Ook Bij De Overheid Heerst Een Graaicultuur
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
OOK BIJ DE OVERHEID HEERST EEN GRAAICULTUUR (Onder Economen. DDL 11 juli 2003) door Hans van Mierlo Niet alleen in het bedrijfsleven lopen de managersalarissen uit de hand. Ook in de publieke sector en in de non-profit sector komt steeds meer kritiek op schaamteloze zelfverrijking. De directeur van het eerste het beste perifere streekziekenhuis verdient meer dan onze premier. Dat is de omgekeerde wereld. Wat er aan te doen? Om te beginnen volsterkte openbaarheid van topinkomens, zegt econoom Van Mierlo. Hij begint als eerste met zijn eigen inkomen, want daar is niets geheims aan. De exorbitante salarissen van topbestuurders van grote bedrijven staan steeds meer ter discussie sinds Wim Kok dat een paar jaar geleden diskwalificeerde als ‘exhibionistische zelfverrijking’. In deze tijden van economische neergang zwelt de kritiek verder aan, nu dat ook nog eens gepaard blijkt te gaan met riante gouden handdrukken bij gedwongen vertrek die vaak al bij aantreden zijn afgesproken. Zo vullen de managers twee keer hun zakken. Doen zij het goed, dan verdienen zij door de bonusregeling een riant inkomen. Doen zij het slecht, dan verdienen zij door de vertrekregeling nog een keer extra premie. Feitelijk betekent dat een beloning op slecht functioneren, want er is geen malusregeling. De commissie-Tabaksblatt komt terecht met voorstellen om daar wat aan te doen. Aan ‘goed ondernemingsbestuur’ wordt dus gewerkt, maar het kan nog gekker: vooral in de non-profit sector blijken de topsalarissen eveneens compleet uit de hand te lopen. Bij ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, woningcorporaties en verzelfstandigde bedrijven wordt goed verdiend. Enkele voorbeelden uit een recent onderzoek van het blad Intermediair. Nummer één is de baas van Schiphol, Gerlach Cerfontaine, met 663.000 euro per jaar. John Neervens van het ABP met 531.000 euro en Peter van Besouw van de Bank Nederlandse Gemeenten met 491.000 euro zijn andere grootverdieners. Ook hier lopen de vrouwen achter: best verdienende vrouw is met 200.000 euro Louise Gunning, voorzitter van de raad van bestuur van het Amsterdamse AMC. Dat staat in schril contrast met het inkomen van de premier: 120.000 euro per jaar. Ziekenhuisdirecties worden ook in het onderzoek genoemd. De twee bestuursleden van het Tilburgse Elisabethziekenhuis staan op de rol voor 187.000 euro. De leiding van het kleinere Maaslandziekenhuis in Sittard verdient liefst 250.000 euro. Andere jaarsalarissen volgens Intermediair: Aad Veenman, NS, 458.000 euro; Nout Wellink, Nederlandsche Bank, 391.000 euro; Guido van Woerkom, ANWB, en Jan Dekker, TNO, 350.000 euro. Bij de ‘echte overheid’ gaat het er heel wat bescheidener aan toe. De burgemeesters van steden als Tilburg en Maastricht verdienen tussen de 88.000 en 103.000 euro. Het jaarsalaris van de dijkgraaf van een waterschap is ongeveer 94.000 euro en dat van een korpschef van politie varieert tussen de 60.000 en 85.000 euro, afhankelijk van de omvang van het korps. De topbestuurders van universiteiten zitten qua inkomen ook ruim boven onze minister-president. De TU Eindhoven en de Universiteit Utrecht betalen 180.000 euro. Yvonne van Rooy, voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Tilburg, heeft een inkomen van 132.000 euro. En ons college van bestuur van de Universiteit Maastricht? Voorzitter Jo Ritzen verdient het maximum-salaris van een hoogleraar in schaal 18: ruim een ton, maar krijgt daarbovenop een toelage van ruim 65.000 euro. Daarmee verdient hij veel meer dan toen hij minister was. Rector Nieuwenhuizen Kruseman krijgt bovenop die ton een toelage van ruim 30.0000 euro en collegelid Flierman 25.000 euro. Dit zijn belachelijke bedragen. Zij worden namelijk niet in de markt verdiend, zelfs niet in een quasi-markt. Er is geen sprake van marktconformiteit. In het bedrijfsleven moet het geld eerst worden verdiend voor het kan worden uitgegeven. Maar daar wordt tenminste het éigen geld uitgegeven. De aandeelhouders beslissen uiteindelijk op de aandeelhoudersvergadering of op de beurs over de salarissen van de topbestuurders van hun bedrijf. In de publieke en non-profit sector wordt het geld niet eerst op de markt en in concurrentie verdiend voor het wordt uitgegeven, maar wordt andermans geld uitgegeven, dat van u en mij, de belastingbetaler. Uit onze zakken wordt het geld door de overheid onvrijwillig afgepakt. ‘It’s taxpayers money you know’, leer ik mijn studenten, en daarmee moet twee keer zo zuinig en zo integer worden omgegaan. Daar komt nog bij dat van zulke torenhoge salarissen het verkeerde signaal uitgaat naar de lagere regionen. Het leidt uiteindelijk tot moreel bederf in de hele organisatie, omdat dan heel snel wordt geredeneerd: ‘als die zakkenvullers daarboven zo goed voor zichzelf zorgen, waarom zou ik dan een dief van mijn eigen portemonnee zijn als ik de kans krijg…’ Allereerst is openbaarheid van inkomens in de publieke en de non-profit sector nodig. Laat maar zien wat iedereen verdient. Laat ik daarom met mijn eigen inkomen beginnen, want ik heb niets te verbergen. Ik verdien het maximumsalaris van een universitair hoofddocent in schaal 14: ongeveer 65.000 euro per jaar. Daarbovenop komt mijn hoogleraartoelage van ruim 5000 euro, dus in totaal ongeveer 70.000 euro. Voor maar 5000 euro meer heeft de Universiteit Maastricht er dus een hoogleraar bij en dat is een koopje. Zo, dat is nu geen geheim meer, wie volgt? Prof Dr J.G.A. van Mierlo is hoogleraar Openbare Financiën aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Universiteit Maastricht. Email: [email protected] 2.