De persoonlijke papieren van , en Een vergelijkende biografie over de beheerders van de -archieven

Afbeelding 1: Van links naar rechts Roland Jahn, Marianne Birthler en Joachim Gauck. Gefotografeerd door: Steffen Freiling, gefotografeerd op: 14/03/2011, gepubliceerd door: BStU, titel: ‘Aufgaben, Geschichte und Struktur’, website: http://www.bstu.bund.de geraadpleegd op: 26/03/2015.

Maaike van den Berg Studentnummer: 10182071 Masterscriptie Master Geschiedenis: Duitslandstudies Universiteit van Amsterdam Aantal woorden: 19.291 Eerste lezer: dr. Moritz Föllmer Tweede lezer: prof. dr. Beatrice de Graaf 1 juli 2015

1

2

Nur eines wunderte mich. Nämlich die Geschwindigkeit, mit der hier Gegenstände weggeschmissen wurden. Wenn Geschichte erst in den Dingen verständlich wird, dachte ich, dann kann man hier nichts mehr verstehen, weil es nichts gibt, womit man sich erinnern kann. Die Ostdeutschen, die ich kenne jedenfalls, sind keine Bewahrer, heben nichts auf, lassen nichts liegen, nicht für später, nicht für irgendwann, im Keller nur Kohlen, auf dem Dachboden nur Bretter oder kein Dachboden. Man muss sich, dachte ich etwas verwirrt, schon selbst zuerst zerlegen, bevor man von anderen erobert werden kann. Und das machen Ostdeutsche mit Freude.1

Ich nahm mir vor, mir alles einzuprägen, jede Einzelheit, für später. Wie mein blauer Paβ ein gewisses Aufsehen erregte bei dem rotblonden drahtigen officer, der die Papiere der Einreisenden genau und streng kontrollierte, er blätterte lange darin, studierte jedes einzelne Visum, nahm sich dann das mehrfach beglaubigte Einladungsschreiben des CENTER vor, unter dessen Obhut ich die nächsten Monate verbringen würde, schließlich richtete er den Blick seiner eisblauen Augen auf mich: ? - Yes. . – Weitergehende Auskünfte zu geben wäre mir schwergefallen, auch sprachlich, aber der Beambte holte sich Rat am Telefon. Diese Szene kam mir vertraut vor, das Gefühl der Spannung kannte ich gut, auch das der Erleichterung, als er, da die Antwort auf seine Frage wohl befriedigend gewesen war, endlich das Visum stempelte und mir meinen Paβ mit seiner von Sommersprossen übersäten Hand über die Theke zurückreichte: Are you sure this country does exist? – Yes, I am, antwortete ich knapp, das weiβ ich noch, obwohl die korrekte Antwort »no« gewesen ware und ich, während ich lange auf das Gepäck wartete, mich fragen muβte, ob es sich wirklich gelohnt hatte, mit dem noch gültigen Paβ eines nicht mehr existierenden Staates in die USA zu reisen, nur um einen jungen rothaarigen Einreisebeamten zu irritieren.2

1 Andrea Hanna Hünniger, Das Paradies. Meine Jugend nach der Mauer (Stuttgart 2011) 15. 2 Christa Wolf, Stadt der Engel oder The Overcoat of Dr. Freud (Frankfurt am Main 2010) 9, 10.

3

4

Inhoudsopgave

Voor- en dankwoord 6

Toelichting op woordgebruik 8

Inleiding 9 Status quaestionis 11 De vergelijkende biografie 17 Brongebruik 19

Hoofdstuk 1: Leven in de DDR 24 Joachim Gauck 25 Marianne Birthler 30 Roland Jahn 36 Samenvatting 41

Hoofdstuk 2: Leven na de DDR 43 Joachim Gauck 44 Marianne Birthler 52 Roland Jahn 59 Samenvatting 67

Conclusie 69

Appendix 75 Abstract 75 Lijst van afkortingen 76 Organogram BStU (2015) 79 Tabel met het totaal aantal personeelsleden BStU (1991 - 2015) 80 Tabel met het aantal aanvragen Stasi-dossiers BStU (1991 – 2015) 81 Bibliografie 82

5

Voor- en dankwoord

Midden in het centrum van Berlijn, direct achter de Alexanderplatz, is het hoofdkantoor gevestigd van de Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (BStU). Deze overheidsinstelling houdt zich bezig met de verwerking van het Stasi-verleden. In het pand achter de BStU zetelt Die Linke. Deze linkse politieke partij heeft haar wortels in de communistische partij van de DDR en kan rekenen op de steun van vele voormalige Stasi-medewerkers. Opvallend genoeg gaan zowel de medewerkers van de BStU als Die Linke tussen de middag naar de naburige kantine van de Volksbühne am Rosa-Luxemburg-Platz om er Eisbein mit Sauerkraut te eten. Het BStU-kantoor zelf is gevestigd aan de Karl-Liebknecht-Staβe. Deze straat gaat in westelijke richting over in Unter den Linden en eindigt bij de Brandenburger Tor, waar Berlijners 25 jaar geleden stonden te juichen op de Muur. Tegenwoordig rijden er toeristen in het kader van een Trabi-safari richting de Rijksdag. In de Rijksdag worden Oost- en West-Duitsers, voormalige Stasi-medewerkers en mensen die door de Stasi werden bespioneerd vertegenwoordigd door Bondspresident Joachim Gauck, die in zijn vorige functie de BStU leidde, en Bondskanselier . Beiden groeiden op in de DDR en bekleden nu de belangrijkste posten in het herenigde Duitsland. Kortom, in het Berlijnse stadslandschap tussen de Karl-Liebknecht-straβe en de Rijksdag lijken het communistische dictatoriale verleden en het pluralistische democratische heden zich ongedwongen door elkaar heen te bewegen. In het najaar van 2012 had ik het geluk om hier een kijkje te mogen nemen, door als stagiaire aan de slag te gaan op de onderzoeksafdeling van de BStU. Deze masterscriptie is geschreven naar aanleiding van deze stage en komt voort uit mijn fascinatie voor de BStU en de mensen die er werken. Er zijn een aantal personen die ik hartelijk wil bedanken omdat zij mij in de afgelopen jaren advies en steun gaven voor het schrijven van deze scriptie. Allereerst mijn begeider Moritz Föllmer die geduldig wachtte totdat ik de onderzoeksmaster Geschiedenis aan de VU had afgerond en mij vervolgens steeds met goede raad en veel enthousiasme bijstond. Ten tweede mijn collegae bij de BStU: Anita Krätzner, Mark Schiefer en Martin Stief. Met hen heb ik heel wat gelachen, gehuild, afgepraat en ideeën uitgewisseld. Zonder hen was mijn tijd bij de BStU heel wat minder bijzonder geweest. Ten derde mijn docenten op de UvA die bij de stage betrokken waren of geadviseerd hebben over een scriptie-opzet: Willem

6

Melching, Hanco Jürgens en Krijn Thijs. Ten vierde mijn mede-studenten op het P.C. Hoofthuis met wie ik met mooi weer heel wat kopjes koffie heb gedronken en broodjes heb gegeten onder toeziend oog van Multatuli: Roos Dix, Nienke Varkevisser, Merel Roolvink, Lenneke Eggink, Dagmar Blokker, Joppe Schaaper en Casper Vuurmans. Ten vijfde mijn docenten aan de VU: Susan Legêne en Ben Peperkamp gaven hun mening over mijn scriptieopzet, Anneke Ribberink gaf literatuurtips met betrekking tot het schrijven van een vergelijkende biografie en Mirjam Dorgelo dacht mee over interessante focuspunten in mijn scriptie. Tot slot de mensen die wekelijks of zelfs dagelijks met mij en mijn scriptie hebben meegeleefd: Marieke Oomen, Bart Lubbers, Boyke, Rosa, Wietse en Ole, Hermien van den Berg – ten Hove, Wim van den Berg en natuurlijk Adriaan Bronkhorst.

7

Toelichting op woordgebruik

In deze scriptie heb ik een aantal keuzes gemaakt met betrekking tot het woordgebruik en hun schrijfwijze. Hieronder wil ik mijn overwegingen nader verklaren. Ten eerste heb ik de woorden ‘daders’, ‘slachtoffers’ en ‘meelopers’ consequent tussen aanhalingstekens gezet om te benadrukken dat deze woorden contextafhankelijk zijn. De aanhalingstekens zijn niet bedoeld om het leed of de daden van mensen te bagatelliseren of in twijfel te trekken. Ten tweede gebruik ik in het algemeen het woord Stasi (een afkorting van Staatssicherheit) en niet de officiële aanduiding Ministerium für Staatssicherheit of de afkorting MfS. De term Stasi wordt namelijk zowel in het Nederlands als in het Duits vaker in het publieke domein gebezigd en is daarmee bekender dan de officiële naam. Ten derde wil ik iets zeggen over de schrijfwijze van de beide Duitslanden in de Koude Oorlog. DDR staat voor Deutsche Demokratische Republik. Het was echter geen democratische staat. In dit werkstuk zal ik de DDR daarom als naam noemen, niet als afkorting. De aanduiding BRD werd in de DDR gebruikt als afkorting voor de Bundesrepublik Deutschland. In de Bondsrepubliek zelf werd deze afkorting echter niet gehanteerd. Als ik verwijs naar het westelijke deel van Duitsland tijdens de Koude Oorlog spreek ik daarom over de Bondsrepubliek en niet van haar afkorting. Ook als het gaat over de schrijfwijze van Oost- en West-Duitsland en Oost- en West-Berlijn neem ik de West-Duitse manier over. In de DDR werden deze plaatsaanduidingen zonder verbindingsstreepje geschreven. Ten vierde geef ik Duitse begrippen of aanduidingen (bijvoorbeeld Bundesbeauftragte, Wende, Aufarbeitung) en boek- en filmtitels schuingedrukt weer. De namen van Duitse organisaties (bijvoorbeeld politieke partijen, ministeries, de BStU) schrijf ik niet schuingedrukt.

8

Inleiding

De BStU is een Duitse gouvernementele organisatie die zorgt draagt voor de materiële erfenis van de Stasi. Het gaat hierbij om een niet geringe nalatenschap; de BStU is verantwoordelijk voor 111 kilometer dossiers over personen, 41 miljoen systeemkaarten met persoonsgegevens, 15.000 zakken met papiersnippers, 1,7 miljoen foto's, 27.300 audiodocumenten en 2820 films.3 Al deze objecten zijn gearchiveerd en liggen verspreid in de depots van de verschillende lokale vestigingen in het voormalige Oost-Duitsland. Sinds de oprichting in 1991 is de BStU niet alleen verantwoordelijk voor het behoud en de reconstructie van deze archieven, maar draagt het ook zorg voor de uitgave van dossiers, voor het onderzoeken van het Stasi-verleden en voor de voorlichting over dit verleden.4 De Stasi-Unterlagen-Gesetz (StUG) schrijft voor dat de BStU verantwoordelijk is voor de Erfassung, Verwahrung, Verwaltung en de Verwendung van de Stasi-dossiers.5 Vanwege de vele functies en het omvangrijke en explosieve karakter van de archieven, stond de BStU in de afgelopen kwarteeuw vaak in het middelpunt van de Duitse publieke belangstelling. De rol die de BStU dan speelde verschilde nogal. Soms trad het op als onafhankelijk doorgeefluik van informatie, een andere keer fungeerde het als speler in het publieke debat en op weer andere momenten was het zelf onderwerp van discussie. Daarnaast moest de BStU in zijn bestaan vaak manoeuvreren tussen het verleden en het heden, rechtvaardigheid en rechtspraak, politieke besluitvorming en improvisatie, controverse en normaliteit, lof en kritiek, Oost- en West-Duitsers, ‘slachtoffers en ‘daders’ en tussen dictatuur, revolutie en democratie. De diversiteit aan taken en opvattingen in combinatie met haar publieke functie als uithangbord voor de verwerking van het Stasi-verleden in Duitsland maakt de BStU tot een interessant onderzoeksonderwerp.

3 ‘BStU in Zahlen, Stand 31. Dezember 2014’, gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de Geraadpleegd op: 17/03/2015. 4 Met de Duitse hereniging in oktober 1990 werd er een officieel begin gemaakt met de veiligstelling van de Stasi-archieven door een Sonderbeauftragter aan te stellen. Eind december 1991 kreeg deze Sonderbeauftragte een wettelijke grondslag en werd de naam in BStU veranderd. Paragraaf 37 van de StUG gaat over de taak en de bevoegdheden van de BStU. 'Stasi-Unterlagen-Gesetz (StUG) Stand: August 2013', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 25/03/2015. 5 Paragraaf 1 en 2 van de StUG gaan over de inhoud van de wet die ten grondslag ligt aan het bestaan van de BStU. 'Stasi-Unterlagen-Gesetz (StUG) Stand: August 2013', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 25/03/2015.

9

Op het moment van schrijven heeft de BStU 1605 mensen in dienst.6 Zij vormen samen de organisatie. Omdat de BStU over mensen en hun persoonlijke verleden gaat, is het interessant om te kijken wie de BStU zelf is en welk verleden haar eigen werknemers hebben. De bestuurders, Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn, zijn in het bijzonder het bestuderen waard omdat hun Behörde sterk met hen persoonlijk wordt geïdentificeerd.7 Dit komt bijvoorbeeld naar voren in de aanduiding van de BStU. Het woord Bundesbeauftragter für die Stasi-Unterlagen slaat zowel op het instituut als op de leider van het instituut.8 Daarnaast wordt het instituut in de volksmond ook wel respectievelijk Gauck/Birthler/Jahn Behörde genoemd. Alle drie zijn niet bepaald het type ambtenaar dat ongezien regelgeving implementeert. Zij zijn geëngageerde figuren die vanuit hun ervaringen in het verleden hun taak als Bundesbeauftragte bij de BStU vorm hebben gegeven. Deze scriptie wil ingaan op de levens van de drie Behördenleiter om zodoende meer inzicht te verwerven in de geschiedenis en betekenis van de Stasi-archieven in het hedendaagse Duitsland. De volgende hoofdvraag staat centraal: Hoe speelden de levensgeschiedenissen van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn een rol in hun ambt van Bundesbeauftragte voor de Stasi-archieven? Om deze vraag te beantwoorden maak ik gebruik van een vergelijkende biografische benadering, die niet alleen ingaat op de bestuursperiode, maar ook de aanloop er naartoe en de relevante historische ontwikkelingen behandelt. De scriptie bestaat uit twee onderdelen. In het eerste deel is er aandacht voor de persoonlijke en professionele levens van de Bundesbeauftragten ten tijde van de DDR. Het gaat hierbij om hun familieomstandigheden, hun werkzaamheden, hun relatie ten aanzien van het regime en de Stasi en hun rol in de aanloop naar de friedliche Revolution. De vraag die in dit deel centraal staat is als volgt: Wat waren de overeenkomsten en verschillen in de wegen die Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn bewandelden voor de Wende? In het tweede onderdeel staan hun levens na de DDR en in het bijzonder hun bestuursperiode centraal. In dit deel zal worden ingegaan op de

6 BStU, Zwölfter Tätigkeitsbericht des Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik für die Jahre 2013 und 2014 (Berlijn 2015) 16. 7 Manuel Becker, Geschichtspolitik in der Berliner Republik (Wiesbaden 2013) 389; Bärbel Broer, Die innere Struktur der Behörde für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen DDR (ongepubliceerde Magisterarbeit, Hannover 1995) 56; Lars Normann, ‘BStU – Geschichte, Bestand und Zukunft’, in: Deutschland Archiv 5 (2010) 900 – 906, 900. 8 Dit is vergelijkbaar met de Ombudsman in Nederland. Net als de Bundesbeauftragte verwijst de Ombudsman zowel naar een organisatie als naar een persoon. 'De organisatie', gepubliceerd door: de nationale ombudsman, website: https://www.nationaleombudsman.nl, geraadpleegd op: 15/05/2015.

10 thema’s en kwesties die de Behörde kenmerkten en welke betekenis de Bundesbeauftragten aan de Stasi-archieven gaven. De vraag die in dit deel centraal staat luidt: Wat waren na de Wende de overeenkomsten en verschillen tussen de levenslopen en de bestuursperiodes bij de BStU van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn?

Status quaestionis In de afgelopen 25 jaar zijn er talloze memoires, films en romans verschenen die gaan over de levens van burgers in de voormalige DDR. Hierin gaat het met name over de ‘slachtoffers’ en de ‘daders’ van het communistische systeem, over de DDR-Alltag of over de DDR die ook zo zijn goede kanten had.9 Ook de erfenis van de DDR in het herenigde Duitsland zoals bijvoorbeeld de Dritte Generation Ost is een onderwerp dat op publieke belangstelling kan rekenen.10 Veel historisch onderzoek naar de DDR richt zich op dezelfde soort onderwerpen. Studies richten zich enerzijds op het verleden zelf en gaan over het functioneren van de DDR als totalitaire staat, over de DDR-samenleving of over de DDR in de context van de Koude Oorlog. Anderzijds richt het onderzoek zich op de erfenissen van het verleden in de Berliner Republik.11 Het gaat hierbij om studies naar de Erinnerungsorte van de DDR, naar de nawerkingen van het DDR-verleden in de Duitse samenleving en naar de geschiedenis van de DDR-Aufarbeitung.12

9 Over ‘daders’ en ‘slachtoffers’: Katrin Behr en Peter Hartl, Entrissen. Der Tag, als die DDR mir meine Mutter nahm (München 2011); Anna Funder, Stasiland (Amsterdam 2002); Florian Henckel von Donnersmarck, Das Leben der Anderen (speelfilm 2006); Ruth Hoffmann, Stasi-Kinder (Berlijn 2012).Angela Marquardt, Vater, Mutter, Stasi. Mein Leben im Netz des Überwachungsstaates (Keulen 2015). Over de DDR-Altag: Wolfgang Becker, Good Bye Lenin! (speelfilm 2003); Leander Haussmann, Sonnenallee (speelfilm 1999); Christian Schwochow, Der Turm (speelfilm 2012); Uwe Tellkamp, Der Turm, Geschichte aus einem versunkenen Land. Roman (Frankfurt am Main 2008). Over de goede kanten van de DDR: Wolf, Stadt der Engel. 10 De Dritte Generation Ost verwijst naar de generatie die de DDR als kind heeft meegemaakt, maar die volwassen werd na de friedlichen Revolution. Michael Hacker e.a. ed., Dritte Generation Ost, wer wir sind, was wir wollen (Berlijn 2012) 11; Hünniger, Das Paradies; Eugen Ruge, In Zeiten des abnehmenden Lichts (Reinbek 2011). 11 De Berliner Republik is een aanduiding voor de historische periode na de Duitse eenwording. 12 Erinnerungsorte (plaatsen van herinnering) is een vertaling van het franse Lieux de mémoire, een concept dat geïntroduceerd werd door Pierre Nora en verwijst naar een plek waar het heden en het verleden elkaar kruisen zoals gebeurd in musea, archieven, begraafplaatsen, festivals, jubilea, monumenten etcetera. DDR- Aufarbeitung verwijst naar het verwerkingsproces van het DDR-verleden. Theodor W. Adorno gebruikte de term Aufarbeitung naar aanleiding van het nationaalsocialisme. Volgens hem is Aufarbeitung het verbreken van de ban op het verleden door een verlicht bewustzijn: ‘[D]aß man das Vergangene im Ernst verarbeite, seinen Bann breche durch helles Bewußtsein.’ Verwerking van het verleden kan volgens hem niet plaatsvinden door het gebeurde te vergeten. Theodor W. Adorno, 'Was bedeutet: Aufarbeitung der Vergangenheit?' In: Eingriffe. Neun kritische Modelle (Frankfurt am Main 1963) 125-146, 125. Pierre Nora, ‘Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire’, Representations 26 (1989) 7 - 24, 12.

11

Het onderwerp Stasi speelt met name een grote rol in het onderzoek naar het DDR- verleden zelf. Het is dan ook een onderwerp waar moeilijk aan voorbij te gaan is. Vooral in het eerste decennium na de Wende ging veel aandacht uit naar de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED) en het schild en zwaard van deze partij, de Stasi, die samen de hele Oost-Duitse samenleving in zijn greep hadden gehad. In deze tijd werden bijvoorbeeld de omvang van de Stasi-archieven bekend en stelde de Bondsdag een enquêtecommissie in om de geschiedenis van de ‘SED-dictatuur in Duitsland’ te onderzoeken.13 In het tweede decennium na de val van de Muur kwam ook de Alltagsgeschichte en de Gesellschaftsgeschichte op, waarin de Stasi als symbool van de SED- dictatuur aanwezig was, maar niet de boventoon voerde.14 Zo stelt historica Mary Fulbrook in haar boek over de Oost Duitse People’s state dat bij een beschrijving van de Oost-Duitse samenleving de SED en de Stasi weliswaar niet kunnen ontbreken, maar dat de DDR meer was dan alleen een dictatuur.15 Naast deze focus op het ‘gewone leven’ van Oost-Duitsers, gingen historici zich in het tweede decennium na de Friedlichen Revolution ook meer richten op de context van de Koude Oorlog. Er kwam bijvoorbeeld aandacht voor de invloed van de Stasi in de Bondsrepubliek en andere West-Europese landen zoals Nederland.16 Na 25 jaar staat het onderzoek naar de erfenissen van het DDR-verleden nog in zijn kinderschoenen. Daarmee is ook de rol van de Stasi in het heden veel minder uitgebreid onderzocht dan de betekenis van de Stasi in het verleden. Er zijn echter enkele stromingen die zich binnen de geschiedwetenschap wel degelijk met dit onderwerp bezig houden. De

13 DDR als dictatuur: Materialien der Enquete-Kommission, Aufarbeitung von Geschichte und Folgen der SED- Diktatur in Deutschland im Deutschen (18 banden, Baden-Baden 1995); Materialien der Enquete- Kommission, Überwindung der Folgen der SED-Diktatur im Prozess der deutschen Einheit (13 banden, Baden- Baden 1999). 14 DDR-Alltags- & Gesellschaftsgeschichte: Paul Betts, Within walls. Private life in the German Democratic Republic (Oxford 2010); Christopher Görlich, Urlaub vom Staat. Tourismus in der DDR (Keulen, Weimar en Wenen 2012); Donna Harsch, Revenge of the domestic. Women, the family, and communism in the German Democratic Republic (Princeton, NJ 2007); Thomas Lindenberger ed., Herrschaft und Eigen-Sinn in der Diktatur. Studien zur Gesellschaftsgeschichte der DDR (Keulen, Weimar en Wenen 1999); Katherine Pence en Paul Betts (ed.) Socialist modern. East German everyday culture and politics (Ann Arbor, MI 2008); Stefan Wolle, Die heile Welt der Diktatur, Alltag und Herrschaft in der DDR 1971-1989 (Berlijn 1998); Stefan Wolle, Aufbruch nach Utopia. Alltag und Herrschaft in der DDR 1961–1971 (Berlijn 2011). 15 Mary Fulbrook, The People’s state. East German society from Hitler to Honecker (New Haven, CI 2005) 10, 11. 16 Stasi in Koude Oorlog: Beatrice de Graaf, Over de Muur. De DDR, de Nederlandse kerken en de vredesbeweging (Amsterdam 2004); Georg Herbstritt, Helmut Müller-Enbergs ed., Das Gesicht dem Westen zu.... DDR-Spionage gegen die Bundesrepublik Deutschland (Bremen 2003); Thomas Wegener Friis, Kristie Macrakis en Helmut Müller-Enbergs, East German Foreign Intelligence, Myth, reality and controversy (Londen en New York 2010).

12 eerste stroming is de memory studies. In het afgelopen decennium werden plaatsen van herinnering een booming business. Één van de invloedrijkste historici die zich met de Erinnerungsorte der DDR bezig hielt is Martin Sabrow.17 Hij onderscheidde drie modellen waarin de herinneringen aan de DDR grofweg geordend kunnen worden. Het eerste model is de Diktaturgedächtnis waarbij de macht en de onderdrukking van het SED-regime centraal staan. Het tweede model is de Arrangementgedächtnis waarbij de Alltag soms met Ostalgie herinnerd wordt. In het derde model, de Fortschrittgedächtnis, wordt het communistische samenleving in de DDR herinnerd als een waardig alternatief voor het kapitalistische West- Duitsland.18 Ook de Stasi wordt door historici als een plaats gezien waar verschillende mensen verschillende herinneringen aan hebben.19 De tweede stroming, die momenteel iets minder aandacht krijgt dan de memory studies, maar die toch zeker het vermelden waard is, zijn de historische studies die zich bezig houden met continuïteit en discontinuïteit. De vragen in hoeverre de Wende een breuklijn is en wat de nawerkingen zijn van het DDR- verleden in het hedendaagse Duitsland, in Europa of zelfs de wereld staan hierbij centraal. Dit onderzoek gaat bijvoorbeeld over de invloed van de systeemwisseling op elites en de invloed van de DDR met betrekking tot maatschappelijke en politieke bewegingen in het heden.20 De positie van voormalige Stasi-medewerkers in het post-Wende tijdperk hoort

17 Andere publicaties met als thema DDR-herinneringen: Petra Bock, ‘Vergangenheitspolitik in der Revolution von 1989, in: Petra Bock en Edgar Wolfrum (ed), Umkämpfte Vergangenheit. Geschichtsbilder, Erinnerung und Vergangenheitspolitik im internationalen Vergleich (Göttingen 1999) 82-100; Nick Hodgin and Caroline Pearce, The GDR remembered. Representations of the East German state since 1989 (Rochester, N.Y. 2011); Anne Kaminsky, Orte des Erinnerns. Gedenkzeichen, Gedenkstätten und Museen zur Diktatur in SBZ und DDR (Berlijn 2007); Peter März en Hans-Joachim Veen (ed), Woran erinnern? Der Kommunismus in der deutschen Erinnerungskultur (Keulen 2006); Carola Rudnick, Die andere Hälfte der Erinnerung. Die DDR in der deutschen Geschichtspolitik nach 1989 (Bielefeld 2011). 18 Martin Sabrow, ‘Die DDR erinnern’ in: Ibidem ed., Erinnerungsorte der DDR (Bonn 2010) 9 – 25, 16, 17. 19 Stasi-herinneringen: Mirjam Dorgelo, (Un)Locked Lives: Practices of Place, Memory and Belonging at Gedenkstätte -Hohenschönhausen (ongepubliceerde masterscriptie, Amsterdam 2012); Sara Jones, The media of testimony. Remembering the East German Stasi in the Berlin Republic (Basingstoke 2014); Jens Gieseke, ‘Die Stasi und ihr IM’ in: Martin Sabrow (ed), Erinnerungsorte der DDR (München 2009) 98 – 108; Frank Lothar Nicht, Die “Stasi” als Erinnerungsort im vereinigten Deutschland 1990-2010 (Marburg 2011); Dorothee Wierling, Die Stasi als Erinnerung, in: Jens Gieseke (ed), Staatssicherheit und Gesellschaft. Studien zum Herrschaftsalltag in der DDR (Göttingen 2007) 187 – 208. 20 DDR-continuïteiten: Ronald Gebauer, ‘Cadrelites? Career Continuity, Discontinuity, or Disruption of former Socialist Elites in the Early 1990s. An Event History Analysis on the Basis of Statistically Matched Data, in: Historical Social Research/Historische Sozialforschung 37.2 (2012) 139 – 152; , Honeckers Erben. Die Wahrheit über die Linke (Berlin 2009). Tanja R. Müller, Legacies of socialist solidarity. East Germany in Mozambique (Lanham 2014); Anna Saunders, Honecker's children. Youth and patriotism in East(ern) Germany 1979-2002 (Manchester 2007).

13 hier ook bij.21 Dit laatste onderwerp is tot op heden slechts mondjesmaat onderzocht.22 Een derde stroming die zich met de erfenissen van het DDR-verleden bezig houdt, is de geschiedenis van de DDR-Aufarbeitung. Na de Wende steeg het aantal wetenschappelijke publicaties over de DDR, werden er nieuwe tijdschriften opgericht, breidden bestaande tijdschriften zich uit, schoten er nieuwe DDR-onderzoeksinstituten als paddenstoelen uit de grond en werden er particuliere en door de overheid geïnitieerde initiatieven ontplooit die tot doel hadden het DDR-verleden zowel individueel als maatschappelijk te verwerken.23 In de laatste jaren komt er ook steeds meer reflectie op de manieren waarop dit gebeurde in de afgelopen kwarteeuw.24 Hoewel de Stasi een belangrijke positie inneemt in de verwerking van de DDR en er verscheidene instanties zijn die zich met de Stasi-Aufarbeitung bezig houden, is er nog maar weinig gereflecteerd op de geschiedenis van dit verschijnsel. 25 In 2011 stelde historicus Jens Gieseke dat de Stasi-Aufarbeitung tot dan toe nog niet kritisch

21 Een bekend voorbeeld van de continuerende invloed van voormalige communistische geheimagenten in het heden is bijvoorbeeld de Russische president Vladimir Poetin. Hij was niet van de Stasi, maar werkte als KGB-er in Oost-Duitsland en was in staat om de touwtjes in Rusland in handen te krijgen. 22 Stasi-continuïteiten: Amieke Bouma, 'Strategies of Complaint: Interest Organizations of GDR Staatssicherheit Coworkers after ’ in: Laboratorium 6.3(2014) 27–54; Jens Gieseke, Die Stasi 1945-1990 (München 2011) 274 – 282; Hubertus Knabe, Die Täter sind unter uns. Über das Schönreden der SED-Diktatur (Berlin 2008). 23 Klaus-Dietmar Henke, ‘DDR-Forschung seit 1990’, in: Rainer Eppelmann, Bernd Faulenbach, Ulrich Mählert, Bilanz und Perspektiven der DDR-Forschung (Paderborn 2003) 371 – 376. Tijdschriften die DDR als hoofdthema hebben: Deutschland Archiv, Zeitschrift des Forschungsverbundes SED- Staat. Sinds 1989 opgerichte historische instituten die zich bezig houden met de Zeitgeschichte: Zentrum für Zeithistorische Forschung in Potsdam, Hannah-Arendt-Institut für Totalitarismusforschung in Dresden en het Forschungsverbund SED-Staat in Berlijn. Verenigingen die zich met DDR-Aufarbeitung bezig houden: Robert-Havemann-Gesellschaft, Bundesstiftung zur Aufarbeitung der SED-Diktatur, Verein Gegen Vergessen – Für Demokratie, Stiftung Berliner Mauer en Deutsche Gesellschaft in Berlijn. Belangenverenigingen die zich sinds 1989 met de verwerking van het DDR-verleden bezig houden: Union der Opferverbände Kommunistischer Gewaltherrschaft (UOKG) en het Insiderkomitee zur Förderung der kritischen Aneignung der Geschichte des MfS. 24 DDR-Aufarbeitung: Bernd Faulenbach, ‘Der Umgang mit zwei Vergangenheiten in Deutschland nach 1989’, in: Katrin Hammerstein, Ulrich Mählert, Julie Trappe en Edgar Wolfrum, Aufarbeitung der Diktatur – Diktat der Aufarbeitung? (Göttingen 2009) 37 – 47; Saskia Handro, Thomas Schaarschmidt ed., Aufarbeitung der Aufarbeitung.Die DDR im geschichtskulturellen Diskurs (Schwalbach 2011); Martin Sabrow ed., Bewältigte Diktaturvergangenheit? 20 Jahre DDR-Aufarbeitung (Leipzig 2010). 25 Instanties die zich met de Stasi-Aufarbeitung bezighouden: de BStU, de Landesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen DDR (LStU) in Berlin, , Mecklenburg- Vorpommern, Sachsen, Sachsen-Anhalt en Thüringen, het Bürgerkomitee Leipzig in Leipzig dat Gedenkstätte Museum in der "Runden Ecke" beheert, het door Bürgerkomitee „15. Januar“ e. V. in Berlin uitgegeven blad Horch und Guck, de Antistalinistische Aktion Berlin Normannenstraße (ASTAK) in Berlijn dat het Stasi Museum beheert en de Stasi-gevangenis in Berlijn die beheert wordt door de Stiftung Gedenkstätte Berlin- Hohenschönhausen.

14 was onderzocht omdat de benodigde afstand tot het onderwerp ontbrak.26 Volgens Gieseke is de verschenen literatuur overwegend geschreven door medewerkers van de BStU die het in kaart brengen van het Stasi-verleden zelf grotendeels hadden helpen vormgeven.27 Gieseke hoort overigens zelf ook in dit rijtje thuis omdat hij in zijn boek over de Stasi ingaat op het functioneren van de BStU en hij van 1993 tot 2008 bij deze organisatie gewerkt heeft. Vier jaar na het verschijnen van Giesekes boek zijn er een paar nieuwe, vooral biografische en autobiografische boeken verschenen die relevant zijn met betrekking tot de Stasi-Aufarbeitung, maar nog steeds is het een discipline waar niet al te veel geschiedwetenschappelijke reflectie heeft plaatsgevonden.28 In het volgende wil ik twee recent verschenen wetenschappelijke publicaties bespreken die, net als deze scriptie, reflecteren op de geschiedenis en betekenis van de BStU in het hedendaagse Duitsland. De eerste publicatie is een bijdrage van de politicoloog Lars Normann aan het boek 20 Jahre Deutsche Einheit.29 In zijn artikel analyseert hij hoe de BStU gedurende zijn bestaan invloed heeft uitgeoefend op de Duitse politieke cultuur. Hij heeft zijn artikel opgedeeld in drie delen. Het eerste deel gaat over de maatschappelijke relevantie van de BStU. Hij behandelt bijvoorbeeld de betekenis van het instituut als gedenkplaats en symbool van de Wende.30 Hij stelt dat de BStU staat voor het voortdurende succes van de burgerprotesten in de friedliche Revolution. In het tweede deel gaat hij in op

26 Gieseke, Die Stasi, 351. 27 Hij verwijst hierbij naar enkele boeken waarin Joachim Gauck terugblikt op zijn ambtstijd bij de BStU, naar de Tätigkeitsberichten waarin de BStU zijn eigen handelen verantwoord en naar het boek dat het toenmalige hoofd van de onderzoeksafdeling van de BStU, Klaus-Dietmar Henke, in 1993 schreef over de 39e Historikertag, waarop de StUG centraal stond. Joachim Gauck, Das unheimliche Erbe der DDR. Die Stasi-Akten (Reinbek 1992); Joachim Gauck, Winter im Sommer - Frühling im Herbst. Erinnerungen (München 2009); Klaus-Dietmar Henke ed., Wann bricht schon mal ein Staat zusammen! Die Debatte über die Stasi-Akten auf dem 39. Historikertag 1992 (München 1993); Norbert Robers, Joachim Gauck – die Biographie einer Institution (Berlin 2000); ‘Tätigkeitsberichte’, gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de Geraadpleegd op: 26/02/2015. 28 In de afgelopen vier jaar zijn er enkele nieuwe memoires en biografieën over Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn gepubliceerd en heeft historicus Manuel Becker in zijn proefschrift een hoofdstuk gewijd aan de politieke geschiedenis van de BStU. Becker, Geschichtspolitik, 305 – 398; Marianne Birthler, Halbes Land, Ganzes Land, Ganzes Leben. Erinnerungen (München 2014); Klaus Blessing en Manfred Manteuffel, Joachim Gauck, der richtige Mann? Kritische Anmerkungen anhand von Reden, Dokumenten und Zeitzeugenausssagen (Berlijn 2013); Dieter Bub, Begegnungen mit Joachim Gauck. Der Mensch, sein Leben, seine Überzeugungen (Halle 2012); Joachim Gauck, Nicht den Ängsten folgen, den Mut wählen. Denkstationen eines Bürgers (München 2013); Roland Jahn, Wir Angepassten. Überleben in der DDR (München 2014); Johann Legner, Joachim Gauck. Träume vom Paradies, Biografie (München 2014);Hans Peter Trötscher ed., Joachim Gauck. Reportagen, Analysen, Interviews (Frankfurt am Main 2012). 29 Lars Normann, ‘20 Jahre BStU – Eine Zwischenbilanz’, in: Tilman Mayer (ed), 20 Jahre Deutsche Einheit. Erfolge, Ambivalenzen, Probleme (Berlin 2011) 225 - 244. 30 Ibidem, 229.

15 de gevolgen van de dossier-vernietigingen en de daaropvolgende bestuursperiode van Gauck. Ook de groepen die tegen de BStU ageerden krijgen Normanns aandacht. In het derde deel staat de Birthler-Behörde centraal. Hierin draait het met name om de Kohl- Urteilen waarin de voormalige Bondskanselier van Duitsland procedeerde om te voorkomen dat zijn eigen Stasi-dossiers in de openbaarheid kwamen. Normann eindigt zijn artikel met de conclusie dat de BStU, ondanks de vele kritiek, een centrale rol heeft gespeeld in de ‘grundsätzlichen Erfolgsgeschichte der SED-Diktaturaufarbeitung’.31 De tweede publicatie is een proefschrift van historicus Manuel Becker over de geschiedpolitiek in het hedendaagse Duitsland. Één van zijn drie casestudies gaat over de BStU en draait vooral om de vele controverses die zich omtrend de BStU hebben afgespeelt.32 Hij gaat hierbij ook kort in op het functioneren van de drie Behördeleiter. Hij stelt dat met name Joachim Gauck van grote invloed is geweest op de manier waarop de BStU een instituut werd. Nieuwe woorden als Gaucken, het lichten van iemands Stasi-dossier, zijn hiervoor het bewijs. Becker typeert hem als een persoon die tijdens zijn bestuur zijn mening niet onder stoelen of banken stopte, maar die door zijn verdiensten op een brede politieke steun kon rekenen. Het was daarom, volgens Becker, moeilijk voor Marianne Birthler om haar voorganger te evenaren. Hij constateert vervolgens dat de grootste schandalen in de geschiedenis van de BStU zich tijdens haar ambtsperiode voordeden. Hij stelt dat Birthler het intellectuele charisma van Gauck miste, fouten maakte en dat zij na de juridische processen met als verliezer uit de strijd kwam. Over Roland Jahn schrijft Becker kort en verwijst naar de biografie waarin Jahn als een rebel wordt afgeschilderd. Zowel Normann als Becker richten zich op de geschiedenis van de BStU waarbij de driehoeksverhouding tussen BStU, politiek en media centraal staat. Beide besteden aandacht aan de drie Behördenleiter, maar gaan vooral in op hun functioneren. Hun persoonlijke geschiedenissen en de betekenis daarvan gedurende hun bestuursperiode worden niet behandeld. In deze scriptie wordt hier wel aandacht aan besteed.

31 Normann, ‘20 Jahre BStU’, 242-244. 32 Becker, Geschichtspolitik, 305 – 398.

16

De vergelijkende biografie Zoals bijvoorbeeld de bioscoopagenda’s laten zien, is de biografie op het moment erg aanwezig in de populaire cultuur.33 Ook op de universiteiten is er veel aandacht voor dit genre. Volgens sommigen is er zelfs een biographical turn gaande in de sociale- en geesteswetenschappen.34 De reden dat de biografische benadering ook veel historici aanspreekt, is dat deze benadering oog heeft voor de combinatie van het persoonlijke en het algemene in een bepaalde tijd. Zo schrijft historicus Barbara Caine in haar boek over de relatie tussen biografie en geschiedenis dat biografieën zich bezig houden met ‘the individual lives and stories as a way of understanding both contemporary societies and the whole process of social and historical change’.35 Historicus Hans Renders stelt in zijn artikel over de biografische methode dat geschiedwetenschappelijke biografieën duidelijkheid kunnen verschaffen in de wisselwerkingen tussen persoonlijke motieven, overheidsbeleid, politieke cultuur en de maatschappij.36 Historicus Lloyd E. Ambrosius geeft een redenering over de waarde van de biografie voor de geschiedwetenschap die onbedoeld heel erg aansluit bij het onderwerp van deze scriptie: ‘Historians can write biographies that enable readers to experience the lives of others.’37 Zowel Caine, Renders als Ambrosius vinden dus dat de biografische benadering een waardevol inkijkje kan geven in andere tijden of plaatsen. De vergelijkende biografische methode die in deze scriptie gebezigd wordt, werd beïnvloed door teksten van drie auteurs. Het boek Biography van literatuurwetenschapper Hermione Lee is gebruikt omdat hierin op een systematische manier de biografie als interdisciplinair wetenschappelijk genre wordt behandeld. Een artikel van historicus John Milton Cooper over zijn ervaringen als biograaf is gebruikt omdat het hierin specifiek gaat over het schrijven van een vergelijkende historische biografie. Historicus Anneke Ribberink heeft in haar artikel in de bundel Life Writing Matters in Europe een bruikbaar voorbeeld

33 In Maart 2015 alleen al draaiden in de Amsterdamse bioscopen Selma over Martin Luther King, en The Theory of Everything over Stephen Hawking, The Imitation Game over Alan Turing en Wałęsa. Człowiek z nadziei over Lech Wałęsa. Ava DuVernay, Selma (speelfilm 2014); James Marsh, The Theory of Everything (speelfilm 2014); Morten Tyldum, The Imitation Game (speelfilm 2014); Andrzej Wajda, Wałęsa. Człowiek z nadziei (speelfilm 2013). 34 Barbara Caine, Biography and history (Bastingstoke 2010) 1. 35 Ibidem. 36 Hans Renders, ‘De biografische methode’, in: Gerrit Voerman en Dirk Jan Wolffram ed., Benaderingen van de geschiedenis van politiek (Groningen 2006) 39 – 42, 39, 40. 37 Ambrosius zal wel niet bedoelen dat geschiedwetenschappelijke biografen zich moeten spiegelen aan de manieren waarop de Stasi het leven van anderen in kaart bracht.

17 gegeven van een vergelijkende biografie. Lee, Cooper en Ribberink stellen dat er geen vaste regels zijn voor het schrijven van een biografie, maar dat de biograaf wel over een aantal thema’s rekenschap dient af te leggen.38 Een eerste thema betreft de tijdsspanne en de vraag welke periodes in een bepaald mensenleven de meeste aandacht krijgen. In deze scriptie is er voor gekozen om het jaar 1989/1990 als een scheidslijn aan te brengen. Deze periode wordt in het algemeen als Wende aangeduid. De Wende vormde een omslagpunt in het bestaan van de Stasi-archieven, de levens van de drie Behördenleiter en het contemporaine Duitsland. In het hoofdstuk voor de Wende wordt vooral gekeken naar het proces van politieke bewustwording van Gauck, Birthler en Jahn. In het hoofdstuk daarna staat met name hun bestuursperiode centraal. Een tweede thema zijn de persoonlijke betrekkingen tussen biograaf en de gebiografeerden. Ik heb Roland Jahn een aantal keren in levenden lijve gezien en horen spreken. Ik heb echter hem, noch de andere twee persoonlijk ontmoet. Een derde thema is de objectiviteit van de biograaf. Door twee maanden lang stage te lopen bij de BStU was ik onderdeel van deze organisatie en ben ik dus geen echte buitenstaander. Toch denk ik dat ik om meerdere redenen een kritische blik kan werpen op mijn onderwerp. Allereerst heb ik de hoofdpersonen in deze scriptie niet persoonlijk gesproken. Daarnaast ben ik van een heel andere generatie dan de drie hoofdfiguren; ik ben geboren in 1987. En tot slot ben ik opgegroeid en woonachtig in Nederland. Hoewel er in de afgelopen 25 jaar steeds meer nationale grenzen vervaagden, is het publieke debat over het Stasi-verleden toch vooral een Duitse aangelegenheid geweest. Een vierde thema betreft de historische context van een levensverhaal. Het gaat hierbij om de relatie tussen het individu en zijn of haar positie in een historische setting. Door hun verleden als burgerrechtenactivist en hun latere beroepsmatige posities hebben Gauck, Birthler en Jahn alle drie de transitie van een gedeeld naar een herenigd Duitsland bewust meegemaakt en helpen vormgeven. Een vergelijking van de biografieën van Gauck, Birthler en Jahn kan daarom bijdragen aan het inzicht in de contemporaine Duitse samenleving. Een laatste thema zijn de meervoudige identificaties die elk individu, dus ook de drie Bundesbeauftragten, heeft in verschillende contexten. Nationaliteit, familiebanden,

38 Hermione Lee, Biography. A very short introduction (Oxford 2009) 6; John Milton Cooper jr. ‘Conception, Conversation, and Coparison: My Experiences as a Biographer’, in: Lloyd E. Ambrosius ed., Writing Biography, Historians & Their Craft (Lincoln NE en Londen 2004) 79 – 102, 79; Anneke Ribberink, ‘Margareth Thatcher and Gro Harlem Brundtland: two women Prime Ministers from the spectre of a comparative biography’, in: Marijke Huisman e.a. ed., Life Writing Matters in Europe (Heidelberg 2012) 241 – 257, 242.

18 vriendschappen, werkzaamheden, maatschappelijke en politieke posities, motieven en gender zijn voorbeelden van factoren die iemands identiteit bepalen. In een vergelijkende biografie is het daarom relevant om op deze onderwerpen in te gaan. Ik wil me in deze scriptie met name richten op het werkzame leven en de maatschappelijke en politieke positie van de drie BStU-leiders. Toch zullen ook de andere factoren aan bod komen.

Brongebruik Om de bestuursperiodes van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn met elkaar te kunnen vergelijken heb ik gebruik gemaakt van primair en secundair bronmateriaal. Het primaire bronmateriaal bestaat uit de autobiografieën van de drie Bundesbeauftragten, interviews met hen, hun redes en enige artikelen die zij geschreven hebben. Daarnaast beschouw ik de Tätigkeitsberichten en de website van de BStU ook als primaire bronnen. Het secundaire bronmateriaal bestaat uit de biografieën over Joachim Gauck en Roland Jahn en de wetenschappelijk literatuur over de BStU. Hieronder zal eerst uitleg worden gegeven over het gebruik van de primaire bronnen en vervolgens zal er worden in gegaan op het gebruikte secundaire bronmateriaal. De primaire bronnen verdienen nadere aandacht omdat autobiografisch materiaal zoals memoires niet zonder meer correspondeert met hoe de dingen historisch gezien geweest zijn. Marianne Birthler besprak dit probleem met BStU-historicus Ilko-Sascha Kowalczuk na aanleiding van haar eigen memoires en zij kwam daaropvolgend tot de conclusie dat: ‘Es geht [in haar memoires - MvdB] ja nicht um ein weiteres wissenschaftliches Werk, sondern um meine Erfahrungen.’39 Ze bedoelt dat haar memoires geen kroniek vormen, maar een persoonlijke interpretatie van wat er is gebeurd in het verleden. Het probleem met herinneringen als bron voor historisch onderzoek is dat ze niet altijd even betrouwbaar zijn. In haar boek over de omgang met het verleden in Duitsland gaat literatuurwetenschapper Aleida Assmann op deze onbetrouwbaarheid in. Zij richt zich voornamelijk op de verwerking van de Holocaust en illustreert aan de hand van twee voorbeelden hoe mensen zich oprecht dingen kunnen herinneren die zich in werkelijkheid nooit hadden voorgedaan.40 Ook vergeten kan een rol spelen bij herinneringen. Dit was

39 Birthler, Halbes Land, 16. 40 Aleida Assmann, Der lange Schatten der Vergangenheit. Erinnerungskultur und Geschichtspolitik (München 2006) 138 – 152.

19 bijvoorbeeld het geval bij romanschrijfster Christa Wolf. In 1993 kwam zij tot de ontdekking dat zij als informant in de Stasi-archieven voorkwam. Zij kon dit zelf echter niet meer herinneren.41 Voor historisch onderzoek zijn autobiografieën daarom vooral interessant om te achterhalen wat iemand op een bepaald moment dacht of geloofde of hoe iemand zichzelf en de wereld bezag.42 Toch kunnen autobiografische geschriften wel degelijk ook informatie bevatten over de historische werkelijkheid zelf. De beschreven historische gebeurtenissen kunnen bijvoorbeeld worden gecontroleerd door ze met andere (autobiografische) bronnen te vergelijken om zodoende tot een beeld van het verleden te komen. Daarnaast hebben de gender studies en de postcolonial studies aangetoond dat subjectiviteit in alle bronnen zit; de Stasi-archieven, overheidsarchieven in het algemeen of de berichtgeving in kranten zijn ook alles behalve objectief ten aanzien van historische gebeurtenissen.43 In die zin, zijn egodocumenten net zo bruikbaar als bron voor een reconstructie van het verleden als andere archiefstukken.44 Nog weer een andere reden voor het gebruik van autobiografisch materiaal is dat deze zelf vaak tot stand is gekomen met behulp van historisch bronmateriaal. Zo schrijft Birthler bijvoorbeeld dat ze voor het schrijven van haar memoires gebruik heeft gemaakt van foto’s, brieven en krantenknipsels wat impliceert dat haar herinneringen een relatie hebben tot de historische werkelijkheid. 45 Kortom, egodocumenten zoals autobiografieën zijn niet onomstreden, maar kunnen om meerdere redenen gebruikt worden als bron voor historisch onderzoek. Gauck, Birthler en Jahn hebben alle drie hun memoires opgeschreven.46 Ze hebben dit niet op dezelfde manier gedaan. Gauck heeft zijn memoires in samenwerking met journaliste Helga Hirsch geschreven, Birthler heeft er zelf werk van gemaakt en Jahn heeft samen met BStU-woordvoerder Dagmar Hovestädt teruggeblikt. Gaucks biografie bestaat uit 345 pagina’s en behandelt zijn hele leven van zijn geboorte in 1940 tot en met 2009, toen het boek voor het eerst verscheen. Birthlers memoires zijn iets omvangrijker als die

41 Christa Wolf, ‘Eine Auskunft’, Berliner Zeitung (21.01.1993) in: Hermann Vinke, Akteneinsicht Christa Wolf. Zerspiegel und Dialog (Hamburg 1993) 143, 144. 42 Caine, Biography and history, 74, 75. 43 Ibidem, 1 – 9; Laura Ann Stoler, Along the archival grain. Epistemic anxieties and colonial common sense (Princeton NJ en Oxford 2009) 1 - 8. 44 Het woord Egodocument is voor het eerst gebruikt door Jacques Presser. Arianne Baggerman, ‘Egodocumenten, dagboeken, brieven en memoires als historische bron’, Spiegel Historiael, magazine voor geschiedenis en archeologie 40.3/4 (maart 2005) 108 – 115, 109. 45 Birthler, Halbes Land, 15. 46 Gauck, Winter im Sommer; Birthler, Halbes Land; Jahn, Wir Angepassten.

20 van Gauck en tellen 384 pagina’s. Het boek behandelt een lange periode die al begint voor haar geboorte in 1948 en eindigt in 2014 als ze gepensioneerd is. Jahns biografie is korter dan die van Gauck en Birthler. Zijn boek bestaat uit 172 pagina’s en beperkt zich tot enkele van zijn ervaringen in de DDR. Het boek is, zoals Jahn zelf ook in het voorwoord schrijft, geen volledige autobiografie. De drie memoires zijn verschenen om verschillende redenen. In het geval van Gauck was het, achteraf gezien, een opstap richting het presidentschap; hij stelde zich in het boek als het ware voor aan het Duitse volk. Marianne Birthlers memoires zijn misschien wel de meest onafhankelijke van de drie: zij schreef haar herinneringen toen ze reeds gepensioneerd was en kon zich in die zin vrij uitlaten over haar eigen verleden. Roland Jahn schreef zijn biografie toen hij Bundesbeauftragte bij de BStU was en heeft zijn levensverhaal ook in die hoedanigheid geschreven. Naast de memoires, hebben Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn gedurende hun loopbaan verscheidene artikelen in boeken gepubliceerd, voordrachten gehouden en interviews gegeven. Sommige zijn op papier verschenen, anderen zijn op het internet gepubliceerd. De drie Bundesbeauftragten hebben een eigen webpagina waar een selectie van deze teksten te vinden is.47 Een derde soort van primaire bron zijn de Tätigkeitsberichten van de BStU. In deze tweejaarlijkse verslagen wordt er ingegaan op de algemene stand van zaken. De meeste uitgaven zijn online te vinden op de website van de BStU.48 De eerste drie verslagen staan niet op de website, maar heb ik gekopieerd toen ik voor mijn stage in Berlijn was. De website van de BStU bleek niet alleen waardevol om inzicht te krijgen in de jaarverslagen, er staat ook veel andere relevante informatie op. Zo zijn er jaaroverzichten, cijfers over de omvang van de archieven en de StUG te vinden.49 Naast de primaire bronnen zijn er ook secundaire bronnen met betrekking tot de levens van de drie BStU-leiders beschikbaar. Zo zijn er verscheidene biografiën over hen verschenen. Vooral over het leven van Gauck is veel gepubliceerd. Voor deze scriptie heb ik gebruik gemaakt van Norbert Robers’ uitgave. Dit boek werd voor het eerst uitgegeven in

47 'Bundespräsident Joachim Gauck', gepubliceerd door: Bundespräsidialamt, website: http://www.bundespraesident.de, geraadpleegd op: 31/03/2015; 'Marianne Birthler', gepubliceerd door: die Heinrich Böll Stiftung, website: http://www.boell.de, geraadpleegd op: 31/03/2015; 'Der Bundesbeauftragte Roland Jahn', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 31/03/2015. 48 ‘Tätigkeitsberichte’, gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 30/03/2015 49 BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 30/03/2015.

21

2000 en beleefde een herziene druk na Gaucks benoeming tot Bondspresident in 2012. 50 De keuze voor deze biografie is gebaseerd op het feit dat het geldt als standaardwerk.51 Naast deze biografie heb ik gebruik gemaakt van enige korte biografische schetsen over Gauck in diverse overzichtswerken en op het internet.52 Qua biografieën is het wat Marianne Birthler betreft eenvoudig: Marianne Birthler heeft er geen. Wel zijn er enkele korte biografische schetsen over haar zoals bijvoorbeeld in het boek Wer war wer in der DDR.53 Over Roland Jahn is er één biografisch boek gepubliceerd. In dit boek van journalist Gerald Praschl wordt hij als een ‘rebel’ neergezet.54 Ook over Jahn zijn er enkele korte biografische beschrijvingen verschenen.55 Behalve de biografiën zijn er ook veel krantenartikelen over de drie BStU- bestuurders verschenen. Gedurende mijn stage, had ik toegang tot het persarchief van de BStU en heb ik verscheidene krantenartikelen uit dit archief mogen kopieëren. Deze artikelen gaan vooral over specifieke kwesties die veel media-aandacht hebben kregen. De kranten variëren van lokale kranten als de Berliner Zeitung tot de landelijke Frankfurter Allgemeine Zeitung. Via internet zijn er ook een aantal dag- en weekbladen en radio- interviews beschikbaar. Ik heb vooral gebruik gemaakt van Der Spiegel en Die Zeit omdat deze ‘kwaliteitskranten’ hun oude uitgaven gedigitaliseerd hebben en kosteloos toegankelijk zijn.56 Tot slot is Deutschlandradio het vermelden waard omdat deze radiozender

50 Robers, Joachim Gauck. Die Biografie; Norbert Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor zum Präsidenten, die Biografie (Berlin 2012). 51 Na Gaucks benoeming als Bondspresident verschenen er veel biografische boeken over hem. Journalistische biografiën: Bub, Begegnungen; Mario Frank, Gauck – Eine Biographie (Berlin 2013); Trötscher, Joachim Gauck. Biografie gemaakt door Gaucks voormalige woordvoerder: Legner, Joachim Gauck. Kritische biografiën: Blessing, Joachim Gauck; Albrecht Müller, Der falsche Präsident: Was Pfarrer Gauck noch lernen muss, damit wir glücklich mit ihm werden. (Frankfurt am Main 2012). 52 ‘Gauck, Joachim’, in: Helmut Müller-Enbergs, Jan Wielgohs, Dieter Hoffmann en Andreas Herbst ed., Wer war wer in der DDR? Ein Lexikon ostdeutscher Biographien, Band 1 (4e druk, Berlin 2006) 287, 288; 'Joachim Gauck geb. 1940' gepubliceerd door: Lebendiges Museum Online/ Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland, website: http://www.hdg.de, geraadpleegd op: 31/03/2015. 53 ‘Birthler, Marianne, geb. Radtke’, in: Helmut Müller-Enbergs, Jan Wielgohs, Dieter Hoffmann en Andreas Herbst ed., Wer war wer in der DDR? Ein Lexikon ostdeutscher Biographien, Band 1 (4e druk, Berlin 2006) 96, 97. 54 Gerald Praschl, Roland Jahn. Ein Rebell als Behördenchef (Berlin 2011). 55 ‘Jahn, Roland’, in: Helmut Müller-Enbergs, Jan Wielgohs, Dieter Hoffmann en Andreas Herbst ed., Wer war wer in der DDR? Ein Lexikon ostdeutscher Biographien, Band 1 (4e druk, Berlin 2006) 458, 459; , Geschichte der Opposition in der DDR, 1949-1989 (Bonn 1997); Ilko-Sascha Kowalczuk, Endspiel. Die Revolution von 1989 in der DDR (München 2009). 56 Die Zeit, website: http://www.zeit.de, geraadpleegd op: 30/03/2015; Der Spiegel, website: http://www.spiegel.de, geraadpleegd op 30/03/2015.

22 uitgebreide interviews met de Bundesbeauftragten schriftelijk heeft uitgewerkt en op het internet beschikbaar heeft gemaakt.57

Afbeelding 2: De memoires van Joachim Gauck (2011), Marianne Birthler (2014) en Roland Jahn (2014).

57 Deutschlandradio, website: http://www.deutschlandradiokultur.de, geraadpleegd op: 20/05/2015.

23

Hoofdstuk 1: Leven in de DDR

Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn zijn alle drie in de DDR opgegroeid en hebben er een groot deel van hun volwassen leven doorgebracht. Ook hebben ze er alle drie te maken gehad met de Stasi, al wisten ze pas na de Wende in welke mate. Hun verleden en hun toenmalige ervaringen maakten dat zij directeur van de BStU konden worden. Ondanks de overeenkomsten in hun achtergrond, zijn er echter ook verschillen. Niet alleen hun leeftijd is onderscheidend, ook hun plaats van herkomst, de opvoeding die zij genoten hadden, hun gezinssituatie en hun houding ten aanzien van het DDR-regime lopen uiteen. Joachim Gauck bijvoorbeeld kreeg van huis uit een antipathie mee tegen de communisten, terwijl de ouders van Roland Jahn juist vonden dat hun zoon in het systeem mee moest kunnen draaien. Bij Marianne Birthler thuis werd er naar een tussenweg gezocht. In hun volwassen leven echter, kreeg uitgerekend Roland Jahn het het ergst aan de stok met de autoriteiten, terwijl Joachim Gauck en Marianne Birthler zich binnen de door de SED afgebakende grenzen van het toelaatbare hun werk konden uitoefenen. In het volgende zal aandacht worden geschonken aan de levenslopen van de drie Bundesbeauftragten. Wat waren de overeenkomsten en verschillen in de wegen die Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn bewandelden voor de Wende?

24

Afbeelding 3: Joachim Gauck in de Marienkirche in Rostock waar hij voor andere dissidenten een preek hield. Gefotografeerd door: Siegfried Wittenburg, gefotografeerd op: 19/10/1989, gepubliceerd door: Norddeutscher Rundfunk, titel: ‘Gaucks legendäre Rede in der Marienkirche’, website: http://www.ndr.de, geraadpleegd op: 24/04/2015.

Joachim Gauck Joachim Gauck werd in 1940 geboren in Rostock, maar verbleef zijn eerste levensjaren in Wustrow, aan de Oostzeekust. Hij was de oudste in een gezin met vier kinderen; na hem zouden er nog twee zussen en een broer geboren worden. Zijn moeder, Olga Warremann kwam uit Rostock en was in 1910 geboren. Ze had na haar lagere school, een secretaresseopleiding gevolgd en als administratief medewerker gewerkt. In 1938 trouwde ze met Joachim Gauck senior, die in 1907 geboren was in Dresden. Hij had in Wustrow de zeevaartschool gedaan en was vervolgens als stuurman op koopvaardijschepen gaan werken met bestemmingen in Australië, Nederlands-Indië en Afrika.58 Na de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog werkte hij als kapitein op een schip dat mijnen veegde. Hij was in deze functie niet betrokken bij directe oorlogshandelingen. In zijn memoires schrijft Gauck dat zijn ouders lid waren geweest van de NSDAP en dat zij als meelopers beschouwd kunnen worden. Toen hij zijn ouders later vroeg naar de Holocaust antwoordden zij dat zij van niets hadden geweten. Maar na nogmaals vragen, antwoordden zij dat zij wel degelijk op de hoogte waren geweest van de Kristallnacht en het verdwijnen van de Joodse bevolking uit

58 Gauck, Winter im Sommer, 11 - 13.

25

Rostock.59 De Tweede Wereldoorlog ging minder geruisloos aan de familie Gauck voorbij dan de Holocaust. Hoewel Wustrow, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het nabij gelegen Rostock, gespaard bleef van geallieerde bommen, kreeg het gezin wel te maken met de gevolgen van de Oorlog. Zo hadden de afwezigheid van Gaucks vader, het groeiende gebrek aan levensmiddelen en het binnenmarcheren van het Rode Leger een grote impact. Joachim Gauck senior bleef nog tot en met de zomer van 1946 in Britse krijgsgevangenschap en kon zodoende niet voor inkomsten voor zijn gezin zorgen. Zijn vrouw is toen met haar kinderen bij haar ouders in Rostock gaan wonen. In zijn memoires schrijft Gauck, dat in tegenstelling tot andere vrouwen in Wustrow, zij geen seksueel geweld te verduren had gekregen omdat er een Russische majoor ingekwartierd was bij haar buurvrouw. Deze majoor had, aldus Gauck, soldaten op afstand gehouden.60 Nadat Joachim Gauck senior een jaar na het einde van de Oorlog was teruggekeerd in Rostock, ging hij als loods aan de slag in de havens. Zijn vrouw bleef vooralsnog thuis om voor hun kinderen te zorgen. Een paar jaar later pakte zij echter haar vroegere baan als administratief medewerker weer op. Een gewoon gezinsleven zat er niet in voor de familie Gauck. In de zomer van 1951 werd Joachim Gauck senior tijdens het verjaardagsfeest van zijn moeder opgehaald onder het mom dat er een ongeluk op een scheepswerf was gebeurd en dat hij dringend nodig was. In plaats van naar de havens te gaan, kwam hij in de gevangenis terecht. Door het Sovjet militaire tribunaal werd hij vervolgens tot twee maal 25 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De eerste 25 jaar kreeg hij opgelegd wegens een brief die een voormalige leidinggevende hem had gestuurd met de uitnodiging naar West-Berlijn te komen. Deze voormalige leidinggevende was naar West-Duitland geëmigreerd en zou met de Franse inlichtingendienst hebben samengewerkt. In de brief aan Gaucks vader had hij vijftig Mark bijgevoegd voor de reiskosten naar West-Berlijn. Het tribunaal achtte Gauck hiermee schuldig aan spionage. De tweede 25 jaar kreeg hij opgelegd wegens ‘antisowjetischer Hetze’ omdat er nautische tijdschriften uit West-Duitsland in zijn huis gevonden waren.61 In de winter van 1952 werd hij naar Tajsjet in Siberië getransporteerd waar hij bomen moest kappen om ze tot planken te zagen. Ondertussen had zijn familie geen idee waar hij zat en wat er was gebeurd. Meer dan twee jaar na zijn verdwijning, in het najaar van 1953 toen

59 Gauck, Winter im Sommer; 110, 111. 60 Ibidem, 25. 61 Ibidem, 36; Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor, 22.

26

Stalin overleden was en de repressie iets minder was geworden, werd Gaucks moeder op de hoogte gesteld van het lot van haar man. Nadat Bondskanselier Konrad Adenauer in het najaar van 1955 naar Moskou was gereisd om te onderhandelen over de terugkeer van Duitse krijgsgevangenen en geïnterneerde Duitse burgers uit de Sovjet Unie, werd ook Gaucks vader vrijgelaten.62 Deze episode maakte Joachim Gauck veel bewuster mee dan de Tweede Wereldoorlog; hij was elf jaar toen zijn vader werd opgepakt en vijftien jaar toen deze terugkwam. Gauck herinnert zich in zijn memoires dat de vermissing van zijn vader invloed had op zijn politieke opvoeding. ‘Die Pflicht zur unbedingten Loyalität gegenüber der Familie schloss auch die kleinste Form von Fraternisierung mit dem System aus.’63 Gauck noch zijn broer Eckart of zussen Sabine en Marianne mochten bijvoorbeeld pionier worden of tot de Freie Deutsche Jugend (FDJ) toetreden. ‘“Wenn euch jemand fragt, wann ihr in die Pioniere eintretet”, schärfte Mutter uns Kindern wiederholt ein, “dann antwortet ihr: Ihr könnt wieder nachfragen, wenn wir wissen, wo unser Vater ist und wann er wiederkommt.”’64 Na de thuiskomst van Joachim Gauck senior veranderde er weinig in de manier waarop er in de familie naar het communisme werd gekeken. ‘Mein Vater ging in der DDR einen eigenen Weg, nicht den eines Widerständlers, aber den eines Menschen mit Abstand zum System, der seine Distanz zum Kommunismus bei Bedarf unmissverständlich kundtat.’65 Gauck kon zichzelf klaarblijkelijk in de houding van zijn vader vinden, want hij nam deze over in zijn eigen verdere leven. In 1959, toen hij net begonnen was met zijn studie Theologie, trouwde Gauck met Hansi Radtke, die hij kende uit zijn middelbare schooltijd. Hansi Radtke was in 1940 geboren in Königsberg. Haar ouders hadden hier een winkel gehad in koloniale waren. In 1945 werd zij met haar familie uit haar geboortestad vertrieben en kwam terecht in Rostock, waar haar vader een baan kon krijgen bij een scheepswerf. Haar jeugd was niet gemakkelijk, vooral omdat haar ouders niet met hun oorlogservaringen konden omgaan.66 Na haar huwelijk, waarbij haar naam veranderde in Hansi Gauck, ging ze eerst werken als verkoper bij de

62 Gauck, Winter im Sommer, 50 – 52. 63 Ibidem, 41. 64 Ibidem, 40, 41. 65 Ibidem, 55. 66 Ididem, 101, 102.

27 universiteitsboekhandel. Later hielp ze haar man bij zijn werk als predikant.67 Zij en Gauck kregen vier kinderen waarvan de oudste drie in de jaren ’60 werden geboren en de jongste in 1979. Drie van hen zijn nog gedurende het bestaan van de DDR naar West-Duitsland geëmigreerd. Christian en Martin hadden beide in 1984 een Ausreiseantrag aangevraagd en mochten drie jaar later met hun gezinnen vertrekken. Gesine trouwde in 1989 met een West-Duitser en vertrok toen ook naar de Bondsrepubliek. Katharina, de jongste, bleef samen met haar ouders achter in de DDR. Waarom bleef het echtpaar Gauck? En waarom vertrokken de kinderen? In zijn memoires schrijft Gauck dat hij voor de bouw van de Muur meerdere vakantiereizen naar West-Europa maakte, hij het er erg naar zijn zin had en dat hij er verscheidene familieleden had wonen. In de zomer van 1961, even voor het sluiten van de grens, bood een tante hem en zijn vrouw zelfs een appartement aan in West-Berlijn. ‘Wir [Hansi en Joachim Gauck - MvdB] lächelten geschmeichelt, hin und her gerissen von der Versuchung, und wir sahen uns an, und wir sagten: “Nein”’.68 Gauck reflecteert in zijn boek over zijn toemalige motieven. Hij had toentertijd het aanbod geweigerd omdat hij enerzijds het gevoel had dat hij zijn plicht in de DDR niet mocht verzaken; hij vond dat hij moest blijven om als theoloog Oost-Duitsers terzijde te kunnen staan. Anderzijds wilde hij blijven in het land dat hem vertrouwd was en waarin hij dacht te kunnen functioneren.69 Als theoloog kon hij zich namelijk een zekere distantie permitteren van het systeem en er toch ook onderdeel van zijn. Hij had aanvankelijk Germanistiek willen studeren, maar was afgewezen vanwege zijn familiaire achtergrond en zijn politieke opvattingen. Vervolgens besloot hij om, net als één van zijn ooms, met theologie te beginnen. Na zijn studie, werd hij in 1967 beroepen in Lüssow, een plattelandsgemeente dertig kilometer onder Rostock.70 Na vier jaar keerde hij terug naar zijn geboorteplaats om er te midden van Plattenbau al pionierend een gemeenschap op te bouwen. In 1981 werd hij benoemd tot Stadtjugendpastor en vanaf 1985 werd hij voorzitter van de Rostockse kerkenraad.71 Hij wist dus carrière te maken. Zijn kinderen daarentegen, en met name zijn twee zonen, lukte dat niet. Zij werden door de positie van hun vader niet toegelaten tot het Abitur, werden daarmee belemmert in hun

67 Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor, 38. 68 Gauck, Winter im Sommer, 68. 69 Ibidem. 70 Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor 41. 71 Ibidem, 44, 52.

28 beroepskeuze en raakten gefrustreerd.72 Gaucks gezinsleven weerspiegelt daarmee de rand van DDR-samenleving: Gauck zelf was samen met zijn vrouw in staat om te leven binnen de grenzen die het regime hem stelde, zijn kinderen lukten dat niet. Toen Gauck in oktober 1989 werd gevraagd of hij zich wilde inzetten voor een nieuw op te richten burgerinitiatief in Rostock met de naam Neue Forum antwoordde hij als volgt:

Ja, ich wollte (…) aktiv im Neuen Forum mitwirken. Zwar hatte ich in der Vergangenheit nicht rebelliert, war nicht als Fundamentaloppositioneller aufgetreten und hatte keine Basisgruppe gegründet. Aber mein Beruf als Pastor hatte mich gleichzeitig hier und doch deutlich anders leben lassen.73

Met name in zijn werk als jeugdpredikant had hij geprobeerd om tegenwicht te bieden aan de communistische doctrines en praktijken. Hierdoor raakte hij ook in het vizier van de Stasi. In 1983 werd een Operativen Vorgang (OV) met de naam Larve geopend. Hij kreeg toen te maken met plotselinge weigeringen van visa voor kennissen uit het Nichtsozialistische Westliche Ausland, hij werd bespioneerd door een dozijn Inoffizieller Mitarbeiters (IM), zijn telefoon werd afgeluisterd, zijn post werd geopend, in zijn woning bevond zich afluisterapparatuur en er vonden heimelijke huiszoekingen plaats.74 Gaucks verdere ervaringen met de Stasi bestonden eruit dat hij heeft geprobeerd te voorkomen dat jongeren of andere gemeenteleden als IM zouden worden geworven en dat hijzelf een keer is benaderd om IM te worden. Volgens Gauck en zijn biograaf, Norbert Robers, is hij niet op dat aanbod ingegaan.75 Toen het in de herfst van 1989 onrustig werd in Oost-Duistland, ontwikkelde Gauck zich tot een oppositieleider. Hij was één van de organisatoren die in Rostock bijeenkomsten organiseerde voor dissidenten. Bij het eerste treffen, op 19 oktober, preekte Gauck in een bomvolle Marienkirche. Dit maakte blijkbaar nogal indruk want even later, toen de Muur was gevallen en het Neue Forum zich, samen met twee andere burgerrechtenverenigingen, getransformeerd had in een politieke partij met de naam Bündnis 90, werd hij kandidaat bij de Volkskammerverkiezingen, de eerste vrije verkiezingen in de DDR.

72 Gauck, Winter im Sommer 88 – 93; Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor, 50, 51. 73 Gauck, Winter im Sommer, 202. 74 Ibidem, 179, 180. 75 Ibidem, 157 – 160, 297 , 298; Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor, 54, 55.

29

Afbeelding 4: Marianne Birthler als spreker op de Alexanderplatz. Gefotografeerd door: Hubert Link, gepubliceerd door: Bundesarchiv, inventaris nummer: Bild 183-1989-1104-043), titel: ‘4.11.89 Berlin: Demonstration’ website: http://www.bild.bundesarchiv.de, geraadpleegd op: 17/04/2015.

Marianne Birthler Marianne Birthler werd geboren in Berlijn- in 1948 als Marianne Radtke. Het gezin Radtke bestond uit haar ouders, haar grootmoeder van moeders kant en haar zes jaar oudere zus. Birthlers grootmoeder, Martha Lepski, was afkomstig uit Bunzlau (nu: Bolesławiec) in Silezië en was geboren in 1893. Zij had als dienstmeisje gewerkt in Breslau (nu: Wrocław) en later in Berlijn. Hier trouwde ze met Wilhelm Gotter, die slotenmaker was en ook vanuit Breslau naar Berlijn was verhuisd. In 1913 werd Birthlers moeder, Erika, geboren. Zij ging na acht jaar Volksschule aan het werk als coupeuse en deed in de avonduren een opleiding tot stenotypiste. Zij trouwde in 1941 met Andreas Radtke die ook

30 uit Berlijn kwam en een opleiding in de detailhandel had gevolgd. Hij had allerlei baantjes totdat hij na het einde van de Tweede Wereldoorlog een eigen slijterij opende op de Alexanderplatz.76 De Tweede Wereldoorlog was een indrukwekkende gebeurtenis geweest in de levens van Birthlers ouders. Andreas Radtke werd als Wehrmachtsoldaat gestationeerd in Litouwen en later in Servië. In haar memoires, vermoedt Birthler dat hij op de hoogte moet zijn geweest van de Holocaust, maar ze heeft hem er nooit over kunnen spreken.77 Erika Radtke werd met haar moeder en haar tweejarige dochter Monika (haar vader was toen al overleden) geëvacueerd naar een dorpje in de buurt van Frankfurt an der Oder waar ze meer dan een jaar door zou brengen. Hier werd een tweede dochter geboren, Marianne, die door de oorlogsomstandigheden slechts enkele maanden in leven bleef. Met het einde van de Oorlog kwamen ook de soldaten van het Rode Leger. Birthlers moeder behoort tot de vrouwen die toen slachtoffer werden van seksueel geweld. Met bewondering citeert Birthler het commentaar van haar moeder op deze gebeurtenis: ‘Wenn ihr [Marianne Birthler en haar zus Monika Drews - MvdB] hört, was die Russen in Deutschland gemacht haben, denkt immer daran, was deutsche Soldaten vorher in Russland angerichtet haben!’78 Haar reactie is opvallend omdat er na de Oorlog in het algemeen vaak gezwegen werd over dit onderwerp.79 Nadat het gezin in Berlijn herenigd was, begon haar vader een winkel, kocht hij een zeilboot en werd er opnieuw een Marianne geboren. 80 Birthler heeft haar vader maar kort gekend want in 1956 overleed Andreas Radtke aan tuberculose, die hij had opgelopen gedurende zijn militaire dienst. Ze groeide vervolgens op in een huishouden met alleen maar vrouwen. Haar moeder nam de slijterij over en haar grootmoeder paste op haar en haar zus.

76 Birthler beschrijft in haar memoires dat de broer van Andreas Radtke, Gerhard Radtke, als orchideeënkweker naar Nederlands-Indië (nu: Indonesië) geëmigreerd was en vervolgens door de Britten werd geïnterneerd in Brits-Indië (nu: India). Na zijn repatriatie naar Europa leefde hij, volgens haar, samen met een Nederlandse man. Dit verhaal is volgens mij niet helemaal compleet, omdat het waarschijnlijk de Nederlanders waren, die hem bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog interneerden en niet de Britten. Na Pearl Harbor in December 1941 is hij hoogst waarschijnlijk per schip naar een interneringskamp in de Himalaya getransporteerd waar hij de rest van de Oorlog heeft uitgezeten. Maaike van den Berg, A German border crossing in a European colonial community. The Deutsche Bund in the Dutch East Indies and its transnational sense of national belonging, 1915 – 1940 (ongepubliceerde Researchmasterscriptie, Amsterdam 2015); Birthler, Halbes Land, 18 – 22. 77 Birthler, Halbes Land, 22, 23. 78 Ibidem, 25. 79 Norman M. Naimark, ‘Verkrachtingen en de Russische bezetting van Duitsland’, in: Patrick Dassen, Ton Nijhuis en Krijn Thijs ed., Duitsers als slachtoffers. Het einde van een taboe? (Amsterdam 2006) 59 – 106, 63. 80 Birthler, Halbes Land, 28, 29.

31

‘In meiner Umgebung gab es niemanden, der nicht entsetzt oder verängstigt war […]’ herinnert Marianne Birthler zich ten aanzien van de aanleg van de Berlijnse Muur.81

Für mich, die Dreizehnjährige, gab es dagegen Wichtigeres als den Mauerbau. Zwar war ich bis dahin gern und oft im Westen gewesen, aber als mein Zuhause sah ich damals noch nicht die Stadt, sondern meinen Kiez, und meine Freundinnen waren schlieβlich alle noch da.82

Voor haar moeder lag dat anders. Vele van haar vrienden en dierbare familieleden woonden aan de andere kant en ze hield ervan om in West-Berlijn naar de bioscoop te gaan of er boeken uit de bibliotheek te lenen, die in de DDR niet verkrijgbaar waren.83 ‘Sie erlebte den Bau der Mauer als eine persönliche und politische Katastrophe’, blikt Birthler terug.84 Om het leed te verzachten en om op de hoogte te blijven van West-Duitse actualiteiten kwam er toen een televisie in huis. Birthlers moeder was geenszins begeesterd door het communisme, ze hechtte veel waarde aan de vrijheid en de democratie die in West- Duitsland te vinden waren, maar ze was niet het type dat de barricaden op ging.85 Ze wilde bijvoorbeeld aanvankelijk niet dat haar kinderen bij de FDJ gingen, maar ze zwichtte nadat haar kinderen hadden aangedrongen wel lid te mogen worden. Verder wilde ze dat haar kinderen de Jugendweihe ondergingen, omdat ze hen niet het risico wilde laten lopen om te worden uitgesloten van de eindexamens. Wat haar betreft hoefde er echter geen feest aan verbonden te worden. Ze vond ook dat haar dochters naar catechisatie moesten omdat hun vader dat zo had gewild, maar ze keurde actief kerkbezoek af.86 Marianne Birthler was echter steeds vaker in de kerk te vinden. Ze zong er samen met een vriendin in een kerkkoor, ze leerde er gitaar spelen en ze ging er naar bijeenkomsten van de Junge Gemeinde, de jeugdafdeling van de Evangelische Kirche in de DDR. De kerk trok haar aan omdat ze er nieuwe mensen ontmoette en er kennis opdeed die buiten de kerk niet te vinden was. Zo leerde ze bijvoorbeeld de teksten van kennen en hield ze zich

81 Birthler, Halbes Land, 50. 82 Ibidem, 51. 83 Ibidem, 45 – 48. 84 Ibidem, 50. 85 Ibidem, 60, 61. 86 Ibidem, 41, 52, 53, 55.

32 bezig met de geschiedenis van Anne Frank.87 Ondanks de bouw van de Muur, vond Birthler dus binnen de huiselijke sfeer en in de kerk ruimte om zichzelf, buiten de communistische doctrines, te ontwikkelen. Na haar Abitur volgde Birthler, net als haar zus, een opleiding detailhandel. Vervolgens ging ze werken bij de Deutschen Kamera- und ORWO-Film, een bedrijf dat camera’s aan West-Europa verkocht.88 In 1967 leerde ze Wolfgang Birthler kennen bij het koor van de Junge Gemeinde. Een jaar later trouwden ze. Wolfgang was toen 21 jaar oud, Marianne was 20 en hun eerste kind was onderweg. In de daaropvolgende jaren zou het gezin Birthler worden uitgebreid met nog twee kinderen.89 Nadat Wolfgang Birthler zijn opleiding tot dierenarts had afgerond verhuisde het paar in 1972 naar een nieuwbouwwijk in Schwedt, dat tegen de Poolse grens aan, noordoostelijk van Berlijn ligt.90 In tegenstelling tot veel andere vrouwen in de DDR, zei Birthler haar baan op om huisvrouw te worden en voor hun kinderen Anna, Uta en Eva te zorgen. In Schwedt raakte ze betrokken bij de plaatselijke Evangelische wijkgemeente waar ze thema-avonden en familie uitstapjes organiseerde. Ze begon zich te interesseren voor jeugd- en jongerenwerk en startte met een cursus pastorale en pedagogische dienstverlening. Tot en met de val van de Muur is Marianne Birthler eenmaal in West-Europa geweest. In 1980 wordt ze uitgenodigd om naar Groningen in Nederland te komen voor een oecumenische bijeenkomst. Haar man zat omstreeks dezelfde tijd ook niet stil. Hij hield zich bezig met milieuvraagstukken.91 Vanuit het perspectief van de staat werden beiden gezien als niet-perfecte, maar ongevaarlijke DDR-burgers. De Stasi hield hen toen al in de gaten en had afluisterapparatuur in het huis van haar moeder en haar schoonouders geïnstalleerd.92 Na haar echtscheiding, keerde Marianne Birthler in 1983 met haar oudste dochter terug naar Berlijn; de jongste twee kinderen bleven achter in Schwedt om hun middelbare school af te maken. In Berlijn ging Birthler bij de Elias-gemeente in Prenzlauerberg aan de slag als pastoraal werker en als godsdienstlerares. Dit hield in dat ze catechisatie gaf aan kinderen, gespreksgroepen leidde met (jong) volwassenen en weekendjes weg organiseerde voor families. Bij deze bijeenkomsten ging het over de bijbel, maar ook over bijvoorbeeld

87 Birthler, Halbes Land, 53 – 56. 88 Ibidem, 65, 66. 89 Ibidem, 65, 66. 90 Ibidem, 75, 76. 91 Ibidem, 78, 79, 98, 99. 92 Ibidem, 85 – 87.

33 milieuvraagstukken, pedagogie, vrede en vrijheid, onderwerpen die buiten de kerken moeilijk te bespreken waren.93 In haar memoires schrijft ze dat er in de jaren ‘80 vele van dit soort gespreks- en vredesgroepen konden ontstaan vanwege het autonome en democratische karakter van de lokale Oost-Duitse protestantse kerken.94 Ze herinnert zich echter ook dat er weerstand ontstond over dit soort bijeenkomsten bij sommige kerkbestuurders.95 Herhaaldelijk haalt ze aan, die als Konsistorialpräsident, haar leidinggevende was en achteraf gezien veel informatie aan de Stasi had doorgebriefd.96 In de jaren ’80 was ze zich echter nog niet bewust van zijn positie als IM ‘Sekretär’. Ze wist wel dat het waarschijnlijk was dat zij en haar vrienden door de Stasi in de gaten werden gehouden. ‘Wir gaben uns […] alle Mühe, so zu leben, als gäbe es keine Überwachung und keinen Verrat durch Freunde in den eigenen Reihen. Doch das Wissen darum war natürlich in uns […]. 97 Na de opening van de Stasi-archieven kon ze twee dossiers traceren: één Operative Personenkontrolle (OPK) uit 1977 en één uit 1989. De inhoud van deze dossiers kon ze echter niet nasporen omdat deze in december 1989 vernietigd waren.98 De kennis dat ze in een dictatuur leefde en bespioneerd werd door de overheid heeft er echter nooit in geresulteerd dat ze naar West-Duitsland wilde immigreren.

Natürlich sprachen wir [Birthler en andere burgerrechtenactivisten - MvdB] gelegentlich im Freundeskreis oder in der Familie darüber, aber es war nie mehr als ein Gedankenspiel. […] Die DDR nicht zu verlassen zeugte in unseren Augen von Stärke, von Verantwortungsbewusstsein und Standhaftigkeit, wohingegen Weggehen das Zeichen von Schwäche, ja von Egoismus war.99

In 1986 raakte Birthler enthousiast over het idee om een netwerk op te richten dat mensen zou kunnen verbinden die kritisch stonden ten aanzien van de kerkelijke en de

93 Birthler, Halbes Land, 104 – 106. 94 Ibidem, 112, 113. 95 Ibidem, 106. 96 Ibidem, 176 – 178. 97 Ibidem, 131. 98 Ibidem, 85, 115. 99 Ibidem, 104, 125.

34 maatschappelijke machtsverhoudingen in de DDR.100 Het netwerk werd Arbeitskreis Solidarische Kirche (AKSK) genoemd en bestond vooral uit predikanten en kerkelijke medewerkers. De werkgroep onderhield echter ook nauwe contacten met niet-kerkelijke oppositiegroepen zoals het Initiative Frieden und Menschenrechten (IFM) waar mensen als Werner Fischer, Bärbel Bohley en Gerd en Ulrike Poppe aan verbonden waren, die haar naaste vrienden zouden worden.101 In 1987 wisselde Birthler van baan en ging voor het Berlijnse jongerenpastoraat activiteiten organiseren. In deze functie bemiddelde zij tussen oppositiegroepen en kerkelijke gemeentes, had ze de beschikking over kopieermachines om vlugschriften te vermenigvuldigen en werd ze een spil in contacten met andere burgerrechtenactivisten. Nadat de Umweltbibliothek, die zetelde in de kelder van de Sionskirche in Berlijn-Prenzlauerberg, ontruimd was en Birthler de avond erop zich had aangesloten bij een protestwake, werd ze opgepakt. Een dag later werd ze echter weer vrijgelaten vanwege de vele steunbetuigingen die op gang kwamen nadat de West-Duitse pers ruchtbaarheid had gegeven aan het incident.102 In de daaropvolgende jaren nam Birthler vaker deel aan protestwakes of gedenkdiensten om stil te staan, maar ook om aandacht te genereren voor politieke gevangenen en de censuur.103 Met name de Gethsemane Kirche in Prenzlauerberg werd voor haar belangrijk omdat daar een kamer met telefoon stond van waaruit zij en andere burgerrechtenactivisten contact konden onderhouden met de verschillende oppositiegroepen in de DDR.104 Toen er na de vreedzaam verlopen protestmarsen in Leipzig, op 4 November 1989 een massaal bezochte bijeenkomst op de Alexanderplatz over de toekomst van de DDR werd georganiseerd, was Birthler één van de sprekers namens het IFM. Enkele dagen later viel de Muur.

100 Birthler, Halbes Land, 113; Neubert, Geschichte, 620 – 622. 101 Birthler, Halbes Land, 116 – 119; Kowalczuk, Endspiel, 236. 102 Roland Jahn was verantwoordelijk voor de verspreiding van het nieuws over de ‘Slacht um Zion’. Birthler, Halbes Land, 129 – 131; Neubert, Geschichte, 694 – 696. 103 Birthler, Halbes Land, 133, 136, 137, 104 Ibidem, 151.

35

Afbeelding 5: Kaart waarop Roland Jahn staat afgebeeld met aan de ene kant een Hitler- en aan de andere kant een Stalinsnor. Gefotografeerd door: Manfred Hildebrand, gepubliceerd door: Robert-Havemann- Gesellschaft, titel: ‘Postkartenaktion zum 1. Mai 1982’, website: http://www.jugendopposition.de, geraadpleegd op: 14/04/2015.

Roland Jahn Roland Jahn werd in 1953 geboren in Jena en was de jongste in een gezin met drie kinderen. Zijn broer Jürgen en zijn zus Christine zijn zes jaar ouder dan hij. Zijn moeder, Lieselotte, was geboren in 1923 en had een administratieve functie bij de universiteit.105 Zijn vader, Walter, was in 1927 geboren en werkte bij het Volkseigener Betrieb (VEB) Carl Zeiss als tekenaar en later als ontwerper van fotocamera’s.106 De Tweede Wereldoorlog had een grote impact gehad op de ouders van Roland Jahn. Zijn moeder was opgegroeid in een gezin dat het nationaalsocialisme overtuigt aanhing. Haar vader had in Frankrijk de tijd van zijn leven gehad als leidinggevende bij een bakkerij die de troepen van brood voorzag. Roland Jahn

105 ‘Jahn, Roland’, Wer war wer in der DDR? 458, 459; Praschl, Roland Jahn, 9 - 11. 106 Jahn, Wir Angepassten, 113; Praschl, Roland Jahn, 9 - 11.

36 beschrijft in zijn memoires een foto waarop zijn moeder staat afgebeeld als klein meisje op het Oostzeestrand in de jaren ’30 omringt door hakenkruisvlaggen. Hij beschrijft echter niet hoe zij de daaropvolgende Oorlog doorgekomen was.107 Walter Jahn was eind 1944 als zeventienjarige naar het Oostfront gestuurd en had in het Silezische Breslau (nu: Wrocław) zijn been verloren.108 Jahn schrijft dat de ervaringen van zijn ouders tijdens de Oorlog ervoor hadden gezorgd dat zij zich in hun verdere leven verre probeerden te houden van politiek. Over zijn moeder en haar houding ten aanzien van de Tweede Wereldoorlog schrijft hij het volgende:

Meine Mutter, wissend um die Katastrophe, die das Naziregime produziert hatte, aber dem eigenen Vater loyal gegenüber. Wissend um den Preis, den ihr Mann im “totalen Krieg” des Führers gezahlt hatte. Sie hatte begriffen, dass man schnell zwischen die Fronten der Politik geraten konnte und dort verheizt wurde.109

Zijn ouders werden daarom geen SED-lid en hingen geen vlag uit op 1 mei, de nationale feestdag in de DDR.110 Maar zich helemaal politiek afzijdig houden, wilden of konden zij ook niet. Lieselotte en Walter Jahn gingen wel naar de stembus en zij vonden het een goed idee dat hun zoon het leger in zou gaan om zodoende de kans op een studieplaats te vergroten.111 ‘Gib dem Staat, was er unbedingt will, und ansonsten halten wir uns raus – das war die Maxime meiner Eltern’, schrijft Jahn in zijn memoires.112 Roland Jahn had een rustige Oost-Duitse jeugd waarin hij naar school ging, voetbalde bij FC Carl Zeiss, (West-Duitse) tv keek, lid was van de Freie Deutsche Jugend (FDJ), zijn eindexamen haalde en zijn dienstplicht vervulde. In 1961, toen de Muur verrees, was hij acht jaar. Hij was te jong om de bouw bewust meegemaakt te hebben. De Duitse deling was voor hem, maar ook voor zijn ouders een vanzelfsprekendheid. ‘‘Wie konnte der das nur wagen?’ sagte meine Mutter dann’, als er weer eens iemand was doodgeschoten die

107 Jahn, Wir Angepassten, 47. 108 Praschl, Roland Jahn, 9, 10. 109 Jahn, Wir Angepassten, 47. 110 Ibidem, 46, 47. 111 Ibidem, 98, 123, 158. 112 Ibidem, 45.

37 geprobeerd had over de Muur te klimmen.113 In 1975 begon Roland Jahn met een studie economie aan de Universiteit van Jena. Dit ging goed tot en met het najaar van 1976 toen zanger en liedjesschrijver Wolf Bierman de DDR werd uitgezet omdat hij naar de zin van de SED te kritisch was ten aanzien van de Oost-Duitse staat. Jahn vond dat de DDR tegen kritiek moest kunnen en liet zich vervolgens negatief uit over de Ausbürgerung. Het afdelingsbestuur van zijn universiteit, dat uit SED-functionarissen bestond, liet het er niet bij zitten en schreef hem uit als student, zodat hij niet verder kon studeren.114 Hij werd toen logistiek medewerker bij het bedrijf waar zijn vader ook werkte.115 In zijn vrije tijd leerde hij nieuwe mensen kennen, bijvoorbeeld bij samenkomsten van de Junge Gemeinde. Zo ontmoet hij Petra Falkenberg die als wetenschappelijk medewerker op de universiteit werkte. Met haar kreeg hij in 1979 een dochter, Lina. Ook ontmoette hij Matthias Domaschk, die één van zijn beste vrienden zou worden. ‘Bleiben und sich wehren, aufgeben und gehen. Das waren die Linien, entlang derer wir diskutierten.’116 Jahn wilde in tegenstelling tot sommige andere mensen die het moeilijk hadden met het communistische systeem in de DDR, in Jena blijven. Toen in 1980 in Polen de oppositiebeweging Solidarność opkwam, bracht dat hem op het idee dat het mogelijk was om de DDR daadwerkelijk van onderaf te hervormen.117 De leiders van de SED echter voelden zich bedreigd door de ontwikkelingen in Polen en trachtten veranderingen tegen te houden. Omdat Matthias Domachk de Poolse stakers onder leiding van Lech Wałęsa was gaan opzoeken, werd hij opgepakt. Enkele dagen later werd hij dood aangetroffen in de Stasi-gevangenis in Gera. Het is tot op heden onduidelijk wat er precies met hem is gebeurd.118 Zijn dood maakte een grote indruk op Jahn. ‘Mir wurde durch seinen Tod endgültig klar, dass die Auseinandersetzung mit der Staatssicherheit kein Spiel ist. Sondern es geht um Leben und Tod. […] Ich habe damals die Illusion verloren, dass dieser Staat mein Staat ist.119 Toen hij hem een jaar later wilde herdenken door middel van een posteractie

113 Jahn, Wir Angepassten, 71. 114 De procedure was dat zijn klasgenoten mochten beslissen over de vraag of Jahn student mocht blijven of niet. Nadat de Stasi druk op zijn klasgenoten had uitgeoefend, die daarop tegen hem stemden, werd hij exmatrikuliert. Jahn, Wir Angepassten, 19 – 31; Praschl, Roland Jahn, 28 – 30. 115 Jahn, Wir Angepassten, 133. 116 Ibidem, 141. 117 Ibidem, 143. 118 Ibidem, 151; Praschl, Roland Jahn, 37 – 45. 119 Markus Wehner, '"Wir müssen die Empfindungen der Opfer respektieren" Die Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung im Gespräch mit Roland Jahn', Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung (08/05/2011).

38 werd hij voor het eerst opgepakt. In 1982 werd hij nogmaals opgepakt omdat hij met een Pools vlaggetje op zijn fiets rondfietste en hij foto’s had verspreid waarop hijzelf met een Hitlersnor aan de ene kant en een Stalinsnor aan de andere kant stond afgebeeld. Met dit laatste had hij mensen aan het denken willen zetten: ‘Überlegt euch, wem ihr zujubelt. Dem Hitler haben sie zugejubelt, dem Stalin, dem Ulbricht, jetzt dem Honecker!’120 Na zes maanden in voorarrest te hebben gezeten, krijgt hij achttien maanden gevangenisstraf opgelegd.121 Ook Petra Falkenberg werd opgepakt omdat zij de media in West-Duitsland had ingelicht over Jahns gevangenschap. Beide ondertekenden in gevangenschap een verklaring waarin zij aangaven ontslagen te willen worden van hun Oost-Duitse staatsburgerschap. Daaropvolgend werden zij vervroegd vrijgelaten. Falkenberg werd al snel gedwongen om met hun dochter de grens over te gaan. Jahn mocht nog even blijven en richtte met enkele medestanders de Friedensgemeinschaft Jena op, die zich buiten de kerk om organiseerde. Maar toen werd ook hij, ondanks de herroeping van zijn verklaring, de DDR uitgezet. In juni 1983 werd hij in Thüringen door de politie opgehaald en met de trein in Beieren afgeleverd. In West-Duitsland aangekomen besloot Roland Jahn om zich in West-Berlijn te vestigen. Daarvandaan kon hij de oppositiegroepen in de DDR ondersteunen. Hij en Petra Falkenberg gingen in dezelfde straat in Kreuzberg wonen, maar leefden gescheiden. 122 Omdat hij tegen de plaatsing van kernwapens in West-Duitsland demonstreerde en daarvoor ook opgepakt werd, was hij voor zowel de West-Duitse als de Oost-Duitse inlichtingendienst een interessant onderzoeksobject.123 Maar de Stasi maakte er het meeste werk van. Jahn werd namelijk samen met andere voormalige inwoners van Jena in West- Berlijn, zoals psycholoog en schrijver Jürgen Fuchs, onderdeel van de OV Weinberg en werd intensief geobserveerd. In een interview van de Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung (FAS) zegt hij hierover:

Ich habe immer gespürt, dass die Stasi an mir dran ist. (…) In den Akten habe ich dann gesehen, wie nah sie auch in West-Berlin an mir dran waren. Es gab Pläne, Kneipen zu verwanzen, in denen ich verkehrte. Ich sah, dass

120 Wehner, '"Wir müssen’, Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung (08/05/2011). 121 ‘Jahn, Roland’, Wer war wer in der DDR?, 458, 459. 122 Praschl, Roland Jahn, 87. 123 Ibidem, 93 – 96.

39

sie Skizzen von der Einrichtung meiner Wohnung hatten, dass der Schulweg meiner Tochter untersucht wurde. Da lief mir doch ein Schauer über den Rücken.124

Jahn werd bespioneerd door meerdere IM’s en hij kreeg te maken met Zersetzung. In zijn geval werden er door de Stasi valse geruchten verspreid die voor spanningen binnen zijn familie- en kennissenkring zorgden.125 Ondertussen werkte Jahn als journalist voor het televisieprogramma Kontraste van de ARD en voor het radioprogramma Radio Glasnost op de West-Berlijnse commerciële Radio 100. Zowel de ARD als Radio 100 waren in West- en Oost-Duitsland te ontvangen en konden daarmee weerstand bieden tegen de informatie die de Oost-Duitse media uitzond. Als oppositiegroepen in de DDR media-aandacht wilden genereren omdat er weer eens protesten waren geweest of als er activisten waren opgepakt, namen ze contact op met Roland Jahn. Voor Kontraste maakte hij verscheidene reportages waarin hij gesmokkeld beeldmateriaal uit de DDR verwerkte. Zijn belangrijkste wapenfeit waren de beelden van de grote demonstratie in Leipzig op 9 oktober 1989 die hij de dag daarop de wereld in bracht. De beelden gaven ruchtbaarheid aan dit wekelijkse fenomeen dat daardoor steeds massaler bezocht werd. Uiteindelijk luidden deze demonstraties de val van de Muur in.126

124 Wehner, '"Wir müssen’, Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung (8/05/2011). 125 Praschl, Roland Jahn, 101 – 103, 157 – 162. 126 De beelden zelf waren opgenomen door Siegbert Schefke en Aram Radomski en zijn op het internet te bekijken. Aram Radomski, ‘9.10.1989 Montagsdemonstration Leipzig’, gepubliceerd door: Youtube, website: https://www.youtube.com, geraadpleegd op: 10/04/2015.

40

Samenvatting Wat opvalt aan de jeugd van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn is dat zij alle drie in de beginjaren van de DDR zijn opgevoed door ouders die de Tweede Wereldoorlog bewust hadden meegemaakt. De Oorlog en zijn nasleep waren voor deze ouders ingrijpend geweest en hadden effect op hun politieke denken. De ouders hadden uit de gebeurtenissen echter verschillende lessen getrokken. De oorlogservaringen van Gaucks ouders en de gevangenschap van zijn vader door de Sovjets zorgden er voor dat Gauck zich in zijn jeugd verre hield van elke vorm van verbinding met het communistische systeem. Hij is daarom nooit bij de FDJ of in militaire dienst geweest. Marianne Birthler groeide als gevolg van de Tweede Wereldoorlog op zonder vader. Birthlers moeder was vanwege haar belangstelling voor West-Duitsland en haar positie als zelfstandige ondernemer ook niet erg enthousiast over de communistische staat. Volledig terugtrekken uit het maatschappelijke leven in de DDR vond zij echter niet noodzakelijk: Birthler deed mee bij de FDJ en onderging de Jugendweihe. Bij Roland Jahn resulteerden de ontgoocheling van de verloren Oorlog en de daaropvolgende communistische dictatuur erin dat zijn ouders hem leerden om vooral niet op te vallen. Zij adviseerden hem om voldoening te vinden in studie, werk of de lokale voetbalclub en verder gewoon mee te draaien op de manier die de SED voor haar burgers had bedacht. In hun volwassen leven stuitten zowel Gauck, Birthler als Jahn op de grenzen van het DDR-regime. Ook stonden ze alle drie onder toezicht van de Stasi. Bij de één was de botsing met de autoriteiten echter veel heftiger dan bij de andere twee. Gauck wist door middel van zijn beroep als predikant een leven op te bouwen waarin hij tot op zekere hoogte vrij was van politiek. In zijn werk had hij echter wel te maken met jongeren die zich verzetten tegen het gezag of juist geworven werden als IM. Ook binnen zijn gezin ontstonden problemen: drie van zijn vier kinderen hielden het niet uit in de DDR en vertrokken naar West-Duitsland. Birthler raakte als huisvrouw en later als jongerenwerker actief betrokken in de Evangelische Kirche waar ze zich bezig hield met controversiële thema’s. Net als Gauck wist zij een bestaan op te bouwen in de DDR, maar mochten haar kinderen hierdoor niet studeren. Roland Jahn had kritiek op de Ausbürgerung van Wolf Biermann gehad, waarop hij zijn studie had moeten beëindigen. Hij raakte hierdoor in contact met andere dissidenten en zag zich gesteund om activiteiten te organiseren die door de SED als bedreigend werden ervaren. Hij had in tegenstelling tot Gauck en Birthler geen kerkelijke organisatie ter

41 bescherming achter zich staan. Jahn raakte in de gevangenis en werd vervolgens, met zijn gezin, de DDR uitgezet. Hij ging, in andere woorden, over de grenzen van het regime. Gauck, Birthler en Jahn identificeerden zich sterk met Oost-Duitsland. Alle drie maakten ze heel bewust de keuze om in de DDR te blijven en niet naar de Bondsrepubliek te vertrekken. Ze voelden zich, ondanks de dictatuur, thuis in respectievelijk Rostock, Berlijn en Jena. Hun levens in de DDR kenden nog meer overeenkomsten. Zo kregen zij alle drie al op jonge leeftijd een gezin. Deze gezinnen bleken echter niet bestendig en vielen in de loop van de tijd uiteen. Er waren ook verschillen. De bouw van de Muur bijvoorbeeld werd vooral door Gauck als een schok ervaren. Voor Birthler en Jahn, die wat jonger waren, was de Duitse deling meer een gegeven. Wat onderwijs betreft was Gauck de enige die een universitaire opleiding had afgerond. Birthler en Jahn mochten beiden niet studeren. Gauck had daardoor kans op een carrière. Voor Birthler bleef het, helemaal na haar echtscheiding, sappelen geblazen. Ook Jahn had door het afbreken van zijn studie weinig toekomstperspectieven. Deze economisch-maatschappelijke positie had invloed op hun coming out als dissident. Jahn was begin jaren ’80 de eerste van de drie die oppositionele activiteiten ontwikkelde. Birthler volgde midden jaren ’80. Gauck sloot zich pas op het laatste moment aan bij de burgerrechtenbeweging. Ondanks hun wens in de DDR te blijven, lukte dat alleen Gauck en Birthler; Jahn werd uitgezet.

42

Hoofdstuk 2: Leven na de DDR

Nadat Michail Gorbatsjov aan de macht was gekomen als secretaris-generaal van de Sovjet Unie, er een vluchtelingenstroom naar West-Duitsland was ontstaan via de ambassades in Warschau, Praag en Boedapest en er massaal werd gedemonstreerd in Oost-Duitse steden, viel de Muur. Er brak een nieuwe periode aan in de Duitse geschiedenis. De DDR werd opgeheven en een proces van Duitse hereniging werd in gang gezet. Voor de drie Bundesbeauftragten persoonlijk vormde deze periode ook een breuk met het verleden. Joachim Gauck verliet zijn gezin in Rostock en ging in Berlijn wonen om daar de BStU op te zetten. Marianne Birthler maakte een carrièreswitch door de politiek in te gaan. Roland Jahn was niet langer bezig met het ondersteunen van Oost-Duitse dissidenten, maar versloeg nu de verschillende kwesties die de hereniging met zich meebracht. Elk had in zijn of haar eigen functie te maken met het te boven komen van het eigen Stasi-verleden en dat van anderen. In het volgende zal met name aandacht worden geschonken aan de vraag wat kenmerkend was voor de bestuursperiodes van Gauck, Birthler en Jahn bij de BStU, maar ook hun andere werkzaamheden zullen aan bod komen. Wat waren na de Wende de overeenkomsten en verschillen tussen de levenslopen en de bestuursperiodes bij de BStU van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn?

43

Afbeelding 6: Joachim Gauck met tegen de achtergrond de Stasi-dossiers van de afdeling HA VI. Deze afdeling was in de DDR verantwoordelijk voor het grensverkeer. Gefotografeerd door: Ullstein Bild, gefotografeerd op: 10/01/1996, gepubliceerd door: Lebendiges Museum Online/ Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland, inventarisnummer: 00317917, titel: ‘Foto "Sonderbeauftragter Joachim Gauck"’website: http://www.hdg.de, geraadpleegd op: 26/06/2015.

Joachim Gauck Terwijl Joachim Gauck zich voor het Neue Forum en de Bündnis 90 voorbereidde op de Volkskammerverkiezingen van 18 maart 1990, gebeurde er van alles met de Stasi-archieven. Na de val van de Muur kreeg het Ministerium für Staatssicherheit (MfS) een andere minister, een andere naam en een andere omvang: Wolfgang Schwanitz verving , de naam MfS veranderde in Amt für Nationale Sicherheit (AfNS) en het personeelbestand werd danig afgeslankt. Gedurende de rondetafelconferenties, die begin december 1989 van start gingen, bleek dat parallel aan de hervormingen het AfNS hard bezig was om haar verleden uit te wissen. Om de vernietiging van dossiers een halt toe te roepen, werden de plaatselijke Stasi-afdelingskantoren bezet door burgercomités. De bezetting van de Stasi-centrale in Berlijn-Lichtenberg volgde een maand later, in januari

44

1990.127 De bezettingen hebben echter niet kunnen voorkomen dat talloze dossiers reeds verworden waren tot as of papiersnippers. Ook zijn er in deze chaotische periode stukken verdwenen. Het gaat hierbij met name om de buitenlandse inlichtingen die de Stasi had verzameld. Een voorbeeld hiervan zijn de zogenaamde ‘Rosenholz-Dateien’, die de BStU in 2003 terug kreeg van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA.128 Nadat de Stasi-archieven waren bezet, was het nog lang niet zeker of de dossiers bewaard zouden blijven; het gesteggel hierover zou nog tot en met de Duitse hereniging op 3 oktober 1990 voortduren. Ondertussen werd er in februari 1990 met toestemming van de burgercomités een magnetische databank met persoonsgegevens gewist en werden de buitenlandse inlichtingen vernietigd.129 Op 7 juni 1990 werd er door de een commissie benoemd die zich diende bezig te houden met de opheffing van het MfS/AfNS. Joachim Gauck, die bij de verkiezingen gekozen was als volksvertegenwoordiger, werd hiervan de voorzitter.130 Dit kwam volgens hemzelf nogal onverwachts. Hij was niet één van de bezetters geweest en had zich voordien niet specifiek met dit onderwerp bezig gehouden. 'Nie wäre mir in den Sinn gekommen, dass die Staatssicherheit nun mein Thema werden sollte.’131 In deze positie raakte hij ook betrokken bij de vraag of de Stasi-archieven al dan niet vernietigd moesten worden. Veel burgerrechtenactivisten streden voor het behoud van de Stasi-archieven omdat zij wilden weten wie er gespioneerd had voor de Stasi, wat voor misdaden er door de Stasi waren begaan en wie daarvoor verantwoordelijk waren geweest.132 Veel West-Duitsers, zoals bondspresident Helmut Kohl, maar ook veel Oost-

127 David Gill, ‘Von den Bürgerkomitees zur Gauck-Behörde’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi- Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 67 – 80, 69; Beatrice de Graaf, ‘Slachtoffers van de Stasi of van de Stasi-archieven? Het debat over de nalatenschap van de Oost-Duitse geheime dienst, 1990 – 2005’, in: Patrick Dassen, Ton Nijhuis en Krijn Thijs ed., Duitsers als slachtoffers. Het einde van een taboe? (Amsterdam 2006) 431 – 463, 435; Walter Süß, ‘Offene Krise. Entmachtung und Auflösung des MfS’, in: Ibidem, Die Staatssicherheit im letzten Jahrzehnt der DDR (Berlijn 2009) 97 – 108;. 128 'Die "Rosenholz"-Dateien', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 29/04/2015. 129 De reden voor de vernietiging van de magnetische databank was de vooronderstelling dat er nog wel een papieren versie zou zijn. De reden voor de vernietiging van het materiaal van de Stasi-buitenlandafdeling was de angst dat buitenlandse inlichtingendiensten met het materiaal aan de haal zouden kunnen gaan. Graaf, ‘Slachtoffers van de Stasi’, 436; Gill, ‘Von den Bürgerkomitees’, 75; Praschl, Roland Jahn, 183. 130 Joachim Gauck, ‘Der Sonderausschuβ zur Kontrolle der Auflöung des MfS/AfNS. Die Schaffung eines Gesetzes über die Stasi-Unterlagen’, in: Richard Schröder en Hans Misselwitz ed., Die 10. Volkskammer zwischen DDR-Verfassung und Grundgesetz. Mandat für deutsche Einheit (Opladen 2000) 141 – 152, 142. 131 Gauck, Winter im Sommer, 237. 132 Manfred Wilke, ‘MfS-Akten: Offenlegung statt Verwaltung. 1989 Ging es um Transparenz – nicht um eine neue Behörde’, in: Hans-Joachim Veen ed., Der SED-Staat, Geschichte und Nachwirkungen (Keulen 2006) 195 – 208, 201.

45

Duitsers, zoals de minister-president van de DDR, Lothar de Maizière, hadden bezwaar tegen het openbaar maken van de dossiers. Volgens hen zou dit namelijk kunnen leiden tot wraakacties en andere uitingen van onrust. Tegelijkertijd, werd steeds duidelijker wat de Stasi-dossiers aan inhoud konden bevatten. Met name de ontmaskering van politici zoals Ibrahim Böhme (SPD) en (Demokratischer Aufbruch, later opgegaan in CDU) als IM zorgden voor veel ophef. Het idee, dat een beginnende democratie niet kon postvatten zonder eerst het dictatoriale verleden te hebben verwerkt, raakte toen in de DDR wijdverspreid.133 Echter, in het conceptverdrag tussen de regeringen in Bonn en Berlijn over de hereniging, dat buiten de medewerking van Gaucks Sonderausschuβ tot stand was gekomen, kwam het tot een regeling waarin alle Stasi-archieven onder het beheer zouden komen te staan van de directeur van het Bundesarchiv in Koblenz (West-Duitsland) en de dossiers voor slechts enkelen raadpleegbaar zouden zijn. ‘Slachtoffers’ van de Stasi zouden hun eigen dossier niet mogen inzien en het was onduidelijk of de dossiers in Oost-Duitsland zouden blijven.134 Het concept werd door de Volkskammer afgekeurd en Gaucks commissie kreeg de opdracht om voor een nieuw voorstel te zorgen. Uiteindelijk, op het allerlaatste moment, werd dit nieuwe plan in het eenwordingsverdrag opgenomen.135 Er werd afgesproken dat de Stasi-archieven zouden blijven bestaan om een politieke, historische en juridische Aufarbeitung mogelijk te maken, dat de Stasi-archieven centraal geleidt, maar lokaal in de voormalige DDR bewaard zouden worden en tot slot dat niet een West-Duitse

133 Roger Engelman, ‘Der Weg zum Stasi-Unterlagen-Gesetz’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi- Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 81 – 100, 83; Graaf, ‘Slachtoffers van de Stasi’, 437, 438. 134 Politicoloog Bettina Scholz schrijft dat het nooit de bedoeling was geweest om de dossiers daadwerkelijk naar Koblenz te transporteren. Ze schrijft dat dit echter in de beeldvorming wel zo overkwam omdat de verantwoordelijke directeur een West-Duitser zou zijn geweest. Bettina Scholz, ‘Verfassungsfragen, Verträge zur Einheit, Stasi-Unterlagen-Gesetz. Verlauf der Diskussions- und Entscheidungsprozesse’, in: Richard Schröder en Hans Misselwitz ed., Die 10. Volkskammer zwischen DDR-Verfassung und Grundgesetz. Mandat für deutsche Einheit (Opladen 2000) 21 – 45, 41, 42; Wilke, ‘MfS-Akten’, 202. 135 Gaucks plan voor de Stasi-archieven werd niet zonder slag of sloot in het eenwordingsverdrag opgenomen. Nadat de Volkskammer het plan had goedgekeurd op 24 augustus 1990, bleek dat dit besluit niet bindend was. Na massaal protest en een hongerstaking van onder meer Bärbel Bohley, Katja Havemann, Jürgen Fuchs en Wolf Bierman in september van dat jaar, werd het Volkskammerbesluit dan toch opgenomen. Met behulp van het Deutsche Rundfunkarchiv (DRA) zijn de filmbeelden van het volkskammerdebat hierover terug te bekijken. Engelman, ‘Der Weg’, 87, 88; 'Gesetz über die Sicherung und Nutzung der personenbezogenen Daten des ehemaligen MfS' gepubliceerd door: Deutsche Rundfunkarchiv (DRA), website: http://1989.dra.de/ton-und- videoarchiv, geraadpleegd op: 04/05/2015.

46

Bundesarchivpräsident de archieven zou beheren maar een Oost-Duitse Sonderbeauftragter. Voor deze laatste functie werd Gauck benoemd.136 Toen Gauck begon bij de Stasi-archieven, was er niets voor hem geregeld. Er bestond nog geen StUG om te definiëren wat precies zijn taken waren, er was amper personeel om de archieven te inventariseren en er was gebrek aan kantoorruimte en kantoormateriaal om de realisatie van een Behörde ordelijk te laten verlopen. Er moest kortom geïmproviseerd worden. In de woorden van Gauck was het een ‘Aufbau ohne Bauplan’.137 Gedurende deze opbouwperiode, waren met name drie onderwerpen van belang. Een eerste belangrijk thema was de ontwikkeling van de wetgeving met betrekking tot het gebruik van de Stasi- dossiers. In december 1990 werd er onder leiding van Gauck een eerste voorlopige richtlijn opgesteld. Een jaar later, op 29 december 1991, trad de eerste StUG in werking. Gauck was vanaf toen niet langer Sonderbeauftragter, maar Bundesbeauftragter.138 Voorop stond de vraag in hoeverre de persoonlijke gegevens in de Stasi-dossiers openbaar mochten worden. Enerzijds beoogde de StUG zo veel mogelijk openheid te bieden. De StUG kwam tegemoet aan de belangen van de ‘slachtoffers’, door hen in staat te stellen hun eigen dossier in te zien. Daarnaast wilde de wet gelegenheid bieden tot opheldering over het DDR-verleden door stukken vrij te geven voor media, wetenschap en rechtspraak. Bovendien wilde de StUG voorkomen dat mensen met een Stasi-verleden de overgang naar een democratie zouden dwarsbomen door de mogelijkheid te creëren ambtenaren, rechters en advocaten te überprufen en eventueel te ontslaan.139 Anderzijds beoogde de StUG de privacy van mensen te beschermen. De StUG bepaalde dat de dossiers geanonimiseerd moesten worden. In de praktijk betekende dit, dat namen van ‘slachtoffers’ en derden geschwärzt

136 Het is nooit in de StUG opgenomen dat het hoofd van de BStU een voormalige Oost-Duitser moet zijn, in de praktijk is hier echter wel altijd rekening mee gehouden. Birthler, Halbes Land, 309; Engelman, ‘Der Weg’, 84 – 88 ; Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor, 133. 137 Gauck, Winter im Sommer, 249 - 254. 138 Een Bundesbeauftragter is een geïnstitutionaliseerde en onafhankelijke functie, waarbij de Bondsdag verantwoordelijk is voor de benoemingen. Broer, Die innere Struktur, 56; BStU, ‘Chronik zur Geschichte des Stasi-Unterlagen-Gesetzes und der Behörde’, in: Ibidem, Zehn Jahre Stasi-Unterlagengesetz. Zehn Jahre Aufarbeitung (Berlijn 2001) 55 – 73. 139 Paragraaf 1 van de StUG gaat over het doel en de inhoud van de StUG. 'Stasi-Unterlagen-Gesetz (StUG) Stand: August 2013', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 15/05/2015; Jutta Limbach, ‘Zehn Jahre Stasi-Unterlagen-Gesetz’, in: BStU, Zehn Jahre Stasi-Unterlagengesetz, Zehn Jahre Aufarbeitung (Berlijn 2001) 25 – 54, 26, 27.

47 werden. De identiteit van ‘daders’, zoals de IM’s, mochten wel worden vrij gegeven.140 In de tien jaar dat Gauck aan het hoofd stond van de BStU heeft zich een aantal wetswijzigingen voorgedaan. De hierboven geschetste uitgangspunten bleven evenwel gelijk. Een tweede belangrijk onderwerp in Gaucks bestuursperiode bij de BStU was de vele ophef die ontstond nadat de BStU zich had uitgelaten over het Stasi-verleden van sommige prominente voormalige DDR-burgers.141 In zijn memoires herinnert Gauck zich dat soms niet de betreffende persoon met Stasi-contacten in het beklaagdenbankje terecht kwam, maar dat in plaats daarvan zijn Behörde bekritiseerd werd.

[W]ir [mussten] oftmals das verrückte Phänomen konstatieren, dass sich die Empörung der Betroffenen gegen die Behörde richtete und wir die Schelte bekamen, obwohl wir nur die Überbringer der bösen Nachricht waren.142

Dat de schuldvraag verschoven werd richting de BStU speelde bijvoorbeeld bij de ‘Fall Heinrich Fink’ in november en december 1991. Volgens de BStU stond deze hoogleraar Theologie en rector van de Humboldt-Universiteit vroeger bij de Stasi bekend als IM ‘Heiner’.143 Fink ontkende echter dat hij systematisch met de Stasi had samengewerkt.144 Hij kreeg steun van zijn studenten die vonden dat de BStU en met name Gauck zich voor het karretje van de West-Duitsers liet spannen zodat Oost-Duitsers in hoge posities hun baan zouden verliezen. Toen Gauck de universiteit bezocht om uitleg te geven, werd hij weggehoond.145 Dit soort relletjes kwamen vaak voor en genereerden veel aandacht voor het Stasi-verleden van de DDR. Gauck vond overigens dat er soms te veel aandacht werd

140 Paragraaf 13 van de StUG gaat over anonymisering bij uitgifte van dossiers. Broer, Die innere Struktur, 159 – 165; 'Stasi-Unterlagen-Gesetz (StUG) Stand: August 2013', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 15/05/2015. 141 Opfhef ontstond bijvoorbeeld over de Stasi-contacten van Sascha Anderson (in december 1991), Manfred Stolpe (maart 1992), Christa Wolf (in januari 1993) en (mei 1995). 142 Gauck, Winter im Sommer, 291, 292. 143 Marianne Heuwagen, ‘Kündigung des Rektors spaltet die Humboldt-Universität, um Fink formiert sich eine Wagenburg gegen die “Abwicklung”’, Süddeutsche Zeitung (06/12/1991); ‘Weiter Unklarheit um Finks IM- Tätigkeit, Bündnis 90: Der Ex-Rektor der Humboldt-Universität soll von seiner IM-Tätigkeit für die Stasi nichts gewuβst haben’, Die Tageszeitung (03/12/1991). 144 Jola Merten, ‘Prof. Fink: “Ich weiβ nicht, wie es am 1. Januar weitergeht”’, Berliner Morgenpost (02/12/1991). 145 Gauck, Winter im Sommer, 293; Joachim Nawrocki, 'Der Professor und die Stasi, das Verfassungsgericht muß entscheiden, ob der Theologe Heinrich Fink zu Recht entlassen wurde, Die Zeit 12 (14/03/1997).

48 besteed aan de Stasi. In een toespraak na aanleiding van het vijf-jarig bestaan van de StUG stelde hij dat het MfS niet het belangrijkste aspect in de DDR was: ‘Die Hauptsache war, daβ es eine nicht legitimierte Macht gab, die von einer Elite ausgeübt wurde, von einer Oligarchie, die sich nicht legitimieren lieβ – zu keiner Zeit ihrer Herrschaft.’ 146 Een derde belangrijk onderwerp in de beginfase van de BStU was het personeel. Al in het eerste Tätigkeitsbericht werd melding gemaakt van twee kwesties. De ene kwestie was de psychische belasting van medewerkers doordat zij voortdurend bezig waren met de Stasi- nalatenschap. Over deze belasting zei Gauck in een interview met het weekblad Focus: ‘Ich lese nicht jeden Tag Akten, und das hilft mir psychisch gesund zu bleiben. Ich habe einen groβen Respekt vor den Mitarbeitern, die das jeden Tag tun.’147 De andere kwestie waren de conflicten tussen Oost- en West-Duitsers en tussen Oost-Duitsers onderling. Volgens het Tätigkeitsbericht konden sommige West-Duitsers zich niet altijd even goed inleven in de gevoelens van Oost-Duitsers. Daarnaast legden sommige Oost-Duitsers afkomstig uit de burgerrechtenbeweging een overmaat aan engagement aan de dag, die botste met werknemers met andere achtergronden.148 Wat er met dit laatste bedoeld werd staat niet vermeld, maar waarschijnlijk verwijst dit naar de voormalige Stasi-medewerkers die door de BStU waren overgenomen. In de loop van de tijd ontstonden er meer problemen binnen de BStU-staf. De historici Stefan Wolle, Armin Mitter en Hubertus Knabe kregen bijvoorbeeld ontslag omdat ze op eigen houtje in de publiciteit traden.149 Burgerrechtenactivist Jürgen Fuchs nam zelf ontslag omdat hij zich niet kon vinden in de bureaucratische manier van werken binnen de BStU.150 En zo was de Behörde onder leiding van Gauck een typisch

146 Joachim Gauck, ‘Die Akten und die Wahrheit, fünf Jahre Stasi-Unterlangen-Gesetz’, in: Günter Buchstab ed., Die Akten und die Wahrheit. Fünf Jahre Stasi-Unterlagen-Gesetz,Vorträge einer Fachkonferenz (Sankt Augustin 1997) 11 – 26, 14, 15. 147 Michael Klonovsky, ‘Sagen Sie mal, Joachim Gauck… Hätten sie besser Pfarrer bleiben sollen?’, Focus (20/05/1997) 68 – 72. 148 BStU, Erster Tätigkeitsbericht der Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (Berlijn 1993) 13. 149 De Oost-Duitse Stefan Wolle en Armin Mitter verloren in 1991 hun baan naar aanleiding van een interview in Der Spiegel waarin zij een ander inzicht uiteenzetten als de officiële lezing van de BStU. De West-Duitse Hubertus Knabe raakte in 1999 in conflict met Gauck omdat hij zowel een boek had gepubliceerd bij Ch. Links Verlag, de vaste uitgever van de BStU, als bij Propyläen Verlag, waar hij een boek op eigen titel met eigen inzichten had uitgebracht. Becker, Geschichtspolitik, 336; Gauck, Winter im Sommer, 267, 268; 'Gauck feuert Kritiker', Der Spiegel 10 (04/03/1991) 16. 150 Jürgen Fuchs mening over de BStU komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in zijn roman uit 1998. Richard Herzinger, 'Die Gauck-Behörde behindert die Aufdeckung von Stasi-Verbrechen. Behauptet der Autor Jürgen Fuchs' Die Zeit (19/03/1998); Jürgen Fuchs, Magdalena, MfS, Memfisblues, Stasi, die Firma, VEB Horch & Gauck. Ein Roman (Berlijn 1998).

49 product van zijn tijd: de spanningen over de Duitse eenwording en het Stasi-verleden die buiten de BStU voor ophef zorgden, waren ook binnen de BStU te vinden. Hoe zag Gauck zijn functie en hoe keek hij naar de dossiers waar hij de verantwoording over droeg? ‘Meine Gegner fanden […] ich sei ein “politischer Missionar”[…].’ Gauck was het hier niet mee eens. Nadat hij Bundesbeauftragte was geworden, had hij namelijk zijn lidmaatschap van Bündnis 90 opgezegd om zijn politieke onafhankelijkheid te laten zien.151 Toch was hij niet helemaal vrij van politieke missie. Hij gaf in zijn memoires toe dat hij, in plaats van het evangelie, nu de dossiers soms van duiding voorzag. ‘Ich war ein Behördechef geworden, aber ein Aufklärer geblieben’.152 Zijn politieke missie als Bundesbeauftragte bestond er uit om op basis van een democratisch tot stand gekomen StUG, de omstandigheden te scheppen voor een openbare verwerking van het Stasi-verleden. Meer dan eens omschrijft Gauck de dossiers als ‘Medizin [of soms ook: Apotheke - MvdB] gegen Nostalgie’.153 Van een Schlussstrich moet hij daarom niets hebben. ‘Schlussstrichpolitik begünstigt immer die Unterdrücker von einst und stellt die schlechter, die vorher schlecht gestellt waren.’154 Hij was van mening dat zowel de ‘slachtoffers’ van de Stasi als de Duitse samenleving als geheel baat hadden bij openheid over het verleden. In de twaalf jaar durende periode tussen zijn functie als Bundesbeauftragter en als Bondspresident ondernam Gauck allerlei activiteiten: hij presenteerde een talkshow bij de Noordrijn-Westfaalse publieke omroep WDR, hij was voorzitter bij de vereniging Gegen Vergessen – Für Demokratie, hij gaf lezingen en liet zijn memoires optekenen.155 Ook kreeg hij in deze tijd een relatie met journaliste Daniela Schadt. In 2012 betrokken zij samen het Schloss Bellevue. Gauck bleef echter getrouwd met Hansi Gauck, van wie hij sinds de Wende gescheiden leefde. Bij zijn aantreden als Bondspresident presenteerde hij het begrip vrijheid als leidmotief voor zijn leven. Dit kwam bijvoorbeeld naar voren in zijn toen net verschenen boek Freiheit, ein Plädoyer en de redevoering die hij hield na de beëdiging in zijn ambt.156

151 Gauck is nooit meer lid geworden van een politieke partij, ook niet toen hij Bondspresident werd. In zijn memoires noemt hij zichzelf een links liberale conservatief. Gauck, Winter im Sommer, 326. 152 Ibidem, 294. 153 Gauck, ‘Die Akten und die Wahrheit’, 13; Joachim Gauck, ‘Rückblick auf die Anfänge der Behörde des Bundesbeauftragten’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi-Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 17 – 26, 23. 154 Gauck, ‘Rückblick auf die Anfänge’, 23. 155 Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor, 196 - 200. 156 Joachim Gauck, Freiheit. Ein Plädoyer (München 2012); Joachim Gauck, 'Bundespräsident Joachim Gauck nach seiner Vereidigung zum Bundespräsidenten im Deutschen Bundestag am 23. März 2012 in Berlin',

50

Ook de 5 mei-lezing die hij in 2012 hield in Breda sloot aan bij dit levensthema.157 Hij verwees hierin naar zijn eigen leven: ‘Es ist für einen Deutschen – und ganz gewiss für mich - nicht selbstverständlich, dass ich heute hier vor Ihnen [zijn toehoorders in Breda - MvdB] stehen und zu Ihnen sprechen darf.’ Zijn leven, gevormd door twee dictaturen en de verwerking daarvan, laat inderdaad zien dat het voor hem niet vanzelfsprekend was om in Nederland een lezing over vrijheid te houden.

gepubliceerd door: Bundespräsidialamt, website: http://www.bundespraesident.de, geraadpleegd op: 05/05/2015. 157 Joachim Gauck, 'Befreiung feiern - Verantwortung leben, Rede zum Nationalen Befreiungstag der Niederlande', gepubliceerd door: Bundespräsidialamt, website: http://www.bundespraesident.de, geraadpleegd op: 05/05/2015.

51

Afbeelding 7: Marianne Birthler (links) geeft Bondskanselier Angela Merkel (rechts) een rondleiding door haar Behörde. Gefotografeerd door: DPA, gefotografeerd op: 15/01/2009, gepubliceerd door: Der Tagesspiegel (15/01/2009), titel: ‘Merkel will Stasi-Unterlagenbehörde erhalten’, website: http://www.tagesspiegel.de, geraadpleegd op: 26/06/2015.

Marianne Birthler Ondanks de magere verkiezingsuitslag werd Marianne Birthler, net als Joachim Gauck, na de Volkskammerverkiezingen van 18 maart 1990 tot parlementslid benoemd voor Bündnis 90. Ze was één van de boegbeelden van haar partij en fungeerde als fractiewoordvoerder. Na de opheffing van de Volkskammer op 2 oktober 1990, werd Birthler minister van Onderwijs, Jeugd en Sport in de deelstaat Brandenburg. Haar belangrijkste taak bestond eruit om het op communistische leest geschoeide schoolsysteem te hervormen. Ze maakte haar termijn echter niet af. Na twee jaar stapte ze op omdat ze in aanvaring was gekomen met de toenmalige minister-president van Brandenburg, Manfred Stolpe (SPD). Deze laatste had in januari 1992 in een artikel in het tijdschrift Der Spiegel laten weten dat hij zo’n duizend gesprekken met de Stasi had gevoerd om zodoende de DDR te kunnen beïnvloeden en haar

52 kerkenpolitiek te veranderen.158 In maart 1992 verscheen er een BStU-rapport waaruit bleek dat Stolpe een ‘nach den Maßstäben des MfS über einen Zeitraum von ca. 20 Jahren ein wichtiger IM im Bereich der Evangelischen Kirchen der DDR war.’159 Hij mocht echter aanblijven als minister-president en raakte vervolgens in een juridische en publieke strijd verwikkeld met de BStU in het algemeen en Gauck in het bijzonder. De strijd ging erover of Stolpe daadwerkelijk IM was geweest (hij had nooit een IM-verklaring ondertekend) en of Gauck zijn eigen Oost-Duitse afkomst verloochende door Stolpe als IM aan te duiden.160 Birthler koos de kant van Gauck en nam ontslag.161 Ze ging zich toen bezig houden met de fusie tussen Bündnis 90 en Die Grünen. In deze functie moest ze de culturele en ideologische tegenstellingen tussen de voormalige Oost-Duitse burgerrechtenactivisten en de West-Duitse linkse vredesactivisten zien te overbruggen.162 Na een aantal jaren als partijvoorzitter van deze samengevoegde partij gewerkt te hebben, liet ze zich omscholen tot organisatieadviseur en organiseerde ze de verhuizing van haar Bondsdagfractie van Bonn naar Berlijn.163 In de loop van het jaar 2000 werd ze gevraagd om Gauck op te volgen. Er waren verschillende redenen die van haar een geschikte kandidaat maakten: ze stamde uit de burgerbeweging, had bestuurlijke ervaring, had ‘juist’ gehandeld in de kwestie Stolpe en kon op een brede politieke steun rekenen. Ze zegde toe. ‘Ich habe diese Entscheidung nie bereut’, schrijft ze veertien jaar later in haar memoires.164 Gauck had Birthler een reeds opgebouwd instituut nagelaten. Zo bestond de BStU in het jaar 2000 uit 2.686 medewerkers verdeeld over vier afdelingen, was 66,5% van het archief ontsloten, waren er in totaal 4.637.899 verzoeken tot dossierinzage verwerkt (in het jaar 2000 zelf werden er 332.161 dossiers gelicht), hield de onderzoeksafdeling zich onder andere bezig met de samenstelling van een MfS-handboek en waren er dertig mensen bezig om de vernietigde Stasi-dossiers met de hand te reconstrueren (tussen 1995 en 2001

158 Manfred Stolpe, 'Man bekam dann einen Anruf . . . Ministerpräsident Manfred Stolpe über seine Zusammenarbeit mit der Staatssicherheit in der DDR', Der Spiegel 4 (20.01.1992) 22 - 27. 159 ‘Wichtiger IM in der Kirche’, Der Spiegel 16 (13/04/1992) 16 – 19; ‘BStU-Jahresrückblick 1992’, gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 04/05/2015. 160 Robers, Joachim Gauck. Vom Pastor, 163 – 173. 161 Na de publicatie van een interview met Birthler in weekblad Der Spiegel waarin ze zich uitliet over de Fall Stolpe, wordt ze door Stolpe op het matje geroepen. In haar memoires schrijft ze dat ze hem moest verzekeren om zich niet nogmaals over hem in de media uit te laten. Dit weigerde ze. Birthler, Halbes Land, 268, 287; Wolfgang Bayer en Claudia Pai, ‘'Stolpe hat uns getäuscht', Gespräch mit Ministerin Birthler über Stasi und politischen Stil’, Der Spiegel 39 (21/09/1992) 27 – 31. 162 Birthler, Halbes Land, 284 – 287. 163 Ibidem, 303. 164 Ibidem, 309.

53 werden 201 zakken, dat wil zeggen 478.055 bladzijden weer leesbaar gemaakt).165 Waar Gaucks BStU in het teken had gestaan van opbouwwerkzaamheden, werd het Birthler’s taak om een normaliseringsproces aan te sturen. Er zijn een aantal indicatoren die erop duiden dat er inderdaad sprake was van een gewoner wordende situatie. Ten eerste daalde het totale aantal aanvragen op dossierinzage van 252.102 in het jaar 2000 tot 106.575 in het jaar 2011. Waar Gauck te maken had gehad met een aantal aanvragen dat ver boven de verwachting lag, was er onder Birthler sprake van een sterk dalende lijn. Als gevolg van deze ontwikkeling moest het personeelsbestand van de BStU onder Birthler inkrimpen. Hadden er in 1995, op het hoogtepunt, nog 3.076 mensen bij de BStU gewerkt, in 2011, het jaar dat Birthler vertrok, was dit aantal teruggeschroefd naar 1.634. De grootste krimp vond plaats bij de afdeling die verantwoordelijk was voor de uitgifte van dossiers. Opvallend genoeg groeide de afdeling Bildung und Forschung.166 Deze toename kan gezien worden als onderdeel van een bredere trend waarbij informatievergaring- en verstrekking over de Stasi- en het DDR-verleden een steeds prominentere rol bij de BStU gingen innemen. Zo werd bijvoorbeeld in januari 2011 het BStU-Bildungszentrum geopend naast Checkpoint Charlie. Tot en met november 2014 was hier een langlopende tentoonstelling te zien over de geschiedenis van de Stasi en over het effect van de Stasi op het dagelijks leven in de DDR. 167 Een tweede teken van normalisering vond plaats in 2005 toen de BStU niet langer onder de portefeuille van het Ministerie van Binnenlandse Zaken viel, maar verschoven werd naar het Ministerie van Cultuur en Media. Onder Gauck had de BStU een uitzonderlijke positie gehad door als factor in het Duitse eenwordingsproces en daarmee als binnenlandse kwestie te worden erkend. Met de verschuiving verwerd de BStU symbolisch tot een gewone erfgoedinstantie.168 Een derde symptoom van normalisering kwam tot uitdrukking in de mate van ophef die ontstond omtrent de BStU. Het aantal spectaculaire kwesties liep

165 BStU, Fünfter Tätigkeitsbericht der Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (Berlijn 2001) 23, 24, 26, 27, 61, 114; BStU, Zehnter Tätigkeitsbericht der Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (Berlijn 2011) 109. 166 BStU, Zehnter Tätigkeitsbericht, 109. 167 Gabriele Camphausen, ‘Das Ausstellungskonzept’, in: BStU, Stasi. Die Ausstellung zur DDR-Staatssicherheit (Berlijn 2011) 7 – 9, 7; '310.000 Besucher im Bildungszentrum, BStU-Dauerausstellung in Berlin-Mitte schloss Ende November', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 08/02/2015 168 De regering Schröder had Marianne Birthler niet betrokken bij deze overheveling. Het was een fait accompli. 'Wechsel in den Geschäftsbereich der Beauftragten der Bundesregierung für Kultur und Medien (BKM)' in: BStU, Siebenter Tätigkeitsbericht der Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (Berlijn 2005) 11, 12.

54 namelijk terug.169 Toch waren er ook een paar opvallende uitzonderingen op deze regel. Het meest spraakmakende en voor de BStU ook meest ingrijpende vraagstuk was de zogenaamde ‘Fall Kohl’. Deze kwestie was al onder Gauck begonnen, maar speelde met name onder Birthler. De ‘Fall Kohl’ ging over de vraag of de BStU de informatie, die de Stasi over de voormalige Bondskanselier had verzameld, al dan niet openbaar mocht maken. Voor Personen der Zeitgeschichte werden er namelijk door de BStU andere regels gehanteerd dan voor mensen die geen historische bekendheid genoten. De dossiers van mensen met een publieke rol konden zonder toestemming van de betreffende persoon, door media of wetenschappers aangevraagd worden om er vervolgens over te publiceren.170 Voor de media was Kohls Stasi-dossier interessant omdat deze wellicht inzicht kon geven in de ‘CDU- Spendenaffäre’ die op dat moment speelde.171 Om de uitgifte van zijn dossier tegen te houden, spande Kohl in november 2000 een zaak aan bij de rechtbank in Berlijn.172 In afwachting van het proces nodigde Birthler Kohl uit om langs te komen. Ze was destijds in de vooronderstelling dat ze Kohl gerust kon stellen door hem te verzekeren dat privé- informatie niet zou worden vrij gegeven door de BStU.

In Mai 2001 besuchte Helmut Kohl die Behörde […] Ich hatte die für die Herausgabe vorgesehenen Unterlagen zu ihm zusammenstellen lassen und den Altkanzler eingeladen, sich davon zu überzeugen, dass wir seine Persönlichkeitsrechte wahrten. Ich hatte die beiden Ordner persönlich durchgesehen und blickte dem Besuch nun guter Dinge entgegen: Sehr

169 De vraagstukken die verder speelden gingen (wederom) over Stolpe (o.a. in december 2003 en november 2005), over Gysi (o.a. in mei 2008 en september 2009), over de inzage in de Rozenholtz-Dateien (in juni 2006), Birthlers nieuwsbericht dat er in de DDR een Schieβbefehl zou zijn geweest, wat toch niet zo veel nieuwswaarde bleek te hebben (in augustus 2007) en ‘Kurras’, de Stasi-medewerker die Benno Ohnesorg om het leven had bracht waardoor de geschiedenis met de RAF in een ander daglicht kwam te staan (in juni 2009). 170 De uitgifte vond plaats onder twee voorwaarden. Ten eerste moest er een aanleiding zijn voor uitgifte die te maken had met de verwerking van het Stasi-verleden en ten tweede werd privé-informatie over de betroffene niet verstrekt. Christian Striefler, ‘Marianne Birthler: Eine Lex Kohl wird es nicht geben, die neue Stasi-Akten-Beauftragte will die Protokolle über den Alt-Bundeskanzler für die Öffentlichkeit freigeben’, Sächsische Zeitung (13/12/2000) 2. 171 De ‘CDU-Spendenaffäre’ speelde tussen 1999 en 2002 en ging over de vraag of het CDU smeergeld had ontvangen. Helmut Kohl gaf toe dat hij tussen 1993 en 1998 donaties had ontvangen ter waarde van twee miljoen mark. Kohl weigerde echter om de namen van de schenkers te noemen.'Hintergrund: Die CDU- Spendenaffäre', Focus (03/08/2009), website: http://www.focus.de, geraadpleegd op: 12/05/2015. 172 Constanze von Bullion, ‘Gesichtsverlust nicht ausgeschlossen, im Streit um die Kohl-Akten der Gauck- Behörde findet Marianne Birthler nur wenig politische Unterstützung’, Süddeutsche Zeitung (12/12/2000) 11; ‘Kohl klagt gegen Herausgabe von Stasi-Unterlagen’, Die Welt (09/12/2000) 4; ‘Kohl verklagt Birthler’, Die Tagezeitung (09/12/2000) 2; ‘Chronik eines Rechtsstreits’, Neues Deutschland (23/06/2004) 2.

55

wahrscheinlich würde Kohl nach Prüfung der Unterlagen beruhigt sein, denn diese enthielten weder private noch vertrauliche Details. Doch es kam anders.173

De juridische strijd tussen Birthler’s Behörde en Kohl duurde voort tot en met juni 2004.174 Uiteindelijk trok Kohl aan het langste eind omdat het Duitse gerechtshof oordeelde dat het recht op privacy prevaleerde boven het recht op informatie over het verleden. Omdat ‘slachtoffers’ van de Stasi, zelfs al waren ze Personen der Zeitgeschichte, nu toestemming moesten geven voor de vrijgave van hun dossier, werd het moeilijker voor media en wetenschappers om historisch onderzoek te doen.175 Desondanks bleef het, mede dankzij de onderzoeksafdeling van de BStU, mogelijk om informatie over het DDR-verleden naar boven te halen.176 Samengevat, leidde Marianne Birthler gedurende haar bestuursperiode een overheidsinstelling die weliswaar steeds gewoner werd, maar die nog altijd ervoor zorgde dat jaarlijks honderdduizenden mensen zich met het Stasi-verleden bezig hielden. ‘Hier in diesen Regalen [in de depots van de BStU - MvdB] lässt sich nachlesen, wie die Staatssicherheit Menschen das Leben zur Hölle gemacht hat.’177 Hoe is het als deze stellingen vol Stasi-dossiers dagelijkse kost voor iemand worden? In haar memoires schrijft Birthler hoe ze tijdens haar kennismakingstour langs de archieven van haar stuk gebracht

173 Birthler, Halbes Land, 333. 174 In totaal zijn er vier uitspraken geweest. De eerste uitspraak geschiedde in juli 2001 door de rechtbank in Berlijn en stelde Kohl in het gelijk. In maart 2002 werd deze uitspraak in hoger beroep bevestigd. Na verandering van de StUG, die in september 2002 in werking trad, wilde de BStU graag weten of de eerdere uitspraken van 2001 en 2002 nog van toepassing waren. In september 2003 werd door de rechtbank in Berlijn geoordeeld dat de vernieuwde StUG prevaleerde boven de eerdere gerechtelijke uitspraken. Dit betekende dat de dossiers van Kohl toch weer openbaar konden worden gemaakt. Nadat Kohl tegen deze uitspraak in cassatie was gegaan, werd hij in juni 2004 in het gelijk gesteld. Becker, Geschichtspolitik, 337 – 343. 175 Andreas Förster, ‘Ein Urteil von unerwarteter Dimension, nach der Entscheidung zu Kohls Akten dürfen nur noch wenige Stasi-Unterlagen herausgegeben werden’, Berliner Zeitung (24/06/2004) 6; ‘Stasi-Akten über Kohl bleiben unter Verschuβ, Bundesverwaltungsgericht gibt früheren Kanzler weitgehend recht, Birthler: Alarmierendes Urteil, Frankfurter Allgemeine Zeitung (24/06/2004) 1; ‘Überwiegend Enttäuschung über Urteil zu Kohls Stasi-Akten’, Süddeutsche Zeitung (25/06/2004) 5. 176 De toegang blijft tot op heden een discussiepunt. Op een bijeenkomst in 2012 over het verleden en de toekomst van de onderzoeksafdeling van de BStU werd het bijvoorbeeld door veel aanwezigen als probleem ervaren dat alleen onderzoekers van de BStU ongecensureerde dossiers konden krijgen die bovendien niet voorgesorteerd waren. Onderzoekers van buiten de BStU hadden deze voorrechten niet. Ilko-Sascha Kowalczuk, ‘Angst Mitmachen, Auflehnen, das MfS in gesellschaftshistorischer Perspektive’, op: Forschungsperspektivenkonferenz am Dienstag, den 30.10.2012 im Bildungszentrum des BStU (audio-opname is in bezit van de auteur); Dierk Hoffmann, ‘Kommentar’, op: Forschungsperspektivenkonferenz am Dienstag, den 30.10.2012 im Bildungszentrum des BStU (audio-opname is in bezit van de auteur). 177 Birthler, Halbes Land, 12.

56 werd door geluidsopnames van een showproces en dat ze moeite had om er naar te luisteren.

Ich frage Frau Kegel [de archivaris die haar rondleidde - MvdB], wie sie das aushält, jahrelang, Tag um Tag, Woche um Woche solche Bänder anzuhören. Natürlich hat sie im Lauf der Zeit auch eine gewisse Routine entwickelt, professionelle Distanz. Aber manchmal nützt selbst die Routine nichts, da erreicht das, was sie hört, unmittelbar ihr Herz. Dann braucht sie jemanden zum Reden. Und manchmal, erzählt sie mir, hilft es einfach, joggen zu gehen […].178

Naast de nare verhalen in de dossiers, zijn er volgens Birthler ook mooie geschiedenissen in de depots te vinden: ‘Der Mut der Widerständigen, die Zivilcourage und die Phantasie der Unangepassten, die Würde jener, die sich nicht beugten und nicht bereit waren, ihren Nächsten zu verraten – all das ist zehntausendfach überliefert.’179 De betekenis van deze erfenis voor het herenigde Duitsland is volgens Birthler enerzijds te vinden in de dossiers zelf, als monument en plaats voor waarheidsvinding met betrekking tot het DDR-verleden. Anderzijds is de waarde ook te vinden in de geschiedenis van de dossiers na de Wende. Het gaat hierbij om de gevoerde debatten over het behoud en gebruik van de dossiers voor ‘slachtoffers’, politiek, media, onderwijs en wetenschap.180 Bij haar afscheid in maart 2011 stelde Birthler bovendien dat de Stasi-archieven niet alleen voor Duitsland belangrijk zijn, maar ook voor Europa relevantie bezitten.

Die westeuropäische Geschichtskultur ist durch die Katastrophe, die Deutschland unter der Herrschaft der Nationalsozialisten über Europa gebracht hat, tief geprägt. […] Doch zur europäischen Geschichte gehört auch, dass die Menschen in den von Krieg und Naziherrschaft

178 Birthler, Halbes Land, 13. 179 Ibidem. 180 Marianne Birthler, ‘Freiheit ist Einsicht in die Akten’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi-Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 27 – 44, 30, 31; Marianne Birthler, ‘Die Bedeutung der BStU für die politische Kultur in Deutschland’, in: Hendrik Hansen und Hans-Joachim Veen, Aufarbeitung totalitärer Erfahrungen und politische Kultur. Die Bedeutung der Aufarbeitung des SED-Unrechts für das Rechts- und Werteverständnis im wiedervereinigten Deutschland (Berlijn 2009) 145 – 154; Birthler, Halbes Land, 14.

57

geschwächten Nationen Mittel- und Osteuropas vergeblich auf Freiheit hofften.181

De Stasi-archieven zijn voor Birthler dus een symbool voor de onderdrukking die in het naoorlogse Europa voortduurde en in 1989 met behulp van burgerprotesten ten einde kwam. Na haar functie als Bundesbeauftragte bij de BStU is Birthler haar memoires gaan schrijven en werd ze actief in verscheidene comités. Zo is ze momenteel lid van de Grüne Akademie van de Heinrich-Böll-Stiftung, is ze bestuurslid bij de Körber-Stiftung, zit ze in de adviesraad van de Gedenkstätte Berliner Mauer en de Evangelischen Akademie zu Berlin. Verder is ze lid van de raad van toezicht van de Freiherr-vom-Stein-Preis, de Stiftung en de vereniging Aktion Courage.182 Na haar pensionering bleef ze kortom niet stil zitten. Net als voor en na de Wende houdt ze zich bezig met de emancipatie van burgers in de kerk, in de politiek en in de publieke ruimte.

181 'Die Vergangenheit studieren um der Gegenwart und Zukunft willen, Abschiedsrede von Marianne Birthler bei der Amtsübergabe am 14. März 2011', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 13/05/2015 182 Birthler, Halbes Land, 383; 'Marianne Birthler', gepubliceerd door: Heinrich-Böll-Stiftung, website: https://www.boell.de, geraadpleegd op: 07/05/2015.

58

Afbeelding 8: Roland Jahn op de plek waar vroeger de Stasi-centrale was en waar nu de Campus der Demokratie wordt gerealiseerd. Gefotografeerd door: Thilo Rückeis, gepubliceerd door: Der Tagesspiegel (10/12/2012), titel: 'Pläne für DDR-Geheimdienstzentrale, von der Stasi-Platte zum Demokratie-Campus', website: http://www.tagesspiegel.de, geraadpleegd op: 26/06/2015.

Roland Jahn Toen de Muur viel, was Roland Jahn in dienst van de ARD als redacteur van het programma Kontraste. In die hoedanigheid registreerde hij in de daaropvolgende maanden en jaren de Duitse eenwording. Zijn bijzondere interesse ging uit naar de nalatenschap van de Stasi. Zo ging hij in het voorjaar van 1990 op bezoek bij de bezette Stasi-archieven waar hij en passant zijn eigen dossier vond en filmde hij hoe de vernietiging van de Stasi-archieven voortduurde.183 Een paar jaar later, toen het in januari 1992 mogelijk werd voor ‘slachtoffers’ van de Stasi om hun eigen dossiers in te zien, was Jahn er ook bij om hier verslag van te doen. Hij besteedde bijvoorbeeld aandacht aan de burgerrechtenactivist die door haar echtgenoot Knud Wollenberger was bespioneerd en aan de dissidente schrijver Sascha Anderson die een dubbelleven als IM ‘David Menzer’ had geleid. In beide kwesties was Jahn ook persoonlijk betrokken doordat Wollenberger en Anderson

183 De documentaires van Roland Jahn voor het programma Kontraste, waaronder de genoemde uitzending waarin hij de Stasi-archieven bezoekt, zijn terug te zien op het internet. 'DOSSIER, Kontraste - Auf den Spuren einer Diktatur', gepubliceerd door: Bundeszentrale für politische Bildung (BPB), website: http://www.bpb.de, geraadpleegd op: 17/06/2015.

59 gedurende hun verblijf in West-Berlijn onder andere informatie over hem hadden doorgespeeld aan de Stasi.184 Na de eeuwwisseling, toen Joachim Gauck en Marianne Birthler zich bezig hielden met de Fall Kohl, sprak Jahn zich uit ten faveure van Kohl. Hij was van mening dat Kohl, als ‘slachtoffer’ van de Stasi beschermd zou moeten worden door de BStU.185 Na zijn benoeming als Bundesbeauftragte blikte hij in een interview met weekblad Der Spiegel als volgt terug op deze kwestie:

Ich bin immer vehement für den Opferschutz eingetreten. Ich habe etwa auch Helmut Kohl unterstützt, als dieser sich gegen die Herausgabe seiner Akte wehrte. Er war Opfer von Telefon-Überwachung. [...] Am Ende haben Gerichte die Rechte der Opfer bei der Herausgabe von Abhörprotokollen gestärkt. Das war genau mein Anliegen.186

In 2001 maakte Jahn een documentaire over Gregor Gysi. Dit prominente lid van de PDS/Die Linke was in de jaren daarvoor al herhaaldelijk geconfronteerd met beschuldigingen dat hij in het verleden informatie zou hebben doorgespeeld aan de Stasi.187 In de documentaire vertelt burgerrechtenactivist Katja Havemann dat zij in het Stasi-dossier van haar man, Robert Havemann, aanwijzingen had gevonden dat Gysi, zijn voormalige advocaat, IM ‘Notar’ moet zijn geweest.188 Gysi zelf ontkent de samenwerking in de documentaire.189 Als

184 Martin Machowecz, '"Knud hat Reue gezeigt", Roland Jahn, Leiter der Stasi-Unterlagenbehörde, über Knud Wollenberger, der einst als IM seine eigene Ehefrau verriet – und die Frage, wann eine Entschuldigung glaubhaft ist, Die Zeit, 21 (20/05/2012); 'Die Krankheit Lüge', Die Zeit, 5 (24/01/1992). 185 Stefan Berg, Wolfgang Krach, Georg Mascolo, 'Über den Schatten springen' Der Spiegel, 42 (16/10/2000) 62,66; Praschl, Roland Jahn, 210; 'Stasi-Akten - öffnen oder schließen?', gepubliceerd door: , gepubliceerd op: 26/09/2011, website: http://www.dw.de, geraadpleegd op: 07/05/2015 186 Stefan Berg en Frank Hornig, '"Eine Schule der Demokratie", ein Spiegel-Gespräch mit Roland Jahn, Der Spiegel, 13 (28/03/2011)30 – 32. 187 De eerste berichten over de Stasi-contacten van Gregor Gysi dateren al vanaf1992. Net als bij de ‘Fall Stolpe’ kwamen Gauck en Gysi meermaals met elkaar in aanvaring over de vraag of de één de ander als voormalige ‘IM’ mocht aanduiden. Ilko-Sascha Kowalczuk, '"Ich staune über das kurze Gedächtnis" Die Stasi- Vorwürfe gegen Gregor Gysi', gepubliceerd door: Bundeszentrale für politische Bildung, gepubliceerd op: 26/05/2006, website: http://www.bpb.de, geraadpleegd op: 19/05/2015. 188 De Bondsdagcommissie die onderzoek deed naar het Stasi verleden van Gregor Gysi was in mei 1998 tot dezelfde conclusie gekomen: ‘er [hat] sich in die Strategien des MfS einbinden lassen, selbst an der operativen Bearbeitung von Oppositionellen teilgenommen und wichtige Informationen an das MfS weitergegeben. 'Deutscher Bundestag, 13. Wahlperiode, Drucksache 13/10893, 29. 05. 98, Bericht des Ausschusses für Wahlprüfung, Immunität und Geschäftsordnung (1. Ausschuß) zu dem Überprüfungsverfahren des Abgeordneten Dr. Gregor Gysi gemäß §44b Abs. 2 Abgeordnetengesetz (Überprüfung auf eine Tätigkeit oder eine politische Verantwortung für das Ministerium für Staatssicherheit/Amt für National)', gepubliceerd door:

60

Bundesbeauftragte kijkt Jahn als volgt terug op deze kwestie, waarin net als bij de ‘Fall Stolpe’ het waarheidsgehalte van de Stasi-dossiers een rol speelde.190

Die Akten stellen immer die Sichtweise der Staatssicherheit dar. Es sind wichtige Zeugnisse. Die Stasi hat die Akten ja nicht in dem Wissen angelegt, dass wir heute in diese Unterlagen schauen. […] Am wichtigsten ist, dass wir aufzeigen, was in den Unterlagen steht, damit sich jeder ein umfassendes Bild machen kann.191

Met zijn documentaire had Jahn geprobeerd om verschillende stemmen over het verleden in beeld te brengen.192 Naast zijn journalistieke bezigheden nam Jahn zitting in de adviesorganen van verscheidene instellingen die zich met de verwerking van het DDR- en Stasi-verleden bezig houden. In 1996 werd hij lid van de raad van advies van het Robert- Havemann-Gesellschaft, in 1999 verbond hij zich aan de Stiftung zur Aufarbeitung der SED- Diktatur en van 2006 tot 2010 was hij lid van de raad van advies van de Stiftung Berliner Mauer.193 In 2005 trad hij toe tot de Sabrow-Kommission en was hij één van de

Dokumentations- und Informationssystem für Parlamentarische Vorgänge, website: http://dip21.bundestag.de, geraadpleegd op: 18/05/2015, pagina 50. 189 Ilko-Sascha Kowalczuk, '"Ich staune über das kurze Gedächtnis" Die Stasi-Vorwürfe gegen Gregor Gysi', gepubliceerd door: Bundeszentrale für politische Bildung, gepubliceerd op: 26/05/2006, website: http://www.bpb.de, geraadpleegd op: 19/05/2015; Uwe Müller, '"Unterlagen sind im Fall Gysi reichlich vorhanden" Der Chef der Stasi-Unterlagen-Behörde, Roland Jahn, hatte sich als Journalist schon vor Jahren mit den Kontakten zwischen Gregor Gysi und Stasi beschäftigt. Ein Gespräch zu den neuen Vorwürfen', Die Welt (10/02/2013). 190 Al sinds het begin van de jaren ’90 werd het waarheidsgehalte en daarmee de bruikbaarheid van de Stasi- dossiers ter discussie gesteld. Roger Engelmann, ‘Zum Quellenwert der Unterlagen des Ministeriums für Staatssicherheit’, in: Klaus-Dietmar Henke en Roger Engelmann ed., Aktenlage. Die Bedeutung der Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes für die Zeitgeschichtsforschung (Berlijn 1995) 23 – 39; Roger Engelmann, ‘Die Unterlagen des MfS, ihr Wert als historische Quelle’, in: Günter Buchstab ed., Die Akten und die Wahrheit. Fünf Jahre Stasi-Unterlagen-Gesetz,Vorträge einer Fachkonferenz (Sankt Augustin 1997) 27 – 38; Graaf, ‘Slachtoffers van de Stasi’, 446. 191 Müller, '"Unterlagen sind im Fall Gysi reichlich vorhanden"’, Die Welt (10/02/2013). 192 Echter, het perspectief van het ‘slachtoffer’ werd uitgebreider in beeld gebracht in vergelijking met die van Gysi of andere Stasi-medewerkers. Müller, '"Unterlagen sind im Fall Gysi reichlich vorhanden"’, Die Welt (10/02/2013). 193 Opmerkelijk is dat op de website van de Stiftung Gedenkstätte Berlin-Hohenschönhausen vermeld wordt dat hij ook hier in de raad van advies zit. Dit staat echter niet vermeld in Jahns CV op de website van de BStU. 'Lebenslauf Roland Jahn', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op 06/05/2015; 'Stiftung Gedenkstätte Berlin-Hohenschönhausen', gepubliceerd door: Stiftung Gedenkstätte Berlin-Hohenschönhausen, website: http://www.stiftung-hsh.de, geraadpleegd op: 17/03/2015.

61 samenstellers van het boek Wohin treibt die DDR-Erinnerung?.194 Zijn partner, Anett Volkland, leerde hij in zijn Heimatstadt Jena in 1990 kennen. Zij was erbij toen Jahn in januari 2011 door de Bondsdag tot Bundesbeauftragte voor de Stasi-archieven werd gekozen.195 Jahns benoeming tot hoofd van de BStU luidde een nieuwe periode in voor de Behörde. De opbouw- en normaliseringsfase waren voorbij, net als de bijbehorende relletjes. Er lijkt sprake te zijn van een stabilisering. In het meest recente Tätigkeitsbericht dat in maart 2015 verscheen, werd er bijvoorbeeld melding gemaakt van een lichte groei in het personeelsbestand, na jarenlange afname, om het nog altijd hoge aantal aanvragen voor dossierinzage te kunnen blijven verwerken.196 Daarnaast werd er op 1 juli 2014 door de Bondsdag een onderzoekscommissie ingesteld die moet gaan nadenken over de toekomst van de BStU.197 Het advies van deze commissie laat vooralsnog op zich wachten, maar vrijwel zeker is al wel dat de zaken tot 2019 blijven zoals ze nu zijn.198 Wat kenmerkt deze stabiele Jahn-Behörde? Afgezien van de ‘normale’ werkzaamheden als het onderzoek, het archiefbeheer en de archiefuitgave, zijn er sinds 2011 drie kwesties geweest die het karakter van de BStU in de openbaarheid mede hebben bepaald. Een eerste kwestie betreft de voormalige Stasi-medewerkers die door Gauck aangenomen waren omdat zij onmisbaar zouden zijn bij de inventarisatie van de archieven.199 Birthler was het hier niet mee eens,

194 De officiële aanduiding van de Sabrow-Kommision is ‘Expertenkommission zur Schaffung eines Geschichtsverbundes Aufarbeitung der SED-Diktatur’. Deze commissie diende een toekomstvisie te ontwikkelen voor de door de overheid gefinancierde instellingen die zich met de verwerking van het DDR- verleden bezighouden. 'Empfehlungen der Expertenkommission zur Schaffung eines Geschichtsverbundes „Aufarbeitung der SED-Diktatur“', gepubliceerd door: BStU, gepubliceerd op: 15/05/2006, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 20/05/2015 Martin Sabrow e.a. ed., Wohin treibt die DDR- Erinnerung? Dokumentation einer Debatte (Göttingen 2007). 195 Praschl, Roland Jahn, 186. 196 De wachttijd voor inzage in dossier varieerde in de periode 2013 – 2014 van enkele maanden tot enkele jaren. In 2014, 22 jaar na het begin, werden er in totaal 85.740 verzoeken tot het lichten van Stasi-dossiers bij de BStU ingediend. Daarvan werden er 67.763 gedaan door burgers. BStU, Zwölfter Tätigkeitsbericht, 16, 35, 36, 101. 197 Uiterlijk voorjaar 2016 moet er een advies liggen van de Expertenkommision. 'Deutscher Bundestag Drucksache 18/1957, 18. Wahlperiode 01.07.2014, Antrag der Fraktionen CDU/CSU, SPD und BÜNDNIS 90/DIE GRÜNEN, Einsetzung einer „Expertenkommission zur Zukunft der Behörde des Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (BStU)"', gepubliceerd door: Dokumentations- und Informationssystem für Parlamentarische Vorgänge, website: http://dip21.bundestag.de, geraadpleegd op: 18/05/2015; Birgit Wentzien, 'Roland Jahn: "Keine Gleichsetzung von NSA und Stasi"', gepubliceerd door Deutschlandradio, gepubliceerd op: 10/08/2014, website: http://www.deutschlandradiokultur.de, geraadpleegd op: 20/05/2015. 198 Mits Roland Jahn in 2016 herkozen wordt en er zich geen onvoorziene ingrijpende zaken voordoen. 199 Gauck, Das unheimliche Erbe, 104 ; Sven Felix Kellerhoff, 'Warum Gauck ehemalige Stasi-Offiziere einstellte', Die Welt (21/02/12).

62 maar had gedurende haar bestuursperiode geen mogelijkheid gezien om hen na zoveel jaren dienstverband nog uit hun functie te zetten.200 In zijn inaugurele rede gooide Jahn de knuppel in het hoenderhok door te stellen dat de situatie niet langer kon voortduren. ‘Die Beschäftigung von ehemaligen Stasi-Mitarbeitern in der Behörde beschädigt die Glaubwürdigkeit der Aufarbeitung der Tätigkeit der Staatssicherheit. Glaubwürdigkeit - das ist die Grundlage für die Arbeit und für die Existenz dieser Behörde.’201 In november 2011 kreeg Jahn zijn zin doordat de Bondsdag de StUG veranderde.202 Desalniettemin waren er drie jaar later, in januari 2015, nog 22 van de 48 voormalige Stasi-medewerkers in dienst van de BStU. De overige mensen waren overgeplaatst naar andere overheidsorganen, met pensioen gegaan of overleden. Voor de 22 medewerkers die nog in dienst waren, werd er nog naar een nieuwe betrekking gezocht.203 Een tweede kwestie is de hernieuwde actualiteit van het Stasi-verleden. De Arabische lente van 2011 deed herinneringen aan de Wende van 1989 herleven en Roland Jahn presenteerde zijn Behörde vervolgens als ‘Schule der Demokratie’.204 Hij zag de StUG als schoolvoorbeeld van een wet die transparantie en privacybescherming combineerde en de BStU als ervaringsdeskundige op het gebied van het ontsluiten van archieven van een inlichtingendienst.205 In 2013 werd de praktijk van dataverzameling door de Amerikaanse inlichtingendienst NSA bekend en drong opnieuw de associatie met de Stasi zich op in het publieke domein.206 Ook de omgang met privé-

200 Johannes Beleites, 'Mit lautem Donner zu kurz gesprungen, die 8. Novelle des Stasi-Unterlagen-Gesetzes', gepubliceerd door: Bundeszentrale für politische Bildung, gepubliceerd op: 15/11/2011, website: http://www.bpb.de, geraadpleegd op: 22/05/2015. 201 '"Das Lügen darf nicht belohnt werden" Die Antrittsrede Roland Jahns am 14. März 2011', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op 22/05/2015 202 Het gaat hierbij om paragraaf 37a van de StUG. 'Stasi-Unterlagen-Gesetz (StUG) Stand: August 2013', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 22/05/2015 203 BStU, Zwölfter Tätigkeitsbericht, 17. 204 Dit kwam bijvoorbeeld naar voren in het gesprek met Roland Jahn dat op 20 september 2011 gevoerd werd in Felix Meritis in Amsterdam en een interview met Der Spiegel. Berg, '"Eine Schule der Demokratie"’, Der Spiegel 13 (28/03/2011) 30 – 32; Marja Verburg, ‘Stasi-archief toont gevaren van te veel veiligheid, beheerder van de Stasi-archieven BStU Roland Jahn in Amsterdam’, in: Annabelle Arntz, Charlotte Broersma en Nicole Colin ed., Duitsland in Europa, van journalistiek dossier ‘Duitsland in Europa’ tot rap over ‘Freiheit’, de projecten van ’65 jaar vrijheid in Europa, missie volbracht? (Amsterdam 2012) 11- 14. 205 Birgit Wentzien, 'Roland Jahn: "Keine Gleichsetzung von NSA und Stasi"', gepubliceerd door Deutschlandradio, gepubliceerd op: 10/08/2014, website: http://www.deutschlandradiokultur.de, geraadpleegd op: 20/05/2015. 206 Krantenberichten gingen bijvoorbeeld over de vraag wat Bondskanselier Angela Merkel van de vergelijking tussen NSA en de Stasi vond. 'Merkel verteidigt Abhören von Telefonaten. Die Bundeskanzlerin stellt sich in der NSA-Abhöraffäre hinter die deutschen Geheimdienste. Einen Vergleich mit der Stasi wies Merkel als Verharmlosung der DDR zurück' Die Zeit (10/07/2013); 'Merkel vergleicht NSA mit Stasi. Bislang verbat sich Angela Merkel jeden Vergleich von NSA und Stasi', Die Stern (18/12/2013). '"Aufklärung für die Gesellschaft" Statement des Bundesbeauftragten Roland Jahn vom 17. März 2015 vor der Bundespressekonferenz, zum 12.

63 informatie door grote commerciële internetbedrijven als Facebook en Google, wat met name in 2014 in de media kwam, sloot aan bij de BStU-thematiek.207 Door deze kwesties bleek maar weer eens, hoe het begrip Stasi een actuele betekenis bleef houden en daarmee het bestaansrecht van de BStU als beheerder van de archieven rechtvaardigde. Jahn verwees in zijn toespraken daarom ook graag naar deze actualiteit. Een derde kwestie is de toekomst van de BStU. Deze vraag naar het voortbestaan is al zo oud als de Behörde zelf, maar tot op heden zijn er op enkele wetswijzigingen na, nooit substantiële veranderingen doorgevoerd. Dit verandert wellicht in 2019. In een interview met de nationale publieke radiozender Deutschlandradio vroeg de interviewster aan Jahn of hij het erg zou vinden als het archief onder beheer van het Bundesarchiv zou komen te staan. Jahn antwoordde dat het hem niet om de BStU gaat, maar om de Stasi-dossiers zelf en hun toegankelijkheid.208

Diese Stasi-Akten, das ist […] ein Symbol. Erstmalig in der Welt sind die Akten einer Geheimpolizei den Bürgern zugänglich gemacht worden, in deren Leben die Geheimpolizei eingegriffen hat. Und dieses Symbol gilt es natürlich auch für die Zukunft zu beachten. Zweitens ist natürlich wichtig, dass sichergestellt ist, dass Forschung und Bildung auf Grundlage dieser Akten weitergehen können - und das ist doch das Wichtige. Und drittens haben wir natürlich auch die Akten als ein Mahnmal über das Wirken von Geheimpolizei. Wir sind in aktuellen Debatten von Geheimdiensten. Wir haben Diskussionen über demokratische Kontrolle von Geheimdiensten. Und in dem Sinne ist die Beschäftigung mit der Vergangenheit, mit den

Tätigkeitsbericht für die Jahre 2013 und 2014', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op 18/05/2015; Birgit Wentzien, 'Roland Jahn: "Keine Gleichsetzung von NSA und Stasi"', gepubliceerd door Deutschlandradio, gepubliceerd op: 10/08/2014, website: http://www.deutschlandradiokultur.de, geraadpleegd op: 20/05/2015. 207 Aanleiding van deze discussie was de uitspraak van het Europese Hof van Justitie op 13/05/2014 over het zogenaamde ‘recht om vergeten te worden’. 'Hof van Justitie van de Europese Unie, PERSCOMMUNIQUÉ nr. 70/14, Luxemburg, 13 mei 2014, Arrest in zaak C-131/12, Google Spain SL, Google Inc / Agencia Española de Protección de Datos, Mario Costeja González', gepubliceerd door: Hof van Justitie van de Europese Unie, website: http://curia.europa.eu, geraadpleegd op: 21/05/2015; '"Aufklärung für die Gesellschaft" Statement des Bundesbeauftragten Roland Jahn vom 17. März 2015 vor der Bundespressekonferenz, zum 12. Tätigkeitsbericht für die Jahre 2013 und 2014', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op 18/05/2015. 208 Birgit Wentzien, 'Roland Jahn: "Keine Gleichsetzung von NSA und Stasi"', gepubliceerd door Deutschlandradio, gepubliceerd op: 10/08/2014, website: http://www.deutschlandradiokultur.de, geraadpleegd op: 20/05/2015.

64

Akten der Staatssicherheit etwas, was uns hier und heute auch helfen kann.209

Voor de meer nabije toekomst presenteerde Jahn in 2011 het plan om een ‘Campus der Demokratie’ te realiseren op het terrein van de voormalige Stasi-centrale in Berlijn- Lichtenberg.210 Het vernieuwende aan dit idee is vooral de bundeling van verschillende instanties die zich met het Stasi-verleden bezig houden. De verhoudingen tussen de BStU en andere instellingen is namelijk niet vanzelfsprekend.211 De totstandkoming van het plan laat zien dat Roland Jahn er in lijkt te slagen om de banden met andere organisaties aan te halen.212 De Campus is op dit moment in aanbouw: het centrale archief van de BStU en het Stasi-museum waren er al gevestigd, verschillende gebouwen van het terrein zijn op de monumentenlijst geplaatst en in 2015 werden er twee tentoonstellingen geopend voor publiek. In de toekomst zullen er een bibliotheek en een debatcentrum komen. Op termijn zou ook het hoofdkantoor van de BStU, dat nu aan de Karl-Liebknecht-Straβe gevestigd is,

209 Birgit Wentzien, 'Roland Jahn: "Keine Gleichsetzung von NSA und Stasi"', gepubliceerd door Deutschlandradio, gepubliceerd op: 10/08/2014, website: http://www.deutschlandradiokultur.de, geraadpleegd op: 20/05/2015. 210 Op 03/06/2013 besloot de Bundestag dat de BStU zich moest inzetten voor de totstandkoming van de ‘Campus der Demokratie’. 'Deutscher Bundestag Drucksache 17/13698, 17. Wahlperiode 03. 06. 2013, Beschlussempfehlung und Bericht des Ausschusses für Kultur und Medien (22. Ausschuss) zu der Unterrichtung durch die Bundesregierung – Drucksache 17/12115 – Bericht der Bundesregierung zum Stand der Aufarbeitung der SED-Diktatur', gepubliceerd door: Dokumentations- und Informationssystem für Parlamentarische Vorgänge, website: http://dip21.bundestag.de, geraadpleegd op: 22/05/2015. 'Campus für Demokratie… ist eine Idee des BStU für die Entwicklung der ehemaligen Stasi-Zentrale in Berlin zu einem Lern- und Erinnerungsort', gepubliceerd door: BStU, gepubliceerd op: september 2014, website: https://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 22/05/2015. 211 Van twisten met de organisaties die met de ‘Campus der Demokratie’ betrokken zijn is overigens nooit sprake geweest. Twistpunt met andere organisaties was bijvoorbeeld de verdeling van geldstromen. De BStU heeft jaarlijks ruim 100 miljoen euro ter beschikking en andere organisaties zouden daar ook wel een graantje van willen meepikken. (Birthler noemt in haar memoires o.a. de Bundeszentrale für politische Bildung en de Stiftung Aufarbeitung). Ook persoonlijke rivaliteiten (Joachim Gauck & Hubertus Knabe, directeur van de Stasi- gevangenis Hohenschönhausen) spelen een rol. Becker, Geschichtspolitik, 392; Birthler, Halbes Land, 358; BStU, Zwölfter Tätigkeitsbericht, 18; Birgit Wentzien, 'Roland Jahn: "Keine Gleichsetzung von NSA und Stasi"', gepubliceerd door Deutschlandradio, gepubliceerd op: 10/08/2014, website: http://www.deutschlandradiokultur.de, geraadpleegd op: 20/05/2015. 212 Als voorbeeld van Jahns pogingen om de banden aan te halen met andere instanties die zich met het Stasi- verleden bezig geldt zijn eerste werkbezoek als Bundesbeauftragte naar Hubertus Knabe, waar zij samen een expositie openden in de Stasi-gevangenis Hohenschönhausen. 'Roland Jahn im Stasi-Knast, Überzeugungstäter im Gefängnis, der neue Chef der Stasi-Unterlagenbehörde Roland Jahn besucht den Knast, in den der DDR- Geheimdienst seine härtesten Gegner sperrte. Und kündigt einen Kampf an', Die Tageszeitung (17/03/2011).

65 naar de Campus verplaatst kunnen worden.213 Jahns plannen lijken hiermee aan te sturen op het behoud van de BStU, ook na 2019. Hoe zag Jahn zichzelf in zijn positie als Bundesbeauftragte? En welke betekenis hebben de Stasi-dossiers voor hem? In een interview met het weekblad Der Spiegel over de voormalige Stasi-medewerkers in zijn Behörde, typeert Jahn zichzelf als volgt: ‘[I]ch sehe mich als Anwalt der Opfer.’ Even later zegt hij: ‘Ich bin von meinem Wesen her ja ein Versöhner […]’, ‘ Ich bin ein vehementer Anhänger des Rechtsstaats’ en ‘Ich bin kein Anhänger des Automatismus: […] Ich stehe für die differenzierte Betrachtung von Biografien.’214 Hij vindt het kortom belangrijk om voor de ‘slachtoffers’ van de Stasi op te komen en tegelijkertijd wil hij ook de levensverhalen van de ‘daders’ weten, hen tegemoet treden en hen rechtvaardig behandelen. Ook in zijn autobiografie klinkt deze bereidheid tot dialoog door als hij mijmert over hoe vergelijkbaar de levens van ‘daders’ en ‘slachtoffers’ soms waren totdat bepaalde keuzes of toevalligheden daarin verandering bracht. ‘Die Frage nach der individuellen Verantwortung beschäftigt mich, und ich finde keine einfache Antwort.'215 Jahn wil graag opheldering, geen afrekening met het verleden.216 De Stasi- dossiers vormen voor hem dan ook vooral een aanleiding om mensen (Oost-Duitsers, West- Duitsers, ‘daders’, ‘slachtoffers’, ‘meelopers’, jongeren en ook buitenlanders) aan het denken te zetten over de rol van het individu in de vroegere en hedendaagse samenleving. Als motto van zijn Behörde heeft Jahn daarom gekozen voor de zin: ‘Je besser wir Diktatur begreifen, desto besser können wir Demokratie gestalten.’217

213 In januari 2015, precies 25 jaar na de archief-bestorming, opende de BStU samen met de vereniging Antistalinistische Aktion Berlin-Normannenstraße (ASTAK) dat het Stasi-Museum beheert, een nieuwe expositie in het gebouw waar vroeger Erich Mielke kantoor hielt. In de zomer van 2015 zal het Robert- Havemann-Gesellschaft een openluchttentoonstelling in de binnenhof vertonen. Werner van Bebber, 'Pläne für DDR-Geheimdienstzentrale, von der Stasi-Platte zum Demokratie-Campus', Der Tagespiegel (10/12/2012); BStU, Zwölfter Tätigkeitsbericht, 70 - 73; 'Campus für Demokratie… ist eine Idee des BStU für die Entwicklung der ehemaligen Stasi-Zentrale in Berlin zu einem Lern- und Erinnerungsort', gepubliceerd door: BStU, gepubliceerd op: september 2014, website: https://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 22/05/2015. 214 Berg '"Eine Schule der Demokratie"’, Der Spiegel 13 (28/03/2011) 30 - 32. 215 Jahn, Wir Angepassten, 163. 216 Miriam Hollstein, '"Es geht um individuelle Verantwortung", Roland Jahn über den Umgang mit dem eigenen Leben in einer Diktatur und die DDR als Unrechtsstaat', Die Welt (08/10/2014). 217 De eigenlijke zin in zijn inaugurele rede was: ‘Je besser wir begreifen, wie die Diktatur in der DDR im Alltag funktioniert hat, desto besser können wir, hier und heute, Demokratie gestalten.’ ‘"Das Lügen darf nicht belohnt werden" Die Antrittsrede Roland Jahns am 14. März 2011', gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op 18/05/2015.

66

Samenvatting Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn waren alle drie Bundesbeauftragte voor de Stasi-archieven. Hun drie bestuursperiodes samen vormen de geschiedenis van de BStU. Deze geschiedenis wordt gekenmerkt door continuïteiten en veranderingen. Constante factoren waren: de StUG, het komen en gaan van media-aandacht, het personeel en de bezoekers, de ‘slachtoffers’ en de ‘daders’ en de verschillende visies op het verleden, heden en de toekomst met betrekking tot zowel de Stasi-archieven als de BStU zelf. In de afgelopen 25 jaar kwamen deze onderwerpen steeds opnieuw terug. De geschiedenis van de BStU werd echter ook gekenmerkt door veranderingen. Gauck moest de Behörde opbouwen. Birthler moest de BStU vervolgens laten inkrimpen. Jahn lijkt nu in een gespreid bedje terecht te zijn gekomen, waar hij tot en met 2019 mooie plannen kan realiseren. Of dit werkelijk zo zal zijn, moet de toekomst nog uitwijzen. Daarnaast zijn er verschillende zwaartepunten in de periodes aan te wijzen. De Gauck-Behörde valt op door de vele relletjes en de grote aantallen aanvragen tot dossierinzage. Onder Birthler verschoof de focus van de BStU meer naar onderzoek en educatie over het verleden. In Jahns bestuursperiode zijn deze onderwerpen nog steeds van belang, maar speelt de globale actualiteit meer een rol. De persoonlijke perceptie van de Stasi-dossiers door de drie Bundesbeaufragten hebben overeenkomsten en verschillen. Overeenkomstig zijn de ervaringen met de inhoud van de Stasi-dossier zelf. Zij ervoeren alle drie dat het werken met de dossiers mentaal zwaar is. De Stasi-archieven zijn geen gemakkelijke werkomgeving. Dat blijkt al uit het eerste Tätigkeitsbericht van de BStU waarin wordt vermeld dat werknemers met psychische klachten kampen. Ook Birthler spreekt zich uit over de aard van de dossiers. Zij schrijft in haar memoires hoe ze geraakt werd door verslagen waarin de Stasi zich inmengt in de levens van DDR-burgers, maar ook door de moed van diezelfde DDR-burgers om de Stasi te slim af te zijn. Jahn had door inzage in zijn eigen Stasi-dossier en dat van anderen in zijn documentaires al ervaring opgedaan met de psychologisch zware inhoud van de Stasi- archieven. Hij ziet in de Stasi-dossiers dan ook vooral aanleiding om over de complexiteit van ‘daders’, ‘slachtoffers’ en ‘meelopers’ na te denken. De bredere, maatschappelijke betekenis die de drie BStU-bestuurders aan de Stasi-dossiers toekennen loopt daarentegen uiteen. Hoewel zij alle drie beamen dat de Stasi-archieven meerdere symboolfuncties hebben, heeft ieder een eigen voorkeur. Gauck beschrijft de Stasi-archieven als medicijn tegen nostalgie. Voor Birthler staan de Stasi-archieven symbool voor de onderdrukking die

67 in 1989 door burgerprotesten eindigde. Jahn beschrijft de Stasi-archieven als school voor democratie. In andere woorden: Gauck legt de meeste nadruk op het Stasi-verleden zelf, Birthler licht de vreedzame revolutie uit en Jahn vindt dat de belangrijkste betekenis van de Stasi-archieven in het heden ligt. Na de Wende veranderden de levens van Gauck, Birthler en Jahn ingrijpend. Met name voor Gauck was de overgang groot omdat hij in een nieuwe stad, onder nieuwe persoonlijke omstandigheden, onder een nieuw politiek en economisch regime met een nieuwe baan begon. Hij bleek echter goed in staat zich aan de gewijzigde omstandigheden aan te passen. Ondanks de kritiek die speelde na aanleiding van de Fälle en zijn personeelsbeleid, werd hij in het algemeen gerespecteerd als iemand die boven de partijen stond. Deze perceptie kwam van pas toen hij in 2012 gekozen werd tot Bondspresident. Voor Birthler veranderde er vanaf 1989 ook veel hoewel zij, in tegenstelling tot Gauck, gewoon in het haar vertrouwde Berlijn kon blijven wonen. Binnen anderhalf jaar tijd kwam zij vanuit een zeer marginale politieke positie op een ministerspost terecht. Hier kreeg zij te maken met mensen die een gecompliceerd IM-verleden hadden. Haar rol in de fusie tussen Bündnis 90 en Die Grünen confronteerde haar vervolgens met cultuurverschillen tussen Oost- en West-Duitsers. Als Bundesbeauftragte moest ze schipperen tussen het recht op bescherming van persoonsgegevens en het recht op informatie. Dit ging niet altijd zoals ze wilde zoals de ‘Fall Kohl’ liet zien. Voor Jahn veranderde na de Wende het minste. Hij bleef wonen waar hij was, had al kennis gemaakt met de Bondsrepubliek en bleef zijn oude beroep van journalist uitoefenen. Voor hem was de grootste verandering dat zijn doel bereikt was: de grens was weggevallen, hij kon Jena weer bezoeken en het leven in een rechtstaat was nu ook toegankelijk geworden voor de voormalige DDR-burgers. Zijn documentaires voor Kontraste laten zien dat hij erg betrokken was bij de individuele Stasi- verhalen van ‘daders’, ‘slachtoffers’ en ‘meelopers’ en hun betekenis voor het heden. Als Bundesbeauftragte zette hij deze lijn voort.

68

Conclusie

De persoonlijke papieren uit de titel van deze scriptie verwijzen enerzijds naar de documenten die in de Stasi-archieven te vinden zijn en waarvoor Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn verantwoordelijk zijn of zijn geweest. Anderzijds verwijzen ze naar het verleden van de Bundesbeauftragten zelf, dat in deze scriptie is beschreven. Deze scriptie draaide kortom om de drie Behördenleiter en hun relatie met de Stasi-archieven. De hoofdvraag luidde als volgt: Hoe speelden de levensgeschiedenissen van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn een rol in hun ambt van Bundesbeauftragte voor de Stasi- archieven? Om de hoofdvraag te beantwoorden is er gebruik gemaakt van twee deelvragen die elk in een hoofdstuk zijn behandeld. De Wende bevindt zich, als middelpunt van deze scriptie, tussen deze twee hoofdstukken in. In het eerste hoofdstuk stonden de levens van Gauck, Birthler en Jahn gedurende de DDR centraal. Het ging hierin over de vraag wat de overeenkomsten en de verschillen waren in de wegen die Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn bewandelden voor de Wende. Het tweede hoofdstuk ging in op hun levens na het einde van de DDR. Het draaide hierbij om de vraag wat de overeenkomsten en verschillen waren tussen de levenslopen en de BStU-bestuursperiodes van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn na de Wende. In het volgende zal eerst antwoord worden gegeven op de twee deelvragen en de hoofdvraag. Vervolgens zal er aandacht worden besteed aan de toegevoegde waarde van de vergelijkende biografie voor de Status Quaestionis. Tot slot zal er worden gereflecteerd op de betekenis van de levensgeschiedenissen van Gauck, Birthler en Jahn voor het begrip van de contemporaine Duitse samenleving. Wat opvalt aan de levens van de drie Bundesbeauftragten voor 1989 is dat ze alle drie in de beginjaren van de DDR zijn opgegroeid en opgevoed zijn door ouders die de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan bewust hadden meegemaakt. Het was voor deze ouders duidelijk dat zij van de ene totalitaire dictatuur in de andere waren beland. Geen van de ouders steunde de SED door partijlid te worden; zich verzetten of verhuizen naar de Bondsrepubliek deden zij echter ook niet. Ze bleven in de DDR en pasten zich in meer of mindere mate aan de nieuwe omstandigheden aan. De afkeer van het communistische regime was het grootst bij de familie Gauck. Omdat zijn vader jarenlang in Siberië gevangen werd gehouden door de Sovjets, werd het Gauck verboden om te

69 collaboreren. Bij Birthler thuis was ook weinig enthousiasme voor het communisme, maar lidmaatschap van de communistische jongerenverenigingen en deelname aan de communistische rituelen werden geoorloofd. Jahns ouders probeerden zich afzijdig van politiek te houden door de Partij niet voor het hoofd te stoten. Jahn had daardoor een typische DDR-jeugd. De volwassen levens van Gauck, Birthler en Jahn waren gedeeltelijk overeenkomstig. Alle drie wilden in de DDR een leven opbouwen, kregen op jonge leeftijd een gezin, botsten op één of andere manier met het regime, werden daarom door de Stasi in de gaten gehouden en kwamen uiteindelijk in de burgerrechtenbeweging terecht. Verschillend waren hun opleidingsniveau, hun carrièreperspectieven, hun relatie tot de Evangelische Kirche (die bescherming kon bieden), hun activiteiten als burgerrechtenactivist en de mate waarin zij door het regime als bedreiging werden ervaren. Gauck werd vanaf 1983 door de Stasi geobserveerd vanwege zijn positie als predikant en zijn contacten met dissidenten. In 1989 ontwikkelde hij zich tot een burgerrechtenactivist wiens kracht vooral lag in het onder woorden kunnen brengen van heersende gevoelens. Birthler werd aanvankelijk als huismoeder dermate ongevaarlijk geacht dat ze toestemming kreeg om eenmalig naar Nederland af te reizen. Omdat haar Stasi-dossiers vernietigd zijn, is onbekend in hoeverre dit oordeel veranderde in de loop van de jaren ’80, toen zij als contactpersoon ging fungeren tussen de verschillende kerkelijke en niet-kerkelijke oppositiegroepen. Jahn werd in 1983 met geweld de DDR uitgezet wat erop duidt dat hij toentertijd, in vergelijking met Birthler en Gauck, door de Stasi als grootste bedreiging werd gezien. Vanuit West- Berlijn ondersteunde hij als journalist de Oost-Duitse oppositiebeweging. Na de Wende brak er voor alle drie Bundesbeauftragten een nieuw leven aan. Met name in de carrières van Gauck en Birthler vonden er grote veranderingen plaats. Gauck verhuisde naar Berlijn om er de BStU te gaan leiden. Tien jaar lang was dit zijn Behörde. Later, na een tussenperiode van twaalf jaar, werd hij tot Bondspresident benoemd. Birthler ging de politiek in waar ze achtereenvolgens werkte als kamerlid, minister, partijvoorzitter en beleidsmedewerker. Ondertussen liet ze zich omscholen tot organisatieadviseur. Na haar termijn als Bundesbeauftragte, stelde ze haar herinneringen te boek en werd ze actief in verscheidene comités. Jahn ging in de jaren na de val de Muur verder in de journalistiek. Hij legde zich toe op het aan de kaak stellen van problemen die het gevolg waren van de Duitse eenwording. Zoals verscheidene documentaires en nevenactiviteiten laten zien, ging zijn bijzondere interesse uit naar de Stasi-erfenis. Sinds 2011 is hij verantwoordelijk voor de

70

Stasi-archieven. De bestuursperiodes van de drie Behördenleiter kennen overeenkomsten en verschillen. Overeenkomstig was dat ze alle drie te maken kregen met de verwerking van het Stasi-verleden. De Stasi-Aufarbeitung bleek een pijnlijk proces te zijn waarbij allerlei emoties aan de oppervlakte kwamen. De BStU heeft hiermee in zijn 25-jarige bestaan op allerlei niveaus te maken gehad: individuen kwamen hun dossier inkijken, politieke kopstukken moesten zich na aanleiding van de Stasi-dossiers over hun verleden verantwoorden, er zijn rechtszaken gevoerd over het al dan niet openbaar maken van dossiers, in de media is er over de betekenis van de aanduiding IM gedebatteerd en historici onthulden Stasi-praktijken die zonder dossiers nooit naar boven zouden zijn gekomen. Andere constanten waren het personeel, de (veranderingen) in de StUG, de eigen emoties met betrekking tot de Stasi-dossiers en de vele visies op de toekomst van de BStU. Verschillend waren de intensiteit van de media-aandacht, het aantal aanvragen tot dossierinzage en de fase waarin de BStU verkeerde. De Gauck-Behörde begon bij nul en eindigde als een gestroomlijnde machine. In deze periode stond de BStU vaak in het middelpunt van veel persoonlijke en publieke belangstelling. Het was Birthler’s taak om leiding te geven aan een krimpende organisatie die op minder publieke aandacht kon rekenen. Onder haar leiding ging de BStU zich meer op onderzoek en onderwijs richten. Jahn kwam in vergelijking met zijn voorgangers in rustig vaarwater terecht: met uitzondering van de kwestie rondom de voormalige Stasi-medewerkers, de hernieuwde actualiteit van het Stasi-verleden en de speculaties over de toekomst ging het gewone werk van de BStU onverstoorbaar door. Sinds 25 jaar is de BStU een geïnstitutionaliseerd Duits overheidsorgaan dat zorg draagt voor de Stasi-archieven. Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn werden door de Bondsdag als Bundesbeauftragte benoemd om aan deze instantie leiding te geven. In deze functie waren zij de personificatie van de BStU en een prominente speler in de maatschappelijke discussies over de herinnering, erfenis en verwerking van het DDR- verleden in Duitsland. De vergelijkende biografie heeft laten zien wie deze personen zijn en welke wegen zij hebben bewandeld voor, tijdens en na hun positie bij de Stasi-archieven. De levensgeschiedenissen van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn hadden in hun ambt van Bundesbeauftragte voor de Stasi-archieven zowel een symbolische als praktische rol. Enerzijds moesten de Bundesbeauftragten namelijk de betekenis van de Stasi-dossiers steeds opnieuw overtuigend in het publieke domein over zien te brengen. De levenslopen

71 van Gauck, Birthler en Jahn ondersteunden hun boodschap. Als Oost-Duitse burgerrechtenactivisten, die te maken hadden gehad met de Stasi, waren zij geloofwaardig als vertegenwoordigers van de ‘slachtoffers’ van de Stasi. Zij vormden met hun achtergrond en hun boodschap een alternatief voor het geluid ten aanzien van het DDR-verleden dat bijvoorbeeld door de PDS en later Die Linke werd geuit. In die zin fungeerden zij als één van de weinige in het oog springende bakens van Oost-Duitse identiteit in het herenigde Duitsland. Zoals in de twee motto’s aan het begin van deze scriptie naar voren komt, werd het Oost-Duitse verleden na de Wende, mede door de Oost-Duitsers zelf, in hoog tempo overboord gegooid. Gauck, Birthler, Jahn zorgden samen met het overige BStU-personeel ervoor dat ‘iets’ van dit verleden zowel fysiek als mentaal bewaard bleef. Anderzijds waren de drie Bundesbeauftragten zich erg bewust van de bovenpartijdige postie van henzelf en van hun Behörde. Ze moesten een overheidsinstantie vertegenwoordigen en hadden zich te voegen naar de jurisdictie en bureaucratische praktijken die in het herenigde Duitsland golden. Gauck kreeg bijvoorbeeld kritiek te verduren van burgerrechtenactivisten, zoals Jürgen Fuchs, die niet uit de voeten konden met de ambtelijke mores binnen de organisatie. Birthler moest inbinden na de gerechtelijke uitspraken in de ‘Fall Kohl’. En Jahn moet vier jaar na zijn aantreden accepteren dat vanwege het heersende arbeidsrecht er nog altijd voormalige Stasi-medewerkers voor hem werken. Hun levensgeschiedenissen waarin idealisme en realiteitszin, verzet en aanpassing, bewuste keuzes en toevalligheden, hoop en desillusie voorkomen, maakten dat zij in hun werk als Bundesbeauftragte met deze hobbels om konden gaan. De vergelijkende biografie van Joachim Gauck, Marianne Birthler en Roland Jahn is op meerdere vlakken een aanvulling op de Status Quaestionis. De toegevoegde waarde betreft met name het onderzoek naar de erfenissen van het verleden in het hedendaagse Duitsland. Het gaat hierbij om de gebieden die zich bezighouden met memory, de nawerkingen van het DDR-verleden en de geschiedenis van de DDR-Aufarbeitung. Het herinneringsvertoog, dat door de drie Behördenleiter uitgedragen wordt, past in wat Martin Sabrow het Diktaturgedächtnis noemt. Zowel in hun autobiografische teksten als in hun publieke optredens benadrukken Gauck, Birthler en Jahn de macht en de onderdrukking van het SED-regime en de rol die de Stasi daarbij speelde. In hun memoires hebben zij oog voor de gelukkige momenten in hun Oost-Duitse leven, maar niedlich wordt de DDR nooit. In hun bestuursperiodes bij de BStU deinsden Gauck, Birthler en Jahn er alle drie niet voor terug

72 om de herinneringsvertogen aan de DDR te beïnvloeden. Jahn deed dit bijvoorbeeld door een autobiografie te schrijven. Met zijn levensverhaal trachtte hij andere voormalige DDR- burgers aan te sporen om, net als hijzelf, zich bewust te worden van het persoonlijke verleden in de SED-dictatuur en er vervolgens over te vertellen. Hij riep hiermee op tot herinneren. Gauck en Birthler schreven hun memoires later, maar ook zij droegen tijdens hun bestuursperiode de herinnering uit dat de DDR in de eerste plaats een dictatuur was. Gauck sprak bijvoorbeeld over de Stasi-dossiers als ‘Medizin gegen Nostalgie’; Ostalgie is een herinnering die hij wilde bestrijden. Birthler sprak bij haar afscheid over de Europese herinneringscultuur dat niet vergeten mag worden dat de helft van Europa in 1945 tevergeefs op een bevrijding hoopte. De Stasi-archieven bewijzen volgens haar de onrechtvaardigheid die in de DDR heerste en in 1989 ten einde kwam. Als het gaat om de nawerkingen van het DDR-verleden, heeft de vergelijkende biografie laten zien dat er van de mensen die de Stasi-archieven beheren Agency uitgaat. De aanwezigheid van voormalige Stasi-medewerkers bij de BStU zorgde bijvoorbeeld twee decennia na het einde van de DDR nog steeds voor ophef. Ook de Bundesbeauftragten zelf vormen een verbinding van het verleden met het heden. De DDR heeft hen namelijk persoonlijk beïnvloed; deze staat heeft hen gemaakt tot wie zij nu zijn. Hun families, hun gezinnen, de opleidingen die zij wel of niet hebben gevolgd, de carrières die zij wel of niet konden bewandelen en de kennis dat zij werden geobserveerd door de Stasi zijn factoren die een rol speelden in het verloop van hun familie- en gezinsleven, hun opleidingsniveau, hun carrièremogelijkheden en hun beeld van de Stasi en andere geheime diensten na de Wende. Op het gebied van de geschiedenis van de Stasi-Aufarbeitung heeft de vergelijkende biografie laten zien dat de BStU niet alleen bepaald werd door controverses die veel media-aandacht trokken. De werkzaamheden van het BStU-personeel dat in de luwte plaats vond en de levensverhalen van de Bundesbeauftragten die de verwerking van het verleden geloofwaardig maakten speelden ook een rol. Lars Normann en Manuel Becker hadden in hun teksten over de BStU hier slechts beperkte aandacht voor. Inzicht in de levensgeschiedenissen van Gauck, Birthler en Jahn kan bijdragen aan een beter begrip van het contemporaine Duitsland. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat in de familie- en levensgeschiedenissen van Gauck, Birthler en Jahn zo ongeveer alle grote thema’s uit de Duitse geschiedenis van de afgelopen 75 jaar voorkomen: Europese overzeese koloniën, NSDAP-lidmaatschap, Wehrmachtsoldaten, ‘Davon haben wir nichts

73 gewusst’, geallieerde bombardementen, Vertriebenen, verkrachtingen door het Rode Leger, de Gulag-archipel, de Duitse deling, de Berlijnse Muur, de keuze tussen aanpassing of verzet en tussen blijven of gaan, naoorlogse nieuwbouwwijken, veranderende gezinsverhoudingen, secularisatie, de Wende, de Duitse hereniging, Jammerossis en Besserwessis, de veranderende perceptie van veiligheid na de aanslagen van 11 september 2001 en natuurlijk de Stasi-erfenis. Enerzijds vormen de levensgeschiedenissen zogezegd een spoedcursus Duitse geschiedenis. Anderzijds geven de levensgeschiedenissen en bestuursperiodes van Gauck, Birthler en Jahn inzicht in hoe Duitsland zichzelf het liefst identificeert. Zij staan voor een land waar ‘goed’ wordt om gegaan met het problematische verleden, waar geijverd wordt voor mensenrechten zoals het recht op privacy en het recht op informatie, waar ‘slachtoffers’ én ‘daders’ een stem krijgen in het publieke domein, waar Oost-Duitsers en West-Duitsers (overigens niet zonder problemen) samenwerken en waar vrijheid, rechtstaat en democratisch tot stand gekomen wetten, zoals de StUG hoog in het vaandel staan. Door hun persoonlijke geschiedenissen, waarin de Wende en de BStU een prominente rol spelen, belichamen Gauck, Birthler en Jahn zowel de tegenstelling als de continuïteit tussen de Duitse geschiedenis van vóór en na de Wende. Ze zijn de beheerders van een voorbij verleden dat toch ook nog steeds een rol speelt in de actualiteit. Zij staan symbool voor de afkeer en tegelijkertijd de toe-eigening van twee dictaturen die beide enorm belangrijk zijn in het zelfbeeld van het hedendaagse Duitsland.

74

Appendix

Abstract Since 1991 the Bundesbeauftragter für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (BStU) is an institutionalized German governmental organization that cares for the Stasi archives. Joachim Gauck, Marianne Birthler and Roland Jahn were successively appointed as its president by the Bundestag. In this position they were the personification of the BStU and a prominent player in the public debates about the memory, legacy and the processes of coming to terms with GDR-past after the German reunification. By means of a comparative biographical approach, this thesis examines their live stories in order to gain more insight into the history and significance of the Stasi archives in contemporary Germany.

75

Lijst van afkortingen

AfNS Het Amt für Nationale Sicherheit was de kortstondige opvolger van het MfS. De dienst werd opgericht op 17/11/1989. Nog geen maand later, op 14/12/1989, werd echter alweer tot diens opheffing besloten. Eind maart 1990 waren alle medewerkers ontslagen. Uitzondering waren 200 medewerkers van de afdeling buitenlandse inlichtingen, Hauptverwaltung A (HV A); zij verloren in juni dat jaar hun baan.218 AKSK De Arbeitskreis Solidarische Kirche werd in 1985 opgericht door een aantal predikanten en kerkelijke medewerkers die kritisch stonden ten aanzien van de kerkelijke en de maatschappelijke machtsverhoudingen in de DDR. Marianne Birthler was één van de drijvende krachten binnen deze werkgroep in Berlijn.219 BStU Der Bundesbeauftragter für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik, ook wel Bundesbeauftragter für die Stasi-Unterlagen genoemd, is een organisatie die verantwoordelijk is voor de Stasi-archieven. Met de Duitse hereniging in oktober 1990 werd er een officieel begin gemaakt met de veiligstelling van de Stasi-archieven door een Sonderbeauftragter aan te stellen. Eind december 1991 kreeg deze Sonderbeauftragte een wettelijke grondslag door de StUG en werd de naam in BStU veranderd. DDR In Oost-Duitsland was DDR de afkorting van Deutsche Demokratische Republik. Tegenwoordig wordt het gebruikt ter aanduiding van het voormalige Oost-Duitsland (1949 - 1990). FDJ de Freie Deutsche Jugend was de communistische jeugdorganisatie in de DDR (1948 - 1990). IM Inoffizieller Mitarbeiters werden door de Stasi aangesteld om de gemoedsgesteldheid en de meningen van DDR-burgers en niet-DDR-burgers in kaart te brengen. Het werk van een IM vond in het geheim plaats, was vaak

218 Walter Süβ, ‘Auflösung des MfS 1989/1990’, in: Roger Engelmann e.a. ed, Das MfS-Lexicon. Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 44 – 47. 219 Neubert, Geschichte, 620 – 622.

76

onbetaald en betrof allerlei personen. Geschat wordt dat er in het jaar 1989 189.000 mensen als IM bij de Stasi bekend stonden. Dat is 1 op de 89 DDR- burgers. In totaal zijn er, na de maatstaven van de Stasi, in de periode 1950 - 1989 ongeveer 620.000 mensen IM geweest.220 IFM Initiative Frieden und Menschenrechten werd in 1986 opgericht en behoorde tot de meest invloedrijke burgerrechtenbewegingen in de DDR. In 1991 vormde het IFM samen met Demokratie Jetzt en (delen van) het Neue Forum de politieke partij Bündnis 90. Na een fusie met Die Grünen in 1993, ging de partij verder als Bündnis 90/Die Grünen.221 MfS Het Ministerium für Staatssicherheit, ook wel Stasi genoemd, was de geheime dienst in de DDR in de periode 1950 – 1989. De organisatie werd sinds 1953 geleid door Erich Mielke. In 1989 veranderde de naam in Amt für Nationale Sicherheit und Auflösung (AfNS).222 OPK Een Operative Personenkontrolle is een Stasi-dossier waarin informatie is verzameld over een persoon die door de Stasi als verdacht werd aangemerkt. Een OPK was vaak een opstap tot een OV. 223 OV Een Operativen Vorgang is een Stasi-dossier met betrekking tot een individu of een groep. Het doel van zo’n dossier was de opsporing van strafbare feiten met behulp van een Maβnahmeplan. Indien strafrechtelijke vervolging door de Stasi onwenselijk werd geacht kon besloten worden tot Zersetzung. Zersetzung gebeurde in het geheim en had tot doel om dissidenten tegen te werken. Door onrust te stoken hoopte de Stasi dat deze mensen van zichzelf en van elkaar zouden vervreemden en daarmee verzwakt of uitgeschakeld

220 Helmut Müller-Enbergs, ‘Inoffizieller Mitarbeiter (IM)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon, Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 170 – 173. 221 'Initiative Frieden und Menschenrechte', gepubliceerd door: Robert-Havemann-Gesellschaft, website: http://www.jugendopposition.de, geraadpleegd op: 30/06/2015. 222 Jens Gieseke, ‘Mielke, Erich’, Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon, Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 230 – 232; Christian Adam, ‘Ministerium für Staatssicherheit (MfS)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon, Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 236, 237. 223 Reinhard Buthmann, ‘Operative Personenkontrolle (OPK)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon, Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012).

77

zouden worden. Een OV werd vaak voorafgegaan door een Operative Personenkontrolle (OPK).224 SED De Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (1946-1989) was de communistische partij in Oost-Duitsland. In 1990 veranderde de naam van deze partij in Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS). In 2007 volgde, na een fusie met Wahlalternative Arbeit und soziale Gerechtigkeit (WASG), de oprichting van Die Linke. Stasi Dit is een populaire afkorting van de Oost-Duitse geheime dienst en verwijst naar het woord Staatssicherheit. De officiële afkorting is MfS. StUG De Stasi-Unterlagen-Gesetz of Gesetz über die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik is de wet die gaat over het beheer van de Stasi-archieven (1991 - heden). VEB Volkseigener Betrieb was de aanduiding voor een industrieel of dienstverlenend bedrijf in handen van de Oost-Duitse staat. Na de Duitse hereniging werden deze bedrijven door de Treuhand geprivatiseerd.

224 Christian Halbrock en Ilko-Sascha Kowalczuk, ‘Operativer Vorgang (OV)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon, Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 255, 256; Thomas Auerbach en Ilko-Sascha Kowalczuk, ‘Zersetzung’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon, Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 390, 391.

78

Organogram BStU (2015)225

225 ‘Organigramm Mai 2015’, gepubliceerd door: BStU, website: http://www.bstu.bund.de, geraadpleegd op: 09/06/2015

79

Tabel met het totaal aantal personeelsleden BStU (1991 - 2015)226

Jaar Totaal aantal personeelsleden BStU

1991 - 1992 2155 1993 2942 1994 - 1995 3076 1996 - 1997 2975 1998 2918 1999 2791 2000 2686 2001 2600 2002 2511 2003 2397 2004 2308 2005 2248 2006 2118 2007 2025 2008 1954 2009 1890 2010 1825 2011 1634 2012 1589 2013 1591 2014 1605 2015 -

226 De tabel is gebaseerd op cijfermateriaal uit de Tätigkeitsberichten van de BStU (1993 - 2015). Indien er ergens een streepje staat, ontbreekt de informatie.

80

Tabel met het aantal aanvragen Stasi-dossiers BStU (1991 - 2015)227

Jaar Totaal aantal Aantal burger- Aantal Aantal Aantal aanvragen aanvragen onderzoeks- aanvragen aanvragen aanvragen m.b.t. door m.b.t. rehabilitatie, wetenschap ambtenaren, Wieder- en media pensioen- gutmachung kwesties en en straf- antecedenten vervolging 1991 343.594 0 343.519 0 75 1992 1.193.744 521.725 622.778 48.434 807 1993 588.811 159.793 373.633 53.899 1.486 1994 429.885 177.045 203.759 46.816 2.265 1995 440.304 196.976 201.489 40.371 1.468 1996 411.745 166.957 205.021 38.632 1.135 1997 411.073 164.089 208.249 37.678 1.057 1998 281.831 145.853 99.913 35.005 1.060 1999 343.064 142.047 172.527 27.384 1.106 2000 252.102 118.984 109.611 22.305 1.202 2001 227.051 115.888 94.671 15.304 1.180 2002 212.604 94.415 99.953 17.213 1.023 2003 213.272 95.104 105.274 11.599 1.295 2004 271.656 93.906 169.648 7.043 1.059 2005 219.086 80.574 130.697 6.736 1.079 2006 182.952 97.068 78.986 5.625 1.273 2007 150.266 101.521 37.876 9.482 1.387 2008 142.752 87.366 21.760 32.208 1.418 2009 137.648 102.658 21.641 11.419 1.930 2010 120.919 87.514 22.409 9.510 1.486 2011 106.575 80.611 17.981 6.482 1.501 2012 112.268 88.231 17.060 5.547 1.430 2013 82.802 64.246 13.168 4.069 1.319 2014 85.740 67.763 12.435 4.135 1.407 2015 - - - - -

227 De tabel is gebaseerd op cijfermateriaal uit de Tätigkeitsberichten van de BStU (1993 - 2015). Indien er ergens een streepje staat, ontbreekt de informatie.

81

Bibliografie

Afbeeldingen Afbeelding 1: Van links naar rechts Roland Jahn, Marianne Birthler en Joachim Gauck. Gefotografeerd door: Steffen Freiling, gefotografeerd op: 14/03/2011, gepubliceerd door: BStU, titel: ‘Aufgaben, Geschichte und Struktur’, website: http://www.bstu.bund.de geraadpleegd op: 26/03/2015. Afbeelding 2: De memoires van Joachim Gauck (2011), Marianne Birthler (2014) en Roland Jahn (2014). Afbeelding 3: Joachim Gauck in de Marienkirche in Rostock waar hij voor andere dissidenten een preek hield. Gefotografeerd door: Siegfried Wittenburg, gefotografeerd op: 19/10/1989, gepubliceerd door: Norddeutscher Rundfunk, titel: ‘Gaucks legendäre Rede in der Marienkirche’, website: http://www.ndr.de, geraadpleegd op: 24/04/2015. Afbeelding 4: Marianne Birthler als spreker op de Alexanderplatz. Gefotografeerd door: Hubert Link, gepubliceerd door: Bundesarchiv, inventaris nummer: Bild 183-1989-1104-043, titel: ‘4.11.89 Berlin: Demonstration’ website: http://www.bild.bundesarchiv.de, geraadpleegd op: 17/04/2015. Afbeelding 5: Kaart waarop Roland Jahn staat afgebeeld met aan de ene kant een Hitler- en aan de andere kant een Stalinsnor. Gefotografeerd door: Manfred Hildebrand, gepubliceerd door: Robert-Havemann-Gesellschaft, titel: ‘Postkartenaktion zum 1. Mai 1982’, website: http://www.jugendopposition.de, geraadpleegd op: 14/04/2015. Afbeelding 6: Joachim Gauck met tegen de achtergrond de Stasi-dossiers van de afdeling HA VI. Deze afdeling was in de DDR verantwoordelijk voor het grensverkeer. Gefotografeerd door: Ullstein Bild, gefotografeerd op: 10/01/1996, gepubliceerd door: Lebendiges Museum Online/ Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland, inventarisnummer: 00317917, titel: ‘Foto "Sonderbeauftragter Joachim Gauck"’website: http://www.hdg.de, geraadpleegd op: 26/06/2015. Afbeelding 7: Marianne Birthler (links) geeft Bondskanselier Angela Merkel (rechts) een rondleiding door haar Behörde. Gefotografeerd door: DPA, gefotografeerd op: 15/01/2009, gepubliceerd door: Der Tagesspiegel (15/01/2009), titel: ‘Merkel will Stasi- Unterlagenbehörde erhalten’, website: http://www.tagesspiegel.de, geraadpleegd op: 26/06/2015.

82

Afbeelding 8: Roland Jahn op de plek waar vroeger de Stasi-centrale was en waar nu de Campus der Demokratie wordt gerealiseerd. Gefotografeerd door: Thilo Rückeis, gepubliceerd door: Der Tagesspiegel (10/12/2012), titel: 'Pläne für DDR- Geheimdienstzentrale, von der Stasi-Platte zum Demokratie-Campus', website: http://www.tagesspiegel.de, geraadpleegd op: 26/06/2015.

Audio-opnamen in bezit van de auteur Hoffmann, Dierk ,‘Kommentar’, op: Forschungsperspektivenkonferenz am Dienstag, den 30.10.2012 im Bildungszentrum des BStU. Kowalczuk, Ilko-Sascha, ‘Angst Mitmachen, Auflehnen, das MfS in gesellschaftshistorischer Perspektive’, op: Forschungsperspektivenkonferenz am Dienstag, den 30.10.2012 im Bildungszentrum des BStU.

Dag- en weekbladen B Bayer, Wolfgang en Claudia Pai, ‘'Stolpe hat uns getäuscht', Gespräch mit Ministerin Birthler über Stasi und politischen Stil’, Der Spiegel 39 (21/09/1992) 27 – 31. Bebber, Werner van, 'Pläne für DDR-Geheimdienstzentrale, von der Stasi-Platte zum Demokratie-Campus', Der Tagespiegel (10/12/2012). Berg, Stefan, Wolfgang Krach, Georg Mascolo, 'Über den Schatten springen' Der Spiegel, 42 (16/10/2000) 62, 66. Berg, Stefan en Frank Hornig, '"Eine Schule der Demokratie", ein Spiegel-Gespräch mit Roland Jahn, Der Spiegel, 13 (28/03/2011) 30 – 32. Bullion, Constanze von, ‘Gesichtsverlust nicht ausgeschlossen, im Streit um die Kohl-Akten der Gauck-Behörde findet Marianne Birthler nur wenig politische Unterstützung’, Süddeutsche Zeitung (12/12/2000) 11. C ‘Chronik eines Rechtsstreits’, Neues Deutschland (23/06/2004) 2. D 'Die Krankheit Lüge', Die Zeit, 5 (24/01/1992). F

83

Förster, Andreas, ‘Ein Urteil von unerwarteter Dimension, nach der Entscheidung zu Kohls Akten dürfen nur noch wenige Stasi-Unterlagen herausgegeben werden’, Berliner Zeitung (24/06/2004) 6. G 'Gauck feuert Kritiker', Der Spiegel 10 (04/03/1991). H Herzinger, Richard, 'Die Gauck-Behörde behindert die Aufdeckung von Stasi-Verbrechen. Behauptet der Autor Jürgen Fuchs', Die Zeit (19/03/1998). Heuwagen, Marianne, ‘Kündigung des Rektors spaltet die Humboldt-Universität, um Fink formiert sich eine Wagenburg gegen die “Abwicklung”’, Süddeutsche Zeitung (06/12/1991). ‘Hintergrund: Die CDU-Spendenaffäre', Focus (03/08/2009). Hollstein, Miriam, '"Es geht um individuelle Verantwortung", Roland Jahn über den Umgang mit dem eigenen Leben in einer Diktatur und die DDR als Unrechtsstaat', Die Welt (08/10/2014). K Kellerhoff, Sven Felix, 'Warum Gauck ehemalige Stasi-Offiziere einstellte', Die Welt (21/02/12). Klonovsky, Michael, ‘Sagen Sie mal, Joachim Gauck… Hätten sie besser Pfarrer bleiben sollen?’, Focus (20/05/1997) 68 – 72. ‘Kohl klagt gegen Herausgabe von Stasi-Unterlagen’, Die Welt (09/12/2000). ‘Kohl verklagt Birthler’, Die Tagezeitung (09/12/2000) 2. M ‘Marianne Birthler: Eine Lex Kohl wird es nicht geben, die neue Stasi-Akten-Beauftragte will die Protokolle über den Alt-Bundeskanzler für die Öffentlichkeit freigeben’, Sächsische Zeitung (13/12/2000) 2. Machowecz, Martin, '"Knud hat Reue gezeigt", Roland Jahn, Leiter der Stasi- Unterlagenbehörde, über Knud Wollenberger, der einst als IM seine eigene Ehefrau verriet – und die Frage, wann eine Entschuldigung glaubhaft ist, Die Zeit 21 (20/05/2012). ‘Merkel verteidigt Abhören von Telefonaten, die Bundeskanzlerin stellt sich in der NSA- Abhöraffäre hinter die deutschen Geheimdienste. Einen Vergleich mit der Stasi wies Merkel als Verharmlosung der DDR zurück' Die Zeit (10/07/2013).

84

'Merkel vergleicht NSA mit Stasi. Bislang verbat sich Angela Merkel jeden Vergleich von NSA und Stasi. Nun berichtet die "New York Times", dass die Kanzlerin in einem Telefonat mit Barack Obama genau diesen Vergleich gezogen hat', Die Stern (18/12/2013). Merten, Jola, ‘Prof. Fink: “Ich weiβ nicht, wie es am 1. Januar weitergeht”’, Berliner Morgenpost (02/12/1991). Müller, Uwe, '"Unterlagen sind im Fall Gysi reichlich vorhanden" Der Chef der Stasi- Unterlagen-Behörde, Roland Jahn, hatte sich als Journalist schon vor Jahren mit den Kontakten zwischen Gregor Gysi und Stasi beschäftigt. Ein Gespräch zu den neuen Vorwürfen', Die Welt (10/02/2013). N Nawrocki, Joachim, 'Der Professor und die Stasi, das Verfassungsgericht muß entscheiden, ob der Theologe Heinrich Fink zu Recht entlassen wurde, Die Zeit 12 (14/03/1997). R 'Roland Jahn im Stasi-Knast, Überzeugungstäter im Gefängnis, der neue Chef der Stasi- Unterlagenbehörde Roland Jahn besucht den Knast, in den der DDR-Geheimdienst seine härtesten Gegner sperrte. Und kündigt einen Kampf an', Die Tageszeitung (17/03/2011). S ‘Stasi-Akten über Kohl bleiben unter Verschuβ, Bundesverwaltungsgericht gibt früheren Kanzler weitgehend recht/ Birthler: Alarmierendes Urteil, Frankfurter Allgemeine Zeitung (24/06/2004) 1. Stolpe, Manfred, 'Man bekam dann einen Anruf . . . Ministerpräsident Manfred Stolpe über seine Zusammenarbeit mit der Staatssicherheit in der DDR', Der Spiegel 4 (20.01.1992) 22 - 27. U ‘Überwiegend Enttäuschung über Urteil zu Kohls Stasi-Akten’, Süddeutsche Zeitung (25/06/2004) 5. W ‘Weiter Unklarheit um Finks IM-Tätigkeit, Bündnis 90. Der Ex-Rektor der Humboldt- Universität soll von seiner IM-Tätigkeit für die Stasi nichts gewuβst haben’, Die Tageszeitung (03/12/1991).

85

Wehner, Markus, '"Wir müssen die Empfindungen der Opfer respektieren" Die Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung im Gespräch mit Roland Jahn', Frankfurter Allgemeine Sonntagszeitung (08/05/2011). ‘Wichtiger IM in der Kirche’, Der Spiegel 16 (13/04/1992) 16 – 19. Wolf, Christa, ‘Eine Auskunft’, Berliner Zeitung (21.01.1993) in: Hermann Vinke, Akteneinsicht Christa Wolf, Zerspiegel und Dialog (Hamburg 1993) 143, 144.

Fictieve en non-fictieve verhalen B Becker, Wolfgang, Good Bye Lenin! (speelfilm 2003). Behr, Katrin en Peter Hartl, Entrissen. Der Tag, als die DDR mir meine Mutter nahm (München 2011). D DuVernay, Ava, Selma (speelfilm 2014). F Fuchs, Jürgen, Magdalena, MfS, Memfisblues, Stasi, die Firma, VEB Hoch & Gauck (Berlijn 1998). Funder, Anna, Stasiland (Amsterdam 2002). H Hacker, Michael e.a. ed., Dritte Generation Ost. Wer wir sind, was wir wollen (Berlijn 2012). Haussmann, Leander, Sonnenallee (speelfilm 1999). Henckel von Donnersmarck, Florian, Das Leben der Anderen (speelfilm 2006). Hoffmann, Ruth, Stasi-Kinder (Berlijn 2012). Hünniger, Andrea Hanna, Das Paradies. Meine Jugend nach der Mauer (Stuttgart 2011). M Marsh, James, The Theory of Everything (speelfilm 2014). Marquardt, Angela, Vater, Mutter, Stasi. Mein Leben im Netz des Überwachungsstaates (Keulen 2015). R Ruge, Eugen, In Zeiten des abnehmenden Lichts (Reinbek 2011). S Schwochow, Christian, Der Turm (speelfilm 2012).

86

T Tellkamp, Uwe, Der Turm. Geschichte aus einem versunkenen Land. Roman (Frankfurt am Main 2008). Tyldum, Morten, The Imitation Game (speelfilm 2014). W Wajda, Andrzej, Wałęsa. Człowiek z nadziei (speelfilm 2013). Wolf, Christa, Stadt der Engel oder The Overcoat of Dr. Freud (Frankfurt am Main 2010).

Gedrukte primaire bronnen B Birthler, Marianne, ‘Freiheit ist Einsicht in die Akten’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi-Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 27 – 44. Birthler, Marianne, ‘Die Bedeutung der BStU für die politische Kultur in Deutschland’, in: Hendrik Hansen und Hans-Joachim Veen, Aufarbeitung totalitärer Erfahrungen und politische Kultur. Die Bedeutung der Aufarbeitung des SED-Unrechts für das Rechts- und Werteverständnis im wiedervereinigten Deutschland (Berlijn 2009) 145 – 154. Birthler, Marianne, Halbes Land, Ganzes Land, Ganzes Leben. Erinnerungen (München 2014). BStU, Tätigkeitsbericht der Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (12 banden, Berlijn 1993 - 2015). G Gauck, Joachim, Das unheimliche Erbe der DDR. Die Stasi-Akten (Reinbek 1992). Gauck, Joachim, ‘Die Akten und die Wahrheit. Fünf Jahre Stasi-Unterlangen-Gesetz’, in: Günter Buchstab ed., Die Akten und die Wahrheit. Fünf Jahre Stasi-Unterlagen-Gesetz. Vorträge einer Fachkonferenz (Sankt Augustin 1997) 11 - 26. Gauck, Joachim, ‘Der Sonderausschuβ zur Kontrolle der Auflöung des MfS/AfNS. Die Schaffung eines Gesetzes über die Stasi-Unterlagen’, in: Richard Schröder en Hans Misselwitz ed., Die 10. Volkskammer zwischen DDR-Verfassung und Grundgesetz. Mandat für deutsche Einheit (Opladen 2000) 141 – 152.

87

Gauck, Joachim, ‘Rückblick auf die Anfänge der Behörde des Bundesbeauftragten’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi-Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 17 – 26. Gauck, Joachim, Winter im Sommer - Frühling im Herbst. Erinnerungen (München 2009). Gauck, Joachim, Freiheit. Ein Plädoyer (München 2012). Gauck, Joachim, Nicht den Ängsten folgen, den Mut wählen. Denkstationen eines Bürgers (München 2013). J Jahn, Roland, Wir Angepassten. Überleben in der DDR (München 2014).

Secundaire literatuur A Adam, Christian, ‘Ministerium für Staatssicherheit (MfS)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon. Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 236, 237. Adorno, Theodor W., 'Was bedeutet: Aufarbeitung der Vergangenheit?' In: Eingriffe. Neun kritische Modelle (Frankfurt am Main 1963) 125 - 146. Assmann, Aleida, Der lange Schatten der Vergangenheit. Erinnerungskultur und Geschichtspolitik (München 2006). Auerbach, Thomas en Ilko-Sascha Kowalczuk, ‘Zersetzung’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon Begriffe. Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 390, 391. B Baggerman, Arianne, ‘Egodocumenten, dagboeken, brieven en memoires als historische bron’, Spiegel Historiael. Magazine voor geschiedenis en archeologie 40.3/4 (maart 2005) 108 – 115. Becker, Manuel, Geschichtspolitik in der Berliner Republik (Wiesbaden 2013). Berg, Maaike van den, A German border crossing in a European colonial community. The Deutsche Bund in the Dutch East Indies and its transnational sense of national belonging, 1915 – 1940 (ongepubliceerde Researchmasterscriptie, Amsterdam 2015). Betts, Paul, Within walls. Private life in the German Democratic Republic (Oxford 2010).

88

‘Birthler, Marianne, geb. Radtke’, in: Helmut Müller-Enbergs, Jan Wielgohs, Dieter Hoffmann en Andreas Herbst ed., Wer war wer in der DDR? Ein Lexikon ostdeutscher Biographien, Band 1 (4e druk, Berlin 2006) 96, 97. Blessing, Klaus en Manfred Manteuffel, Joachim Gauck, der richtige Mann? Kritische Anmerkungen anhand von Reden, Dokumenten und Zeitzeugenausssagen (Berlijn 2013). Bock, Petra, ‘Vergangenheitspolitik in der Revolution von 1989, in: Petra Bock en Edgar Wolfrum (ed), Umkämpfte Vergangenheit. Geschichtsbilder, Erinnerung und Vergangenheitspolitik im internationalen Vergleich (Göttingen 1999) 82 - 100. Bouma, Amieke, 'Strategies of Complaint. Interest Organizations of GDR Staatssicherheit Coworkers after German Reunification’ in: Laboratorium 6.3 (2014) 27 – 54. Broer, Bärbel, Die innere Struktur der Behörde für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen DDR (ongepubliceerde Magisterarbeit, Hannover 1995). BStU, ‘Chronik zur Geschichte des Stasi-Unterlagen-Gesetzes und der Behörde’, in: Ibidem, Zehn Jahre Stasi-Unterlagengesetz, Zehn Jahre Aufarbeitung (Berlijn 2001) 55 – 73. Bub, Dieter, Begegnungen mit Joachim Gauck. Der Mensch, sein Leben, seine Überzeugungen (Halle 2012). Buthmann, Reinhard, ‘Operative Personenkontrolle (OPK)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon. Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012). C Caine, Barbara, Biography and history (Bastingstoke 2010). Camphausen, Gabriele, ‘Das Ausstellungskonzept’, in: BStU, Stasi. Die Ausstellung zur DDR- Staatssicherheit (Berlijn 2011) 7 – 9. Cooper jr, John Milton, ‘Conception, Conversation, and Coparison. My Experiences as a Biographer’, in: Lloyd E. Ambrosius ed., Writing Biography. Historians & Their Craft (Lincoln NE en Londen 2004) 79 – 102. D Dorgelo, Mirjam, (Un)Locked Lives. Practices of Place, Memory and Belonging at Gedenkstätte Berlin-Hohenschönhausen (ongepubliceerde Masterscriptie, Amsterdam 2012). E

89

Engelmann, Roger, ‘Zum Quellenwert der Unterlagen des Ministeriums für Staatssicherheit’, in: Klaus-Dietmar Henke en Roger Engelmann ed., Aktenlage. Die Bedeutung der Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes für die Zeitgeschichtsforschung (Berlijn 1995) 23 – 39. Engelmann, Roger, ‘Die Unterlagen des MfS, ihr Wert als historische Quelle’, in: Günter Buchstab ed., Die Akten und die Wahrheit. Fünf Jahre Stasi-Unterlagen-Gesetz,Vorträge einer Fachkonferenz (Sankt Augustin 1997) 27 – 38. Engelman, Roger, ‘Der Weg zum Stasi-Unterlagen-Gesetz’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi-Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 81 – 100. F Faulenbach, Bernd, ‘Der Umgang mit zwei Vergangenheiten in Deutschland nach 1989’, in: Katrin Hammerstein, Ulrich Mählert, Julie Trappe en Edgar Wolfrum, Aufarbeitung der Diktatur – Diktat der Aufarbeitung? (Göttingen 2009) 37 - 47. Frank, Mario, Gauck. Eine Biographie (Berlijn 2013). Fulbrook, Mary, The People’s state. East German society from Hitler to Honecker (New Haven, CI 2005). G ‘Gauck, Joachim’, in: Helmut Müller-Enbergs, Jan Wielgohs, Dieter Hoffmann en Andreas Herbst ed., Wer war wer in der DDR? Ein Lexikon ostdeutscher Biographien, Band 1 (4e druk, Berlijn 2006) 287, 288. Gebauer, Ronald, ‘Cadrelites? Career Continuity, Discontinuity, or Disruption of former Socialist Elites in the Early 1990s. An Event History Analysis on the Basis of Statistically Matched Data’, in: Historical Social Research/Historische Sozialforschung 37.2 (2012) 139 – 152. Gieseke, Jens, ‘Die Stasi und ihr IM’ in: Martin Sabrow (ed), Erinnerungsorte der DDR (München 2009) 98 – 108. Gieseke, Jens, Die Stasi 1945-1990 (München 2011). Gieseke, Jens, ‘Mielke, Erich’, Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon. Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 230 – 232. Görlich, Christopher, Urlaub vom Staat, Tourismus in der DDR (Keulen, Weimar en Wenen 2012).

90

Gill, David, ‘Von den Bürgerkomitees zur Gauck-Behörde’, in: Siegfried Suckut en Jürgen Weber ed., Stasi-Akten zwischen Politik und Zeitgeschichte. Eine Zwischenbilanz (München 2003) 67 – 80. Graaf, Beatrice de, Over de Muur. De DDR, de Nederlandse kerken en de vredesbeweging (Amsterdam 2004). Graaf, Beatrice de, ‘Slachtoffers van de Stasi of van de Stasi-archieven? Het debat over de nalatenschap van de Oost-Duitse geheime dienst, 1990 – 2005’, in: Patrick Dassen, Ton Nijhuis en Krijn Thijs ed., Duitsers als slachtoffers. Het einde van een taboe? (Amsterdam 2006) 431 – 463. H Halbrock, Christian en Ilko-Sascha Kowalczuk, ‘Operativer Vorgang (OV)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon. Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 255, 256. Handro, Saskia, Thomas Schaarschmidt ed., Aufarbeitung der Aufarbeitung, die DDR im geschichtskulturellen Diskurs (Schwalbach 2011). Harsch, Donna, Revenge of the domestic. Women, the Family, and Communism in the German Democratic Republic (Princeton, NJ 2007). Henke, Klaus-Dietmar ed., Wann bricht schon mal ein Staat zusammen! Die Debatte über die Stasi-Akten auf dem 39. Historikertag 1992 (München 1993). Henke, Klaus-Dietmar, ‘DDR-Forschung seit 1990’, in: Rainer Eppelmann, Bernd Faulenbach, Ulrich Mählert, Bilanz und Perspektiven der DDR-Forschung (Paderborn 2003) 371 – 376. Herbstritt, Georg, Helmut Müller-Enbergs ed., Das Gesicht dem Westen zu .... DDR-Spionage gegen die Bundesrepublik Deutschland (Bremen 2003). Hodgin, Nick en Caroline Pearce, The GDR remembered. Representations of the East German state since 1989 (Rochester, N.Y. 2011). J ‘Jahn, Roland’, in: Helmut Müller-Enbergs, Jan Wielgohs, Dieter Hoffmann en Andreas Herbst ed., Wer war wer in der DDR? Ein Lexikon ostdeutscher Biographien, Band 1 (4e druk, Berlijn 2006) 458, 459. Jones, Sara, The media of testimony. Remembering the East German Stasi in the Berlin Republic (Basingstoke 2014). K

91

Kaminsky, Anne, Orte des Erinnerns. Gedenkzeichen, Gedenkstätten und Museen zur Diktatur in SBZ und DDR (Berlijn 2007). Knabe, Hubertus, Die Täter sind unter uns. Über das Schönreden der SED-Diktatur (Berlijn 2008). Knabe, Hubertus, Honeckers Erben. Die Wahrheit über die Linke (Berlijn 2009). Kowalczuk, Ilko-Sascha, Endspiel. Die revolution von 1989 in der DDR (München 2009). L Lee, Hermione, Biography. A very short introduction (Oxford 2009). Legner, Johann, Joachim Gauck. Träume vom Paradies, biografie (München 2014). Lindenberger, Thomas ed., Herrschaft und Eigen-Sinn in der Diktatur. Studien zur Gesellschaftsgeschichte der DDR (Keulen, Weimar en Wenen 1999). Limbach, Jutta, ‘Zehn Jahre Stasi-Unterlagen-Gesetz’, in: BStU, Zehn Jahre Stasi- Unterlagengesetz. Zehn Jahre Aufarbeitung (Berlijn 2001) 25 – 54. M März, Peter en Hans-Joachim Veen (ed), Woran erinnern? Der Kommunismus in der deutschen Erinnerungskultur (Keulen 2006). Materialien der Enquete-Kommission, Aufarbeitung von Geschichte und Folgen der SED- Diktatur in Deutschland im Deutschen Bundestag (18 banden, Baden-Baden 1995). Materialien der Enquete-Kommission, Überwindung der Folgen der SED-Kiktatur im Prozess der deutschen Einheit (13 banden, Baden-Baden 1999). Müller, Albrecht, Der falsche Präsident: Was Pfarrer Gauck noch lernen muss, damit wir glücklich mit ihm werden (Frankfurt am Main 2012). Müller, Tanja R., Legacies of socialist solidarity. East Germany in Mozambique (Lanham 2014). Müller-Enbergs, Helmut, ‘Inoffizieller Mitarbeiter (IM)’, in: Roger Engelmann e.a. ed., Das MfS-Lexicon. Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 170 – 173. N Naimark, Norman M., ‘Verkrachtingen en de Russische bezetting van Duitsland’, in: Patrick Dassen, Ton Nijhuis en Krijn Thijs ed., Duitsers als slachtoffers. Het einde van een taboe? (Amsterdam 2006) 59 – 106. Neubert, Ehrhart, Geschichte der Opposition in der DDR, 1949-1989 (Bonn 1997).

92

Nicht, Frank Lothar, Die “Stasi” als Erinnerungsort im vereinigten Deutschland 1990-2010 (Marburg 2011). Nora, Pierre, ‘Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire’, Representations 26 (1989) 7 - 24. Normann, Lars, ‘BStU – Geschichte, Bestand und Zukunft’, in: Deutschland Archiv 5 (2010) 900 – 906. Normann, Lars, ‘20 Jahre BStU – Eine Zwischenbilanz’, in: Tilman Mayer (ed), 20 Jahre Deutsche Einheit. Erfolge, Ambivalenzen, Probleme (Berlijn 2011) 225 - 244. P Pence, Katherine en Paul Betts (ed.) Socialist modern. East German everyday culture and politics (Ann Arbor, MI 2008). Praschl, Gerald, Roland Jahn. Ein Rebell als Behördenchef (Berlijn 2011). R Renders, Hans, ‘De biografische methode’, in: Gerrit Voerman en Dirk Jan Wolffram ed., Benaderingen van de geschiedenis van politiek (Groningen 2006) 39 – 42. Robers, Norbert, Joachim Gauck. Die Biografie einer Institution (Berlijn 2000). Robers, Norbert, Joachim Gauck. Vom Pastor zum Präsidenten. Die Biografie (Berlijn 2012). Ribberink, Anneke, ‘Margareth Thatcher and Gro Harlem Brundtland: two women Prime Ministers from the spectre of a comparative biography’, in: Marijke Huisman e.a. ed., Life Writing Matters in Europe (Heidelberg 2012) 241 – 257. Rudnick, Carola, Die andere Hälfte der Erinnerung. Die DDR in der deutschen Geschichtspolitik nach 1989 (Bielefeld 2011). S Sabrow, Martin, e.a. ed., Wohin treibt die DDR-Erinnerung? Dokumentation einer Debatte (Göttingen 2007). Sabrow, Martin ed., Bewältigte Diktaturvergangenheit? 20 Jahre DDR-Aufarbeitung (Leipzig 2010). Sabrow, Martin, ‘Die DDR erinnern’ in: Martin Sabrow ed., Erinnerungsorte der DDR (Bonn 2010) 9 – 25. Saunders, Anna, Honecker's children. Youth and patriotism in East(ern) Germany, 1979 - 2002 (Manchester 2007).

93

Scholz, Bettina, ‘Verfassungsfragen, Verträge zur Einheit, Stasi-Unterlagen-Gesetz, Verlauf der Diskussions- und Entscheidungsprozesse’, in: Richard Schröder en Hans Misselwitz ed., Die 10. Volkskammer zwischen DDR-Verfassung und Grundgesetz, Mandat für deutsche Einheit (Opladen 2000) 21 – 45. Stoler, Laura Ann, Along the archival grain. Epistemic anxieties and colonial common sense (Princeton NJ en Oxford 2009). Süß, Walter, ‘Offene Krise, Entmachtung und Auflösung des MfS’, in: Ibidem, Die Staatssicherheit im letzten Jahrzehnt der DDR (Berlijn 2009) 97 – 108. Süβ, Walter, ‘Auflösung des MfS 1989/1990’, in: Roger Engelmann e.a. ed, Das MfS-Lexicon. Begriffe, Personen und Strukturen der Staatssicherheit der DDR (Berlijn 2012) 44 – 47. T Trötscher, Hans Peter ed., Joachim Gauck. Reportagen, Analysen, Interviews (Frankfurt am Main 2012). V Verburg, Marja, ‘Stasi-archief toont gevaren van te veel veiligheid, beheerder van de Stasi- archieven BStU Roland Jahn in Amsterdam’, in: Annabelle Arntz, Charlotte Broersma en Nicole Colin ed., Duitsland in Europa, van journalistiek dossier ‘Duitsland in Europa’ tot rap over ‘Freiheit’, de projecten van ’65 jaar vrijheid in Europa, missie volbracht? (Amsterdam 2012) 11- 14. W Wegener Friis, Thomas, Kristie Macrakis en Helmut Müller-Enbergs, East German Foreign Intelligence, Myth, reality and controversy (Londen en New York 2010). Wierling, Dorothee, Die Stasi als Erinnerung, in: Jens Gieseke (ed), Staatssicherheit und Gesellschaft. Studien zum Herrschaftsalltag in der DDR (Göttingen 2007) 187 – 208. Wilke, Manfred, ‘MfS-Akten: Offenlegung statt Verwaltung. 1989 Ging es um Transparenz – nicht um eine neue Behörde’, in: Hans-Joachim Veen ed., Der SED-Staat, Geschichte und Nachwirkungen (Keulen 2006) 195 – 208. Wolle, Stefan, Die heile Welt der Diktatur, Alltag und Herrschaft in der DDR 1971-1989 (Berlijn 1998). Wolle, Stefan, Aufbruch nach Utopia. Alltag und Herrschaft in der DDR 1961–1971 (Berlijn 2011).

94

Websites BStU, website: http://www.bstu.bund.de '"Aufklärung für die Gesellschaft" Statement des Bundesbeauftragten Roland Jahn vom 17. März 2015 vor der Bundespressekonferenz, zum 12. Tätigkeitsbericht für die Jahre 2013 und 2014', geraadpleegd op 18/05/2015. ‘BStU in Zahlen, Stand 31. Dezember 2014’, geraadpleegd op: 17/03/2015. ‘BStU-Jahresrückblick 1992’, geraadpleegd op: 04/05/2015. 'Campus für Demokratie… ist eine Idee des BStU für die Entwicklung der ehemaligen Stasi- Zentrale in Berlin zu einem Lern- und Erinnerungsort', geraadpleegd op: 22/05/2015. '"Das Lügen darf nicht belohnt werden" Die Antrittsrede Roland Jahns am 14. März 2011', geraadpleegd op o.a. 22/05/2015. 'Der Bundesbeauftragte Roland Jahn', geraadpleegd op: 31/03/2015. 'Die "Rosenholz"-Dateien', geraadpleegd op: 29/04/2015. 'Die Vergangenheit studieren um der Gegenwart und Zukunft willen, Abschiedsrede von Marianne Birthler bei der Amtsübergabe am 14. März 2011', geraadpleegd op: 13/05/2015 'Empfehlungen der Expertenkommission zur Schaffung eines Geschichtsverbundes „Aufarbeitung der SED-Diktatur“', geraadpleegd op: 20/05/2015. 'Lebenslauf Roland Jahn', geraadpleegd op 06/05/2015. ‘Organigramm Mai 2015’, geraadpleegd op: 09/06/2015 'Stasi-Unterlagen-Gesetz (StUG) Stand: August 2013', geraadpleegd op: 25/03/2015. '310.000 Besucher im Bildungszentrum, BStU-Dauerausstellung in Berlin-Mitte schloss Ende November', geraadpleegd op o.a.: 08/02/2015. Bundespräsidialamt, website: http://www.bundespraesident.de. 'Bundespräsident Joachim Gauck nach seiner Vereidigung zum Bundespräsidenten im Deutschen Bundestag am 23. März 2012 in Berlin', geraadpleegd op: 05/05/2015. 'Bundespräsident Joachim Gauck', geraadpleegd op: 31/03/2015. Joachim Gauck, 'Befreiung feiern - Verantwortung leben, Rede zum Nationalen Befreiungstag der Niederlande', geraadpleegd op: 05/05/2015. Bundeszentrale für politische Bildung (BPB), website: http://www.bpb.de. Beleites, Johannes, 'Mit lautem Donner zu kurz gesprungen, die 8. Novelle des Stasi- Unterlagen-Gesetzes', geraadpleegd op: 22/05/2015. 'DOSSIER, Kontraste - Auf den Spuren einer Diktatur', geraadpleegd op: 17/06/2015.

95

Deutsche Rundfunkarchiv (DRA), website: http://1989.dra.de/ton-und-videoarchiv. ‘Gesetz über die Sicherung und Nutzung der personenbezogenen Daten des ehemaligen MfS' geraadpleegd op: 04/05/2015. Kowalczuk, Ilko-Sascha, '"Ich staune über das kurze Gedächtnis" Die Stasi-Vorwürfe gegen Gregor Gysi', geraadpleegd op: 19/05/2015. Deutsche Welle, website: http://www.dw.de. 'Stasi-Akten - öffnen oder schließen?', geraadpleegd op: 07/05/2015. Deutschlandradio, http://www.deutschlandradiokultur.de. Birgit Wentzien, 'Roland Jahn: "Keine Gleichsetzung von NSA und Stasi"', geraadpleegd op: 20/05/2015. Dokumentations- und Informationssystem für Parlamentarische Vorgänge, website: http://dip21.bundestag.de. ‘Deutscher Bundestag, 13. Wahlperiode, Drucksache 13/10893, 29. 05. 98, Bericht des Ausschusses für Wahlprüfung, Immunität und Geschäftsordnung (1. Ausschuß) zu dem Überprüfungsverfahren des Abgeordneten Dr. Gregor Gysi gemäß §44b Abs. 2 Abgeordnetengesetz (Überprüfung auf eine Tätigkeit oder eine politische Verantwortung für das Ministerium für Staatssicherheit/Amt für National)', geraadpleegd op: 18/05/2015. 'Deutscher Bundestag Drucksache 17/13698, 17. Wahlperiode 03. 06. 2013, Beschlussempfehlung und Bericht des Ausschusses für Kultur und Medien (22. Ausschuss) zu der Unterrichtung durch die Bundesregierung – Drucksache 17/12115 – Bericht der Bundesregierung zum Stand der Aufarbeitung der SED-Diktatur', geraadpleegd op: 22/05/2015. 'Deutscher Bundestag Drucksache 18/1957, 18. Wahlperiode 01.07.2014, Antrag der Fraktionen CDU/CSU, SPD und BÜNDNIS 90/DIE GRÜNEN, Einsetzung einer „Expertenkommission zur Zukunft der Behörde des Bundesbeauftragten für die Unterlagen des Staatssicherheitsdienstes der ehemaligen Deutschen Demokratischen Republik (BStU)"', geraadpleegd op: 18/05/2015. Heinrich Böll Stiftung, website: http://www.boell.de. 'Marianne Birthler', geraadpleegd op o.a.: 31/03/2015. Hof van Justitie van de Europese Unie, website: http://curia.europa.eu.

96

'Hof van Justitie van de Europese Unie, PERSCOMMUNIQUÉ nr. 70/14, Luxemburg, 13 mei 2014, Arrest in zaak C-131/12, Google Spain SL, Google Inc / Agencia Española de Protección de Datos, Mario Costeja González', geraadpleegd op: 21/05/2015. Lebendiges Museum Online/ Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland, website: http://www.hdg.de. 'Joachim Gauck geb. 1940' geraadpleegd op: 31/03/2015. Nationale Ombudsman, website: https://www.nationaleombudsman.nl. 'De organisatie', geraadpleegd op: 15/05/2015. Robert-Havemann-Gesellschaft, website: http://www.jugendopposition.de 'Initiative Frieden und Menschenrechte', geraadpleegd op: 30/06/2015. Stiftung Gedenkstätte Berlin-Hohenschönhausen, website: http://www.stiftung-hsh.de. 'Stiftung Gedenkstätte Berlin-Hohenschönhausen', geraadpleegd op: 17/03/2015. Youtube, website: https://www.youtube.com. Radomski, Aram, ‘9.10.1989 Montagsdemonstration Leipzig’, geraadpleegd op: 10/04/2015.

97