Ot-Zot(3 Na315..036

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Ot-Zot(3 Na315..036 Publiekshal • Het Rond 1, Zeist www.zeist.n1 • www.twittter.com/gemeentezeist Postbus 513, 3700 AM, Zeist www.facebook.com/gemeentezeist mimr , Telefoon 14 030 • zeist©zeist.n1 MOW Mr Gemeente Zeist T.a.v de gemeenteraad op/u Gisnc /-ot-zot(3 na315..036 Datum 5 februari 2019 Ons kenmerk 302891 Burgerservicenummer Uw kenmerk Bijlage(n) 1 Behandeld door Brigitte Giesen Onderwerp Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) Geachte eden van de raad, Wij hebben u in de dagflits van 21 november 2018 geInfornneerd over ons besluit van 2 oktober 2018 tot het opheffen van de afzonderlijke welstands- en monumentencomnnissie en het instellen van een geIntegreerde Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK) per 1 januari 2019. De CRK werkt onder de vlag van Stichting MooiSticht, voorheen Welstand en Monumenten Midden Nederland. Zeist valt onder CRK Noord Oost, samen met De Bilt, Baarn en Bunschoten. De leden zijn onafhankelijke professionals op het gebied van architectuur en monumenten. Zij kunnen waar nodig aangevuld worden door expertises die nodig zijn om een geIntegreerd advies te geven. De geIntegreerde adviespraktijk voorkomt tegenstrijdige welstands- en monumentenadviezen en is van belang op weg naar de Omgevingswet. De CRK vergadert elke 14 dagen in de even weken, om en om in Zeist en in Baarn. De eden en voorzitter hebben de nodige affiniteit met en kennis van Zeist: Mr. Marianne Kallen-Morren is onafhankelijk voorzitter (niet stemgerechtigd) met ruime bestuurlijke ervaring. Ze is o.a. oud-gedeputeerde van de provincie Utrecht en waarnemend burgemeester van Usselstein. Ze was tot 1 januari voorzitter van de commissie ruimtelijke kwaliteit (CRK) in Nieuwegein. Ze woont in Zeist. Ir. Jan van Laarhoven, secretaris/lid heeft ruime ervaring als architect en als architect-lid van diverse commissie ruinntelijke kwaliteit. Hij is at geruime tijd de vaste welstandsadviseur voor Zeist vanuit Moo iSticht. Ir. Jan van der Hoeve, bouwhistoricus, heeft een eigen bureau voor bouwhistorisch onderzoek in Utrecht en werkt tevens bij de gemeente Utrecht als bouwhistoricus. Hij heeft de afgelopen zes jaren het (monumenten) commissielidnnaatschap vervuld in de commissie Stichtse Vecht / De Ronde Venen. Hij is mede opsteller van de landelijke richtlijnen voor bouwhistorisch onderzoek. Ir. Hans Vlaardingerbroek is restauratiearchitect / eigenaar van Bureau Vlaardingerbroek in Utrecht. Hij was o.a. verantwoordelijk voor de restauratie van Hoofdhuis Buitenplaats Broekbergen; Wintertuin Baarn; Austerlitz • Bosch en Duin • Den Dolder • Huis ter Heide • Zeist 2 Kasteel Loenersloot; Oude Hortus Utrecht; Trompenburg 's-Graveland; Ridderhofstad Gunterstein Breukelen en het Trippenhuis Amsterdam Ir. Henk Duijzer, architect/directeur bij Bureau LUX architectuur en advies in Amsterdam. Hij was al lid van de commissie ruimtelijke kwaliteit Noord Oost (Baarn, Bunschoten, De Bilt en Zeist). Hij is ook gastdocent bij de faculteit Bouwkunde TU Delft. Drs. Sandra van Lochenn-Van der Wel woont in Zeist en was vanaf het begin lid van de monumentencommissie Zeist met als aandachtsgebied groen erfgoed. Opgeleid als historisch geograaf werkt ze als specialist erfgoed en landschap bij Natuurmonumenten. Ze heeft een speciale aandacht voor en kennis van Koude Oorlog-erfgoed. Onderdeel van ons besluit van 2 oktober 2018 was het functioneren van de nieuwe commissie op basis van een werkprotocol. Ter infornnatie vindt u bijgaand de met betrokkenen gemaakte werkafspraken. De agenda van de CRK wordt uiterlijk de dag voor de vergadering op de website van MooiSticht gepubliceerd. Initiatiefnemers worden via de secretaris uitgenodigd om bij de planbespreking aanwezig te zijn. De vergaderingen zijn openbaar. Toehoorders kunnen eventueel het woord krijgen. Voor de gang van zaken wordt naar de werkafspraken verwezen. In de werkafspraken wordt ook het wettelijk kader geschetst, op basis waarvan de CRK functioneert. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Zeist, de enneentesecretaris, de burgemeester, i d . Grotens Austerlitz • Bosch en Duin • Den Dolder • Huis ter Heide • Zeist CRK, commissie ruimtelijke kwaliteit Zeist, werkafspraken per 1 januari 2019 Agenderen en doorsturen stukken 1. De agenda wordt uiterlijk definitief vastgesteld en verzonden op de dinsdagochtend voorafgaand aan de tweewekelijkse vergadering op woensdag. 2. De secretaris ontvangt alle benodigde stukken tijdig, in beginsel voorzien van een integrale planologische beoordeling door de gemeente. Ook kan een specifieke adviesvraag aan de CRK worden gesteld. Aanvragen gebeuren door de gemeente via het aanvraagformulier van MooiSticht. 3. Plannen die per mandaat door de secretaris en/of in overleg met de (monumenten-) deskundigen in dienst bij MooiSticht kunnen worden afgedaan betreffen in beginsel kleinere/ondergeschikte plannen, plannen die aansluiten bij eerdere adviezen van de CRK en plannen die geen trendbreuk vormen of trendvolgend zijn, danwel voldoen aan een eenduidig toetsingskader. 4. Voor de beoordeling belangrijke cultuurhistorische onderzoeken, beeldkwaliteitsplannen en dergelijke worden via de gemeente bij de secretaris aangeleverd. 5. Stukken kunnen, in overleg tussen de secretaris en de gemeente, vooraf aan de leden worden verzonden. Indien nodig geacht, worden plannen kort voorbesproken in een besloten gedeelte voorafgaand aan de openbare vergadering. 6. De gemeente stelt de CRK per omgaande op de hoogte van relevante besluitvorming die van invloed kan zijn op het adviesproces. Vergadering en werkbezoeken 1. De initiatiefnemer of zijn/haar architect wordt met respect te woord gestaan en kan een toelichting geven op het plan. 2. Alle leden komen tijdens de vergadering aan bod in 1 vragenronde en daarna 1 reactieronde, gevolgd eventueel door een kort overleg met de initiatiefnemer/architect. 3. De voorzitter geeft het eindadvies in de samenvatting weer. 4. De eindconclusie wordt door de secretaris in een uitgewerkt advies aan de gemeente verzonden. 5. Er wordt geen separaat verslag meer gemaakt zoals dat eerder gebruikelijk was bij de monumentencommissie Zeist. 6. Bij monumentenplannen wordt rekening gehouden met het gebruik conform de Erfgoedwet en Erfgoedverordening (artikel 2) 7. De vergadering van de CRK is in beginsel openbaar, tenzij bijzondere omstandigheden behandeling van een plan achter gesloten deuren vereisen. 8. Een toehoorder die het woord wenst te voeren, dient zich voor de vergadering te melden bij de voorzitter of de secretaris. De toehoorder dient bij aanvang van de vergadering aanwezig te zijn. De voorzitter bepaalt op welk moment en hoe lang het woord wordt verleend aan betreffende toehoorder. De voorzitter bewaakt de onafhankelijke beoordeling door de leden. 9. De vergaderruimte is voorzien van apparatuur om plannen digitaal te bekijken en presentaties te tonen. 10. Bij werkbezoeken van (een afvaardiging van) de CRK is ambtelijke ondersteuning van de gemeente aanwezig, tenzij anders wordt afgesproken. 11. Bij werkbezoeken van de commissie zijn geen bewoners, groepen uit de samenleving of anderszins aanwezig tenzij deze rechtstreeks bij het plan betrokken zijn of specifiek worden uitgenodigd. 12. Een maal per jaar vindt een korte terugkoppeling plaats tussen de voorzitter, de secretaris en de betreffende wethouder(s). Taak en samenstellingi 13. De CRK adviseert aan het college. De leden zijn door het college benoemd en onafhankelijk. 14. De CRK geeft één geïntegreerd advies op alle plannen, betreffende zowel bouwplannen voor niet-beschermde panden, als rijks- en gemeentelijke monumenten (groen, rood, blauw), ruimtelijke (inrichtings-) plannen in beschermde gezichten en gemeentelijke beschermde structuren en de overige gebieden. 15. Indien van toepassing geeft de CRK advies op (concept-) beleidstukken aangaande ruimtelijke kwaliteit in de breedste zin des woords of stelt randvoorwaarden aan het opstellen van dergelijke stukken. 16. De CRK is samengesteld uit de expertises architectuur, cultureel erfgoed, groen en historische geografie. In voorkomende gevallen kan aanvullende expertise worden geleverd zoals (historische)stedenbouw, archeologie, beeldende kunst en groen. Afhankelijk van de vraag wordt deze geleverd door MooiSticht, ODRU of via de gemeente Zeist. 1. iEr bestaat een (wettelijk) onderscheid tussen de bevoegdheden van de adviesorganen voor monumenten of welstand. - De adviescommissie monumenten adviseert aan het college en is verplicht ingesteld op basis van de wabo en Erfgoedwet. Deze commissie is ook ingesteld op basis van de Erfgoedverordening omdat Zeist gemeentelijke monumenten heeft. - Bij bouwplanadvisering is de rol van de adviescommissie monumenten primair om te beoordelen of het belang van de monumentenzorg zich niet tegen het plan verzet. - Op basis van de Erfgoedverordening kan de adviescommissie monumenten ook ongevraagd advies geven. - Bij bouwplanadvisering is de rol van de adviescommissie welstand primair om te beoordelen of het plan aan redelijke eisen van welstand voldoet. - In de commissie ruimtelijke kwaliteit CRK wordt aan bovenstaand voldaan, echter door middel van één geïntegreerd advies. Dit is in lijn met de Omgevingswet, die een integraal afgewogen ruimtelijk beleid voorstaat. .
Recommended publications
  • 50 Bus Dienstrooster & Lijnroutekaart
    50 bus dienstrooster & lijnkaart 50 Utrecht - Wageningen / Veenendaal Bekijken In Websitemodus De 50 buslijn (Utrecht - Wageningen / Veenendaal) heeft 14 routes. Op werkdagen zijn de diensturen: (1) Amerongen Via Zeist/Doorn: 23:02 (2) Doorn Via Zeist: 00:02 (3) Driebergen Via Doorn: 18:41 - 18:55 (4) Driebergen- Zeist Station: 00:32 - 18:49 (5) Leersum: 19:54 - 23:54 (6) Rhenen Via Zeist/Doorn: 23:02 (7) Utrecht Cs: 05:25 - 06:25 (8) Utrecht Via Doorn/Zeist: 05:38 - 23:33 (9) Utrecht Via Zeist: 05:40 - 06:39 (10) Veenendaal Stat. De Klomp: 20:25 - 23:25 (11) Veenendaal Via Doorn: 06:07 (12) Veenendaal Via Zeist/Doorn: 06:09 - 18:04 (13) Wageningen Via Zeist/Doorn: 05:54 - 23:32 Gebruik de Moovit-app om de dichtstbijzijnde 50 bushalte te vinden en na te gaan wanneer de volgende 50 bus aankomt. Richting: Amerongen Via Zeist/Doorn 50 bus Dienstrooster 39 haltes Amerongen Via Zeist/Doorn Dienstrooster Route: BEKIJK LIJNDIENSTROOSTER maandag Niet Operationeel dinsdag Niet Operationeel Utrecht, Cs Jaarbeurszijde (Perron C4) Stationshal, Utrecht woensdag Niet Operationeel Neude donderdag Niet Operationeel Potterstraat, Utrecht vrijdag Niet Operationeel Janskerkhof zaterdag 06:34 - 07:04 12 Janskerkhof, Utrecht zondag 23:02 Utrecht, Stadsschouwburg 24 Lucasbolwerk, Utrecht Utrecht, Wittevrouwen 107 Biltstraat, Utrecht 50 bus Info Route: Amerongen Via Zeist/Doorn Utrecht, Oorsprongpark (Perron B) Haltes: 39 176 Biltstraat, Utrecht Ritduur: 53 min Samenvatting Lijn: Utrecht, Cs Jaarbeurszijde De Bilt, Knmi (Perron C4), Neude, Janskerkhof, Utrecht,
    [Show full text]
  • An Overview of Incident Management Projects in the Netherlands
    AN OVERVIEW OF INCIDENT MANAGEMENT PROJECTS IN THE NETHERLANDS Peter Zwaneveld, Isabel Wilmink TNO Inro Ben Immers TNO Inro and K.U. Leuven, Department of Civil Engineering Emst Malipaard Grontmij Dick Heyse Rijkswaterstaat, Projectbureau Incident Management I. INTRODUCTION Over the past years the Dutch government has implemented Incident Management (IM) projects on several locations on the Dutch motorway network. Incident Management projects aim among others to reduce the delay caused by incidents. These incidents can involve, for instance, accidents, stalled vehicles and spilled loads. This paper provides an overview of the activities with respect to IM in the Netherlands over the past decade. The discussion of these activities is based upon the following four stages. These stages are identified for presentational and educational purposes. Chronologically, the stages overlap. 1. The ‘orientation’ stage. This stage started at the end of the 1980’s with an orientation on international IM activities. It ended in 1995 with the publication of an Incident Management Manual by the Dutch Ministry of Traffic and Transportation. 2. The ‘pilot projects’ stage. This stage started in 1994 and ended in 1997. Within this stage several IM measures were tested on motorways around Utrecht, Rotterdam, and Amsterdam. 3. The ‘organisation’ stage. This stage started during the previous stage and ended in January 1997 with the foundation of an organisation, called ‘Projectbureau Incident Management’. Several emergency services are represented within this organisation, like police, transport authorities, motorway operators and insurance companies. 4. The ‘implementation’ stage. This stage, started in 1997, consists of the nation- wide introduction of IM measures. Initially, two measures are selected, one for passenger cars and one for trucks.
    [Show full text]
  • Utrecht CRFS Boundaries Options
    City Region Food System Toolkit Assessing and planning sustainable city region food systems CITY REGION FOOD SYSTEM TOOLKIT TOOL/EXAMPLE Published by the Food and Agriculture Organization of the United Nations and RUAF Foundation and Wilfrid Laurier University, Centre for Sustainable Food Systems May 2018 City Region Food System Toolkit Assessing and planning sustainable city region food systems Tool/Example: Utrecht CRFS Boundaries Options Author(s): Henk Renting, RUAF Foundation Project: RUAF CityFoodTools project Introduction to the joint programme This tool is part of the City Region Food Systems (CRFS) toolkit to assess and plan sustainable city region food systems. The toolkit has been developed by FAO, RUAF Foundation and Wilfrid Laurier University with the financial support of the German Federal Ministry of Food and Agriculture and the Daniel and Nina Carasso Foundation. Link to programme website and toolbox http://www.fao.org/in-action/food-for-cities-programme/overview/what-we-do/en/ http://www.fao.org/in-action/food-for-cities-programme/toolkit/introduction/en/ http://www.ruaf.org/projects/developing-tools-mapping-and-assessing-sustainable-city- region-food-systems-cityfoodtools Tool summary: Brief description This tool compares the various options and considerations that define the boundaries for the City Region Food System of Utrecht. Expected outcome Definition of the CRFS boundaries for a specific city region Expected Output Comparison of different CRFS boundary options Scale of application City region Expertise required for Understanding of the local context, existing data availability and administrative application boundaries and mandates Examples of Utrecht (The Netherlands) application Year of development 2016 References - Tool description: This document compares the various options and considerations that define the boundaries for the Utrecht City Region.
    [Show full text]
  • Schoolgids 18-19.Pdf
    Schoolgids 2018-2019 Inhoud Inleiding ........................................................................................................................... 4 1. Algemeen ..................................................................................................................... 5 Passend onderwijs ................................................................................................................................... 5 Uitgangspunten ....................................................................................................................................... 5 Identiteit en levensbeschouwing ............................................................................................................. 6 2. Aanmelding en toelating ............................................................................................... 7 Aanmeldingsprocedure ........................................................................................................................... 7 Toelatingscriteria ..................................................................................................................................... 8 Commissie van begeleiding ..................................................................................................................... 8 Uitstroom ................................................................................................................................................. 8 Ondersteuning in het veld ......................................................................................................................
    [Show full text]
  • Orientalism and the Rhetoric of the Family: Javanese Servants in European Household Manuals and Children's Fiction1 Elsbeth L
    O rientalism and the Rhetoric of the Family: Javanese Servants in European H ousehold Manuals and C hildren' s F iction1 Elsbeth Locher-Scholten Of all dominated groups in the former colonies, domestic servants were the most "sub­ altern." Silenced by the subservient nature of their work and the subordinated social class they came from, Indonesian or Javanese servants in the former Dutch East-Indies were neither expected nor allowed to speak for themselves. Neither did they acquire a voice through pressures in the labor market, as was the case with domestic servants in twentieth- century Europe.2 Because of the large numbers of Indonesian servants, the principle of supply and demand functioned to their disadvantage. For all these reasons, it is impossible to present these servants' historical voices and experiences directly from original source material. What we can do is reconstruct fragments of their social history from circumstantial evi­ dence (censuses). Moreover, in view of the quantity of fictional sources and the growing interest in the history of colonial mentalities, we can analyze the Dutch narratives which chronicle the colonizer-colonized relationship. It is possible to reconstruct pictures of Indo­ nesian servants by decoding these representations, although we should keep in mind that * A first draft of this article was presented to the Ninth Berkshire Conference of the History of Women, Vassar College, June 1993.1 want to thank the audience as well as Sylvia Vatuk, Rosemarie Buikema, Frances Gouda, Berteke Waaldijk and the anonymous reviewers of this journal for their useful comments on earlier drafts. 2 Since the Vassar historian Lucy Maynard Salmon published the first study of domestic service in the United States in 1890, the history of American and European domestic service has become a well-documented field of historical analysis.
    [Show full text]
  • Parallel Air Temperature Measurements at the KNMI Observatory in De Bilt (The Netherlands) May 2003 - June 2005
    Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 Theo Brandsma De Bilt, 2011 | Scientific report; WR 2011-01 Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 Version 1.0 Date March 14, 2011 Status Final final j Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 j March 14, 2011 Colofon Title Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 Authors Theo Brandsma — T +3130 220 66 93 Page 5 of 56 final j Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 j March 14, 2011 Page 6 of 56 final j Parallel air temperature measurements at the KNMI observatory in De Bilt (the Netherlands) May 2003 - June 2005 j March 14, 2011 Table of contents Foreword — 9 Summary — 11 1 Introduction — 13 1.1 Problem description — 13 1.2 Scope and objectives of the report — 14 2 Data and methods — 17 2.1 Site description and instrumentation — 17 2.1.1 Site description — 17 2.1.2 Instrumentation — 20 2.2 Methodology — 21 3 Results — 23 3.1 Climatic conditions during the experiment — 23 3.2 Monthly mean temperature differences — 23 3.3 Daily temperature differences — 24 3.4 Diurnal temperature cycle differences — 29 3.5 Diurnal wind speed cycle differences — 31 3.6 Wind direction dependent differences — 33 3.7 Vapor pressure differences — 37 3.8 Comparison of DB260
    [Show full text]
  • Indeling Van Nederland in 40 COROP-Gebieden Gemeentelijke Indeling Van Nederland Op 1 Januari 2019
    Indeling van Nederland in 40 COROP-gebieden Gemeentelijke indeling van Nederland op 1 januari 2019 Legenda COROP-grens Het Hogeland Schiermonnikoog Gemeentegrens Ameland Woonkern Terschelling Het Hogeland 02 Noardeast-Fryslân Loppersum Appingedam Delfzijl Dantumadiel 03 Achtkarspelen Vlieland Waadhoeke 04 Westerkwartier GRONINGEN Midden-Groningen Oldambt Tytsjerksteradiel Harlingen LEEUWARDEN Smallingerland Veendam Westerwolde Noordenveld Tynaarlo Pekela Texel Opsterland Súdwest-Fryslân 01 06 Assen Aa en Hunze Stadskanaal Ooststellingwerf 05 07 Heerenveen Den Helder Borger-Odoorn De Fryske Marren Weststellingwerf Midden-Drenthe Hollands Westerveld Kroon Schagen 08 18 Steenwijkerland EMMEN 09 Coevorden Hoogeveen Medemblik Enkhuizen Opmeer Noordoostpolder Langedijk Stede Broec Meppel Heerhugowaard Bergen Drechterland Urk De Wolden Hoorn Koggenland 19 Staphorst Heiloo ALKMAAR Zwartewaterland Hardenberg Castricum Beemster Kampen 10 Edam- Volendam Uitgeest 40 ZWOLLE Ommen Heemskerk Dalfsen Wormerland Purmerend Dronten Beverwijk Lelystad 22 Hattem ZAANSTAD Twenterand 20 Oostzaan Waterland Oldebroek Velsen Landsmeer Tubbergen Bloemendaal Elburg Heerde Dinkelland Raalte 21 HAARLEM AMSTERDAM Zandvoort ALMERE Hellendoorn Almelo Heemstede Zeewolde Wierden 23 Diemen Harderwijk Nunspeet Olst- Wijhe 11 Losser Epe Borne HAARLEMMERMEER Gooise Oldenzaal Weesp Hillegom Meren Rijssen-Holten Ouder- Amstel Huizen Ermelo Amstelveen Blaricum Noordwijk Deventer 12 Hengelo Lisse Aalsmeer 24 Eemnes Laren Putten 25 Uithoorn Wijdemeren Bunschoten Hof van Voorst Teylingen
    [Show full text]
  • Meles Meles) Population at Eindegooi, the Netherlands
    Defragmentation measures and the increase of a local European badger (Meles meles) population at Eindegooi, the Netherlands Hans (J.) Vink1, Rob C. van Apeldoorn2 & Hans (G.J.) Bekker3 1 National Forest Service, P.O. Box 1300, NL-3970 NG Driebergen, the Netherlands, e-mail: [email protected] 2 Alterra, Wageningen University and Research , P.O. Box 47, NL-6700 AA Wageningen, the Netherlands 3 Rijkswaterstaat, Centre for Transport and Navigation, P.O Box 5044, NL-2600 GA Delft, the Netherlands Abstract: Twenty four years’ data on European badger (Meles meles) and sett numbers have been collected by direct observation of a local population at Eindegooi, which straddles the Dutch provinces of Utrecht and Noord- Holland. The population has shown periods of both slow and exponential growth and spatial dynamics show colonization of the entire study area. Analysis of how population dynamics respond to defragmentation measures involving roads has been undertaken. This suggests that tunnels and other measures make a positive contribution. At low densities and during periods of slow growth these measures can increase the lifetime of reproducing indi- viduals and help badgers to safely disperse and colonize new habitat patches. Their positive effect on the popula- tion is illustrated by the fact that an individual’s mortality risk from traffic has remained more or less constant, despite the increasing number of cars on motorways and provincial roads that dissect the study area. Keywords: badger, Meles meles, population growth, badger friendly measures, traffic, roads. Introduction reducing fatal traffic accidents, but also on defragmenting isolated badger populations. The Dutch European badger (Meles meles) Initially organized at the local level, a national population is recovering after a strong decline defragmentation policy was initiated, which is in the second half of the last century (Wiertz still ongoing (Ministerie van Landbouw, Na- & Vink 1986, Wiertz 1992, Moll 2002, Moll tuurbeheer en Visserij 1990, Bekker & Canters 2005).
    [Show full text]
  • Directions to Vintura from Amsterdam from Utrecht
    Vintura Julianalaan 8 3743 JG Baarn [email protected] T: 035 54 33 540 Directions to Vintura From Amsterdam On the A1 motorway, take exit 10 (Soest/Baarn-Noord, N221) At the traffic lights, turn left (Baarn/Soest, N221) At the roundabout, continue straight. At the second roundabout, continue straight again (taking the second exit) and follow the signing Baarn / Soest After 3,000 meters, at the traffic lights, turn left onto the Luitenant Generaal van Heutszlaan After 370 meters, turn left onto the Julianalaan The office is directly on the corner on your left side From Utrecht Follow the A27 Hilversum/Almere Take exit A1 (Amsterdam/Amersfoort) In this exit, follow A1 direction Amersfoort Take exit 10 (Soest/Baarn-Noord, N221) At the traffic lights, turn left (Baarn/Soest, N221) At the roundabout, continue straight. At the second roundabout, continue straight again (taking the second exit) and follow the signing Baarn / Soest After 3,000 meters, at the traffic lights, turn left onto the Luitenant Generaal van Heutszlaan After 370 meters, turn left onto the Julianalaan The office is directly on the corner on your left side From Schiphol Take the A4/A10 (towards Amsterdam) and stay on the A4 until it joins the A10 Follow the A10 (Amsterdam ring road) in the direction of Amersfoort On the A1 motorway, take exit 10 (Soest/Baarn-Noord, N221) At the traffic lights, turn left (Baarn/Soest, N221) At the roundabout, continue straight. At the second roundabout, continue straight again (taking the second exit) and follow the
    [Show full text]
  • Visibility Measurements in De Bilt and Schiphol
    Visibility measurements in De Bilt and Schiphol. Bachelor thesis Utrecht University Institute for Marine and Atmospheric Research Utrecht http://www.imau.nl/ June 2010 “Cleaner air in Europe brings better views, more sunshine and warmer temperatures” Aldert J. van Beelen Supervisor: Dr. Aarnout J. van Delden Grand Canyon “hazy” Desert View at sunset. Will this view improve in the future? © A.J. van Beelen Content 1. Introduction………………………………………………………………3 1.1 Introduction. 1.2 Hypothesis 2. Theory……………………………………………………………………..5 2.1 Introduction to aerosol effects. 2.2 Decadal trends in surface solar radiation: global dimming. 2.3 Global brightening. 2.4 Dimming, brightening and climate. 2.5 Changes in human aerosol emissions. 2.6 Visibility trends over Europe. 2.7 Meteorological influences on visibility. 3. Methodology……………………………………………………………..15 3.1 Introduction to atmospheric visibility. 3.2 Visibility measurements at de Bilt and Schiphol. 3.2.1 Introduction. 3.2.2 Instrumentation. 3.2.3 Maintenance and placement. 3.2.4 Uncertainties and resolution. 3.2.5 Frequency and recording of measurements. 3.3 Methodology changes between 1955 and 2010 at de Bilt and Schiphol. 3.4 Methodology of this project. 4. Results & Discussion…………………………………………………..26 4.1 Visibility at De Bilt and Schiphol. 4.2 Visibility and changes in wind regime. 4.3 Visibility and changes in relative humidity. 4.4 Visibility changes, cloudiness and sunshine duration. 4.5 Visibility changes and temperature. 4.6 Visibility changes and the diurnal temperature range. 5. Summary and Conclusion…………………………………………….35 References………………………………………………………………………………..37 2 1. Introduction. 1.1 Introduction. This report describes and compares the visibility measurements at two locations in the Netherlands.
    [Show full text]
  • Laag Sociaal-Economisch Niveau
    Zuid Schets van het gezondheids-, geluks- en welvaartsniveau en de rol van de Eerstelijn Erik Asbreuk, Voorzitter EMC Nieuwegein, Huisarts Gezondheidscentrum Mondriaanlaan 'Nieuwegein 2020: gezond, gelukkig en welvarend?' Rapport Rabobank 2010: Nieuwegein, de werkplaats van Midden Nederland: Nieuwegein heeft een laag sociaal-economisch niveau Zuid % lopende WW uitkeringen op 1 januari (tov potentiële beroepsbevolking) Amersfoort Baarn Bunnik Bunschoten De Bilt De Ronde Venen Eemnes Gemiddelde Houten IJsselstein Leusden Lopik Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Stichtse Vecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist 0 0,5 1 1,5 2 2,5 % lopende WW uitkeringen op 1 januari (tov potentiële beroepsbevolking) Amersfoort Baarn Bunnik Bunschoten De Bilt De Ronde Venen Eemnes Gemiddelde Houten IJsselstein Leusden Lopik Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Stichtse Vecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist 0 0,5 1 1,5 2 2,5 % WAO ontvangers (tov potentiële beroepsbevolking) Amersfoort Baarn Bunnik Bunschoten De Bilt De Ronde Venen Eemnes Gemiddelde Houten IJsselstein Leusden Lopik Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Stichtse Vecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 % WAO ontvangers (tov potentiële beroepsbevolking) Amersfoort Baarn Bunnik Bunschoten De Bilt De Ronde Venen Eemnes Gemiddelde Houten IJsselstein Leusden Lopik Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Stichtse Vecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist 0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 Laag sociaal-economisch niveau • In vergelijking met de regio is het sociaal economisch niveau van de bevolking van Nieuwegein laag.
    [Show full text]
  • Programmabegroting 2020 & Meerjarenbegroting 2021-2023
    Programmabegroting 2020 & Meerjarenbegroting 2021-2023 “Vitaal, maar kwetsbaar” Inhoudsopgave Aanbiedingsbrief ..................................................................................................................................... 3 Deel I Programmaplan ............................................................................................................................. 8 Programma 1 - Sociaal domein ........................................................................................................... 9 Programma 2 - Economisch domein ................................................................................................. 17 Programma 3 - Ruimtelijk domein .................................................................................................... 23 Programma 4 - Veiligheid .................................................................................................................. 33 Programma 5 - Dienstverlening en Bedrijfsvoering .......................................................................... 37 Begrotingsresultaat ........................................................................................................................... 42 Incidentele baten en lasten ............................................................................................................... 43 Deel II Paragrafen .................................................................................................................................. 45 2.1 Inleiding ......................................................................................................................................
    [Show full text]