul- lie niet, maar dan willen we jullie medewerking voor het westelijke gedeelte.” En dat is de huidige Blauwe Stad. Die afspraak is toen gemaakt. En met alle kleinere nuances die te vertellen zijn, is het in grote lijnen ongeveer zo. Maar ik ben nog steeds blij met het halfvolle glas wijn.

Johan: Ja, bijzonder. We hebben allemaal natuurlijk pech met de economische crisis. Ik bedoel, wat er dwars doorheen speelt natuurlijk. Als je langetermijn- denken hebt, dat heb jij ongetwijfeld als architect. Je bouwt toch geen huizen voor een paar jaar of zo, of projecten?

472 Jan: Nee, het heeft twee doelen. Hét doel was om de sociale economische neergang van het gebied te doorbreken. Dat was een spiraal geworden en die is onderbroken. Vlak voordat de koningin kwam, toen had je het volgende. Ik kwam er op een zondagmiddag en er waren zelfs in het weekend grond- transporten aan de gang. Dat ging heen en weer, je zag het water ontstaan. Ik zag iemand staan en ik dacht: even meepraten, hij kent me niet. “Kom je hier vandaan?” “Ja, dat is mijn huis daarzo.” “Hoe vind je het?” “Hartstikke mooi, had ik nooit gedacht. Maar nou heb ik een probleem, want ze hebben een bod op mijn huis gedaan.” Ik zeg: “Man, gefeliciteerd!” “Ja, maar dat is het probleem nou juist, ik heb dat huis gekocht voor tien jaar, hypotheek erop. Ik heb een baan waar je niet zoveel mee verdient. En ik ben blij dat ik het nu een beetje los heb. En opeens al die veranderingen, daar was ik eerst hartstikke bang van. Maar ze hebben mij nou een bod gedaan op het huis en ik heb nooit geld gehad. En nou moet ik de keuze maken: wil ik mijn uitzicht houden, dan heb ik geen geld. Verkoop ik mijn huis, dan heb ik geen uitzicht meer.”

Johan: Prachtig.

Jan: Ik zei: “De problemen zijn zeer groot.”

Documentairemaker: En dat was een bewoner van de Blauwe stad?

Jan: Ja. Het was nog een ruw gebied, hij was de eerste die zo treffend kond deed van het welslagen van het project, want hij had het huis gekocht voor 40.000 gulden. En in 2005 kwam de koningin en we hadden inmiddels de euro gekregen. En ze hadden hem meer dan 150.000 euro geboden voor dat huis. Dat project is geslaagd. Er is gekozen voor een financieringsmodel om dat te doen met verkoop van kaveltjes...

Jan: Ik ben met die Grote Markt bezig geweest. Op zich vind ik het mooi wat er allemaal gebeurt. Alleen qua opbouw van de stad, er zijn een aantal proble- men rond die Grote Markt: aan de noordkant en aan de oostkant. Aan de noordkant zit de commissie en aan de oostkant zitten allerlei vrijetijdsfuncties zal ik maar zeggen. En die wor- den door de overheid met belastinggeld betaald. Ik vind per definitie het beter

473 om aan de noordkant te beginnen, want daar wordt het geld verdiend en bij welslagen is het goed om aan de oostkant een goeie investering te doen voor de stad. Dan heb je het in de goede volgorde en ik vind het nu omgekeerd. Eerst wordt er een soort trekker gemaakt waar het publiek op afkomt en ver- volgens moet het publiek, wat er dan komt, inkopen doen aan de noordkant, die nog niet goed ontwikkeld is. Uiteindelijk is de bedoeling van elk project om geld te genereren. Het is niet geld uitgeven, maar het is geld op een andere manier besteden zodat er op een andere manier ook weer geld terugkomt.

Johan: Ja, het heeft te maken met keuzes. Mijn keuze is een andere. Ik zeg: ophouden met een Forumgebouw neerzetten. Wat er staat, klaar. En maak er gewoon een mooi landschap van met fonteinen en muziekdingen. Ik wou jou eigenlijk vragen of je flyertjes wilde uitdelen, maar misschien is dat ook te veel gevraagd. Dit is een aquarel, die heeft Sip Hofstede even gemaakt. Heel snel, als idee. En aan de achterkant zijn even in steekwoorden opgenomen de ideeën die mij aanspreken. En ik vind dat je het naar de bewoners van de provincie Groningen gewoon niet kan maken, die zoveel schade hebben en zoveel el- lende ook, om dat af te wikkelen en problemen ook met de NAM, financieel gezien, om dan zo’n megagebouw, uitgerekend op die locatie neer te zetten.

Jan: Maar je moet het dus niet los zien van andere ontwikkelingen die nu nog moeten komen. Dat moet elkaar uiteindelijk betalen, alleen het is niet in om- gekeerde volgorde.

Johan: Dat is duidelijk, jij vindt gewoon dat de weg die nu bewandeld wordt, niet de juiste weg is.

Jan: Nee, die gaat uit van een politieke opvatting van de maakbare maatschap- pij en daarnaast is het allang bewezen dat die niet zo maakbaar is als gewenst wordt. Ik vind, je moet aan de andere kant beginnen. En dan heb je een hele- boel argumenten vervolgens, als het slaagt, om zoiets te doen!

Johan: Oké. Dan hebben we nog staan jouw formidabele plek waar we nou in mogen vertoeven.

474 Documentairemaker: Klopt, maar je had nog een vraag. Iets over de samen- werking tussen architecten. Is er een samenwerking tussen verschillende disci- plines? Lijkt me sterk als dat niet zo zou zijn.

Johan: En is daar een ontwikkeling in? Ga je bijvoorbeeld naar een situatie waarbij je alle facetten als architect zou moeten beheersen, een soort allroun- der die zowel...

Jan: Ik heb altijd geprobeerd om in het proces grenzen te overschrijden. Dat is ook de reden waarom ik eerst die designacademie gedaan heb, omdat daar die grenzen totaal anders lagen. Je werd erin getraind om die grenzen niet te zien. Zoals ik me ontwikkeld heb, is het meer dat ik een soort regisseur word van de beelden die je als droom probeert na te streven. En daar schakel je allerlei disciplines voor in en om jezelf vrij te houden, moet je altijd zeggen van: “Ik heb er geen verstand van maar dit is mijn beeld en jullie weten dat, jij weet dat en jij weet dat. Ik zal erop toezien dat jullie goed samenwerken en dat het beeld dat we voor ogen hebben, dat dat er komt.” Zo is een beetje het vak ontwikkeld, voor mij.

Johan: En daar zit ook een gunfactor in? Elkaar gunnen, dat ken jij als geen ander, of niet?

Jan: Ja hoor, zeker. Neem die Blauwe Stad alleen al. Het begint ermee dat een politicus bereid is om het project te ‘trekken’. Gun hem de eer dat hij de ‘trekker’ is. Dat heeft Gerard Beukema heel goed begrepen en de constellatie was destijds erg goed. Johan Remkes was er ook bij, van een andere politieke partij. Beiden hebben het slecht gedaan in het maatschappelijk leven na die tijd. Op dit moment, in 2015, zou het niet gekund hebben...

Johan: Maar als ik jou goed begrijp, dan heb jij wél goeie ervaringen in de samenwerkingssfeer?

Jan: Ja, juist in de samenwerkingssfeer. Ik heb ongelooflijk veel natuur ge- maakt, maar nooit met de handen. Ik zou ook nooit zeggen van: “Dat is het landschap dat ik gemaakt heb”, maar ik heb ervoor gezorgd dat het kan.

475 Gaandeweg weet je natuurlijk wel van wat erachter zit, maar het is het beste om te zeggen: “Ik heb er geen verstand van, daar zijn jullie voor.”

Johan: Als jij nog iets voor ogen hebt of zo, is er nog iets waarvan jij zegt van ‘dat zou ik dolgraag nog willen doen, alles overziende, met al mijn ervaringen van nu’? Van ‘dat heb ik te weinig ontwikkeld of laten liggen’, ‘dat zou ik doen als ik meer tijd had of nog een ander leven zou hebben’? Wat zijn jouw toekomstverwachtingen op jouw vakgebied? Heb je daar ideeën over?

Jan: Ja, ik heb wel een paar dingen nog die ik wil doen. Ik heb niet zoveel onvervulde dingen, omdat ik relatief veel tijd altijd gestoken heb in het zelf ontwikkelen van projecten. Niet als projectontwikkelaar, maar het zelf ont- wikkelen van ideeën en vervolgens de mensen erachter proberen te krijgen die dat idee met je delen en vanuit hun politiek of wat dan ook, zakelijke achter- grond, dat idee delen. Dus ik ben wat dat betreft behoorlijk bediend.

Ik heb nog één project dat ik graag nog zou willen dat zou gebeuren, geleerd hebbende van de problematiek met de Blauwe Stad. Ik woonde op dat mo- ment op het oude kasteeltje, een ‘steenhuis’, dertiende eeuw. Met die Blauwe Stad liep ik ertegen aan dat er ontzettend weinig zelfbeeld is bij de bevolking hier over hun eigen gebied en over zichzelf. Gewoon altijd aardig geweest en zo. Met die Blauwe Stad hebben we in ieder geval een ding willen aanreiken van: “‘Het wordt nooit wat’ mag je nu niet meer zeggen.” Daar is wat tot stand gekomen waar niemand aanvankelijk in geloofde. Dat is een prestatie geweest. Met de politieke vertaling ervan, een prestatie geweest van de hele bevolking! Deze mensen die dat als beroepspoliticus hebben doorgevoerd, zijn door de bevolking gekozen en de bevolking heeft zich vervolgens in inspraakavonden daarachter geschaard. Bijzonder hoor!

Dat idee van ‘het is altijd arm geweest’, dat is niet waar. In de dertiende en veertiende eeuw hebben er in de provincie Groningen ongeveer duizend steenhuizen gestaan. Zoals je nu tegen een steenhuis aankijkt, heb je het idee: dat is voor rijke stinkerds. Laat dat zo zijn, er hebben duizend steenhuizen ge- staan. Bij een grote overstroming van de Eems en de zee is een inbreuk geko- men, daarbij zijn geloof ik tweeduizend man omgekomen. En dat was destijds

476 ongeveer tien procent van de bevolking. Dat betekende, duizend steenhuizen, twintigduizend mensen, dat één op de twintig mensen in een steenhuis woon- de. Als gezin, vader moeder met drie kinderen of zo, meestal waren het er veel meer. Vijf mensen, dan waren dus één op de vier gezinnen die iets deden met een steenhuis. Wie zegt dat de provincie Groningen altijd arm is geweest? Het is een van de rijkste gebieden in Nederland geweest en ook een van de onafhankelijkste gebieden! Natuurlijk is het zo, voor die tijd is er enorme armoede geweest, maar sinds de indijkingen is er een rijkdom tot stand gekomen waar niemand ooit van gehoord heeft!

Een economische bron, die vroeger zee was, is omgetoverd in landbouwgrond met een hele hoge opbrengst. En landbouwgronden die aldoor onder water kwamen te staan, die begonnen ineens vruchten te baren. Dat extra geld dat heeft voor een enorme rijkdom gezorgd. Die rijkdom moest je verdedigen, bewaren. Daarvoor werden steenhuizen gebouwd, oorspronkelijk als opslag- plaats voor de oogst. Geld was er niet, want er was geen adel. Het gebied was zo arm dat er geen interesse was van de adel. Daardoor is Groningen zo lang zonder ‘heer’, zonder ‘meester’ geweest.

Johan: Betekent het dat jij eigenlijk wil zeggen: er moeten nu met deze erva- ringen, er moeten meer inpolderingen komen? Haha.

Jan: Nee, haha, het is een symbool van die rijkdom, de steenhuizen. Ik heb dus voorgesteld om aan beide zijden van de grens in Duitsland en Nederland twintig van die steenhuizen te gaan herbouwen, met gebruikmaking van de allermodernste technieken op gebied van archiefonderzoek, maar ook vanuit fotografie vanuit ruimte, kijken in de bodem. Om dan twintig van die dingen te gaan herstellen, zodat je dus op een hele andere manier naar de monumen- tenzorg kunt kijken. Het is pure restauratie, alleen ze zijn toevallig vijfhon- derd jaar lang niet aanwezig geweest, maar...

Documentairemaker: En onder ‘steenhuizen’ moet ik dan verstaan dingen als de Menkemaborg en meer van die dingen?

477 Jan: Ja, dus mijn huis in Scheemda met bijbehorend landschap. Als je dat gaat maken, als je dat twintig keer doet in dat hele gebied, dan verander je daarmee het landschap!

Jan: Directe aanleiding om een ‘kunsthuis’ te hebben is mijn vriendin, die kunstenares is. Het is voor haar een platform om met publiek in contact te ko- men. Dat is toch het doel van de producten die je maakt, dat is één ding. We zitten hier in een buitengebied en de enige mogelijkheid om in buitengebied voor een privépersoon te kunnen bouwen, is dat je een algemeen nuttig doel nastreeft. Als een kunstenaar. Wat betreft de kunst zelf, het hangt vol op dit moment met de dingen van Elisabeth, die voortgekomen zijn uit een lange ontwikkeling die ertoe gegaan is om alles wat zij niet essentieel vond weg te laten, want wat overgebleven is, is licht. Hemel. En vervolgens weer licht, want wolken en zo zijn ook ob- jecten, die heeft ze langzaam aan weggelaten. Daarnaast hangt een ding van Kronenberg. Uit, van kort voor of na de oorlog. Dat is ook een unicum. Haar vader was beeldhouwer en die maakte een ontzettend snelle carrière door op een gegeven moment. En dit zijn twee objecten van hem, een bruidspaar. Tegen de achtergrond van een nachtelijke hemel van Elisabeth. Dit zijn ken- merkende dingen voor hem.

Documentairemaker: Wat is het voor materiaal?

Jan: Dit is gegoten aluminium.

Johan: Bijzonder. Dat zie je toch eigenlijk heel weinig hè. Ook qua materi- aalkeuze.

Jan: Het is zelfs zo wat betreft zijn carrière, op een gegeven moment heeft de bondspresident Heideman, die kreeg schik aan zijn werk. Die ging op staats- bezoek bij de paus en heeft voor de paus een staatsgeschenk meegenomen. En wat gaf hij de paus als staatsgeschenk? Een januskop? En ik weet niet wat jullie gedachten zijn bij religie en zo en bij de paus, maar er kon weleens een hei- melijk standpunt in zitten om de paus een januskop te geven. De paus had het goed begrepen, die vond het prima. Want na die tijd hebben we, heeft mijn

478 vader nog een keer iemand ontmoet die op audiëntie bij de paus was geweest in zijn privévertrek en die buste, die stond daar.

Johan: Bijzonder, en dat ga je allemaal ook beschrijven in je autobiografie?

Jan: Ik ben nog niet zover Johan. Ik ben nog heel jong, haha!

Johan: Wordt een keer tijd, haha!

Jan: Dit huis is helemaal van beton. En waar het niet van beton is, is het van staal en glas. Dus als je nou iemand vertelt die er niet is dat je een huis van beton en staal hebt, dan kijkt hij je heel minderwaardig aan, van ‘moet je in die fabriek wonen’. En als ze dan hier komen, zeggen ze van ‘goh wat is het hier eigenlijk gezellig…’!

Woonhuis Jan Timmer

479 Johan: Ik vind de scheuren in de vloer erg mooi. Kan me voorstellen dat je die er niet in gemaakt hebt zelf, maar dat de natuur haar werk doet...

Jan: Het zijn de niet te voorkomen krimpscheuren. En die verlopen altijd vol- gens een vast patroon. En als het niet volgens het patroon verloopt, dan is het niet goed...

Documentairemaker: Hoe dik is zo’n plaat ongeveer?

Jan: Die is een centimeter of dertig. Dat is heel dik want er zit een verwar- mingslaag in hè. Dat is ook voor het plafond. Zijn beide verwarmingselemen- ten. Waar aardwarmte doorheen wordt geleid met een pomp. En zo wordt dit verwarmd. Het vertrek hoeft dus maar tot het verwarmingslichaam, tot op de helft van de hoogte verwarmd te worden. Dus midden in de winter gaat er voor dertig graden warmte in die vloer. Dus de verwarming die is maar heel gering. De verwar- ming die je thuis hebt, die gaat tot zeventig of tachtig graden soms hè. Dat moet allemaal met energie gebeuren. In Duitsland ben je verplicht om een energie- Ausweis te maken, een label. En ze hadden nog nooit meegemaakt dat je zo’n gunstig huis had wat betreft energie.

Johan: Wordt het nou al vaker toegepast? Wordt het overgeno- men, of...

Jan: Dit is gewoon boerenver- stand, het is beton met veel mas- sa. Die massa activeer ik met de verwarming en meer is het niet. Ik heb daar een grote vijver ge-

Woonhuis Jan Timmer

480 maakt. De grond die eruit is gekomen heb ik aan de noordzijde neergelegd. Het huis zit aan de noordkant helemaal onder de grond dus ik heb daar geen afkoeling, de daken zijn begroeid. Dus ik heb ook sowieso weinig energie no- dig. En dan is het daarbij nog een keer heel goed geïsoleerd. Ook het glas, het is maar twee lagen, maar er zitten filters in, waardoor het zomers het teveel aan warmte buiten houdt. En ’s winters, met een andere inval van de zon, wordt de vloer beschenen voor de zon en wordt de vloer dus warm gemaakt door de zon, en door het circuleren van het water wordt die warmte naar het koele deel van het huis getransporteerd. Zo werkt dat, heel simpel.

Johan: Maar je zou toch zeggen, dit werkt, dit kan je laten zien, dit kan je uit- leggen, je kan overal colleges geven, misschien doe je dat ook wel. Je zou zeg- gen dan zou er toch niet meer anders gebouwd moeten worden? Want in deze tijd van duurzaamheid, iedereen is bezig in verband met het energievraagstuk. Waarom wordt dit niet massaal overgenomen?

Jan: Het heeft ook met de indeling te maken, die ruimte hier. Ik heb eigenlijk één ruimte gebouwd. Dat kan omdat we met zijn tweeën wonen en wij vin- den dat dure niet zo nodig, maar dat is wel een middel om dit soort dingen te kunnen doen.

Johan: Maar zitten wij dan te veel vastgeroest aan het hokjesidee? Moet je werken aan een bewustwording, aan een mentaliteit dat het...

Jan: We proberen zoveel mogelijk te laten zien dat het werkt. Dat het helemaal niet een fabrieksgebouw is waar je in woont.

Johan: Bouw jij dit soort type ook voor particulieren?

Jan: Jawel. Ik bouw op dit moment mijn mooiste project, het gaat nu komen in Enkhuizen. En dat is een zevenjarige voorbereidingstijd, haha.

Johan: Haha.

Johan: Het eerste waar ik hier aan denk, ik dans normaal met een dame, maar ik nijg hier om...

481 Jan:... met een heer te dansen!

Johan: Dit is zeer inspirerend om hier tango te dansen. Heerlijk, en dan met die relatie met buiten. Prachtige ruimte, schitterend, multifunctioneel.

Jan: Dit is dus een ruimte die op muziek is gericht hè. Voor praten is dit een moeilijke ruimte. Maar als je hier zestig, tachtig mensen in zet of negentig, dan is er nog steeds een frisse korte nagalm.

Johan: En dat heeft met akoestiek te maken, die wand?

Jan: Ja! Kijk, dit zijn ook dingen van Elisabeth natuurlijk. Hemelse objecten.

Johan: En bij de kunst van weglaten hoort ook signeren aan de achterkant neem ik aan?

Jan: Ja, haha! Ze had het eerst aan de voorkant, maar het is op een hele mooie manier zoals ze het doet. Maar er waren mensen die dat toch wel jammer von- den. Dus nu doet ze het aan de achterkant.

Johan: Ja, mooi.

Jan: Dat is een wat ouder werk waar je de wolken nog ziet. Maar dat is dus puur licht. Hiernaast is geloof ik nog meer, dan is het alleen maar licht. Overigens staat dit er omdat wij net een Afrikaanse nacht gehad hebben en met Afrikaanse muziek daar en dansers. Gewoon ter sfeerbepaling heb ik dit gedaan, dit ding hier neergezet.

Documentairemaker: Een enorme echo, geweldig. Want deze microfoon pakt het rechtstreeks op, maar het wordt bijna met hetzelfde volume teruggebracht...

Jan: Ja, zo is het bedoeld. Want als je dit vol met mensen zet, dan is het meestal dood hè. Akoestisch, dan moet je ervoor zorgen dat dit hard genoeg is om dat te kunnen overleven.

482 Documentairemaker: Geweldig.

Johan: Ik vind het werk van Elisabeth ook rustgevend. Hier word je stil van.

Jan: Ja, ze zijn complimenterend. Het gekke is, mensen die helemaal niks met kunst hebben, die komen hier af en toe en die hebben dus ook geen drempel tegen kunst hè, geen weerstand. Dan werkt het zo ontzettend leuk. Ze heeft een hele mooie tentoonstelling gehad in een museum net. Hier, een kleurex- plosie. Puur licht. Laat het maar even op je inwerken, hier zie je duidelijk die ronde cirkel, die zit hier ook in. Je ogen zijn nu een beetje verblind door het vele licht buiten... Gaat bewegen hè.

Johan: Daarin onderscheidt zij zich enorm denk ik, want ik heb dit soort werk nog nooit gezien.

Jan: Het is een hele intensieve techniek. Hele mooie techniek. Ze is nu ook gevraagd om met die Klassieke Academie in Groningen iets te gaan doen.

Johan: Dat kan ik me wel voorstellen. Wat is dit ook een heerlijke ruimte. Ik heb even gedacht toen ik binnenkwam, toen ik dit zag, toen dacht ik: goh, de muur eruit. Maar ik snap ook nu hoe heerlijk dat is als je dat hebt zonder deuren en dat je eigenlijk van de ene verbazing in de andere...

Jan: ’s Avonds is het hier prachtig. Eindeloze weerkaatsing van het licht, zo mooi.

Johan: Ga je nog wel naar bed dan?

Jan: Haha...

483

52. Interview met tuinarchitect Henk Visser

Henk Visser (l.) en Johan Meijering

Henk: Ik was verrast, Johan, om het plannetje weer te zien. En sta er nog steeds volledig achter.

Johan: Jouw plan?

Henk: Nou ja, zoals het bedacht is en zoals het uitgevoerd is. De entree, heel rustig opgezet. De verwachting was dat er veel mensen zouden komen, dus het is toch vrij veel bestrating. De voorkant hebben we ook met gewone grindte- gels gelegd, overlopend in grind aan de zijkant. Dus als er vijftig mensen voor de deur stonden, dan konden ze tenminste over het trottoir lopen. Ik kwam een beetje op deze vormen in verband met dit verlichtingselement.

485 Johan: Dat in die voortuin stond?

Henk: Ja, ik dacht als deze vorm kan, dan kun je ook deze dingen doen. Vandaar ook die schuine lijnen min of meer, je vindt dat hier en in dat fun- dament. Die driehoeken komen overal weer terug. Ik vond het een geweldig mooi idee om die garagedeur te vervangen door, of de voordeur te vervangen door de garagedeur, zodat je hier naar binnen kon.

Johan: Je bedoelt: hier zat een kanteldeur in.

Henk: Ja. En daar heb ik toen een entreedeur van gemaakt.

Johan: Een dichte deur. Maar wat leuk om te horen, hoe je dit uitlegt, de relatie met het kunstwerk in de tuin, dat hoor ik eigenlijk voor het eerst. Of misschien heb je het wel verteld, maar ben ik dat even kwijt.

Henk: Ja, de vormgeving sprak mij aan.

Johan: Het lijnenspel? Ja, en wat ik me nog herinner van de kunstenaar Bert Zikken, is dat hij een baken wou, een herkenningsbaken en tevens ook als verlichting, dus het was een combinatie, je kon erop zitten onderin, het was een soort vuurtoren...

Henk: Ja en het is ook een zitelement als ik me goed herinner.

Johan: En weet je dat Bert Zikken nog door de kijkbungalow een baan heeft gekregen? Bij een verlichtingsbedrijf. En dat dit als prototype is gebruikt voor een hele serie van dit soort objecten die op de markt is gekomen, internati- onaal. En dat vond ik misschien nog wel het leukste, dat hij meedeed aan de kijkbungalow, als kunstenaar, een van de velen, en dat ik hem in contact kon brengen met een verlichtingsfabrikant, met Artilite B.V. in Drachten.

Ja, een van de bijzondere dingen vond ik ook, je had een worteldoek onder het grind laten aanleggen. En ik had zelf nog nooit van een worteldoek gehoord, dus ik vertelde dat ook aan de bezoekers. Die konden dat als idee meekrijgen

486 en dat was voor bijna iedereen nieuw, dat kende men niet. Ben je daar uitein- delijk blij mee, dat iedereen dat is gaan gebruiken?

Henk: Ja, het worteldoek wordt gebruikt om, nou ja, dat houdt onkruid tegen. Je houdt je kiezel op de plek zeg maar en als je dat beperkt toepast, oké, in dit geval in een gesloten omgeving, water kan in de vijver. Maar beleg je daar je voortuintje mee, waar moet het water dan naartoe hè? En dan krijg je dus dat de riolering verstopt raakt of overbelast wordt. Dus daar ben ik eigenlijk he- lemaal niet zo’n voorstander van. Wat we ook wel veel gedaan hebben hier, is het kleurgebruik dat we toen toegepast hebben en dat ik heel mooi vond: het groene van de tegels, het blauwgroene van die armaturen en we hebben hier te maken met hoogteverschillen. Dat is ook weer dezelfde kleur als je ziet in het scherm. Hier lopen de balken, dat vond ik eigenlijk wel heel rustgevend. Het heeft met elkaar te maken, het heeft verbinding.

Johan: Wat ik zelf toen heel mooi vond, is dat jij hele strakke lijnen had toe- gepast in je ontwerp, maar daarnaast ook een hele vrouwelijke vorm hebt toe- gepast, zoals die tweede vijver in de hoek, achterin, je kan hem hier ook zien op die foto. Die is niet strak, maar heel organisch.

Henk: Nou, ik hou eigenlijk ook van contrast. En hier heb ik dus een heel sterk contrast met de strakke vorm van binnen/buiten. En verder in de tuin dat je meer die organische vormgeving hebt.

Johan: Je bedoelt: het wordt nonchalanter?

Henk: Nou, je krijgt een contrast, een tegenstelling. En zo probeer je ook zo’n kleine tuin dynamisch te maken van lijnvoering.

Johan: Je zegt: “Ik werk graag met contrasten”, doe je dat nog steeds of is dat, hoort dat bij jouw denkwerk als tuinarchitect?

Henk: Nee, ik mag graag werken in contrasten. Dat het harmonieus blijft én verrassend... O ja, de opening van het hele project, dat feestje in Peize. Ik ben er maar even

487 geweest en ben weer teruggegaan, want er waren zoveel mensen die informa- tie wilden over de tuin. Dus van het feest zelf heb ik heel weinig meegekregen eigenlijk.

Johan: Jij bent dus waar het feest gehouden werd in de Peizer Hopbel, toen ben jij teruggegaan naar de kijkbungalow? Echt?

Henk: Ja, daar ben ik maar heel kort geweest eigenlijk.

Johan: En daar heb je mensen uitleg gegeven?

Henk: Inderdaad, er waren allerlei bezoeken, het was stampvol.

Johan: Wat leuk, dit hoor ik ook voor het eerst. Heb je er eigenlijk werk aan overgehouden?

Henk: Aan de hand van deze tuin, ik heb daarna toch wel meerdere tuinen ontworpen die ook een beetje hetzelfde idee hadden. Ik zou ze wel kunnen zien hoor.

Johan: Er zijn relaties uit voortgekomen dus? Door dit project.

Henk: Nou... Door dit project... Maar meer voor mezelf, qua ontwerp en vormgeving zeg maar.

Johan: Was het voor jou ook inspirerend om hier aan mee te werken?

Henk: Ja, het mooie was: je gaf me de vrijheid dit zo te maken. En dan ben ik misschien beter in mijn element.

Johan: Ja, dat hoort een beetje bij mijn filosofie, ik vind gewoon dat je een kunstenaar, in dit geval als tuinarchitect, je een creatief brein niet moet gaan beïnvloeden als opdrachtgever, die moet je de ruimte geven. Dan blijft het ook stromen en dan ontwikkelt zich dat allemaal.

488 Henk: Zet eerst maar eens iets op papier, kunnen we overleggen, heb je iets concreets en dan kun je altijd bijschaven.

Johan: Wat ik me nog kan herinneren toen ik het ontwerp per post kreeg, toen had ik gelijk zoiets van: dat ga ik inlijsten en dat hang ik boven mijn nachtkasje, dat er nog niet was, maar dat vond ik zo mooi om te zien en ook, ik heb nog steeds het gevoel van: dit kan je zo aan de wand hangen, met een passe-partout erom.

Dit is jouw creatie zeg maar, en voor mij was dit nieuw, om te werken met drie architecten. En ieder op een verschillende manier hè, jij als tuinarchitect, er was een binnenhuisarchitect, Sip Hofstede. En Jan Timmer was de ont- werper van de hele rij woningen en die hebben met name de badkamer ook helemaal veranderd.

Henk: Ja, dat kan ik me nog herinneren. Die was verhoogd.

Johan: Ja, maar ook dat het zo uitgevoerd is...

Henk: Wat ik hier heel erg leuk vond aan de kleurvoering, was die groene kleur, die groene tegels.

Johan: Als basis.

Henk: Als basis. Ik ben er nog steeds een beetje gek op, want dit komt er ook weer in terug.

Johan: Je bedoelt deze kleur? Die komt ook terug in het kunstwerk zeg maar. Ja, dit is wel een plaatje, dit was een object hè, gemaakt als windscherm, in de tuin. Verplaatsbaar. Bedacht door Zoutewelle, ik ben de voornaam even vergeten. Hier staat-ie, op de foto. Ik had een samenwerkingsrelatie met de kunstacademie Minerva en er zijn heel veel kunstenaars op bezoek geweest, en die hebben daar ook gewerkt later. Op een inspirerende plek, dus dat was heel leuk. Hier zie je dus ook weer dat lichtelement terugkomen.

489 Interviewer: Ga ik toch een vraag stellen, we reden hierheen, we reden op de A28 en toen zei Johan dat je de kunstacademie had gedaan. Was dat gelijk met die tuinarchitectuur?

Henk: Nee, dat was een paar jaar eerder. Even denken, ’75 of ’76 ben ik begonnen, duurde vijf jaar. Was de avondopleiding, overdag werkte ik en ’s avonds naar Groningen. En dat was iets wat ik altijd wilde doen, dus toen dacht ik: mijn tuinbouwopleiding maar afmaken, wat brood op de plank. En de vrijheid van de academie, en ik moet zeggen: daar heb ik nog altijd plezier van. Dat is bagage en dat vind je ook weer in de ontwerpen van de tuinen. Dus ik hoop over niet al te lange tijd weer achter de ezel te staan.

Documentairemaker: Met name schilderen?

Henk: Ja. Ik heb een vrije opleiding gedaan, mooie periode.

Johan: En ga je exposeren ook, en de wereld rond?

Henk: O nee, dat is geen doel. Maar of je nou kan zeggen: heb je lekker ge- sukkeld? Dat heb ik niet. Het is altijd weer een struggle.

Documentairemaker: Stel je eisen aan jezelf?

Henk: Zeker.

Johan: Niet zo van ‘als de verf maar op is dan ben ik klaar’?

Henk: Nee, en als het niet goed is, dan is een doek met terpentine bij de hand en beginnen we opnieuw. Maar goed dat...

Johan: En als je naar je vakgebied kijkt, wat is voor jou... Je krijgt een opdracht als tuinarchitect, wat is dan jouw basisgedachte of jouw werkproces, hoe gaat dat? Er komt iemand bij je en die wil een tuinontwerp hebben. Of dat nou een bedrijf is of particulier, maar wat gebeurt er dan met jou? Hoe pak je dat aan?

Henk: Nou, in het geval van jou, als er zoveel mensen over de vloer verwacht

490 worden, dan moeten we daar een mooi staaltje werk laten zien! Heel kort gezegd. Een uitdaging. En ook een uitdaging om het voor elkaar te krijgen.

Johan: Was het een uitzonderlijke opdracht, voor de kijkbungalow?

Henk: Ja, absoluut. Vooral de vrijheid die je mij gaf van dit te ontwerpen.

Johan: Bijvoorbeeld zo’n opening ook, daar waren 340 mensen bij het diner. Dat is bijna niet te begrijpen, een uitgebreid driegangendiner, 340 mensen. Met bussen werd er heen en weer gereden.

Documentairemaker: Je hebt toch de rekening gehad? Of heb je die ver- scheurd?

Johan: Dat hele diner werd gesponsord door een restaurant. Ongelofelijk, fan- tastisch.

Henk: Ik heb het idee dat Johan een van de eerste crowdfunders was.

Johan: Haha, serieus? Dat is wel leuk om te horen. Samen sta je sterk, toch? En kan je elkaar ook over en weer stimuleren. De bedoeling was natuurlijk om de bezoekers die ik kreeg, en er zijn in die drieënhalf jaar ruim 13.000 mensen geweest, om die dus ook uitleg te geven over bijvoorbeeld iets van de tuin, zo’n worteldoek bijvoorbeeld, dat was heel leuk om te vertellen voor mij. En dan de vragen ‘wie is die tuinarchitect’ of ‘welk bedrijf heeft dit aangelegd?’ Dat kwam allemaal ter sprake. En dan is het ook leuk als iemand dan serieus is om die dan door te verwijzen. Zonder dat je aandelen in een zaak had of zo. Het was allemaal heel speels, en leuk om te doen.

Johan: Dit is de patio hè? De binnentuin.

Henk: Ja, de binnentuin. De bestrating loopt vanaf de gang, eigenlijk weer naar buiten toe. Zilveren tegels. Hier is een stroompje gemaakt met een wa- terpompje, zodat het water uit de vijver helemaal naar het begin gaat.

Johan: En daardoor ontstond een leuk geluid in die binnentuin?

491 Henk: Ja, met een belletje als fonteintje, een eindje verder ligt een niervormig vijvertje. Het staat met elkaar in verbinding.

De patio met vijver

492 53. Interview met interieurontwerper en kunstenaar Sip Hofstede

Sip Hofstede (l.) en Johan Meijering

Sip en ik beginnen het gesprek naar aanleiding van de fotoboeken over de Ploegmanifestatie.

Johan: Wij konden toen met die Ploegmanifestatie geen enkel schilderij in bruikleen krijgen van de gemeente. En ook niet van de provincie. Ook de kunstkring De Groninger Ploeg die toen 75 jaar bestond, wilde geen mede- werking geven. We hebben dus met ons zessen een kunstcommissie gevormd. Ik kreeg op een gegeven moment dat idee omdat de kijkbungalow twee jaar bestond, dat was in 1993 hè. We zijn gelijk de volgende dag aan de gang gegaan. We hadden geen budget. Toen zijn we gaan rondbellen. Familie, kennissen en relaties van

493 allerlei buurtbewoners. En zo kwamen we aan bijna honderd Ploegwerken. Het verhaal ken je, je bent erbij geweest, en die zijn opgehangen in 27 huizen. Op één zaterdagmiddag!

Sip: Ik weet dat nog wel, en die week daarop hebben we nog gekeken bij mensen thuis.

Johan: Jij weet ook dat het nog voor de televisie is geweest hè? Voor de NOS, twee keer zelfs. En dit zijn de foto’s van de cameramensen, met Hans Peerholte, zegt je dat iets? De regisseur.

Sip: Muziek erbij, ja Johan, jij kon wel de zaken aan elkaar binden daar. Heel bijzonder.

Johan: Hoe is het begonnen voor jou?

Sip: Dat is nou een goede vraag, hoe is onze samenwerking met MM Design begonnen? Op een zaterdagmiddag kom jij met Marije binnen. En toen legde jij dat plan neer dat jij van plan was.

Johan: Jij zat toen aan de Pottenbakkerrijge toch, in de binnenstad?

Sip: Ja, in de binnenstad.

Johan: En wij kenden elkaar niet.

Sip: Nee, helemaal niet. Dan ben je wel een hele middag bezig om zo’n plan te bekijken. Er ontstond wel wat. Het moest allemaal nog betaald worden, daar- naast hebben wij gewoon een aantal participanten erbij betrokken. Gelderland, Young, Dick Bruinsma.

Johan: Maar dat is allemaal ontstaan in dat eerste contact.

Sip: Ja, met Dick Bruinsma ga ik nog steeds naar Tsjechië en Rusland toe.

494 Johan: Dat is lekker door blijven lopen, net als bij ons. Bijzonder.

Sip: Ja.

Johan: Ik ben in mijn archief gedoken, ken jij dit toevallig wel?

Sip: Nou verras je me.

Johan: Heb jij gemaakt.

Sip: Heb ik gemaakt? Hé, dit is een tekening van de kijkbungalow naar de Pottenbakkerrijge.

Johan: Naar jouw bedrijf, jouw atelier. En die heb jij gemaakt. Kun je je nog herinneren dat je die meegaf aan jouw relaties? En omgekeerd ook.

Sip: Ja! Hier heb je die afslag bij Hoogkerk en daar heb ik een stukje tussen gelaten. Afstand drie kilometer. Dit is wel heel duidelijk voor mensen geweest.

Johan: Prachtig. En jouw zaak heette toen MM Design?

Sip: Ja dat is MM, MaatMeubelen.

Johan: MaatMeubelen, MM, mooie naam.

Sip: We hebben veel meegemaakt in de tijd met Gerriet Postma. MM dat stond dan weer voor het jaar 2000 hè. Die overgang van 1999 naar 2000, het millennium. En toen begon ik eigenlijk een beetje te begrijpen waar we mee bezig waren voor de toekomst.

Johan: Prachtig verhaal, en nou, nu we dit laten zien. Herken jij dit nog? Want ik heb iets voor je meegenomen, misschien kan je hier iets over vertellen, dit is origineel. Dit heb ik vanmorgen thuis uit mijn archieven gehaald.

Sip: Weet je dat ik deze dingen ook allemaal kwijt ben.

495 Johan: Maar wat is dit?

Sip: Minerva Kijkbungalow... Dit is het logo voor jullie project.

Johan: Dat heb jij gemaakt hè?

Sip: Jazeker.

Johan: In die tijd kwam ik binnen met het idee voor de kijkbungalow. Weet je er nog iets van?

Sip: Jawel. Waar ik mee bezig was? Ik had een soort atelier, een werkruimte, ik had er ook een soort showroom bij. En ik vind een showroom met prijs- kaartjes eraan niet leuk. Tegenwoordig is het drie dagen levertijd, maar toen was het één maand. Maar goed, wat ik het allerliefste deed was het ontwerpen van tafels, van keukens, van badkamers, dat soort dingen. Zo hebben we in de kijkbungalow ook een aantal dingen gemaakt. We zijn heel lang bezig geweest voor de opening.

Johan: Ja, maar weet je dat het logo als huisstijl is gebruikt? Want kijk, we hebben enveloppen laten maken, en de uitnodiging voor de opening. Dit ook, dit zijn de etiketten.

Sip: Ik was er eigenlijk al vrij snel achter dat jij niet alleen in dat huis ging wonen. Jij was niet een type van ‘ik moet alleen maar comfortabel zitten en verder is het ’s avonds de gordijnen dicht’. Nee, jij ging ’s avonds nog de boer op en er kwamen mensen over de vloer. Dan kom je er dus later achter dat allerlei kunstenaars en mensen daar met jou contact hadden. Dat wist ik toen allemaal nog niet. We hebben er een ontzettend leuke tijd gehad. Wat met name zo leuk was, omdat het ook zo’n ruimte is die jij bedoeld hebt voor het grote publiek dat daar gewoon binnen komt kijken, om daar ook echt iets leuks van te maken. Meestal maak ik dingen voor mensen privé, maar dit was een beetje voor iedereen. Maar er moest natuurlijk wel in geleefd worden door Johan en zijn partner.

496 Johan: waren er kwaliteitseisen aan het materiaal?

Sip: Ja, kwaliteitseisen, nou, dat was trouwens Johan ook. Hij zegt: “Dat is mooi, dat is mooi.” Dat kwam al heel snel meteen voor. Bij de fabrikant Gelderland kwam je terecht. Die dingen had ik ook...

Johan: Je bedoelt grote namen? Vormgevers.

Sip: Ja. Nou, deze fabrikanten die wilden wel leveren aan jou. Dat is natuurlijk elke ondernemer die zegt ‘o, als er publiek komt, dan heb ik gelijk een soort showroom erbij’. Kreeg jij eigenlijk dan nog korting Johan?

Johan: Bijna alles is gekocht, maar wel met kortingen inderdaad. En soms zelfs tegen kostprijs. Alleen het waren over het algemeen voor een privépersoon, zoals wij, dure materialen. Als je bijvoorbeeld zo’n keuken alleen al neemt, dat was een hele grote investering, ondanks dat daar door de fabrikant een, ten behoeve van dit project, redelijk aantrekkelijke prijs van is gemaakt. Maar we zijn wel behoorlijk diep in de buidel gegaan uiteindelijk, om dit allemaal te realiseren. En wij wilden onafhankelijk blijven. De bedoeling van dat project was aanvankelijk voor maximaal twee jaar. Maar uiteindelijk werd het drie jaar en drie maanden. Omdat het zo leuk was... Ik moet eerlijk zeggen: ik heb nog nooit in mijn leven zo’n leuke job gehad. Het was vrijwilligerswerk, want ik was uit mijn werk geraakt. Ik bleef onder de mensen, ik kon mijn ei kwijt. Ik kon college geven in mijn eigen huis. Ik kon ook verwijzen naar partici- panten. Kan jij je nog herinneren Sip, dat er mensen in de kijkbungalow geweest zijn die bij jou terecht zijn gekomen?

Sip: Jazeker. Hele leuke relaties hou je daaraan over. Omdat wij niet voor de korte termijn gaan van ‘hier heb je het, red je er maar mee, dag meneer Meijering, dag mevrouw’, nee, het is investeren in een langere periode.

Johan: Waar ook vriendschap uit kan ontstaan.

497 Sip: Ja, dat is allemaal veel belangrijker. Dat is nog zo hoor, bij mij.

Johan: Mooi, mooi.

Sip: Ja, kijk, ik ben twaalf jaar met Dick Bruinsma in één hotel bezig geweest, nou, dat is alweer helemaal vernieuwd. Daaruit zijn weer dingen in Rusland, in Kazachstan ontstaan.

Johan: Kan jij nog iets... Je hebt iets verteld over hoe we elkaar ontmoet heb- ben, en dat wij eigenlijk, wij zijn eigenlijk bij nul begonnen bij jou samen. Dat voelde voor ons heel erg goed. En kennelijk ook voor jou, want we zijn eigenlijk heel geleidelijk aan gaan opbouwen, ook met dat project. Wat ik me kan herinneren is dat jij de meubels allemaal ontworpen hebt en vorm hebt gegeven daar. Eigenlijk heb jij de kijkbungalow met jouw kwaliteiten een gezicht gegeven.

Sip: Ja, en als ik dat nu terugzie, welk jaartal Johan?

Johan: 1991 is het geopend. 27 september. 24 jaar… Ik heb een paar foto’s meegenomen.

Sip: Dit is een perfect interieur, dat zie je zo in zijn vormgeving. Het is egaal, rustig. Als je dat dus weet op te brengen om dat te bedenken en tegen mensen kunt zeggen ‘ho en niet verder’. Zo zie ik tegenwoordig te veel trendy dingen. Alles moet maar bij elkaar gezet worden. Maar hier zit een lijn in. Dus of je nou zegt van ‘we zetten daar wel of geen vaas neer’, hier zit een accentkleur, daar zit een hele strakke wand. Dit wordt nog steeds verkocht...

Johan: Mooi hè, maar dit scherm, kan je je nog herinneren dat jij dat ontwor- pen hebt? En daarachter was de wasmachine verstopt. En weet je nog dat het scherm kon draaien, op dat wieltje hier. Die kon je zo verrijden. Heb je hem?

Sip: Ja, kijk, als je een hoofdlijn, de ruimte, de rust, de doorgangen, maar vrij hebt. Maar tegenwoordig kijkt men er heel anders tegenaan. Het moet alle- maal dit en dit en dat.

498 Johan: Kun jij je nog herinneren welke ruimte dat was?

Sip: Bij de entree.

Johan: Bij de entree, ja. En dit is weer een impressie van...

Sip: Van de woonkamer. Hier had je een patio in het midden. Het mooie daar- van is dat je dus het verschil kunt zien tussen warme tinten, koele tinten, lichte tinten maar ook donkere tinten. Ik weet nog dat de kozijnen van de patio su- perhoogglans zwart zijn geschilderd. Dat was zo briljant en dat was zo nieuw!

Johan: Maar dat was een idee van jou!

Sip: Ja, dat zal wel. Dat geel ertegenaan van die bank van Young, nou nou!

Johan: Weet je nog wat hier stond?

Sip: Ja, daar stond zo’n speelkast. Kon je voor een kwartje doen.

Johan: Jukebox.

Sip: O jukebox! Wat vond je van de muziek, Johan?

Johan: Nou, ik ben opgegroeid in de jaren ’60 en de Rolling Stones en zo. Maar in die jukebox zaten veel oude platen hè. Van voor die tijd... Nou, hier kan je je vast ook nog wel iets van herinneren denk ik?

Sip: Die keuken, ja die keuken was echt van sublieme klasse qua materiaal. En hout. Maar kijk eens met een rustige tegel erachter, je kunt het nu nog gewoon gebruiken. Zo wordt het nog steeds verkocht!

Johan: Kersenhout was het?

Sip: Ja, kersen.

499 Johan: Je had het nog over die hoogglans van de kozijnen, zwart. Maar dat keerde ook weer terug in die keuken.

Sip: Ja, dat zwarte in die kozijnen was zo monumentaal hè. In dat hoogglans zwart, perfect geplamuurd. Het was net een vleugel, zo mooi!

Johan: Dat jij je dat nog kan herinneren...

Sip: Ja, het komt weer boven, Johan. Als het om kwaliteit gaat.

Documentairemaker: Dit vind ik ook mooi, want aan jou zie ik jouw interes- se, jouw betrokkenheid bij dat soort interieurs. Dat zou menigeen niet hebben. Ik voel bij jou dat het jouw vak is en dat je ervoor gaat. En dat is mooi om te zien, dat ziet Sonja ook, want dat zien we niet zoveel. je hebt heel sterk dat je dat belangrijk vindt, dat vind ik mooi om te zien!

Sip: Ja, dit was de vensterbank...

Johan: Jij bent vormgever...

Sip: Ja, het huis was heel direct en heel recht. We hebben daar bewust gewerkt met een lijnenspel, maar niet onder 45 graden, want die vloer dat was een aanknopingspunt. Die keuken liep ook onder 45 graden, maar daar een lijn in aanbrengen die gewoon haaks op alles staat, niet overal, maar heel weinig, dan komen dingen even los van elkaar. Het is weer contrast, licht, donker, warm.

Johan: Met die vensterbank bedoel je dat je een accent legt?

Sip: Ja, maar ook functioneel hè.

Johan: Met een afwijkende vorm. Wat weer past in de totale belijning.

Sip: Juist. Was dit geen stoeltje van die Groninger meubelontwerper? Zo’n lange man. Heeft een prijs gewonnen.

500 Johan: Ik weet... O god, ik kan het wel terugvinden, maar... Bert Sikken was het niet... Een hele lang man met een bril, hij staat zo voor me. Het was meu- belontwerper Klaas van Driezum uit Groningen.

Sip: De badkamer, dat was een van de eerste badkamers met bubbeltjes erin, dat weet ik nog.

Johan: Sorry? De eerste badkamer met bubbeltjes?

Sip: Ja, dat er beweging in het water zat. Dat had je toen niet.

Johan: Echt waar?

Sip: Jazeker. En ik weet nog dat daar een vrouw in gelegen heeft met die ope- ning!

Johan: Een vrouw in gelegen heeft? Bij de opening? Tijdens de bezichtiging ook?

Sip: Ja. Dat komt nu boven...

Johan: Dat jij dat nog weet. Dacht je aan die badkamer of dacht je aan die vrouw?

Sip: Nee, zeker niet. Nu weet ik het, want in zo’n badkuip komt iemand te liggen, weet je wel. En dit afgebrokkeld hierboven, met dat beeld daar en dat het licht uitkomt, hier ook weer.

Johan: Ja, maar dat zijn de ontwerpen van jou. Jij hebt dat bedacht voor die badkamer. Kan je je nog herinneren dat het twee ruimtes waren, afzonderlijk, maar dat die tussenmuur verwijderd is? En dat het één ruimte was?

Documentairemaker: Even terug naar de badkamer, voor mijn part de tegels. Wat had de dame aan? Niks?

501 Sip: Niks. Tenminste, in mijn beleving niet.

Johan: Haha. Ja, ik moest even lachen. We hebben onlangs ook een interview gehad met de architect Jan Timmer en die kon zich ook die dame herinneren. Ik was het kwijt moet ik zeggen, en jij komt er ook mee, haha! En nu zeg jij nog dat ze niks aan had, dat ben ik totaal kwijt, dat is mij ontglipt! Jan Timmer vertelde toen dat hij haar had gevraagd: “Heb je ook wat aan”, en toen ging ze een beetje zo omhoog en achter al dat schuim zat dan zo’n touwtje. En toen zei hij zoiets van ‘kruip er maar weer in’.

Sip: Zo was het wel, ze had wel wat aan, maar niet veel. Maar goed, die bad- kamer, dat was... Door zijn belijning maar ook hele rustige tinten zie je dat jullie heel mooi en heel creatief met zo’n beeld zijn omgegaan. Je plaatst daar zelf dingen in, de kralen, dat soort dingen. Moet je eens kijken, die verlichting die daarboven hangt. Dat verkoop je nou allemaal nog.

Johan: Tijdloos...

Sip: Heel tijdloos. En daar moet je voor gaan. Wij leven nu in een maatschap- pij: een bank die gaat drie jaar mee en daarna een andere. Verlichting? Ze bedenken telkens maar weer wat. Materialen worden allemaal veel minder goed. Kan ook niet anders, wordt allemaal in het buitenland ergens gemaakt, heel ver weg. De Ploeg is daarop stukgegaan, die maakte veel te mooie din- gen, vond ik.

Johan: Je bedoelt niet de kunstkring De Ploeg, je bedoeld de fabrikant...

Sip: Weverij De Ploeg, die maakten zulke mooie dingen. Daar was iemand, die keek ernaar. O, dan was een draadje dat niet goed aansloot, dan werd daar een heel stuk uit gehaald en de band weer opnieuw getapt. Nu zie je, en dat was in een of ander programma ook van die hele dure merkkleding, dat overal gaatjes in zitten. Want het wordt namelijk niet meer gecontroleerd. Nee, er moet massa gemaakt worden, de winkels moeten vol, de winkels moeten leeg, moeten weer aangevuld worden. Dat is gewoon één economische molen die draait en daar zijn we toen niet van uitgegaan. Het is bijna vier jaar geweest,

502 maar het had wel twintig jaar kunnen blijven. Dit ook, het interieur hier is helemaal bij de tijd, het is mijn vak, ik ben niet uit op...

Johan: Je bedoelt, als we over vijftig jaar terugkomen, dan zitten we nog in dezelfde ruimte, toch?

Sip: Precies dezelfde.

Johan: Beetje ouder geworden hè. En ik proef bij jou een beetje gemengde gevoelens, beetje jammer. Of zeg jij nou ‘ik heb er op zich geen moeite mee dat consumptiegoederen een korte levensduur hebben en dan huppakee weer een verandering’? Of kies jij toch meer een beetje voor de oude stempel?

Sip: Ja, natuurlijk, want je lichaam dat zit ook in elkaar dat je een keer tachtig mag worden. En wij gaan er niet voor dat wij met veertien alweer weg zijn. Nee dus. Je moet gewoon goede dingen, gezonde dingen doen... Weet je, Johan? Op een gegeven moment hadden we een opening. En dit was jouw dak, jouw platte dak boven de woonkamer en de slaapkamer. En toen moest ik dat openen. Ja, ik had toch schijnbaar iets goed gedaan...

Johan: Je bedoelt met een tentoonstelling?

Sip: Ja, een tentoonstelling, weet je dat nog?

Johan: Om de zes weken was daar een tentoonstelling.

Sip: Juist. Toen moest ik daar mijn verhaal houden.

Johan: Op het dak?

Sip: Op het dak. Maar dat ging fout, want erachter waren ze aan het bouwen. Ik stond op een trap en flikkerde van die trap af en ik zat onder de troep.

Johan: Dat hoorde niet bij jouw act?

503 Sip: Nee, dat hoorde er niet bij, want ik moest gewoon op een gegeven mo- ment ‘hallo Johan’ zeggen, ‘hier ben ik’, weet je wel, zoiets. Of ‘hierbij open ik de expositie’.

Johan: Dus je had een toespraak en het was niet zozeer kort van stof, maar je zat onder het stof?

Sip: Ja, ik moest daar ineens verschijnen. Maar zo leuk die binnenplaats daar was...

Johan: Maar dan was het ook vol met mensen hè. Bij die openingen.

Sip: Ja ja.

Johan: Wat ik heel leuk vond, ik heb in mijn studententijd, ver voor de kijk- bungalowperiode, jarenlang antiek verzameld. Ik ben eigenlijk een verzame- laar. Postzegels, antiek, later jukeboxen, en toen kunst. En wat ik heel leuk vind is eigenlijk, ik weet niet of je het herkent, hier staan twee antieke stoel- tjes. En dat zijn Lloyd Loom-stoeltjes, die ken jij denk ik wel. Je weet ook dat die in de jaren ’20 op cruiseschepen hebben gestaan. En ik vond het heel mooi om die te verzamelen. Ik heb er eens een vakantie aan gewijd in Engeland, puur en alleen om dat soort stoeltjes. Die waren er in allerlei kleuren en moch- ten dan ook niet overnieuw gespoten zijn. En er moest nog een etiket onder staan. Ik heb dat weleens aan een stamtafel gehad in mijn huis, acht van die kleurrijke stoeltjes. En die zaten formidabel. Nu hadden we dus een heel moderne inrichting, je hebt daar heel veel vorm gegeven. Maar dat vond ik wel leuk om dan ook toch iets uit het verleden dat ik koester te gebruiken. Sterker nog, ik heb nog zo’n stoeltje momenteel, ik heb er gisteravond nog op gezeten. Maar je had het net al over tijdloos, daar ga je eigenlijk voor. Niet voor con- sumptieartikelen met een levensduur van drie of vier jaar en dan naar de prul- lenbak. Maar dit is dan ook zo’n product dat, kijk ik ben geen vormgever, ik wel erg mooi vind qua vorm. En ze zitten ook nog verdomd lekker. Echt waar. Ik kan in heel veel stoelen niet goed zitten, met mijn rugklachten, maar wel in zo’n Lloyd Loom-stoel!

504 Het is eind oktober 2015, de officiële opening was 27 september 1991, dus dat is 24 jaar geleden. Het boek waar wij mee bezig zijn dat komt volgend jaar uit, dan praten we over een kwart eeuw geleden. Mijn vraag eigenlijk is, als jij nou terugkijkt naar dat project, hoe kijk jij daar nu tegenaan? Hoe heb jij dat nou beleefd en wat vond jij daarvan? In zijn algemeenheid.

Sip: Ja, in zijn algemeenheid. Kijk, het is natuurlijk bekend dat woningen wel openstaan voor bezoekers. Maar dat is eigenlijk alleen maar om de verkoop te bevorderen. Er zijn woningen die aangekleed zijn om de woning maar te verkopen. Jij stelde jouw, en dat was heel uniek, woning ter beschikking van de gemeenschap. Dat zijn natuurlijke initiatieven. En dan krijg je plotseling een gedeelte dan gebeuren die dingen niet meer. Nu zie je wel weer dat bij de jeugd meer openheid is. Men gaat weer wat meer dingen doen richting de andere kant. Maar eigenlijk was dit een heel uniek project. Dat kende men in het Noorden helemaal niet. Het was een landelijk iets.

Johan: En het heeft zich niet herhaald? In deze vorm?

Sip: Nee, want je komt te dichtbij, weet je wel. Dat vinden mensen...

Johan: En dat mag niet?

Sip: Nee. Nee. Ja, dan moet je geld meenemen, dan mag je wel komen, maar verder niet.

Johan: Jij zou dit zelf niet gauw doen? In deze...

Sip: Nou, kijk, ik heb hier natuurlijk mijn huisatelier, dus regelmatig komen mensen bij mij over de vloer. Als wij op onze kunstroute hier in Baflo... Dan komen hier 450 mensen, die moet ik niet in de kamer hebben. Dat kan niet.

Johan: Laat staan in de badkamer en al helemaal niet in de slaapkamer!

Sip: Nee!

Johan: Oké, haha.

505 Sip: Dat moeten we niet doen. We gaan even koffiedrinken denk ik. Want dat hebben wij bij jou ook altijd gedaan! De avonden waren soms heel laat. Dat weet ik nog wel, wel twee uur ’s nachts.

Johan: Serieus?

Sip: Jaja!

Johan: Gingen we zo lang door?

Sip: Ja, zo lang gingen we door.

Johan: En werd er dan ook wel wat ingeschonken of was dat...

Sip: Jawel, na afloop, dan ging het altijd goed.

Johan: In de MartiniPlaza daar stond ik in een stand van de NMB, drie dagen lang. En dan mocht ik het project Kijkbungalow aankondigen. En toen had jij het logo al gemaakt en daar hangen dus ook jouw ontwerpschetsen. En kan je je dat nog herinneren of ben je daar ook geweest toen?

Sip: Eerlijk gezegd weet ik dat niet meer, Johan. Kijk, die standbouwer heeft dat natuurlijk verder helemaal ingericht, maar ik herken gewoon aan de hand van de belijning daar dat ik dat gemaakt heb, die krabbels.

Johan: Ja en helemaal rechts zie ik jouw logo ook.

Sip: Ach ja, het logo...

Het logo van Minerva

506 Johan: Je hebt onlangs op mijn verzoek nog een hele mooie aquarel gemaakt als alternatief voor het Groninger Forum, voor dat binnenterrein. En zou je daar nog iets over kunnen zeggen, over die binnenstad en de locatie bij de Martinitoren?

Sip: Ja, kijk, die toren die is natuurlijk zo herkenbaar, die moet blijven staan. Stel je voor dat wanneer het Forum toch mag komen, en ik hoop het eigenlijk niet meer, eigenlijk onverantwoord. Stel je voor dat het nadelige gevolgen heeft voor zoiets moois, nou, daar moet ik niet aan denken.

Nieuw Groninger Forum artist impression van Sip Hofstede

507 Dus het plan zoals we dat plaatje daar gemaakt hebben, denk ik bij mezelf, dat is uniek, want met zijn allen lopen we daar heerlijk leuke dingen te doen, plezierige dingen te doen, met elkaar te praten, te verkeren met elkaar, want dat is het eigenlijk. Het is niet verkeren met elkaar omdat zo nodig daar een duur gebouw moet staan waar straks misschien wel niemand komt. Want die gebouwen zijn er allemaal, we hebben een bibliotheek, een prachtige biblio- theek, nog maar twintig jaar oud. Nou alweer weg. Nee, dat moeten we niet doen. Ja, het gaat om het geld, de beleggers, om de eer! En daar zitten we echt niet om te springen.

508 54. Interview met beeldend kunstenaar Gijs van der Sleen

Gijs van der Sleen (l.) en Johan Meijering

Bij het interview was Marjan aanwezig, de partner van Gijs. We bekeken wat fotoboeken, destijds door Gijs gemaakt.

Gijs: Nou, begin maar Johan, jij mag het spits afbijten. Om mee te beginnen: je bent veel te laat binnengekomen, haha. Knip dit er maar uit...

Johan: Dat dacht ik toch niet. Gijs, wat is het bijzonder om bijna 25 jaar, bijna een kwart eeuw na de opening van de kijkbungalow Minerva in Hoogkerk, tegenwoordig een wijk van Groningen zoals jullie weten, bij jullie thuis in Uithuizen om de tafel te zitten. Vandaag, op 19 oktober 2015. Waar blijft de

509 tijd? En ik ben eigenlijk heel benieuwd wat jij je nog kan herinneren van het project Kijkbungalow Minerva en ook met name wat jij je kan herinneren van het openingsfeest. Om je even te helpen, we hebben destijds een officiële opening gehad, op 27 september 1991. En toen hebben wij, omdat er zoveel genodigden waren, een heel groot openingsfeest gehad in Peize, op twee lo- caties, met een groot diner voor 340 gasten. Daar heb jij toen gefotografeerd, dus ik weet niet wat jij je nog van de opening kan herinneren, ben ik heel benieuwd naar.

Gijs: Nou, van die opening in eerste instantie weet ik op dit ogenblik niet zo veel meer, het is uit mijn geheugen weggesijpeld. Maar als ik dat boek door- blader, dan zie ik wel een heleboel herkenningspunten, dat van die Peizer Hopbel dat weet ik nog. Ik weet ook nog dat toen ik er heen reed, dat ik dacht waar is die Peizer Hopbel. Nou, die heb ik uiteindelijk gevonden. Daar heb ik wel gefotografeerd, maar mijn geheugen is inderdaad heel sterk visueel inge- steld. En nu, bij het doorbladeren van de fotoboeken, komt het wel weer naar boven. En wat ik me zeker herinner is de hoeveelheid, dat vond ik al behoor- lijk veel en de muziek van het Schotse doedelzakgebeuren, dan, nu ik de foto’s weer zie, denk ik: o ja! Al kijkende naar de foto’s zie ik ook wel weer van dat gezicht ken ik, dat gezicht ken ik, en dat gezicht ken ik ook. De sfeer van de Peizer Hopbel kan ik op dit moment niet oproepen. Maar al bladerend herken ik wel een heleboel dingen. Eigenlijk is de Peizer Hopbel, ja, volgens mij zijn dat jouw ouders ook weer... die daar zitten.

Johan: Ja, dat klopt. Ja, ik zie het nu pas, wat leuk.

Gijs: Ja, die zitten er ook weer. Ik moet zeggen dat de foto’s na zeg maar 25 jaar, dat valt me helemaal niet tegen hoe ze eruitzien. Ik vind dat nog prima kwaliteit hoor.

Johan: Ja, maar kan jij je nog herinneren dat we in Peize op twee locaties het feest hebben gehouden? We konden het niet in de kijkbungalow doen, met al die honderden mensen...

Gijs: Nee, zonder meer.

510 Johan: Er waren zeggen en schrijve 340 genodigden. Die ook daar allemaal gedineerd hebben. Eerst een drankje in de Peizer Hopbel, en daarna gingen we naar de overkant, naar de grote zaal van café Boonstra, waar we het diner gehouden hebben.

Gijs: Ja, maar dat ben ik kwijt, helaas. Wat ik me wel kan herinneren is dus dit weer, op deze foto, de genodigden die handjes kwamen schudden en wat ik nog meer herken? Ja, dit is nog heel duidelijk van het muziekkorps, maar verder zal ik het toch een beetje af moeten laten weten.

Johan: Ja, leuk was dat, het was een herberg hè, de Hopbel.

Gijs: Ja, het was een herberg.

Johan: En ik zie hier een brouwerij, bierproeflokaal, restaurant.

Gijs: Ja en volgens mij was het zo dat ze in die periode overgegaan waren tot een echte proeverij en volgens mij was dat daarvoor nog niet.

Documentairemaker: Ze brouwden altijd al omdat Peize vroeger een hop- kwekerijgebied voor Groningen was. Met die gedachte zijn ze verdergegaan. Vandaar de naam Hopbel.

Gijs: Ja, met die gedachte zijn ze verdergegaan. Ja, maar in die periode was het vrij recent dat ze daarmee naar buiten traden, dat is wat ik nog wel weet.

Johan: Wat leuk, ik zie hier op deze foto mijn vader een handtekening zetten in het gastenboek. En zelfs mijn zusje staat hierop met mijn moeder. Wat grap- pig, dat zie ik nu eigenlijk voor het eerst.

Gijs: Voor het eerst zie je dat weer en je hebt die foto’s al zó lang in je bezit.

Johan: Ja, maar nooit opgevallen... Je gaat die foto’s anders zien.

511 Gijs: Ja, dat klopt, en je ouders zitten volgens mij hier ook nog. Want wetende dat het jouw ouders waren, neem je dat natuurlijk mee als goede fotograaf.

Johan: Samen met een jeugdvriend, Halbe Hageman.

Gijs: Ja, Halbe herken ik ook nog wel, dat klopt. En zo zijn er wel meer kop- pen, oneerbiedig genoemd, die ik dan wel weer tegenkom. Maar verder moet ik hier bij de opening van de Peizer Hopbel met enige mate de boel schuldig blijven Johan.

Johan: Dan houden we daarover op.

Johan: En herken je deze meneer op deze foto?

Gijs: Dit was Sip Hofstede.

Johan: Ja, nou kijk!

Gijs: Visueel geheugen Johan.

Johan: Binnenhuisarchitect Sip Hofstede. En daar gaan wij morgen een ge- sprek mee aan.

Gijs: Oké, leuk!

Johan: Die woont in Baflo inmiddels.

Gijs: Jaja, die woont bij de buren. Dat zijn de buren hier, wat ik me helemaal niet meer kan herinneren en dat is misschien ook wel weer leuk, want ik heb in het verleden ook beursfotografie gedaan. Deze is een beursfoto, die was van de NMB-bank, natuurlijk met de kijkbungalow erop.

Johan: Voor mij heel leuk, want ik was gevraagd door de NMB om een stand in te richten op een beurs in de Martinihal, om drie dagen in de NMB-stand het project Kijkbungalow aan te prijzen. Zij waren voor twee jaar hoofdspon-

512 sor. Dus ik vond het zeer eervol dat ik daar drie dagen heb gestaan en met bezoekers mocht praten over wonen en de kunst en het idee van de kijkbun- galow. Ze hebben destijds een aanzienlijke bijdrage geleverd voor dit project, om zeg maar alle kosten die wij hadden, zoals het dagelijks schoonhouden door ie- mand en de flyers die we lieten maken en de drankjes en hapjes bij openingen en zo. Dat werd dus voor een deel gesponsord door de toenmalige NMB.

Gijs: Oké, helder. Help mij trouwens nog even op weg, want gravend in mijn herinneringen staat mij nog bij dat ik door jou opgebeld ben in het begin, op een gegeven ogenblik. En dat ik toen dacht: ja, leuk en aardig, maar wat moet ik met die man. Volgens mij is dat het begin geweest van... Maar dat ben ik ook ergens kwijt, hoe hebben wij elkaar ontmoet?

Johan: Toen woonde jij in Zuidhorn.

Gijs: Toen woonde ik in Zuidhorn, ja. En volgens mij kreeg ik een telefoon- tje van jou, met het zelfde weer, het hele verhaal wat je van plan was met de kijkbungalow geloof ik en de opstart daarvan en dat je een fotograaf zocht. En wat ik niet meer weet: om wat voor reden, waarom je mij uitgekozen hebt toen. Rarara...

Johan: Als ik terug in de tijd ga, dan denk ik dat ik getipt ben door iemand. Ik was op zoek naar een fotograaf en ik was niet thuis in de wereld van de fotografie. Dus ik heb links en rechts gevraagd en toen viel op een gegeven moment jouw naam. En jij bent de eerste die ik gebeld heb en ik heb ook nooit iemand anders daarvoor gevraagd en sinds die tijd heb jij heel veel gedaan in de kijkbungalow, bij exposities heb je foto’s gemaakt, enzovoort. En de hele opening heb je in beeld gebracht. Deze twee grote fotoboeken dat zijn jouw kunstwerken. En ik vind het ook heel leuk dat ik ze nu weer even mag laten zien aan je.

Gijs: Ik vind dit ook leuk!

Johan: Jij was toen ook betrokken bij de Groninger Ploeg of helemaal niet?

513 Gijs: De Groningen Ploeg? Even kijken, ik ben ongeveer in ‘83 of ‘85 lid van De Groninger Ploeg geworden. En daar ben ik binnengekomen op, hoe heet zoiets dat je aangebracht wordt, door een andere fotograaf.

Johan: Ballotage?

Gijs: Ja.

Documentairemaker: Dan is het aardig, Johan kwam dus in een...straat, en kunst en Ploeg en alles. Even over die toevalligheid die misschien helemaal niet zo toevallig is of zo, dat vind ik zo mooi, probeer eens...

Gijs: Nou, een van de dingen die ik weiger te geloven, is dat er iets toevallig is. Het heeft altijd een bedoeling wanneer er iets gebeurt. Volgens mij was ik dus al verbonden aan De Ploeg vanaf ‘83 ongeveer dus. Ja, ja nou je het zegt, dat is ook alweer een hele tijd geleden, bijzonder...

Johan: Bijzonder...

Marjan: Wist jij dat Johan?

Johan: Nee, ik wist dat niet. En in die tijd had ik ook geen wetenschap van de kunstkring De Groninger Ploeg. Ik had ook geen wetenschap van kunst en er geen ervaring ermee. Maar ik ben eigenlijk, ook onder meer door jou en door de activiteiten in de kijkbungalow, waar ook tentoonstellingen werden gehouden om de zes weken, heel snel in de wereld van de kunst gekomen. En heb met name heel veel respect gekregen voor de beeldend kunstenaars. En daardoor ben ik ook aan het verzamelen geraakt, vanuit die kijkbungalow.

Gijs: Ja, dat weet ik nog wel.

Johan: Dus eigenlijk is dat bij mij, persoonlijk, in een stroomversnelling ge- raakt. En daar is ook een heel project uitgerold, uit die kijkbungalow. Want we hebben dus een heel groot openingsfeest gehad op 27 september 1991, toen hebben we één jaar later een heel groot feest gehad omdat de kijkbungalow één jaar bestond.

514 Gijs: Dat is het volgende boek. Deze dakscene met dat laddertje en die stoel- lift...

Johan: Dat was voor de televisie?

Gijs: Dat was voor de televisie! Dat weet ik ook nog.

Johan: Van Gewest tot Gewest.

Gijs: Van Gewest tot Gewest was dat, ja klopt.

Documentairemaker: Dit vind ik mooi, even terug, eventjes naar wat je ziet. foto 54b Tv-opnames Van Gewest tot Gewest van de sfinx op het dak

Gijs: Ja dit herinner ik me ook nog. Dat was een spektakel, Van Gewest tot Gewest. En daar werd heel moeilijk gedaan. Ze moesten dus dit beeld opne- men van de sfinx. En die stond dus op het dak. Met een soort stoelliftje ging dus iemand omhoog om dat beeld op te nemen voor de uitzending. Dat shot is nog uitgezonden ook!

Johan: Jazeker, zeker.

Gijs: Ja, volgens mij ook, ja.

Johan: Er is twee keer een reportage uitgezonden. Eén keer over de kijkbun- galow zelf en later over de Ploegmanifestatie, de museumstraat.

Gijs: Ja, die is uitgebreid in beeld geweest.

Johan: Daar gaat het andere boek over.

Gijs: Dit weet ik ook nog. Dat was een kunstenaar uit Malta geloof ik en die maakte hele mooie zandstenen sculpturen.

515 Johan: Joe Xuereb. En die woonde op een eilandje vlakbij Malta en dat heette Gozo. We zijn twee keer bij hem op atelierbezoek geweest.

Gijs: Malta ja, inderdaad. Dit herken ik allemaal nog. Dat is wel heel leuk. Ja, dan de keuken. Keukens zijn voor mij altijd een favoriete verstopplek. En ik hang meestal in keukens. In deze keuken heb ik dus vrij veel rondgehangen. Met de opening, als ik even zat was van het geheel, dan dook ik de keuken in. Herken ik ook nog, wat leuk. En dit, deze eettafel herken ik nog met die stoeltjes. En de badkamer natuurlijk. Slaapkamer met badkamer was dat. De eerste keer dat ik hem zag dacht ik van: beetje vreemd dat je dus zo’n hele grote mooie badkamer hebt en daarnaast je slaapgedeelte. Later kom je erach- ter dat dat dus wat meer gebruikelijk is, maar ja, dit was werkelijk fenomenaal.

Johan: Dat waren toen we het huis kochten twee aparte ruimtes. Het was een slaapkamer met apart een kleine badkamer, ook nog inpandig. Toen hebben we tegen de architect gezegd van ‘we willen graag de tussenmuur weg, we willen één ruimte’. En ons ideaal was dat je zo vanuit je waterbed, dit was het waterbed hier, dat je zo rechtstreeks in het bad kon stappen en dat je niet naar de gang hoefde te gaan of naar een weggestopte badkamer, dat was het idee.

Gijs: Dat was het idee, mooi.

Johan: En hierboven was ook een lichtkoepel. Als je in bad lag...

Gijs: Ja, weet ik ook nog. Dan keek je zo...

Johan:... naar de sterren, of naar de maan. Of naar de zon, snap je. Je kon hem ook opendraaien, dus je had ook ventilatie.

Gijs: Ja, wat ik ook nog weet was daar de kledingkast waar je in kon lopen, dat vond ik ook leuk.

Johan: Dat was een aparte ruimte.

Gijs: Dat was een inloopklerenkast. O god, dit weet ik niet meer...

516 Johan: Kijk hier, deze foto van de tasjes met relatiegeschenken. Alle 340 ge- nodigden kregen na het diner een tasje mee met het logo, ontworpen door Sip Hofstede. En daar zaten allemaal cadeautjes in, van pennen, zaklampjes, rekenmachientjes, aanstekers tot kortingsbonnen. Allemaal van bedrijven die meegedaan hebben aan het project.

Gijs: Oké, wat leuk, wat leuk! En deze foto heb ik dus volgens mij ook ge- maakt. Deze foto, weet jij dat nog?

Johan: Deze foto is vanuit de lucht gemaakt, dus ik weet niet of jij in een he- likopter hebt gezeten...

Gijs: Ja, nee, in een vliegtuigje. Samen met een fotovriend van mij, Rolf Goossen, die dus ook op dat andere krantenartikel staat. Die heeft de foto van mij genomen. Wij zijn een keer samen de lucht in gegaan. En Rolf die moest bij de Eemshaven wat fotograferen en toen zijn we inderdaad over de kijk- bungalowsetting heen gevlogen. En Rolf heeft daar wat foto’s van gemaakt en volgens mij heb ik toen ook gefotografeerd vanuit het vliegtuig.

Johan: Nou, wat bijzonder. Want ik heb in mijn herinneringen, maar dat klopt dus blijkbaar niet, altijd gedacht dat jij hoogtevrees had...

Gijs: Ja, ik heb wel hoogtevrees hoor...

Johan: En laat staan dat jij in een vliegtuigje zou stappen...

Gijs: Nou, zo’n vliegtuigje dat valt wel mee...

Johan: Zo’n klein dingetje...

Gijs: Ja, maar over hoogtevrees heb ik zelf nog wel iets, het klopt wel hoor dat ik hoogtevrees heb, want ik had een jaaropdracht voor de Eemshaven, de sui- kerterminal, voor de bouw daarvan. Daar moest ik op een gegeven ogenblik ook het dak van fotograferen en moest ik zestig meter hoog in een mandje. Nou, niet leuk...

517 Johan: En ik maar denken dat dat kennelijk een persfoto of iets dergelijks is geweest die ik een keer gekregen heb of aan jou heb gegeven.

Gijs: Ja! Haha. Volgens mij moet het wel mijn eigen foto zijn. Anders had ik hem niet opgeplakt. Andermans foto’s plak ik niet op. Oké, leuk!

Johan: Mooi verhaal!

Gijs: Op deze foto’s is het heel slecht weer, dat was bij de opening van het tweejarig bestaan toch?

Johan: Ja, met Vonhoff, die was toen de commissaris van de koningin, hij heeft het geopend.

Gijs: Ja. En dat was met dat paard, met een echte ploeg erachter. Hij had oog- kleppen op, dus kon ik gewoon flitsen en ik heb hem van tevoren vriendelijk toegesproken dat hij stil moest staan. Ja. En de openingsact was eigenlijk met De Ploeg, ook weer refererend aan het hele Ploeggebeuren en volgens mij is Vonhoff ook door die grote fotolijst gelopen die op de foto’s staat.

Johan: Daar is hij doorheen gelopen?

Gijs: Ja, daar is hij doorheen gelopen. Dat was nou juist de bedoeling, alsof hij door een schilderij liep. En daarna heeft hij die ploeg gepakt en even rondge- wandeld. Maar dat was inderdaad wel heel leuk. Het leuke vond ik dat in al die huizen die meededen daar dus ook Ploegkunst hing.

Johan: Weet je wie dit zijn, trouwens? Dit zijn de buurvrouwen en die ko- men eind deze maand op bezoek. En daar heb ik een kunstcommissie mee gevormd. Om toentertijd de Ploegmanifestatie te organiseren.

De schilderijen werden allemaal door particulieren beschikbaar gesteld. En dat verhuisbedrijf heeft gesponsord en haalde dus die schilderijen op bij de mensen en brachten ze ook weer terug. En een verzekeringsmaatschappij heeft het al- lemaal verzekerd... Geweldig hè!

518 Gijs: Dit is een Ploegschilderij... We hoesten het niet direct op. Nee, nee, maar het is wel van een Ploegschilder.

Johan: Dit lijkt me Jan van der Zee.

Gijs: Dat zou niet verkeerd zijn, nee. Och, wat leuk! Leuk dat je deze dingen meegenomen hebt.

Johan: Het leuke was: al die huizen van die buren kregen een naam, van de schilder, van een Ploeglid dat overleden was. Zo hadden we dus een Jan van der Zeehuis met in dat huis een paar Jan van der Zee’s hè...

Gijs: Dit was die bijeenkomst...

Johan: In een hal, op een pleintje, voor de kijkbungalow.

Gijs: In zo’n opblaastent was dat.

Johan: Ja, een grote hal hadden we daar...

Gijs: Dat klopt. Dat was een opblaastent en dat was eind van de middag. Helaas was het vreselijk slecht weer.

Johan: Ik zie hier ook weer mijn vader terugkomen. Wat bijzonder, Annemarie de Groot. Zij is ook een Ploeglid, een schilderes.

Gijs: En die heeft ook bij jou gehangen in de kijkbungalow. Ja, op zich is dit wel leuk...

Johan: Weet je nog wie dit was? Die een toespraak heeft gehouden.

Gijs: Ja, de kop ken ik wel, maar de naam ben ik kwijt.

Johan: De toenmalige directeur van de Academie Minerva, Erik Akkermans.

519 Gijs: O ja, nu weet ik het weer!

Documentairemaker: Gewoon een vraag tussendoor, maar wat vond je van het idee dat Johan Meijering dit dan zo neerzette, zo’n open bungalow?

Gijs: Nou, in eerste instantie verklaar je hem voor gek dat hij dat allemaal doet. Daarna ga je dus wat meer respect voor hem krijgen dat hij het dus al- lemaal voor elkaar krijgt, wat hij in zijn hoofd heeft. Dan inderdaad de com- binatie dat hij in zo’n wijk zit en dat gaat verbinden. Ja, dat levert dus een gigantisch leuk project op. Met een heleboel output en ja, in eerste instantie denk je van: nou toe maar, het zal wel, dat lukt hem nooit. Maar uiteindelijk moet je toch toegeven dat Johan een terriër is en het wel voor elkaar krijgt, ja... Dat is Annemarie de Groot met baby en haar man, de psychiater.

Johan: En hun kindje...

Gijs: Ja, dat was net geboren. Dat was iets van een paar weken oud, zes weken oud geloof ik.

Johan: Die is dus nu bijna 25, dat is een grote meid geworden.

Gijs: Ja joh. Tijd gaat snel.

Johan: En weet je wat dit was?

Gijs: Ja, dat waren...

Johan:... het Groninger Studenten Salonorkest...

Gijs: Dat klopt, die herken ik ook nog.

Marjan: Had-ie toen al de naam Minerva, de kijkbungalow?

Johan: Ja, want die buurt heette Minerva. Met straten allemaal vernoemd naar de overleden Ploegschilders. Je had de Jan Altinkstraat, Wobbe Alkemastraat, Jan van der Zeestraat, waar wij dus woonden.

520 Documentairemaker: Dus de wijk heette gewoon Minervawijk? Ik heb geen kunstgeschiedenis gestudeerd, wie is en was Minerva? Godin van de kunst of zo?

Johan: Godin der wijsheid en schone kunst. De kunstacademie in Groningen heeft ook niet voor niets de naam kunstacademie Minerva, dus schone kunst zit sowieso in die... Het hoort bij die godin.

Gijs: Ach ja, kijk eens Johan! Vonhoff onder zijn paraplu. Dat vond ik ook wel grappig...

Johan: En dit is de voorzitster van de kunstcommissie, Gerrie Timmer.

Gijs: Het weer, het was werkelijk bijzonder slecht... Wat zonde.

Johan: Het had natuurlijk een enorm nadeel, het heeft ongetwijfeld ook veel mensen weerhouden om daarnaartoe te gaan. Maar we hadden op één middag ruim tweeduizend bezoekers gehad. Het aardige was dat er allemaal artiesten optraden en die werden door de bewoners in de huizen gehaald en in garages gezet, zodat ze toch ’droog’ hun optredens konden doen. Dat ging allemaal vanzelf. Hier hebben we een foto van de Wurlitzer, een nostalgische, werkende Wurlitzer-jukebox...

Gijs: Jeukbox zeggen ze in België... Hoe kwam je daaraan?

Johan: Ik was verzamelaar in hart en nieren. Maar ik ben a-technisch, van techniek totaal geen verstand, maar ik heb een periode jukeboxen verzameld en dit was eigenlijk het topstuk, dit was absoluut de topper.

Gijs: Ik heb er geloof ik twee in de bungalow zien staan hoor, ergens in mijn beleving nog. En uiteindelijk is die overgebleven.

Johan: Dit was het paradepaardje.

521 Gijs: Die vond ik echt heel mooi... Goed, nou, volgens mij is dit een fotoboek van de kijkbungalow met Vonhoff en de viering van het tweejarig bestaan.

Johan: Het tweejarig bestaan... Kijk, dit is Annemarie de Groot haar werk, met naakten.

Gijs: O ja, dat was ook zo.

Johan: Dat was een sneltekenares uit Amsterdam. Vonhoff zat ernaast in de stoel. Die werd hier geportretteerd.

Gijs: Volgens mij zong ze erbij en maakte ze rare geluiden tijdens het schetsen.

Johan: Kijk, op deze foto is Vonhoff helemaal dromerig, daarmee wordt-ie in een magische positie gedwongen.

Gijs: Ja natuurlijk, kan geen kant meer op. Haha.

Johan: Zij zong terwijl ze schilderde... En Annemarie de Groot staat hier weer achter haar, met haar schilderijen op de wand.

Gijs: En wie zit hier... Dat is mevrouw Vonhoff, die zat ook in een lekkere stoel, haha! Om dit allemaal te aanschouwen.

Johan: O ja, wij hadden als kunstcommissie allemaal op de wangen een schil- derij getekend gekregen. In dit geval bij mij was dat van Wobbe Alkema.

Gijs: Nou, volgens mij hebben we ze nu allemaal wel gehad...

Documentairemaker: Jij fotografeerde alleen bij bijzondere gelegenheden of kwam je ook wel zo eens langs in de bungalow?

Gijs: Ja toch? Jawel, jawel...

522 Johan: Jazeker, wij zijn heel lang bevriend geweest en hebben jarenlang con- tact gehad... De afstand tussen Zuidhorn en de kijkbungalow was ook niet zo ver hè.

Gijs: Nee, dat zat om de hoek zowat. Oké, nou...

Johan: Je ziet hier drommen mensen voor een huis staan. Voor één woning. En er deden 27 woningen aan mee. En om binnen te komen... Ja, het was een museumstraat. Is wel heel leuk om het zo te noemen. Hebben we gelijk de verbinding met jouw tentoonstelling. Één keer om de zes weken organiseerde ik een tentoonstelling in de kijkbungalow. En meestal deed ik dat met twee, drie of soms vier kunstenaars. En wat heel aardig was, ik ben aanvankelijk heel eenvoudig begonnen met het idee om amateurschilders daar te laten ex- poseren, maar al heel snel wilden daar ook schilders met bekende namen en reputatie gaan exposeren. Ik denk even aan Arie Zuidersma, jij hebt er op een gegeven moment ook geëxposeerd. Maar ook grote namen uit het westen, zoals Frank Rozen, die al, laat ik het zo zeggen, bij allemaal topgalerieën hun werk hadden hangen. Velen besloten om in de kijkbungalow te exposeren. Dat vond ik ook heel erg verassend, jij had het toen ook heel druk, maar af en toe vroeg ik jou of je ook wilde komen, of je bij een tentoonstelling wilde zijn om te fotograferen. Dit is een van die vele tentoonstellingen geweest waarbij ook de binnentuin gebruikt werd en de patio en soms ook het doodlopende pleintje voor de kijkbungalow, dus laat ik het zo zeggen: we betrokken dan niet alleen de woning zelf, maar ook buiten erbij.

Gijs: Ja, dit is een openingshandeling en dat weet ik nog wel, nu ik de foto’s weer zie, want dit is de openingshandeling in de patiotuin. En daar, die tuin is aangelegd en daar heeft iemand dus zo’n soort zonachtige toestand op de wand gemaakt. Maar dit was...

Johan: Dat was van Afke Holt uit Roden...

Gijs: Kan maar zo... Ja, dat weet ik niet meer.

523 Johan: En wat we veel deden bij alle openingen van tentoonstellingen: ik vroeg musici om op te treden. Of dat nou een zangeres was of iets met klassiek of een saxofoon, achteraf denk ik dat de kijkbungalow eigenlijk de basis heeft gelegd voor het latere multiculturele centrum La Pasión. Eigenlijk is dat een soort verlenging geworden.

Gijs: Ja, jaja, je bent verdergegaan, toen dit uitgewerkt was ben jij dus verder- gegaan met de tango.

Johan: Dit is ook fantastisch. Kijk, dit is een buitengebeuren achter de kijk- bungalow. Waar tijdens een tentoonstelling Tai Chi werd opgevoerd voor de gasten. Wat we deden eigenlijk, was iedere zes weken iets bedenken op cultureel ge- bied. Moet je je voorstellen, dit was allemaal begin jaren ’90 hè. Multicultureel. O, ik heb heel lang die foto’s niet gezien, dus ik sta zelf ook helemaal verbaasd te kijken..

Gijs: Wat mij hier dan ook nog naar boven komt, is een optreden van Willem de Ridder in zijn stoel in de binnentuin.

Johan: Dat je je dat nog herinnert! Wat leuk. Willem de Ridder die hield daar dus een voorstelling tijdens het eenjarig bestaan. Hij is een fenomeen, een meesterverhalenverteller. Hij heeft daar een geweldig verhaal gehouden over een sprookje, waarbij hij de mensen aan de stoel genageld hield. Dat is typisch Willem de Ridder.

Gijs: Volgens mij hebben we die boeken gehad zo langzamerhand, Johan.

Johan: Gijs, we hebben het nu gehad over de opening, over jouw rol ook als fotograaf destijds. We hebben het gehad over exposities die plaatsvonden. Allemaal begin jaren ’90. Ik ben zelf ook even in mijn archieven gedoken. Er is in die periode van de kijkbungalow, 1991-1995, ongelooflijk veel gepubli- ceerd in de media. Niet alleen lokaal en regionaal, maar ook landelijk, zoals Volkskrant en Telegraaf. Er zijn diverse tv-uitzendingen geweest, ook lande- lijk. En publicaties tot en met in het buitenland. De NS heeft de kijkbungalow

524 destijds opgenomen als een van de bijzondere huizen om daar een dagtrip voor te maken. Dus zo kregen wij binnen vier jaar ruim 13.000 mensen over de vloer. Met koffie en taart en het was gratis. Mensen moesten wel hun sloffen meenemen. In de kijkbungalow was een rookverbod. En zo’n bezoek duurde gemiddeld twee en een half uur, was aanvankelijk bedoeld voor een uurtje, maar er was zoveel te zien en te praten, mensen wilden niet meer weg.

Gijs: Voordat ik het vergeet, er schiet mij nog iets te binnen. Pak hem beet anderhalf tot twee maand geleden was ik bij Erik Boerma, van Boerma’s Antiekhoeve hier in Uithuizen. Hij zei: “Je moet even langskomen want ik heb hier een schilderij van jou, moet je even komen kijken wat dat is.” Dus ik daarheen. Nou, dat hing in het kantoortje aan de muur. Ik zeg: “Die ken ik wel, kikkertje, een beetje sprookjesachtig kikkertje.” Het kwam uit een inboedel of dat werd bij hem ingeleverd en toen vroeg hij: “Wat moet zoiets kosten als ik het dan doorverkoop.” Nou goed, dus even over gefilosofeerd, dus hij pakte dat van de muur af en er zat een andere lijst om dan dat er origi- neel om gezeten heeft, mooie lijst trouwens. Wat schetst mijn verbazing, aan de achterkant stond het hele formulier nog van de kijkbungalow. Dus toeval of geen toeval, maar dat was wel heel verassend. Dat het toch nu ook weer een andere eigenaar heeft gekregen en dat het eigenlijk door blijft gaan met de kijkbungalow.

Johan: Een kwart eeuw later... Tjonge jonge, wat een mooi verhaal.

Gijs: Ja, dat was een leuk verhaal.

Johan: Je laat me heel erg verrassen in dit gesprek, moet ik zeggen. Ik vind dit wel heel bijzonder... En we hebben elkaar natuurlijk een beetje uit het oog verloren, maar het artikel zegt het al, dat jij de tijd hebt om gewoon in jouw ontwikkeling met jouw talenten door te gaan. En dat doe je nog steeds neem ik aan...

Gijs: Doe ik nog steeds... Zeker.

525 Johan: En misschien leuk om even nog in je atelier te mogen kijken, ik word altijd rustig als ik in ateliers mag komen bij een beeldend kunstenaar. Want dat vind ik nog steeds zo fascinerend en daar heb ik zoveel respect voor. Omdat ik ook weet dat heel veel kunstenaars zoveel tijd besteden in eenzaamheid om aan anderen iets moois te laten zien. Dus wat ik van jou nog wel heb begrepen, je was lid van de kunstkring De Groninger Ploeg en jij bent zelfs ook nog een tijdje voorzitter geweest.

Gijs: Ik heb afscheid genomen van de Groninger kunstkring De Ploeg. Ik ben daar meer dan 25 jaar lid van geweest in diverse bestuursfuncties gedurende die periode. En als laatste was ik dus inderdaad voorzitter. Dat heeft wat min- der lang geduurd dan in wezen de bedoeling was. Maar wil ik verder ook niet op ingaan, houd het kort dat dat een verschil in visie en beleid was.

Johan: Bye the way, ik heb jou nog een aantal jaren geleden in Groningen een prachtig verhaal horen houden als voorzitter bij de opening van een tentoon- stelling, aan de Diepenring was dat.

Gijs: Aan de Diepenring was dat, bij Galleria Unexpected.

Johan: En daar hield jij een vlammend betoog en dat vond ik ontzettend leuk om jou te zien optreden.

Gijs: Ja, dus ik heb in stijl afscheid genomen van De Ploeg. Aan de ene kant jammer. Aan de andere kant gaat er zo ontzettend veel tijd ook in zitten, dat ik ook eigenlijk niet aan mijn eigen werk toekwam. Dus het gezegde gaat op, ‘er gaat een deur dicht, maar er gaat ook weer een deur open.’ Nogmaals, ik ben meer dan 25 jaar lid van de kunstkring De Groninger Ploeg geweest...

Johan: En wat het schilderen betreft en fotografie, jij bent nog lang niet uit- geschilderd?

Gijs: Zeker niet, zeker niet.

Johan: Ik weet ook niet of jij je absolute topwerk al gemaakt hebt of dat dat nog moet komen, maar...

526 Gijs: Nou, laten we zo zeggen: als je de leeftijd bereikt die wij nu met zijn tweeën bereikt hebben, dan vervaagt dat soort graderingen en ik roep het ook altijd en trap natuurlijk ook weer tegen schenen aan, dat is mij ook niet hele- maal onbekend. Maar een echte kunstenaar interesseert dat eigenlijk helemaal niet. Want die maakt zijn werk en die maakt zijn werk van binnenuit. En wanneer dat dus gezien wordt en het werk raakt iemand, dan is dat eigenlijk de grootste voldoening die je als kunstenaar kunt hebben. Los daarvan moet er brood op de plank komen, dus als je alleen je bezighoudt met je kunst om het brood te verdienen vind ik, maar dat is mijn persoonlijke mening, dat je daaraan eigenlijk niet toekomt, aan datgene wat je aan kwaliteit wilt laten zien. En wat helemaal te gronde gaat, is de doorgroei in kwaliteit en je groei in levenswijze op je pad. Maar synchroon moet daar ook eigenlijk... Als je dat geluk hebt, moet dus ook je hele visie en de kwaliteit van de kunst die je maakt daarin terug kunnen komen. Nou, economisch gezien blokkeert dat af en toe wel. Vandaar dat ik ook heel lang een baan erbij gehad heb. In Nederland word je dan een beetje verketterd.

Want het eerste wat ze hier vragen is: “Kun je ervan leven?” Nou, dan kun je eigenlijk al direct het pand gaan verlaten, want dat slaat voor mij eigenlijk nergens op. Je kijkt dan naar de economische waarde van een kunstwerk, maar niet naar wat het bij jezelf doet. Dat staat voor mij primair vooraan. Ben je in enige mate economisch-financieel onafhankelijk, dan kun je datgene visuali- seren wat eigenlijk binnen in jou leeft. En voor mij is dat toch wel het grootste goed. Hier in Nederland word je in een hokje gestopt in de zin van ‘dan kan het ook niets zijn, want hij werkt er nog bij’ of ‘hij heeft nog een halve baan erbij’. Maar in Frankrijk of Amerika word je daar eigenlijk beter op afgere- kend, want dan ben je met meer dingen bezig dan alleen maar een aquarel of een olieverf of wat dan ook. Dus het multidisciplinaire hier in Nederland wordt wat verguisd, vind ik.

Documentairemaker: Je mag er hooguit les bij geven of zo? Je moet in de kunst zelf zitten, als je een baan hebt die daar niet zo heel erg tegenaan...

Gijs:... dan word je eigenlijk niet als kunstenaar meer beschouwd. Los van vooropleidingen of wat dan ook. Het gaat bij een heleboel mensen niet echt

527 samen. Persoonlijk schop ik daar af en toe wel een klein beetje tegenaan. Maar ook wetende hoeveel tijd erin gaat zitten, wil je echt mooi werk maken. Zelf bewandel ik de weg van het oude ambacht. Net als in mijn fotografie, met pigment, zelfgemaakte mediums en het liefste maak ik alles zelf.

Johan: Ben jij... Even over de allerbeste schilderijen, dit was eigenlijk een grapje, het deed me denken aan Gerriet Postma, met wie ik jarenlang bevriend ben geweest, helaas is hij overleden. Maar Gerriet die zei ook aan het eind van zijn leven: “Johan, ik moet nog steeds mijn beste werk maken, dat heb ik nog steeds niet gemaakt.” Maar wat ik me van jou nog kan herinneren, zeg maar ook uit de kijkbungalowtijd, dat ik ook bij jou kwam in het atelier in Zuidhorn op de bovenverdieping. Ik vond dat zo fascinerend en het was voor mij een totaal onbekende en ook andere wereld, en ook door de gesprekken die ik met jou had wist ik ook hoe ongelofelijk veel tijd jij besteedt om sowieso één schilderij te maken en ook nog kritisch te beoordelen achteraf of het he- lemaal oké is. En anders kwam er geen schilderij weet ik nog wel, dan ging jij niet signeren.

Gijs: Nee, dat heb ik nog. Ik kan rustig een schilderij een jaar wegzetten, dat het ergens niet af is. Dat het nog beter kan of er moet nog iets bij. En dan zet ik het rustig twee of drie jaar weg. En dan ga ik verder en is het schilderij af, dan komt de handtekening er pas op.

Johan: Dan ga je het wel loslaten, zeg maar?

Gijs: Mijn schilderijen kan ik heel moeilijk loslaten. Als-ie achterin de kof- ferbak bij iemand gaat of wat dan ook, dat vind ik nooit leuk. Mijn foto’s, daar ben ik echt heel zakelijk in.

In het atelier Gijs: Ik werk in een combi van een techniek uit de middeleeuwen en een techniek uit 1800 ongeveer. En zoals dat dan netjes heette: ik werk in bal- sems. En een balsem is dus al een vernis. Dus ik werk in een vernis. Dus ik hoef mijn werk ook nooit af te vernissen. Behalve een keer als het nodig is een beschermvernis na een aantal jaren, dat kun je dan wel erop gooien. Dit

528 is dus weer een andere techniekvoering dan wat ik hier gedaan heb. Ik wis- sel mijn techniekvoeringen voor het effect dat ik wil gaan bereiken. Want als ik dit werk dan zie, deze is eigenlijk meer voor het normale licht, laat ik het dan maar zo noemen. Als ik deze eraf haal, dan kun je het effect zien dat mijn hele werkwijze is. Ik werk met tussentijdse withogingen. Als je dan even hier kijkt, hier zit-ie dus helemaal in het licht en dan kun je dus ieder streepje zien, enzovoort. En de opzet is dat-ie dus, nu moet ik een donker plekje zien te vinden dat... O wacht, als je hem nou zo pakt, dan gaat het gezicht leven en hij gaat oplichten van binnenuit en dat is eigenlijk de hele opzet van mijn werkwijze. Dat hoe donkerder de omgeving wordt, hoe helderder het schilderij gaat worden. En juist bij portretten is dat erg prettig.

529

55. Interview met kunstenares Annemarie de Groot

Johan Meijering (l.) en Annemarie de Groot

Johan: Annemarie, op de een of andere manier was jij betrokken bij de kijk- bungalow in Hoogkerk.

Annemarie: Ja, is al lang geleden, 1993. Ik moest even terug in de tijd, mijn dochter was net geboren. Ik geloof dat ze net een maand oud was. En toen kwam jij vragen of ik mee wilde doen met de Ploegexpositie. Ik kende jou toen nog niet. Ik als jong Ploeglid, in die tijd was ik ook nog lid van De Ploeg in Groningen. En de oude Ploegleden, de mensen die al overleden waren, die hingen dus in de woonhuizen in de nieuwe woonwijk in Hoogkerk. Het was natuurlijk een heel bijzonder project om in een woonwijk dit te gaan doen.

531 Allemaal huizen waren te bezichtigen, je kon de woonkamers bekijken waar het werk hing, waardoor er ook een bepaalde levendigheid in die buurt ont- stond. Mensen leerden elkaar allemaal kennen en ik denk dat zoiets niet vaak georganiseerd is geweest op zo’n plek. Want ik had zelf ook zoiets van: hè, Hoogkerk? In zo’n nieuwbouwwijk? Trok me niet echt aan, maar ik vond het idee wel heel goed, omdat je toch een hele groep mensen bij elkaar brengt met kunst. Die misschien wel niet gewend zijn om echte kunst in huis te hebben. Ze kunnen kijken hoe het hangt in de kijkbungalow Minerva, daar heb ik dan gehangen met allemaal recent werk. Ik moet zeggen: het kwam allemaal prachtig tot zijn recht daar. Ik vond het een heel leuk initiatief. En mijn toenmalige buurman destijds, Henk Vonhoff, die heeft het toen ook geopend, die was heel erg enthousiast. Want het was eens een keertje iets anders dan het gebruikelijke, dat werk in een galerie hangt of in een openbaar gebouw. En hier bracht je de kunst toch wel heel dicht naar de mensen toe en ook natuurlijk de Groninger kunst, oud- Ploegleden, en hedendaagse kunst.

Johan: Eigenlijk bijzonder, Vonhoff was toen commissaris van de koningin, en ook nog je buurman uiteindelijk. Ik heb me dat toen niet gerealiseerd.

Annemarie: Ja! Dus het was een hele originele aanpak eigenlijk. Ik denk dat het later ook wel vaker gebeurd is in den lande, zoiets dergelijks. Er zijn kun- stenaars die horen dat of spreken erover en op een gegeven moment werd er toch weleens zoiets georganiseerd, meen ik me te herinneren.

Johan: Ik heb zelf daar nooit iets van vernomen.

Annemarie: Niet specifiek in het Noorden, maar ik denk meer in het land.

Johan: Een hele straat die zijn huizen openstelde.

Annemarie: Nou ja, het was een heel bijzonder initiatief, vind ik.

Johan: Experimenteel ook...

532 Annemarie: Experimenteel, ja.

Johan: Vernieuwend. En jij was lid van De Groninger Ploeg. Was het feno- meen kijkbungalow bekend bij die club? Werd er weleens over gesproken?

Annemarie: Ja, volgens mij wel. Er waren toch ook wel oud-Ploegleden die daar voor uitgenodigd werden. Het heeft natuurlijk in de kranten gestaan. Best wel goeie publiciteit voor iedereen.

Johan: Enorm veel publiciteit. Arie Zuidersma was toen toch nog lid en nog actief?

Annemarie: Ja, volgens mij wel. Ik ben er op een gegeven moment weer bij weggegaan, bij De Ploeg. Omdat ik toen ook heel veel exposeerde, vooral in het westen, en dan op een gegeven moment hou je zo weinig tijd over. En ik zat ook nog bij het Drents schildergenootschap. Want ik kom oorspronkelijk uit Assen. En daar ben ik wel bij gebleven, hoewel ik daar ook veel minder bij exposeerde, gewoon vanwege tijdgebrek. Maar daar zit ik dus nog steeds bij, en dat is, moet ik zeggen, heel leuk. Ook omdat je altijd met een aantal schilderijen mee kunt doen en niet meteen een hele expositie van dertig schil- derijen hoeft te leveren.

Johan: Ja, dat brengt natuurlijk verplichtingen met zich mee?

Annemarie: Ja, als je dan met wat minder werk mee kunt doen, een paar keer per jaar, dan is dat voor de kunstenaar ook wel weer aantrekkelijk eigenlijk.

Johan: Wat kun jij je nog herinneren van toen van die opening van jouw ten- toonstelling en van die Ploegmanifestatie? Heb je daar nog beelden bij?

Annemarie: Nou ja, ik vond het heel bijzonder dat je dus die levendigheid had in die buurt, in die vrij afgelegen nieuwbouwbuurt. Was er niet ook een drumband?

Johan: Er was een orkest.

533 Annemarie: Ja, kan ik me ook nog herinneren.

Johan: Het Groninger Salonorkest.

Annemarie: En ik herinner me ook nog wel dat George Verberg van de Gasunie kwam kijken daar.

Johan: Directeur?

Annemarie: Ja die was toen directeur van de Gasunie.

Johan: Als bezoeker?

Annemarie: Ja, want daar heb ik nog mee staan praten daar. Die is ook komen kijken.

Johan: Ja, jullie kenden elkaar neem ik aan?

Annemarie: Ja. De Gasunie was natuurlijk ook vlakbij Hoogkerk.

Johan: Ja, en daar heb jij ook geëxposeerd misschien?

Annemarie: Ja, ik heb daar wel geëxposeerd destijds, ja.

Johan: In dat prachtige gebouw?

Annemarie: Nee, dat was nog het oude gebouw. Er is toen ook werk aange- kocht.

Johan: Het oude gebouw, oké.

Annemarie: Het nieuwe gebouw was toen in aanbouw volgens mij, in die tijd.

Johan: Ja, het was een middag, er zijn ruim tweeduizend mensen geweest...

Annemarie: Dat zijn heel veel, tweeduizend mensen...

534 Johan: En met de politie, het verkeer werd allemaal omgeleid...

Documentairemaker: Dan heb je het over het tweejarig bestaan?

Johan: Dat was tegelijk hè. Jouw expositie werd gelijktijdig geopend in de kijkbungalow met de tentoonstelling in dertig huizen van de Groninger Ploeg, de kunstmanifestatie. En dat was zo leuk, want jij was zeg maar van de nieuwe jonge generatie van De Groninger Ploeg. En er was een hele grote tentoonstelling in die huizen van leden die overleden waren. Zoals Jan Altink, Bob Alkema, Jan van der Zee. En dat vond ik wel heel erg mooi, van ‘nou, we hebben een stuk dat achter ons ligt, maar de kunst gaat door, het creëren gaat door, een nieuwe generatie heeft zich aangediend – waar jij toe behoorde – met nieuwe ideeën’. Dat zie je bijvoorbeeld hier al gebeuren in je atelier, je staat niet stil. Ik zie hier veel vrouwelijke naakten. Ik vind dat een mooi thema, nog steeds. En jouw kleurgebruik dat vind ik geweldig. Dat had een grote aantrekkingskracht, en net wat jij zei, het kwam ook in de patiobungalow heel goed tot zijn recht.

Annemarie de Groot in haar atelier

535 Annemarie: Ja, we hadden diverse thema’s geloof ik. Naakten, maar ook cir- custaferelen, destijds maakte ik veel werken geïnspireerd op het circus.

Johan: Ja, ja, ja, vrolijke boel ook. Ik kan me nog herinneren dat jij bij de opening met je man was en dat jullie je dochter hadden meegenomen. Die was kort daarvoor geboren en die hadden jullie gewoon meegenomen bij die opening. Kan jij je dat nog herinneren?

Annemarie: Ja, dat kan ik me nog herinneren. Als ik er dan over nadenk, denk ik: nou dan was ik flink fanatiek dat ik meteen ook alweer aan het schilderen ging net na zo’n geboorte.

Johan: Heb je gewoon doorgeschilderd tijdens de zwangerschap?

Annemarie: Ja en ik heb haar ook nog meegenomen naar New York zelfs. Toen dacht ik: nou, dat moet toch kunnen. Dan had ik een uitnodiging van een kunstenaar om daar te gaan schilderen op Long Island in zijn atelier. En toen ging ze gewoon mee, toen was ze twee geloof ik. Denk dat ik het nou niet eens meer zou doen, maar toen, ja, het leven gaat gewoon door, kind mee en het ging ook allemaal prima.

Johan: En hoe is het met je dochter nu?

Annemarie: Die is ook kunstenaar. Die heeft ook de kunstacademie hier ge- daan, Minerva, net zoals ik. En die woont nu in Amsterdam, waar ze een filmopleiding doet. Ze gaat door in film.

Johan: Zeg je met een zeker trots, hè.

Annemarie: Ja, geweldig. Dat ze ook... Nou ja, wat voor vak ze ook gekozen had, ik had het allemaal prima gevonden, van jongs af aan wilde ze al kunste- naar worden. Maar ja, ze is hier opgegroeid hè, de box stond hier in het atelier. Ze weet ook niet beter dan een schilderende moeder met grote penselen, vaak deed ze ook zelf mee, had ze een eigen doekje en eigen kwasten.

536 Johan: Ze is gewoon met de verftubes opgegroeid. Met de paplepel ingegeven.

Annemarie: Met de paplepel ingegeven ja.

Johan: En zie je ook in haar werk iets van je eigen werk terug? Of heeft ze een eigen stijl?

Annemarie: Nee, ze is totaal anders bezig, ze was altijd heel ruimtelijk bezig, ze maakt grote objecten waar ze ook nog mee in de Suikerunie heeft geëx- poseerd. Prachtig, zeer indrukwekkend vond ik. Maar het laatste jaar heeft ze eigenlijk besloten om helemaal over te gaan op film, wat ook weer heel knap was, want daar is ze uiteindelijk op afgestudeerd. Dus een totaal nieuw me- dium. Om daarmee af te studeren was natuurlijk wel een gok. En daar heeft ze prachtige films gemaakt, korte films, maar heel knap vond ik ze in elkaar zitten. Ik vond haar altijd al wel een goede fotografe, ze is visueel ingesteld, en ze heeft haar eigen aparte kijk op alles. Ik vind het heel leuk dat ze die kant op gegaan is.

Documentairemaker: Op een goed moment hoorde je van het fenomeen kijk- bungalow, dat iemand daar zijn huis openzet voor publiek, had je daar een bepaalde gedachte bij?

Annemarie: Nou ja, het was een ongebruikelijk concept. Maar Johan is na- tuurlijk iemand die kan mensen goed overtuigen. Want in het begin dacht ik: moet ik daar nou wel aan meedoen, en dat Hoogkerkgebeuren, komt dat al- lemaal wel goed tot zijn recht in een woonhuis? En het is natuurlijk een ander concept. Maar ja, ik sta altijd wel open voor verrassende organisatiedingen zoals die van jou, hoe jij het me allemaal uitlegde, hoe je het allemaal wilde aanpakken, dacht ik: nou, ik vind het eigenlijk wel heel origineel. Dan krijg je dus te horen hoe de hele organisatie in elkaar zit en wat je allemaal van plan was. Bijzonder.

Johan: Leuk om te horen. Als ik terugkijk, is dat allemaal heel organisch ver- lopen. Ik woonde in Leeuwarden destijds. Had een relatie met Marije gekre- gen. Die kreeg een baan in Groningen. Ik was uit mijn werk geraakt. En ik

537 ben gewoon gevolgd naar Groningen. Niet helemaal vreemd, want ik heb hier familieroots, in Groningen en Drenthe. En voor mij ook volkomen nieuw, want ik had én geen werk meer én was altijd met huizen en wonen bezig. Met verbouwen, huizen kopen, opknappen. Logisch gevolg dus voor mij. Nou, toen heb hebben wij dus eerst een huurwoning genomen. En toen kwam dat project op de markt in de Ploegbuurt. Met onder meer patiobungalows en dat vonden we een heel leuk project. En ik was zwaar rugpatiënt, dus gelijk- vloers wonen was voor mij super. We hebben de eerste keus gehad en naar mijn gevoel de mooiste patiobungalow in de hoek kunnen kopen. Met meer tuin ook. En toen dacht ik: ja, ik wil ook wat om handen hebben en ik wil in beweging blijven. En onder de mensen, en zo is dat idee ontstaan om eigenlijk een soort college in mijn eigen woning te geven. Op afspraak, voor mensen die dat leuk vinden. En dat idee heeft zich langzaam ontwikkeld. Het ging in eerste instantie om bouwkundige kwesties.

Annemarie: Ja, ik heb nog eens een keer een beeld volgens mij gekocht daar bij jou. In ieder geval van een van die beeldhouwsters die daar exposeerde, zo’n vrouw...

Johan: Wat zien we hier om ons heen, Annemarie? Zullen we er even bij langslopen?

Annemarie: Ik ben natuurlijk altijd met veel thema’s bezig geweest hè, ik heb een enorme Afrikaanse kunstcollectie, de symboliek van die hele Afrikaanse kunst daar heb ik ook weer een hele serie van gemaakt. Dat was eind jaren ’80, enorm grote doeken van gemaakt. Veel in Amsterdam ook mee geëxpo- seerd. Dat is een fase waar ik drie jaar mee bezig ben geweest en daarna kwam eigenlijk dat circusthema, waarmee ik ook met een aantal doeken bij jou heb geëxposeerd. Verder werk ik altijd met modellen dus ik heb altijd hele grote doeken gemaakt van naakten. Doe ik nog steeds, ik heb nog steeds regelmatig modellen op m’n atelier. Nou, de laatste jaren heb ik me weer beziggehouden met het thema uit de opera, symboliek die ik dan weergaf. Van Butterfly heb ik een groot thema gemaakt voor MartiniPlaza. Er is een thema dat is iemand uit Amsterdam die wil een uitwisselingsproject doen met een Amsterdamse kunstenaar en een

538 Groninger kunstenaar, ook met schrijvers. Maar ze heeft mij gevraagd of ik mij wil verdiepen in zeg maar de allochtone cultuur in Amsterdam en hier in Groningen. Dus je hebt hier een Indische buurt en in Amsterdam ook. En zij doet verschillende projecten met integratie, ook met deze mensen, al jaren- lang werkt ze dus ook veel met Marokkaanse families, Berberfamilies uit het Rifgebergte en deze mensen komen erg weinig met kunst in aanraking. Dat is niet makkelijk om mensen naar het theater of naar musea te krijgen, dan heeft ze dus een heel project gedaan met Marokkaanse vrouwen die veelal toch binnen zitten en weinig de deur uit komen, dat ze dus met elkaar allerlei musea bezochten in Amsterdam. Mij heeft ze gevraagd van ‘zou jij je er eens in willen verdiepen’, van ‘wat zou je willen gaan maken’.

Toen heb ik gedacht van: ja, het is natuurlijk heel erg leuk voor die mensen, je moet dus iets doen wat hen ook boeit en aantrekt, dus ik ga me verdiepen in zeg maar de oude symboliek van een eigen cultuur. Dus dingen die ze her- kennen van hun grootmoeder, wat er nog steeds aanwezig is, de folklore, ja, je kunt natuurlijk de thematiek maken van het leed, waar deze mensen in zitten, maar dat wil ik niet, ik wil hun juist iets geven waar ze blij van worden en de schoonheid van hun eigen bijzondere cultuur uit die landen. Want dat vind ik heel belangrijk, we zien genoeg narigheid, nee. Ik heb heel veel respect voor deze mensen en voor hun geloof, hun cultuur, waar zij mee bezig zijn en dat is belangrijk dat we dat ook waarderen. Ik vind het zeer interessant want ik lees er natuurlijk steeds meer over, je gaat je in zo’n thema verdiepen, wat je dan wel niet allemaal tegenkomt, qua inspiratie, natuurlijk heel veel materiaal verzameld en dit is dus een start, een opzet waar ik mee bezig ben.

Er wordt een expositie georganiseerd in het MartiniPlaza met het thema David Bowie. In het Groninger Museum komt natuurlijk een hele grote overzichts- expositie die uit Londen rechtstreeks hier weer naartoe gekomen is straks in december. En zij hebben dus een aantal kunstenaars gevraagd om zich te laten inspireren door de figuur David Bowie, zijn muziek, de teksten. Zoals hij zelf als mens in het leven staat, dus ik heb twee portretten gemaakt met een be- paalde symboliek erin, hier zie je dus David Bowie met zijn eigen masker dat hij achter op zijn hoofd draagt, dat is natuurlijk een artiest die, ja, waar ieder- een zijn eigen beeld en eigen fantasie bij had. Van hoe hij als mens zou zijn,

539 ja, dit soort mensen die wereldberoemd zijn, dragen een bepaald masker, wat iedereen heeft natuurlijk, zijn eigen masker, maar bij hem vond ik dat altijd heel sterk omdat hij heel erg het vrouwelijke en het mannelijke element in zich had zitten. Vrouwelijke en mannelijke kant. Hij kon er soms ook echt uitzien als een vrouw vond ik, op het podium.

Johan: Wordt zo’n schilderij nou uitgelegd of mag de kijker zelf denken van: wat heeft Annemarie daarmee bedoeld?

Annemarie: Laat de kijker vooral zelf zijn eigen fantasie erin vinden. Ik ben natuurlijk niet altijd aanwezig op zo’n expositie...

Johan: Als je er zou zijn, geef je wel toelichting?

Annemarie: Als mensen dat vragen, dan kan ik er wat over zeggen. David Bowie heeft twee verschillende kleuren ogen, wat ook al heel fascinerend is, dat kom je weinig tegen. Een blauw en een groenbruin oog en die ogen van hem zijn, vind ik, ontzettend opvallend. Hij heeft een indringende blik. En ik heb die twee ogen geschilderd omdat je daar een vervreemdend effect door krijgt en omdat die blik van hem zo enorm intens is, verdubbelt het ei- genlijk, maar het is ook tevens een beetje een geheimzinnig symbool waar je een bepaalde denkwijze treft en het geeft een beetje een verwarrend effect als je ernaar kijkt, heel indringend. Het zijn portretten van toen hij optrad, eind jaren ’70, ik zat op de kunstacademie en was toen ook al heel lang met David Bowie bezig.

Johan: In Groningen?

Annemarie: Ja.

Johan: Dat schilderij daar heeft in de kijkbungalow gehangen.

Annemarie: Dat is nog uit de circusperiode. Dat heb ik zelf gehouden, dat schilderij. Want ik had er helemaal geen meer en nu denk ik: nou, dat verkoop ik niet, dus die blijft hangen in mijn atelier.

540 Ik heb natuurlijk vele dromen, ik merk wel, nu mijn dochter de deur uit is, dat ik weer vol met ideeën zit, heb ik natuurlijk altijd wel gehad, mijn ideeën, maar er is wat meer rust. Kan me wat beter concentreren hè. Ik blijf schilderen tot ik niet meer kan natuurlijk, dat is het mooie van dit beroep, dat dat ook kan. Dat je eeuwig door kunt gaan. Wat voor dromen ik heb? Ik heb hier ontzettend veel plezier aan, ik zit iedere dag in mijn atelier en dat maakt me gelukkig. Als ik iets gemaakt heb en ik denk: wauw, dan is het goed.

Johan: Dit is het ontwerp van dat wijnetiket?

Annemarie: Nee, dat is één van de ontwerpen van het wijnetiket die ik heb gemaakt. Deze heb ik toen voor de Holland Casino’s gemaakt.

Johan: Heb je de fles wijn ook hier met het etiket erop?

Annemarie: Ja, maar niet die fles, wel deze.

Johan: Met het ontwerp van? Van een andere kunstschilder?

Annemarie: Nee, een ander ontwerp.

Annemarie: Dat was het Beaujolais-wijnetiket. Tango had ik erop. Zie je dat?

Johan: Nou zeg. Geweldig.

Annemarie: Ja, dat was de tango. Wist je dat niet?

Johan: Nee, dat wist ik niet.

Annemarie: Die is over de hele wereld gegaan.

Johan: Dat had ik moeten weten voor het boek, zeg. Dat had ik moeten weten. Hij kan nog wel in het boek. Even een fotootje dan...

541 Beaujolais wijnetiket, ontwerp Annemarie de Groot

542 DEEL VI

Terugblik

56. Reacties uit de media

Kijkbungalow Minerva was veelvuldig in het nieuws. In dit hoofdstuk zijn een aantal reacties geselecteerd uit diverse kranten, week en woonbladen uit de periode 1991-1995.

“De eigenaren beogen met de openstelling van hun huis voor het publiek dat de mensen ideeën kunnen opdoen voor hun eigen inrichting of woning. Ook wordt informatie ver- strekt en advies gegeven over bouwkundige zaken, wonen en design. Kunstenaars richten wisselende kleinschalige exposities in de woning in.”

“Johan en Marije tonen de laatste snufjes op woongebied.”

“Meijering en Breeuwsma willen laten zien dat het mogelijk is om een standaardwoning naar persoonlijke wensen aan te passen.”

“In de Jan van der Zeestraat in de Ploegbuurt in Hoogkerk staat vanaf oktober een ‘kijk- bungalow’ te kijk: honderd en een eigenzinnige woonideeën en toegepaste kunstwerken. De hobby van een sociale wetenschapper.”

“Drs. Johan Meijering in Groningen is gefascineerd door alles wat met wonen te maken heeft. Hij stelt zijn bungalow In Hoogkerk, gemeente Groningen, de komende twee jaar open voor iedereen die wil weten hoe hij en zijn vrouw daar wonen. Deze ‘kijkbunga- low’ is uniek in Nederland. Het is geen modelwoning, maar wel een voorbeeld van hoe je met enige fantasie méér kunt maken van een rijtjeshuis.”

“Het huis zit vol snufjes en handigheidjes, waarmee iedere bezoeker zijn voordeel kan doen.”

“Het resultaat is opmerkelijk.”

“Een landelijke primeur op woongebied is het project Kijkbungalow Minerva.”

545 “Architectuur, binnenhuisarchitectuur, tuinarchitectuur en beeldende kunst, samenge- smolten tot een volkomen harmonische en stijlvolle eenheid.”

“Hun bungalow is het weldoordachte en weloverwogen resultaat van een uniek samen- werkingsverband tussen architecturale disciplines, kunstenaars, ontwerpers en een stoet van leveranciers van apparatuur en accessoires.”

“Met hun kijkbungalow willen Johan Meijering en Marije Breeuwsma belangstellenden, maar vooral mensen die een huis willen bouwen of verbouwen, op ideeën brengen, op mogelijkheden wijzen waarop men zelf niet zou zijn gekomen.”

“Het is niet alleen de schitterende binnenhuisarchitectuur die de kijkbungalow tot een belevenis maakt. Het zijn ook de vele ideeën om wonen leuker en praktischer te maken, die de aandacht trekken.”

“Kijkbungalow Minerva in Hoogkerk bestaat een jaar. Zaterdag 26 september viert dit gratis advies- en informatiecentrum dit met een open dag. Inmiddels hebben al vierdui- zend bezoekers een kijkje in het kijkcentrum genomen.”

“De eigenaar-bewoners willen met het project laten zien dat het mogelijk is om een stan- daardwoning aan persoonlijke wensen aan te passen. Een ieder kan dat komen bekijken. De bungalow fungeert ook als expositieruimte.”

“Een doorslaand succes is het project, dat staat buiten kijf.”

“Johan Meijerings publieke domein.”

“Een uniek project dat er niet op is gericht te tonen wat er in de verre toekomst allemaal voor sprookjes mogelijk zijn, maar op praktische wijze toont welke dromen nu allemaal verwezenlijkt kunnen worden.”

“Het is geen gewoon huis, maar wel een fantastisch ‘my home is my castle’, dat op ont- zettend veel punten is veranderd en aan speciale eisen aangepast.”

546 “Ronddwalend door die praktisch ingerichte bungalow krijgt men idee na idee voor zijn eigen woonsituatie.”

“De belangstelling voor de kijkbungalow groeit, onder meer dankzij veel publicaties in tijdschriften, kranten, op radio en tv en door mond-tot-mondreclame, gestadig. Gemiddeld komen er nu circa tachtig bezoekers per week, ofwel 3.500 per jaar. Iedereen raakt en- thousiast en gaat gemotiveerd naar huis.”

“Dankzij de kijkbungalow komen vaak nog jonge kunstenaars in aanraking met mensen uit het bedrijfsleven. Er worden contacten gelegd, er worden artistieke producten ontwor- pen die in omloop komen, waardoor het leven weer wat fleuriger wordt.”

“Kijkwoning met multifunctionele woonideeën en kunstwerken groot succes.”

“Het woonproject is uitgegroeid tot een uniek samenwerkingsverband van een groot aan- tal zelfstandig opererende specialisten. Van kunstenaars tot architecten en verlichtingsex- perts.”

“Geen modelwoning maar een woonhuis van twee idealistische mensen, beiden enthou- siast over alles wat met wonen en wooncultuur te maken heeft.”

“Als bezoeker kom je ogen en oren tekort om alle wonderlijke details in je op te nemen. Het huis barst van de multifunctionele en artistieke bezienswaardigheden.”

“Duizenden geïnteresseerden brachten het afgelopen jaar een bezoek aan de kijkbunga- low in Hoogkerk.”

“Johan Meijering maakt van zijn bungalow een ontmoetingsplaats voor iedereen.”

“Over letterlijk alles in de woning is nagedacht en zo heeft Johan Meijering van zijn woning maximaal gebruik gemaakt om zich happy te kunnen voelen.”

“De bungalow is steeds meer uitgegroeid tot een ontmoetingsplaats voor kunstenaars die er exposeren.”

547 “Johan Meijering bouwde zijn woonstee in de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk om tot kijkbungalow met exposities en binnenhuisarchitectuur-verrassingen.”

“De bungalow is voorzien van allerlei vondsten en snufjes die wonen veraangenamen.”

“In de Groninger wijk Hoogkerk wordt ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de kunstenaarsvereniging De Ploeg een unieke expositie gehouden. In zo’n dertig woningen aan de Jan van der Zeestraat worden 75 werken van oud-Ploegleden geëxposeerd. De expositie wordt gehouden op zaterdag 25 september (1993), de dag waarop tevens het tweejarig bestaan van Kijkbungalow Minerva wordt gevierd.”

“Twee jaar geleden startten Johan Meijering en Marije Breeuwsma het project Kijkbungalow Minerva in Hoogkerk (gemeente Groningen). Sindsdien bezochten meer dan zevenduizend mensen hun up-to-datehuis.”

“Een unieke variant op de kubuswoning en het ‘huis van de toekomst’.”

“Kijkbungalow Minerva vol praktische adviezen.”

“Het woord ‘kijkbungalow’ komt (nog) niet in de Van Dale voor, maar dat zal niet lang meer duren.”

“Niet alleen inspirerend voor de doelgroep, maar ook voor woninginrichters, keukenbou- wers en binnenhuis- en tuinarchitecten.”

“Hun hele huis werd kijkdoos: ‘kijkbungalow Minerva’.”

“Maar zelfs al zou je voor geen geld ter wereld willen wonen tussen de muren van Kijkbungalow Minerva, dan blijft het leerzaam om zo ongegeneerd te kunnen kijk naar andermans oplossingen voor problemen die zich in ieder interieur voordoen. Zeker bij nieuwbouw.”

“Meijering wil met zijn rondleidingen niet alleen aandacht vragen voor tuin, architectuur en interieur. Kunst is volgens hem net zo belangrijk als een mooie keuken.”

548 “In de wijk Minerva staat sedert drie jaar Johans burcht. Maar in tegenstelling tot de middeleeuwse kasteelheren die niets van pottenkijkers moesten hebben en zich met dikke muren en slotgrachten omringden, gooit Johan regelmatig de deuren van zijn huis open voor iedereen die maar geïnteresseerd is.”

“Ruim elfduizend mensen uit binnen- en buitenland bezochten de afgelopen drie jaar de kijkbungalow Minerva, die uitgegroeid is tot een gratis en onafhankelijk advies-, in- formatie- en ideeëncentrum en zich heeft ontwikkeld tot een permanente expositieruimte voor beeldend kunstenaars.”

“Op zaterdag 17 september (1994) is Kijkbungalow Minerva het derde jaar ingegaan als particulier initiatief, als non-profit-ideeëncentrum op het gebied van wonen en bin- nenhuisarchitectuur. Wethouder Henk Pijlman (Cultuur) feliciteerde Johan Meijering en Marije Breeuwsma met het gebeuren. Hij zei dat Kijkbungalow Minerva een aparte plaats inneemt onder de woonhuizen in Hoogkerk.”

549 550 551

57. Ter ugbl ik

Veel participanten en bezoekers van Kijkbungalow Minerva bewaren mooie herinneringen aan deze periode. Een oproep om herinneringen op te halen, leverde onder meer de volgende reacties op.

Sip Hofstede Interieurontwerper, beeldend kunstenaar

“Het was mij duidelijk, op het mo- ment dat Johan Meijering en Marije Breeuwsma de studio en showroom aan de Pottebakkersrijge in Groningen verlie- ten, dat het project Kijkbungalow in de wijk Hoogkerk van buiten naar binnen en omgekeerd, moest communiceren. Nee, het was niet alleen een kwestie van meu- belen plaatsen, ze legden daar een heel ei- gen verhaal neer. Het geheel moest uitnodigend zijn voor een breed publiek. Ook Johan en Marije zelf maakten regelmatig deel uit van het idee gast te zijn in hun eigen huis. Sip Hofstede

Dan waren er ook toeschouwers bij optredens en/of lezingen van kunstenaars, architecten, musici, schrijvers en acteurs. Communicatie met de buitenwereld, openstaan voor anderen, en niet alleen voor een kopje koffie of een glaasje. Het doel van dit project was zo anders en daardoor zo gewoon, er was open- heid en transparantie.

We hebben samen veel van gedachten gewisseld en de plattegronden gemaakt. De bouwkundige tekeningen pasten uitstekend bij het plan, het vormde een eenheid, samen met de kunst binnen en buiten. Een heel belangrijk aspect was

553 dat wanneer er geen gasten waren, er op dezelfde manier geleefd kon worden als wanneer het huis vol met mensen was. Dit kwam voort uit het open karak- ter, zonder beperkingen. De plattegrond was dus van levensbelang. Dat alles gaf juist de mogelijkheid om er een democratisch geheel van te maken, niet gehinderd door regels van design of overvloedig omgaan met trends. Het ge- heel moest een hoger ideaal volgen, harmonie was belangrijk. Eigenlijk kwa- men we terecht bij de grondbeginselen van wonen, van ruimte en uiteindelijk van de geest. Flexibiliteit in functie en gebruik staan garant om met maximaal plezier de ruimte te ervaren. Daarbij hoeft design bijvoorbeeld niet voorop te staan. De opdrachtgevers hadden oog voor ‘bewustzijn’ van harmonie en lichtheid en hebben op een verstandelijke manier de meubelonderdelen aan- geschaft. Op die manier is een ruimtelijke invulling gecreëerd voor de woon- en publieke activiteiten van het project.

‘De ervaring van rust en de afwezigheid van afleidende conventionele elemen- ten stimuleren de geest, voeden de ziel, en bevorderen een veelzijdig leven.’ (Magg y Toy)”

Henk Visser Tuinarchitect

“Mijn werkzaamheden richten zich op het ontwerpen van tuin- en groenvoorzieningen in de ruimste zin van het woord. Tot mijn op- drachtgevers behoorden en behoren onder meer gemeenten, instellingen, woningcorporaties, be- drijven en particulieren. In nauw overleg met de opdrachtgever wordt de doelstelling van het project be- sproken en een programma van wensen en eisen opgesteld. Met dit handvat is het de kunst om het programma te vertalen naar een samenhangend geheel in de vorm van een schets en een praatplan. Henk Visser

554 Na het doorspreken van het voorlopig ontwerp wordt aan de hand hiervan in een bestekomschrijving van werkzaamheden en materialen een kostenraming opgesteld. Zo ook kwam de vraag van Johan en Marije bij mij binnen om een moderne tuin te ontwerpen. De oppervlakte van de tuin was beperkt en het was een uitdaging om het idee dat hun voor ogen stond uitgevoerd te zien.

De eerste bespreking met Johan en Marije viel in goede aarde. De Punt B.V., het bedrijf waar ik voor werkte, zou een bijdrage leveren en ik werd geïnspi- reerd door de ideeën om een woning met tuin een geheel te laten vormen met de aangepaste architectuur van de cascobouw en het interieurontwerp. Ik zou Johan en Marije met raad en daad bijstaan bij de uitvoering van de tuinaanleg.

De entree was verplaatst naar de inpandige garage en gaf met de horizontale gevellijn een visuele verbreding. Deze aanpassing gaf ook de mogelijkheid om de verharding langs de rechterzijde aan te leggen in een royale breedte, want er werden nogal wat bezoekers verwacht. Zo bleef er nog een mooie ruimte over voor een strakke, aansluitende aanleg met kiezel en groen. De lijnvoering van het geplaatste verlichtingsornament, het vuurtorentje met zijn driehoekige zit, gaf aanleiding voor de lijnvoering van de bestrating en de groenaanleg zonder daaraan slaafs te zijn, en zorgde dat het geheel dynamisch bleef.

Door gebruik te maken van dezelfde materialen als toegepast in de voortuin, is er een mooie aansluiting met de achtertuin ontstaan, waarbij de groene te- gelvloer is doorgezet in de terrasaanleg met dezelfde diagonale voeglijn. Het hoogteverschil in de grondslag naar de grens van de achtertuin was circa 30 cm. en is door middel van enkele treden opgevangen en op dezelfde kleur gebracht als van de terrastegels.

Het achterste deel van de tuin is, in contrast met de strakke vorm van het ter- ras, in een losse vorm uitgevoerd en mede door de lagere ligging is een kom- vormige vijver, een niertje, uitgegraven, waterdicht gemaakt en met dezelfde kwartskiezel als gebruikt in de voortuin afgewerkt. Het gaf tevens de moge- lijkheid om doorstromend water van het niertje naar de bron in het tegelterras te realiseren, die als helophytefilter voor de waterzuivering zorgde.

555 Achter de woning is een apart hoekje gecreëerd met een zitje met twee vakken voor keukenkruiden en met een mooie blik op de zon tegen het tuinscherm. Het tuinscherm van horizontale planken is witgeverfd en geeft de patio diepte en breedte.

De verplaatsbare tuinschermen van Willemien Zoutewelle zijn twee in elkaar passende driehoeken op hun punten geplaatst en geven een verrassend con- trast. Niet alleen als kunstobject, maar toegepast in de gebruiksruimte, waar vorm de functie volgt.

Toen ik aankwam bij de opening van de kijkbungalow was het al donker, maar de weg wees zich vanzelf langs de rijen auto’s die er geparkeerd stonden. De toeloop was enorm en de aanwezigen waren op de stoep al benieuwd wat er verder te zien zou zijn. Johan had voor de opening een pendelbus naar de Hopbel geregeld, waar ik maar kort aanwezig was. Ik ben teruggegaan, want er waren nog veel geïnteresseerden aanwezig in de bungalow en dan is het mooi een praatje aan te knopen en toelichting te geven.

Het is inmiddels bijna 25 jaar geleden, vele projecten zijn sindsdien voorbij- gekomen en terugkijkend is het kijkbungalowproject nog steeds een soort van ijkpunt waar ik graag op terugblik. Ik vind het dan ook een prachtig initiatief om middels een boek en documentaire Johans visie op wonen met kunst vast te leggen.”

Margreeth Le Titre “In 1991 had ik diverse banen als grafisch vormgever achter de rug, toen ik voor mijn plezier een cursus interieurarchitectuur deed bij de volksuniversiteit in Groningen. Het was een basiscursus waar we schoven met uitgeknipte plat- te tafeltjes en stoeltjes van papier op schaal. Er was nog niet veel digitaal toen. Er werden stalen van materialen getoond die een interieurarchitect gebruikt. En er werd een beetje uitleg gegeven over kleur.

Als afsluiting van de cursus had de interieurarchitect een excursie georgani- seerd naar de kijkbungalow Minerva in Hoogkerk. Vanuit het centrum van Groningen, waar ik woonde, ging ik er op de fiets naartoe. Er stonden al een paar cursisten bij de deur en algauw werden we hartelijk ontvangen.

556 Het was leuk om te zien hoe er van alles mogelijk is. Als je er maar op tijd bij bent, nog voordat de bouw begint. Ik wist dit nog van mijn vader, die dat ook ooit deed met een nog te bouwen koophuis in Paterswolde in 1969. Met praktische oplossingen zat het logischer in elkaar, bijvoorbeeld door te zorgen dat je binnendoor van de hal naar de garage kon komen, door een afdakje bij de keuken te betrekken waardoor de keuken groter leek, door het toilet dat als los blok in de hal stond in een wand te laten verzinken bij de garage, waardoor de hal ook groter werd, en van de kamer naar de keuken te kunnen op een plek waar eerst een inbouwkast zat.

In de kijkbungalow was het allemaal gericht op ruimte, licht en openheid. Een bad midden in de slaapkamer had ik nog nooit gezien, heel speciaal. Een be- weegbare gebogen wand waar de fietsen achter stonden in een garageruimte. Meer glas waardoor je de patio kon zien van binnenuit en door de patio heen kon kijken naar de andere kant. De patio lag helemaal omsloten door het huis, waardoor er volledige privacy was. En overal kunst aan de muur. Práchtig al- lemaal.

Johan gaf bij ieder deel in huis uitleg over hoe het bouwplan oorspronkelijk was en wat de mogelijkheden waren om het anders te doen. De ramen aan de straatzijde van de woonkamer liet hij doorlopen tot aan de vloer, waar eerder kleine, hogere ramen waren gepland. Hierdoor werd alles lichter. Veel mensen stonden en staan er niet bij stil dat je als koper van een huis veranderingen kan aanbrengen, uiteraard in overleg met de architect en het uitvoerend bouwbe- drijf. Hierdoor wordt een huis uniek en vaak praktischer.

Omdat ik een afspraak had aan het eind van de middag, vertelde ik Johan dat ik helaas wat eerder weg moest. Hij liep met me mee naar de deur van de ga- rageruimte en we raakten aan de praat. Hij vond het leuk om te horen dat ik de kijkbungalow een bijzonder project vond en dat ik blij was dat ik het gezien had. Hij zei dat ik altijd welkom was. Ik vond het erg aardig dat hij zo de tijd nam om me uitgeleide te doen.

Op de Ploegmanifestatie op zaterdag 25 september 1993 in de Jan van der Zeestraat heb ik de hele dag geholpen bij kinderen die in een overall in een

557 garage zelf aan de slag gingen met verf. Kinderen schromen niet om iets op papier te zetten en gingen meteen aan de slag. In alle huizen konden mensen Ploegschilderijen zien. Het was een mooi idee om de straat tot één grote ga- lerie te maken. Helaas regende het de hele dag, anders waren er vast nog veel meer mensen op afgekomen. Sindsdien hebben we contact gehouden, al woon ik al 21 jaar niet meer in Groningen.”

Mary Fontaine “Eind ’92 kreeg ik van mijn vriendin Anna een exem- plaar van het tijdschrift Woonbeeld cadeau. In het blad stond een artikel met foto’s van de kijkbunga- low Minerva. In die tijd volgde ik een opleiding in de richting van kleur en vormgeving. Dit was een schriftelijke cursus en om het voor mijzelf interessan- Mary Fontaine met eigen kunstwerk Fragile, ter te maken en meer vanuit fotografie Rob Fontaine de praktijk te leren, bezocht ik allerlei locaties. Ik las dat Johan mensen bij hem thuis uitnodigde om de bungalow, met alles wat daarbij hoorde, te bekijken. Dat leek me erg leuk!

Ergens in het voorjaar van ‘93 ging ik van Almere naar Hoogkerk. Het was een prachtige warme dag en daar aangekomen stond de koffie al klaar. We waren met een klein groepje en ik zoog alle informatie in mij op. Dit was pre- cies waar ik behoefte aan had naast het volgen van de opleiding in mijn eentje thuis. En Johan kon over zoveel zo enthousiast vertellen dat ik volkomen ge- ïnspireerd daar weer vandaan ging.

Een jaar later was mijn opleiding voltooid en had ik mijn eerste dubbele op- dracht binnen van woningbouwvereniging Het Oosten in Amsterdam. Ook

558 nu maak ik nog steeds kleur-/materiaalvoorstellen voor in- en exterieurs. Daarnaast heb ik mijn beeldend kunstenaarschap ontwikkeld.

Terugdenkend aan mijn bezoek aan de kijkbungalow, vind ik het meest bij- zondere dat Johan, zonder daar iets voor terug te verwachten, mij en vele an- deren een kans gaf om mijn inspiratie te vergroten en om door te gaan op de toen door mij gekozen nieuwe (creatieve) weg.”

Rudy van Hunnick

“Toen ik in de jaren ’80 Johan Meijering leerde kennen, had ik niet direct door wat een veelzijdige en ondernemende persoonlijkheid hij was. Dat merkte ik pas door de jaren heen in veel vriendschap- pelijke ontmoetingen en sa- menwerkingen. Johan heeft de gave om de beste kwali- teiten van zijn vrienden aan te wenden voor de doelen die hij gesteld heeft. Als bouw- Rudy en Elizabeth van Hunnick kundig ingenieur raakte ik al snel vrijwillig betrokken bij een aantal van Johans projecten. In de vroege jaren ’90 bleek de kijkbungalow een interessant studieobject.

Ik ben in 1980 naar Californië verhuisd, maar heb jaren een huis en auto in Groningen aangehouden, waar mijn Californische bruid Elizabeth en ik ook vele maanden verbleven. Later heeft Johan het huis overgenomen.

Als we in Nederland waren, dan was de kijkbungalow een geliefd bezoek- adres, zeker vanwege de regelmatige exposities van het werk van kunstenaars. Wij zijn allebei kunstliefhebber en verzamelden een huis vol in de USA.

559 Ik heb heel veel interessante discussies gevoerd met kunstenaars, wat leidde tot nauwe contacten en het verschepen van diverse kunstobjecten naar Amerika. We genieten hier nog dagelijks van abstracte schilderijen en sculpturen van Gerriet Postma, Marc Jonk en Willem Faas, Joe Xuereb, Arie Zuidersma en anderen. Als we kijken naar de kunst die we hebben verworven na de ken- nismaking met de kunstenaars in de kijkbungalow, dan roept dat altijd mooie herinneringen op. Eén voorval springt eruit, omdat het Elizabeth nog steeds kwaad kan maken. We waren net geland op Schiphol en reden rechtstreeks door naar het huis, voor een privétour door Johan en zijn partner. Er was een exclusieve expositie van een aantal kunstenaars op dat moment. In de badkamer, met de sexy plaat- sing van het bad als stralend middelpunt, opende ik een van de muurkastjes om te kijken met wat voor soort scharnieren het was gemonteerd. Je kon zien dat het kastje in de haast was volgepakt om rondslingerende dingen te verbergen. Bij het opendoen viel er een flesje met een gemeen uitziende blauwe vloeistof uit. Deze explodeerde op de prachtige marmeren vloer, waarbij de vloeistof de voegen ook te grazen nam. Ik weet niet hoe ik het overleefd heb. Mijn relatie met Johans partner is nooit tot een vriendschap opgebloeid en zelfs mijn prachtige vrouw wordt nog steeds kwaad als het ter sprake komt.

Alles tezamen was de kijkbungalow een schitterend project, een voorbeeld voor architectuur, interieurontwerp, kunst en cultuur. Mijn welgemeende complimenten.”

Gerhard Klaasen “‘Kun je een interview houden met Johan Meijering van de kijkbungalow Minerva?’ De eindredacteur van de lokale nieuws- en advertentievoorziening der Hoogkerkers keek mij hoopvol aan. Dat had mij tot nadenken kunnen stemmen, maar deed het niet. ‘In de Jan van der Zeestraat heeft een bewoner zijn huis opengesteld om op afspraak een soort rondleiding te geven.’

Onverhoeds kwam zo Johan Meijering in mijn leven. Ik maakte een afspraak en zat diezelfde dag nog tegenover Johan voor een interview. Het noteren van de personalia nam weinig tijd in beslag. Het bleek dat ik bij hem een goede knop had ingedrukt, want de stroom informatie begon mild en rijke-

560 lijk te vloeien. Later bleek mij dat Johan niet één knop heeft waar je op kunt drukken, doch verscheidene, licht aanraakbare contactjes had. Een minimale opmerking was voor hem aanleiding om, zonder breedsprakig te zijn, zijn beweeg- en andere redenen te belichten vanuit zijn innerlijke drang om zijn huis open te stellen.

Een reden die mij aansprak was dat hij zijn huis zo op prijs stelde, dat hij het jammer vond dat andere mensen hiervan niet konden genieten. Vandaar. Gelukkig had ik een recordertje mee- genomen en kon ik het later nog eens terug- luisteren. Helaas is die cassette in het ongerede geraakt, want het was allemaal zeer opmerkelijk.

Stel je een rijtjeshuis voor, nieuwe stijl, gescha- keld en met plotsklaps opduikende hoeken en een veelvoud van schuine doorgangen. Een gro- te woonkamer waar als blikvanger een jukebox tegen de vlakke muur was neergezet. Meubels die er strak, mooi en smaakvol waren gerang- schikt in die mate dat er een grote ruimte was ontstaan. Moderne kunst aan de muren en een Gerhard Klaasen paar andere opvallende objecten op de vloer.

Na de koffie met vlaai (deze werden gesponsord), kreeg ik de rondleiding die mij in het vooruitzicht was gesteld door mijn eindredacteur. Het bleek dat Johan een groot netwerk had van bedrijven en personen die, geraakt door Johans ideeën, medewerking hadden toegezegd om van tijd tot tijd kunst of technische objecten te plaatsen in de kijkbungalow. Zo werd er een klok op een stellage geplaatst in weer zo’n onverwachte stompe hoek bij de keuken.

In het huis waren ook technische vondsten verwerkt. Zo werd de ‘natte hoek’ afgeschermd door een gebogen scherm dat scharnierde en zo de machineka- mer aan het oog kon onttrekken. Dat gebogen object was een verrassing in het spel met lijnen en hoeken die prominent aanwezig waren.

561 Toen Johan mijn telefoonnummer had, kreeg ik altijd rechtstreeks informatie over de bijzondere dagen in de kijkbungalow. Want Johan organiseerde kijk- dagen, waaraan kunstenaars meewerkten die de kijkbungalow gebruikten om kunst te exposeren in de omgeving waarvoor kunst bedoeld was: in de huis- kamer. Uiteraard nodigde Johan ook de buren uit, die graag kwamen kijken en af en toe hand- en spandiensten verleenden.

Die betrokkenheid is in een korte tijd gegroeid en ik was na enig masseren ook bereid mee te doen met de grootste klapper die Johan had bedacht. Er zou een tentoonstelling in de wijk Minerva moeten komen van werken van oud- leden van de kunstkring De Groninger Ploeg. Mijn eindredacteur was altijd bereid om de persberichten op te nemen en ook de verslagjes van zo’n dag. Tussendoor hadden Johan en ik geregeld contact en dat was tot wederzijdse vreugde en opwinding.

Nadat ik een paar persberichten had geschreven en ik en Jeannet, mijn vrouw zaliger, ons tot de incrowd van de kijkbungalowmensen mochten rekenen, opperden wij het idee om van iedere tentoonstelling een autodocumentaire te maken. Dat zou een kostelijke aanvulling zijn op de genoten visuele kunst- werken. Alzo geschiedde.

Toen eenmaal het plan was opgevat om een tentoonstelling van Ploegwerken te houden, begon een interessante en enerverende brainstormserie, waar ook de buren van de hele Jan van der Zeestraat bij werden betrokken. Het zou zo gaan: niet alleen de kijkbungalow zou werken exposeren, maar ook vele buren konden hun huis openstellen en Ploegwerken exposeren van overleden Ploegleden. Het publiek zou alle huizen kunnen binnengaan. Kortom, een organisatie en logistieke operatie die nooit eerder was vertoond (in de Jan van der Zeestraat).

De voorbereidingen liepen niet zo gesmeerd als we hadden gedacht. Er moes- ten werken worden ingezameld, een verzekering worden geregeld voor al die werken, waarvan veel uit particulier bezit, en niet alle mensen uit de straat waren er enthousiast voor te krijgen. Niettemin was Johan niet slechts de aanstichter, maar ook de grote motivator en stuurman. Wat mijzelf betreft: ik

562 nam mij voor om audioverslag te doen met Jeannet, ook als een opnamepunt voor de sfeer. Het was de laatste reportage ooit die wij analoog verzorgden, met tape, microfoons en de eindmontage op een Revox-studiorecorder, als een kunstvorm ook: de radiodocumentaire.

De dag zelf was een winderige herfstdag, waarop commissaris der koningin Henk Vonhoff de opening verrichtte. Stoeiende windvlagen rukten aan para- plu’s en striemende regenvlagen vielen de bezoekers van de tentoonstelling ten deel. Toch heb ik zelden een evenement meegemaakt waar zoveel enthousias- me in de voorbereiding af te zien was aan het bezoekersaantal en de volslagen minachting voor de weersomstandigheden.

25 jaar geleden alweer, de kijkbungalow. En ik hoor het nog weleens in de wandelgangen. Wat is er allemaal niet uit voortgekomen? Vriendschappen, oog voor kunst, pousseren van lokale kunstenaars en een herinnering die velen zal bijblijven als een hoogtepunt in de Hoogkerker dreven.”

563

58. Tot slot

In de eerste Nederlandse kijkbungalow werden bezoekers gastvrij ontvan- gen en kon men ideeën opdoen, gratis informatie en adviezen ontvangen op het gebied van bouwkundige zaken, wonen en design, en genieten van beel- dende kunst. Voor de geïnteresseerde bezoekers was Kijkbungalow Minerva meer dan een modelwoning. Men kon op een prettige wijze kennismaken met ideeën en producten, zonder een commerciële benadering. Bezoekers kre- gen een gratis rondleiding, een consumptie en gebak aangeboden en konden schaamteloos rondkijken in andermans bungalow. Een bezoek duurde gemid- deld twee en een half uur.

In drie jaar en drie maanden vonden niet minder dan ruim 13.000 bezoe- kers de weg naar de kijkbungalow. Het project was baanbrekend, vernieu- wend en grensverleggend. Er mocht niet gerookt worden binnen. Voor die tijd best bijzonder. We liepen voorop in de discussie over roken die jaren later in Nederland ontstond. Ons motto was: ‘wie niet buiten roken kan, kan buiten roken.’ Het kwam later tot wetgeving op dit gebied. Op 1 juli 2008 werden alle openbare gelegenheden rookvrij. In de kroeg, restaurants e.d. werd tabak, behalve pruimtabak, taboe.

Zowel de opening op 27 september 1991 als de momenten van het een-, twee- en driejarig bestaan werden groots gevierd met gevarieerde culturele programma’s. Artiesten, musici en voordrachtkunstenaars traden regelmatig op. In combinatie met de viering van het tweejarig bestaan van de kijkbun- galow in 1993, was de Ploegmanifestatie in 27 woonhuizen in de Jan van der Zeestraat in Hoogkerk een groot succes. Een historisch moment, dat zich in Nederland op deze wijze niet eerder had voorgedaan en zich tot op heden niet heeft herhaald.

Niet onvermeld mag blijven de feestelijke bijeenkomst met participanten op 19 januari 1992 in restaurant Nescio, in de Oosterstraat in Groningen. Een sfeer- volle avond met een warm en koud buffet en dynamische flamencomuziek.

565 Op deze avond werd tot ieders verrassing bekendgemaakt dat er een speciaal Minervamenu was samengesteld, dat vanaf dat moment op de menukaart zou prijken.

De activiteiten leidden ook tot nieuwe initiatieven, zoals het opzetten van de kunstwinkel aan de Grote Markt in 1993 en vervolgens de oprichting van Kunsthuis De Permanente op 27 april 1994. De stichting vestigde een kunst- huis in de Kreupelstraat.

Bij de realisatie van dit boek hebben veel mooie en ondersteunende contacten plaatsgevonden, met respect voor iedereen die aan Kijkbungalow Minerva een bijdrage heeft geleverd. Met dit boek, een documentaire en een reünie op 17 september 2016, is voor mij de cirkel rond.

Ik ben in 1991 aan dit avontuur begonnen en als initiatiefnemer en mede- eigenaar van Kijkbungalow Minerva wilde ik dat graag op een goede manier afronden. Het is met recht een historisch stukje cultuur. Met alle aanwezige informatie is geprobeerd om de neutrale lezer een beeld te schetsen van de activiteiten die in de kijkbungalow plaatsvonden.

Alle artiesten en voordrachtkunstenaars traden belangeloos op, zij ontvingen geen financiële tegemoetkoming. Veel optredens werden spontaan aangebo- den. Alle bezoekers schreven hun personalia in het gastenboek. Op deze wijze kon men worden geïnformeerd over nieuwe activiteiten.

Het is mooi om te zien hoe Hoogkerk in 25 jaar is veranderd. Er is in die pe- riode in positieve zin veel tot stand gekomen. Mijn initiatief en pleidooi voor beeldende kunst in openbare ruimten in 1991 en het oprichten van een kunst- commissie heeft weerklank gekregen. Het is verheugend om te vernemen dat na de Ploegmanifestatie in 1993 de toenmalige kunstcommissie is voortgezet onder de naam Kunstcommissie Hoogkerk. Zij zijn nog steeds actief en kun- nen terugblikken op diverse positieve resultaten met kunst in de wijk. De kunstcommissie functioneert als onderdeel van de Vereniging Wijkopbouw Hoogkerk.

566 Ik hoop dat velen de activiteiten die plaatsvonden in de kijkbungalow zullen koes- teren. De eerste Nederlandse kijkbungalow was voor velen een bron van in- spiratie en voor mij een voedingsbodem voor andere culturele projecten die ik daarna in Groningen mocht initiëren en ontwikkelen. Na 25 jaar zijn de toe- gepaste woonideeën in de kijkbungalow nog steeds bruikbaar. Naar ik hoop zal de naam Kijkbungalow Minerva nog jaren voortleven.

567

DEEL VII

Kijkbungalow Minerva in vogelvlucht

1990 1. Brochure Kijkbungalow

572 1. Brochure Kijkbungalow

573 1. Brochure Kijkbungalow

574 2. Brief van drs. P.G.J. Leijdekkers Directeur Academie Minerva in Groningen

575 3. Brief van B. Hageman Docent Academie Minerva

576 4. Brief N. Verdonk Vakdirecteur Dienst RO/EZ gemeente Groningen

577

1991 5. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 01

580 6. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 02

581 7. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 03

582 8. Brief van Johan Meijering aan NMB Voorstel voor stand op Voorjaarsbeurs blz 04

583 9. Brief van Bureau Promotions uit Vorden

584 1993 10. Brief van VVV Groningen

586 11. Brief van Omroep Martini uit Groningen

587 11. Brief van Omroep Martini uit Groningen

588 12. Briefkaart mevr. de Bruin

589 12. Briefkaart mevr. de Bruin

590 1994 13. Oprichtingsakte Stichting De Permanente

592 13. Oprichtingsakte Stichting De Permanente

593 13. Oprichtingsakte Stichting De Permanente

594 14. Nieuwsbrief Stichting De Permanente

595 14 Nieuwsbrief stichting De Permanente blz 1

596 14. Nieuwsbrief stichting De Permanente blz 2

597 15. Brief van Maggie Nolan International Art Management uit Groningen

598 15. Brief van Maggie Nolan International Art Management uit Groningen

599 16. Kaart van Sylvia van Berkel uit Amsterdam

600 1991-1994

17. Perspublicaties

1. Kijkbungalow Nieuwsblad van het Noorden, donderdag 18 april 1991, pagina 11

2. Landelijke primeur in Minerva Ieder mag straks kijkje nemen in bungalow Hoogkerk De Groninger Gezinsbode, vrijdag 26 april 1991

3. Kijkbungalow Minerva Een landelijke primeur op woongebied Bouwen in het Noorden, kwartaaluitgave Bouwhuis Noord, 1991/3, pagina 5, 7 en 9

4. Kijkbungalow Minerva Groninger Journaal, augustus 1991, pagina 66

5. Bungalow vol tips en woonideeën Bezoekers welkom in ‘Kijkbungalow’ De Groninger Gezinsbode, vrijdag 13 september 1991, pagina 4

6. Kijkbungalow later open Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 14 september 1991, pagina 13

7. Kijkbungalow gaat open Groninger Stadsblad, woensdag 18 september 1991

8. Johan en Marije tonen laatste snufjes op woongebied Open huis in ‘Kijkbungalow’ Drents-Groningse Pers, no. 37, zaterdag 21 september 1991

9. Kijkbungalow in Hoogkerk Nieuwsblad van het Noorden, vrijdag 27 september 1991

603 10. Kijkbungalow op televisie Groninger Gezinsbode, vrijdag 27 september 1991

11. Kunst en Wonen: de hobby’s van een samenwerkingsideoloog Kuifje in Hoogkerk Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 28 september 1991, pagina 41

12. Kijkbungalow Minerva feestelijk geopend Uniek woonproject trekt honderden bezoekers Bouwen in het Noorden, kwartaaluitgave Bouwhuis Noord, 1991/4, pagina 11 en 13

13. Unieke Kijk-Bungalow te bezichtigen E.A.C. - ’t Laatste lovw loc nieuws, tiende jaargang, nummer 3, oktober 1991

14. Bungalow te kijk Trouw, zaterdag 5 oktober 1991

15. Aandacht voor aparte huizen en interieurs Wie heeft er ook een bijzonder huis? De Groninger Gezinsbode, vrijdag 11 oktober 1991, pagina 7

16. Groningse kijkbungalow in rubriek ‘Van Gewest’ Leeuwarder Courant, woensdag 16 oktober 1991, pagina 2

17. Tv-toelichting Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 16 oktober 1991, pagina 2

18. KIJK TIP Kijkbungalow , woensdag 16 oktober 1991

19. Groningse kijkbungalow vanavond op tv Groninger Stadsblad, woensdag 16 oktober 1991, pagina 3

604 20. Uit Leeuwarden afkomstige Johan en Marije tonen laatste snufjes op woongebied Open huis Groninger ‘kijkbungalow’ , woensdag 23 oktober 1991, pagina 21

21. Kijkbungalow in Hoogkerk reikt woonideeën aan De kunst van het wonen Leekster Courant, donderdag 24 oktober 1991, pagina 7

22. IHN Groningen als konstrukteur Architect Timmer ontwerpt Hanekam-huizen in Hoogkerk IHN novaties, informatiemagazine van IHN, 1e jaargang, nummer 3, november 1991, pagina 6 en 7

23. Kijkbungalow in Hoogkerk Uit in Groningen, november-december 1991, pagina 12

24. “Sloffen meenemen, alsjeblieft...” Johan zet eigen huis te kijk De Telegraaf, woensdag 13 november 1991, pagina 29

25. Kijkbungalow voor exposanten Nieuwsblad van het Noorden, vrijdag 15 november 1991

26. Lopende exposities Kijkbungalow Minerva Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 27 november 1991, pagina 27

27. Meer ramen in tweede serie huizen Architekt Timmer past ‘hanekam-woningen’ Hoogkerk Minerva aan De Groninger Gezinsbode, vrijdag 6 december 1991, pagina 5

28. Hoogkerker agenda Reclame-Bode, no. 794, zondag 15 december 1991, voorpagina

605 29. Bungalow te kijk in Hoogkerk Leeuwarder Courant, vrijdag 20 december 1991, voorpagina

30. Johan Meijering: van befaamde K 64-club tot kijkbungalow LCetera (vrijdagse bijlage Leeuwarder Courant), vrijdag 20 december 1991, pagina 1

31. Kijkbungalow Minerva ‘De Kunst Van Het Wonen’ Uit in Groningen (toeristische krant, provinciale VVV Groningen), 3 januari t/m 9 februari 1992, voorpagina en pagina 3

32. Exposities onder de aandacht Kijkbungalow Minerva Uit in Groningen, maart 1992, pagina 7

33. Tentoonstellingen Kijkbungalow Minerva De Groninger Gezinsbode, vrijdag 27 maart 1992, pagina 6

34. Kijkbungalow Minerva ‘De kunst van het wonen’ Reclame-Bode, no. 802, woensdag 1 april 1992, pagina 2

35. Arkelse Jan van de Nobelen exposeert in Groningen Keramiek geïnspireerd op oude culturen Gorcumse courant, woensdag 15 april 1992

36. Hoogkerker agenda Reclame-Bode, no. 807, woensdag 10 juni 1992, voorpagina

37. In kijkbungalow te hoogkerk Schilderingen op doek en fraai gebruikskeramiek Leeuwarder Courant, zaterdag 20 juni 1992, pagina 19

606 38. Tentoonstellingen en musea Kijkbungalow Minerva Uit in Groningen (toeristische krant, provinciale VVV Groningen), augustus 1992, pagina 5

39. Exhibition of works by Mr. Joseph Xuereb held at Kijkbungalow Minerva, Groningen, the Gozo Newsletter, The Sunday Times, 16 augustus 1992, pagina 8

40. Thermocompact VCW 240 weerspiegelt idee achter Kijkbungalow Minerva Vaillant Post, 2/1992 (september), pagina 7 en 8

41. Een jaar Kijkbungalow Minerva Uit in Groningen (toeristische krant, provinciale VVV Groningen), september 1992, pagina 3

42. Kijkbungalow viert verjaardag De Groninger Gezinsbode, vrijdag 11 september 1992, pagina 5

43. Viering éénjarig bestaan Kijkbungalow “Minerva” Wethouder Swaak opent exposities Reclame-Bode, no. 812, woensdag 16 september 1992, pagina 2

44. Kijkbungalow 1 jaar Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 19 september 1992, pagina 17

45. Kijkbungalow Minerva viert éénjarig bestaan Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 26 september 1992, pagina 45

46. Johan Meijering wil mensen uit standaardwoning halen om ze gelukkig te maken Friesland Post, oktober 1992, pagina 4, 5 en 7

607 47. Tentoonstelling in Kijkbungalow Minerva: De expressieve sculpturen van Joe Xuereb Woonbeeld, oktober 1992, pagina 62 en 63

48. Gozitan artist exhibits works in Holland The Sunday Times (Malta), 25 oktober 1992, pagina 61

49. Wonen zoals men zelf wil De Kijkbungalow toont hoe dat kan O&O Magazine, 6e jaargang no. 6, november-december 1992, pagina 33, 34 en 35

50. Kijkbungalow in Hoogkerk: Unieke samenwerking van bedrijven en kunstenaars Noord-Nederland Business, jaargang 8, no. 5, november 1992, pagina 24, 25 en 27

51. Nieuwe bewoonster Ennemaborg exposeert in Kijkbungalow Uit in Groningen (toeristische krant, provinciale VVV Groningen), no. 1, 1 januari t/m 7 februari 1993, voorpagina

52. Bijzondere kunst in Minerva Uit in Groningen (toeristische krant, provinciale VVV Groningen), no. 1, 1 januari t/m 7 februari 1993, pagina 2

53. Johan Meijering maakt van zijn bungalow een ontmoetingsplaats voor iedereen Je kunt zoveel meer doen met je huis’ Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag 2 februari 1993

54. Een kijkje in andermans huis Algemeen Dagblad, vrijdag 19 februari 1993, pagina 19

55. Bijzondere expositie in Kijkbungalow Minerva Reclame-Bode, maart 1993

608 56. Kunst voor bereidwillige ING-bank Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 24 april 1993, pagina 10

57. Eigenaar Kijkbungalow Minerva Johan Meijering: Passie voor kunst in woonomgeving Reclame-Bode, no. 830, woensdag 2 juni 1993, voorpagina

58. Schilder Gijs van der Sleen is een kijkje waard Nieuwsblad van het Noorden, vrijdag 11 juni 1993, pagina 12

59. Bewoners Jan van der Zeestraat bereiden kunstmanifestatie voor Reclame-Bode, no. 833, woensdag 14 juli 1993, voorpagina

60. Grote culturele manifestatie in Hoogkerk Uit in Groningen (toeristische krant, provinciale VVV Groningen), no. 10, 20 augustus t/m 26 september 1993, pagina 2

61. Jan van der Zeestraat in teken van kunst Vonhoff opent expositie in Hoogkerk Reclame-Bode, no. 834, woensdag 25 augustus 1993, voorpagina

62. Kunstenaarsvereniging bestaat 75 jaar Kunstkring De Ploeg wilde Groningen wakker schudden De Groninger Gezinsbode, woensdag 8 september 1993, pagina 12

63. Kunstkring De Ploeg jubileert Nieuwsblad van het Noorden, donderdag 9 september 1993, pagina 13

64. Unieke manifestatie met 75 werken van De Ploeg op 25 september in Hoogkerk Een doorsnee-straat boordevol kunst Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 15 september 1993, pagina 9

65. De Ploeg is tot pretentie veroordeeld De Volkskrant, zaterdag 18 september 1993, pagina 11

609 66. NOS komt filmen in Minerva Reclame-Bode, no. 836, woensdag 22 september 1993, pagina 2

67. Expositie De Ploeg in Hoogkerk Leekster Courant, donderdag 23 september 1993, pagina 4

68. Hele straat houdt open huis Algemeen Dagblad, vrijdag 24 september 1993, pagina 26

69. Straat in Hoogkerk voor één middag een museum Drents-Groningse Pers, vrijdag 24 september 1993, pagina 9

70. Ploeg-expositie in dertig huizen te Hoogkerk Leeuwarder Courant, vrijdag 24 september 1993, pagina 16

71. Hele straat in Hoogkerk toont Ploegschilderijen De Groninger Gezinsbode, vrijdag 24 september 1993, pagina 3

72. Een straat vol kunst Uit in Groningen (toeristische krant, provinciale VVV Groningen), no. 11, 24 september t/m 14 november 1993, voorpagina

73. Kijkbungalow Minerva twee jaar Meubel, 74e jaargang no. 52, vrijdag 24 september 1993, pagina 20

74. Radio en televisie Tv vandaag, Nederland 3, 19.25 uur: Van gewest tot gewest Eéndagstentoonstelling kunstenaarsvereniging De Ploeg Nieuwsblad van het Noorden, dinsdag 28 september 1993, pagina 2

75. Dinsdag 28 september Nederland 3, 19.25 uur: Van gewest tot gewest, NOS Expositie achter 30 deuren in het Groninger stadsdeel Minerva TV Magazine, september 1993, pagina 49

610 76. Expositie ondanks regen groot succes Reclame-Bode, no. 837, woensdag 6 oktober 1993, voorpagina

77. Een opmerkelijke woonervaring Nederlands Dagblad, donderdag 14 oktober 1993, pagina 17

78. Presentatie videofilm Ploegmanifestatie Reclame-Bode, no. 839, woensdag 3 november 1993, voorpagina

79. Johan Meijering gaat gewoon door met Kijkbungalow Nieuwsblad van het Noorden, donderdag 25 november 1993, pagina 10

80. Kijkbungalow Minerva vol praktische adviezen Meubel, 75e jaargang no. 20, vrijdag 11 februari 1994, pagina 19 en 20

81. Opening nieuwe expositie op 16 april Reclame-Bode, no. 850, woensdag 30 maart 1994, pagina 2

82. Schaamteloos rondkijken in andermans bungalow Trouw, zaterdag 9 april 1994, pagina 47

83. Amnesty International schrijfavond in de Kijkbungalow Minerva Kijkbungalow Minerva houdt zaterdag open huis Reclame-Bode, no. 851, woensdag 13 april 1994, voorpagina

84. Kijkbungalow Minerva opent vandaag lente-tentoonstelling Nieuwsblad van het Noorden, zaterdag 16 april 1994, pagina 10

85. Bungalow Minerva levert ideeën over woningbouw en moderne kunst Groningers zetten eigen huis te kijk RD Accent, zaterdag 30 april 1994, pagina 15

86. Kijk, een bungalow! Cultimo, Groninger cultuurmagazine, augustus-september 1994, pagina 17 en 19

611 87. Kijkbungalow gaat vierde jaar in Nieuwsblad van het Noorden, donderdag 1 september 1994, pagina 14

88. Jubileumtentoonstelling Recreatiekrant Groningen, VVV, periode 11 september - 16 oktober 1994, pagina 7

89. Arie Zuidersma exposeert in Hoogkerk Reclame-Bode, no. 860, woensdag 14 september 1994, voorpagina

90. Wethouder Pijlman opende tentoonstelling kijkbungalow Reclame-Bode, no. 861, woensdag 28 september 1994, voorpagina

91. Kijkbungalow Minerva houdt op 29 oktober weer open huis Nieuwsblad van het Noorden, no. 861, dinsdag 18 oktober 1994

92. Uitnodiging voor alle Hoogkerkers Reclame-Bode, no. 863, woensdag 26 oktober 1994, voorpagina

612 18. Publicaties in kranten, week- en vakbladen

Regionaal Vakbladen 1. Nieuwsblad van het Noorden 16. Bouwen in het Noorden, 2. De Groninger Gezinsbode kwartaaluitgave Bouwhuis Noord 3. Groninger Stadsblad 17. Noord-Nederland Business 4. Leekster Courant 18. IHN novaties, informatiemagazine 5. Drents-Groningse Pers van IHN 6. Friesch Dagblad 19. Vaillant Post 7. Leeuwarder Courant 20. Woonbeeld 21. Meubel Landelijk 22. O&O Magazine 8. Algemeen Dagblad 9. De Telegraaf Overige 10. De Volkskrant 23. Reclame-Bode (Hoogkerk) 11. Trouw 24. Groninger Journaal 12. Nederlands Dagblad 25. Uit in Groningen 13. De Gelderlander 26. Recreatiekrant Groningen VVV 14. Gorcumse Courant 27. Cultimo, Groninger cultuurmagazine Internationaal 28. Friesland Post 15. The Sunday Times - Malta 29. E.A.C. - ’t Laatste lovw loc nieuws 30. RD Accent

613

19. Radio- en tv-uitzendingen, filmopnames en audiodocumentaires

A. Radio-uitzendingen

1991

1 27-09-1991 Radio Noord Kirsten Klijnsma in gesprek met Johan Meijering

1992

2 23-01-1992 Radio Flevoland Rubriek: De provincie - Status Aparte Mark van Amstel in gesprek met en Johan Meijering

3 03-04-1992 Radio Noord Kirsten Klijnsma in gesprek met Johan Meijering, Manon ter Haar (gastvrouw Kijkbungalow Minerva) en beeldend kunstenaar Jan ten Hoope (voorzitter kunstkring De Ploeg)

4 25-09-1992 Radio Flevoland Rubriek: De provincie - Status Aparte Onderwerp: viering eenjarig bestaan Mark van Amstel in gesprek met Johan Meijering

5 29-09-1992 Radio Wereldomroep Interview met Johan Meijering

615 1993

6 22-04-1993 Radio Flevoland Rubriek: De provincie - Status Aparte Mark van Amstel in gesprek met Johan Meijering en beeldend kunstenaars Albert in ’t Veld en Willem Faas

7 23-04-1993 Radio Noord Kirsten Klijnsma in gesprek met Johan Meijering en beeldend kunstenaars Albert in ’t Veld en Willem Faas

8 25-04-1993 Radio Drenthe Gesprek met Johan Meijering en beeldend kunstenaars Albert in ’t Veld en Willem Faas

9 22-05-1993 Martini Omroep

10 21-07-1993 Radio Noord Kirsten Klijnsma in gesprek met Johan Meijering en beeldend kunstenaars Albert in ’t Veld en Willem Faas

11 22-09-1993 Radio Flevoland Mark van Amstel in gesprek met Johan Meijering Rubriek: De provincie - Status Aparte Onderwerp: viering tweejarig bestaan Kijkbungalow Minerva en Ploegmanifestatie in dertig huizen 12 24-09-1993 Radio Noord Kirsten Klijnsma in gesprek met Johan Meijering en Gerrie Timmer, voorzitter kunstcommissie Minerva Onderwerp: viering tweejarig bestaan Kijkbungalow Minerva en Ploegmanifestatie in dertig huizen

1994

13 15-04-1994 Radio Flevoland Mark van Amstel in gesprek met Johan Meijering Onderwerp: tentoonstelling van Marga Brey, Hans Verschoor, Charles Henri de Vries en Roger Gerard Veldman

14 15-09-1994 Radio Noord Kirsten Klijnsma in gesprek met Johan Meijering, beeldend kunstenaar Arie Zuidersma en poppenspeelster Freya Noest

B. Tv-uitzendingen

1 09-10-1991 NOS Van Gewest tot Gewest Kijkbungalow Minerva

2 25-09-1992 Oog TV

3 25-04-1993 NOS Van Gewest tot Gewest Ploegen in de straat

617 4 28-08-2016 Oog TV

5 04-09-2016 Oog TV

6 11-09-2016 Oog TV

C. Filmopnames

1 Animatiefilm

2 25-09-1992 Viering eenjarig bestaan

3 25-09-1993 Viering tweejarig bestaan

4 27-09-1994 Viering driejarig bestaan

5 Ploeg Minerva

6 Triathlon Philips

7 17-09-2016 Documentaire Kijkbungalow Minerva

618 D. Audiodocumentaires

1 26-09-1992 Viering eenjarig bestaan Speech Johan Meijering en wethouder Klaas Swaak van de gemeente Groningen

2 16-04-1994 Pigeon Clearwater Productions Reportage van Gerard Klaasen, Open Huis Marga Brey uit Tolkamer (Gld) Charles Henri uit Meppel (Dr), beelden in brons en kunststof Roger Gerard Veldman uit Ezinge (Gr), gouden en zilveren sieraden Hans Verschoor uit Bakkeveen (Frl), schilderijen in acryl

3 17-09-1994 Pigeon Clearwater Productions Reportage van Gerard Klaasen, Open Huis, viering driejarig bestaan Arie Zuidersma uit Zuidlaren (Dr) Lo van der Linden uit Puth (L), Marietje Mazél uit Puth (L), Frank Rosen uit Beemster (NH) Officiële opening door wethouder Henk Pijlman van de gemeente Groningen Diverse muzikale optredens

4 29-10-1994 AORTA Reportage van Gerard Klaasen, Open Huis Marc Jonk uit Haarlem (NH) Gerda van den Bosch uit Zoeterwoude (ZH) Jits Bakker uit Den Bilt (U) Martien Veldman uit Noordwijk (Gr)

619

20. Exposities

1991 Periode

1. Jan Kenter uit Groningen 27-09 t/m 31-12 Aquarellen en acrylschilderijen

1992

2. Afke Holt uit Roden (Dr) * 01-01 t/m 01-04 Aquarellen en acryl op perspex en papier

3. Bé Kracht uit Groningen (Hoogkerk) 04-04 t/m 04-06 Schilderijen, aquarellen, pastel- en potloodtekeningen

4. Jan van de Nobelen uit Gorkum (ZH) 04-04 t/m 04-06 Keramische objecten

5. Cees Hollander uit Sneek (Frl) Meubelen en interieurobjecten

6. Talpa uit Ezinge (Gr) 13-06 t/m 01-08 Schilderijen en wanddoeken

7. Christien van Bussel uit Groningen 13-06 t/m 01-08 Keramiek

8. Annelies Haverkate uit Beuningen (Gld) 01-08 t/m 25-09 Schilderijen, olieverf op linnen

9. Gert Langedijk uit Groningen 01-08 t/m 25-09 Klein plastiek in brons

621 10. Jeanine Geerts uit Baflo (Gr) 26-09 t/m 28-11 Schilderijen, olieverf op doek

11. Joe Xuereb uit Malta 26-09 t/m 28-11 Sculpturen in limestone

12. Marijke Ketting 28-11 t/m 16-01-1993 Schilderijen, diverse technieken

13. Anita Franken uit Groningen 28-11 t/m 16-01-1993 Klein plastiek in brons

1993

14. Maya Wildevuur uit Midwolda (Gr) 16-01 t/m 06-03 Schilderijen

15. Cees Hollander uit Sneek (Frl) 16-01 t/m 06-03 Meubelen en interieurobjecten

16. Willem Faas uit Den Ham (Ov) 24-04 t/m 11-06 Schilderijen, olieverf op doek, diverse technieken

17. Albert in ’t Veld uit Den Haag (ZH) 24-04 t/m 11-06 Neon-objecten en toegepaste kunst

18. Tiny Bouter-Snijders uit Roodeschool (Gr) 12-06 t/m 31-07 Keramiek

19. Gijs van der Sleen uit Zuidhorn (Gr) 12-06 t/m 31-07 Schilderijen, diverse technieken

20. Anemarie de Groot uit Groningen Schilderijen 21. Henri de Bruin uit Wijdewormer (NH) Sculpturen in brons en steen

22. Winneth Sala uit Markelo (Ov) Klein plastiek in brons

1994

23. Marga Brey uit Tolkamer (Gld) 16-04 t/m 28-05 Beelden in brons

24. Charles Henri uit Meppel (Dr) 16-04 t/m 28-05 Beelden in brons en kunststof

25. Roger Gerard Veldman uit Ezinge (Gr) 16-04 t/m 28-05 Gouden en zilveren sieraden

26. Hans Verschoor uit Bakkeveen (Frl) 16-04 t/m 28-05 Schilderijen in acryl

27. Arie Zuidersma uit Zuidlaren (Dr) 17-09 t/m 28-10 Schilderijen, acrylverf en aquarellen

28. Lo van der Linden uit Puth (L) 17-09 t/m 28-10 IJzerplastiek

29. Marietje Mazél (L) 17-09 t/m 28-10 Sieraden

30. Frank Rosen uit Beemster (NH) 17-09 t/m 28-10 Bronzen en houten beelden

31. Jits Bakker uit Den Bilt (U) 29-10 t/m 03-12 Beelden in brons

623 32. Gerda van den Boschuit Zoeterwoude (ZH) 29-10 t/m 03-12 Beelden in brons

33. Marc Jonk uit Haarlem (NH) 29-10 t/m 03-12 Schilderijen, olieverf en gouaches

34. Martien Veldman uit Noordwijk (Gr) 29-10 t/m 03-12 Sieraden/objecten in goud en zilver

Permanent tentoongesteld

* Afke Holt uit Roden (Dr) Kleurig wandobject met een ondergaande zon in de binnentuin, uitgevoerd in kunststof, een multifunctioneel kunstwerk

35. Bert Zikken uit Groningen Buitenlichtobject, een lichtbaken en herkenningspunt

36. Irma Ballast en Rens Bonekamp uit Groningen Glasobject (glas-in-loodraam) – verplaatsbaar

38. Willemien Zoutewelle uit Groningen Mobiel tuinscherm – verplaatsbaar

624 21. Artiesten en voordrachten

Optredens

1992 Data

Jan Veldman uit Almere - performance 01-08-1992

Jan de Wilde uit Nieuwlande - saxofoon 01-08-1992

Linda Willems uit Nijmegen - zang 01-08-1992

Rieks Siebering uit Groningen 01-08-1992

Het Gronings Salon Orkest 26-09-1992

Gitaarduo Van Dijk - De Leeuw uit Groningen 26-09-1992

Willem de Ridder - Theaterman en 26-09-1992 meesterverhalenverteller

The Crops Wood Swing Band 26-09-1992 oude Amerikaanse muziek uit de jaren ’20 uit de prov. Groningen

Het Salonduo ‘Fresco’ - piano en viool 26-09-1992

Doedelzakband ‘The Spirit of Scotland’ 26-09-1992 pipe band uit Hoogkerk

Meesteres WangYan - Chinese Taji & Qigong 26-09-1992

“HayTiempo No’ - Spaanse flamengoshow en 26-09-1992 gitaarmuziek

625 1993

De dichter Albert in ’t Veld spraakgezangen 24-04-1993 tijdens de opening

Muziekformatie ‘The Art-Lovers’ 24-04-1993

George Momboye uit de Ivoorkust, 24-04-1993 danser bij het Nationaal Ballet de Côte d’lvoir Lovers’ en woonachtig in Parijs.

Gronings salonorkest 25-09-1993

Trio Accordvocalique 25-09-1993

1994

Sylvia van Berkel uit Amsterdam, 16-04-1994 kunstenares - ‘muzikaal portretteren’ 16-04-1994

Folkgroep Roetsj 16-04-1994

Catharina de Graaf uit Groningen - demonstratie 16-04-1994 bodypainting

Duo Hottav a - Bassa uit Groningen 29-04-1994

Martin Kamerbeek - troubadour uit Zuidhorn 29-04-1994

Freya Noest - actrice 17-09-1994

Björn Derksen - performer 17-09-1994

Gerrit Breuker - performer 17-09-1994

626 Stefan Pietersma - performer 17-09-1994

Nelly Ploeg - mime-clown 17-09-1994

Duo de Bizzy Lizzies 17-09-1994

Studenten zigeunerband Bikavér. 17-09-1994

Cor Knoop - keyboard 17-09-1994

627 Voordrachten

1992

Ko Vester 01-08-1992 Beeldend kunstenaar uit Schipborg

Dhr. K. W. Swaak 26-09 -1992 wethouder Cultuur en Sociale Zaken gemeente Groningen

1993

Hans Zabel uit Borger (Dr.) 12-06-1993

Erik Akkermans 25-09-1993 directeur kunstvakopleidingen Rijkshogeschool Groningen. de heer H.J.L. Vonhoff, Commissaris der 25-09-1993 Koningin in de provincie Groningen

1994

Wouter van der Horst 16-04-1994 Schrijver en beeldend kunstenaar tot 1993 conservator-directeur van het museum ’t Bleekerhûs in Drachten.

Henk Pijlman 17-09-1994 Wethouder van Cultuur van de gemeente Groningen

Mirjam de Meijer 29-10-1994 Gedeputeerde Organisatie bestuurlijke zaken Cultuur van de provincie Groningen.

628 2016

22. Curriculum vitae

• Naam: drs. J.L. Meijering • Voornamen: Johannes Lourens • Geboortedatum: 19 maart 1947 • Geboorteplaats: Kampen • Burgerlijke staat: ongehuwd (gehuwd geweest) • Woonplaats: Groningen • Kinderen: Margarethe, William, Alexander • Kleinkind: Christiaan-Carlos

Gewoond in de volgende plaatsen: Kampen, Zwolle, Rotterdam, Lochem, Vroomshoop (O), Den Ham (O), Hengelo, Leeuwarden (vanaf 1962), Groningen (vanaf 1990).

Studeerde – na afstuderen aan de Sociale Academie Twente te Hengelo – sociale wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1980 afgestu- deerd, specialisatie organisatieontwikkeling. Begon zijn (ambtelijke) carrière als (hoofd)agent van de gemeentepolitie, werkte nadien als maatschappelijk werker en sociale wetenschapper voor verschillende gemeentelijke overheden, gaf als coördinator van het InSa-project – opdrachtgever provincie Friesland – leiding aan een onderzoeksteam. Rode draad in zijn leven: organiseren, (ver)bouwen en wonen, kunst, dans en theater. Nam van jongs af aan vele initiatieven op cultureel gebied en op het terrein van woon- en leefmilieu.

Gaf vanaf 2003 met zijn (dans)partner Carla Durville dans- en theatervoor- stellingen (benefiet) en workshops in binnen- en buitenland, regelmatig in samenwerking met de door hem opgerichte groep Nostalgia (muziek, zang en dans).

631 Samenvatting belangrijkste activiteiten op cultureel gebied en op het terrein van woon- en leefmilieu, periode 1964 t/m 2007

1964 Oprichter en voorzitter (1964 t/m 1967) dans- en instuifvereniging K64 (‘Kuifje ’64’) in Leeuwarden.

27 april 1966 Initiatiefnemer, organisator en presentator benefiet- song- en muziekfestival in Leeuwarden.

1971 Bestuurslid (1971 en 1972) van de Vereniging voor Handenarbeid, afdeling Friesland/Leeuwarden.

1972 Mede-initiatiefnemer en -oprichter, bestuurslid (1972 en 1973) van de I.P.A. (International Police Association), afdeling Friesland.

1986 Initiatiefnemer en oprichter van de O.S.A. (Onafhankelijke Secretarie Ambtenaren) van de gemeentesecretarie van de gemeente Leeuwarden.

1990 Initiatiefnemer om het woon- en leefmilieu in Groningen (Hoogkerk) te verbeteren. Actievoerder om gezichtsbepalende (beeldende) kunstwerken in openbare ruimten te realiseren. Tevens initiatiefnemer om de geluidswal langs de A7 in Groningen (Hoogkerk) te verlengen.

1991 Initiatiefnemer en mede-eigenaar van “Kijkbungalow Minerva” (1991 t/m 1994) te Groningen (Hoogkerk), een gratis onafhankelijk advies-, informatie- en ideeëncentrum, tevens expositieruimte. Organisator 40 tentoonstellingen. Bezoekersaantal in vier jaar: ruim 13.000 uit binnen- en buitenland.

632 1993 Initiatiefnemer en medeorganisator kunstmanifestatie in Groningen (Hoogkerk) ter gelegenheid van de viering van het 75-jarig bestaan van de kunstkring ‘De Groninger Ploeg’. Eendagstentoonstelling met 75 Ploegschilderijen in 30 woonhuizen in de Jan van de Zeestraat. Bezoekersaantal ca. 2000.

1993 Mede-initiatiefnemer en organisator van de kunstwinkel van beeldende kunstenaars aan de Grote Markt no. 43 te Groningen.

27 april 1994 Oprichter en voorzitter (1994 en 1995) van de stichting (kunsthuis) ‘De Permanente’ te Groningen.

1998 t/m 2001 Organisator van tientallen tentoonstellingen in onder meer het verzorgingstehuis ‘Innersdijk’ te Groningen en het Streekmuseum ‘De Oude Wôlden’ te Bellingwolde (Gr.).

1999 Initiatiefnemer en medeoprichter van de stichting ‘La Pasión’ – centrum voor Argentijnse Tango en multiculturele activiteiten te Groningen (bestuurslid van 1999 t/m 2001). NB: De gevel van La Pasión werd in 2001 genomineerd voor de verkiezing van het mooiste bouwwerk van de gemeente Groningen en werd winnaar van de publieksprijs.

2000 Initiatiefnemer en oprichter van ‘Los Lunáticos’, een klein (theater)gezelschap (twee dansers Argentijnse Tango en een gitarist).

633 7 november 2001 Initiatiefnemer, coördinator en deelnemer dansoptreden - Argentijnse Tango met zeven dansparen – voor het koninklijk paar prins Willem Alexander en prinses Máxima bij hun bezoek aan Groningen.

2001 Initiatiefnemer en mede-sponsor (50%) van de stadssafari in Groningen, een culturele manifestatie met Willem de Ridder.

2004 Initiatiefnemer en oprichter van muziek- en dansgezelschap Nostalgía (4 personen: twee dansers Argentijnse Tango, violist en sopraan). Optreden in onder meer Egypte (uitzending Egyptische tv).

2004 t/m 2006 Stelde zijn geheel verbouwde woonhuis ‘La Nueva Pasión’ (nieuwe passie) incidenteel (gratis) beschikbaar voor kleinschalige culturele activiteiten. Het pand werd ingewijd door kleinzoon Christiaan- Carlos. In de hal van het pand is een gedenksteen ingemetseld met de tekst: La Nueva Pasión inagurado por Christiaan-Carlos Meijering 14 Mayo 2004

Het Groningse dansgezelschap ‘Galili Dance’ gaf van 20 t/m 27 augustus 2006 tijdens het jaarlijkse festival Noorderzon een aantal solodansvoorstellingen in ‘La Nueva Pasión’. Dat gebeurde in het kader van het project ‘Your Place/My Place’, waarbij vijf woonhuizen in de stad dienden als decor voor vijf verschillende solovoorstellingen door vijf verschillende Galili-dansers, gemaakt door vijf internationale gastchoreografen.

634 4 okt. 2006 Initiatiefnemer om het vervalsen van kunst en de handel in valse kunst, in het bijzonder van de kunstkring ‘De Groninger Ploeg’ aan banden te leggen. De initiatiefgroep ‘Ploegaffaire’ onderzoekt diverse mogelijkheden op dit terrein. Publiceerde ‘Mijn pleidooi inzake de Altink-affaire’.

2007 Uitbreiding van muziek- en dansgezelschap Nostalgía (8 personen: tenor, sopraan, concertpianiste, twee violisten, popartiest, hoornist Noord Nederlands Orkest, twee dansers Argentijnse Tango).

2 januari 2007 Oproep en voorstellen aan het bestuur van de provincie Groningen • in het kader van te nemen milieumaatregelen: • het invoeren van een eenmalige vuurwerkvrije jaarwisseling; • het structureel invoeren van autoloze zondagen.

18 januari 2007 Voordracht op het symposium ‘Echt/Vals’, Waterkantzaal PTA in Amsterdam. Overige sprekers: Geert Jan Jansen, Jan Pieter Glerum, Roland Janssen, Aad du Croix Timmermans.

13 juni 2007 Publicatie ‘Woensdag de Dertiende’. Een persoonlijke reactie tegen onrecht, list en bedrog, machtsmisbruik, intimidatie en bureaucratie. Overhandiging 1e exemplaar aan de voorzitter van de adviescommissie ‘Omgeving en Milieu’ van de provincie Groningen.

635 5 juli 2007 Publicatie ‘Nachtmerrie van een kunstliefhebber. Altink-affaire I en II in vogelvlucht’. Overhandiging 1e exemplaar aan Hans Alders, commissaris van de Koningin in de provincie Groningen.

Juli 2007 Initiatiefnemer oprichting stichting ‘Echt/Vals’ (i.o)

Juli 2007 Initiatiefnemer oprichting stichting ‘Oprechte Kunst’ (i.o)

16 juli t/m Initiatiefnemer/leider China-zomertournee dans- en 8 augustus 2007 muziekgezelschap Nostalgía. Diverse optredens in staatstheaters in Lanzhou, hoofdstad provincie Gansu in Centraal-China.

23 november 2007 Publicatie ‘Nostalgía China-tournee Zomer 2007’. Overhandiging 1e exemplaar aan Max van de Berg, commissaris van de Koningin in de provincie Groningen.

6 augustus 2008 Initiatiefnemer, medeoprichter en secretaris stichting ‘Staakt Het Vuren’. Doel: een bijdrage leveren aan het vervangen van het afsteken van consumentenvuurwerk door milieuvriendelijk, veilig en professioneel vuurwerk en lasershows.

8 december 2008 Nieuwspoort in Den Haag. Publicatie boeken: ‘Vuurwerk. Dagboek van een ruststoker.’ ISBN 9789089540690. ‘Vuurwerk. Feiten liegen niet.’ ISBN 9789089540775.

636 11 augustus 2009 Initiatiefnemer en interviews documentaire ‘Arie Zuidersma. Als je schildert vergeet je alles’. Documentaire ter gelegenheid van de viering van zijn 87e verjaardag op 6 januari 2012. Eerste opname en interview gestart op dinsdag 11 augustus 2009.

27 oktober 2011 Initiatiefnemer en met Carla Durville samensteller boek ‘Dromen en geheimen. De andere wereld van Arie Zuidersma’. ISBN: 978-90-8954-334-9 (hardcover). ISBN: 978-90-8954-337-0 (softcover). Presentatie in de raadszaal in Vries (Dr.) van de gemeente Tynaarlo.

13 november 2011 Opening expositie (12 november 2011 t/m 8 januari 2012) van het werk van het langst levende lid van de oude garde van ‘De Groninger Ploeg’ (ca. 10 jaar voorzitter) Arie Zuidersma (1925) en Aukje Niemeijer in galerie Ruigewaert in Niezijl (Gr.).

13 november 2011 Première van de documentaire ‘Arie Zuidersma. Als je schildert vergeet je alles.’ ter gelegenheid van de viering van zijn 87e verjaardag op 6 januari 2012. Eerste opnamen en interviews gestart op dinsdag 11 augustus 2009. Interviews Johan Meijering.

7 september 2015 Alternatief plan ‘Nieuw Groninger Forum’ ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen voor de locatie van het Groninger Forum. Voorstel om een raadgevend referendum te organiseren.

637 18, 19 september Bedenker en initiatiefnemer van het eerste 2015 ‘TangoFestival La Pasión Groningen’ op 18, 19 en 20 september 2015. Een jaarlijks terugkerend festival in het derde weekend van de maand september.

19 september Initiatiefnemer en organisator van ‘Reünie La Pasión’ in 2015 de ‘VRIJDAG Concertzaal’ in Groningen. Presentatie boeken: • ‘La Pasión. Salon de Tango y Cultura. Een bron van inspiratie’ ISBN: 978-90-8954-792-7. • ‘Argentijnse tango. Van Groningen tot Maastricht’. ISBN: 978-90-8954-792-7. Filmische terugblik: ‘La Pasión. Salon de Tango y Cultura’. september 2016 Overhandiging eerste exemplaar boek ‘Groninger Forum. Een bodemloze put.’ aan F.J. Paas, commissaris van de Koning in de provincie Groningen ISBN: 978 90 8954 886 3

17 september Initiatiefnemer en organisator ‘Reünie Kijkbungalow 2016 Minerva’ in de ‘VRIJDAG Concertzaal’ in Groningen Presentatie boek: ‘Kijkbungalow Minerva’ ISBN: 978 90 8954 887 0 Filmische terugblik: ‘Kijkbungalow Minerva’.

638 23 Cultureel Testament

9 X 2020 Autobiografie

7

2

2014

- IX

1 en Stichting 2008

Staakt Het Vuren Vuren Het Staakt

978 90 8954 0690 978 90 8954 0775 978 90 8954 3349 978 90 8954 792 978 90 8954 7903 978 90 8954 8870 978 90 8954 8863 978 90 8954

:

01 - VIII 0 2007 ISBN: ISBN: ISBN ISBN: ISBN: ISBN: ISBN: ISBN: ISBN: ISBN:

Stichting Echt/Vals i.o.

oningen.

03 -

VII 2007 02 en 0 02 en Stichting - 0 Oprechte Kunst i.o. Kunst Oprechte

MT E N

Pasión 2008

- VI n de provincie Groningen op 23 november 2007 november 23 op Groningen provincie de n

va 004

2 La Nueva Nueva La

www.johanmeijering.com

2003

i om verbeteringen te realiseren rondom de jaarwisselingen de rondom te realiseren verbeteringen om i

J O H A H J O MN I J E RE I G N - V

Do Stichting

1999

)

C U L T U R E E L T E S T A S T E T U R E T L U L C

2003

- affaire I in en II affaire 'vogelvlucht.' Autobiografie

IV en 5

-

Pasión

oktober 2006 4

Stichting van de Berg, Commissaris van de Koningin de van Commissaris Berg, de van La

Zuidersma Arie van 1999

Altink

meesters in 27 huizen 27 in meesters Een bron van inspiratie van bron Een . ende kijk op wonen en kunst en wonen op kijk ende

affaire’ op 4 -

en persoonlijke reactie tegen onrecht, list en bedrog, machtsmisbruik, intimidatie en bureaucratie! en intimidatie machtsmisbruik, bedrog, en list onrecht, tegen reactie persoonlijke en inspirer

e

1994

III Een De andereDe wereld

. . Stichting Kunst van oude Feiten liegen niet Vanaf . Van Groningen tot Maastricht Van Groningennaar China

Een bodemloze put De Permanente De

Balanceren tussen uitersten ( tournee Zomer 2007' 2007' Zomer tournee -

Dagboekeen van ruststoker

1995

eidooi inzake de Altink de inzake eidooi

- 6 II

Minerva 1991 Kijkbungalow Mijn pl Mijn Vuurwerk. Vuurwerk. vuurwerk. Explosief en geheimen Dromen Cultura y Tango de Salon Pasión. La tango. Argentijnse Minerva Kijkbungalow Forum. Groninger tango. Argentijnse Ploeg De Groninger Meijering: Johan ‘ DERTIENDE' de 'Woensdag een kunstliefhebber'. van Nachtmerrie Gr provincie de van Koningin de van Commissaris Alders, Hans aan publicaties beide van exemplaren eerste de van Overhandiging politic en beleidsmakers voor aanbevelingen 40 met Pamflet Politiek China ‘Nostalgia Max aan exemplaar eerste Overhandiging

2008 2008 2011 2015 2015 2016 2016 2017 2018 2020 2006 2007 2007 2007 2007

1968

- I

Dansclub (K)uifje ’64 1964

01 02 03 04 04

- - - - - Boeken: 1 2 3 4 5 6 7 productie: In 7 8 9 Publicaties 0 0 0 0 0

639 ) en e

seiliografie

erele oeen eshiaar eshiaar oeen erele

en ‘Archief Johan Meijering‘.

nlneerlan rt erael e puliaties oren oner oner oren puliaties e erael rt raht in in het raht liografie ( liografie erhei o erhei

eren als Cultureel rfgoe rfgoe Cultureel als eren in april 4 ijn e oner oner e ijn 4 in april

MT E N

egistratie iiele rehtsaa erehtshof eeuaren erehtshof rehtsaa iiele egistratie

egistratie iiele rehtsaa ehtan ssen ehtan rehtsaa iiele egistratie )

– ’De Groninger Archieven‘ Archieven‘ Groninger ’De

) De laatste schilder van oude generatie van de kunstkring ‘De Groninger Ploeg’ Groninger ‘De kunstkring de van generatie oude van schilder laatste De

’. – johaneijeringo N N ( op onen en ( en unst onen op schilderijen van de ‘De Groninger Ploeg’ Groninger de ‘De van schilderijen

en te oren in het epot an Neerlanse uliaties e oor u geeponeere puliaties ullen lijen eel uitaen uitaen eel lijen ullen puliaties geeponeere u oor e uliaties Neerlanse an epot het in oren te en

C U L T U R E E L T E S T A S T E T U R E T L U L C irerene ij ij irerene

ls je shilert ergeet je alles ergeet shilert ls je

nitiatief o te oen tot een ero op het onsuentenuurer het op ero een tot te oen o nitiatief Kunsteralsing ‘ Ploeg’ Groninger ‘De van schilderijen Kunstvervalsing inspiratie an ron en insp en e oeen t ullen eeneens eshiaar oren gestel oor it oel it oor gestel oren eshiaar eeneens ullen t oeen e

Kunst van oude meesters in 27 huizen 27 in meesters oude van Kunst

Van Groningennaar China Balanceren tussen uitersten (Autobiografie)

ango ango alon e ango Cultura Cultura ango e alon

ffaire

e uststoer e ffaire ltin rie uiersa ltin a asin inera Kijungalo t rgentijnse loeg e roninger eijering ohan ener ouentenerering afeling aag en in iliothee Koninlije e an eroe p opgeno op waard het zijn uitgaven uw “Ook Citaat: gesteld. o Neerlanse e an eroe op iliothee Koninlije e oor at oals Neerlan an erfgoe ultureel olletiee het an i Neerlanse e ia puliaties geeponeere e aan eenhei geeft iliothee Koninlije e eaar onities optiale (netuit.kb.nl)”. NetUit attenderingsdienst Centru istorish egionaal het oor t projeten e eren 4 noeer n onerge en oergeragen oren ullen en geshonen Centru istorish it aan ij oor ijn projeten ee an arhieen e

:

4 6

Documentaires 4 6 productie: In Koninlije iliothee Curltureel rfgoe

640