PDF Land Van Herle
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
29e Jaargang aflevering 1 jan/mrt 1979 HET LAND VAN HERLE Tijdschrift en contactorgaan voor vrienden en beoefenaars van de historie van oostelijk Zuid-Limburg Heerlens centrum 50 jaar geleden In het Thermenmuseum hangt achter glas een vergeelde foto van het Emmaplein omstreeks 1925. Deze foto, die ons drie trams, en twee auto's laat zien, is natuurlijk interessant zowel voor de oudere als voor de jonge Heerlenaren, maar de ouderen, die, als ik, dit straatbeeld hebben gekend, zullen niet kunnen ontkomen aan een tikkeltje weemoed om "de tijd van toen". Zoals mij dat overkwam op een stille zondagmorgen in de Saroleastraat. Ik was aan de Kapé toen mijn blik werktuiglijk langs de bovengevels aan de overkant gleed en ik de verrassende ontdekking deed: wat is er in vijftig, zestig jaar eigenlijk weinig veranderd in de hu i zenrij van dit gedeelte van de Saroleastraat. Ik bedoel niet alleen dat het dominerende gebouw van de Staats mijnen er nog staat met café "Schiffers" (Manuela) er tegenover, maar ook bijna alle andere huizen zijn nog intact. Ze hebben wel een moderne winkelpui gekregen, maar verder is er uitwendig niets aan veranderd. Als u van mijn generatie bent moet u op een zondagmorgen of late zomeravond, als de straat verlaten is, eens over de trottoirs wandelen, uw ogen naar de overzijde richten en op de bovengevels letten: de Saraleastraat uit de twintiger jaren zal voor u herleven! Let wel: ik heb het over het stuk vanaf het station tot aan de Dautzenbergstraat. Op de hoek van de Jhr. Van der Maesenstraat stond tot voor kort het oude kantongerecht. Van de overkant ge zien hebben we links ervan het gebouw van (destijds) de "Maas trichtsche Broodfabriek" met de hoge ronde erker van het riante bovenhuis en daarnaast het pand van de groothandel in koloniale waren van de heer Heiligers (thans Kapé). Dan volgde een sigaren zaak en vervolgens de coöperatie " Ons Dagelijksch Brood". Hier hield de bebouwing op. Op de open plaats (thans Limburgse Boek- en Kunsthandel) konden wij jongens nog veilig voetballen en met de zomerkermis was deze plek gereserveerd voor de hoge Rodelbaan. Ik kan mij voorstellen dat u, hier recht tegenover, in het mode huis Vinke niet terstond het huis van dokter Beekers anno 1920 zult herkennen, maar als u uw oog weer op de bovenverdiepingen richt, waar zelfs het bruine glas-in-lood is gebleven, dan zal het fraaie huis, voor de helft iets terugspringend achter een laag muur tje met ijzeren hekwerk, u weer voor de geest staan. De aan grenzende apotheek Peerboom is een drogisterij geworden maar overigens staat het pand met zijn vriendelijk trapgeveltje er nog in volle glorie. Dan volgt de hoge speelse gevel in gele baksteen van de kapperssalon Studer en daarnaast de ijzerwarenzaak van Tendijck. De ornamentatie in de bovengevel van het aangrenzen de pand (thans Singer Mij.) toont duidelijk dat het oorspronkelijk twee huizen waren, samen gebouwd: rechts de banketbakkerij Verheugen en links de stoffeerderij Verbeek, beide in de twinti ger jaren een begrip. Dan volgden naast elkaar twee herenhuizen (thans natuurlijk zakenpanden); 1909 staat boven in de gevel van het linker. Aansluitend het oude café "Schiffers" dat ik reeds noemde (herinnert u zich ook nog rechts de ingang van de bios coop Uni on?), de bakkerij Kruytzer, de zaadhandel Knopsen een herenhuis (thans modezaak Flair) sloot de rij. Café "Oud-Heerlen" heeft nog de bovengevel van het huis Knops behouden, maar de bakkerij Kruytzer is gesloopt en vervangen door nieuwbouw (lingeriezaak Ramaekers). De rest van de straat tussen modezaak Flair en het hoekcafé tegenover het station is pas later volge bouwd. Het open terrein naast Flair heette in de volksmond "de wei van Canter". Ook de huizenrij aan de overkant, tussen het gebouw van de Staatsmijnen dus en het andere hoekcafé, heeft -hoe ongeloof waardig het op het eerste gezicht ook lijkt- de oorspronkelijke architectuur behouden. De meeste moeite zult u hebben met de destijds van een vriendelijk voortuintje voorziene herenhuizen van Deumens en Frödel, naast de Staatsmijnen gelegen, hoewel van het huis Frödel de bovengevel nog prijkt in de oorspronke lijke staat en alleen maar de begane grond een voorbouw heeft gekregen, in tegenstelling tot het huis Deumens, dat helemaal achter een nieuw front schuilgaat. Opzij is echter de oude vorm van deze in spiegelbeeld gebouwde huizen nog duidelijk te zien. Ook de daarnaast gelegen "Spaarbank St. Pancratius" is voor het grootste deel verbouwd, maar het gespaard gebleven linker stuk met de ronde bovenerker roept ons het stijlvolle intieme bankgebouw annex woonhuis weer voor de geest. De gevels ten slotte van de hoeden- en pettenwinkel Eder, de banketbakkerij Grijns en de thans nog bestaande sigarenzaak Bour zijn nog ge heel intact. 2 Wie de Saraleastraat in de twintiger jaren niet heeft gekend, kan na bovenstaande reconstructie misschien de indruk krijgen dat dit stukje straat een wonderlijk allegaartje moet zijn geweest: winkels, woonhuizen, café's, kantoorgebouwen en dat alles door elkaar. Saroleastraat, 1915, gezien in de richting van het centrum. Rechts vooraan het huidige DSM-gebouw. Een beeld dat ook klopt met wat hij zo vaak van oudere stad genoten hoort: Heerlen in het begin van de 20ste eeuw was geen vis en geen vlees, geen dorp meer maar ook nog lang geen stad. In het algemeen is dit natuurlijk waar (hoe zou het ook anders gekund hebben waar een agrarisch marktdorp in nauwelijks twee decennia een centrum van mijnindustrie was geworden) maar met de hoofdstraat van het nieuwe Heerlen was het toch anders ge steld. Toen in 1896 het station was gereedgekomen, lag dit vrij ver verwijderd van de oude dorpskern. De straat waaraan de naam werd gegeven van de man die zoveel verdiensten had voor de aan sluiting van Heerlen aan de reeds bestaande spoorlijnen ging voor deze verbinding zorgen. Tot dan toe moest men een omweg maken door de enkele jaren vroeger ( 1903) aangelegde Oranje Nassaustraat. Men kan niet anders zeggen dan dat het volbouwen van het royaal ontworpen tracé een architectonisch succes is ge weest. Heerlen stond aan het begin van een tijdperk dat welvaart beloofde (en ook gebracht heeft) en zij die zich in de nieuwe straat gingen vestigen, begrepen dit. Aan de gebouwen werd niets gespaard, zonder evenwel in protserige overdaad te vervallen en zo werd de Saroleastraat, in z'n afwisseling van herenhuizen, 3 kantoren en winkels, een harmonisch geheel dat welstand en ge zelligheid ademde. De Saraleastraat loopt echter niet tot aan de Dautzenberg straat maar tot aan de Geleenstraat I Hoe was -en is- het met dit tweede stuk gesteld? Hoewel ook hier nog diverse bovengevels gebleven zijn heeft voortzetting van het catalogiseren weinig zin. Vooral door de Promenade-doorbraak en de vergroting van het marktplein (herinnert u zich nog de twee winkelhuizen van Piatkewitz en Wetzels) heeft dit stuk Saraleastraat een totaal ander aanzien en karakter gekregen. Het commerciële centrum is uitgedijd, het middelpunt van het amusements- en ontspan ningsleven is elders komen te liggen. In de twintiger jaren con centreerde zich dit op de oude Bongerd (plaats van de wekelijk se "grote" markt) en de met dit marktplein een eenheid vormen de straat vanaf de fraaie villa van dr. Hustinx tot de geurende brood- en banketbakkerij Kleikers, met daar tussenin de foto zaak Rheingans (ziet u opzij ook nog de ingang van het Hollandia Theater voor u?), café Monopole, hotel Germania, sigarenmaga zijn Horst-Vijgen (Horst zonder meer zei niemand!), horlogerie Martens en de lingeriezaak Mengelers. Als de herinnering aan dit stukje oud- Heerlen u een gevoel van nostalgie geeft, is dit niet verwonderlijk, temeer daar de stedebouwkundige modernisering geen sfeer heeft kunnen scheppen die compensatie geeft. Van de eveneens verdwenen huizen stipte ik de naast elkaar gelegen winkels Piatkewitz en Wetzeis reeds aan. U herinnert zich in deze hoek toch ook nog de kapperssalon Funken (hoek pand apotheek Claessens)? En met het in het geheugen roepen van de slagerij Leufkens, de patisserie (annex lunchroom) Ber nards en het voorname café Neerlandia besluiten we voorlopig onze wandeling door de Saroleastraat. Het noemen van de slagerij Leufkens roept nieuwe herinne ringen op. Als ik de aanduiding geef dat deze bekende zaak op de hoek van de Saraleastraat en de Dautzenbergstraat lag ( nu Maison Louis), dan mag ik dat alleen maar gemakshalve doen want in feite is het een anachronisme. Die Verlengde Dautzen bergstraat (oorspronkelijk de officiële naam) bestond namelijk vijftig jaar geleden nog niet. Ik vertelde al dat we als jongens ongestoord voetbalden op de plek waar nu de Limburgse Boek en Kunsthandel ligt. Maar ons voetbalterrein bleef niet tot dit stukje weiland beperkt. Naast het pand Leufkens begon een ongeëffend voetpad dat wel "gats" genoemd werd maar het eigenlijk niet was, want alleen aan de linkerzijde liep het langs achtertuinen en andere afscheidingen maar rechts lag het gehele terrein, besloten tussen de tegenwoordige Honigmanstraat en de Jhr. van der Maesenstraat nog braak en was domein van de spelende jeugd. Alleen lagen in de tegenwoordige Jhr. Van der 4 Maesenstraat naast de achtertuin van het kantongerecht zijge bouwen van de Maastrichtsche Broodfabriek en de groothandel Heil i gers. Het zojuist genoemde voetpad stond niet loodrecht op de Saraleastraat maar liep schuin naar links en kwam uit in de Schinkelstraat (zo heette de Honigmanstraat toen) vlak achter een huis (Curvers) in de Geleenstraat dat later plaats moest maken voor de slagerij Camps. Was men de Schinkelstraat overgestoken dan werd het pad een echte "gats", heel smal met aan weers zijden een heg. Het eindigde in de Geerstraat waar nu de AM RO bank staat, een meter of dertig van de hoek met de Geleenstraat. Saro/eastraat, 1920, gezien in de richting van het station.