Bronnen, Tekstedities En Literatuur
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/30194 Please be advised that this information was generated on 2021-09-25 and may be subject to change. ant in minnezaken ben ik jou de baas Lyriek en muziek in de chansons van vrouwelijke troubadours in de twaalfde en dertiende eeuw in het zuiden van Frankrijk Hannie Verhoosel v.00.indb 1 27.07.2007 12:58:27 Uhr W Copyright © Hannie Verhoosel Cover design by Jules van Horen ISBN: 978-90-9022128-1 Printed by PrintPartners Ipskamp v.00.indb 2 27.07.2007 12:58:28 Uhr Want in minnezaken ben ik jou de baas Lyriek en muziek in de chansons van vrouwelijke troubadours in de twaalfde en dertiende eeuw in het zuiden van Frankrijk Een wetenschappelijke proeve op het gebied van de Letteren Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens besluit van het College van Decanen in het openbaar te verdedigen op woensdag 19 september 2007 om 13.30 uur precies door Johanna Louisa Verhoosel geboren op 12 augustus 1948 te ’s-Gravenhage v.00.indb 3 27.07.2007 12:58:29 Uhr Promotores: Prof. dr. Etty Mulder Prof. dr. Maria Grever (EUR) Manuscriptcommissie: Prof. dr. Peter Raedts Prof. dr. Willy Jansen Prof. drs. Jan Nuchelmans (HKU, KC en Conservatorium van Amsterdam) v.00.indb 4 27.07.2007 12:58:29 Uhr Voor Herman en voor mijn ouders v.00.indb 5 27.07.2007 12:58:29 Uhr v.00.indb 6 27.07.2007 12:58:30 Uhr nhoud Voorwoord 10 Hoofdstuk 1 Inleiding: A bona Trobairis 13 1.1 De wereld van de troubadours 13 Presentatie van de trobairitz 16 Lyriek van de trobairitz 18 1.2 Vraagstelling 19 1.3 Cortesia en fin’amors 21 De hoofse liefde 21 De hoofse lyriek 22 Genderambiguïteit bij domna en trobairitz 23 Het hoofse lied als tekstueel-muzikaal concept 25 1.4 Historiografische achtergronden 26 1.5 Bronnen van de trobairitz 30 1.6 Opzet van het boek 33 Hoofdstuk 2 De cultus van de domna Sociaal-historische context en literair-muzikale invloeden 35 2.1 Inleiding 35 2.2 De domna in de feodale samenleving 36 Hoofse cultuur en hoofse liefde 38 De domna in de hoofse lyriek 41 De Mariaverering en het beeld van de vrouw/domna 42 2.3 De literair-muzikale traditie 44 De Spaans-Arabische traditie 44 De Medio-Latijnse traditie 46 De ‘volkse’ traditie 48 2.4 Tot besluit 51 Hoofdstuk 3 Het hoofse vocabulaire in het oeuvre van de trobairitz 53 3.1 Inleiding 53 Definiëring van het hoofse vocabulaire 54 De categorieën van Cropp 56 Het belang van de categorieën van Cropp voor een analyse van de trobairitzteksten 58 Afbakening van het tekstcorpus 60 3.2 Hoofse termen in de lyriek van trobairitz en troubadours 63 Hoofse termen in de cansos 63 Hoofse termen in de tensos 67 v.00.indb 7 I 27.07.2007 12:58:31 Uhr 3. 3 Genderverschillen: toeschrijving aan vrouwelijke of mannelijke personages 69 De domna en haar amant 69 De zoektocht naar de geliefde 73 Verlangen, vreugde en verdriet 74 Tekenen van hoofsheid 76 3.4 Genderspecifieke toeschrijvingen in de tensos 77 3.5 Conclusies 78 Hoofdstuk 4 De ontwikkeling van een vrouwelijk perspectief in de cansos van de trobairitz 81 4.1 Inleiding 81 Focalisaties 82 Status en eigenschappen van de minnares 84 Initiatieven: activiteit of passiviteit 86 Subject- en objectposities 92 4.2 Constructies van man- en vrouwbeeld 94 Mannelijke en vrouwelijke domeinen 94 De vrouwelijke ikfiguur 96 De mannelijke geliefde 103 Het optreden van derden in de liefdesrelatie 106 4.3 Conclusies 109 Hoofdstuk 5 Melancholie en smart in de cansos van de trobairitz 113 5.1 Inleiding 113 5.2 Achtergronden van hoofse smart 115 5.3 Hoofse termen voor ‘melancholie en smart’ in de cansos van trobairitz en troubadours 118 5.4 Hoofse smart in de context van trobairitz- en troubadourcansos 120 5.5 De trobairitz en hun smart 121 Oorzaken van smart in de trobairitzcansos 122 De articulatie van smart in de cansos van de trobairitz 123 5.6 De troubadours en hun smart 126 Oorzaken van smart in de troubadourcansos 127 De articulatie van smart in de cansos van de troubadours 129 5.7 Verschillen in de uitdrukking van smart tussen trobairitz- en troubadourcansos 130 Persoonlijke smart of hoofse conventie? 131 Reële of imaginaire smart? 133 Lexicale en semantische bijzonderheden 134 5.8 Conclusies 136 Hoofdstuk 6 De toon en het woord Melodieën bij troubadours en trobairitz 139 6.1 Handschriften, muzieknotatie en uitvoering 139 6.2 Muzikale tradities bij troubadours 142 v.00.indb 8 27.07.2007 12:58:32 Uhr Hispano-Arabische invloeden 142 Het Gregoriaans en de Medio-Latijnse traditie 144 Trobairitz en vrouwelijke musici 147 6.3 Karakteristieken van de troubadourmelodie 148 Genre en stijl 151 Structurele relaties tussen tekst en muziek 153 De uitvoering 154 6.4 Analyse van trobairitzchansons 155 6.4.1 Contrafactuur 156 6.4.2 Formele aspecten 158 Correspondenties tussen tekst (rijmschema) en melodie 159 Structuurelementen 163 6.4.3 Relaties tussen tekst en melodie 165 Melodie en tekst bij het origineel 165 Melodie en tekst bij het contrafact 170 6.4.4 Hedendaagse uitvoeringen 174 Maat en ritme 176 Vocale variaties 179 Instrumentale begeleiding 182 6.5 Conclusies 183 Hoofdstuk 7 Slotbeschouwing 185 Bijlagen 191 Samenvatting (Engels) 227 Literatuur 233 CV auteur 239 v.00.indb 9 27.07.2007 12:58:32 Uhr 10 v.00.indb 10 27.07.2007 12:58:33 Uhr oorwoord Mijn eerste kennismaking met de trobairitz dateert van de herfst in 1998, toen ik tijdens de collegereeks ‘Liefde in de Middeleeuwen; troubadours en trouvères’ van prof.dr.Etty Mulder aan de (toenmalige) KUN het beroemde hoofse chanson Can vei la lauzeta mover van Bernart de Ventadorn en het veel minder bekende A chantar van de Comtessa de Dia ter bestudering kreeg voorgelegd. Hoewel ik door mijn studie Nederlands wel bekend was met de hoofse liefde, was de Zuid-Franse wereld van de trou- badours en de Occitaanse taal waarin al hun chansons geschreven zijn, mij nog grotendeels vreemd. Vanaf het eerste moment werd ik gefascineerd door de schoonheid van de teksten, door het poëtische taalgebruik en de expressieve kracht van de melodieën. Maar dat was niet het enige. De intrigerende, sterk ambivalente figuur van de domna in de troubadourchansons en het verrassende optreden van de trobairitz, de vrouwelijke troubadours, spraken onmiddellijk sterk tot mijn verbeelding. Wie echter in Nederland het plan opvat een studie te maken van de trobairitz, waant zich in het begin een eenzame speurder. Wie ik er ook naar vroeg, slechts een enkeling bleek van hun bestaan op de hoogte te zijn, laat staan dat het noemen van hun magisch klinkende namen tot enig blijk van herkenning leidde. Al spoedig bleek echter ook, dat mijn idee van hun volslagen onbekendheid helemaal niet strookte met de werkelijkheid: sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn er in Frankrijk, Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten op ruime schaal studies en artikelen over de trobairitz verschenen en in onderwijsprogramma’s aan de universiteiten met name in de V.S. wordt met enige regelmaat aandacht aan hen besteed. Ook in Nederland bleek dat laatste het geval te zijn. Het toeval wilde dat in 1999 tijdens de colleges Occitaans in Utrecht, gegeven door drs. Corry Hogetoorn, de trobairitz op het programma stonden. Voor mij dus een unieke gelegenheid om niet alleen met de Occitaanse taal, maar ook met het werk van de trobairitz uitgebreider kennis te maken. Helaas was dit ook de laatste gelegenheid, op dit moment wordt het Occitaans, de taal van de hoofse lyriek bij uitstek, in Nederland niet meer gedoceerd. De teksten van de trobairitz worden bestudeerd vanuit zeer gevarieerde invalshoeken en veel daarvan hebben mijn interesse in het onderwerp sterk aangewakkerd. Ook het muzikale aspect van het hoofse chanson heeft van meet af aan mijn belangstelling gehad en ik heb al in een vroeg stadium de wens uitgesproken de oorspronkelijke eenheid van tekst en muziek recht te doen door beide bij het onderzoek te betrekken. De charme van hun gedichten en de unieke plaats die de trobairitz als vrouwelijke troubadours in de geschiedenis innemen, verdienen ook in en vanuit Nederland grotere bekendheid. Met deze studie hoop ik mede daaraan een bijdrage te leveren. Voor de totstandkoming van dit boek ben ik veel dank verschuldigd aan mijn beide promotoren prof.dr.Etty Mulder (Muziekwetenschap) aan de Nijmeegse universiteit en prof.dr.Maria Grever (Theorie en Methoden van de Maatschappijgeschiedenis) aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, die ieder vanuit hun eigen discipline mij gedurende vele jaren intensief begeleid hebben. Hun positieve feedback en vooral ook het vertrouwen dat zij van het begin af aan hebben uitgesproken in het welslagen van deze multidisciplinaire onderneming, hebben mijn enthousiasme voortdurend op peil gehouden. In het bijzonder ook geldt dit voor Corry Hogetoorn, onder wier leiding ik mij verder kon bekwamen in de Occitaanse taal. Tijdens een groot aantal sessies heeft zij mij bij het vertalen van de teksten van de trobairitz en de troubadours steeds op het juiste spoor weten te houden. Een woord van dank ook aan prof. Glynnis Cropp, van wie ik via de email diverse suggesties en antwoorden op mijn vragen mocht ontvangen en aan zangeres Joyce Todd van het ensemble Heliotrope voor het zeer conscientieus beantwoorden van mijn uitgebreide vragenlijst.