Bestemmingsplan - Uitbreiding Glastuinbouw

Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw

Code 07-17-05 / 10-10-08

GEMEENTE FRANEKERADEEL 07-17-05 / 10-10-08 BESTEMMINGSPLAN SEXBIERUM - UITBREIDING GLASTUINBOUW

TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE blz

1. INLEIDING 1 1. 1. Aanleiding 1 1. 2. Plangebied 1 1. 3. Vigerend bestemmingsplan 1 1. 4. Economische effecten 2

2. BELEIDSKADER 4 2. 1. Rijksbeleid 4 2. 2. Provinciaal beleid 4 2. 3. Conclusies beleidskader 7

3. PLANBESCHRIJVING 8 3. 1. Het plangebied in ruimere context 8 3. 2. Het schetsontwerp 8 3. 3. Verkeersaspecten 10 3. 4. Ontwikkelingsas 11 3. 5. Natuur en waterberging 15 3. 6. Beeldkwaliteit 15

4. OMGEVINGSASPECTEN 17 4. 1. Algemeen 17 4. 2. Ecologie 18 4. 3. Archeologie 20 4. 4. Water 24 4. 5. Milieuaspecten 26 4. 6. Externe veiligheid 33 4. 7. Kabels en leidingen 33 4. 8. Duurzame energie 34

5. JURIDISCHE ASPECTEN 36 5. 1. Algemeen 36 5. 2. SVBP 2008 36 5. 3. Vertaling schetsontwerp naar bestemmingsplan 37 5. 4. Toelichting op de bestemmingen 38 5. 5. Toelichting op de dubbelbestemmingen 41

6. UITVOERBAARHEID 42 6. 1. Economische uitvoerbaarheid 42 6. 2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 43

7. OVERLEG EN INSPRAAK 44

BIJLAGEN

Bijlage 1 Notitie “Ruimte voor glas. De ruimtelijke kwaliteit van Waddenglas” Bijlage 2 Welstandscriteria Bijlage 3 Passende beoordeling (samenvatting) Bijlage 4 Archeologisch veldonderzoek (samenvatting en aanbe- velingen) Bijlage 5 Uitgangspunten wateraspect Bijlage 6 Verkennend bodem- en wateronderzoek (conclusies) Bijlage 7 Akoestische rapportage (resultaten en conclusies) Bijlage 8 Convenant lichtemissie Bijlage 9 Antwoordnota Overleg en Inspraak Bijlage 10 Overlegreacties Bijlage 11 Inspraakreacties

07-17-05 blz 1

1. INLEIDING

1. 1. Aanleiding

In het streekplan van de provincie Fryslân is ruimte voor een uitbreiding van 450 ha glastuinbouw in Noordwest-Fryslân. In 2007 is een partiële her- ziening van het streekplan opgesteld. Met deze partiële streekplanherzie- ning is een glastuinbouwlocatie binnen een zoekgebied vastgesteld. Op deze locatie mag nieuwe glastuinbouw ontwikkeld worden.

De uitbreiding van de glastuinbouw in Noordwest-Fryslân staat gepland bij Sexbierum, aan de zuidkant van het dorp, aansluitend bij de bestaande glastuinbouw. De gemeente Franekeradeel, de provincie en de Dienst Lan- delijk Gebied, hebben begin 2007 daarvoor een intentieovereenkomst gete- kend. Het bestaande glastuinbouwgebied ten zuiden van Sexbierum zal met ruim 200 ha kunnen uitbreiden. Teneinde deze ontwikkeling in planolo- gische zin mogelijk te maken, is in opdracht van de gemeente dit bestem- mingsplan opgesteld en heeft de gemeente reeds een Milieueffectrapport (MER) op laten stellen.

Het bestemmingsplan zicht richt op de inrichting van de glastuinbouwloca- tie. De locatiekeuze is reeds op provinciaal niveau bepaald.

1. 2. Plangebied

Om de glastuinbouw te kunnen ontwikkelen is dit bestemmingsplan opge- steld dat onder meer voorziet in de bouw van kassen en aanverwante bouwwerken. Het plangebied wordt aan de noordzijde voor een gedeelte begrensd door de Frjentsjerterdyk en aan de oostzijde door de Slachte. De Sexbierumervaart vormt aan de zuidzijde en de Sexbierumer Opvaart aan de westkant de begrenzing. Het plangebied voor de nieuw te ontwikkelen glastuinbouw sluit aan bij het al bestaande glastuinbouwgebied wat is gele- gen ten zuiden van de kern Sexbierum en ten noorden van de Juckema- leane. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.

1. 3. Vigerend bestemmingsplan

Het gebied waar de ontwikkelingen gaan plaatsvinden is opgenomen in het “Bestemmingsplan Buitengebied 2001 gemeente Franekeradeel’, vastge- steld op 5 september 2002. Binnen dit bestemmingsplan zijn de gronden bestemd als “Agrarisch gebied”, artikel 4, en is een aantal agrarische be- drijfsbestemmingen opgenomen. Het vigerende bestemmingsplan verzet zich tegen de uitbreidingsplannen voor de glastuinbouw. Binnen de be- stemming “Agrarisch gebied” zijn geen bouwmogelijkheden opgenomen die grootschalige glastuinbouw mogelijk maakt. De provincie Fryslân streeft naar de versterking van de economische structuur van Noordwest-Fryslân. De verdere ontwikkeling van de glastuinbouw kan daaraan bijdragen.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 2 07-17-05

Figuur 1. Plangebied Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw

1. 4. Economische effecten

De glastuinbouw is enerzijds een kennisintensieve bedrijfstak, anderzijds biedt het volop lager geschoolde arbeidsplaatsen. Naast de directe werk- gelegenheid die de glastuinbouw genereert, versterkt glastuinbouw de eco- nomische structuur door werkgelegenheid in de sfeer van toelevering, ver- werking en afzet. Glastuinbouw biedt daarmee extra impulsen voor de regi- onale economie.

Door de Kamer van Koophandel is in 2005 een zogenoemde quickscan uit- gevoerd om de economische effecten van de uitbreiding van de glastuin- bouw in kaart te brengen. De studie gaat uit van een grondoppervlak van bruto 450 ha. Volgens de studie is het werkgelegenheidseffect aanzienlijk en worden op basis van de gegevens per ha gerekend op respectievelijk 2,4 - 3,5 fulltime, 0,7 - 1 parttime en 1,2 - 1,5 seizoenarbeiders.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 3

Naast de directe werkgelegenheid zal ook meer arbeid ontstaan in de indi- recte dienstverlenende bedrijven. Het aantal hectares glas dat bij Sexbie- rum zal worden gerealiseerd, is bruto ruim 200 ha. Toch zal het positieve effect op de economie en werkgelegenheid in deze regio door het realise- ren van dit project substantieel zijn (bron: MER Uitbreiding Glastuinbouw- gebied Sexbierum, februari 2008).

Vanuit de bestaande glastuinbouwsector in Fryslân bestaat er behoefte aan groeimogelijkheden. Op korte termijn is er vanuit de bestaande glastuin- bouwsector belangstelling voor een afname van een substantiële hoeveel- heid grond (circa 90 ha bruto). Dit is een gevolg van de autonome groei in het gebied. Eén en ander betekend dat voor de helft van het uitgeefbare gebied op korte termijn belangstelling is.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 4 07-17-05

2. BELEIDSKADER

2. 1. Rijksbeleid

Nota Ruimte In de Nota Ruimte (februari 2006) is het rijksbeleid beschreven voor onder meer de landbouw. Voor het plangebied zijn de volgende onderdelen rele- vant.

Greenports en Landbouwontwikkelingsgebieden In de nota Ruimte is ten behoeve van de glastuinbouw globaal een aantal gebieden aangewezen die aanmerking komen voor verdere ontwikkeling van de glastuinbouw. In deze zogenoemde Landbouwontwikkelingsgebie- den (LOG) wordt ruimte geboden aan glastuinbouwbedrijven die voor her- vestiging in aanmerking komen om daarmee het herstructureren van be- staande verouderde glastuinbouwgebieden op gang te kunnen brengen.

Van provincies en gemeenten wordt verwacht dat zij de tien LOG-gebieden opnemen in hun ruimtelijke plannen. Mocht er een specifieke regionale be- hoefte zijn aan ruimte voor glastuinbouw die redelijkerwijs niet kan worden geaccommodeerd in één van deze tien gebieden, dan kunnen provincies, bij voorkeur in onderling overleg, aanvullend ook andere gebieden voor dit doel aanwijzen. De ontwikkeling van dergelijke regionale glastuinbouwge- bieden moet tevens worden gekoppeld aan een regionale herstructure- ringsopgave. Bundeling van verspreid liggend glas kan onderdeel van deze opgave vormen. Het gebied rondom het dorp Berlikum en omstreken is één van de aangewezen LOG-gebieden.

Natura 2000 Verder geeft de Nota Ruimte het beleid weer met betrekking tot de Natura 2000-gebieden, waartoe de Waddenzee behoort. Het Natura 2000-gebied van de Waddenzee omvat alle buitendijkse gebiedsdelen en wordt gezien als een zeer belangrijk natuurgebied. Het Natura 2000-gebied van de Waddenzee bestaat zowel uit de aangewezen Vogelrichtlijn- als de Habitat- richtlijn gebieden. Beide richtlijnen zijn respectievelijk door de Raad van de Europese Gemeenschap op 2 april 1979 en door de Europese Commissie op 8 december 2004 vastgesteld. Het glastuinbouwgebied nabij Sexbierum is op ongeveer 2 á 3 kilometer gelegen van de Waddenzee. Er moet aan- dacht worden besteed aan het aspect ‘licht’.

2. 2. Provinciaal beleid

Streekplan 2007 In het Streekplan Fryslân 2007 “Om de kwaliteit fan de romte” 1) is het pro- vinciaal beleid verwoord met betrekking tot glastuinbouw. De netto op- pervlakte glastuinbouw in de provincie bedraagt ruim 100 ha (bruto circa 250 ha).

1) Vastgesteld door Provinciale Staten van Fryslân 13 december 2006.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 5

De glastuinbouw is geconcentreerd op enkele locaties in Noordwest-Frys- lân, waaronder een grote nieuwe concentratie bij Berlikum. Er is vraag naar meer ruimte voor glastuinbouw.

Het streekplan biedt ruimte voor de uitbreiding van de glastuinbouw in Noordwest-Fryslân met maximaal 450 ha bruto. Op de bij het streekplan behorende plankaart is een ‘zoekgebied glastuinbouw’ aangegeven. Dit zoekgebied wordt beschouwd als landbouwontwikkelingsgebied, waar spe- cifieke ontwikkelingsmogelijkheden voor volwaardige glastuinbouwbedrij- ven aanwezig zijn. Buiten dit zoekgebied zijn de ontwikkelingsmogelijkhe- den voor glastuinbouw beperkt tot een ondersteunende tak bij overige agrarische bedrijven.

Voor de inpassing van nieuwe glastuinbouw vindt een afzonderlijke plano- logische procedure plaats. In dat kader vindt tevens de definitieve de loca- tiekeuze plaats.

Het streekplan geeft verder aan dat veel ruimtelijke ontwikkelingen ingepast kunnen worden in de bestaande landschappelijke structuren, waarbij de landschappelijke kernkwaliteiten van Fryslân hekenbaar blijven. Dit vraagt wel om een zorgvuldig uitgekozen locatie en een goede inpassing in de omgeving.

Daarnaast biedt het streekplan ruimte voor nieuwe landschappen wanneer de maatschappelijke noodzaak aantoonbaar is. Hiertoe dient een zorgvul- dig ontwerp met aandacht voor de ontwikkeling van nieuwe ruimtelijke kwa- liteit te worden opgesteld, waarbij er ook aandacht is voor de bestaande ac- tiviteiten. Onder meer kassengebieden worden als voorbeelden van nieuwe landschappen genoemd. Door het stellen van hoge kwaliteitseisen, worden nieuwe landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten voor de toekomst gecreëerd.

Partiële herziening Streekplan 2007 Glastuinbouw Noordwest-Fryslân Voor de verdere ontwikkeling van de glastuinbouwsector in Fryslân is nieuwe planologische ruimte nodig. Met deze partiële streekplanherziening wordt deze ruimte geboden 2). De provincie vindt de verdere ontwikkeling van de glastuinbouwsector wenselijk omdat dit werkgelegenheid met zich meebrengt en bijdraagt aan de versterking van de economische structuur in Fryslân. Hierbij wordt ingezet op een concentratie van glastuinbouw in Noordwest-Fryslân. In het Streekplan 2007 is het zoekgebied voor de uit- breiding van maximaal 450 ha glastuinbouw in Noordwest-Fryslân aange- geven. Met deze partiële streekplanherziening wordt een glastuinbouwlo- catie binnen dit zoekgebied vastgesteld. Op deze locatie mag nieuwe glas- tuinbouw ontwikkeld worden.

2) Ontwerp, vastgesteld door GS op 18 december 2007.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 6 07-17-05

Locatieonderzoek Het onderzoek naar de meest geschikte locaties voor glastuinbouw binnen het zoekgebied heeft plaats gevonden in het kader van de procedure van de planMER. Er zijn uiteindelijk 5 potentiële glastuinbouw locaties gese- lecteerd die én het meest geschikt zijn voor glastuinbouw én zo weinig mo- gelijk negatieve milieueffecten hebben 3).

Locatiekeuze Op basis van de resultaten van de locatiebeoordeling uit de planMER en op basis van het bestuurlijk draagvlak, is voor de ontwikkeling van nieuwe grootschalige glastuinbouw in Noordwest-Fryslân een locatie aan de zuid- kant van Sexbierum aangewezen. Deze locatie is circa 200 ha (bruto) groot. De locatie is zeer geschikt voor de ontwikkeling van glastuinbouw. De milieueffecten zijn beperkt. De lichtopbrengst op deze locatie is erg gunstig. Daarnaast biedt deze locatie kansen voor combinaties met andere bedrijven in de omgeving (haven van Harlingen) voor de levering van CO2, warmte en de afvoer van brijn (brijn is een ingedikte zoutoplossing en een restproduct van het watergebruik bij glastuinbouw). Alhoewel de locatie dicht bij de A31 ligt, is de ontsluiting van de locatie een belangrijk aan- dachtspunt bij de verdere ontwikkeling.

De locatie sluit direct aan bij het bestaande glastuinbouwgebied in Sexbie- rum. Hierdoor wordt de clustering van glastuinbouw, met de daarbijbeho- rende schaalvoordelen, versterkt. Doordat ruimtelijk aangesloten wordt op het bestaande glastuinbouwgebied, zijn de landschappelijke effecten van de nieuwe glastuinbouw beperkter dan bij een meer gespreide glastuin- bouwontwikkeling of bij een geheel nieuwe glastuinbouwcluster.

De bouw van kassen ten zuiden van Sexbierum heeft echter wél tot gevolg dat de bestaande landschappelijke hoofdstructuur van bebouwing op de kwelderwallen en de lege vlakte daartussen, doorbroken wordt. Dit land- schappelijk effect weegt echter niet op tegen de landschappelijke voordelen van concentratie bij een bestaande glastuinbouwcluster.

Met de glastuinbouw wordt ter plekke een nieuw landschap gecreëerd. Het Streekplan 2007 biedt ruimte voor nieuwe landschappen wanneer de maat- schappelijke noodzaak aangetoond is. Gezien de sociaal-economische ef- fecten van clustering en versterking van nieuwe glastuinbouw, is deze maatschappelijke noodzaak aanwezig.

3) ) De potentiële locaties zijn: • een locatie tussen Harlingen en • een locatie ten zuiden van Sexbierum • een locatie tussen St. Jacobiparochie en St. Annaparochie • een locatie ten zuiden van St. Annaparochie • een locatie ten zuiden van .

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 7

De provincie streeft naar een zo duurzaam mogelijke inrichting en een ho- ge ruimtelijke kwaliteit. Ten behoeve hiervan worden in de partiële streek- planherziening de volgende aanbevelingen gedaan. Hierop wordt de verde- re planvorming beoordeeld. Het gaat onder meer om: • het in hun omgeving herkenbaar en beleefbaar blijven van kenmer- kende elementen zoals de Slachtedyk, de Frjentsjerterdyk, de Sexbie- rumervaart en de Sexbierumer Opvaart; • bufferzones tussen de kassen en het omliggende gebied voor land- schappelijke inpassing en ten opzichte van milieugevoelige functies; • de inpassing van wandel- en fietspaden, kanoroutes, etc. zodat het ge- bied tevens een functie als recreatief uitloopgebied krijgt; • de reservering van voldoende ruimte voor oppervlaktewaterberging om bestaande knelpunten met betrekking tot de waterhuishouding in de omgeving tegen te gaan; • een beeldkwaliteitsplan voor het gebied, waarbij in elk geval aandacht besteed wordt aan zichtzones (langs wegen) en zichtassen (door het gebied) met voldoende breedte; • een landschappelijke inpassing die de belevingswaarde van het land- schap zo weinig mogelijk negatief beïnvloed; • een goede ontsluiting van het glastuinbouwgebied, waarbij de verkeers- bewegingen zoveel mogelijk buiten de bebouwde kom van Sexbierum plaatsvinden.

Provinciaal Milieubeleidsplan 2006 - 2009 In het Provinciaal Milieubeleidsplan (in oktober 2005 vastgesteld door het College van Gedeputeerde Staten) is het beleid omschreven ten aanzien van het milieu. De hoofddoelstelling van het plan is werken aan duurzame ontwikkeling. Hierbij moet aansluiting worden gezocht bij de voor Fryslân belangrijke waarden: een relatief schoon milieu, veel ruimte en rust en een aantrekkelijke natuur.

2. 3. Conclusies beleidskader

De ontwikkeling van een nieuw glastuinbouwgebied van circa 200 ha (bru- to) ten zuiden van Sexbierum kan als passend in het rijks- en provinciaal beleid worden beschouwd. Ook de gemeente Franekeradeel staat positief tegenover deze ontwikkeling. Inmiddels is daarom (vooruitlopend op het onderhavige bestemmingsplan) in opdracht van de gemeente een MER- rapportage opgesteld. Met het opstellen van dit bestemmingsplan wordt de beoogde glastuinbouwlocatie ook in planologische zin mogelijk gemaakt.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 8 07-17-05

3. PLANBESCHRIJVING

3. 1. Het plangebied in ruimere context

Het plangebied en directe omgeving zijn onderdeel van het kleilandschap in het noordwesten van de provincie Fryslân. Het kleilandschap is een open en grootschalig gebied met structurerende elementen zoals dijken, kwel- derwallen, slenken, terpen en paden. Er is sprake van een onregelmatige blokverkaveling met plaatselijk bijzondere verkavelingsvormen (zoals mo- zaïek-, radiair- en strengenverkaveling). De beplanting is geconcentreerd rondom boerderijen en dorpen, langs hoofdontsluitingswegen, kwelderwal- len en de randen van de voormalige Middelzee.

Het plangebied maakt daarbinnen deel uit van het gebied van de kwelder- wallen met terpdorpen. Het glastuinbouwgebied komt in een landschap dat gekenmerkt wordt door een afwisseling van oost-west liggende, meer of minder verdichte kwelderwallen met dorpen en met tussenliggende laagtes die erg open zijn. Ten oosten van het gebied loopt de Slachte die van hoge cultuurhistorische waarde is.

3. 2. Het schetsontwerp

Ten behoeve van de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied is een schetsontwerp opgesteld. Dit schetsontwerp is verwoord in de notitie “Ruimte voor glas. De ruimtelijke kwaliteit van Waddenglas” 4). In deze noti- tie wordt het beeld geschetst van de ruimtelijke kwaliteit van het toekomstig glastuinbouwgebied. Het schetsontwerp met de bijbehorende referentie- beelden is een integraal onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst en de basis voor de grondexploitatie. Tevens is het onderhavig bestem- mingsplan gebaseerd op het genoemde schetsontwerp.

Zoals al is vermeld streeft de provincie ten aanzien van het glastuinbouw- gebied naar een zo duurzaam mogelijke inrichting en een hoge ruimtelijke kwaliteit. Ten behoeve hiervan zijn in de partiële streekplanherziening aan- bevelingen voor de inrichting gedaan. De verdere planvorming wordt daar- toe beoordeeld op een aantal criteria (zie ook par. 2.2). Het opgestelde schetsontwerp voldoet hieraan.

Ten behoeve van het schetsontwerp is vanuit de glastuinbouw een aantal hoofduitgangspunten voor de inrichting geformuleerd: • kasdiepte van circa 300 meter, maximale flexibiliteit in de breedte; • landschappelijke inpassing door behoud van de kenmerkende cultuur- historische en landschappelijke elementen zoals de vaarten en de kwel- derwal; • voldoende ruimte in de randen voor een invulling met natuur en water- berging;

4) Opgesteld door de provincie Fryslân, de Dienst Landelijk Gebied en de gemeente Franekeradeel. December 2007.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 9

• realisatie van een dijklichaam rondom de oost-, west- en zuidrand van de kassen als een zogenaamde groene plint; • realisatie van dijklichamen aan de westzijde (zogenaamde windscheg- gen) als windbreker en als verzachting van de harde kassenrand; • toevoegen van een ruimtelijk accent aan de oostzijde van het gebied; • versterken van de noordelijke kwelderwal met beplanting; • ruimte voor gietwaterbassins (in 90% van de tijd zal hemelwater voor- zien in de gietwaterbehoefte); • gietwaterbassins in de lengterichting langs de hoofd- en zijas; • geen gietwaterbassins aan de randen; • bedrijfsgebouwen en woningen aan de hoofdas.

Deze hoofduitgangspunten zijn verder uitgewerkt in het schetsontwerp. De notitie “Ruimte voor glas. De ruimtelijke kwaliteit van Waddenglas” is als bij- lage 1 bij dit bestemmingsplan toegevoegd.

Figuur 2. Schetsontwerp (bron: ‘Ruimte voor glas’)

Glas, energie, natuur en water zijn de belangrijkste elementen van het nieuwe gastuinbouwgebied Waddenglas. De kasdiepte van circa 300 meter heeft geleid tot een efficiënte en heldere inrichting, bestaande uit twee stro- ken met kassen met daartussen een centrale ontsluitingsweg.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 10 07-17-05

De gietwaterbassins en de bedrijfsgebouwen zijn langs de centrale ontwik- kelingsas, die deels tevens de hoofdontsluiting vormt, gesitueerd. In de zo- ne voor de waterbassins (gietwaterberging) zijn geen kassen toegestaan.

Aan het begin van de zichtas vanaf de Slachte is een ruimtelijk accent ge- situeerd. Dit accent moet verder uitgewerkt worden, maar moet bij voorkeur een direct verband houden met de productiefunctie van het kassengebied.

Om het oorspronkelijk dijkkarakter van de Slachte zichtbaar te houden, ko- men de kassen op voldoende afstand van de Slachte te liggen. In het schetsontwerp is uitgegaan van circa 90 meter. Ook tot de Frjentsjerterdyk en de Sexbierumer Opvaart wordt daarvoor voldoende ruimte (15 à 20 me- ter) aangehouden.

De kwelderwal van de Juckemaleane is gelegen ten zuiden van het be- staande glastuinbouwgebied. In het schetsontwerp wordt deze kwelderwal behouden door een strook vrij te houden van kassen. Hiermee wordt te- vens en bufferzone gecreëerd tussen het bestaande en het nieuwe glas- tuinbouwgebied.

3. 3. Verkeersaspecten

De ontsluiting van het gebied De belangrijkste wegen ter plekke zijn de Hearewei (N393) en de Slachte. Beide zijn in het gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan (gVVp) gecategori- seerd als gebiedsontsluitingswegen. Dit betekent dat deze wegen primair bedoeld zijn om het verkeer zo soepel mogelijk af te wikkelen en geen ver- blijfsfunctie hebben. Op deze wegen mag 80 km/uur worden gereden. In het bestaande glastuinbouwgebied zijn kleinere wegen waar een maxi- mumsnelheid van 30 km/uur geldt.

De zichtas die gevormd wordt door de centrale ontsluitingsweg, komt rechtstreeks op de Slachte uit. De ontsluiting voor het gemotoriseerd ver- keer ligt in het voorlopig ontwerp aan de Frjentsjerterdyk. De ontsluitings- route loopt daarna over de Slachte. Dit is een kwetsbaar tracé. Bij de ver- dere uitwerking van dit wegtracé moet het oorspronkelijke dijkkarakter zo min mogelijk worden aangetast. Aantasting wordt zoveel mogelijk voorko- men door uit te gaan van een zo beperkt mogelijke asfaltbreedte. Door de totale wegfundering van 6,80 meter breed deels in asfalt (circa 6 meter) en deels in bijvoorbeeld graskeien (circa 2 x 40 cm) uit te voeren, wordt zowel tegemoet gekomen aan de veiligheidseisen als aan de cultuurhistorische waarde van de oude dijk. Het dijktracé maakt overigens geen deel uit van het plangebied van het bestemmingsplan.

Verkeersstromen en verkeersveiligheid Door aanpassingen in de ANWB-bewegwijzering zal het verkeer via afslag 20 - Franeker richting het tuinbouwgebied worden verwezen. Daarnaast wordt de Juckemaleane fysiek gesloten voor doorgaand vrachtverkeer, waardoor de verkeersveiligheid toeneemt.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 11

Uitgegaan wordt van een verkeersafwikkeling over de hoofdontsluiting rich- ting de A31. De toename van autoverkeer in Sexbierum is afhankelijk van de herkomst van het woon-/werk-verkeer. Deze is nog onbekend. Het doorgaande vrachtverkeer zal door de te nemen maatregelen uit het dorp geweerd worden. Het overige autoverkeer kan door het dorp blijven rijden. De Juckemaleane wordt fysiek gesloten voor doorgaand vrachtverkeer, waardoor er voor vrachtverkeer slechts één hoofdtoegang tot het gebied beschikbaar is, gericht op verkeersafwikkeling van en naar de A31. De kruising van de hoofdontsluiting op de Frjentsjerterdyk wordt zó ontworpen, dat afslaan van (vracht)verkeer van en naar Sexbierum niet mogelijk is.

Wegprofiel gebiedsontsluitingswegen Het extra verkeer als gevolg van het nieuwe glastuinbouwgebied moet zo- veel mogelijk afgewikkeld worden via de Slachte en de Getswerderdyk naar de A31. De wegen zullen daartoe beter geschikt worden gemaakt voor de- ze toename van verkeer. Daarbij is rekening gehouden met het provinciaal beleid voor de inrichting van gebiedsontsluitingswegen. De route van en naar de A31, de bestaande Getswerderdyk, en deels de Frjentsjerterdyk, worden verbreed tot het minimumprofiel voor gebiedsontsluitingswegen (breedte van 6,80 m door middel van een redresseerstrook van grasbeton- stenen). De Slachte zal vanwege de cultuurhistorische waarde volgens het minimale profiel voor gebiedsontsluitingswegen worden verbreed tot 6 me- ter asfalt met aan weerszijden redresseerstroken.

Fietspaden en fietsroutes Vanuit Sexbierum loopt een bestaande recreatieve route langs de noord- kant van de Sexbierumer Opvaart. Deze route wordt doorgetrokken langs de Opvaart, kruist in het zuiden de Sexbierumervaart en sluit aan op de route van het Fiskerspaed. Via dit pad, dat verhard zal worden, kan men richting Franeker of tot aan Wijnaldum fietsen, waar op andere routes aan- gesloten wordt.

Binnen het plangebied is een vrijliggend fietspad voorzien langs de hoofd- ontsluitingsweg. De verkeersveiligheid neemt daardoor toe. Deze zal via een nader uit te werken aansluiting, aansluiten op het reeds bestaande vrij- liggende fietspad langs de Slachte en de Frjentsjerterdyk. De verkeersvei- ligheid van de fietsoversteekplaats bij de fietstunnel onder de A31 zal wor- den verbeterd.

3. 4. Ontwikkelingsas

In het schetsontwerp zijn de gietwaterbassins en de bedrijfsgebouwen langs de centrale ontwikkelingsas, die tevens de hoofdontsluiting vormt, gesitueerd. De bassins komen in de lengterichting van de weg te liggen, waardoor een eenduidig beeld ontstaat.

De bassins worden deels ingegraven. Op één plek zijn de bassins ook in noord-zuid-richting geplaatst zodat er zicht blijft op de omgeving. De west- zijde van de centrale ontwikkelingsas is begrensd door bedrijfsgebouwen.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 12 07-17-05

In het schetsontwerp is ook in dit westelijk gedeelte uitgegaan van de situe- ring van bassins in het verlengde van de centrale ontwikkelingsas. In het bestemmingsplan is hiervoor een flexibele regeling opgenomen: ook hier is de bouw van kassen mogelijk, mits er in de noord-zuid as voldoende water- berging gerealiseerd kan worden. De noord-zuidgerichte zichtas moet wel vrij blijven van bebouwing en dient een blauw-groene invulling te krijgen.

In het bestemmingsplan is, in overleg met het waterschap en met de tuin- bouwsector, een minimale ruimte voor 2.500 m3/ha gietwateropslag gere- serveerd. Dit minimale ruimtebeslag vloeit voort uit het hoofduitgangspunt dat in 90% van de tijd hemelwater gebruikt kan worden als gietwater. Dit is in het bestemmingsplan geborgd door daar speciale zones voor aan te wij- zen waar noch kassen noch bedrijfsgebouwen gebouwd mogen worden.

Bouwvlak Per bedrijf wordt een “bouwvlak” toegekend. De omvang van het bouwvlak is als volgt bepaalt: eerst wordt uitgegaan van de oppervlakte van het bouwperceel minus de oppervlakte van de kassen. Van de zone die dan overblijft is 25% bedoeld voor bedrijfsgebouwen, een bedrijfswoning, parke- ren (verharding) en dergelijke (onder bedrijfsgebouwen worden ook ge- bouwen ten behoeve van de energievoorziening begrepen).

Principeprofiel Voor de centrale ontwikkelingsas en de haaks daarop staande noord-zuid- zichtas 5) is het volgende principeprofiel uitgewerkt: • de afstand tussen hart bermsloot (=grens uitgeefbaar terrein, tevens grens bestemming) en de rooilijn van de op het bouwvlak gesitueerde bedrijfswoning, bedraagt 15 tot 16 meter (flexibele rooilijn binnen mar- ges); • de afstand tussen hart bermsloot (=grens uitgeefbaar terrein, tevens grens bestemming) en de rooilijn van de op het bouwvlak gesitueerde bedrijfsgebouwen bedraagt minimaal 25 meter (flexibele rooilijn); • de afstand tussen hart bermsloot (=grens uitgeefbaar terrein, tevens grens bestemming) en de rooilijn van de kassen, bedraagt minimaal 40 en maximaal 65 meter 6). Dit is dus geen vaste rooilijn; • het overblijvende gebied is bestemd voor waterbassins in combinatie met een groene invulling. Overige bebouwing is in deze zone niet toe- gestaan;

5) Het principeprofiel is voor de noord-zuid gerichte zichtas alleen op het gedeelte westelijk van deze zichtas van toepassing. 6) De afstand van 65 meter vloeit voort uit een ruimtebehoefte-berekening aan water- berging als wordt uitgegaan van 2500 m3 wateropslag per ha glas. Bij minder wa- terverbruik (dus bij een geringere ruimtebehoefte aan wateropslag) dient een mini- male rooilijn van 40 meter te worden aangehouden. Afhankelijk van de behoefte aan bovengrondse wateropslag bevindt de rooilijn van de kassen zich tussen de 40 en 65 meter gemeten vanaf hart bermsloot (=grens uitgeefbaar terrein).

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 13

• de rooilijn van de afzonderlijk te bouwen waterbassins (dat zijn de wa- terbassins die niet onder de kassen worden gebouwd), bevindt zich tussen de 8,5 en 9,2 meter (flexibele rooilijn binnen marges) uit hart bermsloot 7) (=grens uitgeefbaar terrein).

De afstand van hart bermsloot tot de rooilijn van kassen is in principe 65 m; er is een vrijstelling mogelijk tot 40 m. De rooilijn van de kassen kan ook op méér dan 65 meter worden gelegd. Wel is er een bepaling opgenomen dat per glastuinbouwbedrijf de kassen in één lijn ten opzichte van de weg moe- ten worden gebouwd.

Figuur 3 geeft het principeprofiel weer van de inrichting van de centrale ontwikkelingsas. Figuur 4 geeft de zonering van het plangebied weer.

Entree De zichtas die gevormd wordt door de centrale ontsluitingsweg, komt recht- streeks op de Slachte uit. De entree zal bijzonder worden vormgegeven. In het bestemmingsplan is de locatie ter plekke van de entree in planologi- sche zin geregeld via een aanduiding. Ter hoogte van de entree wordt ge- dacht aan de realisatie van bijzondere bedrijfsgebouwen, zoals bijvoor- beeld een informatiecentrum.

Figuur 3. Principeprofiel inrichting centrale ontwikkelingsas en westzijde noord-zuid gesitueerde zichtas

7) Vanwege de wisselende breedtes van de watergangen (in het waterhuishoudings- plan berekend) is sprake van een flexibele rooilijn in het ‘bij recht’ deel tussen de 8,5 en 9,2 meter.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 14 07-17-05

De kwelderwallen Ten zuiden van het bestaande glastuinbouwgebied ligt de kwelderwal van de Juckemaleane, met twee archeologisch waardevolle gebieden. Eén van deze gebieden is een zogenaamd archeologisch monument. In het schets- ontwerp wordt deze wal behouden door een strook vrij te houden van kas- sen.

Figuur 4. Zonering plangebied

Het archeologisch monument wordt in zijn geheel behouden. Uit aanvullend archeologisch onderzoek zal moeten blijken in hoeverre het gehele andere terrein opgenomen moet worden. De exacte invulling van deze strook moet nog bepaald worden, maar deze moet passen bij het kleinschalige en met beplanting verdichte karakter van de wal.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 15

In deze strook kan bijvoorbeeld verspreide woningbouw van beperkte om- vang komen, in combinatie met vrijkomende boerderijen (eventueel voor tij- delijke werknemers). Ook lichte vormen van bedrijvigheid en extensieve, kleinschalige (verblijfsrecreatie) zijn denkbaar. De kwelderwal wordt geac- centueerd door aan te planten bomenrijen, eventueel aangevuld met bo- menweides.

In het bestemmingsplan is voor dit gebied een uit te werken bestemming opgenomen die bovenstaande ontwikkeling mogelijk maakt. Agrarische be- drijven en glastuinbouw zijn in deze zone uitgesloten. De zone dient een ‘buffer’ te blijven tussen het bestaande het nieuwe glastuinbouwgebied. Voor de archeologisch waardevolle gebieden in deze zone is een speci- fieke regeling opgenomen, gericht op het behoud van deze gebieden.

3. 5. Natuur en waterberging

De laagte aan de noordkant van de Sexbierumervaart wordt ingericht als toegankelijke natuurzone die bij overvloedige regenval dienst kan doen als waterberging, ook voor een groter gebied. Dit geldt deels ook voor de oos- telijke en de westelijke rand van het glastuinbouwgebied. De inrichting van de natuurzone moet verder worden uitgewerkt, maar zal waarschijnlijk voornamelijk uit riet, plas-/dras-stroken en eventueel struweel bestaan. Plaatselijk zullen plekken zo ingericht worden dat er zilte natuur kan ont- staan. De kassen liggen ingebed in een rietzone.

3. 6. Beeldkwaliteit

De gemeentelijke welstandsnota bevat voor de welstandstoetsing van bouwplannen zogenaamde welstandscriteria. Het gaat om twee soorten: algemene criteria gericht op het voldoen aan redelijke eisen van wel- stand in het algemeen; gebiedsgerichte welstandscriteria.

Voor ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur door- breken (zoals de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied) gelden de ge- biedsgerichte welstandscriteria uit de welstandsnota niet. Hiervoor dienen dus speciale, op de gewenste ontwikkeling gerichte welstandscriteria te worden opgesteld.

De bebouwing binnen het glastuinbouwgebied dient te kunnen worden ge- toetst op ‘redelijke eisen van welstand’. Voor de bebouwing van het glas- tuinbouwgebied worden daarom beeldkwaliteitscriteria opgesteld. Beeld- kwaliteitscriteria omvatten zowel stedenbouwkundige eisen als welstands- criteria. De stedenbouwkundige eisen worden zoveel mogelijk vertaald naar het bestemmingsplan. Daarbij gaat het met name om eisen ten aanzien van situering, oppervlakte en hoogte van de gebouwen.

Aanvullend zullen zaken als plaatsing, hoofdvorm, aanzicht en opmaak in de welstandscriteria worden opgenomen. Deze welstandscriteria zullen als onderdeel van de welstandsnota worden vastgesteld.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 16 07-17-05

Om te bewerkstellingen dat de toekomstige inrichting van het terrein bij- draagt aan de ruimtelijke kwaliteit, worden (als een verdere uitwerking van het schetsontwerp) kwaliteitseisen ten aanzien van o.a. materiaal- en kleur- gebruik opgesteld. De welstandseisen zullen te zijner tijd worden toege- voegd aan de welstandsnota van de gemeente Franekeradeel en zo hun juridische verankering krijgen.

De welstandsparagraaf is opgebouwd uit drie delen, die afzonderlijk van el- kaar in het bestemmingsplan terug te vinden zijn: • ruimte voor glas: geeft de grote lijnen ten aanzien van beeldkwaliteit weer (bijlage 1); • maatvoering: de hoogtes, oppervlaktes en rooilijnen zijn in de toelich- ting en de voorschriften opgenomen; • welstandscriteria : hierin staan criteria ten aanzien van plaatsing, hoofd- vorm, aanzichten en opmaak.

De aan de welstandsnota toe te voegen criteria zijn als bijlage 2 (bijlage ‘Welstandscriteria’) bij dit bestemmingsplan toegevoegd.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 17

4. OMGEVINGSASPECTEN

4. 1. Algemeen

Om de omgevingsaspecten goed in beeld te krijgen is ten aanzien van het plangebied een Milieu Effectrapportage uitgevoerd op grond van hoofdstuk 7 van de Wet Milieubeheer 8). In de MER is onderzoek verricht naar de di- verse omgevingsaspecten die deel uitmaken van de afweging in het be- stemmingsplan. Tevens heeft een ecologische beoordeling plaatsgevonden van het voornemen 9). In dit hoofdstuk zijn de conclusies uit de MER en de ecologische beoordeling weergegeven.

Bij de uitwerking van het voornemen is het milieubelang steeds meegewo- gen. Voor het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) is nagegaan in welke mate negatieve milieueffecten (verder) kunnen worden beperkt in vergelijking met de voorgenomen activiteit. Zo wordt momenteel in het ka- der van het project ‘Waddenkas’ 10) onderzoek gedaan naar de beperking van afval door proeven met het telen in teeltgoten in plaats van op sub- straatmatten. Dit mee naar aanleiding van één van de aanbevelingen in het kader van het MMA.

Het MMA is, voor zover ruimtelijke relevant, aangehouden als leidraad voor het onderhavige bestemmingsplan. Voor een vergelijking tussen het MMA met de voorgenomen activiteit, wordt verwezen naar de MER Uitbreiding Glastuinbouwgebied Sexbierum.

Naar aanleiding van de bevindingen uit de MER is een akoestisch vervolg- onderzoek uitgevoerd. Ook is een aanvullend archeologisch onderzoek uit- gevoerd en een passende beoordeling met betrekking tot het aspect lichtemmissie in relatie tot de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000- gebied Waddenzee / Friese Waddenkust.

8) Milieueffectrapport Uitbreiding Glastuinbouwgebied Sexbierum. Oranjewoud, febru- ari 2008. 9) Ecologische beoordeling herinrichtingsplan Glastuinbouw Sexbierum. Altenburg & Wymenga, oktober 2007. 10) In het project "Waddenkas" worden meerdere innovatieve technieken in de glas- tuinbouw in de praktijk getest, waarmee aanzienlijke energiebesparing, sterke ver- laging van lichthinder en stevige teeltoptimalisatie bereikt kunnen worden. Door de Waddenkas wordt kennis verkregen over de mogelijkheden van energiebesparing en verminderen van lichthinder bij de teelt van (groente)gewassen. Er wordt onder- zoek gedaan naar het gebruik van aardwarmte in de kas, koude- en warmteopslag in de bodem in combinatie met een vernieuwde warmtewisselaar en het effect hier- van op het kasklimaat. Verder worden proeven gedaan met led-verlichting en telen bij lage temperaturen. De kennis die hiermee wordt verkregen zal zoveel mogelijk worden ingezet bij de ontwikkeling van nieuwe glastuinbouw in . Het pro- ject ‘Waddenkas' is een initiatief van de provincie Friesland en projectorganisatie Westergozone. Daarnaast zijn het Ministerie van LNV en enkele kennisinstellingen bij het project betrokken.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 18 07-17-05

4. 2. Ecologie

4.2.1. Algemeen

Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden, met daarin verwerkt de Europese richtlijnen (de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn) 11). Dit heeft tot gevolg dat vooraf de mogelijkheden van het nieuwe bestem- mingsplan op de eventueel aanwezige ecologische waarden moeten wor- den getoetst. Daarbij dient in de eerste plaats nagegaan te worden hoe- verre de betreffende locatie in (de nabijheid van) een Speciale Bescher- mingszone ligt dan wel er op een andere wijze sprake is van een planologi- sche bescherming. Het gaat er hierbij om in hoeverre gebiedsbescherming van toepassing is. Naast gebiedsbescherming dient te worden uitgezocht in hoeverre in het plangebied soorten voorkomen die speciale bescherming behoeven en er in die zin geen conflicten optreden met de Flora- en fau- nawet (soortenbescherming).

Gebiedsbescherming In het kader van de Europese richtlijnen zijn in Nederland Speciale Be- schermingszones aangewezen die een hoge wettelijke bescherming ken- nen. De bescherming van de SBZ ’s is in oktober 2005 in de nationale wet- geving vastgelegd in de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998.

Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet gelden onder andere algemene ver- boden tot het verwijderen van beschermde plantensoorten van hun groei- plaats, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplan- tings- of vaste rustplaatsen of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten, of het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort.

In algemene zin geldt dat voor activiteiten die in bestemmingsplannen mo- gelijk worden gemaakt en die een bedreiging kunnen vormen voor deze beschermde soorten, ontheffing bij het Ministerie van Landbouw, Natuur- beheer en Visserij (LNV) worden aangevraagd. Vooral wanneer er soorten voorkomen uit de zogenaamde "strenge" categorie (Bijlage 4 van de Habi- tatrichtlijn en de bedreigde soorten van de diverse Rode Lijsten), kan dit een belemmering vormen voor het plan. Dit is het geval wanneer de moge- lijkheden in het bestemmingsplan significant nadelige effecten kunnen heb- ben voor deze soorten. Voor algemene soorten heeft het Rijk via een Al- gemene Maatregel van Bestuur (AMvB) een algemene ontheffing verleend. Voor deze soorten hoeft in het kader van het bestemmingsplan dus niet meer afzonderlijk een ontheffing te worden aangevraagd.

11) De Vogelrichtlijn is gericht op het beschermen van de in het wild levende vogel- soorten en op de instandhouding van de gebieden die het leefmilieu voor deze soorten vormen. De Habitatrichtlijn is gericht op het instandhouden van (half)natuurlijke gebieden (habitats) en de bescherming van wilde flora en fauna. De soortenbeschermingsregeling van de Vogel- en Habitatrichtlijn is volledig geïm- plementeerd in de Flora- en faunawet.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 19

4.2.2. Onderzoeken en MER

In het flora- en faunaonderzoek dat uitgevoerd is in het kader van de voor- genomen activiteit (Altenburg & Wymenga, 2007) wordt geconcludeerd dat: • de voorgenomen activiteit stuit niet op bezwaren in het kader van de nationale en internationale wet- en regelgeving ten aanzien van de be- scherming van natuurgebieden (Natuurbeschermingswet, de EHS en overige wet- en regelgeving); • de voorgenomen activiteit stuit niet op bezwaren in het kader van de ecologische wet- en regelgeving voor de bescherming van overige soorten, mits bij de ontwikkeling aan een aantal voorwaarden wordt vol- daan; • er treedt geen verstoring op van soorten die op de Rode Lijst staan.

In de MER is het aspect natuur beoordeeld aan de hand van de volgende criteria: • beoordeling ten opzichte van wet- en regelgeving; • verlies door ruimtebeslag (flora en vegetatie); • verlies door ruimtebeslag (fauna); • verstoring door licht; • verstoring trekvogelroutes en pleisterplaatsen; • versterking ecologische structuur door nieuwe natuur.

In het kader van dit bestemmingsplan wordt er vanuit gegaan dat de ont- wikkeling plaatsvindt onder de in het flora- en faunaonderzoek genoemde voorwaarden. Hierdoor ontstaan er geen conflicten tussen de voorgestelde ontwikkeling en de wet- en regelgeving. In de MER worden de effecten op natuur overwegend neutraal beoordeeld. Op grond van het ecologisch on- derzoek blijkt dat er geen NB-wetvergunning nodig is. Ecologie vormt der- halve geen belemmering voor het onderhavige bestemmingsplan.

Weidevogelcompensatie Door de planontwikkeling wordt het gebied ongeschikt voor weidevogels. Met de provincie zijn afspraken gemaakt over de noodzakelijke weidevo- gelcompensatie. Deze afspraken houden in het kort in dat vanuit Wadden- glas een vast bedrag van € 224.000 beschikbaar wordt gesteld voor weide- vogelcompensatie. Dit bedrag is gebaseerd op een verstoring van dat deel van het gebied dat nu geschikt is voor weidevogels (85 ha). Daarnaast is afgesproken dat dit bedrag met de bijdrage van de provinciebij voorkeur in- gezet wordt binnen de gebiedsontwikkeling Franekeradeel/Harlingen.

Passende beoordeling De Commissie voor de m.e.r. heeft in haar schrijven van 20 mei 2008 ge- constateerd, dat bij toetsing van het MER aan de richtlijnen en wettelijke vereisten, tekortkomingen bestaan. Deze houden voornamelijk verband met energie en klimaat.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 20 07-17-05

Daarnaast heeft de Commissie geconstateerd dat, voornamelijk als gevolg van lichthinder, twijfels bestaan ten aanzien van mogelijk effecten op de in- standhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied Waddenzee / Friese Waddenkust. Hoewel daar geen verplichting op rust, adviseert de commissie daarom op dit punt zekerheidshalve een passende beoordeling, waarbij de relevante ecologische aspecten nader worden beschreven. Hierin dient te worden onderbouwd of er (significant) negatieve effecten optreden op de instand- houdingsdoelen van het Natura 2000-gebied Waddenzee / Friese Wadden- kust, die verband houden met de lichtemissie vanuit de beoogde glastuin- bouwactiviteiten.

De conclusie van de passende beoordeling (datum:16-09-08) is dat er geen sprake is van significant negatieve effecten van lichtuitstraling op de bin- nen- en buitendijkse instandhoudingsdoelen van de Waddenzee / Friese Waddenkust. De mate waarin effecten door lichtverstoring op vogels en andere natuurwaarden van de Waddenzee optreden, is dermate gering, dat er geen sprake is van verstoring of verslechtering. Voor de beoogde herin- richting hoeft daarom geen vergunning volgens de Natuurbeschermingswet te worden aangevraagd. Een samenvatting van de passende beoordeling is als bijlage 3 opgenomen.

4. 3. Archeologie

Algemeen In 1992 werd het Europese Verdrag van Malta ondertekend door een groot aantal EU-landen, waaronder Nederland. Doelstelling van dit verdrag is het veiligstellen van het (Europese) archeologisch erfgoed. Dit beleid moet met name gestalte krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid. Inmiddels is een wijziging van de Monumentenwet in werking getreden waarin de bescher- ming van de archeologische waarden wettelijk wordt geregeld. In bestem- mingsplannen moet een regeling worden opgenomen voor de bescherming van de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden.

Plangebied In het plangebied liggen twee terp(restanten) van zeer hoge archeologische waarde. Dit zijn huisterpen op de eerdergenoemde kleine kwelderrug. Ook is op historische kaart een boerderij gevonden in het centraal oostelijke deel van het plangebied. De huisterpen betreffen: de verhoogde state- wierde van Juckemastate (archeologisch monument, zeer hoge archeologi- sche waarde, beschermd tegen bodemingrepen) en de verhoogde state- wierde van Groot Walta (geen monument).

FAMKE Het plangebied is onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden. De provincie Fryslân heeft de Friese Archeologische Monumen- ten Kaart Extra (FAMKE) opgesteld. Op deze kaart zijn zowel de aanwe- zige archeologische monumenten als de te verwachten archeologische waarden aangegeven.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 21

Er wordt op deze kaart voor zowel de periode Steentijd - Bronstijd als voor de periode IJzertijd - Middeleeuwen een advies gegeven. Voor het kassengebied geeft de kaart voor de Steentijd - Bronstijd aan dat geen onderzoek noodzakelijk is. Voor de periode IJzertijd - Middeleeuwen geeft de kaart aan: ‘Karterend onderzoek 2, “Het streven naar behoud”, “Het streven naar beschermde terreinen” en gebieden waar “Geen onder- zoek noodzakelijk” is .

Figuur 5. Begrenzing archeologisch monument

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 22 07-17-05

Figuur 6. Archeologische waarden in het plangebied (Bron: FAMKE, provincie Fryslân)

In de MER wordt geconstateerd dat de archeologische verwachtings- waarde van het plangebied laag is. Enkel op de kwelderwal ter hoogte van de terpencluster Juckemastate - Groot Walta worden vondsten uit de late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd verwacht. Vanuit archeologisch oogpunt is het echter moeilijk te bepalen wat de precieze omvang van de kwelder- wal is. Hierdoor is geadviseerd in het noordelijke deel van het plangebied verder archeologisch onderzoek uit te voeren vóórdat daar met de uitvoe- ring wordt begonnen.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 23

Karterend onderzoek 2 De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 2500 m² karterend archeologisch onderzoek uit te laten voeren. Dit ar- cheologisch onderzoek moet bestaan uit minimaal zes boringen per hectare, met een minimum van zes boringen per plan, waarbij duidelijk wordt of er vindplaatsen in het plangebied aan- wezig zijn. Aangezien het plangebied groter is dan 2500 m² dient voor deze gebieden een nader onderzoek te worden verricht.

Het streven naar be- Van deze terreinen is bekend dat zij waardevolle archeologische houd resten uit de periode Bronstijd en later bevatten. In veel gevallen betreft het AMK-terreinen, maar het kunnen ook terreinen zijn die bij gemeente of provincie bekend staan als archeologisch waardevol. Het streven van de provincie is om dergelijke terrei- nen in te bestemmen in het bestemmingsplan.

Het streven naar be- Van deze terreinen is bekend dat zij waardevolle archeologische schermde terreinen resten uit de periode Midden - Bronstijd en later bevatten. Deze terreinen zijn wettelijk beschermd op grond van de Monumen- tenwet 1988. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning een beschermd monument af te breken, te versto- ren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen (artikel 11, lid 2a). Wanneer er plannen bestaan die het bodemarchief ter plaatse kunnen schaden (aanleg leidingen, bouwwerken, we- gen, e.d.) is daarom een vergunning van de Minister van Cultuur noodzakelijk, en dient bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cul- tuurlandschap en Monumenten (voorheen de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek) daartoe een aanvraag te worden gedaan.

Geen onderzoek nood- Voor grote delen van het plangebied kan worden aangeven dat zakelijk nader onderzoek niet noodzakelijk is. Mocht tijdens werkzaam- heden blijken dat er archeologisch materiaal aangetroffen wordt, dan dient de provinciaal archeoloog te worden ingelicht.

Archeologisch onderzoek In verband met het toekomstige glastuinbouwgebied is een archeologisch archeologisch onderzoek uitgevoerd 12). Het doel is daarbij na te gaan of er op de in het onderzoeksgebied gelegen kwelderwal nog middeleeuwse vindplaatsen aanwezig zijn en of de bekende archeologische monumenten (AMK-terreinen), Juckemastate en Groot Walta een groter/kleiner opper- vlakte beslaan dan nu is weergegeven op de Archeologische Monumenten Kaart. Daarnaast moet onder meer de omvang van de kwelderwal zo goed mogelijk vastgesteld worden. De samenvatting en de aanbevelingen uit dit onderzoek zijn als bijlage 4 opgenomen.

12) MUG ingenieursbureau: Archeologisch veldonderzoek aan de Juckemaleane te Sexbierum, gemeente Franekeradeel. Mei 2008.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 24 07-17-05

‘Vertaling’ naar het bestemmingsplan Omwille van het behoud van de gegevens van het bodemarchief en kennis van de cultuurhistorische geschiedenis van het plangebied en z’n omge- ving, is een beschermende regeling voor een gedeelte van de kwelderwal in het bestemmingsplan opgenomen. Op grond van de uitkomsten van het archeologisch onderzoek is in het bestemmingsplan de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ toegekend. Voor het archeologisch monument is geen aanvullende regeling in het bestemmingsplan opgenomen omdat de- ze al voldoende via de Monumentenwet wordt beschermd. De bescherming komt tot komt tot uitdrukking in een dubbelbestemming “Waarde - Archeologie” met daaraan gekoppeld een aanlegvergunningen- stelsel. Ook is een afstemmingsregeling met de Bouwvergunning opgeno- men.

4. 4. Water

4.4.1. Algemeen

Eén van de middelen om het waterbeleid meer handen en voeten te geven in het ruimtelijk ordeningsbeleid, is de Watertoets. De Watertoets is wette- lijk verplicht voor alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten, met als doel te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstel- lingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen. De Watertoets is zo ook een verplicht onderdeel geworden van bestem- mingsplannen. Dit houdt onder meer in dat in een vroegtijdig stadium ad- vies gevraagd moet worden van het betreffende waterschap. In een water- paragraaf in het bestemmingsplan dient vervolgens verantwoord te worden hoe met het advies van het waterschap is omgegaan. De Watertoets besteedt aandacht aan alle aspecten van het water. Water speelt in de planvorming rond het voornemen een belangrijkere rol. Het vooroverleg met Wetterskip Fryslân vormt wettelijk een verplicht onderdeel van het bestemmingsplan. In het kader van de planvorming rondom het glastuinbouwgebied alsmede in het kader van de opgestelde MER heeft reeds intensief overleg met het waterschap plaatsgevonden. Het voorontwerp-bestemmingsplan is daar- naast nog ter advisering aan onder andere het waterschap voorgelegd.

Tevens is een waterhuishoudingsplan opgesteld (“Waterhuishouding nieuw en bestaand glastuinbouwgebied Sexbierum”).

4.4.2. Uitgangspunten wateraspect

Er zijn in het kader van de planvorming voor het glastuinbouwgebied in overleg met het waterschap enkele uitgangspunten geformuleerd ten aan- zien van: • het gebruik en de berging van gietwater; • het ambitieniveau ten aanzien van watercompensatie/waterberging voor oppervlaktewater; • het afvalwater.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 25

Deze uitgangspunten zijn opgenomen in de MER en (voor zover ruimtelijke relevant) verwerkt in het schetsontwerp. De uitgangspunten ten aanzien van het aspect water zijn in dit plan opgenomen als bijlage 5.

De opslagcapaciteit (waterbassins) voor gietwater is in overleg met de tuin- bouwsector en het waterschap bepaald op 2.500 m3 per hectare glas. Dit minimale ruimtebeslag vloeit voort uit het hoofduitgangspunt dat in 90% van de tijd hemelwater gebruikt kan worden als gietwater 13). De in het be- stemmingsplan in planologische zin opgenomen beschikbare ruimte voor gietwaterberging, gaat hier van uit.

Uitgangspunten voor oppervlaktewaterberging is dat er minimaal 10% van de toename van het verhard oppervlak gerealiseerd wordt. Uitgangspunt voor het afvalwater is het minimaliseren van de hoeveelheid brijn.

4.4.3. Gietwaterberging in relatie tot productie brijn

In het glastuinbouwgebied wordt in planologische zin ruimte gereserveerd voor 2.500 m3/ha gietwaterberging. Hiermee kan in 90% van de tijd met hemelwater volstaan worden in de gietwaterbehoefte. De resterende 10% van de tijd zal er gebruik gemaakt worden van leidingwater. Hierdoor wordt de geproduceerde hoeveelheid brijn geminimaliseerd 14).

4.4.4. Waterhuishouding

De watergangen in het glastuinbouwgebied komen aan beide zijden langs de wegen en langs de randen van de kassen. Het hemelwater zal eerst in de waterbassins opgevangen worden en als deze vol zijn overstorten op de watergangen binnen in het kassengebied. De watergangen krijgen een bo- demdiepte van -1,90 m NAP, taluds van 1:2 en een peil van -0,90 NAP. De bodembreedte varieert afhankelijk van de hoeveelheid water die verwerkt moet worden maar is minimaal 1,00 m.

13) Er wordt in het plangebied ruimte voor de opvang van hemelwater gereserveerd. Doel van deze opvang is dat in 90% van de tijd de gietwaterbehoefte gedekt kan worden met het gebruik van hemelwater. Daarmee wordt de productie van brijn zo- veel mogelijk voorkomen. De behoefte aan gietwater wisselt per teelt en met de mate waarin het water binnen de kassen gerecirculeerd wordt. Om toch te borgen dat voldoende ruimte voor waterbassins in het plan wordt gereserveerd, is uitge- gaan van de eisen van de “groene label kas”. De minimale eis voor certificering als een “groene label kas” is dat in 70% van de tijd hemelwater in de gietwaterbehoefte voorziet. Dat zou voor (groente) teelten die hier verwacht worden, neerkomen op 1.000 à 1.500 m3/ha. Het uitgangspunt zoals dat voor Waddenglas in de MER is opgenomen, is echter dat in 90% van de tijd hemelwater als gietwater gebruikt wordt. Dit komt neer op 2.000 à 3.000 m3/ha. Een minimale ruimtereservering voor 2.500 m3/ha via het bestemmingsplan doet recht aan het uitgangspunt dat in 90% van de tijd hemelwater als gietwater wordt gebruikt. De resterende10% van de tijd zal gebruik gemaakt worden van leidingwater. 14) De hoeveelheid brijn die geproduceerd zal worden, is afhankelijk van de samenstelling van het leidingwater. Het geleverde water te Sexbierum is afkomstig van het pompstation Spannenburg. Het chloridengehalte is, zoals blijkt uit het jaaroverzicht van het waterleidingbedrijf Vitens, 30 mg/l. Door omgekeerde osmose op het water uit Spannenburg geeft een chloridengehalte lager dan 200 mg/l.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 26 07-17-05

De watergangen rond het kassengebied hebben meer een bergende dan een waterafvoerende functie en dienen tevens dienst als erfafscheiding.

De bestaande hoofdwatergangen die voor de waterafvoer van het aan- grenzende gebied zorgen zullen deels worden omgelegd zodanig dat een goede afvoer gegarandeerd blijft.

Om de toename van het verhard oppervlakte te compenseren zal er mini- maal 15 ha oppervlaktewaterberging gerealiseerd worden. Deze waterber- ging zal deel uitmaken van het Ropta-systeem 15). Met deze oppervlakte waterberging worden de huidige standen in het Ropta-systeem niet nega- tief beïnvloed. Door aanleg van extra hectares waterberging zal het sys- teem zelfs positief beïnvloed worden. Bij de berekeningen van de beno- digde waterafvoer en de benodigde waterberging is rekening gehouden met extra neerslag door klimaatverandering.

Het nieuwe glastuinbouwgebied komt in het gebied waar bodemdaling door gas- en zoutwinning plaatsvindt. Na realisatie wordt nog een daling van cir- ca 5 cm verwacht. Voor het functioneren van de waterhuishouding zal dit geen nadelige gevolgen hebben. Een eventuele peilaanpassing voor de genoemde 5 cm kan zo nodig later overwogen worden.

4. 5. Milieuaspecten

4.5.1. Bodem

Ten aanzien van het aspect bodem is uitgangspunt voor de toekomst in ie- der geval dat de bodem zódanig schoon moet zijn dat er geen risico’s be- staan voor de volksgezondheid. Daar waar dat niet het geval is, zal een bodemsanering worden uitgevoerd.

In het kader van de MER zijn de volgende aspecten bekeken: • verstoring bodemprofiel en -opbouw; • beïnvloeding kwaliteit bodem; • beïnvloeding kwaliteit grondwater; • invloed hydrologische relaties.

Het geheel van de effecten is in de effectbeoordeling als neutraal beoor- deeld.

Een verkennend bodemonderzoek zal aan moeten tonen dat de kwaliteit van de bodem geschikt is voor woningbouw (’schone grond’-verklaring). Hiermee kan worden bepaald wat de bodemopbouw ter plaatse is en wat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is. Met deze gegevens kun- nen conclusies worden getrokken over de (her)gebruiksmogelijkheden en/of verwerking van eventueel vrijkomende grond.

15) Het Ropta-systeem heeft een totale oppervlakte van ruim 5000 ha, het bestaat uit meerdere peilgebieden en wordt bemalen door het gemaal Ropta aan de Wadden- zee.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 27

Plangebied In juli en augustus 2008 is een verkennend bodemonderzoek en waterbo- demonderzoek uitgevoerd op een gedeelte (86 hectare) van het toekomstig glastuinbouwgebied te Sexbierum 16). Het doel van het onderzoek is het be- palen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grond- water). Het doel van het verkennend waterbodemonderzoek is het vastste- len van de milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem.

Het te onderzoeken gebied kon tot op heden niet helemaal onderzocht worden voor wat betreft de bodem vanwege de mais die er op staat. Nadat de mais geoogst is, wordt het overige gedeelte (circa 30 ha) onderzocht. De resultaten hiervan worden later gerapporteerd in een aanvullende sepa- rate rapportage. De planning is, dat er vóór de goedkeuring van het be- stemmingsplan een volledig bodemonderzoek ligt.

Het verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd voor dát gedeelte van het plangebied dat bij recht wordt inbestemd voor glastuinbouw. Voor het ge- deelte dat als een ‘uit te werken bestemming’ in het plan wordt opgenomen zal het verkennend bodemonderzoek plaatsvinden in het kader van het op te stellen uitwerkingsplan.

Conclusies verkennend bodem- en waterbodemonderzoek Voor het grootste gedeelte van de onderzoekslocatie geldt dat de vooraf opgestelde hypothese ‘onverdachte locatie’ formeel gesproken wordt ver- worpen, vanwege de licht verhoogde gehalten in de grond en het grond- water. De onderzoeksresultaten geven echter geen aanleiding tot het uit- voeren van een vervolgonderzoek of sanerende maatregelen, omdat de gemeten concentraties kleiner zijn dan de tussen- en interventiewaarden. Alleen ter plaatse van een dam is een verontreiniging met PAK aangetrof- fen die boven de interventiewaarde ligt. Dit houdt in dat hier nader onder- zoek zal moeten plaatsvinden. De verwachting is dat het om een zeer plaatselijke verontreiniging gaat.

Op basis van de onderzoeksresultaten worden er geen risico’s verwacht voor de mens en/of het milieu. De onderzoeksresultaten vormen milieu- hygiënisch gezien geen belemmeringen voor het toekomstige gebruik van de locatie en de realisatie van glastuinbouw. De conclusies van het verken- nend onderzoek zijn opgenomen als bijlage 6. Het aspect bodem leidt voor het bestemmingsplan niet tot een aanvullende regeling.

4.5.2. Geur

De Wet Geurhinder en veehouderij geeft normen voor de geurbelasting die milieuvergunningsplichtige veehouderijbedrijven mogen veroorzaken op een geurgevoelig object, zoals bijvoorbeeld woningen. Hierbij geldt een mi- nimaal toelaatbare afstand van 50 meter in het buitengebied.

16) Verkennend bodem- en waterbodemonderzoek 86 hectare agrarische percelen toekomstig glastuinbouwgebied te Sexbierum. Oranjewoud, 28 augustus 2008.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 28 07-17-05

Het nieuwe glastuinbouwgebied is niet gelegen binnen de geurcontouren van nabijgelegen agrarische bedrijven. Geur vormt derhalve geen belem- mering.

4.5.3. Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden. De wet is enerzijds bedoelt om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Ander- zijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwik- keling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.

De Wet Luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht- kwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vor- men onder de Wet Luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ont- wikkeling als: • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatrege- len of in het NSL; • een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontrei- niging.

Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging 17). Pro- jecten die “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn onder andere: • woningbouwlocaties met niet meer dan 500 nieuwe woningen bij één ontsluitingsweg en 1000 nieuwe woningen bij twee ontsluitingswegen; • kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 33.333 m2 bij één ontsluitingsweg en 66.667 m2 bij twee ontsluitingswegen;

17) Een project draagt “niet in betekenende mate” bij aan de luchtverontreiniging als de 1%-grens niet wordt overschreden. De 1%-grens is gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijnstof (PM10) of stikstofdi- 3 oxide (NO2). Dit komt overeen met 0,4 microgram/m , voor zowel PM10 als NO2.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 29

• bepaalde landbouwinrichtingen 18).

De bovenstaande projecten mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden.

Onderzoek In het kader van de MER zijn indicatieve berekeningen uitgevoerd naar de emissies van wegverkeer in de toekomstige situatie. Hieruit blijkt dat er geen overschrijdingen plaatsvinden van de wettelijke norm. Voor geen van de wegen, noch jaren wordt een overschrijding berekend. Vervolgens zijn de uitkomsten vergeleken met de situatie bij autonome ontwikkeling. Voor de emissies bij autonome ontwikkeling is gebruik ge- maakt van de Rapportage luchtkwaliteit 2005, gemeente Franekeradeel. Er wordt geconcludeerd dat de luchtkwaliteit naar aanleiding van de uitvoer van het voorgenomen plan niet verslechtert. Er wordt voldaan aan de lucht- kwaliteitsnormen voor NO2 en PM10 (fijnstof).

Hiermee voldoet het bestemmingplan aan de Wet Luchtkwaliteit en zijn er op het gebied van luchtkwaliteit geen belemmeringen te verwachten.

4.5.4. Wegverkeerslawaai

Algemeen In een bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met geluids- hinder. Op grond van de Wet geluidshinder (Wgh) hebben alle wegen een geluidszone waarbinnen in principe akoestisch onderzoek moet worden verricht 19). Uitzondering hierop zijn wegen waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt óf wegen die op grond van een vastgestelde geluidsni- veaukaart een dermate lage intensiteit hebben dat de voorkeursgrens- waarde op minder dan 10 meter uit de as van de meest nabijgelegen rij- strook ligt.

Plangebied Door een toename van het wegverkeer ten behoeve van de uitbreiding van het glastuinbouwgebied, zullen de geluidsemissies van dit wegverkeer langs de ontsluitingsroute toenemen. In de analyse van de ontsluitingsvari- anten (zie bijlage bij de MER) is geluid een criterium waarop getoetst is. In dit kader is het aantal woningen (indicatief) op korte afstand tot de ontslui- tingsroute minder dan 25 meter) maatgevend geacht. De ontsluitingsvariant zoals deze in de voorgenomen activiteit is beschreven, telt 6 woningen bin- nen 25 meter.

18) Akkerbouw- of tuinbouwbedrijven met open grondteelt; inrichtingen die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd zijn voor witloftrek of teelt van eetbare paddestoelen of andere gewassen in een gebouw; permanente en niet-verwarmde opstanden van glas of van kunststof voor het telen van gewassen; permanente en verwarmde op- standen van glas of van kunststof voor het telen van gewassen, mits niet groter dan 0,7 hectare; kinderboerderijen. 19) De breedte van de zone is afhankelijk van de ligging van de weg in stedelijk of bui- tenstedelijk gebied én van het aantal rijstroken.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 30 07-17-05

Hiervan ligt één woning op minder dan 1,5 meter van de weg (Slachte nr. 3). Om te bepalen of voor deze woning en andere woningen op korte af- stand van de weg gekomen kan worden tot een aanvaardbare situatie nu en in de toekomst, zowel uit oogpunt van de Wet geluidshinder als uit oog- punt van een maatschappelijke verantwoordelijkheid, wordt akoestisch on- derzoek uitgevoerd.

In de MER is in de effectbeoordeling het aspect ‘wegverkeerslawaai’ nega- tief beoordeeld. Vervolgens heeft aanvullend akoestisch onderzoek plaats- gevonden 20).

Onderzoek Het doel van het onderzoek is het berekenen van de effecten op de ge- luidsbelasting van de geluidsgevoelige bestemmingen als gevolg van de bestemmingsplanherziening in verband met het project "Uitbreiding Glas- tuinbouwgebied Sexbierum". In het onderzoek zijn de volgende aspecten onderzocht: • ten behoeve van de bestemmingsplanvaststelling is de geluidsbelasting vanwege de nieuw aan te leggen wegen op de nieuw te bouwen ge- luidsgevoelige bestemmingen bepaald; • In het kader van een goede ruimtelijke ordening is voor wegverkeersla- waai het geluidseffect vanwege de uitbreiding van het glastuinbouwge- bied buiten het plangebied op de bestaande geluidsgevoelige bestem- mingen bepaald; • tenslotte is onderzocht wat de akoestische gevolgen van een mogelijke reconstructie van de Getswerderdyk en de Slachte zijn voor de direct langs deze wegen gelegen geluidsgevoelige bestemmingen; • indien uit het reconstructieonderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de bestaande geluidsgevoelige bestemmingen met 2 of meer dB toe- neemt, is onderzocht welke maatregelen en de daarbijbehorende kos- ten nodig zijn om het reconstructie-effect op te heffen.

Voor de berekening van de geluidsbelasting is ervan uitgegaan dat de Juckemaleane doorgetrokken wordt en gebruikt wordt als ontsluitingsweg. Bij de uitwerking van de plannen moet nog bekeken worden voor welke verkeerssoorten dit eventueel zal gebeuren.

De conclusies uit de rapportage zijn: • voor de woningen binnen het plangebied van het bestemmingsplan wordt de voorkeursgrenswaarde niet overschreden: • de geluidsbelasting inclusief Uitbreiding Glastuinbouwgebied (2018) neemt op de bestaande woningen aan de Getswerderdyk en de Slachte met maximaal 4 dB toe ten opzichte van de autonome situatie 2018; • de woningen aan de Juckemaleane zijn in de huidige situatie gelegen aan een doodlopende weg. In het nieuwe plan wordt de Juckemaleane tevens gebruikt als een ont- sluitingsweg.

20) Akoestische rapportage Uitbreiding Glastuinbouw Sexbierum, februari 2008.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 31

De geluidsbelasting zal in 2018, 47 dB bedragen op de gevels van de woningen. De (voorkeurs)grenswaarde van 48 dB wordt niet overschre- den; • het plan heeft tevens een gunstig effect op de woningen langs de Frjentsjerterdyk, hier neemt de geluidsbelasting af; • de geluidsbelasting met meer dan 2 dB toeneemt op alle woningen die zijn gelegen aan de Getswerderdyk en de Slachte. Er is dus sprake van een reconstructie in akoestische zin; • door het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt of door het verlagen van de rijsnelheid naar 60 km/uur kan de geluidsbelasting op de Gets- werderdyk en op de Slachte worden gereduceerd, waardoor voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarden.

Ten aanzien van dit laatste punt is op dit moment is nog niet duidelijk elke van de twee varianten (het aanbrengen van geluidsreducerend asfalt of het verlagen van de rijsnelheid naar 60 km/uur) zal worden gekozen. De Slach- tedyk zal niet als ‘erftoegangsweg’ worden aangemerkt.

Uit bovenstaande kan worden geconcludeerd dat, indien voor de Getswer- derdyk en de Slachte maatregelen worden genomen om de geluidsbelas- ting te reduceren tot de heersende waarden, het aspect ‘wegverkeersla- waai geen belemmering vormt voor het onderhavige bestemmingsplan. Het onderzoek is als bijlage 7 opgenomen.

4.5.5. Lichtuitstoot

Duisternis is een ruimtelijke kwaliteit die voor deze streek van wezenlijk be- lang is. Voor het behoud van deze kwaliteit wordt daarom uitgegaan van de hoogst haalbare lichtreductie. Tussen de Stichting Natuur en milieu en de glastuinbouwsector is in november 2006 een convenant afgesloten over een beperking van de lichtuitstoot door glastuinbouw. Deze afspraken zul- len worden opgenomen in het Besluit Glastuinbouw en krijgen dus een wet- telijke status. Het Convenant lichtemissie is als bijlage 8 opgenomen.

In het glastuinbouwgebied zal het mogelijk zijn om assimilatieverlichting (groeilicht) toe te passen 21). Op 1 april 2008 is het "Ontwerpbesluit hou- dende wijziging Besluit glastuinbouw" gepubliceerd. Hierin is de reductie van lichtuitstraling aangescherpt. De bovenzijde en gevel van de kas moe- ten voorzien zijn van een lichtscherminstallatie waarmee ten minste 95% van de lichtuitstraling kan worden gereduceerd (hierop zijn voor bestaande kassen tijdelijke uitzonderingen mogelijk). Verder geldt in bepaalde perio- den voor de avond- en nachtelijke uren aanvullende eisen zoals de toepas- sing van bovenafscherming.

De ambities voor het plangebied gaan verder dan het Besluit Glastuinbouw en ook verder dan de afspraken in het convenant lichtemmissie.

21) Onder assimilatieverlichting wordt ook led-verlichting verstaan.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 32 07-17-05

De ambitie gaat uit van de afspraken zoals die voor het jaar 2014 opgesteld zijn. In het bestemmingsplan is daarom opgenomen dat: • de bovenafscherming 98% dient te zijn (gedurende de 6 uur donkerte- periode zoals genoemd in het convenant); • daarnaast wordt er voor de na-nacht periode uitgegaan van maximaal 15% kieren conform het convenant. (Onder de na-nacht wordt alle tijd verstaan tussen twee opeenvolgende donkerperiodes).

Verder is in het bestemmingsplan opgenomen dat: • de zijafscherming 95% dient te zijn (op basis van het besluit Glastuin- bouw); • de zijafscherming aan de kant van de Sexbierumervaart, de Sexbieru- mer Opvaart, de Slachte en de Frjentsjerterdyk 100% dient te zijn.

Met betrekking tot het aspect lichthinder is een passende beoordeling uit- gevoerd. Hieruit blijkt dat er geen sprake is van significante negatieve effecten van lichtuitstraling op de instandhoudingsdoelen van de Wadden- zee / Friese Waddenkust. Zie ook paragraaf 4.2.2.

4.5.6. Bedrijven en milieuzonering

Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verant- woorde afstand van bedrijven gesitueerd worden.

Voor de milieucategorie-indeling wordt gebruik gemaakt van de lijst in het rapport van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Bedrijven en milieuzonering (2007). Daar wordt een relatie gelegd tussen bedrijfs- soorten en (mogelijke) milieubelasting. Dit rapport bevat onder meer een lijst met bedrijfssoorten die zijn onderzocht op een elftal aspecten van mili- eubelasting, namelijk geur-, stof-, geluids- en trillingshinder, lucht-, water- en bodemverontreiniging, gevaar, ongedierte, visuele hinder en verkeers- aantrekkende werking. Er worden in de basislijst 6 milieucategorieën on- derscheiden, oplopend van 1 t/m 6: onder categorie 1 (het ene uiterste) val- len bedrijven die toelaatbaar zijn tussen woningen en onder categorie 6 (het andere uiterste) zijn bedrijven opgenomen die pas toelaatbaar zijn op een afstand van 1000 of 1500 meter van milieugevoelige functies. In samenhang met de aard van de bedrijvigheid, neemt dus de gewenste afstand tot woonbebouwing toe. De milieuhinder als gevolg van de bedrij- ven zal zoveel mogelijk worden beperkt. De aangrenzende functies zijn daarbij maatgevend voor de toelaatbare hinder.

Glastuinbouw wordt gerekend tot de categorie 2-bedrijven. De grootst aan te houden afstand bedraagt 30 meter. Dit is de afstand tussen het glastuin- bouwbedrijf en de eventuele nieuwe woningen. Deze afstand wordt in het plangebied gehaald.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 33

4. 6. Externe veiligheid

De ontwikkelingen in het plangebied moeten ook worden getoetst aan de veiligheidsaspecten, op basis van het eind 2004 in werking getreden Be- sluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI). Het externe veiligheidsrisico kan gevormd worden door drie soorten risicobronnen: • risicovolle inrichtingen; • vervoer van gevaarlijke stoffen; • buisleidingen.

In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen risicovolle inrichtin- gen welke onder het 'Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen' (BEVI) vallen. Ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen over de A31 treden er ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling geen conflicten op. De af- stand van het plangebied tot de snelweg is te groot voor mogelijke interac- ties. De overige wegen rond het plangebied zijn niet relevant in het kader van de externe veiligheid. De gastransportleiding die door het plangebied loopt wordt in de voorge- nomen activiteit in overleg met de eigenaar Essent verplaatst naar de groenzone tussen de Sexbierumer Opvaart en de kassen. Deze leiding kent een druk van 8 bar. Het Rijk kent alleen beleid voor hogedruk aard- gasleidingen vanaf 20 bar.

Op basis hiervan heeft de aanwezige gasleiding uit oogpunt van externe veiligheid geen belemmeringen voor de ontwikkeling van het glastuinbouw- gebied. Externe veiligheid vormt derhalve geen belemmering voor het on- derhavige bestemmingsplan.

4. 7. Kabels en leidingen

In het plangebied zijn twee hoofdtransportleidingen aanwezig. Het betreft leidingen van Essent en Frisia Zout BV.

Gastransportleiding Door het plangebied loopt een gastransportleiding. De gasleiding loopt vanaf het gasontvangststation (GOS) Harlingen onder de Sexbierumervaart langs de kavelsloot richting Juckemaleane naar het gasontvangststation . Een aftakking volgt de oostelijke richting langs de Juckema- leane richting een bedrijfsinstallatie aan de Waltaleane.

De gasleiding zal in overleg met de eigenaar Essent worden verplaatst. Het nieuwe tracé loopt eerst zuidelijk van de kassen door de groene zone en dan naar het noorden door de noord-zuid-as. Conflicten tussen het glas- tuinbouwgebied en transportleidingen worden hierdoor vermeden. Wel dient rekening gehouden te worden met een mogelijke zakelijk rechtszone van de gasleiding.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 34 07-17-05

Zouttransportleiding De zouttransportleiding start bij winlocatie bij , loopt in de lengterichting van de Juckemaleane en kruist de Frjentsjerterdyk.

4. 8. Duurzame energie

Bij de ontwikkeling van het nieuwe glastuinbouwgebied wordt volop aan- dacht besteed aan duurzaamheid. Er wordt een energieconcept ontwikkeld dat bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen die zijn neergelegd in het energie-akkoord Noord Nederland d.d. 8 oktober 2007.

Het is de ambitie van de drie ontwikkelende partijen om de voorkeursvari- ant uit het Duurzame Energie Concept c.q. de MER te realiseren. Het ver- minderen van afvalstoffen krijgt van de sector ook in het kader van Wad- denkas aandacht.

De ontwikkelende partijen hebben in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegd dat zij groot belang hechten aan de duurzaamheid van de pro- ductie binnen Waddenglas. Daarom is er onderzoek gedaan naar verschil- lende soorten van duurzame energiesystemen in de glastuinbouw. Deze systemen zijn op de (on)mogelijkheden in het glastuinbouwgebied in Sexbierum beoordeeld. Er is nadere studie verricht aan de mogelijkheden van aardwarmte. De mogelijkheden worden beschreven in het rapport “Duurzaam energieconcept voor de glastuinbouwlocatie Waddenglas”. Het onderzoek bestaat uit de volgende componenten: 1. aardwarmte; 2. zonne-energie; 3. houtverbranding; 4. vergisting; 5. voldoende beschikbaarheid van, bij voorkeur groen CO2, als belangrijk groeimiddel voor de gewassen; 6. warmte- en koude opslag; 7. netwerkcapaciteit (WKK).

Dit onderzoek wordt in 2008 afgerond en zal als basis dienen voor het energievraagstuk voor het Waddenglas.

Al deze duurzame systemen hebben hun kansen en beperkingen. Aard- warmte is in principe een oneindige warmtebron, maar heeft als beperking dat er CO2 moet worden aangevoerd. De mogelijkheden in de regio daar- voor moeten worden onderzocht. Daarnaast heeft aardwarmte grote finan- ciële risico’s. Ook een potentieel duurzaam systeem is het (semi-)gesloten kassysteem. De meeropbrengst blijft echter achter bij de hoge verwachtin- gen. Ook is nog niet duidelijk of de ondergrond bij Sexbierum geschikt is voor warmte- en koudeopslag. De verwachting daarover zijn gunstig omdat deze techniek al in de regio wordt toegepast. De warmtelevering via hout- verbranding is direct toepasbaar en is een bewezen techniek. De beschik- baarheid van hout is een aandachtspunt.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 35

Er is relatief veel hout(gebied) nodig om houtverbranding toe te passen. Daarnaast is de CO2-kwaliteit van het verbrandingproces niet van goede kwaliteit voor de tuinbouw.

Vergisting wordt vanwege hygiëne en voedselveiligheid niet in het plange- bied toegestaan. Buiten het plangebied zijn er kansen om via vergisting groen gas of biogas te leveren aan het glastuinbouwgebied. Warmtekracht- koppeling (WKK) is een veel toegepaste techniek met een hoge efficiëntie. Het berust echter niet op een duurzame energiebron (aardgas). De terugle- vering van elektriciteit beperkt op dit moment de ontwikkeling van extra WKK’s.

Op moment van dit schrijven is er nog onduidelijkheid over de concrete haalbaarheid van de verschillende systemen. Nadere onderzoeken en sa- menwerking met de tuinders moet leiden tot het best praktisch haalbare duurzame energiesysteem. Toepassing van duurzame systemen zal veelal via de milieuvergunning geregeld moeten worden.

Om dit concreter te maken wordt er een aantal scenario’s waaronder de MMA onderzocht op duurzaamheid en (technische en financiële) haalbaar- heid. Eerste resultaten wijzen uit dat aardwarmte in combinatie met externe CO2 goede vooruitzichten hebben maar op korte termijn (1-2 jaar) niet rea- liseerbaar is. De toepassing van semi-gesloten kas is heeft nog te weinig draagvlak bij de tuinders vanwege de te hoge investeringen in combinatie met tegenvallende opbrengsten. Ook de toepassing van WKK is nu nog al- lerminst zeker in verband met de teruglevering van elektriciteit. Belangrijk is om bij de verdere uitwerking van het Energieconcept ook de kennis en kunde van de tuinders, van het project Waddenkas en de diverse nutsbe- drijven te benutten.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 36 07-17-05

5. JURIDISCHE ASPECTEN

5. 1. Algemeen

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. Bij het opstellen van het plan is een zo- danig plan beoogd dat enerzijds rechtszekerheid biedt aan de burgers, be- drijven en instellingen en dat anderzijds voldoende praktische mogelijkhe- den biedt om flexibel op aanpassingen te kunnen inspelen.

In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke si- tuatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten. In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de uitgangspunten hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. De bestemmingen zijn juridisch vastge- legd in de tekst van de voorschriften en in beeld op de plankaart. Plankaart en voorschriften zijn één geheel en niet afzonderlijk leesbaar.

De voorschiften De voorschriften bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mo- gen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de voor- schriften bouwvoorschriften, aanlegvergunningen en gebruiksvoorschriften opgenomen. In de bouwvoorschriften zijn - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - eisen gesteld aan hoogte, omvang, nadere situering, diepte, aantal bouwlagen, enzovoorts van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

In de voorschriften is daarnaast een aantal aanlegvergunningenstelsels opgenomen voor het uitvoeren van in de voorschriften omschreven werk- zaamheden (geen bouwwerkzaamheden zijnde), zoals het afgraven van gronden of het aanbrengen van diepwortelende beplanting. De gebruiks- voorschriften verbieden bepaalde vormen van gebruik binnen een bestem- ming (specifieke gebruiksvoorschriften) dan wel gebruik in strijd met alle binnen het plan opgenomen bestemmingen (algemene gebruiksvoorschrif- ten).

5. 2. SVBP 2008

Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger "online" informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheids- instanties. Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 alvast opgezet volgens de verplichte landelijke Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008).

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 37

Deze standaard - welke slechts een systematische standaardisering betreft en geen inhoudelijke standaard is - is verplicht in het nieuwe Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). Zo voorziet het SVBP in een standaardopbouw van een bestemmingsplan door onder andere: • standaardbenamingen van een bestemming en de daarin voorkomende bepalingen (bouwregels, aanlegvergunningen, e.d.); • de alfabetische volgorde van de begripsbepalingen en bestemmingen; • een vaste volgorde van een indeling van een bestemming; • een aantal standaard-begripsbepalingen; • een standaard-wijze van meten; • vaste kleuren en kleurcodes van een bestemming op de plankaart; • standaard-benamingen van aanduidingen op de plankaart en in de voorschriften.

In het kader van de nieuwe wet- en regelgeving zal het plan technisch als een digitaal raadpleegbare versie worden uitgevoerd en voldoen aan de ei- sen van DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen). Het plan kan in het informatiesysteem van de gemeente en diverse andere overhe- den worden ingevoerd en worden ontsloten via internet.

Er zal een analoge (papieren) versie van het bestemmingsplan naast het digitale plan blijven bestaan. Het vaststellen van een digitale versie is vanaf de invoering van de nieuwe Wro overigens verplicht.

5. 3. Vertaling schetsontwerp naar bestemmingsplan

“Bij recht” dan wel een uit te werken bestemming Met de opstelling van het bestemmingsplan heeft het schetsontwerp (en de daarna opgestelde plantekening) zijn planologische vertaling gekregen. Uitgangspunt hierbij is geweest om ontwikkelingen zoveel mogelijk bij recht in het bestemmingsplan op te nemen. Waar dit niet mogelijk c.q. wenselijk is, is gekozen voor een uit te werken bestemming.

Voor het plangebied van het glastuinbouwgebied betekent dit dat het ge- deelte uitgeefbaar terrein ten westen van de centrale ontwikkelingsas bij recht is inbestemd. Dit gedeelte is namelijk al in eigendom van het samen- werkingsverband tussen de gemeente, DLG en de provincie. Uitgangspunt is dat zich in het westelijk gedeelte één of een combinatie van meerdere tuinbouwbedrijven gaat vestigen. Het oostelijk gedeelte is als een uit te werken bestemming opgenomen. Hier kunnen meerdere bedrijven zich gaan vestigen.

Het openbaar gebied (de natuur- en landschapszone en de centrale ont- sluitingas) is zowel aan west- als aan oostzijde bij recht inbestemd. Hier- door is de hoofdopzet van het schetsontwerp planologisch verankerd.

Voor de realisatie van de centrale ontwikkelingsas (oostelijk gedeelte van het plangebied) en de haaks daarop staande noord-zuidgerichte zichtas (westelijk gedeelte) is een specifieke regeling opgenomen. Deze regeling richt zich op een groen-blauwe invulling van deze zones.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 38 07-17-05

Begrenzing bestemmingsvlakken De grens tussen uitgeefbaar terrein en openbaar gebied is ‘binnen in’ het plangebied steeds gelegd in het hart van de bermsloot (zie profielen in “Ruimte voor glas”). Deze grens is tevens gehanteerd als grens tussen de verschillende bestemmingsvlakken (te weten ‘Agrarisch - Glastuinbouw”, “Groen”, “Verkeer”, “Agrarisch - Glastuinbouw Uit te werken” en “Gemengd - Uit te werken”). De kades en onderhoudspaden rondom de kassen beho- ren tot het uitgeefbaar terrein en vallen daarmee onder de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw”.

5. 4. Toelichting op de bestemmingen

Hierna volgt een korte omschrijving van de op de plankaart voorkomende bestemmingen. De bestemmingen staan conform het SVBP 2008 in alfa- betische volgorde.

Agrarisch - Glastuinbouw De uitgeefbare gronden in het westelijk gedeelte van het plangebied zijn onder de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw” gebracht. Binnen deze bestemming zijn kassen, bedrijfsgebouwen ten behoeve van glastuinbouw- bedrijven, waterbassins en bedrijfswoningen toegestaan. Onder bedrijfsge- bouwen worden tevens gebouwen ten behoeve van de energievoorziening verstaan. De reeds bestaande woningen in dit gebied zijn als zodanig aan- geduid (aanduiding “wonen”). De kassen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. De goothoogte van de kassen bedraagt ten hoogste 8 m, de bouwhoogte is maximaal 10 m.

Voor wat betreft de aan te houden afstanden van bedrijfsgebouwen, be- drijfswoningen en afzonderlijk te bouwen waterbassins wordt het in para- graaf 3.4 aangegeven principeprofiel gevolgd. Watersilo’s moeten ten min- ste 25 meter uit hart sloot liggen en mogen tot een hoogte van 15 meter binnen deze bestemming worden gerealiseerd.

Omdat in het westelijk gedeelte van het plangebied één tuinbouwbedrijf of een samenwerkingsverband van meerdere tuinbouwbedrijven zich zal gaan vestigen, is er voor gekozen de bedrijfsbebouwing te clusteren op één lo- catie.

Binnen de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw ” mogen bedrijfsgebou- wen bij recht maximaal 10 meter hoog worden. Ter wille van een archi- tectonisch accent bij de ingang kan het wenselijk zijn een grotere hoogte toe te staan. Hiervoor is dan ook een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen. Het architectonisch accent van de gebouwen zal symmetrisch ten opzichte van de bestemming “Verkeer - 1” worden gebouwd. Deze locatie vormt de ruimtelijke beëindiging van de oost-westgerichte zichtas en is als zodanig aangeduid (specifieke bouwaanduiding - bebou- wingscluster. Binnen deze aanduiding dienen de bedrijfsgebouwen, de be- drijfswoning en het parkeren geconcentreerd te worden. In dit gebied is één bedrijfswoning bij recht toegestaan. Een tweede bedrijfswoning is via een ontheffing mogelijk.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 39

In specifieke gebruiksregels is opgenomen dat de kassen voor 98% dienen te worden voorzien van bovenafscherming in verband met het voorkomen van lichthinder. De kassen aan de zijde van de Sexbierumer Opvaart, de Sexbierumervaart, de Slachte en de Frjentsjerterdyk zullen worden voor- zien van 100% zijafscherming (zie Convenant Lichtemissie, bijlage 8). Ten aanzien van de bovenafscherming van de kassen gelden de eisen uit het Convenant Lichtemissie voor 2014, die als bijlage bij de voorschriften zijn opgenomen.

Waterbassins moeten aan de voor- en zijkant voorzien zijn van een be- groeide aarden wal.

Groen Rondom het eigenlijke glastuinbouwgebied is aan de west, oost en zuid- zijde de bestemming “Groen” toegekend. Deze gronden zijn in hoofdzaak bestemd voor groenvoorzieningen, cultuurgrond, voet- en fietspaden, na- tuurgebied, water en waterberging. Recreatief medegebruik is toegestaan. Binnen de bestemming “Groen” mogen geen gebouwen worden gebouwd. Ook waterbassins zijn hier niet toegestaan.

De reeds bestaande woning aan de westzijde van het plangebied valt voor een deel binnen de bestemming “Groen” en is als zodanig aangeduid (aan- duiding “wonen”).

In de bestemming ‘Groen” is ten aanzien van het ophogen van dit gebied een aanlegvergunning opgenomen waarmee wordt geregeld dat ophoging van deze zone alleen is toegestaan als de benodigde capaciteit ten be- hoeve van de oppervlaktewaterberging dit toelaat.

Verkeer - 1 en Verkeer - 2 De hoofdontsluitingswegen zijn onder de bestemming “Verkeer - 1” of “Ver- keer - 2” gebracht. Hier kunnen wegen en straten worden gerealiseerd, evenals fiets- en voetpaden. Sloten en bermen vallen eveneens onder deze bestemming. Bebouwing is niet toegestaan. De ontsluiting van de bedrijven kan alleen plaatsvinden vanaf de bestemming ‘Verkeer - 1 “. In verband met het al dan niet van toepassing zijn van het principeprofiel (zie par. 3.4) is onderscheid aangebracht tussen Verkeer - 1 en Verkeer - 2.

Water De hoofdwaterlopen in het plangebied zijn onder de bestemming “Water” gebracht. Deze gronden zijn bestemd voor sloten, vaarten, en overige wa- terlopen. Bermen en beplanting alsmede oevers en kaden zijn ook onder deze be- stemming gebracht. Overige sloten (geen hoofdwaterlopen) zijn in de an- dere bestemmingen geregeld.

Agrarisch - Glastuinbouw Uit te werken De op termijn uit te geven gronden in het oostelijk gedeelte van het plange- bied zijn onder de bestemming “Agrarisch - Glastuinbouw Uit te werken” gebracht.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 40 07-17-05

Binnen deze bestemming zijn kassen, bedrijfsgebouwen ten behoeve van glastuinbouwbedrijven, waterbassins en bedrijfswoningen toegestaan. On- der bedrijfsgebouwen worden tevens gebouwen ten behoeve van de ener- gievoorziening verstaan. Bij de verdere uitwerking van dit gebied dient een aantal randvoorwaarden in acht te worden genomen. Hiervoor wordt ver- wezen naar de voorschiften.

Verder worden er eisen gesteld aan de landschappelijke waarden en het ruimtelijk beeld en mag geen afbreuk worden gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de ge- bruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Om eventueel bij een verdere uitwerking van dit gebied de oost-westge- richte hoofdontsluiting in oostelijke richting door te trekken, is een aandui- ding op de plankaart opgenomen (aanduiding “ontsluiting”). Binnen de be- stemming “Agrarisch - Glastuinbouw Uit te werken ” mogen bedrijfsgebou- wen bij recht maximaal 10 meter hoog worden.

Om de verbijzondering van de entree in planologische zin mogelijk te ma- ken is binnen de bestemming “Gemengd - Uit te werken” het entreegebied met een aanduiding weergegeven (specifieke bouwaanduiding - entree). Binnen deze aanduiding is de realisatie van bedrijfsgebouwen mogelijk, waaronder ook bedrijfsgebouwen ten behoeve van de energievoorziening. Ook een educatieve invulling is binnen deze aanduiding mogelijk. De aan- duiding is gelegd op twee locaties, aan weerszijde van de aanduiding “ont- sluiting”. In de regels is opgenomen dat slechts op één van deze twee lo- caties een nadere invulling van de entree kan plaatsvinden. Waneer er kas- sen worden gebouwd binnen één van de gebieden met de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - entree”, mogen de kassen tot het verlengde van de bebouwingsgrens van de aangrenzende kassen worden gebouwd.

In de uitwerkingsregels is opgenomen dat de kassen voor 95% worden voorzien van zijafscherming. De kassen aan de zijde van de Sexbierumer Opvaart, Sexbierumervaart, de Slachte en de Frjentsjerterdyk zullen wor- den voorzien van 100% zijafscherming (zie Convenant Lichtemissie, bijlage 8). Waterbassins moeten aan de voor- en zijkant voorzien zijn van een be- groeide aarden wal. Ten aanzien van de bovenafscherming van de kassen gelden de eisen uit het Convenant Lichtemissie voor 2014, die als bijlage bij de voorschriften zijn opgenomen.

Gemengd - Uit te werken Het gebied ten noorden van het glastuinbouwcomplex is onder de bestem- ming “Gemengd - Uit te werken” gebracht. Binnen deze bestemming zijn groenvoorzieningen en cultuurgrond mogelijk. Ook is de teelt van vaste planten en boomkwekerijgewassen hier toegestaan. Woningen zijn binnen deze bestemming eveneens toegestaan, waarbij ook de tijdelijke huisves- ting van arbeiders is toegestaan. Lichte vormen van bedrijvigheid gekop- peld aan het wonen alsmede extensieve/kleinschalige verblijfs- en dagre- creatie (waaronder mini-campings bij woningen) vallen eveneens onder de bestemming.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 41

Instandhouding van de landschappelijke waarden wordt in dit gebied nage- streefd. Van de oppervlakte van het uit te werken gebied mag ten hoogste 20% worden bebouwd. De bebouwing zal verspreid worden gesitueerd. De oppervlakte van de bebouwing bedraagt per bouwperceel ten hoogste 800 m².

5. 5. Toelichting op de dubbelbestemmingen

Leiding - Gas In het plangebied bevindt zich een hoofdgastransportleiding. In het be- stemmingsplan is een beschermende regeling opgenomen die inhoudt dat een zone van enkele meters aan beide zijden van de buisleiding vrij wordt gehouden van bebouwing. In het bestemmingsplan is hiertoe een dubbelbescherming “Leiding - Gas” opgenomen.

Leiding - Zout In het plangebied bevindt zich ook een zouttransportleiding. In het bestem- mingsplan is een beschermende regeling opgenomen die inhoud dat een zone van enkele meters aan beide zijden van de buisleiding vrij wordt ge- houden van bebouwing. In het bestemmingsplan is hiertoe een dubbelbe- scherming “Leiding - Zout” opgenomen.

Waarde - Archeologie In het plangebied komen gronden voor met archeologische waarden. Op deze gronden is de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie” gelegd. De- ze gronden zijn, naast de basisbestemmingen, tevens bestemd voor het behoud, het herstel en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Binnen de bestemming is een aanlegvergunningenstelsel van toepassing. Dit betekent dat voor het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur een vergunning moet worden aangevraagd. Dit geldt ook voor het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 m, tenzij deze in het kader van on- derzoek naar mogelijke historische vindplaatsen worden uitgevoerd. Werk- zaamheden die het normale onderhoud betreffen vallen hierbuiten.

Voor het archeologisch monument is geen aanvullende regeling in het be- stemmingsplan opgenomen omdat deze al voldoende via de Monumen- tenwet wordt beschermd.

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 42 07-17-05

6. UITVOERBAARHEID

6. 1. Economische uitvoerbaarheid

Ten aanzien van de economische uitvoerbaarheid kan worden geconsta- teerd dat het hier een bestemmingsplan betreft dat de planologische ruimte biedt voor de uitbreiding van een glastuinbouwgebied. Het gaat hierbij om bestaande en grotendeels nieuwe bedrijvigheid. De realisering betreft zo- wel een publieke als een particuliere investering.

Het voorliggende bestemmingsplan omvat het glastuinbouwgebied “Wad- denglas” ten zuiden van Sexbierum. Het gebied wordt begrensd door het bestaande glastuinbouwgebied in het noorden, de Frjentsjerterdyk in het oosten, de Sexbierumervaart in het zuiden en de Sexbierumer Opvaart in het westen.

Het plangebied zal in beginsel fasegewijs worden gerealiseerd. Het te ont- wikkelen plangebied is onderverdeeld in twee fasen. Voor fase 1 / het wes- telijke deel is de bestemming bij recht geregeld in het voorliggende be- stemmingsplan, omdat dit deel reeds in eigendom is van de ontwikkelende partijen. Voor fase 2 zal nadere uitwerking moeten plaatsvinden. Dit plan- deel moet nog worden verworven.

Het totale oppervlak van het plangebied is ongeveer 206 ha, waarvan on- geveer 200 ha moet worden verworven (deels gerealiseerd). Hiervan is 145 ha uitgeefbaar voor glasopstand, bedrijfsgebouwen, waterbassins en om- liggend erf. Van dit totale gebied is een stedenbouwkundige opzet gemaakt waarbij landschappelijke inpassing c.q. ruimtelijke kwaliteit en een goede ontsluiting speerpunten zijn. Dit heeft geleid tot een financiële bijdrage van het Rijk (Stidug: Stimuleringsregeling Duurzame Glastuinbouw). De bere- kening van de financiële haalbaarheid heeft betrekking op het totale plan.

Ruimtegebruik oppervlakte plangebied 100% 206 ha uitgeefbaar 70% 145 ha natuur / waterberging en beplanting 16% 32 ha overig 14% 29 ha

Er is uitgegaan van de volgende aannames: • het gaat om een “modern” glastuinbouwgebied; • de bouwterreinen worden in bouwrijpe staat opgeleverd, dus de ge- meente zorgt voor de ontsluiting van het gebied ((verharding, riolering (gescheiden stelsel) en overige nutsvoorzieningen)) en voor het grond- werk (ophogen gebied, graven waterpartijen, opschonen bouwterreinen, etc.); • het gebied wordt op een acceptabel peil voor drooglegging aangelegd, dit in overleg met het waterschap;

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw 07-17-05 blz 43

• het plangebied wordt fasegewijs ontwikkeld, waarbij de eerste fase zo spoedig mogelijk bouwrijp gemaakt zal worden en de uitgifte in 2009 plaats zal vinden. De tweede fase wordt daarna bouwrijp gemaakt en het plan kan zoals nu voorzien, op 1 januari 2015 worden afgerond; • voor het gebied wordt een gemiddelde minimum-verkoopprijs gehan- teerd.

Op basis van de bovengenoemde uitgangspunten en de Stidug-bijdrage is met de grondverkoop een sluitende grondexploitatie te realiseren. Conclu- derend kan worden gesteld, dat het plan “Waddenglas” met inachtname van het bovengestelde, economisch uitvoerbaar is.

SAMENVATTING RESULTATEN in miljoenen euro’s afgerond kosten op prijspeildatum 1 januari 2006 33 opbrengsten op prijspeildatum 36,3 kostenstijging 2,0 opbrengstenstijging 3,5 renteverlies 2,9 saldo contante waarde (01 januari 2006) 1,1

6. 2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Over dit “Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw” is, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, gelegenheid tot In- spraak geboden. Ook heeft in deze fase het overleg met diensten van Rijk en provincie en met de betrokken maatschappelijke organisaties plaatsge- vonden. De resultaten van zowel de Inspraak als het Overleg zijn in de ontwerpfase van dit bestemmingsplan verwerkt. Zie hiervoor verder hoofd- stuk 7 en de daarbijbehorende bijlagen (bijlagen 9, 10, en 11).

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw blz 44 07-17-05

7. OVERLEG EN INSPRAAK

Het gemeentebestuur van Franekeradeel is bezig met het maken van een bestemmingsplan voor de uitbreiding van het glastuinbouwgebied bij Sex- bierum. Het plan is begin 2008 in het Overleg en de Inspraak gebracht.

Omwonenden en belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om op het plan te reageren. Ook is het bestemmingsplan in diezelfde periode in het kader van het wettelijk vooroverleg (vooroverleg ex artikel 10) om reac- tie voorgelegd aan een groot aantal instanties van rijk en provincie, maat- schappelijke organisaties, nutsbedrijven en het waterschap. Alle reacties zijn bezien, waarbij is nagegaan óf en hóe het plan bijgesteld moet worden.

De reacties alsmede de beantwoording daarop zijn weergegeven in een af- zonderlijke antwoordnota. Tevens is in deze antwoordnota aangegeven óf en zo ja, op welke wijze de reactie tot een aanpassing van het bestem- mingsplan heeft geleid. In hoofdstuk 2 van de antwoordnota wordt inge- gaan op de brieven van Instanties en organisaties die in het kader van het Overleg hebben gereageerd. In hoofdstuk 3 van de antwoordnota wordt vervolgens ingegaan op de Inspraakreacties. De Antwoordnota Overleg en Inspraak is opgenomen als bijlage 9 van deze toelichting.

In bijlage 10 bij deze toelichting van het bestemmingsplan zijn de volledige Overlegreacties in kopie opgenomen. In bijlage 11 zijn de Inspraakreacties opgenomen.

===

Gemeente Franekeradeel Buro Vijn B.V. Bestemmingsplan Sexbierum - Uitbreiding Glastuinbouw