50 AFZETTINGEN WTKG 31 (2), 2010
Literatuur betreffende de molluskenfauna van Miste
* André * Adri+W. Burger en +F.J. Jansen
De publicaties zijn naar verschijningsdatum gerangschikt. Nordsieck, F., 1972.Die miozaneMolluskenfaunavon Mis-
onder de - De opmerkingen publicaties zijn van de hand te-Winterswijk NL (Hemmoor). Fischer Verlag, Stutt-
Adri 187 3 van Burger. gart: pp., fig., 9 tab., 33 pl.
• Geeft een overzicht van de fauna van een zak gekocht
de in ditoverzicht is materiaaluit Bij voorgestelde naamsveranderingen eenputgraving (5 kg). Beschrijft vrij veel
niet altijdcommentaar gegeven hoe ditte beoordelen. Soms nieuwe soorten. De meeste soorten zijn afgebeeld in komen vrij tegenstrijdige veranderingen voor, die niet al- de vorm van pentekeningen.
Dit dat deze de • Arie tijd correct lijken te zijn. betekent, lijst met Janssen (1984) geeft een vernietigend oordeel
nodige voorzichtigheid moet worden bekeken. over deze uitgave in zijn Miste-boek.
Bosch M. 1968. de Hemmoor M. M.C. Litho- van den, Afzettingen van Bosch, van den, Cadée&A.W Janssen, 1975.
Stufe in Miste bij Winterswijk. - Meded. Werkgr. Tert. stratigraphical andbiostratigraphical subdivisionofTer-
Kwart. Geol., 5 (2): 43-45. tiary deposits (Oligocene-Pliocene) in the Winterswijk-
Almelo region (eastern part ofthe Netherlands). -Scrip-
Vogel, E.F. de, 1970.A study of marine Miocene faunas ta Geologica, 29: 1-167, 23 pl.
in • the “Achterhoek” (Netherlands, province of Gelder- Geeft een overzicht van de oligocene, miocene en
land. Pt. 1. - Meded. Tert. Kwart. 7 in beelden Werkgr. Geol., (2): pliocene opeenvolging oost Nederland, en
53-78. kenmerkende soorten af. Ook mollusken uit Miste.
Vogel, E.F. de, 1971. A study of marine Miocene faunas Janssen, A.W., 1984. An account of the Cancellariidae
in the “Achterhoek” (Netherlands, province of Gelder- (Gastropoda) of Winterswijk-Miste (Miocene, Hem-
land. Pt. 2. - Meded. Werkgr. Tert. Kwart. Geol., 7 (4): moorian), The Netherlands. - Scripta Geologica, 68:
6 26 106-127, end., app. p. 1-39,4 fig., 6 pl.
• Beide delen overzicht • geven een van een kwantitatief Geeft een overzicht van de Cancellariidae, die in zo
onderzoek de diverse miocene van fauna’s, zoals ze ruime mate in Miste zijn aangetroffen, en beschrijft
op dat moment bekend waren. Geen taxonomische de nodige nieuwe soorten:
consequenties. - Trigonostoma (Misleid) mistense A.W. Janssen, 1984.
- Trigonostoma (Trigonostoma) barnardi A.W.
Janssen, 1984.
- Trigonostoma (Trigonostoma) lindeniA.W.
Janssen, 1984.
- Trigonostoma (Ventrilia) geslinijosephinae A.W.
Janssen, 1984.
- Trigonostoma (Ventrilia) pouwi A.W. Janssen, 1984.
- Trigonostoma (Ventrilia) sp. nov.?
Mollusken uit Janssen, A.W, 1984. het Mioceen van Win-
terswijk-Miste. - KNNV, nr. 36: 1-451, 7 afb., 4 tab.,
82 pl.
• Dit is het standaardwerk voor de fauna van Miste.
Dit wordt dan ook als uitgangspunt gebruikt van ons
onderzoek naar de fauna. De afbeeldingen zijn van
prima kwaliteit, zowel de pentekeningen als de foto’s.
Veel soorten in nomenclatuur zijn open opgenomen,
omdat het niet mogelijk was in een beperkt bestek
uitgebreid vergelijkend onderzoek te doen. Bij
elke soort wordt een vergelijking gemaakt met de
conclusies van Nordsieck. In totaal zijn 501 soorten
mollusken het Mioceen het opgenomen, een voor van
Noordzeebekken uitzonderlijk rijke fauna. AFZETTINGEN WTKG 31 (2), 2010 51
Janssen, A.W., 1986.On the identity of Goniliamioglypta Cadée. M.C. & A.W. Janssen, 1994. A taxonomie revisi-
Nordsieck, 1972 (Mollusca, Bivalvia) from the Miocene on of NW European Oligocene and Miocene Fasciola-
of - Meded. Winterswijk-Miste. Werkgr. Tert. Kwart. riidae traditionally included in the genus Streptochetus
Geol., 23(1): 43-45, 2 fig. (Mollusca, Gastropoda). - Contr. Tert. Quatem. Geol.,
• Gonilia mioglypta Nordsieck, 1972 wordt Gouldia 31 (2/4); 31-107, 37 fig.,6pl.
• Behandelen de totale in het (Gouldia) minima(Montagu, 1803). groep Europese Tertiair,
Geeft foto en tekeningen van materiaal in collectie ook materiaal uit Miste.
• Kamekamp en RGM. Streptochetus (Streptodictyon) sexcostatus (Beyrich,
1856) wordt Streptodictyon sexcostatus (Beyrich,
Janssen, R., 1989. Einige neue Scaphopoden aus demOli- 1856).
gozan und Miozan des Nordseebeckens. - Meded. Werk- Peristemia (Peristemia) patruelis (Bellardi, 1884)
groep Tert. Kwart. Geol., 26 (3): 79-90, 2 pl. wordt Streptolathyrus regularis Cadée & Janssen,
• Dentalium(Dentalium) spec. wordt Lentigodentalium 1994.
pseudomutabile R. Janssen, 1989. • Latirus (Pseudolatirus) rothi (Beyrich, 1856) wordt
Geeft foto’s, onder andere detail sculptuur. Streptolathyrus rothil(Beyrich, 1856).
from the der Janssen, A.W., 1989.Some new pteropod species Linden, J. van & A.W. Janssen, 1996. Philine aqui-
Basin Cainozoic North Sea (Mollusca: Gastropoda, Eu- la sp. nov. from the Miocene of Winterswijk (Miste)
- thecosomata). Meded. Werkgr. Tert. Kwart. Geol., 26 (Gastropoda, Opisthobranchia). - Basteria, 59 (4/6): 97-
(3): 91-133, 5 fig., 8 pl. 104, 6 fig.
• • Clio sp. 1 wordt Clio irenae Janssen, 1989. Philine (Hermania) scabra (Müller, 1776) wordt
Geeft diverse tekeningen. Philineaquila Van der Linden & Janssen, 1996.
• Clio sp. 2 wordt Clio pauli Janssen, 1989. Geven fraaie tekeningen en foto’s van de soort.
Janssen, A.W., 1990. Lyria (Lyria) picturata (de Grate- Linden, J. van der, 1996. On Scacchia maura spec. nov.
loup, 1834) from the Miocene of Winterswijk-Miste, from Mauritania, with notes on Scacchia zorniVan Aart-
The Netherlands, with notes on related taxa (Mollus- sen & Fehr-de Wal, 1985(Bivalvia, Heterodonta: Lasaei-
- Contr. 27 - ca, Gastropoda). Tert. Quart. Geol., (4): 117- dae). Basteria, 60 (1/3): 57-61,12 fig.
123, 1 pi. • Lasaeina antwerpiensis (Glibert, 1945) wordt
• Voegt aan fauna toe: Scacchia antwerpiensis (Gilbert, 1945).
Geeft SEM-foto’s linker- Lyria (Lyria) picturata (De Grateloup, 1834). van en rechterklep, met extra
Geeft schetstekeningen van de soort in vergelijking detailopnamen van het slot.
met verwante soorten.
Spiegler, D. & K. Gifts, 1996. Der miozüne Glimmerton
Lozouet, R, 1992. New Pliocene and Oligocene Olividae von GroB Pampau, Schleswig-Holstein (Mollusken, Fo-
(Mollusca, Gastropoda) from France and the Mediter- raminiferenund Bolboformen). - Meyniana, 48:135-164,
- Taf. ranean area. Contr. Tert. Quart. Geol., 29 (1/2): 27- 1 Abb., 6 Tab., 6
1 3 • 37, fig. pi. Cochlodesma (Bontaea) praetenue (Pulteney,) wordt
• Ancilla (Bathyspira) obsoleta (Brocchi, 1814) wordt Periploma ariei Gürs, 1996.
Amalda obsoleta(Brocchi, 1814).
Geeft aan, dat deze vorm een gesplitste basale fasciole Marquet, R., 1996: The family Triphoridae in the Neoge-
sinus sterk secundair of - Buil. heeft, een diepe siphonale en een ne Belgium (Mollusca, Gastropoda). Inst. Roy.
callus, wat kenmerken van dit genus zouden moeten Scie. Nat. Belg., Sci. Terre, 66: 137-149, 2 pl.
• zijn. Beeldt materiaal af uit het Midden- en Vroeg- Biforina (Oriforina) aff. praeversa Gründel, 1975
Mioceen van ZW-Frankrijk, van het Plioceen van Z- wordt Triphora borealis Kautsky, 1925.
Spanje. • Norephora (Norephora) fritschi (Von Koenen, 1882)
wordt Subuliphora fritschi (Von Koenen, 1882).
Linden, J. van der & J.C.A. Eikenboom, 1992. On the • Geeft goede foto’s van de sculptuur van beide boven-
of the of the soorten. taxonomy Recent species genus Chrysal- genoemde
lidaCarpenter from Europe, the Canary Islands and the
Azores (Gastropoda, Pyramidellidae). - Basteria, 56
(1/3): 3-63, 63 fig.
• Chrysallida (Pyrgulina) pygmaea (De Grateloup, 1838) wordt Chrysallida interita Van der Linden &
Eikenboom, 1992.
• Geven goede tekeningen van veel soorten. 52 AFZETTINGEN WTKG 31 (2), 2010
Marquet, R., 1997. Two Ataxiocerithium species from the Weinbrecht, F., 2002. Die miozanen conoidea-artigen
Miocene of Belgium (Gastropoda Prosobranchia; Ce- Odostomien (Pyramidellidae, Gastropoda) im Nordsee-
rithiopsidae). - Basteria, 61(1/3): 27-31, 2 fig. becken. - Münster. Forsch. Geol. Palaont., 93: 17-33,
• Vermeldt 2 soorten van Aiaxiocerithiumuit het Mio- Abb. 1-9, Taf. 1-2.
• ceen van hetNoordzeebekken. Kent nog geenvondsten Beschrijft een nieuwe soort: Odostomiatuexeni Wein-
uit Miste van deze soorten. Redelijk goede foto’s. brecht, 2002.
• André Jansen heeft ondertussen in Miste gevonden: Het holotype komt uit Gram, maar vermeldt ook
Ataxiocerithium christinae het voorkomen in (Boettger, 1901). algemene Miste, en verwijst naar:
Janssen, 1984: 350, Taf. 15, Fig. 8a, 8b, 8c.
marinen - Wienrich, G., 2001. Die Fauna des Miozans von Odostomia (Megastomia) ? conoidea (non Brocchi)
Kevelaer (Niederrhein). Band 3: Gastropoda bis Can- wordt Odostomia (Megastomia) tuexeniWeinbrecht,
cellariidae. - Leiden; Abb. Of Backhuys, 388-639, 33-36, 2002. deze determinatievoor Miste correct is,
Taf. moet worden bekeken. 64-107. nog
• Geeft tekeningen en foto’s van all soorten.
• Geeft verder een stratigrafisch overzicht van de ver- Moths, Herberth, 2004. Eine Melanopsis (Stilospirula)
de Miste. - Mistenummer breiding van Nassarius soorten. jansseni von Afzettingen WTKG,
• Hinia (Hinia) bocholtensis (Beyrich, 1854) wordt 2003 (uitgekomen maart 2004): 36, 1 aft).
Nassarius bocholtensis (Beyrich, 1854). • Korte vermelding met vrij schematische tekening
• Hinia (Hinia) turbinella(Brocchi, 1814) wordt van deze bijzondere soort. Tot dan toe slechts met 1
Nassarius andersoni (Nordsieck, 1972). exemplaar bekend uit Dingden..
• Hinia (? Telasco) schroederi (Kautsky, 1925) wordt
Nassarius schroederi (Kautsky, 1925). Jansen, A.F.J., 2004. Afzettingen, Mistenummer2003 - en-
• Hinia (Tritonella) tenuistriata (Beyrich, 1854) wordt kele opmerkingen. - Afzettingen WTKG, 25 (2): 27.
Nassarius sulcatus (Kautsky, 1925). • Geeft met verwijzing naar het werk van Hoernes uit
• Voor het Hemmoor worden de volgende soorten 1856 aan dat Morum (Oniscidia) cf. dunkeri Speyer,
genoemd: 1862 veranderd moet worden in Morum cithara
- Nassarius bocholtensis (Beyrich, 1854). (Sowerby, 18....)
- Nassarius andersoni (Nordsieck, 1972).
- Nassarius karinae Wienrich, 2001. Jansen, A.F.J., 2004. Weer een nieuwe soort voor Miste,
- Nassarius schroederi (Kautsky, 1925). Winterswijk. - De Kreukel, 40 (4/5); 59, 2 afb.
• - Nassarius sulcatus (Kautsky, 1925). Vermeldteen nieuwe soort voor de fauna:
- Nassarius cavatus (Bellardi, 1882). - Williami merignacensis (Cossmann & Peyrot, 1919).
- Nassarius woodwardi (Marmer, 1913).
- catulli 2004. Nieuwe Winters- Nassarius (Bellardi, 1882). Jansen, A.F.J., soorten voor Miste,
- Nassarius serraticosta {Bronn, 1831). wijk. - De Kreukel, 40 (4/5): 63,1 afb.
• Vermeldt 2 nieuwe soorten voor Miste:
Marquet, R., M. Grigis & B.M. Landau, 2002. Aporrhais - Gegania banatica Boettger, 1901.
ffom the of - dingdenensis, a new species Miocene the Aphanitoma fransi A.W. Janssen, 1972.
North Sea Basin (Gastropoda, Caenogastropoda, Apor-
rhaidae). - Basteria, 66 (4/6); 149-161,41 fig. Landau, B., A. Beu & R. Marquet, 2005. The Early Pliocene
• Aporrhais (Aporrhais) alata (Von Eichwald, 1830) Gastropoda (Mollusca) ofEstepona, southem Spain. Part
wordt Aporrhais (Aporrhais) dingdenensis Marquet, 5: Tonnoidea, Ficoidea. - Palaeontos, 5: 35-102.
Grigis & Landau, 2002. • Distorsio (Distorsio) tortuosus (Borson, 1820) wordt
foto’s de maken cancellina Geven van soort, vergelijkingen met Distorsio (Lamarck, 1803).
andere beelden helaas soorten, maar geen compleet
exemplaar af van de oorspronkelijke A. alata (Von Marquet, R., 2005. The Neogene Bivalvia (Heterodonta
Eichwald) uit de Paratethys, die A. pespelicani (Linné, and Anomalodesmata) and Scaphopoda ffomKalloand
zodat Doel - 1758) moet heten, een goede vergelijking lastiger (Oost-Vlaanderen, Belgium). Palaeontos, 6:1-142;
wordt. 62 pl.; 7 fig.; 6 tabl.
• Goodallia waeli waeli(Glibert, 1945) wordt Digitaria
excurrens waeli (Glibert, 1945).
Lijkt uiterst onwaarschijnlijk! (p. 40).
• Lyonsia (Lyonsia) novegica (Gmelin, 1791) wordt
Lyonsia (Lyonsia) mermuysi Marquet, 2005 (p. 102).
• Thracia(Thracia) inflata Sowerby, 1845 wordt
Thracia (Thracia) inflata microgranata Marquet,
2005 (p. 105). AFZETTINGEN WTKG 31 (2), 2010 53
Jansen, A.F.J., 2005. Coralliophila (Aldrichia) granifera Wienrich, G., 2006. The Genus StrioterebrumSacco, 1891
(Michelotti, 1847) nieuw voor Miste. - De Kreukel, 41 in the Hemmoorian and Reinbekian (Middle Miocene)
(7): 83 (de afbeelding is een kopie uit Anderson, 1964, of the North Sea Basin. - Cainozoic Research, 5 (1/2):
Taf. 21,fig. 178). 3-12; 4 figs.; 1 table.
• Noemt als nieuw voor Miste: • Behandeltde Strioterebrum'suit het Midden Mioceen
- Coralliophila (Aldrichia) granifera (Michelotti, 1847). van het Noordzeebekken. Betrekt de protoconchen in
het onderscheiden van de soorten. Als gevolg hiervan
Schnetler, K.I., 2005. The Molluscafrom the stratotype of moesten nieuwe soorten worden beschreven, met als
the Formation - Gram (Late Miocene, Denmark). Palae- gevolg de volgende consequenties voor Miste:
- Strioterebrum wordt ontos, 7: 62-189; 6 text-figs; 11 pl. (Strioterebrum) sp.
• Geeft enige taxonomische wijzigingen, die ook voor Strioterebrumariei Wienrich, 2006.
het Miste-materiaal van belang zijn (zie hieronder): - Strioterebrum(Strioterebrum) cf. hoernesi
• Portlandia wordt Strioterebrum (Yoldiella) pygmaea (Von Münster, 1837) (Beyrich, 1854) fabritzi
wordt Yoldiellapygmaea(Von Münster, 1837). Wienrich, 2006.
Ben nog niet zeker of dit materiaal uit Gram identiek
is met dat uit Miste. Marquet, R & B. Landau, 2006. The gastropod fauna of
• Glycymeris (Glycymeris) obovata baldiiGlibert & Van the Luchtbal Sand Member(Lillo Formation, Zanclean,
dePoel, 1965 wordt Glycymeris (Chevronia) obovata Early Pliocene) ofthe Antwerp region (Belgium). - Caino-
baldii Glibert & Van de Poel, 1965. zoic Research, 5 (1/2): 13-49; 11 figs.
• Lepton (? Lepton) transversarium (Cossmann, 1896) • In dit overzicht van de vroeg-pliocene gastropoden-
wordt Lepton transversarium (Cossmann, 1896). fauna uit de omgeving van Antwerpen komen enkele
• Cochlodesma taxonomische (Bontaea) praetenue(Pulteney, 1799), consequenties voor met betrekking tot
als 40 soorten uit Miste. die is: afgebeeld figuur 5 op plaat blijft voorlopig Eén van consequenties
als wordt - zo, maar afgebeeld figuur 9 op plaat 5 Baleis (Polygyreulima) glabella (Wood, 1848)
Periploma ariei Gürs, 1996. wordt Polygyreulima glabella (Wood, 1848).
• Cocculina (Cocculina) dittmeri(Anderson, 1964)
wordt Pseudococculina dittmeri(Anderson, 1964). Landau, B., R. Houart, & C. Marques da Silva, 2007. The
• Skenea minuta A.W. Janssen, 1967 wordt Skenea early Pliocene Gastropoda (Mollusca) ofEstepona, Sou-
ariejansseni Schnetler, 2005. thern Spain. Part 7: Muricidae. - Palaeontos, 11: 1-87;
• Circulus hennei Glibert, 1952 wordt Circulus 17 fig.; 15 pi.
(Circulus) hennei Glibert, 1952. • Het 7e deel van dit overzicht is gewijd aan de Muri-
• Putillagottscheana (Von Koenen, 1882) wordt cidae. Ook hier komen enkele zaken aan de orde,
Obtusella die de nomenclatuur materiaal uit Miste kunnen gottscheana (Von Koenen, 1882). van
• Aporrhais (Aporrhais) alata (Von Eichwald, 1830) beïnvloeden.
wordt Aporrhais dingdenensis Marquet, Grigis & • Op pagina 5 wordt de opmerking gemaakt, dat de naam
Landau, 2002. Murex inornatus Beynch, 1854 een jonger homonym
• Latirus (Pseudolatirus) rothi (Beyrich, 1856) wordt is van Murex inomatus Récluz, 1851. Hiervoor moet
Streptolathyrus rothi (Beyrich, 1856). dus een nieuwe naam worden gevonden.
• Mitra (Tiara) grateloupi d’Orbigny, 1852 wordt Murex (Spinicauda) spinicosta wordt Murex
Mitra grateloupi d Orbigny, 1852. (Promurex) spinicosta (Bronn, 1831).
Crassispira (s. lat.) borealis(Kautsky, 1925) wordt Typhis (Typhis) pungens wordt Typhis (Hirtotyphis)
Crassispira borealis(Kautsky, 1925). pungens (Solander in Brander, 1766).
• Asthenotoma obtusangula (Brocchi, 1814) wordt Omdat de soort beschreven is uit het Engelse Laat
de ofdeze ook Benthomangelia? obtusangula (Brocchi, 1814). Eoceen, blijft naam voormiocene „ vraag,
Odostomia ?conoidea worden (Megastomia) (Brocchi, 1814) vormen mag gebruikt.
wordt Odostomia (Megastomia) tuexeni Weinbrecht, • Coralliophila (Pseudomurex) bracteata wordt
2002. Coralliophila bracteata (Brocchi, 1814).
Ik geloof niet, dat de vorm uit Miste identiekis aan die
uit Gram (vergelijk eigen materiaal, Adri Burger).
• Odostomia(Brachystomia) sp. wordt Brachystomia sp.
• Daronia (Cyclostremella) punctata A.W. Janssen,
1967 wordt Tjaernoeia punctata (A.W. Janssen, 1967).
• Actaeon semistriatus (Férussac, 1822) wordt Acteon
(Acteon) semistriatus (Férussac, 1822).
Retusa (Cylichnina) elongata (Von Eichwald, 1830)
wordt Retusa (Cylichnina) elongata elongata (Von
Eichwald, 1830). 54 AFZETTINGEN WTKG 31 (2), 2010
Della Bella, G. & D. Scarponi, 2007. Molluschi marini • ?Nannodiellahannoveranawordt Ceritoturris (?)
del Plio-Pleistocene delTEmilia-Romagna e della Tos- hannoverana (Kautsky, 1925).
• cana. Superfamiglia Conoidea. Vol. 2 - ConidaeI. Sotto- Asthenotoma obtusangula wordt Benthomangelia
famiglie Clathurellinae- Conorbinae - Taraninae. - aff. obtusangula (Brocchi, 1814).
• • Bathytoma (Bathytoma) cataphracta jugleri (Philippi, Asthenotomapannoides wordt Benthomangelia aff.
1847) wordt Bathytoma cataphracta (Brocchi, 1814). obtusangula Brocchi, 1814).
• Microdrilliateretiaeformis A.W. Janssen, 1972 wordt Microdrilliagrippi wordt Benthomangelia grippi
Microdrilliacrispata (De Cristofori & Jan, 1832). (Anderson, 1964).
• Pleurotomoides luisae (Von Koenen, 1872) wordt • Mangelia calais wordt Mangelia (s.l.) miorugulosa
ClathurellarobbaiDella Bella & Scarpioni, 2007. Kautsky, 1925.
• Een grondig vergelijk met het type-materiaal is nodig • Mangelia (s.l.) aff. miorugulosa wordt Mangelia
andersoni om deze veranderingen tekunnen beoordelen.Voorlopig (s.l.) Janssen & Wienrich, 2007.
deze niet de • miostriolata lijken wijzigingen nog erg overtuigend, maar Mangelia (s.l.) wordt Mangelia (s.l.)
moet wordenbestudeerd. publicatie nog nauwgezet guerichi Kautsky, 1925.
?Sorgenfreispira plicatelloides wordt Sorgenfreispira
2007. Zin onzin Janse, A., en omtrent Astarte goldfussi plicatelloides (Nordsieck, 1972).
Hinsch, 1925 [sic: 1952] - Afzettingen, 28 (2): 42-43. Philbertiaboreoscaberrima wordt Raphitoma
• Bericht over de historie van de naamgeving en het boreoscaberrima Nordsieck, 1972.
daaraan ten grondslag liggende materiaal. Beeldt • Philbertiapraehispida wordt Raphitoma aff.
daarbij ook materiaal uit Miste af. praehispida (Boettger, 1907).
Philbertia wordt sp. 1 Janssen Raphitoma sp. 1
Janssen, R. & G. Wienrich, 2007. Turridae. - in: Wienrich, Janssen & Wienrich, 2007.
• G., 2007. Die Fauna des marinen Miozans von Kevelaer Philbertia sp. 2 Janssen wordt Raphitoma sp. 3
(Niederrhein). Bd. 4: Gastropoda ab Mitridae.- 654-719; Janssen & Wienrich, 2007.
Taf. 108-115,137-154. • Pleurotomella(Pleurotomella) mioweberi wordt
• In het deel van deze serie, dat de Turridae omvat, is de Pleurotomellamioweberi(Nordsieck, 1972).
• taxonomie nog niet definitief, omdat de revisie door Clinura circumfossa wordt Thatcheriacircumfossa
R. Janssen nog niet is afgesloten. Daarom zijn enige (Von Koenen, 1872).
• vormen nog zonder definitievesoortnaam. Teretiasp. 1 Janssen wordt Teretia (s.l.) sp. 2 Janssen
• Gemmula (Gemmula) badensis wordt Gemmula & Wienrich, 2007.
(Gemmula) schaffen (Kautsky, 1925). Teretia sp. 2 Janssen wordt Teretia sp. 3 Janssen &
Gemmula (Gemmula) coronata wordt Gemmula Wienrich, 2007.
(Gemmula) n. sp.
• Gemmula (Gemmula) spiralis wordt Gemmula Wienrich, G., 2007. Die Fauna des marinen Miozans von
(Gemmula) zimmermanni (Philippi, 1847). Kevelaer (Niederrhein). Bd. 4: Gastropoda ab Mitridae.
?Unedogemmula boreoturriculawordt - Backhuys Publishers, Leiden: 640-954; Taf. 108-173.
boreoturricula • Unedogemmula (s.l.) (Kautsky, 1925). De taxonomische wijzigingen, die hier worden op-
hanseata wordt komen uit de de niet ? Unedogemmula Unedogemmula genomen rest van publicatie (dus
(s.l.) hanseata (Kautsky, 1925). de Turridae).
• ? Unedogemmula stoffelsi wordt Unedogemmula • Conus (Chelyconus) clavatulus wordt Conus
(s.l.) stoffelsi Nyst, 1845). (Chelyconus) aff. clavatulus d'Orbigny, 1852.
wordt • Strioterebrum Aphanitoma marginata Ingaunoturricula (Strioterebrum) sp. wordt
marginata (Nordsieck, 1972). Strioterebrumariei Wienrich, 2006.
• Clavatula (Clavatula) boreointerrupta wordt • Strioterebrum(Strioterebrum) basteroti wordt
Clavatula boreointerrupta Kautsky, 1925. Strioterebrumbasteroti Wienrich, 2006.
Perrona(Perrona) obliquiplicatula wordt Perrona • Strioterebrum(Strioterebrum) cf. hoernesiwordt
obliquiplicatula (Kautsky, 1925). Strioterebrumfabritzi Wienrich, 2006.
wordt • Architectonica 1 wordt Bathytoma (Bathytoma) cataphracta jugleri (Architectonica) sp.
Bathytoma jugleri (Philippi, 1847). Architectonica (Architectonica) ariei Wienrich, 2007.
■ Asthenotoma wordt Asthenotoma • (s.l.)festiva festiva Chrysallida (Pyrgulina) pygmaea(pl. 14, fig. 5)
wordt f. (Hoernes, 1854). Chrysallida (Pyrgulina) pygmaea belgica
• Crassispira (s.l.) borealis wordt Inquisitor (s.l.) Glibert, 1958.
borealis (Kautsky, 1925). Bij de beschrijving is niets gewijzigd (noemt niet de
• wordt Nitidiclavus Van der Linden& Eikenboom uit ?Haedropleura maitreja maitrejus publicatie van 1992
(Von Koenen, 1872). waarin de naam wordtgewijzigd in Chrysallida interita
• Microdrillia serratulawordt Microdrilliaaff. Van der Linden & Eikenboom, 1992).
serratula (Bellardi, 1878). AFZETTINGEN WTKG 31 (2), 2010 55
• cf. cimbrica wordt nieuwe Chrysallida (Parthenina) Jansen, H., 2007. Vaginella acutissima, een ptero-
de Miste-fauna. - 61-62. Chrysallida (Parthenina) sp. 1 Wiennch, 2007. pode voor Afzettingen, 28 (3):
• nieuwe Miste Chrysallida (Parthenina) sp. Janssen wordt Vermeldt een soort voor de fauna van
Chrysallida (Parthenina) sp. 3 Wiennch, 2007. (voorzien van goede afbeeldingen):
Eulimella(Eulimella) sp. Janssen wordt Eulimella Vaginella acutissima Audenino, 1897.
(Eulimella) scillae (Scacchi, 1836).
Evalea sp. 2 Janssen wordt Evalea sp. Wienrich, 2007. Chirli, C. & C. Richard, 2008. Les Mollusques Plaisan-
• Odostomia (Megastomia) sp. 1 Janssen wordt ciens de la Cote d’Azur. - Tavamelle:
Odostomia (Megastomia) cf. pallidaeformis (Sacco, Neveritajosephinia olla (Des Serres, 1829) wordt
1892). Neveritajosephinia Risso, 1826.
• Odostomia (Megastomia) ? conoidea wordt • Niso (Niso) terebellumacarinatoconicum Sacco,
Odostomia (Megastomia) tuexeni Weinbrecht, 2002. 1892 wordt Niso terebellum(Dillwyn, 1817).
• Odostomia • (Brachystomia) sp. wordt Odostomia Hinia (Hinia) turbinella(Brocchi, 1814) wordt
(Megastomia) cf. sallespissiensis Cossmann & Nassarius (Telasco) turbinellus(Brocchi, 1814).
Peyrot, 1918. • Brocchinia mitraeformis parvula Beyrich, 1856
• Syrnola (Syrnola) neumayri wordt Syrnola (Syrnola) wordt Brocchinia mitraeformis (Brocchi, 1814).
hoernesi (Von Koenen, 1882). • Bathytoma (Bathytoma) cataphracta jugleri
• Syrnola (Syrnola) hoernesi wordt Syrnola (Syrnola) (Philippi, 1847) wordt Bathytoma cataphracta
neumayri (Von Koenen, 1882). (Brocchi, 1814).
• Turbonilla(Turbonilla) densecostata wordt • Pleurotomella(Pleurotomella) mioweberi (Nordsieck,
Turbonilla (Strioturbonilla) densecostata Philippi, 1972) wordt Favriella weberi (Höraung, 1920).
1844, sensu A.W. Janssen, 1984. •Asthenotoma obtusangula (Brocchi, 1814) wordt
• Turbonilla(Pyrgolampros) cf. pseudoterebralis Brachytoma obtusangula (Brocchi, 1814).
wordt Turbonilla(Pyrgolampros) pseudoterebralis Gezien deargumentenbij A.W. Janssen, over de genus-
de deze Sacco, 1892, sensu A.W. Janssen, 1984. toewijzing met behulp van protoconch, lijkt
• Turbonilla wordt niet is (Pyrgolampros) sp. 2 Janssen verandering gerechtvaardigd. Het terug naar
Turbonilla Wienrich. af. (Pyrgolampros) sp. 7
• Scaphander (Scaphander) grateloupi wordt • Subulo (Oxymeris) fuscata fuscata (Brocchi, 1814)
Scaphander grateloupi (Michelotti, 1847). wordt Subulafuscata (Brocchi, 1814).
• Scapharca (Scapharca) diluvii (Lamarck, 1805)
Pfister, T. & U. Wegmiiller, 2007. Gastropoden aus den wordt Anadara diluvii(Lamarck, 1805).
Belpberg-Schichten (Obere Meeresmolasse, mittleres • Corbula (Varicorbula) gibba gibba (Olivi, 1792)
Burdigalium) bei Bern, Schweiz. 1. Teil: Fissurelloi- wordt Corbula gibba (Olivi, 1792).
dea bis Naticoidea. - Archiv fiir Molluskenkunde, 136
(1): 79-149. Mulder, H., 2009. Parel uit Miste. - Afzettingen, 30 (1):
• Serpulorbis arenarius (Linné, 1758) wordt Vermetus 23-25.
arenarius (Linné, 1766). • Een leuk artikeltje over de vondst van parels in het
Opvallend is de jaartalverandering. gruis van Miste; mogelijk afkomstig van Atrina.
• Neveritajosephinia olla(Des Serres, 1829) wordt
Neverita olla (Des Serres, 1829). Jansen, A.F.J., 2009. Fossiele parels (Almere, Eemien). -
• Sinum (Sinum) aquense (Récluz, 1851) wordt Sinum Afzettingen, 30 (1): 26. (Overgenomen uit De Kreukel
patulum (De Grateloup, 1847). van september 2007, met latere toevoeging).
• Ook hier wordenenkele parels uit Miste vermeld.
Pfister, T. & U. Wegmüller, 2007. Gastropoden aus den
Belpberg-Schichten (Obere Meeresmolasse, mittleres
Burdigalium) bei Bem, Schweiz. 2. Teil: Tonnoideabis
Architectonicoidea. - Archiv fur Molluskenkunde, 136
(2): 151-209.
• Ficus (Ficus) conditus (Brongniart, 1823) wordt
Ficus conditus (Brongniart, 1823). AFZETTINGEN WTKG 31 2010 56 (2),
Jansen, H., 2009. Wat Miste nog miste, Siliquariidae. Een wormvormige slak Tenagodus obtusus (Schumacher,
1817) s.l. uit Miste. - Afzettingen WTKG, 30 (3): 64-69;
1 fig.; 1 pi.
• Geeft eennieuwe vondstvoor de faunavan Miste aanmet
veel achtergrondinformatie en goede afbeeldingen.
Vermeldtals nieuw voor de fauna:
Tenagodus obtusus (Schumacher, 1817).
Brunetti, M.M., G. Della Bella, M. Forli& G. Vecchi, 2009.
La famiglia CancellariidaeForbes & Flanley, 1851 (Gas-
tropoda) nel Plio-Pleistocene italiano: I generi Bonelli-
tia, Pseudobahylonella n. gen., Admete e Cancellicula
Tabanelli, 2008, con descrizione di tre nuove specie. -
BollettinoMalacologica, 45: 55-81.
• Babylonella fusiformis (Cantraine, 1835) wordt
Pseudobabylonella fusiformis (Cantraine, 1835).
dat de het Zij geven aan, type-soort van geslacht Ba-
de Cancellariaelevata bylonella: eocene Lea, 1833 een
gladde protoconch heeft, zodat voor de vormen met
nieuw moet een gesculptureerde protoconch een genus
wordengecreëerd: Pseudobabylonella. De typesoort is
Cancellaria minimaReeve, 1846 uit de Middellandse
Zee. p. 7.
*Adri W. Burger, Pieter Soutmanlaan 18,
1701 MCHeerhugowaard, tel. 072 - 571 32 44, e-mail: A. [email protected]
*André F.J. Jansen, Hertog Albrechtstraat 419,
1611 GL Bovenkarspel, tel. 022 - 851 55 96, e-mail: a.f.jjansen@quicknet. nl
Op zoek naar tekenaar P.M. Roggeveen
Deze 'Stemerdinkbrug'tekeningen uit 1922 werden door
Gerhard Cadée in een antiquarisch boek aangetroffen.
Op zoek naar de tekenaar op het web werd van ene
Pieter Melle Roggeveen eenproefschrift uit 1929
gevonden: 'Geologische-petrografischeonderzoekingen
in het granietmassiefvan Llés Aristot in de oostelijke
Spaanse Pyreneeën’, uit 1932: 'Tektoniek des
Zinnerzgrubengebietesvon Klappa Kampit, Billiton,
Niederlëndisch Ost Indien’, uit 1935: 'Boorcampagne
Moendoe’ en uit 1939: ‘GeologieSurvey of North
Misool', Na die datum geen publicatie meer.
Dan, op de website van de Oorlogsgravenstichting:
Dr. Pieter Melle Roggeveen (is het dezelfde?),
Res. Elt. Gi, KNIL, geboren op 21 januari 1905
in is overleden oktober Amsterdam, op 7
1944 in Muntok, in een mannenkamp.