Eindrapport – 12 november 2014

GRIP OP SAMENWERKING?!

ONDERZOEK NAAR DE GRIP VAN DE GEMEENTEBESTUREN VAN , EN WINTERSWIJK OP REGIONALE SAMENWERKINGSVERBANDEN

Colofon Dit onderzoek is uitgevoerd door de Rekenkamercommissie Aalten, Oost Gelre, Winterswijk.

Sinds september 2013 is deze rekenkamercommissie ingericht volgens het directeursmodel. Directeur van de rekenkamercommissie is dr. Igno Pröpper. Hij heeft dit onderzoek uitgevoerd samen met plaatsvervangend directeur Ing. Peter Struik MBA en Remco Smulders MSc.

De rekenkamercommissie stemt geregeld af met een raadswerkgroep (bestaande uit twee raadsleden per gemeente) over de selectie van onderwerpen, de opzet van onderzoeken en de rapportagevorm.

Samenstelling Raadswerkgroep sinds de verkiezingen van 2014: Dhr. J. Bongers, raadslid Oost Gelre Dhr. T. De Graaf, raadslid Winterswijk Dhr. R. Klein Tank, raadslid Oost Gelre Dhr. F. Roerdinkholder, raadslid Winterswijk Dhr. M. Veldhuizen, raadslid Aalten Dhr. R. Wossink, raadslid Aalten

2

Inhoudsopgave

Deel I: De Kern ...... 4 1 Introductie op het onderzoek ...... 4 2 Conclusie: grip is gering ...... 5 3 Aanbevelingen ...... 6

Deel II: De bevindingen ...... 8 1.1 De grip van gemeenteraden en (in mindere mate) colleges op samenwerkingsverbanden is gering ...... 8 1.2 Vaak is onduidelijk of samenwerking de beoogde meerwaarde oplevert...... 9 1.3 Het ontbreekt raadsleden aan een handzaam overzicht van alle samenwerkingsverbanden ...... 10 1.4 De informatievoorziening van samenwerkingsverbanden laat te wensen over ...... 11 1.5 Raden kunnen hun eigen rol actiever invullen ...... 12 1.6 Grotere en oudere samenwerkingsverbanden staan vaak op grotere afstand van de gemeente ...... 13 1.7 Uittreden is zeer complex ...... 14 1.8 Het bieden van lokaal maatwerk tegen aanvaardbare kosten is wenselijk maar lastig ...... 15 1.9 Lokale en regionale belangen verbinden lukt vaak niet ...... 16

Deel III: Bijlagenboek ...... 18 Bijlage 1 Opzet voor een digitaal instrument ...... 18 Bijlage 2 Overzicht verbonden partijen Aalten ...... 23 Bijlage 3 Overzicht verbonden partijen Oost Gelre ...... 27 Bijlage 4 Overzicht verbonden partijen Winterswijk ...... 32 Bijlage 5 Onderzoeksopzet ...... 37 Bijlage 6 Bronnen- en respondentenlijst ...... 39

Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor...... 46 Deel V: Nawoord Rekenkamercommissie ...... 52

3 Deel I: De Kern

Deel I: De Kern

1 Introductie op het onderzoek

1.1 Onderzoek naar ‘grip op samenwerking’ Gemeenten werken steeds meer samen. De bezuinigingen van de laatste jaren vormden een stimulans om te kijken welke taken samen goedkoper konden worden uitgevoerd. Met de decentralisaties van taken in het sociaal domein lijkt een nieuwe ‘golf van samenwerking’ aanstaande.

In de overleggen met de raadswerkgroep van de rekenkamercommissie bleek dat gemeenteraadsleden worstelen met de grip op samenwerkingsverbanden. Belangrijke vragen zijn hoe je overzicht houdt, samenwerkingsverbanden inhoudelijk kan sturen en controleren en bovendien risico’s beheersbaar kan houden. Dit heeft de rekenkamercommissie doen besluiten een onderzoek in de drie gemeenten te starten met als centrale thema ‘grip op samenwerking’.

1.2 Doel is gereedschapskist voor de toekomst Centrale doel van het onderzoek is het ondersteunen van de gemeenteraden in het versterken van hun grip op samenwerking. Dit is als volgt geformuleerd:

“Ontwikkelen van een gereedschapskist met sturings- en controlemogelijkheden voor de gemeenteraad om betere grip te krijgen op samenwerkingsverbanden.”

Grip op samenwerking betekent niet dat een samenwerkingsverband altijd precies doet wat één gemeenteraad wil. Samenwerking betekent immers ‘geven en nemen’ en zeker in grotere verbanden kan je niet altijd je zin krijgen. Met grip op samenwerking vanuit de gemeenteraad bedoelen we wél dat de raad tijdig en op een goede manier invloed kan uitoefenen. Dit betekent aan de voorkant een duidelijk mandaat voor het college via heldere doelen en kaders: wat is de inzet vanuit de gemeente. Dit betekent dat de raad tussentijds en achteraf goed in stelling komt om te controleren en bij te sturen.

De rekenkamercommissie heeft besloten om aan de hand van een aantal cases (SDOA, Hameland, ISWI en Regio ) de grip op samenwerkingsverbanden vanuit de gemeenten Aalten, Oost Gelre en Winterswijk in kaart te brengen. Hierbij hebben we, gelet op het onderzoeksdoel, gefocust op de factoren die op dit moment belemmeren dat er volledige grip is op samenwerking; het zijn immers deze factoren waarvoor de gemeente(rade)n klaarblijkelijk extra gereedschap nodig hebben. Hoofdstuk 2 van deze kern bevat de conclusies van het onderzoek en hoofdstuk 3 de aanbevelingen voor de toekomst. Deel II van dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen over de huidige situatie en in Deel III treft u de bijlagen aan, waaronder de volledige onderzoeksopzet. Deel IV bevat de ambtelijke en bestuurlijke wederhoorreacties en deel V het nawoord van de rekenkamercommissie naar aanleiding van die reacties.

4 Deel I: De Kern

2 Conclusie: grip is gering

1 De grip van gemeenteraden en (in mindere mate) colleges op samenwerkingsverbanden is gering: het lukt nauwelijks om vanuit overzicht gezamenlijk met partners te sturen en controleren op lokale doelen.

2 Raadsleden missen overzicht over de samenwerkingsverbanden. Dit geldt in het bijzonder voor de samenwerkingsverbanden die ook werkelijk politiek relevant zijn. De informatievoorziening hierover is bovendien onvoldoende toegespitst op de lokale doelen en politieke aandachtspunten.

3 De gemeenteraden van Aalten, Oost Gelre en Winterswijk onderkennen het belang van samenwerking en zij doen regelmatig ‘invloedspogingen’. Een aantal wegen om meer ‘grip’ te krijgen, kunnen raden nog meer benutten. De raden kunnen richting het college (en langs die weg richting samenwerkingsverbanden) meer en preciezere eisen stellen aan de kwaliteit en de timing van de informatievoorziening. Zodoende kunnen zij meer overzicht creëren en daarmee beter in stelling komen voor politieke sturing en controle. Door de contacten met andere raden aan te halen, kunnen raden bovendien de succeskans van hun invloedspogingen vergroten.

4 Slagvaardige regionale samenwerking vraagt het verbinden van lokale en regionale belangen. Dit lukt alleen als de gemeenten het regionale spel op een voldoende hoog niveau spelen. Tot nu toe is het spelniveau in Aalten, Oost Gelre en Winterswijk relatief laag: het lukt nog onvoldoende om lokale en regionale belangen met elkaar te verbinden.

5 Deel I: De Kern

3 Aanbevelingen

1 Organiseer als raad (samen met college en samenwerkingsverbanden) de voorwaarden om goed in stelling te worden gebracht bij het sturen en controleren van samenwerkingsverbanden. Stel via het college eisen aan de kwaliteit en de timing van de informatievoorziening. Dit moet er toe leiden dat de raad snel en actueel overzicht heeft over belangrijke informatie rond samenwerkingsverbanden: a Overzicht over het geheel van samenwerkingsverbanden (denk aan: ‘welke verbanden zijn er allemaal?’, ‘hoeveel budget gaat er totaal heen?’, ‘met welke gemeenten werken we in welk verband samen?’. b Snel en eenvoudig overzicht over de belangrijkste aspecten van elk samenwerkingsverband (‘hoe zat het ook al weer bij dit verband?’). c Snel en actueel overzicht over de belangrijkste resultaten en politieke aandachtspunten die spelen bij elk samenwerkingsverband, ook in relatie tot de door de eigen gemeente gestelde doelen (‘hoe zit het op dit moment?’ en ‘moet ik als raadslid in actie komen?’). d Zicht op de inzet van en actuele discussies bij andere gemeente(rade)n.

Een digitaal instrument kan hiervoor een werkbare vorm bieden. Zie een eerste aanzet voor dit instrument in bijlage 1.

Waar dient het instrument voor? 1 24 uur per dag heeft de raad overzicht over het geheel van samenwerking: – Met welke gemeenten werken we in welke verbanden samen? – Hoe groot deel van ons budget wordt via samenwerkingsverbanden besteed? – Welke verbanden zijn het meest risicovol?

2 24 uur per dag heeft de raad overzicht per samenwerkingsverband: – Bereikt het verband de resultaten die de raad had beoogd? – Hoe en wanneer kan de raad bijsturen? – Wat zijn ingrijpende ontwikkelingen waar de raad attent op moet zijn?

3 De raad heeft niet alleen zicht op de eigen agenda, inzet en doelen, maar ook op die van gemeenten waarmee wordt samengewerkt. Er ontstaan hierdoor kansen om meer samen te sturen en het succes van invloedspogingen te vergroten.

Kortom, dit instrument moet er voor zorgen dat de raad beter in stelling komt om samenwerkingsverbanden te sturen en te controleren.

6 Deel I: De Kern

2 De formatiefase is bij samenwerking cruciaal: de grip van de raad staat of valt bij de keuzes die in deze fase gemaakt worden. Investeer bij mogelijke nieuwe samenwerkingsverbanden (zoals rond de decentralisaties) dus nadrukkelijk in deze fase. Werk hierbij met name aan drie zaken: – Het uitvoeren van nulmetingen: zorg dat achteraf is vast te stellen of samenwerkingsverbanden daadwerkelijk de beoogde meerwaarde bieden. – Het creëren van ruimte voor betaalbaar lokaal maatwerk: zorg dat de samenwerking zo is ingericht dat deze zowel bedrijfseconomische schaalvoordelen biedt als in staat is om op de door de raad gewenste onderdelen lokaal maatwerk te bieden. – Het maken van afspraken over uittreding: creëer ruimte om bij tegenvallende resultaten de samenwerking ook weer te kunnen beëindigen.

3 Investeer bij de verbanden die gericht zijn op Gezamenlijk een hoger spelniveau bereiken: beleidsafstemming in het (1) Oog voor de omgeving : bewustwording dat lokaal belang bereiken van een hoger niet altijd in strijd is met regionaal belang. spelniveau. Maak de inhoudelijke (2) Samenwerking uit noodzaak: zicht op en erkennen van opgaven het centrum van de gedeelde opgaven en afhankelijkheid. samenwerking en investeer, met (3) Samenwerking als kans : erkennen van mogelijkheid om oog voor de lange termijn en hogere ambities te bereiken door krachten te bundelen. vanuit overzicht op het geheel, in (4) Oog voor langere termijn: erkennen dat met ‘geven en het creëren van gezamenlijke en nemen’ op de langere termijn lokale belangen doorleefde regionale ambities geoptimaliseerd kunnen worden. die tegelijkertijd het lokale en (5) Regie op geheel van samenwerking: uitruilen over regionale belang dienen. verschillende dossiers vanuit overzicht over de verdeling van lokale voor- en nadelen. (6) Identificatie lokaal met regionaal belang: op basis van gezamenlijk proces ontstaat een gezamenlijke en ‘doorleefde’ ambitie die tegelijkertijd het lokale en regionale belang dient.

7 Deel II: De bevindingen

Deel II: De bevindingen

1.1 De grip van gemeenteraden en (in mindere mate) colleges op samenwerkingsverbanden is gering

De grip op samenwerkingsverbanden van de gemeenteraden en (in mindere mate) de colleges is gering.

In het onderzoek hebben we 8 factoren in kaart gebracht die op dit moment nog belemmerend zijn voor het verkrijgen van grip. De bevindingen ten aanzien van deze acht factoren worden in de komende pagina’s uiteengezet: – Vaak is onduidelijk of samenwerking de beoogde meerwaarde oplevert. – Het ontbreekt raadsleden aan een handzaam overzicht van de samenwerkingsverbanden. – De informatievoorziening van samenwerkingsverbanden laat te wensen over. – Raden kunnen hun eigen rol actiever invullen (‘Grip hebben is een kwestie van grip nemen’). – Grotere en oudere samenwerkingsverbanden staan vaak op grotere afstand van de gemeente (‘Wij van de gemeente en zij van het samenwerkingsverband’). – Uittreden is zeer complex. – Het bieden van lokaal maatwerk tegen aanvaardbare kosten is wenselijk maar lastig. – Lokale en regionale belangen verbinden lukt vaak niet (‘In de Achterhoek zijn veel samenwerkingsverbanden, maar wordt weinig samengewerkt’).

Bestuurders en raadsleden zien ook dat er weinig grip is – “Als college hebben wij soms al nauwelijks grip op gemeenschappelijke regelingen, laat staan dat de gemeenteraad dat heeft.” – “Vanuit de raad worden samenwerkingsverbanden op dit moment weinig gestuurd en gecontroleerd. Dat komt deels omdat er geen helder beeld is van de gewenste situatie. Dat ligt niet alleen aan de raad, maar ook aan organisatie en college: je moet als gemeente als geheel zorgen dat de raad ook een beeld heeft van waar ze naar toe wil met samenwerking.” – “Dat er soms gemopperd wordt door raadsleden over een gebrek aan grip op gemeenschappelijke regelingen is op zich begrijpelijk. Niet alle samenwerkingsverbanden zijn even transparant en investeren evenveel in goed contact met raden. Aan de andere kant moeten raadsleden daarbij ook naar zichzelf kijken: je moet het niet laten gebeuren dat een samenwerkingsverband out of control raakt.” – “Bijkomend probleem is vaak ook het grote aantal deelnemers. Bijvoorbeeld bij de Veiligheidsregio zit je met zoveel partijen aan het stuur dat er eigenlijk niemand meer stuurt. Zo’n samenwerkingsverband gaat dan volledig zijn eigen leven leiden en er is geen sprake van verlengd lokaal bestuur”

8 Deel II: De bevindingen

1.2 Vaak is onduidelijk of samenwerking de beoogde meerwaarde oplevert

Cruciaal voor ‘grip op samenwerking’ is het vooraf definiëren van de motieven voor samenwerking en vervolgens ook monitoren of samenwerking de beoogde meerwaarde biedt. Verschillende motieven (waarom samenwerken in plaats van taken alleen oppakken?) kunnen immers een rol spelen.

Mogelijke motieven voor samenwerking – Het vergroten van het ambitieniveau: door samenwerking meer bereiken (bijv. betere dienstverlening). – Efficiënter werken: door samenwerking met minder middelen hetzelfde bereiken. – Het behalen van organisatorische voordelen: door samenwerking bijvoorbeeld professionaliseren of kwetsbaarheid verminderen. – Voorkomen van wederzijdse hinder: door samenwerking bijvoorbeeld 'slopende concurrentie' of het op elkaar afwentelen van negatieve bijeffecten voorkomen. – Verruimen van de horizon: door samenwerking nieuwe ‘werelden’ ontdekken en zicht krijgen op kansen. – Verminderen van risico’s: door samenwerking risico's voor de gemeente verminderen door deze te spreiden over verschillende organisaties.

In de praktijk is vaak onduidelijk of samenwerkingsverbanden de beoogde meerwaarde opleveren. Hiervoor zijn verschillende oorzaken: – Gebrek aan sturing aan de voorkant: expliciete motieven en evalueerbare doelen ontbreken. De partners maken geen afspraken over de criteria op basis waarvan de samenwerking na een aantal jaar beoordeeld wordt. – Gebrek aan een nulmeting: voorafgaand aan de samenwerking ontbreekt zicht op de lokale financiële en maatschappelijke resultaten. Na de start van de samenwerking is het daardoor onmogelijk om de resultaten van de samenwerking te vergelijken met de situatie vóór de samenwerking. Daarmee kan ook niet worden vastgesteld of de samenwerking de beoogde meerwaarde heeft opgeleverd. – Oorspronkelijke motieven en gestelde doelen verdwijnen gaandeweg uit beeld. De vraag ‘waarom deden we dit ook alweer?’ wordt niet meer gesteld en er is ook niemand die hem nog kan beantwoorden. – Er wordt niet (per gemeente) gemonitord of de oorspronkelijke motieven wel gerealiseerd worden.

Motieven SDOA consequent in beeld De motieven voor oprichting van de Sociale Dienst Oost Achterhoek staan bij bestuurders en raadsleden nog wel helder op het netvlies: verhogen van kwaliteit, verminderen van kwetsbaarheid en reduceren van de kosten. In de begrotingen van SDOA staan deze motieven consequent genoemd op pagina 1: hier gaat het uiteindelijk om. Raadsleden hebben het idee dat zij zicht hebben op de mate waarin SDOA de meerwaarde biedt die bij de start beoogd was.

9 Deel II: De bevindingen

1.3 Het ontbreekt raadsleden aan een handzaam overzicht van alle samenwerkingsverbanden

Zoals blijkt uit de bijlagen 2 t/m 4 participeren Aalten, Oost Gelre en Winterswijk in een groot aantal samenwerkingsverbanden. Over de plannen en resultaten van al deze samenwerkingsverbanden ontvangen raadsleden grote hoeveelheden informatie. Hoewel deze formele informatievoorziening meestal netjes volgens de regels verloopt, is het in de praktijk voor raadsleden ondoenlijk om al deze informatie tot zich te nemen, te doorgronden en hier een mening over te vormen. Het financiële en maatschappelijke belang van samenwerkingsverbanden verschilt bovendien sterk, net als de rol en sturingsmogelijkheden die raadsleden hebben.

Bij raadsleden is er behoefte aan een ‘klantvriendelijk’ overzicht van alle samenwerkingsverbanden waarin automatisch ‘lampjes gaan branden’ als de raad in actie moet komen. Een aantal zaken ontbreekt hiervoor tot nu toe: – Zicht op de aard van samenwerking: gaat het om beleidsafstemming (waarbij de raad nadrukkelijk betrokken wil en moet zijn) of puur om gezamenlijke uitvoering of bedrijfsvoering (waarbij het college een grotere rol heeft en de raad op afstand de kwaliteit en kosten monitort)? – Zicht op de (omvang van) risico’s: wat zijn samenwerkingsverbanden die grote financiële en inhoudelijke risico’s met zich meebrengen en wat zijn samenwerkingsverbanden die nauwelijks risico’s met zich meebrengen? – Zicht op de wezenlijke politieke punten bij de belangrijke verbanden: wat zijn in een samenwerkingsverband de voor de gemeenteraad belangrijke issues? Als dit duidelijk op papier staat, kan de raad ten aanzien van deze punten ook nauwgezet geïnformeerd worden.

Prioritering van samenwerkingsverbanden ontbreekt Raadsleden in Winterswijk geven aan dat de informatievoorziening niet is afgestemd op het relatieve belang van een samenwerkingsverband : “De samenwerkingsverbanden hebben natuurlijk niet allemaal evenveel prioriteit: het ene samenwerkingsverband heeft meer invloed op de bewoners van Winterswijk dan het andere samenwerkingsverband. Toch krijgt de raad over alle samenwerkingsverbanden soortgelijke stukken. De informatievoorziening is in die zin niet afgestemd op de prioriteit van de samenwerkingsverbanden.”

Raadsleden in Aalten zien dit ook. Zij willen een duidelijker beeld van het belang van de verschillende samenwerkingsverbanden: “Aan de andere kant zijn er ook heel veel samenwerkingsverbanden op het gebied van bedrijfsvoering waar je als raad eigenlijk niet veel over hoeft te weten. Het is goed om dat expliciet in beeld te hebben: wat zijn de samenwerkingsverbanden waar je op moet sturen en controleren en wat ligt bij het college?”

10 Deel II: De bevindingen

1.4 De informatievoorziening van samenwerkingsverbanden laat te wensen over

Het niveau van de informatievoorziening vanuit de samenwerkingsverbanden aan de gemeenten is van sterk wisselende kwaliteit. Een aantal facetten speelt hierbij een rol: – De relevantie van de informatie: raadsleden klagen over zeer omvangrijke stukken waarin allerlei informatie staat die zij helemaal niet nodig hebben. Zij zouden willen dat de informatie kort en krachtig is: direct zicht op een beperkt aantal relevante indicatoren en de belangrijkste keuzevraagstukken waar de raad wat van moet vinden. Daarbij zou er niet alleen aandacht moeten zijn voor financiële resultaten, maar met name ook voor maatschappelijke effecten. – De ‘lokaalheid’ van de informatie: sommige samenwerkingsverbanden rapporteren uitgebreid over wat er in het samenwerkingsverband is gebeurt, maar bieden weinig informatie over wat dit betekent voor de individuele gemeenten. Raadsleden zijn juist op zoek naar de resultaten (zowel financieel als inhoudelijk) die het samenwerkingsverband levert voor hun gemeente. – De timing van de informatie: raadsleden hebben soms het gevoel dat zij pas horen dat er stront aan de knikker is wanneer daar niks meer aan gedaan kan worden. Zij zouden graag al eerder geïnformeerd willen worden over de risico’s die in de toekomst mogelijk problemen gaan veroorzaken. – De structuur in de informatievoorziening: raadsleden willen een beeld krijgen van de ontwikkelingen in het samenwerkingsverband over de langere termijn. Hiervoor is het handig wanneer periodiek en in dezelfde vorm over dezelfde onderwerpen/ indicatoren wordt gerapporteerd.

Overigens kan ook het college en de ambtelijke organisatie een rol spelen bij het verbeteren van de informatievoorziening aan de raad. Zo zijn er ook in Aalten, Oost Gelre en Winterswijk goede voorbeelden van oplegnotities waarin duidelijk de belangrijkste kernpunten worden verwoord. Hiervoor is wel noodzakelijk dat in de eigen ambtelijke organisatie genoeg expertise achterblijft om goed over het samenwerkingsverband te kunnen adviseren.

Informatievoorziening SDOA wordt gewaardeerd De raden van Oost Gelre en Winterswijk zijn met name te spreken over de informatie die ze ontvangen vanuit SDOA: “De informatievoorziening vanuit SDOA is goed. De raad krijgt elke 3 maanden een rapportage en daarin wordt ook gewoon gerapporteerd over de zaken die je als raad wil weten. Bovendien gebeurt dat structureel op dezelfde manier zodat je ook ziet welke ontwikkeling gaande is.” Uit de interviews met de samenwerkingsverbanden blijkt dat zij nadrukkelijk bezig zijn met het verbeteren van de informatievoorziening aan de raad: “Belangrijk in de betrokkenheid van de raden is dat je als organisatie je heel toegankelijk opstelt en de informatievoorziening ook afstemt op de manier waarop de raad die wil hebben. Als je dat doet, krijg je vanuit de raden ook een positieve reactie terug. We proberen zoveel mogelijk bij raden en commissies aanwezig te zijn om de raadsleden mee te nemen in wat wij doen.”

11 Deel II: De bevindingen

1.5 Raden kunnen hun eigen rol actiever invullen (‘Grip hebben is ook een kwestie van grip nemen’)

Grip hebben op samenwerkingsverbanden is ook een kwestie van grip nemen. Veel raadsleden in Aalten, Oost Gelre en Winterswijk onderkennen dat zij zelf ook meer kunnen doen om de grip op samenwerkingsverbanden te vergroten. Raden zouden er voor kunnen zorgen dat zij beter in stelling worden gebracht en dat hun invloedspogingen meer kans van slagen hebben.

Of een raad goed in stelling komt, hangt grotendeels ook van de raad af. Door heldere kaders te formuleren die aangeven wanneer, waarover en in welke vorm de raad geïnformeerd dient te worden, kan de raad haar eigen rol versterken. Om zelf beter in stelling te komen, zouden de raden van Aalten, Oost Gelre en Winterswijk een aantal zaken nadrukkelijker kunnen oppakken: – De raad zou voor zichzelf meer zicht moeten organiseren op het geheel van samenwerkingsverbanden: wat zijn de samenwerkingsverbanden die relatief belangrijk zijn en wat zijn de politieke aandachtspunten binnen de samenwerkingsverbanden waar we nauw bij betrokken willen zijn. – De informatievoorziening vanuit de samenwerkingsverbanden en het college kan door de raad meer gericht worden. Nu wordt vaak wel gesteld dat de informatie die de raad krijgt onvoldoende relevant of duidelijk is, maar de raad stelt vervolgens dan niet aan de orde hoe hij dan wel geïnformeerd zou willen worden. Het gaat hierbij zowel om de vorm van informatievoorziening als om de inhoud (wat zijn de indicatoren waarover de raad consequent op de hoogte gehouden wilt worden). – De raad zou het zicht houden op samenwerkingsverbanden onderling kunnen verdelen. Dit kan er voor zorgen dat er altijd één of twee raadsleden volledig op de hoogte zijn over een samenwerkingsverband in plaats van dat iedereen een beetje weet over alle verbanden.

De raden kunnen ook meer doen om, wanneer zij eenmaal in stelling zijn gebracht, meer succes te hebben met hun invloedspogingen. Denk hierbij aan de volgende opties: – Er zou rondom de écht belangrijke samenwerkingsverbanden meer contact moeten zijn tussen de verschillende raden of collega-fracties in andere raden. Om een succesvolle invloedspoging te doen, moet je immers de meerderheid van het samenwerkingsverband achter je krijgen. – De vergaderfrequentie van de gemeenteraad zou omhoog kunnen zodat de raad altijd op tijd een zienswijze kan indienen bij het samenwerkingsverband.

Er zijn al positieve voorbeelden zichtbaar waarbij raadsleden invulling geven aan bovenstaande punten en meer zelf de regie in handen nemen.

Niet met elk antwoord genoegen nemen Een raadslid uit Oost Gelre geeft aan: “Grip hebben is ook een kwestie van grip vragen en nemen. Je moet je als raad niet met een kluitje in het riet laten sturen. We hebben bijvoorbeeld met SDOA een discussie gehad over gezamenlijke marktbewerking. SDOA heeft toen gezegd: ‘dat kan en mag niet’. De raad heeft toen gezegd ‘volgens ons moet en kan het wel, leg maar eens uit waarom het niet kan’.”

12 Deel II: De bevindingen

1.6 Grotere en oudere samenwerkingsverbanden staan vaak op grotere afstand van de gemeente (‘Wij van de gemeente en zij van het samenwerkingsverband’)

Zowel ambtenaren, bestuurders als raadsleden hebben het idee dat de grip op samenwerkingsverbanden afneemt naarmate de verbanden groter en ouder worden. Naarmate de tijd vordert raken de oorspronkelijke doelen en motieven buiten beeld en neemt de (persoonlijke) verbondenheid tussen samenwerkingsverband en gemeenten af. Naarmate het aantal deelnemers groter is en het aantal visies op de gewenste toekomst van de samenwerking toeneemt, krijgen bestuurders het idee minder te zeggen te hebben.

Uitspraken in gemeenten als ‘de directeur van het samenwerkingsverband wil dit’ of ‘het samenwerkingsverband moet deze kosten voor zijn rekening nemen’ zijn kenmerkend voor een toenemende afstand tussen gemeente en samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband wordt niet langer als een organisatie gezien waar de gemeente uiteindelijk zelf eigenaar, bestuurder en opdrachtgever van is, maar als een externe en zelfstandige instantie.

De toenemende afstand tussen gemeenten en samenwerkingsverbanden lijkt bovendien een zichzelf versterkend effect te hebben. Naarmate bestuurders en gemeenteraadsleden het idee krijgen toch weinig te zeggen hebben binnen een samenwerkingsverband, neemt de aandacht ervoor ook af. Daarmee komt het samenwerkingsverband alleen maar verder van de gemeente af te staan en gaat het nog meer een eigen koers varen.

Op ambtelijk niveau zijn initiatieven zichtbaar om de grip op samenwerkingsverbanden te versterken. Zo is in opdracht van het Directeuren Netwerk Achterhoek een ambtelijke werkgroep opgestart die de grip van de gemeenten op de GGD moet verbeteren. Dit heeft al geleid tot concrete afspraken (zoals het beter afstemmen van de P&C-cycli) die er toe moeten leiden dat de gemeenten meer aan de voorkant kunnen sturen.

Afstand tussen gemeente en samenwerkingsverband verschilt – “In zijn algemeenheid zie je dat twee factoren bepalen hoeveel grip je op een samenwerkingsverband hebt: de leeftijd van een samenwerkingsverband gecombineerd met het aantal gemeenten dat er aan mee doet. Hoe ouder een samenwerkingsverband is en hoe meer gemeenten deelnemen, hoe minder je direct kan sturen.” – Dit is in de ogen van bestuurders en raadsleden ook terug te zien in concrete cases: “Hameland is in de praktijk veel meer een zelfstandig bedrijf op afstand van de gemeenten dan SDOA.” en “Bij SDOA zit je met drie redelijk soortgelijke gemeenten en staan de doelen vanuit de oprichting iedereen nog helder voor ogen. Bovendien zitten daar ambtenaren die nog een nadrukkelijke band hebben met de deelnemende gemeenten. Hameland bestaat al veel langer en daarbij hebben de vijf gemeenten moeite om overeenstemming te vinden over wat er zou moeten gebeuren. Bovendien zien de mensen die daar werken zich ook als zelfstandig bedrijf en niet als organisatie ‘van’ de gemeenten.”

13 Deel II: De bevindingen

1.7 Uittreden is zeer complex

‘Samenwerking voelt soms als gedwongen aandeelhouderschap’. Dit geldt niet alleen voor de wettelijk verplichte samenwerkingsverbanden, maar ook voor samenwerking in een aantal andere Gemeenschappelijke Regelingen waarbij dermate hoge drempels zijn opgeworpen voor uittreding, dat eenzijdig uittreden nauwelijks realistisch is. De enige realistische manier om uit de samenwerking te stappen, is om deze samen met de andere partners op te heffen.

De afwezigheid van een ‘exit-mogelijkheid’ vermindert in de ogen van veel bestuurders de grip op de samenwerking: zij kunnen hun wensen en belangen wel op tafel leggen, maar aangezien partners die het hier niet mee eens zijn weten dat een exit onwaarschijnlijk is, missen zij een instrument om hun pleidooi kracht bij te zetten. Dit vermindert de noodzaak om de wensen serieus te nemen en hier in mee te gaan.

Bij veel bestuurders en raadsleden in Aalten, Oost Gelre en Winterswijk leidt deze problematiek enerzijds tot de conclusie dat bij de start van samenwerkingsverbanden andere afspraken over uittreding gemaakt zouden moeten worden. Anderzijds leidt het tot de conclusie dat er gezocht moet worden naar andere samenwerkingsvormen dan de gemeenschappelijke regeling: vormen waarin het makkelijker is om uit te treden als de gang van zaken niet bevalt.

Al bij de start nadenken over uittreden: – “Uittreden is bij een gemeenschappelijke regeling zeer kostbaar. De enige optie die je hebt is om gezamenlijk met de andere gemeenten de regeling op te heffen. Bij de start van een samenwerkingsverband, het moment dat je als raad het meeste te zeggen hebt, is het dus belangrijk om ook over uittreding goede afspraken te maken.” – “Wij zetten nadrukkelijk in op minder samenwerking in gemeenschappelijke regelingen en meer op basis van inkoop en dienstverleningsovereenkomsten. Op die manier kan je zuiverder sturen: je kan preciezer aangeven wat je wil, welk kwaliteitsniveau je wilt en hoeveel je er voor wilt betalen. Bovendien kan je makkelijker ‘uittreden’ als het je niet bevalt, wat nu nog erg lastig is bij bijvoorbeeld Hameland en ISWI.”

14 Deel II: De bevindingen

1.8 Het bieden van lokaal maatwerk tegen aanvaardbare kosten is wenselijk maar lastig

Dat het in een GR lastig is om uit te treden, bemoeilijkt volgens betrokkenen ook de mogelijkheid om lokaal maatwerk te krijgen. Dit is problematisch aangezien het ook binnen samenwerkingsverbanden mogelijk zou moeten zijn om goede lokale afspraken te maken over de lokaal te leveren diensten. De vraag is echter of dit niet ook binnen een GR kan. De gemeenten proberen in verschillende samenwerkingsverbanden, met meer of minder succesvol, al tot lokale afspraken te komen.

De prijs van maatwerk Samenwerkingsverbanden gericht op gezamenlijke uitvoering (zoals Hameland, SDOA en ISWI) worden vaak opgericht vanuit efficiencyoverwegingen: door op grotere schaal dezelfde taken uit te voeren, kunnen kosten worden bespaard. Vaak zijn deze voordelen groter als het beleid wordt geharmoniseerd en de taken voor alle gemeenten op exact dezelfde manier worden uitgevoerd. Aan maatwerk is kortom een prijs verbonden: hoe meer maatwerk gemeenten willen, hoe minder groot de efficiencyvoordelen van het samenwerkingsverband. De uitdaging is dus om tot een transparant systeem te komen waarbij maatwerk mogelijk is tegen aanvaardbare meerkosten.

De GGD Noord- en Oost- heeft een basispakket en biedt de gemeenten daarnaast de mogelijkheid om op basis van lokale wensen extra producten in te kopen. Ook binnen SDOA wordt gezocht naar mogelijkheden om lokaal maatwerk te leveren tegen aanvaardbare kosten: – Bij de start van SDOA waren er nog een groot aantal verschillen in het beleid ten aanzien van Bijzondere Bijstand. Al deze verschillen zijn door SDOA in kaart gebracht en vervolgens is samen met de gemeenten gekeken welke verschillen echt essentieel waren gezien de lokale situatie of de lokale politieke voorkeuren. Op basis daarvan zijn door de raden nieuwe beleidsregels vastgesteld die recht doen aan de lokale wensen maar dankzij de harmonisatie efficiencyvoordeel opleveren. – SDOA is bezig met het creëren van verschillende pakketten die afzonderlijk door gemeenten kunnen worden afgenomen. Op die manier komt er meer vrijheid voor gemeenten om te zeggen ‘die taken laat ik wel door het samenwerkingsverband uitvoeren en die niet’.

De mogelijkheid van maatwerk is niet vanzelfsprekend – “Meestal lukt het samenwerkingsverbanden vlak na hun ontstaan goed om maatwerk te bieden naar aanleiding van lokale wensen. Vaak zie je echter dat het vanzelf meer eenvormig wordt en na drie jaar ligt er opeens nog maar één pakket voor alle gemeenten. Je zou kunnen zeggen dat dat problematisch is, maar ook dat we blijkbaar dus helemaal niet weten wat we anders willen dan andere gemeenten en het dus ook niet erg is om iets los te laten.” – Nu is het nog vaak ‘we hebben één plan en dat duwen we bij elke gemeente naar binnen’. Samenwerkingsverbanden zullen dus ook een aanbod moeten zien te realiseren waarbij je kan kiezen tussen verschillende pakketten. Daarnaast moet het DB daar dan ook ruimte voor bieden en niet de keuzes van individuele gemeenten uiteindelijk in meerderheid overrulen.”

15 Deel II: De bevindingen

1.9 Lokale en regionale belangen verbinden lukt vaak niet (‘In de Achterhoek zijn veel samenwerkingsverbanden, maar wordt weinig samengewerkt’)

Aalten, Oost Gelre en Winterswijk zijn helder over de wenselijkheid van samenwerking: samenwerking wordt gezocht als het voordeel oplevert voor de eigen gemeente. Dit is een logisch uitgangspunt, maar het vergt vervolgens een goed samenspel met andere gemeenten om ook gezamenlijk het maximale resultaat te boeken. Hier stokt het nog vaak: alle gemeenten zijn redelijk in staat om hun lokale belang te formuleren, maar zijn er veel minder goed in om dit te verbinden met een gezamenlijk regionaal belang. Dit leidt er toe dat in de Regio Achterhoek wel veel overleg is, maar in de ogen van veel betrokkenen uiteindelijk weinig resultaten tot stand worden gebracht.

Regionale woonvisie en krimp-discussie als positieve uitzonderingen Door veel respondenten wordt de Regionale Woonvisie Achterhoek 2010-2020 als positieve uitzondering genoemd. Hierbij is onder leiding van de Regio Achterhoek discussie gevoerd over het gezamenlijk terugschroeven van de woningbouwambities. Het is gelukt om door alle raden gesteunde afspraken te maken die op korte termijn in elke gemeente pijn doen, maar wel beter zijn voor de gehele regio. Ook de leerkringen over bevolkingskrimp zijn als nuttig ervaren. Belangrijkste resultaat tot nu toe is dat het urgentiebesef bij bestuurders en raadsleden dat er op het gebied van krimp een regionale uitdaging ligt, vergroot is. Uitdaging nu is om vanuit het gezamenlijke inhoudelijke vraagstuk dit urgentiebesef ook om te zetten in gezamenlijke acties en maatschappelijke effecten.

In ieder geval twee factoren verklaren waarom het in de Achterhoek al langere tijd vaak niet lukt om lokale en regionale belangen te verbinden: – Vaak domineert niet het lokale lange termijn belang maar het lokale korte termijn belang. Dat er altijd op korte termijn lokale resultaten geboekt moeten worden, voorkomt dat er optimale oplossingen voor de lange termijn in beeld komen. – Dossiers worden niet met elkaar verbonden en er is geen houding van ‘geven en nemen’. Gemeenten proberen hun lokale belang per onderwerp te optimaliseren en niet over het geheel. Dit maakt dat samenwerking rond concrete onderwerpen maar moeizaam van de grond komt: het moet steeds voor elke gemeente voordeel opleveren, anders gaat het niet door. Voorstelbaar is echter dat samenwerking rond vier onderwerpen steeds per onderwerp voor één gemeente nadelig is, maar dat het per saldo voor alle gemeenten wel voordelig is om alle samenwerkingen aan te gaan. Om dit in te zien, moeten de dossiers wel aan elkaar worden verbonden.

In de Regio Achterhoek wordt nu gekozen voor het vormen van ‘coalitions of the willing’ per project. Overheden, ondernemers en maatschappelijke partijen die een bijdrage willen leveren aan een opgave, kunnen hierop intekenen. Dit kan een succesvolle manier zijn om zonder dat iedereen het over alles eens moet zijn, toch concreet wat gedaan te krijgen. Voorwaarde hiervoor is wel dat de partners die essentieel zijn voor het realiseren van de inhoudelijke opgave ook daadwerkelijk intekenen. Hierop dient na het sluiten van de intekening een check plaats te vinden. Risico is immers dat er alleen partners op een

16 Deel II: De bevindingen

project intekenen die wel graag willen, maar niet de middelen in huis hebben om de opgave daadwerkelijk te realiseren.

Het figuur hiernaast maakt Gezamenlijk een hoger spelniveau bereiken: inzichtelijk dat deelnemers aan samenwerkingsverbanden op (1) Oog voor de omgeving : bewustwording dat lokaal belang verschillende ‘spelniveaus’ kunnen niet altijd in strijd is met regionaal belang. acteren. In lijn met bovenstaande (2) Samenwerking uit noodzaak: zicht op en erkennen van bevindingen, kan gesteld worden dat gedeelde opgaven en afhankelijkheid. Aalten, Oost Gelre en Winterswijk (3) Samenwerking als kans : erkennen van mogelijkheid om vaak op niveau 3 blijven steken. Er is hogere ambities te bereiken door krachten te bundelen. oog voor de omgeving en wanneer het (4) Oog voor langere termijn: erkennen dat met ‘geven en noodzakelijk is wordt er nemen’ op de langere termijn lokale belangen samengewerkt. Daarnaast zien veel geoptimaliseerd kunnen worden. betrokkenen in dat samenwerking (5) Regie op geheel van samenwerking: uitruilen over ook kansen biedt. Het lukt vervolgens verschillende dossiers vanuit overzicht over de verdeling van alleen nog niet om met oog voor de lokale voor- en nadelen. lange termijn en vanuit regie op het (6) Identificatie lokaal met regionaal belang: op basis van geheel van samenwerking de lokale gezamenlijk proces ontstaat een gezamenlijke en ‘doorleefde’ en regionale belangen goed met ambitie die tegelijkertijd het lokale en regionale belang dient. elkaar te verbinden.

Samenwerking in de Achterhoek – “Uiteindelijk komt iedereen op voor zijn eigen belang. Het is vooral veel praten in de regio, maar zodra iedereen terug is in de eigen gemeente ‘gaat men de eigen tuin weer aanharken’. Er is geen cultuur van ‘geven en nemen’ en uitruilen over verschillende dossiers heen.” – “De samenwerking in de Achterhoek is nog geen succes. Uiteindelijk kiest iedereen wel voor zichzelf. (…) Op individueel niveau lukt het gemeenten best om tot elkaar komen, maar als het iets verder gaat dan springt er om de beurt een kikker uit de kruiwagen.”

17 Deel III: Bijlagenboek

Deel III: Bijlagenboek

Bijlage 1 Opzet voor een digitaal instrument

Beoogde resultaat van digitaal instrument

Het instrument moet raadsleden het volgende opleveren: a Overzicht over het geheel van samenwerkingsverbanden (denk aan: ‘welke verbanden zijn er allemaal?’, ‘hoeveel budget gaat er totaal heen?’, ‘met welke gemeenten werken we in welk verband samen?’. b Snel en eenvoudig overzicht over de belangrijkste aspecten van elk samenwerkingsverband (‘hoe zat het ook al weer bij dit verband?’). c Snel en actueel overzicht over de belangrijkste resultaten en politieke aandachtspunten die spelen bij elk samenwerkingsverband, ook in relatie tot de door de eigen gemeente gestelde doelen (‘hoe zit het op dit moment?’ en ‘moet ik als raadslid in actie komen?’). d Zicht op de inzet van en actuele discussies bij andere gemeente(rade)n.

Kortom, dit instrument moet er voor zorgen dat de raad beter in stelling komt om samenwerkingsverbanden te sturen en te controleren.

Waar dient het instrument voor? 1 24 uur per dag heeft de raad overzicht over het geheel van samenwerking: – Met welke gemeenten werken we in welke verbanden samen? – Hoe groot deel van ons budget wordt via samenwerkingsverbanden besteed? – Welke verbanden zijn het meest risicovol?

2 24 uur per dag heeft de raad overzicht per samenwerkingsverband: – Bereikt het verband de resultaten die de raad had beoogd? – Hoe en wanneer kan de raad bijsturen? – Wat zijn ingrijpende ontwikkelingen waar de raad attent op moet zijn?

3 De raad heeft niet alleen zicht op de eigen agenda, inzet en doelen, maar ook op die van gemeenten waarmee wordt samengewerkt. Er ontstaan hierdoor kansen om meer samen te sturen en het succes van invloedspogingen te vergroten.

18 Deel III: Bijlagenboek

Inhoud Instrument

1 ‘hoe zat het ook al weer?’ Kern van het digitale instrument is een overzicht over de belangrijkste aspecten van elk samenwerkingsverband. Het gaat in ieder geval om:

1 Algemeen: – De juridische vorm van de samenwerking. – De partners die deelnemen aan het samenwerkingsverband. – Het onderwerp/beleidsterrein waar op wordt samengewerkt. – De aard van de samenwerking (beleidsafstemming, gezamenlijke uitvoering, etc.) – De personen die namens de gemeente plaatsnemen in de bestuursorganen van het samenwerkingsverband.

2 Sturings- en controlemogelijkheden: – De motieven voor het oprichten van het samenwerkingsverband. – De momenten waarop de raad geïnformeerd wordt over het samenwerkingsverband. – De momenten waarop de raad het samenwerkingsverband kan sturen. – De beleidsruimte die de gemeente(raad) heeft: wat staat wettelijk vast, wat wordt in het samenwerkingsverband besloten en waarover kan de gemeente individueel besluiten? – De uittredingsmogelijkheden- en kosten.

3 Het relatieve belang van het samenwerkingsverband: – De financiële bijdrage aan het samenwerkingsverband. – De risico’s van het samenwerkingsverband. – Het politiek-bestuurlijke belang van het samenwerkingsverband.

Op basis van deze informatie kan een raadslid in het instrument snel en eenvoudig een overzicht krijgen per samenwerkingsverband. Daarnaast kan hij ook een overzicht krijgen over het geheel van de samenwerkingsverbanden aan de hand van een bepaald aspect. Zo kan een raadslid bijvoorbeeld ‘doorklikken’ op het aspect ‘financiële bijdrage’ om vervolgens een lijstje te krijgen van de bijdragen aan alle samenwerkingsverbanden.

Zie ook de afbeeldingen op de volgende pagina’s.

Het up-to-date houden van de informatie in de kern van het instrument hoeft overigens niet veel tijd te kosten: voor de meeste genoemde aspecten geldt dat ze voor langere tijd vast liggen.

19 Deel III: Bijlagenboek

Figuur 1.1: het basisscherm van het ‘digitale instrument’. Een raadslid kan elk samenwerkingsverband aanklikken om een overzicht te krijgen zoals in figuur 1.2.

Figuur 1.2: het basisoverzicht van een fictief samenwerkingsverband. Een raadslid kan doorklikken op elke categorie om te kijken hoe het met andere samenwerkingsverbanden zit ten aanzien van deze categorie. Als een raadslid klikt op samenwerkingspartners, krijgt hij bijvoorbeeld figuur 1.3.

20 Deel III: Bijlagenboek

Figuur 1.3: het overzicht voor de categorie samenwerkingspartners. Als je een gemeente aanklikt, verschijnt een overzicht van de samenwerkingsverbanden waarin met die gemeente wordt samengewerkt. Hierbij kan weer direct worden doorgeklikt om meer te weten over een verband.

2a ‘hoe zit het op dit moment?’ en ‘moet ik als raadslid in actie komen?’

Het overzicht per samenwerkingsverband wordt uitgebreid met: – Informatie over de doelen die aan het samenwerkingsverband zijn meegegeven: wat moet het samenwerkingsverband voor de gemeente realiseren? – Informatie over de actuele resultaten: welke resultaten heeft het samenwerkingsverband al bereikt en ligt het daarmee op schema om de doelen te halen?

Figuur 2.1 laat zien hoe dit deel van het instrument er uit zou kunnen zien. De linkerkant van de tabel wordt jaarlijks gevuld door de gemeente zelf. De rechterkant van de tabel wordt continu up-to-date gehouden door het samenwerkingsverband. Wie daar behoefte aan heeft kan doorklikken en achterliggende stukken zoals een kwartaalrapportage of jaarverslag doornemen. Wie daar geen tijd voor heeft, is dankzij de tool direct op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen ten aanzien van de inzet van de eigen gemeente. Dit is niet alleen voor raadsleden, maar ook voor bestuurders en ambtenaren een eenvoudige wijze om continu zicht te houden.

21 Deel III: Bijlagenboek

Regionale sociale dienst Waar zetten we op in? Wat is de actuele situatie? Actuele motieven voor samenwerking: Meerwaarde van samenwerking tot nu toe: – Efficiencyvoordeel (10% minder – Realiseren efficiencyvoordeel ligt op schema (gerealiseerd tot en organisatiekosten in 2018 t.o.v 2013) met mei 2014: 5%) – Handhaven dienstverleningsniveau – Dienstverleningsniveau blijft gelijk (zie prestatie-indicatoren) Gezamenlijke doelen 2014: Gezamenlijke resultaten 2014: – Afname mensen met schulden (-5%) – Aantal mensen in schuldhulpverlening is tot 1 mei gedaald met 2%. – 98% van aanvragen voor uitkeringen – 99% van aanvragen voor uitkering wordt binnen wettelijke termijn wordt binnen de termijn verstrekt. verstrekt. – Uitkeringsgerechtigden participeren – Tot 1 mei is 10% uitkeringsgerechtigden omhoog gegaan op de meer in de samenleving. participatieladder. 6% is omlaag gegaan. Lokale doelen 2014: Lokale resultaten 2014: – Daling uitkeringsgerechtigden (-5%) – Aantal uitkeringsgerechtigden is tot 1 mei gelijk gebleven. – Meer gebruik lokale minimaregeling. – Gebruik lokale minimaregeling is tot 1 mei afgenomen met 5%. Lokale politieke aandachtspunten: Actuele ontwikkelingen t.a.v. aandachtspunten: – Voorbereiding komst participatiewet – Voorbereiding Participatiewet ligt op schema. Conceptversies – Komend jaar keuze maken: leggen nieuwe verordeningen worden in november aan raden aangeboden. we prioriteit bij ‘kansrijke cliënten’ of – In AB van november wordt voorstel van DB besproken waarin wordt evenveel aandacht voor iedereen. voorgesteld meer middelen in te zetten voor kansrijke cliënten. Figuur 2.1: zicht op de actuele situatie per samenwerkingsverband. Dankzij de kleuren is in een klap duidelijk of het samenwerkingsverband op schema loopt. Dit kan ook worden vertaald naar een overzicht van alle samenwerkingsverbanden (zoals in figuur 1.1) waarin elk verband een kleur krijgt.

2b ‘hoe zit het bij onze partners?’

Het instrument kan verder verrijkt worden wanneer het samen met belangrijke samenwerkingspartners opgezet en gebruikt wordt. Uiteindelijk stuurt namelijk geen van de gemeenten een samenwerkingsverband alleen aan; er zijn altijd coalities en meerderheden nodig om succesvol te kunnen sturen.

Een digitale tool die met meerdere gemeenten wordt opgezet, biedt verschillende voordelen. Denk bijvoorbeeld aan: – een gemeenteraad heeft niet alleen zicht op de eigen lokale inzet en resultaten, maar ook op de lokale inzet en resultaten die een samenwerkingsverband boekt voor andere gemeenten. Dit kan de ogen openen, bijvoorbeeld doordat men kan zien dat gemeente B eigenlijk een heel andere kant op wil. – een gemeenteraad heeft niet alleen zicht op de momenten waarop zij zelf in actie gaat komen, maar ook op de momenten waarop andere raden in actie gaan komen. Dit stimuleert uitwisseling tussen raden onderling.

22 Deel III: Bijlagenboek

Bijlage 2 Overzicht verbonden partijen Aalten

2.1 Overzicht samenwerkingsverbanden

Naam Onderwerp Deelnemers Stadsbank Oost schuldhulpverlening Gemeenten Aalten, Almelo, , Nederland Borne, , Dinkelland, Enschede, Oost Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, , , , Oldenzaal, Oude Ijsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden en Winterswijk Vitens drinkwater Ongeveer 100 aandeelhouders (gemeenten en provincies) Alliander Energie Ongeveer 65 aandeelhouders (gemeenten en provincies) Bank Nederlandse Financiën Het Rijk, alle provincies, alle gemeenten en Gemeenten (BNG) andere overheidsinstellingen ROVA Afval en duurzaamheid Gemeenten Amersfoort, Dalfsen, , , , Kampen, Meppel, Olst-Wijhe, , Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, , , Aalten, Oost Gelre, Twenterand, Urk, Winterswijk, en de regio’s IJssel-Vechte en Afvalverwerking Utrecht Regio Achterhoek algemeen bestuurlijk Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, , Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk Veiligheidsregio Noord- veiligheid Gemeenten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, en Oost Gelderland Bronckhorst, , Doetinchem, , Epe, Ermelo, , Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, , , Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, , , Winterswijk en Recreatieschap recreatie, toerisme, Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Achterhoek Liemers natuur Doetinchem, , Lochem, Montferland, (wordt ontbonden) Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Rijnwaarden, , Winterswijk en Zutphen Hameland Sociale werkvoorziening Gemeenten Aalten, Berkelland, Oost Gelre, Haaksbergen en Winterswijk GGD Noord- en Oost- Volksgezondheid Gemeenten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Gelderland (voorheen Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Gelre-IJssel) Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen. Erfgoed Centrum Archief Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Achterhoek en Liemers Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk. Omgevingsdienst milieu, ruimtelijke Provincie Gelderland en gemeenten Aalten,

23 Deel III: Bijlagenboek

Naam Onderwerp Deelnemers Achterhoek ordening Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Winterswijk, Zutphen en Lochem Intergemeentelijke Werk en inkomen Gemeenten Oude IJsselstreek en Aalten Samenwerkingsverband Werk en Inkomen Euregio internationale 129 Nederlandse en Duitse gemeenten samenwerking Achterhoekse Groene Energie en duurzaamheid Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Energie Maatschappij Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk.

Onderstaande kaart laat zien met welke gemeenten Aalten samenwerkt in verbonden partijen (Gebaseerd op de samenwerkingsverbanden met minder dan 25 deelnemers; alleen gemeenten waarmee in minimaal twee verbanden wordt samengewerkt zijn opgenomen. Het aflopende Recreatieschap Achterhoek-Liemers is hierbij buiten beschouwing gelaten).

2.2 Beschrijving van de samenwerking

Aantal betrokken partijen? Meer dan de helft van de samenwerkingsverbanden (10 van de 15) heeft meer dan 10 samenwerkingsspelers (inclusief de gemeente Aalten zelf).

24 Deel III: Bijlagenboek

Tabel 2.1: Aantal betrokken partijen in de samenwerking Aantal 2 1 3 t/m 5 1 6 t/m 10 3 meer dan 10 10

Type samenwerking: organisatorische vormgeving? Zes samenwerkingsverbanden zijn gebaseerd op het privaatrecht. In negen gevallen is sprake van publiekrechtelijke samenwerking.

Tabel 2.2: Type samenwerking: organisatorische Aantal vormgeving Formele samenwerking op grond van publiekrecht 9 – Waarvan openbaar lichaam 9 Formele samenwerking op grond van privaatrecht 6 – Waarvan NV 4 – Waarvan coöperatie 1 – Waarvan vereniging 1

Vertegenwoordiging in samenwerking Bij 6 van de gemeenschappelijke regelingen is Aalten alleen in het AB vertegenwoordigd door een collegelid. Bij 3 gemeenschappelijke regelingen is een collegelid van Aalten lid van het DB. Tabel 2.3: Vertegenwoordiging in GR’en Aantal 1 collegelid in AB, niemand in DB 6 1 collegelid in DB en AB 1 1 collegelid in DB en 2 in AB 2

Status van de samenwerking? Vrijwel alle samenwerkingsverbanden zijn opgestart en worden gecontinueerd. Een merendeel van de samenwerkingsverbanden bestaat al langer dan 10 jaar. 2 samenwerkingsverbanden zijn nog zeer jong: de Omgevingsdienst Achterhoek en de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij. Eén samenwerkingsverband wordt op dit moment beëindigd: het Recreatieschap Achterhoek-Liemers.

Tabel 2.4: Duur van de samenwerking Aantal 2 jaar of minder 2 2-5 jaar 2 5-10 jaar 1 Langer dan 10 jaar 10

Tabel 2.5: Status van de samenwerking Aantal Verkennen/formeren 0 Continueren 14 Beëindigen 1

25 Deel III: Bijlagenboek

Financieel belang De meeste samenwerkingsverbanden voeren specifieke taken voor de gemeente Aalten uit en krijgen hiervoor jaarlijks budget. Voor een deel van de samenwerkingsverbanden, met name de Naamloze Vennootschappen, zijn de kosten al een tijd terug bij het kopen van aandelen gemaakt; hiervan ontvangt de gemeente nu juist jaarlijks geld. Onderstaand overzicht laat zien hoeveel de gemeente volgens de begroting van 2014 aan een samenwerkingsverband uitgeeft of juist binnenkrijgt.

Naam Lasten Baten (dividend) Intergemeentelijke Samenwerkingsverband Werk en 6.000.000 Inkomen (*) Hameland (*) 3.000.000 Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland 1.312.478 ROVA 1.360.217 105.000 GGD Noord- en Oost- Gelderland (voorheen Gelre-IJssel) 368.599 Omgevingsdienst Achterhoek 314.659 Regio Achterhoek 148.047 Stadsbank Oost Nederland 140.000 Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers 101.110 Recreatieschap Achterhoek Liemers (wordt ontbonden) 55.029 Achterhoekse Groene Energie Maatschappij 17.000 Euregio 4.500 Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 23.743 Vitens 82.000 Alliander 230.000 Totaal 12.821.639 440.743 (*): het gaat hierbij om een schatting. De bijdrage van Aalten is niet direct af te leiden uit de begroting van het samenwerkingsverband of de begroting van de gemeente.

26 Deel III: Bijlagenboek

Bijlage 3 Overzicht verbonden partijen Oost Gelre

3.1 Overzicht samenwerkingsverbanden

Naam Onderwerp Deelnemers Stadsbank Oost Schuldhulpverlening Gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Nederland Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Oost Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Lochem, Montferland, Oldenzaal, Oude Ijsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden en Winterswijk Vitens Drinkwater Ongeveer 100 aandeelhouders (gemeenten en provincies) Alliander Energie Ongeveer 65 aandeelhouders (gemeenten en provincies) Bank Nederlandse Financiën Het Rijk, alle provincies, alle gemeenten en andere Gemeenten (BNG) overheidsinstellingen ROVA Afval en Gemeenten Amersfoort, Dalfsen, Hardenberg, Hattem, duurzaamheid Heerde, Kampen, Meppel, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle, Aalten, Oost Gelre, Twenterand, Urk, Winterswijk, Apeldoorn en de regio’s IJssel-Vechte en Afvalverwerking Utrecht Regio Achterhoek Algemeen bestuurlijk Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk Veiligheidsregio Veiligheid Gemeenten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Noord- en Oost Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Gelderland Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen Recreatieschap Recreatie, toerisme, Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Achterhoek Liemers natuur Duiven, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude (wordt ontbonden) Ijsselstreek, Rijnwaarden, Westervoort, Winterswijk en Zutphen Hameland Sociale Gemeenten Aalten, Berkelland, Oost Gelre, Haaksbergen werkvoorziening en Winterswijk GGD Noord- en Volksgezondheid Gemeenten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Bronckhorst, Oost- Gelderland Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, (voorheen Gelre- Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, IJssel) Oldebroek, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen. Erfgoed Centrum Archief Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Achterhoek en Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk. Liemers Omgevingsdienst Milieu, ruimtelijke Provincie Gelderland en gemeenten Aalten, Berkelland, Achterhoek ordening Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Winterswijk, Zutphen en Lochem

Sociale dienst Oost- Werk en inkomen Gemeenten Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk Achterhoek Euregio Internationale 25 Nederlandse en 104 Duitse gemeenten samenwerking

27 Deel III: Bijlagenboek

Naam Onderwerp Deelnemers Achterhoekse Energie en Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Groene Energie duurzaamheid Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk. Maatschappij Gebiedsondernemin Economie en Gemeenten Oost Gelre en Berkelland g Laarberg CV ruimtelijke ordening Gebiedsondernemin Economie en Gemeenten Oost Gelre en Berkelland g Laarberg BV ruimtelijke ordening Vereniging NOGA ? ? Cooperatieve Digitale Gemeenten Hellendoorn, Enschede, Zwolle, Oldenzaal, vereniging Dimpact dienstverlening Emmen, Borne, Coevorden, Oost Gelre, Hardenberg, u.a. Borger-Odoorn, Helmond, Gemert-Bakel, Assen, Oldambt, Bellingwedde, Menterwolde, Pekela, Veendam, Velsen, Waterland, Landsmeer, Blaricum, Eemnes, Laren, Kampen, Gilze en Rijen, Landerd, Roermond, Laarbeek, Ommen, Schijndel Overige samenwerkingsverbanden (geen verbonden partijen) Muziekschool Cultuur - Boogie Woogie Openbare Cultuur en onderwijs - bibliotheek Sensire Welzijn - maatschappelijk werk Stichting openbaar Onderwijs - primair onderwijs Oost Achterhoek Reflexis openbaar Onderwijs - onderwijs Regionaal meld- en Onderwijs Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, , coördinatiepunt Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek Achterhoek en Winterswijk.

28 Deel III: Bijlagenboek

Onderstaande kaart laat zien met welke gemeenten Oost Gelre samenwerkt in verbonden partijen (Gebaseerd op de samenwerkingsverbanden met minder dan 25 deelnemers; alleen gemeenten waarmee in minimaal twee verbanden wordt samengewerkt zijn opgenomen. Het aflopende Recreatieschap Achterhoek-Liemers is hierbij buiten beschouwing gelaten).

3.2 Beschrijving van de samenwerking

Aantal betrokken partijen? Meer dan de helft van de samenwerkingsverbanden (11 van de 19) heeft meer dan 10 samenwerkingsspelers (inclusief de gemeente Oost Gelre zelf). Bij twee samenwerkingsverbanden zijn slechts twee partijen betrokken (gebiedsonderneming Laarberg CV en BV).

Tabel 3.1: Aantal betrokken partijen in de samenwerking Aantal 2 2 3 t/m 5 2 6 t/m 10 3 meer dan 10 11 Onbekend 1

29 Deel III: Bijlagenboek

Type samenwerking: organisatorische vormgeving? Tien samenwerkingsverbanden zijn gebaseerd op het privaatrecht. Bij negen samenwerkingsverbanden is sprake van publiekrechtelijke samenwerking.

Tabel 3.2: Type samenwerking: organisatorische Aantal vormgeving Formele samenwerking op grond van publiekrecht 9 – Waarvan openbaar lichaam 9 Formele samenwerking op grond van privaatrecht 10 – Waarvan NV 4 – Waarvan CV 1 – Waarvan BV 1 – Waarvan coöperatie 2 – Waarvan vereniging 2

Vertegenwoordiging in samenwerking De gemeente Oost Gelre heeft bij 2 van de 9 gemeenschappelijke regelingen een vertegenwoordiger in het DB. In 7 van de gemeenschappelijke regelingen heeft de gemeente alleen een vertegenwoordiger in het AB.

Tabel 3.3: Vertegenwoordiging in GR’en Aantal 1 collegelid in AB, niemand in DB 7 1 collegelid in DB en AB 0 1 collegelid in DB en 2 in AB 2

Status van de samenwerking? Van de negentien verbonden partijen bestaat bij de helft al langer dan 10 jaar. Twee samenwerkingsverbanden zijn pas zeer recent ontstaan: de Omgevingsdienst Achterhoek en de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij. Vrijwel alle samenwerkingsverbanden worden gewoon gecontinueerd. Eén samenwerkingsverband wordt beëindigd: het Recreatieschap Achterhoek en Liemers.

Tabel 3.4: Duur van de samenwerking Aantal 2 jaar of minder 2 2-5 jaar 3 5-10 jaar 4 Langer dan 10 jaar 9 Onbekend 1

Tabel 3.5: Status van de samenwerking Aantal Verkennen/formeren 0 Continueren 17 Beëindigen 1 Onbekend 1

30 Deel III: Bijlagenboek

Financieel belang De meeste samenwerkingsverbanden voeren specifieke taken voor de gemeente Oost Gelre uit en krijgen hiervoor jaarlijks budget. Voor een deel van de samenwerkingsverbanden, met name de Naamloze Vennootschappen, zijn de kosten al een tijd terug bij het kopen van aandelen gemaakt; hiervan ontvangt de gemeente nu juist jaarlijks geld in de vorm van dividend. Onderstaand overzicht laat zien hoeveel de gemeente volgens de begroting van 2014 aan een samenwerkingsverband uitgeeft of juist binnenkrijgt.

Naam Lasten Baten (dividend) Hameland 8.007.000 Sociale dienst Oost-Achterhoek 5.241.000 ROVA 1.592.768 ? Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland 1.322.884 Omgevingsdienst Achterhoek 641.160 GGD Noord- en Oost- Gelderland (voorheen Gelre-IJssel) 406.479 Openbare bibliotheek 396.112 Muziekschool Boogie Woogie 166.784 Stadsbank Oost Nederland 163.452 Regio Achterhoek 153.370 Sensire maatschappelijk werk 138.534 Coöperatieve vereniging Dimpact u.a. 130.000 Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers 94.292 Euregio 10.400 Vereniging NOGA 2.500 Recreatieschap Achterhoek Liemers (wordt ontbonden) 0 Stichting openbaar primair onderwijs Oost Achterhoek 0 Reflexis openbaar onderwijs 0 Regionaal meld- en coördinatiepunt Achterhoek 0 Achterhoekse Groene Energie Maatschappij ? ? Gebiedsonderneming Laarberg CV ? ? Gebiedsonderneming Laarberg BV ? ? Vitens ? Alliander ? Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) ? Totaal €18.466.735 ? (?): De bijdrage van Oost Gelre is niet direct af te leiden uit de begroting van het samenwerkingsverband of de begroting van de gemeente.

31 Deel III: Bijlagenboek

Bijlage 4 Overzicht verbonden partijen Winterswijk

4.1 Overzicht samenwerkingsverbanden

Naam Onderwerp Deelnemers Stadsbank Oost schuldhulpverlening Gemeenten Aalten, Almelo, Berkelland, Borne, Nederland Bronckhorst, Dinkelland, Enschede, Oost Gelre, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Lochem, Montferland, Oldenzaal, Oude Ijsselstreek, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden en Winterswijk Vitens drinkwater Ongeveer 100 aandeelhouders (gemeenten en provincies) Alliander Energie Ongeveer 65 aandeelhouders (gemeenten en provincies) Bank Nederlandse Financien Het Rijk, alle provincies, alle gemeenten en andere Gemeenten (BNG) overheidsinstellingen ROVA Afval en Gemeenten Amersfoort, Dalfsen, Hardenberg, duurzaamheid Hattem, Heerde, Kampen, Meppel, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle, Aalten, Oost Gelre, Twenterand, Urk, Winterswijk, Apeldoorn en de regio’s IJssel-Vechte en Afvalverwerking Utrecht Regio Achterhoek algemeen Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, bestuurlijk Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk Veiligheidsregio veiligheid Gemeenten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Noord- en Oost Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Gelderland Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen Recreatieschap recreatie, toerisme, Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Achterhoek Liemers natuur Doetinchem, Duiven, Lochem, Montferland, Oost (wordt ontbonden) Gelre, Oude Ijsselstreek, Rijnwaarden, Westervoort, Winterswijk en Zutphen Hameland Sociale Gemeenten Aalten, Berkelland, Oost Gelre, werkvoorziening Haaksbergen en Winterswijk GGD Noord- en Oost- Volksgezondheid Gemeenten Aalten, Apeldoorn, Berkelland, Gelderland (voorheen Bronckhorst, Brummen, Doetinchem, Elburg, Epe, Gelre-IJssel) Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Lochem, Montferland, Nunspeet, Oldebroek, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Putten, Voorst, Winterswijk en Zutphen. Erfgoed Centrum Archief Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Achterhoek en Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Liemers Ijsselstreek en Winterswijk. Omgevingsdienst milieu, ruimtelijke Provincie Gelderland en gemeenten Aalten, Achterhoek ordening Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek, Winterswijk, Zutphen en Lochem

32 Deel III: Bijlagenboek

Naam Onderwerp Deelnemers Sociale dienst Oost- Werk en inkomen Gemeenten Berk elland, Oost Gelre en Winterswijk Achterhoek PPS Impuls Ruimtelijke Gemeente Winterswijk, Woningbouwvereniging De ordening Woonplaats en OBW BV Openbaar Lichaam Lijkbezorging Gemeenten Almelo, Berkelland, Borne, Dinkelland, Crematoria Twente Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Tubbergen, Wierden en Winterswijk N.V. Nuon Energie Ongeveer 65 aandeelhouders (Gemeenten, provincies en Vattenfall) Stichting Waardevol Landbouw, natuur, Gemeente Winterswijk en ongeveer 15 Cultuur Landschap cultuur, recreatie en maatschappelijke organisaties. Winterswijk toerisme B.V. Winterswijks energie en Gemeente Winterswijk en ROVA Duurzaam BV Energiebureau duurzaamheid Euregio internationale 129 Nederlandse en Duitse gemeenten samenwerking Achterhoekse Groene Energie en Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Energie Maatschappij duurzaamheid Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude Ijsselstreek en Winterswijk.

Onderstaande kaart laat zien met welke gemeenten Winterswijk samenwerkt in verbonden partijen (Gebaseerd op de samenwerkingsverbanden met minder dan 25 deelnemers; alleen gemeenten waarmee in minimaal twee verbanden wordt samengewerkt zijn opgenomen. Het aflopende Recreatieschap Achterhoek-Liemers en het Openbaar Lichaam Crematoria Twente zijn hierbij buiten beschouwing gelaten).

33 Deel III: Bijlagenboek

4.2 Beschrijving van de samenwerking

Aantal betrokken partijen? Meer dan de helft van de samenwerkingsverbanden (13 van de 20) heeft meer dan 10 samenwerkingsspelers (inclusief de gemeente Winterswijk zelf).

Tabel 4.1: Aantal betrokken partijen in de samenwerking Aantal 2 1 3 t/m 5 3 6 t/m 10 3 meer dan 10 13

Type samenwerking: organisatorische vormgeving? Tien samenwerkingsverbanden zijn gebaseerd op het publiekrecht. Bij evenveel samenwerkingsverbanden is sprake van privaatrechtelijke samenwerking.

Tabel 4.2: Type samenwerking: organisatorische Aantal vormgeving Formele samenwerking op grond van publiekrecht 10 – Waarvan openbaar lichaam 10 Formele samenwerking op grond van privaatrecht 10 – Waarvan NV 5 – Waarvan CV/BV-constructie 1 – Waarvan BV 1 – Waarvan coöperatie 1 – Waarvan vereniging 1 – Waarvan stichting 1

Vertegenwoordiging in samenwerking Winterswijk is in vier van de 10 gemeenschappelijke regelingen door een collegelid vertegenwoordigd in zowel het DB als het AB. In zes van de gemeenschappelijke regelingen heeft Winterswijk alleen een vertegenwoordiger in het AB.

Tabel 4.3: Vertegenwoordiging in GR’en Aantal 1 collegelid in AB, niemand in DB 6 1 collegelid in DB en AB 2 1 collegelid in DB en 2 in AB 2

34 Deel III: Bijlagenboek

Status van de samenwerking? Zestien samenwerkingsverbanden zijn opgestart en worden gecontinueerd. Vier samenwerkingsverbanden worden op dit moment beëindigd. Het gaat onder andere om het Openbaar Lichaam Crematoria Twente en het Recreatieschap Achterhoek Liemers. Een merendeel van de samenwerkingsverbanden bestaat al langer dan 10 jaar. 3 samenwerkingsverbanden zijn nog zeer jong: de Omgevingsdienst Achterhoek, de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij en de BV Winterswijks Energiebureau.

Tabel 4.4: Duur van de samenwerking Aantal 2 jaar of minder 3 2-5 jaar 3 5-10 jaar 2 Langer dan 10 jaar 12

Tabel 4.5: Status van de samenwerking Aantal Verkennen/formeren 0 Continueren 16 Beëindigen 4

Financieel belang De meeste samenwerkingsverbanden voeren specifieke taken voor de gemeente Winterswijk uit en krijgen hiervoor jaarlijks budget. Voor een deel van de samenwerkingsverbanden, met name de Naamloze Vennootschappen, zijn de kosten al een tijd terug bij het kopen van aandelen gemaakt; hiervan ontvangt de gemeente nu juist jaarlijks geld in de vorm van dividend. Onderstaand overzicht laat zien hoeveel de gemeente volgens de begroting van 2014 aan een samenwerkingsverband uitgeeft of juist binnenkrijgt.

Naam Lasten Baten (dividend) Sociale dienst Oost-Achterhoek 9.854.268 Hameland 8.276.000 ROVA (*) 1.600.000 68.150 Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland 1.107.612 GGD Noord- en Oost- Gelderland (voorheen Gelre-IJssel) 393.670 Omgevingsdienst Achterhoek 391.881 Stadsbank Oost Nederland 250.000 Regio Achterhoek 132.180 Erfgoed Centrum Achterhoek en Liemers 125.045 Stichting Waardevol Cultuur Landschap Winterswijk 75.000 Achterhoekse Groene Energie Maatschappij 23.000 Euregio 9.100 PPS Impuls 0 B.V. Winterswijks Energiebureau 0 Recreatieschap Achterhoek Liemers (wordt ontbonden) (*) ? Openbaar Lichaam Crematoria Twente 1.000 Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 25.600 Vitens 80.000

35 Deel III: Bijlagenboek

Naam Lasten Baten (dividend) N.V. Nuon 132.000 Alliander 237.600 Totaal €22.237.756 €544.350 (*): het gaat hierbij om een schatting of het bedrag is niet bekend. De bijdrage van Winterswijk is niet direct af te leiden uit de begroting van het samenwerkingsverband of de begroting van de gemeente.

36 Deel III: Bijlagenboek

Bijlage 5 Onderzoeksopzet

Vraagstelling

Centrale vraagstelling Centrale vraag van het onderzoek is:

In hoeverre hebben de gemeenteraden van Aalten, Oost Gelre en Winterswijk op dit moment ‘grip op samenwerking’ en welke lessen kunnen hieruit getrokken worden voor de toekomst?

Deelvragen

FORMEREN SAMENWERKINGSVERBAND 1 In welke mate stellen de gemeenteraden bij het verkennen en formeren van samenwerkingsverbanden heldere kaders op? A Hebben de gemeenten een heldere en door de raad gedragen strategische visie op samenwerking? B Hebben de gemeenteraden heldere inhoudelijke doelen gesteld ten aanzien van de taak waarop samengewerkt gaat worden? C Hebben de gemeenteraden heldere motieven voor samenwerking geformuleerd? D Hebben de gemeenteraden heldere randvoorwaarden geformuleerd?

2 Hebben de gemeenteraden een overzicht over de verschillende vormen van samenwerking, inclusief voor- en nadelen/risico’s?

3 Hebben de gemeenteraden op basis van de kaders en het overzicht van de verschillende vormen van samenwerking een bewuste keuze gemaakt voor de vorm en inrichting van het samenwerkingsverband?

STUREN OP EN CONTROLEREN VAN SAMENWERKING 4 Hebben de gemeenteraden voldoende overzicht en inzicht (op het inhoudelijk vraagstuk, beleidsveld en bestuurlijk veld) om goed te kunnen sturen en controleren? A Krijgen de gemeenteraden tijdig en accuraat de relevante informatie van het college?

5 Hebben de gemeenteraden voldoende sturings- en controlemogelijkheden? A Hebben de gemeenteraden voldoende bevoegdheden en invloedsmiddelen? B Komen de gemeenteraden op tijd in beeld om echt te kunnen sturen en controleren?

6 Maken de gemeenteraden op basis van overzicht en inzicht gebruik van de aanwezige sturings- en controlemogelijkheden?

37 Deel III: Bijlagenboek

BEËINDIGEN VAN SAMENWERKING 7 In welke mate zijn de gemeenteraden op basis van tijdige en voldoende informatie van het college in staat te sturen op de beëindiging of uitreding van samenwerkingsverbanden?

Onderzoeksfasen en -activiteiten Het onderzoek is uitgevoerd in drie fasen

Fase 1: Oriëntatie In deze fase is een algemene inventarisatie van de verbonden partijen uitgevoerd, zijn relevante documenten bestudeerd en zijn gesprekken gevoerd met de gemeentesecretarissen van de drie gemeenten. Op basis hiervan is de opzet van het onderzoek aangescherpt en zijn vier casussen geselecteerd voor de verdiepende fase van het onderzoek: SDOA, Regio Achterhoek, Hameland en ISWI.

Fase 2: Verdieping In fase 2 is verdiepende dossierstudie uitgevoerd en is een groot aantal gesprekken gevoerd. In elke gemeente zijn gesprekken gevoerd met een afvaardiging van raad, college en ambtelijke organisatie en daarnaast zijn gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de vier samenwerkingsverbanden.

Fase 3 Verslaglegging In deze fase is dit rapport opgesteld. Het rapport is in eerste instantie besproken met de raadswerkgroep en vervolgens aangeboden voor ambtelijk en bestuurlijk wederhoor.

38 Deel III: Bijlagenboek

Bijlage 6 Bronnen- en respondentenlijst

Schriftelijke bronnen

Titelbeschrijving Gemeente Aalten Gemeente Aalten, Programmabegroting 2011. Paragraaf Verbonden Partijen, 2010. Gemeente Aalten, Programmabegroting 2012. Paragraaf Verbonden Partijen, 2011. Gemeente Aalten, Programmabegroting 2013. Paragraaf Verbonden Partijen, 2012. Gemeente Aalten, Programmabegroting 2014. Paragraaf Verbonden Partijen, 2013. Gemeente Aalten, Jaarstukken 2009. Paragraaf Verbonden Partijen, 11 mei 2010. Gemeente Aalten, Jaarstukken 2010. Paragraaf Verbonden Partijen, 5 mei 2011. Gemeente Aalten, Jaarstukken 2011. Paragraaf Verbonden Partijen, 1 mei 2012. Gemeente Aalten, Jaarstukken 2012. Paragraaf Verbonden Partijen, 2 mei 2013. Fracties CDA, Gemeente Belangen, VVD, Samen werken aan de toekomst. Coalitieprogramma 2010-2014, oktober 2010. Fracties CDA, GemeenteBelangen, VVD, Samen werken aan de toekomst. Coalitieprogramma op hoofdlijnen 2010-2014, april 2010. Gemeente Aalten, Schriftelijke vragen van de PP aan het College over regionale samenwerking inclusief de antwoorden van het college, januari en februari 2012. Gemeente Aalten, Schriftelijke vragen van de PvdA aan het College over regionale samenwerking en bezuinigingen, inclusief de antwoorden van het college, februari 2012. Gemeente Aalten, Schriftelijke vragen van de PvdA aan het College over regionale samenwerking, inclusief de antwoorden van het college, maart 2012. Gemeente Aalten, Schiftelijke vragen van de PP aan het College over regionale samenwerking, oktober/november 2011. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningsvormende vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 26 januari 2010, januari 2010. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 27 april 2010, april 2010. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningsvormende vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 15 juni 2010, juni 2010. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningvormende vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 19 oktober 2010, oktober 2010. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningvormende vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 14 juni 2011, juni 2011. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningvormende vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 21 februari 2012, februari 2012. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningvormende vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 12 juni 2012, juni 2012. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 11 juni 2013, juni 2013. Gemeente Aalten, Raadsvoorstel betreffende voorstel tot ontmanteling van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Achterhoek-Liemers, 19 september 2013. Gemeente Aalten, Amendement bij voorstel tot ontmanteling gemeenschappelijke regeling

39 Deel III: Bijlagenboek

Recreatieschap Achterhoek-Liemers, 15 oktober 2013. Gemeente Aalten, Notulen Raadsvergadering 11 juni 2013, juni 2013. Gemeente Aalten, Korte Aantekeningen van de vergadering van RTG Bestuur en Financiën, d.d. 28 mei 2013, Gemeente Oost Gelre Gemeente Oost Gelre, Jaarstukken 2013. Paragraaf Verbonden partijen, 2014. Gemeente Oost Gelre, Overzicht verbonden partijen ten behoeve van jaarrekening 2013, 2014. Gemeente Oost Gelre, Startnotitie 3 decentralisaties Oost Gelre, augustus 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsvoorstel betreffende integratie en ontmanteling Recreatieschap Achterhoek en Liemers, 15 april 2013. Gemeente Oost Gelre, Programmabegroting 2014. Meerjarenbegroting 2014-2017, 2013. Gemeente Oost Gelre, Programmabegroting 2011 incl. meerjarenbegroting 2011-2014, 2010. Gemeente Oost Gelre, Programmabegroting 2012 incl. meerjarenbegroting 2012-2015, 2011. Gemeente Oost Gelre, Programmabegroting 2013. Meerjarenbegroting 2013-2016, 2012. Gemeente Oost Gelre, Paragraaf verbonden partijen uit de jaarstukken 2012, 2011 en 2010, 2013. Gemeente Oost Gelre, Nota Verbonden Partijen , 10 augustus 2007. Gemeente Oost Gelre, Verslag van de openbare raadsvergadering van de gemeente Oost Gelre, gehouden op dinsdag 9 juli 2013, juli 2013. Gemeente Oost Gelre, Verslag van de openbare raadsvergadering van de gemeente Oost Gelre, gehouden op dinsdag 26 en woensdag 27 juni 2012, juni 2012. Gemeente Oost Gelre, Verslag van de openbare raadsvergadering van de gemeente Oost Gelre, gehouden op dinsdag 21 juni 2011, juni 2011. Gemeente Oost Gerle, De burger aan zet voor een duurzaam Oost Gelre. Coalitieakkoord VVD en OOG 2010-2014, 7 april 2010. Gemeente Oost Gelre, Stukken raadsvergadering 26 en 27 juni 2012 (inclusief raadsvoorstel deelname AGEM), juni 2012. Gemeente Winterswijk Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel betreffende uittreding uit de gemeenschappelijke regeling Openbaar Lichaam Crematoria Twente, 2014. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel betreffende instemmen met ontmanteling gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL) en inbrengen wensen en bedenkingen ten aanzien van het aandeelhouderschap in RGV Holding B.V., 21 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Programmabegroting 2014-2017, oktober 2013. Gemeente Winterswijk, Verslag commissie Samenleving d.d. 16 mei 2013, mei 2013. Gemeente Winterswijk, Verslag commissie Samenleving d.d. 20 juni 2013, juni 2013. Winterswijks Belang, VVD en CDA, Coalitieprogramma ‘Met minder naar meer’ 2010-2014, 10 april 2010. Gemeente Winterswijk, Programmabegroting 2013-2016, november 2012. Gemeente Winterswijk, Programmabegroting 2012-2015, boek 1, november 2011. Gemeente Winterswijk, Programmabegroting 2012-2015, boek 2, november 2011. Gemeente Winterswijk, Programmabegroting 2012-2015, boek 3, november 2011. Berenschot, Eindrapportage Verkenning samenwerking ondersteunende functies Doetinchem- Winterswijk, februari 2014. Gemeente Winterswijk, Fragmenten uit verslagen commissie Samenleving inzake regionale samenwerking, mei 2012-juni 2013.

40 Deel III: Bijlagenboek

Gemeente Winterswijk, Gemeenterekening 2012, april 2013. Gemeente Winterswijk, Gemeenterekening 2011, mei 2012. Gemeente Winterswijk, Jaarverslag en jaarrekening 2010, boek 1, mei 2011. Gemeente Winterswijk, Jaarverslag en jaarrekening 2010, boek 2, mei 2011. Gemeente Winterswijk, Gemeenterekening 2013, mei 2014. Algemeen Rekenkamercommissie Aalten, Oost Gelre en Winterswijk, Intergemeentelijke samenwerking. Rapport van overwegingen, november 2011. Rekenkamercommissie Aalten, Oost Gelre en Winterswijk, Onderzoeksrapport verbonden partijen, 2009. Rekenkamercommissie Aalten, Oost Gelre, Winterswijk, Eindversie rapport intergemeentelijke samenwerking, 13 december 2011. Hameland Gemeente Aalten, Raadsvoorstel tot instemmen met Jaarrekening 2012 en begroting 2014 tot 2017 Hameland , 2013. Gemeente Aalten, Voorstel en concept besluit garantstelling Hameland, 23 oktober 2012. Hameland, Bestuursrapportage 1 e kwartaal 2014 Hameland ,19 mei 2014. Gemeenten, Aalten, Berkelland, Haaksbergen, Hof van Twente, Oost Gelre, Winterswijk, Gemeenschappelijke regeling Hameland , november 2007. Hameland, Begroting 2012 , april 2011. Hameland, Begroting 2013 , 2012 Hameland, Begrotingsbrief en Begroting 2014 tot 2017 , 26 april 2013. Hameland, Jaarrekening en Jaarverslag 2012 deel 1 , 22 april 2014. Hameland , Jaarrekening en Jaarverslag 2012 deel 2 , 22 april 2014. Hameland, Herstructureringsplan en meerjarenperspectief 2010 – 2013 , 15 maart 2010. Hameland, Jaarverslag en jaarrekening 2012 , 22 april 2013. PvdA fractie Winterswijk, Motie inzake regie bij invoering wet werken naar vermogen , 3 november 2011. Hameland, Hameland in transitie 2013 – 2016 , april 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsbesluit Begroting 2014 Hameland , 9 juli 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsvoorstel Begroting 2014 Hameland , 13 mei 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsvoorstel en Raadsbesluit Begroting 2013 Hameland , 29 oktober 2012. Gemeente Winterswijk, Collegebesluit Jaarverslag en jaarrekening 2012 Hameland , 14 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Concept Raadsbesluit Begroting 2012 Hameland , 29 juni 2011. Gemeente Winterswijk, Concept Raadsbesluit Ontwerpbegroting 2012 2 e wijziging en ontwerpbegroting 2013 Hameland , 29 november 2012. Gemeente Winterswijk, Concept Raadsbesluit ontwerpbegroting 2014 Hameland, 29 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel begroting 2012 Hameland ,16 juni 2011. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel ontwerpbegroting 2012 2 e wijziging en ontwerpbegroting 2013 Hameland , 19 november 2012. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel ontwerpbegroting 2014 Hameland ,21 mei 2013. ISWI Gemeente Aalten, Collegevoorstel en Conceptbesluit begroting 2013 en jaarrekening 2011 ISWI , 21 augustus 2012.

41 Deel III: Bijlagenboek

Gemeente Aalten, Collegevoorstel en Conceptbesluit jaarstukken 2010 en begroting 2012 ISWI , 5 juli 2011. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en Conceptbesluit jaarstukken 2012 en begroting 2014 ISWI , 17 september 2013. ISWI, Begroting 2013 en Jaarstukken 2011 , 2 juli 2012. Gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek, Gemeenschappelijke regeling ISWI 2010 , 20 september 2010. ISWI, Jaarverslag en jaarrekening 2010 , 2010. ISWI, Jaarverslag en Jaarrekening 2012 ,11 juni 2013. ISWI, Programmabegroting 2012, 2012 . ISWI, Programmabegroting 2014 , 26 juni 2013. Regio Achterhoek Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel uitvoeringsagenda Achterhoek , 23 juni 2014. Gemeente Aalten, Notulen Raadsvergadering d.d. 8 november 2011 , 20 december 2011. Gemeente Aalten, Raadsvoorstel en Conceptbesluit Visie Achterhoek 2020 en convenant , 1 september 2011. Regio Achterhoek, Brief uitvoeringsagenda Regio Achterhoek , 12 mei 2014. Regio Achterhoek, Convenant Achterhoek 2020: Coöperatief samenwerkende ondernemers, overheid en maatschappelijke organisaties , 1 december 2012. Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk, Gemeenschappelijke regeling Regio Achterhoek ,7 juli 2008. Regio Achterhoek, Jaarstukken 2012 ,24 april 2013. Gemeente Aalten, Raadsvoorstel en Conceptbesluit Visie Achterhoek 2020 en convenant , 1 september 2011. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel Ontwikkeling Regio Achterhoek ,21 maart 2011. Regio Achterhoek, Begroting 2012 – 2016 , mei 2011. Regio Achterhoek, Begroting 2013 – 2016 , mei 2012. Regio Achterhoek, Begroting 2014 , 25 april 2013. Gemeente Winterswijk, Collegebesluit jaarstukken 2011 Regio Achterhoek , 24 mei 2012. Gemeente Winterswijk, Collegebesluit jaarstukken 2012 Regio Achterhoek , 20 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Collegebesluit Programmaverantwoording 2010 Regio Achterhoek , 25 mei 2011. Gemeente Winterswijk, Conceptraadsbesluit begroting 2012 Regio Achterhoek, 29 juni 2011. Gemeente Winterswijk, Conceptraadsbesluit begroting 2013 – 2016 Regio Achterhoek , 30 mei 2012. Gemeente Winterswijk, Conceptraadsbesluit ontwerpbegroting 2014 Regio Achterhoek , 29 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel begroting 2012 Regio Achterhoek, 21 juni 2011. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel begroting 2013 – 2016 Regio Achterhoek, 21 mei 2012. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel ontwerpbegroting 2014 Regio Achterhoek , 21 mei 2013. SDOA Gemeente Winterswijk, Collegebesluit d.d. 13 mei 2014 jaarverslag en jaarrekening 2013 SDOA , 26 april 2014. Gemeente Winterswijk , Collegebesluit d.d. 21 januari 2014 evaluatie en aanpassing verdeelsleutel SDOA , 8 januari 2014. SDOA, 1e Bestuursrapportage SDOA , 19 december 2013.

42 Deel III: Bijlagenboek

SDOA, Jaarrekening 2013 SDOA , 2014. Gemeente Oost Gelre, Raadsbesluit begroting 2014 SDOA , 9 juli 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsvoorstel begroting 2014 SDOA , 13 mei 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsvoorstel en Raadsbesluit begroting 2012 SDOA , 9 mei 2011. Gemeente Oost Gelre, Raadsvoorstel en Raadsbesluit begroting 2013 SDOA , 2 mei 2012. SDOA, Programmabegroting 2015 SDOA , 6 mei 2014. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel 1 e bestuursrapportage 2014 SDOA , 2014. SDOA, Begroting 2012 en meerjarenbegroting 2013 – 2015 , 28 april 2011. SDOA, Begroting 2013 en meerjarenbegroting 2014 – 2016 , februari 2012. SDOA, Jaarrekening 2012 , 11 juli 2013. SDOA, Nieuwsbrief februari 2014 , februari 2014. SDOA, Nieuwsbrief juli 2014 , juli 2014. SDOA, Programmabegroting 2014 en meerjarenbegroting 2015 – 2017 , 21 maart 2013. Gemeente Winterswijk, Collegebesluit verantwoordingsrapportage SDOA , 23 oktober 2012. Gemeente Winterswijk, Collegebesluit jaarrekening 2010 SDOA , 27 april 2011. Gemeente Winterswijk, Collegebesluit jaarrekening 2012 SDOA , 18 april 2013. Gemeente Winterswijk, Conceptraadsbesluit begroting 2012 SDOA , 29 juni 2011. Gemeente Winterswijk, Conceptraadsbesluit begroting 2013 SDOA , 30 mei 2012. Gemeente Winterswijk, Conceptraadsbesluit ontwerpbegroting 2014 SDOA , 29 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel begroting 2012 SDOA ,21 mei 2012. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel begroting 2013 SDOA , 21 mei 2012. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel ontwerpbegroting 2014 SDOA , 21 mei 2013. Omgevingsdienst Achterhoek Gemeente Aalten, Notulen Raadsvergadering oprichting Omgevingsdienst Achterhoek , 16 oktober 2012. Gemeente Aalten, Raadsvoorstel en conceptbesluit begroting 2013 en 2014 Omgevingsdienst Achterhoek , 11 juni 2013. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en conceptbesluit Omgevingsdienst Achterhoek , 18 september 2012. Gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen, Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek , 3 november 2009. Omgevingsdienst Achterhoek, Begroting 2013 en begroting 2014 , 8 april 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsbesluit programmabegroting 2013 en 2014 Omgevingsdienst Achterhoek , 28 mei 2013. Gemeente Oost Gelre, Raadsvoorstel programmabegroting 2013 en 2014 Omgevingsdienst Achterhoek , 24 april 2013. Gemeente Winterswijk, Concept Raadsbesluit programmabegroting 2013 en 2014 Omgevingsdienst Achterhoek , 29 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel programmabegroting 2013 en 2014 Omgevingsdienst Achterhoek , 21 mei 2013. Gemeente Winterswijk, Raadsvoorstel oprichting Omgevingsdienst Achterhoek, 10 september 2012.

43 Deel III: Bijlagenboek

Respondenten interviews

Naam Functie Organisatie Dhr. B. Berghoef Burgemeester Gemeente Aalten Dhr. F. Diersen Raadslid CDA Gemeente Aalten Dhr. M Fiering Griffier Gemeente Aalten Dhr. T. Kok Wethouder Gemeente Aalten Dhr. E. Luiten Wethouder Gemeente Aalten Dhr. B. Mateman Raadslid CDA Gemeente Aalten Dhr. G. Migchelbrink Raadslid Progressieve Partij Gemeente Aalten Dhr. J Nobel Gemeentesecretaris Gemeente Aalten Dhr. J. Pennings Raadslid ChristenUnie Gemeente Aalten Dhr. J. Storm Hoofd afdeling Financiën, Gemeente Aalten Bedrijfsvoering en Informatievoorziening Dhr. L Van den Berg GemeenteBelangen Gemeente Aalten Dhr. J. Van der Brug Hoofd afdeling Samenleving Gemeente Aalten Dhr. G. Van Vliet Hoofd afdeling Bestuur en Gemeente Aalten Openbare Ruimte Dhr. M. Veldhuizen Raadslid VVD Gemeente Aalten Dhr. H. Visser Bestuursondersteuning Gemeente Aalten Dhr. R. Wossink Raadslid GemeenteBelangen Gemeente Aalten Dhr. N.A. Bragt Raadslid CDA Gemeente Oost Gelre Mevr. A. Bronsvoort Burgemeester Gemeente Oost Gelre Dhr. J. Dijkman Gemeentesecretaris Gemeente Oost Gelre Dhr. R. Hoijtink Wethouder Gemeente Oost Gelre Dhr. W. Holtus Financieel consulent + Gemeente Oost Gelre contactpersoon Regio Achterhoek Dhr. R.M.J. Klein Tank Raadslid PvdA Gemeente Oost Gelre Mevr. A.H.J. Konings- Raadslid OOG Gemeente Oost Gelre Penterman Dhr. T.B.M. Krabben Raadslid CDA Gemeente Oost Gelre Dhr. B. Oesterholt Financieel consulent + Gemeente Oost Gelre contactpersoon SDOA Dhr. R. Peper Hoofd bedrijfsvoering en Gemeente Oost Gelre economische ontwikkeling Dhr. K. Porskamp Raadslid VVD Gemeente Oost Gelre

Dhr. R. Van der Meulen Raadslid D’66 Gemeente Oost Gelre Dhr. J. Vinke Griffier Gemeente Oost Gelre Dhr. R.W. Willering Raadslid OOG Gemeente Oost Gelre Dhr. D.W. Aalderink Wethouder Gemeente Winterswijk Mevr. E Abbink Teamcoördinator beleidsteam Gemeente Winterswijk Mens & Omgeving (contactpersoon SDOA & Hameland). Dhr. T. De Graaff Gemeenteraadslid CDA Gemeente Winterswijk Dhr. H.J.G. Gommers Wethouder Gemeente Winterswijk

44 Deel III: Bijlagenboek

Naam Functie Organisatie Mevr. M. Keur Bestuursadviseur Gemeente Winterswijk (contactpersoon Regio Achterhoek) Dhr. J.P. Potman Controller (betrokken bij Gemeente Winterswijk Hameland en SDOA) Dhr. J. Rensen Gemeenteraadslid SP Gemeente Winterswijk Mevr. I.G. Saris Wethouder Gemeente Winterswijk Dhr. H. Scheinck Gemeentesecretaris Gemeente Winterswijk Dhr. G.J.W. Te Gronde Wethouder Gemeente Winterswijk Dhr. E. Te Selle Gemeenteraadslid Gemeente Winterswijk Winterswijks Belang Dhr. G. Reezigt Strategisch adviseur Hameland Dhr. H. Wullink Directeur Hameland Dhr. M. Hendriksen Adjunct-directeur Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Werk en Inkomen Dhr. R. Swieringa Secretaris-directeur Regio Achterhoek Mevr. A. Gildhuis Manager Sociale Dienst Oost Achterhoek Dhr. H Walhof Beleidsmedewerker Werk & Sociale Dienst Oost Achterhoek Activering

45 Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor

Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor

46 Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor

47 Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor

48 Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor

49 Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor

50 Deel IV: Feitelijk en bestuurlijk wederhoor

51 Deel V: Nawoord rekenkamercommissie

Deel V: Nawoord Rekenkamercommissie

Feitelijk wederhoor De rekenkamercommissie heeft naar aanleiding van de reacties vanuit de gemeenten het rapport op twee punten aangepast: – Conclusie 2 is naar aanleiding van de reactie van de gemeente Aalten nog scherper geformuleerd waarbij meer specifiek is gemaakt wat er schort aan de informatievoorziening op dit moment. – In paragraaf 1.6 van Deel II heeft de rekenkamercommissie opgenomen dat in opdracht van het Directeuren Netwerk Achterhoek een ambtelijke werkgroep aan de slag is met het verbeteren van de grip op samenwerkingsverbanden.

Bestuurlijke reacties Het is veelbelovend dat de colleges de problematiek rond de grip op samenwerkingsverbanden onderkennen en de aanbevelingen in grote mate onderschrijven.

De colleges van Winterswijk en Oost Gelre geven in hun reacties beide aan te twijfelen aan nut een noodzaak van een ‘digitale tool’ voor het verbeteren van de informatievoorziening. De rekenkamercommissie onderschrijft de stelling dat het ontwikkelen van een tool geen doel op zich is, maar constateert wel (op basis van gesprekken met de raden) dat de huidige informatievoorziening niet voldoende in de behoefte van raadsleden voorziet. In de ogen van de rekenkamercommissie is er een verandering nodig naar een meer ‘moderne’ manier van informatievoorziening. Hierbij zijn raadsleden niet langer alleen passief ontvanger van de informatie die zijn één keer per kwartaal of jaar krijgen, maar kunnen zijn op één centrale plek zelf de informatie vinden die op dat moment voor hen relevant is. Centraal daarbij staat het snel zicht krijgen op de mate waarin de (lokaal) gestelde doelen gerealiseerd worden en wat belangrijke ontwikkelingen zijn ten aanzien van lokale politieke aandachtspunten. Zoals gezegd komt dit punt voort uit de interviews die met de raden zijn gehouden. Uiteindelijk is het ook aan de raden om een besluit te nemen over de manier waarop de informatievoorziening het best verbeterd kan worden zodat die aansluit bij de behoefte van de raad. De lijn van het college van Oost Gelre (in overleg met het Presidium verkennen van mogelijke verbeteringen) onderschrijft de rekenkamercommissie dan ook van harte.

Tot slot geeft het college van Winterswijk aan dat ‘het bereiken van een hoger spelniveau’ de grootste uitdaging is op het gebied van regionale samenwerking. Het college had op dit punt graag nadere concretisering gezien. De rekenkamercommissie is daarom verheugd met de uitnodiging vanuit Winterswijk om het rapport op 20 november a.s. te komen toelichten. Graag maken we van die gelegenheid gebruik om nader in gesprek te treden over de concretisering van deze aanbeveling.

52