Roemenië Vaart Eigen Koers
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Roemenië vaart eigen koers Het pragmatische buitenlands beleid van Roemenië en de bilaterale relatie met Nederland (1953-1974) Auteur: T.A.A. van Dijk Master: Geschiedenis Programma: Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Scriptiebegeleider: dhr. dr. D. Perie Datum: 24-12-2014 1 Inhoudsopgave Methode ....................................................................................................................................................... 3 Roemenië vaart eigen koers ........................................................................................................ 4 Inleiding ....................................................................................................................................................... 4 Autonomie en onafhankelijkheid als concepten .......................................................................................... 7 De vroege dagen van het socialisme in Roemenië ....................................................................... 11 Socialistische beweging in het interbellum ................................................................................................ 15 De RCP kom aan de macht ................................................................................................................... 20 Van trouwe Bondgenoot naar een “eigen weg” ............................................................................. 24 Het Buitenlands beleid van Roemenië ............................................................................................. 29 Roemenië onder Ceaușescu ................................................................................................................ 35 Conclusie .................................................................................................................................................... 41 Bronnenonderzoek ...................................................................................................................... 44 Inleiding ..................................................................................................................................................... 44 Moeizame start van de Bilaterale relatie in het Begin van de jaren ’60. Nederland- Roemenië en de afhandeling van de nationalisaties .................................................................. 46 Herwaardering ........................................................................................................................................................ 47 Afhandeling nationalisaties ............................................................................................................................... 49 De overheid grijpt in ............................................................................................................................................. 53 BEB en de Nederlandse onderhandelingspositie ..................................................................................... 55 Verheffing gezantschap tot ambassade en het nationalisatievraagstuk ........................................ 57 Niet gehonoreerde claims .................................................................................................................................. 58 obligaties .................................................................................................................................................................... 60 Toenadering tot de Sovjet-Unie in de Jaren ’70 ............................................................................ 62 Politieke consultaties ............................................................................................................................ 66 Verkilling van de betrekkingen ........................................................................................................................ 68 Conclusie .................................................................................................................................................... 72 Literatuurlijst ........................................................................................................................................... 74 2 Methode In de scriptie wordt eerst het buitenlands beleid geanalyseerd aan de hand van voornamelijk secundaire bronnen. Aanvullend hierop wordt het gedestilleerde beeld, van een zeer pragmatisch onafhankelijk buitenlands beleid, getoetst in de relatie Nederland-Roemenië aan de hand van een bronnenonderzoek. Nederland was voor Roemenië een interessant land door haar kleine omvang, economische welvaart en hoge technologische ontwikkeling. In de diplomatieke contacten benadrukte Roemenië meer dan eens dat kleine en middelgrote landen op de internationale bühne tot veel in staat waren wanneer zij samen zouden werken. De conclusie is dat de relatie Nederland-Roemenië exemplarisch is voor de ontwikkeling in het buitenlands beleid van Roemenië. Het illustreert hoe Roemenië zich moest manoeuvreren op het internationale toneel voor betere economische en politieke relaties. Voor het bronnenonderzoek is voornamelijk gebruik gemaakt van het archief van het Nederlandse gezantschap, later ambassade, in Boekarest en het archief van Buitenlandse Zaken. Beide archieven zijn te raadplegen in het Nationaal Archief in Den Haag. 3 Roemenië vaart eigen koers Inleiding “Van mijn Franse collega vernam ik, dat de Franse regering waarschijnlijk niet tegenover Roemenië zal reageren inzake de erkenning van Algerije, daar men Roemenië – terecht – geen zelfstandige buitenlandse politiek toekent”.1 Dit schreef de Nederlandse gezant Dr. J.H. Zeeman in maart 1962 over de buitenlandse politiek van Roemenië naar aanleiding van de erkenning door de Roemeense regering van de voorlopige Algerijnse regering. Nog geen twee jaar later stond de Nederlandse pers vol met berichten over de “eigen koers” van Roemenië.2 Door de hervormingen van Sovjetleider Chroesjtsjov hadden de Roemenen geen andere uitweg gezien dan een onafhankelijke buitenlandse politiek die zoals dit onderzoek zal aantonen gestoeld was op pragmatisme. Gheorghiu-Dej, de leider van Roemenië vanaf 1947, had de eerste belangrijke stappen genomen richting een onafhankelijk buitenlands beleid van Roemenië. Op de fundamenten heeft Ceaușescu, de opvolger van Gheorghiu-Dej, een buitenlands beleid opgebouwd waarin hij zich het recht toe-eigende om wat betreft de buitenlandse politiek af te wijken van de koers van de Sovjet-Unie.3 De kranten, zowel nationaal als internationaal, publiceerden enthousiast over de “eigen weg” van Roemenië. De media schepten het beeld van een Roemeens nationaal communisme met Ceaușescu als het symbool voor het verzet van Zuidoost-Europa tegen Moskou.4 Roemenië koos duidelijk een eigen koers. Het land versterkte haar banden met China en Joegoslavië, die zich steeds meer zouden verzetten tegen de Sovjetoverheersing van het communistische blok. Roemenië was het eerste Oost-Europese land dat in 1967 diplomatieke relaties aanging met West-Duitsland. Ze weigerde de diplomatieke betrekkingen te verbreken met Israël na de Zesdaagse oorlog. Ze nam afstand van de Sovjet interventie in Afghanistan en de door de USSR gesteunde interventie van Vietnam in Kampuchea en ga zo maar door. Daarnaast verbeterde Roemenië de relaties met het buitenland, getuige Ceaușescu’s vele handelsmissies en staatsbezoeken. Ceaușescu was de eerste communistische leider die een diner in het witte huis kreeg aangeboden sinds het bezoek van Chroesjtsjov aan de Verenigde Staten in 1959. Het staatshoofd bracht een staatsbezoek aan Nederland in 1973 als blijk van de goede bilaterale verhoudingen. Ook ontving Roemenië vele regeringsleiders zoals de Amerikaanse 1 De gezant J.H. Zeeman aan de minister van buitenlandse zaken, 29 maart 1962, NL-HaNa, Ambassade Roemenië 1955-1974, 2.05.242, inv.nr. 98-160. 2 Zie bijvoorbeeld het Parool van 15-10-1964 of de Groene Amsterdammer van 17-10-1964. 3 Braun, A., Romanian Foreign Policy since 1965: The Political and Militairy Limits of Autonomy (New York 1978) p. 190. 4 Tismaneanu, V., Stalinism for all Seasons: a Political History of Romanian Communism (Londen 2003) p. 198. 4 president Nixon en Franse presidenten De Gaulle en Chirac. Het land zocht zelfs toenadering tot supranationale organen zoals de Verenigde Naties de G.A.T.T., het IMF en de Wereldbank. Roemenië was sinds 1972 lid van het IMF en de Wereldbank. Desgevraagd trad Nederland voor Roemenië op als vertegenwoordiger van beide instellingen. De buitenlandse politiek van Roemenië ten tijde van de Koude Oorlog heeft bij historici tot veel verschillende inzichten geleid. Het belangrijkste debat spitst zich toe op de vraag of de buitenlandse politiek van Roemenië ten tijde van de Koude Oorlog gedefinieerd moet worden als “autonoom” of “onafhankelijk”. In de discussie komen vier hoofdstromen naar voren. Het is geen nieuwe discussie. Het debat wordt al gevoerd in 1985 in het boek Romania: politics, economy and society: political stagnation and simulated change van Michael Shafir. Shafir behoort tot de eerste hoofdstroom van de discussie. Hij kiest de term autonoom om het buitenlands beleid van Roemenië te duiden. Volgens hem is de term “onafhankelijk” misleidend voor het buitenlandse beleid van Roemenië.5 Hij haakt in op Robert R. Kings boek The Romanian Communist Party. King noemt onafhankelijkheid een absolute conditie, die veelal gewonnen wordt door een krachtige verwerping van de ondergeschikte rol binnen een relatie. Hij gebruikt liever de term “autonomie”, Roemenië had namelijk het recht op