ALS VERPAKKING VAN DE FILOSOFIE VAN SPINOZA Dick

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

ALS VERPAKKING VAN DE FILOSOFIE VAN SPINOZA Dick VROUWEN IN MANNENKLEREN EN SPINOZA. DE KLOEKMOEDIGE LAND- EN ZEE-HELDIN (1682) ALS VERPAKKING VAN DE FILOSOFIE VAN SPINOZA Dick WORTEL Abstract – The dissertation by Inger Leemans which appeared in 2002 indicates an influence of the radical Enlightenment on the content of pornographic novels published in the Dutch Republic between 1650 and 1700. She concludes that this influence is very strong on the novels she has researched. She also deduces that the philosophies of Descartes and Spinoza were hidden in the storylines of the novels. In her view, this was the only way to make the forbidden philosophies known to the broad public. Her conclusion raises the interesting question whether this influence also concerns other, non-pornographic novels which appeared in the same period. This article tries to prove that the novel the Kloekmoedige Land- en Zee-Heldin [The Courageous Land and Sea Heroine], published in 1682, also shows a strong influence of the philosophical ideas of Cartesianism and Spinozism. Inleiding: het pakket In de Nederlandse literatuurgeschiedenis is een Nederlandse Verlichting lange tijd ondenkbaar geweest. De Verlichting was in de eerste plaats een Frans verschijnsel dat gericht was op de ontmanteling van de godsdienst. De verschijning van The Radical Enlightenment van M.C. Jacob in 1981 en vooral die van Radical Enlightenment van J.I. Israel in 2001 brachten een belangrijke verandering in deze opvatting. Israel stelt dat vooral in de begin- fase, die gelegd kan worden tussen 1650 en 1700, de Nederlandse Verlich- ting zeer vooruitstrevend was. In de jaren 1660-1670 hield de Nederlandse intellectuele cultuur zelfs gelijke tred met de Europese ontwikkelingen, was volgens sommigen de Europese cultuur ver vooruit. In 2002 verscheen Het woord is aan de onderkant. Radicale ideeën in Nederlandse pornografische romans, de handelsuitgave van het proefschrift van Inger Leemans. In haar proefschrift stelt zij dat gedurende de tweede helft van de zeventiende eeuw de Republiek een – tot nu toe niet juist gewaardeerde – sterke invloed had op de ontwikkeling van het verlichtingsdenken in Europa, met name op die van Frankrijk en Engeland (Leemans 2002, 234). Dankzij de universiteiten, de boekhandel en de tolerantie kon de Republiek zelfs uitgroeien tot een invloedrijk centrum van het verlichtingsdenken in Europa. Het belangrijkste resultaat van Leemans’ onderzoek is het door haar blootgelegd verband tussen het spinozisme en de inhoud van een aantal Spiegel der Letteren 48 (1), 27-55. doi: 10.2143/SDL.48.1.2005609 © 2006 by Spiegel der Letteren. All rights reserved. 28 DICK WORTEL pornografische romans, zodanig zelfs dat sommige daarvan, voorzover die zijn verschenen tussen 1670 en 1700, als verkapte cartesiaanse of spinozistische tractaten kunnen worden beschouwd. Zij kwam tot de conclusie dat hun vaak erotische en seksueel getinte thema’s als verpakking dienden voor een andere belangrijke boodschap: die van de rede, die van kritiek op de theologie en op de hiërarchie en de structuur van de zeventiende-eeuwse samenleving, maatschappijkritiek avant la lettre. Op die manier kon de in 1678 verboden spinozistische filosofie toch nog, zij het langs een omweg en minder open- lijk, aan de lezer worden voorgeschoteld. In dit artikel wil ik enkele spinozistische beginselen toetsen aan een zeven- tiende-eeuwse roman, die niet pornografisch is. Het betreft het boekje Het wonderlijk Leeven, en de dappere Oorlogs-daaden van de Kloekmoedige Land- en Zee-heldin (hierna aangehaald als de Heldin) dat in 1682 bij de Amsterdamse uitgever Jan Klaasz. ten Hoorn verscheen.1 De oudste druk van de Heldin, voorzover bekend, is van 1682, hoewel op het titelblad van het tweede deel 1681 als verschijningsjaar is vermeld.2 Dit boekje vertelt over de avonturen van een jong Maastrichts meisje dat ontevreden is met haar traditionele bestemming: trouwen, kinderen krijgen en huisvrouw worden. Zij wil haar eigen keuzes maken. Zij vertrekt heime- lijk naar Brussel waar zij, verkleed als man, dienst neemt als ruiter in het leger van de Prins van Condé. Zij vecht dapper mee in de slag van Atrecht, die in augustus 1654 plaats vindt. Na afloop maakt zij nog veel avonturen mee, pikante liefdesperikelen, plundertochten samen met onderbetaalde soldaten totdat zij wordt afgedankt als gevolg van de Vrede van de Pyreneeën in 1659. In het tweede deel trekt zij van Maastricht naar Amsterdam. Zij meldt zich aan als matroos bij de zeemacht en komt terecht op het schip van Admiraal Tromp. Tijdens de zeeslag voor de kust van Lowestoft in juni 1665 raakt zij ernstig gewond. Na afloop wordt zij overgebracht naar een hospitaal in Amsterdam, waar de dokter haar ware geslacht ontdekt. 1 Het wonderlijk Leeven; en de dappere Oorlogs-daaden van de Kloekmoedige Land- en Zee-Heldin. Waarachtige Geschiedenis. t’ Amsterdam, By Jan Klaasz. Ten Hoorn, Boekverkooper tegen over ‘t oude Heeren-Logement. 1682. [Deel 2:] Het wonderlijk Leeven, en dappere Oorloghs- daaden van de Kloekmoedige Zee-Heldin. Tot Amsterdam, By Jan Claessen ten Hoorn, Boek- verkooper. A. 1681. Van deze editie, die zich bevindt in de Österreichische Nationalbibliothek te Wenen, zal in 2006 een teksteditie verschijnen, van aantekeningen en een inleiding voor- zien door Dick Wortel. 2 Van de Heldin verschenen nog veel drukken: in 1694 tweemaal bij verschillende uitge- vers: Gerrit en Andries Schelling te Amsterdam en bij de Weduwe van Gysbert de Groot, in 1706 bij Jacobus en Jan Bouman, in 1711 bij de Weduwe van Gysbert de Groot, bij de erven van de weduwe van Gysbert de Groot in 1735, bij Jan van der Heyden in 1756 en tussen 1767 en 1790 bij de erven van de weduwe van Jacobus van Egmont; daarnaast is er nog een onge- dateerde roofdruk van Jan Pottebol te Leiden. DE LAND- EN ZEE-HELDIN (1682) EN DE FILOSOFIE VAN SPINOZA 29 In dit artikel beperk ik mij, kortheidswege, tot slechts drie beginselen van het spinozisme:3 (a) God is volkomen identiek met de natuur; in de Heldin vindt men deze opvatting zeer duidelijk terug. (b) De bijbel moet niet letterlijk worden geïnterpreteerd, maar figuurlijk. Aan de hand van een sermoen van een monnik, dat in extenso in de Heldin is opgenomen, zal ik proberen aan te tonen dat de auteur dit standpunt huldigt. (c) Mannen en vrouwen zijn gelijk. Dat blijkt al uit de inhoud van de Heldin: de hoofd- persoon, een vrouw, doet in geen enkel opzicht onder voor een man. Haar gedrag is gelijk aan dat van een man, zowel negatief: zij zuipt en gebruikt ruwe taal, als positief: zij betoont dezelfde dapperheid en moed in de strijd. De gelijkheid tussen man en vrouw houdt ook in dat zij onderhevig zijn aan dezelfde lust en gelijke primaire driften hebben. In de Heldin zijn zowel de mannen als de vrouwen seksueel actief. Is de Heldin een spinozistisch tractaat of een doodgewone roman over een vrouw die als man verkleed allerlei avonturen beleeft? Laat ik de Heldin eerst eens van zijn verpakking ontdoen. De verpakking: het humanisme en de Latijnse school Laag 1 van de verpakking: ouwerwetse degelijkheid, de bijbel en fraaie zinnen Wanneer de argeloze moderne lezer de Heldin doorbladert, vallen hem aller- eerst typische zeventiende-eeuwse kenmerken op: de vele lange en ingewik- kelde zinsconstructies, die grammaticaal echter altijd in orde zijn en de vele verwijzingen naar de klassieke Oudheid. Dit zijn typische kenmerken die verwijzen naar de humanistische traditie.4 De humanisten waren van mening dat de westerse beschaving in de middeleeuwen van haar bronnen was vervreemd. Onder ‘beschaving’ verstonden de humanisten allereerst de Latijnse taal en literatuur. Deze hadden volgens hen hun hoogtepunt gekend in de Romeinse tijd, in de eerste eeuw voor en de eerste eeuw na Christus. 3 Een ander belangrijk beginsel van het spinozisme is het radicaal afwijzen van het geloof in het bestaan van de duivel. Tien jaar voor het verschijnen van Balthasar Bekkers’ Betoverde Wereldt in 1691 rekent de auteur van de Heldin af met het geloof in de duivel. Zie verder Wortel 2005. 4 De term humanisme dateert pas van de negentiende eeuw en is afgeleid van het Italiaanse umanista, docent in de Latijnse taal, welsprekendheid, dichtkunst en literatuur, vakken die studia humaniora werden genoemd. De term heeft dus niets te maken met ‘het centraal stellen van de mens’, ‘de ontdekking van het individu’ en dergelijke. In het christelijk humanisme stond wel degelijk God centraal, en over het individu heeft geen humanist zich het hoofd gebroken. 30 DICK WORTEL Daarna was er verval ingetreden. De humanisten wensten het tij te keren. Het middel daartoe was de hervorming van het onderwijs. Zij wilden een literaire opvoeding: leerlingen moesten klassiek Latijn en liefst ook Grieks leren om de teksten uit de Oudheid te kunnen lezen en om zichzelf zuiver te kunnen uitdrukken. Wat opvalt aan de Heldin zijn deze kenmerken van de humanistische traditie. Een leerling van de Latijnse school legde verzamelingen aan van citaten, uitdrukkingen en woorden die hem opvielen of waarvan hij dacht dat ze hem nog wel eens van pas konden komen, alles uitgedrukt in het woord eloquentia. Hij moest in brieven, oraties of gedichten laten zien dat hij de gelezen teksten kon benutten. Men las met de leerlingen klassieke teksten vooral om hun taal- en stijlwaarde, met het oog op de imitatio door de leerlingen, een bekende term die voor de leerlingen van de Latijnse school een belangrijke betekenis in zich droeg: het navolgen van hoogstaande voor- beelden uit de literatuur. De imitatio is nog goed herkenbaar. Uit de zin: de Knoopen, die aan de Rok gestaan hadden [...], en welken ik nu hoopte dat my mijn leeven zouden baaten (Heldin, 1, 28). blijkt dat de auteur van de Heldin de schrijver P.C. Hooft goed kent, want bij hem komt het werkwoord baten in dezelfde betekenis ‘het leven doen behouden’ voor: ‘Soud ick u dan u leven baten?’ (Hooft, Ged.
Recommended publications
  • Deelprogramma Groen Holland Rijnland: De Tuin Van Holland
    Deelprogramma Groen Holland Rijnland: de Tuin van Holland “De vruchten, wortels en moeskruiden groeijen er in overvloed, en zijn van eene uitmuntende hoedanigheid. Men maekt er de beste boter van het land, drinkt er het beste bier en eet er het beste brood; ’t geen, gevoegd bij de schoonheid der gezigten, aldaer veel adeldom en rijke lieden lokt.” De nieuwe reisiger of Beschryving van de oude en nieuwe waerelt, ... Door Joseph de La Porte (1776) Juni 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding ..................................................................................................................................................... 3 2. Het verhaal van de streek ...................................................................................................................... 4 2.1 Identiteit als mededrager van het deelprogramma .................................................................. 4 2.2 De kracht van de streek ................................................................................................................. 4 2.3 Water als verbindende schakel tussen stad en ommeland ..................................................... 5 2.4 Erfgoedlijnen ..................................................................................................................................... 6 2.5 Streekproducten .............................................................................................................................. 7 3.1. Groen Blauwe Dooradering .........................................................................................................
    [Show full text]
  • [Titel – Lettertype Verdana 12 Pt, Vet]
    Interaction of rail infrastructure and urbanisation in the Netherlands; a preliminairy analysis Dena Kasraian TU Delft, Faculteit Bouwkunde [email protected] Kees Maat TU Delft, Faculteit Bouwkunde en TBM [email protected] Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 21 en 22 november 2013, Rotterdam Samenvatting Samenhang tussen rail infrastructuur en verstedelijking; een eerste analyse Het is al vaak betoogd dat verstedelijking van invloed is op de ontwikkeling van infrastructuur en vice versa. Toch zijn er weinig studies die de relatie tussen de groei van netwerken en de groei van het stedelijk oppervlak bestudeerd hebben. De oorzaak daarvan houdt zonder twijfel verband met het ontbreken van data over een lange periode. Recent worden steeds meer historische kaarten met behulp van GIS op gelijke wijze gedigitaliseerd en verder bewerkt tot een consistente dataset. Het doel ons onderzoek is om met behulp van deze bronnen de ontwikkeling van verstedelijking en infrastructuur netwerken te analyseren. In dit paper focussen we op de samenhang met het spoornetwerk. We beperken ons tot de Randstad voor de periode van 1850 tot 1990 (de periode tot heden is nog niet gereed). In de analyses concentreren we ons op enkele belangrijke momenten (deels door databeschikbaarheid ingegeven). We starten met 1850, wanneer net de eerste spoorlijnen zijn aangelegd. De periode tot 1900 wordt gekenmerkt door het grotendeels aanleggen van het netwerk zoals we dat nu ook nog kennen. In de periode tot 1940 wordt het verder voltooid, hoewel het aantal stations weer afneemt. Tot die tijd draagt het spoornetwerk sterk bij aan de verstedelijking. Vanaf de jaren zestig krijgt het spoornetwerk te maken met hevige concurrentie van het snelwegnetwerk, hetgeen resulteerde in forse ruimtelijke spreiding.
    [Show full text]
  • Oud-Poelgeest Van Middeleeuws Kasteel Tot Rustpunt in De Randstad
    Oud-Poelgeest Van middeleeuws kasteel tot rustpunt in de Randstad Freek Lugt Digitale versie met voetnoten en vindplaatsen van de illustraties. De bijschriften staan tussen vierkante haken [ ]. De illustraties zelf en de meeste kaderteksten zijn niet opgenomen. Versie oktober 2014. Copyright: F.H. Lugt / M. Wesseling / Vereniging Oud Oegstgeest ISBN: 978-90-812006-3-9 Overname van gedeelten uit deze uitgave in welke vorm dan ook is slechts toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur of de uitgever en met complete bronvermelding. De auteurs menen waar feiten worden gepresenteerd, niets anders dan feiten te hebben weergegeven. Niettemin aanvaarden zij noch de uitgever aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden of onvolledigheden. ‘Ik heb de conditiën gemaakt dat het geen Krankzinnigengesticht of Ziekenhuis moet worden. Het zou altijd zóó geschikt zijn voor Museum of Bibliotheek. Als het Kasteel maar in waarde en eer wordt gehouden.’1 Arnoldine Willink 1940 1 Arnoldine Willink over de verkoop van Oud-Poelgeest aan de gemeente Oegstgeest (ELO, Brief 18 maart 1940 van Arnoldine Willink aan Catrien Bijleveld-de Kempenaer, in W.J.J.C. Bijleveld, Aantekeningen betreffende Oud-Poelgeest, signatuur LB 86392-1). 1 Inhoud Voorwoord 3 1 Over Oud-Poelgeest: inleiding 5 2 Middeleeuws kasteel 8 3 De heren van Poelgeest 16 4 Zeventiende-eeuws landhuis 29 5 Het huis van Boerhaave 46 6 Empire 53 7 Doorgangshuis 62 8 Het kasteelpark door Margreet Wesseling 79 9 Negentiende-eeuws buiten 96 10 Oorlog 110 11 De uilen in de olmen 122 12 Rustpunt in de Randstad 127 Bijlage. De wapenschilden op Oud-Poelgeest 135 Illustratieverantwoording 140 Bibliografie 142 Voetnoten zijn te vinden in de digitale versie van dit boek op oudoegstgeest.nl.
    [Show full text]
  • De Navigatie in De Auto Kan Het Adres Niet Vinden En NRC-Handelsblad Krijg Je Er Alleen (Een Dag Te Laat)
    18-19•Een Brug te ver:18-19 06-03-2007 11:18 Pagina 18 bron: www.brugtever.somweb.com en brug te ver EDe navigatie in de auto kan het adres niet vinden en NRC-Handelsblad krijg je er alleen (een dag te laat) over de post, maar dr. Jeroen van der Sluijs (41) wil er nooit meer weg. Want vanuit zijn ark ziet hij het blauwe ijsvogeltje z’n visjes vangen en in het voorjaar klinkt over dit stukje Haarlemmertrekvaart nog de wisselzang van een dodaars-paartje. In het naastgelegen Heempark nestelt gewoonlijk weinig te zoeken. En voor steenkool en turf naar Leiden. In slappe een bosuil en op de stilstaande wieken bestuurders is het te ver weg. Het was, tijden legden die schippers hun trekschuit van de oude watermolen aan de over- vanuit gemeentelijk oogpunt, toch al een in de vaart tussen Haarlem en Leiden kant laten aalscholvers hun vlerken dro- moeilijk hoekje daar rond de voor de kant en sommigen zijn er nooit gen. Jeroen, universitair docent (Utrecht, Haarlemmertrekvaart waar de gemeente- meer weggegaan. Zoals de familie De Versailles) milieukunde, belandde twintig grens tussen Leiden en Oegstgeest pre- Grebber, waarvan de zesde generatie al jaar geleden als student bij toeval in ‘dit cies door het midden van de vaart loopt. aan de Haarlemmertrekvaart woont. Dat goddelijk stukje niemandsland’ en kan Jeroen ligt met zijn ark, evenals z’n vier is waarom Jeroens buurvrouw, de oude zich geen andere woonlocatie voorstel- buren, op Leids grondgebied: daar mevrouw Erades-de Grebber (63) met een len. “Een wat betere ark zou nog wel brengt hij z’n stem uit, betaalt belasting bibbertje in haar stem en tranen in haar eens leuk zijn, maar dan wel op dit plek- en liggeld en staat ingetekend op de ogen zegt: “Als ze me hier weg willen je.
    [Show full text]
  • Mobiliteitsbeleid Haarlem 2040
    Mobiliteitsbeleid Colofon Februari 2021 Studio Bereikbaar Adres Stationsplein 45 – E1.186 3013 AK Rotterdam [email protected] Mobiliteitsbeleid 4 Samenvatting een duurzaam en toekomstvast mobiliteitssysteem Haarlem wil een aantrekkelijke, gezonde en goed bereikbare stad zijn. Ambities Maar Haarlem groeit ook. In het mobiliteitsbeleid kijken we met bovenstaande principes in het Het aantal woningen stijgt naar verwachting met 10.000 en dat heeft achterhoofd naar het jaar 2030, met een doorkijk naar 2040. Hoe verplaatsen we ons in Haarlem in 2030 en hoe ziet Haarlem er dan uit? gevolgen voor het verkeer binnen en buiten de stad. Het bereikbaar Met andere woorden, wat hebben we met de mobiliteitstransitie dan houden van de groeiende stad vormt een grote uitdaging, waarop concreet bereikt? oude oplossingen als het verbreden of toevoegen van wegen en De transitie is erop gericht dat in 2030 bijna alle (90%) korte parkeerplaatsen geen afdoende antwoord meer bieden. In veel wijken verplaatsingen met een afstand van minder dan 2,5 km binnen de stad wordt nu al dagelijks ervaren hoe de parkeerdruk toeneemt. Haarlem met de fiets of te voet plaatsvinden en dat meer dan de helft (60%) staat bovenaan in jaarlijkse lijstjes van moeilijk bereikbare steden met de verplaatsingen vanuit of naar Haarlem toe met het OV of de fiets plaatsvinden. Het aantal auto’s in de stad is niet gegroeid. de auto. Het autoverkeer vormt daarnaast een belangrijke bron van Deze verplaatsingen vinden plaats op veilige wegen, waar de snelheid CO2 uitstoot in een stad waar de klimaatcrisis is uitgeroepen. Als we niet in de meeste gevallen terug is gebracht naar 30km/ uur.
    [Show full text]
  • Canon Van Oegstgeest
    Canon van Oegstgeest Inhoud: 1. De oudste tijden, ca 5000 v.Chr. – ca 1000 het landschap tot de middeleeuwen 2 2. Willibrord, 690 – 740 de kerkbouwer 5 3. Water en wegen, begin jaartelling – heden 8 4. De Oudenhof, ca 860 – ca 1500 11 5. Fusie met Poelgeest, 1399 een oude bestuurlijke herinrichting 13 6. Verbod op de buitennering, 1351 – 1809 16 7. Boerhaave, 1724 – 1735 19 8. Jeannette Wyttenbach, 1800 – 1830 21 9. Gevers van Endegeest, 1800 – 1896 over een belangrijke familie 24 10. Van Wijkerslooth, 1786 – 1851 eerste bisschop in Nederland na de reformatie 27 11. Openbaar vervoer, 1657 – heden van trekschuit tot interliner 30 12. Zoutzieder, pannenbakkers en melkboeren, ca 1800 – heden 33 13. Bollendorp, ca 1811 – 1980 poort naar de bollenstreek 36 14. Van boerendorp tot forensengemeente, 1896 – 1940 een bevolkingsexplosie 38 15. Annexaties, 1896, 1920 1966 terug tot minder dan de helft 41 16. Psychiatrische instellingen, 1897 – heden van gekkenhuis tot KZ-kliniek 44 17. Het Zendingshuis, 1917 – 1999 scholing en nascholing zendingswerkers 47 18. Het MEOB, 1939 – 2001 groot defensiebedrijf in een klein dorp 49 19. Terug naar Oegstgeest, 1641 – heden bakermat kunstenaars/wetenschappers 52 20. Nieuw elan, 1945 – heden de naoorlogse wijken 56 1 ca 5000 v.Chr. – ca 1000 1. De oudste tijden het landschap tot de middeleeuwen Wie uit de Terweeweg komt, ziet het Land van Bremmer aan de overkant. Rechts het bos, op de zandgrond, links de wei, op de veengrond. Daar ligt een van de laatste resten van wat tot in het begin van de 19e eeuw overal in Oegstgeest te zien was.
    [Show full text]
  • Educatief Project Trekvaarten
    over de Zuid!Hollandse trekvaarten Varen, net als toen | Route brochure | 1 Heemstede Vijfhuizen AMSTERDAM Oud-Diemen IJmeer Almere Diemen Badhoevedorp Cruquius Muiden Bennebroek Amstel Muiderberg Vogelenzang Duivendrecht Gooimeer Zwaanshoek TERUG NAAR DE INHOUD Oosteinde Amstelveen Weerestein Amsterdam- Weesp De Zilk Zuidoost N 442 Hoofddorp Naarder- Ouderkerk Ruigenhoek a/d Amstel De Horn Naarden Huizen Meer Beinsdorp Hillegom Ooster- Uitermeer duinse Oude Meer Holen Bikbergen Meer Halfweg Arnoud Oosteinde drecht Rozenburg ein Nigte- Nieuw-Vennep G N 206 vecht Bussum Abcoude Ankeveensche Blaricum 1 Spiegel- Hollandsch Hilversumse Noordwijkerhout inkel polder W Ankeveen Meent Aalsmeer Lisse Nes a/d Amstel Plassen Rijsenhout Ankeveen Lisser- ver broek Wa Eemnes Amsterdam-Rijnkanaal Overmeer Horstermeer Baambrugge Laren N 208 N 443 Noordwijk aan Zee De Engel A Rooversbroek n Eem l g Westeinderplassen a s Uithoorn a te 's- Graveland Abbenes n l a Burgerveen k t N 444 N 450 t h Kwakel ch c Kudelstaart e Vinkeveensche e Teijlingen Dr V Noordwijk-Binnen tel - ms Vreeland A Loenersloot Kortenhoef N 451 Wetering- Voorhout brug Plassen Wijde Blik Sassenheim Leimuiden Hilversum De Klei Vriezekoop Oude De Banken Kaag Wetering N 207 Oosteinde Blokland Vinkeveen Katwijk aan Zee Roelofarendsveen Bilderdam Loenen Baarn Nieuwe Wetering Mijdrecht Oud-Loosdrecht N 206 Klinkenberg Kager Plassen Nieuwveen Oukoop N 449 Rijnsaterwoude N 231 AA4444 K ro Wilnis m Nieuw-Loosdrecht Langeraar m Katwijk a/d Rijn Warmond Oud-Ade Noordeinde e Braassemer- Langer- M
    [Show full text]
  • 'Modern Economic Growth'? Holland Between 1500 and 1800
    The origins of ‘modern economic growth’? Holland between 1500 and 1800 (with an addendum on the years 1348-1500) Bas van Leeuwen (Warwick University) and Jan Luiten van Zanden (IISH/Utrecht University) 1. Introduction Most economic historians would agree that ‘modern economic growth’ – as defined by Simon Kuznets (1966) as the sustained increase of income per capita, accompanied by shifts in the structure of the economy – began with the British Industrial Revolution of the second half of the 18 th century. Kuznets himself was explicit about this,1 and a lot of the research carried out by scholars working on historical national accounts suggests the same: in large parts of Western Europe, long term economic growth began during the first decades of the 19 th century, whereas it probably started at some point in the 18 th century in England (Maddison 2001). There are a few problems with this view, however. The first problem is that Kuznets definition links two changes in the economy – per capita growth and structural change – that are not necessarily the same. In fact, as has been discussed in some detail by Crafts (1985), the development path of the pioneer of ‘modern economic growth’, England, was already before 1800 characterized by relatively large structural changes in the composition of the labour force and of GDP, whereas the increase of real income had been rather limited. He explained this ‘mismatch’ between growth and structural change as the result of (amongst others) the special features of English agriculture, which was increasingly concentrated in large farms using wage labour, which lead to a strong economizing on labour in the agricultural sector.
    [Show full text]
  • Inleiding Boek Tolhuis
    Leidse- of Haarlemmertrekvaart ruim 350 jaar Door Miep Smitsloo-de Graaff Ruim 350 jaar verbindt de Haarlemmertrekvaart de steden Haarlem en Leiden. Deze vaart, die nu nog louter recreatief wordt benut, had op vervoersgebied ooit eenzelfde betekenis als een snelweg vandaag de dag. Eeuwenlang waren de Hollanders op water aangewezen om zich te verplaatsen. Wegen, zo ze al bestonden, waren vrijwel onbegaanbare, modderige zandpaden. Een uitgebreid netwerk van waterwegen was wel beschikbaar, ook in deze regio. En waar de natuur geen waterwegen had gecreëerd, groef de mens ze eigenhandig. Een gemiddelde boottocht was eeuwenlang een hachelijke onderneming. De (zeil)schepen waren afhankelijk van de weerselementen, die op meren en rivieren vrij spel hadden. Zo speelde het handelsverkeer tussen het noorden en zuiden van Holland zich af via het Haarlemmermeer, waar het danig kon spoken. De behoefte aan een gereglementeerde vaart nam sterk toe in de Gouden Eeuw, waarin de handel tussen de steden bloeide. Vanuit verschillende steden klonk in de 17e eeuw de roep om verbindingen, voorzien van paden waarop paarden de boten onder alle weersomstandigheden vooruit konden ‘jagen’. Amsterdam en Haarlem waren in 1632 de eerste steden die een trekvaart aanlegden om op grote schaal passagiers te vervoeren. Ook Haarlem en Leiden sloegen in 1657 de handen ineen om de afstand tussen beide steden met een 28,5 kilometer lange trekvaart te overbruggen. Van meet af aan was het de bedoeling de kosten terug te verdienen door het heffen van tol, onder meer vanuit vrijwel 1 Trekschuiten in de Mare binnen de Leidse stadswallen (P.C. identieke tolhuizen in Haarlem en la Fargue,1770, ELO).
    [Show full text]
  • 4 the Images of Dutch Cities in the Nineteenth and Twentieth Centuries.1
    51 4 The images of Dutch cities in the nineteenth and twentieth centuries.1 Introduction At the beginning of the twentieth century, municipal councils and tourist of- fices started to promote ‘their’ cities. An important instrument in this promotion was often a new characterisation of individual cities. Haarlem, for instance, was called the city of flowers, and ’s-Hertogenbosch (Bois le Duc) the cheerful mar- ket town. The political and economic unification of the Netherlands, which started with the formation of the Kingdom of the Netherlands in 1813, probably induced municipal authorities to distinguish their cities within this national framework. A cultural differentiation went hand-in-hand with economic spe- cialisation, which received an extra impetus during the industrialisation wave at the end of the nineteenth and the beginning of the twentieth century. In this paper I will investigate whether these processes of cultural and economic spe- cialisation are related. A second question concerns the continuity of the city im- ages which were formulated before the nineteenth century. Did they persist, were they incorporated in the new image, or were they replaced by completely new ones? When answering these two questions, a distinction will be drawn be- tween the images formulated inside the city and the images presented by visitors from foreign countries and other parts of the Netherlands. City images before 1800 by travellers from abroad Recently, some solid analytical studies have been published about the experi- ences of travellers from Britain, Germany and France who visited the Nether- lands in the early modern period.2 One survey, published in 1936, points out that most of these travel accounts were written by visitors from these three countries.3 Of the 303 journals known at that time, written between 1648 and 1850, 105 were written by Germans, 78 by Britons, and 61 by Frenchmen.
    [Show full text]
  • English Translationenglish 5X5 – Projects for the Dutch City Dutch the for –Projects 5X5
    3 20 Introduction 3. Delft’s railway zone English Translation 3 Willemijn Wilms Floet and Leen van Duin 5x5: Projects for the Dutch City 23 Henk Engel 4. Gouda’s railway zone 6 Olivier van der Bogt The Railway and the Dutch City 26 Roberto Cavallo 5. Dordrecht’s railway zone 10 Esther Gramsbergen Time and the city 30 Leslie Kavanaugh Book review 13 Leslie Kavanaugh 1. Haarlem’s railway zone 31 Roberto Cavallo Book review 17 Endry van Velzen 2. Leiden’s railway zone 32 Willemijn Wilms Floet About the authors Introduction cal cities in the 21st century. which values ‘design’ as a result of scientific The ‘Polemen’ section concludes this issue research. This way doctoral research could This issue of OverHolland presents the with two book reviews: Leslie Kavanaugh be considerably broadened and could offer results of the first part of the research discusses the latest study by historian Auke a new framework for appointing teachers project 5x5 – Projects for the Dutch City, van der Woud entitled Een nieuwe wereld. and researchers strongly orientated towards which is being carried out at the Faculty Het ontstaan van het moderne Nederland (‘A the practice of designing. Such teachers of Architecture of the Delft University of new world. The origin of the modern Nether- and researchers are simply crucial in order Technology. With ‘Research by Design’, 5x5 lands’), while Endry van Velzen elaborates to educate designers. From this perspec- intends to research the cohesion between on his vision in the book De tussenmaat: een tive, by recognising ‘Research by Design’ de Hollandse stad voor studies Architectonische architectonic interventions and urban handboek voor het collectieve woongebouw the management of the Delft University of transformations of the station areas in the (‘The intermediate size.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    'Een Beytie Hollansche' Dutch Compositions James Boswell editie C.C. Barfoot en K.J. Bostoen bron James Boswell, 'Een Beytie Hollansche'. Dutch Compositions (eds. C.C. Barfoot en K.J. Bostoen). Academic Press Leiden, Leiden 1995 (tweede druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/bosw003ccba01_01/colofon.htm © 2009 dbnl / C.C. Barfoot en K.J. Bostoen ii James Boswell (oil painting by George Willison, 1765) James Boswell, 'Een Beytie Hollansche' vi List of illustrations James Boswell ii Diederik Jacob van Tuyll van xvi Serooskerken Belle de Zuylen xvii Christiaan Hendrik Trotz xxiii Gijsbertus Bonnet xxiii View of Utrecht xxv ‘Trekschuit’ xxvi Composition no. 1 2 James Boswell, 'Een Beytie Hollansche' vii Introduction Boswell in the Netherlands Seen off by Dr Johnson, James Boswell, not yet 23,1. on 6 August 1763 embarked at Harwich on ‘the Prince of Wales packet-boat’ for the Netherlands, where he landed, at Hellevoetsluis, the following day ‘at twelve at noon’.2. After living for nine exciting months in London, where in a rakish existence he had partly managed to ‘transform himself from a raw and romping boy into a high-bred man of pleasure’,3. and had become the friend of Samuel Johnson, more than thirty years his senior, in August 1763 Boswell was on his way to Utrecht to continue his law studies, already begun in Scotland. As Pottle says: The selection of Utrecht as the place for Boswell's legal education had nothing odd or unusual about it. Scots law, a totally different system from the English, makes a great deal of Roman law; and as the Dutch were the great masters of Roman law, it was usual for young men preparing for the Scots bar to complete their education in Holland.
    [Show full text]