Vrijwilligerswerk in de media: termen in de Nederlandse samenleving1

Een media‐analyse van Nederlandse kranten en opiniebladen uit de periode 2000 tot en met 2010

Hoe te verwijzen naar deze publicatie: Huisman, W.H.A., Meijs, L.C.P.M., Roza, L., Metz, J., Hoogervorst, N. & Baren van, E.A. (2011). ECSP webpublicatie: Vrijwilligerswerk in de media: termen in de Nederlandse samenleving. Verkregen op [DATUM] van http://www.erim.eur.nl/ERIM/Research/Centres/Erasmus_Centre_for_Strategic_Philanthropy/R esearch/Publications/Vrijwilligerswerk_in_de_media.pdf

Wendela Huisman, MSc Prof. Dr. Lucas Meijs Lonneke Roza, Doctoraal student Eva van Baren, Doctoraal student Dr. Niek Hoogervorst

Rotterdam School of Management, Erasmus University Rotterdam Department of Business‐Society Management Erasmus Centre for Strategic Philanthropy Contact: Lonneke Roza E‐mail: [email protected] Telephone: +31 (0)10 408 1921

1 Deze achtergrondnotitie is onderdeel van een groter onderzoekstraject naar de unieke toegevoegde waarde van vrijwilligerswerk binnen de pedagogische civil society. In het kader van gezondheidsonderzoek en het stimuleren van het gebruik van de ontwikkelde kennis – om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren – wordt dit onderzoek gefinancierd door ZonMw. Introductie

Inleiding Binnen het concept van de pedagogische civil society wordt veel nadruk gelegd op de vrijwillige inzet van burgers. Ook in de WMO en burgerparticipatietrajecten wordt veel van de vrijwillige inzet van burgers verwacht. Tegelijkertijd worden regelmatig vraagtekens gezet bij de aantrekkelijkheid en juistheid van de verschillende begrippen. Met name bij het begrip vrijwilligerswerk worden beleidsmatig vraagtekens gezet. Vrijwilligerswerk zou onbekend zijn in andere (niet Westerse) culturen, zou verwijzen naar te vaste, grote en formele verbanden en zou niet aansluiten bij nieuwe initiatieven in wijken en buurten. Daarom zijn beleidsmatig, naast vrijwilligerswerk, ook de termen vrijwillige inzet, burgerparticipatie, burgerinitiatief en actief burgerschap geïntroduceerd. De vraag is natuurlijk of dergelijke nieuwe en andere termen naast de nota’s van de beleidsmakers ook in de samenleving hun weg vinden.

Om een eerste inzicht te krijgen is een verkenning van geschreven populaire media (negen kranten en vijf opiniebladen) gemaakt met behulp van een database. In deze verkenning is gekeken naar de kwantiteit van het gebruik van de verschillende termen vanaf 2000 (voorafgaand aan internationaal jaar van de vrijwilliger) tot 2010 (voorafgaand aan het Europees jaar van de vrijwilliger). Vanuit het perspectief van de pedagogische civil society en het lopende onderzoek naar de toegevoegde waarde van vrijwilligerswerk is ook gekeken naar de termen civil society, pedagogische civil society, waarde in combinatie met vrijwilligerswerk, pedagogiek in combinatie met vrijwilligerswerk, en jongeren in combinatie met vrijwilligerswerk.

De resultaten van de analyse geven inzicht in het gebruik van de verschillende termen in de openbare schriftelijke media. Deze verkennende analyse maakt het bovendien mogelijk om kantelpunten aan te wijzen in de manier waarop er tegen de verschillende termen wordt aangekeken, waarbij ook naar verklaringen is gezocht. Hoewel het gebruik van deze termen in de schriftelijke media waarschijnlijk afwijkt van de professionele context, geeft deze verkennende analyse een goed beeld van het gebruik van deze begrippen in de Nederlandse samenleving gedurende het afgelopen decennium.

Methodologie Binnen een media‐analyse is het mogelijk om te zien hoe vaak een bepaald begrip voorkomt in geselecteerde media over een bepaalde periode. Concreet is het aantal artikelen dat een bepaald begrip gebruikt gerapporteerd. Dus een artikel waarin het begrip vrijwilligerswerk bijvoorbeeld elf keer wordt gebruikt, is slechts als één keer genoteerd.

Deze media‐analyse is in vijf stappen uitgevoerd.

De eerste stap is de selectie van database en media. Database LexisNexis beheert de archieven van bijna 10.000 dagbladen, tijdschriften en andere geschreven media, zowel nationaal als internationaal. Het voordeel van deze database als bron is dat deze archieven op iedere willekeurige term doorzoekbaar is, waarbij de diverse media en de gewenste periode geselecteerd kunnen worden. Er is voor gekozen om populaire Nederlandse kranten en Nederlandse opiniebladen onder de loep te nemen. Negen Nederlandse kranten zijn bestudeerd, te weten het , , , het Nederlands Dagblad (vanaf 2007 in database), , het NRC Handelsblad, de NRC Next (vanaf 2006), en . Het Nederlands Dagblad wordt pas vanaf 2007 weergegeven in database LexisNexis en daardoor in de grafieken. Daarnaast zijn vijf Nederlandse opiniebladen bekeken, namelijk Elsevier, De Groene Amsterdammer, Opzij, Vrij Nederland en Quote.

Ten tweede is de selectie van de periode 2000‐2010, de tijdspanne voorafgaand aan twee speciale jaren van het vrijwilligerswerk. De eenheid van analyse is een jaar. De derde stap bestond uit het verzamelen van data, met behulp van de database LexisNexis, waar gewerkt is met eerdergenoemde sleutelwoorden. De verkregen data zijn verwerkt tot life cycle graphs. Ten slotte zijn de trends geanalyseerd en is gezocht naar verklaringen voor de kantelpunten in de grafieken.

Indeling van deze media‐analyse In deze media‐analyse staat vrijwilligerswerk centraal. Eerst is er gekeken naar de populariteit van het concept ‘vrijwilligerswerk’ in de Nederlandse media, waarbij ook alternatieve begrippen als ‘vrijwillige inzet’, ‘burgerparticipatie’, ‘burgerinitiatief (ev/mv)’ en ‘actief burgerschap’ in beschouwing genomen zijn. Het aantal keer dat deze zes begrippen gebruikt worden is met elkaar vergeleken. Ten tweede is de ‘waarde van vrijwilligerswerk’ onder de loep genomen. Een derde thema is de ‘pedagogische civil society’, waarbij ook de sleutelwoorden ‘pedagogiek’ in combinatie met ‘vrijwilligerswerk’ en ‘jongeren’ en ‘vrijwilligerswerk’ aan bod kwamen. Ten slotte is het internationale begrip ‘civil society’ getest.

Deel 1: Vrijwilligerswerk, vrijwillige inzet, burgerparticipatie en burgeriniatieven In de volgende grafieken worden de begrippen ‘vrijwilligerswerk’, ‘vrijwillige inzet’, ‘burgerparticipatie’, ‘burgerinitiatief (ev/mv)’ en ‘actief burgerschap’ bekeken in de geselecteerde Nederlandse kranten en Nederlandse opiniebladen. De vergelijking tussen de verzamelde data schetst een beeld van de populariteit van deze begrippen in de Nederlandse media.

Vrijwilligerswerk

Figuur 1.1 'Vrijwilligerswerk' in de Nederlandse kranten 800 Aantal keer dat het 600 woord 'vrijwilligerswerk' 400 verscheen in 200 Nederlandse kranten gedurende 0 de periode 2000‐ 2010 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Wanneer men ‘vrijwilligerswerk’ invoert in de zoekmachine van Google, levert dit bijna 3,3 miljoen hits op. Vrijwilligerswerk is duidelijk een populaire term. Uit figuur 1.1 blijkt dat ook in de Nederlandse kranten vrijwilligerswerk vaak gebruikt wordt. Er is tevens sprake van een positieve trend . In 2001 is een duidelijke piek zichtbaar; een piek die te verklaren valt door het Internationaal Jaar van de Vrijwilligers. Hoewel deze aandacht voor vrijwilligerswerk een blijvende stijging in media‐aandacht zou doen vermoeden, is er tot en met 2003 sprake van een daling. Ook vanaf begin 2008 is een lichte daling zichtbaar. Een mogelijke verklaring voor beide dalingen zou de economische neergang in Nederland kunnen zijn, die zowel in de periode 2002/2003 als gedurende de kredietcrisis vanaf begin 2008, veel media‐aandacht gekregen heeft. Figuur 1.2 'Vrijwilligerswerk' in negen Nederlandse kranten 140 Algemeen Dagblad 120 Trouw 100 De Volkskrant 80 Het Nederlands Dagblad 60 De Telegraaf 40 NRC Handelsblad NRC Next 20 Het Financieele Dagblad 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Het Parool

Wanneer de verschillende kranten bekeken worden, dan lijkt het erop dat deze ongeveer dezelfde veranderingen doormaken waarin de algemene trend positief is en waarbij de periode rondom de eerste economische neergang een daling betekent. Wel lijkt het zo te zijn dat de verschillen tussen de kranten groter worden naarmate de tijd verstrijkt. Zitten de kranten tot 2003 nog op een vergelijkbare lijn, is het verschil vanaf 2007 duidelijk zichtbaar. Trouw bericht het meeste over vrijwilligerswerk, maar ook De Volkskrant en De Telegraaf lijken een geleidelijk positieve trend te vertonen, terwijl de interesse van het NRC Handelsblad en NRC Next piekt in 2007, om vervolgens te dalen. Daar deze kranten een aanzienlijk economisch karakter hebben, kan ook deze daling verklaard worden door de kredietcrisis. De krant die het minste bericht over vrijwilligerswerk is Het Financieele Dagblad.

Figuur 1.3 'Vrijwilligerswerk' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 Aantal keer dat het woord 100 0 'vrijwilligerswerk' verscheen in een Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010

Zoals ook zichtbaar is in figuur 1.2, blijkt uit figuur 1.3 dat Trouw en De Volkskrant het meeste bericht hebben over vrijwilligerswerk in het afgelopen decennium. Wanneer NRC Next en het Nederlands Dagblad buiten beschouwing worden gelaten, gezien het korte tijdsbestek waarin zij tot nu toe opgenomen zijn in LexisNexis , zijn Het Financieele Dagblad en Het Parool de kranten die het minst bericht hebben over vrijwilligerswerk. Opvallend is dat het NRC Handelsblad toch een groot gedeelte van de berichtgeving voor haar rekening neemt, ondanks de wisselende interesse in vrijwilligerswerk.

Figuur 1.4 'Vrijwilligerswerk' in de Nederlandse opiniebladen 80 Aantal keer dat het 60 woord 'vrijwilligerswerk' 40 verscheen in 20 Nederlandse opiniebladen 0 gedurende de periode 2000‐2010 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.5 'Vrijwilligerswerk' in vijf Nederlandse opiniebladen 35 Elsevier 30

25 De Groene Amsterdammer 20 Opzij 15

10 Vrij Nederland

5 Quote 0 20002001200220032004200520062007200820092010

Figuur 1.6 'Vrijwilligerswerk' per Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐ 2010 180 160 140 120 100 80 60 40 Aantal keer dat het woord 20 'vrijwilligerswerk' verscheen in 0 een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010 Figuur 1.7 'Vrijwilligerswerk' in de Nederlandse media 800

600 Nederlandse kranten 400 Nederlandse opiniebladen 200 Totaal 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

De Nederlandse opiniebladen vertonen ongeveer dezelfde trend als de Nederlandse kranten, zoals te zien is in figuur 1.4 en 1.5. Wel vertonen de grafieken aangaande vrijwilligerswerk in opiniebladen duidelijkere pieken en dalen. Deze versterking van de trend, die reeds is aangeduid in de analyse van Nederlandse kranten, kan op twee manieren verklaard worden. Ten eerste zou dit kunnen betekenen dat vrijwilligerswerk in de kranten leidt tot heftige maatschappelijke debatten en daardoor tot meer opiniestukken, aangezien opiniestukken vaak nog dieper op kwesties ingaan dan dat krantenartikelen dat doen. Ten tweede kunnen de verschillen ook verklaard worden door het feit dat het totaal aantal hits veel kleiner is en dat kleine verschillen daardoor meer opvallen. De pieken bevinden zich begin 2002, halverwege 2004 en halverwege 2007, vlak voor en vlak na de economische neergang van 2002‐2003 en van 2008. De piek van begin 2002 zou een nasleep van het Internationaal Jaar van de Vrijwilligers kunnen zijn. In de artikelen rondom de piek van 2004 komen op basis van de titels van de artikelen woorden als idealisme, de zin van het leven en vereniging voor. Opvallend is ook dat het veel om artikelen lijkt te gaan waarin een persoonlijk profiel van een geïnterviewde wordt geschetst. De piek van 2007 omvat onder andere artikelen met betrekking tot economische en arbeid‐gerelateerde onderwerpen, maar ook artikelen met een geloofsachtergrond. In figuur 1.6 komt naar voren dat de Elsevier en Opzij de koplopers zijn voor wat betreft artikelen waarin vrijwilligerswerk genoemd wordt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Groene Amsterdammer.

Vrijwillige Inzet

Omdat de term vrijwilligerswerk niet langer volledig zou zijn, is er beleid gemaakt om deze term te vervangen door de term vrijwillige inzet. Deze term levert online erg veel hits op, met name op websites van organisaties als Movisie en op websites van gemeentes. In figuur 1.8 tot en met 1.14 wordt weergegeven hoe vaak deze term ook daadwerkelijk gebruikt is in de Nederlandse media. Figuur 1.8 'Vrijwillige Inzet' in de Nederlandse kranten 15 Aantal keer dat het 10 begrip 'vrijwillige inzet' verscheen in 5 Nederlandse kranten gedurende 0 de periode 2000‐ 2010

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.9 'Vrijwillige inzet' in negen Nederlandse kranten 7 Algemeen Dagblad 6 Trouw 5 De Volkskrant 4 Het Nederlands Dagblad

3 De Telegraaf NRC Handelsblad 2 NRC Next 1 Het Financieele Dagblad 0 Parool 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.10 'Vrijwillige inzet' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 16 14 12 10 8 6 4 Aantal keer dat het begrip 2 0 'vrijwillige inzet' verscheen in een Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010

Uit de figuren 1.8 tot en met 1.10 kan geconcludeerd worden dat vrijwillige inzet de term vrijwilligerswerk nog lang niet vervangen blijkt te hebben. Het maximaal aantal hits van eerstgenoemde term telt dertien per jaar, waarbij Trouw in 2005 de koploper is door zes maal vrijwillige inzet te noemen. Op basis van een dergelijk klein aantal is het erg lastig om de verschillende kranten te vergelijken, maar in dit geval zijn Trouw, het NRC Handelsblad en Het Nederlands Dagblad degenen die het vaakst gebruik hebben gemaakt van deze nieuwe aanduiding.

Figuur 1.11 'Vrijwillige inzet' in Nederlandse opiniebladen 2 Aantal keer dat het begrip 'vrijwillige 1 inzet' verscheen in Nederlandse opiniebladen 0 gedurende de periode 2000‐2010

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.12 'Vrijwillige inzet' in vijf Nederlandse opiniebladen 2 Elsevier De Groene Amsterdammer 1 Opzij Vrij Nederland 0 Quote 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.13 'Vrijwillige inzet' per Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010 2

1 Aantal keer dat het begrip 'vrijwillige inzet' verscheen in een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐ 0 2010

Wanneer men figuur 1.11 tot en met 1.13 bekijkt, dan ziet men dat de term vrijwillige inzet beter doorgedrongen is tot Nederlandse kranten, dan tot Nederlandse opiniebladen. In de periode 2000 tot 2010 werd de term vrijwillige inzet welgeteld twee keer vermeld, één maal door De Groene Amsterdammer en één maal door Vrij Nederland.

Figuur 1.14 'Vrijwillige inzet' in de Nederlandse media 15 Nederlandse 10 kranten Nederlandse 5 opiniebladen 0 Totaal

Kijkende naar figuur 1.14, waarin vrijwillige inzet in de Nederlandse media in de periode 2000‐2010 is weergegeven, kan men concluderen dat de aanduiding vrijwillige inzet nog niet leeft onder de Nederlandse media, wat wellicht ook een afspiegeling kan zijn van de Nederlandse samenleving in zijn geheel. Vrijwillige inzet lijkt daarmee een term te zijn die met name gebruikt wordt door beleidsmakers.

Burgerparticipatie

Figuur 1.15 'Burgerparticipatie' in de Nederlandse kranten 30 Aantal keer dat het 25 woord 20 'burgerparticipatie' 15 verscheen in 10 Nederlandse 5 kranten gedurende 0 de periode 2000‐ 2010 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Een ander woord dat gebruikt wordt in de context van vrijwilligerswerk en vrijwillige inzet is de term burgerparticipatie, een term die door de Rijksoverheid gedefinieerd wordt als ‘burgerparticipatie is meedenken over beleid en zelf initiatieven nemen. Ook bedrijven, fondsen, scholen, woningbouwcorporaties en andere lokale partners kunnen hieraan bijdragen’2.

2 Bron: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/democratie‐en‐burgerparticipatie/versterking‐nederlandse‐ democratie/burgerparticipatie Het aantal keer dat het woord burgerparticipatie verscheen in Nederlandse kranten gedurende de periode 2000‐2010, levert een minder vloeiende lijn op dan de lijn met betrekking tot vrijwilligerswerk in de eerste figuren van dit hoofdstuk. In figuur 1.15 is een aantal kleine en grote pieken te herkennen. De kleine pieken zijn in dit geval verwaarloosbaar, aangezien het daar bijvoorbeeld om een stijging met twee artikelen gaat. In 2005 is een grotere piek zichtbaar; een piek die waarschijnlijk verklaard wordt door de invoering van de WMO, aangezien deze wet, zoals ook blijkt uit eerdergenoemde definitie van burgerparticipatie, de discussie rondom burgerparticipatie en sociale cohesie opnieuw deed oplaaien. In 2007 is het grootste kantelpunt zichtbaar, wederom waarschijnlijk in verband met de WMO. De wet heeft op dat moment ook de oude Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) en delen van de Wet Algemene Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen. Waar vrijwilligerswerk een minder genoemde term is in de Nederlandse kranten vanaf 2007, blijft het aantal hits met betrekking tot burgerparticipatie stijgen. Wanneer de titels van de artikelen uit 2008 en de jaren daarna bekeken worden, lijken daar echter geen centrale thema’s in te ontdekken te zijn. Het woord burgerparticipatie wordt op titelniveau in artikelen met uiteenlopende onderwerpen genoemd, van werkprojecten, projecten in de politiek, met de politie, de rechterlijke macht, maar ook bijvoorbeeld wanneer het homorechten aangaat.

Figuur 1.16 'Burgerparticipatie' in negen Nederlandse kranten 10 Algemeen Dagblad 9 8 Trouw 7 De Volkskrant 6 Het Nederlands Dagblad 5 De Telegraaf 4 3 NRC Handelsblad 2 NRC Next 1 Het Financieele Dagblad 0 Parool 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.16 bemoeilijkt het ontdekken van een trend in het aantal keren dat burgerparticipatie voorkomt nog meer: de verschillende lijnen lopen door elkaar heen en vertonen veel kleine pieken en dalen, met hier en daar een uitschieter. Gezien het feit dat het totaal aantal hits in deze grafiek erg klein is, met negen artikelen waarin de term genoemd werd, zijn deze uitschieters echter ook niet erg veelzeggend. Wel kan geconstateerd worden dat bijna alle kranten vanaf 2009 een positieve trend laten zien, met uitzondering van Het Parool en De Telegraaf. In de vorige paragraaf werd echter ook al vermeld dat er geen directe verklaring ontdekt kan worden voor deze stijging.

Figuur 1.17 'Burgerparticipatie' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 45 40 35 30 25 20 15 10 Aantal keer dat het woord 5 0 'burgerparticipatie' verscheen in een Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010

In figuur 1.17 is het aantal keer dat het woord burgerparticipatie verscheen in Nederlandse kranten per Nederlandse krant weergegeven. Drie kranten vallen op wanneer het dit onderwerp aangaat, met het NRC Handelsblad als absolute koploper. Waar het NRC Handelsblad 41 hits heeft, heeft de Volkskrant er 30 en De Telegraaf er 27. De andere kranten blijven tussen de zeven en veertien hits hangen.

Figuur 1.18 'Burgerparticipatie' in Nederlandse opiniebladen 4 Aantal keer dat het 3 woord 'burgerparticipatie' 2 verscheen in 1 Nederlandse opiniebladen 0 gedurende de periode 2000‐2010 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Figuur 1.19 'Burgerparticipatie' in vijf Nederlandse opiniebladen

4 Elsevier

3 De Groene Amsterdammer 2 Opzij

1 Vrij Nederland 0 Quote 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Figuur 1.20 'Burgerparticipatie' per Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐ 2010 5 4 3 2 1 Aantal keer dat het woord 0 'burgerparticipatie' verscheen in een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010

Figuur 1.21 'Burgerparticipatie' in de Nederlandse media 40 30 Nederlandse kranten 20 Nederlandse 10 opiniebladen 0 Totaal

De cijfers met betrekking tot het aantal hits van het woord burgerparticipatie in Nederlandse opiniebladen zijn, hoewel hoger dan de cijfers met betrekking tot vrijwillige inzet, niet noemenswaardig. In 2003 kwam het woord burgerparticipatie drie keer voor, net als in 2010, zoals te zien valt in figuur 1.18. De Elsevier behandelt het onderwerp het meest, gevolgd door Quote, hoewel dit geen riant verschil is, gezien het feit dat het om een verschil van maximaal drie artikelen op jaarbasis gaat. Deze geringe verschillen zijn ook zichtbaar in figuur 1.20. Verklaringen voor het gebrek aan interesse in burgerparticipatie door opiniebladen zou kunnen betekenen dat het begrip burgerparticipatie an sich nog niet erg leeft in de Nederlandse samenleving. Wel is het interessant om te zien dat de burgerparticipatie‐trend sterker lijkt te verlopen bij opiniebladen dan bij kranten; bij de opiniebladen liggen de pieken duidelijk rond de economische problemen in Nederland. Wellicht omdat de bezuinigingen als consequentie van de economische neergang, leidt tot vragen met betrekking tot de taak van de overheid en daarmee een grotere nadruk op burgerparticipatie. De trends van burgerparticipatie in de verschillende Nederlandse media, zijn samengevat in figuur 1.21.

Burgerinitiatief of burgerinitiatieven Het woord burgerinitiatief (ev/mv) kan gezien worden als een term die gerelateerd is aan de term burgerparticipatie, hoewel van het woord initiatief meer proactiviteit uit lijkt te gaan. Samen met haar collega’s omschrijft Evelien Tonkens, hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam, het begrip burgerinitiatief in de publicatie Wat Burgers Bezielt, aan de hand van voorbeelden: ‘Initiatieven van groepjes burgers die de handen ineenslaan en samen bijvoorbeeld een park onderhouden, asielzoekers helpen, gehandicapten een dagje uit bezorgen, parkeeroverlast bestrijden, maaltijden uitdelen of ambtelijke structuurnota’s becommentariëren’3. In figuur 2.22 valt te zien dat de lijn met betrekking tot burgerinitiatief overeenkomsten vertoont met de grafiek omtrent burgerparticipatie. Opvallend is echter wel dat de grafiek een aanzienlijk stabieler verloop kent en dat het aantal hits bijna tien keer hoger is, aangezien burgerparticipatie op 27 hits eindigt in 2010, terwijl burgerinitiatief (ev/mv) bijna 270 hits oplevert.

Figuur 1.22 'Burgerinitiatief' of 'burgerinitiatieven' in de Nederlandse kranten 300 250 Aantal keer dat het woord 200 'burgerinitiatief' of 150 'burgerinitiatieven' 100 verscheen in Nederlandse kranten gedurende de 50 periode 2000‐2010 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

3 Hurenkamp, M., Tonkens, E., en Duyvendak, J.W. (2008). ‘Wat burgers bezielt. Een onderzoek naar burgerinitiatieven’. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam en NICIS Kenniscentrum Grote Steden. Figuur 1.23 'Burgerinitatief' of 'burgerinitiatieven' in negen Nederlandse kranten

60 Algemeen Dagblad 50 Trouw

40 De Volkskrant Het Nederlands Dagblad 30 De Telegraaf 20 NRC Handelsblad NRC Next 10 Het Financieele Dagblad 0 Het Parool 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

In grafiek 1.23 is eerdergenoemde stabiliteit ver te zoeken. NRC Handelsblad vertoont een sterke piek eind 2007, begin 2008. Een piek die vermoedelijk veroorzaakt wordt door de vele discussies rondom de economische crisis: waar ligt de verantwoordelijkheid van de overheid en waar ligt de verantwoordelijkheid van de burger? Andere kranten berichtten op regelmatige basis over burgerinitiatief, hoewel Trouw het voorbeeld van het NRC Handelsblad lijkt te volgen.

Figuur 1.24 'Burgerinitiatief' of 'burgerinitiatieven' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 300 250 200 150 100 Aantal keer dat het woord 50 'burgerinitiatief' of 'burgerinitiatieven' verscheen in 0 een Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐ 2010

Hetzelfde beeld is zichtbaar in figuur 1.24, met het NRC Handelsblad en Trouw als hoogste score , met De Volkskrant als goede derde.

Figuur 1.25 'Burgerinitatief' of 'burgerinitiatieven' in Nederlandse opiniebladen 25

20 Aantal keer dat het woord 15 'burgerinitiatief' of 'burgerinitiatieven' 10 verscheen in Nederlands 5 opiniebladen gedurende de periode 2000‐2010 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

In de opiniebladen is eenzelfde lijn zichtbaar, hoewel de start van het gebruik van het woord burgerinitiatief langzamer lijkt te verlopen. Net als in eerdere grafieken, geven de opiniebladen eenzelfde lijn weer als de kranten, maar dan versterkt. Ook is het aantal hits aanzienlijk kleiner, met een maximum van begin twintig in 2010.

Figuur 1.26 'Burgerinitiatief' of 'burgerinitiatieven' in vijf Nederlandse opiniebladen 10 Elsevier 8 6 De Groene Amsterdammer 4 Opzij 2 Quote 0 Vrij Nederland 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.27 'Burgerinitiatief' of 'burgerinitiatieven' per Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010 40 35 30 25 20 Aantal keer dat het woord 15 'burgerinitiatief' of 10 'burgerinitiatieven' verscheen in 5 0 een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐ 2010

In figuur 1.26 en 1.27 is te zien dat Elsevier en De Groene Amsterdammer de bladen zijn die het meest bericht hebben over burgerinitiatief het afgelopen decennium; dit verschil qua hits is echter vrij klein. Wel is het opvallend te noemen dat Vrij Nederland en Opzij niet over burgerinitiatief berichten, terwijl Opzij juist wel actief was in het gebruik van vrijwilligerswerk.

Figuur 1.28 'Burgerinitiatief' of 'burgerinitiatief' in de Nederlandse media 400

300 Nederlandse kranten 200 Nederlandse opiniebladen 100 Totaal 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

In figuur 1.28 is de term burgerinitiatief in de Nederlandse media weergegeven. Doordat het aantal hits met betrekking tot deze term in opiniebladen minimaal was, wordt in het totaalblaadje slechts een versterkt beeld van de reeds door kranten geschetste lijn weergegeven.

Actief burgerschap Ook actief burgerschap kan gezien worden als een term die gerelateerd is aan burgerparticipatie en burgerinitiatief, aangezien beide eerdergenoemde termen een vorm zijn van actief burgerschap.

Figuur 1.29 'Actief burgerschap' in de Nederlandse kranten 70 60 50 Aantal keer dat het begrip 40 'actief burgerschap' 30 verscheen in Nederlandse 20 kranten gedurende de periode 2000‐2010 10 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Deze constatering doet vermoeden dat de term actief burgerschap als omvattende term, meer hits op zou leveren dan de verschillende termen afzonderlijk. In figuur 1.29 wordt echter een ander beeld geschetst. Hoewel de lijnen van de drie verschillende termen overeen komen, wordt de term actief burgerschap aanzienlijk minder genoemd dan burgerparticipatie en burgerinitiatief. Voor wat betreft de voortgang van de lijn zit actief burgerschap ook tussen beide termen in: geleidelijker dan burgerparticipatie, maar minder geleidelijk dan burgerinitiatief. Wel vertoont actief burgerschap dezelfde piek in 2005 als de burgerparticipatie. Figuur 1.30 'Actief burgerschap' in negen Nederlandse kranten 40 Algemeen Dagblad 35 Trouw 30 De Volkskrant 25 Het Nederlands Dagblad 20 De Telegraaf 15 NRC Handelsblad 10 NRC Next 5 Het Financieele Dagblad 0 Het Parool 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.31 'Actief burgerschap' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 100 90 80 70 60 50 40 Aantal keer dat het begrip 30 'actief burgerschap' verscheen 20 in een Nederlandse krant 10 gedurende de periode 2000‐ 0 2010

Voor wat betreft berichtgeving lijkt uit figuur 1.30 en 1.31 dat alle kranten op een ongeveer gelijkwaardig niveau lijken te zitten, hoewel NRC Handelsblad weer het meeste bericht van de onderzochte groep kranten. Wel maakt de Volkskrant in 2010 een aanzienlijke spurt, die verklaard kan worden door de columns van Evelien Tonkens, hoogleraar Actief Burgerschap aan de Universiteit van Amsterdam, in de Volkskrant. Figuur 1.32 'Actief burgerschap' in Nederlandse opiniebladen 5 4 Aantal keer dat het begrip 3 'actief burgerschap' 2 verscheen in Nederlandse opiniebladen gedurende de 1 periode 2000‐2010 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.33 'Actief burgerschap' in vijf Nederlandse opiniebladen 4 Elsevier 3 De Groene Amsterdammer 2 Opzij 1 Quote 0 Vrij Nederland 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 1.34 'Actief burgerschap' per Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010 6 5 4 3 2 Aantal keer dat het begrip 1 'actief burgerschap' verscheen 0 in een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐ 2010

In figuur 1.32 tot en met figuur 1.34 is de weergave van actief burgerschap in de Nederlandse opiniebladen, weergegeven. In deze grafieken is zichtbaar dat Vrij Nederland het meest berichtte, met vijf hits in een periode van tien jaar. Dit aantal is echter te minimaal om conclusies uit te trekken. Wel kan het op zijn minst opvallend genoemd worden dat geen enkel opinieblad in het jaar 2007 over actief burgerschap bericht heeft.

Figuur 1.35 'Actief burgerschap' in de Nederlandse media 80 70 60 50 Nederlandse kranten 40 Nederlandse opiniebladen 30 20 Totaal 10 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

In figuur 1.35 is ten slotte het begrip actief burgerschap in de Nederlandse media weergegeven. Het is in deze grafiek duidelijk zichtbaar dat de lijn totaal vrijwel niet afwijkt van actief burgerschap in de Nederlandse kranten, een fenomeen dat verklaart kan worden door het geringe aantal hits in de Nederlandse opiniebladen.

Vergelijking Vrijwilligerswerk, vrijwillige inzet, burgerparticipatie, burgerinitatief en actief burgerschap

Figuur 1.36 Vergelijking tussen vrijwilligerswerk, vrijwillige inzet, burgerparticipatie, burgerinitiatief of ‐initiatieven en actief burgerschap in de Nederlandse kranten en Nederlandse opiniebladen 6000

5000

4000

3000

2000 Nederlandse kranten Nederlandse opiniebladen 1000 Totaal 0

Figuur 1.37 Totaal vrijwilligerswerk, vrijwillige inzet, burgerparticipatie, burgerinitiatief of ‐initiatieven en actief burgerschap in de Nederlandse media gedurende de periode 2000‐2010

1200

1000

800 Vrijwilligerswerk Vrijwillige Inzet 600 Burgerparticipatie Burgerinitiatief(ev/mv) 400 Actief Burgerschap Totaal 200

0

In figuur 1.36 en 1.37 zijn de vijf begrippen vrijwilligerswerk, vrijwillige inzet, burgerparticipatie, burgerinitiatief (ev/mv) en actief burgerschap samengenomen en vergeleken. Het begrip vrijwilligerswerk wordt het vaakst gebruikt, gevolgd door burgerinitiatief (ev/mv) wanneer het gaat om het aantal hits in Nederlandse media gedurende de periode 2000 tot en met 2010. Actief burgerschap, burgerparticipatie en vrijwillige inzet zijn termen die zelden gehanteerd worden door de Nederlandse media. In figuur 1.37 is desalniettemin te zien dat de termen samen, de thema’s rondom vrijwilligerswerk toch aanzienlijk versterken, waardoor de aandacht voor vrijwilligerswerk stijgt. Opiniebladen spelen hier over het algemeen echter slechts een zeer beperkte rol in.

Deel 2: De waarde van vrijwilligerswerk In dit gedeelte van de media‐analyse is bekeken in hoeverre de combinatie van ‘waarde’ en ‘vrijwilligerswerk’ voorkomt binnen één artikel. Hierbij kan aan diverse soorten waardes gedacht worden, van de economische waarde tot de waarde voor de cliënt of voor de vrijwilliger.

Figuur 2.1. 'Waarde' en 'vrijwilligerswerk' in de Nederlandse kranten 60

50

40 Aantal keer dat de combinatie van de woorden 'waarde' en 30 'vrijwilligerswerk' verscheen in een artikel in Nederlandse 20 kranten gedurende de periode 2000‐2010 10

0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

In figuur 2.1. is te zien hoe de populariteit van waarde in combinatie met vrijwilligerswerk zich heeft ontwikkeld het afgelopen decennium. Net als in de voorafgaande grafieken, is er een stijgende lijn zichtbaar. Het diepste dal van 2009 en 2010 volgt een periode van ongeveer vier jaar waarin het gebruik van deze termen toenam. De artikelen in de piek van 2009 zijn echter niet onder een onderwerp te scharen. Verschillende onderwerpen worden behandeld, van gepensioneerden in het vrijwilligerswerk, vrijwilligerswerk als cv‐plus voor jongeren, als de waarde van vrijwilligers en de tijd waarover zij beschikken en de waarde in de zorg. Wel lijkt de nadruk heel erg op de persoonlijke voordelen van vrijwilligerswerk te liggen, vanuit het perspectief van de vrijwilliger. Niet alleen het aantal hits zakt in 2010, ook de focus van de artikelen lijkt te verschuiven naar kritiek op de samenleving; ook de economische waarde van vrijwilligerswerk krijgt aanzienlijke aandacht. In 2010 verschijnen meerdere artikelen waarin gesproken wordt over het gebrek interesse voor vrijwilligerswerk en over de hoeveelheid tijd die in werk gestoken wordt. Ook worden er vragen gesteld bij het zogenaamde voluntourism, waarbij jongeren naar het buitenland gaan om te participeren in vrijwilligersprojecten tijdens hun vakantie. Figuur 2.2 'Waarde' en 'vrijwilligerswerk' in negen Nederlandse kranten 14 Algemeen Dagblad 12 Trouw 10 De Volkskrant 8 Het Nederlands Dagblad

6 De Telegraaf NRC Handelsblad 4 NRC Next 2 Het Financieele Dagblad 0 Het Parool 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 2.3 'Waarde' en 'vrijwilligerswerk' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 80 70 60 50 40 30 20 Aantal keer dat de combinatie van 10 de woorden 'waarde' en 0 'vrijwilligerswerk' verscheen in een artikel in een Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010

Figuur 2.2 en 2.3 geven de interesse van de verschillende Nederlandse kranten weer, met betrekking tot de verslaggeving over de combinatie van waarde en vrijwilligerswerk. Hoewel uit figuur 2.2 vooral opgemaakt kan worden dat de interesse verschuift en telkens bij een andere krant ligt, geeft figuur 2.3 aan dat het toch vooral Trouw, het NRC Handelsblad en Het Financieele Dagblad zijn die deze combinatie van woorden gebruiken. Figuur 2.4 'Waarde' en 'vrijwilligerswerk' in Nederlandse opiniebladen 8 7 6 Aantal keer dat de combinatie 5 van de woorden 'waarde' en 4 'vrijwilligerswerk' verscheen in 3 een artikel in Nederlandse opiniebladen gedurende de 2 periode 2000‐2010 1 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 2.5 'Waarde' en 'vrijwilligerswerk' in vijf Nederlandse opiniebladen 8 Elsevier 6 De Groene Amsterdammer 4 Opzij 2 Vrij Nederland 0 Quote 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 2.6 'Waarde' en 'vrijwilligerswerk' per Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000 ‐ 2010 12 10 8 6 4 Aantal keer dat de combinatie van 2 de woorden 'waarde' en 0 'vrijwilligerswerk' verscheen in een artikel in een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010

Net als in de eerdere grafieken over opiniebladen, is ook voor de combinatie van de woorden waarde en vrijwilligerswerk min of meer een sterkere variant van de grafieken met betrekking tot deze combinatie in Nederlandse kranten. Wel komt de meest omvangrijke piek ditmaal al in 2008, in plaats van 2009. De redenen voor deze versterkte grafiek komen overeen met die bij eerdergenoemde grafieken, namelijk het feit dat de aantallen kleiner zijn, waardoor verschillen relatief groter lijken en het feit dat opiniebladen vaak onderwerpen uit kranten uitdiepen. In figuur 2.5 zijn de grootste verschillen zichtbaar rondom het jaar 2008: terwijl Vrij Nederland zes keer over de waarde van vrijwilligerswerk bericht, doen Quote, Elsevier en Opzij dit geen enkele maal. De onderwerpen waarin de combinatie van waarde en vrijwilligerswerk voorkomt in Vrij Nederland in 2008 verschilt van het leven met een ziekte als Borderline, tot religie en armoedebestrijding. Opzij lijkt over de gehele periode gezien niet bezig geweest te zijn met thema’s rondom de waarde van vrijwilligerswerk.

Figuur 2.7 'Waarde' en 'vrijwilligerswerk' in de Nederlandse media 60 Nederlandse 40 kranten

20 Nederlandse opiniebladen 0 Totaal

In figuur 2.7 worden ten slotte de Nederlandse kranten en opiniebladen vergeleken om tezamen een totaalbeeld van de media‐coverage van waarde en vrijwilligerswerk te geven.

Deel 3: Civil society Civil society, ofwel burgermaatschappij, is een internationale term die het netwerk of domein van vrijwillige verbanden of associaties aanduidt. Kortom, diegenen die zich bezig houden met vrijwillige inzet/vrijwilligerswerk als breed concept, hetzij als uitvoerend vrijwilliger/burgerparticant, hetzij als de partij die vrijwilligerswerk aanbiedt of aan burgerparticipatie c.q. –initiatief doet. In dit gedeelte is bekeken in hoeverre de term ‘civil society’ in de Nederlandse samenleving ingebed is.

Figuur 3.1 'Civil society' in de Nederlandse kranten 100 80 Aantal keer dat het begrip 'civil society' 60 verscheen in 40 Nederlandse 20 kranten gedurende 0 de periode 2000‐ 2010

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Figuur 3.1 en 3.2 zijn de eerste figuren in deze media‐analyse die een negatieve trend vertonen. In 2009 wordt de term civil society de helft minder genoemd in kranten, dan dat in 2000 het geval was. Opvallend is ook dat de pieken in de grafiek juist rondom de economische neergangen liggen. Wanneer naar de inhoud op basis van titels van de artikelen in kwestie gekeken wordt, dan blijkt dat deze grofweg in twee categorieën in te delen zijn: artikelen over conflicten, hervormingen en democratie in het buitenland en artikelen over de Nederlandse politieke situatie. De hamvraag in deze laatste categorie is waar de verantwoordelijkheden van de overheid precies liggen en welke verantwoordelijkheden bij de civil society zouden liggen. Vanuit dit perspectief is het dan ook verklaarbaar dat deze pieken juist op die momenten liggen: tijdens economische neergang wordt de rol van de overheid vaak nader onder de loep genomen. Op basis van de verschillende kranten in figuur 3.2 en 3.3 lijkt de term civil society toch slechts aan enkele groepen voorbehouden: het NRC Handelsblad, De Volkskrant en Het Financieele Dagblad. De ‘populaire’ kranten, met meer sensatie‐ en amusementsberichten, zoals De Telegraaf en het Algemeen Dagblad, lijken de term civil society amper te hanteren. De bladen die veel over vrijwilligerswerk schrijven (Trouw en Nederland Dagblad) blijven achter voor wat betreft het concept civil society. Misschien wel omdat ze een voorkeur hebben voor de bekendere term vrijwilligerswerk. Figuur 3.2 'Civil society' in negen Nederlandse kranten 30 Algemeen Dagblad 25 Trouw De Volkskrant 20 Het Nederlands Dagblad 15 De Telegraaf 10 NRC Handelsblad

5 NRC Next Het Financieele Dagblad 0 Het Parool 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 3.3 'Civil society' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 250 200 150 100 Aantal keer dat het 50 begrip 'civil society' verscheen in een 0 Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010

Figuur 3.4 'Civil society' in Nederlandse opiniebladen 15 Aantal keer dat het 10 begrip 'civil society' verscheen in 5 Nederlandse opiniebladen 0 gedurende de periode 2000‐2010

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 In de opiniebladen is een andere trend zichtbaar. Hoewel dezelfde pieken zichtbaar zijn, met een additionele piek in 2005‐2006, is er in dit geval een positieve trend zichtbaar. De verklaring van de extra piek in 2005‐2006 lijken een aantal artikelen over voormalig premier Jan‐Peter Balkenende te zijn, die geschreven zijn rondom de val van kabinet Balkende II en het in functie treden van kabinet Balkende III. Balkenende’s filosofie, Balkenende is gepromoveerd op het gebied van overheidsregelgeving en maatschappelijke organisaties (1992), op het concept civil society wordt in deze artikelen bediscussieerd.

Figuur 3.6 'Civil society' per Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010 30 25 20 15 10 Aantal keer dat het begrip 5 'civil society' verscheen in 0 een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐2010

In figuur 3.6 is de interesse in het concept civil society inzichtelijk gemaakt per opinieblad. Opzij en Quotekennen minder hits dan de overige bladen.

Figuur 3.7 'Civil society' in de Nederlandse media 100 80 Nederlandse 60 kranten 40 Nederlandse 20 opiniebladen 0 Totaal

Ten slotte worden de twee media met elkaar vergeleken in figuur 3.7. Hoewel de beide media een erg verschillende lijn kennen, is het verschil in aantal hits tussen beide media groot, waardoor de opiniebladen slechts een versterkend effect hebben op de reeds ingezette lijn door Nederlandse kranten.

Deel 4: De Pedagogische Civil Society Het begrip pedagogische civil society, waaronder het versterken van sociale verbanden en wederzijdse betrokkenheid voor wat betreft opvoeden en opgroeien wordt verstaan, levert veel hits op wanneer gebruikt in zoekmachines als Google. Het betreft dan voornamelijk onderwijskundige websites, alsmede informatie van en over jeugdinstanties. Een zoektocht naar hetzelfde begrip in de Nederlandse media leverde echter een heel ander beeld op: de term pedagogische civil society kwam welgeteld één keer voor gedurende een periode van tien jaar, wanneer gekeken werd naar de geselecteerde negen kranten en vijf opiniebladen. Deze ene keer betrof een interview met Micha de Winter, hoogleraar pedagogiek aan de Universiteit Utrecht en lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling die dit begrip met een paar publicaties heeft geïntroduceerd.

Ook de zoektocht naar pedagogiek in combinatie met vrijwilligerswerk leidde tot onbruikbare resultaten: de enige artikelen die naar voren kwamen, bevatten interviews met studenten pedagogiek die ooit vrijwilligerswerk hadden gedaan. Uit deze zoektocht kan dan ook geconcludeerd worden dat de term pedagogische civil society weliswaar leeft onder professionals in de onderwijskundige en pedagogische sector, die bovendien actief zijn op internet, maar dat deze term nog niet overgenomen is door de media en door het algemene publiek.

Deel 5: Jongeren en Vrijwilligerswerk De afgelopen jaren is de focus ook meer op jongeren en vrijwilligerswerk komen te liggen. Wanneer jongeren op de juiste manier bij vrijwilligerswerk betrokken worden, kan dit ertoe leiden dat zij ook op latere leeftijd meer vrijwilligerswerk op zich zullen nemen. In Nederland is voor het schooljaar 2011 – 2012 de verplichte maatschappelijke stage ingevoerd. Daarnaast is er ook vrijwilligerswerk voor jongeren. De Wajongeren zijn hier een goed voorbeeld van: deze groep jongeren wordt door vrijwillige initatieven bij de maatschappij betrokken. In dit gedeelte van de media analyse is de combinatie ‘jongeren’ en ‘vrijwilligerswerk’ onderzocht in de Nederlandse media4.

Figuur 5.1 'Vrijwilligerswerk' en 'jongeren' in de Nederlandse kranten Aantal keer dat de 150 combinatie van de woorden 100 'vrijwilligerswerk' en 50 'jongeren' verscheen in een artikel in 0 Nederlandse kranten gedurende de

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 periode 2000‐2010

In figuur 5.1 wordt het aantal hits voor de combinatie van de woorden vrijwilligerswerk en jongeren in de Nederlandse kranten gedurende de periode 2000 tot 2010 weergegeven. In deze grafiek zijn vier kantelpunten te ontdekken, twee pieken en twee dalen. De eerste piek vindt plaats in 2001. Nadere bestudering van de artikelen uit dit jaar levert, naast groot aantal artikelen over een scala aan onderwerpen, een aantal centrale thema’s op. Het eerste centrale thema bestaat uit artikelen over de drukke tijden die jongeren ervaren. Het tweede thema betreft het leefpatroon van jongeren: volgens deze artikelen drinken jongeren veel, zijn zij erg druk met bijbanen en komt studie dikwijls op de laatste plek. In een aantal van de artikelen wordt dan ook gepleit voor verplicht vrijwilligerswerk voor jongeren of voor maatschappelijke dienstplicht. Er lijkt geen duidelijke verklaring voor de daling in 2003. Hoewel de artikelen in 2003 dezelfde thema’s behandelen als in eerdere jaren, is er wel een aantal thema’s bijgekomen, zoals het schrappen van bepaalde subsidies aangaande vrijwilligersorganisaties en de integratie van allochtone gezinnen in de Nederlandse samenleving. Ook wordt er nog steeds gepleit

4 Ook ‘vrijwilligerswerk’ in combinatie met ‘kinderen’, ‘ouders’ en ‘jeugd’ is getest. Hoewel ‘vrijwilligerswerk’ en ‘kinderen’ 1539 hits opleverde in de Nederlandse kranten gedurende de periode 2000‐2010, ‘vrijwilligerswerk’ en ‘ouders’ 1077 hits en ‘vrijwilligerswerk’ en ‘jeugd’ 392 hits, zijn deze termen niet uitgediept in deze mediaverkenning. De belangrijkste reden is dat de combinaties van deze termen weliswaar voorkomen in artikelen in Nederlandse kranten, maar dat deze hits vaak eerder zogenaamde ‘toevalstreffers’ zijn. Met andere woorden: de artikelen waarin deze combinaties voorkomen gaan vaak over onderwerpen die totaal niet gerelateerd zijn aan de pedagogische civil society. voor een maatschappelijke stage, hoewel hier en daar ook een tegengeluid klinkt. De daling tussen 2006 en 2007 is minimaal en betreft slechts een klein aantal artikelen. De piek in 2007 is interessanter, een piek die voornamelijk veroorzaakt wordt door discussies rondom de in het regeerakkoord vermeldde verplichte maatschappelijke stage. Weer wordt het leefpatroon van jongeren onder de loep genomen, met de vraag of een maatschappelijke stage nu wel of geen goed concept is en op welke manier er invulling gegeven kan worden aan dit concept. Ook de trend van vrijwilligerswerk in het buitenland komt aan bod. Daarnaast komt ook de WMO en vrijwilligerswerk als werk voor arbeidsongeschikten, werklozen en voor diegenen die zich eenzaam voelen, uitgebreid besproken. Naar verwachting zal de lijn na 2010 weer dalen, omdat de maatschappelijke stage dan ingevoerd is in het schooljaar 2011‐2012 en de maatschappelijke discussie zal verminderen.

Figuur 5.2 'Vrijwilligerswerk' en 'jongeren' in negen Nederlandse kranten 30 Algemeen Dagblad 25 Trouw De Volkskrant 20 Het Nederlands Dagblad 15 De Telegraaf 10 NRC Handelsblad

5 NRC Next Het Financieele Dagblad 0 Het Parool 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 5.3 'Vrijwilligerswerk' en 'jongeren' per Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010 250 200 150 100 Aantal keer dat de combinatie van 50 de woorden 'vrijwilligerswerk' en 0 'jongeren' verscheen in een artikel in een Nederlandse krant gedurende de periode 2000‐2010

In figuur 5.2 en 5.3 is de data gespecificeerd per krant. Hoewel het lastig lijkt om een trend te ontdekken in figuur 5.2, lijken de verschillende kranten een redelijk stabiele positie veroverd te hebben, voor wat betreft het berichten over dit thema. Trouw en De Volkskrant doen dit het meest frequent, gevolgd door het NRC Handelsblad.

Figuur 5.4 'Vrijwilligerswerk' en 'jongeren' in Nederlandse opiniebladen Aantal keer dat de 15 combinatie van woorden 10 'vrijwilligerswerk' en 'jongeren' verscheen in 5 een artikel in Nederlandse 0 opiniebladen gedurende de periode 2000‐2010

Figuur 5.4 geeft het aantal hits met betrekking tot de combinatie van vrijwilligerswerk en jongeren in Nederlandse opiniebladen weer. Deze grafiek bevat enkele sterke pieken en dalen. Het eerste dal bevindt zich op dezelfde plek als het dal in figuur 5.1. Ook de tweede piek komt overeen met de piek uit 2007 die reeds beschreven werd in de voorafgaande paragrafen. Opvallend is echter de piek in 2004 – 2005, die verklaard kan worden door naar de inhoud van de artikelen te kijken, zo wordt er een aantal interviews met politici gepubliceerd, waarin zij hun mening geven over vrijwilligerswerk onder jongeren en wordt er een aantal artikelen gepubliceerd over vrijwilligerswerk in het buitenland, idealisme en betrokkenheid.

Figuur 5.5 'Vrijwilligerswerk' en 'jongeren' in vijf Nederlandse opiniebladen 10 Elsevier

5 De Groene Amsterdammer Opzij 0 Vrij Nederland 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Figuur 5.6 'Vrijwilligerswerk' en 'jongeren' in vijf Nederlandse opiniebladen 35 30 25 20 15 Aantal keer dat de combinatie 10 van de woorden 5 'vrijwilligerswerk' en 'jongeren' 0 verscheen in een artikel in een Nederlands opinieblad gedurende de periode 2000‐ 2010

Hoewel grafiek 5.6 doet vermoeden dat vooral Vrij Nederland (gevolgd door Elsevier) aandacht besteedt aan vrijwilligerswerk onder jongeren, ziet men in figuur 5.6 dat de data anders blijkt te zijn: Elsevier en Opzij zijn degene die het meeste berichtten over de combinatie jongeren en vrijwilligerswerk. In grafiek 5.6 valt op dat zowel Opzij als Elsevier eerder begonnen zijn met het berichten over jongeren en vrijwilligerswerk en dat zij bovendien stabieler bleven berichten.

Figuur 5.7 'Vrijwilligerswerk' en 'jongeren' in de Nederlandse media 150 Nederlandse 100 kranten

50 Nederlandse opiniebladen 0 Totaal

Wanneer beide type media samengenomen worden, lijkt de totale lijn niet veel te verschillen van de grafieken betreffende jongeren en vrijwilligerswerk in Nederlandse kranten. Toch leidt de grote piek in 2004‐2005 in de opiniebladen tot een additionele piek in de totale lijn. Deel 6: Conclusie Ten slotte zijn in dit gedeelte van de media‐analyse alle onderzochte sleutelwoorden met elkaar vergeleken in twee grafieken. Hoewel deze grafieken geen nieuwe informatie bevatten of opleveren, is het interessant om te zien welke trends de verschillende begrippen door hebben gemaakt ten opzichte van elkaar. Ook wordt er duidelijk in hoeverre de begrippen ‘ingeburgerd’ zijn in de Nederlandse samenleving.

6.1 Alle thema's in de Nederlandse media 700 'Vrijwilligerswerk' in de Nederlandse media 600 'Vrijwillige inzet' in Nederlandse media

500 'Burgerparticipatie' in de Nederlandse media

400 'Burgerinitiatief'

'Actief burgerschap' 300

'Waarde' en 200 'vrijwilligerswerk' in de Nederlandse media 'Jongeren' en 'vrijwilligerswerk' in de 100 Nederlandse media 'Civil society' in de Nederlandse media 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

In grafiek 6.1 zijn alle thema’s uit deze media‐analyse gepresenteerd. Vrijwilligerswerk steekt met kop en schouders boven de andere termen uit, gevolgd door burgerinitiatief. Waar de andere begrippen rond maximaal honderd hits per jaar blijven hangen, beweegt de score van vrijwilligerswerk zich tussen zo’n 250 artikelen tot meer dan 600 artikelen. Vrijwilligerswerk blijft de meest bekende en meest gebruikte term, maar gerelateerde begrippen, zoals civil society worden ook regelmatig gebruikt door Nederlandse media. In grafiek 6.2 is de term vrijwilligerswerk weggelaten, om te bekijken hoe de andere termen onderling verhouden. Het thema dat het meeste behandeld wordt van de overgebleven thema’s, is het thema jongeren en vrijwilligerswerk, hoewel civil society in het begin van het afgelopen decennium en populairder begrip was. Ook wordt er steeds meer geschreven over actief burgerschap, burgerparticipatie en waarde en vrijwilligerswerk. Er kan dus geconcludeerd worden dat sommige termen in opkomst zijn naast het begrip vrijwilligerswerk, terwijl andere termen al langer gebruikt werden. De term vrijwillige inzet lijkt echter niet succesvol te zijn.

Figuur 6.2 Alle thema's in de Nederlandse media, met uitzondering van 'vrijwiligerswerk' 160 'Vrijwillige inzet' in 140 Nederlandse media

120 'Burgerparticipatie' in de Nederlandse media 100 'Waarde' en 80 'vrijwilligerswerk' in de Nederlandse media 60 'Jongeren' en 40 'vrijwilligerswerk' in de Nederlandse media 20 'Civil society' in de Nederlandse media 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010